KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 693
CRIV 50 COM 693
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
woensdag mercredi
13-03-2002 13-03-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de verloning van bijzondere graden"
(nr. 6476)
1
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"la rémunération des grades particuliers"
(n° 6476)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Johan
Vande Lanotte, vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie
Orateurs: Servais Verherstraeten, Johan
Vande Lanotte, vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l' Économie sociale
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
4
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bouw van het nieuw gerechtshof te Gent"
(nr. 6590)
3
- M. Tony Van Parys au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la construction du
nouveau palais de justice à Gand" (n° 6590)
4
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "het nieuw gerechtsgebouw te Gent"
(nr. 6625)
4
-
M. Karel Van Hoorebeke au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "le nouveau
palais de justice de Gand" (n° 6625)
4
Sprekers: Tony Van Parys, Karel Van
Hoorebeke, Johan Vande Lanotte, vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie
Orateurs: Tony Van Parys, Karel Van
Hoorebeke, Johan Vande Lanotte, vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l' Économie sociale
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
7
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de uitbetaling van de vergoeding voor de
schade geleden naar aanleiding van de
zogenaamde dioxinecrisis" (nr. 6702)
6
- M. Yves Leterme au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "le paiement des
indemnisations dans le cadre des dommages
subis lors de la crise de la dioxine" (n° 6702)
7
- de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de schadevergoeding naar aanleiding van
de dioxinecrisis" (nr. 6730)
6
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "les indemnisations à la
suite de la crise de la dioxine" (n° 6730)
7
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Ferdy Willems, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Ferdy Willems, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van de heer Philippe Collard aan de
minister van Financiën over "de belasting op de
contracten die worden afgesloten in het kader van
de sociale voordelen die het RIZIV aan bepaalde
apothekers toekent" (nr. 6605)
13
Question de M. Philippe Collard au ministre des
Finances sur "la taxation des contrats conclus
dans le cadre des avantages sociaux accordés
par l'INAMI à certains pharmaciens" (n° 6605)
13
Sprekers: Philippe Collard, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Philippe Collard, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Philippe Collard aan de
minister van Financiën over "de onroerende
voorheffing op drukkerij en informaticamateriaal"
(nr. 6656)
15
Question de M. Philippe Collard au ministre des
Finances sur "la taxation du matériel d'imprimerie
et informatique au précompte immobilier"
(n° 6656)
15
Sprekers: Philippe Collard, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Philippe Collard, Didier Reynders,
ministre des Finances
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de
minister van Financiën over "het opleggen van
boetes door de BTW-administratie ingevolge
materiële vergissingen bij de omzetting van
Belgische franken in euro's" (nr. 6606)
17
Question de M. Ludo Van Campenhout au
ministre des Finances sur "les amendes infligées
par l'administration de la TVA en raison d'erreurs
matérielles commises lors de la conversion en
euros de montants en francs belges" (n° 6606)
17
Sprekers: Ludo Van Campenhout, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Ludo Van Campenhout, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
schuldsaldoverzekering" (nr. 6652)
18
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
de l'Intérieur sur "l'assurance de solde restant dû"
(n° 6652)
18
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "de achterstallen van
voetbalclubs inzake BTW en bedrijfsvoorheffing
per 1 maart 2002" (nr. 6654)
20
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "les arriérés de TVA et de
précompte professionnel des clubs de football au
1er mars 2002" (n° 6654)
20
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de
minister van Financiën over "Douane Single
Authorization ('enige vergunning')" (nr. 6668)
21
Question de Mme Fientje Moerman au ministre
des Finances sur "la Douane Single Authorization
('l'agrément unique')" (n° 6668)
21
Sprekers:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Financiën over "de mogelijke fiscale
stimuli voor milieuvriendelijke carwashes"
(nr. 6671)
23
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
des Finances sur "les éventuels incitants fiscaux
pour les carwashes respectueux de
l'environnement" (n° 6671)
23
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Financiën over "de onroerende
voorheffing op gebouwen die voor de eredienst
worden gebruikt" (nr. 6672)
25
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
des Finances sur "le précompte immobilier des
bâtiments affectés au culte" (n° 6672)
25
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Financiën over "de bevoegdheid van
de aankoopcomités" (nr. 6679)
26
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
des Finances sur "la compétence des comités
d'acquisition" (n° 6679)
26
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Didier
Reynders, ministre des Finances
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
WOENSDAG
13
MAART
2002
14:15 uur
______
du
MERCREDI
13
MARS
2002
14:15 heures
______
La séance est ouverte à 14.23 heures par M. Karel Van Hoorebeke, président.
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door de heer Karel Van Hoorebeke, voorzitter.
01 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "de verloning van bijzondere graden" (nr. 6476)
01 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur "la rémunération des grades particuliers" (n° 6476)
01.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in het kader van het overleg met de vakbonden
werden diverse intersectorale akkoorden afgesloten inzake
loonsvoorwaarden. Zo wordt een loonsverhoging van 1% toegekend
aan ambtenaren. Naargelang hun niveau verschilt de
aanvangsdatum. Er zijn ook afspraken gemaakt over het verhogen
van het vakantiegeld.
De Ministerraad heeft dat laatste al eind 2001 geconcretiseerd voor
de ambtenaren van de niveaus 4 en 3, 2 en 2+. Voor hun
loonsverhoging werd een bepaalde timing vooropgesteld, te weten in
de loop van 2002. In 2002 zou ook het vakantiegeld voor de
ambtenaren van de niveaus 4, 3 en 2 verhoogd worden. Het
vakantiegeld voor niveau 2+ zou iets later, in 2003, aan bod komen.
Mijnheer de minister, u bent het wellicht met mij eens dat de
loonsverhogingen die afgesproken waren, terecht zijn. Vergeleken
met de loonsverhogingen die in de privé-sector toegekend worden,
lijken ze mij billijk. In vergelijking met de verhoging die aan de
topambtenaren wordt toegekend die nu in een mandatensysteem
terechtkomen vertegenwoordigen ze maar een peulschil.
Vandaag wil ik het met u eigenlijk hebben over het kluwen van
regelgeving dat bestaat inzake het al of niet automatisch koppelen
van wedden van bijzondere graden, vooral bij mensen van het
gerecht, de politie, het leger. Volgens mij zouden ook die mensen een
beroep moeten kunnen doen op loonsverhogingen, net zoals dat voor
de ambtenaren van de verschillende ministeries het geval is. Wat
denkt u daarvan?
Mijnheer de minister, klopt het dat in de begroting voor 2002 in de
nodige middelen werd voorzien om de personeelsleden van de
niveaus 4, 3, 2 en 2+ bij het leger en het gerecht zowel wat wedden
als wat vakantiegeld betreft toe te kennen? Indien niet in die
01.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les négociations avec les
syndicats ont donné lieu à un
accord intersectoriel: 1 pour cent
de hausse salariale à la fin de
2002 ou de 2004, selon le niveau,
et majoration du pécule de
vacances à 92 pour cent d'ici à
l'année budgétaire 2009.
Ces accords de base ont été
concrétisés par le Conseil des
ministres à la fin de l'année
passée pour les niveaux 2, 2+, 3
et 4 des ministères au sens large
du terme. Les niveaux 3 et 4 ont
été augmentés de 1 pour cent au
1
er
janvier 2002, le niveau 2 le sera
au 1
er
juin 2002 et le niveau 2+ au
1
er
octobre 2002. Le pécule de
vacances sera amené à 92 pour
cent pour les niveaux 2, 3 et 4 dès
2002 et le niveau 2+ suivrait
l'année prochaine.
La législation prévoit un système
complexe de liaison, automatique
ou pas, du traitement
correspondant aux grades
particuliers tels que la justice,
l'armée et la police, aux
adaptations intervenues dans les
ministères. Pour le gouvernement,
une telle façon de procéder a
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
middelen is voorzien, indien daarvoor niet voldoende kredieten zijn
uitgetrokken in de begroting voor 2002, klopt het dan dat de
respectievelijke vakministers daar om vragen in het kader van de
huidige budgetcontrole? Zal in die middelen dan alsnog worden
voorzien ter gelegenheid van de budgetcontrole? Waarom anders
zouden we een onderscheid maken tussen de diverse categorieën?
Tenslotte, we kunnen vermijden dat we in de toekomst nog met deze
problematiek geconfronteerd worden indien we de regelgeving inzake
de automatische koppeling wijzigen, zodat alle subgroepen
automatisch een aanpassing krijgen. Zou u wetgevende initiatieven
terzake genegen zijn en zou u ze kunnen goedkeuren?
toujours présenté l'avantage de
tempérer les revendications
salariales des groupes
professionnels spécifiques.
Est-il exact que le budget de cette
année ne prévoit pas
suffisamment de moyens pour
adapter les traitements et les
pécules de vacances des niveaux
2+, 2, 3 et 4 de l'armée et de la
justice au même rythme que ceux
des ministères? Ces membres du
personnel auront-ils droit à ces
augmentations spécifiques?
Comptez-vous maintenir la liaison
traditionnelle entre les traitement
des fonctionnaires et ceux des
grades particuliers?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, collega
Verherstraeten, ik denk dat er een onderscheid moet worden gemaakt
tussen de intersectorale overeenkomst die een zeer algemene
overeenkomst is waarvan de uitvoering van de verschillende
onderdelen gespreid is, zelfs tot in 2009 en de sectorale
overeenkomsten. De intersectorale overeenkomst is een niet
bindende maar veeleer richtinggevende overeenkomst waarop de
verschillende overheden zich kunnen enten. De intersectorale
overeenkomst is afgesloten en zal moeten worden toegepast in de
verschillende entiteiten en onderdelen op de gepaste ogenblikken.
Dat is geen automatisme, de timing moet worden ingevuld.
Het Comité A waar de intersectorale overeenkomst werd afgesloten,
heeft geen specifieke bevoegdheden inzake de griffies, inzake de
speciale korpsen, en dergelijke meer. Daarvoor is het Comité A niet
bevoegd. In het Comité B, dat na het Comité A komt, zijn er ook
onderhandelingen geweest voor alle diensten waar het Copernicus-
plan wordt doorgevoerd en daarom noemt men die ook vaak
Copernicus-sectorale onderhandelingen.
Hierbij geldt het motto dat men de mensen een verhoging geeft,
rekening houdend met het feit dat hun prestaties anders zullen
worden beoordeeld en anders zullen moeten worden ingevuld. Binnen
de Copernicus-hervorming verandert men dus enkele zaken, waarbij
het principe van de beter betaalde en meer prestatiegebonden
ambtenaar zal worden benadrukt.
De verandering waarvan sprake is al aan de gang. Zulks kan via het
vakantiegeld, maar ook via een eenmalige premie. Naargelang de
techniek is die volgens de huidige reglementaire situatie automatisch
al dan niet bindend. Ik wil hierbij wel verduidelijken dat het voor de
onderhandelingen zelf duidelijk was dat men praatte over het luik
Copernicus en dat men bij de onderhandelingen met de vakbonden
niet praatte over de andere diensten die niet aan Copernicus
onderhevig zijn, zoals het gerecht, het leger, enzovoort. De
vakbonden waren daarvan op de hoogte.
01.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'accord intersectoriel
indicatif sera mis en oeuvre sur
une plus longue période dans les
différentes entités. Le Comité A
n'est pas compétent pour les
corps spéciaux.
Le Comité B a négocié pour
déterminer quelles institutions
ressortiraient à la réforme
Copernic. Des modifications
salariales sont envisageables par
le biais du pécule de vacances ou
d'une prime unique. Les syndicats
savaient que ces négociations
n'avaient trait qu'aux seules
institutions concernées par la
réforme Copernic. L'objectif de
cette réforme était d'aboutir à une
rétribution plus importante mais
qui soit fonction de la prestation.
Nous devons voir à présent
comment mettre les accords
intersectoriels en oeuvre
correctement et de manière
cohérente, en 2002, 2003, etc.
Pour ce qui est de l'armée, nous
pouvons opérer plus rapidement
que pour la police, par exemple. Il
faut par ailleurs tenir compte de la
marge budgétaire.
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Voor de niet door Copernicus geregelde diensten moet nu worden
bekeken wanneer en op welke wijze men het intersectoraal overleg
zal organiseren. Er is een marktstudie gebeurd en die toont
bijvoorbeeld aan dat er momenteel geen enkele nood is om aan de
politie een bijkomend voordeel te geven, in tegenstelling tot een
aantal elementen van het leger, waarvoor dat wel evident is.
Nu wordt dus gekeken hoe op een coherente manier het
intersectoraal overleg in 2002, 2003 en 2004 kan plaatsvinden. We
gaan dus niet uit van een automatische band die in sommige
reglementen inderdaad is voorzien voor zover het gaat om
vakantiegeld, niet wanneer het om premies gaat. U kunt dus bij wijze
van spreken zeggen dat er geen band is die gekoppeld is aan een
premie. We moeten wel proberen op een correcte manier naar een
ander groeiritme over te gaan, wetende dat er voor het vakantiegeld
een marge van 65% tot 92% is.
Voorzitter: Jef Tavernier.
Président: Jef Tavernier.
Men kan zich perfect voor de een tot 65 beperken en voor de ander
tot 92 gaan. De voorstellen over hoe wij dit zullen doen en wat in 2002
en wat in 2003 zal gebeuren, liggen nu op tafel. Volgende week zal
daarover worden beslist. Op basis daarvan zullen wij moeten nagaan
of daarvoor geld is.
Er is dus geen sprake van een budgettaire oefening in de afweging
om het al dan niet te doen. Wij proberen coherent te zijn. Wij hebben
de Copernicus-diensten gedaan. Daarover is een afspraak. Dat zal
worden betaald. Voor de drie of vier verschillende diensten waarop
Copernicus niet van toepassing, moet men niet Comité B, maar wel
de intersectorale Comité A toepassen. Het is voor mij in elk geval
duidelijk dat wij in een geval zoals bijvoorbeeld het leger vlugger
zullen gaan dan in een ander geval zoals bijvoorbeeld de politie.
01.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb
niet begrepen waarom Copernicus niet op het leger van toepassing is,
terwijl dat in de eerste Copernicus-teksten wel voor een deel de
bedoeling was. Ik weet dat dit niet strikt uw bevoegdheid is.
01.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je n'ai jamais compris
pourquoi la réforme Copernic ne
s'appliquait pas à l'armée.
01.04 Minister Johan Vande Lanotte: Misschien vereist de
specificiteit van de materie van het gerecht een aparte werkwijze.
01.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Ce choix est le résultat
des discussions entre les
départements de la Défense et de
la Fonction publique.
01.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Het was in elk geval
aanvankelijk niet de intentie van de regering. De gevolgen zijn nu
vooral merkbaar op de lagere niveaus van het leger en justitie. Ik
hoop dat u terzake toch in de nodige middelen kunt voorzien zodat de
mensen van het leger, maar ook van justitie de volgens mij redelijke
opslag kan worden toegekend. Ik ben ervan overtuigd dat de opslag
ook voor u redelijk is.
01.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Nous souhaitons que ces
augmentations, qui nous
paraissent raisonnables, soient
également appliquées à l'armée et
à la justice.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de bouw van het nieuw gerechtshof te Gent" (nr. 6590)
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "het nieuw gerechtsgebouw te Gent" (nr. 6625)
02 Questions jointes de
- M. Tony Van Parys au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la construction du nouveau palais de justice à Gand" (n° 6590)
- M. Karel Van Hoorebeke au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "le nouveau palais de justice de Gand" (n° 6625)
02.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u weet dat het dossier van het nieuwe gerechtsgebouw in
Gent velen interesseert. Zowel collega Van Hoorebeke als ikzelf zijn
in diverse hoedanigheden in dit dossier tussenbeide gekomen, niet uit
enig eigenbelang weliswaar. (...)
Als minister heb ik in dat dossier op zeker ogenblik een bepaalde
verantwoordelijkheid gehad in diverse positieve hoedanigheden,
mijnheer Van Hoorebeke.
02.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Niet als beklaagde.
02.03 Tony Van Parys (CD&V): Voor zover bekend niet. (...)
Er was uiteindelijk een volledige consensus omtrent de locatie.
Collega Danny Vandenbossche is er in het Vlaams Parlement ook
herhaaldelijk op ingegaan.
Mijnheer de vice-premier, het probleem dat nu onder uw bevoegdheid
valt is het volgende. Men heeft inderdaad de intentie om het stuk
grond aan te kopen van de NMBS aan het Rabot, de locatie waarover
u sprak. Dat is vanzelfsprekend de absolute voorwaarde om het
gebouw daar te kunnen oprichten. Maar nu blijkt dat het dossier van
het gerechtsgebouw vertraging dreigt op te lopen omwille van het feit
dat voor de aankoop van het volledige terrein aan het Rabot er een
negatief advies is van de Inspectie van Financiën. Dat negatief advies
is gebaseerd op het feit dat men bezwaren zou hebben omwille van
de aankoop van het volledige terrein. Er wordt gesteld dat in feite het
volledige terrein niet nodig is om het gerechtsgebouw daar op te
richten, zodat er slechts een deel van het terrein mag worden
aangekocht.
U moet weten en wellicht is u dat u ter ore gekomen dat na vele
onderhandelingen met de verschillende actoren werd gezegd dat de
aankoop van het volledige terrein noodzakelijk is omwille van het feit
dat de stad Gent daar ook zekere belangen bij heeft en er onder meer
deels groen en recreatie wil organiseren in het kader van het
heropfleuren van de buurt en de omgeving. Het is trouwens een
voorwaarde vanwege de stad Gent om een bouwvergunning toe te
kennen.
Alle daarbij ooit betrokken actoren politici, parlementsleden,
ministers, leden van het schepencollege hebben dit volledige project
goedgekeurd. Nu doet zich echter het probleem voor dat ingevolge
het negatief advies van de Inspectie van Financiën, die aankoop nog
steeds niet heeft plaatsgehad. De dringende goedkeuring van die
aankoop is echter absoluut noodzakelijk om de afhandeling van het
dossier te doen vorderen.
02.03 Tony Van Parys (CD&V):
L'achat des terrains pour la
construction du nouveau palais de
justice au Rabot de Gand a pris du
retard en raison de l'avis négatif
rendu par l'Inspection des finances
en ce qui concerne l'achat de
l'ensemble du terrain. Or, il
s'agissait de la condition posée
par la ville de Gand pour accorder
un permis de bâtir.
Quand le ministre du Budget a-t-il
reçu le dossier en appel? Qu'en
pense-t-il? Le ministre met-il tout
en oeuvre pour que l'acquisition du
terrain puisse s'effectuer
rapidement?
Le projet fait quasi l'unanimité à
Gand. Ce retard est donc
particulièrement regrettable. Dans
la mesure où la construction d'un
nouveau palais de justice est
également d'actualité à Anvers,
Gand craint le pire.
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Naar verluidt is het dossier bij u terechtgekomen ingevolge het beroep
tegen het negatief advies van de Inspectie van Financiën en moet u
zich als minister van Begroting uitspreken.
Mijnheer de minister, ik en de Gentenaren met mij dringen erop aan
dat u de aankoop van het integrale terrein mogelijk maakt zodat de
bouw van start kan gaan van het nieuw gerechtsgebouw te Gent
waaraan enorme nood bestaat. Een achterliggend punt is dat
Antwerpen ondertussen wel bezig is met een aantal investeringen. De
Gentenaren vrezen, mijns inziens terecht, dat we door een uitstel van
ons dossier slechts in tweede orde komen na Antwerpen omdat niet
altijd de nodige budgettaire middelen voorhanden zijn om de beide
gebouwen tegelijkertijd te realiseren. Mijnheer de minister, ik herhaal
onze dringende oproep om de volledige aankoop van het terrein snel
mogelijk te maken.
02.04 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik sluit me volkomen aan bij het betoog van de
heer Van Parys en zijn smeekbede. Ik wil beklemtonen dat het geen
louter Gents dossier is. Het is een Gents dossier omdat het belangrijk
is voor de Rabotbuurt. De heer Van Parys heeft hiernaar verwezen. Ik
herinner de eerste werkvergadering ik was nog maar pas tot
parlementslid verkozen op het kabinet van de toenmalige minister
van Justitie De Clerck met de toenmalige burgmeester en schepenen
van de stad Gent.
Toen stelde men dat de ontsluiting van het terrein zeer belangrijk kon
zijn voor die achtergestelde buurt.
Het is dus een belangrijk Gents dossier, maar het is ook van belang
voor het ressort van het hof van beroep van Oost- en West-
Vlaanderen. Immers, wanneer de rechtbank van eerste aanleg kan
verhuizen naar het nieuwe gerechtsgebouw, wordt het huidige
justitiepaleis de enige basis van het hof van beroep. Dit hof zou dan
een bibliotheek kunnen uitbouwen, werkruimtes voor de magistraten-
raadsheren kunnen creëren enzovoort. Het is niet een louter Gents
dossier, maar het is ook van belang voor de rechtsonderhorigen van
het ressort van het Gentse hof van beroep, met name Oost- en West-
Vlaanderen.
Ik vraag dus met de grootste aandrang en dit namens vele andere
collega's die zich kunnen aansluiten bij onze interpellaties dat zo
snel mogelijk een positieve beslissing wordt genomen. Daarbij gaat
het niet enkel om het terrein dat nodig is voor de bouw van het
gerechtsgebouw, maar ook om een betere toegankelijkheid van het
gebouw en de uitbouw van het stadspark. Dit laatste niet om de
advocaten toe te laten een wandeling te maken, maar om aan de
buurt een nieuwe impuls te geven.
Ik las onlangs in de krant nog over achtergestelde buurten, naar
aanleiding van de kwestie Charleroi. Ik las dat Gent nog een dertigtal
achtergestelde buurten telt binnen de stad zelf. Zulks kan een
belangrijk element betekenen om iets op gang te brengen voor deze
buurten. In die zin ondersteun ik met aandrang de vraag van de heer
Van Parys.
Ik hoop, mijnheer de minister, dat er zo spoedig mogelijk een
02.04 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je me rallie à la question
de M. Van Parys.
Il ne s'agit pas d'un dossier
exclusivement gantois. C'est un
dossier très important pour le
quartier et la ville, mais également
pour la Cour d'appel de Flandre
orientale et de Flandre
occidentale, qui pourrait beaucoup
mieux s'organiser après le
déménagement du tribunal de
première instance.
J'insiste pour que l'on prenne
rapidement une décision positive à
propos de tous les aspects, y
compris sur la question du quartier
défavorisé.
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
positieve beslissing over wordt genomen.
De voorzitter: Ik val even uit de rol van voorzitter en ik wil mij, los van
de bemerking over Antwerpen, bij de gestelde vraag aansluiten.
Le président: Je me permets de
me joindre à la question de MM.
Van Parys et Van Hoorebeke.
02.05 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, het is
inderdaad zo dat de Inspectie van Financiën een negatief advies heeft
gegeven over de aankoop van een terrein. Naar het oordeel van de
Inspectie van Financiën was de aankoop te ruim, maar het advies had
ook betrekking op de gevolgde procedure. Het advies ging dus niet
enkel over wat er werd aangekocht, maar ook over hoe het werd
aangekocht.
Op 12 december 2001 kwam er op het in oktober uitgebrachte advies
van de Inspectie van Financiën een beroep vanwege de minister
bevoegd voor de Regie, waarbij werd gevraagd om ertegen in te
gaan. Wij hebben daarop een vergadering georganiseerd met de
betrokken diensten, met de Inspectie van Financiën en met onszelf.
Wij proberen geregeld de verschillende standpunten met elkaar te
confronteren. Het eerste resultaat was dat een aantal stukken
moesten worden opgevraagd en die heb ik in de loop van januari
2002 ook gekregen. Het was de aanleiding voor een tussentijds
rapport.
Wij hebben vergaderd met de Inspectie van Financiën. Bij het verslag
van deze vergadering heeft de Inspectie van Financiën geschreven
dat zij geen opmerkingen had. Volgens het verslag ging men ermee
akkoord dat de werken konden plaatsvinden. Aangezien de Inspectie
van Financiën geen opmerkingen had, heb ik op basis van dat verslag
op 5 maart 2002 aan mijn collega een brief gestuurd met de
mededeling dat ik instem met de aankoop.
02.05 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'Inspection des
Finances a rendu un avis négatif
en octobre, non seulement en
raison du terrain mais aussi de la
procédure suivie.
Le 12 décembre, le ministre
compétent pour la Régie a
introduit un recours. Une première
réunion de travail a été organisée.
Il a fallu fournir des documents
complémentaires et un rapport
intermédiaire a été établi. Le 28
février, lors d'une réunion avec
l'Inspection des Finances, il a été
décidé que les travaux seraient
poursuivis. L'Inspection n'avait pas
d'observations à formuler en la
matière. Le 5 mars, j'ai envoyé
une lettre à mon collègue pour
l'informer que l'achat pouvait être
réalisé.
02.06 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de vice-
eerste minister hartelijk danken voor zijn diligent optreden in dit
dossier. Ik weet dat hij veel belangstelling toont voor de goede gang
van zaken in Justitie en voor de impact van zulke investeringen op de
omgeving. Ik wil hem zeer hartelijk danken voor zijn beslissing
terzake. Het zal de goegemeente ten goede komen.
02.06 Tony Van Parys (CD&V):
Je remercie le ministre d'avoir
réagi promptement dans ce
dossier. Ce n'en sera que tout
bénéfice pour la population.
02.07 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de minister, ik sluit
mij aan bij die woorden van dank. Het is een doorbraak in een heel
belangrijk dossier. Op het einde hebt u gezegd dat u de toelating hebt
verleend voor de aankoop van het terrein. Voor alle duidelijkheid, ik
neem aan dat het gaat over het volledige terrein.
02.08 Minister Johan Vande Lanotte: Inderdaad.
02.07 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): L'accord du ministre
concerne-t-il l'achat de l'ensemble
du terrain?
02.08 Johan Vande Lanotte,
ministre: Oui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de uitbetaling van de vergoeding voor de schade geleden naar
aanleiding van de zogenaamde dioxinecrisis" (nr. 6702)
- de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de schadevergoeding naar aanleiding van de dioxinecrisis"
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
(nr. 6730)
03 Questions jointes de
- M. Yves Leterme au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "le paiement des indemnisations dans le cadre des dommages subis lors de la
crise de la dioxine" (n° 6702)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "les indemnisations à la suite de la crise de la dioxine" (n° 6730)
03.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister had
het daarstraks over dankwoorden. Ik denk dat een aantal categorieën
van de bevolking zich stilaan niet meer geroepen voelt om
dankwoorden tegen de regering uit te spreken, vooral niet de
landbouwers en veeboeren die schade hebben ondervonden van de
dioxinecrisis van het voorjaar 1999. Ik heb terzake reeds herhaaldelijk
de aandacht van de verschillende betrokken excellenties gevraagd.
Het probleem is dat de bevoegdheden soms van de een naar de
ander verschuiven en soms zelfs van het ene bevoegdheidsniveau
naar het andere. Er is zelfs een regeringscommissaris weg. Voor mij
en iedere objectieve waarnemer staat het vast dat de voormalig
bevoegde mensen beloften hebben gedaan aan de landbouwers en
veeboeren over een 100% schadevergoeding voor de dioxinecrisis.
Mijnheer de minister, op 12 december 2001 stelde ik hierover in de
plenaire vergadering een vraag aan mevrouw Aelvoet en gelukkig
voor mij hebt u daarop het antwoord gegeven. Ik vroeg wat de stand
van zaken was en of de regering nog van plan was om de
uitdrukkelijke en door iedere betrokken partij vastgestelde belofte tot
integrale vergoeding van de geleden schade na te komen en zo ja,
binnen welke termijn en onder welke voorwaarden. Uw antwoord
daarop was heel duidelijk. Deze duidelijkheid siert u en steekt schril af
tegen de stijl van de gemaakte beloften in 1999. U hebt geantwoord
dat het er wat u betreft niet meer van zou komen. Volgens u hadden
zij al genoeg geld gekregen en was de prijs van de varkens gestegen
en zou er een precedent zijn als er een vergoeding van 100% zou zijn.
U was dus niet van plan om extra maatregelen te nemen. U voegde
daaraan nog een paar insinuaties aan mijn adres toe die ik hier niet
zal herhalen.
Ik herinner mij dat heel wat betrokken partijen, ook de toenmalige
regeringscommissaris die ondertussen burgemeester van Sint-
Niklaas is, zei dat wij gelijk hadden en dat de regering eigenlijk een
fatsoensnorm overschreed door niet te willen ingaan op de pertinente
vraag waar de resterende vergoedingen bleven. Drie maand na de
laatste gedachtewisseling kom ik hierop terug. Ik zal op dit dossier
blijven terugkomen tot gerechtigheid is geschied.
Mijnheer de minister, wat is op dit moment de stand van het dossier?
Voor honderden landbouwgezinnen is dit nog altijd een zeer belangrijk
dossier dat rechtstreeks op hun gezinsinkomen, op hun financiële
situatie invloed heeft. Wat is vandaag de stand van zaken met
betrekking tot de resterende, zeer uitdrukkelijk toegezegde schijf van
schadevergoeding tot vergoeding van de geleden schade bij de
zogenaamde dioxinecrisis? Zijn er besprekingen aan de gang?
Ik mag de minister en de regering niet ondervragen over hun
intenties. Dan zou trouwens het huishouden te klein zijn met deze
regering. Wat is de stand van het dossier? Zijn er besprekingen aan
de gang? Mevrouw Neyts heeft op een bepaald moment in de
03.01 Yves Leterme (CD&V):
Dans le contexte de la crise de la
dioxine de 1999, le gouvernement
a toujours une dette envers les
agriculteurs et les éleveurs
touchés. Il leur a promis à
plusieurs reprises d'indemniser à
100 % les dommages qu'ils ont
subis mais il n'a toujours pas tenu
promesse.
A la fin de l'année dernière, le
gouvernement s'est rafraîchi la
mémoire. Le ministre a réagi en
disant qu'il n'accorderait plus
d'indemnités au-delà des avances
déjà versées. Le commissaire du
gouvernement en fonction à
l'époque avait jugé qu'on
dépassait les bornes.
Où en est actuellement ce
dossier? Des discussions sont-
elles en cours? Le gouvernement
tiendra-t-il ses engagements? Ce
dossier est symbolique: n'oublions
pas que c'est grâce à lui que
l'équipe actuelle est en place. Le
ministre a donc l'obligation morale
de répondre positivement à ma
demande.
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
plenaire vergadering, in antwoord op een vraag van Paul Tant,
gezegd dat voor haar het dossier niet was gesloten. U hebt dat
dossier in de plenaire vergadering van 12 december wel als gesloten
verklaard. Is het dossier nog altijd open? Overweegt u maatregelen te
nemen? Ik meen te weten dat een aantal initiatieven is genomen. Wat
is de stand van zaken op dit moment? Zal al dan niet naar
aanleiding van de begrotingscontrole of ten aanzien van de tegoeden
die bij het BIRB voorhanden zijn in betalingen worden voorzien die
beantwoorden aan de toezeggingen van 1999? Ik ga niet overdrijven,
maar een bevestigend antwoord daarop zou het inlossen van een
ereschuld zijn. Daarnaast zou het een klein beetje recht doen aan die
mensen en het zou het gewetensprobleem van deze regering,
waarvan normaalgezien sprake zou moeten zijn, ten dele kunnen
oplossen. Het zal niemand zijn ontgaan dat deze regering wat twee
van haar politieke componenten betreft aan de macht is gekomen
op de kap van het economisch welzijn en de toekomst van de
getroffen sector. Het minste dat men kan doen is de dure beloften, die
men in de crisisperiode heeft gedaan, gestand te doen. Wij weten dat
sommige leden van deze regering het bijzonder moeilijk hebben om
beloften waar te maken, maar misschien kan de vice-premier het
goede voorbeeld geven.
De voorzitter: Mijnheer Willems, u hebt uw toegevoegde vraag om 17.40 uur ingediend. Normaal moeten
de vragen de dag voordien voor 11.00 uur worden ingediend. Wij worden met vele vragen geconfronteerd.
Ik wil dit niet als een precedent beschouwen omdat wij in veel commissies eigenlijk te veel vragen krijgen.
Dat geldt niet specifiek voor de commissie voor de Financiën.
03.02 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, met alle respect
voor collega Willems, maar zijn vraag is heel beknopt. Het gaat om
anderhalve regel getypte woorden. Dit is wel een precedent. Of u dit al
of niet als een precedent beschouwt, maakt niet uit. Het zal een
precedent zijn. Ik heb de kamervoorzitter daarover gesproken. Hij
heeft de stelling van het Reglement geponeerd dat voor 11.00 uur de
dag voordien de vragen moeten zijn ingediend. Ik spreek geen
waardeoordeel uit over de inzet van de heer Willems, maar dit is wel
een precedent. Als het haar uitkomt zal onze fractie zich desnoods
buiten de termijn aansluiten bij vragen die andere fracties binnen de
termijn hebben ingediend.
De voorzitter: De diensten zijn geraadpleegd. Men heeft die vraag toegestaan. Ik zeg hier uitdrukkelijk dat
ik het niet als een precedent wil beschouwen. Wij zullen dat op andere plaatsen verder bekijken.
Ondertussen zal ik gedogen dat de heer Willems zijn aanvullende vraag stelt.
03.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zal de vraag
stellen en zal toch ook op de procedure ingaan. Op 29 januari heb ik
een gelijkaardige vraag gesteld. Gisterennamiddag verneem ik dat de
heer Leterme een vraag heeft ingediend. Deze vraag was niet
geagendeerd in de gele agenda. Volgens mij zou die vraag vorige
week al aan bod gekomen zijn.
(Onderbreking door de minister.)
Mag ik in alle rust zeggen wat ik vind dat gezegd moet worden.
De voorzitter: Ja. U hebt het woord.
03.04 Ferdy Willems (VU&ID): Het cynisme en de stekeligheid van
sommige mensen is niet mijn stijl.
03.04 Ferdy Willems (VU&ID): Je
suis déjà intervenu à 17 reprises
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, met mijn vraag van 29
januari 2002 was het de 17
e
keer dat ik over dit onderwerp vragen
stelde. Vandaag wordt dit de 18
e
keer. Bij het lezen van de vragen van
de heer Leterme dacht ik dat er nieuwe elementen waren. Ik heb
daarvan niets gehoord.
Mijn bekommernis was, is en zal tot het dossier een einde krijgt
dezelfde blijven. Recht moet geschieden. Deze mensen werd onrecht
aangedaan. Er werd hen wat beloofd. Zij hebben dat geld niet
gekregen. In vele gevallen is dat voor die landbouwersgezinnen een
drama.
Mijnheer de minister, als u het mij toestaat neem ik uw antwoord van
29 januari erbij. U stelde uitdrukkelijk dat er geld beschikbaar was. U
hebt dat herhaaldelijk bevestigd. Dat was niet moeilijk. Men had
immers een veel groter bedrag van 9,4 miljard frank uitgetrokken.
Men had zoveel niet nodig. Hier gaat het over een schamele 105
miljoen frank. Met een beetje politieke wil is het mogelijk dit bedrag uit
te keren. In verhouding met de 9,4 miljard frank is 105 miljoen slechts
peanuts. Ik breek een lans opdat recht zou geschieden aan mensen
die echt onrecht werd aangedaan.
In uw antwoord stelde u ook dat de regering niet verantwoordelijk was
voor de vervuiling in de voedselketen. Dat is correct. De landbouwers
die getroffen zijn, zijn echter evenmin verantwoordelijk.
(Onderbreking door de minister.)
Laten we hoffelijk blijven. Ik probeer dat ook te zijn. Ik pik in op uw
bemerking. Inderdaad, als onrecht zich voordoet, is de gemeenschap,
mijns inziens, de best geplaatste om daaraan te verhelpen.
Mijnheer de minister, het stoort me bijzonder dat u herhaaldelijk stelt
dat de regering geen beloftes heeft gedaan. Ik heb mijn streekgenoot
en uw partijgenoot, de heer Willockx de volgende dag uitdrukkelijk
gevraagd wat daar van aan is. Hij zegt met klem dat ik uw uitspraak
radicaal mag tegenspreken. De beloften werden gedaan ten huize van
de eerste minister op de gebruikelijke
maandagvoormiddagvergaderingen in zijn residentie. Dat heeft de
heer Willockx mij als oog -en oorgetuige uitdrukkelijk bevestigd. Op
29 januari heb ik u reeds gezegd moeite te hebben met uw optreden.
Waarom? Destijds, voor de camera's, op een ogenblik dat de
sensatie alom aanwezig was, waren alle kopstukken van dit land, oud-
premier Dehaene, de huidige eerste minister en andere ministers er
als de kippen toepasselijk bij om luid te verkondigen dat recht
moest geschieden. Vandaag, een ogenblik dat het slechts over enkele
tientallen mensen gaat en de actualiteit van het dossier niet meer
dezelfde is als in 1999, verschuilt men zich achter een procedure. U
hebt gelijk. Er zal wellicht geen formele regeringsbeslissing terzake
bestaan. Er werd wel een de facto belofte gedaan aan die mensen
eerst ten huize van de eerste minister, in aanwezigheid van de heer
Willockx die op dat ogenblik met het dossier belast was en later in het
openbaar door allerlei grote prominenten.
Als bewijs dat ik handel te goeder trouw voeg ik eraan toe dat ik deze
morgen contact heb opgenomen met de Boerenbond. Mijn bron had
me immers gemeld dat de Boerenbond een nieuw voorstel zou
dans le cadre de ce dossier. Mon
plus grand souci est que justice
soit faite et que les engagements
pris soient respectés.
En janvier, le ministre a confirmé
que les moyens financiers étaient
suffisants et a souligné la non-
responsabilité du gouvernement
dans la contamination de la chaîne
alimentaire. Il a par ailleurs déclaré
à plusieurs reprises que le
gouvernement n'avait jamais rien
promis. Le commissaire du
gouvernement de l'époque, M.
Willockx, conteste cela
formellement. Des accords ont été
conclus à ce sujet au domicile du
premier ministre. Lors de la crise,
tous les dirigeants politiques ont
déclaré devant les caméras que
justice devait être rendue. A
présent, ces personnes se
réfugient derrière la procédure. Il
me revient que le Boerenbond a
l'intention de formuler une
proposition afin que justice soit
faite pour les familles non encore
indemnisées. Je souhaiterais que
le gouvernement prenne une
décision politique en cette matière.
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
hebben gedaan. Ik heb de verantwoordelijke van de Boerenbond niet
zelf aan de lijn gehad, altijd in de veronderstelling dat mijn vraag pas
volgende week aan bod zou komen.
Men stelt dat er van de Boerenbond een nieuw voorstel zou uitgaan
om voor dit voor enkele tientallen mensen pijnlijke dossier een
oplossing te vinden. Ik wil u nogmaals met de meeste aandrang in
naam van het recht van kleine mensen willen vragen dat u de facto
vanuit uw politieke wil een beslissing zou nemen om te doen wat in de
ogen van die mensen billijk en rechtvaardig is als er geen formele
beslissing is. Dat wil ik u met de meeste aandrang vragen.
03.05 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, eerst
wil ik ingaan op het gegeven dat dit niet de schuld is van de
landbouwers en dat zij er niet moeten voor opdraaien. Ik heb erop
gereageerd omdat ik dit een korte redenering vind. Het is niet de
schuld van de gewone consument dat dit gebeurd is maar hij zal het
wel betalen via de belastingen. Dat is net zo onrechtvaardig. We
kunnen daar heel lang over discussiëren. De evidentie is echter dat
degene die de fout veroorzaakt heeft moet betalen. Dat is het normale
systeem. Nu is het zo dat de schade die aangericht is betaald wordt
door de belastingbetaler die daar ook geen schuld aan heeft. Met
dezelfde stelligheid als die waarmee u zegt dat de landbouwer dit niet
moet betalen kan ik zeggen dat de belastingbetaler dit ook niet moet
betalen. Als we bij die stelling van grote principes blijven, gebeurt er
niets. Ik verzet mij tegen de manier waarop dit gesteld wordt. Men
probeert een politiek van billijkheid te voeren zonder precedenten
maar het gaat hier niet om recht hebben op iets of wat dan ook. Het
recht van de ene vormt immers de plicht voor iedereen om mee op te
draaien voor anderen. Daar gaat het om. Ik blijf mij daartegen
verzetten. Dat is ook een argument waarmee men rekening moet
houden.
Ten tweede, toenmalig eerste minister Dehaene aan wiens
beslissingen ik mij steeds heb gehouden heeft bij het goedkeuren
van de beslissing duidelijk gezegd dat er één sector was die 100%
had. Als ik mij niet vergis, ging het daarbij om de fokzeugen. Al de
rest zou 80% en niet meer krijgen. Dat heeft eerste minister Dehaene
toen in alle duidelijkheid aan iedereen gezegd. Hij heeft steeds
gezegd "geen precedent van 100%". Hij was niet zo dwaas om dat zo
te stellen. Nadien hebben een aantal regeringsleden dat echter wel
gezegd. Bij beide gelegenheden waarbij dit door de regering werd
besproken is het niet aanvaard. Er is dus geen belofte van de
regering geweest. Als het feit dat men iets zegt ten huize van iemand
een regeringsbelofte vormt, dan zullen we natuurlijk een nieuwe
definitie van een regeringsbelofte moeten uitvinden die ik niet deel. Er
is dus geen belofte van de regering. De eerste minister van de vorige
regering heeft gezegd dat het niet kan. Sindsdien heeft men
geprobeerd dat te veranderen en ik respecteer die pogingen. Dit is
echter tot op heden niet aanvaard door de regering.
Het is juist dat er een probleem is en dat die mensen veel schade
hebben geleden. Ik heb steeds gezegd dat dit voor mij geen
budgettaire discussie was. Het was een discussie over principes. Een
vergoeding van 100% als dusdanig kon ik niet aanvaarden. Intussen
waren er in gemeenschappelijk overleg met mijn collega mevrouw
Neyts had dat gevraagd nieuwe berekeningen gemaakt van de
kostprijs. De berekening van de kostprijs die men op het moment van
03.05 Johan Vande Lanotte,
ministre: Pour M. Willems, les
agriculteurs ne sont pas
responsables du dommage subi et
ne doivent donc pas payer. Mais
les consommateurs ne sont pas
davantage à l'origine du
dommage. Or, ils vont devoir en
assumer les conséquences
financières par le biais des impôts.
Cet élément n'est pas
suffisamment pris en compte.
Lorsque les compensations ont
été adoptées, le premier ministre
de l'époque, M. Dehaene, avait
indiqué que seul le secteur des
truies d'élevage pourrait bénéficier
d'une compensation à 100% mais
cela ne constitue pas un
précédent dans la mesure où tous
les autres secteurs ont été
indemnisés à hauteur de 80%. A
plusieurs reprises depuis, on a
préconisé la généralisation de la
compensation à 100% mais cette
demande est restée lettre morte.
Le gouvernement ne prendra
jamais formellement une telle
décision.
Je n'ignore nullement qu'un
problème se pose mais, pour ma
part, il s'agit d'une question de
principe et non pas de budget.
Depuis les premières discussions
sur les compensations, le coût, sur
la base duquel sont calculées les
compensations, a évolué. J'ai
demandé à la ministre Neyts de le
faire recalculer. Il s'est avéré qu'il
a augmenté.
Le revenu du travail n'a pas été
pris en compte pour les porcs à
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
de crisis heeft opgeteld werd zeer vlug gemaakt. Ik meen dat het
daarbij om de fameuze dertig frank ging. Mevrouw Neyts heeft het
CLE gevraagd de kostprijs opnieuw te actualiseren. Dat is intussen
gebeurd en zij heeft mij meegedeeld dat de kostprijsberekening leidt
tot een beduidend hogere prijs dan degene die oorspronkelijk was
voorzien. Er was een discussie over het niet meetellen van het
arbeidsinkomen. Het is een moeilijke vraag om te beslissen of men
vergoed moet worden voor het arbeidsinkomen dat men erin gestopt
heeft, wetend dat het meestal particuliere of kleine bedrijven zijn en
dat het arbeidsinkomen dat men erin stopt een deels fictieve
berekening is. Er werd in elk geval vooropgesteld het arbeidsinkomen
niet mee te rekenen voor de vleesvarkens omdat het om een zeer
fictief iets ging. Het zou wel worden meegeteld voor de biggen en de
opfokvarkens.
Op basis van de nieuwe berekening moet dan 80% worden
toegepast. Ik ben het ermee eens om die 80% toe te passen op deze
nieuwe, door het Centrum voor Landbouweconomie vooropgestelde,
gegevens. Normaal gezien zal dit leiden tot een extra-uitgave van
1.237.000 euro, wat neerkomt op ongeveer 50 miljoen Belgische
frank.
Deze berekening heeft de volgende voordelen. Ten eerste, het is een
kostprijsberekening die niet door mij of mevrouw Neyts werd
uitgevoerd maar door het Centrum voor Landbouweconomie. Ten
tweede, de 80%-regel, die geldt als algemeen principe, wordt hier niet
willekeurig overtreden. Als wij een bepaalde beslissing nemen, kan dit
een precedent vormen voor de toekomst. Ik wens het principe te
hanteren van 80% op de geactualiseerde kostprijs. Dit zal een extra-
uitgave betekenen van ongeveer 50 miljoen Belgische frank. Dit is
evenwel een objectieve basis waardoor precedenten op een correcte
manier worden gevolgd. Volgens mij voldoet deze regeling aan de
definitie van een "billijke vergoeding". Ik weet ook dat daarmee
uiteraard niet alle problemen zijn opgelost.
Op deze manier volgen we een objectieve procedure zonder
toevoeging van een aantal willekeurige elementen. Ik kan het met een
dergelijke gang van zaken eens zijn zodat deze regeling heel vlug kan
worden goedgekeurd. Omdat wij ons houden aan de
principebeslissing van 80% van de opnieuw geactualiseerde kostprijs
is daarvoor geen beraadslaging in de Ministerraad nodig.
Naar mijn oordeel is daarmee dit dossier afgehandeld op een ernstige
en objectieve manier. Ik ben dan ook van mening dat dit dossier nu
definitief is gesloten.
viande mais bien pour les
porcelets et les porcs
reproducteurs. Ces nouvelles
données portent les
indemnisations à 80 pour cent,
entraînant un surcoût de 50
millions de francs.
Il est positif que le calcul ait été
effectué par le Centre d'économie
agricole et que nous en restions à
un remboursement de 80 pour
cent. Pour moi, il s'agit d'une
indemnisation équitable, basée sur
une procédure objective. Une
nouvelle concertation en Conseil
des ministres ne sera pas
nécessaire puisque les
remboursements ne dépassent
pas les 80 pour cent.
03.06 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij zijn blij dat
de aanhoudende druk, die op de regering is uitgeoefend, resultaten
heeft opgeleverd. De minister van Begroting, die niet van de
gemakkelijkste is, heeft stilaan de bocht genomen. In tegenstelling tot
wat hij op 12 december zei, erkent hij nu dat er toch nog een schuld
was. Dat hij daarvoor de oefening van het CLE en een herberekening
op basis van een andere referteprijs nodig heeft, zullen we maar op
de koop toe nemen. Het bedrag van 50 miljoen Belgische frank lijkt
mij ook minder te zijn dan wat de Belgische Staat, op grond van
uitdrukkelijke toezeggingen van toenmalig landbouwminister Gabriels,
de eerste minister en de regeringscommissaris, had moeten
uitbetalen.
03.06 Yves Leterme (CD&V): Il
est heureux que la pression
continue exercée sur le
gouvernement donne, enfin, des
résultats. Acceptons le nouveau
calcul, même si le montant est
légèrement inférieur à ce qui avait
été promis. Si les citoyens ne
peuvent plus croire leur premier
ministre, on fait le lit de
l'antipolitique. Je prends acte de
l'engagement pris par le ministre
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Als men als burger van dit land niet meer mag geloven in het
waarheidsgehalte van de woorden van een eerste minister, de
minister van Landbouw en de regeringscommissaris en men
bovendien nadien wordt platgeslagen met het argument dat er geen
formele beslissing werd genomen door de Ministerraad, dan meen ik
dat u het bedje van de antipolitiek spreidt. In elk geval meen ik dat u
zonder probleem in de spiegel kunt kijken wat niet voor iedereen het
geval is.
Ik neem akte van de bereidheid van de minister om 50 miljoen
Belgische frank extra vrij te maken voor een aanvullende vergoeding,
aanvullend boven de 80%. Het is jammer dat dit moet gebeuren na
zoveel discussies en druk. Het is een stap vooruit ten aanzien van de
huidige situatie alhoewel het niet is wat vanuit een zekere zin voor
fairplay ten opzichte van gemaakte beloften had moeten gebeuren.
Ik ben er zeker van dat wat hier werd gezegd ook in de realiteit zal
worden bewaarheid. Wij hebben al geleerd dat men binnen deze
regering niet altijd kan rekenen op de woorden van sommige
ministers. Mijnheer de minister van Begroting, net als uw buurman
behoort u tot degenen waarvan het woord wel gewicht heeft. Jammer
genoeg geldt dit niet voor iedereen.
de consacrer cinquante millions à
une indemnisation
complémentaire. La parole de ce
ministre a du poids.
03.07 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, 50 miljoen is
beter dan niks. Maar ik wil natuurlijk nog even antwoorden op de
minister. Hij zegt dat de belastingbetaler er evenmin moet voor
opdraaien. Formeel kan dat juist zijn maar in de feiten is dat
onrechtvaardig. Waarom? Die 105 miljoen, betaald door de
gemeenschap, kost de individuele burger eigenlijk zeer weinig. Maar
voor de families, wier bedrijf bedreigd is of daardoor zelfs failliet
gegaan zijn, is het een heel andere zaak.
Ik val terug op het principe van solidariteit dat ik u, als socialist, niet
hoef uit te leggen, een principe dat ook wordt toegepast bij een ramp,
èn dit was voor die mensen een ramp. Daarvoor dient de solidariteit
van de gemeenschap.
03.07 Ferdy Willems (VU&ID):
D'un point de vue formel, il est
sans doute exact que le
contribuable ne devrait pas payer
de sa poche. Partagée entre tous
les individus, cette somme est
toutefois dérisoire alors que les
conséquences pour les familles
concernées sont dramatiques.
Nous parlons ici de solidarité, celle
qui joue aussi lors de
catastrophes.
03.08 Minister Johan Vande Lanotte: Er is geen enkele wetgeving
die in geval van natuurrampen een vergoeding van 100 procent voor
de opgelopen schade aan de slachtoffers uitkeert. Zelfs als iemand
de ergste natuurramp overkomt, zal de wetgever hem of haar nooit
volledig vergoeden. In die gevallen aanvaarden we het principe wel.
Als u de vergelijking wil maken, mijnheer Willems, doe het dan goed.
We zijn wel solidair, maar niet volledig.
03.08 Johan Vande Lanotte,
ministre: Dans ces cas-là, on
n'indemnise jamais à 100 %.
03.09 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de minister, uw
argumentatie kan opgaan, maar ze gaat niet op wanneer u formele
toezeggingen hebt gedaan. Ik citeer hier heel even Freddy Willockx
die medio januari voor de VRT zei: "Die solidariteit heeft een tijd op
zich laten wachten en in de regering was altijd gezegd:'Laat ons eerst
zien, als die solidariteit er is, dan gaan we die 105 miljoen vrijmaken'.
Maar ondertussen is die solidariteit er gekomen, is de minister van
Landbouw vervangen en is ook de regeringscommissaris er niet
meer. Ik heb een beetje het gevoel dat men in de regering eigenlijk de
context van dit verhaal vergeten is. De politieke druk is verminderd,
want de dioxinecrisis staat immers niet meer op de agenda". Hij kon
overigens niet weten dat het probleem zou terugkeren Ik ga verder:
03.09 Ferdy Willems (VU&ID): Le
commissaire du gouvernement en
fonction à l'époque a indiqué que
le gouvernement avait fait
certaines promesses et qu'il devait
les tenir.
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
"Ik vind dit gewoon ook niet billijk. Ik hoop, ik ben daar ook vast van
overtuigd, dat de regering binnen korte termijn deze onbillijkheid zal
rechtzetten. Wie beslist dan over die laatste 105 miljoen? De eerste
minister, met mijn groeten, want de eerste minister heeft het beloofd.
We blijven dus wachten op de beslissing van de Ministerraad".
Ik blijf er dus ook op wachten, tot u datgene wat hij beloofd heeft,
onverkort en goed realiseert.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de M. Philippe Collard au ministre des Finances sur "la taxation des contrats conclus
dans le cadre des avantages sociaux accordés par l'INAMI à certains pharmaciens" (n° 6605)
04 Vraag van de heer Philippe Collard aan de minister van Financiën over "de belasting op de
contracten die worden afgesloten in het kader van de sociale voordelen die het RIZIV aan bepaalde
apothekers toekent" (nr. 6605)
04.01 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Monsieur le président,
monsieur le ministre, la plupart des pharmaciens bénéficient
d'avantages sociaux accordés par l'INAMI qui, par le biais d'une
commission d'assurance ou de l'association des pharmaciens belges,
sont convertis en assurance-vie en vue de constituer un capital
retraite à l'échéance du contrat ou un capital décès. La prime annuelle
de ces contrats est imputée au budget des frais d'administration du
service de soins de santé de l'INAMI et est versée directement à la
compagnie sur base d'une déclaration d'activité pour l'exercice auquel
elle se rapporte.
Suite aux nombreuses fusions d'hôpitaux opérées ces dernières
années, les directeurs d'hôpitaux ont forcé les agents ou, en tout cas,
les ont vivement incités, ayant atteint l'âge de 52 ans, à prendre leur
prépension pour éviter le préavis. Ne répondant plus à la condition
d'activité précitée puisque prépensionnés, certains pharmaciens ont
demandé à mettre ces contrats en réduction jusqu'à leur terme. La
compagnie a informé lesdits pharmaciens que le capital réduit sera
soumis en temps voulu aux taxations suivantes: 3,5% de retenue
INAMI et 2% de cotisation de solidarité sur la totalité, participation
comprise, 16,5% + 3% d'impôt de crise, soit au total 17%, sur le solde
du capital principal à liquider.
Il semble qu'il existe plusieurs interprétations quant au taux de
taxation appliqué sur ces contrats. En effet, d'autres compagnies
d'assurance scindent le capital réduit comme suit: la réserve
constituée avant 1993 est taxée sur base de 17%; celle constituée
après 1993 est taxée sur base de 10,3% en fonction de la loi du 28
décembre 1992. En décembre 1999, l'association des pharmaciens
belges publiait que les contrats conclus dans le cadre du statut social
instauré par l'INAMI étaient taxés d'un impôt final de 10%.
M. le ministre, peut-il me préciser, compte tenu du fait que les primes
n'ont pas été déduites fiscalement, si le capital versé sera taxé? Dans
l'affirmative, a quel taux l'administration fiscale doit-elle imposer ledit
capital? En d'autres termes, existerait-il différents régimes en matière
d'imposition sur les contrats INAMI suivant que les pharmaciens se
sont adressés à telle ou telle compagnie d'assurance ou à l'APB pour
gérer leur statut social INAMI? Dans ce cas, monsieur le ministre
peut-il me fournir le détail du taux à appliquer?
04.01 Philippe Collard (PRL FDF
MCC): De meeste apothekers
genieten door het RIZIV verleende
sociale voordelen die in een
levensverzekering worden
omgezet.
Omdat ziekenhuisdirecteurs de
personeelsleden van 52 jaar
verzocht hebben met
brugpensioen te gaan, hebben een
aantal betrokken apothekers
gevraagd de
levensverzekeringscontracten te
beperken.
Er werd hen geantwoord dat het
verminderde kapitaal te gepaste
tijde zal worden belast en de
onderscheiden
verzekeringsmaatschappijen
terzake een verschillend tarief
aanrekenen.
De premies werden niet fiscaal
afgetrokken. Zal het kapitaal
bijgevolg worden belast? Zo ja,
tegen welk tarief? Kunt u in dat
verband een gedetailleerd
overzicht verstrekken?
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, les questions
de M. Collard portent sur le traitement fiscal des capitaux de contrats
d'assurance-vie, liquidés à leur échéance à des pharmaciens
prépensionnés et conclus dans le cadre de l'arrêté royal du 18 mars
1971, instaurant un régime d'avantages sociaux pour certains
pharmaciens. Je communiquerai à M. Collard la situation fiscale selon
les types de cas. Pour ce qui concerne les retenues à caractère social
qui devront éventuellement être opérées lors de la liquidation des
capitaux, la question doit être adressée à mon collègue des Affaires
sociales et des Pensions. Il y a un certain nombre de confusions entre
les terminologies mais quand on parle de cotisation de solidarité, il ne
s'agit pas d'un impôt mais d'un prélèvement à caractère social. Sans
doute, certaines distinctions doivent-elles être précisées.
Sur le plan fiscal, il y a deux grandes catégories de contrats: les
contrats souscrits auprès d'une caisse de pension agréée par le Roi
ou les contrats souscrits auprès d'une autre entreprise d'assurance. Il
est donc exact que la situation peut être différente. Pour une caisse
de pension agréée par le Roi, les capitaux n'interviennent, pour la
détermination de la base imposable des bénéficiaires, qu'à
concurrence d'une rente fictive de conversion pendant dix ou treize
ans. Cette rente est soumise pour la seule année de la liquidation du
capital au précompte professionnel, actuellement au taux de 11,11%.
Pour les contrats souscrits auprès d'une autre entreprise d'assurance,
le régime fiscal des capitaux doit être déterminé eu égard à la
qualification fiscale donnée aux cotisations prises en charge par
l'INAMI, et le cas échéant, par le pharmacien.
Dans ce cas, il y a deux hypothèses.
Les cotisations et primes versées avant le 24 décembre 1996, prises
en charge tant par l'INAMI que par le pharmacien, sont considérées
comme des cotisations sociales déductibles, étant entendu que les
cotisations prises en charge par l'INAMI constituent des avantages de
toute nature, imposables. Toutefois pour des raisons pragmatiques,
l'administration a marqué son accord pour que ces avantages ne
soient pas ajoutés aux revenus du bénéficiaire et, en corollaire, que
les cotisations correspondantes ne soient pas déduites à titre de frais
professionnels. La quotité du capital constitué à l'aide de telles
cotisations est imposable à titre de pension. Elle est susceptible d'être
imposée distinctement au taux de 16,5% et soumise, lors de la
liquidation, au précompte professionnel, actuellement au taux de
16,67%.
Cela vaut pour les cotisations et primes versées avant le 24
décembre 1996. Pour les cotisations et primes versées après cette
date, elles constituent des primes d'assurance vie individuelles
susceptibles de donner droit à une réduction d'impôt, étant entendu
que les cotisations prises en charge par l'INAMI constituent des
avantages de toute nature, imposables dans le chef du pharmacien.
La quotité du capital constitué à l'aide de ces cotisations est
imposable à titre de capital d'assurance vie. Elle est susceptible d'être
imposée distinctement au taux de 10% et est soumise, lors de sa
liquidation, au précompte professionnel, actuellement au taux de
10,10%.
04.02 Minister Didier Reynders:
De contracten die worden
afgesloten bij een door de Koning
erkende pensioenkas worden
gedurende tien of dertien jaar
belast op grond van een fictieve
conversierente die met de
bedrijfsvoorheffing overeenstemt,
en dus momenteel 11,11%
bedraagt.
Voor de contracten die bij een
verzekeringsmaatschappij worden
afgesloten, is het fiscaal stelsel
afhankelijk van de omschrijving
van de bijdragen.
De bijdragen en premies die vóór
24 december 1996 zijn gestort,
worden als aftrekbare sociale
bijdragen beschouwd. Het RIZIV
heeft ermee ingestemd deze
voordelen niet bij het inkomen van
de gerechtigde op te tellen. Het
aldus samengestelde kapitaal
wordt als een pensioen belast. Het
kan afzonderlijk worden belast
tegen het tarief van 16,5 % en bij
de uitbetaling worden
onderworpen aan de
bedrijfsvoorheffing, die momenteel
16,67% bedraagt.
De na 24 december 1996 gestorte
bijdragen worden beschouwd als
premies voor een individuele
levensverzekering, die recht
kunnen geven op een
belastingvermindering. Het aldus
samengestelde kapitaal wordt als
het kapitaal van een
levensverzekering belast.
Het kan afzonderlijk worden belast
tegen het tarief van 10% en is bij
uitbetaling onderworpen aan de
bedrijfsvoorheffing, die momenteel
10,10% bedraagt. Het kapitaal zal
worden vrijgesteld wanneer de
belastingvermindering niet werd
toegestaan of wanneer het aan de
belasting op het
langetermijnsparen werd
onderworpen.
De inhoudingen van sociale aard
ressorteren onder de minister van
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Toutefois, cette quotité du capital est exonérée dans l'éventualité où
la réduction d'impôt précitée n'a jamais été accordée et dans
l'éventualité et la mesure où elle a été soumise à la taxe sur l'épargne
à long terme. Cela vaut pour le traitement fiscal selon les deux types
d'organisme auxquels on s'adresse et, dans le deuxième cas, selon la
date de versement des cotisations et primes. Bien entendu, il peut y
avoir des retenues à caractère social qui seront opérées lors de la
liquidation de tels capitaux et, pour cela, je répète qu'il faudrait
interroger mon collègue en charge des affaires sociales.
Je tiens à votre disposition une copie de cette réponse.
Sociale Zaken.
04.03 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je
remercie le ministre pour cette réponse particulièrement exhaustive.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Philippe Collard au ministre des Finances sur "la taxation du matériel d'imprimerie
et informatique au précompte immobilier" (n° 6656)
05 Vraag van de heer Philippe Collard aan de minister van Financiën over "de onroerende voorheffing
op drukkerij en informaticamateriaal" (nr. 6656)
05.01 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Monsieur le ministre,
comme vous le savez, les investissements en matériel et en outillage
utilisés dans les imprimeries sont considérés comme un élément de
valorisation d'un immeuble; un précompte immobilier y est donc lié. Il
n'est pas tenu compte de la dépréciation annuelle de ce matériel qui
peut être très conséquente dans le cas de matériel informatique.
Ma question est la suivante: est-il normal que la base de cette
taxation reprenne la valeur d'achat à neuf augmentée d'un coefficient
d'indexation identique aux immeubles?
D'autre part, je voudrais traduire ici l'impression du secteur de
l'imprimerie qui juge cette taxation tout à fait discriminatoire
puisqu'elle ne s'applique pas à tous les secteurs d'activité comme les
photographes, les architectes et les dentistes. Monsieur le ministre,
pouvez-vous nous donner votre avis quant à cette situation?
05.01 Philippe Collard (PRL FDF
MCC): Investeringen in materieel
en outillage in drukkerijen worden
beschouwd als een element voor
de opwaardering van een gebouw.
Om die reden is een onroerende
voorheffing verschuldigd.
Er wordt dus geen rekening
gehouden met de jaarlijkse
waardevermindering van dat
materieel die, in het geval van
computerapparatuur, zeer
aanzienlijk kan zijn.
Is het normaal dat in de grondslag
van die belasting de nieuwwaarde
is vervat, verhoogd met een
indexeringscoëfficiënt die identiek
is aan die van de gebouwen?
Die belasting wordt bovendien
door de drukkerijen als
discriminerend ervaren aangezien
zij niet voor alle bedrijfstakken van
toepassing is. Kan u terzake enige
opheldering verschaffen?
05.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais
préciser tout de suite à M. Collard que le revenu cadastral non indexé
du matériel et de l'outillage tient compte de la dépréciation à laquelle il
a fait allusion.
Le législateur, dans sa grande sagesse, a pris comme base de
l'imposition au précompte immobilier du matériel et de l'outillage,
pendant toute la durée de leur utilisation, la valeur d'usage présumée
égale à 30% de la valeur d'investissement ou de revient à l'état neuf,
05.02 Minister Didier Reynders:
Ik wil in de eerste plaats
preciseren dat het niet-
geïndexeerd kadastraal inkomen
van materieel en outillage rekening
houdt met de waardevermindering
waarnaar u hebt verwezen. De
wetgever heeft als grondslag voor
de onroerende voorheffing op
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
éventuellement augmentée du coût des transformations successives
(article 483 du Code des impôts sur les revenus '92).
Ce pourcentage a été établi avec modération pour tenir compte de la
dépréciation rapide que subit ce genre de biens par suite de l'emploi
particulier qui en est fait. Le revenu cadastral du matériel et de
l'outillage est ensuite calculé en appliquant à leur valeur d'usage le
taux de 5,3%.
En définitive, le revenu cadastral du matériel et de l'outillage ne
représente que 1,59% de la valeur d'investissement ou de revient à
l'état neuf. Il faut donc relativiser les aspects de dépréciation.
Au sujet d'une éventuelle discrimination par rapport à d'autres
secteurs d'activité, il y a lieu de se référer à la définition même du
matériel et de l'outillage telle que prescrite à l'article 471, §3 du même
CIR 92 qui stipule que par matériel et outillage on entend, à
l'exclusion des locaux, abris et des accessoires indispensables à ces
derniers, tous appareils, machines et autres installations utiles à une
exploitation industrielle, commerciale ou artisanale. L'ensemble des
activités déployées par des titulaires de profession libérale ne
constitue dès lors pas de telles entreprises.
En ce qui concerne la problématique de l'indexation du revenu
cadastral du matériel et de l'outillage, il y a lieu d'observer que mon
prédécesseur a soumis, en son temps, la suppression de cette
indexation pour accord aux ministres du Budget et des Finances des
trois régions et que s'ils y étaient tous les trois favorables, il existait
cependant des divergences entre eux quant au contenu de la mesure
à prendre.
Dans la mesure où l'indexation des revenus cadastraux ne concerne
pas l'allivrement cadastral les revenus cadastraux figurant à la
matrice cadastrale ne sont pas des revenus cadastraux adaptés à
l'indice des prix à la consommation mais bien notamment
l'enrôlement au précompte immobilier, je vous rappelle que lesdites
régions ont, à l'heure actuelle, à l'exception du revenu cadastral
fédéral, une compétence exclusive en matière de modification de la
base d'imposition du précompte immobilier. La Région flamande a
d'ailleurs pris par son décret du 19 décembre 1997 les mesures qui
s'imposent en matière de désindexation des revenus cadastraux dont
il s'agit.
En conclusion, une dépréciation est prise en compte. De plus, il existe
effectivement une exclusion des professions libérales en fonction du
Code lui-même et de sa définition. Enfin, le souci légitime de
suppression de l'indexation devrait être adressé à présent aux
autorités régionales.
Je mets le texte de ma réponse à votre disposition, monsieur Collard.
materieel en outillage gedurende
hun hele gebruiksperiode de
gebruikswaarde genomen die
verondersteld wordt gelijk te zijn
aan 30% van de aanschaffings- of
beleggingswaarde als nieuw,
eventueel vermeerderd met de
kosten van de opeenvolgende
veranderingen. Dat percentage
houdt rekening met de snelle
waardevermindering van dat soort
goederen. Het kadastraal inkomen
wordt vervolgens berekend door
op de gebruikswaarde een tarief
van 5,3% toe te passen. In totaal
vertegenwoordigt dat kadastraal
inkomen slechts 1,59% van de
aanschaffings- of
beleggingswaarde als nieuw.
Wat een eventuele discriminatie
ten opzichte van andere
bedrijfssectoren betreft, dient te
worden verwezen naar de definitie
van materieel en outillage, zoals
bepaald bij artikel 471, § 3 van het
WIB `92. De activiteiten van de
beoefenaars van vrije beroepen
vallen niet onder de noemer van
de door dit artikel beoogde
ondernemingen.
Inzake de kwestie van de
indexering van het kadastraal
inkomen van het materieel en de
outillage, heeft mijn voorganger
indertijd aan de ministers van
Financiën van de drie Gewesten
een voorstel tot afschaffing van die
indexering voorgelegd.Zij waren
weliswaar voorstander van een
dergelijke maatregel, maar konden
het niet eens worden over de
precieze invulling ervan.
Aangezien de indexering van de
kadastrale inkomens geen
betrekking heeft op de kadastrale
boeking, de kadastrale inkomens
die in de kadastrale legger
voorkomen worden immers niet
aan het indexcijfer van de
consumptieprijzen aangepast,
maar wél op de vestiging van de
onroerende voorheffing, herinner
ik u eraan dat de drie Gewesten
exclusief bevoegd zijn voor een
wijziging van de heffingsgrondslag
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
van de onroerende voorheffing,
met uitzondering van het federaal
kadastraal inkomen. Het Vlaamse
Gewest heeft in 1997 trouwens de
nodige maatregelen inzake de
"desindexering" van de
desbetreffende kadastrale
inkomens genomen.
05.03 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Monsieur le ministre, je
vous remercie pour vos précisions.
05.03 Philippe Collard (PRL FDF
MCC): Ik dank de minister voor dat
uitgebreid antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de minister van Financiën over "het opleggen van
boetes door de BTW-administratie ingevolge materiële vergissingen bij de omzetting van Belgische
franken in euro's" (nr. 6606)
06 Question de M. Ludo Van Campenhout au ministre des Finances sur "les amendes infligées par
l'administration de la TVA en raison d'erreurs matérielles commises lors de la conversion en euros de
montants en francs belges" (n° 6606)
06.01 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, men heeft mij het geval gesignaleerd van een
BTW-belastingplichtige die door een materiële vergissing een bedrag
aan BTW van 13.368,49 euro aftrok in plaats van 13.368 Belgische
frank. De controlerende ambtenaar moest op basis van sluitende
bewijsvoering toegeven dat het inderdaad om een vergissing ging, om
een materiële vergissing. Hij achtte het toch noodzakelijk een boete
van 52.000 frank gelukkig geen 52.000 euro op te leggen.
De belastingplichtige heeft aan uw administratie gevraagd of hij een
vrijstelling kon krijgen op basis van artikel 9 van het besluit van de
Regent van 18 maart 1831. Die vraag werd negatief beantwoord.
Vindt u niet dat zo'n optreden van de fiscale administratie ernstige
schade toebrengt aan bonafide ondernemingen, louter als gevolg van
een materiële vergissing? Kunt u geen rondzendbrief sturen die
voorziet in een vrijstelling van boetes in het geval er een sluitend
bewijs is dat de overtreding uitsluitend te wijten is aan een materiële
vergissing?
06.01 Ludo Van Campenhout
(VLD): Il m'est revenu le cas d'un
contribuable qui a déduit
13.368,49 euros de TVA au lieu de
13.368,49 francs. Le contrôleur a
reconnu qu'il s'agissait d'une
erreur matérielle mais a
néanmoins infligé une amende de
52.000 francs à l'intéressé. La
demande d'annulation de
l'amende a été rejetée.
Le ministre conçoit-il qu'en
adoptant une telle attitude,
l'administration fiscale cause un
dommage grave à des entreprises
de bonne foi? Ne conviendrait-il
pas de prendre une circulaire
autorisant l'annulation des
amendes lorsqu'il est établi que le
contribuable a commis une erreur
matérielle?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Van Campenhout,
rekening houdend met de feitelijke omstandigheden, eigen aan elk
specifieke geval zoals bijvoorbeeld de goede trouw en het fiscaal
verleden van de betrokkene kan ik slechts over een dossier
oordelen voor zover ik over alle elementen beschik. Het is echter zeer
moeilijk om een algemeen antwoord te geven op een vraag als de
uwe.
Ik kan u wel zeggen dat het voor een belastingplichtige altijd mogelijk
is om een brief te sturen naar mijn administratie of naar mezelf.
Misschien is het dus mogelijk dat er een beslissing genomen wordt
over de vermindering of de afschaffing van de boete. Wanneer wij
06.02 Didier Reynders, ministre:
Il n'est pas aisé de vous donner
une réponse à caractère général
car il s'agit d'un dossier concret. Il
s'impose notamment de vérifier la
bonne foi et le passé fiscal du
contribuable. Celui-ci peut toujours
adresser un courrier à moi-même
ou à mon administration en vue
d'obtenir une réduction ou une
annulation de l'amende.
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
over alle elementen beschikken, kunnen wij een correct onderzoek
doen, maar het is onmogelijk een algemeen antwoord te geven op
basis van het voorbeeld dat u geeft. Wij moeten eerst meer
inlichtingen hebben over de feitelijke omstandigheden, bijvoorbeeld
inzake de goede trouw van de belastingplichtige en zijn fiscaal
verleden.
U kunt de betrokkene dus misschien het beste zeggen dat hij een
brief naar mijn diensten of naar mezelf kan sturen met de vraag om
een vermindering van of de afschaffing van de boete. Dan kunnen we
nog zien.
06.03 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer de minister, die brief
is al aan uw administratie gestuurd. Die antwoordde dat "er geen
wettelijke of feitelijke rechtvaardigingsgrond is om in toepassing van
artikel 9 van het besluit" de boete kwijt te schelden.
06.03 Ludo Van Campenhout
(VLD): L'administration a répondu
qu'aucun élément légal ou de fait
ne justifiait l'accueil favorable
d'une telle requête.
06.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer Van Campenhout, het is
mogelijk dat de minister van Financiën zelf beslist over de
vermindering van of de afschaffing van een boete. U moet de
belastingplichtige vragen een brief te sturen naar mijn diensten of
naar mezelf. Dat is de beste oplossing.
06.04 Didier Reynders, ministre:
La meilleure solution serait que le
contribuable adresse un courrier à
moi-même ou à mon
administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.05 De voorzitter: De vragen nrs. 6607 en 6649 van de heren Filip
Anthuenis en Josy Arens vervallen.
07 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
schuldsaldoverzekering" (nr. 6652)
07 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de l'Intérieur sur "l'assurance de solde restant dû"
07.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, u hebt onlangs nog een gelijkaardige vraag beantwoord.
Niettemin wil ik de problematiek opnieuw onder uw aandacht brengen
omdat er ondertussen een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg
van Namen is tussengekomen.
U kent de problematiek van de schuldsaldoverzekering. Eerst wordt er
een begunstigde aangeduid. Bij deze kan het gebeuren dat de
afsluiter van de schuldsaldoverzekering vroeger komt te overlijden.
Het kapitaal gaat terug naar de bank ter aflossing van de lening. De
begunstigde bijvoorbeeld de broer of zus is niet erfgerechtigd en
krijgt de woning dus niet, maar wordt ondertussen wel geconfronteerd
met de fiscale aanslag voor het vrijgekomen kapitaal.
Het vonnis van de rechtbank van Namen van 6 februari 2002 zegt dat
de begunstigde die geen effectief of zelfs geen onrechtstreeks
voordeel haalt uit de schuldsaldoverzekering, niet op het uitgekeerde
kapitaal kan worden belast. U hebt bij een vorige gelegenheid gezegd
dat u meende dat een wetswijziging in deze zaak nodig zou zijn. Ik
denk dat het vonnis van de rechtbank van Namen een oplossing kan
zijn en dat een wetswijziging niet nodig hoeft te zijn. Het is natuurlijk
afhankelijk van het standpunt van de administratie tegenover het
vonnis van de rechtbank van eerste aanleg.
07.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Nous ne savons toujours
pas qui, en fin de compte, est
imposé lors du versement du
capital d'une assurance de solde
restant dû. Selon l'administration, il
s'agit de la personne désignée
initialement comme bénéficiaire,
même s'il ou elle n'a rien perçu.
En effet, le bénéficiaire n'est pas
nécessairement l'héritier de
l'habitation pour laquelle l'emprunt
et l'assurance ont été contractés. Il
n'est donc pas impossible que le
bénéficiaire d'une assurance de
solde restant dû ne reçoive rien,
tout en étant imposé sur le capital
versé. Dans de nombreux cas, il
n'y a même pas d'acceptation de
l'assurance de solde restant dû
par le bénéficiaire et celui-ci n'est
même pas au courant du fait qu'il
a été désigné comme tel.
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Wat is het standpunt van uw administratie in verband met de
interpretatie van het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg in
Namen?
Cette commission a déjà examiné
ce problème à plusieurs reprises,
dans l'optique d'une éventuelle
modification légale.
Le tribunal de première instance
de Namur a décrété, dans un
jugement du 6 février 2002, qu'un
bénéficiaire qui ne tire aucun
avantage effectif d'une assurance
de solde restant dû ne peut être
imposé sur le capital versé, même
indirectement.
Etant donné que la justice s'est
prononcée en ce sens, une
modification de loi est-elle encore
bien nécessaire? Le ministère des
Finances accepte-t-il ce jugement
du tribunal?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, het is nog te
vroeg om hierop een concreet antwoord te formuleren. Ik heb in het
antwoord op de vraag van mevrouw Brepoels gezegd dat een
wetswijziging nodig zou kunnen zijn. Mijn administratie heeft echter
nog geen definitief standpunt ingenomen, gelet op het door u
aangehaalde recente vonnis.
Er zijn contacten tussen de AFZ, de Administratie van Fiscale Zaken
en het AOIF, maar de mogelijkheid wordt nog overwogen om voor het
vonnis van de rechtbank in Namen al dan niet beroep aan te tekenen.
Het is dus nog te vroeg om de gevolgen van het vonnis te beoordelen.
De beoordeling op het vlak van een eventuele wetswijziging zal op
een later tijdstip gebeuren, uiteraard wel op korte termijn. Er zijn
bepaalde termijnen waarbinnen men naar het hof van beroep moet
gaan. De volgende weken zal ik terugkomen met een definitief
antwoord betreffende de kwestie.
We zullen onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om tegen het
vonnis van Namen in beroep te gaan en, het allerbelangrijkste, wat de
mogelijkheden zijn om tot een nieuwe wetswijziging over te gaan.
Ik heb een nota van de administratie van 8 maart 2002 waarin men op
dezelfde manier reageert als ik, namelijk dat het nog te vroeg is om te
antwoorden. Er is nog een onderzoek aan de gang waarin de
mogelijkheid wordt onderzocht om in beroep te gaan. Ik heb hierover
nog geen analyse van mijn administratie over deze zaak.
07.02 Didier Reynders, ministre:
J'ai en effet répondu en
commission qu'une modification
légale en la matière pourrait
s'avérer utile. Mon administration
n'a pas encore pu arrêter une
position définitive, étant donné
qu'elle préfère attendre le
jugement définitif. Un recours
contre le jugement est en effet
toujours possible. Lorsque le
jugement sera définitif, nous
pourrons prendre une décision
quant à une éventuelle
modification légale.
07.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mag ik de minister vragen om de
commissie in te lichten over het antwoord van zijn administratie. Het is
toch een interessant gegeven, niet alleen voor dit specifiek geval,
maar ook voor de algemene problematiek.
07.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Le ministre pourra-t-il
communiquer dans les meilleurs
délais à la commission la décision
de l'administration?
07.04 Minister Didier Reynders: Ik zal ervoor zorgen.
07.04 Didier Reynders, ministre:
J'y veillerai.
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "de achterstallen van
voetbalclubs inzake BTW en bedrijfsvoorheffing per 1 maart 2002" (nr. 6654)
08 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "les arriérés de TVA et de
précompte professionnel des clubs de football au 1
er
08.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, op dit thema kom ik ieder jaar terug. Het heeft aan belang
gewonnen door het invoeren van het licentiesysteem bij de Belgische
Voetbalbond. In de pers heeft men het vooral over de RSZ-
achterstallen, terwijl er veel minder over de fiscale achterstallen wordt
gesproken. Ik heb u gevraagd mij op 1 maart 2002 de gegevens te
bezorgen, maar dat doet u natuurlijk op het moment dat u de vraag
moet beantwoorden. Op die datum wordt in het kader van het
licentiesysteem immers een overzicht gemaakt van de overheids- en
andere schulden van de voetbalclubs.
Ten eerste, wat is het totaal van de BTW en de bedrijfsvoorheffing die
de clubs uit de eerste en de tweede afdeling van de voetbalcompetitie
verschuldigd zijn?
Ten tweede, welke achterstallen inzake BTW en bedrijfsvoorheffing
hebben die clubs vandaag?
Ten derde, welk deel van die schulden wordt door de clubs betwist?
Dat is interessant, want de clubs wijzen er graag op dat het niet zo erg
is omdat die schulden worden betwist.
Ten vierde, hoe zit het met het overeengekomen afbetalingsplan? Bij
een vorige gelegenheid hebt u reeds gezegd dat de
afbetalingsplannen met de fiscale administraties worden afgesproken.
Worden die correct nageleefd? Zijn er ondertussen nieuwe ontstaan?
08.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Le système de licences a
été instauré pour résoudre le
problème des dettes des clubs de
football envers l'Etat. Un critère
important est la résorption de
l'arriéré de précompte
professionnel et de TVA.
A combien s'élève au total l'arriéré
fiscal des clubs des première et
deuxième divisions? A combien
s'élevait-il au 1
er
mars 2002? A
combien s'élève-t-il aujourd'hui?
Quelle partie de cet arriéré est-elle
contestée? Où en sont les plans
d'apurement? En a-t-on établi de
nouveaux? Les plans existants
sont-ils respectés?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Vanvelthoven, ik denk dat ik op deze vraag een preciezer antwoord
kan verstrekken.
Er wordt veel gesproken over nieuwe afdelingen, maar de
voetbalclubs uit de huidige eerste en tweede nationale afdeling van de
Koninklijke Belgische Voetbalbond hebben in 2001 25.320.127,41
euro bedrijfsvoorheffing aangegeven en 5.722.936,07 euro aan
verschuldigde BTW in hun periodieke BTW-aangifte opgenomen. Dat
zijn de bedragen van 2001.
Op 1 maart 2002 bleef uit hoofde van deze clubs een ingekohierde
schuld van 4.645.508,08 euro aan directe belasting onbetaald,
waarvan 2.992.156,61 euro aan bedrijfsvoorheffing. In deze bedragen
zijn tevens eventuele kosten en intresten vervat. Inzake BTW blijft
nochtans een geconcretiseerde schuld van 909.942,99 euro
onbetaald door deze clubs, met inbegrip van de boetes, kosten en
intresten. De totale achterstand inzake ingekohierde
bedrijfsvoorheffing en BTW bedroeg op die datum 3.902.099,06 euro.
Ter vergelijking, begin 2001 bedroeg de totale schuld nog
7.449.359,29 euro.
Zowel het licentiesysteem als de stiptere opvolging van de
08.02 Didier Reynders, ministre:
Les clubs de football des première
et deuxième divisions nationales
de la fédération royale belge de
football ont déclaré pour l'année
2001 une somme de
25.320.126,41 d'euros à titre de
précompte professionnel et ont fait
figurer une somme de
5.722.930,07 d'euros dans leurs
déclarations périodiques à la TVA.
Le 1
er
mars 2002, ces clubs
étaient redevables d'une dette
enrôlée de 4.645.508,08 d'euros à
titre d'impôts directs, dont
2.992.156,61 d'euros de
précompte professionnel. Ce
montant comprend également les
éventuels frais et intérêts. En
matière de TVA, ces clubs sont
actuellement encore redevables
d'une dette globale de 909.942,99
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
invorderingsdossiers in het bijzonder de betalingsplannen door de
administratie van de invorderingen hebben dus een duidelijk
resultaat opgeleverd. De totale schuld van de voetbalclubs is immers
met ongeveer 48% gedaald.
Op uw derde vraag kan ik het volgende antwoorden. Van de totale
schuld inzake directe belastingen en BTW wordt een bedrag van 1
698 391,28 euro betwist, dit op een bedrag van 3,9 miljoen euro.
De vorig jaar afgesproken afbetalingsplannen zijn in de regel
behoorlijk door de desbetreffende voetbalclubs opgevolgd. Dit zorgt er
trouwens voor dat, niettegenstaande het een gecumuleerde
achterstand betreft, het onbetaald gebleven saldo aan
bedrijfsvoorheffingen en BTW ten opzichte van maart vorig jaar bijna
met de helft is verminderd. Toch zijn er voetbalclubs die de vroegere
afspraken niet stipt hebben nageleefd. Er werden ook nieuwe
afbetalingsplannen verleend door de daartoe uitsluitend bevoegde
rekeningplichtige.
Mijnheer de voorzitter, ik moet eraan toevoegen dat besprekingen aan
de gang zijn tussen de Voetbalbond en de clubs over de nieuwe
licentiesystemen. Wij wachten op de resultaten van dit overleg om
een definitief standpunt in te nemen. Na een jaar stellen wij echter
een gunstige evolutie vast en ik denk dat wij met de nieuwe
afbetalingsplannen zullen kunnen overgaan tot een correctere inning
van alle belastingen bij de voetbalclubs.
euros. L'arriéré total en matière
d'enrôlement du précompte
professionnel et de TVA s'élevait
donc au 1
er
mars à 3.902.099
d'euros. Début 2001, la dette
totale était encore de 7.449.359,29
d'euros. On a donc obtenu des
résultats.
Un montant de 1.698.391,28
d'euros est contesté.
Les plans d'apurement sont en
général bien respectés. Cela
implique que le total du solde de
précompte professionnel et de
TVA non payé a diminué. Malgré
tout, des clubs n'ont pas respecté
les engagements antérieurs. De
nouveaux plans d'apurement ont
aussi été accordés.
Des discussions relatives au
nouveau système de licences sont
en cours. Nous devons attendre
les résultats mais nous observons
une évolution favorable.
08.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik denk dat wij voor het eerst een gunstige evolutie
waarnemen. De vermindering met 50% bewijst dat het
licentiesysteem en ook de inspanningen van de administratie hun
vruchten afwerpen.
08.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Je me félicite d'entendre
qu'une évolution positive a pu être
constatée. Le système des
licences finira enfin par porter ses
fruits.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de minister van Financiën over "Douane Single
Authorization ('enige vergunning')" (nr. 6668)
09 Question de Mme Fientje Moerman au ministre des Finances sur "la Douane Single Authorization
09.01 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de douanewetgeving die in de Europese Unie van kracht is,
voorziet in de mogelijkheid om verschillende vergunningen met
betrekking tot de diverse bestaande douaneregelingen onder te
brengen in een zogenaamde `enige vergunning'. Deze
douaneregelingen zijn van groot economisch belang voor de bedrijven
omdat ze toelaten de goederen die van buiten de unie worden
ingevoerd, op te slaan of te bewerken zonder douanerechten
verschuldigd te zijn. Er is veel interesse van ondernemingen voor het
opzetten van een stelsel van enige vergunning die in België moet
worden aangevraagd bij de Centrale Administratie der Douane en
Accijnzen. Op die manier kan het beheer van de douaneregelingen in
diverse lidstaten worden gecentraliseerd met belangrijke
kostenbesparingen tot gevolg. Door de centrale ligging van België,
één van onze grote troeven in de unie, is er veel belangstelling om de
09.01 Fientje Moerman (VLD): La
législation douanière européenne
a prévu une "autorisation unique"
pour les différents régimes de
douane. Il est ainsi possible de
stocker ou de traiter des
marchandises importées de pays
extérieurs à l'Union européenne
sans devoir s'acquitter de droits de
douane. Les entreprises marquent
un vif intérêt pour le système de
l''autorisation unique". La
procédure d'octroi est toutefois
particulièrement lente.
L'Administration des douanes
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
aanvraagprocedure voor dergelijke enige vergunningen in ons land op
te starten.
De procedure die moet leiden tot het verkrijgen van een enige
vergunning loopt echter bijzonder traag. Dat zou wellicht kunnen
worden versneld als de bevoegde douaneadministratie concrete
stappen zou ondernemen om de afhandeling van de
aanvraagprocedure te versnellen en het overleg met de bevoegde
douaneadministraties van de andere lidstaten van de Unie te
intensifiëren.
Wat is het belang voor ons land, behalve het feit dat dit het
bedrijfsleven bevordert? De afgifte van een dergelijke enige
vergunning in België zou voor de Belgische Staat belangrijke
inkomsten kunnen genereren vermits op basis van de Europese wet
betreffende het stelsel van de eigen middelen van de Europese
gemeenschap, de lidstaat die de enige vergunning afgeeft en dus
verantwoordelijk is voor de centrale inning van de douanerechten, een
belangrijk percentage van het globale bedrag van de bij de invoer
geïnde bedragen als inningskost mag houden. Dit percentage ging
recent van 10% naar 25%. Een efficiënt werkende lidstaat kan hiervan
dus een lucratieve zaak maken.
Mijnheer de minister, in welke stappen voorziet u om de afgifte van de
enige vergunning in de toekomst sneller en met succes te laten
verlopen en om deze procedure bij de bedrijven te promoten? Op
welke wijze zullen de financiële middelen voortkomend uit de
verhoging van de inningskosten van 10 naar 25% worden
aangewend?
pourrait accélérer le traitement de
la demande et intensifier la
concertation avec les
administrations des douanes des
autres États membres.
L'"autorisation unique" peut aussi
générer des revenus pour l'État
étant donné que celui-ci peut
conserver un pourcentage
important du montant perçu
globalement. Ce pourcentage vient
d'être relevé de 10 à 25 pour cent.
Que compte entreprendre le
ministre pour accélérer la
délivrance de l'"autorisation
unique" et encourager cette
procédure? Comment va-t-on
affecter les moyens financiers
supplémentaires?
09.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw Moerman, voor de
geïnteresseerde ondernemingen werd reeds een
informatievergadering over de grensoverschrijdende vergunningen
binnen de Europese Unie georganiseerd. Recent werden door de
ondernemingen nochtans weinig dergelijke aanvragen bij de Centrale
Administratie der Douane en Accijnzen ingediend. De Centrale
Administratie der Douane en Accijnzen heeft alle ingediende
aanvragen voor enige vergunningen zo veel mogelijk bij voorrang
behandeld. Voor de afgifte van de vergunning zijn geen dwingende
termijnen van toepassing. De enige vergunning kan evenwel slechts
worden verleend als de betrokken lidstaten geen bezwaar tegen het
ontwerp van de enige vergunning aantekenen binnen de dertig dagen
na de ontvangst van de betreffende ontwerpvergunning. Er is dus een
procedure voor de andere lidstaten.
Wanneer door een betrokken lidstaat tegen de enige vergunning
bezwaar wordt aangetekend, kan het verlenen van de enige
vergunning voor de lidstaat een jarenlange vertraging oplopen. Bij de
Europese Commissie werd recent een ad-hoc-werkgroep
Grensoverschrijdende Vergunningen opgericht. De eerste
vergadering was op 18 februari 2002. Deze werkgroep zal alle
aspecten inzake het verlenen, de werking en de controle van de
vergunningen alsmede van de verdeling van de ingehouden
inningskosten behandelen.
De werkzaamheden van die werkgroep, waarvan de Belgische
douane deel uitmaakt, zullen ongeveer zes maanden duren. De
werkgroep zal voorstellen van richtlijnen formuleren die erop gericht
09.02 Didier Reynders, ministre
Une réunion d'information a déjà
été organisée à propos des
"autorisations uniques". Peu de
demandes ont cependant été
introduites.
L'Administration des douanes et
accises traite en priorité ces
demandes auxquelles ne
s'applique aucun délai impératif.
L'autorisation ne peut être
accordée que lorsque les États
membres concernés n'ont formulé
aucune objection dans les trente
jours suivant la réception du projet
d'autorisation. Si un Etat membre
formule une objection, la
procédure peut en ce qui
concerne cet Etat membre être
retardée de plusieurs années.
Un groupe de travail se penche
sur cette problématique au niveau
européen. Ses activités dureront
environ six mois. Ce groupe de
travail formulera des lignes
directrices et des propositions
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
zijn de lidstaten te helpen deel te nemen aan de enige vergunningen
en om andere praktijken in verband met de enige vergunningen in de
verschillende lidstaten zo veel mogelijk te harmoniseren. Derhalve
mag worden verwacht dat de enige vergunningen in de toekomst
sneller zullen kunnen worden verleend.
Opdat de betrokken lidstaten akkoord kunnen gaan met de repartitie
van de inningkosten, wordt de helft van de ingehouden inningkosten
voor de rechten bij invoer, die door de Belgische douane worden
geïnd voor de goederen die in het kader van die enige vergunning
douane-entrepot in het vrije verkeer worden gebracht terwijl die
goederen zich in de betrokken lidstaten bevinden, aan die lidstaten
toegestaan.
Zonder die verdeling van de inningkosten kunnen de betrokken
lidstaten in principe niet akkoord gaan met het verlenen van de enige
vergunning douane-entrepot waarin zij betrokken partij zijn. De
verdeling van de ingehouden inningkosten wordt geregeld in een met
de betrokken douaneadministraties gesloten administratieve afspraak.
De evolutie is dus tweeërlei. Eerst en vooral moeten er meer
inlichtingen worden verstrekt aan de ondernemingen om meer
aanvragen in dat verband te verkrijgen. Ten tweede moet men de
werkzaamheden met de Europese commissie voortzetten, opdat de
verschillende lidstaten dezelfde redenering volgen.
Wat de verdeling van de inningkosten tussen de verschillende
lidstaten betreft, gaf ik een precies antwoord. Wat de verhoogde
ingehouden inningkosten betreft, kreeg ik nog geen exacte informatie
van mijn administratie. Ik zal daarnaar vragen, maar momenteel kan
ik hieromtrent nog geen precies antwoord geven.
permettant notamment
d'harmoniser les pratiques en la
matière dans les différents États
membres.
Nous pensons donc que la
procédure pourra être écourtée à
l'avenir.
La moitié des frais relatifs à la
perception des droits d'importation
est cédée à l'autre Etat membre,
sans quoi l'Etat membre concerné
refuserait la procédure
"d'agrément unique". La répartition
s'effectue sur la base d'accords
administratifs.
Mon administration ne m'a pas
fourni de réponse précise en ce
qui concerne les frais de
perception majorés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Financiën over "de mogelijke fiscale
stimuli voor milieuvriendelijke carwashes" (nr. 6671)
10 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre des Finances sur "les éventuels incitants fiscaux
pour les carwashes respectueux de l'environnement" (n° 6671)
10.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, mijn vraag over de milieuvriendelijke carwash
had ik enkele maanden geleden al schriftelijk ingediend, maar gezien
de achterstand in het departement van Financiën, heb ik de vraag
mondeling gesteld.
U weet wellicht dat in België nog niet zoveel installaties op een
milieuvriendelijke manier werken. Het komt erop neer dat het
gebruikte water voor nagenoeg 90% wordt gerecupereerd en het
residu op een milieuvriendelijke manier wordt verwerkt. Ik weet dat
deze praktijk nog geen schering en inslag is, maar er bestaan al een
paar installaties. Sommigen spreken over twee of drie installaties en
anderen beweren dat het er meer zijn. Daarover gaat de discussie
eigenlijk niet.
Ik zal mijn vraag ook aan mevrouw Aelvoet stellen, want ik weet dat in
deze kwestie over de bevoegdheid kan worden gediscussieerd. Men
kan zich zelfs afvragen of de gewesten of de gemeenschappen niet
10.01 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Des systèmes de
nettoyage qui recyclent 90 pour
cent de l'eau consommée par les
carwash sont récemment apparus
sur le marché.
Le ministre a-t-il connaissance de
ces systèmes? Le ministre estime-
t-il possible d'envisager des
avantages fiscaux pour ces
carwash respectueux de
l'environnement? Je compte
également poser cette question à
la ministre Aelvoet.
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
bevoegd zijn. Bovendien kan men het debat misschien in de discussie
over de ecotaksen onderbrengen.
Mijnheer de minister, kent u het systeem? Ik meen dat dit een zeer
milieuvriendelijke aanpak is die, wat de waterbeheersing betreft, een
zekere stimulans zou kunnen gebruiken. Kunt u onderzoeken of er
fiscaal iets mogelijk is, in welke vorm dan ook? U zou iets kunnen
doen voor de uitbaters, maar u zou ook via een soortgelijk instrument
als de maaltijdcheques kunnen werken. Bent u bereid te zaak de
onderzoeken? Wilt u de kwestie op regeringsniveau met minister
Aelvoet bekijken, of vindt u het idee op zich niet waardevol genoeg
om eraan te werken?
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijn
antwoord is positief. Ik ben bevoegd voor fiscaliteit, eco of niet.
Daarom resulteert dit dossier onder de minister van Financiën.
In de sociaal-economische prioriteitennota 2002-2003 waarschijnlijk
de laatste prioriteitennota van deze legislatuur die op 22 januari
2002 bij de Kamer werd ingediend, zijn maatregelen in het vooruitzicht
gesteld die moeten leiden tot het creëren van fiscale voordelen voor
duurzame investeringen in duurzame ondernemingen en tot het
verder uitwerken van de ecologische fiscaliteit. Ik zal mijn
administratie vragen uw suggestie te onderzoeken in het kader van de
opstelling van concrete maatregelen in uitvoering van die principiële
beslissingen.
Dit is eerst en vooral een technisch probleem, maar het is ook een
politieke keuze die wij misschien tijdens de begrotingscontrole van
2002, maar vooral bij de begroting van 2003 moeten bespreken.
Tot nu toe heb ik twee prioriteiten inzake ecofiscaliteit. Ten eerste, er
is een nieuw ontwerp van wet in verband met ecoboni in
voorbereiding. Een van de volgende uren of dagen moet ik een
officieel advies van de Raad van State krijgen. Ten tweede, tijdens de
besprekingen over de fiscale hervormingen van de
personenbelastingen in deze commissie, hebben wij een discussie
over de mobiliteit tussen de woonplaats en de werkplaats gevoerd. Er
was een akkoord nu een wet om in aftrekmogelijkheden te
voorzien, zelfs voor de carpooling, zonder kosten voor de mensen. Ik
denk dat wij spreken over een aftrekmogelijkheid van 15 eurocent per
kilometer voor maximum 25 kilometer enkele richting of 50 kilometer
heen en terug. Voor de inkomens van 2002 probeer ik verdere
stappen te ondernemen om misschien een verdubbeling van het
aantal kilometers te verkrijgen.
Ik zal aan mijn administratie een technisch onderzoek over uw
voorstel vragen, maar er zijn ook andere prioriteiten in verband met
ecofiscaliteit en duurzame ontwikkeling. Dit is veeleer een voorstel
voor de begroting van 2003 dan voor een bespreking gedurende de
begrotingscontrole van 2002.
10.02 Didier Reynders, ministre:
Dans la note de priorités
économiques et sociales déposée
à la Chambre le 22 janvier 2002,
sont annoncées des mesures qui
doivent mener à la création
d'avantages fiscaux pour des
investissements dans des
entreprises favorisant le
développement durable et à la
poursuite de l'élaboration de la
fiscalité écologique. Mon
administration va examiner votre
suggestion. A première vue, cette
matière est d'ordre technique mais
elle a également une consonance
politique. A cet égard, je suis
personnellement en faveur de
davantage de fiscalité écologique
mais il ne faut pas oublier les
écoboni et la mobilité. Quant aux
déplacements entre le domicile et
le lieu de travail, nous prévoyons
une possibilité de déduction de 15
cents par kilomètre. Ce montant
pourrait être doublé l'année
prochaine. Nous devons donc
prendre en compte d'autres
priorités.
La présente proposition concerne
donc un avenir quelque peu plus
éloigné mais elle sera examinée.
10.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, het doet mij genoegen dat u principieel zegt dat de zaak
moet worden bestudeerd. Ik zal ter ondersteuning het concrete
dossier aan uw kabinet overzenden zodat het aan de administratie
kan worden toegezonden.
10.03 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Je me réjouis de constater
que le ministre est ouvert à ma
suggestion. Je transmettrai à
l'administration toutes les données
dont je dispose à propos de ce
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Financiën over "de onroerende
voorheffing op gebouwen die voor de eredienst worden gebruikt" (nr. 6672)
11 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre des Finances sur "le précompte immobilier des
11.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, gebouwen die voor de eredienst worden gebruikt zijn nog
steeds vrijgesteld van fiscaliteit. Kerken en kloosters komen meer en
meer leeg te staan en krijgen een andere bestemming. Ik heb een
dubbele vraag. Een aantal kloosters en kerken wordt omgevormd tot
culturele infrastructuur. Strikt genomen moet hierop wel onroerende
voorheffing worden betaald. Op dit punt verzeilen we opnieuw in een
bevoegdheidsconflict tussen Vlaanderen en het federaal
beleidsniveau waarbij men enerzijds subsidies uitdeelt en anderzijds
belastingen heft. Ik vermoed dat u me zult antwoorden dat u daaraan
niets kunt veranderen. Een aantal bestuurders van die voormalige
kloosters en kerken doen hun werk serieus en doen aangifte van het
feit dat de gebouwen een andere bestemming hebben gekregen.
Anderen doen dit niet.
Mijnheer de minister, bent u van plan terzake initiatieven te nemen?
Er is een grote tegenstelling. Enerzijds, moeten musea verwoede
pogingen ondernemen om door de respectieve gemeenschappen of
gewesten te worden erkend en op die manier subsidies te ontvangen.
Anderzijds, moeten de subsidies worden afgegeven ... U ontkent dit.
Ik heb dus ongelijk. Dat is goed nieuws.
11.01 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Les bâtiments utilisés pour
les offices et les monastères sont
exonérés de précompte
immobilier. Cette exonération n'est
bien entendu plus acquise à partir
du moment où l'église ou le
monastère accueillent une autre
activité. La partie réaffectée est
alors soumise au précompte
immobilier. C'est par exemple le
cas lors de la transformation d'une
église en musée.
Les musées sont subventionnés
par les Communautés tout en
étant redevables du précompte
immobilier. Pourquoi les musées
ne sont-ils pas exonérés de ce
type de précompte? Il est en
quelque sorte paradoxal que les
pouvoirs publics accordent, d'un
côté, des subventions mais
prélèvent de l'autre un précompte
immobilier.
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega
Vandenhove, ik wens u eraan te herinneren dat de onroerende
voorheffing een materie is die onder de bevoegdheid van de
gewesten valt. Wat de onroerende voorheffing betreft, beperkt de taak
van de federale overheid zich tot de dienst van de belasting. Dit komt
neer op de inning en de invordering ervan én dit nog alleen voor het
Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Vlaamse Gewest
heeft voor een andere manier gekozen. Ik beklemtoon dat de
gewesten moeten beslissen over het verlenen van vrijstellingen en het
vaststellen van de voorwaarden om een vrijstelling te bekomen. Er
kunnen verschillen bestaan tussen gewesten en gemeenschappen. Ik
raad u aan deze problematiek voor te leggen aan het bevoegde
gewest.
11.02 Didier Reynders, ministre:
La perception du précompte
immobilier est une compétence
régionale. La mission du
gouvernement fédéral se limite au
service des contributions, plus
précisément à la perception de
ces dernières et à leur
recouvrement. Cela ne vaut
d'ailleurs plus que pour la Région
wallonne et la Région de
Bruxelles-Capitale. Ce sont donc
les Régions qui doivent décider
d'une exonération éventuelle ainsi
que des conditions à remplir pour
l'obtenir.
M. Vandenhove doit dès lors
adresser sa question aux autorités
régionales.
11.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Dat is correct; die regeling is
13/03/2002
CRIV 50
COM 693
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
gewijzigd. Dank u, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Financiën over "de bevoegdheid van
de aankoopcomités" (nr. 6679)
12 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre des Finances sur "la compétence des comités
12.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn laatste vraag is erg concreet. Aan de hand van
documenten die ik gekregen heb, kan ik mijn beweringen ook staven.
Het probleem komt op het volgende neer. Als wij aan een
aankoopcomité vragen, wat nog altijd de bevoegdheid van Financiën
is, om bijvoorbeeld in een meergemeentezone de modaliteiten te
vervullen voor de aankoop van een gebouw, dan antwoordt het
aankoopcomité bij ons daarop alleszins dat dit niet tot haar
bevoegdheden behoort. De motivatie waarop dat aankoopcomité zich
baseert, heb ik in mijn schriftelijke vraag aangehaald. Hetzelfde geld
voor het al dan niet kosteloos registreren van die aangelegenheid.
Daarover heb ik samen met de heer Erdman een beperkt
wetsvoorstel ingediend.
Ik noem mijn concreet geval als voorbeeld. Ik ben voorzitter van een
meergemeentezone. Wij wensen een gebouw aan te kopen. Strikt
genomen is wettelijk voorzien dat ik niet de akte kan verlijden, wat ik
voor een eigen bouw wel zou kunnen. Voor die tegenstelling is er een
beperkte aanpassing van de wet nodig. Daarvoor hebben wij een
wetsvoorstel ingediend.
Als mijn interpretatie correct is, die is gebaseerd op een brief van het
aankoopcomité van Hasselt, dan denk ik dat richtlijnen moeten
worden gegeven. Ten eerste moet een aankoopcomité ook voor
meergemeentezones bevoegd zijn, dus niet alleen in een
ééngemeentezone, want dan zouden wij van discriminatie kunnen
spreken. Ten tweede geldt hetzelfde voor de kosten van de
registratie. In de lijst die ik bij mij heb, is daar niet in voorzien. In ons
concreet geval heeft de betrokken ambtenaar dat document
toegevoegd. Toch komt er best een officiële richtlijn voor die beide
gevallen. Het lijkt mij onlogisch dat een aankoopcomité wel optreedt
voor overheidsgebouwen onder een ééngemeentezone, terwijl het
niet zou optreden voor overheidsgebouwen onder
meergemeentezones.
Mijnheer de minister, daarover heb ik de volgende concrete vragen.
Ten eerste, deelt u mijn visie?
Ten tweede, bent u bereid om daarvoor de nodige administratieve
stappen te zetten?
Ten derde, in mijn wetsvoorstel krijgt de voorzitter van de
meergemeentezones de kans om in zulke gevallen als notaris op te
treden. Gaat u daarmee akkoord?
12.01 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Un certain nombre de
zones de police pluricommunales
souhaite procéder à l'acquisition
ou à la vente de bâtiments. Or les
comités d'acquisition refusent
d'intervenir pour les zones
pluricommunales. Ils estiment en
effet qu'ils ne pas compétents
pour effectuer des opérations
patrimoniales pour ces dernières.
Il en va de même pour les
instances bénéficiant de la gratuité
de l'enregistrement.
Le ministre compte-t-il prendre
une initiative afin de gommer cette
discrimination entre les zones uni-
et pluricommunales? Donnera-t-il
des directives en ce sens?
12.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega 12.02 Didier Reynders, ministre:
CRIV 50
COM 693
13/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Vandenhove, ik wil eerst even het volgende herhalen. De
aankoopcomités zijn voor andere rechtspersonen dan de Staat
slechts bevoegd om onroerende verrichtingen uit te voeren en die op
authentieke wijze vast te leggen voor zover een wet hun die
bevoegdheid toekent.
De wet van 7 december 1998 over de organisatie van de
geïntegreerde politiediensten op twee niveaus, bevat geen dergelijke
bepaling. Uit die wet blijkt ook niet dat de meergemeentepolitiezones
onteigeningsgerechtigd zijn, zodat zij zich dus ook niet tot de
aankoopcomités kunnen wenden op basis van artikel 61 van de
programmawet van 6 juli 1989, die erin voorziet dat alle
onteigeningsgerechtigde openbare machten en instellingen,
waaronder de gemeenten, een beroep kunnen doen op de diensten
van het aankoopcomité. Er is dus een verschil tussen de
meergemeentepolitiezones en de gemeenten.
Ik heb er geen bezwaar tegen om ook de meergemeentepolitiezones
de mogelijkheid te bieden een beroep te doen op de diensten van de
aankoopcomités. Ik zal mijn collega's bevoegd voor Binnenlandse
Zaken en Justitie voorstellen om op korte termijn een wetsontwerp in
te dienen tot aanvulling van de wet van 7 december 1998 over de
organisatie van de geïntegreerde politiediensten op twee niveaus, met
een bepaling die de meergemeentepolitiezones de mogelijkheid biedt
om desgewenst voor hun onroerende verrichtingen een beroep te
doen op de diensten van de comités tot aankoop. Voor mij is het om
het even om dat te regelen door een nieuw wetsontwerp of door een
wetsvoorstel.
En ce qui concerne les personnes
morales autres que l'Etat, les
comités d'acquisition ne sont
compétents pour procéder aux
opérations immobilières que pour
autant qu'une loi les y habilite. La
loi du 7 décembre 1998 organisant
un service de police intégré ne
contient aucune disposition en ce
sens. Elle ne prévoit pas
davantage de droit d'expropriation
pour les zones pluricommunales.
Celles-ci ne peuvent dès lors pas
s'adresser aux comités
d'acquisition sur la base de l'article
61 de la loi-programme du 6 juillet
1989.
Je proposerai à mes collègues de
l'Intérieur et de la Justice de
déposer à court terme un projet de
loi créant la possibilité, pour les
zones de police pluricommunales,
de faire appel aux services des
comités d'acquisition pour leurs
opérations immobilières. Cette
matière pourrait également être
réglée par une proposition de loi.
12.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, het
andere is ook ingediend. Het gaat om Binnenlandse Zaken en ik zal
bijgevolg contact opnemen met de minister van Binnenlandse Zaken.
Dit is echter een zaak die zich vooral op het veld voordoet en
bijgevolg is het een kwestie van snel te werken. Vooral moet worden
nagegaan welke de snelste weg is om de aanpassing te doen.
12.03 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Nous devons opter pour la
voie la plus courte afin de
résoudre le plus rapidement
possible les problèmes survenus
sur le terrain.
12.04 Minister Didier Reynders: Mijns inziens is het mogelijk om dat
via een wetsvoorstel te regelen, maar ik zal het vragen aan mijn twee
collega's, namelijk Justitie en Binnenlandse Zaken, teneinde zo vlug
mogelijk een oplossing te vinden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. 6693 van mevrouw Els Van Weert wordt naar een latere datum verschoven.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.57 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.57 heures.