KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 640
CRIV 50 COM 640
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
woensdag mercredi
23-01-2002 23-01-2002
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE


































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de voortzetting van het project
'even bijtanken' ­ verkeerseducatie voor senioren"
(nr. 5923)
1
Question de M. Peter Vanvelthoven à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la poursuite du projet 'even
bijtanken' ­ éducation à la sécurité routière pour
les séniors" (n° 5923)
1
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Landsverdediging over "het bekomen van een
zeestrijderskaart" (nr. 6073)
4
Question de M. Luc Goutry au ministre de la
Défense sur "l'obtention d'une carte des états de
service de guerre du combattant marin" (n° 6073)
4
Sprekers: Luc Goutry, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Luc Goutry, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het afschaffen van sommige
Beneluxtreinen" (nr. 6080)
5
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la suppression de certains trains
Benelux" (n° 6080)
5
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het uitblijven van de maatregelen
ten aanzien van de jonge piloten en leerling-
piloten" (nr. 1088)
7
Interpellation de Mme Simonne Creyf à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'absence de mesures à l'égard
des jeunes pilotes et des élèves pilotes" (n° 1088)
7
Sprekers: Simonne Creyf, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Simonne Creyf, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Moties
13
Motions
13
Sprekers:
Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer,
Simonne Creyf, Jan Mortelmans
Orateurs: Isabelle Durant, vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports, Simonne Creyf, Jan Mortelmans
Vraag van de heer Daan Schalck aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "een gereserveerde rijstrook voor
openbaar vervoer en wagens met meer dan drie
inzittenden" (nr. 6155)
14
Question de M. Daan Schalck à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "une bande de circulation réservée
aux transports publics et aux véhicules
transportant plus de trois occupants" (n° 6155)
14
Sprekers: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Daan Schalck aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de kortingen gegeven door de
NMBS ten voordele van grote gezinnen"
(nr. 6156)
15
Question de M. Daan Schalck à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les réductions accordées par la
SNCB aux familles nombreuses" (n° 6156)
15
Sprekers: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de Short Sea Shipping" (nr. 6168)
18
Question de M. Karel Van Hoorebeke à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le Short Sea Shipping" (n° 6168)
18
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
WOENSDAG
23
JANUARI
2002
14:00 uur
______
du
MERCREDI
23
JANVIER
2002
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.11 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.11 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de voortzetting van het project 'even bijtanken' ­ verkeerseducatie voor senioren"
(nr. 5923)
01 Question de M. Peter Vanvelthoven à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la poursuite du projet 'even bijtanken' ­ éducation à la sécurité routière pour les
séniors" (n° 5923)
01.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, mijn vraag is al herhaaldelijk in deze commissie aan bod
gekomen en betreft de voortzetting van het project `even bijtanken'-
verkeerseducatie voor senioren. Dat project is een zevental jaar
geleden lokaal gegroeid en heeft navolging gekregen in een aantal
gemeenten. In 1998 heeft staatssecretaris Peeters eenmalig centen
vrijgemaakt om dat project zowel in Vlaanderen als Wallonië op
grotere schaal te organiseren.

In een persconferentie aan het begin van de huidige legislatuur hebt u
aangekondigd dat u het initiatief erg genegen was en dat u het nodige
zou doen om het voort te zetten. Op het Vlaamse niveau werden de
cursussen in 1998 gegeven. De Federatie Beroepsrijscholen België
moest er een eindverslag van maken. Dat verslag moest op
31 oktober 1999 in uw bezit zijn. Op het Franstalige niveau werden de
cursussen in 1999 gegeven. Het eindverslag moest op
28 februari 2000 in uw bezit zijn. De eindverslagen hebben wat op
zich laten wachten. Dat blijkt ook uit het antwoord op mijn vorige
vragen.

Begin 2001 vernam ik van u dat beide evaluaties voltooid waren en
dat ze door uw diensten zouden worden bestudeerd. U zou ook
verdere besprekingen voeren. Ik citeer: "In de komende maanden, zal
ik, samen met alle betrokken partners in verkeersveiligheid,
onderzoeken welke formule zou kunnen worden toegepast opdat
progressief en eventueel over meerdere jaren gespreid dergelijke
cursussen zouden kunnen plaatsvinden."

Ik heb toen uw redenering gevolgd dat de federale overheid er niet
01.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Les cours Even Bijtanken
ont obtenu un franc succès. La
ministre a déclaré vouloir faire le
nécessaire pour poursuivre cette
initiative.

Des cours d'éducation à la
sécurité routière pour les seniors
ont été donnés en Flandre en
1998. En 1999, ce fut au tour de la
Wallonie. Les rapports finaux
devaient être en possession du
ministre compétent, l'un le 31
octobre 1999, l'autre le 28 février
2000. Début 2001, la ministre a
laissé entendre que ces rapports
allaient faire l'objet d'un examen
approfondi de la part de ses
services et de la FAB.

La ministre comptait examiner la
meilleure formule à mettre en
oeuvre et entamer une
concertation avec le secteur.

Respectivement plus de trois ans
et deux ans après, selon la partie
du pays concernée, les nouveaux
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
noodzakelijk middelen voor zou blijven vrijmaken. In het begin, toen
het nog ging om lokale initiatieven, moesten de deelnemers een
inschrijvingssom van 500 Belgische frank betalen. Op een bepaald
ogenblik besloten de verzekeringsmaatschappijen, die ook belang-
hebbenden zijn in deze materie, het bedrag terug te betalen na
voorlegging van een attest dat de senioren de rijlessen hadden
gevolgd. Ik denk in dezelfde richting als uw toenmalige antwoord.

Mevrouw de minister, de laatste cursussen werden, afhankelijk van
het landsgedeelte, twee of drie jaar geleden gegeven. U hebt
herhaaldelijk aangekondigd dat u het project in overleg met de
verschillende actoren op het vlak van de verkeersveiligheid verder zou
zetten. Vandaag stel ik een derde keer een vraag in dit verband.
Derde keer goede keer, zegt het spreekwoord. Ik hoop dat ik vandaag
een positief antwoord mag ontvangen. Zijn de gesprekken met de
betrokken partners inmiddels achter de rug? Wat hebben die
opgeleverd? Mogen wij binnenkort nieuws over het project
verwachten?

Wij bevinden ons anderhalf jaar voor het einde van de legislatuur.
Indien u meent dat er in deze legislatuur nog moet worden nagedacht
over een voortzetting van het project, dan wordt het dringend tijd.
projets se font toujours attendre.
Je crains donc que l'initiative ne
soit condamnée à mourir de sa
belle mort.

Où en sont les discussions avec le
secteur? Quel résultat ont-elles
donné? Quand peut-on espérer de
nouvelles initiatives?

01.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zal niet terugkomen op de initiatieven die mijn voorganger heeft
genomen. U bent daarvan waarschijnlijk beter op de hoogte dan
ikzelf. Ik had en heb nog steeds de bedoeling dit initiatief voort te
zetten, aangezien het kan bijdragen tot een meer preventief rijgedrag
bij senioren. Ik kom daar dus niet op terug, aangezien wij akkoord
gaan over de uiteengezette argumenten.

Ik heb aan de BIVV de opdracht gegeven een studie te maken over
de coördinatie van de huidige acties inzake bijscholing en cursussen
voor senioren. Ik wacht nog op enkele elementen die verband houden
met de problematiek inzake permanente educatie, consultatieve
raden, verenigingen en zo meer. Ik kan u nu reeds verzekeren dat,
hoewel ik u nog geen definitief antwoord kan geven over de toekomst
van deze cursus, zowel mijn kabinet als het BIVV in 2002 voldoende
budgetten hebben vrijgemaakt voor verkeersveiligheid, waardoor de
financiering van dit initiatief kan worden gewaarborgd.

Er moet ook nog een klein onderzoek worden verricht over de
financiering, de voortzetting ­ op een structurele manier ­ van dit
experiment. Ik denk hierbij onder meer aan de opdeling in
verschillende modules.

Ik pleit alleszins voor de vrijwaring van de sterke punten van dit
initiatief, waarbij ik wil opmerken dat het bestaan van negatieve
elementen nog moet bewezen worden.
01.02 Isabelle Durant, ministre:
Je continue à soutenir l'initiative
Even Bijtanken. L'IBSR y joue un
rôle de coordination. J'attends
plusieurs avis relatifs au recyclage
préventif des seniors en matière
de conduite automobile. Le
financement est inscrit au budget
de la sécurité routière de 2002.
Lorsque nous aurons reçu les
avis, nous tenterons de mettre sur
pied un cadre structurel pour cette
formation.

01.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Het is wel jammer dat u in het vage blijft. Het is
drie jaar geleden dat in Vlaanderen voor het laatst verkeerslessen
werden gegeven. In Wallonië dateren de laatste verkeerslessen van
voor twee jaar. Al die tijd werden er dus geen verkeerslessen meer
gegeven. U hebt gewacht op de adviezen van de beroepsfederatie.
Deze zijn al meer dan een jaar binnen en vandaag zegt u dat u nog
moet wachten op een aantal elementen en adviezen, onder meer een
01.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Je regrette que la ministre
reste dans le flou. Cela fait des
années que cette formation n'est
plus dispensée. Or, on attend
toujours des avis et des études.
Les seniors sont les premiers à
voir leurs compagnies
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
klein onderzoek inzake de financiering van het project. Het gaat
allemaal bijzonder traag.

De enige troost die u ons brengt is dat er in 2002 iets op stapel zou
liggen, maar als die adviezen en dat klein onderzoek over een paar
maanden nog altijd niet rond zijn, dan vrees ik het ergste voor de
senioren die zo enthousiast waren en zo massaal hebben
deelgenomen aan die cursussen. Wij hebben ze ondertussen drie of
vier jaar lang in de kou laten staan, hoewel zij behoren tot een
categorie van verkeersgebruikers waarvan de verzekeringspolis het
eerst kan worden opgezegd omdat de houders van deze polissen een
risicofactor vormen in het verkeer. Het is belangrijk dat de senioren de
gelegenheid krijgen verkeerseducatie te volgen, zodat zij zich kunnen
bijscholen en zodat zij zich met meer vertrouwen in het verkeer
begeven en minder risico's creëren. Ik zou u dus willen vragen,
mevrouw de minister, de komende weken en maanden ernstig werk
te maken van dit dossier, opdat dit schitterend project in 2002 kan
worden voortgezet.
d'assurances résilier leur contrat.
Nous devons donc leur offrir cette
chance.
01.04 Minister Isabelle Durant: Mijnheer Vanvelthoven, de regering
heeft een beslissing genomen over het principe van het invoeren van
een rijbewijs in stappen. Ik hoop dat, wanneer wij in de staten-
generaal zullen gaan discussiëren over het rijbewijs in stappen, wij
dan ook een beslissing kunnen gaan nemen over de budgettaire
aanpak van de cursussen voor senioren.

Er bestaan nu al opleidingscentra die aan senioren en aan andere
categorieën bestuurders cursussen geven ­ inzake defensief sturen
en dergelijke ­ cursussen die niet verplicht zijn. Wij hebben al beslist
dat die centra geaggregeerd moeten worden aan de hand van
bepaalde criteria. Dat geeft hen de zekerheid dat ze voort kunnen
werken.

Samengevat, we zullen tijdens de Staten-Generaal de problematiek
van de vorming bespreken, maar we zullen het ook hebben over
bestaande initiatieven voor senioren, voor jongeren, of voor andere
categorieën bestuurders die een specifieke vrijwillige opleiding willen
volgen. Ik wil dat het hele pakket van regels inzake opleidingen
opnieuw bekeken wordt. Ik wil de bestaande initiatieven ook in een
structuur gieten. Ik acht het moment daarvoor geschikt, temeer daar
de betrokkenen daarvoor vragende partij zijn. Ik hoop dat we in de
loop van het jaar, misschien nog voor de zomer, over het hele pakket
van opleidingen, verplichte en vrijwillige, een globaal akkoord kunnen
bereiken, alsook over de budgettaire weerslag van al deze
opleidingen.
01.04 Isabelle Durant, ministre:
Nous avons introduit le principe du
permis par étapes, mais nous
devons encore lui donner un
contenu. J'espère que nous
pourrons prendre en même temps
une décision à propos de ces
cours. Il existe par ailleurs des
centres qui donnent également
cours aux seniors. Nous devons
fixer des critères afin de structurer
ces initiatives.

01.05 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik zal
proberen om in minder dan dertig seconden te repliceren.

Mevrouw de minister, de problematiek is inderdaad ruimer dan alleen
de rijopleiding voor senioren. Ik hoop enkel dat het rijbewijs met
stappen er vlug komt, ook al blijft het wat langer uit dan u gepland
had.
01.05 Peter Vanvelthoven
(SP.A): J'espère que si le permis
de conduire par étapes n'entre pas
en vigueur tout de suite, cela
n'empêchera pas la reprise plus
rapide des cours.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De vraag nr. 6017 van de heer Jean-Pierre Grafé wordt naar een latere datum verschoven.
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Landsverdediging over "het bekomen van een
zeestrijderskaart" (nr. 6073)
02 Question de M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur "l'obtention d'une carte des états de
service de guerre du combattant marin" (n° 6073)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer.)
(La réponse sera fournie par la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports.)
02.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil me
verontschuldigen omdat ik de behandeling van mijn vraag meer dan
eens heb moeten laten uitstellen wegens het samenvallen ervan met
andere commissiewerkzaamheden.

Mevrouw de minister, collega's, "zeestrijderskaart" klinkt misschien
eigenaardig, maar het betreft hier eigenlijk een strijd die al gestreden
is. Het gaat om vissers die tijdens de tweede wereldoorlog gevaren
hebben in opdracht van de Navy, van de koopvaardij, of die hebben
meegewerkt aan de landing in Normandië, of aan andere
oorlogsoperaties op zee. Vroeger konden de betrokkenen een soort
zeestrijderskaart aanvragen, naar analogie met personen die het
statuut van dienstweigeraar of weggevoerde konden aanvragen
omdat ze op een of andere manier de vijand hadden tegengewerkt.
De mensen die als dienstweigeraar of als weggevoerde erkend zijn,
hebben een speciaal statuut dat hen hoofdzakelijk twee voordelen
biedt. Ten eerste, zij kunnen in bepaalde gevallen een vergoeding
krijgen. En ten tweede, wat belangrijker is, zij kunnen een beroep
doen op een vorm van kosteloze geneeskundige verzorging.

Sommige van de mensen die voldoen aan de voorwaarden om een
zeestrijderskaart te krijgen, hebben die kaart inderdaad vroeger al
aangevraagd. Er blijken echter ook nogal wat mensen te zijn die toen
niet op de hoogte waren van het systeem, of die omdat ze nog jong
waren zich daar niet om bekommerden. Nu ze ouder zijn en
geconfronteerd worden met medische kosten, beginnen die mensen
zich vragen te stellen of ze niet vooralsnog, na het voorleggen van
bewijsstukken, in aanmerking kunnen komen voor een
zeestrijderskaart.

Ik beroep me voor mijn vraag op een wet die naar ik meen in 1995
werd goedgekeurd door het Parlement, waarbij aan weggevoerden en
werkweigeraars een tweede kans werd gegeven. Wie eerder nog
geen aanvraag had gedaan, kon dankzij de nieuwe wet alsnog een
tweede kans krijgen. De betrokken dossiers zijn trouwens nog steeds
in behandeling.

Mevrouw de minister, mijn vragen zijn duidelijk. Kunnen mensen die
eerder de kans gemist hebben om een zeestrijderskaart aan te
vragen, alsnog aanspraak maken op het systeem? Bent u bereid
desnoods een wetgevend initiatief te lanceren zodat zij nog een
aanvraag kunnen indienen? Of bestaat er een eenvoudiger procedure
waarop ze een beroep kunnen doen?
02.01 Luc Goutry (CD&V): Les
pêcheurs qui, pendant la Seconde
Guerre mondiale, ont été au
service de la Navy, de la marine
marchande ou qui ont collaboré à
des opérations de débarquement
ou autres, ont pu demander une
carte des états de service de
guerre du combattant marin. Une
telle carte donne droit à la gratuité
des soins médicaux dans le cadre
de l'Institut national des invalides
de guerre, anciens combattants et
victimes de guerre. De nombreux
pêcheurs ont obtenu cette carte.
D'autres n'ont pas introduit de
demande ou n'ont jamais reçu de
réponse.

De nombreux pêcheurs de
l'époque ont maintenant plus de
75 ans et ont besoin de soins
médicaux onéreux en raison de
leur maladie. Dans ce contexte,
les personnes satisfaisant aux
conditions et étant en mesure de
le prouver peuvent-elles encore
demander cette carte?

Vers 1995, une loi a offert aux
réfractaires une seconde chance
d'obtenir certaines indemnités.

02.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
personen die voldoen aan de voorwaarden van het koninklijk besluit
van januari 1968, maar nog niet beschikken over een kaart met
opgave van hun oorlogsdiensten als zeestrijder tijdens de periode
1940-1945, kunnen zich wenden tot het Bestuur van Maritieme Zaken
02.02 Isabelle Durant, ministre:
Les personnes qui remplissent les
conditions de l'arrêté royal du 24
janvier 1968 mais qui n'ont pas
encore de carte mentionnant leurs
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
en Scheepvaart, Dienst Schepenbeheer, Maritiemhuis in de
Olijftakstraat in Antwerpen. Er zal een verklaring worden opgesteld,
waaruit blijkt dat de titel van zeestrijder wordt verleend in uitvoering
van het koninklijk besluit van januari 1968, houdende het statuut van
de nationale erkentelijkheid ten gunste van de Belgische zeelieden,
die tijdens de oorlog van 1940-1945 in de Belgische Koopvaardij
hebben gevaren. Ik kan u de precieze gegevens verstrekken opdat
die mensen alsnog de nodige stappen zouden kunnen zetten.
états de service de combattant
marin 1940-1945 peuvent
s'adresser à l'administration des
Affaires maritimes et de la
navigation dont les fonctionnaires
compétents rédigeront à leur
intention une déclaration stipulant
que le statut de combattant marin
leur est octroyé en exécution de
l'arrêté royal précité.
02.03 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal het even
samenvatten om te toetsen of ik het wel heb begrepen. Alle mensen
die vooralsnog denken voor de titel in aanmerking te komen en
daartoe over bewijsstukken menen te beschikken, kunnen nog altijd,
binnen de huidige wetgeving, hun dossier laten openen en, indien zij
aan de voorwaarden voldoen, van de rechten genieten die gelden
krachtens de wet van 1968.
02.03 Luc Goutry (CD&V): Donc,
les personnes qui pensent remplir
ces conditions peuvent encore
constituer un dossier et exercer
éventuellement leurs droits.
02.04 Minister Isabelle Durant: Dat klopt.
02.04 Isabelle Durant, ministre:
C'est ça.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het afschaffen van sommige Beneluxtreinen" (nr. 6080)
03 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la suppression de certains trains Benelux" (n° 6080)
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb vastgesteld dat de Nederlandse Spoorwegen tijdens
de periode van 5, 6 en 7 januari op Teletekst aankondigden dat er
slechts een op twee Beneluxtreinen, met name de IC-trein Brussel-
Amsterdam, zou rijden als gevolg van materieeluitval. Ik weet echter
niet of dit enkel gold voor deze periode. Bij het nakijken op de website
van de NMBS, VRT-Teletekst en de radio, werd hierover echter geen
gewag gemaakt.

Is de NMBS op de hoogte van het feit dat er in Nederland op die data
slechts een op twee Benelux-treinen hebben gereden? Wat was de
precieze oorzaak hiervan? Heeft de NMBS de afgeschafte ritten in
Nederland ook afgeschaft op het Belgische grondgebied? Zo neen,
hoe hebben die treinen dan gereden? Indien er wel een wijziging is
geweest, hoe heeft de NMBS de reizigers dan op de hoogte gebracht
van deze storingen? Welke alternatieven heeft de NMBS de reizigers
naar Nederland aangeboden? Waren de reizigers in de mogelijkheid
om met hun gewoon treinticket ook gebruik te maken van de Thalys-
treinen? Hoe vaak is dergelijke situatie reeds in het verleden met de
Benelux-treinen voorgevallen?
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Les chemins de fer néerlandais
ont fait savoir via le télétexte des
chaînes de télévision hollandaises
qu'au cours du week-end du 5
janvier 2002, seul un train Benelux
sur deux roulerait en raison "d'un
problème matériel". La SNCB, par
contre, n'a diffusé aucun
communiqué à ce propos.

La SNCB est-elle informée de
cette affaire? Quelle en est la
cause? Les liaisons supprimées
aux Pays-Bas ont-elles également
été supprimées chez nous? Quel
trajet ces trains empruntaient-ils?
Leurs passagers habituels ont-ils
été informés? Les voyageurs se
rendant aux Pays-Bas se sont-ils
vu offrir des solutions de
rechange? Des problèmes de
cette nature se sont-ils déjà posés
dans le passé?
03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, door
toedoen van een belangrijke immobilisatie van de locomotieven van
het type 11, beslisten de Nederlandse Spoorwegen en de NMBS, in
03.02 Isabelle Durant, ministre:
Les chemins de fer néerlandais et
la SNCB ont décidé de prévoir un
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
de loop van vrijdag 4 januari 2002, om een alternatieve treindienst
ICB ­ een op twee Beneluxtreinen - in te zetten vanaf zaterdag 5
januari tot en met maandag 7 januari 2002. Aldus kon er elke twee
uur een rechtstreekse verbinding van Brussel tot Amsterdam
behouden blijven, terwijl elk net op de andere rijpaden, met eigen
binnenlands materieel, de treindienst met overstap in Roosendaal
organiseerde. Op 7 januari kon men weer van start gaan met de
normale Benelux-treindienst. In enkele gevallen kon de uitgewerkte
regeling niet volledig worden toegepast bij gebrek aan
vervangingsmaterieel en personeel, om een trein in te leggen tussen
Antwerpen en Roosendaal, of omgekeerd. In die gevallen diende de
klanten gebruik te maken van een stoptrein of van de volgende
Benelux-trein. De klanten werden in de stations steeds punctueel
ingelicht met informatie over de regeling die voor hen het meest
geschikt was. In het algemeen, in het verleden of zelfs in de toekomst,
werd door de NMBS steeds naar een alternatief gezocht bij dergelijke
probleemsituaties.

In het verleden werd door de NMBS steeds voor een alternatief
gezorgd wanneer problemen met stiptheid leidden tot het schrappen
van één enkele trein. In de toekomst zal dat ook gebeuren.
service de substitution à partir du
samedi 5 janvier 2001 jusqu'au
lundi 7 janvier 2001 inclus. C'est
ainsi qu'une liaison directe a pu
être assurée toutes les deux
heures. Sur les autres trajets,
chaque compagnie a assuré ce
service avec du matériel lui
appartenant en propre en
prévoyant une correspondance à
Roosendaal. Le 7 janvier, le
service Benelux a quasiment pu
reprendre normalement. Il n'a pu
être assuré une ou deux fois.
Dans ces cas-là, les passagers
ont dû utiliser un omnibus ou
prendre le train Benelux suivant.

Les voyageurs ont été informés en
temps opportun dans les gares de
l'horaire du train qu'ils devaient
prendre.

Quand un train est supprimé, on
offre systématiquement une
solution de rechange aux
voyageurs.
03.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, de NMBS
heeft haar reizigers buiten de stations daar blijkbaar niet van op de
hoogte gebracht. Wij hebben het wel vaker meegemaakt dat de
NMBS ervan uitgaat dat de reiziger het maar normaal moet vinden dat
hij een uur op de volgende trein moet wachten. Bij de Nederlandse
spoorwegen staat heel concreet uitgelegd wat er te gebeuren staat. Ik
stel vast dat de NMBS op het ogenblik van de storing daarvan geen
melding heeft gemaakt.

Ik wou ook nog iets kwijt over de Thalys. Heeft men in dit geval
verteld of het ticket mocht worden gebruikt op de Thalys?
03.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
La SNCB n'en a pas informé ses
usagers. Aux Pays-Bas,
l'information passe beaucoup
mieux.

Le billet de remplacement peut-il
être utilisé sur le Thalys?
03.04 Minister Isabelle Durant: De NMBS heeft geen info over dit
punt verstrekt. Over dit geval zegt men mij dat de reizigers een
alternatief hebben gekregen. U zegt dat dat niet helemaal het geval is
en dat het beter is georganiseerd bij de Nederlands spoorwegen. Het
is altijd hetzelfde liedje. De volledige en duidelijke
informatieverstrekking, zelfs bij een klein probleem, is in het
algemeen een moeilijk punt. Ik hoop dat wij dat in het kader van het
derde beheerscontract kunnen verbeteren.
03.04 Isabelle Durant, ministre:
L'information correcte demeure un
point délicat que nous espérons
améliorer dans le troisième contrat
de gestion.
03.05 De voorzitter: Mevrouw Brepoels, in sommige gevallen kunt u
zelfs een taxi nemen op kosten van de NMBS. Ik verwijs in dit
verband naar het Bulletin van Vragen en Antwoorden voor het
antwoord van de vice-eerste minister op een vraag die ik heb gesteld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.06 De voorzitter: Daar de heer Jean-Jacques Viseur niet
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
aanwezig is, wordt zijn vraag nr. 6212 als ingetrokken beschouwd. De
interpellatie nr. 1069 van de heer Yves Leterme wordt ingetrokken en
vervangen door de interpellatie nr. 1088 van mevrouw Simonne Creyf.
04 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het uitblijven van de maatregelen ten aanzien van de jonge piloten en leerling-piloten"
(nr. 1088)
04 Interpellation de Mme Simonne Creyf à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'absence de mesures à l'égard des jeunes pilotes et des élèves pilotes" (n° 1088)
04.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, naar aanleiding van het bankroet van Sabena zou
ik de aandacht willen vragen voor twee categorieën van slachtoffers.
Zij kwamen misschien iets minder in beeld, maar de situatie is voor
hen problematisch tot dramatisch op professioneel, sociaal en
financieel vlak. Ik heb het over de jonge piloten en meer in het
bijzonder de leerling-piloten die aan het afstuderen zijn. Heel concreet
gaat het om de negende promotie van de Sabena Flight Academy.
Aan beide groepen zijn beloftes gedaan.

Mevrouw de minister, de Ministerraad besliste op 11 november 2001
om een aantal maatregelen te nemen om het behoud van de
kwalificaties te vergemakkelijken voor piloten die ten gevolge van het
faillissement hun baan hadden verloren en ook om de
toekomstperspectieven van jonge piloten die aan het afstuderen zijn,
te vergemakkelijken. Zo was er sprake van het beperken van de
kosten voor het hernieuwen van typekwalificaties via het betalen van
instructeurs en examinatoren, op wie piloten zonder arbeidscontract
een beroep konden doen. Er was ook sprake van goedkope tarieven
voor de huur van vluchtsimulators. Er was sprake van de mogelijkheid
tot het afleggen van de noodzakelijke examenvlucht in een
vluchtsimulator voor de vernieuwing van de kwalificaties, die nodig is
bij een jaar werkloosheid.

Voor jonge piloten, die hun volledige opleiding in het Belgische
systeem hebben gevolgd, maar die nog niet aan de voorwaarden
voldoen om die opleiding te laten gelden in het pan-Europese
systeem omdat ze niet over het nodige aantal vluchturen beschikken,
deed de regering ook voorstellen. De Luchtmacht zou, uiteraard op
vrijwillige basis en mits een bijkomende opleiding, een aantal van de
betrokken piloten willen opnemen. Ook de minister van Mobiliteit en
Vervoer zou het koninklijk besluit wijzigen dat de licenties van piloten
regelt zodat de uiterste datum voor het omzetten van Belgische
licenties in Europese licenties met vier jaar wordt uitgesteld.

Mevrouw de minister, ik zou heel concreet willen vragen welke van
deze maatregelen reeds worden uitgevoerd. In welke budgetten werd
hiervoor voorzien en op welke begroting?

Ik kom nu bij het belangrijkste deel van mijn interpellatie.

Mevrouw de minister, ik vraag voorts uw aandacht voor de jonge
piloten die nu aan het afstuderen zijn, inzonderheid de negende
promotie Sabena Flight Academy. Die jongens en meisjes zijn in 1998
aan hun opleiding begonnen. Zoals u weet, bestaat de opleiding uit
drie fazen. Tijdens de eerste fase krijgen ze theorielessen in
Steenokkerzeel. De tweede fase bestaat uit een praktijkopleiding in
Arizona. Tijdens de derde fase komen het MCC en de type rating aan
04.01 Simonne Creyf (CD&V):
Je voudrais que l'on s'intéresse à
deux catégories de victimes de la
faillite de la Sabena : les jeunes
pilotes et les élèves pilotes qui
terminent leurs études.

Le Conseil des ministres a décidé,
le 11 novembre 2001, de prendre
un certain nombre de mesures
facilitant le maintien de la
qualification et créant des
perspectives d'avenir pour les
jeunes pilotes. Un certain nombre
de propositions ont été formulées.
La force aérienne devrait intégrer
un certain nombre de pilotes et
l'arrêté royal réglementant la
licence devrait être adapté.

Quelles mesures ont-elles déjà été
mises en oeuvre? Quels montants
a-t-on dégagés à cet effet? Sur
quel budget?

Le gouvernement s'est engagé à
prendre des mesures
supplémentaires en faveur des
élèves pilotes de la Sabena Flight
Academy
. Ceux-ci ont contracté
des emprunts importants. Si, pour
ceux qui travaillent, cela ne pose
pas de problème grave, les
élèves de la neuvième promotion,
en revanche, sont toujours en
pleine formation et ne travaillent
donc pas encore. Concrètement,
cela signifie qu'ils ont toutes les
peines du monde à rembourser
leur emprunt, sans pouvoir, par
ailleurs, bénéficier des mesures
sociales.

En Belgique, on travaille encore
avec des licences belges.
Cependant, à partir de 2005, en
Europe, les pilotes ne pourront
plus voler qu'avec des licences
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
bod. Dat behelst meer concreet de teambuilding in de cockpit en de
training op het vliegtuigtype dat de piloten later zullen besturen. De
kostprijs van het geheel bedraagt ongeveer drieënhalf miljoen frank,
door de betrokkene volledig zelf te betalen. De meeste studenten
gaan hiervoor een tienjarige lening aan, met uitstel van terugbetaling
voor één jaar. De maandelijkse afbetalingen bedragen 20.000, 30.000
tot 40.000 frank. Voor wie werk heeft, is dat geen probleem. Dat is het
wel voor wie werkloos is en er geen uitzicht op heeft om als piloot aan
de slag te gaan. Dat is niet alleen dramatisch voor de betrokkene,
maar ook voor de familie.

De negende promotie ­ en zij alleen - bevindt zich in een heel aparte
en penibele situatie. Dat is niet het geval voor de achtste promotie,
omdat die reeds werknemer bij Sabena was, en evenmin voor de
tiende en de elfde promotie waarvoor reeds een aantal maatregelen
genomen zijn. Wat is nu specifiek aan de negende promotie? Ten
eerste, de studenten van de negende promotie zijn nog in opleiding
en zijn niet aan het werk. Zij kunnen dus ­ aldus de regering ­ geen
beroep doen op het sociale pakket voor de ex-Sabéniens. De vraag is
of dat niet mogelijk moet worden gemaakt. Zij hebben geen toegang
tot het sociaal pakket en kunnen ook niet begeleid worden door de
federale en regionale tewerkstellingscellen voor Sabena. Nochtans
kunnen de leden van de negende promotie worden beschouwd als
toekomstige werknemers. Zij stonden al meer dan een jaar op de
waiting list om als piloot aan de slag te kunnen bij ex-Sabena. Zij zijn
dus net uit de boot gevallen. Na de achtste promotie werd de weg
afgesneden, zodat de negende promotie geen toegang heeft tot het
sociale pakket.

Ten tweede, zij zijn nog in opleiding en hebben dus nog geen volledig
diploma. Ze moeten de derde fase, meer bepaald de multicrew
cockpit-opleiding en de type rating, nog financieren en doorlopen. De
kosten blijven oplopen. Ik denk aan alle investeringen nodig om de
eenmaal verworven skills te blijven onderhouden, de kosten voor het
jaarlijks medisch onderzoek, de kosten voor het weder geldig maken
van de licenties - om de zes maanden voor een Belgische licentie -,
de kosten voor de verzekering tegen verlies van licentie, de kosten
voor de vlieguren enzovoort.

Ten derde, de negende promotie is de laatste promotie met een
uitsluitend Belgische licentie. Zij zijn wel opgeleid met het oog op een
Europese licentie, maar hebben die Europese licentie niet ontvangen.
Zij hebben dus alleen een Belgische licentie. Vanaf 2005 gelden
alleen nog Europese licenties, volgens de voorwaarden van het pan-
Europese systeem, jar FCL. Wat betekent dat voor hen? Om een
Europese licentie te halen, moet een piloot 500 multipilot-vlieguren
kunnen bewijzen. Dat haalt een piloot nooit en kan hij nooit zelf
financieren als hij geen job heeft. De jonge piloten zitten in een
complete patsituatie. Als de 500 vlieguren niet worden gehaald, dreigt
bovendien heel de opleiding een maat voor niets geweest te zijn, want
de opleiding wordt niet goedgekeurd. Dat wil dus zeggen dat, wanneer
een jonge piloot er niet in slaagt die 500 vlieguren te verzamelen, hij
of zij nergens staat, ondanks de investering van drieënhalf miljoen
frank gedurende drie jaar.

Er wordt inderdaad gesproken van een patsituatie. U wil de termijn
voor het behalen van een Europese licentie verlengen met 4 jaar,
mevrouw de minister. U wil de periode verlengen tot 2009, dat hebt u
européennes. Pour pouvoir obtenir
cette licence européenne, il leur
faut effectuer 500 heures de vol
supplémentaires. La ministre s'est
dite prête à reporter de 4 ans
l'instauration des licences
européennes mais cela ne change
rien à l'impasse dans laquelle se
trouvent les élèves de la neuvième
promotion.

Les élèves pilotes devaient
d'abord commencer par s'inscrire
sur la liste d'attente de la Sabena.
Les élèves de la 9ème promotion y
sont inscrits depuis un an déjà.
Cette procédure était obligatoire
mais elle n'a plus de sens
aujourd'hui. Les pouvoirs publics
n'endossent-ils pas une certaine
part de responsabilité dans cette
affaire? Les élèves ne peuvent
apparemment pas être transférés
sur la liste d'attente de la DAT. Les
parents des jeunes pilotes se sont
regroupés et ont créé une
association. Ils ont proposé des
solutions, des promesses ont été
faites mais l'ensemble du dossier
est au point mort.

Quelle valeur le gouvernement
accorde-t-il à cette liste d'attente?
Les jeunes pilotes peuvent-ils
bénéficier du plan social? Des
mesures pourraient-elles être
prises afin qu'ils puissent
poursuivre leur formation?
Pourquoi nos jeunes pilotes sont-
ils systématiquement pénalisés à
l'étranger? Cette pratique serait
contraire à la législation
européenne mais elle est
courante. Les investissements
peuvent-ils enfin être considérés
sur le plan fiscal comme des frais
professionnels?

CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
beloofd. De verworvenheden wil u echter niet regulariseren en dat is
juist het probleem.

Ten vierde, is er het probleem van de waiting list. Leerling-piloten aan
de Sabena Flight Academy kunnen slechts aan de bak komen als
piloot bij Sabena via de waiting list, wat recht tegenover de direct entry
staat. De direct entry is bij Sabena alleen mogelijk voor buitenlandse
piloten. De leerlingen van de 9
de
promotie staan reeds meer dan een
jaar op de waiting list van Sabena. Het was en is een must om piloot
bij ex-Sabena te kunnen worden. Wat is nu de waarde van de waiting
list? U en de eerste minister hebben het, niet echt duidelijk weliswaar,
laten verstaan dat deze lijst eigenlijk waardeloos is. Ontstaat er voor
de overheid uit de waiting list niet een zekere morele en zelfs
juridische verantwoordelijkheid ten aanzien van de personen die op
deze lijst stonden vermeld? Men kan deze mensen en hun ouders wel
adviseren om naar de rechtbank te stappen, maar dan kunnen ze hun
huis verkopen en zijn ze 10 jaar ouder vooraleer ze een antwoord
krijgen. Men zou eventueel kunnen veronderstellen dat ze op de
waiting list van DAT terechtkunnen komen. Ook dat blijkt niet te
kunnen.

De leerlingen van de 9
de
promotie en vooral hun ouders hebben zich
verenigd en hebben contact opgenomen met u, met minister Daems,
met minister Onkelinx, met minister Vande Lanotte, met minister
Reynders en met het kabinet van de eerste minister. De ouders
hebben oplossingen voorgesteld, hen werden beloften gedaan, maar
nu valt alles weer stil. De kabinetten reageren niet meer en de
beloften werden niet nagekomen.

Welke waarde wordt door u en door de regering toegekend aan de
waiting list van ex-Sabena? Deze waiting list was immers de
exclusieve toegangspoort tot de aanwerving. Willen u en de regering
de jonge piloten van de 9
de
promotie, gezien hun statuut van
toekomstige werknemer bij de maatschappij en hun verworven positie
op de waiting list, aansluiten bij het sociale pakket dat werd uitgewerkt
voor het ex-Sabena-personeel? Worden er door u en door de
regering, ook voor de jonge werkloze piloten, bijzondere maatregelen
getroffen teneinde hun vergevorderde opleiding te kunnen beëindigen
en hun licenties te kunnen behouden? Waarom worden onze jonge
piloten in andere Europese lidstaten systematisch achtergesteld op
basis van hun in België verkregen licentie en dit door het inbouwen
van nationale voorwaarden in de vereisten tot het verkrijgen van de
nodige Europese licenties van de lidstaten? Het Bestuur der
Luchtvaart deelt ons terzake mee dat dit in strijd is met de Europese
wetgeving, hoewel het blijkbaar wel de realiteit is. Kunnen de meer
dan aanzienlijk investeringen eindelijk worden ingebracht als
beroepskosten en op deze manier tot een zeker fiscaal statuut leiden?
04.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw Creyf, ik zal uitleggen welke
initiatieven genomen zijn voor de piloten in het algemeen en voor de
jonge piloten in het bijzonder.

Op 21 december 2001 werd beslist een bedrag te reserveren voor het
uitbetalen van een toelage aan de werkloze piloten van de failliete
luchtvaartmaatschappijen, dit met het oog op de
hernieuwde
erkenning van hun bevoegdheidsverklaring. Omdat piloten die houder
zijn van een geldige bevoegdheidsverklaring een betere positie
hebben op de arbeidsmarkt, zal de regering eenmalig tussenkomen in
04.02 Isabelle Durant, ministre:
Le Conseil des ministres du 21
décembre 2001 a décidé de
réserver un montant destiné au
paiement d'une indemnité aux
pilotes qui se sont retrouvés au
chômage à la suite de la faillite de
leur compagnie aérienne afin de
renouveler et de maintenir leurs
qualifications. Le gouvernement
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
de kosten van de vluchtsimulators die de piloten moeten afhuren voor
het afleggen van hun periodieke bekwaamheidsproef. Zo kan de
geldigheid van hun bevoegdheidverklaring voor een bijkomend jaar
verlengd worden. De praktische modaliteiten van de bedoelde
tussenkomst worden momenteel nog uitgewerkt door mijn
departement.

Wat de groep van jonge piloten betreft, meer bepaald die waar de 9
de
promotie van de Sabena Flight Academy of SFA deel van uitmaakt,
kan ik u meedelen dat op 19 november 2001 een vergadering heeft
plaatsgehad op mijn kabinet. Mijn administratie en afgevaardigden
van die groep piloten hebben toen de problematiek besproken. Als
gevolg van dat gesprek werd op 30 november 2001 met mijn collega
van Landsverdediging overeengekomen dat de piloten die dat
wensen, opgenomen kunnen worden in het kader van het vliegend
personeel van de voormalige luchtmacht, na een aangepaste
opleiding. Met medewerking van de SFA werden alle betrokken
piloten hiervan op zeer korte termijn persoonlijk op de hoogte
gebracht. Voor de piloten van de 9
de
promotie gebeurde dat zelfs
binnen de 24 uur. Om een maximaal aantal kandidaten de
gelegenheid te geven, werd, bij uitzonderingsmaatregel, de uiterste
inschrijvingsdatum voor de eerste promotie van 2002 door de
luchtcomponent van de Belgische krijgsmacht verschoven naar eind
december 2001. Wij moeten helaas vaststellen dat de respons
vanwege de piloten heel miniem is.

Een tweede maatregel bestaat uit de verlenging van de periode
waarbinnen de Belgische vergunningen omgezet kunnen worden in
Europese vergunningen, te weten van 2005 tot 2009. De daartoe
nodige aanpassing van het koninklijk besluit van 10 januari 2000 is
momenteel in voorbereiding bij het Bestuur van de Luchtvaart.

Aan mijn collega van Financiën heb ik in juli 2001 gevraagd de
mogelijkheid te onderzoeken om de BTW-aanslagvoet van 21% - die
van toepassing is op de kosten van de pilotenopleidingen ­ terug te
brengen naar 6%. De administratie van Financiën onderzoekt
momenteel de zaak.

Wat een eventuele overheidstussenkomst in de kosten van de
opleiding zelf betreft, via subsidies, deel ik mee dat het hier niet om
een federale bevoegdheid gaat omdat het een
onderwijsaangelegenheid betreft. Ik weet wel dat op het niveau van
de gemeenschappen verschillende initiatieven worden voorbereid.

Men stelt inderdaad vast dat piloten met een Belgische
vliegvergunning moeilijkheden ondervinden die men als discriminatie
kan beschouwen wanneer zij in bepaalde lidstaten van de Europese
Unie werk zoeken. Het Bestuur der Luchtvaart heeft samen met de
BCA - de beroepsvereniging van Belgische piloten - en met de
overkoepelende European Cockpit Association of ECA, die
problematiek reeds een eerste maal aangekaart bij de Europese
Commissie op 20 december 2001.

Er werd overeengekomen dat de beroepsvereniging de
gedocumenteerde klachten van hun leden centraliseert zodat een op
concrete feiten gebaseerd dossier kan worden samengesteld op
grond waarvan de BCA een klacht bij de Europese Commissie kan
indienen. Ik zal deze klacht ondersteunen.
interviendra ainsi dans le coût des
simulateurs que les pilotes doivent
louer pour passer leurs tests
périodiques d'aptitude.

En ce qui concerne les jeunes
pilotes, dont ceux de la neuvième
promotion de la Sabena Flight
Academy
, il a été convenu le 30
novembre 2001 avec mon
collègue de la Défense qu'ils
pourraient être intégrés,
moyennant une formation
adaptée, dans le cadre des pilotes
de l'ancienne force aérienne. Pour
donner une chance au plus grand
nombre possible de pilotes, la date
de clôture des inscriptions a été
reportée à fin décembre 2001. Il
n'y a malheureusement pas eu
beaucoup de réactions.

Ensuite, la période pendant
laquelle les licences belges
peuvent être converties en
licences européennes a été
prolongée de 2005 à 2009. La
nécessaire modification de l'arrêté
royal du 10 janvier 2000 est
actuellement en préparation au
sein de l'administration de
l'Aéronautique. Il a été demandé le
9 juillet 2001 au ministre Didier
Reynders s'il était possible de
ramener à 6% le taux de TVA
applicable aux frais pour la
formation de pilote. Une
intervention publique, sous la
forme de subsides, dans les frais
de formation ne relève pas de la
compétence des autorités
fédérales. Les pilotes belges
éprouvent, en effet, des difficultés
lorsqu'ils cherchent du travail dans
d'autres Etats membres de l'Union
européenne. La Commission
européenne a été informée de ce
problème le 20 décembre 2001.

Un dossier sera constitué à partir
de faits concrets
; il servira à
étayer la plainte que va déposer,
avec mon soutien, la Belgian
Cockpit Association
auprès de la
Commission européenne.

Nous cherchons donc à apporter
une réponse au drame vécu par
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11

Ik vat de maatregelen samen. De federale overheid heeft beslist om
de tests in simulators voor elke piloot die het vraagt, te financieren.
Wij werken samen met de piloten om dit systeem op poten te stellen.
Wij overleggen met de gewesten hoe zij de trainingen kunnen
subsidiëren. Vrijdag zal ik op de vergadering van het overlegcomité
vragen welke inspanningen de gewesten kunnen en willen leveren. Ik
heb de reglementering gewijzigd waardoor simulatortests kunnen
volstaan. Dat is gemakkelijker te organiseren dan tests met reële
vluchten.

Dat is de belangrijkste uitwerking van de principiële beslissing van de
regering inzake de kwalificatie van de piloten in het algemeen. Daarbij
zijn sommige elementen voor de jonge piloten opgenomen. Ik weet
dat deze situatie voor hen een groot drama is. Ik heb de elementen
toegelicht en heb verklaard welke steun het federaal niveau kan
geven. Daarnaast heb ik gewezen op de vraag aan de gewesten om
deze mensen niet te laten vallen. Zij behoren tot een andere categorie
dan andere personeelsleden die bij het faillissement zijn betrokken.
Dat zijn de concrete elementen. Wij betalen de tests van de piloten.
les jeunes pilotes. Nous allons
payer les tests à l'ensemble des
pilotes.
04.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, in uw antwoord
hoor ik precies datgene wat de leerling-piloten en de ouders zo
wanhopig maakt.

U verwijst naar beslissingen van de Ministerraad. Iedereen kent die
beslissingen. Die zijn gepubliceerd, maar daar gaat het niet om. Ik
vraag niet wat de Ministerraad heeft beslist, maar wat daarvan in
uitvoering is. Wat hebben de betrokkenen daarvan al gezien? Op het
terrein is nog niets gebeurd.

In verband met de jonge leerling-piloten hebt u niet geantwoord op
mijn punctuele vragen over de waiting-list. Zullen zij voor het sociaal
pakket in aanmerking kunnen komen? U antwoordt niet op die
vragen. U resumeert uw antwoord. Mag ik het resumeren? De enige
maatregel die ten aanzien van de leerling-piloten is genomen, is het
feit dat zij ook naar Landsverdediging mogen overstappen. U zegt dat
de respons beperkt is, maar ik tel 18 kandidaten. Wie daarvoor kiest,
kiest voor een militaire carrière. Zij moeten de opleiding voor een
gedeelte herbeginnen en niets zegt dat deze personen ook zullen
slagen. Dat is de enige mogelijkheid. Zij kunnen vrij naar het leger
overstappen.

In de tweede plaats hebt u de periode van 2005 opgetrokken tot 2009.
Als men geen job heeft zijn die 500 vlieguren even moeilijk binnen vier
of zes jaar te realiseren. Men kan niet vliegen. Dat is de vicieuze cirkel
waarin die jongeren zijn terechtgekomen. Zij zitten in het laatste jaar
van de opleiding, maar om die opleiding te voltooien en een Europese
licentie te krijgen, hebben zij 500 vlieguren nodig. Zij kunnen die uren
nooit bijeenkrijgen, omdat zij niet kunnen vliegen, want zij kunnen
nergens aan de slag. Dit is een vicieuze cirkel. Dit is de patstelling die
mensen financieel wanhopig maakt. Sommige gezinnen zullen hun
huis moeten verkopen als er geen oplossing wordt gevonden. Dat zijn
serieuze aderlatingen voor de gezinnen, zelfs voor ouders van jonge
leerling-piloten.

Het is ook een serieuze aderlating voor ouders van jonge leerling-
piloten. Zij hebben niet één kind, maar twee of drie, voor wie zij ook
04.03 Simonne Creyf (CD&V):
La ministre se réfère à certaines
décisions prises par le Conseil des
ministres. J'aimerais savoir
lesquelles ont été mises en
oeuvre.

Les jeunes pilotes pourront-ils
prétendre au paquet de mesures
sociales? Dix-huit pilotes ont
décidé de franchir le pas et de
rejoindre la force aérienne. Ce
choix d'une carrière militaire n'est
pas évident
; les parents des
jeunes pilotes se trouvent dans
une impasse financière et l'armée
est un pis-aller.

La vice-première ministre dit
vouloir prendre des mesures, mais
pas à charge de son budget. Pour
l'instant, c'est le calme plat. Les
parents ne reçoivent plus de
réponse à leurs fax. Il ne s'agit
que des pilotes de la neuvième
promotion, soit quatre-vingts
jeunes pilotes. La seule solution
consisterait à les intégrer au
groupe pouvant prétendre au
paquet de mesures sociales. Le
gouvernement doit en outre
assumer ses responsabilités
morales et peut-être même
juridiques en matière de liste
d'attente.
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
moeten zorgen. Men zit dus zowel financieel als sociaal in een
patstelling. Men raakt daar niet uit. U zegt dan dat zij naar het leger
kunnen gaan. Ik denk dat zo een antwoord belachelijk is! Wat mij nog
het meest frustreert, is dat de ouders gesprekken hebben gehad met
de kabinetten van alle ministers. Er is aan die mensen uitzicht
gegeven op diverse oplossingen.

In een eerste fase wordt er door de regering beloofd. In een tweede
fase wordt de zwartepiet doorgeschoven van de ene minister naar de
andere. De premier zegt dat mevrouw Durant het moet oplossen met
haar eigen begroting. Minister Durant zegt dat ze het wel wil doen,
maar niet van haar eigen begroting. Ze wil dus bijkomende middelen.
Dat is de huidige situatie. Minister Reynders zegt dat hij wel fiscale
maatregelen wil nemen en dat het onderzocht wordt. Zo gaat dat
maar door. De ene verwijst naar de andere.

De betrokkenen blijven faxen en brieven sturen. Nu is het echter
windstil. Er wordt niet meer gereageerd. Op de laatste 200 faxen van
de ouders van de piloten is niet meer gereageerd. Dat is bijzonder
frustrerend voor die mensen.

Het gaat niet om alle opleidingen. Het gaat om die ene negende
promotie, die is afgesneden van de mogelijkheden die de vroegere
promoties hadden, en die niet de mogelijkheden zal krijgen die de
tiende en elfde promotie hebben gekregen. Het betreft ongeveer 80
personen. Als ik mij niet vergis, zijn er in 1998 125 met de opleiding
gestart. In de loop der jaren zijn er een aantal afgevallen. Het gaat om
80 jonge mensen die zich in een complete patstelling bevinden. Is het
niet mogelijk om zonder de zwartepiet door te schuiven in een
gezamenlijk overleg van alle ministers een oplossing te zoeken voor
die groep?

Er zijn twee zaken essentieel. Ten eerste, moet men ze opnemen in
het sociale pakket dat is voorbehouden aan de ex-Sabeniens. Ten
tweede, moet de regering als hoofdaandeelhouder van Sabena haar
morele verantwoordelijkheid, en misschien zelfs haar juridische
verantwoordelijkheid, opnemen tegenover de mensen die op die
wachtlijst staan.
04.04 Minister Isabelle Durant: Mevrouw Creyf, ik beaam dat het
voor deze 800 personen bijzonder moeilijk is, aangezien zij hun
vorming niet hebben beëindigd. Ik zou toch willen zeggen dat deze
beslissing werd genomen op de Ministerraad van 21 december 2001
en dat we nu nog maar één maand verder zijn. Ik werk met de Belgian
Cockpit Association aan een algemeen systeem. Ik weet dat ik voor
de jonge piloten, die in een specifieke situatie zitten, geen
miraculeuze oplossing heb. Dat is toch ook een zaak van de
Gewesten.

Op federaal niveau is de vorming onze bevoegdheid niet. Ik werk zeer
hard om een echte oplossing te vinden voor het grootste deel van de
piloten, die op de arbeidsmarkt ernstige problemen kunnen
ondervinden op het vlak van kwalificatie. Ik heb ook initiatieven
genomen met de ouders van de jonge piloten. Maar ik beschik niet
over de macht om in dit drama een formele beslissing te nemen of
hulp te geven. Deze jonge mensen van de negende promotie
bevinden zich in grote moeilijkheden door het faillissement in
november. Het is onrechtvaardig in vergelijking met de mensen van
04.04 Isabelle Durant, ministre: Il
y a un mois à peine, nous avons
pris une série de décisions au sein
du gouvernement. Entre-temps,
nous élaborons des mesures en
collaboration avec la Belgian
Cockpit Association
. Il n'y a pas de
solution miracle.

Il est important de tout mettre en
oeuvre pour offrir aux élèves
pilotes de la neuvième promotion
la chance d'obtenir une
qualification officielle.
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
het vorige jaar. Ik kan echter onmogelijk een onmiddellijke oplossing
bieden, ook al begrijp ik dat het heel moeilijk is. Wij blijven werken
aan deze zaak van kwalificatie.

Ik had nog andere antwoorden voor de heer Viseur, maar hij is er niet.
Ik wil heel precies zijn voor deze specifieke groep van personeel.
04.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het klinkt
hopeloos.
04.05 Simonne Creyf (CD&V):
La situation est désespérée.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Simonne Creyf en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Simonne Creyf
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer,
verzoekt de regering
- op snelle en efficiënte wijze de maatregelen, waartoe beslist werd op 11 november 2001 in de
ministerraad ten gunste van de jonge piloten en leerling-piloten, uit te voeren;
- de bijzondere maatregelen te nemen zoals beloofd voor de leerling-piloten van de 9
de
promotie SFA."

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Simonne Creyf et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Simonne Creyf
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports,
demande au gouvernement
- de mettre en oeuvre, rapidement et efficacement, les mesures décidées en faveur des jeunes pilotes et
élèves pilotes le 11 novembre 2001 en Conseil des ministres;
- de prendre les mesures spéciales auxquelles il s'était engagé à l'égard des élèves pilotes de la 9
e
promotion de la SFA."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Marcel Bartholomeeussen, Hugo Philtjens, Daan
Schalck en mevrouw Claudine Drion.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Marcel Bartholomeeussen, Hugo Philtjens, Daan
Schalck et Mme Claudine Drion.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
04.06 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, u
mag het mij niet kwalijk nemen, maar het stoort mij bijzonder dat hier
een eenvoudige motie wordt ingediend, nog voor dat er een gewone
motie van aanbeveling wordt ingediend en zelfs nog voordat de
minister hier geantwoord heeft op de vragen van mevrouw Creyf.
Mevrouw de minister was nog bezig met haar antwoord en u laat dan
nog een eenvoudige motie ondertekenen door iemand die hier
binnenkomt en opgebeld werd door een medewerker van de minister.
Dat stoort mij bijzonder en beduidt dat u niet geïnteresseerd bent in
wat hier door de minister gezegd wordt, maar dat het uw bedoeling is
de minister uit de wind te zetten. Dat is het doel van de vertoning die u
hier opvoert.
04.06 Jan Mortelmans (VLAAMS
BLOK): Ce qui m'irrite, c'est le fait
qu'une motion pure et simple ait
été déposée avant même le dépôt
de la motion de recommandation
et avant que la ministre ait
répondu !
04.07 De voorzitter: Bedankt, mijnheer Mortelmans, als voorzitter 04.07 Le président: Aux termes
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
blijf ik neutraal in deze aangelegenheid. Alleen nog dit: de waarheid
gebiedt mij te zeggen dat het wel kan dat men een motie indient nog
tijdens het antwoord van de minister. Of dit ook voor de motie van
aanbeveling geldt, is nog iets anders.
du Règlement, une motion peut
être déposée pendant qu'un
ministre répond.
05 Vraag van de heer Daan Schalck aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "een gereserveerde rijstrook voor openbaar vervoer en wagens met meer dan drie inzittenden"
(nr. 6155)
05 Question de M. Daan Schalck à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "une bande de circulation réservée aux transports publics et aux véhicules
transportant plus de trois occupants" (n° 6155)
05.01 Daan Schalck (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, rond de nieuwjaarsperiode heb ik in een krant gelezen dat u
met de idee speelt om een wagen met drie inzittenden een
gereserveerde rijstrook te gunnen. Op dat ogenblik was mij de zaak
niet helemaal duidelijk. Er was sprake van busbanen, maar ik
begreep niet of er sprake was van het invoeren van een nieuwe
rijstrook. Ging het om het openen van een mogelijkheid, zoals die
vandaag al in Nederland bestaat? Er zijn daar op snelwegen
experimenten aan de gang om het carpoolen in het woon-werkverkeer
te promoten, waardoor chauffeurs worden beloond die geen
autosolisten zijn. Wanneer u dit wil doorvoeren gaat u de goede
richting uit.

Het zou natuurlijk ook de bedoeling kunnen zijn ­ het was mij niet
volledig duidelijk ­ om alle huidige busstroken toegankelijk te maken
voor wagens met meer dan drie inzittenden. Dan vrees ik echter dat,
op z'n minst in stedelijke omgevingen, deze maatregel voor het
openbaar vervoer eerder een stap achteruit betekent, dan wel een
stap vooruit. Is het uw bedoeling om bussen en wagens samen op de
huidige busstroken toe te laten? Gaat het om een algemene
maatregel of opent u gewoon een mogelijkheid, wat een nuance zou
zijn? Overweegt u de mogelijkheid om een nieuwe rijstrook te
creëren, waar alleen wagens met minimaal drie inzittenden gebruik
van mogen maken, of denkt u aan autosnelwegen, waar toch zeer
weinig bussen en gemengd verkeer aanwezig zijn?

Ten slotte, hoe en wanneer denkt u deze maatregel bij wijze van
experiment of bij wijze van algemene regel in te voeren?
05.01 Daan Schalck (SP.A): Le
plan de circulation présenté par la
ministre à la fin de l'année
dernière évoquait le projet relatif à
une bande de circulation réservée
aux transports publics et aux
véhicules transportant plus de trois
occupants. Les bus et les voitures
pourraient-ils dès lors utiliser la
même bande de circulation ou
envisage-t-on l'ajout d'une bande
de circulation supplémentaire pour
les véhicules transportant plus de
trois occupants? L'utilisation, par
des véhicules privés, de la bande
de circulation réservée aux bus
serait une mauvaise chose pour
les transports publics. Comment et
quand cette mesure sera-t-elle
mise en oeuvre?
05.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, op
21 december 2001 hechtte de Ministerraad zijn goedkeuring aan mijn
ontwerp van koninklijk besluit dat de wegbeheerders in de
mogelijkheid stelt om een rijstrook te reserveren voor motorvoertuigen
die, naast de bestuurder, minimum twee passagiers vervoeren. Met
deze mogelijkheid krijgt de wegbeheerder een instrument in handen
waarmee hij het carpoolen kan stimuleren. Voor de signalisatie werd
geopteerd voor een nieuw onderbord bij verkeersbord C5. Op het
nieuwe onderbord komt de vermelding "Uitgezonderd 3+". Een rijbaan
of rijstrook met deze signalisatie is slechts toegankelijk voor
voertuigen met ten minste drie inzittenden, evenals voor de voertuigen
van de geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.

Het gaat hier dus om nieuwe signalisatie die losstaat van de
bestaande aanduiding van busstroken. Begin januari 2002 werd het
ontwerp van koninklijk besluit voor advies aan de gewesten
overgemaakt, dit in het licht van de betrokkenheidprocedure.
05.02 Isabelle Durant, ministre:
Le 21 décembre 2001, le Conseil
des ministres a adopté un projet
d'arrêté royal permettant au
gestionnaire de voirie de réserver
une bande de circulation aux
véhicules motorisés occupés par
au moins trois personnes. Le
gestionnaire de voirie se voit ainsi
doté d'un instrument important
pour encourager le co-voiturage.

En ce qui concerne la
signalisation, il a été décidé d'opter
pour la mise en place d'un
panneau additionnel au panneau
de signalisation C5 et portant la
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Aangezien de gewesten bij de voorbereiding van dit ontwerp van
koninklijk besluit werden betrokken, mogen wij de adviezen
verwachten binnen een termijn van dertig dagen zoals wij hebben
beslist. Ik hoop dat die termijn zal worden gerespecteerd. Ik ben ook
geïnteresseerd in de adviezen van de gewesten die de
wegbeheerders zijn. Eventueel kan dat dus nog veranderen met de
adviezen van de gewesten, al denk ik, gezien de gezamenlijke
voorbereiding, dat de veranderingen niet zo groot zullen zijn. Daarna
moet nog advies worden gevraagd aan de Raad van State. Ik wil heel
precies zijn wat de busstroken betreft. De echte betekenis van dit
koninklijk besluit is de wegbeheerders een instrument in handen te
geven om te kunnen beslissen waar en hoe deze maatregel mogelijk
is zonder daarbij andere problemen te creëren. De wegbeheerder is
best geplaatst om daarover te beslissen. Ik geef alleen, net als bij de
zone-30 rond de scholen, instrumenten om de wegbeheerders te
helpen het carpoolen te stimuleren.
mention "excepté 3+". En
l'occurrence, il s'agit d'une
nouvelle signalisation. Une bande
de circulation équipée de cette
nouvelle signalisation est
accessible aux seuls véhicules
dont les occupants sont au
nombre de trois et aux véhicules
des transports collectifs réguliers.
Le projet d'arrêté royal a été
transmis aux Régions au début de
l'année 2002. Etant donné qu'elles
ont participé à l'élaboration du
projet, un délai d'avis d'un mois a
été pris en considération. Ensuite,
ce projet devra encore être
transmis pour avis au Conseil
d'Etat.

La décision doit être prise par le
gestionnaire de voirie. Il s'agit d'un
instrument indépendant des
bandes de circulation réservées
aux bus.
05.03 Daan Schalck (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord. Ik was even bang dat wagens op
busstroken algemeen zouden worden toegelaten. Dat is niet zo, het
apart statuut voor autobussen blijft behouden en dat is aangewezen
voor een prioritaire doorstroming van het openbaar vervoer. Op
bepaalde plaatsen kan deze maatregel een bijdrage zijn om het
carpoolen te stimuleren. Deze maatregel is volgens mij dan ook een
goede zaak.
05.03 Daan Schalck (SP.A): Je
craignais que l'on adopte une
directive générale permettant aux
voitures de circuler sur les bandes
de circulation réservées aux bus.
Je pense que la ministre a pris
une initiative positive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Daan Schalck aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de kortingen gegeven door de NMBS ten voordele van grote gezinnen" (nr. 6156)
06 Question de M. Daan Schalck à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les réductions accordées par la SNCB aux familles nombreuses" (n° 6156)
06.01 Daan Schalck (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het is u zeker bekend dat de NMBS een handleiding heeft
voor het aanvragen van een verminderingskaart voor grote gezinnen.
Ik heb die eens ter hand genomen. Ik denk dat er bij deze handleiding
nog best een handleiding zou worden gevoegd om de eerste te
begrijpen en om te zetten in menselijke taal. Het zou ook aan mij
kunnen liggen, maar mij is toch niet echt duidelijk wat nu juist de
kortingen zijn. Nog niet lang geleden werd de ondoorzichtigheid van
tarieven van de NMBS aangeklaagd. Dit is daar opnieuw een
voorbeeld van. Neem het aantal categorieën van grote gezinnen, dat
naargelang het land van herkomst nog eens opnieuw wordt
opgesplitst: het is voldoende voor een aparte brochure.

Vandaag geeft de NMBS deze kortingen aan ouders en kinderen van
deze grote gezinnen. Daarvoor moet om het jaar of om de vijf jaar,
naargelang het geval, een verminderingskaart worden aangevraagd.
06.01 Daan Schalck (SP.A): La
SNCB accorde des réductions aux
parents et aux enfants qui
composent une famille
nombreuse. A cet effet, elle a
même publié un manuel
incompréhensible.

Les réductions accordées aux
couples mariés équivalent-elles à
celles octroyées aux couples co-
habitants? Les critères
d'évaluation diffèrent-ils lorsque
des parents divorcés se remarient
ou se remettent en ménage? Dans
l'affirmative, quelles sont ces
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Sommige kortingen blijven zelfs levenslang geldig, ook al zijn de
kinderen ondertussen uithuizig. Wij hebben geen probleem met die
kortingen en hun geldigheidsduur.

Wij hebben er in principe geen probleem mee dat de NMBS kortingen
geeft die een zekere tijd blijven gelden. Dat kan allemaal meer
stimulansen geven om meer gebruik te maken van het openbaar
vervoer. Daar ligt het probleem dus helemaal niet. Het is me echter
niet helemaal duidelijk of samenwonenden in alle gevallen op gelijke
voet behandeld worden.

Ik wil een misschien nog moeilijker probleem aankaarten, te weten
dat van gescheiden ouders waarvan de kinderen toegewezen worden
aan de moeder. Wanneer zij opnieuw gaat samenwonen met een
man, die ook kinderen uit een eerste huwelijk heeft, telt het nieuwe
gezin bijvoorbeeld vier kinderen. Voor mij is het moeilijk om af te
leiden of zij dan op dezelfde wijze van al die kortingen kunnen
genieten. Kunnen zij dat dan levenslang en onder dezelfde
voorwaarden doen? Als dat niet zo is, wil ik graag van u vernemen
welke verschillen er zijn en hoe de NMBS die verschillen motiveert.
De huidige regering probeert ­ heel terecht ­ alle
samenlevingsvormen zoveel mogelijk op gelijke voet te behandelen.
Als er dus al verschillen zouden zijn, vraag ik me af wat de motivatie
daarvoor is.
différences et sur la base de quels
critères se justifient-elles?
06.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega
Schalck, aan samenwonenden worden door de NMBS in principe
geen kaarten uitgereikt, behalve in de voorziene gevallen,
bijvoorbeeld bij afstamming van ambtswege of bij vonnis. Terzake wil
ik u punt 2.7 van het reglement citeren: "Bij afstamming van
ambtswege of bij vonnis buiten het huwelijk krijgen de ongehuwde
vader of moeder met minstens drie kinderen die de gestelde
voorwaarden vervullen, levenslang recht op de kaart. De kinderen
krijgen de kaart onder de gewone voorwaarden. Indien de kinderen de
familienaam dragen van de vader die de kaarten aanvraagt, moet het
formulier de naam, de afstamming, de burgerlijke staat, de
geboortedatum en gebeurlijk het adres van ieder kind vermelden.
Indien de kinderen niet de familienaam dragen van de aanvrager of
indien een kaart voor beide ouders wordt aangevraagd, moet het
formulier de naam, de afstamming, de burgerlijke staat, de
geboortedatum en gebeurlijk het adres van ieder kind vermelden.
Bovendien moet tevens de naam van de verwekker, wiens naam het
kind niet draagt, worden aangegeven. De aangifte moet door het
gemeentebestuur worden gelegaliseerd."

Collega's, ik wil niet lachen met het reglement van de NMBS. Ik wil
enkel zeggen dat wanneer er een regel bestaat, die duidelijk en juist
moet zijn inzake de toegankelijk voor alle kinderen of voor alle
families, onafhankelijk van hun huwelijks- of gezinssituatie.

Wat de gescheiden ouders betreft, bepaalt het reglement: "De ouders
behouden levenslang het recht op de kaart. De kinderen krijgen de
kaart onder de normale voorwaarden." Er is ook een regel inzake het
hertrouwen van gescheiden personen: Ik citeer: "Na het nieuwe
huwelijk tellen de aan een van de partijen toevertrouwde kinderen niet
meer mee om het levenslange recht op de kaart van de tegenpartij te
bepalen. Alleen de gerechtelijke uitspraak of de notariële akte in
verband met het hoederecht komen in aanmerking. Bij het
06.02 Isabelle Durant, ministre:
La SNCB ne délivre pas de cartes
de réduction aux cohabitants, sauf
en cas de filiation d'office ou par
jugement en dehors du mariage.
Dans ce cas, le parent non marié
et ayant au moins trois enfants
conserve le droit de réduction à
vie. Les enfants reçoivent la carte
dans les conditions normales.
Seule la procédure change,
indépendamment du fait que le
nom de famille de l'enfant soit ou
non identique à celui du
demandeur de la carte.

Les parents divorcés conservent à
vie leur droit à la carte.

Les enfants à charge des parents
reçoivent la carte aux conditions
normales. Après un remariage, les
enfants dont la garde est attribuée
à une des parties ne comptent
plus pour l'attribution du droit à la
réduction à vie. Seuls les actes
notariés et les décisions juridiques
relatifs au droit de garde des
enfants peuvent être pris en
considération. En l'absence de ces
documents ou en cas de garde
conjointe, les enfants sont
considérés comme confiés au
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
aanvraagformulier moet bijgevolg een uittreksel uit de gerechtelijke
uitspraak of uit de notariële akte gevoegd zijn." Tot zover het citaat.

Collega Schalck, ik ben het met u eens dat er een probleem is. Het
Bestuur van het Vervoer te Land van het Ministerie van Verkeer en
Infrastructuur en de NMBS zijn momenteel aan het bestuderen hoe de
huidige reglementering kan worden aangepast, om de verschillen in
de toekenningcriteria tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden
weg te werken. Omdat door de gelijkschakeling het aantal
begunstigden wellicht zal stijgen, zal de maatregel wellicht een
budgettaire weerslag hebben. U weet echter ook dat wij hebben
beslist dat kinderen tussen 0 en 12 jaar gratis mogen reizen wanneer
ze begeleid worden door een volwassene, met een maximum van vier
kinderen per volwassene. Het saldo kan worden opgemaakt tussen
dat voordeel en de kinderen die ouder zijn dan 12 jaar. Een conclusie
inzake deze elementen verwacht ik bij de beslissing over het derde
beheerscontract van de NMBS. Dat zal de gelegenheid vormen om de
bestaande situatie te veranderen en in de reglementen een
evenwichtiger antwoord te vinden, aangepast aan de echte
gezinssituatie, met of zonder huwelijk.
parent chez lequel ils sont
domiciliés. L'Administration du
Transport terrestre du ministère
des Communications et de
l'Infrastructure et la SNCB
examinent en ce moment les
modalités d'adaptation de la
réglementation actuelle pour
résoudre autant que possible les
problèmes. Ces changements, qui
se traduiront par une
augmentation du nombre de
bénéficiaires, auront un impact
budgétaire. Ce dossier fait partie
de la discussion du troisième
contrat de gestion.
06.03 Daan Schalck (SP.A): Mevrouw de minister, ik wil nog even
kort repliceren. Het is ook onze zorg dat alle samenlevingsvormen op
gelijke grond behandeld worden. Uit uw eerste technische antwoord is
mij niet helemaal duidelijk geworden of het om alle samenwonenden
ging. Ik vermoed van niet. Ik hoop dat men daarmee toch rekening wil
gaan houden.

Wat het financiële aspect betreft, heeft de huidige regering inderdaad
al een inspanning gedaan voor de kinderen tussen 0 en 12 jaar.

De regering heeft dus twee keer voor de verminderingskaart betaald.
Bovendien verloopt de demografische evolutie ­ dat valt te betreuren
­ in de richting van kleinere gezinnen. Dit reglement bestaat al heel
lang. Een paar jaar geleden betaalde men dus al meer dan nu, alleen
al door de gezinssamenstelling en de vermindering van het aantal
huwelijken.

De absurditeit van de situatie is er vooral voor de gescheiden
mensen. Wie vandaag gescheiden is en niet het hoederecht over de
kinderen krijgt, krijgt levenslang korting omdat hij of zij ooit vader of
moeder van een groot gezin was. Daarentegen, een persoon met
twee kinderen die het hoederecht over de kinderen krijgt - en dus
blijvend inspanningen voor de opvoeding levert - en daarna een relatie
aangaat met iemand met ook twee kinderen, heeft dan een gezin met
vier kinderen, maar komt voor de korting toch niet in aanmerking. Dit
zijn de kleine kanten van een reglement dat werd opgesteld in een tijd
dat iedereen huwde en niemand scheidde. De NMBS evolueert
blijkbaar heel traag inzake de nieuwe samenlevingsvormen. Ik breng
dit probleem onder de aandacht in de hoop dat daarmee bij de
herziening van de tarieven rekening wordt gehouden. Ik hoop dat wij
deze vraag volgend jaar ­ na de herziening van de tarieven van de
NMBS - niet opnieuw moeten stellen.
06.03 Daan Schalck (SP.A): Un
des soucis de mon parti est de
traiter tous les types de
cohabitation sur un même pied. La
réponse de la ministre n'est pas
définitive à ce niveau.

Le gouvernement a déjà consenti
un effort en ce qui concerne les 0-
12 ans. Pour les autres catégories,
les mesures sont moins claires.
L'évolution démographique révèle
que les familles sont de moins en
moins nombreuses.

Les parents divorcés sont les
victimes de la réglementation
actuelle. En attirant l'attention sur
ce problème, j'espère que la
SNCB tiendra compte de ce
groupe lors de l'instauration de
son nouveau système de
tarification.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
23/01/2002
CRIV 50
COM 640
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Vervoer over "de Short Sea Shipping" (nr. 6168)
07 Question de M. Karel Van Hoorebeke à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le Short Sea Shipping" (n° 6168)
07.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, u zult zich herinneren dat ik u in januari 2001
ook over Short Sea Shipping ondervroeg. Ik kom hierop terug omdat
een aspect van de Short Sea Shipping een belangrijke rol kan spelen
in het probleem van de mobiliteit, vooral inzake het goederenvervoer
over de weg. Het promotiebureau van Short Sea Shipping heeft de
cijfers van het jaar 2000 gepubliceerd waaruit blijkt dat meer dan drie
vierde van de trafiekgroei in de Vlaamse havens te danken is aan de
ontwikkeling van Short Sea Shipping. Het Europees vervoer kan dus
grotendeels via dit havennetwerk gebeuren.

Mevrouw de minister, u hebt toen gezegd dat u in het kader van het
Europees voorzitterschap concrete initiatieven inzake Short Sea
Shipping zou nemen. Ik weet dat daarover een conferentie werd
georganiseerd. Welke concrete initiatieven hebt u terzake genomen?
Welke resultaten heeft dat opgeleverd? In het kader van de
toenemende mobiliteitsproblematiek moeten alle mogelijke
transportmiddelen worden aangegrepen om het goederenvervoer
over de weg zoveel mogelijk te beperken. Mevrouw de minister, kunt
u de huidige stand van zaken toelichten?
07.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): En réponse à ma
question du 17 janvier 2001, la
ministre a déclaré qu'en ce qui
concernait le Short Sea Shipping,
elle profiterait de la présidence
belge de l'UE pour prendre des
mesures.

Le Short Sea Shipping pourrait
contribuer dans une mesure non
négligeable à réduire le trafic
routier. Il s'agit d'une activité
portuaire importante.

A quels résultats ont abouti ces
initiatives? Comment seront-elles
concrétisées?
07.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's,
tijdens het Belgisch voorzitterschap zijn er twee zaken gebeurd. Ten
eerste, op de Transportraad van 6 en 7 december 2001 werd een
Europese richtlijn goedgekeurd die tot doel heeft verplicht de
IMO FAL-documenten te gebruiken indien documentaire procedures
vereist zijn.

Zoals reeds eerder werd meegedeeld, is de federale overheid voor de
helft tussengekomen in de kosten van een studie die werd uitgevoerd
in opdracht van het promotiebureau Shortsea Shipping Vlaanderen. U
hebt de elementen van de verhoging van deze trafiek gekregen. De
studie had ook tot doel de documentenstroom en de administratieve
procedure bij het vervoer per short sea shipping te inventariseren en
na te gaan welke knelpunten de ontwikkeling van deze vervoerswijze
bemoeilijken. Tevens werden er aanbevelingen gedaan om die
knelpunten weg te werken.

Op 21 november 2001 organiseerde ik in samenwerking met de
haven van Brussel en de Europese redersorganisatie een workshop.
Op basis van de studie werd tijdens deze workshop door drie ad hoc-
werkgroepen de problematiek van de documentenstroom in short sea
shipping onder de loep genomen. De eerste werkgroep behandelde
de douanedocumenten. De tweede werkgroep concentreerde zich op
de gevaarlijke goederen en de veterinaire en fytosanitaire controle. De
derde werkgroep hield zich bezig met de commerciële documenten en
de elektronische informatie-uitwisseling.

De werkgroepen formuleerden conclusies. Reeds volgende maand
zullen die worden vertaald in concrete aanbevelingen, die gericht zijn
aan de overheid en de betrokken privé-sectoren.

Op Europees vlak zullen tijdens het Spaanse voorzitterschap
maritieme aangelegenheden en short sea shipping een belangrijke
07.02 Isabelle Durant, ministre:
Lors du Conseil des ministres
européens des Transports des 6
et 7 décembre 2001, une directive
rendant obligatoires les
documents IMO FAL a été
approuvée.

Les autorités fédérales ont
participé, à concurrence de 50 %,
à une étude commandée par
l'agence de promotion Short Sea
Shipping
Vlaanderen qui avait
pour but d'inventorier tous les
documents et toutes les
procédures administratives, et de
déceler les difficultés.

Le 21 novembre 2001, la
Présidence belge a organisé un
atelier en collaboration avec le
Port de Bruxelles et l'association
des armateurs européens. Au
cours de cet atelier, trois groupes
de travail se sont penchés sur les
problèmes existants. Le premier
groupe était chargé des
documents douaniers, le
deuxième des marchandises
dangereuses et des contrôles et le
troisième des documents
commerciaux et de l'échange
d'informations. Leurs conclusions
CRIV 50
COM 640
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
plaats innemen. Voor Spanje is dat belangrijk en voor ons natuurlijk
ook. Wij zullen proberen gebruik te maken van de beslissing van het
Spaanse voorzitterschap om op Europees vlak steun te geven aan de
short sea shipping. Ik zal mijn volledige steun geven aan
inspanningen op Europees niveau. Short sea shipping is inderdaad
zeer belangrijk voor de toekomst, zelfs voor andere modi. Op
ecologisch en commercieel vlak en op het vlak van mobiliteit moet het
steun krijgen.

Mijn eerste taak tijdens het Belgische voorzitterschap was het
uitoefenen van druk om te moeilijke procedures te vereenvoudigen.
Er is een echte vraag naar. Wij zetten de vereenvoudiging voort.
seront traduites sous la forme de
recommandations concrètes dès
le mois prochain.

Le dossier Short Sea Shipping fera
l'objet d'un suivi aux échelons
belge, européen et international.

Un grand intérêt sera porté à cette
problématique sous la présidence
espagnole. Cette forme de
transport est importante du point
de vue de la mobilité mais aussi
de la protection de
l'environnement.
07.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw de minister, dank u
voor uw antwoord. Ik ben er tevreden over.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.04 De voorzitter: De vragen nrs. 6208, 6213 en 6214 van de heren Josy Arens en Dirk Van der Maelen
en mevrouw Karine Lalieux worden naar een latere datum verschoven.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.27 heures.