KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 690
CRIV 50 COM 690
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag mardi
12-03-2002 12-03-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en vraag van
1
Interpellations et question jointes de
1
- mevrouw Annemie Van de Casteele tot de
eerste minister over "het belangenconflict ten
aanzien van de Vlaamse initiatieven inzake
tijdskrediet" (nr. 1073)
1
- Mme Annemie Van de Casteele au premier
ministre sur "le conflit d'intérêt concernant les
initiatives flamandes en matière de crédit-temps"
(n° 1073)
1
- mevrouw Greta D'Hondt tot de eerste minister en
tot de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de toekenning van
aanmoedigingspremies in de regeling van het
tijdskrediet" (nr. 1096)
1
- Mme Greta D'Hondt au premier ministre et à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'octroi de primes d'encouragement dans le cadre
du crédit-temps" (n° 1096)
1
- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het akkoord inzake de Vlaamse
aanmoedigingspremies voor het tijdskrediet"
(nr. 6547)
1
- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "l'accord relatif aux
primes accordées en Flandre en faveur du crédit-
temps" (n° 6547)
1
Sprekers: Annemie Van de Casteele,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid, Greta
D'hondt, Guy D'haeseleer
Orateurs: Annemie Van de Casteele,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi, Greta D'hondt, Guy
D'haeseleer
Moties
10
Motions
10
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
vice-eerste minister en minister van Werk-
gelegenheid over "de vertrekpremie voor de
gewezen werknemers van Sabena" (nr. 6603)
10
Question de M. Karel Van Hoorebeke à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
prime de départ pour les anciens travailleurs de la
Sabena" (n° 6603)
11
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van de heer Paul Timmermans aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de financiering van de
maatregelen inzake werktijdverkorting" (nr. 6699)
13
Question de M. Paul Timmermans à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
financement des mesures de réduction du temps
de travail" (n° 6699)
13
Sprekers: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de vereisten bij de aanwerving van
werknemers en de bescherming van de privacy"
(nr. 6703)
14
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
exigences posées lors de l'engagement de
travailleurs et la protection de la vie privée"
(n° 6703)
14
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Werk-
gelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
12
MAART
2002
14:15 uur
______
du
MARDI
12
MARS
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.26 uur door de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.26 heures par M. Joos Wauters, président.
01 Samengevoegde interpellaties en vraag van
- mevrouw Annemie Van de Casteele tot de eerste minister over "het belangenconflict ten aanzien van
de Vlaamse initiatieven inzake tijdskrediet" (nr. 1073)
- mevrouw Greta D'Hondt tot de eerste minister en tot de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de toekenning van aanmoedigingspremies in de regeling van het tijdskrediet"
(nr. 1096)
- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid over "het
akkoord inzake de Vlaamse aanmoedigingspremies voor het tijdskrediet" (nr. 6547)
01 Interpellations et question jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele au premier ministre sur "le conflit d'intérêt concernant les initiatives
flamandes en matière de crédit-temps" (n° 1073)
- Mme Greta D'Hondt au premier ministre et à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'octroi de primes d'encouragement dans le cadre du crédit-temps" (n° 1096)
- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "l'accord relatif aux primes
accordées en Flandre en faveur du crédit-temps" (n° 6547)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid.)
(La réponse sera fournie par la vice-première ministre et ministre de l'Emploi.)
01.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik ben uiteindelijk verplicht mijn interpellatie
opnieuw tot u te richten. Aangezien er inmiddels heel wat technische
aspecten bijkwamen, heb ik er ook geen probleem meer van
gemaakt. Toch moet het mij van het hart dat de eerste minister,
ondanks het feit dat hij onlangs in een TV-programma stelde dat men
hem in feite niet meer nodig had in het federaal Parlement en dat er
zeer weinig vragen tot hem werden gericht, moet toch worden
vastgesteld dat, wanneer er vragen worden gesteld die hem niet
zinnen, hij ze naar de Griekse kalender verwijst. De feitelijke reden
waarom hij hier nog weinig uitleg komt geven is omdat hij het zelf niet
wil.
Vandaar, mevrouw de minister, dat ik nog even bondig de
problematiek waarover het gaat wens te overlopen. Het vroegere
systeem van loopbaanonderbreking werd vanaf 1 januari 2002
vervangen door het systeem van tijdskrediet. De sociale partners
hadden dat samen afgesproken en de regering en ook het Parlement
hebben er uitvoering aan gegeven. Ik heb er toen mijn bedenkingen
01.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Cette interpellation était
en fait adressée au premier
ministre mais j'ai l'impression que
celui-ci renvoie volontiers à un
autre ministre les questions qui
n'ont pas l'heur de lui plaire.
Le 1
er
janvier 2002, le
gouvernement fédéral a
transformé l'ancien système
d'interruption de carrière en un
système de crédit-temps. Un
accord à ce sujet avait
préalablement été conclu avec les
interlocuteurs sociaux.
L'an dernier, le gouvernement
flamand approuvait à son tour un
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
bij gemaakt en ik zal er misschien straks nog even op terugkomen.
Mevrouw de minister, de Vlaamse regering keurde op 14 december
2001 een ontwerp van besluit goed dat de omzetting was van een
Vesoc-akkoord van 12 februari 2001, waarbij de Vlaamse regering en
de Vlaamse sociale partners unaniem hadden beslist om de
loopbaanontwikkeling van werknemers aan te moedigen middels een
menu
van aanmoedigingspremies. Deze aanmoedigingspremies
werden dan ook toegekend via een sectorale aanpak, gesteund op
het federale tijdskrediet.
Dit premiestelsel was vooral een heroriëntering van een bestaand
stelsel dat reeds dateerde van 1993-1994 en dat zo stellen we vast
nooit enig nadeel berokkende aan het Waals Gewest. We hebben
moeten vaststellen dat, wellicht geïnspireerd door een intern
vakbondsprobleem, de Waalse regering een belangenconflict heeft
ingeroepen waardoor het hele Vlaamse akkoord en het besluit werden
opgeschort. Het is me overigens nog steeds niet duidelijk waarom een
belangenconflict en geen bevoegdheidsconflict werd ingeroepen
misschien kan de minister terzake klaarheid scheppen omdat het
huidig systeem geen vervangingsplicht meer voorschrijft. Volgens de
indieners van het belangenconflict is arbeidsduur een puur federale
materie en is er door de afschaffing van de vervangingsplicht een
aantasting van het collectief arbeidsrecht. De indieners van het
belangenconflict stellen dat verschillende gewestelijke regelingen een
wanverhouding konden tot stand brengen. Die wanverhoudingen
mogen in beginsel dit werd overeengekomen in het Lambermont-
akkoord geen inbreuk betekenen op de federale loyaliteit.
Mevrouw de minister, er is grote verontwaardiging losgebarsten,
vooral in Vlaanderen. Vlaanderen ziet absoluut niet in op welke
manier de belangen van het Waals Gewest geschaad zijn. Wij
vroegen ons af op welke manier de federale regering tussenbeide zou
komen. Ondertussen weten we wat de federale regering heeft
gedaan. Degenen die hoopten dat de federale regering de behoeder
zou zijn van de bevoegdheidsverdeling zoals zij op dit ogenblik is
uitgetekend zijn bedrogen uitgekomen. We hebben moeten
vaststellen dat de interministeriële conferentie van 21 februari 2002,
geïnspireerd door de heer Nollet, het wafelijzer dat we reeds lang
opgeborgen waanden opnieuw heeft bovengehaald. Om een einde te
maken aan het conflict heeft de conferentie voorgesteld twee van de
bestaande aanmoedigingspremies, in casu die voor
loopbaanvermindering en voor landingsbanen, met federaal geld te
financieren.
De rest van de aanmoedigingspremies kan door Vlaanderen wel nog
worden uitgekeerd. Maar ook daarbij heb ik nog een bedenking. De
akkoorden die daarover worden afgesloten moeten in de toekomst
geregistreerd worden bij het federale Ministerie van Arbeid en
Tewerkstelling.
In diezelfde interministeriële conferentie werd ook gesteld dat de
aanmoedigingspremie, die in die twee gevallen 50 euro per maand
bedraagt, voor alleenstaanden zou worden verhoogd zoals ook
voorzien was door de Vlaamse regering, indien de sociale partners
daarmee akkoord zouden gaan. Ondertussen hebben we begrepen
dat de sociale partners ook dit blijkbaar hebben aangenomen en dat
bovenop die 50 euro ook nog eens 37 euro voor alleenstaanden wordt
système de primes
d'encouragement qui vient se
greffer sur le système fédéral de
crédit-temps. Ce système est lui-
même la traduction de l'accord du
VESOC conclu le 12 février 2001
entre le gouvernement flamand et
les interlocuteurs sociaux, qui est
lui-même basé sur le système
existant, instauré en 1993/1994,
dont la Région wallonne n'a jamais
subi aucun inconvénient.
La Région wallonne, sans doute
inspirée par les syndicats, a lancé
une procédure de conflit d'intérêts
contre le système flamand de
primes d'encouragement. Cette
réaction est motivée par trois
considérations: il n'y a pas
d'obligation de remplacement,
toute modification du système de
temps de travail relève des
compétences fédérales et, enfin, il
s'agirait d'une atteinte à la
convention collective de travail.
Ceux qui soulèvent ce conflit
d'intérêts estiment que les
initiatives flamandes en matière de
crédit-temps pourraient engendrer
des disparités entre les Régions.
Cette affaire a provoqué une
profonde indignation,
essentiellement en Flandre. Que
compte faire le gouvernement
fédéral? Nous constatons qu'il ne
s'érige pas en gardien de la
répartition des compétences, telle
qu'elle a été convenue, qu'il
pratique à nouveau la politique du
gaufrier et qu'il paiera lui-même
une partie des primes
d'encouragement. Il a, par ailleurs,
annoncé qu'il veillerait à ce que les
accords régionaux relèvent de
l'Emploi et du Travail et que les
primes d'encouragement majorées
pour les isolés ressortissent à
nouveau, elles aussi, à ce
département fédéral.
La Flandre avait réservé, pour ce
dossier, un budget d'environ 21
millions d'euros. Quelle en sera
l'incidence budgétaire pour le
pouvoir fédéral?
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
uitbetaald.
Mevrouw de minister, Vlaanderen had voor al die
aanmoedigingspremies een globaal budget voorzien van ongeveer 21
miljoen euro. Ik houd dit in mijn achterhoofd aangezien ik graag zou
weten wat de budgettaire kosten nu juist betekenen. Ik weet dat u al
geantwoord hebt aan mevrouw D'Hondt inzake de budgettaire
gevolgen van deze maatregelen. Toch wil ik dit nog eens toetsen aan
wat de Vlaamse regering daarvoor had uitgetrokken en de besparing
die zij daar realiseert door het feit dat twee van die premies nu
federaal worden overgenomen.
Ondertussen zijn er ook een aantal perverse effecten van deze
cumulatie van premies aan het licht gekomen. Met name het Verbond
van Belgische Ondernemingen heeft de kat de bel aangebonden.
Via grote krantenartikels werd de bevolking er attent op gemaakt dat
men meer verdient door minder te gaan werken. Dit blijkt vooral het
geval te zijn voor wie bruto minder dan 2.000 euro verdient.
On s'est aperçu que le cumul des
primes produisait certains effets
pervers en ce sens que quiconque
gagne moins de 2.000 euros bruts
par mois perçoit davantage en
travaillant moins.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: C'est intéressant.
01.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik wil er straks wel even
dieper op ingaan maar het is een vaststelling. Het systeem wordt met
name gebruikt als een systeem van arbeidsduurvermindering met
loonbehoud, wat een droom van velen is.
Volgens mij ligt het mijlenver van ons voorstel, waarvoor wij altijd
hebben gepleit, van een soepel tijdskrediet door de werknemer op te
nemen wanneer het hem past. Dit betekent meteen ook dat het einde
van de loopbaan hieraan dient gekoppeld. Wie vijf jaar tijdskrediet
opneemt dient daar op het einde van de loopbaan rekening mee te
houden. Volgens mij is dit tevens het enige middel om discriminatie te
vermijden.
Mevrouw de minister, u weet evengoed als ik dat, afhankelijk van de
sector en van het bedrijf waarin iemand tewerkgesteld is, hij al dan
niet kans heeft om van een dergelijk systeem van
loopbaanonderbreking met die bijkomende premies te genieten. Er
dreigt dus discriminatie te ontstaan met degenen die de kans hebben
om dat systeem van loopbaanvermindering met behoud van loon voor
een, twee of vijf jaar op te nemen of helemaal niet. U kunt echter niet
garanderen dat iedereen daarop gelijke kansen heeft. Ik meen dat
daarover eens ernstig moet worden nagedacht en dat de filosofie voor
een deel zou moeten worden herdacht zodat iedereen gelijke kansen
krijgt en de maatregel meteen wordt gekoppeld aan de duur van de
carrière.
Mevrouw de minister, wij hebben dit ook al bij minister
Vandenbroucke aangekaart omdat wij verbaasd waren dat de
federale regering zo snel de nodige kredieten voor de financiering
bleek te hebben gevonden, terwijl er zoveel andere noden zijn. Ik
denk onder andere aan de noden van gehandicapten. Daar antwoordt
minister Vandenbroucke dat er onvoldoende middelen zijn om een
aantal acute noden van gehandicapten en invaliden op te vangen. De
vraag rijst dan of de prioriteiten van de regering wel de juiste
prioriteiten zijn. Kan men verantwoorden dat men voor die doelgroep
geen middelen vindt, maar voor deze noden die in sommige
01.03 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Ce système équivaut
donc à une réduction du temps de
travail avec maintien du salaire.
Voilà qui est à cent lieues de
l'objectif que nous poursuivons.
Nous pensons que le crédit-temps
doit être lié à la carrière. En outre,
ce procédé risque d'instaurer une
discrimination en fonction de la
nature de l'entreprise pour laquelle
on travaille. En effet, tout le monde
n'a pas les mêmes chances
d'obtenir les primes.
Les priorités du gouvernement
sont-elles valables? Ce dernier
manque visiblement d'argent pour
financer les mesures d'emploi en
faveur des invalides. Il tente
d'attribuer à la VEV la
responsabilité des problèmes que
pose le crédit-temps.
Pourquoi le premier ministre a-t-il
refusé de répondre à ma question
portant sur une éventuelle
partialité de la ministre de l'Emploi
et du Travail dans ce dossier? La
ministre est avant tout
francophone et son appartenance
linguistique transparaît dans toutes
ses mesures politiques.
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
gevallen niet echt groot zijn wel geld vindt. Bij de bespreking deed
minister Vandenbroucke ook een uitval naar het VEV en probeerde
daarmee de verantwoordelijkheid van de perverse effecten van dit
systeem in de schoenen van het VEV te schuiven. Daarmee brengt
men ook het Vlaams overleg in diskrediet. Dat is mijns inziens een
achterliggende reden die goed in het kraam van sommige leden van
deze regering past. Daarbij kan ik mij in elk geval niet neerleggen.
Mevrouw de minister, ik heb dan ook een aantal concrete vragen.
Misschien weet u waarom de eerste minister mijn vraag niet wou
beantwoorden? Ik wou deze vraag ook aan de eerste minister stellen
omdat u bij de eerste interpellaties terzake een felle uitval naar ons
deed omdat wij de vraag durfden stellen. Was er bij u geen schijn van
partijdigheid bij de discussie hierover? U weet ook dat het feit dat u
een Franstalig minister bent en in eerste instantie de noden van het
Waalse Gewest ziet, meespeelt.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Ce que vous dites est
inacceptable. Je n'accepte pas ce genre de propos.
01.04 Minister Laurette Onkelinx:
Dat is onaanvaardbaar. Dergelijke
uitlatingen kan ik niet dulden.
01.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister,
toch merkt men in Vlaanderen heel vaak op dat u, als federaal
minister van Tewerkstelling, een tewerkstellingsbeleid voert dat in
eerste instantie op de noden van het Waalse Gewest is afgestemd en
dat de noden van het Vlaamse en Waalse Gewest dermate uit elkaar
liggen dat men daaraan met federale instrumenten alleen
onvoldoende kan tegemoetkomen. Daarom zijn wij vragende partij
voor een gediversifieerd beleid.
01.05 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): En Flandre, on fait
pourtant souvent ce constat. Les
besoins des Régions flamande et
wallonne divergent souvent
fortement. Dès lors, pour aucune
des Régions, l'octroi de moyens
fédéraux ne constitue une bonne
solution.
01.06 Laurette Onkelinx, ministre: A aucun moment je n'ai voulu
prendre quelque position que ce soit. A chaque fois, j'ai précisé qu'il y
avait un conflit d'intérêts et de compétences entre une région et une
autre. Nous discuterons ensemble afin de trouver une solution.
01.06 Minister Laurette Onkelinx:
Ik veronderstel dat wanneer u dat
in Vlaanderen, met de u eigen
objectiviteit, zegt, men u antwoordt
dat u het bij het verkeerde eind
hebt. Op geen enkel moment heb
ik voor wie dan ook partij willen
kiezen.
01.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister,
mijn opmerking gaat niet alleen over het probleem van het tijdkrediet,
maar ook over de manier waarop het federaal tewerkstellingsbeleid
wordt gevoerd.
Indien naar aanleiding van deze discussie opnieuw wordt overgegaan
tot recuperatie naar het federaal niveau, dan is dat precies het
omgekeerde van wat er moet gebeuren. Volgens mij is er in ons land
dringend nood aan een gediversifieerd beleid dat beter aansluit bij de
in beide gewesten verschillende arbeidsmarkten. De federale regering
bewijst noch het Waalse noch het Vlaamse gewest een dienst door
op federaal niveau een aantal zaken per definitie en onder druk uit te
voeren.
De wafelijzerpolitiek kost ook veel geld. Vandaar dat ik graag had
vernomen hoeveel bijkomende middelen de regering terzake heeft
uitgetrokken. Waar zal zij die middelen vinden of waar heeft zij ze
01.07 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Ma remarque concerne
la politique fédérale en matière
d'emploi dans son ensemble.
Nous assistons à une récupération
de cette compétence par le
pouvoir fédéral, alors que nous
avons, plus que jamais, besoin
d'une gestion différenciée, dans la
mesure où les besoins et les
intérêts des Régions divergent.
Quels moyens supplémentaires le
gouvernement dégage-t-il pour
mettre en oeuvre ce nouveau
système? Dans quel budget
comptez-vous puiser ces moyens?
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
reeds gevonden? Is dat de prioriteit op bijvoorbeeld
gehandicaptenzorg?
Op welke wettelijke basis berust de regeling waarbij Vlaamse
akkoorden door Vlaamse sociale partners gesloten, in de toekomst ter
registratie moeten worden ingediend bij het federaal ministerie van
Tewerkstelling? Is dit niet in strijd met de bevoegdheidsverdeling?
Mevrouw de minister, wellicht beschikt u over het meeste
cijfermateriaal om te kunnen antwoorden op de vraag in hoeveel
gevallen mensen meer zullen verdienen door minder te werken? Wij
weten dat die maatregel inkomensgebonden is, maar gelieve ons een
duidelijk zicht te geven op deze aangelegenheid.
Tot slot had ik graag vernomen welke de bijkomende kosten waren
om het systeem dat vorig jaar was gelanceerd en waarover reeds een
aantal publicaties ter verduidelijking aan de bevolking bestonden,
maar die thans, omwille van de nieuwe regeling, moeten worden
vervangen.
Faut-il en conclure que des
économies devront être réalisées
aux dépens d'autres domaines?
La disposition obligeant le
gouvernement flamand à
consigner auprès du ministère
fédéral de l'Emploi toute nouvelle
décision dans le domaine de la
politique de l'emploi est-elle
conforme à la loi? Dans combien
de cas des travailleurs gagneront-
ils davantage en travaillant moins?
Quels coûts supplémentaires cette
mesure engendrera-t-elle?
01.08 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb minister
Vande Lanotte trachten te ondervragen in de plenaire vergadering,
maar ik kwam bij mevrouw Onkelinx terecht. Ik probeer nu de eerste
minister te interpelleren en ik kom ook op bij mevrouw Onkelinx
terecht. Ik heb de gelegenheid gehad om mijn vraag vorige week aan
haar te stellen. Het verhoogt natuurlijk in niet-onbelangrijke mate het
prestige van de minister van Werkgelegenheid dat ik steeds bij haar
terechtkom als ik een collega van haar wil ondervragen of
interpelleren. Ik zou mij vereerd voelen.
Ik heb mijn vraag aan haar kunnen stellen en ik heb ook een
antwoord gekregen, waarmee ik niet akkoord ben. Ik noch de partij
waartoe ik behoor, hebben dit oneerbaar compromis mee
goedgekeurd. Mevrouw Van de Casteele, u had met uw partij de
gelegenheid om een stok tussen de deur te houden. U hebt dat niet
gedaan. Elk zijn pijp en zijn tabak, heb ik vanmiddag al gezegd, maar
een beetje logica en consequentie is het minste. Ik vind nog altijd dat
de regering best het Arbitragehof een uitspraak had laten doen in
plaats van het wafelijzer boven te halen. Zoals in de stripverhalen van
Nero bakt men torens wafels waarover men niet meer kan
heenkijken. Ik hoop toch ooit het "geluk" te hebben de eerste minister
over dit onderwerp te ondervragen.
Of het voor hen gelukkig zal zijn, zullen we afwachten. Maar, ik zie af
van de interpellatie. Ik vind dat ik deze minister niet voor minder
ernstig moet nemen dan hij is en dat ik mezelf ook niet voor minder
ernstig moet houden dan ik mezelf nog steeds acht.
01.08 Greta D'Hondt (CD&V): J'ai
également tenté en vain
d'interpeller les premier et vice-
premier ministres. Dans cette
affaire, le gouvernement, au lieu
de recourir à la célèbre politique
du gaufrier, aurait dû permettre à
la Cour d'arbitrage de se
prononcer.
La ministre de l'Emploi a déjà
répondu la semaine dernière à
mes questions. Par respect envers
la ministre et envers moi-même, je
retire mon interpellation. J'espère
néanmoins pouvoir interroger très
bientôt le premier ministre à
propos de ce dossier. Cette
commission n'est pas un dépotoir!
De voorzitter: Ik heb het geagendeerd, omdat wij inderdaad in een cirkel aan het draaien waren.
01.09 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik steun niet
alles wat mevrouw Van de Casteele zegt, behalve dit. Ik vraag het
aan u als voorzitter. Deze commissie is niet de vuilbakcommissie,
waarbij de onderwerpen waarop de eerste minister niet wil
antwoorden worden doorgeschoven naar de commissie voor de
Sociale Zaken. Dat is toch ietwat te eenvoudig!
De voorzitter: Ik heb dat trachten te regelen via de Conferentie van voorzitters. Er hebben meerdere
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
procedures plaatsgevonden. Doch, ik kan hem niet manu militari naar hier brengen!
Ik heb het probleem van het agenderen aan u voorgelegd. U had ermee ingestemd en ik weet welke uw
positie nu is. Het is bijgevolg correct dit punt hier opnieuw te behandelen.
Le président: Nous avons agi pour le mieux en Conférence des présidents.
01.10 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het debat over het tijdskrediet loopt inderdaad
al een tijd. Er werden veel vragen gesteld en ik wens me vandaag te
beperken tot een aantal politieke conclusies.
Het is duidelijk dat in dit dossier Vlaanderen zich voor de zoveelste
keer heeft laten rollen. Nu is inderdaad in het kader van het akkoord
over de Vlaamse aanmoedigingspremies voor het tijdkrediet beslist
dat Vlaanderen de premies voor zorg- en opleidingskrediet, alsook bij
het tijdskrediet voor werknemers van bedrijven in herstructurering
verder kan betalen, maar de federale overheid zal de andere twee van
in totaal vijf Vlaamse premies overnemen en uitbetalen, namelijk die
voor de eenvijfde-loopbaanonderbreking en die voor de uitgroeibanen
voor 50-plussers.
De federale overheid zal de premies voor de loopbaanonderbreking
en de uitgroeibanen voor 50-plussers financieren. Hiermee is
nogmaals gebleken dat een minderheid in dit land nog steeds de wet
dicteert en de meerderheidspartijen andermaal zwichten voor de
chantage van Wallonië. Na dit akkoord bereikt te hebben zal men zich
in Wallonië wellicht zelfgenoegzaam op de borst kloppen en zeggen
dat men het toch maar weer eens heeft kunnen flikken.
Mevrouw Van de Casteele, het is, mijns inziens, een beetje goedkoop
om in dit Parlement kritiek te spuien terwijl uw partijgenoten op een
ander beleidsniveau doen of hun neus bloedt en deze regeling
goedkeuren. De Vlaamse regering is zeer tevreden omdat er 5
miljoen euro extra vrijkomt op haar budget. Dit getuigt van een
onvoorstelbare kortzichtigheid. Door de federale financiering van twee
van de 5 premies vergroten niet alleen de tranfers van Vlaanderen
naar Wallonië waarbij Vlaanderen tweemaal moet betalen, een keer
voor zichzelf en een keer voor Wallonië maar wordt de institutionele
klok opnieuw teruggedraaid door Vlaamse bevoegdheden opnieuw te
federaliseren terwijl het de bedoeling was de gewesten en
gemeenschappen een beleid te laten voeren met eigen klemtonen
inzake tewerkstelling. Als Wallonië toch zo overtuigd was van het
grote gelijk bij het inroepen van het belangenconflict begrijp ik niet
waarom het Waals Gewest niet naar het Arbitragehof is gestapt voor
advies maar men het probleem heeft doorgeschoven naar een
interministeriële conferentie die het probleem moest ontmijnen en een
akkoord heeft bereikt. Advies vragen aan het Arbitragehof was, mijns
inziens, een meer correcte handelwijze geweest.
Ik wilde het punt van de brochures nog even aansnijden. In de pers
las ik dat er ongeveer 500.000 tijdskredietbrochures in 4.700
krantenwinkels zijn verspreid, die helaas vol fouten staan, aldus dat
persbericht. De woordvoerster van het kabinet zei dat dit in ieder
geval een voordeel heeft. De bedragen die nu zijn afgesproken liggen
namelijk hoger dan de bedragen in de brochure vermeld. In die eerste
reactie werd ook meegedeeld dat de foute brochures in de
krantenwinkels zouden blijven liggen. Over een eventuele rechtzetting
01.10 Guy D'haeseleer (VLAAMS
BLOK): Le débat sur le crédit-
temps ne date pas d'hier.
Pour la énième fois, la Flandre
s'est laissé duper par l'accord
relatif aux primes
d'encouragement. Deux primes
sont prises en charge par le
gouvernement fédéral. Dans ce
pays, la minorité règne en maître.
L'accord a été adopté par le
gouvernement flamand, dont font
partie des ministres appartenant à
Spirit. Cette mesure accroît les
transferts de la Flandre vers la
Wallonie et représente un recul en
ce qui concerne la réforme de
l'Etat.
Si la Wallonie était certaine de son
bon droit en invoquant un conflit
d'intérêts, pourquoi a-t-on décidé
de transmettre ce dossier à un
groupe de travail interministériel
plutôt que de laisser la Cour
d'arbitrage trancher?
Selon la presse, quelque 500.000
brochures auraient été déposées
dans près de 4.700 librairies en
vue de leur diffusion. Or, ces
brochures sont truffées d'erreurs
et ne mentionnent plus les chiffres
exacts. A ce propos, le cabinet de
Mme Onkelinx a déclaré que les
chiffres du nouveau système sont
en tout cas plus élevés et qu'un
addendum sera joint à cette
première brochure. Des
informations complémentaires
seront également diffusées par le
biais d'un site internet. Or, celui-ci
contient aussi des erreurs.
De quelle manière va-t-on assurer
la diffusion des corrections
apportées aux premières
brochures? Combien cela coûtera-
t-il?
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
zou nog worden nagedacht. De kabinetsmedewerker verwees naar de
website "www.neemdetijd.be". De modale burger zou daar wel de
juiste cijfers vinden, maar bij nader inzien zijn ook die cijfers niet
correct.
De weg die de concretisering van het tijdskrediet heeft afgelegd, werd
gekenmerkt door onduidelijkheden. Er werd een collectieve
arbeidsovereenkomst gesloten en ook een CAObis moest worden
gesloten, soms vol onvolmaaktheden. Als de informatie die voor de
burger verspreid wordt, nu ook nog eens niet correct is, getuigt dat
niet echt van efficiënt bestuur.
Aan de minister wil ik vragen of zij de verspreiding van die foutieve
brochures zal corrigeren. Zal zij die brochures intrekken? Op welke
manier zal zij de juiste informatie aan de burger bezorgen?
01.11 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, certains sont amoureux des solutions, d'autres préfèrent
les conflits. Je fais partie de la première catégorie. J'aime que des
solutions soient trouvées, d'autant plus lorsque, comme dans ce cas-
ci, elles apportent des avantages supplémentaires à l'ensemble des
travailleurs de ce pays, qu'ils soient du Nord, du Sud ou du centre.
Elles privilégient une politique en faveur de laquelle tous les groupes
se sont prononcés, à savoir une politique de conciliation entre la vie
professionnelle et la vie privée. Je suis donc satisfaite des solutions
qui sont intervenues.
Je rappelle que la Région wallonne avait introduit des recours contre
l'arrêté du gouvernement flamand, non seulement sur la base du
conflit d'intérêts mais aussi sur la base du conflit de compétences.
Les deux types de conflit avaient été évoqués. Le conflit de
compétences a été invoqué en raison de la position de la Région
wallonne. En effet, à partir du moment où l'obligation de
remplacement était supprimée pour les interruptions de carrière avec
prime, on passait d'une politique de promotion de l'emploi à une
politique de conciliation entre la vie au travail et la vie en dehors du
travail, ce qui est uniquement de compétence fédérale.
Sur la base des recours introduits par la Région wallonne, le comité
de concertation a décidé d'évoquer le problème au cours d'une
conférence ministérielle de l'emploi, élargie aux ministres-présidents.
1. Tous ensemble, nous avons évoqué le problème de compétence et
nous avons fait la différence entre les primes prévues dans l'arrêté du
gouvernement flamand et qui étaient spécifiquement de compétence
régionale je pense aux primes "formation" et celles qui
soutenaient simplement la conciliation vie au travail/vie hors travail,
pour lesquelles chacun a finalement reconnu qu'elles étaient de
compétence fédérale.
2. Nous avons également évoqué le régime des conventions
collectives. Nous avons rappelé que les conventions collectives
étaient régies par la loi de 1968, qui est de compétence fédérale.
Mais vous savez que cette loi sur les conventions collectives permet
une grande souplesse. Les commissions et sous-commissions
paritaires peuvent négocier de telle manière que les partenaires
intéressés peuvent trouver des accords entre eux. Ceux-ci sont alors
rendus obligatoires par arrêté royal, sur demande des partenaires
01.11 Minister Laurette Onkelinx:
Ik hou van oplossingen, vooral als
ze voor alle Belgische werknemers
bijkomende voordelen met zich
brengen en de mogelijkheid
bieden beroeps- en privé-leven
beter te verzoenen.
Het Waalse Gewest had gewag
gemaakt van een bevoegdheids-
en een belangenconflict om hoger
beroep aan te tekenen. Er zou
sprake zijn van een
bevoegdheidsconflict omdat met
betrekking tot de
loopbaanonderbreking met premie
van een beleid ter bevordering van
de werkgelegenheid werd
overgestapt op een beleid dat de
verzoening van het professionele
leven met het leven daarbuiten
nastreeft, wat een federale
bevoegdheid is.
Ingevolge de beroepen van het
Waalse Gewest, werd het
probleem aangekaart tijdens een
werkgelegenheidsconferentie
waaraan ook de ministers-
presidenten deelnamen.
Er werd een onderscheid gemaakt
tussen de premies die verband
houden met gewestelijke
bevoegdheden en de premies die
een betere verzoening beogen van
beroeps- en privé-leven, wat een
federale materie is.
Gelet op hun soepelheid bieden de
collectieve overeenkomsten, die
tot de federale bevoegdheid
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
sociaux, et ils lient les partenaires sociaux qui les ont négociés. La loi
de 1968 permet toute la souplesse nécessaire pour tenir compte des
spécificités des différentes régions, secteurs et sous-secteurs.
Dans ce cadre, nous avons décidé que lorsque des conventions
collectives comportent des volets spécifiques où la politique fédérale
est renforcée par des dispositifs régionaux je citerai l'exemple des
primes "formation" qui comprennent à la fois le régime ordinaire prévu
par la loi fédérale et des régimes de soutien prévus par les régions ,
les dispositifs qui font l'objet d'annexes aux conventions collectives
sont portés automatiquement à la connaissance des autorités
régionales pour bonne fin.
3. Nous avons aussi discuté de l'accord interprofessionnel 2000-2001.
Selon cet accord, l'ensemble des partenaires sociaux avaient fixé,
avec les régions, un barème pour les différentes primes. Nous avons
constaté qu'au niveau flamand, les partenaires sociaux ont voulu,
semble-t-il unanimement, aller plus loin que ce qui avait été décidé
dans l'accord interprofessionnel.
Dans un dialogue entre le gouvernement fédéral et les partenaires
sociaux, lors d'une rencontre avec le groupe des dix, nous avons
décidé de prendre en compte l'attente spécifique des partenaires
sociaux flamands et de considérer que l'ensemble des partenaires
sociaux de ce pays pouvaient être en phase avec cette attente. Dès
lors, nous avons inscrit l'accord flamand dans notre dispositif fédéral,
en prévoyant une augmentation des primes de 50, à quoi il faut
ajouter 37 en fonction du profil des travailleurs qui sollicitent leur
interruption de carrière, à savoir les isolés avec ou sans enfants.
Je peux vous dire très ouvertement que j'ai demandé aux partenaires
sociaux si cette augmentation pour les isolés sans enfants était
vraiment nécessaire. C'est une question légitime. Un jeune travailleur
de 23 ans qui, après être sorti de l'école depuis un certain temps,
prend sa semaine de quatre jours, va recevoir une prime supérieure à
celle d'un travailleur marié avec enfants. On peut se demander si cela
a un sens. J'ai posé la question aux partenaires sociaux puisque
l'accord flamand prévoyait le renforcement pour les isolés avec ou
sans enfants. Je trouvais que c'était cohérent de le faire pour les
isolés avec enfants mais je me demandais s'il fallait aussi le prévoir
pour les isolés sans enfants. J'ai constaté que les partenaires sociaux
souhaitaient, dans un but d'apaisement, reprendre tel quel l'accord qui
avait été négocié avec les partenaires sociaux flamands, mais qu'ils
évalueraient cette disposition lors de leur accord interprofessionnel.
Dès lors, j'ai repris cette disposition telle quelle. Je rappelle qu'elle
n'est pas encore inscrite dans notre droit. Mon site ne pourrait pas
encore intégrer les modifications puisque l'arrêté a été adopté en
première lecture au gouvernement mais est pour l'instant au Conseil
d'Etat. Je ne vais donc pas anticiper dans le cadre du site sur ce qui
devra être décidé après passage au Conseil d'Etat.
Enfin, pour ce qui concerne une des questions de Mme Van de
Casteele sur un travail peut-être plus global de conciliation vie au
travail/vie hors travail, moins corseté, j'ai demandé depuis belle lurette
déjà aux partenaires sociaux de mener une réflexion sur ce qu'on
appelle le compte épargne/temps, qui permet de gérer une flexibilité,
dans le cadre d'un dialogue entre travailleur et employeur, sur
l'ensemble de la carrière. Les partenaires sociaux y travaillent depuis
behoren, ons de mogelijkheid met
de eigenheid van sectoren en
subsectoren rekening te houden.
Wanneer deze overeenkomsten
bovendien bijlagen met specifieke
bepalingen bevatten, worden die
bijlagen voor uitvoering ter kennis
van de gewestelijke overheden
gebracht.
In het interprofessioneel akkoord
2000-2001 hadden alle sociale
partners, zowel in het noorden als
het zuiden des lands en in Brussel,
nieuwe schalen voor de diverse
premies vastgesteld. Nadien
wilden de Vlaamse sociale
partners verder gaan. Hun
verzuchtingen werden door alle
sociale partners in aanmerking
genomen. Wij hebben vervolgens
het Vlaams akkoord overgenomen
en het in de federale regelgeving
opgenomen. Moest de premie
voor alleenstaanden zonder
kinderen ten laste echt worden
opgetrokken? Ik heb de sociale
partners gevraagd of dat wel een
zinvolle maatregel was.
De sociale partners wilden het
akkoord dat met de Vlaamse
partners werd gesloten als zodanig
overnemen. De besluiten bevinden
zich thans bij de Raad van State,
waaraan zij voor advies werden
voorgelegd.
Wat meer bepaald het ruimere
overleg over een betere
verzoening van arbeid en privé-
leven betreft, werd de sociale
partners gevraagd hoe de
flexibiliteit over de volledige duur
van de hele loopbaan kan worden
ingepast. Wij hebben meer
informatie over de stand van
zaken gevraagd en om voorstellen
verzocht. Wij hebben nog altijd
niets ontvangen. Misschien
moeten wij terzake zelf een
initiatief nemen. Tijdens de
begrotingscontrole zal moeten
worden beslist waar wij de nodige
kredieten kunnen vinden.
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
de nombreux mois. Dans la dernière note de priorité du
gouvernement, nous leur avons demandé de nous informer sur l'état
d'avancement de leurs travaux. Lors de la dernière rencontre entre le
gouvernement et les partenaires sociaux, nous leur avons encore fait
savoir que c'était une priorité pour nous. A partir d'un certain moment,
il faudra bien admettre qu'il n'y a pas de réponse des partenaires
sociaux et peut-être reprendre l'initiative au niveau gouvernemental.
Mais pour le moment, j'attends toujours que des propositions nous
soient éventuellement soumises à cet égard.
Voilà, monsieur le président, pour ce qui concerne l'aspect
budgétaire. Je pense que M. Vande Lanotte qui, semble-t-il, a été
interpellé par Mme D'Hondt, pourra à nouveau l'être dans le cadre du
contrôle budgétaire qui va se terminer prochainement, puisqu'il faudra
décider à cette occasion où puiser les crédits nécessaires pour
assumer ces nouvelles dépenses budgétaires.
01.12 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister,
zonder te polemiseren durf ik te stellen dat u volgens mij tevreden
bent met een, naar mijn inzicht, oplossing op korte termijn. Ik had veel
liever een oplossing gezien die een beleid op lange termijn mogelijk
maakt. Ik blijf dus betreuren dat er een vrij restrictieve interpretatie
wordt gegeven aan de huidige bevoegdheidsverdeling. Ik blijf
eveneens betreuren dat er een vrij restrictieve interpretatie wordt
gegeven aan het begrip tewerkstellingsbeleid. De twee hangen
uiteraard samen. Ze hebben gezorgd voor het conflict en voor de
oplossing die men ervoor heeft gevonden.
Ten tweede, wat het interprofessioneel akkoord betreft, het is juist dat
men nu verder gaat met de premies die daarin voorzien werden, deels
omdat men in Vlaanderen verder wou gaan. Mevrouw de minister, dat
is juist het gevaar als men de aangelegenheid federaal maakt.
Hierdoor legt men een hypotheek op het Vlaams sociaal overleg.
Telkens men in de toekomst aan Vlaamse zijde een akkoord bereikt
tussen de sociale partners over een of ander voordeel loopt men het
risico dat het onder druk kan worden verruimd. Als die techniek een
keer is gebruikt, zal dat in de toekomst nog gebeuren. Hierdoor zal
het zeer moeilijk zijn om op Vlaams niveau nog specifieke afspraken
te maken. De sociale partners in Vlaanderen voelen dat aan als een
bedreiging.
Ten derde, wat de alleenstaanden betreft, deel ik uw mening dat het
eigenlijk logischer zou zijn om het te beperken tot wat oorspronkelijk
de bedoeling was. Als alleenstaanden wegens de combinatie van
arbeid en gezin voor een grotere uitdaging staan, moeten zij daar een
extra premie voor kunnen krijgen. Als men dat loskoppelt van het
hebben van een gezin en het hebben van kinderen, dan lijkt mij dat tot
effecten te leiden die niet opportuun zijn. Ik ben dan ook vragende
partij om het hele systeem na een bepaalde tijd te evalueren.
Tot slot, ook wat de carrièreplanning betreft, ben ik vragende partij om
het debat desnoods in het Parlement te voeren. We moeten ons er
echter van bewust zijn dat het verder gaat dan een debat over
premies en mogelijkheden om uit het arbeidsproces te stappen. Het
moet gekoppeld zijn aan de hele carrièreduur. Dat impliceert dus ook
dat men de mensen de boodschap zal moeten brengen dat zulks
tegelijkertijd betekent dat zij zullen moeten wennen aan de idee dat ze
langer zullen moeten werken. Men moet dan vraagtekens durven te
01.12 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je préfère une solution à
long terme. Je déplore cette
marche arrière en matière de
répartition des compétences ainsi
que la politique de l'emploi
restrictive.
Si l'on va plus loin aujourd'hui,
c'est uniquement parce que la
Flandre a voulu aller plus loin.
Cela hypothèque la concertation
sociale en Flandre: tout accord
risquera d'être élargi, ce qui rendra
plus difficile la conclusion
d'accords spécifiques.
Les isolés doivent faire face à des
problèmes et des défis plus
importants. Ils doivent, dès lors,
recevoir une prime
complémentaire. Si l'on ne tient
pas compte du ménage et des
enfants, une évaluation est
nécessaire.
L'organisation de la carrière
nécessite un débat. Il faudra
habituer les citoyens à l'idée qu'ils
devront travailler plus longtemps.
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
plaatsen bij systemen zoals bijvoorbeeld dat van de brugpensioenen.
01.13 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, u
zegt dat de Waalse Gemeenschap ervan overtuigd was dat er een
bevoegdheidsconflict was. Waarom is men dan niet naar het
Arbitragehof gegaan in plaats van te kiezen voor een typisch Belgisch
compromis dat eigenlijk nadelig is voor Vlaanderen?
Mevrouw Van de Casteele verwijt de minister dat zij akkoord gaat met
een oplossing op korte termijn. Mevrouw Van de Casteele, ik stel vast
dat uw partij en uw ministers op Vlaams niveau daar evengoed mee
akkoord gaan. Ofwel hebt u twee gezichten, ofwel luisteren uw
partijgenoten niet naar u. Ze zagen hier in elk geval geen graten in. Ik
meen dat u moet beseffen dat u niet tegelijkertijd warm en koud kunt
blazen.
Mevrouw de minister, u zult begrijpen dat het akkoord door ons
helemaal niet gesmaakt wordt en dat er eigenlijk maar één oplossing
is om voor eens en altijd komaf te maken met de
bevoegdheidsconflicten en het consumptiefederalisme, namelijk heel
het werkgelegenheidsbeleid overhevelen naar de deelgebieden. Ik
heb dan ook een motie in die zin ingediend.
01.13 Guy D'haeseleer (VLAAMS
BLOK): La ministre affirme que la
Région wallonne était convaincue
qu'il y avait un dépassement de
compétences. Pourquoi ne saisit-
elle pas la Cour d'Arbitrage?
Mme Van de Casteele est contre
la solution actuelle alors que son
parti n'y voyait aucun inconvénient.
Je ne vois qu'une seule solution: la
régionalisation complète de la
politique de l'emploi. J'ai déposé
une motion de recommandation en
ce sens.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Guy D'haeseleer en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de dames Annemie Van de Casteele en Greta D'Hondt
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid,
stelt vast dat een coherent, efficiënt en autonoom tewerkstellingsbeleid onmogelijk is voor de deelstaten;
verzoekt de regering alle voorbereidingen te treffen om het volledige werkgelegenheidsbeleid over te
hevelen naar de deelgebieden."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Guy D'haeseleer et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Annemie Van de Casteele et Greta D'Hondt
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de l'emploi,
constate que les entités fédérées sont dans l'impossibilité de mettre en oeuvre une politique cohérente,
efficace et autonome en matière d'emploi, et
demande au gouvernement d'adopter toutes les mesures préparatoires requises pour transférer aux entités
fédérées l'intégralité des compétences en matière de politique de l'emploi."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jean-Marc Delizée, Paul Timmermans en Bruno Van
Grootenbrulle en mevrouw Pierrette Cahay-André.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jean-Marc Delizée, Paul Timmermans et Bruno Van
Grootenbrulle et Mme Pierrette Cahay-André.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de vertrekpremie voor de gewezen werknemers van Sabena" (nr. 6603)
02 Question de M. Karel Van Hoorebeke à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
prime de départ pour les anciens travailleurs de la Sabena" (n° 6603)
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in het kader van de onderzoekscommissie-
Sabena zijn enkele weken geleden de vertegenwoordigers van het
personeel aan bod gekomen. Zij hebben hun ongenoegen laten
blijken over de wijze waarop het sociaal begeleidingsplan dat de
regering heeft uitgewerkt naar aanleiding van het faillissement, niet
wordt uitgevoerd, zoals aanvankelijk was voorgesteld. Bovendien zou
het plan heel wat onduidelijkheden bevatten.
De vertegenwoordigers van Sabena Tomorrow hebben meegedeeld
dat het basisbedrag van de activeringspremie niet correct wordt
uitbetaald. In het sociaal begeleidingsplan, dat in de nacht van 7 op 8
november van vorig jaar werd gesloten tussen de vertegenwoordigers
van de vakbonden en de federale regering, staat dat het basisbedrag
van de activeringspremie 150.000 Belgische frank bedraagt en dat het
bedrag gelijk is voor iedereen die niet wordt overgenomen vóór 15
december 2001.
Mevrouw de minister, daartegenover staat dat in vroegere
herstructureringsplannen de personeelsleden werden aangemoedigd
om deeltijds te gaan werken teneinde afvloeiingen te voorkomen.
Heel wat personeelsleden zijn daarop ingegaan en werkten op het
ogenblik van het faillissement voor ongeveer 80%. Door die
inspanning hebben zij de werkgelegenheid van andere
personeelsleden lange tijd kunnen vrijwaren. Die mensen zouden
daarvan nu het slachtoffer worden, want volgens de vertegen-
woordigers van Sabena Tomorrow zou de activeringspremie voor die
categorie van personeelsleden worden afgeroomd wegens hun
deeltijdse prestaties.
Een tweede probleem is de datum waarop de vertrekpremie van
150.000 Belgische frank zou worden uitbetaald. Aanvankelijk werd
bepaald dat de uitbetaling zou plaatsvinden tussen de periode van 22
en 24 december 2001. Blijkbaar is dat vandaag nog steeds niet het
geval of in elk geval niet voor iedereen.
Er is ten derde ook een probleem in verband met de ex-
personeelsleden van Sabena die in het buitenland waren
tewerkgesteld op het ogenblik van het faillissement. Ook zij zouden
problemen hebben om die premie te ontvangen.
Mijnheer de voorzitter, ik herhaal nog even mijn drie vragen. Mevrouw
de minister, is het juist dat de bedragen die werden toegezegd,
worden herleid voor gewezen deeltijdse personeelsleden? Hoeveel
ex-personeelsleden werden reeds vergoed met de activeringspremie?
Hoeveel ex-personeelsleden moeten de premie vandaag nog
ontvangen? Zullen de gewezen buitenlandse personeelsleden ook
worden vergoed?
02.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Au sein de la
commission d'enquête Sabena,
des représentants de l'ancien
personnel ont déclaré que la mise
en oeuvre du plan
d'accompagnement social pour la
Sabena se heurtait à des
difficultés. Ainsi, le montant de
base des primes d'activation ne
serait pas payé correctement. Aux
termes de l'accord du 8 novembre
2001, le montant de base s'élève à
150.000 francs et est identique
pour quiconque n'a pas été
rengagé au 15 décembre 2001.
Dans le cadre de plans de
restructuration antérieurs, le
personnel avait été encouragé à
travailler à temps partiel pour
éviter les licenciements. Bon
nombre de "Sabéniens" avaient
dès lors opté en faveur d'un
régime de travail à 80 pour cent.
Ces travailleurs voient aujourd'hui
leur prime d'activation réduite
proportionnellement à la
diminution de leurs prestations.
Il me revient que la prime de
départ devait être versée entre le
22 et le 24 décembre 2001. J'ai la
très nette impression que cet
engagement n'a pas été respecté.
Les anciens membres du
personnel qui travaillent à
l'étranger éprouveraient également
des difficultés pour obtenir cette
prime.Qu'en est-il du versement
de la prime de départ aux ex-
Sabéniens travaillant à l'étranger?
Est-il exact que les travailleurs à
temps partiel ne percevront qu'une
prime réduite?A combien
d'anciens membres du personnel
la prime a-t-elle déjà été versée?
Quand ceux qui n'ont pas encore
été payés le seront-ils?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
wat de deeltijdse werknemers betreft, herhaal ik wat ik in een vroeger
antwoord reeds meedeelde. De premies worden inderdaad pro rata
de arbeidstijd uitbetaald. Een dergelijke regeling voor de deeltijdse
arbeid is trouwens de algemene regel in het arbeidsrecht en het
sociaalzekerheidsrecht.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les primes pour les
travailleurs à temps partiel ont été
versées au prorata de leur temps
de travail. A propos de la mise en
oeuvre du plan
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
In het akkoord tussen de delegatie van de regering en de vakbonden
aangaande de wijze van uitvoering van het sociaal plan is wel
uitdrukkelijk voorzien dat voor die arbeidstijd wordt uitgegaan van de
arbeidstijd voorzien in de geschreven basisarbeidsovereenkomst.
Hiervan kan worden afgeweken indien de werknemer aantoont dat de
werkelijke gemiddelde arbeidsduur, berekend op de laatste twaalf
kalendermaanden, hoger ligt. Als bewijs hiervan kan onder andere het
door de curator ingevulde rooster op het C4-document worden
gebruikt.
In principe hebben alle ex-werknemers van Sabena die zijn ontslagen,
het basisbedrag van de activeringspremie reeds ontvangen. Op
28
februari, een paar dagen geleden, hadden al 6.308
personeelsleden deze basispremie van 150.000 frank gekregen.
Volgens de informatie van het Fonds voor Sluiting van
Ondernemingen zouden in totaal ongeveer 150 ontslagen
werknemers nog geen betaling hebben ontvangen. Het gaat
uitsluitend om werknemers van 50 jaar en ouder, die voor
brugpensioen in aanmerking komen. Deze werknemers moeten
kiezen tussen het brugpensioen en de specifieke regeling van het
sociaal plan. Het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen heeft alle
werknemers individueel aangeschreven en gevraagd hun keuze
kenbaar te maken voor uiterlijk 22 februari. Een aantal personen heeft
echter nog niets laten weten zodat voor hen nog geen betaling kan
worden uitgevoerd.
Wat het laatste deel van uw vraag betreft, is het zo dat werknemers
die in het buitenland waren tewerkgesteld, maar via hun
arbeidsovereenkomst met Sabena waren verbonden, eveneens in
aanmerking komen voor de premies van het sociaal plan. Op de lijst
die het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen vanwege de
curatoren ontving en die zij gebruikte voor het uitvoeren van de
betalingen, staat een aantal buitenlandse werknemers vermeld. Zij
werden betaald zoals de anderen.
Tot slot wil ik u eraan herinneren dat de correcte uitvoering van het
sociaal plan volledig afhankelijk is van de correctheid van de
informatie die de curatoren verstrekken. Zij beheren immers het
geïnformatiseerd personeelsbestand van Sabena.
d'accompagnement, un accord a
été conclu entre le gouvernement
et les syndicats. Le temps de
travail est fixé dans le contrat de
travail. Une dérogation peut être
obtenue lorsque le travailleur peut
prouver qu'au cours des douze
derniers mois, il a accompli des
prestations plus importantes. Dans
ce cas, le curateur peut se référer
à la grille complétée sur le
document C4.
Un montant de base de 150.000
francs a été versé le 28 février
dernier à 6.308 anciens membres
du personnel de la Sabena. Le
Fonds de fermeture des
entreprises a fait savoir que 150
ex-membres n'ont pas encore
touché de montant de base. Il
s'agit de personnes âgées de plus
de cinquante ans pouvant
prétendre à la prépension
auxquelles le Fonds a adressé un
courrier personnel les invitant à
faire connaître leur choix avant le
22 février. Une partie de ces
personnes n'a pas encore réagi à
cette demande.
Les travailleurs occupés par la
Sabena à l'étranger peuvent eux
aussi prétendre aux primes du
Plan social. La mise en oeuvre
correcte du plan dépend de
l'exactitude des informations
fournies par les curateurs.
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw de minister, ik dank
u voor uw duidelijk en cijfermatig antwoord. Ik kan uit uw antwoord op
de eerste vraag alleen maar afleiden dat het misschien wel zo is
afgesloten, maar het is niet op die manier gecommuniceerd. Veel
deeltijdse personeelsleden voelen zich belazerd omdat zij maar een
pro rata uitbetaling krijgen, zelfs als dat in overeenstemming is met de
sociale wetgeving terzake. Het is duidelijk dat zij die gedurende de
laatste jaren aan de sanering van Sabena hebben meegeholpen, door
op deeltijdse arbeid over te stappen, nu slachtoffer worden van hun
bereidwilligheid om op dat vlak inspanningen te leveren. Ik betreur dat
de regering geen inspanningen heeft geleverd om ook voor die
mensen een specifieke oplossing te zoeken.
De uitbetalingen zouden voor het merendeel van het personeel zijn
gebeurd, weliswaar twee maanden later dan aangekondigd. Volgens
de aankondiging, zou de premie immers rond kerstdag worden
uitbetaald. Wij zijn nu twee maanden verder. Ook dat plan heeft deze
02.03 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): L'accord n'a donc pas
été expliqué clairement aux
intéressés. En acceptant un
emploi à temps partiel, les
travailleurs ont contribué à
l'assainissement de la Sabena. Or,
ces travailleurs à temps partiel
sont à présent pénalisés.
Il y a un retard de deux mois dans
le paiement des primes. Ce n'est
pas correct.
Les membres du personnel
étrangers ne constituent nullement
une exception; voilà déjà un
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
regering niet op een correcte wijze uitgevoerd. U kunt zeggen dat de
betaling is gebeurd op basis van de gegevens die de curatoren
hadden moeten verstrekken, maar toen wij de informatie hebben
gekregen over de wijze waarop een en ander verliep bij Sabena,
moesten wij ons daarover ook grote vragen stellen.
Tot slot, mevrouw de minister, noteer ik dat er geen uitzondering
wordt gemaakt voor de buitenlandse personeelsleden, die eveneens
in aanmerking komen voor de uitkering van de activeringspremie.
Daaromtrent blijken er geen problemen meer te bestaan.
Ik kan slechts een gebrek aan communicatie en aan het verstrekken
van informatie vaststellen. Zelfs het personeel dat reeds zwaar werd
getroffen door het faillissement, moet blijkbaar via zijwegen aan
correcte informatie zien te komen. Dat was trouwens de reden van
mijn vragen.
problème en moins. Quoi qu'il en
soit, les personnes concernées
n'ont pas été informées
correctement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de M. Paul Timmermans à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
financement des mesures de réduction du temps de travail" (n° 6699)
03 Vraag van de heer Paul Timmermans aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de financiering van de maatregelen inzake werktijdverkorting" (nr. 6699)
03.01 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la ministre, permettez-moi de revenir sur le débat précédent
qui est celui du financement du crédit-temps. Je ne souhaite pas
polémiquer ou, plus exactement, je me retiens de polémiquer sur les
aspects régionaux du débat. Je trouverais cependant passionnant de
disposer des chiffres de l'évaluation des exonérations de cotisations
sociales et voir à quelle région cela profite le plus. Mais ce n'est pas
l'objet de mon propos.
Les 18 millions d'euros nécessaires au financement du crédit-temps
d'une manière générale ont donc été décidés par ce gouvernement.
Je pense que vous avez partiellement répondu à ma question dans
l'interpellation précédente. Je souhaiterais savoir où vont être
prélevés ces 18 millions d'euros, sachant que vous avez évoqué le
contrôle budgétaire. S'agit-il d'affectations nouvelles ou d'un
prélèvement sur le budget normalement consacré aux mesures de
réduction du temps de travail? Vous connaissez l'intérêt des
écologistes pour le partage du temps de travail et nous avons
d'ailleurs toujours soutenu vos différentes propositions, bien que nous
regrettions qu'il n'y ait pas d'embauche compensatoire mais c'est
encore un autre problème.
Actuellement, quel est l'état d'avancement de l'utilisation du budget en
fonction des différentes mesures que vous avez promues, que nous
avons soutenues et votées?
03.01 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): Ik wil geen
polemiek voeren, maar geloof dat
het wenselijk zou zijn over cijfers
te beschikken met betrekking tot
arbeidstijdverkorting, teneinde zo
te weten te komen welk Gewest er
profijt van heeft. De federale
regering heeft ingestemd met een
aanzienlijke tegemoetkoming ten
belope van 18,7 miljoen euro, ter
bevordering van de uitvoering van
de nieuwe maatregelen inzake het
tijdskrediet.
Gaat het om nieuwe middelen, of
wordt dat geld afgehouden van het
budget dat al was vastgesteld voor
maatregelen inzake
arbeidstijdverkorting? Als
laatstgenoemde veronderstelling
de juiste is, in hoeverre werd dat
budget dan al gespendeerd aan de
uitvoering van de onderscheiden
maatregelen in kwestie?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je pense
que j'ai déjà répondu lors de l'interpellation de Mme D'Hondt. On
verra, au début du contrôle budgétaire, comment trouver les moyens
suffisants pour soutenir les dépenses supplémentaires résultant de
l'accord sur les primes.
Sans avoir obtenu l'accord complet du gouvernement à ce propos, je
03.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb over dat onderwerp al een
antwoord gegeven, meer bepaald
op een vraag van mevrouw
D'Hondt. In het kader van de
begrotingscontrole zullen we zien
hoe we de middelen kunnen
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
ne souhaite pas indiquer les différentes possibilités qui se trouvent
actuellement sur la table des négociations.
Quant à la question concernant l'état de l'utilisation des différentes
parties du budget, je n'avais pas vu cette question et je ne peux donc
y répondre maintenant. Lors des discussions budgétaires, je vous
fournirai ces informations.
vinden om de bijkomende uitgaven
tengevolge van de overeenkomst
betreffende de premies te
financieren.
Ik wil verder niets kwijt over de
onderscheiden denkpistes die ter
tafel liggen bij de
onderhandelingen. Ik zal u nadere
toelichting verstrekken tijdens de
begrotingsbesprekingen.
03.03 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Madame la ministre,
ma préoccupation et aussi la vôtre, c'est de ne pas mettre en péril
l'ensemble des mesures dont vous avez fait la promotion et que nous
estimons pertinentes. La somme qui y est consacrée est relativement
importante et elle serait donc "distraite" des affectations normalement
prévues.
03.03 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): Ik wil vooral
dat er niet geraakt wordt aan de
geplande bestedingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de vereisten bij de aanwerving van werknemers en de bescherming van de privacy" (nr. 6703)
04 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
exigences posées lors de l'engagement de travailleurs et la protection de la vie privée" (n° 6703)
04.01 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, na de dramatische gebeurtenissen van 11 september 2001
moeten we ons met betrekking tot de arbeidsverhoudingen ervoor
hoeden niet in overdrive te gaan. Ik stel deze vraag omdat de
bouwsector, die diverse categorieën van werknemers aanwerft, van
laaggeschoolden tot zeer hooggeschoolden en van allochtonen tot
autochtonen, grote vraagtekens plaatst bij een aantal praktijken van
ondernemingen die afhangen van multinationals.
Zowel de vakbonden als de werkgeversfederatie van de bouwsector
zijn ongerust. Na 11 september wordt deze sector bij uitvoering van
werken voor ondernemingen die deel uit maken van een
multinationale groep of voor Amerikaans vestigingen in ons land,
geconfronteerd met een soort dwingend bevel om een bewijs van
goed gedrag en zeden van hun werknemers te vragen, zelfs voor
werknemers met een jarenlange staat van dienst bij de betrokken
bouwfirma's. Als reden geeft men veiligheidsoverwegingen. Mevrouw
de minister, ik heb zo mijn bedenkingen over dit soort maatregelen.
Het is, mijns inziens, maar goed dat mensen die in het verleden over
de schreef zijn gegaan opnieuw aan de slag kunnen. Dat deze groep
mensen steeds opnieuw, ook in de bouwsector, moeten komen
aandraven met een bewijs van goed zedelijk gedrag is niet erg
bevorderlijk voor de reïntegratie van deze mensen.
Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van dit soort praktijken? Is
het vragen van een bewijs van goed zedelijk gedrag bij de aanwerving
van een werknemer en a fortiori van een werknemer die reeds
jarenlang bij iemand in dienst is al dan niet een inbreuk op de
bescherming van het privé-leven van de werknemer en van de wet op
de privacy? Heel wat juristen die zich in deze materie gespecialiseerd
hebben, beweren dat dit wel degelijk een inbreuk is op de wet op de
04.01 Greta D'Hondt (CD&V):
Les événements tragiques du 11
septembre ont modifié les
relations de travail en Belgique.
Nous devons veiller à ne pas
réagir excessivement.
De plus en plus de travailleurs
issus de toutes les catégories
doivent présenter un certificat de
bonnes vie et moeurs. Dans le
secteur de la construction surtout,
les travailleurs sont confrontés à
cette demande pressante même
s'ils sont occupés depuis des
années. Cela est d'autant plus vrai
lorsque le travail est réalisé pour le
compte d'une société américaine.
La ministre a-t-elle eu vent de ces
pratiques? Le fait de réclamer un
certificat de bonnes vie et moeurs
lors du recrutement d'un
travailleur, ou après des années
de service, constitue-t-il une
atteinte à la vie privée du
travailleur ou une infraction à la loi
sur la protection de la vie privée?
Quelles meures la ministre
envisage-t-elle de prendre pour
lutter contre ces pratiques?
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
privacy en op de regeling inzake de bescherming van het privé-leven.
Welke maatregelen overweegt u te nemen als mocht blijken dat het
opvragen van een dergelijk bewijs wel degelijk strijdig is met de twee
bovenvernoemde reglementeringen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, la question
posée par Mme D'Hondt est vraiment délicate. Tout d'abord, je
préciserai que je n'ai pas été interpellée par quelque partenaire que
ce soit sur une demande accrue des employeurs en cas d'embauche
pour obtenir un certificat de bonnes vie et moeurs des candidats à
l'emploi. En la matière, on ne peut prétendre que je sois informée de
manière spécifique.
L'analyse de la situation ne peut se faire sans tenir compte des règles
de protection de la vie privée. Ces règles relatives au respect de la vie
privée lors du recrutement et de la sélection des travailleurs sont
d'ailleurs reprises dans la convention collective du travail n° 38 du 6
décembre 1983, conclue au Conseil national du travail.
En principe, le contrat de travail est conclu avec un candidat à un
poste déterminé pour sa personne. Par conséquent, l'employeur peut
examiner si le futur travailleur dispose des qualités nécessaires pour
l'exécution du contrat. Cette liberté d'embauche n'est cependant pas
absolue. L'article 11 de la convention collective stipule que "La vie
privée des candidats doit être respectée lors de la procédure de
sélection". Cela implique que des questions sur la vie privée ne se
justifient que si elles sont pertinentes en raison de la nature et des
conditions d'exercice de la fonction, comme dans les entreprises de
gardiennage, où elles sont quasi automatiquement posées.
La deuxième partie de la convention collective n° 38, entre autres
l'article 11, ne contient par contre aucune obligation couverte par des
sanctions pénales. Elle ne contient que des recommandations. Le
passé pénal d'un travailleur fait, en principe, partie de sa vie privée.
Néanmoins, la présentation d'un certificat de bonnes vie et moeurs
peut être pertinente vu la nature et les conditions d'exercice de la
fonction et la nature de l'entreprise. Dans ce sens, l'employeur peut
poser la remise d'un certificat de bonnes vie et moeurs par le candidat
comme condition avant de pouvoir conclure un contrat de travail avec
cette personne. La remise d'un tel certificat peut, toujours en principe,
aussi être demandée dans le courant du contrat de travail, par
exemple lors d'une éventuelle promotion en cas de changement de
fonction.
On pourrait prétexter des règles de protection de la vie privée.
Comme je l'ai expliqué, en raison de la nature de la fonction, il est
permis de demander un certificat de bonnes vie et moeurs. Que se
passe-t-il si l'on exige un certificat, alors que la nature et les
conditions d'exercice de la fonction n'y sont pas liées? Cette matière
est complexe. Quoi que l'on fasse en droit, le rapport de force
interviendra systématiquement, l'embauche étant un rapport individuel
entre un employeur et un travailleur.
Je dois avouer que je n'ai pas de solution. L'interdire est impossible
pour les raisons que j'ai invoquées. Et comment circonscrire la
possibilité de le demander? Je n'ai pas de solution. Au stade actuel, je
peux seulement interroger les partenaires sociaux afin de savoir si la
pratique est en augmentation et connaître l'état de leurs réflexions en
04.02 Minister Laurette Onkelinx:
Dat is een netelige kwestie. Geen
enkele van de partners heeft mij
een vraag gesteld over de
toename van het aantal door
werkgevers geëiste getuigschriften
van goed zedelijk gedrag bij
indienstnemingen. De regels
inzake het eerbiedigen van de
privacy bij selectie en
indienstneming zijn opgenomen in
de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 38 van
1983. De arbeidsovereenkomst
wordt gesloten voor een
welbepaalde betrekking en de
werkgever beschikt over een
zekere vrijheid van
indienstneming. Wat de selectie
betreft, mogen de gegadigden
enkel vragen met betrekking tot
het privé-leven worden gesteld in
functie van de aard en de
uitoefeningsvoorwaarden van de
betrekking.
De collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 38, en
inzonderheid artikel 11, bevatten
geen enkele verplichting die
vergezeld gaat van
strafmaatregelen. Zij bevat enkel
aanbevelingen. Het strafrechtelijk
verleden van een persoon maakt
in principe deel uit van het privé-
leven. De overlegging van een
getuigschrift van goed zedelijk
gedrag kan echter worden
beschouwd als een voorwaarde in
functie van de aard van het werk.
Het betreft een complexe
aangelegenheid, aangezien de
krachtsverhoudingen altijd spelen.
Ik beschik niet over een pasklare
oplossing. Hoe kan men de
mogelijkheid om een getuigschrift
van goed zedelijk gedrag te
vragen, afbakenen? Ik kan die
kwestie voorleggen aan de sociale
partners, maar kan u thans
daarvoor geen oplossing
aanreiken.
12/03/2002
CRIV 50
COM 690
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
la matière. Personnellement, je demeure à l'écoute de propositions
spécifiques, mais ne suis pas en mesure, maintenant, de livrer une
solution toute faite.
04.03 Greta D'Hondt (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag had
niet tot doel een discussie aan te gaan over de vrijheid van een
werkgever om aan te werven wie hij wenst.
Ik ben ervan overtuigd dat, voor de invulling van bepaalde beroepen
of functies, het opportuun is dat zou worden geïnformeerd naar het
penale verleden en naar het zedelijk gedrag.
04.03 Greta D'Hondt (CD&V): Ma
question ne visait nullement à
remettre en cause la liberté de
l'employeur de recruter les
personnes qu'il souhaite recruter.
Toutefois, cela n'empêche pas
que, pour certains emplois, il n'est
pas sans importance que
l'employeur sache bien qui il
embauche et connaisse son
passé.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Vous devez savoir que quand
j'étais ministre-présidente de la Communauté française, j'avais
imposé la remise d'un certificat de bonnes vie et moeurs dans les
organisations de la jeunesse, l'enseignement etc. afin de protéger les
jeunes d'éventuels pédophiles.
04.04 Minister Laurette Onkelinx:
Toen ik nog minister-president van
de Franse gemeenschapsregering
was, eiste ik bijvoorbeeld voor de
werknemers van de
jeugdorganisaties een getuigschrift
van goed zedelijk gedrag, als
beschermende maatregel, om
pedofielen te weren.
04.05 Greta D'Hondt (CD&V): Het is blijkbaar een groeiende praktijk
in de bouwsector, waar zowel door de werkgevers, als door de
vakbonden daaromtrent bekommernissen worden geuit. Zowel vanuit
de federatie van de bouwsector via de heer Delporte, als vanuit de
vakbonden worden daaromtrent vragen gesteld. Ook de heer Van
Sevenant, jurist van de commissie voor de Bescherming van de
Persoonlijke Levenssfeer, stelt bij dat soort praktijken heel wat vragen
en uit heel wat bedenkingen, precies in verband met die functies in de
bouwsector. Ik heb het niet over andere meer delicate functies, maar
vooral over uitvoerende functies in de bouwsector.
Ik heb er ook geen oplossing voor.
04.05 Greta D'Hondt (CD&V): Je
souhaitais attirer l'attention sur ces
pratiques de plus en plus
fréquentes en ce qui concerne les
fonctions d'exécution dans le
secteur de la construction. Tant
les syndicats que les travailleurs
s'en inquiètent.
04.06 Laurette Onkelinx, ministre: Madame D'Hondt, comment faire
si ce n'est dans le cadre d'une convention spécifique dans le secteur
de la construction et en évoquant certains métiers? Si vous évoquez
pour l'ensemble des travaux d'exécution, ce ne sera pas possible non
plus comme je vous l'ai dit, par exemple dans l'enseignement, y
compris pour les ouvriers d'entretien. J'avais demandé un certificat de
bonnes vie et moeurs parce qu'il y avait eu des problèmes. C'est cela
qui est difficile. Comment circonscrire?
04.06 Minister Laurette Onkelinx:
Deze kwestie is moeilijk af te
bakenen, want de problemen waar
de ene sector mee te maken krijgt,
duiken niet noodzakelijk ook in de
andere sectoren op.
04.07 Greta D'Hondt (CD&V): Mevrouw de minister, de reden
waarom ik de vraag heb gesteld is meervoudig.
Ten eerste, hoe ernstig 11 september ook moge geweest zijn en
hoezeer het ons ook appelleert aan de bestrijding van terrorisme en
het tegengaan van terrorisme, moeten we mijns inziens opletten dat
we in ons land niet in "overdrive" gaan en niet overal spoken zien en
onze medemens ervan verdenken een potentiële terrorist te zijn.
Daarvoor kom ik echter niet naar de commissie voor de Sociale
Zaken. In de commissie voor de Sociale Zaken wil ik er vooral op
04.07 Greta D'Hondt (CD&V): Je
pose cette question pour
différentes raisons. Nous ne
pouvons pas exagérer la situation
et voir des fantômes partout. Tout
individu n'est pas un terroriste
potentiel. Nous devons éviter
d'entraver l'accès des personnes,
qui ont un jour commis une erreur,
au marché du travail. Où va-t-on si
CRIV 50
COM 690
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
wijzen dat wij door eventueel maatschappelijk in "overdrive" te gaan,
niet zouden terechtkomen in een nog moeilijkere toegang tot de
arbeidsmarkt voor mensen die misschien hier of daar in hun leven iets
hebben mispeuterd en daardoor dat doet niets af aan mijn respect
voor de bouwsector zelfs in de bouwsector niet meer aan de bak
kunnen komen.
Mevrouw de minister, waar moeten zij dan naartoe? Uiteindelijk zullen
de betrokkenen zich geremd voelen om zich nog bij een bouwfirma te
durven aanbieden. Ik heb ook geen oplossing, mevrouw de minister.
Ik wilde alleen dit probleem onder uw aandacht brengen en ik zal ook
aan de personen die mij dat hebben gesignaleerd vragen bij u aan te
kloppen.
Tot besluit vraag ik u of u én de werkgevers én de vakbonden van die
sector niet bij u kunt roepen om een juist beeld te krijgen van de ernst
van de toestand. Ik kan mij alleen baseren op de berichten die mij
werden meegedeeld.
on prend de telles mesures dans
le secteur de la construction? La
ministre pourrait-elle se concerter
avec les employeurs et les
syndicats afin de se rendre
compte exactement de la gravité
de la situation?
04.08 Laurette Onkelinx, ministre: Je pense effectivement que cette
pratique se retourne finalement contre sa cause elle-même. Lorsque
l'on n'essaie pas de réaliser l'intégration sur le marché du travail, des
actes sont commis en situation d'exclusion.
Comme je l'ai dit, j'entrevois la possibilité de travailler avec le Conseil
national du travail pour étendre éventuellement la convention 38 à
l'exécution du contrat. De plus, il serait également possible de
travailler plus spécifiquement avec certains secteurs et ce, dans le
cadre de gentlemen's agreements afin d'éviter cette multiplication de
pratiques.
04.08 Minister Laurette Onkelinx:
Ik deel uw opvattingen.
Ik zie een mogelijkheid om samen
te werken met de NAR teneinde
de collectieve arbeidsovereen-
komst 38 uit te breiden tot de
uitvoering van de overeenkomst
en misschien kan ook meer
specifiek worden samengewerkt
met bepaalde sectoren om te
voorkomen dat dergelijke
praktijken hand over hand zouden
toenemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 15.29 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.29 uur.