SÉANCE PLÉNIÈRE

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

FN Front

National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement

PS Parti

socialiste

PSC Parti

social-chrétien

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties:

Abréviations dans la numérotation des publications:

DOC

0000/000

Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV Compte

Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail: aff.generales@laChambre.be

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de uitvoering van de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt - Task
Force" (nr. 6247)

Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable,
adjoint à la ministre de la Mobilité et des
Transports, sur "la mise en oeuvre de la
libéralisation du marché de l'électricité et la Task
Force" (n° 6247)

Sprekers: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling

Orateurs: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable

Samengevoegde interpellaties en vraag van

Interpellations et question jointes de

- mevrouw Simonne Creyf aan de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en
Vervoer, over "de uitstap uit de nucleaire sector"
(nr. 6558)

- Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable, adjoint à
la ministre de la Mobilité et des Transports, sur
"l'abandon du nucléaire" (n° 6558)

mevrouw Martine Dardenne tot de

staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de nucleaire uitstap"
(nr. 1156)

- Mme Martine Dardenne au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable, adjoint à
la ministre de la Mobilité et des Transports, sur "la
sortie du nucléaire" (n° 1156)

Sprekers: Luc Paque, Simonne Creyf,
Martine Dardenne, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling

Orateurs: Luc Paque, Simonne Creyf,
Martine Dardenne, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable

Moties

Motions

Vraag van de heer Yves Leterme aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de inplanting van
windmolenparken voor de Belgische kust"
(nr. 6543)

Question de M. Yves Leterme au secrétaire d'Etat
à l'Energie et au Développement durable, adjoint
à la ministre de la Mobilité et des Transports, sur
"l'aménagement de parcs à éoliennes au large de
la côte belge" (n° 6543)

Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Olivier Deleuze, staats-
secretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling

Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "het
beleid betreffende de KMO's en de zelfstandigen"
(nr. 6333)

Mme Trees Pieters au ministre des

Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "la politique relative aux PME et
aux travailleurs indépendants" (n° 6333)

- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "de
ronde tafel voor de sociale zekerheid van de
zelfstandigen" (nr. 6463)

Mme Trees Pieters au ministre des

Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "la table ronde sur la sécurité
sociale des indépendants" (n° 6463)

Sprekers: Trees Pieters, Rik Daems, minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties

Orateurs: Trees Pieters, Rik Daems, ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques

Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Telecommunicatie en Overheids-

Question de M. Geert Bourgeois au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

bedrijven en Participaties, belast met Midden-
stand, over "het stakingsrecht" (nr. 6373)

Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "le droit de grève" (n° 6373)

Sprekers: Geert Bourgeois, Rik Daems,
minister van Telecommunicatie en Overheids-
bedrijven en Participaties

Orateurs: Geert Bourgeois, Rik Daems,
ministre des Télécommunications et des
Entreprises et Participations publiques

Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "het
beroep van landmeter" (nr. 6431)

Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
Moyennes, sur "la profession de géomètre"
(n° 6431)

Sprekers: Trees Pieters, Rik Daems, minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties

Orateurs: Trees Pieters, Rik Daems, ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques

Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven,
belast met Middenstand, over "de wijziging van de
wet op de handelsvestigingen" (nr. 6554)

Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "la modification de la loi relative
aux implantations commerciales" (n° 6554)

Sprekers: Trees Pieters, Rik Daems, minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties

Orateurs: Trees Pieters, Rik Daems, ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques

Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "het
sociaal plan voor kinesitherapeuten
participatiefonds" (nr. 6555)

Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "le plan social pour les
kinésithérapeutes et le fonds de participation"
(n° 6555)

Sprekers: Trees Pieters, Rik Daems, minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties

Orateurs: Trees Pieters, Rik Daems, ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques

Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Telecommunicatie en Overheids-
bedrijven en Participaties, belast met Midden-
stand, over "het gevolg dat de regering geeft aan
het eindrapport van het Federaal Planbureau over
de administratieve lasten in België voor het jaar
2000" (nr. 6520)

Question de M. Richard Fournaux au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "les suites réservées par le
gouvernement au rapport final du Bureau fédéral
du plan relatif aux charges administratives en
Belgique pour l'année 2000" (n° 6520)

Sprekers: Richard Fournaux, Rik Daems,
minister van Telecommunicatie en Overheids-
bedrijven en Participaties

Orateurs: Richard Fournaux, Rik Daems,
ministre des Télécommunications et des
Entreprises et Participations publiques

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR HET

BEDRIJFSLEVEN, HET

WETENSCHAPSBELEID, HET

ONDERWIJS, DE NATIONALE

WETENSCHAPPELIJKE EN

CULTURELE INSTELLINGEN, DE

MIDDENSTAND EN DE

LANDBOUW

COMMISSION DE L'ECONOMIE,

DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,

DE L'EDUCATION, DES

INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES

ET CULTURELLES NATIONALES,

DES CLASSES MOYENNES ET DE

L'AGRICULTURE

van

DINSDAG

FEBRUARI

2002

15:30 uur

______

MARDI

FÉVRIER

2002

15:30 heures

______

De vergadering wordt geopend om 15.46 uur door de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.46 heures par M. Jos Ansoms, président.

01 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame

Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de uitvoering van de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt - Task Force" (nr. 6247)

01 Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable,

adjoint à la ministre de la Mobilité et des Transports, sur "la mise en oeuvre de la libéralisation du
marché de l'électricité et la Task Force" (n° 6247)

01.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de

Ministerraad van 5 april 2000 heeft in verband met de uitvoering van
de liberalisering van de elektriciteitsmarkt onder punt 5 een aantal
maatregelen opgesomd die moesten vermijden dat de inkomsten van
de gemeenten te plots en te ingrijpend zouden dalen.

Mijnheer de staatssecretaris, inmiddels blijkt dat de financiële
weerslag van het vrijmaken van de elektriciteitsmarkt inderdaad
enorm is. Alleen nog maar voor de Vlaamse gemengde
intercommunales wordt het effect geraamd op ongeveer 8 miljard
Belgische frank aan minderinkomsten voor de gemeenten. Dat wil
zeggen dat de gemeentelijke dividenden vanaf het begrotingsjaar
2005 zullen terugvallen op een derde van hun huidige niveau.

De beslissing van de regering van 5 april 2000 hield dus in dat de
liberalisering van de energiemarkt geen negatieve gevolgen mocht
hebben voor de gemeentelijke financiën. Nu blijkt dat het dus wél het
geval is.

Om daar controle op te hebben heeft de regering toen beslist aan de
staatssecretaris de opdracht te geven om, in samenwerking met de
gemeenten en de gewesten, een task force op te richten voor de
coördinatie van deze materie.

01.01 Simonne Creyf (CD&V): Le

5 avril 2000, le Conseil des
ministres a décidé de libéraliser le
marché de l'électricité mais cette
décision ne devait pas avoir
d'impact soudain ni fondamental
sur les recettes communales. Les
répercussions financières
semblent néanmoins très élevées
et on estime à huit milliards de
francs la perte de revenus que
subiront les intercommunales
mixtes en Flandre. C'est la raison
pour laquelle le secrétaire d'Etat a
dû mettre une task force sur pied
avec les Régions pour coordonner
l'évolution du dossier. A combien
de reprises cette task force s'est-
elle réunie? A quels résultats a-t-
elle abouti?

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mijn vraag is: wat is de stand van zaken bij de task force? Hoe vaak
heeft ze reeds vergaderd? Wat zijn de resultaten? Welke voorstellen
heeft de task force geformuleerd? Zal de task force nog opnieuw
vergaderen? Zullen er nog al dan n iet nog voorstellen worden
geformuleerd?

Sta me toe u te zeggen dat de gemeentelijke financiën toch onder
bijzonder zware druk staan, misschien vandaag meer dan ooit. Straks
is er ook het Telenet-dossier, wat zijn impact heeft op de gemeenten.
Ik ben van mening dat we ons in de toestand bevinden, voorzien op 5
april 2000, namelijk dat de gemeenten door de liberalisering een
plotse en ingrijpende daling van hun inkomsten hebben.

01.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer de voorzitter, ik

dank mevrouw Creyf voor haar vraag. De wet die werd goedgekeurd
gedurende de vorige legislatuur doet een probleem rijzen inzake de
inkomsten van de gemeenten. Deze problemen dienen te worden
opgelost.

In de eerste plaats herinner ik er het geachte lid aan dat de inkomsten
van de gemeenten een gewestelijke bevoegdheid is, maar dat de
organisatie van de elektriciteitsmarkt een gemengde bevoegdheid is
van de federale overheid en van de gewesten.

Aangezien de beslissingen van de federale overheid in deze materie
invloed zouden kunnen hebben op de inkomsten uit deze sector van
de gemeenten, werden door de federale regering verschillende
beslissingen genomen. Eén daarvan is de oprichting van een task
force. Die kwam reeds meermaals samen voor een globale
bespreking van het dossier waarna de specifieke concrete dossiers in
afzonderlijke vergaderingen werden besproken.

Zo was er bijvoorbeeld overleg tussen de federale overheid en de
gewesten, ter voorbereiding van het koninklijk besluit van 22
december 2000 tot instelling van de tarieven voor de aansluiting op de
distributienetten van de elektriciteit en het gebruik ervan. Bovendien
wordt nu overleg gevoerd tussen de federale overheid en de
gewesten over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de
algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake
de tarieven en boekhouding van de beheerders van de
distributienetten.

In beide dossiers zijn er belangrijke aanknopingspunten met de
gemeentelijke inkomsten. Een ander belangrijk dossier is de
participatie van de gemeenten in de transportnetbeheerder. De
federale regering heeft de principebeslissing terzake genomen op 5
april 2000. Onder impuls van de regering kwam in oktober 2000 een
akkoord tot stand tussen de huidige aandeelhouders en de
gemeenten. Op dit ogenblik wordt de laatste hand gelegd aan de
statuten en de aandeelhoudersconventie. Deze participatie zal voor
nieuwe inkomsten voor de gemeenten zorgen. De federale regering
heeft in dit dossier een belangrijke rol ten voordele van de gemeenten
gespeeld. Ik wil erop wijzen dat op termijn de oplossing op gewestelijk
vlak ligt. De gewesten zijn immers bevoegd voor de gemeentelijke
inkomsten en voor de distributie van elektriciteit. Met de goedkeuring
van het decreet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
heeft het Waals Gewest reeds een eerste stap gezet. Artikel 20 van
dit decreet stelt een heffing vast op de distributienetbeheerders ten

01.02 Olivier Deleuze, secrétaire

d'Etat: Il faut remédier aux
problèmes financiers des
communes qui découlent de la loi
sur la libéralisation du marché de
l'électricité. Les recettes
communales relèvent de la
compétence des Régions alors
que l'organisation du marché de
l'électricité constitue une
compétence mixte ressortissant à
la fois aux autorités fédérales et
aux Régions.

Les autorités fédérales ont créé
une task force. Après une
discussion générale, plusieurs
réunions ont été consacrées à
l'examen d'arrêtés royaux plus
spécifiques à l'impact plus
important sur les finances
communales.

Le 5 avril 2000, le gouvernement a
pris une décision concernant la
participation des communes dans
le cadre du gestionnaire de réseau
et, au mois d'octobre 2000, un
accord a été conclu à ce sujet. On
met actuellement la dernière
touche aux statuts et à la
convention des actionnaires. La
participation des communes leur
permettra de percevoir de
nouvelles recettes.

A terme, la solution devra être
recherchée au niveau régional.
Les Régions wallonne et de
Bruxelles-Capitale ont déjà pris un
décret et une ordonnance. Des
initiatives devront être envisagées,
tant par les autorités fédérales que
par les Régions.

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

voordele van de gemeenten. De Brusselse ordonnantie bevat een
analoge bepaling. Ik stel vast dat de gewesten erkennen dat het hun
taak is een antwoord te geven op dit probleem en daartoe reeds de
eerste stappen hebben gezet. Ik twijfel er niet aan dat de gewesten
hun verantwoordelijkheid ten volle zullen blijven nemen. De federale
regering zal dit eveneens doen.

01.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, hoeveel

keer heeft de task force reeds vergaderd? Wat zijn de voorstellen? De
beslissingen van Wallonië en Brussel zijn geen beslissingen die de
task force heeft genomen.

01.03 Simonne Creyf (CD&V):

Combien de fois la Task Force
s'est-elle réunie et quelles
décisions a-t-elle prises?

01.04 Staatssecretaris Olivier Deleuze: De task force heeft reeds

een aantal vergaderingen achter de rug, ofwel in de hoedanigheid van
task force ofwel om de specifieke oplossingen zoals de participatie
van de gemeenten in de transportnetbeheerder en de tarieven van de
distributie te bestuderen. De distributie is een gemeentelijke
bevoegdheid. De tarieven zijn een federale bevoegdheid.

01.04 Olivier Deleuze, secrétaire

d'Etat: La Task Force s'est déjà
réunie à plusieurs reprises,
notamment pour débattre des
problèmes en matière de
distribution, de structure, etc.

01.05 Simonne Creyf (CD&V): Werden terzake concrete voorstellen

gedaan?

01.06 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Op dit ogenblik wordt de

publicatie van de twee koninklijke besluiten betreffende de structuren
besproken.

01.07 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de

maatregelen die de staatssecretaris opsomt zoals de ELIA-participatie
en het decreet van het Waals Gewest vormen absoluut geen
compensatie voor de verliezen van de gemeenten. Ondanks deze
maatregelen en de verwijzing naar de rol van de gewesten terzake is
er op dit ogenblik nog geen adequate oplossing uitgewerkt ter
compensatie van de verliezen van de gemeenten. U verwijst naar de
wet. Ik verwijs naar het engagement van deze regering in haar
beslissing van 5 april 2000.

01.07 Simonne Creyf (CD&V): La

participation d'Elia dans la gestion
du réseau de transport et la
décision de la Wallonie ne
compensent pas suffisamment les
pertes des communes. Le
gouvernement fédéral n'a encore
pris aucune décision
déterminante.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Interpellations et question jointes de

- M. Luc Paque au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint à la ministre de la
Mobilité et des Transports, sur "la sortie du nucléaire et les énergies de remplacement" (n° 1150)
- Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint à la
ministre de la Mobilité et des Transports, sur "l'abandon du nucléaire" (n° 6558)
- Mme Martine Dardenne au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint à la
ministre de la Mobilité et des Transports, sur "la sortie du nucléaire" (n° 1156)

02 Samengevoegde interpellaties en vraag van

- de heer Luc Paque tot de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan
de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de nucleaire uitstap en de alternatieve energiebronnen"
(nr. 1150)
- mevrouw Simonne Creyf aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de uitstap uit de nucleaire sector"
(nr. 6558)
- mevrouw Martine Dardenne tot de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de nucleaire uitstap" (nr. 1156)

02.01 Luc Paque (PSC): Monsieur le président, monsieur le

secrétaire d'Etat, la semaine dernière, vous avez présenté au conseil

02.01 Luc Paque (PSC): De

regering spreekt blijkbaar niet met

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

des ministres votre avant-projet de loi visant à la sortie progressive de
la Belgique du nucléaire. Depuis lors, nous avons déjà pu constater
qu'au sein de la majorité, tout le monde ne semble pas parler d'une
même voix. De nombreuses questions se posent, tant sur le plan
économique, que scientifique ou environnemental.

Deux questions fondamentales me viennent directement à l'esprit.
Premièrement, pourquoi va-t-on remplacer cette source d'énergie qui,
finalement, produit à elle seule plus de 58% de l'électricité
consommée en Belgique? Et deuxièmement, comment la Belgique
pourra-t-elle respecter ses engagements de réduire ses émissions de
gaz à effet de serre conformément au protocole de Kyoto et aux
normes qui seront imposées après 2010?

Vous avez déjà apporté des éléments de réponse à ces deux
questions. Vous envisagez notamment le recours aux énergies
renouvelables pour compenser une partie des conséquences de notre
abandon de l'énergie nucléaire. Ces sources, qui ont un potentiel de
développement significatif dans notre pays, sont l'énergie éolienne, la
cogénération ou la biomasse. Toutefois, dans le meilleur des cas,
elles permettraient de couvrir 10 à 12% de la demande électrique en
2020 selon la commission Ampère.

Si l'on devait remplacer nos actuelles centrales nucléaires par des
éoliennes, il faudrait ériger un peu moins de 6.000 éoliennes.
Lorsqu'on voit les oppositions que suscite le projet d'installation d'à
peine cinquante éoliennes à la côte, comment espérez-vous atteindre
le potentiel de nos centrales nucléaires? Quelles mesures concrètes
avez-vous prises ou envisagez-vous de prendre pour permettre la
percée des énergies renouvelables? Quels sont les moyens fédéraux
qui seront mis en oeuvre pour susciter la recherche et le
développement dans ce domaine?

Pour faire l'impasse sur le nucléaire, vous parlez également de
réduire la demande en électricité. Or, depuis les années 1960, on
observe une augmentation régulière de la consommation de cette
énergie en Belgique et dans toute l'Europe.

De plus, l'intensité électrique de notre pays est particulièrement
élevée par rapport à celle des pays voisins malgré les efforts, déjà
réalisés, dans les secteurs industriels dits "énergivores" dont la
métallurgie, la chimie, le verre, l'industrie cimentière ou de chaux. Ces
efforts étant déjà intenses, comment pourrait-on encore réduire la
consommation d'électricité? Cela rendrait, dans ce cas-ci, l'exercice
particulièrement difficile.

Quelles mesures comptez-vous mettre en oeuvre, à ce niveau, pour
inverser la tendance qui tend à augmenter la consommation d'énergie
électrique? Quand envisagez-vous d'appliquer ces mesures? Alors
que les prévisions les plus réalistes parlent d'une croissance de 2%
par an en demande d'électricité, quel est votre pronostic de
réduction?

Monsieur le ministre, l'énergie nucléaire est, selon la commission
Ampère et de nombreux experts, la source de production d'électricité
la moins chère. Comment éviterez-vous l'augmentation des prix de
l'électricité? Cela ne risque-t-il pas de réduire à néant les bénéfices en
matière de prix issus de la libéralisation du secteur? Avez-vous

één stem sedert de indiening van
uw wetsontwerp om België uit de
nucleaire sector te laten stappen.
Waarom moeten we dit soort van
energie vaarwel zeggen als die
meer dan 58 procent van de
elektriciteit in ons land levert?

Hoe zal België zijn verplichtingen
overeenkomstig het protocol van
Kyoto nakomen om na 2010 10
procent minder broeikasgassen uit
te stoten?

De alternatieve productiemiddelen
die u hebt genoemd (windmolens,
warmtekrachtkoppeling en
biomassa) kunnen in 2020 slechts
10 tot 12 procent van de nodige
energie leveren.

Is het geen utopie te geloven dat
volledig aan de energiebehoefte
kan worden voldaan, waarvoor
6000 windmolens nodig zijn, terwijl
er nu al hevig verzet rijst tegen de
plannen om aan de Noordzee 50
windmolens te installeren?

In welke maatregelen wordt
voorzien om het onderzoek en
ontwikkeling op federaal niveau te
bevorderen?

Hoe wilt u de vraag naar
elektriciteit doen dalen terwijl we
vaststellen dat die vraag stijgt?

Welke maatregelen worden
genomen om dit tij te doen keren?

Wanneer wilt u die maatregelen
laten toepassen?

Welk vooruitzicht hebt u op de
vermindering van die vraag?

We weten dat kernenergie
momenteel de goedkoopste
energie is. In welke mate zal de
prijs van de elektriciteit dan
stijgen? Hoe zal dit worden
doorgerekend aan de consument?

Welke maatregelen hebt u
genomen betreffende de
broeikasgassen en wanneer
worden ze van kracht?

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

également évalué l'impact sur la facture d'électricité du
consommateur qu'il soit petit, moyen ou gros?

Vous signalez également que la sortie du nucléaire est compatible
avec les exigences du protocole de Kyoto. Or, chaque année,
l'émission des gaz à effet de serre augmente en Belgique et, plus le
temps passe, plus il sera difficile de satisfaire aux exigences du
protocole. Quelles mesures concrètes envisagez-vous d'adapter pour
réduire rapidement et sensiblement les émissions de gaz à effet de
serre? Quand ces mesures seront-elles appliquées?

Selon votre projet de loi, la première centrale devrait fermer ses
portes en 2014 et, la Belgique pourrait alors négocier de nouveaux
objectifs de réduction d'émissions qui tiendraient compte de son
abandon du nucléaire. N'est-ce pas ainsi fausser le vrai débat qui vise
à lutter contre les réchauffements climatiques avant tout? Quelles
conséquences cela aura-t-il sur l'image de la Belgique qui se
permettra de produire, par la suite, de plus en plus de gaz à effet de
serre?

Pour remplacer la production d'énergie nucléaire, vous envisagez le
recours aux centrales TGV (turbine gaz vapeur ). Or, on observe,
depuis deux ans et à la suite de la libération du marché du gaz et de
différents arbitrages sur les combustibles, que c'est plutôt vers une
diminution du gaz naturel dans la production d'énergie que l'on
s'oriente puisque cette diminution s'élève à près de 15% par an et
ceci, malheureusement, au profit du charbon lequel est nettement
plus polluant.

Les centrales au charbon doivent être progressivement déclassées.
Ce genre d'effet pervers ne devrait-il pas être mieux suivi au moyen
par exemple, d'une réglementation en la matière? Envisagez-vous
d'adopter des mesures limitant la pollution atmosphérique et
l'émission de CO

des centrales au charbon?

Les choix énergétiques sont des choix de société et,
malheureusement depuis plus de dix ans, le seul débat qui était
organisé sur le sujet est celui sur le recyclage du combustible
nucléaire usé qui s'est tenu en 1993 à la Chambre.

Il ne portait donc que sur une partie de la problématique et, si je m'en
souviens bien, vous avez annoncé en début de législature, votre
intention d'organiser à juste titre d'ailleurs, un débat au parlement sur
l'avenir énergétique de la Belgique.

Ce débat peut avoir lieu aujourd'hui sur la base des rapports fournis
par la commission Ampère et par la commission des experts
internationaux. Ma question est la suivante: qu'est-ce qui vous
empêche de lancer ce débat alors que la première centrale nucléaire
devrait fermer ses portes en 2014?

De eerste centrale zou in 2014
haar deuren moeten sluiten.
Welke reputatie zal België, dat
meer en meer broeikasgassen
produceert, dan hebben?

Wat de centrales betreft die op
gas- en stoomturbines werken,
stelt men in de
elektriciteitsproductie spijtig
genoeg een tendens tot
verminderd gasverbruik in het
voordeel van meer vervuilende
steenkool vast.

Dient men terzake niet in een
reglementering te voorzien die het
gebruik van gas bevordert en die
ertoe strekt onze CO2-productie in
de atmosfeer te beperken?

Energiekeuze is een
maatschappelijke keuze, maar het
enige, dan nog gedeeltelijke debat,
dat tot dusver in het Parlement
plaatsvond, had betrekking op de
opwerking van brandstoffen.

Waarom wordt dit door u
aangekondigde debat niet gevoerd
nu het rapport van de commissie
Ampère beschikbaar is?

02.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

staatssecretaris, de definitieve sluiting van de kerncentrales en de
optie voor een nucleaire uitstap werd in het paars-groene
regeerakkoord besloten en is daarvan overigens een van de weinige
groene trofeeën.

Mijnheer de staatssecretaris, u stelt nu voor om de sluiting van de

02.02 Simonne Creyf (CD&V):

L'accord de gouvernement de la
coalition arc-en-ciel comporte un
scénario de sortie du nucléaire. Il
s'agit d'ailleurs d'une des seules
victoires remportées par les Verts.
Mais le secrétaire d'Etat Deleuze

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

kerncentrales wettelijk te regelen na veertig jaar levensduur zonder
dat er een oplossing is voor de vervanging van de productie die
verloren gaat en zonder garanties voor de bevoorrading. U wilt nu een
wetsontwerp indienen dat pas effect sorteert in 2014, zonder dat u
zicht hebt op de alternatieven. 2014 ligt nog ver. Allicht denkt u dat
anderen op dat ogenblik maar moeten beslissen over de verdere
ontwikkeling van onze elektriciteitsproductie. Ik vraag mij af of het
wetsontwerp van de staatssecretaris meer is dan een propaganda-
instrument. Bovendien dient u het wetsontwerp pas in de tweede helft
van de legislatuur in. Het moet nog beoordeeld worden door de Raad
van State, dus de stemming daarover zal niet meer binnen deze
legislatuur gebeuren. Het wetsontwerp is dus een verkiezingspamflet
voor de groenen.

Wij vinden dat een beslissing over een sluiting op zijn minst moet
samengaan met een energiepolitiek waarvan op dit moment twee
vragen duidelijk vooropstaan.

Ten eerste, als 55% van onze elektriciteitsproductie van kernenergie
afkomstig is, dan luidt de hamvraag waardoor ze zal worden
vervangen als u ze supprimeert. Wij staan daarmee voor een
reusachtige uitdaging want 55% productie is enorm veel.

Ten tweede, vraag ik mij af wat er met de CO

-uitstoot zal gebeuren.

Tot nu toe hebt u de discussie daarover wat omzeild. U zegt dat de
sluiting niet interfereert met het verdrag van Kyoto, maar daarmee
steekt u eigenlijk de kop in het zand. Aan een keuze kunt u niet
ontkomen. Wat krijgt de prioriteit: de afbouw van het nucleaire omdat
er momenteel nog geen politieke beslissingen zijn genomen over de
afvalproblematiek, of de redding van het klimaat door een drastische
vermindering van de CO

? Beide realiseren is onrealistisch, zoals hier

al veel sprekers hebben gezegd. Stilaan wordt dat een verhaal van
believers en non-believers, waarbij wetenschappelijke rapporten
omwille van eigenbelang opzijgeschoven worden.

Mijnheer de staatssecretaris, ik heb de volgende vragen voor u.

Hoe zult u de elektriciteitsbevoorrading verzekeren na de sluiting van
de kerncentrales die vanaf 2014 zou beginnen?

Indien de Belgische productie terugvalt, dan zal België bijvoorbeeld
elektriciteit moeten kopen in het buitenland. Mijnheer de
staatssecretaris, vindt u waterkracht uit Zwitserland en kernenergie uit
Frankrijk een betere optie? Is dit als oplossing niet te beperkt? We
gaan overschakelen op aardgas maar ook fossiele brandstoffen zijn
eindig. De vraag is of het wel getuigt van een goed zicht op duurzame
ontwikkeling als men fossiele brandstoffen die ook een ander gebruik
kunnen kennen, onder andere in ontwikkelingslanden, gaat gebruiken
voor verbranding bij de elektriciteitsproductie. Rekening houdend met
wat nu reeds aan olieproducten wordt gebruikt, zullen we dan voor
drievierde afhankelijk worden van enkele wereldproducenten. Wat die
afhankelijkheid betekent, hebben we in het verleden kunnen zien toen
de kostprijs sterk steeg. De minister gelooft steevast dat het
elektriciteitsverbruik kan worden teruggedrongen. Wij zijn daar
natuurlijk voor en wij zijn ook voorstander van beheer aan de
vraagzijde. De vraag is echter of dit de vraag naar energie zal laten
dalen dan wel of we hoogstens de groei van de vraag zullen kunnen
beperken. Als de staatssecretaris daar zo in gelooft, wat stelt hij dan

présente aujourd'hui un projet
fixant la date de fermeture des
centrales à 2014. A mon estime, il
s'agit tout au plus d'un pamphlet
électoral anticipé. Ce projet ne
témoigne guère d'un sens des
responsabilités: comment
remplacer cette forme d'énergie
qui produit 55% de nos besoins?
Allons-nous nous fournir à
l'étranger? Ou bien optera-t-on
pour les énergies fossiles qui ne
constituent quand même pas la
solution la plus durable? Notre
pays deviendrait également plus
dépendant et nos émissions de
CO2 augmenteraient
sensiblement, ce qui
hypothèquerait le respect des
engagements que nous avons pris
dans le cadre du traité de Kyoto.

Nous sommes également en
faveur de la réduction de la
demande d'énergie, comme le
secrétaire d'Etat. Est-ce possible?
Quelles mesures le ministre a-t-il
déjà prises? Ce faisant, qu'espère-
t-il obtenir?

Quel potentiel l'énergie éolienne
représente-t-elle? L'opinion
publique est-elle favorable à cette
solution?

Quelle sera l'incidence de la
réduction de la production
d'énergie nucléaire sur le prix du
KW/heure? Quelles sont les
conclusions de l'étude réalisée en
la matière?

Quel impact la sortie du nucléaire
aura-t-elle sur l'émission de CO2?
Quelles sont les conséquences
des décisions du protocole de
Kyoto? Que fait le ministre pour
prévenir les conséquences
négatives en ce qui concerne
l'émission de CO2?

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

voor? Heeft hij al maatregelen genomen? Welke maatregelen heeft
hij genomen? Op hoeveel effect rekent de staatssecretaris inzake het
terugdringen van het elektriciteitsverbruik? Wij zijn ook voor
alternatieve energie. We moeten streven naar een maximale
ontwikkeling van alternatieve energie. We zijn voor windenergie maar
wat is het potentieel? Studies tonen aan dat we in 2020 potentieel aan
8% kunnen komen. Bovendien blijkt dat ook het maatschappelijk
draagvlak voor windenergie aan het verminderen is en dat iedereen
wel voor alternatieve energie is maar dan niet in de eigen tuin. Wat zal
het effect zijn van het afbouwen van kernenergie op de
kilowattuurprijs? Ook daarover zijn al studies gemaakt. Wat zijn de
resultaten van deze studies?

Er is nog een tweede reeks vragen die ik samen behandel. Welke
gevolgen zal de sluiting van onze kerncentrales hebben voor de CO

uitstoot vanaf 2014? Welke gevolgen zal dat hebben voor de
afspraken die wij hebben gemaakt in Kyoto en in opeenvolgende
akkoorden waaraan u zelf hebt deelgenomen? In welke begeleidende
maatregelen voorziet de minister of de staatssecretaris om nefaste
effecten op de CO

-uitstoot te vermijden?

02.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,

monsieur le secrétaire d'Etat, comme l'a dit M. Paque, se demander si
l'on peut sortir du nucléaire sans augmenter les gaz à effet de serre
est effectivement la vraie question, le véritable débat de la politique
énergétique. Une politique énergétique intelligente doit être une
politique sans nucléaire et sans effet de serre.

Cela dit, je pense qu'il est un peu court de croire que le nucléaire
apporte une réponse et la seule réponse à l'effet de serre, comme on
a tendance à vouloir le faire croire aujourd'hui. La raison principale en
est que le nucléaire n'intervient que pour la production d'électricité qui,
elle-même, ne correspond qu'à environ 25% de la demande actuelle
d'énergie en Belgique. Par ailleurs, on sait aussi que le nucléaire
fonctionne surtout en base et ne peut donc pas intervenir à plus de
75% dans la production d'électricité. Cela signifie que la production
nucléaire a représenté en 1999 14% des besoins totaux en énergie.
Voilà qui relativise tout ce débat que l'on veut monter en épingle sur
nucléaire/effet de serre.

De nombreuses études existent à ce sujet, tant au niveau
international que national, qui démontrent que l'option "sortir du
nucléaire" est tout à fait possible, pour autant que l'on ne mélange pas
les notions de court terme, de moyen terme et de long terme, ce que
l'on a aussi tendance à faire aujourd'hui et que l'on entend très
souvent dans la bouche des opposants à cette sortie du nucléaire.
Cela permet d'entretenir les pires confusions et évidemment de
freiner toute action innovante.

Par ailleurs, plus personne aujourd'hui ne semble poser une autre
question fondamentale, celle de la sécurité. A-t-on déjà oublié, à
peine une quinzaine d'années plus tard, qu'un second Tchernobyl
pourrait encore survenir, et pas seulement dans l'ex-Union
soviétique? En outre, on a évoqué la question des déchets nucléaires
mais elle reste toujours entière et sans véritable solution fiable. Une
des réponses serait de ne pas produire encore plus de déchets
qu'aujourd'hui.

02.03 Martine Dardenne

(ECOLO-AGALEV): Is een
uitstapscenario denkbaar zonder
verhoging van de uitstoot van
broeikasgassen? Daar wringt de
schoen!

Hoeft het gezegd dat kernenergie
in 1999 maar 14 procent van de
totale energiebehoefte dekte? Uit
tal van studies blijkt bovendien dat
de kerncentrales dicht kunnen als
men de doelstellingen op korte,
middellange en lange termijn niet
door elkaar haalt.

En de veiligheid? Een tweede
Tsjernobil is niet uitgesloten. En
ook het probleem van het
kernafval blijft onopgelost.

De bevoorrading moet worden
gewaarborgd door te voorzien in
oplossingen die een alternatief
bieden voor de energiebronnen die
broeikasgassen produceren.

Wallonië heeft werk gemaakt van
de productie van groene
elektriciteit.

Kan de staatssecretaris
toelichtingen verstrekken bij het
indicatieve plan van de CREG
inzake de warmtekrachtkoppeling?

Welke nieuwe elementen zijn er

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Il est évident que la sécurité d'approvisionnement doit être garantie
mais par la mise en place progressive, dès la décision de ne pas
renouveler le parc nucléaire existant, de moyens de production
alternatifs et les plus performants en termes de non-émission de gaz
à effet de serre.

C'est dans cette optique qu'il faut jouer sur le court, le moyen et le
long terme. Une première décision a déjà été prise dans ce sens par
la loi sur la libéralisation des marchés, en tout cas en Région
wallonne, qui introduit l'obligation de l'électricité verte par le biais de
certificats verts.

C'est un élément qui peut être intéressant pour l'entreprise,
principalement l'entreprise privée.

Monsieur le secrétaire d'Etat, pouvez-vous donc nous expliciter les
orientations du plan indicatif de la CREG concernant la co-
génération? Quelles sont les ambitions du gouvernement à ce
propos? En effet, on sait que la co-génération est l'un des éléments
importants qui permettront la substitution progressive.

On sait ce qu'il en est de la filière éolienne. Mes prédécesseurs l'ont
évoquée. Pouvez-vous nous communiquer les derniers éléments
concernant son développement au niveau fédéral? Outre les
initiatives fédérales, il existe également des initiatives régionales plus
décentralisées qui ne demandent qu'à se développer. Il est clair que
pour un investisseur privé, il est important dans ce secteur d'avoir des
certitudes sur les orientations énergétiques du pays et notamment de
savoir si l'énergie nucléaire sera effectivement abandonnée.

Une autre filière souvent évoquée est celle de la biomasse. A ce
propos, je ferai remarquer, car personne n'en parle ici, que le principal
gaz à effet de serre après le dioxyde de carbone est le méthane. La
récupération de tous les déchets organiques qui produisent du
méthane les déchets ménagers, ceux de l'agriculture ou d'autres
encore pour les transformer en biogaz est une opération dont le
résultat est double puisque l'on apporte des réponses tant aux
questions relatives à la gestion des déchets et de l'agriculture qu'aux
questions énergétiques. Le biogaz remplace aussi pour partie le gaz
naturel; aucun problème technique ne se pose à cela. Puisqu'on parle
tellement d'indépendance énergétique, cet élément est important à
souligner. Pouvez-vous donc nous dire quelles sont les impulsions
fédérales propres à favoriser cette filière?

Dans le débat actuel, j'entends très peu parler de la filière
photovoltaïque. En ce qui concerne l'électricité solaire, la filière
photovoltaïque est la plus prometteuse parce que la plus
décentralisée. Si les rendements sont déjà bons aujourd'hui, il est vrai
que les coûts d'investissement sont encore relativement élevés. Mais,
à l'instar de ce qui se fait par exemple en Allemagne, les pouvoirs
publics pourraient consentir un effort pour favoriser cette filière
prometteuse à moyen terme. Envisagez-vous, monsieur le secrétaire
d'Etat, de vous orienter en ce sens?

Enfin, après la co-génération et les énergies renouvelables, il existe
un troisième facteur important pour le remplacement progressif de
l'énergie nucléaire par d'autres formes d'énergie, à savoir le gisement
d'économie d'énergie qui constitue un bon potentiel puisqu'on l'évalue

op het federale vlak betreffende de
windmolenparken?

Inzake biomassa kunnen we twee
vliegen in één klap slaan door
methaangas, dat een
broeikaseffect teweegbrengt, te
recupereren en om te zetten in
biogas dat onze energetische
onafhankelijkheid bevordert.

De fotovoltaïsche optie is de
meest veelbelovende. De overheid
zou die moeten kunnen
bevorderen. Kijk maar naar wat er
in Duitsland gebeurt.

De potentiële energiebesparing
wordt bij ons op 30 procent
geraamd. Welke maatregelen
kunnen worden genomen om de
vraag in de hand te houden? Enkel
wanneer precieze streefcijfers
worden vooropgesteld zal men
verder kunnen gaan dan de
doelstellingen van Kyoto, die
trouwens lang niet ambitieus
genoeg zijn.

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

à environ 30%, même chez nous. Quelles sont les mesures que le
gouvernement compte prendre à ce sujet? Toute une série de
compétences sont concernées, comme les compétences fiscales,
économiques, énergétiques, d'environnement ou encore de transport.

Quelles mesures le gouvernement compte-t-il mettre en place pour
atteindre une réelle maîtrise de la demande?

Eu égard aux objectifs de Kyoto, seule cette maîtrise de la demande
distincte de la maîtrise de l'augmentation de l'électricité orientée
vers la baisse, permettra des économies d'énergie de l'ordre de 30%
d'ici une bonne dizaine d'années. Seuls ces objectifs de maîtrise de la
demande permettront de dépasser les objectifs de Kyoto, par ailleurs
fort peu ambitieux, je vous le rappelle.

Le secteur de l'électricité, sans augmenter la production nucléaire, a,
au cours de la période 1990-2000, augmenté la production
d'électricité d'environ 20% tout en diminuant ses émissions de gaz à
effet de serre de 8%, conformément aux objectifs de Kyoto, ce,
uniquement en modernisant le parc actuel de production. Ce secteur
rencontre donc déjà aujourd'hui les objectifs de Kyoto.

Monsieur le secrétaire d'Etat, j'aimerais connaître vos intentions en ce
qui concerne toutes les possibilités autres que celle de recourir au
nucléaire.

02.04 Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, chers

collègues, je vous remercie pour vos questions et interpellation. La
déclaration gouvernementale concernant l'énergie nucléaire stipule:
"Le gouvernement est prêt à s'engager dans la sortie progressive de
l'énergie nucléaire à terme et ce, en respectant les objectifs fixés par
la conférence de Rio et le protocole de Kyoto quant aux émissions de
CO

La déclaration gouvernementale poursuit: "Afin de laisser aux
scientifiques le temps nécessaire à la mise au point de nouvelles
sources massives d'énergie, alternative renouvelable et propre, la
Belgique s'inscrit dans un scénario aux termes duquel la désactivation
des centrales nucléaires sera entamée dès qu'elles auront atteint
l'âge de 40 ans.

Le gouvernement consultera l'Agence européenne pour
l'environnement et interrogera une commission d'experts
internationaux désignés par lui sur la faisabilité et la mise en oeuvre
de ce scénario".

Afin de mettre ceci en oeuvre, l'arrêté royal instituant la commission
Ampère a été amendé à plusieurs reprises afin, notamment, de tenir
compte du scénario de désactivation et de prévoir la relecture de ces
travaux par une commission d'experts internationaux et également de
tenir compte des engagements climatiques du protocole de Kyoto.

Par ailleurs, en réponse à un courrier que j'ai adressé, fin 1999, à
l'Agence européenne de l'environnement, cette dernière a répondu, le
10 janvier 2000, que l'évaluation à l'échelle d'un Etat membre de
scénarios de politique énergétique nationale ne fait pas directement
partie du mandat de l'Agence européenne de l'environnement. C'est
la raison pour laquelle, en date du 14 juillet 2000, le gouvernement a

02.04 Staatssecretaris Olivier

Deleuze: Volgens de Verklaring is
de regering bereid op termijn uit
het nucleaire scenario te stappen,
evenwel met inachtneming van de
protocollen van Rio en Kyoto. In
het kader van het nucleaire
uitstapscenario wordt ervan
uitgegaan dat centrales die 40 jaar
oud zijn, worden gedesactiveerd.
De Ampère-commissie werd bij
koninklijk besluit opgericht.

Het Europees Milieuagentschap
heeft begin 2002 geantwoord dat
het niet bevoegd was inzake de
keuze van de deskundigen op
nationaal vlak. Daarom hebben
wijzelf de samenstelling van onze
commissie van internationale
deskundigen bepaald.

De documenten van de
commissie-Ampère van oktober
2000 en van april 2001 zijn
openbaar en strekken tot
onderbouwing van het
wetsontwerp houdende de
desactivering van de kerncentrales
ouder dan 40 jaar en de nucleaire
uitstap.

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

choisi les membres de la commission d'experts internationaux
chargés d'évaluer la faisabilité et la mise en oeuvre du scénario
gouvernemental. La commission Ampère a remis son rapport en
octobre 2000, tandis que la commission des experts internationaux a
remis le sien en avril 2001. Ces deux documents ont été transmis au
gouvernement et sont publics.

La déclaration de politique fédérale du 9 octobre 2001 prévoit que,
conformément à l'accord de gouvernement, soit introduit également,
dans les prochains mois, un projet de loi relatif à la désactivation des
centrales nucléaires âgées de plus de 40 ans.

Enfin, la note de priorités économiques et sociales de janvier 2002
contient le dépôt d'un projet de loi relatif à la sortie du nucléaire.

Au niveau mondial, la production d'électricité par voie nucléaire
représentait en 2000 17% de la production totale d'électricité. La
production est assurée par 420 centrales. L'augmentation de la part
nucléaire à 75%, comme c'est le cas des pays les plus engagés dans
cette voie comme la France et la Lituanie, aboutirait donc à l'existence
de près de 1.800 centrales, partant du principe qu'elles auraient la
même taille moyenne que les centrales existantes et sans tenir
compte de l'éventuelle croissance de la demande d'électricité pendant
cette phase de généralisation. Ceci poserait en termes beaucoup plus
aigus encore les questions relatives à la prolifération, à la gestion des
déchets et aux risques d'accidents. Il est d'ailleurs assez
spectaculaire de constater que la décision a été prise, en Belgique, fin
des années 60 et dans les années 70, de produire de l'électricité par
voie nucléaire alors que l'on n'avait pas la moindre idée de ce que l'on
ferait avec les déchets et sur la manière de les gérer. A l'époque, on
n'avait pas non plus la moindre idée sur la façon de réagir
efficacement si un accident majeur se produisait dans ce secteur.
C'était donc à mon sens une décision d'une grande irresponsabilité.

En ce qui concerne le nucléaire et le réchauffement climatique, le
rapport Ampère précise, page 21 dans les conclusions et
recommandations, ce qui suit: "Par conséquent, la commission
estime que l'abandon de la production d'électricité nucléaire en
Belgique se fera ressentir dans les émissions de CO

. Ce graphique

démontre que les émissions de 1998 de CO

en Belgique auraient été

supérieures de 16,5 millions de tonnes par an si la production
nucléaire avait été remplacée par des centrales TGV au gaz naturel.

Si on avait opté pour des centrales au charbon en lieu et place de
l'énergie nucléaire, le rejet de CO

serait supérieur de pratiquement

40 millions de tonnes par an.

Mais ce même document note, en page 53, je cite: "En effet, on
démontre qu'entre un scénario de forte croissance de la demande
d'électricité et un scénario de consommation stable, les émissions de
CO

seraient inférieures de près de 17 millions de tonnes par an à

l'horizon 2012." Ceci est d'ailleurs repris à la page 14 du rapport de la
commission des experts internationaux. Je vous en épargne la lecture
en anglais.

Selon le rapport Ampère, la substitution de centrales nucléaires par
des centrales au gaz entraîne une augmentation de la quantité du
CO

relâché dans l'atmosphère, du même ordre de grandeur que la

Wereldwijd is kernenergie goed
voor 17 procent van de totale
energieproductie. Er zijn over de
hele wereld in totaal 420
kerncentrales. Willen we het
Franse en Litouwse voorbeeld
volgen, en uiteindelijk op 1800
kerncentrales wereldwijd
uitkomen? Er moet rekening
worden gehouden met het
ongevallenrisico en de
afvalverwerking. Toen eind jaren
'60, begin jaren '70 beslist werd te
kiezen voor kernenergie, had men
geen duidelijk idee van de risico's
op ongevallen. Er werden toen
onverantwoorde beslissingen
genomen.

Wat de opwarming van de planeet
betreft, stelt het rapport-Ampère
dat het afstappen van kernenergie
een invloed zal hebben op de CO

uitstoot. Die invloed is echter niet
groter dan het verschil tussen een
constante groei van de vraag en
een beleid dat gericht is op het
beheer van de vraag.

Het probleem wordt daardoor
evenwel niet opgelost, aangezien
de CO

-uitstoot door de

elektriciteitsproducenten maar een
zesde bedraagt van de totale
broeikasgasuitstoot. Er moet dus
een inspanning geleverd worden
op het stuk van de CO

-uitstoot

door andere bronnen dan de
elektriciteitsproducenten, op het
stuk van het beleid inzake het
beheer van de vraag naar energie,
op het stuk van de vermindering
met 7,5 procent (het betreft dus
niet louter een stabilisatie) van de
broeikasgasuitstoot zoals bepaald
in het Kyoto-protocol.

Een gedetailleerd plan voor de
vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen zal op 6 maart
bekend gemaakt worden; tegen
dan zal de intergouvernementele
conferentie voor milieu hierover
een akkoord bereikt hebben.

De gewaarborgde
energievoorziening is voor alle
verantwoordelijke partijen een

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

diminution due à une politique de gestion de la demande d'électricité
quantifiée par le rapport Ampère.

Cela ne résout évidemment pas le problème mais simplement une
partie de celui-ci. En effet, le CO

dû à l'électricité représente

aujourd'hui 1/6

ème

des rejets de gaz à effet de serre pour les 6 gaz

confondus exprimés en CO

équivalents. Par conséquent, l'effort doit

porter certainement sur tout ce qui concerne le CO

issu d'autre

chose que de la production d'électricité. De plus, une politique de
gestion de la demande doit être menée. Sinon, dans l'intervalle, la
consommation d'électricité et donc sa production va continuer à
augmenter. Enfin, je vous rappelle que l'objectif du protocole de
Kyoto, en tout cas lors de la première période d'engagement, n'est
pas une stabilisation de l'émission de CO

mais, pour la Belgique,

c'est une diminution de cette émission de CO

de 7.5% pour les 6

gaz, tous secteurs confondus.

En ce qui concerne le détail des mesures de limitation des gaz à effet
de serre, leur évolution dans le temps sera rendue publique le 6 mars
prochain puisque tout me porte à croire qu'à cette date, la conférence
interministérielle de l'environnement pourra marquer son accord sur le
plan national "climat" qui contient bien entendu l'ensemble de ces
mesures. Il est donc pour moi prématuré d'en faire le détail. Bien
entendu, cela ne concerne pas que l'électricité puisque, comme je l'ai
dit, l'électricité est responsable pour 1/6

ème

de l'émission des gaz à

effet de serre.

Par quoi remplacer l'énergie nucléaire? La première priorité de tous
les responsables successifs de la politique énergétique en Belgique,
tous, moi compris, c'est évidemment la sécurité de
l'approvisionnement. C'est la priorité absolue et les autres critères
viennent ensuite. Cela ne veut pas dire qu'ils sont contradictoires
avec cette première priorité mais que toute mesure en matière de
politique énergétique, quelle qu'elle soit, ne doit jamais occulter que la
première priorité d'un responsable de l'énergie dans quelque pays
que ce soit, c'est d'assurer la sécurité d'approvisionnement.

La deuxième chose que je voudrais vous rappeler, c'est l'esprit de la
loi de 1999 qui met en oeuvre la directive de 1996. L'esprit de la loi est
que l'ouverture du marché de l'électricité doit se faire dans des
conditions normales de marché qui assurent les investissements et
qui donc créent des conditions favorables permettant ces
investissements. Permettez-moi par exemple de vous lire un bref
extrait d'une discussion de la commission qui s'était réunie à la
Chambre - page 6, je cite: " Le programme servira de cadre de
référence indicatif pour le marché et l'autorité de marché (la
CREG) pourrait notamment amener à attirer l'attention du marché sur
un décalage significatif entre les besoins prévus par le programme et
l'évolution réelle du parc de production".

Plus loin, à l'occasion de la défense d'un de ses amendements, M. De
Grauwe déclarait: "L'auteur de l'amendement estime que l'équilibre
entre la demande d'électricité et l'offre de moyens de production doit
être réalisé par le marché. Les pouvoirs publics ne doivent pas s'en
occuper, notamment parce que, s'ils le faisaient, ils deviendraient
totalement dépendants du secteur et devraient lui emboîter le pas".

Ce genre de considérations sur l'aspect absolument essentiel de

topprioriteit. Alle andere criteria
zijn van ondergeschikt belang.

In de geest van de wet van 1999
tot omzetting in nationaal recht van
de richtlijn van 1996 moet een
gunstig investeringsklimaat
worden gecreëerd.

Wat het beheer van de vraag naar
elektriciteit betreft, moet
opgemerkt worden dat de
ramingen verschillen afhankelijk
van de bron.

In 2001 bedroeg de stijging 0,6
procent ten opzichte van 2000.
Volgens het verslag Ampère zal de
vraag met 0,5 procent blijven
stijgen tot 2005, en zou men van
2005 tot 2012 met een "stijging"
van 0 % te maken hebben.

Volgens andere, meer
voluntaristische ramingen, komt er
een besparing op de schaal van
15 jaar (van 85.000 GW/uur tot
73.000 GW/uur).

Om de vraag te kunnen beheren,
is gecombineerde productie een
absolute noodzaak.

Er zijn andere voorwaarden. De
gecombineerde productie-
installaties moeten een prioritaire
toegang tot het net genieten - wat
onmogelijk is in een
monopoliesituatie. Zij moeten ook
en gewaarborgde toegang hebben
tot back-up elektriciteit - waarvoor
in geval van monopolie een te
hoge prijs wordt aangerekend - en
de zekerheid hebben dat zij hun
elektriciteit tegen een
aanvaardbare prijs kunnen
doorverkopen. De regering nam
terzake beslissingen.

Het rapport-Ampère raamt de
hoeveelheid energie die via
cogeneratie kan worden opgewekt
op 2300 MW, de universiteit van
Antwerpen raamt die hoeveelheid
op 500 à 800 MW. De schattingen
lopen dus erg uiteen.

Een andere oplossing bestaat erin

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

créer des conditions convenables de marché pour permettre les
investissements se retrouvent bien entendu dans le rapport du Sénat
concernant cette même loi d'avril 1999. Parlant toujours du
programme indicatif, le ministre déclarait: "Ce programme va
permettre au gouvernement d'être informé sur la situation en matière
de sécurité d'approvisionnement. Il permettra de définir les obligations
de service public au niveau de la production. De plus, l'article 5 du
projet de loi prévoit un appel à manifestation d'intérêt, qui permettra
au ministre d'attirer l'attention des investisseurs nationaux et
internationaux potentiels sur les opportunités existant en Belgique".

Je tenais à vous rappeler la philosophie de la loi d'avril 1999. Cette
philosophie est simple, à savoir qu'il revient aux autorités la
responsabilité de créer des conditions favorisant les investissements
en Belgique, que ce soit des investissements dans la production
fossile, dans la production renouvelable, dans les économies
d'énergie ou la production combinée.

En ce qui concerne la gestion de la demande d'électricité, le potentiel
de cette gestion de la demande est évidemment estimé différemment
d'après les sources. Vous savez qu'en 2001, l'augmentation de
l'électricité par rapport à 2000 fut de 0,6%. Le rapport Ampère
souligne que la consommation d'électricité a crû de 3% de 1983 à
1998 et indique que l'objectif de réduction de la consommation
d'électricité est de ramener l'augmentation à 0,5% jusqu'en 2005 et à
0% de 2005 à 2012. D'autres estimations sont beaucoup plus
volontaristes. Je ne puis vous communiquer le projet de plan indicatif.
Il n'est encore qu'à l'état de projet et ne m'a donc pas encore été
remis. Il a néanmoins été communiqué aux membres du conseil
général de la CREG. De toute façon, certaines estimations de
l'évolution de la demande sont différentes de celles du rapport
Ampère. Elles font état d'une économie, à l'échelle de 15 ans. Alors
que suivant le scénario de base figurant actuellement dans le projet
de plan indicatif, on aboutirait à une consommation d'environ 100.000
giga-watts/heure, le scénario le plus fort de gestion de la demande,
ramène cette quantité à 73.000 giga-watts/heure, sachant qu'on en
est aujourd'hui à environ 85.000 giga-watts/heure.

Voilà pour la gestion de la demande, en constatant que les évolutions
sont extrêmement différentes. Cette gestion de la demande ne se fait
évidemment pas d'un simple claquement de doigts. Il y a un élément
essentiel pour la gestion de la demande, c'est la production
combinée, à savoir l'existence et le développement d'appareils par
lesquels on récupère la chaleur qui est fatale lors du processus
thermodynamique de production d'électricité. Pour que cela soit
possible, il faut que les lieux d'emploi de l'électricité et de la chaleur
ne soient pas trop distants les uns des autres.

Il y a d'autres conditions au développement de cette production
combinée.

Premièrement, il faut d'abord que les gens qui ont des installations de
production combinée aient un accès prioritaire au réseau de transport
d'électricité. S'ils devaient avoir, de façon structurelle ou
conjoncturelle, un excédent d'électricité, il faudrait qu'ils puissent
vendre cet excédent. Pour que ce soit possible, il faut mettre un terme
au monopole et il doit y avoir priorité d'accès au réseau. C'est prévu
par les décisions gouvernementales, notamment dans le règlement

het elektriciteitsverbruik terug te
schroeven.Het
elektriciteitsverbruik van
elektrische apparaten kan met 50
procent worden verminderd. De
gebouwen zijn verantwoordelijk
voor 40 procent van de
energieconsumptie. Het Europees
Parlement bespreekt momenteel
een richtlijn die ertoe strekt een
verplichte bekendmaking van het
energieverbruik in te stellen voor
bepaalde gebouwen, in functie van
het tijdstip waarop ze gebouwd
werden. Zo zal de markt in het
voordeel kunnen spelen van de
gebouwen die het minst
verbruiken.

Het REG-fonds werd overgebracht
naar de regio's. Dit fonds moet
voor andere dingen dan
publicaties dienen. Het moet
worden gebruikt om precieze
doelstellingen te bereiken. Er is
immers de alternatieve energie en
de richtlijn betreffende de
duurzame energiebronnen (van
september 2001). Wij hebben ons
tot doel gesteld om 6 procent te
halen in 2010 met een tussenstap
van 3 procent in 2004.

Er zijn vier groene certificaten: drie
regionale en één federaal. We
willen evolueren naar één enkel
groen certificaat. Ik heb aan de
voorzitter van de commissie een
kopie van het ministerieel besluit
gegeven waarbij de concessie van
een windmolenpark aan een
onderneming wordt gegeven. Ik
meld dat de Duitse wetgeving in
dezelfde lijn ligt.

In bevoegdheden betreft, werd
overeengekomen dat ik een
voorstel zou indienen met
betrekking tot de bijkomende
opdrachten van het SCK.Het
probleem van de "combustibles
mixes" zal door de sectorale
akkoorden worden geregeld die
terzake een beperking zullen
instellen.Wat de evolutie van de
elektriciteitsprijs betreft, bestaat er
bij voorbeeld geen verschil tussen
de prijs die via een nieuwe

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

technique.

Deuxièmement, une garantie est nécessaire pour les possesseurs
d'installations de production combinée d'avoir accès à de l'électricité
"back-up" à savoir, l'électricité nécessaire en cas de panne de leur
installation. Dans une situation de monopole, l'électricité "back-up"
dont ils auraient besoin, leur serait facturée à un tel prix que tout
rendement économique de leur installation serait ruiné.

La troisième condition au développement de la production combinée
est l'assurance que les producteurs pourront revendre leur électricité
à un prix raisonnable et auront la possibilité en plus d'avoir accès au
réseau, ce qui est prévu dans les décisions gouvernementales du 5
avril 2000. La production combinée est clairement une solution
majeure aux économies et à la gestion de la demande. Selon le
rapport Ampère, le potentiel maximum en cogénération est de 2300
MW. D'autres estimations, notamment celles de l'Université d'Anvers,
vont de 5.000 à 8.000 MW. Le potentiel est différent selon les
estimations. La Hollande se situe plus près des 8000 MW.

La seconde voie importante est celle des économies elles-mêmes à
savoir, l'amélioration de l'efficacité de l'emploi de l'énergie dans les
usages finaux. Par exemple, il y a un énorme potentiel
d'accroissement de l'efficacité énergétique des appareils électriques.
Ce potentiel est estimé à plus ou moins 50% par l'Université d'Anvers.
Il convient de l'exploiter. Les discussions sont en cours aussi bien au
niveau européen qu'au niveau belge.

40% de la totalité de l'énergie est consommée dans les bâtiments
pas seulement l'électricité. Ce chiffre est avéré. Au niveau européen,
nous discutons d'une directive, qui a eu l'approbation du Conseil
européen de l'énergie le 4 décembre dernier et qui est actuellement
en discussion avec les membres du Parlement européen. Cette
directive prévoit que certains bâtiments, en fonction de spécifications
de surfaces et de dates de construction, devront publier leur
consommation globale d'énergie. Cela permettra à l'acheteur ou au
futur locataire d'être informé de la consommation de sorte que le
marché puisse jouer. Entre deux bâtiments, l'avantage sera donné
par le marché au bâtiment qui consomme le moins d'énergie.

Le gouvernement a prévu, à partir de 2003 déclaration 2003,
investissements 2002 des abattements fiscaux à l'IPP de l'ordre
d'un milliard et demi sur les investissements URE. Le fonds URE a,
d'ores et déjà, été porté à un milliard de francs belges (25.000 ) et a
été transféré aux régions, puisqu'elles sont compétentes pour
l'utilisation rationnelle de l'énergie. Il était important que ce fonds ne
soit pas uniquement destiné aux publications mais serve à financer
les régions dans leur prise de décisions en matière d'utilisation
rationnelle d'énergie. L'accord de coopération est en phase finale. Il a
déjà été entériné par le fédéral et je pense pouvoir dire qu'il sera
effectif avant la fin de la législature.

Enfin, en ce qui concerne les énergies alternatives, vous connaissez
l'objectif indicatif fixé par la directive européenne SER, définitivement
adoptée en septembre 2001. C'est un objectif de 6% pour la Belgique
en 2010.

Nous avons adopté un objectif intermédiaire de 3% en 2004, qui sera

centrale en deze die via een
operationele centrale wordt
verkregen.

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

matérialisé par des certificats verts. Au stade actuel, il existe un
certificat vert fédéral et trois certificats verts régionaux. Ce n'est,
certes, pas la solution idéale, mais à terme, il n'existera plus qu'un
certificat vert car, en la matière, nous voulons fonctionner par objectif.

Votre commission discute également de l'installation en mer de parcs
éoliens. A ce propos, j'ai fourni au président de votre commission
l'arrêté ministériel donnant la concession à la première société.

Pour ceux qui ne lisent pas l'allemand, je signale que la loi allemande
s'inscrit exactement dans la même philosophie que la possible loi
belge, à savoir la directive de 1996, et le souci que les conditions du
marché soient créées afin que les investisseurs viennent tant en
Allemagne qu'en Belgique, investisseurs, non seulement dans les
nouvelles unités de production fossile, mais aussi dans les unités de
production alternative et dans les économies d'énergie.

Une question m'a été posée concernant la recherche et le
développement. Lors de la discussion budgétaire 2002, il a été
convenu ce qui suit: "Après concertation avec le Centre d'études
nucléaires, le secrétaire d'Etat à l'Energie introduira auprès du
gouvernement une proposition relative aux missions supplémentaires
du CEN, en particulier pour ce qui concerne l'énergie et le
réchauffement du climat. De cette manière, une perspective d'avenir
claire et positive sera offerte au CEN". (Notifications budgétaires
2002).

Vous avez soulevé une question intéressante et trop peu souvent
abordée, celle relative au changement du mix des combustibles de
production d'électricité en fonction de l'évolution des prix du marché.
De temps en temps, le prix du gaz diminue parce que le prix du gaz
augmente par rapport à celui du charbon, pour s'exprimer de façon
compréhensible!

C'est un problème relatif à la lutte contre le réchauffement climatique.
Il sera inéluctablement prix en compte par les accords de branches.
Donc, des accords de branches sont en cours de négociation aux
niveaux régionaux avec les entreprises, les secteurs. Ces accords de
branches fixeront une limitation, sous quelque forme que ce soit, aux
émissions des différents secteurs. En fonction de celles-ci, les
secteurs choisiront leur mix de combustible, sachant qu'une limitation
leur est imposée par l'accord de branches.

La tactique, plus modestement, est toujours la même. Il est important
dans ce domaine de miser sur une gestion par objectifs. Il revient aux
pouvoirs publics de fixer le cadre à l'intérieur duquel les opérateurs
économiques agissent.

En ce qui concerne l'impact de cette évolution sur le prix de
l'électricité, permettez-moi de vous préciser que le prix de l'électricité,
lorsque produite par une centrale TGV neuve, est totalement du
même ordre de grandeur que le prix de l'électricité produite par une
centrale nucléaire existante. De plus, le fait est peu contesté - et à cet
égard je pourrais reprendre les travaux effectués par votre
commission sous cette législature - le prix de l'électricité en Belgique
est extrêmement élevé. J'en déduis donc que le prix de l'électricité
n'est pas totalement dépendant du mix de production, puisque près
de 60% de l'électricité dont nous disposons proviennent,

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

effectivement, d'une voie nucléaire. Et je pèse mes propos, car le prix
de l'électricité est surtout déterminé par les étapes intermédiaires
entre la centrale qui la produit et le compteur situé chez le particulier.

Il s'agit principalement de monopoles et l'on peut aussi effectuer toute
une série de comparaisons qui tiennent ou non compte de l'ensemble
des facteurs entre le prix de l'électricité en Belgique et celui à
l'étranger. Tout comme vous, je remarque qu'il n'y en tout cas pas de
lien mécanique entre le mix de production d'électricité d'une part et le
prix au consommateur d'autre part.

02.05 Luc Paque (PSC): Monsieur le secrétaire d'Etat, je vous

remercie pour votre longue réponse même si je déplore ne pas avoir
obtenu de réponse à toute une série de questions concrètes que j'ai
posées.

Vous avez rappelé les différentes déclarations gouvernementales en
la matière mais vous ne m'avez pas dit si vous (ou le gouvernement)
alliez demander une nouvelle consultation de la commission Ampère,
consultation réclamée par ailleurs dans la presse par le vice-premier
ministre Louis Michel.

Pour en revenir aux différents rapports dont vous nous avez parlé, je
tiens à dire qu'il faut les replacer dans leur contexte. En effet, je ne
trouve, par exemple, aucune trace dans le rapport de la commission
Ampère de votre hypothèse de passage de 17 à 75% du niveau de la
production d'électricité et d'une augmentation des centrales
nucléaires. Citer de telles données est très dangereux car publiées
dans les médias et portées à la connaissance des citoyens, elles
pourraient créer une certaine psychose.

Vous avez été assez optimiste à l'égard de la gestion de la demande.
Toutefois, je constate que si vous avez effectivement formulé des
propositions, la grande partie d'entre elles concernent un futur
éloigné, les autres n'étant que des "mesurettes". Dès lors, je me
demande comment, à terme, on pourra effectivement gérer la
demande. Depuis que les écologistes sont au pouvoir et qu'ils ont
l'énergie dans leurs attributions, je n'ai malheureusement pas vu de
vraies actions concrètes et d'envergure adoptées pour réduire la
consommation d'énergie.

Vous nous promettez le plan national Climat pour le 6 mars. On nous
l'avait annoncé en juillet 2001, puis en octobre et enfin en décembre.
Nous attendrons donc le 6 mars pour prendre position.

Monsieur le secrétaire d'Etat, je suis d'accord avec vous quand vous
dites que votre priorité, c'est la sécurité d'approvisionnement. Mais si
l'on passe en majorité vers des centrales au gaz, la sécurité
d'approvisionnement risque, à un moment donné, d'être hypothéquée.

Quant à ma question relative à la tenue d'un véritable débat sur
l'avenir énergétique de notre pays, elle est restée sans réponse.

Enfin, même si vous nous annoncez un grand nombre de projets, je
n'en vois aucun de concret. Je ne vois aucun plan réel alors que c'est
cela que nous vous demandons. Si l'on veut sortir du nucléaire, il faut
proposer un plan en bonne et due forme. Or, jusqu'à présent il ne
s'agit que d'hypothèses et d'effets d'annonce. C'est beaucoup de vent

02.05 Luc Paque (PSC): Ik blijf op

mijn honger wat verschillende van
mijn vragen betreft, bij voorbeeld
omtrent het al dan niet raadplegen
van de Ampère-commissie. De
diverse door u vernoemde
rapporten moeten in hun context
worden geplaatst: uw voorbeeld
betreffende de overgang van 17
procent naar 70 procent is
nergens in het rapport-Ampère
terug te vinden. Al uw voorstellen
betreffende het beheer van de
vraag zullen hetzij slechts
"maatregeltjes" blijven, hetzij de
toekomst aanbelangen. Sinds de
groenen dat ministerie in handen
hebben, werd geen enkel beleid
die naam waardig, inzake het
beheer van de vraag gevoerd.
Indien uw prioriteit erin bestaat de
bevoorrading te beveiligen, wat
gebeurt er dan als men voor
gascentrales opteert? Hoe ver
staat het met het échte debat, de
toekomst van de energie?U
kondigt ons diverse projecten aan,
wat op zich een verdienste mag
heten. Maar waar blijven de
concrete plannen?

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

mais cela pourra peut-être vous aider dans le cadre de l'énergie
éolienne!

02.06 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

staatssecretaris voor zijn uitgebreid antwoord.

Mijnheer de staatssecretaris, u zegt dat de bevoorradingszekerheid
uw eerste prioriteit vormt. Ik moet zeggen dat wij die mening delen.
Wij willen geen Californische toestanden. Wij willen vooral
gegarandeerde en betaalbare energie voor de bedrijven en de
consumenten. De voorstellen en de antwoorden van de
staatssecretaris lijken zeer voluntaristisch en dan vooral als het gaat
over het beheer van de vraagzijde. Collega Paque heeft hierop reeds
gewezen. Ik vind dit een zeer voluntaristische benadering die niet zal
volstaan.

Na drie jaar met een groene staatssecretaris en een groene minister
van Volksgezondheid hebben we nog niet eens een klimaatplan
alhoewel dit reeds een jaar na het aantreden van deze regering was
beloofd. Als het erop aankomt terzake concrete maatregelen te
nemen, blijft men achterop hinken. Mijnheer de staatssecretaris, u
zegt zelf dat rationeel energiegebruik niet vanzelf zal gebeuren.
Inderdaad, zo zal het zeker niet gebeuren.

Het was toch veel logischer geweest om eerst te bekijken over welke
energiebronnen men kan beschikken in een post-kernenergietijdperk
om daarna de sluiting van kerncentrales te regelen. Nu neemt men
een politieke beslissing zonder over alle gegevens te beschikken.

Wij vinden dat u in deze problematiek een lichtzinnige en
onverantwoorde beslissing neemt.

02.06 Simonne Creyf (CD&V): Je

remercie le secrétaire d'Etat pour
cette réponse détaillée. La sécurité
d'approvisionnement est aussi
notre priorité. Nous voulons avant
tout une énergie payable. Les
propositions du secrétaire d'Etat
me semblent très volontaristes.
Elles ne suffiront pas. Nous
constatons qu'il n'existe toujours
pas de plan climatologique, trois
ans après que celui-ci a été
promis. Les déchets nucléaires
restent également une source de
problèmes. Le secrétaire d'Etat
prend à présent une décision
politique sans disposer de toutes
les données. C'est une attitude qui
manque de sérieux et qui aura des
conséquences insoupçonnées.

02.07 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,

je remercie le secrétaire d'Etat de sa réponse fort circonstanciée. J'ai
reçu une série d'indications au sujet des orientations que je souhaitais
voir développer. Toutefois, je souhaiterais répondre à ceux qui
prétendent qu'en trois ans de gestion écologiste, le maximum n'a pas
été fait pour atteindre des résultats qui auraient dû, par ailleurs, être
atteints auparavant. Je vous rappelle que le Traité de Rio a été signé
en 1992. Entre-temps, certains gouvernements ont siégé qui ne
comptaient pas d'écologistes en leur sein. Les objectifs à rencontrer
ont donc été reculés jusqu'ici. Ce n'est donc pas en trois ans que l'on
peut facilement rattraper ce qui n'a pas été fait en sept!

02.07 Martine Dardenne

(ECOLO-AGALEV): Ik dank de
Staatssecretaris voor zijn zeer
uitgebreid antwoord. Ik herinner
eraan dat het Klimaatverdrag van
Rio in 1992 werd ondertekend en
er intussen verscheidene
regeringen aan het bewind zijn
geweest waarvan de groenen
geen deel uitmaakten. Het is
moeilijk om op drie jaar tijd alle
achterstand in te halen die in een
tijdsspanne van 7 jaar werd
opgelopen.

02.08 Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat: De façon non polémique, je

ferai les remarques suivantes.

1. Les travaux gouvernementaux se poursuivront encore ce soir. Je
ne suis donc pas encore en mesure de vous communiquer les textes
définitifs.

2. Effectivement, monsieur Paque, j'ignore si les chiffres de 17% de
l'électricité mondiale et de 430 centrales figurent bien dans le rapport
Ampère. En tout cas, ces chiffres ne sont pas contestés. Par
conséquent, si l'on passe à 60%, on peut calculer à combien de

02.08 Staatssecretaris Olivier

Deleuze: De werkzaamheden
zouden vanavond moeten worden
afgerond. Het percentage van 17
procent op wereldvlak en het
aantal van 430 centrales worden
niet betwist. Dat geldt ook voor de
extrapolatie!

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

centrales on aboutira.

02.09 Luc Paque (PSC): Cela reste théorique.

02.09 Luc Paque (PSC): Dat is

louter theorie!

02.10 Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat: Cela reste théorique tant

que le mouvement anti-nucléaire est efficace.

Dernière remarque: dans le rapport, il y a plus de 300 pages qui sont
consacrées à l'énergie nucléaire. Selon mes informations, la Chambre
a entendu les co-présidents de la commission Ampère. Par
conséquent, notre assemblée a eu l'occasion de débattre de la
politique énergétique, ainsi que du rapport Ampère.

02.10 Staatssecretaris Olivier

Deleuze: Zolang de tegenstanders
van kernenergie steekhoudende
argumenten aanvoeren, kan men
aannemen dat ik gelijk heb. Ik
raad u aan het rapport-Ampère te
herlezen.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Luc Paque en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Luc Paque en mevrouw Martine Dardenne
en het antwoord van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de
minister van Mobiliteit en Vervoer,
vraagt de staatssecretaris en de regering
- in het Parlement een echt debat te organiseren over wat er inzake energie voor België allemaal op het
spel staat;
- het ontwerp van de staatssecretaris voor Energie voor advies aan de AMPERE-commissie voor te leggen;
- een grondige evaluatie te maken van de weerslag van het nucleaire uitstapscenario, met name in het licht
van de eisen van het Kyoto-protocol, en tegelijkertijd met het wetsontwerp, een gedetailleerd en met
cijfergegevens onderbouwd plan voor te bereiden en ten uitvoer te leggen van de maatregelen die tegen
2014 moeten worden genomen;
- voortgang te maken met het opstellen van het Nationaal Klimaatplan en maatregelen te treffen om de
stijging van het energieverbruik in te dammen en op middellange termijn om te buigen in een daling;
- extra middelen uit te trekken voor onderzoek naar schonere en hernieuwbare energiebronnen en naar een
veiliger kernenergie, inzonderheid wat het beheer van het kernafval en de ontwikkeling van nieuwe
reactortypes betreft."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Luc Paque et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Luc Paque et Mme Martine Dardenne
et la réponse du secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint au ministre de la
Mobilité et des Transports,
demande au secrétaire d'Etat et au gouvernement,
- d'organiser un vrai débat au Parlement sur l'ensemble des enjeux énergétiques pour la Belgique;
- de soumettre le projet du secrétaire d'Etat à l'Energie à l'avis de la commission AMPERE;
- d'évaluer en profondeur les impacts de la sortie du nucléaire, par rapport aux exigences du protocole de
Kyoto notamment, et simultanément au projet de loi, préparer et mettre en oeuvre un plan détaillé et chiffré
des mesures à prendre d'ici 2014;
- d'accélérer l'établissement du Plan National Climat et prendre des mesures pour empêcher la
consommation d'énergie de continuer à augmenter, et la réduire à moyenne échéance;
- de prévoir des moyens supplémentaires à consacrer à la recherche pour des énergies plus propres et
renouvelables, et pour une énergie nucléaire plus sûre, notamment en ce qui concerne la gestion des
déchets nucléaires et la mise au point de nouveaux types de réacteurs."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Philippe Collard en mevrouw Muriel Gerkens.

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Une motion pure et simple a été déposée par M. Philippe Collard et Mme Muriel Gerkens.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

03 Vraag van de heer Yves Leterme aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,

toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de inplanting van windmolenparken voor
de Belgische kust" (nr. 6543)

03 Question de M. Yves Leterme au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint

à la ministre de la Mobilité et des Transports, sur "l'aménagement de parcs à éoliennes au large de la
côte belge" (n° 6543)

03.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

staatssecretaris, in mijn fractie houd ik mij met alternatieve energie
bezig en mevrouw Creyf met kernenergie. Ik had vorige week reeds
de eer en het geluk om de staatssecretaris te mogen ondervragen
met zijn voorgenomen beslissingen inzake het verlenen van
concessies ter inplanting van windturbines in onze geliefde Noordzee.
Ik heb, zoals veel anderen, het antwoord van de staatssecretaris met
zeer veel aandacht gelezen. Ik citeer uit het verslag: " De CREG heeft
geen enkele juridische basis vastgelegd die verplicht tot een
vergoeding of er een toelaat". Ik begrijp dat als een
concessievergoeding. Deze zin viel mij achteraf op omdat in artikel
14,11° van het ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot het
verlenen van concessies voor de inplanting van windmolenparken
voor onze kust staat: "Naast andere verplichtingen moeten de
concessiehouders aan de Schatkist een jaarlijkse bijdrage betalen
voor het gebruik van het openbaar domein. De bijdrage houdt
rekening met de toegestane oppervlakte en de jaarlijkse kwantiteit
van de elektriciteitsproductie. Het bedrag van de bijdrage wordt
vastgesteld in het besluit tot toekenning van de concessie".

Mijnheer de staatssecretaris, ten eerste, kunt u verklaren waarom het
ontwerp van koninklijk besluit wel in de verplichting voorzag dat de
toekomstige concessiehouders een schadevergoeding aan de
Schatkist moeten storten, terwijl dit in het definitieve koninklijk besluit
werd geschrapt? Hoe valt dit te rijmen met uw uitspraak dat de CREG
geen enkele juridische basis voor een vergoeding had vastgelegd?

Ten tweede, bent u op de hoogte van de wijziging in het koninklijk
besluit? Zo ja, wat is uw motivering om aan de toekomstige
concessiehouder, in casu de elektriciteitsproducent, geen
concessievergoeding te vragen en artikel 14,11° uit het ontwerp van
koninklijk besluit te schrappen?

Ten derde, hiermee kom ik terug op de problematiek van vorige week
waar de diametrale standpunten werden uiteengezet en waarover
heel wat beroering bij de vissers en de redercentrale is ontstaan.
Waarom vraagt u, in tegenstelling tot wat in het ontwerp van koninklijk
besluit stond, geen concessievergoeding aan de concessiehouder?
Waarom komt u de uitdrukkelijke toezegging van voormalig federaal
minister Gabriels van Landbouw en Visserij niet na voor een financiële
compensatie van de concessiehouders voor de visserijsector voor het
permanent verlies aan visgronden? U zegt dat het om slechts 15m²
gaat. Het gaat echter om 30 m² aan paai- en kraamgronden. Waarom
wordt de belofte van minister Gabriels niet nagekomen? U had
nochtans onmiddellijk een gewone concessievergoeding aan de
elektriciteitsproducenten kunnen verzamelen om de belofte van

03.01 Yves Leterme (CD&V): La

semaine dernière déjà, j'avais
posé une question sur
l'implantation des éoliennes en
mer du Nord. Le ministre avait
répondu que, selon la CREG,
aucune base juridique ne justifie
une indemnisation. Or, le projet
d'arrêté royal relatif aux parcs
d'éoliennes au large des côtes
prévoyait des compensations en
faveur du Trésor. Le montant des
cotisations des concessionnaires
devait être fixé par l'arrêté d'octroi
des concessions. Pour quelle
raison cette disposition est-elle
passée à la trappe lors de
l'élaboration de l'arrêté royal
définitif?

Dans quelle mesure a-t-il été tenu
compte de la demande du
ministère des Classes moyennes
et de l'Agriculture d'instaurer une
compensation financière à charge
des auteurs du projet pour
indemniser la perte définitive de
ressources de la pêche? En
l'occurrence, il s'agit d'un territoire
de 32 km2, riche en frayères.

Je tiens d'ailleurs à remercier le
secrétaire d'Etat de m'avoir à
l'instant transmis l'arrêté royal qui
a été publié aujourd'hui. Voilà un
bel exemple de transparence.

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

minister Gabriels in te lossen en de vissers te compenseren voor hun
toekomstig, permanent verlies aan visgronden.

Mijnheer de staatssecretaris, ik wil u evenwel nog bedanken voor het
ministerieel besluit houdende de concessie aan C-Power dat u op 26
februari 2002 hebt getekend en dat u ons nu reeds hebt overhandigd.
Dat is een voorbeeld van een transparante omgang met het
Parlement.

03.02 De voorzitter: Het document zal worden gekopieerd en aan

alle leden worden bezorgd.

03.03 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer de voorzitter, eerst

en vooral wens ik de heer Leterme te danken voor het stellen van zijn
vraag.

De voorgaande versie van het ontwerp van koninklijk besluit hield
inderdaad een artikel in waarbij werd voorzien in de betaling door de
concessiehouder van een bijdrage aan de staatskas voor het gebruik
van het marien domein. Gezien de bouw van windmolens op zee
financiële steunmaatregelen vergt die door de federale overheid
moeten worden georganiseerd, werd het tegenstrijdig geacht om,
enerzijds, financiële steunmaatregelen te nemen en, anderzijds, een
bijdrage te doen betalen.

Op mijn voorstel werd het ontwerp van koninklijk besluit zonder de
bijdrage goedgekeurd door de Ministerraad, de Raad van State en de
minister van Begroting.

Ik beschik niet over een wettelijke basis waarmee een financiële
vergoeding, bestemd voor de visserij, zou kunnen worden opgelegd
aan de concessiehouder. Hadden wij de bijdrage in het koninklijk
besluit behouden, dan kon deze in elk geval niet worden gebruikt voor
de vissers omdat een dergelijke bijdrage wordt betaald aan de
Thesaurie en er inzake openbare comptabiliteit geen mogelijkheid
bestaat om af te wijken van het beginsel van niet-toewijzing van de
ontvangsten.

Ik herhaal dat C-Power bereid is om een vergoeding te storten aan de
vissers tijdens de bouwfase, op basis van de vangstcijfers met
betrekking tot de voorbije jaren.

03.03 Olivier Deleuze, secrétaire

d'Etat: Une version antérieure du
projet d'arrêté royal prévoyait une
contribution financière du
concessionnaire pour l'utilisation
du domaine maritime. Cette
disposition a été supprimée à ma
demande, étant donné qu'elle était
en contradiction avec l'aide
financière à la construction
d'éoliennes.

Il n'existe aucune base légale pour
imposer des compensations
financières au profit du secteur de
la pêche. La contribution initiale ne
peut être utilisée à cet effet,
compte tenu du principe de la non
affectation des recettes. C-power
est disposé à dédommager les
pêcheurs au cours de la phase de
construction, sur la base des
données de capture des années
précédentes.

03.04 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, in uw

antwoord schetste u perfect het absurde karakter van de toestand.

Er zullen wetens en willens, via de concessieverlening, paai- en
kraamgronden worden ontnomen aan de visserijsector.

03.05 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Het gaat om een strook van

vijftien vierkante kilometers.

03.06 Yves Leterme (CD&V): Hiervoor, net als voor de bouw van de

windturbines, verleent u financiële steun, maar u bent niet in staat de
nodige waardering op te brengen voor de visserijsector door het
economisch verlies dat zij lijden waarvoor u verantwoordelijk bent
aangezien u financiële steun organiseert om de windmolens te
bouwen op te vangen. U weigert terzake de tegenprestatie die aan
de betrokken sector toekomt.

03.06 Yves Leterme (CD&V): Le

secrétaire d'Etat a parfaitement
décrit l'absurdité de la situation.
L'octroi de la concession prive le
secteur de la pêche de frayères.
Les parcs à éoliennes sont
subventionnés mais aucune

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Volgens u bestaat er geen wettelijke basis om de vissers te
vergoeden voor de geleden schade. Het probleem van de niet-
toewijzing van ontvangst is natuurlijk een lachertje! De niet-toewijzing
van ontvangsten belet geenszins dat aan uitgavenzijde een
begrotingsartikel wordt gecreëerd dat, specifiek ter compensatie van
de verliezen, bepaalt dat een krediet mag worden ingeschreven mits
een regeling van goede uitbetaling wordt opgesteld.

Mocht er terzake werkelijk geen wettelijke basis bestaan, mijnheer de
staatssecretaris, dan kan hiervoor worden gezorgd in het Parlement,
op voorwaarde evenwel dat de politieke wil aanwezig is om
rechtvaardig om te gaan met de visserijsector aan de Noordzee. Deze
wil ontbreekt bij u blijkbaar, net als bij de regering trouwens. Onder
deze regering komt de visserijsector zeker niet aan zijn trekken.

Wat ten slotte de vergoeding voor de vissers betreft, die zal worden
uitgekeerd tijdens de bouw van de windmolens, dat is een doekje voor
het bloeden en meteen het bewijs dat deze activiteiten en zeker de
bestendiging ervan, de visserijsector schade zullen berokkenen.

Ik heb evenwel de indruk dat terzake een dovemansgesprek wordt
gevoerd. Immers, toen u daarnet zei dat het slechts om een strook
van vijftien vierkante kilometers gaat, kreeg ik het gevoel dat u het
niet waard vindt om terzake meer inspanningen te doen.

compensation convenable n'est
prévue pour le secteur de la
pêche. Il ne suffit pas d'affirmer
qu'il n'y a pas de base légale
prévue pour réclamer une telle
compensation. Cette possibilité
pourrait être créée en insérant un
article dans la loi-programme. Le
secteur de la pêche subira des
dommages. Le secrétaire d'Etat
l'admet mais ne propose aucune
solution.

03.07 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer de voorzitter, ik

herhaal dat de concessiehouder bereid is de vissers te vergoeden op
basis van hun vangstcijfers van de voorbije jaren.

03.07 Olivier Deleuze, secrétaire

d'Etat: Le concessionnaire est prêt
à verser des dédommagements,
comme je vous l'ai déjà dit.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De vraag nr. 6074 van de heer Luc Goutry wordt geschrapt wegens afwezigheid van de
indiener.

04 Samengevoegde vragen van

mevrouw Trees Pieters aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, belast met Middenstand, over "het beleid betreffende de KMO's en de zelfstandigen"
(nr. 6333)
-

mevrouw Trees Pieters aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, belast met Middenstand, over "de ronde tafel voor de sociale zekerheid van de
zelfstandigen" (nr. 6463)

04 Questions jointes de

- Mme Trees Pieters au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations
publiques, chargé des Classes moyennes, sur "la politique relative aux PME et aux travailleurs
indépendants" (n° 6333)
- Mme Trees Pieters au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations
publiques, chargé des Classes moyennes, sur "la table ronde sur la sécurité sociale des
indépendants" (n° 6463)

04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, voor de eerste drie vragen kan ik vrij kort zijn, want zij
dateren al van vroeger.

Mijn eerste vraag is ontsproten uit de enquête die bij de KMO's en
grote bedrijven werd gevoerd naar de tevredenheid ten aanzien van

04.01 Trees Pieters (CD&V): Il y

a peu, on a demandé aux PME si
elles étaient satisfaites ou non de
l'arc-en-ciel. Il est ressorti de ce
sondage que le gouvernement
actuel connaît une forte baisse de

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de regering. Voornamelijk bij de KMO's is de paars-groene coalitie de
laatste vier maanden op het scorebord met 33% gedaald. Als
belangrijkste reden geeft men aan dat de administratieve rompslomp
in plaats van verlicht, is verzwaard. Bovendien komt het sociaal
statuut van de zelfstandige niet van de grond. U moet daar niet op
antwoorden, want op die kwestie zal ik in een volgende vraag dieper
ingaan. Het statuut van de meewerkende echtgenoot behandel ik ook
in een volgende vraag.

Ik ben ook bekommerd om de hervorming van de
vennootschapsbelasting, waarover wij vroeger al hebben gesproken.
Als men doorvoert wat men heeft aangekondigd, zal die hervorming
heel zwaar wegen, te meer daar Agalev een voorstel wil lanceren om
de fiscale behandeling van de bedrijfswagens te verstrengen door,
onder andere, de aftrekposten voor brandstof van bedrijfswagens van
100% naar 75% terug te schroeven. Ik spreek over de brandstof en
niet over de autokosten.

Over die twee punten de administratieve vereenvoudiging en de
hervorming van de vennootschapsbelasting had ik graag de stand
van zaken geweten.

popularité. Les PME condamnent
sans appel l'immobilisme de
l'équipe Verhofstadt dans quatre
dossiers importants: la
simplification administrative, le
statut social des indépendants, le
statut du conjoint aidant et la
réforme de l'impôt des sociétés.
Dans ce dernier dossier, les
écologistes veulent soumettre les
voitures de société à une
réglementation plus sévère.

Où en sont tous ces dossiers?
Que pense le ministre des
propositions formulées par les
écologistes?

Où en est la table ronde chargée
du problème de la sécurité sociale
des indépendants? Qui y sera
invité? Un ordre du jour a-t-il déjà
été établi?

04.02 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, collega Pieters, u

weet dat de premier heeft aangekondigd dat hijzelf het hoofd van een
soort task force is geworden. Hij heeft daarover twee opeenvolgende
nota's op de Ministerraad voorgesteld om een werkwijze af te
spreken. Wij hebben ook een timing afgesproken om een aantal
maatregelen voor te bereiden.

Het ontwerp van wet waarmee het eenheidsloket wordt ingevoerd, is
klaar. De heer Picqué is deze week spijtig genoeg in het buitenland.
Daarom zal het pas volgende week op de agenda van de Ministerraad
worden geplaatst. Dit is de meest fundamentele maatregel die wij
kunnen nemen om de administratieve vereenvoudiging in de feiten bij
de mensen te brengen. Hierdoor creëren wij immers een uniek
ingangspunt waarlangs nadien de formaliteiten kunnen worden
vervuld.

Ik zal meteen antwoorden op uw vraag over het sociaal statuut, dan is
het van de baan.

Ik heb persoonlijk met collega Vandenbroucke een aantal gesprekken
gevoerd om morgen of volgende week op het kernkabinet een
voorstel te doen. De samenstelling van de rondetafel zoals wij ze
vandaag hebben gepland, komt overeen met de samenstelling van
het beheerscomité van de RSVZ, met inbegrip van de
plaatsvervangers. Daarnaast kunnen eventueel, voor specifieke
onderwerpen, bijkomende personen worden betrokken, maar het lijkt
ons logisch dat de betrokken partijen die aan tafel zitten ook het
woord voeren.

Ik kom op de timing. De regering wil begin maart een laatste
rondetafel opstarten en wil voor de zomervakantie klaar zijn met een
ontwerp. In de prioriteitennota staat immers ingeschreven dat op 1
januari 2003 een meerjarenplan aangaande het sociaal statuut van de
zelfstandige in werking moet treden. Men moet over die planning

04.02 Rik Daems, ministre: La

préparation de la simplification
administrative sera poursuivie par
une Task Force dirigée par le
premier ministre. Un calendrier
sera fixé. Le projet de loi sur le
guichet unique est prêt. La
semaine prochaine, il pourra être
examiné au conseil des ministres.
Ce guichet unique est précisément
un point très important.

M. Vandenbroucke et moi-même
soumettrons sous peu une
proposition sur le statut social au
comité ministériel restreint. La
table ronde réunira les partenaires
du comité de gestion de l'INASTI,
y compris les suppléants. Le
gouvernement entend lancer la
table ronde au début du mois de
mars et souhaite qu'un projet voie
le jour avant les vacances
parlementaires. D'ici au 1

janvier

2003, il faudra un plan pluriannuel
pour les travailleurs indépendants
fondé sur les rapports Cantillon
ainsi que sur mon plan pour les
classes moyennes, avis inclus. La
table ronde pour les travailleurs
indépendants coexistera avec la
table ronde générale de la sécurité
sociale pour les travailleurs
salariés.

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

beschikken voordat men de begrotingsbesprekingen kan voeren.

De gesprekken zullen worden gevoerd op basis van de twee
rapporten-Cantillon en mijn middenstandplan inclusief het voorlopig
advies van de Hoge Raad. Het rondetafelgesprek over de sociale
zekerheid vindt plaats na de rondetafel over het sociaal statuut van de
zelfstandigen. De prioriteitennota stelt immers dat de uitvoering van
de conclusies op 1 januari 2003 van start moeten kunnen gaan.

Wat de meewerkende echtgeno(o)t(e) betreft, had ik de wetswijziging
willen doorvoeren middels een koninklijk besluit. Uiteindelijk heb ik
daarvan afgezien, niet alleen om de bespreking in de Kamer te
kunnen voeren maar ook omwille van de verregaande fiscale
gevolgen die ik niet correct had ingeschat. Een koninklijk besluit zou
het mogelijk maken een belangrijk deel van de wet reeds in uitvoering
te brengen. Ik heb geoordeeld dat het verstandiger is dit punt aan te
brengen als de problematiek van de fiscaliteit is afgerond.

Wat de vennootschapsbelasting betreft, wacht ik het voorstel in van
minister Reynders waarop we ons zullen baseren.

Ik hoop dat u begrijpt dat ik geen zin heb voorstellen van andere
collega's te becommentariëren. De regering moet haar werk doen.
Het Parlement heeft het recht zijn oordeel hierover te ventileren.

Mieux vaut régler le statut du
conjoint aidant par le biais d'une
loi, compte tenu de ses
importantes implications fiscales.

Quant au nouvel impôt des
sociétés, j'attends la proposition
de M. Reynders.

04.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, u zegt dat de

eerste minister een task force heeft opgericht. Zal de task force
rekening houden met de dienst administratieve vereenvoudiging of
laat hij deze dienst links liggen?

04.03 Trees Pieters (CD&V): Le

premier ministre a créé une task
force, mais celle-ci comprend-il le
service de la Simplification
administrative?

04.04 Minister Rik Daems: De dienst administratieve

vereenvoudiging ressorteert inderdaad onder de bevoegdheden van
de eerste minister.

04.04 Rik Daems, ministre: Oui.

04.05 Trees Pieters (CD&V): Dat maakt dus deel uit van de task

force.

Mijnheer de minister, het verheugt me dat het ontwerp inzake het
eenheidsloket volgende week in de Ministerraad wordt besproken.
We wachten af hoe de regering dit loket geconcipieerd heeft. U hebt
meegedeeld dat het rondetafelgesprek voor de sociale zekerheid zal
plaatsvinden. Bijgevolg hoef ik mijn vraag nr. 6463 niet te stellen.
Welke instanties zullen er buiten het RSVZ nog worden uitgenodigd?

04.05 Trees Pieters (CD&V): Le

projet relatif au guichet unique
sera soumis au Conseil des
ministres la semaine prochaine.
Nous attendons donc les résultats
de cette réunion. Quels
partenaires ont-ils participé à la
table ronde? Quel en est l'ordre du
jour?

04.06 Minister Rik Daems: De samenstelling is dezelfde als die van

het beheercomité van het RSVZ.

04.06 Rik Daems, ministre: Sa

composition est calquée sur celle
du comité de gestion de l'INASTI.
L'ordre du jour sera fixé lors de la
première réunion.

04.07 Trees Pieters (CD&V): Dit betekent dat de vertegenwoordigers

in het RSVZ ook uitgenodigd worden voor de rondetafel. U hebt nog
geen concrete agenda afgesproken?

04.08 Minister Rik Daems: Neen, de agenda wordt normaliter

vastgelegd tijdens de eerste vergadering.

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

04.09 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, u zegt rekening te

zullen houden met de rapporten-Cantillon. Men heeft 1 jaar moeten
wachten op de beide rapporten. Het is niet meer dan normaal dat men
er rekening mee houdt. Het laatste rapport dat werd toegelicht in de
subcommissie was revelerend. Het geeft weliswaar geen oplossingen
of bevat geen becijferingen. De doorlichting van de groep van
zelfstandigen die op dit ogenblik en in de toekomst van een pensioen
zullen moeten genieten is revelerend.

Alhoewel het initiatief van een rondetafelgesprek te installeren naast
deze voor de werknemers geen slecht initiatief is, verdaagt men op
die manier opnieuw de problemen. De prioriteitennota vermeldt wel
dat een meerjarenplan moet klaar zijn tegen 1 januari 2003. Onder de
voogdij van minister Vandenbroucke en Onkelinx slabbakte deze
rondetafel. Ik hoop dat deze rondetafel een beter leven beschoren is
en er wel werk gemaakt wordt van een beter statuut voor de
zelfstandigen.

04.09 Trees Pieters (CD&V): Les

rapports existants relatifs au statut
des travailleurs indépendants
n'augurent rien de bon. Je crains
que la mise en place d'une
deuxième table ronde, consacrée
aux travailleurs indépendants, à
côté de celle des travailleurs
salariés, ne fasse que reporter le
problème. Les négociaitions avec
les ministres Vandenbroucke et
Onkelinx progressent très
difficilement.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven

en Participaties, belast met Middenstand, over "het stakingsrecht" (nr. 6373)

05 Question de M. Geert Bourgeois au ministre des Télécommunications et des Entreprises et

Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "le droit de grève" (n° 6373)

05.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, minister

Verwilghen verwacht me, dus zou ik nog net voldoende tijd hebben
voor mijn betoog. Daarom zal ik de voorgeschiedenis weglaten. Ik
verwijs naar de State of the Union, gevolgd door de publieke
discussie. Vervolgens kwam de prioriteitennota, waarin sprake is van
een gedifferentieerde behandeling van de KMO's. Ik heb uw interview
voor ogen in de "Financieel Economische Tijd", waarin u zegt geen
sociale bemiddelaars te wensen in de KMO's, maar wel een aparte
regeling te wensen voor KMO's. Vervolgens was er de NAR, de
sociale partners die elkaar hebben gevonden en een afspraak hebben
gemaakt. Zij noemden het een "herenakkoord", waarin werd gesteld
dat de werkgevers zich niet tot de rechtbanken zullen wenden en
alleszins geen beroep zullen doen op het eenzijdig verzoekschrift. De
werknemers zeggen dat zij feitelijkheden en wilde stakingen zullen
vermijden, hetgeen zij zullen pogen vol te houden gedurende één jaar
om nadien te evalueren.

Ik heb uw collega Onkelinx ondervraagd. Ze heeft me gezegd, als
dame van stand, dit "herenakkoord" te onderschrijven en in de
Ministerraad te zullen verdedigen. Ze zal ook vragen dat de regering
zich ervan onthoudt om wettelijke maatregelen te treffen.

Mijn vragen zijn de volgende. Hoe ziet u de hervorming van het
stakingsrecht in de privé-sector in het algemeen en voor de KMO's in
het bijzonder? Moet het eenzijdig verzoekschrift worden afgeschaft?
Wordt er best vóór of na het adiëren van de rechtbank bemiddeld?
Dat vond ik toch een zeer zwak punt in de aanvankelijke plannen. Is
het inmiddels zó dat uw collega Onkelinx aan de regering heeft
gevraagd om het akkoord te "bekrachtigen" en dat de regering zich
dus onthoudt van wettelijke maatregelen, minstens gedurende die
periode van 1 jaar?

05.01 Geert Bourgeois (VU&ID):

Le règlement des conflits sociaux
dans les PME a déjà été abordé à
plusieurs occasions. Les
employeurs et les salariés ont
conclu à ce sujet un gentlemen's
agreement selon lequel les
patrons s'engagent à ne pas faire
appel aux tribunaux et les
syndicats prennent l'engagement
de ne pas déclencher de grèves
sauvages.

Comment le ministre conçoit-il
personnellement la réforme du
droit de grève dans le secteur
privé et dans les PME? La ministre
Onkelinx aurait demandé que cet
accord soit entériné et qu'aucune
autre mesure ne soit prise pendant
un an. Le gouvernement
accédera-t-il à sa demande?

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

05.02 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben

een groot voorstander van autoregulatie. Als de markt zichzelf kan
reguleren, waarom niet? Ik denk dat het protocol inzake het regelen
van collectieve geschillen ik heb hier een bijlage bij de hand die ik u
zal overhandigen voor het verslag een voorbeeld is van
autoregulering. Wat mij betreft is dit een zaak waaraan ik me
persoonlijk zou wensen te houden. Er werden afspraken gemaakt,
niet alleen betreffende dit aspect, want een aantal aspecten zijn in het
kader van afspraken geregeld tussen de sociale partners. Het werd
ook al besproken in het kernkabinet. Wij hebben het standpunt
ingenomen dat indien dit "herenakkoord" bestaat en de sociale
partners ermee kunnen leven, wij ons daarmee niet meer zullen
inlaten, aangezien het geen elementen bevat die tegen onze mening
indruisen. Mevrouw Onkelinx heeft dat naar voren gebracht en dat zal
de leidraad zijn voor het volgende jaar.

05.02 Rik Daems, ministre: Je

ferai parvenir le protocole à la
commission.

Je suis un grand partisan de
l'autorégulation. Par conséquent,
je souscris volontiers à ce type de
protocoles. Lorsque les
interlocuteurs sociaux concluent
des accords qui ne sont pas
contraires à la vision du
gouvernement, nous ne devons
pas nous en mêler en tant que
gouvernement.

05.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de minister, het gaat

natuurlijk maar om een protocol. Ik bedoel dat u niet kunt verhinderen
dat er wel wilde stakingen zullen zijn, dat er wel naar de rechtbank zal
worden gestapt.

Ik noteer dat de regering nu geen wettelijke initiatieven neemt en dat
dit het standpunt is van niet alleen minister Onkelinx maar van de hele
regering.

05.03 Geert Bourgeois (VU&ID):

Le gouvernement ne prend donc
pas d'initiatives législatives. J'attire
toutefois l'attention sur le fait qu'un
protocole n'est qu'un protocole et
qu'il n'exclut donc pas les grèves
sauvages.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, belast met Middenstand, over "het beroep van landmeter" (nr. 6431)

06 Question de Mme Trees Pieters au ministre des Télécommunications et des Entreprises et

Participations publiques, chargé des Classes Moyennes, sur "la profession de géomètre" (n° 6431)

06.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, reeds vrij lang sleept dit probleem aan. Wanneer ik de
verslagen van de Senaat inkeek, stelde ik vast dat een collega u
daaromtrent heeft ondervraagd en met deze vraag wil ik nog even
dieper ingaan op het probleem.

Het beroep van landmeter is nog altijd niet wettelijk beschermd en
heeft geen deontologische code. Veel ambtenaren oefenen het
beroep van landmeter in bijberoep uit, wat de situatie bemoeilijkt. Dat
zorgt namelijk voor enige concurrentie en juridisch onduidelijke
situaties.

Aan de collega uit de Senaat hebt u geantwoord dat er op de
Ministerraad van 22 februari 2002 een ontwerp behandeld zou worden
dat het statuut van de landmeters regelt. Is dat gebeurd? Wat is de
stand van zaken van die ontwerptekst? Is er rekening gehouden met
de opmerkingen van collega-senator Jan Steverlynck over de
oneerlijke concurrentie van de landmeters-ambtenaren? Wanneer zal
dat ontwerp in de Kamer worden besproken?

06.01 Trees Pieters (CD&V): Les

fonctionnaires qui exercent la
profession de géomètre à titre
accessoire sont au centre de
nombreux litiges.

Le 22 février, un projet relatif à
cette matière devait être déposé
au conseil des ministres. L'a-t-il
été? Quand sera-t-il déposé à la
Chambre? Quelles sont les idées-
force du nouveau règlement?

06.02 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, collega Pieters, ik

heb het ontwerp ter bescherming van de titel en het beroep van
expert-landmeter aan de Ministerraad van 22 februari 2002
voorgelegd zoals ik had beloofd. Er moeten een aantal kleine
tekstaanpassingen gebeuren, waarna het dossier eerstdaags voor

06.02 Rik Daems, ministre: Le 22

février, j'ai présenté le projet au
Conseil des ministres qui l'a
adopté. Un certain nombre de
corrections ont été apportées au

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

advies binnen de twee maanden naar de Raad van State wordt
gestuurd. Als het van de Raad van State terugkomt, zal het opnieuw
in de Ministerraad worden besproken, waarna het in de Kamer wordt
ingediend. Als alles goed verloopt, kan die indiening nog vóór het
zomerreces in de Kamer plaatsvinden en is de bespreking daarover
afhankelijk van de snelheid van werken. Ik vraag voor dat dossier niet
de urgentie, want het lijkt mij logisch dat die wet op 1 januari 2003 van
kracht zal zijn. De stemming zou dus vóór het einde van 2002 moeten
plaatsvinden.

Over het ontwerp wil ik enkele punten aanhalen.

De bescherming van de titel en de uitoefening van het beroep wordt
verleend aan alle landmeters, ongeacht of zij zelfstandige,
loontrekkende of ambtenaar zijn. Het vereiste diploma en de
eedaflegging zijn de twee enige voorwaarden. De inschrijving in de
tabel van de federale expert-landmeters is echter voorbehouden voor
de landmeters die dat beroep op zelfstandige basis uitoefenen.
Daarmee kom ik tegemoet aan de opmerking van de heer
Steverlynck.

De mogelijkheid bestaat dat zelfstandigen de landmeting als bijberoep
uitoefenen. Die groep vormt een speciale categorie. Het gaat om
landmeters van het kadaster die van de voogdijoverheid de toelating
hebben gekregen om te cumuleren.

Alleen de landmeters ingeschreven in de tabel zullen aan de
deontologische regels worden onderworpen en alleen zij zullen die
activiteit kunnen uitoefenen. In het Parlement zullen wij dat verder
onderzoeken zodat wij eventueel rekening kunnen houden met
opmerkingen van de collega's.

Dat dossier sleept al lang aan en is nu eindelijk door de Ministerraad
behandeld. Dat lijkt mij het belangrijkste.

texte. Le projet vient d'être envoyé
pour avis au Conseil d'Etat. Il
pourra peut-être encore être
examiné avant les vacances d'été.

La protection du titre et de
l'exercice de la profession est
accordée à tous les géomètres.
L'inscription au tableau du Conseil
fédéral des experts-géomètres est
cependant réservée aux
indépendants à titre principal ou
complémentaire, et donc aux
géomètres du cadastre. Le
ministre Reynders pourra vous
fournir des précisions à ce sujet.
Seuls les géomètres inscrits au
tableau doivent respecter les
règles déontologiques qui seront
fixées par arrêté royal après que le
Conseil supérieur des
indépendants et des PME aura
rendu son avis.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven,

belast met Middenstand, over "de wijziging van de wet op de handelsvestigingen" (nr. 6554)

07 Question de Mme Trees Pieters au ministre des Télécommunications et des Entreprises et

Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "la modification de la loi relative aux
implantations commerciales" (n° 6554)

07.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, deze vraag vind ik erg belangrijk en erg actueel. Een
raamakkoord, goedgekeurd op 8 februari 2002 door u en minister
Picqué, zou op vrijdag 22 februari 2002 door de Ministerraad in een
wetsontwerp zijn omgezet, dat na advies van de Raad van State
uiteindelijk in het Parlement zal terechtkomen.

In de kranten hebben wij de inhoud van dat ontwerp kunnen lezen.
Ten eerste, de procedure zal veel korter worden wat op zich goed is
omdat enkele instanties uitgeschakeld worden. Maar is het een goede
manier om de provinciale comités en het sociaal-economische comité
uit te schakelen en alles te concentreren in een nieuw, nationaal
comité? Ten tweede, de gemeenten krijgen door dat ontwerp een erg
grote bevoegdheid.

07.01 Trees Pieters (CD&V): Lors

du Conseil des ministres du 8
février, un accord cadre a été
adopté. Dans l'intervalle, celui-ci a
été transformé en projet de loi
portant modification de la loi
relative aux implantations
commerciales.

Il s'agit d'une loi fédérale de la plus
haute importance. L'inoccupation
de petits commerces indique que
les petits commerçants ont besoin
de soutien. Ces dernières années,

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Vandaag de dag zijn er zeer weinig gemeenten die een goedgekeurd
structuurplan hebben. Toch zouden zij over de inplanting van
dergelijke belangrijke centra moeten gaan beslissen. U schaft af wat
in de vroegere wet zone 1 werd genoemd en beperkt zich tot zone 2,
vanaf een bruto oppervlakte van 1.500 m². U spreekt niet meer over
een netto-oppervlakte. Uit studies is duidelijk gebleken dat de
leegstand van winkels in veel van onze steden en gemeenten
drastisch is gestegen. Heel recent nog werd gepubliceerd dat 724
lokale voedingswinkels moeten sluiten. De wet op de handelsvestiging
is nog steeds een federale wet waarover door drie federale ministers
en één gewestminister in het interministerieel comité in geval van
beroep op het allerhoogste niveau wordt beslist. Er zijn in deze
legislatuur welgeteld veertig dossiers voorgekomen die allemaal
positief afgehandeld zijn. We zitten met een aantal heel delicate
dossiers die onder meer in onze commissie aan minister Picqué
werden voorgelegd. Ik denk aan het Cora-dossier dat het
commercieel leegzuigen van een groot deel van zuid-West-
Vlaanderen kan impliceren wanneer het tot stand komt. Het belang
van een goede procedure en een goede opvolging van de wet op de
handelsvestiging of een goede heroriëntering is dus niet klein.

Na de problematiek geschetst te hebben, vernam ik graag wat de
krachtlijnen zijn van het wetsontwerp. Mijnheer de minister, hoe zult u
hierin het kernversterkend beleid vorm en gestalte geven? Vreest u
niet dat door het ontwerp waarbij u veel sprongen maakt, de
middenstands- en buurtwinkels helemaal zullen verdwijnen of in hun
rechten worden geschaad?

Kunt u de cijfers over de toegenomen leegstand die zich voornamelijk
in Vlaanderen voordoet, bevestigen?

Hoe verantwoordt u de systematische keuze van het interministerieel
comité voor grote winkelbedrijven? Zoals ik net zei, werden de 40
dossiers die aan bod kwamen, allemaal goedgekeurd.

Ik beklemtoon ook nog even de rol van de gemeenten. Dat nog zeer
weinig gemeenten beschikken over een structuurplan waardoor ze de
ordening van hun gemeente in handen hebben, beschouw ik als een
zeer groot probleem.

le comité interministériel a
systématiquement pris le parti des
grandes chaînes de magasins
dans des dossiers délicats.

Quelles sont les lignes de force du
nouveau projet? Portera-t-il
atteinte aux magasins de
proximité? Est-ce la méthode
choisie pour mettre en oeuvre la
politique de promotion des centres
urbains? Pourquoi les grandes
chaînes de magasins sont-elles
toujours privilégiées? Quel rôle les
communes jouent-elles dans ce
dossier?

07.02 Minister Rik Daems: Mevrouw Pieters, we hebben de u

welbekende oude procedure die toch wel erg omslachtig was,
onderzocht en ze veranderd in een vrij eenvoudig systeem. Het komt
erop neer dat we stellen dat alles van minder dan 600 m² geen
sociaal-economische vergunning behoeft. Dat betekent dat alles
daarboven wel zo'n vergunning nodig heeft.

Tussen 600 en 1.000 m² is een eenvoudig akkoord van het College
van Burgemeester en Schepenen voldoende. Vanuit uw oogpunt zult
u dan vragen waar de belangen van de middenstand blijven. We
kunnen er toch van uitgaan dat elk College van Burgemeester en
Schepenen een schepen van Middenstand heeft. Heel vaak wordt
daar met de gevoeligheid van de middenstand zeker even
gemakkelijk zo niet gemakkelijker rekening gehouden dan in grote
sociaal-economische comités. Ik meen dat de feiten dat ook uitwijzen.
Het is een systeem waarbij men als betrokken partij achteraf natuurlijk
altijd naar de Raad van State kan stappen.

07.02 Rik Daems, ministre:

L'autorisation économique n'est
pas requise pour les surfaces de
moins de 600

. Pour les

surfaces comprises entre 600 en
1.000 m

, l'accord du collège des

bourgmestre et échevins suffit.
L'échevin des classes moyennes
est la personne tout indiquée pour
défendre les intérêts des petits
indépendants. Pour les surfaces
excédant 1.000 m

, le dossier est

transmis pour avis au comité
socio-économique de la
distribution. Le collège communal
doit alors attendre l'avis dudit
comité pour statuer. La décision

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Voor oppervlakten boven de 1.000 m² wordt de procedure wel heel
erg vereenvoudigd. In eerste instantie moet een dossier voor advies
aan het Nationaal Economisch Comité voor de Distributie worden
voorgelegd. Die instelling is de fusie van het huidig Sociaal-
Economisch Comité en de huidige Nationale Commissie voor de
Distributie. Men moet dus eerst naar dat comité gaan en vervolgens
naar het College van Burgemeester en Schepenen. Vervolgens kan
men beroep aantekenen bij het interministerieel comité, waarna er
altijd nog de Raad van State is. In de tweede procedure voor
vestigingen boven 1.000

m² wordt de termijn van 180 dagen

teruggebracht tot maximaal 85 dagen.

Dit betekent heel concreet dat het comité 26 leden telt waarvan er 16
effectief zetelen per dossier. Ik zal u de schriftelijke versie van het
antwoord bezorgen zodat u over alle details beschikt. Het gaat om 4
vertegenwoordigers van de federale ministers van Economie,
Mobiliteit en Vervoer en Werkgelegenheid, 6 vertegenwoordigers van
de gewestregeringen, 3 vertegenwoordigers van de vakbonden, 9
vertegenwoordigers van de middenstand, 2 vertegenwoordigers van
de grootdistributie en 2 vertegenwoordigers van de verbruikers.

Dit betekent heel concreet dat we 2 ontwerpen hebben. Er is ten
eerste een voorontwerp van wet betreffende de handelsvestigingen
waarbij de procedure heel ingrijpend wordt ingekort. Bijvoorbeeld voor
de kleinere vestigingen tussen 600 en 1.000 m² moet men een
aanvraag indienen bij het college met de mogelijkheid om als
belanghebbende in beroep te gaan bij de Raad van State. Het tweede
is een ontwerp van koninklijk besluit waarin de organisatie, de
werkingsmodaliteiten en de samenstelling van het nieuw sociaal-
economisch comité voor de distributie worden bepaald. Dit ontwerp
gaat naar de Raad van State. Er moeten ook enkele formaliteiten
inzake begrotingscontrole worden vervuld en daarna zal dit worden
ingevoerd. Dit is een zeer verregaande administratieve
vereenvoudiging.

Vanuit de invalshoek van de middenstand zult u merken dat ik de
grens van 1.500 m², die vroeger bestond, heb teruggebracht naar
1.000 m². Voor vestigingen van minder dan 1.000 m² is de snelheid
van de procedure verhoogd en het aantal benodigde adviezen
verminderd. Een oppervlakte van 1.000 m² is niet echt groot meer.
Boven de 1.000 m² zal er in tegenstelling tot vroeger sneller een vrij
uitvoerend advies worden verstrekt.

Op de twee andere vragen over de toegenomen leegstand kan ik
moeilijk antwoorden omdat ik dit niet heb verwerkt in mijn antwoord. Ik
heb mijn administratie wel gevraagd om dit eens grondig te bekijken.
U weet dat dit een ingewikkelde affaire is want de vraag is wie die
leegstand moet aanpakken. Hoe kunnen die panden bezet worden
voor middenstandsactiviteiten? Vooral de gemeenten zullen daarin
een belangrijke rol moeten spelen.

De vraag werd ook gesteld waarom er vooral voor de grotere
oppervlakten zoveel positieve adviezen werden gegeven. Ik kan u het
antwoord hierop niet geven. Ik moet dit samen met u vaststellen. Ik
stel ook vast dat alle vertegenwoordigers aanwezig zijn als die
adviezen worden verstrekt. Dit betekent waarschijnlijk dat de
belangen van de kleinere zaken in al die gevallen in niet overdreven

peut toujours faire l'objet d'un
recours.

Le comité susmentionné se
compose de 26 membres mais 16
membres seulement sont
convoqués par dossier. Les
gouvernements fédéral et
régionaux, les syndicats, les
classes moyennes, la grande
distribution et les usagers sont
représentés au sein du comité.

Actuellement, deux projets d'arrêté
royal sont à l'étude: le projet qui
fixe les critères dont le comité
socio-économique doit tenir
compte lors de l'examen des
demandes relatives à des
implantations commerciales et le
projet qui détermine la
composition du comité
interministériel pour la distribution.

Il s'agit donc d'une simplification
administrative très poussée. Le
délai d'obtention de l'autorisation
est ramené de 180 jours à
maximum de 85 jours.

J'ai demandé à mes services
d'examiner le problème de
l'augmentation du nombre de
surfaces inoccupées. Les
communes pourront jouer un rôle
positif dans ce cadre.

Tout comme vous, je ne peux que
constater que davantage d'avis
positifs sont rendus pour des
affaires concernant de plus
grandes superficies. Je suis
incapable d'expliquer ce
phénomène.

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

mate zijn geschaad want anders zou men tot andere adviezen zijn
gekomen.

07.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik ga akkoord met

de verregaande administratieve vereenvoudiging. Dit is een positief
punt.

De behandeling van de aanvragen voor oppervlakten tot 1.000 m²
werden aan de gemeenten toevertrouwd. Op zich is dit niet zoveel.
Onze winkels worden steeds groter. Voor het kernversterkend beleid
is dit wel veel. Als de leegstaande winkelpanden moeten worden
opgevuld, dan moet men dit verdelen in veel kleinere entiteiten. Op
dat punt strookt mijn visie niet met de uwe. Ik weet dat er overal een
lokale schepen van Middenstand is. De ene heeft echter al meer oog
voor die problematiek als de andere.

De cijfers waarover ik beschik, lijken mij te kloppen. In heel veel
steden en gemeenten kan men vaststellen dat er in de centrumstraten
heel veel leegstand is. Dit wordt een heel belangrijk probleem. Dit
doet mij denken aan de downtown-steden van Amerika waarvoor men
ook jaren heeft moeten vechten om ze terug leefbaar te maken.

Wat de adviezen van het interministerieel comité betreft, weet u net
zo goed als ik dat deze adviezen eenparig moeten zijn. Bij afwijking
van een enkel advies volgt er geen goedkeuring. Vroeger was het
vaak zo dat een of meer ministers afweken, goed wetende dat het
niet-tekenen van een dossier betekende dat de grote oppervlakte er
niet zou komen. Dit is dus bijzonder ingrijpend en ik zal afwachten wat
er in het wetsontwerp geformuleerd wordt.

07.03 Trees Pieters (CD&V): La

simplification administrative est un
point positif.

La politique de promotion des
centres urbains doit être
poursuivie. La superficie
commerciale de 1.000 m

pour

laquelle la commune serait libre de
prendre une décision est trop
importante. La superficie
commerciale inoccupée dans les
rues du centre est trop grande.

Les avis du comité interministériel
requièrent l'unanimité. En l'espèce,
ce n'est donc pas chose aisée. Il
est bien évident que je reviendrai
sur ce dossier lors de l'examen du
projet de loi.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07.04 De voorzitter: Mevrouw Pieters wenst haar vraag nr. 6557 over

het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot te verdagen tot
een volgende bijeenkomst. Aangezien de minister dit in een
wetsontwerp giet, wenst zij te wachten tot de minister op de volgende
bijeenkomst al wat meer inzicht in de problematiek zal hebben.

07.04 Le président: Mme Pieters

reporte sa question n° 6557
relative au statut social du conjoint
aidant, à laquelle le ministre a
d'ailleurs déjà brièvement
répondu.

08 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, belast met Middenstand, over "het sociaal plan voor kinesitherapeuten
participatiefonds" (nr. 6555)

08 Question de Mme Trees Pieters au ministre des Télécommunications et des Entreprises et

Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "le plan social pour les kinésithérapeutes
et le fonds de participation" (n° 6555)

08.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, vorige week heb ik minister Vandenbroucke uitgebreid
ondervraagd over zijn plan om voor de kinesitherapeuten die hij wil
afstoten een bedrag van 25.000 euro per kinesist uit te trekken, wat in
het totaal neerkomt op zowat 1,3 miljard.

De minister zou dit op het Participatiefonds verhalen en ik heb hem
uitgelegd dat dit niet de opdracht is van het fonds. De opdracht van dit
fonds is namelijk bedrijven of zelfstandigen te steunen. Het is niet de
bedoeling dat hieruit fondsen geput worden om activiteiten van
bedrijven of zelfstandigen te doen stoppen. De minister heeft beaamd

08.01 Trees Pieters (CD&V): Le

ministre Vandenbroucke aurait
l'intention d'affecter des moyens
du Fonds de participation au
financement de la prime de départ
des kinesithérapeutes: 25.000
euros par kinesithérapeute. M.
Daems partage-t-il ce point de
vue? Qu'en est-il de la nécessaire
modification de la loi? Il nous
semble que cette aide ne relève

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

dat er een wettelijke lacune is en dat dit zou moeten worden opgevuld
met een ontwerp dat van u en van hem zou komen. Er zouden met u
hierover reeds gesprekken gevoerd zijn. In dit kader had ik graag
geweten hoe u dit zal doen, wanneer dit zal gebeuren en of u ermee
akkoord gaat dat een belangrijk pakket van de middelen van het
Participatiefonds voor deze doeleinden wordt aangewend? Het
Participatiefonds bevat 3 miljard aan middelen, wat niet zo denderend
veel is, maar waarmee men toch goed kan werken. Mits een kleine
input kan het gemakkelijk gereactiveerd worden.

Gisteren vernam ik echter dat minister Onkelinx dit Participatiefonds
opnieuw zal aanwenden voor het zogenaamde Rosetta-II-plan. Het
gaat hierbij slechts om een uitbreiding van de achtergestelde leningen
bij dat Participatiefonds. Wij hebben hier echter geen zicht op, want er
is geen andere informatie beschikbaar. Wij zullen moeten afwachten
hoe dit alles concreet zal worden uitgewerkt. Er zijn echter al een paar
opmerkingen geformuleerd over het feit dat het niet zo evident is dat
iedere werkloze op dit Participatiefonds beroep kan doen. Het fonds
hanteert een aantal regels bij het goedkeuren van haar dossiers,
zoals de vraag of het hier wel gaat om een startende zelfstandige in
een sector die reeds zeer zware concurrentie heeft. Dit zijn zaken die
ook voor het Rosetta-II-plan gelden. Essentieel had ik het hier
eigenlijk over de kinesisten en de middelen en alsook over het
Rosetta-II-plan en de middelen.

pas du Fonds de participation, qui
est chargé d'aider et
d'accompagner les nouveaux
indépendants. Or, ce Fonds ne
dispose que de 3 milliards.

En outre, Mme Onkelinx souhaite
étendre le régime des prêts
subordonnés dans le cadre de son
plan Rosetta 2. Le Fonds dispose-
t-il de moyens suffisants pour
financer ces prêts?

08.02 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, collega's, het is

eigenlijk vrij eenvoudig. Het Participatiefonds is een instrument dat
volgens mij te weinig wordt gebruikt. Het kan eigenlijk heel wat meer
activiteiten aan: het verlenen van leningen aan zelfstandigen en
KMO's, enerzijds, en de achtergestelde leningen aan werklozen die
een zelfstandige activiteit willen ontplooien en een investeringsproject
voorleggen, anderzijds. In die optiek kan het Participatiefonds bij
uitstek het instrument zijn om met betrekking tot zelfstandigen in
begeleiding te voorzien, omdat men daar reeds een zekere expertise
heeft. Jonge werklozen die hun werkloosheidsuitkering laten activeren
of mensen die, bijvoorbeeld, uit het beroep treden wegens een
overaanbod, kunnen dit via het Participatiefonds op materieel vlak
gemakkelijker laten verlopen. De financiering voor Rosetta komt van
het RVA, dat de middelen voor het Participatiefonds ter beschikking
stelt. Voor de kinesitherapeuten stelt het RIZIV de middelen ter
beschikking. Volgens mij is het een optimalisatie van een instrument
dat voor zelfstandigen is ontworpen en omdat er heel wat meer
expertise voorhanden is moet men dat oordeelkundig gebruiken. Dat
zal op termijn aanleiding geven tot meer soortgelijke initiatieven,
waarbij er op termijn een participatiefonds komt dat het instrument bij
uitstek is om problemen van zelfstandigen op te vangen. Ik denk aan
problemen bij het starten, het doorgroeien, het willen uittreden,
enzovoort. Het is niet zo dat de bestaande middelen voor deze
initiatieven worden aangewend. Het verheugt me dat ik mijn collega's
kan overtuigen om via het Participatiefonds deze activiteiten uit te
oefenen. Ze kunnen dan immers zeker zijn van de expertise die er
wordt aangewend bij de behandeling van de dossiers.

08.02 Rik Daems, ministre: Le

Fonds de participation accorde
des prêts aux indépendants mais
également aux chômeurs qui
désirent s'établir comme
indépendant. Les départs d'une
profession sont réglés par le biais
du Fonds de participation mais le
plan Rosetta est financé par le
biais de l'ONEm. Pour les
kinésithérapeutes, le départ se fait
par le biais de l'INAMI. Plus les
initiatives sont nombreuses, plus
le Fonds de participation acquiert
de l'expérience, améliorant ainsi
sans cesse son fonctionnement.
La loi sera modifiée dans les plus
brefs délais.

08.03 Trees Pieters (CD&V): Er moet wel nog een wetswijziging

gebeuren.

08.04 Minister Rik Daems: Dat is zo, maar die zaak is in

voorbereiding. Bij deze regering wil men steeds op tijd zeggen wat

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

men van plan is, maar ik moet u nu wel het antwoord schuldig blijven
op de vraag hoe snel het er zal komen. Ik hoop natuurlijk zo snel
mogelijk.

08.05 Trees Pieters (CD&V): Het Rosetta-plan wordt dus gestijfd

door middelen van de RVA die naar het Participatiefonds worden
gestuurd, waarbij de eerste achtergestelde leningen vanuit de
solidariteitsbijdrage van de zelfstandigen zelf komen.

08.06 Minister Rik Daems: Inderdaad.

08.05 Trees Pieters (CD&V): Le

Plan Rosetta 2 sera donc financé
par l'ONEm, tandis que les prêts
subordonnés antérieurs étaient
financés par les cotisations
sociales des indépendants. Est-ce
exact?

08.06 Rik Daems, ministre: En

effet.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de M. Richard Fournaux au ministre des Télécommunications et des Entreprises et

Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "les suites réservées par le
gouvernement au rapport final du Bureau fédéral du plan relatif aux charges administratives en
Belgique pour l'année 2000" (n° 6520)

09 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven

en Participaties, belast met Middenstand, over "het gevolg dat de regering geeft aan het eindrapport
van het Federaal Planbureau over de administratieve lasten in België voor het jaar 2000" (nr. 6520)

09.01 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le président, monsieur le

ministre, le Bureau du Plan a publié une petite étude sur l'impact des
charges administratives en Belgique relative à l'année 2000. Il semble
d'ailleurs que ce soit un thème fort à la mode. Très préoccupé par
cette problématique, je me pose la question de savoir s'il est
réellement possible de réduire ces charges administratives. En effet,
j'ai un peu l'impression que toute personne qui essaye de prendre des
initiatives à ce sujet se heurte, soit à toutes sortes de difficultés, soit à
l'impossibilité de parvenir à ses fins.

Il n'empêche que certaines propositions avaient été clairement
affichées par le gouvernement, via l'agence pour la simplification
administrative. Il était notamment prévu de faire en sorte qu'une
entreprise qui se lançait n'aurait à obtenir des autorisations que du
fédéral ou du régional, en supprimant l'intervention d'autres niveaux
de pouvoir, comme la députation permanente ou même parfois la
commune. Une autre proposition concernait l'établissement d'une
fiche d'impact administratif, pour faire en sorte que lorsqu'on édictait
un nouveau règlement ou une nouvelle loi, on essaye d'envisager ce
que cela pourrait représenter en termes de charges administratives
pour les entreprises. Les propositions concernaient donc des
domaines variés.

Comment le gouvernement réagit-il à la sortie du rapport du Bureau
fédéral du plan concernant l'année 2000? Indépendamment de ce
rapport, une série d'éléments qui avaient été annoncés ou promis,
sont-ils en voie de concrétisation?

09.01 Richard Fournaux (PSC):

Het probleem van de
administratieve lasten van de
ondernemingen is genoegzaam
bekend. De regering had zich er in
de regeringsverklaring nochtans
wel degelijk toe verbonden werk te
maken van een vereenvoudiging.

Ingevolge het verslag van het
Federaal Planbureau betreffende
de administratieve lasten voor het
jaar 2000, zal ik ingaan op enkele
punten met betrekking tot
startende ondernemingen.

Hoe ver staat het met één van uw
doelstellingen, namelijk het
formulier om de administratie te
beoordelen? Hoe reageert de
regering? Wat bestaat er nu
concreet?

09.02 Rik Daems, ministre: Monsieur le président, chers collègues,

l'étude a été réalisée à la demande du gouvernement et exécutée par
le Bureau fédéral du plan en collaboration avec le service pour la

09.02 Minister Rik Daems: Naar

aanleiding van deze studie, die
werd uitgevoerd op vraag van de

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

simplification administrative. L'intention était de pouvoir disposer d'une
mesure à zéro devant permettre de suivre l'évolution des charges
administratives à l'avenir.

A la suite de la publication des résultats de cette étude, le premier
ministre a proposé de constituer une "task force simplification
administrative" dans le but d'établir des priorités claires à ce sujet et
de coordonner les efforts en matière de simplification. Cette
proposition a été approuvée par le Conseil des ministres le 30 janvier
dernier. Tant le ministre des Affaires économiques que moi-même
faisons partie de la base de cette "task force".

Les priorités en matière de PME sont les suivantes: la création d'une
banque-carrefour des entreprises et le guichet unique. Comme je l'ai
dit à Mme Pieters vous n'étiez pas encore présent , ce projet de loi
est presque prêt et devrait passer la semaine prochaine en Conseil
des ministres. Différents projets de simplification comme
l'introduction d'une déclaration multifonctionnelle et la déclaration TVA
électronique accompagnent ce projet majeur.

En ce qui concerne les obligations administratives imposées aux
débutants, je soutiens la proposition du premier ministre pour arriver à
une seule déclaration au fédéral et une seule déclaration au régional.
Dans cette optique, nous avons travaillé avec DEUS déclaration
électronique unique starters.

En résumé, les lignes de force de ce projet sont les suivantes:
1. une réorientation globale des formalités pour starters;
2. la réalisation du principe d'une collecte unique de données;
3. l'intégration virtuelle des différentes procédures de déclaration et
d'enregistrement.

On évite ainsi des doubles comptages.

La réalisation de ce projet est fondamentalement liée au guichet
unique d'entreprise, à la mise en marche de la banque-carrefour et à
la modernisation du registre de commerce.

Ce projet est prêt. Nous avons un accord visant à sortir le registre de
commerce de la justice, à l'introduire dans la banque-carrefour, à
prendre le numéro de registre de commerce comme numéro unique
pour toute activité économique et à y "coller" un guichet unique qui
peut être concurrencé puisqu'une ASBL, formée par des institutions
reconnues aujourd'hui d'indépendants et autres, peut l'organiser dans
le cadre d'un esprit de compétition.

J'estime que nous avons franchi ainsi un pas énorme vers la
simplification administrative. En effet, ce projet aura deux effets.
L'existence d'une banque de données évitera le double comptage.
Une fois que la donnée sera "collée" au numéro unique de registre de
commerce, elle ne vous sera plus demandée. De plus, comme vous
aurez une entrée et une sortie uniques depuis le guichet unique, les
formalités se feront via la "black box".

Deux éléments sont en fait importants:
1. Il n'y aura plus de coût en termes d'activité pour l'indépendant ou
l'entreprise.
2. Il y aura un gain de temps de plus en plus important au fur et à

regering, heeft de minister
voorgesteld een "task force" voor
de horizontale administratieve
vereenvoudiging in te stellen om
de prioriteiten te bepalen en de
initiatieven op elkaar af te
stemmen. De minister van
Economische Zaken en ikzelf
zullen er deel van uitmaken.

Voor de KMO's hebben we de
volgende prioriteiten
vooropgesteld: een
"Kruispuntbank voor de
middenstand" oprichten en een
uniek ondernemingsnummer
invoeren; mijn project om het
handelsregister te moderniseren
en loketten voor erkende
ondernemingen in te voeren; de
projecten om de fiscale en sociale
wetgeving te vereenvoudigen.

Voor de beginnende
ondernemingen steun ik het
standpunt van de eerste minister:
één enkele federale en één enkele
regionale bedrijfsaangifte. Wij
hebben hiervoor het project DEUS
ontwikkeld.

Het ontwerp omvat een bijsturing
van de formaliteiten voor de
starters, verankert het principe van
de eenmalige inzameling en de
virtuele integratie van de
onderscheiden procedures van
aangifte en registratie via de
Kruispuntbank en door middel van
één enkel nummer. Het is nu
klaar. De diverse verenigingen
zullen daarbij worden betrokken.

Het systeem van de "black box",
dank zij hetwelk de
registratiekosten zullen kunnen
worden afgeschaft en waarvan de
snelheid afhankelijk zal zijn van de
modernisering van de
administratie, zal een
voorbeeldfunctie vervullen en de
gewestelijke aangifteprocedures
zullen daarop kunnen worden
afgestemd.

26/02/2002

CRIV 50

COM 673

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

mesure que l'administration se modernisera et qu'elle pourra, par le
biais de ce guichet unique, réaliser toutes les formalités
administratives, sans oublier qu'elle sera très aidée puisque tout
passera par la banque-carrefour.

C'est la plus grande contribution que ce gouvernement puisse
apporter à la simplification et à la mise en oeuvre de ce système. Je
rappelle qu'il s'agit du système de "black box" avec une entrée
unique, une gestion des données des plus efficiente et une sortie
unique.

L'indépendant ou l'entreprise ne voit que cette entrée unique. Pour
l'instant, c'est au niveau fédéral. Si ce système fonctionne bien, les
régions ou d'autres autorités s'y connecteront probablement car elles
auront elles aussi intérêt à avoir accès à cette entrée unique. Comme
les entrées uniques seront en compétition, cela ne peut qu'avoir un
effet favorable sur le rapport prix/qualité.

09.03 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le ministre, pourquoi ne

pas avoir mis au point la concertation avec les régions pour lancer
tout en une fois puisqu'il est question de réduire le nombre de
niveaux? On aurait pu le faire directement.

09.03 Richard Fournaux (PSC):

Dat is heel goed, maar waarom
heeft u geen overleg gepleegd met
de Gewesten?

09.04 Rik Daems, ministre: La raison en est très simple. Quand vous

entrez dans un débat avec les régions, c'est une discussion d'une
autorité avec une autre. Il n'y a pas de hiérarchie des normes dans ce
pays, ce qui est un problème. Il y aura également une discussion
interrégionale. Il faudra donc une harmonisation interrégionale avant
de pouvoir entrer dans un système unique.

Aujourd'hui, il y a l'entrée unique au fédéral et, indépendamment de
cela, il faudra une plus grande harmonisation interrégionale. Ils
peuvent s'adapter comme ils le souhaitent pour adhérer à ce système
d'entrée unique.

Il faut évidemment beaucoup plus de temps pour régler tout
auparavant. Nous n'avons pas voulu rater l'opportunité de simplifier
dès à présent de façon importante, en attendant un accord global sur
l'ensemble. En fait, nous avons fait un choix d'opportunité.

09.04 Minister Rik Daems:

Wanneer je besprekingen
aanknoopt met de Gewesten, rijst
er het probleem dat er geen
normenhiërarchie is. We zouden
kunnen kiezen voor besprekingen
tussen de Gewesten, of voor een
individuele aanpassing voor elk
Gewest. Die keuze hangt af van
wat in die bepaalde situatie
opportuun is.

09.05 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le ministre, vous avez dit

que les associations connues ou reconnues des classes moyennes
allaient être impliquées dans.....

09.05 Richard Fournaux (PSC):

De erkende verenigingen zullen
dus wel degelijk bij dat proces
betrokken worden?

09.06 Rik Daems, ministre: Cela signifie que, par exemple, les

unions des classes moyennes, les confédérations telles que celles du
bâtiment et des bouchers ou des architectes pourront former une
ASBL sous certaines conditions, ASBL qui elle servira de guichet
unique. Physiquement, ce guichet se trouvera probablement dans le
même bâtiment. Cela signifie que vous trouverez des guichets
uniques à partir de différentes ASBL partout dans le pays.

09.06 Minister Rik Daems: Alle

federaties en verenigingen kunnen
een vzw vormen en als
eenheidsloket fungeren. De markt
zal dat aantal automatisch
beperken.

09.07 Richard Fournaux (PSC): Allez-vous en limiter le nombre?

09.08 Rik Daems, ministre: Non, car on estime que c'est le marché

qui éliminera ceux qui ne sont pas assez forts. C'est la compétition
qui opérera pour nous la sélection.

CRIV 50

COM 673

26/02/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

09.09 Richard Fournaux (PSC): Finalement, vous utiliserez les

secrétariats sociaux en qualité de...

09.09 Richard Fournaux (PSC):

De sociale secretariaten zullen dus
als eenheidsloket gelden?

09.10 Rik Daems, ministre: Ils seront un élément mais pas le seul. Je

peux parfaitement m'imaginer qu'une confédération se lie à un
secrétariat social ou à un aidant fiscal, fondant ensuite ensemble une
ASBL entrant dans les conditions à remplir pour servir de guichet
unique. C'est en quelque sorte en "privatisant" les services dans le
sens de les mettre en compétition que l'on obtiendra un effet positif,
l'enregistrement au registre de commerce demeurant bien entendu
une tâche publique.

09.10 Minister Rik Daems: Een

"privatisering" van de dienst zal
alleen maar positieve resultaten
opleveren. Enkel de meest
performante van de diverse
organen die als loket fungeren,
zullen de concurrentiestrijd
overleven.

09.11 Richard Fournaux (PSC): Avec une obligation de performance

ou de qualité?

09.12 Rik Daems, ministre: Evidemment. Il y aura des obligations de

performance d'un côté mais, je le répète, c'est le marché qui opérera
lui-même la sélection. Ce sont les guichets les plus performants qui
se maintiendront.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.42 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.42 heures.