KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 670
CRIV 50 COM 670
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
26-02-2002 26-02-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 670
26/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Financiën over "de schuldsaldo-
verzekering" (nr. 6436)
1
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des
Finances sur "l'assurance de solde restant dû"
(n° 6436)
1
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de eerste
minister over "de schadeloosstelling van de
zigeuners voor hun geplunderde goederen"
(nr. 6363)
4
Question de Mme Zoé Genot au premier ministre
sur "le dédommagement de la Communauté
tzigane pour leurs biens spoliés" (n° 6363)
4
Sprekers: Zoé Genot, Didier Reynders,
minister van Financiën, Dirk Pieters
Orateurs: Zoé Genot, Didier Reynders,
ministre des Finances, Dirk Pieters
CRIV 50
COM 670
26/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
26
FEBRUARI
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
26
FEVRIER
2002
10:00 heures
______
La séance est ouverte à 10.09 heures par M. Olivier Maingain, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer Olivier Maingain, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Financiën over "de
schuldsaldoverzekering" (nr. 6436)
01 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des Finances sur "l'assurance de solde restant dû"
01.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kom even terug op een problematiek die precies twee jaar
geleden al in deze commissie ter sprake gebracht werd door een
collega. Ik ken in mijn regio een aantal concrete gevallen van mensen
die met de problematiek van de schuldsaldoverzekering te maken
hebben en daarom wil ik terzake opnieuw een vraag stellen aan de
minister.
Mijnheer de minister, de meeste problemen werden twee jaar geleden
al geschetst. Ik wil het nu enkel hebben over de problemen die
ontstaan bij het aanduiden van een begunstigde in het kader van het
sluiten van een schudsaldoverzekering. Blijkbaar is er nog altijd geen
wettelijke verplichting om de begunstigde op de hoogte te brengen
van het bestaan van de verzekering. Doordat de aangeduide
begunstigde een rechtstreeks recht heeft op het verzekerde kapitaal
en wat belangrijk is daar dus ook op belast wordt, ontstaat er een
probleem indien de begunstigde geen erfgenaam is van de
verzekerde. Men heeft mij de details van enkele van die concrete
gevallen meegedeeld.
Mijnheer de minister, twee jaar geleden hebt u twee dingen gezegd.
Ten eerste, zei u dat u onmiddellijk een brief zou schrijven naar uw
collega van Economische Zaken om te vragen of er een wettelijke
regeling getroffen kon worden om de begunstigden voortaan te
informeren. Ten tweede, zei u dat u uw administratie een verslag ging
laten opstellen over de belastbaarheid als zodanig. Graag verneem ik
of er voor die twee problemen al een oplossing is? Zoniet, welke
maatregelen gaat u nemen om zo snel mogelijk tot een oplossing te
komen?
01.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Lors de la souscription à une
assurance de solde restant dû
dans le cadre d'un crédit au
logement, un bénéficiaire est
désigné. Dans certains cas,
l'intéressé n'en est pas averti.
Lorsque ce bénéficiaire n'est pas
un héritier, en cas de décès, un
problème peut se poser. En effet,
le bénéficiaire a droit au capital
assuré et est imposé sur ce
capital.
Une solution a-t-elle été trouvée
entre-temps en ce qui concerne
l'imposition? La loi prévoit-elle une
obligation d'information? Quelles
sont les mesures envisagées?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega
Brepoels, ik heb niet alleen een antwoord voorbereid op de punten
waarvoor mijn departement bevoegd is, maar ik ben ook in het bezit
01.02 Didier Reynders, ministre:
Outre la réponse de mes services,
je dipose également d'une
26/02/2002
CRIV 50
COM 670
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
van een schriftelijk antwoord van de minister van Economische Zaken
in verband met de laatste vraag.
In de eerste plaats wil ik eraan herinneren dat de wet van 17 mei 2000
tot wijziging van de artikelen 145/1 en 145/5 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 een einde stelt aan de verplichting een
schuldsaldoverzekering te sluiten om recht te krijgen op de
belastingsvermindering voor de aflossing van het kapitaal van een
hypothecaire lening. In de toekomst zal het probleem zich dus minder
voordoen.
De problematiek is hoofdzakelijk toegespitst op het feit dat de
begunstigde van een schuldsaldoverzekeringsovereenkomst ervan
niet op de hoogte zou zijn dat hij begunstigd is. Dit is volgens mij het
belangrijkste probleem in deze kwestie. De administratie van Fiscale
Zaken heeft mij daarover reeds 2 nota's voorgelegd ter gelegenheid
van de bespreking van een wetsvoorstel van mevrouw Burgeon en
van de heren Vanvelthoven en Verlinde inzake hetzelfde onderwerp.
Dit probleem maakt deel uit van het pakket van wetsbepalingen
inzake aftrekbare uitgaven en belastingvermindering, waarover ik in
het kader van de tweede fase van de hervorming van de
personenbelasting het advies heb gevraagd van de Hoge Raad van
Financiën. Zoals u weet, wachten we in deze zaak nog steeds op een
nieuw advies van de Hoge Raad van Financiën. Ik wacht op dat
advies om een definitief standpunt in te nemen.
Voorts kan ik u melden dat ik op 20 maart 2000 een brief heb gericht
aan de minister van Economische Zaken en Wetenschapsbeleid. In
deze brief heb ik verzocht om na te gaan of het mogelijk is om de
verzekeringsondernemingen te verplichten om de begunstigde van
een schuldsaldoverzekering daarvan in te lichten en eventueel om
eventueel hieromtrent zijn voorafgaandelijk akkoord te vragen. Ik
verwijs ook naar schriftelijke vraag nummer 304 van 5 september
1997, gesteld door de heer Anciaux. Mijn collega van Economische
Zaken, de heer Picqué, heeft mij het volgende schriftelijk antwoord
verstrekt: "U vraagt mij de mogelijkheid te onderzoeken om het sluiten
van soortgelijke overeenkomsten te onderwerpen aan een
voorafgaande informatie of akkoord van de begunstigden. Ik vestig er
evenwel uw aandacht op dat dit vraagstuk reeds afdoende geregeld is
door de hogervermelde verzekeringswet. Inderdaad, bij het sluiten
van de overeenkomst worden in de overeenkomst de begunstigden
aangeduid. Daarvan is de begunstigde niet noodzakelijk op de
hoogte. De begunstigde wordt slechts officieel aangeduid door de aan
vormvereisten onderworpen aanvaarding van de begunstiging. Deze
aanvaarding is evenwel definitief en kan door de verzekeringnemer
niet meer eenzijdig ongedaan worden gemaakt.
Nu kan de verzekeringnemer zeer gegronde redenen hebben om de
begunstigde niet tot de aanvaarding te laten overgaan. In het fictief
voorbeeld van de heer Anciaux kan de verzekeringnemer bijvoorbeeld
in afwachting van een huwelijk en/of kinderen ertoe besluiten de
aanvaarding niet te laten gebeuren door de begunstigde ouders. Dit
verandert evenwel niets aan de rechtspositie van de begunstigde na
het overlijden aangezien artikel 123, tweede lid van de
verzekeringswet, bepaalt dat na het overlijden van de
verzekeringnemer de aanvaarding uitdrukkelijk of stilzwijgend kan
geschieden en dat ten aanzien van de verzekeraar de aanvaarding
geen gevolg heeft dan nadat hem daarvan schriftelijk kennis is
réponse écrite du ministre de
l'Economie. La loi du 17 mai 2000
a modifié les articles 145,1 et
145,5 du CIR 1992, mettant ainsi
fin à l'obligation de souscrire une
assurance de solde restant dû
pour pouvoir prétendre à une
réduction d'impôt dans le cadre
d'un emprunt hypothécaire. Le
problème se posera dès lors de
moins en moins. La problématique
concerne principalement
l'obligation d'information. Je
dispose de deux notes de
l'administration fiscale concernant
la déductibilité fiscale des
dépenses dans le cadre de la
réforme fiscale. J'attends l'avis du
Conseil supérieur des Finances.
Le 20 mars 2000, j'ai adressé une
lettre au ministre Picqué. Il s'agit
de savoir si les compagnies
d'assurances peuvent être
contraintes d'informer les
bénéficiaires ou de demander leur
accord préalable. Dans ma lettre,
je me suis également référé à la
réponse fournie à la question
écrite n° 304 du sénateur Anciaux
du 5 septembre 1997.
Le ministre de l'Economie souligne
que ladite loi sur l'assurance règle
la désignation du bénéficiaire.
Cette désignation ne devient
officielle qu'une fois acceptée par
le bénéficiaire et ne peut plus être
modifiée unilatéralement par le
preneur d'assurance. L'assuré
peut avoir de bonnes raisons pour
que l'acceptation n'ait pas lieu
mais cette acceptation peut
toutefois encore intervenir après le
décès, et ce même tacitement. Le
risque que quelqu'un soit imposé
sur un motant qu'il ne reçoit pas,
semble théorique.
En attendant l'avis du Conseil
supérieur des Finances, je
demanderai à mon administration
si elle partage la même opinion
que le ministre de l'Economie.
CRIV 50
COM 670
26/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
gegeven. Met andere woorden, onder de huidige
verzekeringswetgeving vereist het bekomen van het beneficium van
de verzekering de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de
begunstigde waardoor voldoende veiligheidsmaatregelen zijn
ingebouwd om hem niet met de geschetste onaangename gevolgen
te confronteren. Het geval waarbij een persoon zou belast worden op
het kapitaal dat hem wordt toegekend enkel en alleen op basis van de
clausules van de overeenkomst, maar waarvan hij niet zou genieten,
hetzij omwille van een lening, hetzij omwille van een of andere erfenis,
lijkt me dus veeleer theoretisch".
In afwachting van het advies van de Hoge Raad van Financiën vraag
ik aan mijn administratie of haar standpunt in overeenstemming is
met wat mijn collega van Economische Zaken vooropstelt. Ik heb een
kopie van het antwoord van mijn collega van Economische Zaken
voor mevrouw Brepoels. In 2000 is een nieuwe wet ingevoerd met
een specifieke regeling voor een belastingvermindering bij het
afsluiten van een schuldsaldoverzekering. Wij wachten nu op een
advies van de Hoge Raad van Financiën voor de tweede fase van de
hervorming van de personenbelasting. Ik heb ook een zeer
ingewikkeld antwoord gekregen van mijn collega van Economische
Zaken inzake de verzekeringswet.
01.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister uiteraard bedanken voor zijn uitvoerig antwoord. Wat de
problematiek van de belastbaarheid betreft, rijst de vraag of u het
advies in verband met de tweede fase van de belastinghervorming op
korte termijn verwacht. Kan dit advies worden losgekoppeld van deze
belastinghervorming of maakt het er integraal deel van uit?
Wat de problematiek van het antwoord van minister Picqué betreft,
meende ik aanvankelijk dat het ging om een nieuwe wetgeving.
01.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Il
faut que l'avis attendu par le
ministre soit rendu rapidement.
Cela s'intègre-t-il à la réforme
fiscale?
01.04 Minister Didier Reynders: Neen, toch niet.
01.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Ik ben het helemaal niet eens met
zijn bewering dat dit een theoretische benadering is. Ik heb mijn
vragen gesteld op basis van een aantal concrete gevallen die bij ons
in de regio in de krant zijn verschenen. In het noorden van Limburg
blijken er niet minder dan 23 dossiers bekend te zijn van mensen die
zich in deze situatie bevinden. Ik zal de brief van minister Picqué met
enkele van die betrokkenen eens doornemen om te zien of het
beantwoordt aan hun zorgen. Zoniet, zal ik u of minister Picqué
daarover nog eens een vraag stellen.
01.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
La réponse de M. Picqué sur le
caractère théorique de cette
situation ne me convainc pas. Mes
exemples sont bel et bien réels.
Au Limbourg, 23 personnes sont
déjà confrontées à cette situation.
Je vérifierai si la réponse de M.
Picqué les satisfait.
01.06 Minister Didier Reynders: Wat de verzekeringswet betreft,
verwijs ik u naar minister Picqué. Wat de Hoge Raad van Financiën
betreft, kan ik u meedelen dat het gaat om een advies in verband met
de tweede fase van de belastinghervorming. Deze hervorming is
echter niet voor morgen.
Het is misschien mogelijk om een specifiek wetsvoorstel of -ontwerp
in te dienen aangaande de schuldsaldoverzekering. Ik heb een
nieuwe vraag gesteld aan mijn administratie. We kunnen hiervoor
misschien een afzonderlijk initiatief nemen.
01.06 Didier Reynders, ministre:
En ce qui concerne la loi sur
l'assurance de solde restant dû, je
vous renvoie au ministre des
Affaires économiques. Quant aux
corbeilles fiscales, j'attends la
réponse du Conseil supérieur. De
l'eau risque encore de couler sous
les ponts avant qu'une réforme
fiscale ne devienne réalité. En
l'espèce, une proposition de loi
séparée pourrait peut-être en
partie régler le problème.
26/02/2002
CRIV 50
COM 670
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de Mme Zoé Genot au premier ministre sur "le dédommagement de la Communauté
02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de eerste minister over "de schadeloosstelling van de
zigeuners voor hun geplunderde goederen" (nr. 6363)
(La réponse sera fournie par le ministre des Finances.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Financiën.)
02.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, le gouvernement a déposé, en août 2001, un
projet de loi relatif au dédommagement de la communauté juive de
Belgique pour leurs biens spoliés ou délaissés pendant la guerre
1940-1945. Ce projet a été voté à une large majorité en séance
plénière de la Chambre le 22 novembre 2001. Les négociations sur
les dédommagements sont en cours. La commission administrative
s'installe et nous nous en félicitons.
Mais le dossier frère de celui-ci, c'est-à-dire le dossier relatif à la
spoliation des biens tziganes, toujours négligé, semble une fois de
plus oublié. Pourtant, lors du dépôt du projet relatif aux biens des
Juifs, en août 2001, il était prévu qu'un groupe de travail déposerait un
projet portant cette fois sur la communauté tzigane.
Cette communauté, qui comptait durant la guerre environ 500
personnes, a largement été décimée puisque 360 d'entre eux ont été
déportés à Auschwitz et que seulement 13 personnes en revinrent.
Un de ces survivants, peut-être le dernier, - il est en effet difficile de le
savoir puisque cette communauté est différemment structurée - vient
de s'éteindre sans avoir vu l'Etat reconnaître la spoliation dont a été
victime la communauté à laquelle il appartenait.
Un rapport très complet sur cette spoliation a été publié, sans doute a
la demande du gouvernement, dans les cahiers d'Histoire du Temps
par un des membres de la commission Buysse. Ce rapport, rédigé
suivant la même méthodologie que celle qui a été employée par la
précitée, évalue la spoliation dont ont fait l'objet les gens du voyage:
caravanes, chevaux, vaisselles, vêtements, bijoux, etc.
Quelles sont les démarches effectuées par vos services visant à voir
ce dossier aboutir le plus rapidement possible?
02.01 Zoé Genot (ECOLO-
AGALEV): Het wetsontwerp
betreffende de schadeloosstelling
van de leden van de joodse
gemeenschap van België voor hun
goederen die werden geplunderd
of achtergelaten tijdens de oorlog
1940-1945 werd op 22 november
2001 door de Kamer in plenaire
vergadering aangenomen. De
onderhandelingen over de
schadevergoedingen zijn aan de
gang, en de administratieve
commissie wordt momenteel
ingesteld. Dat verheugt ons
uiteraard.
Maar intussen wordt het dossier
van de geplunderde goederen van
de zigeuners klaarblijkelijk eens te
meer vergeten. In België leefde
een zigeunergemeenschap van
500 mensen; 360 onder hen
werden gedeporteerd. Amper
dertien zigeuners overleefden het
en keerden terug naar ons land.
De laatste overlevende is nu
onlangs overleden zonder te
hebben mogen meemaken dat de
Staat hetgeen hem werd
aangedaan zou erkennen. In
november jongstleden werd er in
de "Cahiers d'Histoire du Temps
présent" een verslag gepubliceerd
met een evaluatie van de
plunderingen waarvan de
zigeuners het slachtoffer waren.
Wat wordt er door uw diensten
ondernomen om dit dossier snel
tot een goed einde te brengen?
02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, comme l'a précisé Mme Genot, en ce qui concerne la
02.02 Minister Didier Reynders:
Wat de schadeloosstelling van de
CRIV 50
COM 670
26/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
communauté juive, non seulement la loi a été votée mais les
négociations sont en cours. Je mène donc les négociations qui ont
trait à la situation de l'Etat vis-à-vis de la communauté juive.
Vous savez que la loi prévoit des délais. Si des accords interviennent
avec le secteur bancaire, les assurances et l'Etat pendant ce délai, il
n'y aura aucun problème mais si aucun accord n'intervient, il
appartiendra au gouvernement de prendre attitude. Nous sommes
dans les temps et les négociations en cours avec la communauté se
mènent séparément avec le secteur bancaire, les assurances et
l'Etat. Soit ce dernier constatera un accord entre les secteurs, soit il
interviendra de façon plus énergique pour prendre attitude.
En ce qui concerne la communauté tzigane, comme vous l'avez dit,
madame Genot, la situation est plus complexe en raison d'une
organisation moins structurée et la difficulté de cibler précisément les
dommages subis. Lorsqu'il s'agit d'examiner des situations sur
comptes ou sur documents comptables dans diverses institutions, la
situation est plus aisée. Je vous renvoie d'ailleurs à la
commission Buysse qui a éprouvé les mêmes difficultés lorsqu'il s'est
agi d'évaluer la spoliation des oeuvres d'art qui est intervenue à
l'égard de la communauté juive.
Cela étant, le 13 juillet 2001, le conseil des ministres a chargé un
groupe de travail d'examiner les données historiques dont nous
disposons et de lui soumettre des propositions de mesures de
dédommagement. Ce groupe de travail, composé de représentants
du premier ministre ainsi que de mon département, a entamé ses
travaux. Après vérification des données chiffrées, le gouvernement
espère recevoir des propositions concrètes avant les vacances
parlementaires pour qu'il puisse préciser la situation devant le
parlement qui, je le souhaite, adoptera les textes qui seront élaborés.
Des rencontres avec les représentants de la communauté tzigane
sont également prévues. Donc, le processus suit son cours mais,
comme vous l'avez dit vous-même, dans des circonstances un peu
plus compliquées qu'à l'égard d'une communauté structurée et encore
fort présente dans notre pays.
joodse gemeenschap betreft, werd
het wetsontwerp aangenomen, en
de besprekingen met onder meer
de banken en
verzekeringsmaatschappijen zijn
aan de gang. Wij houden ons aan
de gestelde termijnen.
In verband met de
zigeunergemeenschap heeft de
Ministerraad op 13 juli 2001 een
technische werkgroep opgedragen
de beschikbare historische
gegevens onder de loep te nemen
en voorstellen voor een
schadeloosstelling te formuleren.
Die werkgroep heeft zijn
werkzaamheden inmiddels
aangevat. Mijn administratie werd
ermee belast de cijfergegevens
die thans voorhanden zijn, te
checken. Tevens zijn er
gesprekken gepland met
vertegenwoordigers van de
zigeunergemeenschap.
De conclusies van de werkgroep
zouden nog voor het reces aan de
Ministerraad moeten worden
voorgelegd. Er zouden dus teksten
opgesteld en in stemming
gebracht moeten worden.
02.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le ministre, je pense
aussi que la mise sur pied des modalités de dédommagement sera
plus difficile. Par contre, il n'y a que deux intervenants autour de la
table puisqu'on n'a pas identifié de comptes en déshérence. A cet
égard, les choses seront plus faciles, l'Etat étant le principal
partenaire de cette négociation. Je n'ai pas bien compris si le rapport
publié dans les Cahiers d'Histoire du Temps Présent pouvait être
considéré comme un rapport semi-officiel.
02.03 Zoé Genot (ECOLO-
AGALEV): Het vaststellen van de
modaliteiten van de
schadeloosstelling zal geen
gemakkelijke klus zijn. Het feit dat
men maar met twee
gesprekspartners om de tafel zal
zitten daarentegen maakt de
zaken er dan weer wel
gemakkelijker op. Is het in de
"Cahiers d'Histoire du Temps
présent" verschenen rapport al
dan niet semi-officieel?
02.04 Didier Reynders, ministre: Je n'ai pas reçu d'information de
mes services à ce sujet. Je pense donc qu'ils sont en train de faire le
travail avec les représentants du premier ministre. Le rapport est
certainement versé au dossier. D'après ce que vous dites, c'est un
membre de la commission qui l'a rédigé. Je n'ai pas d'éléments
02.04 Minister Didier Reynders:
Daarover heb ik geen informatie
ontvangen. Dat rapport zal wellicht
aan het dossier worden
toegevoegd, maar het officiële
26/02/2002
CRIV 50
COM 670
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
certifiant l'origine de ce rapport ou son utilisation comme document
officiel.
karakter ervan kan ik niet
bevestigen.
02.05 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Les services de votre
département réfléchissent à la façon d'organiser le dédommagement
mais ils ne vont pas faire l'étude historique du dossier puisqu'elle est
déjà faite.
02.05 Zoé Genot (ECOLO-
AGALEV): Uw kabinet zal een
raming maken van de
schadevergoedingen, zij het
zonder de historische gegevens te
bestuderen.
02.06 Didier Reynders, ministre: Certainement pas mon cabinet,
mais je vous signale que c'est l'administration de la Trésorerie qui a
fait l'analyse pour ce qui concerne la communauté juive. La
commission Buysse ne peut consulter que les documents auxquels
on lui donne accès. Lorsqu'il s'agit de vérifier la situation de l'Etat au
sein de la Trésorerie, quelle que soit l'expertise de ces personnes,
c'est encore l'administration de la Trésorerie qui peut répondre. Pour
pouvoir consulter la comptabilité des institutions bancaires, vous
conviendrez avec moi qu'il faut obtenir l'ouverture de ces documents
par les institutions elles-mêmes.
02.06 Minister Didier Reynders:
Het onderzoek bij de Schatkist en
de banken moet volgens het
boekje verlopen.
Dit dossier moet volledig
bestudeerd worden, en wij hopen
dat wij dus nog voor het reces over
de documenten zullen kunnen
beschikken.
02.07 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Ce problème ne se pose pas
dans le cas qui nous occupe.
02.07 Zoé Genot (ECOLO-
AGALEV): In afwachting worden
de mensen ouder, en sterven ze.
Ik hoop dan ook dat een en ander
niet al te lang meer zal aanslepen.
02.08 Didier Reynders, ministre: Vous l'évoquez. Ce que nous avons
demandé, c'est un examen complet de la situation. Cela me paraît
assez logique. Vous dites craindre que les travaux ne soient pas en
cours. Je vous confirme qu'ils le sont. Un rapport sera présenté au
gouvernement avant les vacances parlementaires.
02.09 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): J'espère que ce sera le cas
car, comme dans toute communauté, les gens vieillissent et
disparaissent.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02.10 De voorzitter: De vragen nrs. 6341 van de heer Peter
Vanvelthoven en 6540 van mevrouw Leen Laenens werden omgezet
in schriftelijke vragen.
02.11 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, si on les
transforme en questions écrites, je peux fournir les réponses
immédiatement. Ce serait préférable étant donné qu'il s'agit de
chiffres et que ces chiffres vont vieillir.
02.12 Le président: Nous procéderons de la sorte, monsieur le
ministre.
02.13 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op 20 februari heb
ik vraag nr. 6511 ingediend betreffende de ambtshalve ontheffing van
gemeentelijke belastingen. Ik noteer dat deze vraag niet geagendeerd
is.
CRIV 50
COM 670
26/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
02.14 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, deze vraag
moet aan de minister van Binnenlandse Zaken worden gesteld.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.30 heures.