KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 688
CRIV 50 COM 688
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
12-03-2002 12-03-2002
12:30 uur
12:30 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "het World Economic
Forum en het slecht milieurapport van België"
(nr. 6367)
1
Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le rapport du
World Economic Forum dénonçant le retard
accusé par la Belgique en matière
d'environnement" (n° 6367)
1
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de taal-
problematiek in de diensten voor gezondheids-
zorg te Brussel" (nr. 6429)
4
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
problèmes linguistiques au sein des services de
soins de santé de Bruxelles" (n 6429)
4
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Interpellatie van de heer Jacques Simonet tot de
eerste minister over "de toekomst van het Instituut
Pasteur" (nr. 1148)
6
Interpellation de M. Jacques Simonet au premier
ministre sur "l'avenir de l'Institut Louis Pasteur de
Bruxelles" (n° 1148)
6
Sprekers: Jacques Simonet, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jacques Simonet, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "de oliebestrijding op zee"
(nr. 6494)
9
Question de M. Patrick Lansens à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la lutte contre
les pollutions marines par les hydrocarbures"
(n° 6494)
9
Sprekers: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "de invulling van de wet
op het mariene milieu" (nr. 6495)
11
Question de M. Patrick Lansens à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exécution de
la loi visant la protection du milieu marin"
(n° 6495)
11
Sprekers: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "het aantal toegekende
premies tot ombouw LPG" (nr. 6505)
14
Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le nombre de
primes octroyées pour la conversion au LPG"
(n° 6505)
14
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "het ministerieel besluit
betreffende de erkenningscriteria voor huisartsen"
(nr. 6572)
16
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'arrêté
ministériel relatif aux critères d'agrément pour les
médecins généralistes" (n° 6572)
16
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leef-
milieu over "de huisartsenopleiding" (nr. 6626)
16
- M. Jef Valkeniers à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la formation des médecins
généralistes" (n° 6626)
16
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenningen van de mobiele
urgentiegroepen" (nr. 6634)
18
Question de M. Yves Leterme à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'agrément
des services mobiles d'urgence" (n° 6634)
18
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Samengevoegde interpellaties van
22
Interpellations jointes de
22
-
de heer Paul Tant tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de modaliteiten met betrekking
tot de beëindiging van het arbeidscontract van de
afgevaardigd beheerder van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 1161)
- M. Paul Tant à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les conditions qui entourent
la rupture du contrat de travail de l'administrateur
délégué de l'Agence fédérale pour la Sécurité de
la Chaîne alimentaire" (n° 1161)
- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de modaliteiten met betrekking
tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
van de afgevaardigd beheerder van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 1168)
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les conditions qui entourent
la rupture du contrat de travail de l'administrateur
délégué de l'Agence fédérale pour la Sécurité de
la Chaîne alimentaire" (n° 1168)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de ontslagmodaliteiten van de
gedelegeerd bestuurder van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 1170)
-
Mme Frieda Brepoels à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les conditions
liées au licenciement de l'administrateur délégué
de l'Agence fédérale pour la Sécurité de la
Chaîne alimentaire" (n° 1170)
Sprekers: Paul Tant, Koen Bultinck, Frieda
Brepoels, voorzitter van de VU&ID-fractie,
Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Paul Tant, Koen Bultinck, Frieda
Brepoels, présidente du groupe VU&ID,
Magda Aelvoet, ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Moties
34
Motions
35
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
12
MAART
2002
12:30 uur
______
du
MARDI
12
MARS
2002
12:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 12.53 uur door mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 12.53 heures par Mme Yolande Avontroodt, présidente.
De voorzitter: De vragen nrs. 6674 en 6425 van de heer Karel Van Hoorebeke worden naar een latere
datum verschoven.
01 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het World Economic Forum en het slecht milieurapport van België" (nr. 6367)
01 Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le rapport du World Economic Forum dénonçant le retard accusé
par la Belgique en matière d'environnement" (n° 6367)
01.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb mijn vraag ingediend op 6 februari 2002. Intussen zijn
we bijna 6 weken verder. U zult begrijpen dat de actualiteitswaarde
ervan grotendeels weg is. Hoewel, met het nieuwe klimaatplan is er
opnieuw een aanknopingspunt met de aktualiteit.
Ten eerste, mijn vraag werd ingegeven doordat België een slecht
milieurapport had gekregen op het World Economic Forum. Intussen
hebben we via de pers en ook in het Parlement de verdedigingen
gehoord van de eerste minister, van minister Aelvoet, van minister
Dua. De oorzaken voor het slechte rapport zouden niet zozeer in de
feiten gelegen hebben maar vooral in de wijze van evaluatie. Toch
blijft het een feit dat België op een jaar tijd gezakt is van de 79
e
naar
de 127
e
plaats. Graag had ik daarover dus een woordje uitleg.
Ten tweede, op het ogenblik dat ik mijn vraag indiende, heb ik
aangeklaagd dat België na drie jaar nog altijd geen klimaatplan had.
Intussen is dat klimaatplan er wel, maar wat voor een? Ik wijs even op
de reacties van de milieubewegingen, die toch de vrienden zijn van de
groene ministers. Zij noemen het klimaatplan een nationale ramp. Zij
vrezen dat de CO
2
-uitstoot zal toenemen in plaats van afnemen. Ze
noemen het plan een "3-Suisses-catalogus" van maatregelen zonder
enige samenhang. Vooral verdenken ze de huidige regering ervan dat
ze geen oplossingen voor onze CO
2
-emissie vindt in eigen land, dat
ze geen oplossingen zal kunnen doordrukken, en dat ze daarom de
steun zal gaan zoeken in de handel in propere lucht, of met andere
01.01 Simonne Creyf (CD&V):
J'ai déposé cette question depuis
longtemps déjà; elle n'est donc
plus vraiment d'actualité.
Le World Economic Forum a
décerné à la Belgique un mauvais
rapport en matière
d'environnement. Notre pays a
dégringolé de la 79
ème
à la 127
ème
place. Il semblerait que le
problème se situe essentiellement
au niveau de l'évaluation.
Après plus de trois ans, la
Belgique s'est dotée d'un plan
climatique, que les mouvements
de défense de l'environnement ont
toutefois vivement critiqué. Les
verts se sont toujours opposés au
commerce des droits d'émission.
La Belgique semble aujourd'hui
être le premier pays à y recourir.
On nous annonce une énième
étude sur la taxe CO2. En somme,
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
woorden de handel in emissierechten.
De groenen zijn op de opeenvolgende klimaatconferenties altijd tegen
de handel in emissierechten geweest. Het is dan toch wel vreemd dat
België nu misschien, met een groene minister voor Volksgezondheid
en met een groene staatssecretaris voor Energie, de eerste in Europa
zal zijn om de handel in emissierechten voor te staan.
Mevrouw de minister, wat de CO
2
-energieheffing betreft, hebt u
indertijd gezegd dat minister Reynders het Belgische voorzitterschap
van de Europese Unie zou aangrijpen om de CO
2
-energieheffing te
kunnen realiseren. U gaf dat antwoord toen ik een gespletenheid in de
regering meende te zien. Staatssecretaris Deleuze was voor, uzelf
ook, maar minister Reynders was tegen. U zei toen echter dat
minister Reynders ook op dezelfde golflengte zat en zelfs dat hij het
Belgische voorzitterschap zou aangrijpen om de CO
2
-energieheffing
te kunnen realiseren. Wij stellen echter vast dat er intussen nog maar
eens een nieuwe studie besteld wordt, wat eigenlijk synoniem staat
met de problematiek voor zich uit schuiven.
In de toelichting bij mijn oorspronkelijke vraag stond nog: "Wat staat
een Belgisch klimaatplan nog in de weg?" In plaats daarvan wil ik nu
zeggen dat het Belgische klimaatplan zeer zwak is, en zeer zwak
onthaald wordt. Kan het nog worden bijgestuurd? Is het niet
hoognodig dat dit gebeurt?
Ten derde en tenslotte wil ik verwijzen naar de gewesten. Er moet
toch een akkoord zijn over de verdeling tussen de gewesten van de
emissiereductie? Dat akkoord wordt echter doorgeschoven naar
2005. Hoe kan men in godsnaam een Belgisch klimaatplan
voorleggen als de verdeling van wie wat moet doen pas in 2005 zal
worden voorgesteld? Kortom, mevrouw de minister, waarom dat
zwakke Belgisch klimaatplan? Kan het nog bijgestuurd worden?
le problème est une fois de plus
remis aux calendes grecques.
La répartition de la réduction
d'émissions entre les Régions est
prévue pour 2005. N'est-il pas
illogique de présenter un plan
climatique dès aujourd'hui? La
répartition des tâches demeure
une inconnue. Ne convient-il pas
de rectifier et de préciser ce plan
qui reste très confus?
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, collega's, als
federaal minister van Leefmilieu heb ik nergens de stelling verkondigd
dat de gegevens die vermeld stonden in het rapport van het World
Economic Forum geen probleem vormden voor de reële, reeds sedert
jaren opgebouwde ontwikkelingen in België. Ik heb nooit gezegd dat
de cijfers van midden de jaren `90 niet belangrijk waren, integendeel.
Dit is ook nooit de houding geweest van mevrouw Dua die daarover
uitvoerig heeft uitgeweid in het Vlaams Parlement. De cijfers die
worden aangehaald voor de zeer belangrijke parameters van
voornamelijk waterkwaliteit hebben inderdaad betrekking op de jaren
1994 tot 1996. Sindsdien zijn er verbeteringen tot stand gebracht
waarbij ik vooral verwijs naar de bijkomende inspanningen van het
Brussels Gewest. Bij metingen vandaag zou de situatie er helemaal
anders uitzien. Het is echter fundamenteel zo dat de combinatie van
een zeer grote bevolkingsgroep, samen met aanzienlijke industriële
activiteiten en een intense verkeerssituatie, effectief voor een grote
milieudruk in ons land zorgt.
In verband met het klimaatplan onderstreept u dat de groenen zich
zowel in Bonn als in Marrakech zouden hebben uitgesproken tegen
de emissiehandel. Dit is niet waar.
01.02 Magda Aelvoet, ministre: A
aucun moment, je n'ai prétendu
que les données avancées par le
World Economic Forum étaient
faussées ou exagérées. Il faut
néanmoins savoir que, en ce qui
concerne les principaux
paramètres, tels que la qualité de
l'eau, ces chiffres remontent à la
période de 1994 à 1996. Depuis
lors, de nombreux changements
positifs ont été apportés,
notamment grâce aux efforts
consentis au niveau de la Région
de Bruxelles-Capitale.
Nous ne devons pas perdre de
vue que la situation particulière de
notre pays, forte concentration de
population sur une faible surface,
industrialisation importante, etc.,
influe fortement sur la qualité de
notre environnement.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Quant au plan climatique, Mme
Creyf affirme que les verts se sont
opposés au commerce des droits
d'émission, tant à Bonn qu'à
Marrakech.
01.03 Simonne Creyf (CD&V): Tijdens de klimaatconferentie
stemden de groenen steeds tegen.
01.04 Minister Magda Aelvoet: Dit is niet juist. De stellingname van
de verschillende Europese landen, die op dat ogenblik door onder
meer 5 groene ministers waren vertegenwoordigd, was altijd dat wij
niet wensten in te gaan op de druk die voornamelijk van de Verenigde
Staten uitging om geen enkele grens op te leggen wat deze
handelsrechten betreft. Wij stonden daar volledig achter. Uiteraard
kenden wij de Belgische situatie maar gingen wij toch volledig
akkoord met de stelling dat er terzelfdertijd een eigen inspanning
moest gebeuren die wel degelijk kon worden gekoppeld aan
handelsrechten. Deze mochten evenwel niet meer bedragen dan 50%
van de inspanningen die men zelf moest leveren.
In verband met uw opmerking over de CO
2
-energieheffing, kunt u in
een groot aantal documenten van het Belgische voorzitterschap
terugvinden dat ons land zich wel degelijk heeft ingezet voor het
verkrijgen van een Europese CO
2
-energieheffing. Dit is trouwens ook
volledig conform het regeerakkoord waarbij werd overeengekomen
om dit in de eerste plaats Europees te regelen. De realiteit is echter
dat een te beperkt aantal landen hiermee hebben ingestemd. Volgens
het regeerakkoord zou men onderzoeken welke unilaterale
maatregelen in België mogelijk zouden zijn. Hiertoe werden een
aantal studies gepland waarvan er reeds enkele werden uitgevoerd.
Op de uitgebreide interministeriële conferentie voor Leefmilieu waar
het Nationaal Klimaatplan werd besproken, heb ik tot mijn vreugde
kunnen vaststellen dat zowel het Vlaams als het Brussels Gewest zich
duidelijk hebben uitgesproken voor het verder werken aan het fiscaal
instrument CO
2
-energieheffing. Het Waals Gewest heeft zich hierbij
veeleer terughoudend opgesteld en wenste de doelstellingen te
realiseren zonder een heffing, tenzij er duidelijke aanwijzingen zouden
zijn dat dit absoluut noodzakelijk was. Men hield dus nog een stok
achter de deur en voor mij betekent dit dat er nog discussie mogelijk
is.
Naar aanleiding van het totstandkomen van dit rapport heb ik deze
zaak zelf aangekaart op het kernkabinet van eind februari. Ik heb
daarbij gevraagd dat een aantal denkrichtingen zou worden
onderzocht met betrekking tot onder meer samenwerking met de
gewesten rond bijkomende initiatieven die moeten worden genomen
en ook initiatieven die wij zelf zouden kunnen nemen.
Op dit ogenblik houdt een werkgroep op regeringsniveau zich bezig
met de uitwerking van nieuwe voorstellen die aan de Ministerraad
zullen worden voorgelegd. Tot deze voorstellen behoren onder meer
de reductie van bepaalde milieugevaarlijke stoffen, de herziening van
de productnormen het ontwerp hieromtrent is uitgewerkt en wordt
momenteel aan de verschillende adviesraden voorgelegd en het
verder zoeken naar een uitbreiding van ons milieu-instrumentarium.
01.04 Minister Magda Aelvoet:
Voilà qui est faux! Je ne me suis
en tout cas jamais exprimée en
termes négatifs à ce propos. La
position des pays européens dont
les gouvernements comptent en
leur sein des ministres écologistes
était unanime et clairement
opposée au point de vue
américain, qui exclut toute
limitation en ce domaine.
Deuxièmement, force est de
constater que la Belgique a fait
tout ce qui était en son pouvoir
pour instaurer une taxe
européenne sur les émissions de
CO2, comme le prévoyait l'accord
gouvernemental.
Malheureusement, le nombre de
pays qui se sont montrés
intéressés est trop restreint pour
pouvoir mener à bien cette
initiative.
La Belgique devait examiner les
éventuelles possibilités offertes
sur le plan multilatéral. Je me
félicite de ce que deux des trois
Régions souhaitent mettre en
oeuvre la taxe sur le CO2. Seule la
Région wallonne entend atteindre
l'objectif de réduction sans passer
par la taxe.
À la fin du mois de février, le
cabinet restreint a examiné les
possibilités de collaboration et les
initiatives propres. Un groupe de
travail étudie notamment la
révision des normes de produits
ainsi que l'élargissement de nos
instruments d'études de
l'environnement.
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
01.05 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, op het eerste
deel zal ik niet terugkomen, over het tweede deel aangaande het
Belgisch klimaatplan wel.
Zoals ik staatssecretaris Deleuze ook zegde, is een klimaatplan een
plan waarin de wijze tot het behalen van de Kyoto-doelstellingen wordt
vastgelegd. Het plan bevat een doel, alsook de te nemen maatregelen
om het doel te bereiken. Ik moet eerlijk zeggen dat wij dienaangaande
op onze honger blijven. Van concrete maatregelen is in het plan
amper sprake, integendeel, het is een catalogus van vrome wensen
en zaken die men zou willen doen. Een klimaatplan dient voor mij
concrete voorstellen te bevatten en die heb ik tot nu toe nog steeds
niet gezien. Een kleine uitzondering kan worden gemaakt voor de
beslissing over de handels- en emissierechten.
01.05 Simonne Creyf (CD&V): Un
plan climatique détermine la
manière d'atteindre les objectifs de
Kyoto. Ce plan ne comprend
cependant guère de mesures
concrètes si ce n'est, peut-être, la
négociation de droits d'émission.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de taalproblematiek in de diensten voor gezondheidszorg te
Brussel" (nr. 6429)
02 Question de Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les problèmes linguistiques au sein des services de
soins de santé de Bruxelles" (n 6429)
De voorzitter: Collega's, wij hebben vandaag een goedgevulde agenda. Daarom vraag ik u om het
reglement te respecteren en de u toebedeelde tijd nuttig te gebruiken.
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, ik
zal mijn vraag kort houden, aangezien het onderwerp reeds aan bod
is gekomen. De vraag gaat over de taalproblemen die soms aan de
basis kunnen liggen van risico's voor de gezondheid of zelfs het leven
van de mensen in de gezondheidsinstellingen en in de dringende
medische hulpverlening, vooral in Brussel. Er zijn al heel wat
problemen gesignaleerd en iedereen was er stilaan van overtuigd dat
er moest worden opgetreden. Vandaar dat u er zich in een
interministeriële conferentie voor de Gezondheidszorg van 30 mei
2001, bijna een jaar geleden, toe hebt verbonden om een aanpassing
door te voeren van de regelgeving waarbij een verplichting inzake
taalgebruik zou worden opgelegd in de dringende geneeskundige
hulpverlening.
Mevrouw de minister, op 29 januari 2002 heb ik u daarover reeds een
vraag gesteld omdat wij graag op de hoogte blijven van de stand van
zaken in het dossier. Tevens wilden wij graag van u vernemen of het
waar was dat minister Duquesne het door u aan de Raad van State
voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit dat noodzakelijk is voor de
uitvoering van de betreffende maatregelen, weigerde te tekenen. U
antwoordde toen dat u enkel wachtte op het advies van de Raad van
State en dat, ik citeer u: "de minister van Binnenlandse Zaken heeft
mij er hoegenaamd geen melding van gemaakt dat hij een politiek
probleem met het koninklijk besluit zou hebben. Er is daarover niets
gesignaleerd.". Daarnaast zei u ook: "Ik heb geen brief gekregen van
de minister waarin zou staan dat hij weigert het ontwerp te tekenen.".
Ik heb u toen gezegd dat er waarschijnlijk een misverstand in het spel
was. Ik heb er minister Duquesne zelf ook over ondervraagd en in zijn
antwoord was hij volgens mij wel duidelijk. Hij verklaarde dat het om
een gedeelde bevoegdheid ging en dat hij, gezien de wederzijdse
02.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): J'aimerais revenir sur la
question de l'emploi des langues
dans les services des soins
médicaux d'urgence à Bruxelles.
Le 30 mai 2001, la ministre
Aelvoet a annoncé une série de
mesures visant à faire face aux
nombreux problèmes rencontrés
dans ce domaine.
Le 29 janvier 2002, je lui ai
demandé de nous faire part de la
situation de ce dossier et de nous
dire si le ministre Duquesne avait
entre-temps déjà signé l'arrêté
royal destiné à exécuter ces
mesures. La ministre Aelvoet a
répondu qu'elle attendait l'avis du
Conseil d'État et qu'à sa
connaissance son collègue
Duquesne ne s'opposait pas aux
mesures.
Lorsque j'ai questionné le ministre
Duquesne à ce sujet, il m'a
déclaré qu'il n'avait aucune
objection quant au contenu mais
qu'il en avait sur le plan juridique.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
impact van de verschillende aspecten op elkaar, het ontwerp van
koninklijk besluit moet mee goedkeuren.
"Het gebruik van het koninklijk besluit" en ik citeer minister
Duquesne "lijkt mij juridisch ongepast". Hij zegt dus dat hij politiek
geen probleem heeft en dat hij er inhoudelijk achter blijft staan dat er
maatregelen worden genomen. Volgens hem volstaat echter het te
gebruiken instrument, een koninklijk besluit, niet. Hij zegt dat de wet
moet worden gewijzigd.
Ik had met de minister hierover een discussie omdat ik het inhoudelijk
en juridisch met hem niet eens ben. Ik kan alleen maar vaststellen dat
er toch een probleem is. Ik zou overigens willen weten of het advies
van de Raad van State er inmiddels nog niet is. Eenmaal het er is, zal
de minister al dan niet mee ondertekenen? Waar, mevrouw de
minister, zat het misverstand? Hebt u ondertussen de brief van
minister Duquesne toch teruggevonden? Zult u minister Duquesne
proberen te overtuigen van het feit dat het koninklijk besluit toch de
juiste oplossing is? Zult u uw engagement dat u in de interministeriële
conferentie genomen hebt tijdig kunnen nakomen? Ik denk namelijk
dat de tijd dringt.
Selon lui, l'arrêté royal ne constitue
pas l'instrument adéquat pour
régler ce problème.
Une fois que le Conseil d'Etat aura
rendu son avis, le ministre
Duquesne signera ou non l'arrêté
royal, c'est bien cela? Sur quoi
portait le malentendu? Avez-vous
reçu la lettre du ministre
Duquesne? Comment comptez-
vous le persuader de suivre la voie
de l'arrêté royal? La ministre sera-
t-elle en mesure de respecter
l'engagement qu'elle a pris dans le
cadre de la Conférence
interministérielle?
02.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw Van de Casteele, u weet
dat die brief inderdaad op mijn kabinet is aangekomen. Wij hebben
daarover rechtstreeks contact gehad en ik heb u dat dus gezegd. Het
gaat dus inderdaad over een misverstand. Als u daar nu opnieuw de
aandacht op vestigt, lijkt het alsof men dat opzettelijk zou hebben
gedaan.
02.02 Magda Aelvoet, ministre:
La lettre est bien parvenue à mon
cabinet. Ce malentendu avait déjà
été éclairci précédemment.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister, het
is een dossier dat mij na aan het hart ligt en waarin ik klaarheid wens
te krijgen.
02.04 Minister Magda Aelvoet: Dat u erop terugkomt is voor mij geen
probleem, maar dat misverstand over die brief is volgens mij
voldoende uitgeklaard.
Wat de kern van de zaak betreft, is het juist dat de Raad van State
zich eindelijk over dat dossier heeft gebogen tijdens zijn zitting van 5
maart. Dit is een goede zaak. Het ontwerpadvies staat nog niet op
papier. Over de teneur hiervan kan men voorlopig nog niets zeggen.
Ik heb hiervoor vanmorgen nog laten telefoneren. De juridische
analyse van de heer Duquesne is inderdaad dat men dit niet per
koninklijk besluit kan regelen. Ik denk dat het advies van de Raad van
State hierover duidelijkheid zal brengen. De adviezen die ik van
enkele juristen heb, zeggen het tegenovergestelde van de heer
Duquesne.
Er zijn immers voldoende aanwijzingen dat het gaat over de
toepassing van de taalwetgeving in het kader van diensten verleend
door openbare besturen. In die context kan dat wel.
Het fundamentele punt is daarover ben ik zeer tevreden dat
minister Duquesne geen probleem over de zaak ten gronde heeft. Als
de Raad van State een positief advies geeft, is dat ook een
overtuigend juridisch argument voor minister Duquesne om het
koninklijk besluit te tekenen. Op verschillende overlegvergaderingen
heb ik reeds gemerkt dat minister Duquesne een positieve houding
02.04 Minister Magda Aelvoet: Le
Conseil d'Etat a entamé l'examen
de ce dossier le 5 mars mais
aucun projet d'avis n'a encore vu
le jour. Le ministre Duquesne
estime qu'un règlement par arrêté
royal est impossible, contrairement
aux juristes que j'ai consultés. Le
Conseil d'Etat tranchera dans
cette affaire. Le fond même de ce
dossier ne pose pas de problème
au ministre Duquesne. Une fois
que le Conseil d'Etat aura rendu
son avis, il s'agira d'un argument
convaincant en vue de la signature
de l'arrêté royal par le ministre.
Dans le cadre de la conférence
interministérielle consacrée à la
Santé publique, un groupe de
travail a envisagé la création d'un
point de contact fédéral. Un
accord a été obtenu sur ce point.
Le point de contact traitera
cependant tous les types de
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
heeft. Hij vindt het ook nodig dat mensen in dit soort omstandigheden
in hun eigen taal kunnen worden geholpen.
Ten slotte is er ook het goede nieuws dat er in het kader van de
werkzaamheden van de Interministeriële Conferentie van
Volksgezondheid een werkgroep was opgericht waarin nu inzake de
problematiek van een federaal meldpunt eensgezindheid is bereikt.
Dat zal op de volgende bijeenkomst van de Interministeriële
Conferentie in juni 2002 kunnen worden bekrachtigd. Het enige
waaraan een kleine wijziging zal kunnen worden gebracht, is dat men
het meldpunt niet zou beperken tot taalproblemen, maar naar alle
problemen inzake onthaal zou uitbreiden. Taal is in het kader van
onthaal een zeer belangrijk element. Dat maakt het voor iedereen
gemakkelijker om een oplossing te bieden. Dat zou ons vooral
moeten interesseren.
problèmes liés à l'accueil et ne se
limitera pas aux seuls problèmes
d'ordre linguistique.
02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister, ik
denk dat het eenvoudiger is om over de inhoud van gedachten te
wisselen als u over het advies van de Raad van State beschikt zodat
wij daaruit kunnen afleiden of er een kans is dat minister Duquesne dit
al dan niet mee ondertekent en of eventueel andere initiatieven
moeten worden genomen om het resultaat te bereiken dat wij terzake
nastreven.
02.05 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Nous ferions bien
d'organiser un échange de vue
dès que l'avis du Conseil d'Etat
nous sera parvenu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellation de M. Jacques Simonet au premier ministre sur "l'avenir de l'Institut Louis Pasteur de
03 Interpellatie van de heer Jacques Simonet tot de eerste minister over "de toekomst van het
Instituut Pasteur" (nr. 1148)
(La réponse sera fournie par la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu.)
03.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Madame la présidente,
madame la ministre, je voudrais dire tout d'abord que je souhaitais
interpeller le premier ministre car j'avais déjà pris connaissance du
point de vue de Mme la ministre de la Santé publique sur ce sujet en
lisant la réponse qu'elle a fournie, au Sénat, à notre collègue
Roelants. De plus, différents éléments de mon interpellation font
référence à des questions de compétences dans la mesure où,
comme vous le savez, M. Roelants et moi-même plaidons pour que
l'Institut Pasteur soit placé sous la tutelle d'un autre département que
le vôtre. Cependant, je pense savoir que la ministre est consciente
elle a d'ailleurs eu l'occasion de le dire en réponse à l'interpellation du
sénateur Roelants du rayonnement et du prestige de l'Institut
Pasteur qui a contribué à donner à notre pays un rayonnement
scientifique certain. En effet, les recherches qui sont encore menées
aujourd'hui à l'Institut Pasteur de Bruxelles se situent véritablement à
la pointe des préoccupations européennes en matière de recherches
médicales.
03.01 Jacques Simonet (PRL
FDF MCC): Mijn vraag gaat onder
meer over de
bevoegdheidsverdeling. U weet
dat senator Roelants du Vivier en
ikzelf voor een andere
bevoegdheidsverdeling pleiten wat
het Instituut Pasteur betreft.
Het Instituut Pasteur staat aan de
spits van de Europese medische
research, en heeft een
internationale renommee.
Je voudrais rappeler ici que depuis 1995, l'Institut Pasteur de
Bruxelles a été rattaché, dans la foulée de la scission de la province
de Brabant, à l'Etat fédéral par le biais de la tutelle du ministère des
Sinds 1995 wordt de fusie van dat
federale Instituut, dat onder het
toezicht valt van het ministerie van
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Affaires sociales, de la Santé publique et de l'Environnement. L'institut
est ainsi appelé à fusionner avec l'Institut d'Hygiène et
d'Epidémiologie, sous l'intitulé "Institut scientifique de Santé publique
Louis Pasteur".
D'après les chercheurs de l'Institut, le résultat de cette perspective est
assez catastrophique, dans la mesure où l'Institut Pasteur de
Bruxelles en est réduit à végéter dans un système transitoire qui, pour
le moment, lui interdit de facto tout recrutement et toute promotion de
son personnel statutaire. D'après les chiffres dont je dispose mais la
ministre pourra peut-être le confirmer , en 6 ans, cet organisme
aurait perdu plus d'un tiers de ses effectifs statutaires, soit 42
personnes sur 136.
Il faut également constater que, plus de 6 ans après le transfert à
l'Etat fédéral, la fusion n'a toujours pas été réalisée et l'Institut a ainsi
perdu environ 1/3 de son personnel statutaire sans avoir pu procéder
à des remplacements, entraînant notamment la fermeture d'un certain
nombre de laboratoires, dont le département de virologie, le
laboratoire de référence Sida, la microscopie électronique et le
laboratoire de biologie cellulaire. Toujours selon les informations dont
je dispose, et que je demande à la ministre de me confirmer, la
dernière nomination, réalisée dans cet institut, a eu lieu en 1991. Je
ne cache donc pas à Mme la ministre que c'est là, à nos yeux, une
situation inacceptable. C'est la raison pour laquelle j'aurais donc voulu
poser un certain nombre de questions précises.
Quel est l'avis du gouvernement quant à cette situation transitoire qui
se prolonge depuis six ans?
Quelles sont les solutions envisagées par le gouvernement pour ne
pas porter un coup fatal à cet Institut de réputation scientifique
internationale?
Quel est l'avis du gouvernement quant aux moyens budgétaires et
humains qui pourraient être attribués à l'avenir à l'Institut Pasteur de
Bruxelles?
Comme je l'ai dit en préambule à Mme la ministre et la lettre
adressée au premier ministre par M. de Donnéa, qui présidait le
conseil "Recherches" au cours de la présidence belge va également
dans ce sens , la décision prise en 1995 de placer l'Institut sous la
tutelle du ministère des Affaires sociales et de la Santé publique était
inopportune. Je pense que tant M. Picqué que M. Ylieff ne sont pas
rétifs à l'idée de placer l'Institut sous la tutelle du département fédéral
des Affaires économiques et de la Recherche. Mais vous avez peut-
être, madame la ministre, un avis différent sur la question. C'est la
raison pour laquelle j'aurais souhaité entendre M. Verhofstadt à ce
propos, dans la foulée du courrier qui lui a été adressé par M. de
Donnéa.
Si une volonté pouvait se dégager au niveau du gouvernement fédéral
pour rattacher l'Institut Pasteur de Bruxelles au département
"Recherche", je crois que la Région de Bruxelles-Capitale serait tout à
fait disposée à étudier la possibilité de négocier un accord de
coopération pour soutenir financièrement certaines recherches de
l'Institut, dans le cadre de recherches de partenariat au niveau
européen. Cette proposition de M. de Donnéa a d'autant plus de
pertinence que Mme la ministre a été avisée, par un courrier émanant
Sociale Zaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu, met het Instituut
voor Hygiëne en Epidemiologie
voorbereid, en het geheel zou
onder de noemer
"Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid - Louis Pasteur"
ondergebracht worden.
Zes jaar later heeft die fusie nog
steeds haar beslag niet gekregen.
Ruim een derde van het statutaire
personeel van het Instituut is
intussen vertrokken, en
verscheidene laboratoria moesten
worden opgedoekt.
Wat vindt de regering van die
overgangssituatie, en welke
oplossingen zijn er? Hoeveel geld
kan hiervoor worden uitgetrokken?
Zou men dat Instituut bovendien
niet beter onder het toezicht van
het federale departement
Economische Zaken en
Wetenschappelijk Onderzoek
plaatsen? Graag vernam ik wat de
eerste minister hierover denkt.
Als de politieke wil ervoor bestaat
op federaal niveau, zou het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
over een samenwerkingsakkoord
kunnen onderhandelen om
onderzoek te steunen binnen het
kader van een partnership op
Europees niveau.
Dat voorstel van de heer de
Donnea is zeker relevant, temeer
daar het Franse Institut Pasteur in
Parijs het Instituut Pasteur van
Brussel zou willen betrekken bij de
oprichting van een Europees
Instituut Pasteur. Wat is uw
standpunt dienaangaande?
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
de la direction de l'Institut Pasteur en date du 21 février dernier, du fait
que l'Institut Pasteur de Paris souhaitait impliquer l'Institut Pasteur de
Bruxelles dans un réseau européen des Instituts Pasteur. La ministre
a-t-elle déjà pu réagir à ce courrier et quel est son point de vue par
rapport à cette étape importante dans la coopération au niveau
européen entre l'Institut Pasteur Paris et l'Institut Pasteur Bruxelles?
Voilà donc les questions que je souhaitais poser à Mme la ministre.
03.02 Magda Aelvoet, ministre: Chers collègues, compte tenu de la
remarque faite en introduction par Mme Avontroodt concernant le
respect du temps de parole, je ne pourrai pas répondre de manière
détaillée à toutes les questions posées par M. Simonet, même si elles
sont très intéressantes. Je vous communiquerai donc mon texte écrit
et me limiterai ici à l'essentiel.
Tout d'abord, comme vous l'avez dit, monsieur Simonet, cela fait déjà
presque sept ans que la décision initiale a été prise en cette matière.
Le problème, c'est que les responsables de l'Institut Pasteur n'ont
jamais souhaité l'intégration de l'Institut au sein de l'ISP.
C'est cela la vérité! Le processus d'intégration ayant été bloqué par
l'absence d'un accord sur le statut de ces agents, les nominations,
auxquelles l'Institut avait droit, ne pouvaient avoir lieu.
En fin de compte, au mois de novembre-décembre, un accord est
intervenu entre toutes les personnes concernées y compris avec M.
Content Mme Creyf m'avait interrogée à ce sujet. Actuellement, les
arrêté royaux doivent encore subir le processus administratif. Et
maintenant que tout est quasiment fait, on se retrouve face à un
rebondissement de situation: des revendications quant à une nouvelle
localisation surviennent.
Franchement, je ne suis pas d'accord. Cela n'a jamais fait l'objet
d'une quelconque discussion au niveau gouvernemental. Aucun parti
de la majorité n'a marqué sa volonté pour que le processus soit
relancé ou pour envisager un rattachement à un autre département.
La réponse est donc négative.
Par contre, ce qui est important et là je tiens à vous donner tous les
apaisements nécessaires dans le cadre du remplacement des
départs intervenus depuis le 1er janvier 1995, il est à présent possible
de reprendre ou d'engager des personnes qui avaient quitté l'Institut.
Ce moratoire dure jusqu'à la publication des arrêtés de conversion.
Nous sommes, actuellement, dans la phase d'avis concernant ces
arrêtés: il faut celui de la commission interministérielle de la politique
scientifique, du Selor, de l'Inspection des finances, du Budget, de la
Fonction publique et des organisations syndicales. Nous avons
obtenu du département du Budget que les mêmes règles soient
appliquées pour l'Institut Pasteur que lors des autres réformes de
carrière dans les ministères à savoir que le remplacement des agents
dont le départ est intervenu depuis le 1
er
janvier 1995 dans les
niveaux 1, 2+ et 2 et, depuis le 1
er
janvier 1998, dans les niveaux 3 et
4, peut avoir lieu.
Ces recrutements interviendront donc dans les carrières des
établissements scientifiques. Car il faut souligner clairement que nous
03.02 Minister Magda Aelvoet:
Mijn antwoord zal zich beperken
tot de essentie. Voor het overige
bezorg ik u een schriftelijk
antwoord, aangezien ik onmogelijk
binnen de toegestane termijn al uw
vragen in detail kan
beantwoorden.
De oorspronkelijke beslissing
dateert al van zeven jaar geleden,
maar de topambtenaren van het
Louis Pasteur Instituut hebben de
integratie ervan in het WIV nooit
willen aanvaarden, waardoor de
benoemingen geblokkeerd
werden. In december jongstleden
hebben alle betrokken partijen
voor de eerste maal hun
instemming betuigd en kon het
administratief proces bijgevolg in
gang worden gezet. Op dat
ogenblik werd de eis geformuleerd
om onder een ander orgaan dan
het WIV te ressorteren. Ik wil niet
dat het hele proces wordt
overgedaan. Mijn antwoord is
neen.
Nu de noodzakelijke besluiten
eindelijk konden worden
uitgevaardigd kunnen de
personeelsleden die sinds januari
1995 de dienst hebben verlaten,
worden vervangen. Voor het
Pasteur Instituut zullen dezelfde
regels gelden als die welke in alle
wetenschappelijke instellingen
voor de vervangingen van
toepassing zijn.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
avons maintenant trois établissements scientifiques rattachés à la
Santé publique. Et l'Institut Pasteur en sera le quatrième. Il
conservera son nom afin de pouvoir continuer à faire partie du réseau
des instituts Louis Pasteur dans le monde entier.
C'est pourquoi j'ai répondu très favorablement à la coopération avec
l'Institut Pasteur de Paris, et ce dans le but d'apaiser les craintes de
ceux qui ne voulaient pas qu'il fasse partie de l'ISP. Par cet accord, je
montre ma volonté de ne pas brimer de quelque façon que ce soit les
bonnes volontés que l'Institut Pasteur, département de l'ISP, pourrait
développer avec la Région bruxelloise ou d'autres. L'action de cet
institut n'a donc pas de limites, mais elle se situe dans un cadre qui
est finalement réglé.
03.03 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Madame la présidente, je
remercie Mme la ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de oliebestrijding op zee" (nr. 6494)
04 Question de M. Patrick Lansens à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la lutte contre les pollutions marines par les hydrocarbures"
(n° 6494)
04.01 Patrick Lansens (SP.A): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, in april 2000 kondigde u aan dat er voor bijna 2,5 miljoen
euro zou worden geïnvesteerd in basismateriaal voor de bestrijding
van olievervuiling op zee.
Het was duidelijk dat België toen over niet veel instrumenten
beschikte om olieverontreiniging op zee op een doeltreffende manier
tegen te gaan. Tijdens de vorige legislatuur werd een studie
uitgevoerd die tot een aantal conclusies leidde waaraan u besliste een
gevolg te zullen geven, mevrouw de minister.
Wellicht moet ik niet opnieuw ingaan op de belangen van een
efficiënte bestrijding van olieverontreiniging op zee.
Olieverontreiniging heeft belangrijke consequenties voor het
ecologisch systeem in open zee, maar ook voor onze kust, want het
brengt de kwaliteit van het kusttoerisme in het gedrang en is zonder
twijfel nadelig voor de zeevisserij.
Op de vraag hieromtrent die ik in de loop van de maand april van
vorig jaar tot u richtte, mevrouw de minister, antwoordde u dat u volop
bezig was met de realisatie van de nodige aankopen, dat tien van de
twaalf loten in aanbesteding waren en dat u verwachtte dat het
materieel op korte termijn zou kunnen worden ingezet bij een
eventuele ramp of calamiteit.
Mevrouw de minister, graag bekwam ik een antwoord op de volgende
vragen om een inzicht te krijgen op de huidige stand van zaken.
Welk materiaal ter bestrijding van olieverontreiniging op zee werd
reeds aangekocht? Welke diensten zijn verantwoordelijk voor het
inzetten van dit materiaal? In hoeveel gevallen werd het materiaal
reeds ingezet en wat is de ervaring ermee? Welke afspraken werd er
04.01 Patrick Lansens (SP.A):
Au mois d'avril 2000, le
gouvernement a annoncé qu'il
dégagerait 2,5 millions d'euros
pour l'achat de l'équipement de
base permettant de lutter contre
les pollutions marines par les
hydrocarbures. Cet achat était
censé combler une importante
lacune en la matière et améliorer
la coopération entre les différents
services.
L'an dernier, la ministre Aelvoet a
déclaré que l'acquisition du
matériel était en cours. Quel
matériel a-t-on effectivement
acquis depuis que cette décision a
été prise?
Quel service est responsable de la
mise en oeuvre de ce matériel?
Plusieurs services se partagent-ils
cette responsabilité? Combien de
fois a-t-on eu recours à ce
nouveau matériel?
Quels accords ont-ils été conclus
dans la perspective de la
coopération entre les différents
services concernés?
Depuis le mois d'avril 2000,
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
gemaakt inzake de samenwerking tussen de verschillende diensten
met betrekking tot de controle op olielozingen en de bestrijding van
incidenten met olie op zee? Hoeveel incidenten deden zich voor
sedert u de maatregelen terzake aankondigde, dus tussen april 2000
en vandaag?
combien d'incidents de type
pollution marine par hydrocarbures
se sont-ils déjà produits?
04.02 Magda Aelvoet, minister: Mijnheer Lansens, zoals ik destijds
reeds zei werd voor de eerste schijf de procedure van de algemene
offerteaanvraag gevolgd in nauwe samenwerking met de gouverneur
van West-Vlaanderen.
De opdrachten werden onderverdeeld in negen bestekken waarvan
drie bestekken twee loten bevatten. Voor twee bestekken waren geen
van de offertes volledig conform en moest men overgaan tot een
onderhandelingsprocedure. Dit gaf aanleiding tot twaalf bestellingen
voor een totaal bedrag van 51 miljoen. Ofschoon het voorgestelde
materiaal van hoge kwaliteit was, was het evident dat de indieners
van de offertes geen volledig gebruik maakten van de mogelijkheden
die de bestekken hen boden. Een tweede schijf van
overheidsopdrachten is dus gelanceerd om het aangekochte
materiaal aan te vullen. Dit betreft nog zeventien opdrachten, waarvan
er drie verliepen via de procedure van de algemene offerteaanvraag
en veertien via de onderhandelingsprocedure. Die opdrachten werden
allemaal door de gouverneur gegund en vertegenwoordigen een
bedrag van 40 miljoen. Zo komt men in totaal tot de voorziene 100
miljoen.
Ik zal u de inventaris van de volledige uitrusting besparen, maar er zal
u een kopie van het antwoord worden bezorgd waarin u de details
kunt vinden.
Ik kom thans tot het inzetten van het materiaal. Het materiaal voor
strand- en kustwateren werd door de civiele bescherming op 9
november naar Blankenberge gebracht, toen het cargoschip Heinrich
Beerman strandde en men vreesde voor de gevolgen hiervan. Nadien
bleek dat evenwel niet nodig te zijn.
Met het materiaal om in open zee te werken, dat bovendien een
boorplatform vereist, zal eind juni een eerste oefening worden
gedaan.
Voor het inzetten van het materiaal op de stranden is de civiele
bescherming verantwoordelijk. Op dat vlak is alles klaar op het terrein
en de praktische regelingen werden reeds getroffen, maar het formeel
samenwerkingsakkoord is nog niet volledig uitgewerkt.
De zaken zijn wat moeilijker wat de inzet betreft van het materiaal om
te werken in open zee, omdat hierbij vijf of zes ministers zijn
betrokken, maar waarover de wet geen duidelijke uitspraken doet.
Vandaar dat er verschillende werkvergaderingen plaatsvonden. De
huidige stand van zaken is dat er werd beslist om een interim-
capaciteit op te bouwen, zodanig dat er kan worden opgetreden
ingeval zich een incident voordoet. Dat gebeurt in samenwerking met
de dienst Vloot van de Vlaamse Administratie voor Waterwegen en
Zeewezen.
Deze beschikt namelijk over een stand-by-vaartuig, de Zeehond, dat
als bestrijdingsplatform geschikt is. Dat is het concreet vaartuig dat
04.02 Magda Aelvoet, ministre:
Le matériel a été acquis en deux
tranches d'achat. La procédure
d'appel d'offre général a été suivie
pour la première tranche d'achat.
Les adjudications ont été
subdivisées en 9 cahiers des
charges dont 3 contenaient 2 lots.
Deux cahiers des charges ont fait
l'objet d'une procédure de
négociation. Toutes ces
démarches ont débouché sur 12
commandes pour un montant total
de 51 millions de francs belges.
Une deuxième tranche de
marchés publics a été lancée. En
l'occurrence, il s'agit de 17
adjudications dont 3 selon la
procédure générale de demande
d'offre et 14 selon celle de la
négociation. Ces adjudications ont
déjà été approuvées par le
gouverneur pour un montant total
de 40 millions de francs belges.
Mais les commandes proprement
dites doivent encore être passées.
L'année passée, ce matériel a été
utilisé dans le cadre de la lutte
contre la pollution par
hydrocarbures sur la plage et au
large des côtes de Blankenberge.
Le matériel de lutte contre la
pollution par hydrocarbures en
haute mer sera étrenné au mois
de juin prochain. La Protection
civile est chargée du dispositif à
mettre en place sur les plages.
Les modalités pratiques sont
fixées mais un accord de
coopération doit encore être
conclu.
Cinq à six ministres au moins sont
compétents en ce qui concerne les
dispositifs déployés au large. A cet
égard, la loi n'est pas très claire. Il
a été décidé d'assurer une
capacité provisoire grâce au navire
De Zeehond, lequel travaillera en
collaboration avec le service
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
men nodig heeft. Ook Landsverdediging heeft haar medewerking
toegezegd mochten er hulpschepen nodig zijn voor een
bestrijdingsconfiguratie. De bedoeling is weg te geraken uit de
interimtoestand en een goede definitieve regeling te creëren. Men
onderzoekt nu hoe dit het beste kan gebeuren. Zoals ik al heb
gezegd, zal nog voor de zomer van 2002 een eerste oefening
plaatsvinden om te zien hoe goed de Zeehond functioneert. Als die
oefeningen overtuigen, dan zal men het wellicht daarbij houden.
Mocht blijken dat men beter op andere modellen overstapt, dan zal
dat een van de conclusies kunnen zijn.
Ten slotte, wat het aantal incidenten met olie op zee betreft, is van
april 2000 tot nu sprake van twee vaststellingen. Ik verwijs naar het
incident in april 2001, naar aanleiding waarvan u mij de eerste vraag
hebt gesteld. Het laatste incident vond plaats in de week van 21
februari. Dat laatste incident was het gevolg van een langdurige
storm. De specifieke omstandigheden hebben tot heel kleine
vervuilingen geleid, waarvoor dit soort materiaal niet bruikbaar is.
Flottes de l'Administration
flamande des voies navigables. Le
Département de la Défense
nationale a également promis son
aide. Il ne faut pas oublier que
l'objectif est avant tout d'obtenir un
règlement définitif. Un premier
exercice sera organisé avec le
navire De Zeehond avant l'été
2002 en vue d'une évaluation.
Deux incidents ont eu lieu depuis
avril 2000: l'un en avril 2001 et
l'autre au cours de la semaine du
21 février 2002. Ce deuxième
incident a été provoqué par des
vents violents. Dans ces
circonstances, il est très difficile
d'utiliser le matériel prévu.
04.03 Patrick Lansens (SP.A): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb twee kleine aanvullende vragen.
U hebt verklaard dat het materieel aan de Civiele Bescherming is
toegewezen. Ik veronderstel dat u naar de permanente eenheid in
Jabbeke verwijst?
04.03 Patrick Lansens (SP.A):
L'unité permanente de Jabbeke a-
t-elle reçu le matériel requis?
04.04 Minister Magda Aelvoet: Dat detail kan ik niet bevestigen. Ik
zal dat navragen.
04.04 Magda Aelvoet, ministre:
Je le ferai vérifier.
04.05 Patrick Lansens (SP.A): U hebt ook gezegd dat de gouverneur
die loten heeft toegewezen. Heeft hij dat in opdracht van uw
departement uitgevoerd?
04.05 Patrick Lansens (SP.A):
Votre cabinet a-t-il chargé le
gouverneur de cette mission?
04.06 Minister Magda Aelvoet: Wij hebben zeer intens
samengewerkt met de provincie West-Vlaanderen omwille van de
verantwoordelijkheid van de provincies voor de rampenbestrijding in
het algemeen. Dat was ook een goed platform om de verschillende
diensten en belangengroepen op een goede manier aan tafel te
krijgen. Ik ben daarover zeer tevreden.
04.06 Magda Aelvoet, ministre:
Une concertation intensive a été
menée avec la province de
Flandre occidentale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de invulling van de wet op het mariene milieu" (nr. 6495)
05 Question de M. Patrick Lansens à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exécution de la loi visant la protection du milieu marin" (n° 6495)
05.01 Patrick Lansens (SP.A): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, wij blijven in hetzelfde domein. Mijn volgende vraag gaat
over de invulling van de wet op het marine milieu. Wij weten allemaal
dat die wet tijdens de vorige legislatuur op initiatief van de toenmalige
staatssecretaris voor Leefmilieu, de heer Jan Peeters, is
uitgevaardigd. Toen een aantal ontwerpbesluiten waren uitgelekt, is
daarover, vooral aan de kust, een hele polemiek gevoerd. Er was een
polarisatie van voor- en tegenstanders van de wet en de besluiten die
op til waren.
05.01 Patrick Lansens (SP.A):
Sous la précédente législature, la
loi visant la protection du milieu
marin a été adoptée à l'initiative du
secrétaire d'Etat de l'époque. La
concrétisation de cette loi très
importante a déjà fait couler
beaucoup d'encre.
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
05.02 Minister Magda Aelvoet: Zelfs binnen dezelfde partijen was
daarover discussie.
05.03 Patrick Lansens (SP.A): Dat klopt, mevrouw. Ik heb dat
trouwens in mijn vorig betoog ook bevestigd en u hebt toen dezelfde
opmerking gemaakt.
Ik pleit nog altijd voor een duurzaam beheer van onze Noordzee,
mevrouw de minister. U doet dat waarschijnlijk ook. Daarom pleit ik
voor een correcte uitvoering van de wet op het mariene milieu. Dat is
niet alleen van belang voor het ecosysteem, maar ook voor een
evenwichtig kusttoerisme en een leefbare visserij.
Op 26 juni 2001 heb ik hierover al een vraag gesteld. Ik heb toen
beklemtoond dat het geen goede zaak zou zijn om nog veel langer te
wachten. Binnenkort komen er nieuwe parlementsverkiezingen en ik
vrees dat wij opnieuw in een polarisatie zullen terechtkomen. Ik meen
dat de geschiedenis van de wet al voldoende heeft aangetoond dat
een polemiek er dreigt aan te komen. U hebt toen geantwoord dat u al
koninklijke en ministeriële besluiten had genomen. Voor de
afbakening van de beschermde zeegebieden moest u eerst nog en
ik citeer "een verklarend dossier opstellen ter rechtvaardiging van
enkele oplossingen op grond van wetenschappelijke en milieubeleids-
argumenten." De besluiten zouden pas kunnen worden genomen als
dat afrondend rapport zou klaar zijn. U hebt toen aangekondigd dat dit
niet zolang meer zou duren. In september 2001 zouden de zaken
opnieuw worden aangekaart om nadien overleg met de sector te
plegen.
Ik denk dat het logisch is dat ik daarop nog eens terugkom. Wij zijn nu
zes maanden na september 2001. Ik had graag van u een nieuwe
stand van zaken vernomen.
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de uitvoering
van de wet op het mariene milieu? Wanneer was het
verantwoordingsrapport klaar waarover u in juni 2001 hebt
gesproken? Met welke sectoren hebt u intussen overleg gepleegd?
Wat zijn de conclusies van het overleg? Wat is de stand van zaken
met betrekking tot de aanduiding van de beschermde zeegebieden?
Ten slotte, zijn er plannen voor het opzetten van een
informatiecampagne rond de uitvoering van de wet op het mariene
milieu?
05.03 Patrick Lansens (SP.A):
L'an dernier déjà, j'avais mis en
garde contre les retards et le
risque d'une polarisation en raison
de la fièvre électorale croissante.
La ministre avait alors indiqué que
cinq arrêtés royaux et ministériels
avaient déjà été adoptés.
Concernant la délimitation des
zones marines, elle prévoyait
l'élaboration d'un dossier
justificatif. Des arrêtés devaient
être pris ensuite.
Six mois plus tard, j'aimerais poser
à la ministre les questions
suivantes: Qu'en est-il de ces
arrêtés royaux? Quand le rapport
justificatif sera-t-il prêt? Quels
secteurs ont-ils été associés aux
concertations?
Quelles sont les conclusions de
cette concertation? Quel est l'état
d'avancement de la délimitation
des zones marines protégées?
Projette-t-on de mener une
campagne d'information sur
l'exécution de la loi? Le besoin
d'information est, en effet, énorme.
05.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, collega's, de
wet op het mariene milieu is een zeer ruime wet. Zes besluiten
werden reeds genomen. Het laatste daarvan, het koninklijk besluit
over de soorten bescherming in de zeegebieden onder de
rechtsbevoegdheid van België, is gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 14 februari 2002. Men heeft constant doorgewerkt aan
de uitwerking van de wet.
Mijnheer Lansens, u stelt terecht dat de afbakening van de mariene
gebieden het politiek meest moeilijke dossier is omdat de
standpunten van de verschillende betrokkenen sterk uiteenlopen. Wat
de stand van zaken betreft, kan ik meedelen dat in het najaar van
2001 een belangrijk bijkomend element veel prioritaire aandacht heeft
opgeëist. Dit element heeft betrekking op alles wat te maken heeft
05.04 Magda Aelvoet, ministre:
La loi visant la protection du milieu
marin est un texte de loi très
vaste. Six arrêtés ont été pris à ce
jour, dont le dernier le 14 février
2002. D'un point de vue politique,
la délimitation des zones marines
constitue le dossier le plus délicat.
Par ailleurs, un élément important
est venu s'ajouter au dossier
l'automne dernier, à savoir les
espaces réservés à la production
d'électricité. Certains points
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
met het reserveren van bepaalde ruimten op zee voor de productie
van elektriciteit, meer bepaald de inplanting van onder meer
windmolenparken. Men moet het hele plaatje bestuderen en uitmaken
wat men op bepaalde plaatsen kan toelaten en wat niet en of dit
gecombineerd kan worden met andere activiteiten of niet. Op dit
ogenblik zijn reeds elementen bekend van het MER waaraan nog
wordt gewerkt. De eerste reacties uit Nederland lopen binnen. Uit
deze reacties blijkt dat bepaalde zaken moeten worden gemotiveerd.
Men heeft hier veel tijd ingestoken. Het was immers een prioritair
element in de uitvoering van het geheel.
Bovendien zijn we inzake het niet-respecteren van de uitvoering van
de Habitat-richtlijn op de vingers getikt door de Europese Unie. Ik heb
instructies gegeven om prioritair te werken aan de nodige
maatregelen die betrekking hadden tot de bescherming van de
soorten in de zeegebieden. Dit punt is volledig opgelost. Op 21
december 2001 heeft de Koning het koninklijk besluit ondertekend.
Daarmee is de hele afdeling 3 van het hoofdstuk III uitgevoerd. Dit
was een belangrijk punt dat moest worden uitgevoerd. Omdat slechts
zeer kleine groepen mensen met deze problematiek bezig zijn, werd
de rest van de punten een beetje in de koelkast gezet. Er zijn heel
veel contacten geweest met universitaire diensten, wetenschappelijke
instellingen, milieuverenigingen en er was overleg met de Vlaamse
minister van Visserij.
We zijn klaar om volledige uitvoering te geven aan de vogelrichtlijn
door een gebied als speciale beschermingszone aan te duiden op
grond van de ons opgelegde Europese criteria. Op dit ogenblik werkt
men aan de praktische aspecten van de afbakening. De
beschermingszone zal zeker niet zo maar gesloten worden voor de
visserij en de scheepvaart. Daar was grote ongerustheid over. Er
wordt gewerkt aan de samenstelling van een beheercommissie
waarin al de stakeholders vertegenwoordigd zullen zijn. Hun opdracht
is de activiteiten te beheren en te moduleren voor een behoorlijk
duurzaam beheer van het gebied. Dit zou tegen mei rond moeten zijn.
doivent être davantage motivés.
L'Union européenne nous a tancés
à propos de l'application de la
directive Habitat. L'arrêté royal en
la matière a été signé le 21
décembre dernier. De ce fait, tout
le reste a été mis au frigo. Nous
avons mené une très large
concertation. Nous sommes
maintenant prêts à exécuter
intégralement la directive Oiseaux.
Il n'est pas question de verrouiller
telle ou telle zone et d'y interdire
toute activité de pêche ou toute
navigation. La création d'une
commission de gestion, chargée
de la gestion durable, est
actuellement en préparation. Tout
devrait être réglé d'ici à la fin du
mois de mars.
05.05 Patrick Lansens (SP.A): Mevrouw de minister, de afgelopen
maanden is uw aandacht vooral gegaan naar enerzijds, het
belangrijke dossier van de aanleg van de windmolenparken en
anderzijds, de naleving van de habitatrichtlijnen.
05.05 Patrick Lansens (SP.A):
Ces derniers mois, la ministre
s'est donc occupée prioritairement
des parcs d'éoliennes et de la
mise en oeuvre de la directive
Habitat.
05.06 Minister Magda Aelvoet: Zij zullen op het gebied van de
Noordzee een zeer grote impact hebben.
05.07 Patrick Lansens (SP.A): Ik hoor u zeggen dat het plaatje in
mei volledig rond zal zijn. Betekent dit dan ook dat u ernaar streeft om
tegen dan de beschermde zeegebieden af te schermen?
05.07 Patrick Lansens (SP.A): La
délimitation des zones marines
protégées sera-t-elle achevée fin
mai?
05.08 Minister Magda Aelvoet: Dat zou in ieder geval de basis
vormen voor de gesprekken. U weet dat de zaak finaal in de soep
draait als er te weinig overleg plaatsvindt. Volgens mij kunnen we ons
dit niet permitteren.
05.08 Magda Aelvoet, ministre:
La concertation préalable doit faire
l'objet de l'attention requise.
05.09 Patrick Lansens (SP.A): Blijft het uw bedoeling om in deze
legislatuur dat toe te voegen?
05.09 Patrick Lansens (SP.A):
Va-t-on s'occuper des zones
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
marines protégées avant la fin de
cette législature?
05.10 Minister Magda Aelvoet: Absoluut.
05.10 Magda Aelvoet, ministre:
Certainement.
05.11 Patrick Lansens (SP.A): Dat is een duidelijk antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het aantal toegekende premies tot ombouw LPG" (nr. 6505)
06 Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le nombre de primes octroyées pour la conversion au LPG"
(n° 6505)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, in het kader van haar actieplan ter verbetering van de
algemene luchtkwaliteit en de beperking van troposferisch ozon, kent
de overheid een premie toe van 508,18 euro aan particulieren en
ondernemingen die hun benzinewagen laten ombouwen naar een
wagen met LPG-installatie. Die ombouw moet gebeuren tussen 1
januari 2001 en 31 december 2002. Het dossier kan worden
ingediend tot en met 31 augustus 2003. Het moet gaan om een
nieuwe installatie; tweedehands installaties worden uitgesloten van de
maatregel.
In de begroting 2001 was 246 miljoen Belgische frank voorzien voor
de tussenkomsten voor die LPG-installaties. Hetzelfde bedrag,
namelijk 6,098 miljoen euro, is begroot voor 2002. Aangezien de
premie voor de installatie 508,18 euro of 20.500 Belgische frank
bedraagt, betekent zulks dat er jaarlijks twaalfduizend aanvragen
verwacht worden, wat te berekenen is door de globale begroting te
delen door de premie.
Mevrouw de minister, eind november 2001 zei u naar aanleiding van
de oprichting van het callcenter dat er sinds de lancering van die
campagne al tienduizend aanvragen werden ingediend.
Graag kreeg ik van u een aantal precieze cijfers.
Ten eerste, hoeveel aanvragen voor een LPG-premie werden er in
2001 ingediend? Hoeveel van die aanvragen werden goedgekeurd?
Ten tweede, welke waren de voornaamste redenen om een aanvraag
af te wijzen?
Ten derde, welk bedrag aan premies werd al effectief uitbetaald?
Ten vierde, hoeveel telefonische oproepen ontving het callcenter
totnogtoe sinds de oprichting in november 2001?
Ten vijfde, hoeveel aanvragen werden er in 2002 al ingediend?
Ten zesde, deze vraag had ik niet schriftelijk ingediend, maar ze is
gebaseerd op informatie die ons ondertussen bereikte. Klopt het dat
de dienst die de dossiers behandelt, onderbemand is? Klopt het dat er
06.01 Simonne Creyf (CD&V):
L'Etat octroie une prime de 508,18
euros aux particuliers et aux
entreprises qui auront équipé leur
voiture à essence d'une nouvelle
installation LPG entre le 1
er
janvier
2002 et le 31 décembre 2002. A
cette fin, 246 millions de francs
étaient prévus au budget 2001
tandis que 6,098 millions d'euros
étaient inscrits à cet effet dans le
budget 2002. On prévoit donc
quelque 12.000 demandes par an.
Combien de demandes ont été
introduites en 2001? Combien ont
été approuvées? Quelles sont les
raisons principales ayant motivé
une décision de refus?
A quel montant total se sont
élevées les primes déjà versées?
Combien d'appels a reçu le call
center depuis qu'il a été créé en
novembre 2001? Combien de
demandes ont été introduites en
2002?
Est-il exact que le service chargé
de traiter ces demandes manque
d'effectifs, qu'il est confronté à un
arriéré énorme et que, pour cette
raison, des membres du cabinet
de la ministre prêtent main forte à
ce service au lieu qu'il soit procédé
au recrutement de nouveaux
membres du personnel pour ce
service?
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
een enorme achterstand is in de behandeling van die dossiers? Klopt
het dat zelfs kabinetsmedewerkers van u eenmaal per week die
dienst gaan helpen om de dossiers af te handelen in plaats van dat u
medewerkers aanneemt om dat probleem op te lossen?
06.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, collega's, er
zijn in totaal 10.947 dossiers ingediend voor 2001. Daarvan werden er
300 geweigerd. Begin vorig jaar stelden wij vast dat 90% van de
ingediende dossiers onvolledig was samengesteld door bijvoorbeeld
ontbrekende documenten.
Over de effectief uitbetaalde premies kan ik het volgende zeggen.
Momenteel zijn er 5.033 dossiers volledig afgehandeld, waarvan er
4.290 effectief uitbetaald werden. De overige dossiers zijn door de
administratie afgehandeld en werden doorgestuurd voor betaling.
De andere dossiers kunnen niet uitbetaald worden, omdat die niet
volledig zijn door het ontbreken van documenten. Als wij die dossiers
zouden uitbetalen hoewel er rechtvaardigingsdocumenten ontbreken,
zou het Rekenhof daartegen uiteraard en terecht bezwaren hebben.
Budgettair gezien werd er 103.176.500 Belgische frank uitbetaald.
Sinds 22 november 2001 hebben wij 8.079 telefonische oproepen
ontvangen.
In januari 2002 werden er 1.018 en in februari 2002 werden er 727
aanvragen ingediend.
Ik ontken dat mijn kabinetsmedewerkers bij die dienst wekelijks gaan
helpen. Het klopt wel dat enkele kabinetsmedewerkers enkele keren
ik vermoed een drietal keer een handje zijn gaan toesteken voor
zaken waarvan werd vermoed dat ze al ongeveer afgewerkt waren.
Die vraag had u niet schriftelijk ingediend, maar ik wil wel graag
opzoeken hoe vaak dat precies is gebeurd.
De heer Decoster heeft op onze vraag ook toegezegd dat de ploeg
met enkele eenheden zal worden versterkt. Het behoort inderdaad
niet tot de opdracht van een kabinet om dat te doen.
06.02 Magda Aelvoet, ministre:
L'année dernière, 10.947
demandes ont été introduites. 300
ont été refusées. 90 % des
dossiers introduits étaient
incomplets. Entre-temps, 5.033
demandes ont été finalisées. Pour
4.290 d'entre elles, le montant a
déjà été payé effectivement. Il va
de soi qu'aucun paiement ne peut
avoir lieu pour des dossiers
incomplets.
A ce jour, 103.176 millions de
francs ont été versés.
Le 22 novembre 2001, le call
center avait reçu 8.079 appels
téléphoniques. Le cabinet n'aidera
pas le service compétent toutes
les semaines pour traiter ces
demandes. Jusqu'ici, il l'a fait à
trois reprises. M. Decoster m'a
assuré qu'un certain nombre
d'agents supplémentaires seront
recrutés.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, kan ik de
schriftelijke versie van uw antwoord krijgen want het gaat toch om
precieze gegevens?
06.03 Simonne Creyf (CD&V):
L'effectif du service n'est donc pas
insuffisant. Pouvez-vous me
fournir ces données par écrit?
06.04 Minister Magda Aelvoet: Met plezier.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, de dienst is
volgens u niet onderbemand?
06.06 Minister Magda Aelvoet: Ik heb u zojuist gezegd dat de heer
Decoster mij heeft beloofd dat de dienst met enkele eenheden zal
worden uitgebreid. Het probleem is niet zozeer het aantal maar wel
wat mensen in staat zijn om te doen.
06.06 Magda Aelvoet, ministre:
Le problème n'est pas tellement le
nombre de personnes qui y
travaillent mais bien le volume de
travail auquel elles peuvent faire
face. M. Decoster a promis une
extension de l'effectif de quelques
unités.
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. 6569 van de heer Ludo Van Campenhout wordt naar een latere datum
verschoven.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het ministerieel besluit betreffende de erkenningscriteria voor huisartsen" (nr. 6572)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
"de huisartsenopleiding" (nr. 6626)
07 Questions jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'arrêté ministériel relatif aux critères d'agrément pour les
médecins généralistes" (n° 6572)
- M. Jef Valkeniers à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la formation des médecins généralistes" (n° 6626)
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, de vraag is ook hier kort. Op 19 februari werd
het ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit
van
3
mei
1999 tot vaststelling van de erkenningcriteria voor
huisartsen in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dat heeft nogal
wat commotie verwekt in huisartsenkringen wegens het feit dat er een
wijziging in zou voorkomen die afwijkt van het advies dat daarover
enkele jaren geleden door de Hoge Raad van Geneesheren-
Specialisten en Huisartsen werd uitgebracht. De wijziging zou vooral
tot doel hebben het volbrengen van een stage door de huisarts in een
ziekenhuis gedurende een periode van zes maanden. Over die
verplichting bestaat geen discussie. In het nieuwe ministerieel besluit
zou het onmogelijk worden gemaakt om de bijkomende zes maanden
stage in de eigen huisartsenpraktijk uit te voeren. Tot daar kan ik het
volgen. De discussie heeft echter betrekking op het feit dat in het
nieuwe ministerieel besluit is opgenomen dat deze stages
plaatsvinden gedurende minstens zes maanden in een daartoe
erkende ziekenhuisdienst en gedurende nog minstens zes maanden
bij een als stagemeester erkende huisarts in een erkend centrum voor
eerstelijnsgezondheidszorg.
Mevrouw de minister, die centra voor eerstelijnsgezondheidszorg
bestaan bij mijn weten nog niet. De vraag is dus waarom u het
ministerieel besluit in die zin hebt opgemaakt. Werd het advies van de
Hoge Raad gevolgd, of is daarvan afgeweken? Waarom werd hiervan
afgeweken? U hebt wellicht de beschuldigingen gelezen dat het
verplichten van elke huisarts om zijn stage te doen in een centrum
voor eerstelijnsgezondheidszorg een aanzet zou zijn tot "etatisering"
van de huisartsengeneeskunde. Sommigen noemden dit zelfs
kolchozengeneeskunde. Mevrouw de minister, is dat de bedoeling?
Hoe gaat men dat in de praktijk regelen? Gaat het soms om een
lapsus waarbij men de komma heeft vergeten of de "of" heeft laten
vallen? Graag zou ik uw intenties terzake vernemen.
07.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): La publication au
Moniteur belge, en date du 19
février dernier, de l'arrêté
ministériel relatif aux critères
d'agrément des médecins
généralistes a suscité un vif émoi
chez ces derniers.
Les futurs médecins devront
accomplir, à la fin de leurs études,
un stage de six mois dans un
centre agréé de soins de première
ligne. Auparavant, ce stage
pouvait également être effectué
chez un médecin généraliste
agréé. Cependant, à partir de
2004, année d'entrée en vigueur
de l'arrêté, il devra obligatoirement
être fait dans un des centres
agréés de soins de première ligne,
lesquels, si je ne m'abuse,
n'existent pas encore. Par quels
motifs cette modification est-elle
inspirée? Le Conseil supérieur a-t-
il été consulté? S'agit-il d'une
bévue ou la modification instaurée
poursuit-elle effectivement
l'objectif précité?
07.02 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de minister, ik meen dat het
ongeveer dezelfde vraag is. In de Artsenkrant heb ik gelezen dat men
op het kabinet heeft gezegd dat het inderdaad om een fout gaat. (...)
Het centrum voor eerstelijnszorg zou dus niet gelijkstaan met de
fameuze maisons médicales of de groepspraktijken van uiterst linkse
07.02 Jef Valkeniers (VLD): Dans
l'intervalle, j'ai appris qu'il
s'agissait d'une erreur
d'impression. La ministre
confirme-t-elle cette information?
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
inspiratie, die multidisciplinair zijn samengesteld, die wij in Vlaanderen
kennen. Als het om een drukfout gaat, is onze vraag overbodig.
07.03 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, collega's, het
is juist dat het fameuze woordje "of" is weggevallen. Zodra dit
gesignaleerd werd, is dit rechtgezet. Op de dag waarop dit punt onder
onze aandacht werd gebracht hebben we een persmededeling
opgesteld om dit recht te zetten. De stages vinden dus gewoon plaats
gedurende zes maanden in een daartoe erkende ziekenhuisdienst en
gedurende nog zes maanden bij een als stagemeester erkend
huisarts of in een erkend centrum voor eerstelijnszorg. Men heeft dit
aangenomen omdat men voorzag dat de stages daar in de toekomst
ook zouden kunnen gebeuren. Men wou het absoluut niet beperken
tot die centra, dat is volkomen fout.
07.03 Magda Aelvoet, ministre:
Une erreur d'impression a en effet
été commise: le mot "ou" a
simplement été omis.
07.04 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de minister, de heer
Vandenbroucke viel uit de lucht toen ik hem dit vroeg. Ik stel echter
vast dat u snel op uw pootjes gevallen bent.
07.04 Jef Valkeniers (VLD): Je
l'ai immédiatement signalé à M.
Vandenbroucke qui, bien que
tombant des nues, est intervenu
sans tarder.
07.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): (...) Mevrouw de minister,
ik probeer elke dag het Belgisch Staatsblad te lezen en ik heb
waarschijnlijk over de wijziging heen gelezen. De persmededeling
heeft mij ook niet bereikt. Anders hadden we de vraag kunnen
intrekken, wat eigenlijk eleganter zou zijn geweest.
07.05 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): La modification publiée
au Moniteur belge, tout comme le
communiqué de presse, ont
échappé à mon attention. Dans le
cas contraire, j'aurais évidemment
retiré ma question.
07.06 Minister Magda Aelvoet: Ik zou nooit een parlementslid willen
beletten om vragen te stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, wij gaan over tot de vraag nr. 6596 van mevrouw Annemie Van de Casteele.
07.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
aangezien de agenda deze namiddag vrij goed gevuld is, had ik u
voorgesteld om deze vraag te koppelen aan de bespreking van de
aanbevelingen van de dioxinecommissie. Ik meen dat deze vraag
beter op haar plaats zou zijn in de discussie over het vaststellen van
normen, risicoanalyses, enzovoort.
Mevrouw de voorzitter, u hebt mij echter daarstraks gezegd dat de
vergadering van morgen zou worden uitgesteld. Ik twijfel dan ook om
mijn vraag nu te laten schrappen, want als dit betekent dat alles sine
die wordt verdaagd tot na de paasvakantie zit ik toch met enkele
vragen.
07.07 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Si ma question n° 6596
peut encore être traitée avant les
vacances de Pâques dans le
cadre de la commission de suivi
"Dioxine", je suis disposée à la
retirer aujourd'hui.
De voorzitter: Stel gerust uw vraag, mevrouw Van de Casteele.
07.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, de
vraag is natuurlijk of we over de agenda van gedachten kunnen
wisselen.
De voorzitter: Niet nu. We zullen dit misschien straks doen, maar nu moet u wel beslissen of u uw vraag
stelt. Mevrouw Van de Casteele, minister Vande Lanotte komt terug om half drie. Ik wil op dat moment wel
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
starten met de bespreking van het wetsontwerp.
07.09 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
mijn enige vraag is of dit onderwerp nog vóór de paasvakantie kan
worden behandeld. Als dit het geval is, ben ik bereid om mijn vraag uit
te stellen.
De voorzitter: Uw vraag kan zeker vóór de paasvakantie kunnen worden behandeld.
07.10 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik verkies dat mijn vraag
aan bod komt tijdens een discussie over de aanbevelingen. Als dit
niet kan, zal ik mijn vraag opnieuw stellen.
De voorzitter: Dat zullen we bespreken tijdens de regeling van de werkzaamheden.
07.11 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Gelet op de
hoogdringendheid van een aantal vragen waarmee mijn collega's
zitten en waarop ze dringend een antwoord moeten krijgen, laat ik hen
voorgaan.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, er is nog tijd voor uw vraag maar met elke minuut komen we dichter bij
de interpellaties, waarvoor hier toch het grootste enthousiasme bestaat, denk ik.
08 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenningen van de mobiele urgentiegroepen" (nr. 6634)
08 Question de M. Yves Leterme à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'agrément des services mobiles d'urgence" (n° 6634)
08.01 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de voorzitter, het gaat niet
over de regering maar over de echte mobiele urgentiegroepen.
Mevrouw de minister, in de commissievergadering van 17 april 2001,
bijna een jaar geleden, werden heel wat vragen gesteld, onder meer
de belangrijke vraag binnen welk tijdstip de erkenningen van de
verschillende MUG's zouden worden doorgevoerd. U hebt toen
gesteld dat die erkenningsprocedure vertraging had opgelopen en dat
u vooral voor de dringende medische hulpverlening wachtte op
adviezen van de provinciale commissies. U stelde dat van zodra u ze
alle had gekregen, u vrij snel zou beslissen, weliswaar met dien
verstande dat het zogenaamde programmatiebesluit niet zou moeten
worden gewijzigd. U hebt toen in elk geval uitdrukkelijk gesteld dat u
het dossier van zeer nabij volgde, zeer kort op de bal wilde spelen en
dat u zeer dringend en zeer snel, eenmaal alle adviezen waren
aangekomen, een beslissing zou nemen.
De lectuur van de algemene problematiek van de dringende medische
hulpverlening en de erkenning van de MUG's in het bijzonder, is voor
mij aanleiding geweest om in mijn provincie, West-Vlaanderen, na te
gaan welke de toestand is van de verschillende MUG's bij de diverse
ziekenhuizen.
Ik was enigszins verrast door het feit dat heel wat ziekenhuizen,
private of andere, vandaag geld moeten sprokkelen bij lokale
besturen om toch over voldoende middelen te beschikken om de
klassieke werkingskosten van dergelijke MUG-teams te verzekeren,
zoals bij voorbeeld het onderhoud van de wagens of de verzekering.
Voor West-Vlaanderen gaat het over enigszins bescheiden bedragen,
08.01 Yves Leterme (CD&V):
Lors de la réunion de la
commission du 17 avril 2001, la
ministre a fait savoir que la
reconnaissance des SMUR avait
pris du retard parce que les avis
des commissions provinciales
pour les soins médicaux d'urgence
se faisaient attendre. Elle
s'attendait à recevoir les avis à ce
moment et comptait prendre
rapidement une décision. La
ministre avait également indiqué
qu'elle réagirait promptement.
J'ai procédé à un sondage dans
certains hôpitaux de Flandre
Occidentale. C'est avec
étonnement que j'ai appris qu'ils
devaient récolter de l'argent
auprès des autorités locales pour
financer certains coûts de
fonctionnement classiques. Il s'agit
d'une somme de l'ordre de 5 à 6
millions de francs. Même
l'hélicoptère du SMUR a été
financé en 2000 pour près de 5
millions par les communes de
Flandre Occidentale.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
zowel voor de ziekenwagens als voor de helidienstverlening, namelijk
over circa 10 miljoen. Het gaat bovendien over een opdracht die in
essentie is toebedeeld aan de federale overheid. Ik heb ziekenhuis
per ziekenhuis nagetrokken en het blijkt te gaan om zowat 70.000
euro aan diverse toelagen vanuit de gemeentebesturen, geleverd voor
de helft van de 8 interventiezones en zowat het dubbele voor het
geheel. Alles samen komt men tot een bedrag van 5 tot 6 miljoen, met
daarnaast de MUG-Helidienst West-Vlaanderen, die dienst doet als
tweede MUG voor heel de provincie. Terzake hebben de West-
Vlaamse steden en gemeenten in 2000 bijna 5 miljoen frank aan
toelagen op tafel gelegd. Ook het provinciebestuur heeft bijna 1,5
miljoen gefinancierd, zonder rekening te houden met toelagen voor de
algemene werking van deze VZW's, alsook van de andere MUG's van
de andere VZW's.
We bevinden ons volop in het kerntakendebat dat zich hoofdzakelijk
op Vlaams niveau afspeelt. Hier worden we evenwel geconfronteerd
met een opdracht, een functie, die normaal tot de volle bevoegdheid
van de federale overheid behoort, namelijk het organiseren van die
medische urgente hulpverlening.
Bij koninklijk besluit van 10 april 1995 heeft de federale overheid
beslist dat MUG's konden worden beschouwd als een functie van een
ziekenhuis en bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998, het
programmatiebesluit, werden ook programmatiecriteria vastgelegd.
De normen werden opgelegd via het koninklijk besluit van 10
augustus 1998. Dit gebeurde terecht, want het is immers goed dat er
strikte normen worden opgelegd. De normen voor een erkende
functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", geregeld bij koninklijk
besluit van 27 april 1998, wegen ook zwaar door en vergen van
ziekenhuizen ernstige financiële inspanningen.
Het feit dat die erkenningen, die nochtans vorig jaar werden
aangekondigd als zijnde imminent ze zouden eerstdaags worden
uitgevaardigd uitblijven, betekent dat ziekenhuizen middelen moeten
sprokkelen bij lokale besturen. Dit staat in schril contrast met de
gestrengheid waarmee de federale overheid de normen opstelt, daar
waar de meeste ziekenhuizen over geen enkele steun vanwege de
federale overheid beschikken.
Daarom stel ik in het verlengde van de commissiebesprekingen van
vorig jaar, een aantal concrete vragen, mevrouw de minister.
Ten eerste, waarom zijn de MUG's nog steeds niet erkend? Vorig jaar
had u dat nochtans beloofd. Waarom hebben die MUG's nog geen
tussenkomst ontvangen?
Ten tweede, wat is de stand van zaken in het dossier in het algemeen
en met betrekking tot de West-Vlaamse puzzel in het bijzonder?
Ten derde, zijn de programmatiecriteria aangepast, worden die
aangepast of zullen die aangepast worden?
Ten vierde, hebt u zicht op de toelagen die de lokale besturen geven
aan ziekenhuizen met een MUG-functie, voor het hele land of het hele
gewest?
Ten vijfde, verlenen ook andere provinciale en lokale besturen dan
Le financement des SMUR relève
de la compétence du
gouvernement fédéral; ce n'est
pas une tâche majeure des
administrations locales. Dans le
cadre de l'arrêté royal du 10 avril
1995, le pouvoir fédéral a décidé
que les SMUR devaient être
considérés comme une fonction
d'un hôpital. Et c'est le pouvoir
fédéral qui a défini les critères du
programme par la voie de l'arrêté
royal du 10 août 1998.
Un autre arrêté royal du 10 août
1998 impose aux SMUR des
normes d'agrément sévères. Les
normes pour la fonction «soins
d'urgence spécialisés», définies
par l'arrêté royal du 27 avril 1998,
sont également exigeantes et
requièrent de sérieux efforts
financiers de la part des hôpitaux.
Les hôpitaux n'ont rien obtenu du
gouvernement fédéral.
Pourquoi les agréments se font-ils
attendre et pourquoi les SMUR
n'ont-ils pas encore reçu d'aide
financière? Qu'en est-il de ce que
la ministre qualifie de «puzzle
ouest-flamand»? Les critères des
programmes ont-ils été adaptés?
La ministre a-t-elle une vue des
subventions accordées par les
autorités locales aux hôpitaux
comprenant une fonction SMUR?
En va-t-il de même dans les autres
provinces? De quels montants
s'agit-il? Quelle somme a-t-elle été
prévue au budget pour le
fonctionnement des SMUR?
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
West-Vlaanderen toelagen voor de MUG-functie? Over welke
bedragen spreken we dan?
Ten slotte, welk budget is er in uw begroting voorzien voor de
uitbating van die mobiele urgentiegroepen?
08.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, de vertraging
werd veroorzaakt doordat wij moesten wachten op de adviezen van
de provinciale commissies. Die adviezen zijn geleidelijk
binnengekomen, maar een aantal was verdeeld: men koos niet voor
een bepaald model noch voor een bepaalde inplanting. Dat was een
groot probleem.
Een tweede vaststelling was dat, als men alleen maar binnen de
provincie werkt, zonder enige vorm van samenwerking die moet
toelaten om vanuit een bepaalde provincie een klein stukje van een
ander provincie te bedienen, het systeem irrationeel zou worden
beheerd. De kaart kan dus niet worden beperkt tot de provincie, die
zelf het totale antwoord moet geven voor het totale grondgebied. Er
moeten grensoverschrijdende oplossingen worden gezocht. Op dat
vlak is er zeer fundamenteel en goed werk geleverd door enkele
personen, die de relaties in kaart hebben gebracht, die nodig zijn wil
men iedereen binnen de tien minuten, dringend medische hulp
kunnen aanbieden. Omtrent die kwestie is er dus een nieuwe kaart
van België uitgetekend, waarop duidelijk wordt dat provinciale
antwoorden niet volstaan om tot een goede, rationele oplossing te
komen.
Daarom is men begin februari met de gewijzigde voorstellen naar de
verschillende provinciale commissies gestapt om te toetsen hoe de
nieuwe voorstellen daar kunnen worden onthaald.
De heer Leterme heeft gelijk dat door het ontbreken van de ingevulde
programmatie, die we inderdaad voor het eind van vorig jaar hadden
gepland, de financiering niet op gang is gekomen. De financiering is
echter wel degelijk voorzien, met terugwerkende kracht. Wat reeds bij
wijze van voorschot betaald werd, wordt dus ook terugbetaald.
In de begroting van het jaar 2002 is er in 75 MUG-functies voorzien,
terwijl er door het programmatiebesluit slechts in tweeënzeventig
ervan was voorzien. Er is dus geld vrijgemaakt voor drie meer.
Degenen die daarop zeer wetenschappelijke wijze puzzelwerk hebben
gedaan, beweren nochtans dat, als we het aantal beperken tot
vijfenzeventig, er een achteruitgang ontstaat tegenover de huidige
situatie. Immers, nu werken er al een tachtigtal MUG-functies zonder
erkenning.
Ik overleg dus momenteel met minister Vandenbroucke om vijf of zes
nieuwe functies te creëren. Deze zouden met terugwerkende kracht
moeten worden gefinancierd. Tegelijkertijd maken wij afspraken over
de nieuwe tekeningen die er uitkomen en ondernemen wij juridische
stappen om het programmatiebesluit gedeeltelijk bij te sturen. De
formulering ervan moet toelaten dat dit zo vlug mogelijk gebeurt.
Momenteel loopt het overleg met de verschillende provinciale
commissies en de rijksgezondheidsinspecteurs en eind maart
verwacht men alle antwoorden. Na Pasen zullen wij definitief de
knoop kunnen doorhakken.
08.02 Magda Aelvoet, ministre:
Nous devions attendre les avis des
commissions provinciales qui
étaient toujours divisées et
proposaient des solutions
multiples. Une approche
provinciale est irréaliste, une
solution transfrontalière s'impose.
La programmation faisant défaut,
le financement s'est également fait
attendre. Ce problème sera
maintenant réglé rétroactivement.
Un groupe de personnes a dressé
une nouvelle carte de la Belgique
qui permet à chacun d'être
secouru par un SMUR dans un
délai de 10 minutes.
En ce qui concerne les SMUR, 75
fonctions seront agréées au lieu
des 72 prévues par l'arrêté de
programmation. Les auteurs de la
nouvelle carte ont toutefois averti
que ce nombre était insuffisant
pour garantir le respect de la règle
des 10 minutes. En concertation
avec M. Vandenbroucke, j'oeuvre
donc actuellement en vue d'obtenir
l'agrément de 5 ou 6 fonctions
supplémentaires.
Il conviendra de prendre les
initiatives nécessaires en vue de la
correction juridique de l'arrêté de
programmation. Cette correction
sera opérée avec effet rétroactif.
Toutes les réponses devraient
nous être parvenues d'ici à la fin
du mois de mars de sorte que
nous pourrons trancher après les
vacances de Pâques.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
08.03 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, op een drietal
vragen heb ik geen antwoord gekregen. Het gaat, enerzijds, over de
rol van de federale overheid als verantwoordelijke voor het
programmatiebesluit, maar dientengevolge ook als verantwoordelijke
voor de financiering, en, anderzijds, over de rol die provincies en
lokale besturen noodgedwongen spelen, al is het niet hun kerntaak
om te voorzien in bijkomende financiering.
08.03 Yves Leterme (CD&V): Je
n'ai pas obtenu de réponse aux
questions sur le rôle des pouvoirs
publics fédéraux dans la
promulgation de l'arrêté pris en
exécution de la loi-programme, sur
le financement et sur le rôle des
provinces et des administrations
locales.
08.04 Minister Magda Aelvoet: Ik heb daarnet gezegd dat
financiering voorzien is voor 75 posten en dat het federaal geregeld is
en retroactief zal worden betaald. Dat betekent dat de oneigenlijke
inspanningen van anderen zullen worden terugbetaald.
08.04 Magda Aelvoet, ministre:
Les autorités fédérales prendront
en charge le financement de 75
postes. Les coûts supportés par
les autres acteurs seront
remboursés.
08.05 Yves Leterme (CD&V): Aan de gemeentebesturen?
08.05 Yves Leterme (CD&V): Les
administrations communales sont-
elles également concernées par
cette mesure?
08.06 Minister Magda Aelvoet: Aan wie het geld heeft
voorgeschoten. Vermits de functies zijn verbonden met de
ziekenhuizen, zullen zij de financiering krijgen. De informatie over de
al dan niet weerhouden functies zal uiteraard worden bekendgemaakt
en er zal niet mee kunnen worden gesjoemeld.
08.06 Magda Aelvoet, ministre:
Nous diffuserons des informations
claires à propos des décisions
prises, afin que chacun soit au
courant de ses droits.
08.07 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, excuseert u mij,
maar op mijn vierde en vijfde vraag hebt u niet geantwoord. Ik zal
deze vragen schriftelijk stellen en hopelijk soelaas krijgen.
08.07 Yves Leterme (CD&V): Je
poserai une question écrite sur les
points restés sans réponse.
08.08 Minister Magda Aelvoet: Collega, wat de lokale besturen
betreft, kan ik slechts antwoorden dat er geen algemeen overzicht van
de toelagen bestaat. Via contacten met ziekenhuizen vernemen wij
dat dergelijke situaties zich ook in andere provincies voordoen.
08.08 Magda Aelvoet, ministre:
Je ne dispose pas d'un aperçu
général des enveloppes dont
disposent les communes.
08.09 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, wat weet u over
de financiering door de provincies?
08.10 Minister Magda Aelvoet: Collega Leterme, voor zover ons
bekend komen toelagen door lokale besturen ook voor in andere
provincies dan West-Vlaanderen.
08.10 Magda Aelvoet, ministre: Il
ressort de contacts avec les
hôpitaux que le phénomène ne
concerne pas uniquement la
Flandre occidentale.
08.11 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, bepaalde
provinciebesturen financieren de helikopterfunctie. Gebeurt dit ook
buiten West-Vlaanderen?
08.12 Minister Magda Aelvoet: Er is slechts op twee plaatsen in
België een helicopterfunctie: een in West-Vlaanderen en een ergens
in de Ardennen.
08.12 Magda Aelvoet, ministre:
L'hélicoptère n'est utilisé qu'en
Flandre occidentale et dans les
Ardennes.
08.13 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb de indruk
dat wij weer voor een half jaar vertrokken zijn. Na Pasen gaat u een
08.13 Yves Leterme (CD&V): Je
crains qu'il faille encore attendre
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
aantal knopen doorhakken en de grensoverschrijdende werking aan
specialisten voorleggen, wat mij een goed idee.lijkt. U verwacht eind
maart de reacties van de diverse provincies op uw vragen
dienaangaande. U verwijst naar een herziening van het
programmatiebesluit met een mogelijk advies van de Raad van State.
Het zal dus minimum een half jaar duren vooraleer maatregelen op
het terrein effect zullen sorteren, zowel inzake financiering als wat de
werking betreft.
six mois avant que tout puisse
fonctionner.
08.14 Minister Magda Aelvoet: Collega Leterme, ik denk dat u
overdrijft. In verband met hoogdringende zaken, zoals medische hulp,
kunnen wij binnen de drie dagen een advies van de Raad van State
krijgen. Zelfs een dringend advies wordt binnen de maand verstrekt.
De teksten zijn momenteel al klaar en de exacte invulling zal einde
maart gebeuren.
08.14 Magda Aelvoet, ministre:
Vous exagérez. L'avis demandé
en urgence au Conseil d'Etat
devrait permettre d'accélérer les
choses. Les textes sont prêts ; ils
ne doivent plus qu'être complétés.
08.15 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal
nauwlettend op deze deadline toezien, maar ik wil nog doen
opmerken dat het inroepen van de hoogdringendheid voor een
dossier dat meer dan een jaar aansleept mij toch overdreven lijkt.
Ik dank de minister voor haar antwoord en volg het dossier van nabij.
Het incident is gesloten.
08.15 Yves Leterme (CD&V):
Comment osez vous demander en
urgence l'avis du Conseil d'Etat
alors que rien n'a été fait pendant
un an?
L'incident est clos.
09 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Paul Tant tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
modaliteiten met betrekking tot de beëindiging van het arbeidscontract van de afgevaardigd
beheerder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 1161)
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
"de modaliteiten met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de afgevaardigd
beheerder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 1168)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de ontslagmodaliteiten van de gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 1170)
09 Interpellations jointes de
- M. Paul Tant à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les conditions qui entourent la rupture du contrat de travail de l'administrateur
délégué de l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire" (n° 1161)
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les conditions qui entourent la rupture du contrat de travail de l'administrateur
délégué de l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire" (n° 1168)
- Mme Frieda Brepoels à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les conditions liées au licenciement de l'administrateur délégué de l'Agence
fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire" (n° 1170)
09.01 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, collega's, ik wil de
minister eerst feliciteren met de armslag die zij van de eerste minister
en van de regering gekregen heeft, zowel wat financiële middelen als
wat personeel betreft, om het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen eindelijk operationeel te maken. Weliswaar
houdt dat feit een publieke bekentenis in dat het FAVV zoals wij
altijd al gezegd hebben eigenlijk alleen op papier bestaat, maar het
doet toch de hoop ontstaan dat na twee jaar wachten het FAVV
misschien iets sneller operationeel gemaakt kan worden.
Mevrouw de minister, daarover gaat mijn interpellatie niet. Ze gaat wel
09.01 Paul Tant (CD&V): Je tiens
à féliciter la ministre d'avoir obtenu
des moyens supplémentaires pour
rendre opérationnelle l'Agence
fédérale pour la sécurité de la
chaîne alimentaire.
Le contrat de M. Beernaert,
nommé administrateur délégué de
l'AFSCA le 16 août 2000, stipulait
que l'intéressé aurait à se
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
over de heer Beernaert die op 16 augustus 2000 werd aangesteld als
gedelegeerd bestuurder van het FAVV. In zijn arbeidscontract stond
onder meer als mijn inlichtingen juist zijn dat gedurende de
proefperiode die 1 jaar moest duren, te weten tot 10 juli 2001, twee
evaluaties moesten plaatsvinden en dat een derde evaluatie zou
plaatsvinden op het einde van de proefperiode. In de praktijk werd er
evenwel maar een evaluatie gehouden, die uitmondde in een
evaluatieverslag, te weten op het einde van de proefperiode, dus op
10 juli 2001.
Ik denk dat het stilaan algemeen bekend is dat die evaluatie niet
eenduidig positief was en dat er een aantal onvolkomenheden
vastgesteld werden. Die werden onder meer geweten aan een aantal
externe factoren. In elk geval leidde de evaluatie ertoe dat de
betrokkene in functie kon blijven. Mevrouw de minister, op dat
moment was de proefperiode voorbij. Ik neem dus aan dat de heer
Beernaert toen in een definitief statuut terechtgekomen is?
Ik zei het al: de evaluatie was niet eenduidig positief. De aan de
evaluatie gekoppelde weddeverhoging werd blijkbaar uitgesteld tot
een volgende evaluatie die in principe op 16 februari 2002 moest
worden gedaan. Intussen werd de heer Beernaert een beetje
verrassend ook aangesteld als administrateur-generaal bij het IVK.
Dat gebeurde op 19 december 2001. Ik vind dat eigenaardig. Men
was niet helemaal gelukkig met het werk van die ambtenaar.
Niettemin kende men hem een bijkomende bevoegdheid toe. Of ging
het alleen om een bijkomende titel? In elk geval, het verwondert mij
wel.
Intussen bleef het FAVV wat aanmodderen en raakte het niet uit de
startblokken. Dat hebben wij al tot in den treure herhaald. Naar
aanleiding van de recente minicrisis zwol ook de kritiek aan het adres
van de heer Beernaert weer aan. En op 7 februari 2002 barstte de
bom. Na ruggespraak met de minister nam de heer Beernaert ontslag
als eerste manager van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen. Althans, zo luidde de eerste versie van het
bericht dat we vernamen. Wij vernamen dat de heer Beernaert
ontslag had genomen.
Mevrouw de minister, wat er ook van zij, in elk geval werd de datum
van de evaluatie net niet gehaald. In dat verband wil ik u dus een paar
vragen stellen. Normaal gezien had de evaluatie 8 dagen later moeten
plaatsvinden. Niet meer dan dat. Men hoefde dus maar 8 dagen te
wachten om op een normale manier als ik me zo mag uitdrukken
een eind te maken aan de arbeidsovereenkomst van de betrokkene.
Doch, u schorste hem eerst en nadien kwam het tot zijn ontslag.
Waarom, mevrouw de minister? Waren er zwaarwichtige feiten die
dat plots noodzakelijk maakten en rechtvaardigden?
soumettre à deux évaluations
durant la période d'essai d'un an.
L'augmentation de traitement, qui
aurait dû lui être octroyée au
moment de sa nomination à titre
définitif, a été reportée et
subordonnée à une nouvelle
évaluation, fixée au 16 février
2002.
Entre-temps, M. Beernaert s'est vu
confier la direction de l'IEV. Quelle
était la motivation de cette
décision?
Enfin, M. Beernaert a été licencié
en février 2002, et ce, selon une
procédure pour le moins curieuse:
après une courte période de
suspension, la démission de
l'intéressé est intervenue quelques
jours plus tard.
Pourquoi la ministre n'a-t-elle pas
simplement attendu dix jours pour
démettre directement M.
Beernaert de ses fonctions et
obtenir ainsi un règlement
financier plus avantageux pour la
communauté? Quels éléments
supplémentaires justifiant le départ
de M. Beernaert se sont-ils
produits au cours de la période
d'essai?
Pourquoi un accord à l'amiable a-
t-il été conclu? Cet accord
porterait sur l'octroi d'une
indemnité correspondant à 24
mois de traitement, assurance-
groupe et assurance-invalidité
incluses. Quel est le montant de
cette indemnité qui sera versée en
avril?
Heeft de betrokkene ontslag gekregen of genomen? Waarom heeft
men geen acht dagen gewacht aangezien men dan tegen financieel
betere voorwaarden, ook namens de gemeenschap, een einde aan
de overeenkomst kon maken? Wat is er bijkomend gebeurd tussen
het moment van de schorsing en het ontslag? Zijn er dan nog
bijkomende elementen geweest? Waarom werd de beslissing in twee
keren genomen?
Wat het ontslag zelf betreft, mevrouw de minister, eindigt alles, als ik
Il a été convenu que M. Beernaert
ne pourra fournir aucune
information à des tiers au sujet du
fonctionnement de l'Agence
alimentaire et des motifs de sa
démission. J'ignorais que l'on
«achète» à présent le silence des
fonctionnaires. La démission n'a
été signifiée ni par l'employeur ni
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
het goed begrijp, met een minnelijke schikking tussen de minister en
de heer Beernaert. De tegemoetkomingen in hoofde van de
betrokkene zijn niet min. Als ik mij vergis, dan zou ik willen dat u mij
corrigeert.
Ten eerste gaat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst pas in
op het einde van deze maand. Waarom nog een maand die
bovendien nog vergoed is?
Ten tweede betaalt de Belgische Staat aan de heer Beernaert als
opzegvergoeding een bedrag dat overeenkomt met het loonpakket
van 24 maanden, inclusief groepsverzekering en
invaliditeitsverzekering. Hij zal dus nog 24 maanden van de materiële
voordelen van de arbeidsovereenkomst genieten. Dit impliceert dat hij
door het agentschap bijkomend langer zal betaald worden dan hij er
ooit heeft gewerkt. Hij zal dus met zijn afscheidspremie meer
verdienen dan wat hij ooit aan loon zou gekregen hebben. Dit is toch
bijzonder merkwaardig.
Omdat de mensen en het Parlement in de eerste plaats het recht
hebben te weten hoe er met de gemeenschapsmiddelen
omgesprongen wordt, zou ik graag weten welk bedrag daartegenover
staat. Is het juist dat het om en bij de 15 miljoen beloopt? Is het veel
meer? Is het veel minder? Ik zou ook graag weten of er nog andere
extra legale voordelen zijn. Ik meen ook te weten dat die
opzegvergoeding in april 2002 betaald wordt. Het gaat hier dus niet
om loutere nieuwsgierigheid, maar ik meen dat de mensen het recht
hebben te weten wat er met hun geld gebeurt.
Nu kom ik tot de kernvraag. Een van de bepalingen van de bedongen
minnelijke regeling van het ontslag, bepaalt dat de betrokken
werknemer er zich toe verbindt zich te onthouden van het verstrekken
van informatie aan derden met betrekking tot de werking van het
Federaal agentschap en de omstandigheden die geleid hebben tot de
beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit intrigeert mij bijzonder
omdat het voorkomt alsof er om de een of andere reden zwijggeld
betaald moet worden. Ik weet dat dit in sommige milieus normaal is,
maar ik wist niet dat dit ook op regeringsniveau gebeurde.
Ambtenaren mogen niet praten over de omstandigheden en de
werking van de instelling die ze mee hebben moeten runnen.
Mevrouw de minister, zo staat het erin. Wist de heer Beernaert dan te
veel over sommige afspraken van u of uw kabinet?
Was hij van bepaalde zaken op de hoogte die hij niet mocht
doorvertellen? Zo komt het in elk geval over. We hebben ondertussen
via de verklaringen van de een of de andere vernomen dat er
inderdaad zo'n afspraak zou hebben bestaan. Had de afspraak
daarop betrekking? Uw antwoord interesseert mij ten zeerste,
mevrouw de minister.
Wat mag er niet worden geweten van de omstandigheden van het
ontslag? Dreigde de betrokkene met ontslag of werd hij daar effectief
toe gedwongen? Speelden anderen hierin een rol?
U begrijpt dat uw geheimzinnigheid omtrent de hele zaak voortdurend
nieuwe vragen oproept. Mensen met wilde fantasieën komen
uiteindelijk tot theorieën die niemand nog durft te geloven.
par le travailleur. Dès lors, par qui
l'initiative de cette démission a-t-
elle été prise? Que s'est-il passé
au juste?
A-t-on également mis fin au
contrat de Monsieur Beernaert
auprès de l'Institut d'expertise
vétérinaire?
De quelles conditions financières
le successeur temporaire de
Monsieur Beernaert bénéficiera-t-
il? Exerce-t-il toujours, dans le
même temps, la fonction de
secrétaire général du département
de l'Agriculture et des Classes
moyennes?
J'aimerais obtenir une réponse
complète à ces questions. Le
contrôle du gouvernement et des
opérations financières réalisées
par celui-ci constitue l'une des
missions essentielles du
Parlement.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
In een schrijven van het Rekenhof aan mevrouw Brepoels wordt
gesteld dat er geen sprake is van een beëindiging van het contract
door de werkgever, noch van een ontslagname door de werknemer.
Wat is het dan? Het is geen ontslag door de werkgever; het is
evenmin een ontslagname door de werknemer. De betrokkene werkt
niet meer op het Agentschap en hoeft geen enkele prestatie meer te
leveren, maar hij wordt wel voort betaald. Of dat verschil maakt
tegenover vroeger, dat weet ik niet. In elk geval, nu hoeft hij officieel
niet meer te werken. Is de betrokkene ontslagnemend of geniet hij
een loopbaanonderbreking? In welk statuut bevindt de man zich?
Misschien is er sprake van onachtzaamheid van uwentwege,
mevrouw de minister ik hoop van niet maar werd er een einde
gemaakt aan zijn bevoegdheden in het IVK? Dat zou alvast het
logische gevolg moeten zijn.
Wat zijn de financiële voorwaarden van de tijdelijke opvolger van de
heer Beernaert? Cumuleert de betrokkene nog steeds zijn mandaat
met waarnemend secretaris-generaal van het departement Landbouw
en Middenstand? Is hij ondertussen ook administrateur-generaal van
het IVK of is dat iemand anders? Kan dat zomaar?
Graag had ik een volledig en precies antwoord gekregen op mijn
vragen. Het Parlement dient immers conform een van zijn
wezenlijkste opdrachten toezicht te houden op de werking van de
regering. Het Parlement heeft in de loop van de voorbije decennia aan
invloed verloren. Men heeft steeds gezegd dat het Parlement de
eerste macht in de Staat was. Vandaag is dat minder dan ooit het
geval, althans dat is mijn indruk. Het Parlement moet zich dan ook
toeleggen op zijn kerntaken, zijnde het toezicht op de regering,
inzonderheid de financiële verrichtingen van de regering, wat meteen
ook zijn oudste taak is. Daarom had ik graag in de aangelegenheid
enige klaarheid, mevrouw de minister, waarvoor mijn dank bij
voorbaat.
09.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, hoewel
wij vandaag via de pers kunnen vernemen dat minister Daems
geïrriteerd begint te reageren op parlementaire vragen in verband met
verloningen van topmanagers en dergelijke, vind ik toch dat wij
blijvend moeten vasthouden aan ons parlementair recht. In het kader
van het vroegere liberaal adagium openbaarheid van bestuur, is het
noodzakelijk dat we een zicht krijgen op de lonen van de
topmanagers en de
overeenkomsten aangaande ontslag-
vergoedingen.
Als we de media moeten geloven, dan stellen wij vast dat de op 6
februari tot ontslag gedwongen gedelegeerd bestuurder van het
Federaal Voedselagentschap op papier in dienst zal blijven tot 31
maart.
Op die manier zou de betrokkene erin slagen om als schoon
cadeautje voor zichzelf uiteindelijk nog 2 jaar uitbetaald te worden
voor een bedrag van zowat 140.000 euro of 5,5 miljoen frank bruto
per jaar, terwijl hij slechts anderhalf jaar gewerkt heeft. De betrokkene
wist wel degelijk uit het contract dat hij de laan kon worden
uitgestuurd ingeval van een aantal negatieve evaluaties. Zowel rond
de proefperiode als rond de evaluatie blijven er toch nog een aantal
onduidelijkheden bestaan. Collega Tant heeft reeds naar een aantal
09.02 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Les parlementaires ont
encore le droit de contrôler le
pouvoir exécutif, malgré l'irritation
manifestée à ce propos par le
ministre Daems en commission de
l'Infrastructure.
M. Beernaert a manifestement
réussi à rester en fonction
jusqu'au 31 mars bien qu'il ait reçu
sa démission le 6 février. De
nombreuses imprécisions
subsistent concernant les
modalités liées au stage et à
l'évaluation. La ministre peut-elle
nous expliquer en quoi
consistaient les accords?
Il est étrange que le contrat ait été
rompu de commun accord,
comme par hasard dix jours avant
l'évaluation de M. Beernaert. A cet
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
zaken verwezen. Er was inderdaad een regeling afgesproken waarbij
er een loonsverhoging zou komen na de proefperiode van
betrokkene. Die zou hij niet hebben gekregen, omdat hij de
doelstellingen niet zou hebben gehaald. Betrokkene zou volgens een
aantal persberichten nochtans een gunstige evaluatie gekregen
hebben, omdat een aantal externe factoren zoals de regionalisering
van de landbouw en de vertragingen in verband met Copernicus in het
nadeel van betrokkene zouden hebben gespeeld. De eventuele
verloning zou worden gekoppeld aan een mogelijke nieuwe evaluatie.
Vandaar dat ik aan mevrouw de minister zou willen vragen om wat
duidelijkheid te willen scheppen over de proefperiode en over de
verschillende evaluaties.
Tevens vind ik het nogal eigenaardig dat 10 dagen vóór de
bekendmaking van de evaluatie er uiteindelijk een contract bij
onderling akkoord verbroken wordt. Dat vergt op zijn minst een
woordje uitleg. Het is dan een aangenaam financieel bij-effect voor de
heer Beernaert dat hij financieel een betere regeling krijgt. Persoonlijk
verwijt ik dat de heer Beernaert niet. Wel vind ik dat het vanwege de
regering eigenlijk niet correct is om op dergelijke manier te handelen.
Wij verdienen hierbij zeker een woordje uitleg en u, mevrouw de
minister, moet als politiek verantwoordelijke, hierover zeker kunnen
worden aangesproken. Vanuit onze sociale bekommernis vindt onze
partij het niet normaal dat dergelijke mensen in dergelijke topfuncties
zo'n astronomische ontslagvergoedingen in allerlei contracten kunnen
bedingen.
U weet zeer goed dat een aantal bedrijven recentelijk hun deuren
heeft moeten sluiten waarbij een groot aantal werknemers op straat
werd gezet. Die gewone werknemers gingen niet met een dergelijke
gouden handdruk naar huis en moesten met veel minder tevreden
zijn.
Een vergelijkbare situatie is die van Frans Rombouts bij De Post die
ook aan de deur is gezet. Vanuit groene hoek werd moord en brand
geschreeuwd om een veel te hoge ontslagvergoeding, die echt onkies
werd genoemd. Momenteel echter moeten wij akte nemen van het feit
dat het kabinet-Aelvoet meent dat de ontslagvergoeding van de heer
Beernaert niet overdreven is. Hier moet ik mevrouw de minister bijna
feliciteren voor de snelheid waarmee de groenen erin slagen
pragmatisch te worden en de principes even opzij te zetten.
Er is ook nog het zeer eigenaardige probleem van de zwijgplicht. Wat
werd hierbij concreet bedongen? Werd er inderdaad afgesproken dat
de heer Beernaert zou zwijgen over de werking van het Federaal
Voedselagentschap alsook over de omstandigheden van zijn ontslag?
Nog een klein element in de discussie is dat het Rekenhof u reeds op
28 mei 2001 op de vingers zou hebben getikt over het feit dat het
Federaal Agentschap een theoretische constructie bleef. Wij hebben
inderdaad moeten vaststellen dat de Ministerraad van verleden vrijdag
toch wel naar een andere versnelling is overgeschakeld, vermoedelijk
onder druk van de huidige voedselcrisis.
Als we van het verleden naar het heden stappen, mevrouw de
minister, zou het goed zijn dat u enige verduidelijking geeft over de
contractuele afspraken die met de nieuwe tijdelijke baas van het
Voedselagentschap, de heer Xavier De Cuyper, werden gemaakt?
égard, un mot d'explication serait
également le bienvenu.
Il est socialement inacceptable
que des managers réclament des
indemnités exorbitantes pour
résiliation de contrat alors que
notre économie est loin d'être au
beau fixe. Je crois me souvenir
que les écolos avaient vivement
critiqué le montant des indemnités
versées par La Poste à M.
Rombouts au moment de son
départ.
A cela s'ajoute l'obligation de
confidentialité. Quelles
dispositions ont-elles été prises?
M. Beernaert doit-il effectivement
taire les circonstances qui ont
entraîné sa démission?
Le 28 mai 2001, la Cour des
comptes avait déjà critiqué la
ministre parce que l'AFSCA restait
une structure purement théorique.
A la suite de la crise des PCB, le
Conseil des ministres a toutefois
décidé manifestement de faire
avancer le dossier. Quels accords
contractuels a-t-on passés avec
M. Xavier de Cuyper, le
successeur de M. Beernaert?
Pourquoi M. Beernaert ne sera-t-il
licencié qu'à partir du 31 mars?
Pourquoi un accord à l'amiable a-t-
il été conclu à l'approche de
l'évaluation définitive de M.
Beernaert? La ministre juge-t-elle
normal le montant de l'indemnité
de licenciement? Trouve-t-elle
normal d'imposer l'obligation de
confidentialité lors du licenciement
d'un fonctionnaire?
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Samenvattend had ik graag geweten waarom het arbeidscontract van
de heer Beernaert pas op 31 maart zou worden verbroken.
Waarom koos men er uiteindelijk niet voor om de heer Beernaert zijn
ontslag te geven, maar gaf men de voorkeur aan de optie om in
onderling akkoord uiteen te gaan kort voor de evaluatie moest worden
afgerond? Blijft u bij uw stelling dat de huidige ontslagvergoeding niet
overdreven is? Vindt u het normaal dat terzake ook nog een
zwijgplicht wordt afgesproken?
09.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik wil mij beperken tot een aantal concrete vragen over de
omstandigheden waarin het contract met de heer Beernaert werd
beëindigd. Wat mij bijzonder intrigeert is dat de evaluatieprocedure,
zoals omschreven in het contract, in werkelijkheid niet werd gevolgd.
Op het moment dat het contract met de gedelegeerd bestuurder werd
afgesloten, had men nochtans voldoende inzicht in de situatie
waardoor men met vrij grote zekerheid kon zeggen dat men niet
binnen drie of zes maanden een volledige evaluatie van de
betrokkene kon doen omdat het agentschap in principe nog moest
starten. Ik weet ook niet of het de gewoonte is dat in doorsnee
contracten in drie evaluaties op één jaar wordt voorzien. Daarin was in
dit geval voorzien, met name na drie maanden, na zes maanden en
na één jaar. Waarom werd dit los van de externe omstandigheden
formeel niet gevolgd?
Welke vaststellingen werden bijna één jaar na de proefperiode
gedaan? Ik heb begrepen dat er een positieve evaluatie was
waardoor er een contract van onbepaalde duur inging. De
proefperiode kon of mocht niet worden verlengd omdat het een
contract van onbepaalde duur wordt. Toch wordt een uitstel van acht
maanden gegeven dus niet de jaarlijkse evaluatie zoals in het
contract werd bepaald om een nieuwe evaluatie te doen en om
bijkomende functioneringsdoelstellingen naar voren te brengen.
Waarover ging dat concreet?
Waarom heeft men de betrokkene op 5 februari 2002 geschorst? U
hebt daarover een toelichting in het Parlement gegeven. De dag
daarna sluit u echter een minnelijke schikking, tien dagen voor de
definitieve evaluatie op 16 februari 2002. Kloppen de verklaringen van
de gedelegeerd bestuurder in de pers dat hij niet op de hoogte was
dat hij werd geëvalueerd? Hij zou de concrete doelstellingen die op 10
juli met hem waren afgesproken toch moeten kennen. Waarom laat
men dan toch het contract tot het einde van maart doorlopen? Welke
voordelen in natura behoudt hij nog tijdens deze periode?
Ik had ook graag iets meer vernomen over de criteria, op basis
waarvan de opzeggingsvergoeding werd bepaald. Uw kabinetschef
heeft reeds gezegd dat de vergoeding niet te hoog is. Nochtans, als
men de ontslagvergoeding voor het desbetreffende contract berekent
volgens de formule-Claeys, dan komt men in het beste geval tot een
vergoeding van elf maanden. Hier is er echter sprake van een bedrag
dat meer dan het dubbele bedraagt, zeker wanneer men de twee
maanden loon, die de heer Beernaert mocht ontvangen zonder ervoor
te werken, erbij telt.
Waarom heeft men geen gebruikgemaakt van de opzegmogelijkheid
09.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
J'ai obtenu, par l'intermédiaire de
la Cour des comptes, une copie du
contrat de travail de
l'administrateur délégué de
l'Agence fédérale pour la sécurité
de la chaîne alimentaire, ainsi que
la description de la procédure
d'évaluation et des modalités de
licenciement.
La procédure d'évaluation n'a pas
été correctement suivie. L'unique
évaluation a eu lieu peu avant la
fin de la période d'essai d'un an.
Quelle en est la raison? Quelles
en ont été les conclusions? La
période d'essai a-t-elle été
prolongée? Pourquoi l'évaluation
suivante a-t-elle été reportée de 8
mois?
La suspension de l'intéressé
suscite également des
interrogations. Pourquoi a-t-il fait
l'objet d'une suspension,
immédiatement suivie d'un
règlement à l'amiable, quelques
jours avant l'évaluation? Pourquoi
la suspension court-elle jusqu'à la
fin du mois de mars et quels
avantages M. Beernaert conserve-
t-il au cours de cette période?
Comment l'indemnité de préavis a-
t-elle été fixée? Pourquoi cette
question n'a-t-elle pas été réglée
au cours de la période d'essai?
Pourquoi la décision de mettre fin
au contrat de travail est-elle
entourée de mystère?
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
tijdens de proefperiode, die voorzien is of van de opzegmogelijkheid
die voorzien is op een ander ogenblik, weliswaar na een negatieve
evaluatie?
Ten slotte, waarom werd de clausule van geheimhouding opgenomen
in het contract bij de beëindiging van het werkcontract?
09.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, de
evaluatieprocedure in het contract is wel degelijk gerespecteerd. De
heer Beernaert kwam in dienst op 16 augustus 2000 en er was een
eerste formeel evaluatiegesprek op 24 november 2000, drie maanden
na de start. In de loop van het jaar 2001 was er wekelijks overleg op
het niveau van het kabinet waardoor er geregeld afspraken konden
worden gemaakt, bedenkingen geformuleerd enzovoort. Een tweede
zeer formele evaluatieprocedure is voorbereid in juni 2001. Op basis
van de bevindingen die er toen met een zevental personen gebeurd
zijn, is er een evaluatiegesprek gebeurd met de heer Beernaert en
een nagesprek op 6 juli 2001. Een ondertekend document hieromtrent
dateert van 10 juli 2001. Op basis van die evaluatie was de analyse
niet dat de evaluatie goed of slecht was, maar dat er onvoldoende
elementen waren om de balans definitief te kunnen opmaken. Er is
toen beslist om het contract voort te zetten, omdat we van oordeel
waren dat het niet fair zou zijn. Dat een aantal opdrachten niet
gerealiseerd was, was wel duidelijk aan externe factoren toe te
schrijven, zoals de regionalisering van de landbouw, de Copernicus-
procedure enzovoort. Wel ging de in het contract beloofde
weddenverhoging niet door en werd een aantal verwachtingen op
papier gezet die tegen 16 februari 2002 gerealiseerd zouden moeten
zijn.
De proeftijd van een arbeidscontract kan niet worden verlengd. Op het
ogenblik dat de proefperiode om was, begon dus een contract van
onbeperkte duur. De bijkomende evaluatie, die moest worden
afgesloten op 16 februari, had dus geen enkel gevolg als dusdanig.
Men kan dus niet doen uitschijnen alsof 16 februari het einde van het
contract zou zijn geweest. Helemaal niet. Er was alleen voorzien dat
de loonsverhoging die eerst voorzien was, niet doorging en dat er een
nieuwe evaluatie moest komen en dat die moest worden afgerond
tegen 16 februari. Op grond daarvan is men inderdaad op 7 december
2001 begonnen met de voorbereidingen van de nieuwe evaluatie,
want daar begint men niet aan op het laatste nippertje, als men dat op
een ernstige wijze wil doen. Daar begint men heel wat vroeger aan.
De heer Beernaert is half december 2001 wel degelijk verwittigd dat
de derde evaluatie begon.
Er zijn in dat verband een aantal gesprekken met een achttal
betrokken personen gevoerd. Uit die evaluatieronde is duidelijk
gebleken dat het tempo, de alertheid en de aanpak van een aantal
problemen niet werden ingevuld op de manier die men van iemand
met echte managerskwaliteiten zou mogen verwachten. Ook de
blijken van inertie in de aanpak van de problematiek Hanekop
vormden daarbij een factor die de zaken nog in een scherper daglicht
plaatsten. Dat heeft geresulteerd in de schorsing van 5 februari. Op 6
februari is een bijkomend gesprek gevoerd, dat tot de beëindiging van
de overeenkomst heeft geleid. Daar is geen enkele eigenaardigheid
aan verbonden. Op basis van een serieus gesprek hebben wij samen
besloten de overeenkomst te beëindigen. Het is dan niet gebruikelijk
09.04 Magda Aelvoet, ministre:
La procédure d'évaluation prévue
par le contrat a bel et bien été
respectée. M. Beernaert est entré
en service le 16 août 2000. Le
premier entretien d'évaluation
officiel a eu lieu le 24 novembre
2000. Dans le courant de 2001,
des réunions de concertation se
sont tenues chaque semaine. La
deuxième évaluation officielle a eu
lieu le 6 juillet 2001. Elle a abouti à
la conclusion qu'on ne disposait
pas d'éléments suffisants pour
dresser un bilan définitif. Le
contrat a donc été prolongé mais
aucune augmentation de
traitement n'a été accordée. En
outre, on s'est fixé une série
d'objectifs à atteindre avant le 16
février 2002.
La période d'essai d'un contrat de
travail ne peut être prolongée. Par
conséquent, l'entretien qui devait
avoir lieu le 16 février 2002 n'aurait
pas pu aboutir à une résiliation
automatique du contrat.
Le 7 décembre 2001, on a entamé
la préparation de l'évaluation de
février qui a été suivie d'entretiens
avec huit personnes concernées.
Au cours de ces entretiens, il est
apparu que M. Beernaert ne
satisfaisait pas complètement à
tout ce qu'on attendait du
collaborateur souhaité. On lui a
ainsi reproché une certaine inertie
et un manque d'esprit d'initiative.
Cette procédure a débouché sur
une suspension de l'intéressé en
date du 5 février. Lors d'un
entretien qui s'est déroulé le 6
février 2002, il a été décidé, en
concertation avec l'intéressé, que
son contrat prendrait fin.
Il était absurde d'attendre jusqu'au
16 février pour prendre cette
décision. Il s'agissait en effet d'un
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
om te wachten tot 16 februari. Het gaat hier wel degelijk om een
akkoord tot beëindiging van de overeenkomst in het kader van een
minnelijke schikking.
De concrete functioneringsdoelstellingen waarnaar werd gevraagd,
hebben te maken met het sturen van de directieraad waarin de
verantwoordelijken van de verschillende diensten zitten het
regelmatig overleg met de betrokkenen, de interne afstemming,
interne en externe communicatie, de informatie over voedselveiligheid
ook voor het brede publiek enzovoort. Het klopt dat dit niet is
aangekondigd op het ogenblik dat de heer Beernaert voor het
verdergaande gesprek van 6 februari werd uitgenodigd. Wij waren
volop bezig met het afsluiten van de evaluatie. Hij was vanaf midden
december op de hoogte dat die evaluatie liep. Wij hadden trouwens al
in augustus met hem afgesproken dat die evaluatie op 16 februari zou
worden afgerond. Het is helemaal niet abnormaal dat dit, naar
aanleiding van de gebeurtenissen bij Hanekop, tot een definitieve
beslissing heeft geleid waarbij beide partijen zich akkoord hebben
verklaard met de beëindiging van het contract.
Het pas ingaan van de beëindiging van de overeenkomst op 31 maart
is een onderdeel van de onderhandeling. Er was geen zwaarwichtig
feit of een ernstige fout vastgesteld. Het ging over alertheid,
dynamiek, enzovoort. In dergelijke omstandigheden onderhandelt
men met de werknemer over de eventuele beëindigingsvoorwaarden.
De voordelen die werden behouden of tot 31 maart zullen worden
behouden, zijn de gsm en de bedrijfswagen, uiteraard niet met
chauffeur. Gedurende zijn ambtsperiode beschikte de heer Beernaert
wel over die faciliteit. Zowel de gsm als de bedrijfswagen worden op
31 maart ingeleverd. De opzeggingsperiode werd bepaald op basis
van de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 op de
arbeidsovereenkomsten. Wij hebben het hier niet over een
ambtenaar, zoals veel mensen dikwijls foutief beweren, maar wel over
iemand die op contractuele basis is aangeworven. Dat is een
fundamenteel verschil. Een ambtenaar kan, ook als hij zijn topfunctie
verliest, op zijn basisstatuut van ambtenaar terugvallen. Hij wordt
verderbetaald en heeft zekerheden die een contractueel niet heeft.
Dat aspect verliest men ten onrechte uit het oog.
Als basis is de formule-Claeys toegepast en zeer zorgvuldig
berekend. Mevrouw Brepoels, het klopt niet dat het om maximum 11
maanden zou gaan. Met de verschillende elementen die in rekening
zijn gebracht, zouden wij over minimum 16,8 maanden spreken.
Er is dan wel rekening gehouden met criteria als de topfunctie, maar
ook met de publieke schade voor de persoon bij de beëindiging, die
volgens mij in dat geval enorm is, en met de kans op het vinden van
ander werk.
Wij konden ofwel overgaan tot een minnelijke schikking ofwel kwam
die zaak voor een arbeidsrechtbank. Verschillende zeer goed
geplaatste personen hebben ons laten verstaan dat aansturing op een
procedure bij de arbeidsrechtbank ten eerste, veel langer zou duren
en ten tweede, veel juridische kosten met zich zou brengen. Ten
derde, heeft de arbeidsrechtbank de gewoonte de kant van de
werknemer te kiezen. Dat is logisch, want daarvoor is ze historisch
gezien opgericht. Ik begrijp uw bezorgdheid voor de staatskas, maar
de last voor de staatskas had veel groter kunnen geweest zijn dan het
licenciement dans le cadre d'un
accord à l'amiable. Cette
procédure ne présente aucun
caractère anormal.
Dans la mesure où aucune faute
grave n'a été constatée, nous
avons pu négocier les modalités
de la cessation de contrat. Nous
avons donc convenu de la date du
31 mars. Jusqu'à cette échéance,
M. Beernaert pourra continuer à
utiliser son GSM et sa voiture de
service sans chauffeur.
Le délai de préavis a été calculé
sur la base de la loi de 1978 sur
les contrats de travail. Nous avons
appliqué la formule Claeys. En
effet, il ne s'agit pas d'un
fonctionnaire mais d'une fonction
dirigeante contractuelle. Dans le
calcul du montant, nous avons
tenu compte de cet élément, ainsi
que du dommage public pour la
personne et de ses chances de
retrouver un nouvel emploi.
L'indemnité octroyée à M.
Beernaert représente une somme
considérable, je le concède, mais
il faut savoir que l'intéressé
exerçait une fonction dirigeante
assortie d'un salaire plantureux.
Quoi qu'il en soit, cet accord à
l'amiable ne coûte pas davantage
à l'Etat qu'un procès devant le
tribunal du travail, dans lequel le
travailleur s'efforce toujours
d'obtenir un maximum de la part
de son employeur.
Mme Brepoels donne l'impression
que nous essayons de dissimuler
certaines informations. En réalité,
nous nous en tenons simplement
aux règles de confidentialité les
plus communes qui figuraient, du
reste, dans le contrat original.
M. Beernaert avait en effet été
nommé administrateur général de
l'IEV, ce qui s'indiquait dans le
cadre de l'intégration de ce service
au sein de l'AFSCA. La fin de son
mandat fait l'objet d'un arrêté royal
qui devrait être publié
prochainement.
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
nu bereikte resultaat.
U moet mij helemaal niet in de mond leggen dat ik dat een klein
bedrag zou vinden. Uiteraard is dat geen klein bedrag. Wie in andere
omstandigheden zijn job verliest, zal wel opkijken van die bedragen.
Het gaat hier uiteraard om mensen die bedragen verdienen die een
doorsnee persoon nooit verdient, maar aan die mensen worden
andere verwachtingen en eisen gesteld met de gevolgen van dien.
Die mensen vallen nooit van vandaag op morgen helemaal en dat is
ook maar goed in de put, of is het dat wat men eigenlijk wil.
Zoals ik al vermeldde, werd de proefperiode na één jaar beëindigd en
zoals ik al heb gezegd, is een verlenging van een proefperiode niet
mogelijk.
Wat het hele gedoe rond de geheimhouding betreft, excuseer, maar
dat is een normale formule die in honderd en één werkcontracten en
ontslagen kan worden teruggevonden. Ik denk aan bankcontracten,
aan ziekteverzekeringscontracten, aan contracten in ziekenhuizen.
Die formule van confidentialiteit waarop u het etiket van
geheimdoenerij kleeft om daaronder vooral veel te kunnen insinueren,
is een normale confidentialiteitsclausule. Ik kan u x-aantal contracten
bezorgen, indien u dit wenst. Trouwens, in zijn oorspronkelijk contract
stond die confidentialiteitsclausule ook. Het gaat niet alleen over de
werking, maar ook over het geheel. Dat zijn de normale zaken die in
zo'n confidentialiteitsformule worden opgenomen. Wij vinden ze dus
terug bij banken, privé-bedrijven en -organisaties, enzovoort.
De heer Beernaert is effectief aangesteld geweest als administrateur-
generaal van het IVK omdat de bevoegdheden van het IVK werden
overgedragen aan het Federaal Agentschap en omdat de vorige
leidend ambtenaar zijn mandaat voor het IVK ter beschikking had
gesteld. Wij vonden het dus belangrijk en wenselijk om hem in het
kader van de integratie van de diensten ik denk aan documenten
inzake de verdere uitwerking van dingen, aan documenten die
moeten worden ondertekend, aan het voortzetten van alle
handelingen die door het IVK moeten worden gesteld daar aan te
stellen, zodat er geen enkel praktisch probleem in deze kon ontstaan.
Er is een einde gemaakt aan zijn verantwoordelijkheid ten aanzien
van het IVK, mijnheer Tant, via een koninklijk besluit dat eerstdaags in
het Belgisch Staatsblad zal worden gepubliceerd. Die zaak is dus
klaar en duidelijk geregeld.
De tijdelijke opvolger van de heer Beernaert is, zoals iedereen weet,
zowel waarnemend secretaris-generaal van Landbouw en
Middenstand als gedelegeerd bestuurder ad interim van het Federaal
Agentschap. Daarvoor is geen extra betaling gegeven. De interim-
periode wordt zo kort mogelijk gehouden. De inschrijving voor de
vacature die ondertussen werd gepubliceerd, vervalt precies vandaag.
Vandaag is dus de laatste dag waarop men zich kan melden voor de
functie van gedelegeerd bestuurder. Ik heb gehoord dat een veertigtal
mensen zich voor deze functie kandidaat heeft gesteld.
De contractuele bepalingen met betrekking tot evaluatie en verloning
die in het arbeidscontract van de gedelegeerd bestuurder zijn
vermeld, werden geregeld bij koninklijk besluit van 20 juli 2000. De
vraag of deze in het vervolg strikt zullen worden toegepast duidt aan
dat dit niet zou zijn gebeurd, wat niet juist is. Wat de
Le successeur à titre temporaire
de M. Beernaert occupe à la fois la
fonction d'administrateur général
auprès de l'Agriculture et celle
d'administrateur délégué ad
interim de l'AFSCA. Dans ce
cadre, il ne perçoit aucune
rémunération supplémentaire.
Jusqu'à ce jour, il était possible de
postuler pour la fonction
d'administrateur délégué de
l'AFSCA. Quelque 40 personnes
ont posé leur candidature.
Les dispositions contractuelles du
contrat passé avec M. Beernaert
figurent dans l'arrêté royal du 20
juillet 2000. Ces dispositions ont
toujours été appliquées.
L'indemnité de préavis comprend
à deux reprises un montant de 5,5
millions de francs. Les assurances
font encore l'objet de négociations
mais je ne manquerai pas
d'informer la commission des
résultats de ces discussions. Je
n'ai pas pour habitude de
dissimuler des informations, quoi
qu'insinuent certains.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
opzeggingsvergoeding betreft, hebben wij alle informatie meegedeeld.
Het gaat effectief om 11 miljoen, twee maal 5,5 miljoen. Dit zal
worden uitbetaald. Wat het pakket verzekeringen betreft, is de zaak
op dit ogenblik nog in onderzoek met de verzekeringsmaatschappij.
Zij tracht altijd zaken als de invulling zoveel mogelijk naar zich toe te
trekken. Wij zijn zeer nauwgezet aan het onderhandelen en zodra
deze zijn afgelopen zal het resultaat uiteraard aan de commissie
worden meegedeeld.
09.05 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor het
antwoord dat op een aantal punten klaarheid brengt. U zegt dat u
inzake de evaluaties gedaan hebt wat afgesproken was. Dat is echter
niet het geval. Er waren in twee evaluaties voorzien tijdens de
proefperiode en een derde op het einde ervan. Als ik het goed
begrepen heb, zijn alleen de eerste en de laatste doorgegaan.
Ten tweede, ik meen te hebben begrepen dat de betrokken
ambtenaar vast in dienst was.
09.05 Paul Tant (CD&V): Ce
qu'affirme la ministre à propos des
évaluations est inexact. Les règles
n'ont pas été suivies.
09.06 Minister Magda Aelvoet: Hij was gedelegeerd bestuurder.
09.07 Paul Tant (CD&V): U zegt dus dat de gedelegeerd bestuurder
vast in dienst was. Dat is echter een begrip dat alleen voor
ambtenaren bestaat. We moeten dan aan beide kanten onze taal wat
aanpassen. Hij wordt echter in elk geval geacht vast in dienst te zijn
als men hem laat doorwerken na de proefperiode. Dat is de algemene
regel. Zo is het toch?
09.08 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Tant, wat was in dit geval de
situatie? Het enige wat echt een verschil had kunnen uitmaken was
geweest dat wij de zaak op het einde van de proefperiode, na een
jaar, hadden beslecht, na de evaluatie. Ik heb u de juiste invulling
meegedeeld en gezegd dat nadien een contract van onbepaalde duur
begint. Een bijkomende evaluatie zou slechts gevolg hebben gehad
indien na zes maand een positief verslag had geleid tot
loonsverhoging. Het klopt dus niet dat 16 februari een gemakkelijke
uitstapdatum was.
09.08 Magda Aelvoet, ministre:
Si. La première évaluation étant
positive, le contrat a été
transformé en un contrat à durée
indéterminée. Nous n'avons pas
choisi délibérément le moment du
licenciement en fonction de
l'évaluation finale imminente.
09.09 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, ik beweer dat ook
niet. Wel beweer ik dat een evaluatie zinvol moet zijn: het moet gaan
over het functioneren en de verloning van de betrokkene. U beweert
dat inertie de aanleiding was om er abrupt een einde aan te maken.
De man was te weinig expeditief. Had men dat dan al niet veel langer
vastgesteld? U wist dit eigenlijk al.
09.10 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Tant, wilt u eindelijk eens
ernstig zijn? Ik wil u nog een kans geven.
09.11 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil daartoe een
poging ondernemen. De sérieux gebiedt dat u ernstig naar de vragen
en opmerkingen luistert. U kunt er niet naast dat de basis van uw
beslissing om de betrokkene weg te sturen eigenlijk dezelfde
gegevens bevat als bij de eerdere evaluatie. U haalt geen enkel
bijzonder feit aan. U verwijst naar de inertie, maar u zou beter zeggen
wat de man te veel en te weinig heeft gedaan. U verwijst naar de zaak
Hanekop, maar iedereen gaat ervan uit dat voor het niet op de
normale manier beëindigen van een arbeidsovereenkomst
zwaarwichtige feiten vereist zijn. Voor een groene minister zou dit
09.11 Paul Tant (CD&V): La
ministre évoque l'inertie générale
de la part de l'intéressé. Il ne fallait
donc pas attendre février 2002.
Quelles sont les raisons exactes
qui sont à l'origine de ce
licenciement? Nous nous perdons
en conjectures à ce sujet, ainsi
qu'au sujet du montant exact de
l'indemnité de licenciement.
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
vanzelfsprekend moeten zijn. Heel onze arbeidswetgeving is hierop
gebaseerd en u vermeldt dit niet eens.
Mevrouw de minister, ik accepteer niet dat dit ontslag eenvoudig
wordt gemotiveerd met het woord inertie. Op dat punt geloof ik u
eigenlijk niet. Ik blijf ervan overtuigd dat het ontslag van de heer
Beernaert, door u in moeilijke omstandigheden bepleit en
gerealiseerd, ook als bliksemafleider heeft gediend. U lag toen
immers in de vuurlinie en tenzij u mij de echte feiten kunt aangeven
kunt u mij er niet van overtuigen dat deze algemene conclusie die
reeds in vorige evaluaties voorkwam plots de druppel was die de
emmer deed overlopen. Overigens zou een derde nooit
gerealiseerde negatieve evaluatie een formeel argument voor de
beëindiging van een arbeidsovereenkomst hebben betekend.
Mevrouw de voorzitter, de informatie over de reële grond voor het
ontslag van de heer Beernaert wordt deze commissie onthouden. Wij
hebben ook het raden naar het bedrag van de ontslagvergoeding.
Waarschijnlijk is mijn raming van 15 miljoen frank aan de lage kant.
09.12 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Tant, neem mij niet kwalijk
dat ik u onderbreek, maar hoorde u werkelijk niet wat ik daarnet zei,
of speelt u een spelletje? Had ik het al dan niet over een bedrag van
11 miljoen?
09.12 Magda Aelvoet, ministre:
J'ai explicitement mentionné le
montant de 11 millions de francs.
Vous ne voulez donc pas
entendre?
09.13 Paul Tant (CD&V): Gelieve mij in dat geval te
verontschuldigen, mevrouw de minister, want dan heb ik wellicht niet
goed geluisterd.
De voorzitter: Mijnheer Tant, de minister beantwoordde die vraag inderdaad, tot tweemaal toe zelfs.
Bovendien overschrijdt u reeds ruim de u toegemeten spreektijd voor uw repliek.
09.14 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik wens nog een
korte opmerking te maken.
Mevrouw de minister, u zei dat u van de ambtenaar vertrouwelijkheid
eist en dat dit een normale clausule is, maar dat is niet waar. Dat is
slechts een normale clausule als het gaat om fabrieksgeheimen en
andere soortgelijke kennis, die niet elders mogen worden aangewend
binnen een bepaalde periode.
Dat geldt evenwel niet wat de werking van de instelling betreft, hoewel
het afhangt van wat men daaronder begrijpt; daarover moet ik dus
nog eens nadenken.
U zei dat er eveneens niets mag worden gezegd over de
omstandigheden van het ontslag en dat zulks in de clausule is
opgenomen. Welnu, om welke reden moet dit in de clausule worden
opgenomen? Zelfs al was het gebruikelijk, waarom expliciteert u dat
dan niet in deze commissie? Waarom verzet u zich daartegen?
09.14 Paul Tant (CD&V):
L'argument de la confidentialité
invoqué par la ministre ne
s'applique pas en l'espèce. La
confidentialité concerne les
secrets de fabrication etc., non
pas les indemnités.
09.15 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Tant, ik antwoordde op al
uw vragen.
09.16 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, mag hij binnen de
drie jaar in een soortgelijke instelling aan de slag? Dat is toch geen
domme vraag, al zeg ik het zelf.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
Het verbod wordt bepaald in de statuten. In het koninklijk besluit op
basis waarvan u betrokkene aanwierf wordt letterlijk gestipuleerd hoe
de zaken eraan toe gaan wanneer de gedelegeerd bestuurder zelf
een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst. Dat is toch enigszins
het geval?
(...)
09.17 Magda Aelvoet, ministre: Mais non.
09.18 Paul Tant (CD&V): Hoe zit het dan?
De voorzitter: Mijnheer Bultinck, ik reken op uw begrip voor het afwerken van de agenda.
09.19 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter, ik zal
trachten de korte repliektijd die ons wordt toegemeten, te respecteren.
Mevrouw de minister, ik heb drie opmerkingen.
Ten eerste, ik stel vast dat u vandaag voor het eerst vrij scherp bent
in uw bewoordingen inzake de evaluatie van afgevaardigd beheerder
Beernaert. U wordt al een aantal weken ondervraagd en
geïnterpelleerd over deze aangelegenheid, maar de opmerkingen die
u in de loop van deze periode maakte ten aanzien van de heer
Beernaert waren minder streng en u schermde hem ook beter af. Het
is de eerste keer dat ik u hoor spreken over de inertie van de heer
Beernaert in dit dossier. Dit is een belangrijke wending in uw
persoonlijke beoordeling van betrokkene.
Ten tweede, u kunt het de leden van de oppositie niet kwalijk nemen
dat zij trachten te polsen naar concrete contractuele afspraken die
werden gemaakt. Immers, het behoort tot onze parlementaire plicht
dat wij onze controletaak trachten uit te oefenen. Had het kabinet niet
alleen het bericht de wereld ingestuurd dat het eigenlijk nog een
redelijke ontslagvergoeding is, maar wat meer duiding en concrete
informatie gegeven, dan zou de mystiek die thans rond deze
problematiek zweeft, niet zijn ontstaan.
Tot slot, voel ik mij moreel verplicht een derde en laatste opmerking te
maken. Daarnet viel het mij op dat, nog voor de eerste interpellant zijn
betoog aanving, de heer Vanhoutte reeds rondging met een
eenvoudige motie om een motie van aanbeveling te counteren waarbij
aan de regering niets meer zou worden gevraagd dan, ten eerste,
volledige openheid in dergelijke dossiers omtrent verloning en
contractuele afspraken en, ten tweede, in de toekomst minder
astronomische ontslagvergoedingen uit te keren.
09.19 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): La ministre s'est exprimée
en termes très sévères à propos
de M.Beernaert. Elle a enfin
rompu avec l'habitude de protéger
les intéressés.
Si le cabinet avait d'emblée fait
preuve de plus d'ouverture,
certains mythes n'auraient pas vu
le jour. Dans ma motion de
recommandation, je demande
davantage de transparence et je
préconise des indemnités de
licenciement plus modestes.
09.20 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, ik wil mij
beperken tot enkele elementen van de evaluatieprocedure. Volgens
mij heeft de minister zelf te kennen gegeven dat de evaluatie, zoals ze
in het contract was voorzien, niet volledig werd opgevolgd.
Mevrouw de minister, u had het over de derde evaluatie op 16
februari. Volgens het contract had die derde evaluatie reeds na één
jaar moeten plaatsvinden. Door het feit dat u de procedure niet correct
heeft gevolgd, heeft u zichzelf als werkgever in een nadelige positie
gedrongen. U verwijst zelf naar de datum van 16 februari en beweert
09.20 Frieda Brepoels (VU&ID):
L'article 8 stipule qu'il peut être mis
fin à une période d'essai
consécutivement à toute
évaluation négative. Pourquoi a-t-
on dès lors opté pour un
règlement à l'amiable?
La ministre a déclaré que
l'importance de l'indemnité
12/03/2002
CRIV 50
COM 688
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
dat er op die datum geen einde kon worden gesteld aan het contract.
In het contract staat dat er na de drie eerste evaluaties tijdens de
proefperiode zal worden overgegaan tot een jaarlijkse evaluatie met
het opstellen van concrete doelstellingen. Het contract bepaalt ook
heel uitdrukkelijk in artikel 8, 3 dat u te allen tijde een einde aan de
overeenkomst kunt maken als er een negatieve evaluatie werd
uitgebracht. De mogelijkheid op een minnelijke schikking zoals u die
uiteindelijk heeft getroffen, staat niet in het contract. Men heeft vier
mogelijkheden voor beëindiging van het contract voorzien en toch
heeft men voor een andere manier van beëindiging gekozen. U heeft
dit uitdrukkelijk gezegd.
Ik wil ook nog iets zeggen over de bepaling van het bedrag van de
opzegvergoeding. U zegt dat er ook rekening werd gehouden met een
aantal bijkomende elementen zoals het feit dat het gaat om een
topfunctie en de publieke schade die werd geleden. Wat dit laatste
betreft, zegt u dat die fameus is. Als ik u goed heb begrepen, heeft u
beide elementen ingecalculeerd bij het bepalen van de
opzegvergoeding. Ik weet niet goed wat u bedoelt met "publieke
schade" op het ogenblik dat u tot een minnelijke schikking komt. U
heeft de betrokkene op 6 februari geschorst en de dag nadien heeft u
een minnelijke schikking getroffen. Wat daarvan de publieke schade
is, is mij helemaal niet duidelijk.
Tenslotte vraag ik mij ook af wat u hieruit zult leren voor het nieuwe
contract. Als ik u goed heb begrepen, zult u een aantal bepalingen
inzake de evaluatie moeten herzien want anders zult u het contract
nooit meer op een normale manier kunnen doen naleven.
Tot zover een aantal opmerkingen die ik even op uw antwoord wou
formuleren.
s'explique par le fait qu'il faut
compenser le dommage subi par
l'intéressé. Quel est alors ce
dommage, puisqu'un règlement à
l'amiable a été conclu? Quels
enseignements en tire-t-on pour
les futurs contrats de travail?
09.21 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, ik wil nog
even op twee punten ingaan.
Ten eerste, ik heb deze commissie toegezegd dat ik de gegevens
over het verzekeringsaspect zal meedelen zodra dit uitgeklaard is.
Wat dat betreft, betreur ik dat men hier deed alsof ik die gegevens
niet wou geven. Ik heb nog nooit geweigerd om op een vraag te
antwoorden.
Ten tweede, wat de schade betreft, kan het volgende u niet zijn
ontgaan, mevrouw Brepoels. Als het gaat om iemand die een publieke
functie bekleedt en hij die op een bepaald ogenblik niet meer
toegewezen krijgt, dan wordt dat op een andere wijze publiek
becommentarieerd. Het resultaat is dat, als die persoon enkele weken
later naar nieuw werk zoekt, zijn naam op een andere manier
doorklinkt. Dat geldt niet alleen voor de heer Beernaert; we hebben
dat ook gezien toen er sprake was van de opzegvergoeding van de
heer Rombouts, die trouwens een heel stuk hoger was. Dat wordt op
zo'n wijze becommentarieerd dat het effect voor die mensen veel
groter is. Dat is wat ik wou zeggen. Men moet daar niet meer achter
zoeken. Ik dacht dat dit nogal duidelijk was.
09.21 Magda Aelvoet, ministre:
Vous savez tout comme moi que
les commentaires publics que
suscite un tel licentiement n'auront
pas un effet favorable sur les
prochaines candidatures de
l'intéressé.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
CRIV 50
COM 688
12/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Koen Bultinck en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Paul Tant en Koen Bultinck en van mevrouw Frieda Brepoels
en het antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
vraagt de regering
1. volledige openheid te verstrekken met betrekking tot de verloning en de contractuele afspraken met
topmanagers in overheidsdienst;
2. minder astronomische ontslagvergoedingen toe te kennen."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Koen Bultinck et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Paul Tant et Koen Bultinck et de Mme Frieda Brepoels
et la réponse de la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande au gouvernement
1. de faire preuve d'une totale transparence en ce qui concerne, d'une part, la rémunération des
topmanagers dans les services publics et, d'autre part, les accords contractuels conclus avec eux;
2. d'octroyer à ces personnes des indemnités de licenciement qui n'atteignent plus des montants
astronomiques."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Luc Goutry en Paul Tant en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Paul Tant en Koen Bultinck en van mevrouw Frieda Brepoels
en het antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
vraagt dat het Parlement in alle klaarheid zou ingelicht worden over de echte motieven van het ontslag van
de heer Beernaert bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en dat enige
redelijkheid zou worden in acht genomen wat het bepalen van ontslagvergoeding betreft."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Luc Goutry et Paul Tant et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Paul Tant et Koen Bultinck et de Mme Frieda Brepoels
et la réponse de la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande que le gouvernement informe le plus complètement possible le Parlement des vraies raisons du
licenciement de M. Beernaert à l'Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire et se montre
raisonnable lorsqu'il fixe des indemnités de licenciement."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jacques Germeaux, Robert Hondermarcq, Yvan
Mayeur, Philippe Seghin, Peter Vanhoutte en de dames Colette Burgeon en Anne-Mie Descheemaeker.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jacques Germeaux, Robert Hondermarcq, Yvan
Mayeur, Philippe Seghin, Peter Vanhoutte et Mmes Colette Burgeon et Anne-Mie Descheemaeker.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.00 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.00 heures.