KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 649
CRIV 50 COM 649
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
05-02-2002 05-02-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Georges Lenssen aan de
minister van Financiën over "de houding van de
fiscale administratie in het kader van de
collectieve schuldenregeling" (nr. 6249)
1
Question de M. Georges Lenssen au ministre des
Finances sur "l'attitude de l'administration fiscale
dans le cadre du règlement collectif des dettes"
(n° 6249)
1
Sprekers:
Georges Lenssen, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Georges Lenssen, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Financiën over "de systematische
controle van fiscale constructies bij alle
overheidsbedrijven" (nr. 6312)
3
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des
Finances sur "le contrôle systématique des
constructions fiscales au sein de toutes les
entreprises publiques" (n° 6312)
3
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Jef Tavernier aan de minister
van Financiën over "het wegwerken van de
voorraad bezwaren in verband met de
personenbelasting" (nr. 6316)
5
Question de M. Jef Tavernier au ministre des
Finances sur "la résorption de l'arriéré des
dossiers de réclamation concernant l'impôt des
personnes physiques" (n° 6316)
5
Sprekers: Jef Tavernier, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jef Tavernier, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Financiën over "het Belgisch
standpunt over de kostprijs van de uitbreiding van
de Unie en de institutionele en functionele
ontwikkeling van de Eurogroep" (nr. 6323)
7
Question de M. Olivier Maingain au ministre des
Finances sur "la position belge sur le coût de
l'élargissement de l'Union et le développement
institutionnel et fonctionnel de l'Eurogroupe"
(n° 6323)
7
Sprekers: Olivier Maingain, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Olivier Maingain, Didier Reynders,
ministre des Finances
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
5
FEBRUARI
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
5
FEVRIER
2002
10:00 heures
______
La séance est ouverte à 10.10 heures par M. Olivier Maingain, président.
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur door de heer Olivier Maingain, voorzitter.
01 Vraag van de heer Georges Lenssen aan de minister van Financiën over "de houding van de fiscale
administratie in het kader van de collectieve schuldenregeling" (nr. 6249)
01 Question de M. Georges Lenssen au ministre des Finances sur "l'attitude de l'administration fiscale
dans le cadre du règlement collectif des dettes" (n° 6249)
01.01 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wens u een vraag te stellen over de collectieve
schuldenregeling.
Sinds de wet op de collectieve schuldenregeling van kracht is, is het
mogelijk geworden dat schuldenaars, die zich in staat van
onvermogendheid bevinden en met een overmatige schuldenlast
kampen, een schuldherschikking aanvragen. Deze wet heeft
betrekking op alle schulden van natuurlijke personen. Daarbij reken ik
ook de fiscale schulden.
In een eerste fase kan de schuldenaar via een schuldbemiddelaar
een collectieve schuldbemiddeling aanvragen, waarin de schuldeisers
wordt gevraagd akkoord te gaan met een voorstel tot onmiddellijke
aanzuivering. Als dat niet lukt, kan een gerechtelijke aanzuivering
plaatsvinden, waarbij de rechter de uiteindelijke beslissing neemt.
Mijnheer de minister, zoals ik al heb gezegd, spelen de fiscale
schulden in deze kwestie een niet onbelangrijke rol. De houding van
de fiscus is in het kader van deze collectieve schuldenregeling erg
belangrijk. Hanteert de fiscale administratie in deze kwesties een
vaste zienswijze voor de hoofdsom, de bijkomende boetes en de
intresten? Heeft u als minister richtlijnen gegeven over de manier
waarop mensen in zo'n situatie moeten worden behandeld?
01.01 Georges Lenssen (VLD):
La loi relative au règlement
collectif des dettes prévoit que les
débiteurs insolvables devant
rembourser une dette trop
importante peuvent demander un
rééchelonnement de leur dette.
Dans une première étape, le
débiteur peut demander un
règlement collectif de la dette au
médiateur de dettes. Si cette
procédure ne donne aucun
résultat, un apurement judiciaire
pourra avoir lieu.
Il s'agit ici également de dettes
fiscales. L'administration fiscale
adopte-t-elle une attitude
constante pour le principal, les
amendes supplémentaires et les
intérêts? Le ministre a-t-il édicté
des directives en la matière?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijn administratie is inderdaad vaak betrokken bij een procedure van
collectieve schuldenregeling. Het is altijd mogelijk voor mijn
administratie om een bepaalde positie in te nemen. De ontvangers
van de directe belastingen en BTW zijn uiteraard gehouden de bij wet
van 5 juli 1998 ingevoerde wettelijke bepalingen in het Gerechtelijk
Wetboek toe te passen, rekening houdend met het publiekrechtelijk
karakter van de belastingsschuld. Dat kan in bepaalde gevallen leiden
01.02 Didier Reynders, ministre:
Les receveurs des contributions
directes et de la taxe sur la valeur
ajoutée sont tenus d'appliquer les
dispositions du Code judiciaire
instaurées par la loi du 5 juillet
1998. A cet égard, Ils doivent tenir
compte du caractère de droit
05/02/2002
CRIV 50
COM 649
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
tot een beperking van hun beslissingsmacht. In die zin onderschrijven
de ontvangers in de mate van het mogelijke de aanzuiveringsregeling
die een aanvaardbare, verspreide betaling van de belastingsschulden
insluiten. Als het voorstel van de schuldbemiddelaar een
kwijtschelding van fiscale boeten, verhogingen en nalatigheids-
interesten inhoudt, wordt het meteen doorgezonden naar de
bevoegde gewestelijke directeur die de regeling met de grootste
welwillendheid onderzoekt. Ik heb aan de gewestelijke directeurs
instructies gegeven om zo welwillend mogelijk tewerk te gaan, maar
uiteindelijk nemen zij de beslissing. De ontvangers kunnen in hun
hoedanigheid van rekenplichtige van de schatkist niet instemmen met
een minnelijke aanzuiveringsregeling die een kwijtschelding van
belastingschuld in hoofdsom insluit. Ik verwijs hiervoor naar
artikel 172 van de gecoördineerde Grondwet, die inzake belastingen
geen vrijstellingen of verminderingen toestaat dan door een wet.
Indien een dergelijke minnelijke schikking wordt voorgesteld, zijn de
ontvangers gehouden om meteen een bezwaar of een tegenvoorstel
te formuleren. De kwijtschelding van fiscale schulden in hoofdsom is
slechts mogelijk in het kader van een gerechtelijke
aanzuiveringregeling, zoals bedoeld in artikel 1675/11 tot 1675/13 van
het gerechtelijke wetboek. Er is een duidelijk verschil tussen de twee
procedures. De invorderingsdiensten beschikken reeds van voor de
inwerkingtreding van de voormelde wet over interne richtlijnen waarin
de voormelde principes worden verkondigd. Na drie jaar praktijk werkt
mijn administratie evenwel aan een addendum om de richtlijn
optimaal bij de praktijk te laten aansluiten en de volledige integratie
van de invorderingsdiensten, directe belastingen en BTW, te
bewerkstelligen.
Bovendien wens ik uw aandacht te vestigen op het feit dat een
voorontwerp van wet, houdende de inrichting van de begroting en de
boekhouding van de federale overheid voor advies aan de Raad van
State is voorgelegd. Dat voorontwerp wijzigt onder andere ook de
persoonlijke aansprakelijkheid van de ontvanger. Dat is een zeer
zware verantwoordelijkheid. Het is een oud probleem binnen onze
administratie. De herziening van de persoonlijke aansprakelijkheid
van de ontvangers zou het mogelijk moeten maken om de
bemiddeling met de belastingbetaler vanuit een nieuwe invalshoek te
benaderen en gemakkelijker de maatregelen te nemen die
noodzakelijk zijn in verband met moeilijk geworden sociale
omstandigheden, waaronder de gevallen van collectieve
schuldenregeling.
Dat was mijn antwoord in verband met de fiscale achterstand. We
moeten dus twee richtlijnen volgen. Eerst en vooral moeten de
ontvangers alle belastingen innen. Dat is een eerste klaar en
duidelijke richtlijn. Ze moeten echter ook meer aandacht besteden
aan sociaal-economische moeilijkheden van sommige
belastingplichtigen. Er is echter een probleem met de persoonlijke
aansprakelijkheid van de ontvangers en daarom probeer ik een
wijziging door te voeren. We moeten nu wachten op het advies van de
Raad van State en daarna zal ik het ontwerp bij het Parlement
indienen.
public de la dette, ce qui peut
entraîner, dans certains cas, une
restriction de leur pouvoir de
décision.
Les receveurs adhèrent, dans la
mesure du possible, aux plans de
règlement des dettes, mais si la
proposition implique la remise
d'amendes fiscales, de
majorations ou d'intérêts de retard,
c'est au directeur régional qu'il
revient de prendre la décision. A
cet égard, celui-ci fera preuve de
la plus grande bienveillance. Aux
termes de l'article 172 de la
Constitution coordonnée, les
receveurs ne peuvent toutefois
consentir à un plan de règlement à
l'amiable impliquant une remise
des dettes fiscales en principal.
Dans ce cas, ils doivent
immédiatement introduire une
réclamation ou formuler une
contre-proposition. La remise des
dettes fiscales en principal n'est
possible que par un plan de
règlement judiciaire tel que décrit
dans les articles 1675/11 à
1675/13 du Code judiciaire. Les
services de recouvrement ont reçu
des directives internes qui sont en
cours d'adaptation. Dans
l'intervalle, l'avant-projet de loi
portant création du budget et de la
comptabilité de l'autorité fédérale a
été transmis pour avis au Conseil
d'État. Ce projet modifie la
responsabilité personnelle des
receveurs de façon à les inciter à
décider en prenant mieux en
compte les circonstances sociales.
Il est évident que les receveurs
doivent essayer de percevoir tous
les impôts dus. Cela ne doit
toutefois pas les empêcher de
tenir compte des difficultés
sociales et économiques des
contribuables.
01.03 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw uitvoerig antwoord. Ik wou het eigenlijk hebben over de
mogelijkheid die iedereen zou moeten krijgen om via
01.03 Georges Lenssen (VLD):
Je comprends que la dette en
principal soit importante. Un plan
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
schuldbemiddeling van zijn schulden af te geraken. Daarnaast wou ik
weten welk standpunt de fiscus hierover innam. Ik begrijp dat de
hoofdschuld belangrijk is, met boetes en intresten, maar blijkbaar kan
men toch gebruikmaken van een bemiddelingsregeling.
de règlement des dettes doit
toutefois pouvoir être élaboré.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Financiën over "de systematische
controle van fiscale constructies bij alle overheidsbedrijven" (nr. 6312)
02 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des Finances sur "le contrôle systématique des
constructions fiscales au sein de toutes les entreprises publiques" (n° 6312)
02.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij konden op 1
september
2001 in de Financieel
Economische Tijd lezen, dat de regering naar aanleiding van de
halfjaarlijkse controle had vastgesteld dat er veel minder BTW-
inkomsten gerealiseerd werden, en op basis daarvan en van de acties
die regeringscommissaris Zenner reeds had ondernomen,
concludeerde ik dat de regering een systematisch onderzoek had
ingesteld naar een aantal fiscale constructies bij overheidsbedrijven,
zowel op het federale als regionale en lokale niveau.
Ik heb toen via de pers vernomen dat reeds negen bedrijven door de
administratieve diensten en de diensten van de regeringscommissaris
werden onderzocht en dat de administratie aan de regering verslag
uitbracht over vier onderzoeken. Volgens de Financieel Economische
Tijd ging een eerste dossier over een overheidsbedrijf dat twee
Waalse luchthavens - van Charleroi en Luik - gaat beheren. Sofico,
een maatschappij die een aantal infrastructuurwerken financiert is een
tweede dossier. Een derde dossier is de Waalse watermaatschappij
SPGE en een vierde dossier is Aquafin. Ik begrijp dat reeds concrete
cijfers inzake het dossier Aquafin aan de regering werden voorgelegd.
Mijnheer de minister, de afgelopen weken hebben collega's u
daarover ondervraagd. U hebt de manier waarop de inningen en de
tarieven van de BTW inzake dat dossier gebeuren, verduidelijkt. Ik
begreep dat dit niet onmiddellijk met het aangekondigde onderzoek
had te maken, maar dat dit eerder toevallig was ontdekt.
Mijnheer de minister, kunt u na zes maanden een aantal concrete
cijfers geven over de vier genoemde dossiers die aan de regering
werden voorgesteld? Zo ja, hoe hebt u de fiscale constructies
geëvalueerd? Is er sprake van fraude? Over welke concrete bedragen
gaat het? Op welke termijn kunt u wel een volledig inzicht in de
constructies geven? Ik vermeldde vier concrete dossiers, maar er
zouden reeds negen bedrijven door de administratie zijn onderzocht.
Over welke andere bedrijven gaat het? Kunt u hierover meer
informatie geven? Hoe ziet de verdere fasering van het onderzoek
eruit? Om hoeveel bedrijven gaat het op lokaal, regionaal of federaal
vlak? Hebt u reeds enig inzicht in de bedragen die uit het onderzoek
blijken?
02.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le 1
er
septembre, on pouvait lire
dans le Financieel Economische
Tijd que le gouvernement avait
constaté que les recettes de la
TVA étaient de loin inférieures aux
prévisions. Le gouvernement
fédéral envisageait l'examen
systématique des constructions
fiscales des entreprises publiques.
L'administration ferait rapport sur
des enquêtes relatives à quatre
entreprises: une entreprise
publique qui gérera deux aéroports
wallons, la Sofico, la société
wallonne de distribution d'eau
SPGE et Aquafin. Après six mois
d'enquête, le ministre peut-il nous
fournir des chiffres à propos de
ces dossiers? Est-il question de
fraude? Quand pourrons-nous
prendre connaissance de
l'intégralité des dossiers relatifs à
ces constructions?
L'administration enquêterait sur
d'autres entreprises. De combien
d'entreprises s'agit-il et quelles
sont-elles?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de vragen
van mevrouw Brepoels hebben betrekking op concrete dossiers.
Volgens artikel 93bis van het BTW-Wetboek over het beroepsgeheim
is het niet mogelijk daaraan gevolg te geven, zoals reeds bleek uit het
antwoord op vorige vragen hierover.
02.02 Didier Reynders, ministre:
Etant, aux termes de l'article 93bis
du Code TVA, lié par le secret
professionnel, je ne puis répondre
aux questions de Mme Brepoels.
05/02/2002
CRIV 50
COM 649
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Ik kan wel bevestigen dat het Vast Comité voor de Strijd tegen de
Fiscale Fraude en de betrokken administraties in uitvoering van de
regeringsbeslissingen van 13 juli 2001 naar aanleiding van de extra
begrotingscontrole een permanent en versterkt controleprogramma
hebben opgesteld voor belastingplichtigen die terugbetalingen van
BTW genieten. De instructies die terzake aan alle betrokken en
fiscale diensten werden verstrekt, behelzen onder meer het nazicht
van de door mevrouw Brepoels aangehaalde fiscale mechanismen,
zijn permanent van aard en hebben betrekking op die
belastingplichtigen van de privé- zowel als de openbare sector
waarvan de fiscale toestand een controle vereist.
Ik herhaal nogmaals dat iedereen belastingen moet betalen. Er
bestaat veel onderzoek naar deze praktijken, onder meer door de BBI
of het AOIF. Elke maand krijg ik van die diensten een verslag over de
evolutie van verschillende onderzoeken. Er is echter ook nog zoiets
als het beroepsgeheim en dan mogen er nog 100 artikels in de pers
worden gepubliceerd, ik zal mij in dat verband steeds bedienen van
hetzelfde antwoord.
Le Comité permanent de lutte
contre la fraude fiscale et
l'administration concernée ont, en
application de la décision
gouvernementale du 13 juillet
2001, élaboré un programme de
contrôle pour les contribuables à
qui la TVA est remboursée. Ces
instructions sont permanentes et
s'appliquent aux contribuables des
secteurs privé et public.
02.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de minister, ik stel vast
dat er, in tegenstelling tot het verleden, nu een systematische controle
is, zoals het hoort. Men stelde vast dat er in een aantal
overheidsbedrijven mechanismen werden opgezet, waarbij vragen
konden worden gesteld. De huidige systematische controles leggen
deze mechanismen bloot. Ik heb mijn bedenkingen bij uw stelling dat
die dossiers vallen onder de noemer van het beroepsgeheim.
Aangaande privé-dossiers kan ik daar inkomen, maar van het
ogenblik dat er sprake is van overheidsdossiers waarbij de Staat
volledig aandeelhouder is heeft het Parlement volgens mij het recht
om inzage te krijgen in de constructies die daarin worden opgezet.
We moeten wel rekening houden met het feit dat niet de federale
Staat, maar de gewesten aandeelhouder zijn in de meeste dossiers.
Hebt u een bepaalde termijn geplaatst op de afhandeling van de
concrete dossiers? Naar mijn gevoel maakt u zich vandaag door uw
algemeen antwoord iets te gemakkelijk van deze vraag vanaf, temeer
omdat u zelfs speciaal een regeringscommissaris hebt aangesteld om
dit soort zaken nauwgezetter te onderzoeken.
02.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le caractère systématique du
contrôle me réjouit. Je doute
cependant quelque peu que ces
dossiers relèvent réellement du
secret professionnel. Le Parlement
dispose d'un droit de regard sur
les dossiers des entreprises
publiques. Il est vrai que, dans la
plupart des cas, les Régions
constituent l'actionnaire principal.
Quand les dossiers seront-ils
clôturés?
02.04 Minister Didier Reynders: Er is een verschil, mevrouw
Brepoels: er bestaat een beroepsgeheim voor mijn administratie en er
bestaat er een voor de minister van Financiën. Dat is niet het geval
voor de belastingplichtige. U kan steeds een vraag naar de bevoegde
ministers sturen of naar de verschillende publieke ondernemingen,
maar er geldt een beroepsgeheim voor mijn administratie. In mijn
geval heb ik reeds verschillende interne onderzoeken aangevraagd in
verband met lekken naar de pers. Er geldt dus een beroepsgeheim,
maar dat houdt niet in dat u geen vragen mag stellen aan de
verschillende ministers of misschien aan andere leden in andere
parlementen of gewesten. U vraagt namen en bedragen, maar zolang
er geen akkoord is met de belastingplichtige kan ik hier onmogelijk op
antwoorden.
02.04 Didier Reynders, ministre:
Mon administration est liée par le
secret professionnel mais cela ne
vous empêche pas de poser des
questions aux autres ministres ou
aux membres des autres
gouvernements. Je ne peux pas
citer de noms ni de montants tant
qu'un accord n'est pas intervenu
avec le contribuable.
02.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Uiteraard kan ik mij niet wenden tot
de ministers in het Waalse Gewest, want daar heb ik geen
vraagkracht. Ik veronderstel wel dat u als federaal minister de
02.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Je ne peux évidemment pas
interroger les ministres wallons.
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
verantwoordelijkheid draagt om de volgens de wet voorziene
belastingen en taksen te innen. Het Parlement wenst tevens een
inzicht te krijgen of de constructies in overheidsbedrijven op dezelfde
manier worden toegepast in het hele land.
Vous êtes le ministre responsable
de la perception des impôts
fédéraux. Il est normal que le
Parlement veuille disposer d'un
droit de regard sur les différentes
constructions mises sur pied.
02.06 Minister Didier Reynders: Mevrouw Brepoels, over de
algemene regels heb ik al een antwoord gegeven. Die algemene
regels gelden voor het hele land, zelfs voor de Belasting over de
Toegevoegde Waarde.
Ik dank u voor uw steun om een correcte inning te organiseren in alle
dossiers. Die steun van u is erg nieuw.
02.06 Didier Reynders, ministre:
Les règles générales s'appliquent
à tout le pays. Je vous remercie de
soutenir la perception correcte des
impôts dans tous les dossiers. Ce
soutien est nouveau.
02.07 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de minister, ik heb
daarover een vraag gesteld omdat het volgens mij belangrijk is dat
elke belastingbetaler weet dat de overheid iedereen op dezelfde
manier behandelt.
02.07 Frieda Brepoels (VU&ID):
Il importe que l'État traite tous les
contribuables sur un pied d'égalité.
02.08 Minister Didier Reynders: Inderdaad, mevrouw Brepoels, ik
dank u voor die steun.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jef Tavernier aan de minister van Financiën over "het wegwerken van de
voorraad bezwaren in verband met de personenbelasting" (nr. 6316)
03 Question de M. Jef Tavernier au ministre des Finances sur "la résorption de l'arriéré des dossiers
de réclamation concernant l'impôt des personnes physiques" (n° 6316)
03.01 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag gaat over de inning, de controles en
meer specifiek de wegwerking van de bezwaren.
Vanaf 1
januari
2002 zouden alle nieuwe bezwaren over de
personenbelasting niet langer naar de inspectiedienst van de
Geschillen gestuurd worden maar wel naar de betreffende
controlediensten.
De inspectiedienst van de Geschillen zou ervoor moeten zorgen de
voorraad bezwaren af te handelen tegen 30 juni 2002. Voor zover ik
weet, is die afspraak geen aanbeveling maar moet zij als imperatief
worden beschouwd, een erg duidelijke beleidslijn als het ware, omdat
de minister zelf erom heeft gevraagd.
Wat doet de minister met eventueel afwijzende beslissingen? Zulke
beslissingen kunnen namelijk aanleiding geven tot de indiening van
bezwaren bij de rechtbank van eerste aanleg. De hogere hiërarchie
van het ministerie van Financiën zou daarop antwoorden dat
afwijzende beslissingen vermeden moeten worden. Anders gezegd,
als de inspectiedienst een beroep wil vermijden, moet zij inschikkelijk
zijn. De inspectiedienst zal de belastingplichtige dus tegemoet moeten
komen in zijn terechte maar eventueel ook zijn onterechte bezwaren
tegen een bepaalde aanslag.
Mijn vraag komt eigenlijk vanuit het werkterrein, want de bevoegde
ambtenaren willen wel op een correcte manier de belastingen innen,
03.01 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): Il paraît que, depuis le
1
er
janvier, toutes les réclamations
concernant l'impôt des personnes
physiques sont envoyées aux
services de contrôle. Le service
d'inspection Litiges est en effet
tenu de résorber l'arriéré des
dossiers de réclamation d'ici au 30
juin 2002.
Les rejets pouvant donner lieu à
l'introduction de réclamations
auprès du tribunal de première
instance, les fonctionnaires ont été
invités à éviter, autant que faire se
peut, de prendre une décision en
ce sens. Les fonctionnaires
entendent cependant percevoir les
impôts correctement et
n'apprécient guère d'être mis sous
pression. Quelle est la position du
ministre à ce propos?
05/02/2002
CRIV 50
COM 649
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
maar zij willen niet onder een morele druk staan. Uiteraard staat die
druk niet op papier, want dat zou te delicaat zijn, maar toch is die druk
aanwezig want de richtlijn bestaat.
Mijnheer de minister, welke houding hebt u in dat verband?
Ik ben ten eerste bezorgd om een correcte inning en ten tweede ook
om de goede afhandeling van de zaak.
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega
Tavernier, ik moet eerst en vooral uitleggen dat er twee terreinen zijn.
Het eerste terrein is dat van meer dan vier miljoen belastingplichtigen
onder het departement; het tweede is dat van de fiscale ambtenaren.
Mogelijk hebben zij verschillende meningen over de bezwaarschriften.
Wij zouden dus de twee groepen moeten horen.
De bezwaarschriften vormen een groot deel van onze fiscale
achterstand. Sneller werken lijkt mij dus belangrijk, zodat wij de
belastingplichtigen op erg korte termijn kunnen antwoorden.
De administratie van de inkomensfiscaliteit dringt er bij haar
ambtenaren op aan om de bezwaarschriften weg te werken tegen
30
juni
2002. In hoofdzaak gaat het om de reeds ingediende
bezwaarschriften op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet
van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen.
In principe hadden deze bezwaarschriften uiterlijk op 31 maart 2001
moeten beslecht zijn. Het is in deze optiek dat op een snelle
afhandeling wordt aangedrongen. De achterstand slinkt reeds. Meer
dan 70% van de achterstand, geen onbelangrijk aantal, werd reeds
weggewerkt. Er waren meer dan 100.000 bezwaarschriften ingediend.
Er zijn ook nieuwe bezwaarschriften. We streven naar een evenwicht
tussen de oude bezwaarschriften en de nieuwe. Ongeveer 26.000
bezwaarschriften worden ingediend per 6 maanden. Deze "stock" zou
dan in evenwicht zijn met het aantal nieuwe bezwaarschriften die in
een periode van zes maanden worden ingediend.
De bewering dat gevraagd wordt zo weinig mogelijk afwijzende
beslissingen te nemen is totaal uit de lucht gegrepen. Bij de
behandeling van de bezwaarschriften moeten de betrokken
ambtenaren zoals steeds handelen in alle objectiviteit, met
realiteitszin en doorzicht. Elke ambtenaar dient zich bij het onderzoek
van een bezwaarschrift en bij het nemen van de beslissing te
beperken tot de in het bezwaarschrift vervatte grieven, rekening
houdend met de belangen die op het spel staan. Daarbij dienen
eveneens de beginselen van behoorlijk bestuur in acht te worden
genomen. De algemene principes moeten worden gerespecteerd. Er
werden geen andere instructies gegeven. Ik herhaal dat een snellere
afhandeling noodzakelijk is en dat de belastingplichtige een antwoord
moet krijgen binnen de kortst mogelijke termijn. Een zo klein
mogelijke "stock" van bezwaarschriften is immers een vorm van
dienstverlening aan de belastingplichtige.
03.02 Didier Reynders, ministre:
Il se peut que les contribuables et
les fonctionnaires du fisc divergent
à ce sujet. Les réclamations
représentent une partie importante
de l'arriéré fiscal. Dès lors, un
examen rapide des réclamations
s'impose.
C'est pourquoi l'Administration de
la Fiscalité des entreprises et des
Revenus pousse ses
fonctionnaires à achever l'examen
des réclamations d'ici au 30 juin
2002.
Il s'agit principalement de
réclamations qui avaient déjà été
introduites au moment de l'entrée
en vigueur de la loi du 15 mars
1999 relative aux contentieux en
matière fiscale. Le traitement de
ces réclamations devait être
terminé pour le 31 mars 2001. Le
retard est en train de se résorber,
mais nous visons un équilibre
entre les anciennes et les
nouvelles réclamations.
L'affirmation selon laquelle les
fonctionnaires sont tenus de
prendre le moins possible de
décisions de rejet n'est pas
fondée. Les fonctionnaires doivent
être objectifs et réalistes. Pour
prendre leur décision, ils doivent
se limiter aux griefs contenus dans
la réclamation et tenir compte des
intérêts en jeu, et ce, dans le
respect des principes de bonne
administration.
03.03 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor het antwoord. Het is, mijns inziens, inderdaad
belangrijk dat bezwaarschriften snel én correct worden behandeld.
Het is duidelijk dat uw uitspraken in deze commissie belangrijker zijn
dan eventuele mondelinge instructies van hogere ambtenaren.
03.03 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): Il convient de traiter
rapidement et correctement les
réclamations. En attendant, les
déclarations du ministre en
commission
priment les
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
éventuelles instructions orales
données par les hauts
fonctionnaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Jef Tavernier
Président: Jef Tavernier.
04 Question de M. Olivier Maingain au ministre des Finances sur "la position belge sur le coût de
l'élargissement de l'Union et le développement institutionnel et fonctionnel de l'Eurogroupe" (n° 6323)
04 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Financiën over "het Belgisch standpunt
over de kostprijs van de uitbreiding van de Unie en de institutionele en functionele ontwikkeling van
de Eurogroep" (nr. 6323)
04.01 Olivier Maingain (PRL FDF MCC): Monsieur le président,
monsieur le ministre, vous avez présidé pendant un an l'Eurogroupe
et pendant six mois l'ECOFIN. Vos présidences ont d'ailleurs été
remarquées et saluées par la presse spécialisée. On peut même dire
que vous avez apporté une dynamique politique particulière à la
présidence de ces deux institutions. Je dirais même que je n'étais pas
insensible au fait que le politique réaffirme certaines primautés dans
la gestion des politiques économiques et monétaires. On sait bien que
ce sont des sujets délicats. D'ailleurs on retrouve ce débat, en
application du pacte de stabilité, maintenant que la Commission
européenne vient de faire un premier avertissement à l'Allemagne.
Peut-être que d'autres pays seront concernés à d'autres titres; on voit
également une situation particulière au Portugal, en ce qui concerne
le respect des normes du pacte de stabilité et on sait que l'ECOFIN
doit se prononcer sur les suites à réserver à la méthode préventive ou
à la mesure préventive qu'a annoncée le commissaire compétent.
Il est vrai qu'on sent qu'il y a dans le débat à venir sur la construction
européenne une place importante qui doit revenir aux organes qui
gèrent plus particulièrement les grands équilibres macroéconomiques
en Europe, qui doivent gérer aussi parfois des situations de
ralentissement de l'activité économique et qui doivent veiller à la place
ou à la force de l'euro dans le concert des grandes monnaies au plan
international.
Vous avez eu l'occasion de formuler certaines réflexions sur la
méthode de discussion des budgets nationaux, des grandes
orientations de politique économique, sur les difficultés d'introduire le
vote à la majorité qualifiée et sur la représentation internationale de
l'euro. Vous avez également proposé de formuler un objectif politique
pour la zone euro avant l'entrée de nouveaux pays membres. Cet
objectif me semble en effet essentiel.
Maintenant que vous n'avez plus la présidence pendant laquelle vous
vous teniez peut-être à un certain devoir de réserve ou en tout cas à
un devoir de prendre en compte l'ensemble des opinions exprimées
autour de la table, vous êtes sans doute plus libre pour faire part de
vos propositions en vue de concilier l'objectif de l'élargissement et du
problème de son financement qui est lourd et l'objectif de la stabilité
voire de la croissance économique qui est intrinsèquement lié au
projet européen, et donc des instruments institutionnels qu'il faut
mettre en place pour concilier ces deux grands objectifs.
04.01 Olivier Maingain (PRL
FDF MCC): U heeft de Eurogroep
en de Ecofin-Raad op
voortreffelijke wijze voorgezeten
en het economisch beleid een
nieuwe politieke dynamiek
gegeven.
Overeenkomstig het
stabiliteitsplan heeft de Europese
Commissie Duitsland
gewaarschuwd met betrekking tot
de naleving van de normen van
het plan. De Ecofin-Raad moet
zich uitspreken over het gevolg dat
aan dergelijke eventuele
preventieve maatregelen moet
worden gegeven.
De rol van de instellingen belast
met het handhaven van het
macro-economisch evenwicht, het
ondervangen van de vertraging
van de economische activiteit en
het vrijwaren van de slagkracht
van de euro in het samenspel van
de internationale valuta, zou
moeten worden hertekend.
Welke institutionele instrumenten
moeten bij voorrang worden
aangewend met betrekking tot de
politieke doelstelling van de euro,
de financiering van de uitbreiding,
de stabiliteit en de economische
groei? Welke voorstellen zal u
formuleren in het kader van de
Conventie? Moet de Eurogroep in
het Verdrag of in een ander kader
worden opgenomen? Moeten
sommige bevoegdheden van de
Ecofin-Raad worden herzien?
05/02/2002
CRIV 50
COM 649
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Dès lors, en vue de la tenue de la Convention, dont on sait qu'elle
sera présidée par l'ancien président de la République française,
Valéry Giscard d'Estaing, quelles sont vos propositions en vue de
donner plus d'influence à la fois à l'Eurogroupe et à l'ECOFIN? Faut-il,
par exemple, inscrire l'Eurogroupe dans le Traité de l'Union
européenne? Faut-il donner une place plus importante à la
Commission en son sein? Quel rôle doit jouer le Parlement européen
sur ces matières? Le gouvernement va être amené à formuler via ses
représentants à la Convention ses suggestions sur ces thèmes. Mais
bien entendu, vu votre expérience, vous êtes amené certainement à
être le pilote sur ces questions des suggestions que fera l'Etat belge.
Je serais très heureux de vous entendre sur ces sujets.
Welke rol moet terzake aan de
Europese Commissie worden
toebedeeld?
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je remercie
M. Maingain d'aborder ce débat. Nous aurons certainement l'occasion
d'y revenir en commission. En réponse à une question orale, je me
limiterai à quelques éléments mais c'est un thème qui mériterait
effectivement un débat plus large.
Je rassure d'abord M. Maingain sur les sorties de présidence. Après
un an, mes collègues ont la gentillesse de nous permettre de sortir un
peu comme des plongeurs, avec des paliers de décompression. Je
vais encore pouvoir assumer pendant toute cette année la présidence
de ce qu'on appelle le G10 qui, bizarrement, regroupe 11 participants:
les membres du G7 plus la Belgique, les Pays-Bas, la Suède et la
Suisse. Nous sommes onze autour de la table dans ce G10.
Cela étant, je tiens à vous livrer quatre éléments.
En ce qui concerne l'Eurogroupe, il est vrai que l'objectif, surtout au
cours de l'année qui vient de s'écouler, était de renforcer le cadre de
dialogue informel que constitue l'Eurogroupe entre les ministres des
Finances de la zone Euro, le Commissaire européen et la Banque
Centrale européenne, via son président. Je rappelle que l'Eurogroupe
est une réunion informelle de ministres des Finances en présence du
Commissaire et de la Banque Centrale. C'est un accord qui permet
cette réunion avec, malgré tout, un poids de plus en plus important de
cet Eurogroupe dans le cadre des questions économiques et
monétaires. Bien entendu, nous avons tenté de travailler en parallèle
avec l'introduction de l'euro qui était l'autre élément de première
importance au sein des travaux de l'Eurogroupe.
Pour ce qui concerne la procédure budgétaire, peut-être l'élément
d'actualité, la commission a effectivement rendu un certain nombre
d'avis sur les différents Etats membres non seulement de la zone
mais de l'Union. Il y a, en effet, des programmes de convergence
mais aussi des programmes de stabilité. Vous savez que nous
rentrons dans le programme de stabilité puisque nous sommes dans
la zone Euro mais la Suède, la Grande-Bretagne et le Danemark
rentrent dans des programmes de convergence.
Dans l'ensemble de ces avis je ne vais pas revenir à la situation
belge , nous étions dans le premier train sans trop de problèmes.
Arrive maintenant un deuxième train plus problématique avec des
remarques assez sérieuses sur plusieurs Etats - on a beaucoup cité
dans ce domaine l'Italie et la France -, mais surtout des procédures
04.02 Minister Didier Reynders:
Ik zal de G10 nog een jaar lang
voorzitten. De G10 bestaat uit de
landen van de G7, België,
Nederland, Zweden en
Zwitserland.
Wat de Eurogroep betreft, was het
de bedoeling de ministers van
Financiën, de bevoegde Europese
commissaris en de voorzitter van
de Europese Centrale Bank (ECB)
binnen het raam van een informele
dialoog te laten bijeenkomen.
Wat de budgettaire procedure
betreft, heeft de Commissie
adviezen uitgebracht over de
Lidstaten van de Unie die bij de
stabiliteitsprogramma's betrokken
zijn. België bevindt zich in de
eerste groep landen waarvoor er
weinig of geen problemen
bestaan. De tweede groep bestaat
uit Italië en Frankrijk maar ook uit
Duitsland en Portugal, twee landen
waarop de early warning van
toepassing is.
Alle lidstaten hechten veel belang
aan het stabiliteitspact en aan de
procedures ervan. Ik heb steeds
het gebruik van de
waarschuwingsprocedure bepleit.
Die procedure is geen kritiek maar
als ze niet wordt gebruikt, gaat een
debat over de sancties meteen
van start. De moeilijkheid zit in de
betrokken landen en in het feit dat
in 2002 verkiezingen worden
gehouden waarvan de eerste, die
voor mei zijn
gepland, in
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
qui vont plus loin, de "early warning" (avertissement) vers l'Allemagne
et le Portugal avec des situations différentes. Les remarques sont
plus lourdes de conséquences pour les politiques suivies au Portugal.
Ce qui est significatif dans ce contexte, c'est la volonté de tous les
membres de l'Eurogroupe, manifestée depuis longtemps, de s'en tenir
au pacte de stabilité et de croissance et aux procédures du pacte, qui
est la première déclaration reprise à l'issue de chacune des réunions.
C'est aussi la difficulté de maintenir cette logique une fois que l'on se
trouve confronté à la dure réalité d'un examen concret de la situation
d'un Etat.
La semaine prochaine, nous aurons certainement à adopter un
certain nombre de positions très claires à l'égard de la deuxième série
de pays mais aussi à nous prononcer sur l'utilisation éventuelle de la
procédure d'avertissement. J'ai défendu l'idée qu'il fallait utiliser cette
procédure, qui est une simple constatation de faits en fonction des
règlements européens. Il s'agit de constater une déviation par rapport
aux objectifs fixés en termes budgétaires. Cela ne constitue pas en
soi une critique des politiques suivies. On peut très bien expliquer des
déviations par le climat économique ou par d'autres éléments
particuliers qui entourent l'évolution budgétaire d'un Etat.
Si l'on ne met pas en oeuvre cette procédure, on entre tout de suite
dans le débat sur les sanctions. Je trouve que le Traité et les
règlements ont été correctement conçus, en prévoyant des étapes
progressives. Il est utile de faire usage de ces étapes progressives
avant de se lancer dans un débat sur les sanctions.
La difficulté provient des Etats concernés, d'une part, et de la situation
particulière de l'année 2002, d'autre part. Nous sommes en effet
confrontés à trois échéances électorales, la plus importante se tenant
au mois de mai, aux Pays-Bas. Les deux autres risquent également
d'avoir une influence sur les débats des prochaines semaines.
En ce qui concerne l'élargissement qui a été évoqué aujourd'hui et
surtout repris dans le document écrit, ce qui ressort de la commission
ouvre, en réalité, le débat. La commission nous dit, effectivement,
qu'il n'y a pas de problèmes jusqu'en 2006, dans le cadre des
enveloppes adoptées, à condition qu'un certain nombre de mesures
soient prises. Le débat actuel consiste à se demander si le nombre
d'interventions doit, dès lors, être réduit à l'égard des pays candidats
dans des domaines aussi fondamentaux que la politique agricole ou
les fonds structurels. Le projet qui se trouve sur la table aujourd'hui ne
pose pas d'énormes problèmes si ce n'est que le véritable débat va
seulement s'ouvrir. Il porte en effet sur la période 2007-2013.
Jusqu'en 2006, nous arriverons, d'une manière ou d'une autre, à nous
maintenir dans les enveloppes annoncées. La discussion principale
reviendra sur l'étape suivante. Je ne veux pas contourner la difficulté.
Nous aurons d'ailleurs à en débattre également au parlement. Nous
devrons définir une position sur les mécanismes mêmes de
financement de l'Union. Citons, à nouveau, les exemples suivants:
Comment va-t-on faire fonctionner une politique agricole commune à
l'égard des pays candidats? Avec quelles répercussions sur le secteur
agricole au sein des quinze partenaires actuels? Comment va-t-on
faire fonctionner le système des fonds structurels, en intégrant la
répercussion de ce fonctionnement des fonds vers les pays candidats
Nederland moeten plaatsvinden.
Wat de uitbreiding betreft, beschikt
de Commissie over voldoende
budgettaire middelen tot 2006, op
voorwaarde dat de nodige
maatregelen getroffen worden.
Wel moeten er nog een aantal
vragen beantwoord worden in
verband met het landbouwbeleid
en de structuurfondsen.
Het echte debat zal over de
periode 2007-2013 gaan. Dan
zullen we ons terdege moeten
beraden over de
financieringsmechanismen van de
Unie. Ook de repercussies van het
landbouwbeleid en de
structuurfondsen op de lidstaten
en de kandidaat-lidstaten zullen
bekeken moeten worden.
In de toekomst zal de Eurogroep
nog twee of drie jaar een informele
structuur moeten blijven opdat de
landen die niet tot de eurozone
behoren, zich er alsnog bij kunnen
aansluiten.
De Eurogroep is een forum waar
op een open en vrijmoedige
manier wordt gediscussieerd. In
de Ecofin-Raad gaat het er veel
formeler aan toe. Men zal zich
moeten uitspreken over het
gehanteerde beslissingsmodel. Ik
pleit voor een grotere
samenwerking, gevolgd door een
stemming bij gekwalificeerde
meerderheid.
De Commissie moet worden
versterkt, dank zij een procedure
die haar in staat stelt haar rol als
hoedster van de verdragen beter
waar te maken. De grote
economische beleidskeuzes zijn
het gevolg van verbintenissen die
de lidstaten hebben aangegaan en
de Commissie moet de
tenuitvoerlegging ervan kunnen
controleren. Die discussie zal
binnen de Conventie worden
gevoerd.
De rechtstreekse verkiezing van
de Commissievoorzitter zou
05/02/2002
CRIV 50
COM 649
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
et vers les pays qui sont aujourd'hui membres?
Citons un autre exemple. La position espagnole à propos des fonds
structurels est évidemment un élément clé du débat.
En ce qui concerne le dernier élément de votre question portant sur le
rôle futur de l'Eurogroupe ainsi que sur d'autres éléments d'évolution
de l'Union européenne, l'Eurogroupe, pendant les deux à trois
prochaines années, devra rester une structure informelle prenant un
poids de plus en plus important dans l'orientation des politiques
économiques de la zone euro.
Expliquons-nous. Pourquoi une structure informelle? Cela permet des
discussions beaucoup plus franches, plus ouvertes. Si vous
interrogez n'importe quel membre de l'Eurogroupe et de l'Ecofin, vous
constaterez que la priorité va à la première structure. Cela s'explique,
notamment, par des raisons factuelles. Nous sommes au maximum
une trentaine autour de la table "Commission, banque centrale et
secrétariat du Conseil". Par contre, si vous entrez dans la salle de
l'Ecofin, vous vous trouverez face à 150 personnes, avec des
délégations composées de représentants en première, deuxième ou
troisième ligne. Même si, par moment, nous tenons une réunion
Ecofin en formation restreinte, nous nous retrouvons encore à une
petite centaine de personnes. C'est un exercice qui devient de plus en
plus formel.
L'orientation sera dès lors d'aller vers une véritable discussion
ouverte, franche, à l'intérieur de l'Eurogroupe dans la zone monétaire
et des discussions beaucoup plus formelles au sein de l'Ecofin pour
l'adoption de législations ou de textes à caractère législatif ou
réglementaire au sein de l'Union. Le caractère informel nous permet
de tenir ces discussions franches, plus ouvertes et dans une certaine
mesure confidentielles, ce qui est une difficulté que nous rencontrons
souvent avec les parlements nationaux comme avec le Parlement
européen.
L'autre élément, c'est que ce caractère informel nous permet et j'ai
eu l'occasion de le dire à plusieurs reprises à nos collègues non-
membres de la zone - de vivre dans une maison ouverte. En effet,
paradoxalement, même si je parle de confidentialité, la zone euro est
encore une maison ouverte. Pour l'instant, trois membres de la famille
ont décidé de vivre en dehors de cette maison mais cela arrive dans
les meilleures familles! Les pièces sont là! Il suffit d'un "oui" pour faire
partie de la zone euro. Il est donc utile de laisser, pendant quelques
années encore, la possibilité à la Grande-Bretagne, à la Suède et au
Danemark d'entrer et de participer. Dans ce contexte, j'ai veillé
pendant un an à ce que ces pays soient toujours associés à la
préparation et au travail de l'Eurogroupe, et ce même à l'occasion de
la réunion qui a suivi le 11 septembre, vu les thèmes particuliers qui
étaient abordés.
Nous devons continuer dans cette voie et encourager le renforcement
du dialogue interne à la zone monétaire, notamment parce que l'on ne
peut pas partager la même monnaie sans avoir des débats
spécifiques.
Un autre point, c'est l'évolution plus formelle. A cet égard, la Belgique
doit adopter une position très claire. Au sein de l'Ecofin, il faudra faire
eveneens kunnen bijdragen tot
een sterkere Commissie. In de
ECB beslist de politiek over de
benoemingen. De politiek moet in
deze vooral een grotere informele
rol krijgen.
Wij zullen in het kader van de
voorbereiding van de Europese
Raad van Barcelona nog de
gelegenheid hebben om hierop
terug te komen.
CRIV 50
COM 649
05/02/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
évoluer le débat sur plusieurs éléments. Le premier, qui était déjà en
discussion à Nice et qui reviendra à l'ordre du jour, c'est la technique
de décision. Nous sommes favorables - et nous avons pu faire
progresser le dossier en ce sens à la coopération renforcée. Certes,
il faudra peut-être encore un peu simplifier la manière d'ouvrir une
coopération renforcée. Le pas suivant est évidemment celui de la
majorité qualifiée. Je peux vous confirmer qu'il m'a été possible de
faire adopter des accords politiques sur des directives en matière de
services financiers (ces décisions se prenant à la majorité qualifiée)
en remerciant un collègue y compris allemand ou britannique pour
ses oppositions mais en lui faisant remarquer que le texte était
adopté. Toutefois, il était beaucoup plus difficile d'avancer en matière
fiscale puisque là l'unanimité est requise.
L'élément suivant, c'est le rôle de la Commission. Nous devons
continuer de plaider pour un renforcement du rôle de la Commission
avec l'acceptation d'une procédure assez simple: les Etats sont là
pour définir des objectifs et puis, dans les matières de leur
compétence, pour les mettre en oeuvre. Cependant, ces mêmes Etats
doivent accepter que le rôle de gardienne des traités soit renforcé. Il
faut, par exemple, effectuer les comparaisons entre Etats européens -
c'est ce que nous allons faire la semaine prochaine sur le plan
budgétaire , les accepter mais accepter dès lors aussi les critiques,
les commentaires ou les demandes de remise en ordre par rapport
aux objectifs.
Il faut toujours préciser que les grandes orientations de politique
économique et les programmes de stabilité ne sont jamais imposés
par l'Europe. Il s'agit d'engagements pris par les Etats. Je suis donc
assez favorable à l'idée d'un renforcement de ces engagements à
prendre par les Etats mais d'un renforcement parallèle du rôle de la
Commission pour les faire appliquer. Je vous rappelle, pour autant
que cela s'avère nécessaire, que nous pouvons même défendre dans
la convention comme j'ai eu l'occasion de le dire à plusieurs
reprises à l'instar du premier ministre d'ailleurs l'idée de l'élection
directe du président de la Commission européenne au suffrage
universel. En effet, après l'introduction de l'euro, il nous faudra l'un ou
l'autre signe de cette nature pour renforcer la capacité de décision
politique au sein de l'Union, et pas uniquement dans le domaine
économique. C'est cet équilibre qu'il faut trouver.
Si je veux résumer, je dirais qu'à mes yeux, pendant quelque temps
encore, nous allons devoir renforcer une structure partiellement
informelle de gestion de la zone monétaire avec un contre-poids
politique au rôle majeur de la Banque centrale en termes de politique
monétaire.
Petite parenthèse, monsieur le président, car nous y reviendrons sans
doute dans les prochains mois. Je rappelle que cette indépendance
est notamment liée au fait que les nominations au sein de la Banque
sont décidées par le politique. Depuis quelques semaines, on voit
apparaître une logique de cooptation interne qui n'est peut-être pas la
bonne voie à suivre pour garantir l'indépendance.
On prévoit donc:
- un renforcement de ce rôle informel pour collaborer dans un
dialogue avec la Banque centrale à la définition de la politique
monétaire et économique dans la zone;
05/02/2002
CRIV 50
COM 649
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
- un renforcement au sein de l'Ecofin de la capacité de définir des
objectifs en termes de politique économique, avec les conséquences
qui s'ensuivent dans d'autres domaines, notamment le domaine
social;
- un renforcement majeur du rôle de la Commission, et pourquoi pas
un jour à travers cette élection directe du président de la Commission.
Je pense que les règles de majorité qualifiée ou de coopération
renforcée ne suffiront pas si on n'y ajoute pas un rôle plus important
de la Commission au sein de la structure européenne.
Je m'adresse ici aux deux présidents présents dans la salle. C'est un
thème sur lequel nous pourrions revenir en préparation du Conseil
européen de Barcelone. L'ordre du jour de ce Conseil comportera un
certain nombre de matières importantes dans le domaine économique
et social. En parallèle de cette réunion, l'Eurogroupe développera un
certain nombre de propositions concrètes.
04.03 Olivier Maingain (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je
remercie le ministre des appréciations très précises qu'il apporte
quant à l'évolution des institutions européennes en rapport avec les
missions économiques et monétaires. Les deux grands défis
consistent à mieux agencer l'Eurogroupe et l'Ecofin. Le ministre a
clairement préconisé la méthode à suivre à cet égard.
Si le politique veut garder la primauté dans le débat économique et
monétaire, il doit s'imposer une méthodologie, une méthode de
décision rigoureuse. Cela lui permettra de justifier sa primauté vis-à-
vis de la Banque centrale européenne. On sait que l'autre grand débat
qui se profile est de savoir ce que deviendra à terme cette Banque
centrale européenne et quel sera son rôle. Ses missions devront
peut-être être revues. Il faudra aussi déterminer si sa première
préoccupation doit être uniquement la lutte contre l'inflation ou s'il faut
tenir compte d'autres objectifs macroéconomiques.
Nous y reviendrons puisque nous aurons le plaisir de poursuivre ce
débat essentiel en commission. Je félicite le ministre des initiatives
qu'il a prises pour faire mûrir ce débat.
04.03 Olivier Maingain (PRL
FDF MCC): Met genoegen
verneem ik dat een evolutie van de
Ecofin-raad in het vooruitzicht
wordt gesteld, en dat Ecofin-raad
en Eurogroep beter op elkaar
afgestemd zullen worden.
De politiek moet een efficiënte
besluitvormingsmethode
uitwerken, ook als het over de
hegemonie van de politiek over de
ECB gaat.
Ik prijs u wegens uw initiatief om
dat debat te doen rijpen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 10.55 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.55 uur.