KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 663
CRIV 50 COM 663
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
dinsdag mardi
19-02-2002 19-02-2002
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE


































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail: aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer John Spinnewyn aan de
minister van Landsverdediging over "de
provinciale verdeling van burgerpersoneel bij het
leger en hun taalstelsel" (nr. 6303)
1
Question de M. John Spinnewyn au ministre de la
Défense sur "la répartition par province des
membres du personnel civil de l'armée et leur
régime linguistique" (n° 6303)
1
Sprekers: John Spinnewyn, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: John Spinnewyn, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over "de ratificatie
en promotie van het protocol tegen het inzetten
van de kindersoldaten" (nr. 6469)
2
Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
la Défense sur "la ratification et la promotion du
protocole contre l'utilisation des enfants soldats"
(n° 6469)
2
Sprekers: Josée Lejeune, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Josée Lejeune, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de heer John Spinnewyn aan de minister van
Landsverdediging over "het oprichten van een
veiligheidskorps" (nr. 6301)
4
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "la création d'un corps de sécurité" (n° 6301)
4
-
de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "de oprichting van een
veiligheidskorps" (nr. 6477)
4
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "la
création d'un corps chargé de missions de
sécurité" (n° 6477)
4
Sprekers: John Spinnewyn, Stef Goris,
André Flahaut
, minister van Lands-
verdediging
Orateurs: John Spinnewyn, Stef Goris,
André Flahaut
, ministre de la Défense
Vraag van de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "de Mid-Life Upgrade van
de Battlefield Surveillance Radars" (nr. 6294)
8
Question de M. Stef Goris au ministre de la
Défense sur "le 'Mid-Life-Upgrade' des radars de
surveillance Battlefield" (n° 6294)
8
Sprekers: Stef Goris, André Flahaut, minister
van Landsverdediging
Orateurs: Stef Goris, André Flahaut, ministre
de la Défense
Vraag van de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "de provinciestaven in
Waals- en Vlaams-Brabant" (nr. 6370)
9
Question de M. Stef Goris au ministre de la
Défense sur "les Etats-majors provinciaux du
Brabant wallon et du Brabant flamand" (n° 6370)
9
Sprekers: Stef Goris, André Flahaut, minister
van Landsverdediging
Orateurs: Stef Goris, André Flahaut, ministre
de la Défense
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Landsverdediging over "de
problematiek van de jonge piloten van de 9e
promotie SFA" (nr. 6381)
10
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
la Défense sur "le problème des jeunes pilotes de
la 9ème promotion de la SFA" (n° 6381)
10
Sprekers: Simonne Creyf, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Simonne Creyf, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "gepensioneerde
militairen tewerkgesteld bij de Krijgsmacht"
(nr. 6268)
13
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les militaires à la retraite travaillant
au service des Forces armées" (n° 6268)
13
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "de legionellabacterie
in de kazernes van het Belgisch Leger" (nr. 6269)
15
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "la présence de la bactérie de la
légionellose dans les casernes de l'armée belge"
(n° 6269)
15
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "vrouwelijke militairen
16
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "la présence de femmes militaires au
16
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
binnen de Belgische Krijgsmacht" (nr. 6270)
sein des Forces armées belges" (n° 6270)
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Landsverdediging over "de overdracht van de
RMD-achterstallige betalingen inzake de
'voordelen Sociale dienst' voor de periode van
februari 1999 tot november 2001" (nr. 6357)
18
Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Défense sur "le transfert des arriérés de paiement
relatifs aux 'avantages Service social' des SRM
pour la période entre février
1999 et
novembre 2001" (n° 6357)
18
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, André Flahaut, ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "de leegstaande
militaire gebouwen" (nr. 6297)
21
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les bâtiments militaires inoccupés"
(n° 6297)
21
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
22
Questions jointes de
22
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "zijn recent bezoek aan
Vietnam" (nr. 6397)
22
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"son récent voyage au Vietnam" (n° 6397)
22
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Landsverdediging over "de besluiten die werden
getrokken uit de zending naar Vietnam, Cambodja
en Laos" (nr. 6488)
22
- Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense
sur "les conclusions tirées du voyage au Vietnam,
au Cambodge et au Laos" (n° 6488)
23
Sprekers: Luc Sevenhans, Josée Lejeune,
André Flahaut
, minister van Lands-
verdediging, Martial Lahaye, John
Spinnewyn
Orateurs: Luc Sevenhans, Josée Lejeune,
André Flahaut
, ministre de la Défense,
Martial Lahaye, John Spinnewyn
Samengevoegde vragen van
28
Questions jointes de
28
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de Nederlandse
beslissing tot deelname aan het JSF-project"
(nr. 6396)
28
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"la décision des Pays-Bas de participer au projet
JSF" (n° 6396)
28
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over "de beslissing van de
Nederlandse regering deel te nemen aan het JSF-
programma" (nr. 6408)
28
- M. Pieter de Crem au ministre de la Défense sur
"la décision du gouvernement néerlandais de
participer au programme JSF" (n° 6408)
28
-de heer Robert Denis aan de minister van
Landsverdediging over "de keuze van Nederland
voor het Amerikaanse gerechtsvliegtuig JSF"
(nr. 6470)
28
- M. Robert Denis au ministre de la Défense sur
"le choix des Pays-Bas en faveur du JSF
américain" (n° 6470)
28
Sprekers: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
Robert Denis, André Flahaut
, minister van
Landsverdediging, Stef Goris
Orateurs: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
Robert Denis, André Flahaut
, ministre de la
Défense, Stef Goris
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de bericht-
geving na het overlijden van een bemanningslid
van de Godetia" (nr. 6398)
35
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "les informations publiées à la suite
du décès d'un membre d'équipage du Godetia"
(n° 6398)
35
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
DINSDAG
19
FEBRUARI
2002
10:15 uur
______
du
MARDI
19
FEVRIER
2002
10:15 heures
______

La séance est ouverte à 10.26 heures par M. José Canon, président.
De vergadering wordt geopend om 10.26 uur door de heer José Canon, voorzitter.
01 Vraag van de heer John Spinnewyn aan de minister van Landsverdediging over "de provinciale
verdeling van burgerpersoneel bij het leger en hun taalstelsel" (nr. 6303)
01 Question de M. John Spinnewyn au ministre de la Défense sur "la répartition par province des
membres du personnel civil de l'armée et leur régime linguistique" (n° 6303)
01.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, naar aanleiding van mijn schriftelijke vraag over
de taalverhouding bij het burgerpersoneel van het leger ben ik tot de
vaststelling gekomen dat 52% van het burgerpersoneel
Nederlandstaligen zijn en 48% Franstaligen. Deze verhouding is
eveneens terug te vinden in de statutaire betrekkingen. In totaal gaat
het over 2.826 betrekkingen. Als men rekening houdt met de
taalverhouding kan men niet anders dan besluiten dat 227
betrekkingen voor de Vlamingen verloren gaan. Brussel buiten
beschouwing gelaten, heeft Vlaanderen 694 Nederlandstalige en 35
Franstalige personeelsleden. In Wallonië zijn er 758 Franstalige en 37
Nederlandstalige personeelsleden, waarvan 566 tewerkgesteld zijn in
de provincie Luik. Dit betekent dat er in de provincie Luik bijna
evenveel personeelsleden tewerkgesteld zijn als in al de Vlaamse
provincies samen. De provincie Luik telt, mijns inziens, echter niet
meer militairen dan de andere provincies.

Mijnheer de minister, waarom steekt de provincie Luik met kop en
schouders boven de andere provincies uit? Waarom is er een
onevenwicht in de 60/40-verhouding waardoor er 227 betrekkingen
verloren gaan voor Vlaanderen?
01.01 John Spinnewyn (VLAAMS
BLOK): Le personnel civil de
l'armée compte 52% de
néerlandophones et 48% de
francophones. Si l'on considère
que la clé de répartition 60/40 doit
également être respectée dans ce
cadre, force est de constater que
la Flandre perd 227 emplois.
Pourquoi la règle des 60/40 n'est-
elle pas respectée?

Par ailleurs, il est frappant de
constater que la province de Liège
compte presque autant de civils
employés à l'armée que la Flandre
tout entière. Par rapport aux
autres provinces, Liège ne compte
pourtant pas davantage de
militaires. Comment expliquer dès
lors cette pointe à Liège?
01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
personeelsformatie van het departement van Landsverdediging telt in
totaal 4.310 burgerlijke betrekkingen. 307 van deze betrekkingen
behoren tot het burgerlijk algemeen bestuur waarvoor een taalkader
bestaat. Binnen het burgerlijk algemeen bestuur dat als centrale
dienst wordt beschouwd, zijn de 26 betrekkingen van de eerste twee
trappen van de hiërarchie ­ rangen 13-15-16 en 17 ­ paritair
verdeeld. De twee directeurs-generaal, de directeur-generaal human
ressources en die van de juridische steun en bemiddeling behoren tot
het Nederlandse taalkader. Van de resterende 281 betrekkingen
behoort 51% tot het Nederlands taalkader en 49% tot het Franse
taalkader. Voor de overige 4.003 betrekkingen bij mijn departement
01.02 André Flahaut, ministre:
L'effectif du personnel du
ministère de la Défense nationale
dénombre 4.310 emplois civils au
total. Il existe bel et bien un cadre
linguistique pour les 307 emplois
au sein de l'Administration
Générale Civile. Les 4.003 emplois
restants ne disposent pas d'un
cadre linguistique, mais l'on
s'attache à respecter la règle des
60/40 en la matière.
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
bestaat er geen taalkader. Er wordt naar gestreefd deze betrekkingen
te verdelen volgens de 60/40-verhouding.

Rekening houdend met de jarenlange wervingsstops op de uiterst
beperkte wervingsmarge, is het niet mogelijk die verhouding altijd te
respecteren omdat het aantal effectieven hoofdzakelijk wordt bepaald
door de natuurlijke personeelsafvloeiing.

Voor de provincie Luik geldt specifiek dat er erg veel burgerlijke
personeelsleden zijn tewerkgesteld in het logistieke steuncomplex te
Rocourt. De organieke tabel voorziet daar in vierhonderd en drie
burgerlijke betrekkingen, omdat het taken betreft die perfect door
burgerlijke personeelsleden kunnen worden uitgevoerd.

Het aantal tewerkgestelde burgerlijke personeelsleden per provincie
wordt niet noodzakelijk bepaald door het aantal tewerkgestelde
militairen. De aard van de uit te oefenen functie is daarentegen van
veel doorslaggevender belang.

Mijnheer Spinnewyn, ik overhandig u een blad waarop de cijfers
staan.

Ce n'est cependant pas toujours
possible: le recrutement étant
bloqué depuis des années, les
départs naturels n'ont pas pu être
compensés.

A Liège, 403 civils travaillent au
complexe de soutien logistique de
Rocourt. Ils y effectuent des
tâches pouvant parfaitement être
réalisées par des non-militaires.
Le nombre de civils par province
employés par l'armée ne doit donc
pas nécessairement être
proportionnel au nombre de
militaires de cette province.
01.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn uitvoerig verslag. Ik wil wel benadrukken
dat de minister zegt te proberen de 60/40-verhouding na te leven,
maar daarin niet slaagt. In de huidige omstandigheden gaat het om
een groot aantal benadeelden in Vlaanderen.
01.03 John Spinnewyn (VLAAMS
BLOK): La Flandre est, une fois de
plus, la dupe du non-respect
involontaire des rapports
linguistiques imposés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "la ratification et la promotion du
protocole contre l'utilisation des enfants soldats" (n° 6469)
02 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "de ratificatie en
promotie van het protocol tegen het inzetten van de kindersoldaten" (nr. 6469)
02.01 Josée Lejeune (PRL FDF MCC): Monsieur le président,
monsieur le ministre, c'est avec satisfaction que j'ai pris
connaissance, le 12 février dernier, de l'entrée en vigueur du
protocole facultatif à la Convention relative aux droits de l'enfant
concernant l'implication dans les conflits armés. Ce protocole stipule
que les Etats veillent à ce que les personnes n'ayant pas atteint l'âge
de 18 ans ne fassent pas l'objet d'un enrôlement obligatoire dans
leurs forces armées et qu'ils relèvent l'âge minimum de l'engagement
volontaire dans leurs forces à au moins 16 ans, ces enrôlés ne
participant pas directement aux hostilités avant l'âge de 18 ans. En
outre, les groupes armés distincts des armées officielles ne devraient,
en aucune circonstance, enrôler ni utiliser des personnes de moins de
18 ans.

Monsieur le ministre, ce protocole concerne environ 500.000 enfants
dans 85 pays différents, dont plus de 300.000 sont des acteurs dans
35 conflits. Je pense que 13 voire 14 pays ont ratifié ce protocole tels
que la République démocratique du Congo, le Kenya et l'Islande.

Quelles sont les actions que la Belgique, à travers les liens qu'elle
entretient avec d'autres forces armées, peut entreprendre afin de
favoriser la mise en oeuvre de ce protocole et approfondir la
02.01 Josée Lejeune (PRL FDF
MCC): Ik ben tevreden over het
feit dat het protocol betreffende
het inzetten van kinderen bij
gewapende conflicten op 12
februari van kracht is geworden.
Dit protocol betreft bijna een half
miljoen kinderen in 85 landen.
Veertien landen hebben dit
protocol geratificeerd.

Wat doet België om de uitvoering
van dit protocol te verdedigen in
samenwerking met andere
krijgsmachten? Coördineren wij
onze acties met de VN-organen?

Kan België geen coördinatie-
initiatief nemen in Sierra Leone
met de Britse troepen of met die
van de UNO in Liberia of in de
DRC. Het Belgisch leger zou nuttig
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
coopération technique et financière afin de prévenir le recrutement et
aider à la réinsertion?

Avons-nous des contacts avec les organes de l'ONU et de l'UNICEF
pour coordonner nos actions?

Quelles propositions peut-on formuler pour rendre le protocole effectif
et aider les armées nationales à contrôler son implication sur leur
territoire?

La Belgique peut-elle promouvoir une initiative dans ce sens, initiative
s'inscrivant dans le cadre de la prévention des conflits vis-à-vis de
pays tels que le Sierra Leone où sont présents des soldats anglais et
des troupes de l'ONU, le Libéria ou la République démocratique du
Congo?

Monsieur le ministre, l'armée belge pourrait accomplir une oeuvre
humanitaire utile et appréciable en participant à la mise en oeuvre
directe ou indirecte de ce protocole. Je me permets donc de vous
demander, au-delà des questions ponctuelles que je vous soumets,
de promouvoir auprès de vos homologues la mise en oeuvre effective
de ces dispositions visant à lutter contre les enfants soldats.

Président: Jean-Pol Henry, président.
humanitair werk kunnen doen door
dit protocol te bevorderen.

Voorzitter: Jean-Pol Henry, voorzitter.
02.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, les questions qui sont formulées concernent au premier
chef le ministre des Affaires étrangères. Cependant, elles
m'intéressent beaucoup. En effet, je ne manque jamais d'évoquer
cette problématique des enfants-soldats lors de mes rencontres avec
des collègues européens, lors de réunions avec l'OTAN ou encore
lors de visites dans les pays où le problème se pose de la façon la
plus aiguë.

Dans nos armées, il n'y a pas d'enfants-soldats, quoi qu'en disent
certaines organisations aujourd'hui. En Belgique les écoles de sous-
officiers comportent des étudiants âgés de 16 ans, mais ce ne sont
pas des militaires. Il est hors de question d'engager ces jeunes dans
des opérations militaires. C'est la réponse que nous donnons aux
organisations qui nous reprochent d'avoir des enfants-soldats. Il ne
faut pas exagérer. Les écoles de sous-officiers comptent de jeunes
étudiants et nous cherchons à attirer les jeunes. Certains d'entre eux
sont très contents qu'il existe des écoles de sous-officiers pour
pouvoir faire des études dans de bonnes conditions. Mais il ne s'agit
pas de militaires et ils ne seront jamais engagés dans des opérations
militaires. Il faut le préciser.

Nous devons poursuivre la lutte contre l'utilisation des enfants-soldats
en Europe, en Afrique ou en Asie. Il faudrait prévoir une concertation
avec le ministre des Affaires étrangères si l'on veut entamer une
action plus spectaculaire que celle que nous menons actuellement, lui
et moi, lors des contacts bilatéraux qui ont lieu avec des collègues
étrangers. Tout peut se faire.
02.02 Minister André Flahaut: De
vragen en voorstellen van
mevrouw Lejeune vallen
hoofdzakelijk onder de
bevoegdheid van de minister van
Buitenlandse Zaken. Wat mij
betreft, kan ik u verzekeren dat ik
nooit nalaat dit probleem aan te
kaarten bij mijn collega's van
Landsverdediging op Europees
niveau, bij de Navo en in het kader
van bilaterale activiteiten. Wij
hebben in onze legers geen
kindsoldaten. Er bestaan wel
scholen voor onderofficieren met
leerlingen jonger dan 16 jaar. Dat
zijn geen militairen en ze zullen
nooit bij militaire operaties worden
ingezet.

Uitgaande daarvan moeten wij het
inzetten van kindsoldaten in
andere landen en andere
werelddelen blijven bestrijden.

We moeten dit fenomeen vooral
op internationaal niveau
aanpakken om meer slagkracht te
hebben.
02.03 Josée Lejeune (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je
remercie le ministre de sa réponse
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4

Monsieur le ministre, pourriez-vous être notre interprète auprès du
conseil des ministres pour essayer d'accélérer le processus de
ratification de cette convention?
02.03 Josée Lejeune (PRL FDF
MCC): Kunt u onze woordvoerder
zijn tijdens de ministerraad om de
procedure voor de ratificatie van
dit protocol door België te
versnellen?
02.04 André Flahaut, ministre: Oui, mais nous rencontrons une
difficulté pour l'instant: on nous reproche d'utiliser des "enfants-
soldats". J'invite les organisations qui tiennent ce genre de discours à
visiter en ma compagnie les écoles de sous-officiers. Ils y verront des
étudiants et non des "enfants-soldats".
02.04 Minister André Flahaut:
Verschillende organisaties vragen
ons om opheldering betreffende
onze studenten in de scholen voor
onderofficiers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer John Spinnewyn aan de minister van Landsverdediging over "het oprichten van een
veiligheidskorps" (nr. 6301)
-
de heer Stef Goris aan de minister van Landsverdediging over "de oprichting van een
veiligheidskorps" (nr. 6477)
03 Questions jointes de
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense sur "la création d'un corps de sécurité" (n° 6301)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "la création d'un corps chargé de missions de sécurité"
(n° 6477)
03.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de oprichting van een veiligheidskorps om onder
meer het vervoer van gevangenen te regelen is opnieuw in een
stroomversnelling gekomen. Dit plan kwam reeds in de actualiteit in
1993. Men hoopte te kunnen rekruteren bij de militairen die door de
hervorming uit de boot zouden vallen. Toenmalig minister Wathelet
schoof dit korps als een prioriteit naar voren. Zeven jaar later zijn er
werkgroepen opgericht om een speciale eenheid voor de
overbrenging van gedetineerden en aangehouden personen tot stand
te brengen. De opdracht wordt beperkt tot begeleiding van
gevangenen. Mijnheer de minister, bijna 10 jaar na 1993 hebben we
nog steeds geen veiligheidskorps. Het zou onaanvaardbaar zijn als
terzake nog geen gedetailleerde beslissingen werden genomen.

Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken? Wat zijn de precieze
bevoegdheden van het nieuwe veiligheidskorps? Hoe groot is dat
korps? Destijds sprak men van over 800 leden. Worden op dit
ogenblik onderhandelingen gevoerd met uw departement? Kunnen via
dit korps een aantal tijdelijke contracten worden omgezet in statutaire
betrekkingen?
03.01 John Spinnewyn (VLAAMS
BLOK): Les projets de création
d'un corps de sécurité, chargé
notamment du transport des
détenus, se sont accélérés.
Lorsque cette idée a été émise en
1993, on espérait pouvoir affecter
à ce corps des militaires devenus
excédentaires à la suite des
réformes de l'armée. Ce corps
n'est cependant toujours pas mis
en place.

Où en est-on? Quelles seront les
missions précises du corps?
Quelle sera son ampleur? Des
négociations sont-elles en cours?
Ce corps permettra-t-il de
transformer des contrats
temporaires en emplois
statutaires?
03.02 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
mijn vraag handelt eveneens over het op te richten veiligheidskorps.
De voorbije weken gonsde het van berichten terzake. Uit gesprekken
met militairen kan ik opmaken dat velen zich kandidaat willen stellen
om deel te kunnen uitmaken van dit korps. Het zou een goede
oplossing zijn voor het prangend probleem van het overschot van
oudere onderofficieren en beroepsvrijwilligers. Wat zal echter de
financiële weerslag van deze mogelijke overstap zijn? Wie zal deze
mensen betalen? Het lijkt me belangrijk dat terzake duidelijkheid
03.02 Stef Goris (VLD): Ces
derniers temps, les rumeurs
relatives au corps de sécurité vont
bon train. De nombreux sous-
officiers et volontaires de carrière
plus âgés voient en ce corps une
issue pour leur fin de carrière.

Quelle sera cependant l'incidence
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
wordt geschapen. Voor mij lijkt het duidelijk dat deze mensen niet
door de krijgsmacht betaald moeten worden maar door de diensten
waarbinnen ze zullen functioneren.

In het verleden werd eraan gedacht om in een eerste fase een
bepaald percentage van de kosten te laten dragen door
Landsverdediging omdat een aantal disponibiliteitsmaatregelen ook
geld kost aan het departement. Het moet, mijns inziens, mogelijk zijn
terzake een akkoord te bereiken waarbij men verdeelsleutels hanteert
om uit te maken wie voor deze mensen financieel moet opdraaien. Op
die manier zou men een win-win-situatie kunnen bereiken zowel voor
Landsverdediging als voor Binnenlandse Zaken of Justitie die deze
militairen zullen tewerkstellen. Deze militairen zijn voor Justitie en
Binnenlandse Zaken immers goedkopere werkkrachten omdat ze
gedeeltelijk betaald worden door Landsverdediging. Mijnheer de
minister, het is, mijns inziens, van elementair belang dat een correcte
sleutel wordt gehanteerd. Het lijkt me eveneens belangrijk dat de
gesprekken terzake zo snel mogelijk worden afgerond. Als we er niet
snel uitgeraken vrees ik dat Binnenlandse Zaken en/of Justitie een
korps zullen opstarten zonder onze militairen. We moeten dringend
werk maken van deze zaak. Hopelijk hebt u goed nieuws voor ons
inzake de stand van de onderhandelingen, onder meer over het aantal
militairen dat de overstap kan maken.
financière d'un tel changement
d'affectation? J'estime que les
rémunérations des intéressés ne
peuvent être à charge des forces
armées, mais des départements
pour lesquels ce corps prestera
des services. Qu'en pense le
ministre? Où en sont les
négociations entre les
départements de la Défense
nationale, de l'Intérieur et de la
Justice? Si l'on applique une clé
de répartition correcte, cette
situation pourrait être bénéfique
pour toutes les parties
intéressées.
03.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
plan inzake de oprichting van een veiligheidskorps voor de politie van
hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen valt
respectievelijk onder de bevoegdheid van de ministers van Justitie en
van Binnenlandse Zaken.
03.03 André Flahaut, ministre: La
création d'un corps de sécurité
pour le transfert des détenus
ressortit avant tout à la
compétence des ministres de la
Justice et de l'Intérieur.
C'est ma première réponse et je pourrais m'arrêter là.

Il existe vraisemblablement un besoin et des militaires pourraient en
effet apporter leur aide. Mais, à mon avis, s'ils choisissent ce corps,
ils ne sont plus militaires. C'est la première chose claire et précise
que je tiens à souligner.

Ensuite, il est trop facile de puiser dans l'effectif des 40.000 militaires
pour constituer ce corps arguant du fait que cela ne pose pas de
problème puisqu'il y en a en suffisance et qu'il suffit de les transférer
de tel endroit à tel autre. Les militaires ne sont pas des pions. Ce sont
des hommes et des femmes, des travailleurs qui ont droit au respect.
On ne peut pas les utiliser comme on l'entend parce qu'on a eu une
idée et que cela ferait bien dans le décor. Je suis toujours prêt à
discuter, je ne ferme pas la porte, mais il faut savoir qui paie. On ne
peut pas à la fois avoir le beurre et l'argent du beurre!

La constitution de ce corps est sans doute nécessaire pour soulager
les polices locales et la police fédérale. Il y a d'ailleurs concertation
entre les départements de la Défense, de l'Intérieur et de la Justice à
cet égard. Si des militaires veulent quitter volontairement l'armée, ils
pourront le faire mais alors dans les mêmes conditions que les autres.

En effet, je ne veux pas que mes services soient vidés de leur
substance parce qu'on aura promis certaines choses à mes hommes.
Donc, ils pourront quitter l'armée, mais nous veillerons d'abord à
l'intérêt du service et au fonctionnement de l'armée. Je crois que nous
Het is nodig. Maar als militairen
worden opgenomen in dit korps,
verliezen ze hun statuut van
militair. Dat moet duidelijk zijn.
Ieder zijn vak. Het is al te
gemakkelijk manschappen te gaan
halen bij het militair kader. Het zijn
geen pionnen. Ze verdienen
respect. Ik sluit een discussie
echter niet uit. Als er bij de
samenstelling van dit korps
overleg is tussen de
departementen en als militairen
het leger willen verlaten, dan
kunnen ze dat, maar in dezelfde
omstandigheden als de andere
militairen en rekening houdend
met het belang van de dienst. In
het belang van de dienst, zal ik
ook sommige van die militairen
moeten vervangen. Hier heb ik
dus een budget voor nodig.

Bovendien moet voor deze nieuwe
dienst in een budget worden
voorzien om die ex-militairen te
betalen. Het leger kan daarvoor
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
sommes d'accord sur ce point.

Ensuite, lorsque les gens sont motivés pour partir, il vaut mieux les
laisser partir s'ils ne sont pas indispensables, plutôt que de les retenir
au risque de les voir devenir des poids pour la structure. Mais il faut
aussi pouvoir remplacer les démissionnaires, même les plus âgés
d'entre eux, par des jeunes. Et pour cela, il me faut des moyens. Si on
me retire le budget prévu pour ces militaires pour l'attribuer à ce corps
de sécurité, il ne me serait pas possible de pourvoir aux
remplacements nécessaires et nous aurons alors une armée
vieillissante.

En résumé, je veux bien faire un geste. J'ai dit à mes collègues de la
Justice et de l'Intérieur que j'abordais ce problème de façon positive,
mais il faut que chacun s'y retrouve. En d'autres mots, si les militaires
quittent l'armée sur une base volontaire, ils perdent leur statut de
militaire. Il est en effet hors de question que des gars se baladent en
uniforme pour transporter des prisonniers, car ce n'est pas le métier
des militaires. A chacun son métier.

De plus, le département qui bénéficiera de ce personnel de qualité et
motivé doit recevoir les moyens budgétaires nécessaires pour ses
missions.

Il est aisé d'avoir des idées sur le compte des autres. Il est facile de
dire: "il suffit de ...", "il faudrait que ...", "il n'y a que cela à faire ...",
quand il ne faut pas payer la facture. Il faut savoir que tout cela a un
coût. En outre, j'ai l'obligation de gérer une structure qui tient la route,
car sinon il eût été inutile de faire des plans de modernisation ou des
plans à long terme.

Ce sont des foutaises. Si on veut vider l'armée de sa substance,
qu'on le dise tout de suite et qu'on arrête. Mais de grâce, présentons
des accords équilibrés et accordons le budget nécessaire au
département qui prendra cela en charge.

Quant au nombre, j'ignore si cette mesure va provoquer un
engouement chez les militaires. Je suis incapable d'y répondre. Mais
si des gens veulent partir, que cela se passe de manière définitive. Il
est toujours mauvais de revenir à l'endroit qu'on a quitté. C'est valable
en politique comme dans tout autre domaine.
niet opdraaien.

Kortom, we hebben een
evenwichtig akkoord nodig.

Is het een bevlieging van de
militairen? Ik weet het niet. Maar
wie vertrekt, komt niet meer terug.
Dat is niet goed.
03.04 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
had gemerkt dat ongeveer acht interministeriële werkgroepen
werkzaam waren, waaronder een werkgroep voor Landsverdediging.
Ik meende dat wij al verder stonden. Dat ontgoochelt mij.

Ik begrijp de angst van de minister om nog meer personeel te
verliezen. Daarnaast rijst de vraag of de tijdelijke contractuelen geen
prioritaire behandeling kunnen krijgen met betrekking tot dergelijk
statuut. Op die manier zouden ook nieuwe kandidaat-militairen
gemakkelijker worden aangetrokken, omdat zij weten dan weten dat
zij nog in een andere openbare dienst terechtkunnen. Zij gaan dan
een langere carrière tegemoet dan vijf of tien jaar bij het leger.
03.04 John Spinnewyn (VLAAMS
BLOK): Il semble que nous
n'ayons pas dépassé le stade des
groupes de travail. Vous m'en
voyez déçu. Le ministre a peur de
perdre des gens. Il ne doit
toutefois pas perdre de vue que la
création d'un tel corps offre
davantage de perspectives aux
nouveaux candidats militaires, ce
qui permet justement d'attirer de
nouvelles recrues.
03.05 Stef Goris (VLD): Mijnheer de minister, ik bedank u voor uw
houding in dat dossier. Het lijkt mij belangrijk dat de andere
departementen er niet van uitgaan dat zij zomaar uit de militairen
03.05 Stef Goris (VLD): D'autres
départements ne peuvent pas
partir du principe qu'ils peuvent
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
kunnen putten voor allerlei klussen waarvoor men personeel tekort
komt in andere diensten.

Ik heb nog een bijkomende vraag. Wij spreken over het personeel.
Hebt u daarover al overlegd met de vakbonden? Wat is hun houding
in dat dossier?

Welke mogelijke pistes zijn grensverleggend? Zonet heb ik al
gewezen op de mogelijkheid om de militair een nieuw burgerstatuut te
geven, waardoor hij niet langer onder de krijgsmacht ressorteert maar
lid wordt van de diensten van Binnenlandse Zaken. Hij wordt
politieman of krijgt een vergelijkbare functie. Wij moeten die transfer
aantrekkelijk maken, maar daarbij moet ook het departement
Landsverdediging winnaar zijn. Zoals ik enkele jaren geleden reeds
heb gesuggereerd, zouden wij een bepaald percentage ­ bijvoorbeeld
20% ­ van de kostprijs van dat personeelslid kunnen blijven betalen
omdat wij voornamelijk over oudere militairen spreken. Aldus wordt
het ook aantrekkelijk voor de andere departementen om deze
mensen aan te werven en kan het departement Landsverdediging
goedkoop ruimte creëren om jonge, nieuwe mensen aan te trekken.
Ik weet niet of u er al over hebt nagedacht om die financiële
problemen samen op te lossen. Bestaan er denksporen in die zin? Uw
mening dat militairen daarvoor vrijwillig moeten kunnen kandideren,
lijkt mij logisch. Tegelijkertijd mogen wij de diensten niet in het
gedrang brengen.

Wij weten erg goed hoeveel manschappen wij kunnen inzetten in
buitenlandse operaties, want het maximum bedraagt duizend man.
Daarom dacht ik vooral aan de oudere militairen. Tegelijk bekijk ik dat
als een mogelijkheid voor jongere militairen: eenmaal zij hun jonge en
voor de dienst meest nuttige jaren hebben besteed aan de
krijgsmacht, kunnen zij de nieuwe piste van het veiligheidskorps
bewandelen. Dat zou een eerste voorbeeld zijn van mobiliteit naar
andere openbare ambten of diensten waarbij ook de aantrekkelijkheid
van de militaire job zou kunnen vergroten. Volgens mij moeten wij ons
in een eerste fase focussen op vrijwilligers onder militairen ouder dan
38 tot 40 jaar. Dat zou zowel voor uzelf als voor de andere diensten
de problemen kunnen oplossen. Ik weet niet in welke mate daarover
al is nagedacht.
toujours recourir à des militaires
pour accomplir certaines tâches.
C'est une position que le ministre
défend également. Qu'en pensent
les syndicats?

Je répète que le transfert doit être
avantageux pour tous les
intéressés, pour le militaire qui
devient une sorte de policier du
département de l'Intérieur, pour le
département de l'Intérieur mais
aussi pour le département de la
Défense nationale, qui pourrait par
exemple continuer à supporter 20
pour cent des frais de personnel
des militaires transférés, souvent
plus âgés. Ce transfert permet
donc de libérer des fonctions pour
des jeunes. Les négociations sont-
elles menées dans cette optique?

La mutation doit se faire sur une
base volontaire, sans préjudice
pour les effectifs disponibles pour
les opérations strictement
militaires. L'idéal serait que la
majorité de ceux qui optent pour le
corps de sécurité soient âgés de
40 ans ou plus. De la sorte, la
mobilité profiterait à tous.
03.06 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, ce n'est pas ici
que je dois dire et répéter toutes les difficultés que nous avons à
recruter de jeunes militaires. Je suggère à M. Goris de remettre à
MM. Verwilghen et Duquesne toutes les propositions qu'il m'a faites
pour recourir au secteur privé en vue d'engager des gens dans ce
secteur du corps spécial de sécurité. En effet, il est très facile de
réaliser ces projets sur le compte des autres. Mais, il faut que la
"boutique" continue à fonctionner. Nous verrons s'il y a une réelle
attractivité. Evidemment, cela pourrait être le cas si on y consacrait
beaucoup d'argent comme on l'a fait, par exemple, pour la police
fédérale. Aujourd'hui, les jeunes ne s'engagent plus chez nous car ils
préfèrent s'engager ailleurs et être mieux payés. On va donc se
retrouver face au même problème.

Comme je l'ai dit, je suis ouvert à toute proposition.
03.06 Minister André Flahaut: Ik
stel voor dat u uw voorstellen bij
de ministers van Binnenlandse
Zaken en van Justitie doet om het
personeel voor deze dienst aan te
werven.
Dat is evenwel niet zo gemakkelijk. Er zijn ook statuten en een wet
omtrent het statuut van de militairen.
Il y a des concertations légales et
des règles statutaires à respecter.
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Ce n'est pas si simple.
Il ne suffit pas dire que l'on va prévoir des mises en disponibilité. Il
faut tenir compte des dispositions légales et organiser des
concertations. S'il faut aller vite, il faut trouver d'autres solutions et
engager des intérimaires.
Als het dringend is, kunnen we
met uitzendkrachten werken. We
moeten er wel op letten geen
voorwaarden aan te bieden die al
te sterk verschillen van diegene
die het leger kan voorstellen om te
voorkomen dat we onze
krijgsmacht niet meer kunnen
verjongen.
03.07 Stef Goris (VLD): Que disent les syndicats à ce sujet?
03.07 Stef Goris (VLD): Wat
denken de vakbonden van het
militair personeel ervan?
03.08 André Flahaut, ministre: Les syndicats militaires suivent le
dossier. Si une initiative devait être prise, j'insisterais pour qu'une
concertation ait lieu au sein de mon département afin que tout se
passe dans de bonnes conditions car je ne tiens pas à ce que le
dialogue social que je mène depuis trois ans soit mis en péril par
d'autres projets. Il vaut mieux prévenir les problèmes avant que les
lois ne soient votées.
03.08 Minister André Flahaut: De
vakbonden moeten ook worden
uitgenodigd voor overleg. We
mogen het resultaat van drie jaar
sociaal overleg bij
Landsverdediging niet over boord
gooien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Stef Goris aan de minister van Landsverdediging over "de Mid-Life Upgrade van
de Battlefield Surveillance Radars" (nr. 6294)
04 Question de M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "le 'Mid-Life-Upgrade' des radars de
surveillance Battlefield" (n° 6294)
04.01 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
eind de jaren tachtig heeft de Belgische Landmacht bij de firma ELT
Electronics een aantal radars aangekocht van het type ELN 2030A.
Die radars zijn intussen wat verouderd. Vorig jaar werd daarom een
Mid-Life Upgrade opgestart via het in Luik gevestigde bedrijf BATS,
dat instond voor de levering van de radars. De regering heeft zijn
goedkeuring gegeven voor de M-LU van 18 van de 25 radars.

Mijnheer de minister, mijn eerste vraag is misschien enigszins
gedateerd. Ze gaat immers over een beslissing van eind vorig jaar.
Waarom worden er slechts 18 van de 25 radars geüpgraded? Mijn
tweede vraag is belangrijker. Was het wel een juiste beslissing? De
performantie van de geüpgrade radars blijkt niet hetzelfde niveau te
bereiken als de nieuwe generatie radars waarvoor de kostprijs van
dezelfde orde zou zijn als de M-LU van de huidige radars. Was het
wel nuttig de upgrade te laten doorgaan, wetende dat nieuwe
toestellen via een openbare aanbesteding waarschijnlijk maar even
duur zouden zijn en bovendien meer performant?

Mijn derde vraag betreft de upgrade zelf. Het Luikse bedrijf BATS
heeft er uiteraard alle belang bij de upgrade uit te voeren. Was het
niet aangewezen daarbij de concurrentie te laten spelen?
04.01 Stef Goris (VLD): A la fin
des années quatre-vingt, la Force
terrestre a acquis auprès de la
firme israélienne Eltra Electronics
25° radars du type EL/M 2130 A.
L'upgrading de ces radars, depuis
lors quelque peu dépassés, a
débuté l'année dernière. Pourquoi
se limite-t-on à l'upgrading de 18°
radars? Les radars qui auront subi
l'upgrading n'atteindraient pas le
même niveau opérationnel que de
nouveaux radars mais le coût de
l'opération serait en revanche
aussi élevé. A-t-on dès lors pris la
bonne décision en optant pour
l'upgrading? L'upgrading est confié
à l'entreprise liégeoise BATS, qui
est bien loin de présenter de
brillants résultats financiers.
N'aurait-on pas dû faire jouer la
concurrence en optant pour une
procédure publique?
04.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, dat is een zeer
technische vraag.
04.02 André Flahaut, ministre:
L'upgrading de 18 radars est
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9

Mijnheer Goris, uw eerste vraag handelde over de gegrondheid van
de procedure indien men overweegt dat slechts 18 van de 25 radars
worden gemoderniseerd. Om tegemoet te komen aan een
toekomstgerichte structuur met 5 battle groups zal het escadron 2
de
Jagers te paard over 5 pelotons voor slagveldbeveiliging beschikken.
Elk peloton bestaat uit drie secties met telkens 1 radar. Naast de
operationele behoefte van 15 radars wordt in nog 3 radars voorzien
voor logistieke doeleinden. Het upgraden van 18 radars is bijgevolg
toereikend. De kostprijs van de M-LU is van dezelfde orde als de
aankoop van nieuwe radars.
suffisant: l'escadron des
deuxièmes chasseurs à cheval a
besoin de 15 de ces radars, les
trois autres étant affectés à des
objectifs logistiques. L'upgrading
est, en effet, aussi coûteux que
l'achat de nouveaux radars.
Notre radar fonctionne avec une combinaison optimale de deux
bandes de fréquence, la bande KU (de 12 à 18 ghz) qui offre la
meilleure résolution en azimut et en portée mais dont les
performances se dégradent sensiblement en cas de mauvaises
conditions atmosphériques et la bande X (de 8 à 12 ghz) qui offre une
résolution inférieure à la bande KU mais dont les performances sont
moins sensibles aux conditions atmosphériques.

Avec un budget comparable, les forces armées auraient donc pu
acheter de nouveaux radars mais leurs performances sont largement
inférieures à celles des radars dont nous disposons actuellement.

Sur la deuxième observation qui dit que les résultats de la firme
MAPS ne seraient pas brillants et à la question de savoir si cette
commande est essentielle pour la continuité de la firme, je ne peux
fournir à ce sujet aucun commentaire, cette matière relevant avant
tout de la gestion commerciale interne de cette firme.

En ce qui concerne la question de savoir s'il ne serait pas plus
opportun d'opter pour l'acquisition d'un nouveau matériel en
procédure publique, je me réfère à l'avantage technico-opérationnel
d'une modernisation du matériel existant comme déjà expliqué.
J'ajoute que la durée de vie après modernisation est équivalente à
celle de nouveaux systèmes, ce qui constitue certainement deux
éléments objectifs pour opter pour la procédure retenue.
De meeste radarsystemen op de
markt werken op één enkele
frequentieband (X-band). Onze
radars werken met een optimale
combinatie van twee
frequentiebanden: de Ku-band met
een hogere resolutie in alle
richtingen en in reikwijdte, maar
die slechter presteert bij slecht
weer en de X-band, met een
lagere resolutie, maar minder
weersgevoelig. Met een
vergelijkbaar budget had de
krijgsmacht nieuwe radars kunnen
kopen, maar die beduidend
slechter werken dan de huidige.
Over de weinig schitterende
resultaten van de firma BATS kan
ik geen enkele commentaar geven
omdat dat behoort tot de interne
keuken van het commercieel
beheer van die onderneming. Ten
slotte, wat betreft de aankoop van
nieuw materieel via een openbare
aanbesteding, verwijs ik naar het
technisch en operationeel voordeel
van een modernisering van het
bestaande materieel. Het
gemoderniseerde materieel gaat
even lang mee als de nieuwe
systemen.
04.03 Stef Goris (VLD): Mijnheer de minister, ik ben tevreden over
uw technisch antwoord. Ik zal het schriftelijke verslag ervan nog eens
grondig doorlezen en ik zal dat uiteraard ook toetsen aan de
gegevens waarover ik beschik, vooral inzake de werking van de
nieuwe en bestaande systemen. Ik neem aan dat wat u zegt, correct
is, maar ik moet het nog nakijken.
04.03 Stef Goris (VLD):
J'aimerais quand même vérifier si
le nouveau système n'est pas plus
efficace que les anciens radars
mis à niveau.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Stef Goris aan de minister van Landsverdediging over "de provinciestaven in
Waals- en Vlaams-Brabant" (nr. 6370)
05 Question de M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "les Etats-majors provinciaux du Brabant
wallon et du Brabant flamand" (n° 6370)
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
05.01 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
in uw mededeling aan het militair en burgerpersoneel over het
moderniseringsplan 2000-2015, wordt de standplaats van de staf van
de provincie Waals-Brabant gepland in Waver. Dat lijkt me logisch en
ik heb daar dan ook geen enkel bezwaar tegen. De staf van de
provincie Vlaams-Brabant bevindt zich vandaag in Leuven en ook dat
is logisch. Leuven is immers de hoofdplaats van deze provincie. Ik wil
er u trouwens op wijzen dat burgemeester Louis Tobback er alles aan
doet om alle belangrijke instellingen van de provincie ook in Leuven te
vestigen en op dat vlak wil ik hem steunen. We stellen nu echter vast
dat er wordt meegedeeld dat de provinciestaf zou worden
overgeheveld naar Schaarbeek, naar het kwartier "Héliotropes", en
dat doet toch de wenkbrauwen fronsen.

Waarom moet de provinciestaf van Vlaams-Brabant naar Schaarbeek
en waarom kan hij niet in de hoofdplaats van de provincie blijven?
05.01 Stef Goris (VLD): Dans sa
communication relative au plan de
modernisation 2000-2015, le
ministre mentionne Wavre pour y
installer l'état-major du Brabant
wallon, ce qui n'est que logique.
Pour le moment, cet état-major se
trouve à Louvain même, ce qui est
tout aussi logique. Il est à présent
question de le transférer à
Schaerbeek. Ce projet appelle des
questions, d'autant plus que M.
Tobback, bourgmestre de Louvain,
chercher à centraliser toutes les
institutions provinciales dans le
chef lieu de la province. Pourquoi,
dès lors, ce déménagement?
05.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, ma réponse
sera courte.

Suivant la logique, on a installé un commandant de province à Leuven
et un autre à Wavre. Par contre, ce qui n'est pas logique, c'est le
maintien du poste à Schaerbeek, à l'avenue des Héliotropes.

J'avais décidé de vendre le quartier des Héliotropes pour ramener le
commandant de province au Club Prince Albert. Il faut en effet moins
d'infrastructure, car en cas de crise, on s'adresse de toute façon au
centre de crise général, et pas à celui de l'arrondissement de
Bruxelles-capitale. Ainsi, malgré les résistances de certains qui sont
attachés aux vieilles briques, je puis vous assurer que la vente sera
très rapidement réalisée.

Il n'y aura donc plus qu'un centre en Brabant wallon, et un en Brabant
flamand. Celui de Bruxelles sera basé au Club Prince Albert.
05.02 Minister André Flahaut: Er
zijn twee provinciale staven,
namelijk in Leuven en Waver, wat
mij logisch lijkt. Ik had beslist de
site aan de Heliotropenlaan te
verkopen en de staf van Brussel
naar het Kwartier Club Prins Albert
over te brengen. Die verkoop
stuitte op enige weerstand maar u
mag gerust zijn, hij zal
plaatsvinden en de staf van
Brussel zal worden overgeheveld.
05.03 Stef Goris (VLD): De staf van de provincie Vlaams-Brabant
blijft dus in Leuven?
05.04 Minister André Flahaut: Natuurlijk blijft ze in Leuven, net zoals
de staf van Waals-Brabant in Waver blijft.
05.04 Minister André Flahaut: Le
commandement provincial du
Brabant flamand reste bien à
Louvain.
05.05 Stef Goris (VLD): Meer wilde ik niet weten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Landsverdediging over "de problematiek
van de jonge piloten van de 9e promotie SFA" (nr. 6381)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de la Défense sur "le problème des jeunes pilotes de
la 9ème promotion de la SFA" (n° 6381)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het jammerlijke faillissement van Sabena heeft zware
gevolgen gehad voor het personeel van Sabena. Dat hebben we
06.01 Simonne Creyf (CD&V): La
faillite de la Sabena a des
conséquences dramatiques pour
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
vooral in andere commissies besproken. Er is echter nog een
categorie slachtoffers die minder in beeld kwam, maar voor wie de
situatie ook dramatisch is, met name de leerling-piloten in de laatste
fase van hun opleiding. Ik heb het dan heel concreet over de negende
promotie van de Sabena Flying Academy.

De jonge piloten van de negende promotie bevinden zich eigenlijk in
een sociale en professionele patstelling. Zij volgden reeds twee fasen
van hun opleiding tot piloot, hebben daar al behoorlik wat in
geïnvesteerd, ongeveer twee miljoen die fiscaal niet aftrekbaar is. De
derde fase, is de type rating en een MCC-course, wat de opleiding is
in het vliegtuig waar men later mee zal vliegen. Deze opleiding werd
vroeger door Sabena verstrekt en betaald, maar ingevolge het
faillissement is dit integraal weggevallen. De jonge piloten en hun
ouders ­ want de ouders hebben zich verenigd ­ contacteerden
verschillende ministers en hebben verschillende voorstellen gedaan,
maar totnogtoe is daar nog niet veel van in huis gekomen. Ik heb
minister Durant reeds ondervraagd over mogelijke oplossingen, maar
ik heb niet de indruk dat deze regering ook maar iets wil doen voor
deze groep.

Er werd de leerling-piloten wel een piste aangeboden, meer bepaald
een militaire carrière bij de Luchtmacht, wat wel iets anders is dan wat
men zich voorstelt als men piloot wil worden. We weten ook dat het
absorptievermogen van de Luchtmacht beperkt is. Enkele jongeren
boden zich reeds aan en een paar anderen zijn aan het overwegen of
ze zich al dan niet willen aanbieden voor een militaire carrière bij de
Luchtmacht. Bij hun overwegingen speelt de duur van de nieuwe
opleiding een rol. Normaal duurt de opleiding voor een militaire
carrière bij de Luchtmacht 2,5 jaar. U zou nu te kennen hebben
gegeven dat u bereid bent om de opleidingstermijn voor de negende
promotie te reduceren tot anderhalf jaar. Men moet natuurlijk wel
rekening houden met het feit dat de negende promotie reeds twee
fasen van de opleiding tot piloot achter de rug heeft. De reductie van
die opleidingstermijn zou een wetswijziging veronderstellen. Ten
laatste op 11 maart moeten die jongeren echter beslissen of ze een
opleidingscontract tekenen met het leger. Ik heb dan ook de volgende
vragen.

Wilt u de opleidingstermijn verkorten voor de negende promotie SFA?
Bent u dat van plan? Doet u dat?

Is daarvoor inderdaad een wetswijziging nodig? Indien ja, welke
timing voorziet u dan?

Rekening houdend met het feit dat voor 11 maart allicht een
wetswijziging niet klaar zal zijn, welke garanties kunt u de leerling-
piloten en hun ouders geven dat de opleidingsduur inderdaad beperkt
zal worden tot anderhalf jaar?
les élèves pilotes qui se trouvent
au stade de la dernière phase de
leur formation, c'est-à-dire les
membres de la neuvième
promotion de la Sabena Flying
Academy. Ils ont déjà suivi deux
phases de formation extrêmement
coûteuses qu'ils ont eux-mêmes
financées et c'est précisément au
moment où doit débuter la
troisième phase, payée par la
Sabena, que cette possibilité
disparaît.

Le gouvernement abandonne ce
groupe à son sort. On a certes
offert à ces jeunes une carrière
militaire à la Force aérienne mais
cela implique à nouveau une
formation de deux ans et demi. Le
ministre est-il prêt, dans ce cas
spécifique, à ramener ce délai à
un an et demi? Ceci suppose une
modification de la loi, ce qui prend
du temps. Or, ces jeunes doivent
déjà signer leur contrat de
formation à l'armée le 11 mars.
Obtiendront-ils des garanties que
la formation sera raccourcie?
06.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
statuut van de hulpofficieren, dat recentelijk werd gewijzigd bij de wet
van 22 maart 2001, tot wijziging van sommige bepalingen betreffende
de statuten van het militair personeel ten einde de krijgsmacht in staat
te stellen het structureel tekort aan piloten op te lossen, laat inderdaad
niet toe over te gaan tot een specifieke werving van piloten die reeds
in het bezit zijn van een licentie behaald in een vliegschool voor
burgers, noch tot het waarderen van deze licentie door de aanpassing
06.02 André Flahaut, ministre: Le
statut des officiers auxiliaires ne
permet pas de recruter des pilotes
titulaires d'une licence de l'école
d'aviation civile. Par ailleurs, il
n'est pas aussi simple d'adapter la
formation des pilotes militaires et
les épreuves auxquelles ils sont
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
van de vorming en de vakproeven die de militaire piloot moet
afleggen.
soumis.
Il faut vous dire qu'avant la faillite de la Sabena, on constatait plutôt
un mouvement des militaires vers les compagnies civiles. Nous étions
alors confrontés à un problème de protection du statut et de la
profession de pilote militaire. Comme vous l'avez dit, une modification
de la loi est nécessaire. C'est pourquoi, mon administration a été
chargée de l'élaboration d'un projet de loi. Nous en sommes
actuellement au stade de la modification du projet de loi existant dans
le respect de la procédure normale de contrôle administratif et
budgétaire.
Vóór het faillissement van Sabena
zaten wij met het omgekeerde
probleem. Wij moesten het statuut
van militair piloot beschermen. De
wet moet worden gewijzigd. Mijn
administratie bereidt een
voorontwerp van wet voor.
De nieuwe bepalingen zullen een reële mogelijkheid bieden om de
jonge burgerpiloten, die momenteel inactief zijn door de huidige
moeilijke omstandigheden, te reclasseren. Zo zal een specifieke
werving mogelijk worden van kandidaat-hulpofficieren die reeds
titularis zijn van bepaalde luchtvaartkwalificaties die ze hebben
behaald in burgerscholen. Tevens zullen er tijdens de vorming tot
militair piloot vrijstellingen kunnen worden toegestaan aan de
kandidaat-hulpofficieren. Deze kandidaat-hulpofficieren zullen een
specifieke proef afleggen op het einde van hun vorming.

Teneinde tegemoet te komen aan de bezorgdheid inzake de
opleidingsduur, heeft mijn administratie in een overgangsmaatregel
voorzien die zal toelaten dat de kandidaat-hulpofficieren die reeds
titularis zijn van bepaalde luchtvaartkwalificaties, behaald in
burgerscholen zoals bijvoorbeeld de school van ex-Sabena en die nu
reeds een vorming tot militaire piloot volgen, kunnen genieten van de
wetswijziging indien ze dit wensen.
Les nouvelles dispositions
prévoient la possibilité de recruter
des candidats officiers auxiliaires
déjà en possession d'une licence
obtenue dans une école civile. Ces
candidats pourront également
bénéficier de dispenses au cours
de leur formation militaire. A la fin
de celle-ci, ils devront présenter un
examen d'aptitude professionnelle.
La formation militaire est, en effet,
relativement longue pour ces
personnes déjà partiellement
formées. C'est pourquoi l'on
prévoit de modifier la loi. En
attendant, des mesures
transitoires seront décrétées.
Au départ, nous étions à la recherche de pilotes puisqu'ils partaient
tous dans le privé ou à la Sabena ou ailleurs. J'ai moi-même ouvert
les portes de la Force aérienne à ces jeunes pilotes, ceux qui
rencontrent le plus de difficultés. La modification législative va arriver
mais, si je peux donner un conseil à ceux qui sont au chômage
aujourd'hui, c'est de saisir la chance que nous leur offrons parce
qu'elle ne se représentera peut-être plus.

Je dois également veiller à ne pas créer un déséquilibre dans l'autre
sens. En effet, il ne faut pas que les pilotes qui sont restés dans
l'armée et qui, pour un même travail que leurs collègues civils, ont
des rémunérations nettement inférieures, soient désavantagés par
rapport aux autres.

Il faut donc trouver le bon équilibre pour intégrer les deux catégories
de personnes. Du côté de la Défense en tout cas, le but est de
permettre à ces jeunes pilotes de ne pas perdre tout ce qu'ils ont
investi pour leur formation.

En outre, si ces jeunes entrent chez nous, je leur demanderai de
s'engager pour une certaine période. Il ne faudrait pas, à l'occasion
d'un revirement et d'une nouvelle embellie dans le monde de
l'aéronautique, qu'ils abandonnent les militaires à leur sort pour aller
ailleurs gagner des traitements beaucoup plus élevés.
We komen van een situatie waarin
militaire piloten bij ons weggingen
en overstapten naar de
burgerluchtvaart. Ik raad de jonge
burgerluchtvaartpiloten aan de
kans die wij hun nu geven, te
grijpen. Zo'n kans krijgen ze
namelijk vermoedelijk geen
tweede keer. Tegelijk mogen we
de militaire piloten die bij ons aan
het werk zijn willen gaan en daarbij
een lager loon voor lief hebben
genomen dan wat ze in de
burgerluchtvaart hadden kunnen
verdienen, niet achterstellen.

Jongeren die bij ons tekenen,
vraag ik dan ook een serieuze
verbintenis aan te gaan voor de
dienst. Het is niet de bedoeling dat
ze onmiddellijk weer zouden
weglopen als het plots weer beter
zou gaan met de burgerluchtvaart.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens de
minister te bedanken voor het antwoord. Ik kan begrijpen dat de
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Le
ministre craint que les pilotes
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
minister bezorgd is om het evenwicht binnen de luchtmacht zelf. Ik
begrijp ook zijn bezorgdheid dat eens die jongeren de kans hebben
gekregen om in het leger een opleiding te krijgen, zij dan op korte
termijn het leger verlaten. Ik heb daarvoor alle begrip.

Wat ik eigenlijk wou weten is of er een wetswijziging komt. Ik wou ook
weten of degenen die nu die twee fasen van de opleiding achter de
rug hebben, maar anderhalf jaar opleiding zullen moeten volgen. Als
men ermee rekening houdt dat de wetswijziging niet klaar zal zijn voor
11 maart, vraag ik me ook af of de minister kan garanderen dat die
opleiding zal worden gereduceerd tot anderhalf jaar.
quittent la Force aérienne au
terme de leur formation. Je peux le
comprendre.

Mes questions sur la durée de la
formation militaire, la modification
de la loi et les garanties d'ici au 11
mars restent toutefois sans
réponse.
06.04 André Flahaut, ministre: Madame, vous n'allez pas m'obliger à
vous dire que je vais me mettre en contradiction avec la loi. Je
n'oserais jamais tenir de tels propos ici. Ce qu'il faut faire, c'est
prendre des dispositions le plus rapidement possible et nous y
travaillons.
06.04 Minister André Flahaut: Die
verbintenis kan ik niet aangaan,
dat is strijdig met de wet. Wij
zoeken een oplossing.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "gepensioneerde
militairen tewerkgesteld bij de Krijgsmacht" (nr. 6268)
07 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "les militaires à la retraite travaillant
au service des Forces armées" (n° 6268)
07.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in de Nederlandstalige pers van 25 januari 2002 kon men
lezen dat het leger een relatief groot aantal van 147 gepensioneerde
militairen tewerkstelde. Deze ex-militairen zouden hun pensioen
kunnen aanvullen met niet-aanzienlijke bedragen.

Hoeveel ex-militairen vallen op 1 januari 2002 onder de zogenaamde
kaderbehoefte? Hoeveel militairen vervullen na hun
oppensioenstelling nog een bezoldigde functie bij de Krijgsmacht?
Hoeveel plaatsen zijn er voorzien voor deze personeelscategorie?
Aan welke criteria moeten de werknemers voldoen om tot de
categorie van kaderbehoefte te kunnen komen? In welke
krijgsmachtonderdelen worden deze militairen tewerkgesteld? Welke
graden bekleedden de ex-militairen op de datum van hun
oppensioenstelling? Hoe is de verhouding tussen de Frans- en de
Nederlandstaligen? Wordt het aantal tewerkgestelde ex-militairen, in
het licht van de besparingen op de personeelsuitgaven, verminderd?
07.01 Martial Lahaye (VLD): Au
début de cette année, la presse a
évoqué le nombre relativement
important de militaires pensionnés
qui continuaient à être employés
au sein des forces armées. Cette
formule leur permet de bénéficier
d'un complément considérable à
leur pension. A combien d'anciens
militaires a-t-on fait appel au 1
er
janvier 2002 pour compléter le
cadre? Combien de militaires
continuent-ils d'exercer une
fonction rémunérée au sein des
forces armées après avoir pris leur
retraite? Combien de postes sont-
ils réservés à ce groupe? A quels
critères ces travailleurs doivent-ils
satisfaire? Quel était leur grade
lorsqu'ils ont pris leur retraite?
Quelle est la proportion entre
francophones et
néerlandophones? Comptez-vous
réduire ce nombre de travailleurs
retraités pour réaliser des
économies sur les dépenses de
personnel?
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega Lahaye,
het systeem van de vrijwillige inkaderingsprestatie staat aan
sommige, wegens de bereikte leeftijdsgrens, gepensioneerde
militairen toe om uitzonderlijk te blijven dienen in de Krijgsmacht. De
07.02 André Flahaut, ministre: Le
système des prestations
d'encadrement volontaires (PEV)
permet à certains militaires
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
cijfergegevens waarnaar de heer Lahaye verwijst, worden verkeerd
geïnterpreteerd. 42 militairen, waarvan 39 officieren en 3
onderofficieren, voeren een vrijwillige inkaderingsprestatie uit.

De minister van Landsverdediging heeft 52 functies vacant gesteld
voor de periode tussen 1 juli 2001 en 30 juni 2002, meer bepaald 47
voor officieren en 5 voor onderofficieren.

De criteria zijn als volgt: men moet beroeps- of aanvullingsofficier of
onderofficier zijn; men moet op pensioen zijn gesteld wegens de
bereikte leeftijdsgrens; men moet overgaan naar het reservekader;
men moet vrijwilliger zijn om te dienen gedurende een periode van 1
jaar; de tewerkstelling moet zijn gerechtvaardigd door een
inkaderingsbehoefte die niet kan worden ingevuld door werving
binnen de 12 maanden; men moet in aanmerking genomen zijn door
een selectiecomité dat belast is met de evaluatie van de
kandidaturen; de selectie moet worden aanvaard door de minister.

De militairen in vrijwillige inkaderingsprestatie worden tewerkgesteld
in alle componenten, maar ook in de algemene directie en de
stafdepartementen van de defensiestaf, evenals in internationale
posten.

De graden die de militairen bekleden zijn: 1 divisie-admiraal, 5
kolonels, 2 luitenant-kolonels, 4 majoors, 25 kapiteins-
commandanten, 2 kapiteins, 2 adjudant-majoors en 1 adjudant.

De 42 vrijwillige inkaderingsprestaties worden verdeeld in 21 militairen
voor het Nederlandstalige taalstelsel en 21 militairen voor het Franse
taalstelsel.
retraités de rester en service.
Vous devez interpréter les chiffres
correctement: seuls 42 militaires,
dont trois sous-officiers, effectuent
actuellement des PEV. Jusqu'à la
mi-2002, 52 fonctions de ce type
sont vacantes, dont 5 pour des
sous-officiers. Pour entrer en ligne
de compte, il faut être officier de
carrière ou de complément, avoir
été mis en retraite en raison de
son âge, être transféré au cadre
de réserve, être volontaire pour
servir pendant un an, occuper une
fonction qui ne pourra pas être
occupée au cours de cette année
par la voie du recrutement normal,
avoir été choisi par un comité de
sélection et accepté par le
ministre. Ces personnes peuvent
aboutir dans n'importe quelle
composante. On retrouve parmi
les intéressés des colonels, des
majors, des capitaines, etc. 21
relèvent du régime linguistique
néerlandais, 21 du régime
francophone.
J'en viens à la dernière partie de la question.

La difficulté réside dans le fait que les emplois occupés par les
militaires en PVE requièrent de l'expérience ou des profils de
compétences particuliers auxquels il n'est toujours pas possible de
répondre à court terme en faisant appel à du personnel du cadre actif.

De plus, un militaire en PVE ne coûte pas plus cher à grade égal
qu'un militaire du cadre actif. Sa rémunération n'est rien d'autre que
sa pension réduite augmentée d'un complément de traitement lui
permettant d'être rémunéré au même niveau que s'il appartenait au
cadre actif. Le système des allocations et des indemnités lui est
applicable et en aucun cas la rémunération des militaires en PVE
n'est supérieure à celle de leurs collègues du cadre actif. C'est une
technique limitée qui permet, avec souplesse, de répondre à certains
besoins.

On ne m'enlèvera pas de l'idée que mettre à la pension certaines
personnes à 45 ou 50 ans constitue un gaspillage incroyable. En effet,
il s'agit de personnes compétentes, expérimentées et disponibles qui
peuvent encore être très utiles. Mais "de wet is de wet" et c'est ainsi
que l'on se retrouve face à des situations de ce type. Une réflexion à
plus long terme doit donc être menée pour permettre à des personnes
- c'est un peu à cela que doit servir le statut MSEM - de poursuivre
plus longtemps leur carrière et continuer à servir l'armée, la défense
en général et la collectivité.
Het laatste deel van de vraag
vervalt aangezien de jobs die
militairen in het kader van de
vrijwillige inkaderingsprestaties
(VIP) uitoefenen, ervaring en
bijzondere vaardigheden vereisen
zodat zij op korte termijn niet altijd
door actief personeel kunnen
worden ingevuld. Bovendien kost
een "VIP-militair" niet meer dan
een actieve militair met dezelfde
graad. Zijn bezoldiging bestaat uit
een verlaagd pensioen dat met
een loonsupplement wordt
aangevuld, zodat hij evenveel
ontvangt als zijn collega uit het
actieve kader. Het systeem van
bijdragen en vergoedingen geldt
ook voor de 'VOP-militair' die nooit
meer dan zijn actieve collega's kan
verdienen. De techniek is bijgevolg
beperkt. Wie de militairen met 45
of 50 jaar op pensioen stuurt,
vergooit vaardigheden en ervaring
die voor het leger bijzonder nuttig
kunnen zijn. De wet is echter de
wet en bijgevolg dienen de
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
geldende regels correct te worden
toegepast. Dit bijzondere statuut
biedt ons de mogelijkheid
waardevolle ervaring te benutten.
07.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn gedetailleerd antwoord, maar ik vraag mij toch af
van waar dat cijfer van 147 komt. Die foute cijfers betreur ik, maar ik
ben u zeer dankbaar voor de terechtzetting en de antwoorden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de
legionellabacterie in de kazernes van het Belgisch Leger" (nr. 6269)
08 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "la présence de la bactérie de la
légionellose dans les casernes de l'armée belge" (n° 6269)
08.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn volgende vraag betreft de legionellabacterie. Volgens
de pers wordt de infanterieschool van Stokkem reeds twee jaar
geteisterd door de legionellabacterie. Dit heeft mede tot gevolg dat
een aantal sportactiviteiten tijdelijk werden opgeschort.

Welke kwartieren worden geconfronteerd met deze bacterie? Wat zijn
de gevolgen heeft voor het dagelijkse leven in die kwartieren? Zijn er
maatregelen genomen om terug naar een normale toestand te
kunnen evolueren en, zo ja, welke? Hoeveel tijd zal dit nog in beslag
nemen? Graag een antwoord van u mijnheer de minister.
08.01 Martial Lahaye (VLD):
L'école d'infanterie de Stokkem
serait confrontée depuis deux ans
déjà à la bactérie de la
légionellose. Certaines activités
auraient même dû être
suspendues pour cette
raison.Quels quartiers sont-ils
confrontés à cette bactérie? Quel
en est l'impact sur la vie
quotidienne dans ces casernes?
Quelles mesures ont-elles été
prises? Quand la situation sera-t-
elle normalisée?
08.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, in het
kader van een systematische analysecampagne worden sinds eind
2000 een duizendtal douches in de militaire kwartieren onderzocht op
de aanwezigheid van de legionellabacterie. In bijna 10% van de
installaties verspreid over diverse kwartieren werd de aanwezigheid
van de legionellabacterie vastgesteld.

De volgende kwartieren worden momenteel nog geconfronteerd met
besmetting in één of meerdere douche-installaties: het kwartier
Lemahieu te Ieper, het kwartier Brasschaat-Oost, het kwartier
Ambiorix te Tongeren, het kwartier De Anting te Heverlee, het kwartier
St-Laurent te Luik, het kwartier Bastin te Stokkem, het kwartier
Bismans te Dinant, het kamp Koning Albert te Marche-en-Famenne.

Indien tijdens de analysecampagne legionellaconcentraties, hoger
dan de toegelaten lage limietwaarden, worden vastgesteld, dan wordt
overgegaan tot thermische of chemische ontsmetting. Tijdens deze
ontsmetting kunnen de installaties uit veiligheidsoverwegingen,
wegens gevaar voor verbranding, gedurende een beperkte tijd, één of
twee dagen, niet gebruikt worden. Een installatie wordt uit voorzorg
gesloten wanneer de hoge limietwaarde is overschreden. In dit geval
kunnen de douches één tot twee weken niet gebruikt worden tot
wanneer is vastgesteld dat de getroffen maatregelen doeltreffend
waren. Tijdens die periode kan doorgaans gebruikt worden gemaakt
van douches in andere gebouwen en zijn de gevolgen voor het
08.02 André Flahaut, ministre:
Depuis la fin 2000, un millier
d'installations de douche ont été
contrôlées dans les quartiers
militaires en vue de déceler la
présence éventuelle de
légionellose. Une contamination a
été observée dans près de 10%
des installations. Actuellement,
des quartiers d'Ypres, de
Brasschaat, de Tongres,
d'Heverlee, de Liège, de Stokkem,
de Dinant et de Marche-en-
Famenne ont encore à faire face à
la bactérie.

Durant la désinfection thermique
ou chimique, les installations ne
peuvent plus être utilisées pendant
un certain temps pour des raisons
de sécurité. Généralement, des
douches peuvent être utilisées
dans d'autres bâtiments.

Des mesures ont été prises afin de
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
dagelijkse leven beperkt.

Door toepassing van beheersmaatregelen, het periodiek of
permanent opdrijven van de watertemperatuur en het buiten dienst
stellen van niet of zelden gebruikte delen van de installatie, ontkalking
en reiniging van boilers, werd de kans op besmetting sterk
verminderd. Waar deze maatregelen niet toereikend bleken,
gebeurden er aanpassingswerken: vernieuwing van boilers, plaatsing
van systemen voor legionellabestrijding, het aanpassen of vernieuwen
van leidingen. Dit alles is reeds uitgevoerd of gepland.
réduire les risques de
contamination. Là où ces mesures
se sont révélées insuffisantes, des
travaux d'adaptation ont été
réalisés ou prévus. Le suivi
préventif du problème relève de la
nouvelle direction Well Being.
08.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de minister, dank u voor uw
antwoord. Ik dring erop aan om dat probleem nog meer preventief op
te volgen.
08.04 Minister André Flahaut: Mijnheer Lahaye, dit is nu de taak van
de nieuwe algemene directie "well being".
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "vrouwelijke
militairen binnen de Belgische Krijgsmacht" (nr. 6270)
09 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "la présence de femmes militaires au
sein des Forces armées belges" (n° 6270)
09.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het Belgisch leger telt, in vergelijking met andere Navo-
legers, een groot aantal vrouwelijke militairen. De meeste eenheden
zijn samengesteld uit zowel mannelijke als vrouwelijke soldaten. Een
aantal maanden geleden nam u enkele maatregelen ten behoeve van
het vrouwelijk personeel: de organisatie van een vrouwendag, de
terbeschikkingstelling van crèches. Dat zijn ongetwijfeld
lovenswaardige initiatieven.

In verband met de gemengde samenstelling van het leger had ik
graag een antwoord op volgende vragen.

Hoeveel vrouwelijke militairen, onderverdeeld naar taalrol, telde het
leger op 1 januari 2002 in de categorieën van beroepsvrijwilligers,
onderofficieren, officieren en de hogere officieren?

Hoeveel betrekkingen zijn er voorzien voor vrouwelijke militairen?

Worden er initiatieven ontwikkeld om meer vrouwen aan te trekken
binnen het leger?

Welke conclusies trekt u uit de dialoog met het vrouwelijk personeel?
Hoe en wanneer worden die in de praktijk omgezet?
09.01 Martial Lahaye (VLD): En
comparaison avec les autres
armées de l'OTAN, l'armée belge
compte un grand nombre de
femmes. Plusieurs initiatives
louables ont été prises à leur
intention: une journée de la
femme, des crèches, ...

Combien de femmes l'armée
comptait-elle au 1
er
janvier? Quelle
est la ventilation par rôle
linguistique et par grade? Combien
d'emplois leur sont-ils ouverts?
Comment attire-t-on ces femmes
à l'armée? Quelles conclusions le
ministre tire-t-il du dialogue avec
les femmes et qu'advient-il de
celles-ci dans la pratique?
09.02 Minister André Flahaut: Mijnheer Lahaye, de Belgische
Krijgsmacht telde 2.950 vrouwen op 1 januari 2002. Het Franstalige
taalstelsel telde 11 hoofdofficieren, 52 lagere officieren, 322
onderofficieren en 638 vrijwilligers. Tot het Nederlandstalige
taalstelsel behoren 19 vrouwelijke hoofdofficieren, 132 vrouwelijke
lagere officieren, 692 vrouwelijke onderofficieren en 1.083 vrouwelijke
vrijwilligers.
09.02 André Flahaut, ministre:
Les Forces armées comptaient
2.950 femmes.
Du
côté
francophone, on dénombre 11
offciers supérieurs, 52 officiers
subalternes, 322 sous-officiers et
638 volontaires. Du côté
néerlandophone, il s'agit de 19
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Binnen de Krijgsmacht staan alle functies open voor zowel mannen
als vrouwen. Er worden geen quota toegepast.

De verhoging van het aantal vrouwen in de Krijgsmacht is een van de
strategische doelstellingen van het departement gelast met het
gelijkekansenbeleid. In 2001 werd, met het oog op het bereiken van
die doelstelling, erop toegezien dat de vrouw duidelijker naar voren
kwam tijdens de rekruteringscampagnes. Zo toonden de affiches van
de campagnes een man en een vrouw. Ook in de tv-spots kwamen
vrouwen voor. Een vernieuwde informatiebrochure over vrouwen in de
Krijgsmacht werd eind december uitgebracht. De brochure zal ook
worden gebruikt voor de rekrutering en moet het positieve imago en
de rol van de vrouwen in de Krijgsmacht duidelijk naar voren
schuiven.

Om al het vrouwelijke personeel van Landsverdediging aan het woord
te laten, werd een eerste algemene vergadering van het vrouwelijk
personeel georganiseerd op maandag 13 november 2000 in
auditorium 2000 van de Heizel. Die vergadering liet de vrouwen toe
om zich uit te drukken omtrent hun professionele situatie.

Die informatie werd gebruikt om nieuwe voorstellen te formuleren
betreffende de verbetering van de arbeidsvoorwaarden en de
levenskwaliteit. Op 20 maart 2001 werd een tweede algemene
vergadering van het vrouwelijke personeel georganiseerd waarop ook
een delegatie van het mannelijke personeel werd uitgenodigd. Het
was een kleine delegatie, met name de "chief of defense" en ik. Bij die
gelegenheid werden de eerste concrete maatregelen aangekondigd.
Deze hielden rekening met de wensen uitgedrukt bij de eerste
algemene vergadering van 13 november 2000 en met het
discussieforum georganiseerd ter gelegenheid van 25 jaar
aanwezigheid van militaire vrouwen in de krijgsmacht.

De actiepunten werden voorgesteld op de eerste algemene
vergadering voor alle personeel van het departement op 20 december
2001, met name de organisatie van kinderopvang tijdens de
schoolvakanties, oprichting van kribbes met de opening op 5
september 2001 van een tweede en een derde bedrijfskribbe met
Kind en Gezin-normen. Voor 2002 is de opening van drie nieuwe
crèches gepland. Wat het verlof wegens familiale omstandigheden
betreft, zoals moederschap, vaderschap, adoptie, ouderschap, verlof
om familiale of persoonlijke redenen, is een studie aan de gang om
een aantal types verloven die aan bepaalde eisen beantwoorden, te
kunnen toestaan in overeenstemming met Europese richtlijnen.
Inzake attestatie en mutatie wordt een personeelspolitiek uitgewerkt
die rekening houdt met de specifieke situatie van gehuwd of
samenwonend zijn. De aanwezigheid van de vrouw in bevelfunctie
moet worden aangemoedigd en binnen de rekruteringsstructuren van
militaire scholen en opleidingscentra is er een aanpassing nodig van
de criteria voor de controle van de lichamelijke conditie. Er is de
oprichting van een cel voor gelijke kansen binnen de algemene
directie Human Resources die moet waken over een groter evenwicht
tussen man en vrouw bij de werving onder meer door de
wervingscampagnes, waarover ik zonet heb gesproken, en door de
aanpassing van eigen geschiktheidtesten en de oefeningen en
sportproeven. Er wordt een studie gevraagd over mogelijke
aanpassingen inzake ecomobiliteit, soepele werkuren, deeltijdse
arbeid en telewerken, het in aanmerking nemen van de morfologische
officiers supérieurs, 132 officiers
subalternes, 692 sous-officiers et
1.083 volontaires.

Toutes les fonctions sont ouvertes
aux deux sexes et aucun quota
n'est appliqué. De nombreuses
initiatives ont été prises pour attirer
les femmes, notamment des spots
télévisés, des brochures
d'information et des affiches.

En novembre 2000, le personnel
féminin a pu s'exprimer sur sa
situation professionnelle lors d'une
assemblée générale. Il en est
résulté des propositions visant à
améliorer les conditions de travail
et d'existencee. Une deuxième
réunion a été organisée en mars
2001. J'y ai présenté ces mesures.
Ces intiatives ont déjà débouché
sur la création de crèches et
l'organisation d'une garderie pour
les enfants pendant les vacances
scolaires. Les questions relatives
au congé pour raisons familiales
sont toujours à l'étude. Nous
élaborons une politique de
mutation qui tienne compte des
personnes mariées et
cohabitantes. Il faut davantage de
femmes dans les fonctions de
commandement. Les critères
relatifs à la condition physique
sont adaptés. Une cellule Egalité
des chances sera mise en place et
une personne de confiance sera
désignée. L'instauration de
conditions de travail plus flexibles
est à l'examen. Enfin, la formation
des militaires est plus attentive
aux notions éthiques et au respect
des autres.
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
kenmerken van mannen en vrouwen bij de aankoop van materialen
en kledij en op het vlak van de infrastructuur over de aanpassing van
kleedkamers en sanitair in de kwartieren en op de oefenterreinen. Er
wordt een onafhankelijke dienst van vertrouwenspersoneel opgericht
en er is de integratie van ethische noodhulp en eerbied voor het
andere in het vormingsproces. De eerste les van de cursus burgerzin
in de Koninklijke Militaire School, die onder andere het relationele
aspect man-vrouw behandelt, is doorgegaan op 10 oktober 2001.
09.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de minister, ik vind het zeer
positief dat zoveel vrouwen zich geroepen voelen voor dat mooie
beroep en ik zou durven hopen dat vrouwelijke militairen meer in
aanmerking zullen komen voor topfuncties binnen het leger. Ten
slotte vernam ik graag of de conclusies van die studiedag ook in de
praktijk zullen worden omgezet.
09.03 Martial Lahaye (VLD): Que
l'armée s'ouvre plus facilement
aux femmes par le biais de
diverses petites adaptations est,
pour moi, un élément positif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Landsverdediging over "de overdracht van de
RMD-achterstallige betalingen inzake de 'voordelen Sociale dienst' voor de periode van februari 1999
tot november 2001" (nr. 6357)
10 Question de M. Yves Leterme au ministre de la Défense sur "le transfert des arriérés de paiement
relatifs aux 'avantages Service social' des SRM pour la période entre février 1999 et novembre 2001"
(n° 6357)
10.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben een
indringer, zij het geen vijandige, in de commissie voor de
Landsverdediging. Ik probeer mij hier vooral te beperken tot
elementen die mijn regio aanbelangen. De collega's van mijn fractie
behandelen de algemene beleidslijnen hier immers uitmuntend op
een hoger niveau. Hoewel het misschien pretentieus klinkt, verheugt
het mij dat ik, telkens ik hier een regionaal dossier ter sprake breng,
erin slaag om collega's uit die regio wakker te schudden die zich dan
ook voor die streekbelangen gaan inzetten.

Mijnheer de minister, het probleem dat ik vandaag zal aanhalen, ligt
mij na aan het hart, omdat het een van de eerste dossiers is die ik
vierenhalf jaar geleden als jong parlementslid in de Kamer aan de
orde stelde. Ik heb vier à vijf jaar geleden uw huidige partijvoorzitter,
de heer Di Rupo, een vraag gesteld over de overdracht van de
personeelsleden van wat bij ons radio Oostende wordt genoemd, de
Radio Maritieme Dienst, meer bepaald met betrekking tot de
statutaire en juridische aspecten. Die medewerkers moesten immers
van de RTT naar het BIPT overgaan in samenwerking met
Landsverdediging. Ik herinner mij ongeveer het antwoord van de
toenmalige vice-eerste minister. Hij liet blijken dat er administratief
een en ander fout was gelopen, maar ­ dat is belangrijk ­ dat hij
ervoor zou zorgen dat de betrokkenen geen enkel nadelig effect
zouden ervaren van de wijziging van hun ambtelijk statuut en hun
tewerkstelling vanuit juridisch oogpunt.

Tot mijn consternatie blijkt uit getuigenissen van betrokkenen dat er
vandaag wel degelijk nog problemen zijn met betrekking tot het
statuut van het personeel van de Radio Maritieme Dienst. Meer
bepaald blijven de uitkeringen op basis van verworven rechten die ze
toebedeeld hadden gekregen tijdens hun tewerkstelling bij het BIPT,
sedert geruime tijd uit. Zo is sedert februari 1999 de uitbetaling van
10.01 Yves Leterme (CD&V): Au
sein de cette commission, j'ai
voulu m'intéresser principalement
à des questions régionales. C'est
pourquoi je voudrais vous parler
aujourd'hui du service
radiomaritime d'Ostende. Sous le
ministre Di Rupo, ce service a été
transféré de l'IBPT à la Défense. A
l'époque, M. Di Rupo avait déclaré
que le personnel ne serait pas
lésé. Cependant, aux dires des
intéressés, le nouveau statut du
personnel des SRM pose de
sérieux problèmes. Les allocations
du service social, établies sur la
base des droits acquis, se font
attendre. Et il s'agit de montants
considérables. Il y a un retard
important pour la période de
février 1999 à novembre 2001. Un
différend semble opposer les
ministres de la Défense et des
Télécommunications au sujet du
département qui doit supporter les
coûts. Les ménages lésés n'ont
que faire de cette discussion et
attendent que le ministre mette les
choses au point.
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
een aantal "voordelen van de sociale dienst" stilgevallen, minstens tot
november 2001. Voor u als minister kan dat een detail lijken, maar
voor de betrokkenen gaat het soms om belangrijke bedragen. Het
betreft onder meer de bijkomende uitkering aan gezinnen met
studerende kinderen. Intussen zou een aantal problemen opgelost
zijn.

Mijn vraag gaat over de sommen die de betrokkenen nog moeten
ontvangen voor de periode februari 1999 tot november 2001. Het gaat
hier immers om verworven rechten in het kader van de zogenaamde
voordelen van sociale dienst voor de RMD-personeelsleden. Uit
onderzoek van het dossier maak ik op dat er een betwisting of
meningsverschil zou zijn tussen u en uw diensten en de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven over de vraag welk
departement de financiële lasten van de uitbetaling van de premies
zal dragen. Mijnheer de minister, namens de tientallen RMD-
personeelsleden uit mijn streek vraag ik u heel eenvoudig wat
momenteel de stand van zaken in het dossier is. Wanneer zal aan de
gerechtigde gezinnen worden uitbetaald waarop ze recht hebben?

Ik rond af met de oproep aan u en uw diensten om er enige spoed
achter te zetten. Ten aanzien van het personeel van de RMD is er
immers een ereschuld in te lossen, zowel door de vorige ministers ­
onder meer uw partijvoorzitter die thans geen mandaat in het
Parlement meer uitoefent ­ als door de huidige bewindvoerders op de
departementen Landsverdediging en Telecommunicatie.
10.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega
Leterme, op 15 februari 1999 werd de samenwerking tussen het
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie waaronder
de personeelsleden van de Radio Maritieme Dienst ressorteerden en
de sociale dienst VZW Prosanor beëindigd. Voor de betaling van de
wedden van de RMD-personeelsleden die sedert maart 1997 ter
beschikking werden gesteld van het ministerie van Landsverdediging
werd een extra begrotingskrediet van 110 miljoen frank uitgetrokken.
Dit krediet werd ingeschreven op de basisallocatie 11.03 en 11.04. Op
deze basisallocatie kunnen enkel de wedden, lonen en reglementaire
toelagen van respectievelijk de statutaire en contractuele
personeelsleden worden aangerekend. De overname van het
personeel van de activiteit van de RMD mocht in geen geval een
meerkost voor Landsverdediging tot gevolg hebben. Het BIPT besliste
in januari 2000 sommige sociale voordelen, zoals ouderschaps-
toelagen en studiebeurzen, in eigen beheer verder te zetten voor die
personeelsleden die niet functioneel ter beschikking werden gesteld
van een andere overheidsdienst. Personeelsleden die elders werden
gebruikt, zoals de RMD-personeelsleden bij mijn departement,
konden enkel van deze voordelen genieten mits de eraan verbonden
kosten integraal zouden worden terugbetaald door mijn departement.

Aangezien deze voordelen niet bestonden voor het burger- en militaire
personeel van het ministerie van Landsverdediging en ze een
bijkomende meerkost zouden veroorzaken, werd bij brief van 22
maart 2000 aan het BIPT meegedeeld dat mijn departement deze
kosten niet zou betalen. Hiertoe bestond geen wettelijke verplichting.
Bovendien zou het toekennen van deze voordelen de latere integratie
van de RMD-personeelsleden in het ministerie van Landsverdediging
hebben bemoeilijkt. Het is hetzelfde probleem met de ex-piloten van
Sabena. Het is een kwestie van evenwicht tussen de diverse
10.02 André Flahaut, ministre: La
collaboration entre l'IBPT et le
service social Prosanor a pris fin le
15 février 1999. Un crédit
budgétaire supplémentaire de 2,7
millions d'euros a été dégagé pour
le paiement des salaires des
membres du personnel du SRM
mis à la disposition de la Défense
nationale. Ce crédit a été inscrit
dans l'allocation de base 11.03 et
11.04, où ne peuvent figurer que
les traitements, salaires et
allocations réglementaires. Cette
reprise ne pouvait pas entraîner de
supplément de coûts pour la
Défense nationale. L'IBPT a
décidé de prendre en charge
certains avantages sociaux mais
pas pour le personnel du SRM.
Nous ne pouvions pas non plus
assurer le paiement de ces
avantages car cela aurait constitué
une discrimination à l'égard de
notre personnel civil et militaire
ordinaire, et l'intégration du
personnel du SRM s'en serait
trouvée entravée. Ce problème
existe également pour les anciens
pilotes de la Sabena. Nous
finançons certes quelques
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
categorieën van het personeel.

Dezelfde redenering geldt uiteraard ook voor de latere uitbreiding van
de door het BIPT aangeboden sociale voordelen zoals de persoonlijke
sociale hulp en de kindervakantie. Wat echter de problematiek van de
hospitalisatieverzekering, de arbeidsgeneeskunde en de verzekering
tegen arbeidsongevallen betreft, heeft mijn departement bij brief van
26 januari 2000 aan het BIPT laten weten de kostprijs die aan deze
verzekeringen was verbonden integraal ten laste te zullen nemen.
avantages comme l'assurance
hospitalisation et l'assurance
accidents de travail.

Vanaf 1 november 2001 komen de
personen die van RMD naar
Landsverdediging werden
overgeheveld in aanmerking voor
de hospitalisatieverzekering en
kunnen zij aanspraak maken op
de sociale diensten van het
departement.
Il faut savoir également que depuis le 1
er
novembre 2001, le
personnel, transféré à mon département, bénéficie gratuitement d'une
assurance hospitalisation et peut également faire appel aux services
sociaux dudit département.
10.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal deze
voormiddag mijn repliek zeer kort houden. Ik ben er namelijk van
overtuigd dat dit dossier niet is afgerond met uw antwoord. Indien
nodig zal ik zelf initiatieven nemen. Het kan immers niet dat mensen
die men bepaalde zaken heeft voorgespiegeld de speelbal blijven
tussen het BIPT en uw departement. U zegt heel duidelijk dat ze van
u niets meer zullen krijgen omdat er geen wettelijke basis is. Men wist
echter ook in 1997 dat er geen wettelijke basis was. Men heeft de
mensen echter steeds gezegd dat men de voordelen sociale dienst
integraal zou blijven uitbetalen en honoreren. U hebt verwezen naar
het Sabena-dossier waar dit kwantitatief nog veel belangrijker is. Dit is
nog een voorbeeld van een gebroken woord en dit kan voor ons niet.
Mensen mogen geen speelbal zijn van politieke onwil en gebakkelei
tussen departementen. Zij hebben rechten opgebouwd bij de VZW
sociale dienst en zij verwachten die uitkeringen. Voor een
gezinsbudget gaat het om belangrijke bedragen. Wat u nu brengt, is
bijzonder slecht nieuws. Wij zullen die mensen uiteraard informeren
en overleggen welke stappen er verder kunnen worden gezet opdat zij
dat waarop zij recht hebben kunnen bekomen.
10.03 Yves Leterme (CD&V): Les
intéressés restent donc le jouet
des deux départements
concernés. Ce que le ministre
vient de dire, on le savait déjà au
moment du transfert. Pourquoi,
dans ce cas, a-t-on fait miroiter
des perspectives mirifiques aux
SRM? Il faut payer leurs
allocations aux gens qui se sont
constitué des droits sociaux. Je
continuerai de plaider cette cause
car il s'agit ici de montants
importants dans le budget des
ménages.
10.04 André Flahaut, ministre: Monsieur Leterme, lorsque je parle de
la Sabena, il s'agit de l'intégration des personnes dans le département
de la Défense. Les militaires ne sont déjà pas très bien payés dans ce
département. Si on crée un déséquilibre en amenant des personnes
supplémentaires, cela posera un problème. Je regrette que mes
prédécesseurs n'aient pas immédiatement intégré cet élément dans
leur raisonnement. Ce n'est qu'un regret mais je peux aussi écrire une
lettre à M. Poncelet, maintenant en charge de l'Agence spatiale
européenne.

De plus, en 1999 et en 2000, nous avons signalé les difficultés que
cela allait représenter. Je reste donc fidèle à ma position. On ne peut
pas me faire supporter des charges qui n'étaient pas prévues. Il est
trop facile de faire des choses sur le compte des autres!
10.04 Minister André Flahaut:
Wanneer ik het heb over de
voormalige Sabena-werknemers
en hun integratie bij
Landsverdediging, dan wijs ik ook
op de onmogelijkheid om extra
personeel te integreren in diensten
waar het personeel al niet zo veel
verdient. Ik betreur dat mijn
voorgangers daar niet voldoende
over hebben nagedacht. Ik blijf bij
mijn standpunt: men kan mij niet
vragen de lasten van de anderen
te dragen. Dat is niet houdbaar.
10.05 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de minister, ten eerste, de
mensen zijn gerechtigd om van een minister die deel uitmaakt van
een regering een antwoord te krijgen namens die voltallige regering. U
zegt dat de mensen die bedragen niet meer uitgekeerd zullen krijgen.
Als u een dispuut hebt met uw collega van Telecommunicatie, praat
10.05 Yves Leterme (CD&V): Le
ministre est censé répondre au
nom du gouvernement. Il devrait
se concerter avec le ministre
Daems avant de nous fournir des
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
dat dan uit met hem voor u hier komt antwoorden.

Ten tweede, ik heb bij het begin van uw laatste uiteenzetting zeer
goed nota genomen van uw impliciet zeer scherpe kritiek op wat
eigenlijk de essentie is van de hele Copernicus-operatie met
betrekking tot de verschillende verloning. Dat zal misschien nog nuttig
zijn in andere debatten.
réponses en commission.

J'ai bel et bien entendu le ministre
critiquer la politique salariale dans
le cadre de la réforme Copernic.
10.06 André Flahaut, ministre: Je vais écrire à M. Daems pour lui
dire que vous m'avez interpellé et qu'il faudrait peut-être que l'on
revoie les choses. Cela pourrait être une suite positive de votre
interpellation. II faut toujours voir l'aspect positif des événements.
10.06 Minister André Flahaut: Ik
beloof u dat ik de heer Daems een
brief zal schrijven waarin ik hem
die opmerkingen meedeel. Men
moet positief blijven.
10.07 Yves Leterme (CD&V): C'est ce que je fais.
10.07 Yves Leterme (CD&V): Dat
probeer ik.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de leegstaande
militaire gebouwen" (nr. 6297)
11 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "les bâtiments militaires inoccupés"
(n° 6297)
11.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zou op zijn minst willen melden dat ik even geïnteresseerd
ben in de militaire dossiers van ons arrondissement als de heer
Leterme. Ik wil u een vraag stellen over de militaire hospitalen in
Antwerpen en Oostende. Beide gebouwen staan al lang leeg en
worden helemaal niet meer gebruikt. Wat zal hiermee gebeuren in de
toekomst? Hoe staat het met de verkoop ervan? Wat is het concrete
tijdsschema voor het verdere verloop hiervan? Welke opbrengsten
zullen van beide verkopen mogen worden verwacht?
11.01 Martial Lahaye (VLD): Cela
fait des années que les bâtiments
hospitaliers d'Anvers et d'Ostende
ne sont plus utilisés par l'armée
belge et demeurent donc
inoccupés. Qu'adviendra-t-il de
ces bâtiments? Qu'en est-il de leur
vente? Quel produit espère-t-on
retirer de la vente de ces
bâtiments?
11.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega Lahaye,
de onderhandelingen met de stad Antwerpen met het oog op de
minnelijke onteigening van het goed werden einde 2001 afgerond.
Door het Aankoopcomité Antwerpen werd een ontwerp van
verkoopakte opgesteld. Mits een akkoord tussen beide partijen over
enkele tekstaanpassingen, zal de eigendomsoverdracht aan de stad
normaliter binnenkort gebeuren. De onteigeningsvergoeding bedraagt
8.552.326,60 euro. De stad voorziet in een provisie van bijna 2
miljoen euro voor de bodemsanering, zodat het ministerie van
Landsverdediging bij de eigendomsoverdracht de som van 6,5 miljoen
euro ontvangt.

Het militair hospitaal van Oostende ligt volgens de inkleuring op het
gewestplan in een zone natuurgebied, gelegen aan het strand, en een
zone voor stedelijke ontwikkeling, het bebouwde gedeelte.
11.02 André Flahaut, ministre:
Les négociations menées avec la
ville d'Anvers ont été clôturées fin
2001. Un projet d'acte de vente a
été élaboré. Lorsque le texte aura
fait l'objet de quelques
aménagements, le transfert des
bâtiments à la ville suivra
rapidement. L'indemnité
d'expropriation s'élève à 8,5
millions d'euros. La ville prévoit
une provision de 2 millions d'euros
pour l'assainissement du sol. La
Défense nationale récupérera
donc 6,5 millions d'euros.

D'après les couleurs utilisées sur
le plan de secteur, on constate
qu'une partie du domaine de
l'hôpital militaire d'Ostende devrait
être transformée en parc naturel et
l'autre en zone de développement
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
urbain.
L'acte d'expropriation à l'amiable est aussi technique que votre
question sur les radars. Cet acte sera passé prochainement par le
Comité d'acquisition. L'indemnisation d'expropriation s'élève à 63.732
euros.

En ce qui concerne la zone pour le développement urbain, des
négociations ont lieu actuellement entre le Comité d'acquisition et les
intéressés. En fonction du résultat de ces négociations, le domaine
fera l'objet d'une procédure d'expropriation ou le Comité organisera
une vente publique. Pour le 15 février, le Comité d'acquisition devait
en estimer la valeur vénale. Celle-ci me parviendra donc dans les
prochaines heures. Pour la Défense, le produit de la vente
correspond, en cas d'expropriation, à la valeur estimée par le Comité
ou, en cas de vente publique, à l'offre la plus élevée.

Je souhaite que ce dossier avance le plus rapidement possible et qu'il
me rapporte le plus possible.
Inzake het natuurgebied zal de
akte tot minnelijke onteigening
door de afdeling Waterwegen Kust
van het Vlaamse Gewest
binnenkort door het
Aankoopbureau worden verleden.
De vergoeding bedraagt 63.732,38
euro. Voor de zone van stedelijke
ontwikkeling lopen er momenteel
onderhandelingen tussen het
Aankoopcomité en de
betrokkenen. Naargelang de
uitkomst daarvan wordt het
domein onteigend of openbaar
verkocht. Het Comité had de
handelswaarde tegen 15 februari
moeten schatten. In geval van
onteigening ontvangt
Landsverdediging de door het
Comité geschatte waarde, in geval
van openbare verkoop ontvangt
het een bedrag dat overeenstemt
met het hoogste bod.
11.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de minister, ik neem dezelfde
stelling in als u. Ik hoop dat beide verkopen zoveel mogelijk zullen
opbrengen en zo snel mogelijk kunnen gebeuren. Als men daar nu
voorbij rijdt, merkt men hoe vlug verkrotting om zich heen grijpt. Hoe
vlugger men kan optreden, verkopen dus, hoe beter. Het zou goed
zijn dat dit snel gaat.

Mijnheer de minister, vallen die militaire gebouwen die al zoveel jaar
leegstaan ook onder de problematiek van leegstaande gebouwen en
verkrotting vanwege de Vlaamse Gemeenschap? Moeten daarvoor
boetes worden betaald? Misschien kent u ook het antwoord daarop.
11.03 Martial Lahaye (VLD): Pour
éviter le délabrement et obtenir un
bon prix, il faut vendre les
bâtiments au plus vite. Les
dispositions de la Région
flamande relatives aux bâtiments
vides et à la taudification
s'appliquent-elles d'ailleurs à ces
bâtiments laissés à l'abandon. Des
amendes seront-elles, dès lors,
infligées?
11.04 André Flahaut, ministre: Il existe une volonté certaine des
administrations régionales et quelquefois communautaires à vouloir
considérer que les terrains et autres constructions militaires relèvent
d'une législation générale. Je rappelle qu'il existe des dispositions
législatives qui confèrent un statut particulier aux domaines et
bâtiments militaires et que ces dispositions doivent toujours être
respectées, ce qui semble ne pas être compris par tout le monde. Je
pense à l'histoire des campings, etc. Je m'en tiens à la législation
existante et je défends mes prérogatives.
11.04 Minister André Flahaut: De
Gewesten willen ervan uitgaan dat
de militaire terreinen hetzelfde
statuut hebben als de andere
overheidsbezittingen. Voor die
terreinen geldt nochtans een
specifieke wetgeving. Ik sta op
mijn prerogatieven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "zijn recent bezoek aan Vietnam"
(nr. 6397)
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "de besluiten die werden
getrokken uit de zending naar Vietnam, Cambodja en Laos" (nr. 6488)
12 Questions jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "son récent voyage au Vietnam" (n° 6397)
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
- Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "les conclusions tirées du voyage au Vietnam, au
Cambodge et au Laos" (n° 6488)
12.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u hebt recent met deze commissie een reis naar
Indo-China gemaakt. In Vietnam hebt u aangekondigd dat u een
verhoogde samenwerking met het betreffende land wou. Vietnam
heeft geen democratisch regime. Er zijn ook geen aanwijzingen dat dit
op korte termijn zal veranderen, in tegenstelling tot Cambodja waar
wel moeite wordt gedaan om de democratische spelregels te
hanteren, ten minste op het niveau van de
gemeenteraadsverkiezingen. Mijnheer de minister, ik heb
bedenkingen over het feit dat u het regime in Vietnam steunt.

Hierop kwam in de pers ook reeds commentaar. Vietnam lijkt op een
socialistisch bedevaartsoord. U bent daar immers reeds in een
vroeger leven geweest. Partijgenoten van u zijn er ook reeds geweest.
U hebt blijkbaar iets met Vietnam.

Mijnheer de minister, nu wordt in Vietnam dus een militaire attaché
gevestigd. Wat zal die daar doen?

U bent ook een pleitbezorger van de Europese defensie. U gebruikt
het zelfs als een argument om daar aanwezig te zijn. Over welke
Europees defensie hebt u het? Zo ver weg wilt u toch een vinger in de
pap hebben. Mijnheer de minister, waarom doet u dit? Hebt u hierover
overleg met de NAVO-partners gepleegd? Dit kan immers vergaande
gevolgen hebben.
12.01 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Le ministre s'est
récemment rendu en République
communiste du Viêtnam et a
annoncé une coopération plus
intense avec ce pays. Le Viêtnam
étant un pays non démocratique,
l'intention exprimée par le ministre
suscite des interrogations.
Pourquoi le ministre a-t-il préféré
visiter le Viêtnam? S'est-il
concerté à propos de cette visite
avec l'UE et l'OTAN? Quel rôle
l'attaché militaire au Viêtnam
jouera-t-il?
12.02 Josée Lejeune (PRL FDF MCC): Monsieur le président, l'objet
de ma question est peut-être identique mais le contenu est tout à fait
différent.

Monsieur le ministre, une délégation parlementaire vous a
accompagné lors de votre déplacement en Asie.

Au sein du groupe PRL FDF MCC, nous pensons que ces missions
permettent de plaider la cause des droits de l'homme et de la
démocratie ainsi que d'évaluer concrètement les possibilités de
coopération que nous pouvons établir avec ces pays.

Le département de la Défense a un rôle propre à jouer au niveau de
la coopération avec d'autres acteurs nationaux. Nous soutenons
évidemment et entièrement vos initiatives dans ce domaine.

Monsieur le ministre, nous voudrions partager vos impressions et les
conclusions de ces contacts avec l'ensemble des membres de la
commission.
12.02 Josée Lejeune (PRL FDF
MCC): Mijn vraag gaat over
hetzelfde onderwerp als de vraag
van onze collega, maar verschilt
inhoudelijk.

De reizen van de minister moeten
een mogelijkheid bieden om te
pleiten voor de eerbiediging van
de mensenrechten en de
democratie, en te oordelen over
een eventuele samenwerking.

Wij steunen uw initiatieven op dat
vlak. Wat zijn uw indrukken van
die reis?
12.03 Le président: Monsieur le ministre, vous avez ainsi pu prendre
connaissance de deux visions du voyage de la commission dans le
Sud-Est asiatique.

Het Vlaams Blok had de gelegenheid om mee te gaan. Hij heeft dat
geweigerd en ik weet niet omwille van welke reden.
12.03 De voorziter: Het Vlaams
Blok had de kans om mee te
gaan, maar heeft dat geweigerd.
12.04 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, ik vestig de
aandacht van de heer Sevenhans erop dat de Amerikaanse
12.04 André Flahaut, ministre: Le
ministre américain de la Défense
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
staatssecretaris voor Defensie, de heer Cohen, Vietnam reeds een
aantal jaren geleden heeft bezocht. Voormalig president Clinton is op
het einde van zijn mandaat trouwens zelf naar Vietnam gegaan. Dat
het land nog altijd een communistisch regime heeft, heeft hem er dus
niet van weerhouden de banden aan te knopen met het hoogste
niveau van een land dat een belangrijke rol in Zuidoost-Azie speelt.

Aangezien het een bilateraal bezoek betrof dat na het einde van het
Belgische voorzitterschap van de Europese Unie plaatsvond, was er
geen aanleiding voor overleg over het initiatief met de Europese Unie
of de NAVO. De bilaterale betrekkingen zijn immers een soevereine
aangelegenheid van de afzonderlijke lidstaten.
s'est également rendu au Viêtnam,
de même d'ailleurs que le
président Clinton. Le Viêtnam
joue, en effet, un rôle important
dans la région.

Ma visite présentait un caractère
bilatéral et ressortissait donc à la
souveraineté belge, de sorte
qu'une concertation au sein de
l'Europe ou de l'OTAN n'était pas
nécessaire.
Je regrette que tout le monde n'ait pas jugé bon de saisir l'opportunité
de l'invitation lancée à la commission, mais chacun est libre de
décider.

Monsieur le président, en réponse à la question de Mme Lejeune, je
dirais que cette mission dans trois pays du Sud-Est asiatique était
justifiée pour plusieurs raisons.

Il s'agissait, tout d'abord, d'aller constater sur place le travail accompli
par nos démineurs. Les membres qui m'ont accompagné ont pu
constater, tout comme moi, combien le travail effectué tant au Laos
qu'au Cambodge par nos démineurs dans la formation au déminage
des ressortissants locaux était apprécié par les populations locales et
par les organisations non gouvernementales présentes sur place; je
ne rappellerai que la visite que nous avons faite conjointement aux
installations de Handicap International dirigées par une Belge très
dynamique.

Ensuite, nous avons également accompli un acte concret de solidarité
avec les représentants luxembourgeois qui nous accompagnaient par
ailleurs. En effet, nous avons mis à la disposition des démineurs
belges au Laos des véhicules payés pour partie par les
Luxembourgeois et pour partie par la Belgique et ce, dans le cadre
d'une coopération très originale.

Nous avons également pu confirmer la poursuite de nos
engagements dans le cadre des opérations "Cambodge" et "Laos".
Dans le cas du Cambodge, compte tenu d'une certaine malversation
qui avait pu être constatée dans le chef des dirigeants, nous nous
posions la question de savoir si nous allions continuer notre
intervention. A ce propos, notre voyage nous a permis d'apprécier une
remise en ordre sur le plan financier, de nouveaux responsables
ayant été nommés dans l'organisation cambodgienne. Les lignes de
gestion de cette collaboration multilatérale sont claires.

Quant à la collaboration bilatérale avec le Laos, nous allons
également la poursuivre, les Luxembourgeois étant demandeurs et
ayant fait à nouveau une proposition d'apport financier dans une
coopération avec la Belgique sur ce terrain.

En ce qui concerne le Vietnam, il s'agissait de désigner l'attaché de
défense. En effet, parmi les trois pays dont il est question, il est
incontestable que le Vietnam est le pays qui joue le rôle moteur dans
le Sud-Est asiatique qui est une zone en plein développement et
importante sur le plan géostratégique. Il était donc intéressant de
Het valt te betreuren dat niet
iedereen alle kansen heeft kunnen
aangrijpen. Afgezien daarvan
hebben wij tijdens onze rondreis
door deze drie landen vastgesteld
dat de opleiding die de leden van
onze ontmijningsdienst in Laos en
Cambodja aan de autochtonen
verstrekken door iedereen op prijs
wordt gesteld. Wij hebben ons ook
solidair getoond met onze
Luxemburgse collega's, met wie
we de kosten hebben gedeeld van
de ontmijningsvrachtwagens die
voor de opleiding moesten worden
aangekocht. Dat was een originele
oplossing.

Wij konden tevens bevestigen dat
we onze samenwerking met
Cambodja zullen voortzetten.
Dankzij de machtswissel heeft er
immers een financieel herstel
plaatsgevonden. Voorts zullen wij
met Laos onze bilaterale
samenwerking waarvoor het
Groothertogdom Luxemburg veel
belangstelling toont, voortzetten.

In Vietnam hebben wij een
defensie-attaché aangesteld.
Vietnam speelt een belangrijke rol
in Zuid-Oost-Azië. Dit
verantwoordt de installatie van een
defensie-attaché.

Het is niet door bepaalde landen
aan hun lot over te laten dat we ze
naar een democratie kunnen laten
evolueren.

Vietnam evolueert in die zin op zijn
eigen tempo. Weliswaar traag,
maar de Vietnamezen hebben
misschien gelijk. Zo vermijden ze
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
disposer d'un attaché de défense supplémentaire puisque nous n'en
avions qu'un seul à Pékin. J'ajoute que ce n'est pas en laissant ­ et
M. Michel ne me démentirait pas ­ des pays sur le bord de la route
sans discuter avec eux qu'on les amènera sur le chemin de la
démocratie pleine et entière comme nous souhaitons qu'elle existe
dans nos pays. Le Vietnam chemine, à son rythme, vers cette
démocratie.

Ce pays se transforme, avec des élections qui ont encore lieu cette
année-ci, en un régime qui évolue progressivement vers nos
modèles. Peut-être ont-ils raison de prendre leur temps afin d'éviter
les catastrophes qui se sont produites dans d'autres pays, dans
d'autres régimes communistes. Nous avons vu ce que cela a donné
quand le Mur s'est effondré. Il n'y avait plus rien derrière le Mur et on
retrouvait des organisations mafieuses, du "non-Etat", la destruction
des systèmes de santé, de solidarité, d'enseignement et de formation.
Et ce n'est que quelques années plus tard, dix, onze ou douze ans
après la chute du Mur que l'on retrouve des structures dignes de ce
nom.

Ils avancent donc à leur rythme. Tout l'intérêt des missions auxquelles
participent des parlementaires est précisément qu'ils peuvent voir ce
qui se fait, ce qui se dit. Ils sont libres d'aller et venir, d'interroger les
personnes qui les entourent. Je puis vous assurer que dans chacun
des pays visités, j'ai chaque fois sensibilisé les responsables
politiques que je rencontrais à cette problématique des droits de
l'homme, au fait que les responsables politiques belges mais aussi
européens sont très vigilants quant à l'observation de l'évolution de
ces régimes, notamment du régime vietnamien. J'en ai également
profité pour rappeler notre inquiétude par rapport à certains
problèmes, notamment au sujet d'un religieux vietnamien emprisonné
au Vietnam dont on m'avait parlé. J'ai ainsi pu ouvertement parler de
ces questions avec les responsables que j'ai rencontrés. J'ai même
remis au Président de la République du Vietnam une lettre
concernant ce religieux.

Je ne me suis pas rendu là-bas avec les parlementaires et les
militaires pour faire du béni-oui-oui, pour dire que tout ce qu'on y
voyait était bien, était beau. Même si le pays est magnifique, même si
la culture est belle, même si nous avons sans doute beaucoup de
leçons à tirer de sages asiatiques comme le général Giap, par
exemple, qui a gagné à Diên Biên Phu et qui a gagné la guerre du
Vietnam, nous n'y sommes pas allés gentiment comme des touristes.
Nous n'avons d'ailleurs pas eu beaucoup de temps pour faire du
tourisme. Nous y sommes allés pour faire passer le message, comme
le fait chaque ministre européen qui se respecte en visite dans ces
pays, pour faire valoir notre intérêt, notre attention aux droits de
l'homme, à l'évolution vers la démocratie, et pour comprendre les
problèmes auxquels sont confrontées les populations.

Quand vous regardez la carte du Vietnam ou du Laos ou encore du
Cambodge, avec les mines encore sur le terrain, avec les munitions
non explosées qui ont été localisées, vous vous rendez compte que
l'approche des responsables de ces populations est tout de même
différente. Cette différence se comprend chez ces gens dont le pays
est infesté de mines et de munitions non explosées, alors que nous
venons de nos pays en grands donneurs de leçons sur la nécessité
d'agir de telle ou telle façon. C'est très facile à dire, c'est plus difficile
misschien ook de ontwikkeling van
maffioze situaties zoals die elders
na de val van de Berlijnse muur
zijn ontstaan. Ik heb er mijn
onderhandelingspartners
systematisch op gewezen dat wij
nauwlettend moeten toezien op de
naleving van de rechten van de
mens. Ik heb zelfs een brief aan
de president van Vietnam gegeven
betreffende de naleving van de
godsdienstvrijheid en zijn
aandacht gevestigd op het geval
van een vervolgde Vietnamese
geestelijke.

Ik ben niet met de
parlementsleden en de militairen
naar daar gegaan als toerist, maar
om het belang van de rechten van
de mens en de democratie te laten
gelden en om een idee te krijgen
van de problemen. Als je het
aantal mijnenvelden bekijkt op de
kaart, zie je met welke problemen
de autochtonen worden
geconfronteerd. Na dertig jaar
worden jongeren nog steeds het
slachtoffer van de gevolgen van de
oorlog.

Om een objectief beeld te krijgen,
moet je ter plaatse gaan en zonder
enig dogma de aanhoudende
problemen zien. Dat heb ik gedaan
als voorstander van het vrij
onderzoek.
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
à faire... Aujourd'hui encore, trente ans après, des jeunes, des
enfants souffrent de la guerre du Vietnam à cause de l'utilisation de
l'agent orange. Il faut qu'on le sache aussi. Cela fait aussi partie de
l'information des parlementaires et des ministres. Nous analysons le
plus objectivement possible les solutions aux situations rencontrées
mais, pour se faire une idée objective des choses, il faut avoir le
courage d'aller voir sur le terrain. En libre-exaministe que je suis,
j'entends effectivement savoir ce qui se passe d'un côté et de l'autre
pour me forger une opinion sans accepter aucun dogme.
12.05 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb mij voornamelijk op Vietnam gefocust.

Ik ben er inderdaad van overtuigd dat onze ontmijningsdienst degelijk
werk levert in Cambodja. Ik heb evenwel ook vernomen dat uw hulp in
Vietnam niet erg positief wordt onthaald. U wou daar ontmijners
naartoe sturen, maar blijkbaar zijn wij toch niet zo goed bevriend met
Vietnam, want men blijft onze hulp weigeren. Er is dus wel iets meer
aan de hand.

U houdt er terzake een positieve attitude op na, maar ik kan uw
mening niet delen. Blijkbaar hebt u een boontje voor Vietnam ­ en dat
gun ik u ­ maar u bent een Belgisch minister en u moet rekening
houden met wat er op dat vlak leeft bij de bevolking. Tot nader order
is Vietnam nog steeds een communistisch land.

Ik kan uw redenering best volgen toen u het had over de slechte
voorbeelden in Oost-Europa, maar misschien gaat u het nu wat te ver
zoeken. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat u, in uw
hoedanigheid van minister van Defensie, Vietnam voor andere
redenen aandoet. U maakt ook al een paar keer de link met
ontwikkelingssamenwerking. Misschien wilt u in die zin een signaal
geven. U bent de eerste minister van Defensie die Vietnam bezoekt.
12.05 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Le Viêtnam refuse nos
démineurs. Les relations ne sont
donc visiblement pas aussi
bonnes que vous le prétendez. Un
ministre belge doit bien
comprendre que le peuple belge
ne voit pas d'un oeil favorable des
relations étroites avec un pays
communiste. J'aimerais connaître
les véritables motivations du
ministre
12.06 André Flahaut, ministre: Vous verrez que d'autres suivront.
12.06 Minister André Flahaut:
Niet iedereen kan de eerste zijn. U
zult zien dat de andere geleidelijk
aan zullen volgen.
12.07 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Dat is inderdaad mogelijk.

Begrijp mij niet verkeerd, mijnheer de minister, ik wens geen kritiek te
uiten. Ik heb slechts enkele bedenkingen bij uw bezoek aan Vietnam
in die zin dat dit zou kunnen worden geïnterpreteerd als een steun
voor het regime aldaar.

Tijdens uw rondreis werd u geconfronteerd met schrijnende situaties
en volgens mij is er op dat vlak meer nood aan hulp dan op militair
vlak. Het ware beter meer middelen te geven voor
ontwikkelingssamenwerking dan een militair attaché te benoemen in
dergelijke regio.
12.07 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Votre visite ne peut être
interprétée comme un témoignage
de soutien au régime. Ce pays a
davantage besoin d'aide
humanitaire que d'appui militaire.
12.08 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je souhaiterais
réagir à ces propos. Les trois pays constituent un tout et leur moteur,
c'est le Vietnam. Pour l'instant, nous n'avons pas de collaborateurs
militaires au Vietnam. Nous en avons au Cambodge et au Laos. Si
l'on a un attaché de défense dans la région, il est sans doute plus
facile de poursuivre certaines coopérations
12.07 Minister André Flahaut: Die
drie landen vormen een geheel
waarvan Vietnam de drijvende
kracht is. Daar hebben we een
vertegenwoordiger, een defensie-
attaché nodig en niet in Bangkok,
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27

Ensuite, si vous voulez que l'ensemble des trois pays évoluent dans le
sens d'une coopération prolongée, il est important d'envoyer l'attaché
de défense au Vietnam et non à Bangkok, comme on le souhaitait,
car il n'aurait servi qu'à venir en aide à l'ambassadeur alors que celui
du Vietnam en a davantage besoin. Les Thaïlandais n'ont pas besoin
de nous; ils reçoivent suffisamment d'aide des Américains pour
pouvoir se développer sur le plan militaire.

C'est donc une question de positionnement stratégique sur une carte.
C'est aussi une façon d'obtenir des renseignements sur ce qui se
passe dans la zone. Si vous êtes attentif à ce qui se passe dans les
Philippines, vous aurez compris que nous ne sommes pas à l'abri de
certains problèmes à cet endroit-là.

Dans quelques jours, j'irai en Arabie, au Koweit et au Yemen. Est-ce
que les régimes y sont différents? Ce ne sont pas des régimes
communistes mais pourtant, là, on ne me dira rien. Si on ne pouvait
plus entreprendre de déplacements, M. Michel ne serait pas
aujourd'hui en Tunisie où le pouvoir politique émet des contestations
au sujet de la défense des droits de l'homme. M. De Croo est
également allé en Iran. Je crois qu'au contraire, la Belgique, et
notamment le département de la Défense, a la vocation, en tant que
petit pays européen situé au centre de l'Europe et en tant que
fondateur de l'OTAN, de se rendre dans ces endroits-là pour faire part
de ce qui a été fait et pour entendre ce que ces pays font et les aider
à évoluer dans le sens que nous souhaitons. Autrement, nous
laisserons les Etats-Unis faire ce genre de démarche.

Je suis allé au Vietnam en 1991, à l'époque de l'embargo. J'étais
accompagné de M. Urbain; j'étais donc couvert par le gouvernement.
A cette époque-là, vu l'embargo, on ne pouvait normalement pas s'y
rendre. Nous étions les premiers à y aller, presque dans une semi-
clandestinité. Quelques semaines plus tard, comme par hasard, M.
Mitterrand y était également. Les Américains y sont allés aussi et, à
présent, ils sont en train de gagner la guerre, non pas avec les armes,
mais avec le coca-cola.

Soit l'on décide que l'Europe, et donc la Belgique, marque une
présence appréciée dans les divers pays, où qu'ils se trouvent dans le
monde, pour y imprimer son expérience et ses valeurs, soit l'on
décide de ne plus mener de politique étrangère ou de politique de
défense et on peut d'office supprimer trois ministres.

Il ne faut pas bien sûr s'y rendre pour vanter tel ou tel régime comme
l'ont fait d'autres missions qui sont parties à d'autres moments. Je
pense notamment à la Corée du Nord. D'ailleurs, je n'irais pas dans
ce pays.
waar hij vooral een assistent van
de ambassadeur zou zijn. Het is
dus een strategische keuze.

Yemen en Koeweit, waar ik
binnenkort naartoe ga, zijn ook
geen democratische landen. Je
moet ter plaatse gaan, met hen
praten en hen helpen te evolueren.
Anders zullen alleen de Verenigde
Staten deze taak op zich nemen.
Ofwel beslissen we dat België en
Europa actief willen meespelen op
internationaal niveau, ofwel
beslissen we geen internationaal
beleid meer te voeren. We moeten
een keuze maken.
12.09 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de voorzitter, wat de bewuste
reis betreft, kan ik bevestigen dat het geenszins een snoepreisje noch
een plezierreisje was. Reizen met minister Flahaut leert meteen wat
werken is. Het leek veeleer op een werkkamp dan op een
plezierreisje, maar leerzaam was het wel. Met veel dossierkennis liet
de minister ons een en ander zien waarvan wij geen kennis hadden.

Als Ieperling dichtbij Poelkapelle wonend, moet ik zeggen dat de
zeven leden van DOVO die in Cambodja de ontmijningsproblemen
12.09 Martial Lahaye (VLD):
Notre visite au Viêtnam a été
enrichissante, mais elle s'est
apparentée à un camp de travail
plus qu'à un voyage d'agrément!
Le ministre a une bonne
connaissance du dossier. Les
absents ont toujours tort.
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
helpen op te lossen, er op de handen worden gedragen omdat ze er
fantastisch werk verrichten. Bovendien voelen zij zich zeer ongelukkig
wanneer ze de basis moeten verlaten; ze worden namelijk om de zes
maanden afgelost. Eigenlijk vragen zij niets liever dan daar goed werk
te kunnen presteren in de beste omstandigheden. Ik ben de minister
erg dankbaar omdat ik mocht deelnemen aan die interessante en
ontzettend leerzame reis.
Nos démineurs suscitent
l'admiration au Cambodge.
Ik kan slechts besluiten met de woorden: les absents avaient tort.
12.10 Le président: Ma conclusion, monsieur Lahaye, vous venez de
la dire: les absents ont toujours tort. Et nous sommes nombreux, tous
partis confondus, à penser qu'une politique de boycott ou
d'isolationnisme est toujours contre-productive, quelle que soit la
nature des régimes, même si nous ne sommes pas toujours d'accord
avec les systèmes politiques en place dans d'autres pays.
12.11 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
heb goed geluisterd naar de minister. Ik zou hem toch aanraden in de
toekomst geen uitspraken meer te doen zoals in de krant, waarin hij
verklaart dat het Westen reeds te veel schade aan het Vietnamese
volk heeft berokkend. Wij hebben die schuldgevoelens niet nodig.
12.11 John Spinnewyn (VLAAMS
BLOK): Le ministre devrait faire
preuve de davantage de prudence
lorsqu'il fait des déclarations dans
la presse, notamment lorsqu'il
déclare que l'Occident a déjà fait
beaucoup de dégâts au Viêtnam.
On peut se passer de pareils
sentiments de culpabilité.
12.12 Josée Lejeune (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je
pense que le problème va au-delà de cela. Cette mission a été très
dure. Au niveau des droits de l'homme, nous avons engrangé des
avancées par l'intermédiaire du ministre. Nous devons donc
encourager ce genre de mission, pour développer et accentuer les
droits de l'homme.
12.12 Josée Lejeune (PRL FDF
MCC): Ik denk dat deze missie
noodzakelijk is om vorderingen te
maken op het stuk van de
mensenrechten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de Nederlandse beslissing tot
deelname aan het JSF-project" (nr. 6396)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van Landsverdediging over "de beslissing van de
Nederlandse regering deel te nemen aan het JSF-programma" (nr. 6408)
-de heer Robert Denis aan de minister van Landsverdediging over "de keuze van Nederland voor het
Amerikaanse gerechtsvliegtuig JSF" (nr. 6470)
13 Questions jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la décision des Pays-Bas de participer au projet
JSF" (n° 6396)
- M. Pieter de Crem au ministre de la Défense sur "la décision du gouvernement néerlandais de
participer au programme JSF" (n° 6408)
- M. Robert Denis au ministre de la Défense sur "le choix des Pays-Bas en faveur du JSF américain"
(n° 6470)
13.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de JSF of F35 heeft in deze commissie enkele
jaren geleden al wat stof doen opwaaien. Ondertussen is het een
beetje stil rond deze kwestie geworden. U hebt de zaak terug op de
agenda geplaatst.
13.01 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Nous discutons au sein de
la commission de la Défense du
programme JSF que j'ai toutefois
toujours considéré comme un
dossier économique. Le ministre a
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Wij bespreken de zaak in de commissie voor de Landsverdediging,
hoewel ik het altijd als een economisch dossier heb beschouwd. De
JSF is niet louter een jachtvliegtuig. Wij moeten inderdaad pas tegen
2015 over die vliegtuigen kunnen beschikken. Dat duurt nog vrij lang,
maar wij moeten ons eerder afvragen of wij het ons met onze
industrie kunnen permitteren in die nieuwe technologie afwezig te
blijven.

De tijd dat een leger een bestaand vliegtuigtype koopt en betaalt, is
voorbij. De ontwikkelingskosten zijn zo hoog ­ het JSF-dossier bewijst
dat nog maar eens ­ dat de industrie genoodzaakt is om samen te
werken. Iedereen die aan zoiets wil meedoen, moet mee investeren.
Ik herinner mij dat bij de bespreking in de commissie voor de
Legeraankopen de JSF als een van de beste types werd beschouwd,
zowel op militair als economisch vlak. Ik denk hierbij aan de
investeringen en de return naar onze industrie.

Naar aanleiding van de ultieme beslissing van de Nederlanders,
betreurt u dat over deze kwestie geen Europees overleg is gepleegd.
Wij zijn slecht geplaatst om de Nederlanders Europees overleg op te
dringen, want wij hebben dat in het verleden ook niet gedaan. Ik vind
dat wij destijds een foute beslissing hebben genomen, maar de
regering heeft deze keuze gemaakt en ik kan daaraan verder niets
meer doen. Eigenlijk hebt u nu nog eens de vinger op de wonde
gelegd.

Mijnheer de minister, wat was de bedoeling van die reactie?
à nouveau inscrit ce dossier à
l'ordre du jour. Il regretterait la
décision des Pays-Bas de
participer au programme JSF, en
raison de l'absence de
concertation à l'échelon européen.
La non-participation de la Belgique
a-t-elle donc fait l'objet d'une
concertation au niveau européen?
13.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik heb in vorige vergaderingen al een paar keer
vragen gesteld over de JSF.

Ik meen dat wij de internationale context niet kunnen loskoppelen van
het nationale gegeven. De Nederlandse regering heeft nu geopteerd
om mee te werken aan de verdere ontwikkeling en de bouw van de
JSF met het oog op de vervanging van de F-16. De reden hiervoor is
de volgende. Nederland opteert voor een vervanging van de huidige
generatie F-16's na de midlife update door een nieuw type van
gevechtsvliegtuig. Na weging van verschillende criteria heeft men
voor de JSF gekozen. Die keuze heeft te maken met een
capaciteitsoverweging en een financiële dual use-overweging.

Dit wil zeggen dat naast Groot-Brittannië en Nederland, ook Italië,
Noorwegen, Denemarken en Turkije tot het programma van de Joint
Strike Fighter zullen toetreden.

Wij hebben in deze commissie al een paar keer over deze kwestie
gebakkeleid. Eerst hebben wij glorieus ­ wetens en willens ­ naast de
conception fase gepakt, met de niet te overziene gevolgen voor onze
eigen luchtvaartindustrie. Soms hoor ik zeggen dat wij fierder moeten
zijn op hetgeen wij zelf doen, maar in dit dossier hebben wij van
weinig fierheid getuigd.

Mijnheer de minister, ik wil u een aantal concrete vragen stellen.

Blijft de regering bij haar standpunt om de F-16 niet te vervangen? Zal
de Belgische overheid voor de toestellen die nu een midlife update
ondergaan, opteren voor een endlife update?
13.02 Pieter De Crem (CD&V): Le
gouvernement néerlandais a
décidé de participer au
programme JSF, parce que le
Joint Strike Fighter surpasse
d'autres avions de combat
européens en ce qui concerne le
prix et les capacités. D'autres pays
suivraient.

Le gouvernement belge opte-t-il
toujours pour le remplacement des
F16?

En vertu de quels critères le
gouvernement belge accorde-t-il la
préférence à un avion de combat
européen? Une concertation a-t-
elle été organisée à ce sujet au
sein de l'OTAN? Quel calendrier le
ministre prévoit-il pour le
remplacement des F16?
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30

Tegen die tijd zullen de toestellen dan 30 of 35 jaar oud zijn. Of kiest
men voor intern overleg waarbij men nu de theoretische keuze maakt
voor JSF en de eigenlijke beslissing uitstelt tot een volgende
regeerperiode? Heeft het departement van Landsverdediging reeds
de oefening gemaakt van het Nederlandse departement voor
Defensie dat onder meer de Rafale-, de Typhoon- en de JSF-
toestellen heeft onderzocht. Mijnheer de minister, in de marge van
andere debatten in deze commissie hebt u verklaard dat u zou kiezen
voor een Europees toestel. Waarom? Welke criteria worden
gehanteerd? Dit is een soort read between the lines dat erop
neerkomt dat hoewel de politieke tijdgeest in deze coalitie er op dit
ogenblik niet rijp voor is men toch kiest voor een vervanging van de F-
16. (...)

Mijnheer de minister, u weet dat de CD&V op dit ogenblik aan de
mensen vraagt of zij er beter voorstaan dan met een regering met
christen-democraten. Ongeveer 78% van de Vlamingen antwoordt op
deze vraag "neen". Er is hoop, ook voor u misschien. Mieux le
premier en goal que le deuxième je ne sais pas où.

Wat heeft het Europees overleg u geleerd? Bovendien mogen we de
NAVO niet uit het oog verliezen. We hebben de mond vol over
Europese defensie en transatlantische verhoudingen. Ik vermoed dat
de NAVO aardig wat bakkeleit over deze materie. Mijn laatste vraag
heeft betrekking op het tijdschema. De vervanging van de F-16 door
het Europees project verloopt niet vlotjes. Samen met de voorzitter
van deze commissie en mevrouw Lejeune hebben we het genoegen
gehad in de agglomeratie van Madrid de firma EADS te bezoeken,
een fabriek die een aantal onderdelen zoals de vleugels en de neus
van de Eurofighter produceert. We kregen er te horen dat de
Eurofighter een compleet voorbijgestreefd project is. Het toestel wordt
gesleten aan Honduras, Costa Rica, Uruguay en Paraguay. De
verantwoordelijken van EADS gaven ons niet de indruk dat het een
performant toestel is. Blijft over de keuze voor Rafale of voor JSF. U
weet dat de CD&V niet kiest voor Rafale maar voor JSF, weliswaar
gekoppeld aan een aantal voorwaarden zoals compensaties voor de
gewesten en de dual use. Behoudens ons strategisch belang heeft
een klein land als België er alle¨belang bij een vinger in de pap te
hebben als er over internationale opdrachten wordt onderhandeld.
Daarbij behoort ook de problematiek van de dual use.
13.03 Robert Denis (PRL FDF MCC): Monsieur le président,
monsieur le ministre, c'est une question que j'avais abordée en
décembre ou novembre de l'année dernière quand je vous avais
demandé où en était le remplacement de nos F-16, normalement
opérationnels jusqu'en 2015. Vous m'aviez alors répondu que nous
aurions le temps de prendre notre décision avant cette date.

Mais voilà que tombe cette décision des Pays-Bas de choisir le JSF
américain au détriment de l'avion français et de l'avion qui serait
produit par le consortium réunissant l'Allemagne, l'Espagne, l'Italie et
la Grande-Bretagne. Le président du Sénat a fait à cet égard une
remarque qui me semble importante et pertinente. D'après lui, si la
position hollandaise n'est pas revue, les Etats-Unis auront finalement
réussi à endiguer la volonté européenne d'autonomie aéronautique en
matière d'avions de combat.
13.03 Robert Denis (PRL FDF
MCC): Onlangs hebt u ons gezegd
dat we vóór 2015 het type en het
aantal vliegtuigen zullen hebben
gekozen om onze 72 F-16's die
nog vliegen te vervangen. De
Gewesten zullen ook de
mogelijkheid hebben al dan niet
aan de economische ontwikkeling
van dat vliegtuig deel te nemen als
uw beslissing is genomen.
Ondertussen zou Nederland
gekozen hebben voor de JSF ten
nadele van de Franse Rafale en
de Eurofighter Typhoon, een
constructie van een consortium
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
Monsieur le ministre, il est question d'une compensation de 9 milliards
pour l'industrie aéronautique hollandaise, à la suite du choix de
l'avion américain. Une première question me vient à l'esprit. Quelles
seraient les possibilités de compensation pour l'industrie aéronautique
belge si nous faisions le même choix?

Face au sérieux de votre démarche consistant à faire preuve d'une
certaine prudence dans le choix de ces avions, compte tenu des
enveloppes budgétaires qui vous sont allouées, je voudrais vous
poser trois questions. En effet, au fur et à mesure que les autres pays
européens vont se positionner en matière de choix pour le
remplacement de leurs avions, notre position devient de plus en plus
inconfortable.

Monsieur le ministre, devons-nous continuer à être attentistes dans ce
dossier? Quelle est votre réaction face à la décision hollandaise qui
semble définitive? Pourriez-vous demander assez rapidement une
étude comparative sur les performances des appareils et sur les
retombées qui seraient liées aux trois choix qui s'ouvrent à nous?
Enfin, monsieur le ministre, qu'en est-il du calendrier de
modernisation de nos F-16?
waaraan Duitsland, Italië, Groot-
Brittannië en Spanje deelnemen.
Als Nederland niet op zijn keuze
terugkomt, zal Amerika geslaagd
zijn in zijn opzet de Europese
autonomie aan banden te leggen.
Voor Nederland zou de
economische terugslag 9 miljard
euro bedragen. Kan onze
vliegtuigbouwindustrie
gelijksoortige voordelen
verwachten, als wij voor de JSF
kiezen? Hoe groot is onze
vliegtuigbouwindustrie en welke
troeven heeft ze vergeleken met
die van Nederland? Zullen die
voordelen de Europese
vliegtuigbouwmaatschappij EAD
niet ernstig ontregelen? Moeten
we een afwachtende houding
aannemen betreffende die
Nederlandse beslissing? Kunt u
ons een vergelijkende studie
bezorgen van de kosten en de
technische kenmerken van de drie
types waartussen we moeten
kiezen? Welk tijdschema wordt
vooropgesteld voor de
modernisering van onze
luchtvloot?
13.04 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
strategisch plan 2000-2015 vermeldt expliciet dat voor België de
behoefte aan polyvalente gevechtsvliegtuigen zal blijven bestaan
zowel op het nationaal vlak als in alliantieverband en dat de F-16 aan
vervanging toe zijn na 2015. Voorts vermeldt het plan dat het aantal te
verwerven nieuwe vliegtuigen bij een onveranderde geostrategische
omgeving nu nog moeilijk te bepalen is. Gezien de geplande termijn
voor de vervanging werd er nog geen vergelijkende evaluatie
uitgevoerd. Wel wordt de evolutie op operationeel en technologisch
gebied van dergelijk wapensysteem gevolgd zoals dat hoort te
gebeuren op de defensiestaf.
13.04 André Flahaut, ministre: Le
Plan stratégique 2000-2015
prévoit que la Belgique a encore
besoin d'avions de combat
polyvalents et que les F16 doivent
être remplacés après 2015. Le
nombre d'avions à acquérir est
difficile à déterminer. Une
évaluation comparative n'a pas
encore été réalisée mais il va de
soi que l'Etat-major de la Défense
se tient informé des évolutions
opérationnelles et technologiques
en la matière.
Mes propos en rapport avec la décision des Pays-Bas ont trait à
l'absence de concertation préalable entre les Européens. Je peux la
regretter mais je ne peux l'imposer ni aux Pays-Bas, ni à la Grande-
Bretagne, tout comme ces pays d'ailleurs ne peuvent nous imposer ni
une concertation, ni la décision qu'ils ont prise.

Je le dis et je le répète: leur décision est regrettable et dangereuse
pour la cohésion européenne. Elle met en partie à mal la construction
européenne que nous avons fait avancer de façon significative au
cours de notre présidence. Tout le monde, sans distinction, a dit qu'il
fallait mieux coordonner, faire preuve de cohérence et de concertation
pour nous équiper des moyens nécessaires afin de combler les
Ik kan Nederland en Groot-
Brittannië niet tot een overleg
dwingen. Zij mogen ons hun
eenzijdige beslissing niet
opdringen. Iedereen is het ermee
eens om onze keuzes te
coördineren, maar de
Nederlanders gaan de solotoer op.
Wij blijven consequent, de
legeruitrusting van de Europese
landen moet almaar compatibeler
worden. Ik blijf bij mijn standpunt,
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
lacunes constatées lors de la guerre du Kosovo. Ceci étant dit, les
Hollandais ne participent pas au programme de l'Airbus A400! Ils font
donc des choix d'un autre ordre! Quant à nous, nous restons
cohérents avec nous-mêmes. Nous poursuivons les concertations et
les relations suivies entre les différents pays européens pour essayer
de nous doter d'équipements qui seront, sans doute, compatibles
avec ceux des Etats-Unis.

Pragmatique et concret, j'ai l'habitude de dire ce que je fais et de faire
ce que je dis. On ne me fera pas changer de discours en fonction de
l'évolution de la situation internationale ni de l'évolution des choix qui
sont pris pour d'autres raisons par d'autres pays. Je plaide pour la
cohérence européenne. La décision du gouvernement hollandais en
fin de règne jette un coup de canif et fait faire marche arrière à la
défense européenne. Moi je persiste et signe: c'est ma position et
mon avis politique. Cela peut ne pas plaire mais c'est la réalité. Je
partage l'avis de M. De Decker. On s'est battu pendant des mois pour
obtenir cette cohérence européenne. Pendant la présidence belge, on
a fait une véritable course contre la montre pour aboutir, à Laeken, à
une déclaration d'opérationnalité - non pas d'engagement immédiat -
pour constater ensuite que certains prennent une décision qui va à
l'encontre de la déclaration après y avoir adhéré. Je ne peux que le
constater et le regretter, ce que je continuerai d'ailleurs à faire lors
des prochaines réunions de l'Union européenne et de l'OTAN. Cela
ne fera peut-être pas plaisir à certains mais mon métier ne doit pas se
borner à enregistrer les décisions qui sont prises ailleurs.

Il n'y a pas eu de concertation internationale au niveau ministériel
concernant le remplacement des F-16. On peut le regretter mais
chacun est souverain. Certains pays doivent encore prendre des
décisions. La période pour le remplacement des F-16 se situe après
2015 et la décision devra être prise environ 5 ans avant le
remplacement proprement dit, ce qui nous situe dans le temps des
coalitions 2003-2007, 2007-2012. On peut donc encore voir venir! Du
côté du CD&V ou du parti qui existera peut-être plus tard sous un
autre nom, on peut caresser l'espoir de se trouver à la décision à un
certain moment!
in weerwil van de Nederlandse
beslissing, die werd genomen door
een regering die aan het einde van
de rit gekomen is. Over de
vervanging van de F16-toestellen
heeft geen internationaal overleg
plaatsgevonden en men kan dat
betreuren.

De beslissing moet na 2015
worden genomen. Welke regering
zal dan aan het bewind zijn? Het
houdt geen steek om vandaag een
vergelijkende studie te laten
uitvoeren als de aankoop pas na
2015 is gepland. Als het ministerie
van Economische Zaken en de
Gewesten willen proberen de
economische weerslag te
berekenen, waarom niet?
13.05 Pieter De Crem (CD&V): On parlera peut-être du "PD", parti
démocratique!
13.06 André Flahaut, ministre: Je n'entre pas dans ce genre de
discussion! Le parti socialiste est le seul à ne pas avoir changé de
nom!
13.07 Pieter De Crem (CD&V): Il ne va pas changer?
13.08 André Flahaut, ministre: Il ne va pas changer de nom mais il
va changer de façon interne.
13.09 Pieter De Crem (CD&V): Il change de look au moins?
13.10 André Flahaut, ministre: Bien entendu!

En réponse à M. Denis, je tiens à dire que réaliser une étude
comparative aujourd'hui sur les F-16 et les successeurs potentiels du
F-16 ou autre, cela n'a pas beaucoup de sens, en tout cas au niveau
belge.
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33

Mais je tiens à répondre à M. Denis que faire une étude comparative
aujourd'hui sur les successeurs potentiels du F-16 ou autres n'a pas
beaucoup de sens, en tout cas au niveau belge. Mais je ne peux
évidemment pas empêcher mon collègue ministre des Affaires
économiques de faire de telles études, en coopération avec les
régions bien sûr. Car il faut en tenir compte. Les clés de répartition se
situent au niveau des régions; elles ne sont ni à la Défense, ni au
ministère des Affaires économiques.

Donc, il appartient aux ministres régionaux et au ministère des
Affaires économiques de collaborer pour calculer d'éventuelles
retombées de telle ou telle mesure en fonction de ce qui a été promis.
Car j'ignore ce qui figure dans le contrat conclu avec les Hollandais.
Et quoi qu'il en soit, le plan stratégique est clair quant au moment où
l'on prendra la décision.

Il faudra donc, le cas échéant, trouver d'autres majorités pour prendre
d'autres décisions.
13.11 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, als
de regering valt, zouden wij dat probleem volgende week kunnen
oplossen.

De minister heeft de Nederlanders verweten geen overleg te plegen,
terwijl België dat zelf ook niet heeft gedaan. De feiten wijzen er steeds
meer op dat de juiste beslissing de JSF zou zijn geweest. Op 4 april
2000 heeft de krijgsmacht een dossier ingediend bij de commissie
voor de Legeraankopen, waarin duidelijk staat dat de JSF de beste en
goedkoopste was. Nu wordt op een andere basis besloten dan louter
kwaliteit of economie, namelijk politiek. Dat dossier werd door de strot
van de VLD geramd. De keuze en de beslissing was slecht.

Als blijkt dat steeds meer van onze partners toch voor een JSF
zouden kiezen, zullen wij misschien ooit gedwongen zijn om ook voor
dat type te kiezen. Dan zullen wij wel de volle pot moeten betalen.

Ik blijf erbij dat die beslissing een spijtige beslissing was, waarover u
de bespreking zelf terug op de agenda hebt gezet.
13.11 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Apparemment, ni les
Pays-Bas ni la Belgique ne se sont
concertés en la matière. Opter
pour le JSF eût été la solution la
moins onéreuse et la plus
adéquate. Ignorant le dossier de la
commission des Achats militaires,
on a préféré prendre une autre
décision, purement politique. Si,
ultérieurement, nos partenaires
optent quand même pour le JSF,
nous serons bien forcés de les
suivre. Mais il nous faudra alors
payer le prix plein.
13.12 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij delen het
uitgangspunt van de minister voor een polyvalente luchtmacht, ook in
Europees perspectief. Ten tweede is de F-16 na 2010 aan vervanging
toe. Dat horen wij nu voor het eerst. Deze regering kiest er, ondanks
de deelname van de groenen eraan, toch voor om de luchtmacht te
blijven behouden. Die optie is belangrijk.
13.12 Pieter De Crem (CD&V):
Nous sommes également
partisans d'une force aérienne
militaire polyvalente, y compris
dans la perspective européenne. Il
nous revient à présent que les F16
devront être remplacés en 2010.
L'actuel gouvernement opte donc
bel et bien pour le maintien de la
force aérienne.
13.13 Minister André Flahaut: Mijnheer De Crem, dat kadert volledig
in het strategisch plan.
13.13 André Flahaut, ministre:
Tout cela s'inscrit entièrement
dans le plan stratégique.

13.14 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, dat strategisch
plan wordt door minstens drie van uw coalitiepartners in vraag
13.14 Pieter De Crem (CD&V):
Ce plan stratégique est remis en
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
gesteld, namelijk door de SP.A, Ecolo en Agalev. Dat is de helft van
het aantal coalitiepartners. Daarop wilde ik u wel even attent maken.
Uiteindelijk is dat plan geblokkeerd door de heer Stevaert.

De Nederlanders krijgen in dat dossier de zwarte piet toegeschoven.
Groot-Brittannië en Denemarken hebben nochtans dezelfde
beslissing genomen. Ik begrijp het standpunt van de Nederlanders.
Voor de Vlaamse regeringspartners in deze coalitie is Nederland vaak
een voorbeeld. Wij hoeven de Nederlanders niet altijd te volgen, maar
voor die aankoop kunnen wij hen best wel volgen. De Nederlanders
hebben van bij het begin deelgenomen aan de ontwikkeling en
bovendien is het zuinigheidsprincipe van toepassing. Zij hebben voor
dit toestel gekozen omdat het in de internationale ranking het beste en
ook het goedkoopste is.

U verwijt de Nederlanders dat zij ons niet geraadpleegd hebben. Toen
wij de roll-on-roll-off hebben gekocht, hebben wij de Nederlanders ook
niet geconsulteerd. Strategisch gezien hebben wij onze NAVO-
partners evenmin geconsulteerd. Wij hebben hen ook niet gevraagd
of onze keuze operationeel goed was. Ik weet wel dat zij haast allen
van hun stoel zijn gevallen bij het vernemen dat wij een roll-on-roll-off
zouden kopen in het kader van onze specialisatie met
Groothertogdom Luxemburg.

Ik kan de volgende conclusies formuleren.

Ten eerste, de vervanging van de F-16 komt er hoe dan ook en
onwillekeurig aan, tenzij wij de neutraliteitspolitiek van de groenen en
sommige Vlaamse socialisten zouden volgen.

Ten tweede, die vervanging zal veel geld kosten. Wij doen nu
namelijk niet mee met het concept, waardoor er voor de industrie
geen meerwaarde is. Wij zullen dat vliegtuig pas in 2010 kopen, maar
omdat wij het dan uit het rek kopen, zal het ongeveer 35% duurder
zijn. In dat dossier hebben wij dus op alle terreinen verloren. De
CD&V vindt dat er meer politieke moed nodig was geweest om de
juiste beslissing te nemen. Vanaf het concept zou ik voor de JSF
geopteerd hebben.
question par au moins trois
partenaires de votre coalition, à
savoir le SP.A, Agalev et Ecolo.
Ce plan a finalement été bloqué
par M. Stevaert.

Je déplore l'absence de
concertation avec nos partenaires
de l'OTAN. Les F16 devront en
tout état de cause être remplacés,
à moins que nous adoptions la
politique de neutralité prônée par
les Verts et certains socialistes
flamands. Après 2010, ce
remplacement coûtera cependant
35% plus cher. C'est pourquoi
nous aurions voulu d'ores et déjà
opter pour le JSF.

13.15 Le président: Il faut vous adresser à l'exécutif flamand. Vous
vous souvenez sans doute qu'il n'a pas voulu payer!
13.16 Pieter De Crem (CD&V): Ce sont des "leuke jongens en leuke
meisjes."
On mange des cacahuètes et on boit des trappistes!
13.17 Le président: Les Wallons et les Bruxellois étaient prêts à
payer.
13.18 Robert Denis (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je
n'ajouterai pas grand-chose, si ce n'est qu'il est beaucoup plus difficile
de prendre des décisions quand on doit les prendre que de critiquer
quand on n'a que cela à faire.
13.19 Stef Goris (VLD): Mijnheer de minister, ik wil het debat niet
heropenen maar ik wil toch één ding benadrukken: Nederland maakt
geen deel uit van het concern dat zich met Airbus bezighoudt. Het is
13.19 Stef Goris (VLD): Je
voudrais souligner que les Pays-
Bas ne font pas partie du
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
heel belangrijk dat te weten. Wij hebben via Belairbus een participatie
in Airbus, en via Flabel hebben wij een participatie in Airbus Military
Corporation (AMC) voor de A300M. Nederland doet daar niet aan
mee. Dat is een keuze die Nederland al jaren geleden gemaakt heeft.
Hun economie zat op dat moment in de problemen. Nederland had
later dus bijna geen andere keuze dan in een ander project te
stappen, te weten het project dat zich nu aandient. Dat maakt deel uit
van het huidige probleem. De Vlaamse economie, en volgens mij ook
de Waalse, is reeds met heel wat geld actief in Belairbus en in het
ganse Airbus-consortium. Zij verkiezen daarmee door te gaan. Men
kan nu eenmaal niet aan alle projecten deelnemen. Samengevat:
Nederland kiest voor het huidige project omdat zij niet deelnemen aan
het Airbus-project.
consortium Airbus. Les Pays-Bas
en ont décidé ainsi, voici plusieurs
années, pour des motifs
économiques. C'est précisément
pour cette raison que les Pays-Bas
n'avaient d'autre choix que de
participer à présent à un autre
projet. La Belgique est déjà active
au sein du consortium Airbus.
Notre pays continue donc dans
cette voie. Il est impossible de
participer à tous les projets.
13.20 André Flahaut, ministre: Tout d'abord, le navire de transport
affrété avec les Luxembourgeois répond vraiment à des lacunes.
Nous en avons parlé à de multiples reprises au niveau européen et au
niveau de l'OTAN. Nos intentions étaient connues. La porte était ainsi
ouverte, si nécessaire, à d'autres partenaires, en ce compris les
Néerlandais.

Je répète que le Benelux, dont on me parle souvent, est intéressant
en tant que tel. Il peut servir de "petit moteur" pour l'intégration
européenne, mais, dans cette perspective, il faut que chacun joue le
jeu à tout moment et n'opte pas pour le Benelux quand cela semble
utile et le laisse tomber quand il ne présente plus d'utilité. Dans ces
conditions, je ne vois pas pourquoi je demanderais encore à mes
collègues de se réunir dans le cadre du Benelux. Je préfère travailler
avec ceux qui le souhaitent. Et pour l'instant, nous travaillons en
bonne intelligence avec le Luxembourg.

En ce qui concerne les Pays-bas, attendons de voir. Les contrats
vont-ils être signés rapidement ou le seront-ils après les élections?
13.20 Minister André Flahaut:
Wat het samen met Luxemburg
bestelde transportschip betreft,
was ons standpunt zelfs bij de
NAVO gekend. Wij stonden open
voor nieuwe voorstellen met
betrekking tot partnerships,
inzonderheid met Nederland.

De Benelux is een interessante
uitvalsbasis, een kleine motor van
de Europese integratie, maar
alleen als er altijd aan hetzelfde
zeel getrokken wordt. We zullen
wel zien of het nog wat wordt met
de samenwerking met Nederland.
Zullen de contracten voor of na de
verkiezingen worden
ondertekend?
Voor of na de verkiezingen, dat is de vraag.
13.21 Pieter De Crem (CD&V): Je ne suis pas Mme Blanche.
D'ailleurs, elle est morte!
13.22 Minister André Flahaut: Mijnheer De Crem, ik ben ook Mme
Blanche niet. In Nederland is er een goede coalitie, een coalitie
tussen de socialisten en de liberalen.
13.23 Pieter De Crem (CD&V): Sans doute, la Hollande en a-t-elle
marre.
13.24 André Flahaut, ministre: Les Hollandais ont de beaux
mariages! Il y aura de beaux enfants! Cela va aller!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de berichtgeving
na het overlijden van een bemanningslid van de Godetia" (nr. 6398)
14 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "les informations publiées à la suite
du décès d'un membre d'équipage du Godetia" (n° 6398)
14.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik 14.01 Luc Sevenhans (VLAAMS
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
heb niet meer dan enkele minuten nodig om mijn vraag te stellen.

Mijnheer de minister, op 27 januari 2002 overleed jammerlijk genoeg
kwartiermeester Vermander tijdens een medische ingreep op de
Godetia in Gambia. De negatieve commentaar op dat bericht stoorde
me ten zeerste. Zo werd beweerd in het hoofdartikel van een liberale
krant dat admiraal Herteleer, die erbij gesleurd werd, meer met
zichzelf bezig zou zijn dan met de veiligheid van zijn marinemensen.
Ik vond die reactie nogal overdreven. Ik was geneigd erop te
reageren, maar ik ben gelukkig zo verstandig geweest eerst
informatie in te winnen over de juiste omstandigheden van het
overlijden. Als iedereen dat gedaan had, was de berichtgeving in de
kranten allicht minder negatief geweest.

Bij een medische ingreep kan er altijd iets misgaan. En het ging hier
om een ernstige ingreep; het ging niet louter om een
blindedarmontsteking. Over de details kunnen we uiteraard niet
uitweiden: het gaat immers over een persoonlijke zaak. De reactie
was aanvankelijk: moeten er niet telkens en overal chirurgen en
dokters mee op missie worden gestuurd? Ik wou dat het kon. Men
mag echter ook niet gaan overdrijven. Het schip lag overigens in een
haven. Op een koopvaardijschip is er zelfs geen dokter aan boord. Op
de Godetia was dat wel het geval. Degenen die suggereerden dat er
overal dokters mee moeten gaan, sprongen dus zonder meer op de
kar toen ze van het incident hoorden. Dat is jammer, want het
overlijden is en blijft een spijtige zaak.

Mijnheer de minister, u bent terzake al eens ondervraagd in de
Kamer. Toen antwoordde u dat u niet veel kon zeggen omdat het
incident nog vrij recent was. Ik neem aan dat u nu iets meer kunt
zeggen. Ik meen te begrijpen dat de marine niets te verwijten valt en
dat het gewoon gaat om een onvermijdelijke gebeurtenis. Kunt u dat
bevestigen?
BLOK): Je voudrais revenir au
décès d'un quartier-maître du
Godetia, survenu alors que le
navire se trouvait dans un port de
Gambie. Le ministre dispose-t-il de
davantage d'informations à ce
sujet? Certains reproches
pourraient-ils être adressés à la
Force navale?
14.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, la question est
délicate car elle porte sur un cas particulier qui comporte des aspects
médicaux. Je vais donc me limiter à reprendre les faits.

Le 17 janvier, sur le navire Godetia qui était en mission normale, un
quartier-maître se plaint de douleurs abdominales. Constatant
l'aggravation de ces douleurs, les deux médecins se trouvant à bord ­
l'un civil et l'autre militaire ­ décident d'évacuer le militaire vers
l'hôpital le plus proche, à savoir l'hôpital royal Victoria de Banjul. Je
rappelle que les médecins sont les mieux à même de juger et
d'apprécier une situation. Ils l'ont donc fait en vertu des règles de l'art
de guérir qui sont les leurs et de leur déontologie. Ils ont donc
apprécié la situation et ils ont fait transporter la personne dans
l'institution qu'ils jugeaient la plus apte, à proximité du navire, étant
entendu que ces navires sont équipés de salles d'opération et qu'ils
ne sont pas à même de pratiquer des interventions trop lourdes. Elles
sont réservées aux soins de fractures ou d'autres petits problèmes ou
pour préparer un patient à être transporté.

Que se passe-t-il ensuite? Normalement, quand on est en opération
avec d'autres navires au sein d'une escadre, on peut faire appel à des
salles d'opérations situées sur les autres navires. Dans ce cas-ci, le
navire est en mission, il est donc seul et ce sont les deux médecins
qui jugent de l'opportunité du transfert du patient vers un hôpital.
14.02 Minister André Flahaut: Dat
is een delicate vraag. Op 17
januari klaagt kwartiermeester
Patrick Vermander van de Godetia
over hevige buikpijn. Hij wordt
naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis
overgebracht. De operatiezalen
aan boord zijn immers bestemd
voor kleinere ingrepen of dienen
om een overbrenging voor te
bereiden. In dat ziekenhuis wordt
het bemanningslid in
aanwezigheid van de scheepsarts
van de Godetia onderzocht door
drie chirurgen. De patiënt wordt
geopereerd, en na de heelkundige
ingreep treden er postoperatieve
verwikkelingen op, waaraan de
patiënt uiteindelijk overlijdt. Het
ging hier niet om een eenvoudige
appendicitis, zoals verkeerdelijk
werd bericht, maar om een acute
buikkwaal met een hoog
overlijdensrisico, zelfs al was de
CRIV 50
COM 663
19/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37

Dans cet hôpital, en présence du médecin du Godetia, le patient a été
interrogé, examiné cliniquement, il a fait l'objet de prises de sang et
d'analyses radiologiques. Il a été examiné par trois chirurgiens: un
Egyptien formé à l'université d'Alexandrie, un Cubain et un Nigérian
formé aux Etats-Unis. Après concertation entre les médecins belges
et les trois chirurgiens et vu la dégradation de l'état clinique, il a été
décidé de pratiquer une intervention chirurgicale. L'opération a été
exécutée et, après l'intervention, un problème post-opératoire est
survenu, comme cela peut se produire dans ce genre de maladie.

Ce n'était pas une simple appendicite. C'est d'ailleurs l'erreur qui a été
commise: les gens qui ne savaient rien de la situation ont lancé une
information non confirmée mais on ne peut pas leur en vouloir car ils
voulaient avertir rapidement la famille. J'ai moi-même été informé
régulièrement de ce qui se passait: quand le problème s'est posé à
bord, quand on a transféré le patient, quand on a pris la décision de
l'opérer et, malheureusement lorsqu'il est décédé. J'ai obtenu
également le rapport des personnes contactées en Belgique par les
assistantes sociales concernées. En clair, la première personne
contactée était la soeur du marin, ensuite son père. C'est la soeur qui
avait également prévenu l'ex-femme du marin car sa situation sociale
était un peu particulière. L'erreur qui a été commise est le fait d'avoir
parlé d'appendicite. Dès lors, tout le monde déclare qu'on ne meurt
pas de cela!

Les médecins que j'ai interrogés disent que même en Belgique, il y a
peu de chances que l'on survive à ce genre de maladie.

Voilà la situation telle qu'elle se présentait et la manière dont les gens
ont réagi.

J'ai pu constater que le centre d'opération m'a tenu informé, presque
en temps réel, ainsi que les responsables militaires de la composante
marine et de l'état-major. Et les médecins ont pris les décisions qui
s'imposaient.

Quand le drame est survenu ­ car la mort d'un homme est toujours
un drame ­, j'ai proposé que la famille accompagne l'avion qui allait
rechercher le corps, afin qu'elle puisse voir le corps ­ en vue de
permettre à celle-ci de faire son deuil -, mais également pour voir les
installations dans lesquelles l'intervention chirurgicale avait eu lieu. La
famille a décliné l'offre, préférant envoyer dans le pays un
représentant de la société de pompes funèbres.

Quand le corps a été rapatrié à Melsbroek, les représentants de l'état-
major et de la composante marine étaient présents, moi-même étant
dans l'impossibilité d'être présent ce soir-là. Le corps a été conduit à
Neder-over-Heembeek où une chapelle ardente a été installée et il a
ensuite été autopsié. Les conclusions de l'autopsie étant du domaine
médical, je n'en ai pas connaissance. Et puis le corps a été transféré,
avec le soutien nécessaire des assistantes sociales pour le père ­
que j'ai rencontré à l'enterrement avec la soeur et le beau-frère ­,
ainsi que pour l'ex-épouse et la fille du défunt. L'armée continue à
encadrer ces personnes pour leur permettre de supporter la
disparition.

Le défunt était un quartier-maître qui a beaucoup navigué. Il était en
patiënt in België behandeld.

Na het drama heb ik de familie
voorgesteld het ziekenhuis waar
hun naaste is overleden, te
bezoeken en daarna het lichaam
te begeleiden bij de repatriëring.

Nadat het lichaam in aanwezigheid
van een vertegenwoordiger van de
marine naar België was
teruggebracht, werd een autopsie
uitgevoerd alvorens het aan de
familie werd overgedragen. Het
leger blijft de familie van die
kwartiermeester steunen.

Ziedaar de toedracht. De dokter
heeft een verslag overhandigd en
heeft gereageerd om de onjuiste
informatie die de ronde deed recht
te zetten.

Ik heb persoonlijk de
crematieplechtigheid bijgewoond.
Ik ontmoette er de familie van het
slachtoffer en heb geen
vijandigheid tegenover de minister
of de militaire overheid ervaren.

Een overlijden is altijd tragisch.
19/02/2002
CRIV 50
COM 663
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
mer pratiquement tout le temps. C'était sa vie, ce qui lui a d'ailleurs
valu quelques problèmes avec sa propre famille.

Voilà la situation.

Il y a eu rapport. Il y a aussi eu réaction du médecin qui venait
d'Anvers, médecin qui a remis les choses en état parce qu'on laissait
planer le doute, la suspicion sur le travail qui avait été fait, à la fois en
Belgique, sur le navire et à l'hôpital. Et il convenait de rétablir la vérité.

J'ai participé aux funérailles, à l'incinération du quartier-maître. J'ai
rencontré son père, sa soeur, son beau-frère et sa femme. Et je n'ai
pas ressenti une quelconque hostilité de leur part ni à mon encontre,
ni vis-à-vis des représentants au plus haut niveau de l'armée, qui
étaient également présents.

Les accidents surviennent quotidiennement. Et quand ils aboutissent
à la mort d'un de nos hommes, c'est toujours dramatique. Depuis le
début de cette année, un des MP qui se trouve à l'entrée de mon
cabinet est brutalement tombé mort dans le parc de Bruxelles, un
autre s'est noyé, dont on a retrouvé le corps hier à Tournai et un
troisième est décédé sur le Godetia. A chaque fois, les équipes font
l'impossible, mais une fois que l'heure a sonné, il n'y a rien d'autre à
faire.
14.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord. Hij bevestigt mijn informatie. Ik
hoop dat het een les is voor bepaalde kranten dat men zulke zaken
eerst moet onderzoeken vooraleer men probeert met het menselijk
leed zijn oplage te verhogen.
14.03 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Je remercie le ministre
pour sa réponse. La presse ferait
mieux de procéder à des
vérifications plutôt que de publier
des informations inexactes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De vraag nr. 6414 van de heer Jan Eeman wordt naar een latere datum verschoven.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.59 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.59 heures.