KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 675
CRIV 50 COM 675
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
woensdag mercredi
27-02-2002 27-02-2002
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE


































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail: aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Arnold Van Aperen aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de invoering van de verplichting van een fietsslot"
(nr. 6385)
1
- M. Arnold Van Aperen à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'obligation d'équiper les vélos
d'un antivol" (n° 6385)
1
- de heer Daan Schalck aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"het verplicht hoefijzerslot bij fietsers" (nr. 6535)
1
- M. Daan Schalck à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'obligation d'équiper les bicyclettes d'un antivol"
(n° 6535)
1
Sprekers: Arnold Van Aperen, Daan
Schalck, Isabelle Durant
, vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Arnold Van Aperen, Daan
Schalck, Isabelle Durant
, vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports
Vraag van de heer Jean-Pol Henry aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het trimodale platform van
Charleroi" (nr. 6393)
3
Question de M. Jean-Pol Henry à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la plate-forme trimodale de
Charleroi" (n° 6393)
3
Sprekers: Jean-Pol Henry, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jean-Pol Henry, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de stand van zaken met betrekking tot de
spoorontsluiting van de luchthaven van
Zaventem" (nr. 6403)
5
Question de M. Hans Bonte à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'état de la situation en ce qui
concerne le désenclavement ferroviaire de
l'aéroport de Zaventem" (n° 6403)
5
Sprekers: Hans Bonte, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer, Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie
Orateurs: Hans Bonte, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports, Frieda Brepoels, présidente
du groupe VU&ID
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de wijzigingen van het
verkeersreglement inzake het gebruik van de
openbare weg door de fietsers" (nr. 6510)
9
Question de Mme Marie-Thérèse Coenen à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les modifications du code de
la route concernant l'usage de la route par les
cyclistes" (n° 6510)
9
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Samengevoegde interpellaties en vragen van
12
Interpellations et questions jointes de
12
- de heer Francis Van den Eynde tot de eerste
minister over "de uitdrukkelijke bedoeling van de
Vlaamse regering om het samenwerkingsakkoord
met betrekking tot het NMBS-investeringsplan
voor 2001-2012 slechts goed te keuren als er
politieke garanties komen dat Vlaanderen spoor-
investeringen kan pre- of cofinancieren" (nr. 1136)
12
- M. Francis Van den Eynde au premier ministre
sur "la volonté explicite du gouvernement flamand
de n'approuver l'accord de coopération relatif au
plan d'investissement de la SNCB pour la période
2001-2012 que si la Flandre obtient des garanties
politiques de pouvoir préfinancer ou cofinancer
des investissements ferroviaires" (n° 1136)
12
- mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de uitvoerbaarheid van het NMBS-
investeringsplan 2001-2012" (nr. 6439)
12
- Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre
et ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
mise en oeuvre du plan d'investissement 2001-
2012 de la SNCB" (n° 6439)
12
- de heer Jos Ansoms tot de eerste minister over
"de patsituatie van heel het NMBS-dossier"
(nr. 1152)
12
- M. Jos Ansoms au premier ministre sur
"l'impasse dans le dossier SNCB" (n° 1152)
12
- mevrouw Frieda Brepoels aan de eerste minister
over "de beloofde garanties aan Vlaanderen in het
kader van het NMBS-samenwerkingsakkoord"
(nr. 6532)
12
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur
"les garanties promises à la Flandre dans le cadre
de l'accord de coopération relatif à la SNCB"
(n° 6532)
12
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Francis Van den Eynde, Frieda
Brepoels
, voorzitter van de VU&ID-fractie,
Jos Ansoms, Lode Vanoost, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Francis Van den Eynde, Frieda
Brepoels
, présidente du groupe VU&ID, Jos
Ansoms, Lode Vanoost, Isabelle Durant
,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Moties
26
Motions
26
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de vervolmakingscursus ADR-
opleiding" (nr. 6424)
27
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les cours de perfectionnement
dans le cadre de la formation ADR" (n° 6424)
27
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het gewestelijk expressnet voor
Brussel" (nr. 6440)
28
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le réseau express régional pour
Bruxelles" (n° 6440)
28
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
WOENSDAG
27
FEBRUARI
2002
14:00 uur
______
du
MERCREDI
27
FÉVRIER
2002
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.16 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Arnold Van Aperen aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
invoering van de verplichting van een fietsslot" (nr. 6385)
- de heer Daan Schalck aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het
verplicht hoefijzerslot bij fietsers" (nr. 6535)
01 Questions jointes de
- M. Arnold Van Aperen à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'obligation d'équiper les vélos d'un antivol" (n° 6385)
- M. Daan Schalck à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'obligation d'équiper les bicyclettes d'un antivol" (n° 6535)
01.01 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, ik heb een mondelinge vraag ingediend naar
aanleiding van diverse vragen en besprekingen van een wetsvoorstel
inzake fietsregistratie ter preventie van fietsdiefstallen in de
commissie voor de Binnenlandse Zaken.

Mevrouw de minister, ik heb meermaals vernomen dat u het fietsslot
verplicht wenst te maken vanaf 1 januari 2003. In antwoord op mijn
vraag van 30 januari inzake die preventiemaatregelen ter voorkoming
van fietsdiefstallen heeft de minister van Binnenlandse Zaken gemeld
dat u op 7
december
2001 aan de Ministerraad zou hebben
voorgesteld om de fietssloten verplicht te maken. Hij deelde toen ook
mee dat er echter geen consensus werd bereikt.

Aangezien de verplichting van een fietsslot reeds een jaar geleden
werd aangekondigd als een vaststaand feit lijkt het mij raadzaam u
daarover een aantal vragen te stellen. Waarom werd er in de
Ministerraad geen consensus bereikt? Heeft dat eventueel te maken
met het feit dat het Waalse en het Brusselse Gewest nog steeds geen
advies hebben uitgebracht? Blijft u nog steeds voorstander van het
invoeren van het fietsslot? Voorziet u dat de datum van 1 januari 2003
voor de verplichting kan worden gehandhaafd? Welke beteugelingen
of straffen voorziet u in geval van het niet gebruiken van het verplichte
fietsslot?
01.01 Arnold Van Aperen (VLD):
Il avait été initialement prévu que
l'obligation d'équiper les vélos d'un
cadenas en U entrerait en vigueur
le 1er janvier 2003 mais, en
l'espèce, le Conseil des ministres
du 7 décembre 2001 n'est pas
parvenu à un consensus.

Pourquoi n'est-on pas parvenu à
ce consensus? Serait-ce parce
que les Régions wallonne et de
Bruxelles-Capitale n'ont pas rendu
d'avis? La ministre continue-t-elle
de préconiser l'idée de l'antivol
obligatoire? La date d'entrée en
vigueur est-elle maintenue au 1er
janvier 2003? Quelle sanction la
ministre souhaite-t-elle infliger aux
personnes ne respectant pas cette
obligation?

27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Daan Schalck (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb daar niet meer zoveel aan toe te voegen. Ik had wel
de indruk dat men zou proberen om het verplichte fietsslot te regelen
via de wegcode. Als mijn informatie klopt, zou men dit nu niet meer
via een wijziging van de wegcode doen, maar op een andere manier.
Wordt er gekozen voor een andere weg? Welke weg wordt dan
gekozen om dat verplicht te maken? Zal dit het tijdsschema niet in het
gedrang brengen? Verder zijn mijn vragen gelijklopend met die van
mijn collega.
01.02 Daan Schalck (SP.A): En
2001, le gouvernement a décidé
de rendre obligatoire les cadenas
en U pour vélos. Il entendait régler
les modalités d'application de cette
mesure par le biais du code de la
route, une manière de faire qui a
soulevé nombre de questions. Il
semblerait à présent que l'on opte
pour une autre procédure.

Quelle est la méthode adoptée?
Quelle est la procédure de
concertation requise à cet effet?
Le calendrier prévu est-il
maintenu?
01.03 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, laat
mij eerst duidelijkheid verschaffen in dit dossier. Het ontwerp van
koninklijk besluit werd op 7 december 2001 enkel voorgelegd aan de
Ministerraad op vraag van het Vast secretariaat voor preventiebeleid.
In Ministerraad werd beslist het betrokken artikel te schrappen, zoals
u reeds werd meegedeeld door de minister van Binnenlandse Zaken.
De Ministerraad heeft dus nooit haar goedkeuring gehecht aan de
verplichting fietsen uit te rusten met een hoefijzerslot. Dit gebeurde
nadat de betrokkenheidprocedure met de gewesten was gevoerd. Het
gebrek aan consensus komt dus niet voort uit een eventuele
afwezigheid van de gewestadviezen. Het dossier was volledig en
bevatte de adviezen van de drie gewestregeringen.

De Raad van State buigt zich momenteel over het ontwerp van
koninklijk besluit, maar zoals gezegd is de bepaling over het fietsslot
verwijderd.

Mijnheer Schalck, ik herhaal nogmaals dat het hier over een initiatief
gaat van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid waarvoor de
minister van Binnenlandse Zaken bevoegd is. Ik heb hieraan mijn
medewerking verleend omdat de eerste bedoeling van de maatregel
was ervoor te zorgen dat de nieuwe fietsen bij verkoop steeds zouden
zijn uitgerust met een slot dat vast aan het fietskader is verbonden. Er
worden immers nog te veel fietsen zonder fietsslot verkocht.

Een wettelijke regeling via het verkeersreglement kan echter geen
onderscheid maken tussen nieuwe fietsen en fietsen die reeds in het
verkeer zijn. Een oplossing van het probleem moet dus niet
noodzakelijk worden gezocht in een wijziging van het
verkeersreglement. Meer wenselijk lijkt het mij dat het Vast
Secretariaat voor Preventiebeleid zich met de sectoren van
fietsfabrikanten en importeurs beraadt over alternatieve pistes om
ervoor te zorgen dat de nieuwe fietsen systematisch van een slot
worden voorzien.

Ik verwijs de Kamerleden, de heren Schalck en Van Aperen, inzake
de timing van eventuele alternatieve maatregelen door naar de
minister van Binnenlandse Zaken. Hij moet met het Vast Secretariaat
voor Preventiebeleid bepalen wanneer overleg met de fabrikanten en
de importeurs zal worden gepleegd om de nieuwe fietsen met een
dergelijk systeem uit te rusten. Een wijziging van het
01.03 Isabelle Durant, ministre:
Le projet d'arrêté royal a été
présenté au Conseil des ministres
le 7 décembre, à la demande du
Secrétariat permanent à la
politique de prévention. Il a alors
été décidé d'abroger l'article relatif
au cadenas en U. A l'époque, le
dossier comprenait déjà les avis
des entités fédérées. Le projet
d'arrêté royal a été transmis pour
avis au Conseil d'Etat, sans la
disposition relative à l'antivol pour
les vélos.

La protection contre le vol de
bicyclettes est une compétence du
ministre de l'Intérieur. J'estime
également que trop de vélos neufs
sont vendus sans protection
contre le vol. Néanmoins, un
règlement repris dans le code de
la route ne permet pas de faire
une distinction entre un vélo neuf
et un vélo ancien.

Le calendrier devrait pouvoir être
établi en collaboration avec le
ministre de l'Intérieur qui, avec le
Secrétariat permanent, devrait
entamer une concertation avec les
fabricants et les importateurs.

CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
verkeersreglement is mijns inziens dus niet het meest geschikte
middel.
01.04 Arnold Van Aperen (VLD): Mevrouw de minister, uit uw
antwoord leid ik af dat het fietsslot niet verplicht zal worden en dat er
overleg moet worden gepleegd tussen de diensten van het
departement Binnenlandse Zaken en het Vast Secretariaat, om te
kunnen bewerkstelligen dat de fietsenconstructeurs in dit land en
elders of de invoerders van fietsen, voorzien in een vast fietsslot op
het kader. Aangezien Iedereen het nut van een fietsslot inziet vraag ik
mij in bijkomende orde af waarom het niet wordt verplicht.
01.04 Arnold Van Aperen (VLD):
Il n'y a donc pas d'obligation. On
tentera plutôt de convaincre les
constructeurs que d'essayer
d'adapter la réglementation. Je
trouve que c'est tout de même une
curieuse manière de faire.

01.05 Daan Schalck (SP.A): Mevrouw de minister, hopelijk wordt de
piste van een verplicht fietsslot niet definitief verlaten.

Ik begrijp dat deze maatregel niet kan worden ingevoerd via de
wegcode en volgens mij is het dan ook aangewezen deze
aangelegenheid op de agenda te brengen van de instellingen die zich
bezighouden met de productienormen, om langs die weg het fietsslot
te verplichten. Hoewel het product fiets op dat vlak wellicht nauwelijks
bestaat zou het toch zinvol zijn op dat niveau besprekingen aan te
gaan, niet alleen omtrent het fietsslot, maar ook om op termijn andere
kwaliteitskenmerken aan te passen.

Mevrouw de minister, hoewel het niet behoort tot uw bevoegdheid,
hoop ik dat u bij uw bevoegde collega zal willen aandringen op een
regeling omdat de impact van deze aangelegenheid op het vlak van
de mobiliteit vrij groot is Immers, de voornaamste reden waarom de
fiets niet wordt gebruikt is de vrees dat hij zou worden gestolen. Zij die
verplicht zijn hun fiets op een openbaar domein achter te laten, kiezen
sowieso voor een ander vervoermiddel.

Los van het feit dat u niet de aangewezen minister bent om deze zaak
juridisch te regelen, is het belang van degelijke fietssloten en
fietsstallingen in het algemeen op het vlak van de mobiliteit groot
genoeg om er blijvend aandacht aan te besteden.
01.05 Daan Schalck (SP.A): Je
déplore également que cette
obligation ne soit pas imposée. Ne
pourrait-on pas adapter
éventuellement le règlement de
police?

Nombreux sont ceux qui n'utilisent
pas leur bicyclette par crainte de
se la faire voler. Si les bicyclettes
étaient mieux protégées, cela
profiterait à notre mobilité.

01.06 Minister Isabelle Durant: Ik zal alles ondernemen om terzake
positieve druk uit te oefenen op mijn collega van Binnenlandse Zaken.
01.06 Isabelle Durant, ministre:
J'en toucherai un mot au ministre
de l'Intérieur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de M. Jean-Pol Henry à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la plate-forme trimodale de Charleroi" (n° 6393)
02 Vraag van de heer Jean-Pol Henry aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "het trimodale platform van Charleroi" (nr. 6393)
02.01 Jean-Pol Henry (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, si nous partageons avec vous l'objectif de diversifier au
maximum l'offre de transport, encore faut-il que cette offre soit
attractive et que les services proposés soient efficaces.

A Charleroi, nous disposons d'une plate-forme multimodale qu'une
société dénommée "Charleroi Dry Port" vise à promouvoir, en
assurant notamment le fonctionnement économique des transferts de
Charleroi-Châtelet. Cette installation se fait en bordure immédiate de
02.01 Jean-Pol Henry (PS):
Charleroi Dry Port is een
vennootschap die instaat voor het
economisch functioneren van het
trimodale overslagplatform van
Charleroi-Châtelet. Die activiteit
moet zorgen voor een duurzamere
mobiliteit in de regio Charleroi.
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
la ligne SNCB 130.

Il nous apparaît donc important d'assurer le succès du
fonctionnement de cette plate-forme pour que la région de Charleroi
puisse bénéficier d'une mobilité plus durable.

Après avoir investi plus de 500 millions et à l'aube d'un nouvel
investissement de près de 300 millions, la société "Charleroi Dry Port"
s'efforce de soutenir au maximum le démarrage de ce nouvel outil de
mobilité, d'importance non seulement régionale mais ­ nous le
pensons aussi ­ nationale.

Malheureusement, un coup dur est porté à la crédibilité de cette plate-
forme de transfert combinée. En effet, les sociétés refusent
désormais d'utiliser ce mode de transport par rail au bénéfice de la
route, en raison d'absence de ponctualité dans les services SNCB,
avec comme conséquence de rater des transports maritimes à
Anvers.

Dès lors, madame la ministre, je souhaiterais savoir quelles mesures
vous envisagez afin de promouvoir ce mode de transport durable? Je
sais que vous n'êtes pas à la tête de la SNCB mais vous pourriez
faire passer le message et tenter de remédier aux insuffisances
évoquées à propos du service de transport de marchandises, en
termes de fiabilité, de ponctualité et notamment concernant la
desserte Charleroi-Anvers.
Jammer genoeg weigeren
sommige bedrijven nog gebruik te
maken van deze terminal, gezien
de weinig stipte dienstverlening
door de NMBS en het risico om
daardoor in Antwerpen de
aansluiting te missen voor het
zeevervoer.

Wat denkt u te ondernemen om
daar wat aan te doen, en meer
bepaald te zorgen voor een
betrouwbaardere en stiptere
verbinding Charleroi-Antwerpen?

02.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur Henry, il va de soi que le
développement de terminaux périphériques en dehors des zones
principales de trafic est évidemment de nature à favoriser le transfert.
Personne n'a aucun doute à ce sujet.

Vous avez cité les points qui obèrent le développement de tels
terminaux ou le rendent difficile: manque de connexions quotidiennes,
de fiabilité, de régularité, etc.

Dans le cas présent, une solution pourrait être la création d'un train
dédicacé pour la connexion entre "Charleroi Dry Port" et Anvers. A ce
propos, j'ai interrogé la SNCB qui me signale que pour l'organisation
d'une navette quotidienne, sur base de 200 circulations par an, il
faudrait justifier d'un volume de 7000 à 8000 TEU par sens de trafic.
En 2001, "Dry Port Charleroi" a généré un total de 2831 tonnes-
essieux, ce qui reste très loin du minimum justifiant la mise en oeuvre
d'un train direct, me dit la SNCB.

En outre, la SNCB précise que B-Cargo ­ son secteur d'activité de
fret ferroviaire ­ est prêt à s'associer à toute formule permettant une
montée en puissance des activités. Des contacts ont été pris à cet
effet, tant avec l'exploitant du site qu'avec les forces vives régionales.

Au-delà de cette estimation de la SNCB et des contacts qu'elle prend,
la question qui se pose est le partage des risques financiers du
démarrage puisque B-Cargo ne veut pas les assumer seul. J'imagine
que les études de marché auxquelles les investisseurs se sont
sûrement livrés ont mis en lumière les potentiels, ce qui serait de
nature à donner confiance en l'avenir et à accepter la couverture du
démarrage. Cette première phase, qui est évidemment nécessaire,
est rarement bénéficiaire.
02.02 Minister Isabelle Durant:
Het succes van dergelijke
terminals berust inderdaad voor
een groot stuk op hun
betrouwbaarheid. De oplossing
zou er wellicht in kunnen bestaan
een speciale trein in te leggen. De
NMBS deelt mee dat die oplossing
enkel rendabel is als het vervoerde
volume per jaar en per rijrichting
7.000 à 8.000 ton bedraagt.
Charleroi Dry Port vervoerde 2.831
ton in 1999, wat dus ver onder het
streefvolume ligt.

Daarnaast is B-Cargo bereid mee
in elke formule te stappen die een
merkelijke verhoging van de
activiteitsgraad mogelijk maakt. Er
werden gesprekken aangeknoopt.
B-Cargo wil de financiële risico's
van de opstartperiode echter niet
alleen dragen.

De formule van de speciale trein
ontheft de NMBS daarom echter
nog niet van haar verplichtingen
inzake stiptheid van de treinen. De
vertragingen zijn voor een stuk toe
te schrijven aan de onduidelijke
prioriteitstelling met betrekking tot
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5

La formule de train dédicacé ne décharge pas la SNCB de sa
responsabilité plus générale concernant le problème de la régularité.
L'un des paramètres où je puis intervenir sans m'immiscer dans la
gestion de l'entreprise, porte sur les règles d'attribution des priorités
en matière de circulation des trains.

A cet égard, dans la foulée, d'une part, des recommandations du
Livre blanc de la Commission européenne et, d'autre part, des états
généraux du fret ferroviaire que j'avais organisés dans le cadre de la
présidence belge ­ il va de soi que le transport de marchandises
dépasse rapidement les frontières belges pour s'étendre à l'Europe -,
j'envisage d'insérer une disposition dans le futur contrat de gestion qui
sera conclu entre l'Etat et la SNCB concernant les arbitrages de
priorités.

Par ailleurs, ce contrat de gestion prévoira une série de dispositifs qui
seront de nature à améliorer la qualité des prestations de la SNCB.
Nous mettrons notamment sur pied des mécanismes d'incitation
positive.

Voilà donc quelle a été la réponse de la SNCB dans la discussion
qu'elle a engagée.

Par ailleurs, en ce qui concerne la question de la régularité, sur
laquelle j'ai "un moyen d'action" via le contrat de gestion, je souhaite
que les trains de marchandises soient traités de manière plus
intéressante quant à leur régularité ou à leur vitesse commerciale.
de onderscheiden
vervoersmiddelen.

Wat dat betreft, wil ik de
aanbevelingen van het Witboek
van de Europese Commissie en
van de Staten-Generaal van het
vrachtvervoer per spoor
vermelden. Ik ben voornemens,
een bepaling in het nieuwe
beheerscontract van de NMBS in
te lassen. Dit laatste zal een reeks
maatregelen bevatten die tot doel
hebben de dienstverlening en
meer bepaald de regelmaat te
verbeteren.

02.03 Jean-Pol Henry (PS): Monsieur le président, je voudrais
remercier Mme la ministre pour sa réponse particulièrement
complète.

Evidemment, se pose la question de savoir s'il faut faire des
investissements en attendant d'avoir un chiffre d'affaires suffisant en
matière de transport. La problématique est difficile et nécessitera des
discussions.

En attendant, j'insiste pour que soient assurées une régularité et une
ponctualité suffisantes pour que ceux qui croient en ce type de
transport puissent continuer à y croire.
02.03 Jean-Pol Henry (PS): Rest
nog het vraagstuk van de
investeringen: moeten die er
komen voor- of nadat de gunstige
economische weerslag ervan is
vastgesteld? Dit gezegd zijnde,
dring ik erop aan dat er voldoende
stiptheid wordt geboden aan de
ondernemingen die dat type van
mobiliteit voorstaan.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de stand van zaken met betrekking tot de spoorontsluiting van de luchthaven van Zaventem"
(nr. 6403)
03 Question de M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
sur "l'état de la situation en ce qui concerne le désenclavement ferroviaire de l'aéroport de Zaventem"
(n° 6403)
03.01 Hans Bonte (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, we stellen vast dat er tempo komt in de uitvoering van het
luchthavenakkoord van februari 2000. In februari 2001 heeft de
federale regering een aantal beslissingen bekrachtigd en hier en daar
wat uitgediept en de voorbije week heeft ze dat ook gedaan voor de
problematiek van het lawaai.
03.01 Hans Bonte (SP.A):
L'accord de février 2000 devait
conduire à une meilleure desserte
ferroviaire de l'aéroport de
Zaventem. Le désenclavement
devait se faire par le biais d'une
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

Mijn vraag is grotendeels gevoed door de werkzaamheden van de
onderzoekscommissie over Sabena. In onze speurtocht naar de
fundamentele oorzaken van het faillissement horen we heel wat
deskundigen telkens opnieuw verklaren dat het niet-geïntegreerd zijn
van onze nationale luchtvaartmaatschappijen en onze luchthaven in
ons binnen- en buitenlands spoorwegnet een fundamentele handicap
is in een steeds hevigere concurrentieslag met Frankrijk, Duitsland en
Nederland, waar er wel betere aansluitingen voorhanden zijn.
Vanochtend nog hebben getuigen die beslagen zijn in de
luchthavenexploitatie, beklemtoond dat met het oog op economisch
herstel die integratie zo snel mogelijk moet worden verwezenlijkt. Die
signalen, die in Vlaams-Brabant zeer bekend zijn, voegen zich bij de
alsmaar luider wordende roep in mijn regio om ook de
mobiliteitsproblemen door het autoverkeer veel fundamenteler aan te
pakken, zo niet is de evolutie op het vlak van het leefmilieu en de
veiligheid zo pervers, dat wij ook daar zware moeilijkheden dreigen te
krijgen.

Mevrouw de minister, ik heb een drietal precieze vragen om te
achterhalen in hoeverre het engagement van de federale regering om
die spooromsluiting uit te bouwen, is geconcretiseerd. Ik spreek zowel
over het binnenlands spoorwegnet ­ wat men de realisatie van de
diabolo noemt ­, als over de uitbouw van de HST-terminal in
Schaarbeek. Die twee projecten kunnen wij absoluut niet los van
elkaar zien. Volgens verkeersspecialisten kan de realisatie van de
diabolo ­ de ontsluiting met de spoorlijn Brussel-Antwerpen en met de
spoorlijn richting Leuven ­ nooit een fundamentele oplossing bieden
zonder de realisatie van een nieuwe terminal in Schaarbeek.

Dit zijn mijn drie concrete vragen.

Ten eerste, welke beslissingen heeft de regering in de beide dossiers
­ het binnenlands spoorwegnet en de HST-terminal in Schaarbeek ­
sinds het federaal akkoord van 2000 genomen? Wat is de stand van
zaken?

Ten tweede, wanneer zal het HST-station in Schaarbeek effectief
worden uitgebaat? Kunt u daarop een jaartal plakken? Dat is niet
onbelangrijk voor de economische aantrekkingskracht van de
luchthaven.

Ten derde, wanneer zal de spoorontsluiting met de lijn Antwerpen-
Brussel worden gerealiseerd? Wanneer zal de integratie in het
binnenlands spoorwegnet een feit zijn?

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik wens aan deze drie
vragen een actuele vraag toe te voegen. Ik wil evenwel uit het
vaarwater blijven van andere collega's. Mijn vraag heeft betrekking op
het recente akkoord inzake lawaaihinder. Een detail is niet terug te
vinden in de schriftelijke vragen van mijn collega's. Welke regeling
werd uitgewerkt inzake de timing van het isolatiefonds? Voor mijn
streek ­ onder meer de gemeenten Vilvoorde, Grimbergen en
Machelen - is dit een bijzonder moeilijk akkoord omdat men een
concentratie van de nachtvluchten nastreeft. Dat deze concentratie
een feit zou zijn vooraleer het isolatiefonds operationeel wordt is
echter nog een groter probleem. Wanneer zal het isolatiefonds
effectief werken? Volgens de procedure moeten de gewesten eerst
meilleure intégration de l'aéroport
dans le réseau ferroviaire intérieur,
il s'agit du concept diabolo, ainsi
que par l'aménagement d'un
nouveau terminal TGV à
Schaerbeek.

La commission d'enquête
"Sabena" a constaté que la
débâcle de la compagnie aérienne
était en partie due au manque
d'accessibilité de l'aéroport.

Quelles décisions concrètes ont-
elles été prises en la matière
depuis la conclusion de l'accord
relatif à l'aéroport?

Quand le terminal TGV à
Schaerbeek verra-t-il le jour?

Quand l'aéroport sera-t-il relié à la
ligne Bruxelles-Anvers, permettant
ainsi son désenclavement
ferroviaire?

Un accord conclu récemment à
propos des nuisances sonores
engendrées par les vols de nuit
prévoit la création d'un Fonds
d'isolation chargé de l'octroi d'une
aide financière destinée à
permettre aux riverains de se
protéger contre le bruit. A quand la
mise en place de ce fonds? Je
crains que la procédure ne
s'éternise. A l'instar d'initiatives
analogues prises à l'étranger, ne
pourrait-on opter en faveur d'une
formule plus efficace? Je crains
que la mise en oeuvre de l'accord
ne soit reportée aux calendes
grecques, avec toutes les
conséquences négatives que l'on
imagine pour les riverains de
l'aéroport, dont on connaît le sort
peu enviable.

CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
een wetenschappelijke norm bepalen. Op Vlaams niveau kan deze
norm binnen het anderhalf jaar worden vastgelegd. Vraag is of deze
norm hanteerbaar zal zijn. Zou het niet efficiënter en sneller zijn de
initiatieven van buitenlandse luchthavens te bestuderen die met
succes isolatieprogramma's hebben uitgevoerd en terzake normen
hanteren die efficiënt blijken te zijn? Op die manier kan de koppeling
tussen de concentratie van de nachtvluchten en de isolatie van de
huizen sneller en efficiënter worden gemaakt. Ik vrees dat de
vooropgestelde procedure veel langer zal duren en de mensen uit
mijn regio geconfronteerd zullen worden met extra lawaaioverlast en
een slechte nachtrust.
03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
de integratie van de nationale luchthaven en de luchtvaart in het
algemeen in een globaal plan betreft, heb ik een paar dagen geleden
een vergadering gehad met BIAC. BIAC is vragende partij en
verhoogt de druk om een betere verbinding tussen trein en luchthaven
tot stand te brengen.

Wat is de stand van zaken? Wat de kant Brussel-Leuven-Luik betreft,
is de kruising met de lijn 36 reeds in uitvoering. De procedure voor de
bouwvergunning van de bocht richting Leuven-Luik loopt. De
verbinding moet klaar zijn tegen eind 2005.

Wat de kant Brussel-Mechelen-Antwerpen betreft, bestuderen de
NMBS en de betrokken gewesten een aantal tracés. Een van de
mogelijkheden is het middenbermtracé E19. Het Vlaams Gewest
bereidt op dit ogenblik het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor.
De bouwvergunningsaanvraag zou in 2003-2004 worden ingediend.

In het Brusselse Gewest zijn de procedures gestart om het tracé te
hernemen in het gewestelijk bestemmingsplan met de bedoeling de
stedenbouwkundige vergunning in de loop van 2005 aan te vragen.
Parallel daarmee wordt de uitbreiding van de perroncapaciteit in het
station Luchthaven in samenwerking met BIAC bestudeerd. Daarbij
wordt onder meer gedacht aan meer of langere perrons en de
verbindingen met de personenhalls van de luchthaven.

Op uw tweede vraag kan ik het volgende antwoorden. Conform de
regeringsbeslissing wordt werk gemaakt van een globale studie over
de tweede intermodale terminal te Brussel. De begrotingsenveloppen
zijn voorzien in het investeringsplan van het HST-deel tegen 2012.

Uw derde vraag ging over de spoorontsluiting van de lijn Antwerpen-
Brussel. De realisatietermijn van die spoorontsluiting is 2012 volgens
het investeringsplan.

Daarmee geef ik u de laatste elementen en termijnen waarin
momenteel is voorzien volgens de bouwaanvragen met betrekking tot
de delen van de diabolo en de tweede HST-terminal. Wij zullen
bevestigen welke de beste plaatsen zijn voor die HST-terminal in het
kader van het project-Schaarbeek.
03.02 Isabelle Durant, ministre:
Au cours de la réunion organisée il
y a quelques jours avec les
responsables de BIAC, il est
apparu que cette dernière était
également demanderesse de
meilleures liaisons entre l'aéroport
et le rail.

J'en viens à présent à l'état
d'avancement de ce dossier. En
ce qui concerne Bruxelles-
Louvain-Liège, le croisement avec
la ligne 36 est en cours
d'exécution. La procédure en vue
de l'obtention d'un permis de bâtir
pour le virage en direction de
Louvain-Liège est en cours et la
liaison devrait être achevée d'ici à
fin 2005.

Quant à la liaison Bruxelles-
Malines-Anvers, plusieurs tracés
sont à l'étude, dont celui
correspondant à la berme centrale
de l'autoroute E19; la Région
flamande prépare actuellement la
mise en oeuvre du plan régional
d'aménagement du territoire et la
demande de permis de bâtir
devrait être introduite en 2003-
2004. La Région de Bruxelles-
Capitale a entamé la procédure en
vue de l'intégration du tracé dans
le Plan régional d'affectation. A cet
égard, la demande de permis
d'urbanisme devrait être introduite
en 2005, parallèlement, on étudie
la possibilité d'allonger les quais
de la gare de Bruxelles-National-
Aéroport.

Une étude globale est en cours à
propos du deuxième terminal
intermodal à Bruxelles. Le plan
d'investissement
prévoit les
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
moyens nécessaires d'ici à
2012.Toujours selon le plan
d'investissement, le
désenclavement ferroviaire par le
biais de la ligne Anvers-Bruxelles
est prévu pour 2012.
03.03 Hans Bonte (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik heb niets
gehoord over mijn bijkomende vraag over het isolatieprogramma.

Mevrouw de minister, over uw precieze antwoorden wil ik wel enkele
bedenkingen kwijt.

Het Sabena-debacle, de huidige moeilijkheden in Vlaams-Brabant en
de maandelijks zichtbaar toenemende verkeerscongestie en
sluipverkeer zouden ertoe kunnen aanzetten om de timing van die
procedures en engagementen te herzien. Ik hoor dat de realisatie van
de HST-terminal en van de capaciteitsuitbreiding van de lijn
Antwerpen-Brussel gepland is voor 2012. De
bouwvergunningsaanvraag kan worden verwacht in 2003 of 2004 en
er moeten nog investeringsprogramma's worden opgemaakt. Ik vrees
dan ook dat de datum van 2010 die vaak nogal smalend wordt
geformuleerd door mensen die zich bezighouden met de
economische reconversie van de streek, pijnlijk precies zou kunnen
zijn. Daarom blijf ik erop aandringen om die timing opnieuw te
bekijken en het voorstel opnieuw aan de regering voor te leggen om
te pogen de zaken te versnellen.
03.03 Hans Bonte (SP.A): La
ministre n'a pipé mot à propos du
Fonds d'isolation.

La congestion du trafic dans les
communes à proximité de
Zaventem en particulier, et entre
Bruxelles et Louvain en général,
devient insoutenable. A l'écoute
des projets de la SNCB, je retiens
mon souffle. En outre, le temps
presse. Est-il possible d'intervenir
pour accélérer le dossier?

03.04 Minister Isabelle Durant: Mijnheer Bonte, u vraagt om na te
gaan of het mogelijk is om de realisatie van een aantal belangrijke
elementen te versnellen. Ik heb dezelfde discussie gevoerd met BIAC
dat daarover eveneens vragen stelde. Ook op basis van de vragen
van de heer Daan Schalck hebben wij al gesproken over de
prioriteitsproblemen voor het verkeer en het belang van de
rechtstreekse verbinding voor de HST in de luchthaven. Ik begrijp de
bezorgdheid over de vooropgestelde termijn voor de uitvoering.

In het kader van de samenwerkingsakkoorden is beslist dat een
uitvoerend interministerieel comité het investeringsplan maandelijks,
per trimester of jaarlijks zal volgen. Die dossiers zijn belangrijk voor
de luchthaven en het luchthavenbeleid, maar een versnelde uitvoering
is ook beter voor de economische groei van de subregio. Met het
investeringsplan moet echter naar een evenwicht worden gezocht
tussen de belangen van de treinpendelaars en de belangen van de
luchthaven.

De tweede bijgevoegde vraag ging over de nachtvluchten en het
akkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Brusselse Gewest en de
federale regering en over het isolatieprogramma. U weet dat wij een
algemene beslissing hebben genomen over de zones waar
geluidsoverlast mogelijk is en over de belangrijke federale bijdrage
inzake isolatiepremies.

Ik kan u nu nog geen precieze kalender bezorgen, maar ik begrijp uw
vraag wel. Het is noodzakelijk voor de betrokkenen dat er een nieuwe
geluidsconcentratie komt samen met een daadwerkelijke
geluidsisolatie. Ik kan op dit moment niet verzekeren dat het zo zal
gaan, maar ik heb de verzekering dat de Vlaamse partners in de
03.04 Isabelle Durant, ministre:
Ces dossiers ont fait l'objet de
nombreuses discussions,
également avec BIAC.
J'accueillerai favorablement toutes
les propositions respectant
l'équilibre entre les utilisateurs du
train et de la voiture et qui
permettraient d'accélérer la mise
en oeuvre du plan
d'investissement pour l'aéroport.

Nous avons pris une décision en
matière de nuisances sonores et
d'isolation. Je ne puis vous
communiquer de calendrier précis
mais nous avons décidé quelles
sociétés seraient chargées de
réaliser l'isolation. Je prends note
de votre question concernant la
simultanéité des concentrations
sonores et de votre demande
visant à ce que l'on prête attention
aux personnes qui en subissent
des inconvénients.

CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
discussie met ons dezelfde bezorgdheid delen. Wij hebben enkel
gedefinieerd welke bedrijven de geluidsisolatie zullen aanbrengen. Er
komen twee verschillende bedrijven in aanmerking, die met BIAC
zullen samenwerken om onderaannemers aan te nemen en de
werven te openen. Ik begrijp zeer goed uw vraag naar een zo groot
mogelijke gelijktijdigheid tussen de nieuwe geluidsconcentratie en het
aanbrengen van isolatie voor de mensen die daardoor geluidsoverlast
krijgen. Uw vraag is zeer pertinent. Wij zullen er de volgende
maanden, bij de uitvoering van het plan, dus veel aandacht aan
besteden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.05 De voorzitter: Collega's, normaal gezien had de heer
Sevenhans nu zijn vraag moeten stellen aan de eerste minister. Er
waren trouwens nog verschillende andere vragen voor de eerste
minister, maar die heeft conform het Reglement van de Kamer, artikel
90 meen ik, besloten dat mevrouw Durant, als vice-eerste minister, in
zijn plaats zal antwoorden. In die omstandigheden heeft de heer
Sevenhans beslist zijn vraag nr. 6412 in te trekken.

De interpellaties die vervolgens aan de orde zijn, komen van
verschillende collega's, onder wie ikzelf, en handelen over de
spanning tussen de Vlaamse en de federale regering in verband met
het spoorwegbeleid. Ik heb echter aan de heer Ansoms beloofd dat ik
op hem zou wachten. Hij maakt immers deel uit van de mensen die
daarover interpelleren. Ik wil mijn woord houden.

Collega's, de vragen die daarop volgen, komen onder meer van de
heer Fournaux, maar die is er nu niet. Daarna staat op de agenda een
hele reeks vragen van mevrouw Brepoels. Die blijft hier sowieso
aanwezig, want straks wil ze nog interpelleren.

Er is ook een vraag van mevrouw Coenen. Ik stel dus voor haar eerst
aan het woord te laten, als u het daarmee tenminste eens bent,
mevrouw Brepoels? Dan krijgt u straks ineens het woord voor uw hele
reeks vragen.
03.05 Le président: Diverses
questions ont été adressées au
premier ministre, lequel a décidé,
conformément au Règlement, de
confier à la vice-première ministre,
Mme Durant, le soin de répondre à
sa place. Dans ces conditions, M.
Sevenhans a pris la décision de
retirer sa question.

J'ai promis à M. Ansoms que nous
l'attendrions pour les questions
suivantes.

03.06 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, het is 14.45
uur.
03.07 De voorzitter: Om 15 uur handelen we de interpellaties af.
03.08 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, volgens de
agenda behandelen we om 15.30 uur de wetsvoorstellen.
03.09 De voorzitter: Mevrouw Brepoels, wij zullen de vragen en de
interpellaties wel afwerken. Het is beter dat we het zo doen. Ik heb
collega Ansoms laten verwittigen. Als u het ermee eens bent, kan
mevrouw Coenen haar vraag eerst stellen, en dan krijgt u straks het
woord voor uw hele reeks vragen.
04 Question de Mme Marie-Thérèse Coenen à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les modifications du code de la route concernant l'usage de la route par les
cyclistes" (n° 6510)
04 Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de wijzigingen van het verkeersreglement inzake het gebruik van de openbare weg
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
door de fietsers" (nr. 6510)
04.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, je serai brève car il s'agit, en fait, d'une mise au point.

J'ai été interpellée, à quelques reprises, par une série de militants
cyclistes qui se posent des questions sur la mise en oeuvre des sens
uniques limités et la modification par arrêté royal qu'elle suppose. Ils
se voient bloqués comme groupe de pression dans leur action ainsi
que dans le développement de projets concrets au sein des
communes. A titre d'exemple, la ville de Liège ne veut plus rien faire
en termes de circuits cyclistes car elle attend la nouvelle réforme. Par
contre, d'autres communes sont sollicitées pour réaliser des pistes
cyclables en tenant compte de l'ancienne législation qui implique toute
une série de surcoûts par rapport à la modification que l'on prévoit.

Ce projet figurant au nombre des projets du gouvernement, je voulais
savoir ce qu'il en est. Avez-vous reçu l'avis des Régions? Faut-il que
j'interpelle ou non mes camarades wallons et bruxellois pour qu'ils
fassent pression sur leur gouvernement afin que ce dossier aboutisse
très vite et que la situation soit claire?
04.01 Marie-Thérèse Coenen
(ECOLO-AGALEV): Regelmatig
vragen fietsers die voor hun
belangen opkomen mij wanneer
de maatregelen die werden
aangekondigd om hun situatie te
verbeteren zullen worden
genomen. Het gaat meer bepaald
om de inrichting van beperkt
éénrichtingsverkeer. Sommige
steden zoals Luik weigeren hun
infrastructuur te wijzigen zolang
het verkeersreglement niet is
hervormd. Het Brussels Gewest
heeft een ordonnantie
aangenomen om beperkt
éénrichtingsverkeer in te richten
en subsidies aan de gemeenten
toe te kennen. Deze ordonnantie is
gebaseerd op de oude wetgeving
wat de kosten van de
aanpassingswerken verhoogt. Het
advies van de Gewesten is vereist:
moet ik er bij mijn collega's op
aandringen het nodige te doen om
de situatie op dat niveau uit de
impasse te halen?Hoe ver staat
het met uw voorstellen
hieromtrent?
04.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, madame
Coenen, je vous remercie pour cette question d'autant plus qu'elle
concerne des dossiers que nous avons examinés au sein de cette
commission en bonne collaboration.

Un paquet de mesures a été approuvé par le Conseil des ministres
début janvier 2002 et ce après que les Régions aient rendu leurs avis
en décembre 2001. Les textes ont été transmis au Conseil d'Etat pour
avis dans les 30 jours. Il s'agit des zones 30 aux abords d'écoles, les
motocyclettes de classe B interdites sur les pistes cyclables dans les
agglomérations, le fait qu'à la fin d'une piste cyclable continuer à
rouler ne sera plus considéré comme une manoeuvre, l'interdiction de
stationnement des deux côtés du début et de la fin de la piste cyclable
et la possibilité pour les gestionnaires de voiries de permettre aux
vélos de circuler sur les bandes réservées aux bus ou autres sites
propres sous certaines conditions.

Un deuxième paquet de mesures a été approuvé par le Conseil des
ministres le 21 décembre 2001 et a été transmis, pour avis, aux
Régions début janvier 2002. Il s'agit des mesures qui concernent la
permission aux taxis-vélos de rouler, moyennant permis, sur les
zones piétonnières, le fait que l'on passe de 0.75 à 1 mètre pour la
largeur légale d'une remorque tirée par un vélo, l'introduction
obligatoire, sous certaines conditions, de la circulation en sens unique
dans les rues à sens unique et la levée de l'obligation, sous certaines
conditions, de marquer les pistes cyclables quand ils amènent à un
04.02 Minister Isabelle Durant:
De Ministerraad heeft begin
januari een pakket maatregelen
aangenomen, namelijk de
inrichting van "zones 30" in de
buurt van scholen, het verbod voor
bromfietsen van het type B om op
fietspaden binnen de agglomeratie
te rijden, het fietsverkeer op
afgescheiden paden, een
parkeerverbod bij het begin en het
einde van een fietspad en de
mogelijkheid voor wegbeheerders
om fietsen om busvakken toe te
staan. Deze maatregelen werden
bezorgd aan de Raad van State.
Op 21 december 2001 heeft de
ministerraad een tweede pakket
maatregelen genomen en
overgezonden aan de Gewesten.
Het betreft onder andere de
wettelijke breedte van 0,75 tot 1
meter van fietskarren, de
opheffing van de verplichting om
de toeleidende fietspaden naar
een fietsopstalvak te markeren.
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
"fietsopstelvak".

Un troisième paquet de mesures fera encore l'objet de discussions en
groupe de travail. Il s'agit de la permission aux cyclistes de rouler à
contre-sens dans un sens interdit par l'introduction obligatoire de la
circulation limitée en sens unique. La signalisation qui doit être placée
comprend le panneau C1 plus le panneau F19 (circulation à sens
unique) avec les sous-panneaux nécessaires. A cet égard, la nouvelle
réglementation est maintenue mais il y a une différence: l'obligation
de placer un panneau C1 à la fin d'un tronçon en sens unique est
supprimée.

Tel est l'état de nos travaux en groupe de travail. J'ajoute que lors de
la préparation de l'ordonnance qui a été approuvée par le Conseil de
la région de Bruxelles-Capitale, il a été tenu compte de la modification
du Code de la route.

Les conditions par rapport à l'introduction obligatoire de la circulation
à sens unique limité, qui sont reprises dans le projet de l'arrêté
ministériel, correspondent dans les grandes lignes aux conditions de
l'ordonnance. Les différences constatées sont, en effet, tout à fait
minimes.

Les projets d'arrêté dans lesquels l'introduction obligatoire de la
circulation à sens unique est reprise ont été envoyés aux Régions
pour avis. J'ai lancé un appel aux régions pour que ces avis soient en
ma possession pour la fin du mois de mars. Si tout autre élément peut
amener à accélérer ce processus, je ne peux évidemment que m'en
réjouir. Le Conseil d'Etat devra ensuite donner son avis dans le mois
qui suivra.

Comme vous l'avez dit, madame, cette mesure a d'importantes
implications pour les gestionnaires de voiries. Il faudra évidemment
prévoir une période transitoire pendant laquelle ces gestionnaires
devront étudier la situation des différentes rues à sens unique et
placer, ensuite, la signalisation adéquate et éventuellement prendre
les mesures de sécurité nécessaires en matière d'infrastructure. C'est
la raison pour laquelle l'ordonnance de Bruxelles rencontre les
objectifs fédéraux afin de généraliser cette circulation à sens unique
limité. J'espère d'ailleurs que les communes bruxelloises feront plein
usage des crédits qui leur sont accordés dans le cadre des
dispositions de la Région bruxelloise.

Voilà donc l'état des lieux: Conseil d'Etat pour certains, avis des
Régions pour d'autres, avis que j'attends pour fin mars et, par ailleurs,
un grand parallélisme entre le travail qui a été fait par la Région
bruxelloise et celui qui a été effectué au niveau fédéral.

Andere voorstellen betreffen de
mogelijkheid fietsers een
eenrichtingsstraat tegen de
rijrichting in te laten nemen en de
vereenvoudiging van de daartoe
vereiste signalisatie. De
ordonnantie voorziet ook in de
wijziging van het
verkeersreglement. De voorstellen
zijn aan de Gewesten
overgemaakt die hierover tegen
eind maart een advies moeten
verstrekken. Vervolgens moet het
advies van de Raad van State
worden afgewacht. De nieuwe
maatregelen zijn belangrijk voor
de beheerders van het wegennet.
Voorts is een aangepaste
signalisatie noodzakelijk.

Ten slotte wijs ik erop dat de
Brusselse ordonnantie
tegemoetkomt aan de federale
doelstellingen.

04.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Madame la
ministre, si je vous ai bien compris, un paquet de mesures a été
envoyé au Conseil d'Etat en décembre. Ce dernier dispose de 30
jours pour rendre son avis. Or nous sommes, fin février.
04.03 Marie-Thérèse Coenen
(ECOLO-AGALEV): Voor een deel
van de maatregelen moest de
Raad van State zijn advies binnen
30 dagen geven.
04.04 Isabelle Durant, ministre: Le Conseil d'Etat ne répond
malheureusement pas toujours dans les 30 jours. Mais en tout cas,
j'espère recevoir son avis dans les prochains jours. Je répète que
j'attends la réponse des Régions pour fin mars puisque les projets
04.04 Minister Isabelle Durant:
Spijtig genoeg wordt het advies
van de De Raad van State niet
steeds uitgebracht binnen de
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
leur ont été transmis en janvier et qu'elles disposent de 45 jours pour
ce faire. Cependant, si je pouvais en disposer plus tôt, je m'en
réjouirais.
termijn van 30 dagen.

Ik reken erop het advies van de
Gewesten over de maatregelen
die hen aanbelangen in maart te
ontvangen.
04.05 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Je vais demander
à mes collègues siégeant au parlement wallon ou au parlement
bruxellois d'interpeller le ministre responsable à ce sujet.
04.05 Marie-Thérèse Coenen
(ECOLO-AGALEV): Ik zal mijn
Waalse en Brusselse collega's
verzoeken druk uit te oefenen op
hun respectieve regering.
Voorzitter: Jean Depreter.
Président: Jean Depreter.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Francis Van den Eynde tot de eerste minister over "de uitdrukkelijke bedoeling van de
Vlaamse regering om het samenwerkingsakkoord met betrekking tot het NMBS-investeringsplan voor
2001-2012 slechts goed te keuren als er politieke garanties komen dat Vlaanderen spoorinvesteringen
kan pre- of cofinancieren" (nr. 1136)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
uitvoerbaarheid van het NMBS-investeringsplan 2001-2012" (nr. 6439)
- de heer Jos Ansoms tot de eerste minister over "de patsituatie van heel het NMBS-dossier" (nr. 1152)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de eerste minister over "de beloofde garanties aan Vlaanderen in het
kader van het NMBS-samenwerkingsakkoord" (nr. 6532)
05 Interpellations et questions jointes de
- M. Francis Van den Eynde au premier ministre sur "la volonté explicite du gouvernement flamand de
n'approuver l'accord de coopération relatif au plan d'investissement de la SNCB pour la période 2001-
2012 que si la Flandre obtient des garanties politiques de pouvoir préfinancer ou cofinancer des
investissements ferroviaires" (n° 1136)
- Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
mise en oeuvre du plan d'investissement 2001-2012 de la SNCB" (n° 6439)
- M. Jos Ansoms au premier ministre sur "l'impasse dans le dossier SNCB" (n° 1152)
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur "les garanties promises à la Flandre dans le cadre de
l'accord de coopération relatif à la SNCB" (n° 6532)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer.)
(La réponse sera fournie par la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports.)
05.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, het moet mij van het hart dat ik soms
verbaasd ben door de specialisaties binnen de regering van de
ministers die er onder het etiket groen aan deelnemen. In de Vlaamse
regering hebben we mevrouw Vogels, voornamelijk gekend omwille
van blabla, boemboem, die nu plots campagne gaat voeren tegen
slanke dames. Ik hoop dat ze u daarmee niet viseert. Op federaal vlak
hebben we mevrouw Aelvoet die naar men mij zegt eerder
gespecialiseerd is in het beleid met betrekking tot gezonde voeding en
die daar tot zeer eigenaardige resultaten komt. U mag het mij niet
kwalijk nemen, maar soms heb ik de indruk dat u er voornamelijk in
gespecialiseerd bent de Vlaamse regering in het bijzonder en de
Vlamingen in het algemeen een beetje dwars te zitten, hen een stokje
in de wielen te steken en ervoor te zorgen dat de heer Dewael af en
toe ­ als ik het zo familiair mag uitdrukken ­ op zijn bek gaat.
05.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): La ministre
Durant donne parfois l'impression
de vouloir mettre des bâtons dans
les roues du gouvernement
flamand. Le 14 juillet 2001, un
accord de coopération relatif au
plan d'investissements de la
SNCB 2001-2012 a été conclu. En
vertu de cet accord, les Régions
peuvent préfinancer ou cofinancer
les investissements dans le
secteur des chemins de fer. C'est
ainsi que la Flandre peut accélérer
le désenclavement ferroviaire
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13

Dat was onlangs nog het geval naar aanleiding van wat men het
communautair samenwerkingsakkoord van 14 juli heeft genoemd. Het
gaat om een merkwaardige datum, de Vlamingen hadden al op hun
hoede moeten zijn. Het gaat om het communautair
samenwerkingsakkoord inzake de NMBS-investeringen of beter
gezegd het investeringsplan 2001-2012. Daarin werd vastgelegd dat
de gewesten bepaalde initiatieven ­ ik heb er geen ander woord voor
dan spoorinvesteringen ­ kunnen cofinancieren of prefinancieren. Dat
was voor Vlaanderen en de Vlaamse regering van cruciaal belang
omdat zij hiermee een snellere uitbouw wilden bekomen van de
tweede spoorontsluiting van de haven van Antwerpen. Dan is er ook
nog de zaak rond Zaventem. Dat was dus van zeer groot belang. Na
heel wat onderhandelen heeft men hen dat toegestaan. Ik moet eerlijk
zeggen dat ik daar steeds wat sceptisch tegenover heb gestaan. In
feite ging de Vlaamse regering ­ god zij dank niet de Vlamingen ­ er
prat op dat zij naast het feit dat zij al voor 70% van de financiering van
deze Staat mag zorgen nog eens haar eigen kosten mag pre- of
cofinancieren. Wij wilden absoluut ons geld uitgeven. Het kan
alleszins beter daaraan worden besteed dan aan andere zaken.

Laten wij eerlijk zijn, mevrouw de vice-eerste minister, u was daar niet
echt gelukkig mee. U hebt dit trouwens ook heel vaak gezegd. Men
heeft daarover een hele touwtrekkerij georganiseerd. Op een zeker
ogenblik heeft men het nodig gevonden niet alleen de Raad van State
te raadplegen maar ook een paar zeer bekende professoren. Ik denk
hierbij in het bijzonder aan Jan Velaers en Geert Goedertier. Het
advies van de Raad en de juridische specialisten was eensluidend:
rekening houdende met de huidige wetgeving kon het niet dat de
gewesten zouden prefinancieren of cofinancieren. Mevrouw de vice-
eerste minister, ik wil ruiterlijk toegeven dat u daar gelijk hebt gehaald
op basis van ernstige juridische argumenten alhoewel dit uiteraard
niet de motivering was van uw politieke houding. De waarheid heeft
nu eenmaal haar rechten.

De Vlaamse regering heeft zich vanzelfsprekend zeer zwaar zorgen
gemaakt over de gevolgen van deze verschillende zeer negatieve
adviezen. Onder druk van een aantal partijen in het Vlaamse
Parlement heeft de heer Dewael, ondanks zijn familienaam de
minister-president van de Vlaamse regering, op 11 februari een
schrijven gericht tot de eerste minister, de heer Verhofstadt, om hem
te vragen of hij de Vlaamse regering kon garanderen dat die
cofinanciering of prefinanciering mogelijk is. Daarmee werd een nieuw
hoofdstuk geschreven in het communautaire gehakketak rond de
NMBS.

Men heeft een tijdje moeten wachten op het antwoord want de brief
van de heer Dewael is zeer sterk gedocumenteerd en citeert uitvoerig
uit de verschillende adviezen. Indien een prefinanciering of een
cofinanciering in de huidige wetgeving niet kon, moest het akkoord
worden herzien en de wetgeving worden aangepast als men
tenminste de Vlaamse eis wou inwilligen.

Mevrouw de vice-eerste minister, het is geen geheim dat u nogal
weigerachtig stond ten overstaan van nieuwe onderhandelingen en
zeker ten overstaan van een aanpassing van de wetgeving want dit
zou de regionalisering, waarvoor u als Belgisch patriot huiverig bent,
wel eens mogelijk kunnen maken. De vraag rees wat de Belgische,
d'Anvers et de l'aéroport de
Zaventem. Le gouvernement
flamand s'est réjoui de pouvoir
financer lui-même ces chantiers.
La vice-première ministre, en
revanche, n'était pas enchantée.
Selon le Conseil d'Etat et d'après
des constitutionnalistes, ce
financement régional n'est de
toute façon pas possible. La vice-
première ministre avait donc en
fait raison. Le ministre-président
flamand, M. Dewael, a demandé
des garanties au premier ministre.
Il a l'intention de modifier la loi
spéciale si nécessaire. La ministre
Durant s'est montrée réticente
devant la perspective de nouvelles
négociations et d'une adaptation
de la législation.

Depuis le 20 février, nous
disposons d'une réponse du
premier ministre dans laquelle il
promet que tout va s'arranger. Si
ce n'est pas le cas, la législation
sera adaptée.

La vice-première ministre souscrit-
elle à la réponse du premier
ministre? Peut-elle accepter une
modification de la législation?
Cherche-t-on à jeter de la poudre
aux yeux de M. Dewael? S'agit-il
uniquement d'amadouer les
Flamands?

27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
de federale regering zou doen. Sinds 20 februari is er een antwoord
van de eerste minister dat een stuk korter is dan de brief van de
minister-president van de Vlaamse regering. Dit antwoord is ook veel
eenvoudiger. De eerste minister zegt doodgewoon in een enigszins
wollige taal en omzwachteld met wat technische terminologie dat het
in orde komt.

Het besluit komt neer op het volgende: zit er maar niet mee in,
jongens, het komt in orde; en mocht het niet in orde komen ­ maar
het komt in orde ­, dan zullen wij de wetgeving wel aanpassen.

Nu stel ik vast dat de wetgeving niet mag worden aangepast, omdat u
zich daartegen verzet, mevrouw de minister. Vandaar ook mijn
inleiding: u bent wat gespecialiseerd in het stokken in de wielen
steken van de Vlaamse regering. In tegenstelling tot collega
Sevenhans die graag antwoord had gekregen van de eerste minister,
ben ik ondertussen wel van mening veranderd. Ik stel mijn vraag nu
liever aan u als betrokken vice-eerste minister. De eerste minister
stelt ervoor te zullen zorgen dat, als het niet anders kan, de zaak toch
zal worden aangepast. Ik vraag liever aan u als de vice-eerste
minister die altijd op de rem is gaan staan: bent u het hiermee eens?
Zult u het hiermee eens zijn? Hebt u al besloten wijzigingen eventueel
te aanvaarden? Op dat vlak capituleert u toch een beetje, en dat is
nog een eufemisme.

Of is dat allemaal gedaan om de franje, om Dewael zand in de ogen
te strooien? Iedereen weet dat Dewael zich soms wel eens voordoet
als een Vlaamse leeuw, maar dan een leeuw van pluche, een
Vlaamse leeuw uit de Barbie-collectie: zeer gevaarlijk is hij niet.

Mijn enige vraag is: zult u desnoods zo ver gaan dat u de Vlaamse
regering haar kans geeft, of is het eens te meer een operatie van de
eerste minister? Die is misschien niet geïnspireerd door u dan, want
van dergelijke snode plannen wens ik u niet eens te verdenken, maar
mogelijk wel door de beruchte heer Slangen: l'âme noir, l'éminence
grise van de eerste minister. Heeft die hem dat ingefluisterd om de
Vlamingen voor de zoveelste keer te sussen? Wij weten allemaal dat
zulks niet zo moeilijk is: de heer Dewael wordt graag gesust.
05.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, een dag of tien geleden, dus nog vooraleer de
problematiek terug ter sprake kwam in het Vlaams Parlement, had ik
hierover al een vraag ingediend. De discussie over de mogelijke
uitvoerbaarheid van het investeringsplan naar aanleiding van de
totstandkoming van het samenwerkingsakkoord werd wel erg lang
uitgesteld, op basis van heel wat juridische betwistingen.

Her en der, ook door politieke partijen van de meerderheid in het
Vlaams Parlement, werd zelfs gesuggereerd dat beter opnieuw over
het investeringsplan zou worden onderhandeld waardoor een grotere
juridische zekerheid kan worden verworven inzake de uitvoering van
belangrijke investeringen voor de Vlaamse, maar ook voor de
nationale economie zoals de ontsluiting van de haven van Antwerpen.

Mevrouw de minister, door de ellenlange discussies op basis van
juridische argumenten is uw plan bijna één jaar achteropgeraakt. Ik
herinner mij dat de heer Vanoost er bij de regering op aandrong dat
de wetswijziging van de wet van 21 maart 1991 voor het zomerreces
05.02 Frieda Brepoels (VU&ID):
Pour toutes sortes de raisons
d'ordre juridique, l'accord de
coopération entre la SNCB et les
Régions relatif au plan
d'investissements 2001-2012 n'a
été adopté qu'après moult
difficultés par le Parlement
flamand. Aussi, de nombreuses
voix se sont élevées pour
renégocier ce plan afin d'obtenir
des garanties supplémentaires en
matière d'investissements,
notamment pour le
désenclavement du port d'Anvers.
Dans une interview récente,
Monsieur Schouppe s'est
prononcé lui aussi en faveur de
nouvelles négociations. Hormis la
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
moest zijn goedgekeurd. Dat werd naar het einde van het jaar
verschoven. Vooraleer er duidelijkheid in het Vlaams Parlement is en
de Senaat zijn goedkeuring heeft gegeven, zijn we bijna één jaar
verder.

Hetzelfde weekend deed de heer Schouppe in een interview naar
aanleiding van de ontwikkeling bij ABX een aantal pertinente
uitspraken over een aantal andere zaken zoals de schuldenberg van
de NMBS, het GEN en ook het investeringsplan. Daarin zei hij dat
opnieuw over het plan moest worden onderhandeld. Ik weet natuurlijk
dat hij daarvoor andere redenen heeft dan een aantal politieke
partijen. Ik citeer de heer Schouppe: "Het investeringsplan van de
regering kunnen wij zo niet realiseren. Daarover zal nog worden
onderhandeld. Ofwel komt de overheid met geld over de brug, ofwel
worden de investeringen teruggeschroefd". De heer Schouppe heeft
dit trouwens vaker gezegd, ook na de goedkeuring in het federaal
Parlement.

Buiten onze Waalse vrienden is eigenlijk niemand nog gelukkig met
het investeringsplan: niet de Vlaamse regering, niet het Vlaams
Parlement, niet de Vlaamse meerderheidspartijen, niet de Vlaamse
oppositiepartijen en niet de NMBS zelf.

Mevrouw de minister, zou het niet verstandiger zijn om over een en
ander opnieuw te onderhandelen zodat wij een realistischer evenwicht
krijgen en beter aan de noden in de verschillende delen van ons land
tegemoetkomen? Zou het praktisch gezien niet beter zijn om in de
plaats van met een twaalfjarenplan, met een vijfjarenplan te werken ­
dat maakt snelle beslissingen op korte termijn mogelijk ­ dat door een
tienjarenplan wordt begeleid en dat de planning op middellange
termijn garandeert. Mevrouw de minister, iedereen vindt het belangrijk
om in de eerste jaren bij de investering te worden betrokken. Bij een
nieuwe regering en nieuwe besprekingen heeft het twaalfjarenplan
immers geen waarde meer.

Naar aanleiding van het schriftelijk antwoord dat de eerste minister
richtte tot de Vlaamse minister-president en de minister van Mobiliteit
en Vervoer, wou ik aan de eerste minister nog een vraag stellen met
een volledig andere draagwijdte.

Mevrouw de minister, aangezien u mijn vragen zult beantwoorden
namens de eerste minister, wil ik u erop wijzen dat ik een duidelijk
onderscheid wens te maken tussen beide vragen. Inderdaad, de ene
vraag heeft betrekking op het standpunt dat wordt ingenomen door de
NMBS, alsook door een aantal politieke partijen, terwijl de andere
vraag handelt over het standpunt van de federale overheid, dat de
eerste minister uiteenzet in zijn brief, gericht aan u en aan de
Vlaamse regering.

Hopelijk, mevrouw de minister, kunt u namens de eerste minister
antwoorden op de volgende vragen.

De juridische adviezen van de heren Veelaers en Goedertier waren zo
gelijklopend dat er in feite geen speld tussen te krijgen was. Om op de
ene of de andere manier daaruit te geraken, werd wellicht een brief
gericht tot de eerste minister. Volgens mij gaat het hier niet om het
bekomen van juridische garanties, maar wel van politieke garanties.
Om die reden wou ik de eerste minister daarover ondervragen.
Wallonie, personne ne semble
donc être favorable au plan
d'investissement actuel.

Ne faudrait-il pas relancer les
négociations afin de veiller à ce
que le plan d'investissements
réponde aux besoins réels des
deux Régions du pays?

Ne serait-il pas préférable de
définir des plans quinquennaux
plus concrets, qui seraient sous-
tendus par un plan décennal
comportant la planification à
moyen terme?

Quelles garanties le premier
ministre a-t-il données au
gouvernement flamand dans sa
lettre du 20 février 2002, pour
pouvoir mettre en oeuvre l'accord
de coopération relatif au plan
d'investissement de la SNCB? Il
ne s'agit en fait pas de garanties
juridiques mais de garanties
politiques. Le premier ministre fait
également une distinction entre
cofinancement et préfinancement.
Il n'a pas tort: en cas de
préfinancement, il faut
rembourser, tandis que le
cofinancement ne peut se faire
que dans les limites des
compétences propres. En réalité,
cependant, il n'y a aucune
différence.

Le premier ministre souligne
également que le gouvernement
va entreprendre toutes les
démarches juridiques nécessaires
pour permettre la réalisation de
l'accord de coopération. Une fois
de plus, nous sommes sceptiques.
La conclusion de la lettre, qui se
réfère à la clé de répartition 60/40,
n'est pas exacte. Le
cofinancement représente des
fonds supplémentaires, qui
n'entrent donc pas dans le cadre
de la clé de répartition 60/40.
Qu'en est-il du préfinancement?
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16

Wat mij terzake opvalt ­ en dat is interessant voor de Vlaamse
meerderheidpartijen in het Parlement ­ is dat de eerste minister in zijn
brief nogmaals uitdrukkelijk verwijst naar artikel 4 van het
samenwerkingsakkoord, dat duidelijk bepaalt dat het uitsluitend de
federale overheid is die krachtens de wet van 8 augustus 1980
bevoegd is inzake de wijziging of de goedkeuring van het
investeringsplan van de NMBS. De goedkeuring van het
samenwerkingsakkoord als dusdanig wijzigt niets aan die
bevoegdheid. Volgens de eerste minister ligt de bevoegdheid duidelijk
op federaal niveau, al maakt hij wel een onderscheid tussen de
cofinanciering en de prefinanciering. Wat de prefinanciering betreft,
haalt hij argumenten aan die hier destijds ook reeds werden naar
voren gebracht, namelijk dat de Vlaamse regering in feite als bank
optreedt voor de NMBS en dat de federale overheid ooit zal overgaan
tot terugbetaling, al is nog niet precies geweten wanneer en onder
welke voorwaarden.

Wat de cofinanciering betreft, zegt de eerste minister dat zulks alleen
mogelijk is voor een project waarvoor het Vlaamse Gewest bevoegd
is wanneer dit kan samenvallen met de besteding van federale
middelen voor een project dat behoort tot de bevoegdheid van de
federale overheid.

Zeer merkwaardig evenwel is dat bij het formuleren van de politieke
garantie, de eerste minister ervan uitgaat dat de grondwetspecialisten
niet eensgezind zijn. Welnu, de grondwetspecialisten zijn wel
eensgezind; zowel de heer Veelaers als de heer Goedertier en als de
Raad van State houden er hetzelfde standpunt op na. Ik las trouwens
nog geen andersluidend advies noch andersluidende formulering of
standpunt vanwege een grondwetspecialist.
05.03 De voorzitter: Het zijn toch de woorden van de heer
Verhofstadt.
05.04 Frieda Brepoels (VU&ID): Ja, mijnheer de voorzitter, maar ik
heb het wel over een grondwetspecialist. Misschien denkt de eerste
minister dat hij een grondwetspecialist is, maar ik twijfel eraan.

De eerste minister gaat ervan uit dat de federale overheid de knoop
moet doorhakken omdat er terzake geen eensgezindheid bestaat.
Volgens hem benadrukt de federale overheid ­ bedoelt hij daarmee
de Staat of de regering? ­ dat zij alle noodzakelijke juridische stappen
zal ondernemen, inclusief de wijziging van de wettelijke bepalingen,
om het samenwerkingsakkoord onverminderd te kunnen uitvoeren.

Het ligt natuurlijk voor de hand dat bij de uitvoering van de werken
betwistingen zullen opdoemen. Ik zie dat al concreet voor ogen.
Bepaalde werken in uitvoering worden door een procedure bij het
Arbitragehof stilgelegd en dan zal de eerste minister naar het
Parlement komen om ons een bijzondere wet te laten goedkeuren of
wijzigen. Graag had ik daarover iets meer vernomen.

Ten slotte, mevrouw de minister, ik heb de verslagen van de
besprekingen die wij met u hebben gevoerd, nog eens nagekeken.
Volgens mij klopt het helemaal niet dat ­ waarmee de eerste minister
zijn brief besluit ­ zowel de prefinanciering als de cofinanciering de
60/40-verhouding niet aantasten. Dat is zeker niet juist. Ik heb de
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
documenten bij mij waarin u ­ logisch ­ verklaart dat de
prefinanciering een voorschot is om werken sneller uit te voeren.
Deze werken maken deel uit van het pakket dat aan de 60/40-
verdeelsleutel is onderworpen, want zij zijn in het investeringsplan
opgenomen. De cofinanciering is extra geld. Als dat van de Vlaamse
of Waalse regering komt, kan dat niet nog eens volgens de 60/40-
verhouding worden verdeeld. Het is niet juist ­ wat men in het Vlaams
Parlement beweert ­ dat ook de prefinanciering buiten die 60/40-
verdeelsleutel valt. Ik heb de parlementaire stukken bij mij waarin u
het tegenovergestelde zegt. Trouwens, in het samenwerkingsakkoord
staat ook heel uitdrukkelijk dat dit alleen voor de cofinanciering geldt.
Ik heb eigenlijk al het antwoord gegeven, maar ik had graag van u de
bevestiging gekregen.
05.05 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb altijd wat wantrouwen gehad ten aanzien van de
slagkracht en de politieke moed van het Vlaams Parlement, maar de
afgelopen maanden kreeg ik terug vertrouwen omdat men vrij krachtig
het investeringsplan had afgewezen. Er waren wat stoute jongens in
het klasje van het Vlaams Parlement die het plan een ramp voor
Vlaanderen noemden. Eminente juristen hebben bewezen dat
prefinanciering en cofinanciering niet kunnen. Ik had er vertrouwen in
dat deze stoute jongens het been stijf zouden houden en het voorstel
zouden afkeuren. Op een bepaald ogenblik begon de meester van dat
klasje, de heer Dewael, wat zenuwachtig te worden en heeft hij een
brief geschreven naar de directeur van de school, de heer
Verhofstadt, om hem te hulp te komen. De heer Verhofstadt heeft een
briefje geschreven naar de meester van de klas, waarna de stoute
jongens van de klas gisteren terug braaf op hun bankje zijn gaan
zitten en ja hebben geknikt. Voor mij is het onverklaarbaar dat zoiets
allemaal kan op basis van één briefje van de directeur van de school,
de heer Verhofstadt. Er is hier niemand van de Spiritisten aanwezig,
maar ik ben ervan overtuigd dat de afgelopen dagen en weken nog
andere briefjes ­ boterbriefjes of beloftes, ook naar de SP.A
waarschijnlijk ­ hebben gecirculeerd om een dergelijk voorstel goed te
keuren. Anders is het voor mij onbegrijpelijk dat Spirit begin februari
verklaart het voorstel nooit goed te keuren. De heer Voorhamme, een
eminent SP.A-lid en de grote man van de SP.A van Antwerpen ­ het
gaat om de tweede spoortoegang tot de Antwerpse haven en de
bijkomende ondertunneling van de Schelde ­ kon het voorstel
onmogelijk goedkeuren. De heer Goedertieren, de vertrouwensman
van de SP.A en de assistent van de heer Vande Lanotte, heeft
bewezen dat het niet kan. Al deze kritiek verdwijnt met een klein
briefje van de heer Verhofstadt, waarna het voorstel in de commissie
wordt goedgekeurd. Dat is voor mij onbegrijpelijk of de volgende
dagen zouden nog heel wat andere beloftes en boterbriefjes het
daglicht moeten zien.

Misschien hebben leden van Spirit of van SP.A een of andere
toezegging gekregen. Zo niet, kan ik hun houding niet begrijpen.

Ik zal proberen aan te tonen dat zij de gevolgen van het briefje van
Verhofstadt onvoldoende inschatten en niet inzien wat een ramp dit
betekent voor Vlaanderen, voor de NMBS en voor de treingebruiker.
Het sturen van dat briefje en de daaruit voortvloeiende goedkeuring
van het NMBS-investeringsplan door eminente leden zoals de heren
Malcorps, Voorhamme en de leden van Spirit betekent dat de
verdeelsleutel 60/40 tot 2012 gebetonneerd wordt. Veranderingen
05.05 Jos Ansoms (CD&V):
Pendant longtemps, l'accord de
coopération relatif aux
investissements ferroviaires est
resté en suspens au Parlement
flamand, avant d'être adopté.
Dernier rebondissement dans ce
vaudeville, le ministre-président
Dewael a écrit au premier ministre
Verhofstadt, lui demandant
d'accompagner l'accord de
coopération de garanties
juridiques. Au besoin, dit encore
M. Dewael, il faudra modifier la loi
spéciale sur la réforme de l'Etat.
Après la réponse du premier
ministre à cette lettre, les voix
critiques qui s'étaient élevées au
Parlement flamand se sont
immédiatement tues et l'accord a
été adopté. J'ai vraiment du mal à
comprendre ce qui s'est passé.
Pourquoi cette volte-face de
certains mécontents?
Si je me fonde sur la réaction du
premier ministre, toute
contestation éventuelle concernant
le préfinancement sera reportée à
la prochaine législature, durant
laquelle il pourra, le cas échéant,
être procédé à une modification de
la loi. C'est tout de même absurde!
Cela veut donc dire que le
gouvernement fédéral est d'ores et
déjà convaincu qu'il y aura des
contestations. C'est vrai qu'elles
seront inévitables. Le
gouvernement se rend-il bien
compte des conséquences de tout
cela? Si, par exemple, les travaux
de la deuxième ligne ferroviaire
doivent être arrêtés dans quelques
années à la suite d'une
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
aanbrengen zal ofwel onmogelijk zijn of veel geld kosten.

Een tweede bedenking heeft betrekking op de laatste alinea van het
briefje van Verhofstadt inzake de oplossing voor de betwistingen. De
prefinancieringen en de cofinancieringen zullen betwistingen
uitlokken. Volgens de grote techniek van deze paars-groene
meerderheid wordt dit echter doorgeschoven naar de volgende
regering. Alle problemen worden doorgeschoven naar de volgende
regering! Men doet een hoogmis, neemt belangrijke beslissingen. De
volgende ploeg waarvan sommigen, mevrouw de minister, hopen
opnieuw deel te kunnen uitmaken ­ ik ben daar minder gerust op, wat
u betreft althans ­ moeten de klus klaren. Groen is de kleur van de
hoop. Gevolg van het briefje is dat de volgende regering een immens
groot probleem in de schoot geworpen krijgt. Men kan er donder op
zeggen dat uit dit samenwerkingsakkoord betwistingen zullen
voortvloeien omdat duidelijk bewezen is dat pre- en cofinanciering niet
kan. In de slotalinea van zijn briefje stelt de eerste minister dat bij
betwisting een wettelijke basis zal worden gecreëerd om dergelijke
pre-en cofinancieringen mogelijk te maken. U moet het maar kunnen!
In zijn briefje belooft deze eerste minister bij betwisting - die er zal
komen - in de volgende legislatuur de bijzondere wet te zullen
wijzigen. Kunt u zich voorstellen in wat voor situatie we ons zullen
bevinden! In 2004-2005 zal er een betwisting komen op basis van de
co-en prefinanciering opgenomen in dit samenwerkingsakkoord.

Wat betekent een betwisting? Ik geef een voorbeeld. Een burger die
onteigend wordt op het tracé van de tweede spoortoegang tot de
Antwerpse haven wendt zich tot de Raad van State of het
Arbitragehof. Het samenwerkingsakkoord zal worden vernietigd. Dat
hebben de grondwetspecialisten bewezen. Op dat ogenblik zijn we in
een Deurganckdoksituatie beland. De werken zullen worden
stilgelegd. Op dat ogenblik zal de heer Verhofstadt ­ ik weet niet in
welke hoedanigheid, misschien als eerste minister of vanuit Toscane
­ of anderen de bijzondere wet wijzigen! Op het ogenblik dat de
werken voor een tweede spoortoegang tot de haven van Antwerpen
zijn stilgelegd en dagelijks miljoenen euro schadevergoeding moeten
worden betaald, zullen zij een tweederde meerderheid zoeken en de
bijzondere wet wijzigen! Stel dat een dergelijk initiatief wordt
genomen. Nu reeds lachen onze Franstalige collega's in hun vuistje
over de comfortabele situatie waarin ze zich zullen bevinden.
Vlaanderen zal op zijn knieën komen smeken om de bijzondere wet te
wijzigen! Het prijskaartje voor deze deblokkering van de stilgelegde
werken zal bijzonder hoog uitvallen. Dat is de situatie! Wat lees ik
vanmorgen in de krant? Het briefje van Verhofstadt is voldoende om
de Vlaamse parlementsleden over de brug te halen en het
samenwerkingsakkoord goed te keuren.

Hoe kunt u in Vlaanderen uitleggen dat zoiets mogelijk is? Voor mij is
zo'n houding onbegrijpelijk.

Mevrouw de minister, als het klopt dat de eerste minister met uw
goedkeuring en de goedkeuring van alle meerderheidspartijen in een
brief heeft geschreven dat u het er allen mee eens bent de bijzondere
wet te wijzigen in geval van een betwisting, dan vraag ik mij af
waarom u vandaag niet al het initiatief neemt om die bijzondere wet te
wijzigen. Als er daarover een akkoord is in de regering, waarop wacht
u dan nog voor de wijziging van die wet? Wij zullen wel voor de
tweederde meerderheid zorgen. Morgen kan ik een wetsvoorstel
contestation, il faudra dare-dare
réunir une majorité des deux tiers
pour adapter la loi spéciale.
J'imagine que les francophones se
frottent les mains en se
demandant ce qu'il pourraient bien
encore exiger en contrepartie des
Flamands.

Si le premier ministre a écrit ce
courrier avec l'accord de la
ministre compétente et de la
majorité, et si le principe de la
modification de la loi spéciale est
accepté de tous, qu'attend le
gouvernement pour agir? Nous
ferons l'appoint pour obtenir la
majorité des deux tiers. Quoi qu'il
en soit, une plainte sera déposée.
Dans sa lettre, le premier ministre
semble prendre les choses à la
légère et je ne comprends dès lors
pas que le Parlement flamand n'ait
pas réagi. L'attitude de Spirit est
également incompréhensible.

Cette lettre est synonyme de
catastrophe pour la SNCB et les
voyageurs. Ce plan
d'investissement exige des
investissements tellement lourds
pour la SNCB que celle-ci sera
déjà en faillite vers 2005. Jamais
le décalage entre les
investissements des pouvoirs
publics et ceux de la SNCB n'a été
aussi important que sous la
coalition arc-en-ciel et sous une
ministre écologiste. La
restructuration, qui constitue une
catastrophe pour la SNCB, sera
mise en oeuvre d'ici au mois de
septembre 2002.
Les nouveaux membres de la
direction devraient donc
restructurer la SNCB d'ici à mars
2003 dans le cadre de la directive
européenne sur la libéralisation.

Cette restructuration est aussi une
catastrophe pour la Flandre. Elle
n'a pas obtenu le représentant
qu'elle demandait au conseil
d'administration alors qu'un adjoint
francophone a été attribué à
l'administrateur délégué. Ainsi,
deux signatures sont dorénavant
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
terzake indienen.

Het staat vrijwel vast dat de inwoners langs het tweede spoortracé
van de Antwerpse haven een klacht zullen indienen. Waarom wacht u
daarop? Juristen hebben bewezen dat het tweede spoortracé volgens
de huidige wetgeving niet kan. Door de ingediende klacht zullen de
werken stilgelegd worden. Er zal een schadevergoeding betaald
moeten worden vergelijkbaar met de schadevergoeding in het dossier
van het Deurganckdok. Op dat moment zullen de Vlamingen de
Franstaligen om een tweederde meerderheid verzoeken om de
bijzondere wet te wijzigen. Dat is toch geen goede werkwijze. Als u
het ernstig meent, vraag ik mij af waarom u nu al niet het initiatief
neemt om een wijziging van de bijzondere wet in het Parlement in te
dienen. De CD&V zal wel voor de tweederde meerderheid zorgen. Dat
zou pas politiek correct zijn. De brief van eerste minister Verhofstadt
getuigt van onvoorstelbare lichtzinnigheid. Ik begrijp niet hoe zo'n brief
het hele Vlaamse Parlement over de brug kan krijgen. Nog minder
begrijp ik dat van een meerderheidsfractie in het Vlaams Parlement,
namelijk Spirit, die begin februari 2002 nog vond dat zo'n brief
onvoldoende was voor de goedkeuring van het NMBS-
investeringsplan.

Ik richt mij nu ook tot de Franstalige collega's, want het is nog veel
erger. Die brief zal over enkele jaren niet alleen voor Vlaanderen een
ramp vormen, maar ook voor de NMBS en de treingebruiker. Als het
investeringsplan 2001-2012 goedgekeurd wordt, betekent dat een
aangekondigd bankroet van de NMBS op middellange termijn. Dat
hebben wij overigens vroeger al gezegd. In het investeringsplan 2001-
2012 is de inbreng van de NMBS dusdanig belangrijk dat zij te hoog
is. Nu is al berekend dat de schuld van de NMBS in 2005 zal oplopen
tot 7 miljard euro en in 2012 tot 15 miljard euro, als de NMBS dan nog
bestaat. Zolang zal de NMBS echter niet bestaan, want Sabena is
voor minder bankroet gegaan. Het investeringsplan 2001-2012 legt
zo'n zware last op de schouders van de NMBS dat die tegen 2005
bankroet zal zijn. Onze Franstalige collega's moeten beseffen dat dat
het gevolg is van het investeringsplan. De rekening is voor de
treinreizigers. In de geschiedenis van de Belgische spoorwegen is er
nooit zo'n grote wanverhouding geweest tussen de inbreng van de
overheid en die van de NMBS in de investeringen als tijdens de
huidige paars-groene regering met een groene minister van mobiliteit.
De inbreng van de overheid is verhoudingsgewijs nooit zo klein
geweest in vergelijking met de inbreng van de NMBS.

Dat is de trendbreuk die een groene vice-premier heeft
teweeggebracht, dat is het voorspelbare einde van de NMBS.

Een tweede gevolg van het briefje van Verhofstadt en de
schaapachtige goedkeuring van de meerderheid in het Vlaams
parlement is dat ook de rampzalige herstructurering erdoor zal
komen. Voorlopig en om andere redenen dan de onze houdt de PS
dat wetsontwerp tegen in de Senaat. Ons komt dat goed uit want het
is een ramp voor de NMBS en een ramp voor Vlaanderen als uw
herstructurering goedgekeurd wordt. Als uw herstructurering was
goedgekeurd op het ogenblik waarop er zogezegd een politiek
akkoord was, in oktober 2000, dan had ik er nog begrip voor kunnen
opbrengen. Op dat ogenblik had u immers bepaalde details kunnen
regelen. U had Schouppe kunnen buitenzetten, u had een auditcomité
kunnen oprichten en u had nieuwe politieke vrienden kunnen
nécessaires pour chaque décision.

Cette lettre est lourde de
conséquences pour la mobilité en
Flandre, pour la SNCB elle-même
et pour les voyageurs. Cette lettre
au style nonchalant n'a que deux
objectifs: bien préparer le congrès
d'Ecolo et sauver le gouvernement
Verhofstadt. Mais ce courrier
entraînera des conséquences
désastreuses pour le pays. C'est
intolérable.

27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
benoemen in de raad van bestuur. Ik was het er niet mee eens maar
u had dat kunnen doen in 2000. We zitten nu echter in 2002 en u
staat vlak voor de echte herstructurering van de NMBS, namelijk in
het kader van de nieuwe richtlijnen van Europa. In maart 2003 moet u
Europa een volledig nieuwe NMBS voorstellen. Het is nu al 2002 en
voor de prullige herstructurering die u absoluut nog als een veer op
uw hoed wil steken erdoor is, zal het september zijn. Uw nieuw
benoemde politieke vrienden zullen dan in de raad van bestuur zitten
en u zult al uw andere comités hebben. U gaat dan van die mensen
verwachten dat zij de NMBS gaan voorbereiden op maart 2003, op de
echte fundamentele herstructurering die Europa vraagt in het kader
van de liberalisering van het goederenvervoer. In welke situatie
verkeren wij? Naar welk rampscenario drijft u ons land, de NMBS en
de gebruikers ervan? Dat is de zaak waar het om gaat.

Hetzelfde geldt voor Vlaanderen. De herstructurering is een ramp
voor Vlaanderen. Onze Vlaamse excellenties hadden een
vertegenwoordiger gevraagd in de raad van bestuur. Ze zitten er
echter niet in. Er komt geen vertegenwoordiger van de Vlaamse
regering in de raad van bestuur. Wat er wel is gekomen, is een
Franstalige adjunct bij de afgevaardigd bestuurder. Die zal er komen
in uw herstructurering. Als er iemand anders dan Schouppe
afgevaardigd beheerder wordt, dan zal er een Franstalige naast hem
worden gezet. Er moeten dan twee handtekeningen staan op elke
beslissing om geldig te zijn.
05.06 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Hebben wij misschien het
systeem van de taaladjunct uitgevonden?
05.07 Jos Ansoms (CD&V): De heer Van den Bossche gaat dat veel
beter doen. U hebt er toch al een paar afgezet. Mevrouw Durant kent
dat. De afgevaardigd beheerder van het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid werd na twee maanden afgezet. Rombouts is
afgezet. Deze regering heeft op dat vlak kennis van zaken. Blijkbaar
heeft ze ook heel veel geld om al die mensen af te zetten. Waarom
zou dat hier ook niet kunnen gebeuren? Daar gaat het mij echter niet
om.

Mijn conclusie is duidelijk. Dit op het eerste gezicht onschuldig briefje
heeft immens grote gevolgen voor de Vlaamse belangen inzake
mobiliteit, zowel inzake investeringen als inzake later bestuur van de
NMBS. De gevolgen zijn ook immens groot voor de NMBS zelf die
failliet zal gaan. Zij zal niet voorbereid zijn op een echte
herstructurering in maart 2003. Ook voor de reizigers en voor het
mobiliteitsvraagstuk in dit land zullen de gevolgen enorm groot zijn.
Dat zijn allemaal gevolgen van dit ene briefje, nonchalant geschreven
omdat het hen tot niets verbindt. Dit nonchalant geschreven briefje
zou de basis moeten vormen waarop Spirit, de SP.A en anderen hun
goedkeuring moeten geven in het parlement. Het briefje heeft maar
twee bedoelingen.

Het briefje heeft alleen de bedoeling het congres van Ecolo goed voor
te bereiden. Ten tweede, wil het de regering Verhofstadt redden. Dat
allemaal terwijl de gevolgen immens groot en catastrofaal zijn voor
Vlaanderen, de NMBS en de gebruikers. Het is ongelooflijk dat zoiets
in dit land kan gebeuren.
05.08 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, het is goed dat 05.08 Isabelle Durant, ministre:
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
deze interpellaties worden gesteld. Het gaat immers om een dossier
waarvan iedereen het belang voldoende kan inschatten, zoals de heer
Ansoms in zijn interpellatie trouwens al zei.

Wij kunnen ervan uitgaan dat zowel in deze commissie als in de
deelparlementen alvast over de doelstellingen een consensus
bestaat. Bij mijn weten is iedereen het erover eens dat investeringen
in de spoorwegen broodnodig zijn. De werken moeten bovendien snel
van start kunnen gaan want ­ zoals mevrouw Brepoels terecht zei ­
het is van cruciaal belang dat bepaalde investeringen die van belang
zijn voor de nationale economie ­ waarbij onder andere de tweede
spoorontsluiting van Antwerpen en de Liefkenshoektunnel werden
aangehaald ­ zo snel mogelijk moeten kunnen worden uitgevoerd. Ik
denk dat niemand dat contesteert.

Bovendien zijn er investeringen nodig inzake het vervoer van
personen. Daarover bestaat eveneens volkomen unanimiteit. Een
pragmatische aanpak van de problemen vereist een uitvoering van
die investeringen, een snelle uitvoering bovendien. Ik begrijp de
bezorgdheid van de collega's, wegens het grote belang van het
dossier. Ik wil daarom de interpretatie van de federale regering nog
even herhalen en de drie elementen opsommen die volgens mij de
redenering van de federale regering uitmaken.

Ten eerste, de bevoegdheid ligt bij de gewesten wat een aantal
burgerlijke infrastructuurwerken betreft ­ bijvoorbeeld bruggen,
tunnels en sleuven, en in bepaalde gevallen de aanhorigheden langs
de spoorwegen ­ voor zover die een andere transport of andere
finaliteit nastreven die onder de gewestelijke bevoegdheden valt. Als
voorbeeld daarvan noem ik economische expansie, ruimtelijke
ordening, wegeniswerken, enzovoort. Die bevoegdheid kan niet
worden betwist.

Ten tweede, wanneer de werken onlosmakelijk verbonden zijn met
het spoor, maar een andere finaliteit nastreven op het vlak van
mobiliteit, economische expansie, openbare werken, enzovoort,
worden wij ­ zoals ik eerder al in deze commissie gezegd heb ­ op
manifeste wijze geconfronteerd met een gezamenlijke uitoefening van
exclusieve bevoegdheden. Daarvoor moet dus een
samenwerkingsakkoord afgesloten worden.

Ten derde, een eventuele betwisting van de grondwettigheid van de
instemmingswet door een particulier, lijkt me juridisch weinig
waarschijnlijk wegens het ontbreken van enig rechtstreeks belang van
de betrokkene. Dat is belangrijk.

Die drie elementen maken deel uit van de federale interpretatie, die
onder meer gevormd is op basis van de mening van
grondwetspecialisten. Dit gezegd zijnde heeft de regering om alle
bezorgdheid weg te nemen een brief gericht ­ in naam van de hele
regering, dus niet alleen van de eerste minister Verhofstadt ­ aan de
minister-president, die garanties had gevraagd. De brief zegt duidelijk
dat in geval van problemen inzake pre- of cofinanciering, deze buiten
de 60/40-sleutel vallen. Wij zullen dus niet ­ zoals een voormalig
eerste minister placht te zeggen ­ de problemen pas oplossen als ze
zich aandienen en niet eerder.

De brief zegt letterlijk het volgende:
Ce dossier prouve en tout cas
qu'un consensus est intervenu au
sujet de la nécessité absolue
d'investir dans les infrastructures
de la SNCB et de mettre
rapidement en oeuvre les travaux.
Personne ne le conteste. Il en va
de même pour les efforts qui
doivent être fournis pour améliorer
le transport de passagers.

Je comprends toutefois la
préoccupation exprimée par
certains compte tenu de
l'importance de ce dossier. Je
tiens dès lors à préciser une fois
encore le point de vue du
gouvernement fédéral en cette
matière.

Premièrement, la compétence des
Régions s'étend à une série de
travaux d'infrastructure civile ­ par
exemple, les ponts, les tunnels et
les tranchées et, dans certains
cas, les biens annexes situés le
long des voies ferroviaires ­ pour
autant qu'ils servent au transport
ou à toute autre fin ressortissant
aux compétences régionales. A
titre d'exemple, je citerai
l'expansion économique,
l'aménagement du territoire, les
travaux aux voieries, etc. Cette
compétence ne peut être remise
en cause.

Deuxièmement, lorsque les
travaux sont indissociablement liés
au rail, mais poursuivent une
finalité autre sur le plan de la
mobilité, de l'expansion
économique, des travaux publics,
etc., nous sommes confrontés ­
comme j'ai déjà eu l'occasion de le
préciser dans cette commission ­
à l'exercice conjoint de
compétences exclusives. Ces
matières requièrent dès lors la
conclusion d'un accord de
coopération.

Troisièmement, il m'apparaît peu
vraisemblable, sur le plan
juridique, qu'un particulier conteste
la constitutionnalité de la loi
d'assentiment, étant donné qu'il lui
sera difficile d'établir l'existence
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22

Ik lees voor uit de brief: "Aangezien echter uit deze briefwisseling blijkt
dat er onder grondwetspecialisten geen eensgezindheid bestaat
omtrent de juridische zekerheid van dit samenwerkingsakkoord,
wenst de federale overheid te benadrukken dat zij, mochten er zich
toch betwistingen voordoen, voor deze elementen alle noodzakelijke
juridische stappen zal ondernemen, inclusief de wijziging van
wettelijke bepalingen, om het samenwerkingsakkoord onverminderd
te kunnen uitvoeren".

Ik wil hierbij verder preciseren dat het duidelijk is dat de pre- en
cofinanciering buiten de 60/40-sleutel vallen. Dat wordt bevestigd in
de brief van de premier namens de federale regering. Als een gewest
voor honderd eenheden cofinanciert, moet het geen 60 of 40
eenheden aan het andere gewest betalen, dat is evident. Gaat het om
prefinanciering, dan betaalt volgens het samenwerkingsakkoord een
gewest enkel en alleen de interesten op het deel dat het gewest zelf
heeft beslist om te prefinancieren.

Mijnheer Ansoms, u verklaart dat u ondubbelzinnig vragende partij
bent voor de heronderhandeling van het samenwerkingsakkoord.
Indien wij echter voort onderhandelen over de investeringen, komen
wij niet sneller tot een concrete oplossing. Er werd onderhandeld en
dat heeft geleid tot de ondertekening van het samenwerkingsakkoord.
Zodra dat samenwerkingsakkoord in de verschillende parlementen is
goedgekeurd, komt het erop aan het zo vlug mogelijk uit te voeren.

Ik besluit. Ten eerste, er bestaat een consensus over de noodzaak
van de investeringen. Ten tweede, iedereen is het erover eens dat de
beleidsniveaus moeten samenwerken. Ten derde, vele investeringen
met sociaal en economisch belang zijn urgent. Ten vierde, zowel de
gewestelijke overheden als de federale overheid hebben het
samenwerkingsakkoord ondertekend; wat bewijst dat men wil
samenwerken en een snelle uitvoering wenst. Ten vijfde, er bestaat
geen eensgezindheid onder grondwetspecialisten, noch in de ene,
noch in de andere zin. Ten zesde, zodra het samenwerkingsakkoord
is geratificeerd, kunnen de investeringen tot 687 miljard frank worden
aangevat. Ten zevende, in de brief van de premier namens de hele
regering, waartoe ik ook behoor; verbindt de regering zich ertoe om in
geval van betwistingen alle noodzakelijke juridische stappen te doen
om het samenwerkingsakkoord onverminderd uit te voeren.

Wanneer men rekening houdt met die elementen, heeft men een
goede basis om de broodnodige en dringende investeringen op te
starten. Zowel de bevolking als de economische centra van ons land
wachten erop.
d'un intérêt direct. Voilà qui
constitue un élément important.

Afin de dissiper toutes les
inquiétudes, le gouvernement a,
par lettre du premier ministre,
fourni une série de garanties. Je
vous lis un extrait de cette lettre:
"Puisqu'il ressort de l'échange de
correspondance que les
constitutionnalistes sont divisés à
propos de la sécurité juridique de
cet accord de coopération,
l'autorité fédérale tient à souligner
que si des contestations devaient
malgré tout surgir, elle prendra, en
ce qui concerne ces éléments,
toutes les initiatives juridiques
nécessaires en vue de garantir la
mise en oeuvre intégrale de
l'accord de coopération." Si un
problème devait se poser, surtout
quant au pré- et au
cofinancement, le gouvernement
fédéral entreprendrait donc les
démarches nécessaires, y compris
des modifications de la loi.

Le pré- et le cofinancement ne
relèvent pas de la clé de
répartition 60-40. En matière de
cofinancement, on ne finance que
les travaux dans sa propre
Région. Pour le préfinancement, la
Région ne paie des intérêts que
sur la partie qu'elle a décidé elle-
même de préfinancer.

Des négociations ont mené à la
signature de l'accord de
coopération. Il convient à présent
de mettre en oeuvre ce dernier
dans les plus brefs délais.
Nul ne conteste la nécessité
d'investir ni l'importance de la
coopération. La signature de
l'accord de coopération témoigne
de la volonté de coopérer et
d'approuver le plan
d'investissement. Les
constitutionnalistes sont partagés.
Après l'approbation du plan
d'investissements, un montant
total de 687 milliards pourra être
investi. Enfin, le gouvernement
fédéral s'engage dans sa lettre à
prendre les initiatives législatives
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
nécessaires en cas de nouveau
litige. Cela permet de partir sur de
bonnes bases et de garantir les
investissements indispensables.
05.09 Le président: Chers collègues, comme il y a plusieurs
interpellateurs, en principe, seuls ces derniers ont droit à une réplique.
Si vous êtes tous d'accord, je vous propose de donner à chacun un
temps de parole de cinq minutes. (Assentiment)
05.10 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
minister, uit uw antwoord onthoud ik dat u niet alleen pal achter de
brief van de heer Verhofstadt blijft staan, maar ook dat u zijn
argumentatie over de verschillende interpretaties van
grondwetspecialisten herhaalt. Mevrouw Brepoels heeft daarstraks
gevraagd wie die grondwetspecialisten dan zijn die een andere
mening hebben dan bijvoorbeeld professor Veelaert, de Raad van
State of professor Goedertier. Er komt geen antwoord. Als ik mij niet
vergis, is een andere vice-eerste ministers onlangs getrouwd met een
grondwetspecialist. Misschien is dat advies in het echtelijke bed
gegeven. Wij zouden het dan toch graag kennen, want wij zouden
graag de motivatie weten.

Voorts zegt u dat het geen antwoord van de eerste minister is, maar
een antwoord van de regering. Dat zal wel. Ik ben ervan overtuigd.
Dat betekent dus ook dat u, Isabelle Durant, erachter staat en dat ook
u ons verzekert dat u in geval van problemen de nodige wetgevende
maatregelen zult nemen. Op het eerste zicht is dat erg knap. U moogt
mij niet kwalijk nemen dat ik het extreem vaag blijf vinden. De
gebruikte woorden spreken boekdelen. Er staat: "Mochten er zich toch
betwistingen voordoen voor deze elementen, zal ik alle noodzakelijke,
juridische stappen zetten, inclusief de wijziging van wettelijke
bepalingen". Dat is zeer wazig. Ik heb de indruk dat men ons met een
kluitje in het riet stuurt. U citeert de heer Dehaene en dat is niet
helemaal onterecht. De heer Dehaene beweerde dat hij problemen
zou oplossen wanneer zij zich stelden. Wat u doet, is wat anders. U
schuift de problemen ook vooruit. De problemen dienen zich echter nu
al aan.

Tot slot wend ik mij tot de weinige Vlaamse parlementsleden die hier
aanwezig zijn. Men heeft ons verteld dat wij een Vlaams Parlement en
een Vlaamse regering hebben en zelfs een Vlaamse minister-
president. Naar verluidt hebben wij ook een Vlaamse vlag en wat weet
ik nog. Vlaamse collega's, voor de zoveelste keer stel ik vast dat wij
zelfs niet het recht hebben om ons eigen geld uit te geven ter
verdediging van onze eigen economische belangen. In dit dossier en
in zovele andere dossiers is dat zo. Het wordt tijd dat u, als
afgevaardigden van de Vlaamse kiezers, daar de nodige conclusies
uit trekt. Wat mij betreft, kunnen die alleen maar radicaal zijn.
05.10 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): La ministre
soutient donc la lettre du premier
ministre et rappelle
l'argumentation de ce dernier.
Quels constitutionnalistes ont-ils
une opinion autre que celle des
constitutionnalistes que nous
connaissons déjà et du Conseil
d'Etat? Sur quels éléments se
fondent-ils?

Le ministre Durant a annoncé que
des mesures législatives devaient
être prises en cas de problème.
Voilà qui est bien pensé mais qui
reste vague. Les problèmes sont
en fait reportés.

Tout comme un drapeau flamand,
il existe bel et bien un Parlement
et un gouvernement flamands
mais nous n'avons pas le droit
d'affecter notre argent à la
préservation de nos propres
intérêts économiques. Nous
devons donc en tirer les
conclusions qui s'imposent. A mon
estime, celles-ci ne peuvent être
que radicales.

05.11 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik kan weinig
onderscheid maken tussen het antwoord van de minister op een
vraag die ik aan haar stelde, en het antwoord dat zij namens de
eerste minister heeft gegeven. Ik blijf met een aantal onbeantwoorde
vragen zitten, mevrouw de minister.

Ten eerste, ik heb daarnet gevraagd op welk punt de
grondwetspecialisten het oneens zijn over dit juridische standpunt. Ik
05.11 Frieda Brepoels (VU&ID):
En ce qui concerne l'avis des
constitutionnalistes, la ministre ne
m'a pas répondu clairement.

Il est difficile de comprendre que le
gouvernement fédéral exclut la
possibilité d'une éventuelle
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
heb daar geen antwoord op gekregen.

Ten tweede, samen met de regering zegt u dat u een betwisting zeer
onwaarschijnlijk acht wegens het ontbreken van het rechtstreekse
belang van een betrokkene. U zou dat toch eens mogen
concretiseren. Collega Ansoms had het daarnet over een project in de
buurt van de Antwerpse haven, waarbij men tot cofinanciering zou
overgaan. Op welke manier zou het weinig waarschijnlijk zijn dat daar
een rechtstreeks betrokkene een klacht indient? Ik vraag mij echt af
op welke basis u dit beweert.

Ten derde, ik haal het verslag aan van 17 juli 2001 waarin u op onze
vragen over de co- en prefinancieringen uitdrukkelijk zei, ik citeer: "De
cofinancieringen hebben geen impact op de budgettaire
verdeelsleutel. Ze komen bovenop het bedrag." Wat de
prefinancieringen betreft, is dit niet het geval. Ik lees hetzelfde in
artikel 14 en 15 van het samenwerkingsakkoord. Dit is ook heel
logisch maar men mag de mensen dan geen rad voor ogen draaien.
Dit zijn argumenten waarmee in het Vlaams Parlement wordt
geschermd. De co- en prefinancieringen zouden buiten de 60/40-
verdeelsleutel vallen. Voor het ene is dit wel zo maar voor het andere
is dit niet het geval want het samenwerkingsakkoord bepaalt dat de
prefinanciering wordt terugbetaald.

Mijnheer de voorzitter, de garantie die in de brief werd opgenomen,
bleek enkele dagen geleden voor een aantal Vlaamse
meerderheidspartijen niet voldoende. Voor ons is die garantie van nul
en generlei waarde. De regering kan op geen enkel ogenblik de
volgende legislatuur binden. De eerste minister en de regering
verheffen zich hier boven het Parlement en boven de rechtsstaat. Het
lijkt mij duidelijk dat de Vlaamse meerderheidspartijen zich op dit
ogenblik voor de zoveelste keer met een kluitje in het riet laten sturen.
We zullen de rekening later wel presenteren maar dan zal het ten
koste gaan van de Vlaamse belastingbetaler en de vele gebruikers
van de NMBS.
contestation par un particulier. Je
ne vois pas pourquoi, dans
certaines circonstances, un
particulier ne pourrait pas invoquer
un intérêt direct.

J'estime ne pas encore disposer
de garanties suffisantes quant à
l'exclusion du préfinancement et
du cofinancement de la clé de
répartition 60/40. Ce
gouvernement ne peut tout de
même pas s'engager pour ses
successeurs. Je pense que les
usagers de la SNCB devront
supporter les conséquences de
l'attitude de ce gouvernement.

05.12 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de minister, ik vond uw
vergelijking met de vorige eerste minister van dit land niet juist.
Mijnheer Dehaene zei inderdaad steeds dat hij problemen pas oploste
als ze zich aandienden. Wij hebben nu te maken met een eerste
minister en een regering die zelf problemen creëert door een
lamlendig bestuur. Denk maar aan dit dossier.

In oktober 2000 was er een politiek akkoord bereikt over de
herstructurering en de financiering van de NMBS. Dit akkoord is nog
steeds niet uitgevoerd. Eerst heeft men dus een probleem gecreëerd
en vervolgens verklaart men dat de volgende regering het probleem
maar moet oplossen. Dit is het essentiële verschil met Dehaene.
Dehaene loste de problemen die zich aandienden ook op. Deze
regering en deze eerste minister creëren zelf de problemen en
verklaren vervolgens dat de volgende regering ze maar moet
oplossen.

Mevrouw de minister, u zegt dat heel Vlaanderen vol ongeduld zit te
wachten op dit investeringsplan en deze herstructurering. Als dit
investeringsplan en deze herstructurering van de NMBS niet worden
goedgekeurd, zijn de gevolgen voor Vlaanderen niet te overzien.
Laten wij veronderstellen dat beide projecten worden goedgekeurd
05.12 Jos Ansoms (CD&V): La
comparaison avec l'ancien premier
ministre M. Dehaene, qui
s'attaquait aux problèmes
lorsqu'ils se présentaient, ne tient
pas: le premier ministre actuel
crée lui-même les problèmes en
les laissant perdurer et en les
refilant au prochain gouvernement.

Selon la ministre, la Flandre
entière attendrait avec impatience
ce plan d'investissement et cette
restructuration. Qu'ils soient
adoptés ou non ne changera rien:
la première phase du plan
d'investissement ne pourra déjà
pas être mise en oeuvre, faute de
moyens, et cette mise en oeuvre
interviendrait donc au plus tôt en
2004-2005. En cas de
contestation, la Flandre se verra
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
binnen enkele weken in de Senaat. Wat is het verschil als ze niet
worden goedgekeurd? Als ze niet worden goedgekeurd, zal er geen
enkel verschil zijn want fase I ­ het eerste jaar van uw
investeringsplan 2012 ­ wordt al niet uitgevoerd. U hebt toch kunnen
lezen dat er nu al 9 miljard Belgische frank, 230 miljoen euro, tekort is
om het jaar 2002 rond te komen? Het gaat hier om het eerste jaar van
dit ambitieuze investeringsprogramma.

Dat is er al niet in 2002 en zal er ook niet zijn. Er zal dus volgend jaar
al een bijsturing moeten gebeuren om het eerste jaar op te lossen. In
de praktijk zal er dus niets veranderen. Die voor de Antwerpse haven
belangrijke dossiers zullen ten vroegste voor uitvoering in aanmerking
komen in 2004-2005. Of men nu vandaag een
investeringsprogramma heeft of niet, zal weinig verschil uitmaken. Het
enige verschil zal wel zijn dat bij goedkeuring hiervan, men bij een te
verwachten betwisting zal moeten onderhandelen over een
wetswijziging met een tweederde meerderheid. De prijs voor
Vlaanderen zal onbetaalbaar hoog worden.

De herstructurering van de NMBS zou niet doorgaan als dit niet wordt
goedgekeurd. En dan! Die herstructurering zal onmiddellijk moeten
worden bijgestuurd door een grondige herstructurering op basis van
de Europese richtlijnen, voor maart 2003, met een regulator, met
opsplitsing tussen infrastructuur. Ziet u het allemaal gebeuren? Voor
de liberalisering inzake het elektriciteitsdossier heeft men jaren nodig.
U gaat dat op enkele maanden doen met uw nieuwe raad van bestuur
die u zult aanduiden. Weg daarmee! In de prullenmand, dat is veel
beter. Begin liever met een echte herstructurering, een echte
voorbereiding van de NMBS.

Ik kom tot mijn slotvraag. Als ik het goed heb begrepen, zegt u
duidelijk ook namens de partij van de heer Dufour ­ de andere
Franstalige meerderheidspartijen zijn afwezig ­ dat de Franstalige
partijen uit de meerderheid akkoord gaan met een wetswijziging op dit
punt. Dat is een wijziging van de Bijzondere Wet. Mijnheer Dufour,
minister Durant heeft hier net gezegd dat uw partij akkoord gaat met
de regionalisering van de NMBS. Dat heeft de heer Verhofstadt
beloofd in de laatste alinea van zijn brief. Mevrouw Durant heeft hier
gezegd dat zij daarmee akkoord gaat en dat alle meerderheidspartijen
­ PRL, PS en Ecolo ­ akkoord gaan met de regionalisering van de
NMBS. Ik noteer dat en zal dat ook in plenaire vergadering zeggen.
Mevrouw Durant heeft gezegd dat zij akkoord gaat met de laatste
alinea uit de brief van de heer Verhofstadt: "Aangezien er echter uit
briefwisseling blijkt dat er onder grondwetsspecialisten geen
eensgezindheid bestaat omtrent juridische zekerheid van dit
samenwerkingsakkoord, wenst de federale overheid te benadrukken
dat zij, mochten er zich betwistingen voordoen, voor deze elementen
de noodzakelijke juridische stappen zal ondernemen, inclusief de
wijziging van de wettelijke bepalingen". Dat is toch de Bijzondere
Wet? De pre-financiering en co-financiering zijn in Vlaanderen toch
verkocht door Spirit, door SP.A, door Dewael als de eerste stap naar
de regionalisering van de NMBS? Ik vraag dus of de PS, de PRL en
Ecolo akkoord gaan met de regionalisering van de NMBS? De heer
Verhofstadt schrijft toch in zijn brief dat hij daarover een akkoord heeft
in de regering. Dat is geen demagogie, dat is de waarheid. Om dat af
te dwingen in de plenaire vergadering, zal ik daarover een motie
indienen. Mevrouw Van de Casteele kan daarop dan ingaan in
plenaire vergadering.
obligée de supplier la Wallonie de
marquer son accord sur une
modification de la loi spéciale. Le
cas échéant, il ne sera pas
procédé à la restructuration. Cela
n'a guère d'importance: le conseil
d'administration serait en tout état
de cause amené, en l'espace de
quelques mois, à procéder à une
restructuration fondamentale dans
le cadre de la libéralisation
européenne.

La ministre a déclaré que tous les
partis de la majorité adhèrent au
dernier alinéa de la lettre du
premier ministre, selon lequel il
sera procédé à une modification
de la loi en cas de contestation. Il
s'agit en l'occurrence d'une
modification de la loi spéciale.
Ecolo, le PRL et le PS acceptent-
ils une régionalisation de la
SNCB?
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Jan Mortelmans en Francis Van den
Eynde en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van den Eynde en Jos Ansoms
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer,
verzoekt de regering
1. niet langer te wachten om de wettelijke maatregelen te treffen die de regionale pre- en cofinanciering van
spoorweginvesteringen moet mogelijk maken;
2. met het oog onder meer op het in de toekomst vermijden van communautair gehakketak omtrent de
spoorwegen, het nodige te doen om de NMBS zo vlug mogelijk te splitsen."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Jan Mortelmans et Francis Van den
Eynde et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis Van den Eynde et Jos Ansoms
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports,
demande au gouvernement,
1. de prendre sans délai les mesures légales permettant le pré- et le cofinancement régional des
investissements ferroviaires;
2. de prendre les initiatives nécessaires afin de scinder la SNCB le plus rapidement possible afin d'éviter à
l'avenir les querelles communautaires à propos du chemin de fer."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jos Ansoms en mevrouw Frieda Brepoels
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van den Eynde en Jos Ansoms
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer,
- gelet op de schandelijke wijze waarop Vlaanderen hierbij wordt tekortgedaan;
- gelet op de schade die daaruit zal voortvloeien voor de Vlaamse en de Belgische economie;
- gelet op het dreigende faillissement van de NMBS indien het investeringsplan wordt uitgevoerd zoals
voorzien in het samenwerkingsakkoord;
dringt er bij de regering op aan
1. het samenwerkingsakkoord met betrekking tot het investeringsplan te herzien, waarbij de prioriteiten
worden bepaald op basis van objectieve behoeften en waarbij de financieringsinspanningen van de NMBS
worden beperkt teneinde het voortbestaan van de spoorwegmaatschappij niet in het gedrang te brengen;
2. op te houden met het gestuntel rond de voorziene herstructurering van de NMBS, en zich samen met het
bestaande bestuursapparaat van de spoorwegmaatschappij zeer dringend te concentreren op een
hoogkwalitatieve uitvoering van de Europese richtlijnen 2001/12, 2001/13 en 2001/14, teneinde de NMBS in
staat te stellen zich te handhaven in een concurrentiële omgeving."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Jos Ansoms et Mme Frieda Brepoels et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis Van den Eynde et Jos Ansoms
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports,
- vu la manière scandaleuse dont la Flandre est désavantagée;
- vu les dommages qui en résulteront pour l'économie flamande et belge;
- vu le risque de faillite de la SNCB si le plan d'investissement est mis en oeuvre tel que le prévoit l'accord
de coopération;
demande au gouvernement
1. de revoir l'accord de coopération en ce qui concerne le plan d'investissement, de manière à définir les
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
priorités sur la base de besoins objectifs et de limiter les efforts financiers dans le chef de la SNCB pour
éviter de mettre en péril la pérennité de la société des chemins de fer;
2. de mettre un terme aux maladresses commises dans le cadre de la restructuration de la SNCB et de se
concentrer sans délai, avec les organes de gestion actuels de la société des chemins de fer, sur la mise en
oeuvre qualitative des directives européennes 2001/12, 2001/13 et 2001/14, permettant ainsi à la SNCB de
se maintenir dans un environnement concurrentiel."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jean Depreter, Daan Schalck en Lode Vanoost en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jean Depreter, Daan Schalck et Lode Vanoost et Mme
Marie-Thérèse Coenen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

Voorzitter: Francis Van den Eynde.
Président: Francis Van den Eynde.
06 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de vervolmakingscursus ADR-opleiding" (nr. 6424)
06 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les cours de perfectionnement dans le cadre de la formation ADR" (n° 6424)
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een verfijning van een vraag die reeds door de heer
Lahaye werd gesteld inzake de vervolmakingscursus van de ADR-
opleiding inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen
over de weg. De administratie heeft in een rondzendbrief meegedeeld
dat de vervolmakingscursus volgens het ADR-verdrag minimaal acht
leseenheden moet bedragen, maar in ons land 16 leseenheden bevat,
namelijk twaalf eenheden voor de basiscursus en vier voor de
specialisatiecursus. In uw antwoord op de vraag van de heer Lahaye
hebt u het echter over de twaalf leseenheden van de
vervolmakingscursus.

Mevrouw de minister, is de rondzendbrief dan strijdig met uw
antwoord of omgekeerd? Werden de bepalingen in het ADR-verdrag
in Belgische wetgeving omgezet of is dat alleen via de rondzendbrief
gebeurd? Wanneer zullen de erkende opleidingscentra worden
geïnformeerd over het feit dat de vervolmakingscursus tankwagen
zou zijn afgeschaft? Komt er een aangepaste rondzendbrief? Ik
begrijp dat de sector vragende partij is om dit op twaalf leseenheden
terug te brengen. Mag men daartoe reeds overgaan of neemt u
initiatieven terzake?
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le traité ADR stipule qu'un cours
de perfectionnement ADR doit
comporter huit unités de cours.
L'année dernière, en réponse à
une question écrite du 12
septembre 2001, la ministre avait
précisé que l'administration
estimait que douze unités de cours
étaient préférables. Et aux termes
de la circulaire du 11 août 1997,
ce cours de perfectionnement doit
se composer de seize unités de
cours, soit douze unités de cours
de base et quatre unités de cours
de spécialisation.

Les dispositions du traité ADR ont-
elles été transposées en droit
belge?

Quand les centres de formation
agréés seront-ils informés de la
suppression du cours de
perfectionnement camion-citerne?
Une note sera-t-elle diffusée?
Pourquoi laissez-vous le secteur si
longtemps dans l'incertitude?

Les établissements agréés
peuvent-ils déjà adapter la durée
de la formation, la faisant passer
de seize à douze unités de cours,
et cela sur la base de la réponse
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
de la ministre à la question orale
du 12 septembre 2001?
06.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega
Brepoels, het ADR-verdrag in België werd door de wet van 10
augustus 1960 goedgekeurd en door het koninklijk besluit van januari
1969 uitgevoerd. Bovendien acht ik de duur van de
vervolmakingscursus waarin in rondzendbrief nummer 6 van 11
augustus 1997werd voorzien niet in strijd met het antwoord op de
parlementaire vraag nummer 501. De structuur van de ADR-opleiding
van chauffeur omvat namelijk twee opeenvolgende stappen: de
opleiding colli en de opleiding tank. Het minimum van acht eenheden
in het ADR-verdrag is van toepassing op de opleiding colli. Er wordt
niet overwogen om de opleidingsduur te verminderen om volgende
redenen. Ten eerste, sedert 1 juli 2001 zijn belangrijke wijzigingen
aan de reglementering van kracht geworden zodat de stof die door de
chauffeurs moet worden geleerd, bijzonder belangrijk is geworden.
Ten tweede, het begrip tankcode en het nieuwe model van het
keuringsdocument zijn onder andere onbekende onderwerpen voor
de chauffeur en rechtvaardigen ruim de noodzaak van een
tankopleiding.

Ten derde, aangezien deze opleiding slechts om de vijf jaar
plaatsvindt, is het noodzakelijk bepaalde basisprincipes in herinnering
te brengen die essentieel zijn voor de veiligheid op de weg.

De vierde reden is dat sommige erkende instellingen meer lesuren
geven dan het minimumaantal dan wordt opgelegd in de
rondzendbrief.

Ziehier de vier redenen waarom niet wordt overwogen de
opleidingsduur te verminderen.
06.02 Isabelle Durant, ministre:
Le traité ADR a été approuvé par
la loi du 10 août 1960 et exécuté
par l'arrêté royal de janvier 1969.
La durée de la formation fixée
dans la circulaire n° 6 du 11 août
1997 n'est pas contraire à la
teneur de la question
parlementaire n° 501.

La formation ADR se compose de
deux parties: la formation "colis" et
la formation "citerne", la première
se composant d'au moins huit
unités.

La durée de la formation ne sera
pas réduite pour différentes
raisons: les modifications
apportées aux réglementations
depuis le 1
er
juillet 2001 ont
contribué à un accroissement très
sensible du volume de la matière;
l'instauration d'une série de
notions telles que le code-citerne
rend nécessaire la formation-
citerne; la formation est organisée
tous les cinq ans de telle sorte
qu'un rappel des principes de base
s'impose; certains centres
dispensent d'ores et déjà un plus
grand nombre d'heures de cours
que ce qui est requis.
06.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, op
voornoemde schriftelijke vraag van de heer Martial Lahaye,
antwoordde u dat de vervolmakingcursus twaalf leseenheden bevat.
Als ik het goed begrijp, blijft het aantal lesuren aldus op zestien
bepaald, zoals in de rondzendbrief wordt gestipuleerd en zult u niet
voorstellen dit aantal te verminderen.
06.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Si je vous ai bien comprise, le
nombre total de seize modules
sera donc de toute façon
maintenu, réparti entre douze
modules pour le cours de base et
quatre modules de spécialisation?
La circulaire reste donc
d'application.
06.04 Minister Isabelle Durant: Inderdaad, het aantal lesuren is
twaalf plus vier en dat zal niet verminderen.
06.04 Isabelle Durant, ministre:
En effet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het gewestelijk expressnet voor Brussel" (nr. 6440)
07 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le réseau express régional pour Bruxelles" (n° 6440)
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
07.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, daarnet verwees ik reeds naar het interview van de heer
Schouppe, van 11 februari, waarin hij tot mijn verbazing zei dat het
gewestelijk expressnet, het GEN, nog nergens staat.

Bovendien is de heer Schouppe, wat de uitbouw van het GEN betreft,
nog een andere mening toegedaan, en ik citeer: "Als de NMBS het op
haar eentje mag uitbouwen, dan komt het er snel want als vier
politieke autoriteiten en vier vervoermaatschappijen dat samen
moeten doen, lukt het nooit".

Wellicht las u dat interview ook, mevrouw de minister, en de vragen
die bij mij opkomen zijn de volgende.

Klopt het dat het GEN nog nergens staat? Wat werd er reeds
gerealiseerd met betrekking tot de voorbereiding ervan?

Ik stelde u al enkele vragen omtrent het voorstel van
samenwerkingsakkoord dat u voorlegde aan de gewesten. Hoever
staat het met het oorspronkelijk opgesteld tijdschema?

Bent u van oordeel dat alleen de NMBS het GEN mag uitbouwen en
uitbaten of wenst u in de toekomst ook de gewesten en de
gewestelijke vervoermaatschappij hierbij te betrekken?

Het samenwerkingsakkoord werd al bijna een jaar geleden
goedgekeurd door de regering, maar voor zover ik weet gaf de
Vlaamse regering haar goedkeuring nog niet, evenmin als de Waalse
regering trouwens. Wat is de huidige stand van zaken?

Heeft het voorstel dat terzake werd geformuleerd nog een reële
waarde of werd het inmiddels reeds dode letter?

Voorts beloofde u ons meermaals inzage van uw argumenten volgens
dewelke u het samenwerkingsakkoord goedkeurde, alsook van uw
visie omtrent dit akkoord, maar tot op heden kwam hiervan niets in
huis. Wanneer zult u de documenten in dat verband overzenden aan
de commissie?

Ik meen te weten dat de definitieve uitbouw van het GEN werd
gepland voor 2005. Is het evenwel niet mogelijk in afwachting het
aantal stoptreinen op sommige lijnen naar Brussel te verhogen?
Voerde u hierover reeds gesprekken met de NMBS en zo ja, wanneer
zal dit gebeuren en op welke lijnen?
07.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
M. Etienne Schouppe a déclaré
dans la presse que le RER ou
Réseau express régional pour
Bruxelles n'existe pour l'instant
que sur le papier et ne sera réalisé
que si la SNCB peut en assurer
seule la mise en oeuvre.

Est-il exact que le RER en est
encore à ses balbutiements? Où
en sont les préparatifs du RER?
Le calendrier est-il respecté? La
ministre accepte-t-elle que la
construction et l'exploitation du
RER soient confiées à la seule
SNCB? L'accord de coopération
conclu avec les Régions avait été
approuvé dès le 20 avril 2001.
Quel est l'état du dossier? Ce
texte a-t-il une réelle valeur ou
restera-t-il lettre morte? Quand le
texte de l'accord de coopération
sera-t-il, comme promis, remis à la
commission? En attendant le
RER, l'offre de trains omnibus vers
Bruxelles pourrait être élargie. La
ministre a-t-elle évoqué cette
option avec la SNCB? Quand cette
augmentation du nombre de trains
L sera-t-elle concrétisée, et sur
quelles lignes?

07.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega
Brepoels, ik ben blij te vernemen dat de heer Schouppe ­ als ik u
goed begrijp ­ van mening zou zijn dat het snel kan gaan indien de
NMBS het GEN zelf maakt. Het idee hangt immers al tien jaar in de
lucht, maar de NMBS heeft ­ ik wik mijn woorden - al die tijd niet veel
initiatieven genomen en niet veel voorstellen gedaan.

Het GEN-project is nauwkeurig voorbereid, in de eerste plaats onder
het waakzaam oog van een groep op hoog niveau. Wij beschikten in
het begin van de legislatuur over slechts twee pagina's in verband met
het akkoord van 1999. Daarnaast waren er vele studiepakketten,
maar niets over het begin van de bouw van het GEN. Een dergelijk
project moet zorgvuldig worden voorbereid. De werkzaamheden die
07.02 Isabelle Durant, ministre:
Je suis heureuse d'apprendre par
la bouche de Mme Brepoels que,
selon M. Schouppe, le RER serait
rapidement mis en place si on en
confiait la réalisation à la SNCB.
Cela me surprend dans la mesure
où, depuis dix ans, la SNCB ne
prend guère d'initiatives dans ce
dossier.

Lors de son entrée en fonction en
1999, l'actuel gouvernement a
27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
werden uitgevoerd voor het aantreden van de huidige regering
hebben geen doorslaggevende resultaten opgeleverd.

De werkzaamheden tijdens deze legislatuur hebben geleid tot een
gedetailleerd ontwerp van samenwerkingsakkoord. Dit ontwerp
behandelt algemene bepalingen, samenwerkingsorganen voor de
werking en de exploitatie, de analyse en de actualisering van de vraag
en de organisatie van het aanbod, begeleidingsmaatregelen,
financiële bepalingen, programmering en prioritaire acties.

Het GEN is een geïntegreerd mobiliteitsproject dat uit tal van facetten
bestaat die niet alleen op het vervoeraanbod betrekking hebben, maar
ook op de begeleidingsmaatregelen die afhangen van de
verschillende federale en gewestelijke overheden. Ik verwijs,
bijvoorbeeld, naar het probleem van de stationsparkings. In deze
commissie is dikwijls het parkeerprobleem aan sommige stations
aangekaart. Het ontwerp moet op het juiste niveau, met behulp van
een samenwerkingsakkoord, worden ontworpen.

De NMBS zal het spooraanbod, een belangrijk onderdeel van het
GEN, verwezenlijken en exploiteren. Daarom zal een adequaat
onderdeel in het beheerscontract van de NMBS worden opgenomen
dat de verhouding tussen de NMBS en de overheid regelt. Het is
echter niet aan de NMBS om haar aanbod alleen te organiseren. Dit
moet immers op de andere betrokkenen worden afgestemd.

Het ontwerp van samenwerkingsakkoord waarover op 21 april werd
gesproken, vervult in het proces een belangrijke rol. Nadat het aan de
gewesten werd overgezonden, hebben alle gewestregeringen een
advies uitgebracht of zijn nog bezig dit te doen. Ik heb de adviezen
van het Waalse Gewest en Brusselse Gewest gekregen, maar ik
wacht nog op het advies van het Vlaamse Gewest. Op basis hiervan
zullen in het ontwerp de gevraagde wijzigingen worden aangebracht.
Dit ontwerp is dus niet te nemen of te laten. Wij onderhandelen over
een tekst die uiteindelijk alle partijen zullen moeten tekenen en
goedkeuren. Dit document is de basis voor de onderhandelingen en
als dusdanig een werkdocument. Het Waalse Gewest heeft een
aantal pertinente opmerkingen gemaakt waarover wij, zodra wij het
advies van het Vlaamse Gewest hebben gekregen, op federaal
niveau moeten discussiëren. Wij moeten eerst een standpunt op
federaal niveau innemen om daarna met de gewesten tot een finaal
besluit te komen.

Het GEN zal stapsgewijs worden gerealiseerd. Het is geen project dat
van de ene dag op de andere rond zal zijn. De eerste twee lijnen zijn
voor eind 2005 geprogrammeerd. Dat duurt niet meer zo lang. Deze
stappen sluiten niet uit dat op kortere termijn maatregelen kunnen
worden genomen. De integratie van de biljetten in Brussel is vanaf 1
september 2002 van kracht. Wij beginnen op het grondgebied van het
Brusselse Gewest en daarna zullen wij een bovengewestelijke
uitbreiding doorvoeren.Wij werken stap voor stap.

Het ontwerp van het nieuwe beheerscontract bepaalt dat geen enkele
maatregel mag worden genomen die, zelfs tijdelijk, het aanbod
vermindert. Het beheerscontract dat betrekking heeft op het geheel
van de opdrachten van openbare dienst van de NMBS, ook die buiten
het GEN, bepaalt dat alle voorstadlijnen, grosso modo de lijnen
betrokken bij het GEN van Brussel, een minimumdienstverlening en
trouvé un dossier bien mince. Il a
commencé par instaurer un
groupe de travail de haut niveau,
avec la ferme intention de faire
passer le projet RER à la vitesse
supérieure.

Le RER est un projet intégré, qui
dépasse le simple domaine des
transports. Le projet comporte un
ensemble complet d'interventions
et de mesures qui relèvent de
plusieurs compétences du
gouvernement fédéral et d'autres
niveaux exécutifs, d'où la
nécessité de travailler sur la base
d'un accord de coopération.

L'offre ferroviaire est bien entendu
un objectif important du RER. Un
volet adéquat figurera dans le
contrat de gestion de la SNCB.

Le projet d'accord de coopération
que nous avons examiné le 21
avril est capital. Il a été transmis
pour avis aux Régions; les
Régions wallonne et bruxelloise
m'ont déjà fait parvenir leurs
conclusions. Ces avis peuvent
servir de base à des modifications
du texte.

Le RER sera créé en plusieurs
étapes. A la fin de 2005, les deux
premières lignes seront installées.
D'ici là, d'autres mesures sont
possibles, comme l'introduction en
Région bruxelloise d'un titre de
transport intégré susceptible d'être
encore étendu ultérieurement.

Le projet de contrat de gestion
stipule qu'aucune mesure de
réduction de l'offre ne peut être
prise et il impose aux lignes
desservant la périphérie de fournir
un service et une qualité
supérieurs à ceux des lignes
actuelles. Les négociations avec la
SNCB à propos du RER seront
menées dans le cadre des
négociations du contrat de gestion.

Dès aujourd'hui, le nombre de
lignes L autour de Bruxelles
connaît une augmentation et, le 1
er
septembre 2002, le billet intégré
CRIV 50
COM 675
27/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
een dienstkwaliteit moeten leveren die hoger zijn dan momenteel het
geval is op bepaalde van de betrokken lijnen. De onderhandelingen
met de NMBS zullen plaatsvinden in het kader van de
onderhandelingen van het beheerscontract.

Wat is er op dit ogenblik reeds verwezenlijkt? De frequentie van de L-
treinen rond Brussel ontwikkelt zich voortdurend. De voorbije jaren
werd via lijn 26 treinen tussen Eigenbrakel en Aalst ingelegd, werden
bepaalde treinen van deze lijn verlengd tot in Geraardsbergen en
verdubbelden de zogenaamde P-treinen 's morgens en 's avonds
gedurende een vrije lange periode en verhoogde de frequentie op
verschillende lijnen. De eerste fase voor de integratie van de
vervoerbewijzen op het grondgebied van het Brussels Gewest zal op
1 september 2002 van start gaan. In afwachting van het nieuw rollend
GEN-materieel werd de NMBS verzocht dubbeldekrijtuigen in dienst
te nemen om de capaciteit te verhogen op plaatsen waar een
verhoging van de frequentie van de treinen nieuwe infrastructuur zou
vereisen. Ik heb de NMBS voorgesteld de dubbeldekrijtuigen opnieuw
te gebruiken voor het GEN-project. Het GEN-project zal niet alleen
totstandkomen dankzij het samenwerkingsakkoord. Het zal stap voor
stap worden doorgevoerd en bevestigd met een
samenwerkingsakkoord. Dit akkoord zal enerzijds, met de NMBS
worden onderhandeld in het kader van het beheerscontract en
anderzijds, met de gewesten. Ik wacht op het derde advies om dit
project te beëindigen. Het project is echter reeds opgestart zonder het
belangrijk akkoord van de 4 instanties op zak te hebben.
sera instauré en Région
bruxelloise.
En attendant l'arrivée du matériel
RER nécessaire à l'augmentation
de la fréquence, il sera demandé à
la SNCB de mettre déjà en service
des voitures à double étage.

Le projet RER ne doit pas
uniquement faire l'objet d'un
accord de coopération. Les
décisions en la matière doivent
être prises en phases successives
et être confirmées dans le cadre
de l'accord de coopération. Au
préalable, des discussions doivent
avoir lieu avec la SNCB à propos
du contrat de gestion et d'autres
discussions doivent avoir lieu avec
les Régions.

07.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, ik vind het
vreemd dat het advies op een voorstel van samenwerkingsakkoord zo
lang op zich laat wachten. Als ik u goed heb begrepen, was dit
akkoord reeds besproken met de betrokken gewesten. Het Vlaams
Gewest gaat niet akkoord met de visie op het GEN. Vlaams-Brabant
formuleert belangrijke bedenkingen bij een aantal belangrijke
aspecten van het GEN. Ik vraag me af waarom deze problemen niet
eerst werden doorgepraat. Ik begrijp niet dat men zo lang wacht met
het uitbrengen van de adviezen. Intussen werkt u verder aan het door
u uitgestippelde project. De kans is niet irreëel dat het project een
totaal andere wending moet krijgen.

Het verheugt me te mogen vernemen dat het beheerscontract dat
wordt voorbereid bepalingen inzake het GEN zou bevatten. Wanneer
zal dat beheerscontract aan het Parlement worden voorgelegd? Ik
dring opnieuw aan dat u het Parlement een kopie zou bezorgen van
de teksten van de federale regering inzake het project. Op die manier
kan de Kamer voluit meedoen aan de besprekingen.
07.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Il
me paraît étrange qu'un avis relatif
à un projet d'accord de
coopération se fasse attendre
aussi longtemps, alors que le
projet a déjà fait l'objet de
discussions avec les Régions.

Je me réjouis de vous entendre
évoquer le contrat de gestion.
Quand sera-t-il soumis au
Parlement?

J'attends également un document
à ce sujet, afin que le Parlement
puisse participer à la discussion
en la matière.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De vragen nrs. 6449 en 6544 van mevrouw Frieda Brepoels en de samengevoegde vragen nrs. 6589 en
6576 van de heer Bart Laeremans en mevrouw Simonne Creyf worden naar een latere datum verschoven.
Les questions n°s 6422, 6539, 6574 et 6575 de MM. Richard Fournaux, François Dufour, Jean-Pierre Grafé
et André Smets sont reportées à une date ultérieure.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.26 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.26 heures.

27/02/2002
CRIV 50
COM 675
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32