KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 638
CRIV 50 COM 638
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag mardi
22-01-2002 22-01-2002
10:30 uur
10:30 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "de besluiten
en de gevolgen van de vierde ministeriële
conferentie van de Wereldhandelsorganisatie in
Qatar" (nr. 5890)
1
- M. Dirk Van der Maelen à la ministre adjointe au
ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture, sur "les conclusions et les
conséquences de la quatrième conférence
ministérielle de l'organisation mondiale du
commerce organisée au Qatar" (n° 5890)
1
- mevrouw Trees Pieters aan de eerste minister
over "de verklaring van de eerste minister op de
WTO-onderhandelingen in Qatar" (nr. 5904)
1
- Mme Trees Pieters au premier ministre sur "les
déclarations du premier ministre lors des
négociations de l'OMC au Qatar" (n° 5904)
1
- mevrouw Claudine Drion aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "de voortgang
van de ministeriële WHO-vergadering te Doha"
(nr. 6095)
1
- Mme Claudine Drion à la ministre adjointe au
ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture, sur "le suivi de la réunion
ministérielle de l'OMC à Doha" (n° 6095)
1
- mevrouw Michèle Gilkinet aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "de follow-up
van de WHO-vergadering te Doha en het akkoord
van Bangui" (nr. 6202)
1
- Mme Michèle Gilkinet à la ministre adjointe au
ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture, sur "le suivi de la réunion de l'OMC à
Doha et l'accord de Bangui" (n° 6202)
1
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de SP.A-fractie, Trees Pieters, Claudine
Drion, Michèle Gilkinet, voorzitter van de
ECOLO-AGALEV-fractie, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe SP.A, Trees Pieters, Claudine Drion,
Michèle Gilkinet, présidente du groupe
ECOLO-AGALEV, Annemie Neyts, ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "BDBH"
(nr. 6159)
18
Question de Mme Trees Pieters à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargé de l'Agriculture, sur "l'OBCE" (n° 6159)
18
Sprekers: Trees Pieters, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Trees Pieters, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
22
JANUARI
2002
10:30 uur
______
du
MARDI
22
JANVIER
2002
10:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.40 uur door de heer Jacques Simonet, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.40 heures par M. Jacques Simonet, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken,
belast met Landbouw, over "de besluiten en de gevolgen van de vierde ministeriële conferentie van de
Wereldhandelsorganisatie in Qatar" (nr. 5890)
- mevrouw Trees Pieters aan de eerste minister over "de verklaring van de eerste minister op de WTO-
onderhandelingen in Qatar" (nr. 5904)
- mevrouw Claudine Drion aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast
met Landbouw, over "de voortgang van de ministeriële WHO-vergadering te Doha" (nr. 6095)
- mevrouw Michèle Gilkinet aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken,
belast met Landbouw, over "de follow-up van de WHO-vergadering te Doha en het akkoord van
Bangui" (nr. 6202)
01 Questions jointes de
- M. Dirk Van der Maelen à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture, sur "les conclusions et les conséquences de la quatrième conférence ministérielle de
l'organisation mondiale du commerce organisée au Qatar" (n° 5890)
- Mme Trees Pieters au premier ministre sur "les déclarations du premier ministre lors des
négociations de l'OMC au Qatar" (n° 5904)
- Mme Claudine Drion à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture, sur "le suivi de la réunion ministérielle de l'OMC à Doha" (n° 6095)
- Mme Michèle Gilkinet à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture, sur "le suivi de la réunion de l'OMC à Doha et l'accord de Bangui" (n° 6202)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken,
belast met Landbouw.)
(La réponse sera fournie par la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture.)
01.01 Dirk Van der Maelen (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik vind
het spijtig dat een vraag, die werd ingediend op 5 december, pas
anderhalve maand later aan bod kan komen. Hierdoor is de vraag
voor een stuk achterhaald, maar desalniettemin wil ik de punten,
waarover ik de mening van de minister wens te weten, nog even
herhalen. Het gaat om twee punten over de uitkomst van Doha,
waarover ik persoonlijk ontgoocheld ben.
Ten eerste, ik ben niet tevreden met wat er is bereikt op het vlak van
de bevordering van de sociale normen. Na Doha blijft het, volgens mij,
duidelijk dat wij nogal eenzijdig met de globalisering doorgaan. Op het
01.01 Dirk Van der Maelen
(SP.A): Je regrette de ne pouvoir
poser cette question qu'un mois et
demi après l'avoir déposée. Elle
n'est dès lors plus vraiment
d'actualité. Les résultats de Doha
sont décevants pour ce qui est des
normes sociales. J'ai l'impression
que nous poursuivons dans la voie
d'une mondialisation unilatérale.
En matière agricole, l'Europe
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
gebied van de wereldhandel bestaat er een instelling, de WHO, die
regels vaststelt en tanden heeft, maar op sociaal vlak blijven wij ter
plaatse trappelen en blijft het dromen van het gezamenlijk vooruitgaan
van wereldwijde sociale normen met wereldwijde handelsnormen.
Ten tweede, Doha is ontgoochelend op het punt van de landbouw.
Sinds 1995 met de Uruguay-raad, wordt er over dit onderwerp veel
gepraat, in schril contrast met de daden. Het is en het blijft zo, dat de
Europese landbouw zich gemiddeld blijft wegsteken achter een
beschermingsgrens van 80%. In de suikerindustrie is er zelfs een
beschermingsgrens van 250%. Geen wonder dat, na de vele
afspraken en beloftes die tijdens de Uruguay-raden werden gemaakt,
wij vaststellen dat het aandeel van landbouwexport vanuit
ontwikkelingslanden naar hier, ondermaats blijft. Daarenboven stel ik
vast dat in Doha Europa daaraan niet heeft willen raken. Men houdt
de protectionistische exportsubsidies in stand, onder druk van
Europese landbouwlobby's.
Een laatste punt staat niet in mijn vraag, maar ik zou het toch willen
vragen aan de minister, want ik weet dat het haar nauw aan het hart
ligt en handelt over de werkelijke vrije handel. Het is zo dat producten
uit het rijke Noorden een protectionistische bescherming genieten die
4 keer kleiner is dan dezelfde producten die uit het Zuiden komen.
Voor gelijkaardige producten uit het Zuiden is het dus viermaal
moeilijker om geïmporteerd te worden in het rijke Noorden, dan voor
diezelfde producten die de Noorderlingen onder elkaar verhandelen.
De Verenigde Staten spelen op dit vlak, volgens mij, een bijzonder
nefaste, onbetrouwbare rol. Ik heb gelezen in een artikel dat de
regering Bush, met het oog op het bekomen van de fast
trackbevoegdheid, teruggekomen is op een aantal engagementen die
in Doha zijn genomen.
Ik zou willen vragen wat daar van aan is, bijvoorbeeld met betrekking
tot citrusvruchten en ook inzake textiel. Dit zijn bijzonder gevoelige
producten, waaromtrent de VS zich aan het terugtrekken is uit de
engagementen die in Doha genomen zijn. Zover mijn vragen.
maintient ses mesures
protectionnistes de subventions
des exportations. L'ouverture de
nos marchés aux produits du Sud
reste hésitante. Doha a fait
l'impasse sur ce problème.
Le Nord opulent continue de
protéger à outrance sa propre
production, de sorte que les
produits équivalents du Sud
pauvre ont beaucoup plus de
difficultés à se faire une place sur
le marché. A ce niveau, ce sont
surtout les Etats-Unis qui sont
déloyaux. Le gouvernement Bush
tente même de revenir sur certains
engagements qu'il a pris à Doha.
01.02 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag heeft
hetzelfde onderwerp maar met een andere invalshoek. Ik betreur wel
ten zeerste dat deze vraag op 6 december is ingediend en nu pas aan
de orde komt.
Tijdens de onderhandelingen op de WTO-conferentie in Qatar bracht
de Europese Unie onder meer het feit dat milieu en sociale normen
moeten meetellen in het mondiale handelsgebeuren ter sprake. De
Europese Unie heeft het hierin niet gehaald omdat de VS en de
ontwikkelingslanden haar daarin niet wilden volgen. Europa slaagde
er wel in om de exportsubsidies voor landbouwproducten niet
onmiddellijk af te bouwen, alhoewel in de onderhandelingstest was
opgenomen dat alle exportsubsidies zouden worden uitgedoofd.
Daarop kregen we onmiddellijk de hevige reacties van de betrokken
Europese commissarissen Pascal Lamy en Franz Fischler te zien die
dit onaanvaardbaar vonden. Ook u, mevrouw Neyts, onderstreepte
dat het belangrijk is, dat alle niet economische belangen van de
landbouw in de tekst behouden zouden blijven en men zou kunnen
afdwingen dat de afbouw van exportsubsidies niet langer het
vooropgestelde einddoel zou zijn. Trouwens, naar mijns inziens kon
01.02 Trees Pieters (CD&V): Je
déplore, moi aussi, le retard
encouru. Si l'UE n'est pas
parvenue, au sommet du Qatar, à
imposer des normes sociales et
environnementales régissant le
trafic commercial mondial, elle y a
cependant obtenu le maintien des
subventions à l'exportation. D'où
notre étonnement lorsque le
premier ministre a déclaré que la
réduction des subventions à
l'exportation constituait l'objectif
final.
La ministre Neyts ou les
commissaires européens ont-ils
été concertés au préalable? La
communication est-elle encore
possible au sein de ce
gouvernement?
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
een dergelijke beslissing niet worden genomen, omdat deze
conferentie alleen de agenda voor de volgende onderhandelingen
vastlegde. Groot was dan ook onze verbazing toen bleek dat de
Premier in Qatar, na de WTO-vergadering verklaarde dat hij tevreden,
zelfs verheugd was met de vermindering en op termijn de volledige
afbouw van exportsubsidies voor landbouwproducten.
U reageerde prompt met de verklaring dat dit een persoonlijke
standpunt van de premier was, wat ik een vrij gemakkelijke repliek
van uwentwege vond. Vandaar dan ook de vraag waarom de premier
zich op zo een mannier uitlaat? Was er daaromtrent dan geen
voorafgaand overleg gepleegd tussen u en de premier en met de
betrokken commissarissen Lamy en Fischler? Bovenal, zijn de
afgevaardigden van deze regering nog in staat om te communiceren
met elkaar en een gemeenschappelijk standpunt in te nemen?
01.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Madame la ministre, je
suppose que je ne dois pas vous rappeler tout l'intérêt que de
nombreux collègues portent à l'OMC. Nous aimerions y jouer un rôle
plus actif afin de pouvoir exercer un meilleur contrôle sur ce qui s'y
passe. Je voudrais donc obtenir quelques indications quant à l'agenda
prévu et à la manière dont vous envisagez nos débats à ce sujet.
Alors que vous étiez toujours en négociation à Doha, le premier
ministre a voulu nous soumettre prématurément une évaluation de
cette réunion et je le regrette. Pour ma part, je ne vais pas faire le
point sur ce qui s'est passé à Doha. Je continue à croire qu'il est
important de mener, avec nos collègues du Sénat, un large débat sur
l'évaluation de ces négociations et sur le suivi que nous y donnerons.
Madame la ministre, quelles sont les étapes qui seront programmées
pour l'ouverture d'un nouveau cycle de négociations, tel qu'il a été
dessiné à Doha? En tant que parlementaires, aurons-nous notre mot
à dire lors de ces différentes étapes?
En dehors de cela, nous savons qu'un agenda déjà fixé continue à
suivre son chemin et j'ai certaines inquiétudes à ce sujet. En effet, il
semblerait qu'au niveau des exécutifs des entités fédérées
concernées par ces matières, il y aurait eu un manque de
concertation lors du conseil de l'AGCS du 3 au 6 décembre 2001 à
Genève. Je fais référence à la préparation du comité 133. Les entités
fédérées y ont-elles été associées? Il m'est revenu que non, mais
peut-être suis-je mal informée?
J'avais déjà attiré votre attention à ce sujet et vous m'aviez dit que
nous pourrions disposer des ordres du jour du comité 133. Nous ne
les avons pas encore reçus mais je suppose qu'ils nous parviendront
dans un bref délai. Cependant, cela ne suffit pas. Comment serons-
nous associés à ces enjeux qui, comme je l'ai déjà dit, touchent à la
vie quotidienne? Je pense par exemple à l'agriculture et aux services
pour ce qui concerne l'agenda incorporé et à toutes les matières dont
il pourrait être question dans un futur cycle de négociations que nous
ne souhaitons pas trop large.
01.03 Claudine Drion (ECOLO-
AGALEV): De vergadering in Doha
werd besloten met de opening van
een nieuwe
onderhandelingsronde. Wat is het
scenario voor de komende twee
jaar, en welke etappes moeten
daarbij tot een goed einde worden
gebracht?
Welke vergaderingen hebben de
afgelopen twee maanden
plaatsgehad over de dossiers op
de zogenaamde built-in agenda?
Over de voorbereiding van de
bijzondere zitting van de GATS-
Raad van 3 tot 6 december in
Genève werd blijkbaar geen
overleg gepleegd met de
regeringen van de deelgebieden.
Wat is hier precies van aan?
Hoe denkt u de parlementsleden
bij deze vraagstukken te betrekken
op een manier die verder gaat dan
het gewoonweg meedelen van de
agenda van het Comité 133?
01.04 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la ministre, ma question sera un peu plus technique et plus
précise. Si vous m'y autorisez, je souhaiterais d'ailleurs m'étendre un
peu sur ce point. Vous savez que je me suis déjà mobilisée pour que
01.04 Michèle Gilkinet (ECOLO-
AGALEV): De verklaring van Doha
geeft diegenen die tegen de aids-
pandemie vechten, nieuwe hoop.
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
les pays du sud puissent accéder aux médicaments. J'ai donc
apprécié que, sous votre égide, la Communauté européenne ait
décidé, lors de la conférence de Doha, de renforcer cet accès aux
médicaments. Les acquis obtenus en la matière sont intéressants,
même si j'estime qu'ils ne sont pas suffisants, notamment par rapport
aux importations parallèles. Mais j'y reviendrai dans la deuxième
partie de ma question.
D'après les informations que j'ai obtenues, il semble toutefois que
l'accord qui est en train d'être conclu entre seize pays africains va
moins loin que celui qui a été conclu lors de la conférence de Doha.
Selon l'annexe 1 de cet accord de Bangui, la mise en conformité avec
les règles de l'ADPIC, qui était reportée à 2016 pour les pays les plus
faibles, sera plus rapide. Cet accord prévoit également de doubler la
durée de validité des brevets, prolongeant d'autant la période durant
laquelle l'accès aux médicaments génériques sera en principe interdit.
Je m'inquiète donc de cette prolongation.
En outre, il semblerait que l'accord révisé, non seulement empêche
les importations parallèles on sait qu'en ce domaine, il n'existe pas
encore de véritable accord aujourd'hui mais exclut également la
possibilité des licences obligatoires. Ce dernier élément est un recul
par rapport à l'accord de Doha.
A ma connaissance, la date d'entrée en vigueur du texte de Bangui,
révisé en 1999, est fixée dans l'accord. Elle est normalement prévue
pour le 29 janvier 2002, soit deux mois après la ratification du
onzième Etat membre. En revanche, l'entrée en vigueur de l'annexe 1
ne devrait intervenir qu'à une date fixée par le conseil d'administration
de l'OAPI lui-même. Je pense donc que nous avons une marge de
manoeuvre puisque les principales critiques portent bien sur l'annexe
1.
Je souhaiterais savoir si vous étiez au courant de cette situation et si
vous pouvez me la confirmer. J'aimerais également vous entendre au
sujet de cette contradiction. En effet, les Etats africains ont nettement
mené un combat pour l'accès aux médicaments mais seize d'entre
eux instaureraient chez eux des règles beaucoup plus contraignantes
que celles prévues dans l'accord qui est intervenu.
Comment expliquez-vous cela? Il est dommage que des accords
multilatéraux soient inférieurs aux potentialités acquises à l'OMC.
Pensez-vous qu'il soit possible de retarder l'entrée en vigueur de
l'annexe 1? On distingue deux temps dans les accords de Bangui
pour la mise en oeuvre de cette annexe. Parviendra-t-on à stimuler la
révision de cette annexe 1 à la lumière de la déclaration de Doha?
En ce qui concerne les importations parallèles, on sait que le débat
existe aujourd'hui, que de longues discussions préalables à l'accord
ont lieu. Des tendances indiquent que les importations parallèles
doivent réaffirmer la possibilité pour les pays en voie de
développement, de multiplier leurs occasions d'accès aux
médicaments. A l'heure actuelle, les licences obligatoires permettent
aux pays ayant une infrastructure de production, d'utiliser ou de
produire plus facilement les médicaments dont ils ont besoin, mais les
pays en voie de développement ne sont pas tous en possession de
cette infrastructure. Les importations parallèles sont essentielles pour
rendre effectif l'objectif contenu dans la déclaration de Doha, à savoir
Ze zegt immers dat de
intellectuele eigendom aangewend
moet worden ter ondersteuning
van het recht van de WHO-
lidstaten om de volksgezondheid
te beschermen en meer bepaald
iedereen toegang te kunnen
bieden tot geneesmiddelen.
De minst ontwikkelde landen
krijgen tot 2016 in plaats van 2006
de tijd om zich aan te passen aan
de TRIPS-regels. Elk land heeft
het recht verplichte licenties af te
geven. In de verklaring wordt ook
opnieuw bevestigd dat parallelle
invoer een wettelijke uitweg is voor
landen die geen eigen
productiecapaciteit hebben.
Naar verluidt worden die
mogelijkheden niet in aanmerking
genomen in bijlage I van het
akkoord van Bangui. Dat vind ik
zorgwekkend. Ik zou niet willen dat
de in Qatar gewekte hoop zou
vervliegen voor de zestien landen
die de akkoorden van Bangui
ondertekend hebben.
Bijlage I bij het herziene akkoord
van Bangui zou voorzien in een
verdubbeling van de duur van de
oktrooien, waardoor de periode
tijdens welke het gebruik van het
generisch geneesmiddel in
principe verboden is, met
eenzelfde termijn wordt verlengd.
Het herziene akkoord zou ook
parallelle invoer onmogelijk maken
en de mogelijkheid om verplichte
vergunningen in te stellen,
uitsluiten.
De datum van inwerkingtreding
van het in 1999 herziene akkoord
van Bangui wordt in de tekst zelf
van het akkoord vastgesteld,
namelijk 29 januari 2002, twee
maanden na de ratificatie door de
elfde lidstaat. Bijlage I zal
daarentegen in werking treden op
een door de raad van bestuur van
de OAPI vastgestelde datum.
Klopt dat? Hoe verklaart u die
tegenstrijdigheid? Is het mogelijk
de inwerkingtreding van bijlage I
uit te stellen en ze te herzien in het
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
permettre aux gouvernements de renforcer l'accès de leurs
populations aux médicaments.
Quelle sera la position de la Belgique? Défendez-vous comme moi,
les potentialités d'utilisation des importations parallèles?
licht van de verklaring van Doha?
Welk standpunt zal ons land in dat
dossier innemen?
01.05 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, collega's,
eerst en vooral wil ik opmerken dat als de vergadering vandaag
geagendeerd is, dit het resultaat is van besprekingen tussen het
secretariaat van de commissie en mijn kabinet. Ik wil mevrouw Pieters
eraan herinneren dat ik hier op 28 november was om te antwoorden
op haar vraag. Toen was zij echter afwezig. Ik kan uw redenen
begrijpen maar ik was hier toen aanwezig om te antwoorden. Ik vond
dat het geen pas gaf om te antwoorden in afwezigheid van de
vraagsteller. Nu zijn we hier allebei en dus kan dit doorgaan. Het is
echter niet altijd de schuld van het lid van de regering dat deze zaken
soms pas vrij laat kunnen worden geagendeerd.
Ik zal ingaan op de vragen in de volgorde waarin ze gesteld werden.
Mijnheer Van der Maelen, als het toegestaan is, wil ik u er eerst even
aan herinneren hoe we in Doha te werk gegaan zijn. In Doha bestond
mijn rol erin de raad voor Algemene Zaken van de lidstaten van de
Europese Unie voor te zitten. Wij hebben als het ware een bijzondere
vergadering gehad van de raad voor Algemene Zaken. Ze werd
geopend op vrijdag, onmiddellijk na de plechtige opening van de
ministeriële conferentie. Dagelijks is ze minimum één keer en soms
twee keer bijeengekomen. Dat gebeurde tot en met woensdag, de
slotdag, waarop de raad voor Algemene Zaken namens de Europese
Unie een uitspraak heeft gedaan over het ontwerp van slotdocument
van de ministeriële conferentie. Aangezien een nogal aanzienlijke
Belgische delegatie waarvan ook twee parlementsleden deel
uitmaakten ons vergezelde, hadden we elke dag 's ochtends of 's
avonds en soms op beide tijdstippen een briefing met alle leden van
de Belgische delegatie en het grootste deel van de Belgen die daar
ook rondliepen en die we mee uitgenodigd hebben. Op die manier is
bijvoorbeeld de heer Noël Devisch van de Boerenbond de
vergaderingen van onze delegatie komen bijwonen zodra hij in Doha
is aangekomen. Wij hebben dus de grootst mogelijke openheid
beoefend. Ten eerste, gebeurde dit omdat ik daar absoluut diep in
geloof. Ten tweede, was ik ervan overtuigd dat dit de enige manier
was om de vertegenwoordigers van alle componenten van de
regeringsmeerderheid mee te laten beleven hoe die ministeriële
conferentie verliep. Ik wou hen maximaal de gelegenheid bieden om
zelf vaststellingen te doen.
01.05 Annemie Neyts, ministre:
Mme Pieters ne peut pas me
reprocher de ne pas avoir répondu
plus tôt aux questions sur Doha.
Je précise que j'étais moi-même
présente en commission le 28
novembre 2001 pour répondre aux
questions sur les négociations de
l'OMC mais que Mme Pieters était
absente. Le gouvernement n'est
donc pas toujours responsable du
fait que les réponses aux
questions et aux interpellations ne
sont fournies qu'après un certain
délai.
Au cours des discussions au
Qatar, j'ai présidé le Conseil des
«Affaires générales» des Etats
membres européens, en tant que
membre de gouvernement de la
présidence européenne.
Simultanément, des briefings
étaient régulièrement organisés,
auxquels prenaient part les
nombreux membres des
délégations belges, parmi
lesquels, par exemple, M.
Devisch, du Boerenbond.
L'objectif était de mener les
négociations de manière
totalement transparente. Je suis
convaincue qu'il s'agit là du
meilleur moyen d'obtenir des
résultats.
Sachant que je ne devais pas m'attendre à ce que tout le monde me
croie sur parole, j'ai estimé qu'il était utile de donner à tous les
membres de la délégation la possibilité d'assister à toutes les
sessions de la conférence qui était en outre accessible à toutes les
délégations.
Je voudrais rappeler, si vous me le permettez, monsieur le président,
comment les choses se sont déroulées à Doha.
Vous savez certainement qu'un des principaux reproches adressés à
l'organisation des travaux à Seattle avait trait au fait que les
représentants des pays riches (Etats-Unis, Union européenne, Japon
et quelques autres pays) négociaient ensemble tandis que l'immense
Het leek mij nuttiger dat elke
deelnemer zoveel mogelijk
vergaderingen kon bijwonen.
Wij wilden vermijden dat in Doha
dezelfde fouten zouden worden
gemaakt als in Seattle. Daar
vergaderde de 'elite' onder de
naties met gesloten deuren
(overigens zonder resultaat),
terwijl de andere landen moesten
antichambreren. Dat wilden we
voorkomen.
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
majorité des autres participants devaient faire anti-chambre et
attendre le résultat des conciliabules entre les nations appartenant à
"l'élite", élite qui n'est d'ailleurs pas parvenue à trouver un accord.
C'est là d'ailleurs la raison fondamentale de l'échec de Seattle
quoique puissent en penser les manifestants. Nous savions donc tous
pertinemment qu'il ne fallait surtout pas procéder de la même manière
car sinon nous allions droit vers un nouvel échec.
Wat heeft men gedaan? Er was een plenaire vergadering die is
begonnen op vrijdag en die heeft geduurd tot woensdagochtend. Dit
was het officiële academische gedeelte waarin alle afgevaardigden
van de meer dan 140 verdragslanden hun officieel standpunt kwamen
verduidelijken. Dit is zoiets als de academische zitting van een
partijcongres.
Daarnaast vond de "Committee of the Whole" plaats waaraan
iedereen kon deelnemen. Deze commissie kwam alle dagen samen
om te discussiëren enerzijds over de organisatie van de
werkzaamheden en de onderhandelingen en anderzijds over de
tussentijdse resultaten. Dit "Committee of the Whole" werd
voorgezeten door de vice-premier van de regering van Qatar, een
emir met een ongelooflijk gevoel voor humor zodat hij er op goede
momenten in slaagde de sfeer te ontspannen.
U zult zich herinneren dat er twee voorbereidende documenten
waren. Een document dateerde van september en het andere van
vlak vóór de bijeenkomst. Deze documenten vormden de basis van
de werkzaamheden. Iedereen wist waar de gevoelige punten lagen.
Men heeft de gevoelige thema's market access, trips en agriculture
toevertrouwd aan "friends of the presidency" die deze thema's
hebben uitgediept. Sta me toe aan te tonen dat men heel veel
rekening heeft gehouden met de psychologie van alle deelnemers.
Geen enkele van die "friends of the president" was een Amerikaan of
een lid van de EU. Het ging om vertegenwoordigers van Canada,
Nieuw-Zeeland, Chili, Botswana, Mexico en Finland. Er was dus toch
een vertegenwoordiger van een EU-lidstaat, namelijk Finland omdat
dit land de vice-voorzitter leverde van de ministeriële vergadering in
Seatle.
Zij kwamen zowat alle dagen verslag uitbrengen. Iedereen kon daar
de reacties opvangen. Dit heeft iedereen de zekerheid gegeven dat
men maximaal werd betrokken en op de hoogte gehouden van de
onderhandelingen. U weet dat men niet met 141 delegaties
tegelijkertijd kan onderhandelen tenzij u iets organiseert dat lijkt op
het Congres van Versailles en dat maanden kan duren. Een dergelijke
werkwijze is echter uitgesloten.
Deze manier van werken heeft heel veel geholpen in het verloop en
het creëren van een acceptabele sfeer voor alle deelnemers. Dit heeft
mij echter ook de kans geboden om de leden van de Belgische
delegatie te verzoeken, aan te manen en uit te nodigen om alstublieft
naar dit "Committee of the Whole" te gaan en daar te luisteren en te
kijken en te praten met wie men wou. Op die manier kon men een zo
exact mogelijk beeld krijgen van hoe de dingen verliepen. Wij hebben
er ook maximaal voor gezorgd dat de leden van de delegatie, inclusief
vertegenwoordigers van de NGO's, op basis van een beurtrol
aanwezig konden zijn bij de dagelijkse vergaderingen van de Raad
Algemene Zaken.
Le volet officiel et académique a
pris la forme d'une séance
plénière. Parallèlement, le
Committe of the Whole, auquel
toutes les délégations avaient
accès, s'est penché sur
l'organisation et les résultats
intermédiaires.
Les matières délicates ont été
confiées aux Friends of the
President - le vice-président du
Qatar - qui les ont approfondies. A
l'exception d'un Finlandais, aucun
représentant des Etats-Unis et de
l'UE ne faisait partie de ce groupe
de travail qui a fait, chaque jour,
rapport afin d'informer au mieux
l'ensemble des participants. J'ai
ainsi eu l'occasion d'inviter les
délégations belges au Committe of
the Whole. Des membres de
délégations, également d'ONG,
ont donc pu assister aux réunions
quotidiennes du Conseil des
Affaires générales.
D'entrée de jeu, les commissaires
européens et moi-même avions
convenu très clairement que les
premiers se chargeraient des
négociations tandis que je me
ferais l'avocate du Conseil. Les
travaux se sont déroulés dans un
réel climat de confiance. Dès lors,
les réunions des Quinze se sont
toujours déroulées dans une
parfaite sérénité. Les
commissaires étaient, en effet,
parfaitement conscients du
contenu de leur mandat de
négociation et la communication
entre nous s'est organisée avec
franchise et transparence.
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Tussen de commissarissen Pascal Lamy en Franz Fischler en mezelf,
als voorzitter van de Raad, zijn van meet af aan kristalheldere
afspraken gemaakt. De commissarissen hebben gezegd dat
onderhandelen hun taak is en dat zij het alleen en op eigen
verantwoordelijkheid doen. Ik heb daarmee ingestemd, alhoewel ik er
soms wel graag had aan deelgenomen. Volgens de taakverdeling
behoort het onderhandelen de Commissie toe. Ik kon mij daarmee
akkoord verklaren op voorwaarde evenwel dat ik uitsluitend en alleen
de advocaat van de Raad zou zijn.
Omdat binnen de twaalf uur nadat de onderhandelingen van start
waren gegaan, kon worden vastgesteld dat zowel Pascal Lamy als
Franz Fischler ons zeer exact inlichtten over de gang van zaken, was
het ook gemakkelijk om in vertrouwen te werken.
Bijgevolg kan ik bevestigen dat de vergaderingen van de Vijftien
verlopen zijn zonder dat er ooit iemand zijn stem heeft verheft, zonder
scènes. Naar verluidt hebben in Seattle ooit ministers hun papieren in
het midden gegooid waarna ze kwaad wegliepen, zodat ze terug
moesten worden gehaald. Dat heeft hier niemand gedurfd. Dit was
ook omdat de informatie maximaal was en door iedereen werd
verstrekt. Zowel Franz Fischler als Pascal Lamy hebben onderstreept
zeer goed te weten wat hun mandaat is. Ze hebben erop gewezen dat
zij hun verantwoordelijkheid opnemen en evalueren of ze nog steeds
binnen of buiten het onderhandelingsmandaat handelen. Vanaf het
ogenblik dat zij wisten dat zij buiten het onderhandelingsmandaat
zitten, wendden zij zich opnieuw tot de Raad.
Met andere woorden, dit zijn geen Blair House-toestanden of geen Sir
Leon Brittan-toestanden die op hun eentje een landbouwakkoord
hebben afgesloten, waarvan de gevolgen zwaar doorwegen.
J'ai été longue mais il est tellement rare d'avoir l'occasion de rendre
perceptible la manière dont une conférence de ce genre se déroule.
Cela semble parfois confidentiel alors qu'en réalité, la réunion était
assez ouverte. Des centaines de journalistes étaient présents et ont
travaillé sans entrave.
Je soulignerai également que cette conférence a permis aux pays en
voie de développement de prouver leur maturité politique. Ils s'étaient
fort bien préparés aux travaux et ont su répartir les tâches. Leurs
positions ont d'ailleurs beaucoup pesé sur les travaux, ce qui est
normal. Ils ont contribué à modeler les travaux.
Le secrétariat des pays ACP, de son propre chef et sans en avertir au
préalable l'Union européenne, avait exigé que la dérogation OMC,
concernant les transactions commerciales entre les pays ACP au
nombre de 77 et les pays de l'Union européenne, soit accordée
avant le commencement des travaux. C'est une bonne stratégie.
Etant donné que l'Union européenne ne le savait pas, cette tactique a
jeté un certain froid au début parce que les autres pays en voie de
développement, qui ne sont pas d'anciennes colonies de pays
européens et qui n'appartiennent donc pas aux pays ACP, ont trouvé
qu'il était un peu fort que les pays ACP tentent de concrétiser cette
dérogation avant que l'ordre du jour ne soit établi pour la suite. Pascal
Lamy les a persuadés qu'il n'y était pour rien et les pays ACP ont
obtenu leur dérogation.
Die vergadering verliep in een zeer
open sfeer, en onder grote
journalistieke belangstelling. De
ontwikkelingslanden hebben blijk
gegeven van hun politieke
maturiteit. Zij hebben in
aanzienlijke mate bijgedragen tot
de werkzaamheden.
Buiten iedereen om eiste het
secretariaat van de ACS-landen
dat de WHO-afwijking voor
handelsverrichtingen tussen ACS-
landen en EU-lidstaten vooraf zou
worden verleend. Dat zette
enigszins een domper op de sfeer
de niet-ACS-landen konden er
niet om lachen. Maar de afwijking
werd wel toegestaan.
De heren Lamy en Fischler
ontpopten zich tot uitstekende
onderhandelaars. We zijn allen
twee keer naar het NGO-forum
gegaan. De Vijftien hebben een
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Nous avons pu peser sur les débats grâce à l'incroyable habilité de
négociateur de MM. Lamy et Fischler. Ils ont bien équilibré la carotte
et le bâton et cela selon les circonstances et selon l'interlocuteur. Il
n'est pas toujours nécessaire d'être gentil avec quelqu'un lorsqu'il
vient d'un pays très puissant, même si certaines régions de ce pays
sont encore sous-développées. Vous savez sans doute à qui je pense
en disant cela.
Il y a eu une grande ouverture d'esprit et un grand souci d'information
à notre égard et à l'égard de la société civile. Nous nous sommes
rendus à deux reprises, entre le mercredi et le vendredi, au forum des
ONG afin d'engager le débat en les y associant. L'unité des quinze
Etats membres de l'Union était sans faille: leurs représentants avaient
acquis la certitude que les commissaires connaissaient très bien leurs
sensibilités respectives, en tiendraient compte au maximum et les
avertiraient, au préalable, s'il s'avérait que c'était impossible.
De plus, nous avons tenu une réunion de travail spéciale avec les
représentants des pays candidats et de la Turquie. Nous constituions
un bloc de 28 personnes dans un ensemble de plus ou moins cent
quarante personnes. Cela compte! Sur un certain nombre de
questions, nous étions face à 77 personnes représentant les ACP, ce
qui était beaucoup.
voorbeeldige eensgezindheid aan
de dag gelegd.
We hebben een extra
werkvergadering gehad met de
kandidaat-lidstaten en Turkije.
Ik kan best begrijpen dat de heer Van der Maelen is teleurgesteld
over het mee in rekening brengen van de fundamentele
arbeidsnormen voor het sluiten van handelsakkoorden. In de tekst
werd echter, wat dat betreft, het maximum haalbare opgenomen, met
name de herbevestiging van wat reeds werd overeengekomen in
Singapore, ondanks het feit dat volgens een aantal lidstaten zelfs die
bepalingen moesten worden geschrapt. Verder is er ook een zeer
timide verwijzing naar de ILO.
Volledigheidshalve voeg ik eraan toe dat toen tevens werd
bekendgemaakt dat directeur-generaal Somavia zijn voorstel tot
samenwerking tussen de verschillende multilaterale organisaties
aanwezig in Genève, slechts met veel moeite kon doen aanvaarden
door de internationale arbeidsorganisatie. Het werd op de valreep
aangenomen.
De berichten die ons toekwamen zorgden voor alertheid binnen de
Belgische delegatie. Inderdaad, men moest ervoor opletten dat bij de
IAO niet de indruk zou worden gewekt dat hun eerste leidende rol
inzake arbeidsonderhandelingen vanuit de WTO zou worden
uitgehold. Daarover ging het debat in Genève. Trouwens, mocht de
heer Somavia niet zijn wie hij is, dan zouden de zaken veel moeilijker
zijn verlopen. Ik herhaal dat het voorstel op het nippertje werd
aangenomen, mede omdat de zevenenzeventig ATP's in de IAO op
het laatste moment ermee akkoord gingen.
Hopelijk is dit geen Chinees voor al degenen die deze
aangelegenheid niet op de voet volgden.
Net zoals internationale organisaties hun trots hebben, staan ook
multilaterale organisaties op hun prerogatieven. Er bestaat overigens
ook rivaliteit tussen de Wereldhandelsorganisaties, de Internationale
Arbeidsorganisatie, UNCTAD, de Wereldorganisatie tot bescherming
Je comprends la déception de M.
Van der Maelen au sujet des
normes fondamentales régissant
le travail qui doivent être
respectées quand sont signés des
accords commerciaux. Toutefois,
nous avons obtenu le maximum
dans ce domaine. D'aucuns ont
même demandé de supprimer la
référence à Singapour. A Genève,
le président de l'Organisation
internationale du Travail avait eu
du mal à amener ses collègues à
adopter une position unanime sur
le plan de la coopération entre les
différentes organisations
multilatérales. Nous avons voulu
empêcher que ce rôle directeur
soit vidé de sa substance. A
l'échelle internationale également,
les intérêts particuliers ont souvent
une influence déterminante. La
Belgique a du reste proposé
d'annexer au procès-verbal de la
réunion de clôture des Affaires
générales une déclaration
additionnelle confirmant que les
conceptions européennes en
matière de normes sociales et de
normes fondamentales régissant
le travail sont traduites clairement,
entre autres dans le traité de
Laeken.
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
van intellectuele eigendom en andere. Karikaturaal geschetst kan ik
zeggen dat elk van hen zijn eigen zandbak afbakent.
Dit alles speelt evenwel een rol bij de afhandeling van een en ander;
men moet daarmee allemaal rekening houden en dat is de reden
waarom sommige zaken erg lang duren.
Wij willen geenszins de samenwerking tussen de verschillende
agentschappen die voortspruiten uit de Verenigde Naties, zoals in
Genève werd overeengekomen, tegenhouden. Bij sommige leden van
de Belgische delegatie meen ik ten aanzien van mij evenwel een volte
face te hebben vastgesteld.
Hoe dan ook, wij zijn niet verder geraakt dan dat. Op voorstel van
België werd een bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de
vergadering van de Raad Algemene Zaken, die door alle lidstaten en
door de commissie werd goedgekeurd en waarin duidelijk werd
bepaald dat het spoor aangegeven door de Europese Unie met
betrekking tot sociale fundamentele arbeidsnormen, zou worden
gevolgd.
U kent het document dat door de commissie, tijdens het Belgische
voorzitterschap, is goedgekeurd.
Inzake landbouw, weet u dat de oorspronkelijke paragraaf van de
ministeriële verklaring zegt dat de partijen onderhandelingen zullen
aanvatten over alle vormen van exportsubsidies, "with a view on
fading out". Dat was de enige paragraaf waarvan het eindresultaat al
in de ministeriële verklaring vermeld werd. De Europese Unie
verklaarde zich daar niet mee akkoord en kon niet aanvaarden dat het
te bereiken eindresultaat reeds in de ministeriële verklaring stond,
terwijl dat nergens anders het geval was. Daarenboven ligt deze
materie extra gevoelig en zijn wij niet de enigen met exportsubsidies,
al zijn ze sterk verminderd.
Iedereen wist dat het grote struikelblok het feit was dat er alleen daar
een resultaatsverbintenis ingeschreven was en nergens anders. De
Amerikanen bewezen een beetje lippendienst aan die zin en de
Canadese collega van Landbouw wiens standpunt ik eens wou peilen,
verklaarde iets dergelijks nodig te hebben voor zijn thuisfront, wat niet
inhield dat het weg moest.
Anderen stelden dat ik geen "native speaker" was en dat, "with a view
on fading out", niet hetzelfde betekent als, "with the objective of
ultimatly fading out". Tenslotte is het probleem opgelost door er een
zinsnede aan toe te voegen. Namelijk "without prejudging on the final
outcome or result".
Met andere woorden, de landbouwonderhandelingen zullen verder
worden gevoerd om, onder alle onderhandelende partijen, die
maatregelen die het meest marktverstorend zijn, waaronder
exportsubsidies maar ook andere, te reduceren. Dit, zoals dat nu al
bezig is in het raam van de "build in agenda" van Genève.
De eerste minister van België is persoonlijk van mening dat alle
exportsubsidies zouden moeten worden afgeschaft. Hij laat dan ook
geen gelegenheid voorbijgaan om die persoonlijke mening te
formuleren. U weet trouwens dat er binnen de regering nog meer
Le paragraphe initial de la
déclaration ministérielle stipulait
que les partis entameraient des
négociations "with a view on
phasing out", c'est-à-dire en
spécifiant le résultat final. L'UE y
était opposée. Une telle obligation
de résultats n'était mentionnée
dans aucun autre paragraphe. Il
faut dire qu'il s'agit d'une matière
délicate. Finalement, la phrase a
été complétée par "without
prejudging on the final outcome of
the result".
Un nouveau cycle de négociations
sera donc entamé dans le but de
désamorcer les mesures qui ont
pour effet de perturber le marché.
Le premier ministre estime
personnellement qu'il faut
supprimer les subsides à
l'exportation et il ne laisse passer
aucune occasion d'émettre cette
opinion. Mais ce qui compte, c'est
la déclaration.
Pour nuancer mon propos, je
voudrais encore citer quelques
chiffres. Les subsides à
l'exportation de l'UE ont chuté,
passant au cours de l'année 2000
d'un quart à 12 % du budget
agricole. En ce qui concerne les
subsides à l'exportation, aucun
n'est accordé pour le froment.
Pour les volailles et les porcs, ces
subsides se chiffrent à
respectivement 30 et 34 %.
L'exportation de viande bovine, de
lait, de grains et surtout de sucre
font problème en matière de
subsides.
Depuis 1995, l'importation de
produits agricoles en provenance
de pays en voie de développement
a connu une croissance de 5 %,
ce qui fait de l'Union européenne
le plus gros importateur avant les
Etats-Unis. Par conséquent,
l'Europe n'est certes pas le plus
mauvais élève de la classe, ce qui
ne signifie pas qu'elle ne doit pas
encore progresser. Au demeurant,
les mesures dans le cadre du
programme everything but arms
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
persoonlijke meningen zijn. Wat dat betreft ben ik discreter in het
uiten van mijn mening.
Wat echter van groter belang is, is de verklaring zoals ze is
goedgekeurd. Onze eerste minister is een zeer machtig man maar,
zijn invloed reikt nog niet zo ver dat hij kan bepalen wat er in Genève
binnen de Wereldhandelsorganisatie gebeurt. Dat doen de 141
lidstaten, op basis van de kalender die daar is goedgekeurd.
Ik zou nog graag enkele cijfers geven voor diegenen die denken dat
de EU de slechtste leerling is in de klas inzake de markttoegang voor
landbouwproducten vanuit derde landen in het algemeen en voor
ontwikkelingslanden in het bijzonder.
Ten eerste, de exportsubsidies voor de EU zijn verminderd, van
oorspronkelijk een kwart van het totale landbouwbudget van de
Europese Unie, naar 12% van dat budget in het jaar 2000. Dat is een
grotere vermindering dan deze die nodig was onder de WTO-
verplichtingen. Als u de taart bekijkt van de verdeling van de
landbouwkredieten naar besteding toe, dan kunt u dat zien.
Hoe zit het nu met de uitvoer die geschiedt zonder exportsubsidies
vanuit de EU? Voor de uitvoer van tarwe bestaan er geen
exportsubsidies meer, 100% dus; 70% van het gevogelte wordt
uitgevoerd zonder subsidies; 66% van de export van varkensvlees
gebeurt zonder subsidies. De afbouw van exportsubsidies op
rundsvlees, melk, ruwe granen en suiker is problematischer. In
verband met de suikerexport draait het niet enkel om ons land maar
ook om de ACP-landen, zoals u wellicht wist.
Sinds 1995 kende de invoer in de Europese Unie vanuit de
ontwikkelingslanden een groei van 15%, terwijl de import vanuit niet-
ontwikkelingslanden voor landbouwproducten een groei kende van
4%. Voorheen was dit laatste slechts 2%. Daarenboven is de
Europese Unie de grootste importeur van landbouwproducten van
ontwikkelingslanden. In 2000 werd voor 33 miljard euro aan
landbouwproducten uit ontwikkelingslanden ingevoerd, terwijl de
Verenigde Staten, de tweede grootste importeur, voor 19 miljard euro
heeft ingevoerd. 65% van de ACP-landbouwuitvoer komt naar de
Europese Unie. 66% van de landbouwexport vanuit Noord-Afrika, gaat
naar de Europese Unie. Tevens voert de Europese Unie meer in
vanuit de Mercosur-landen en de Asian-landen dan de Verenigde
Staten, Canada of Japan.
Dit wil niet zeggen dat we niet nog grotere inspanning moeten leveren,
maar het betekent wel dat we duidelijk niet de slechtste leerling in de
klas zijn inzake het handelsverkeer van landbouwproducten met
ontwikkelingslanden. Wij zijn de beste leerlingen, wat niet betekent
dat het niet nog beter kan.
Het everything-but-arms-initiatief krijgt stilaan een vertaling naar de
realiteit en wordt naar de 49 minst ontwikkelde landen nog versterkt.
Ik weet dat er binnen de everything-but-arms overgangsmaatregelen
zijn, op vrij lange termijn, voor suiker, rijst en bananen. Dit wil niet
zeggen dat de liberalisering van onze markt voor producten van de
minst ontwikkelde landen, niet zal doorgaan. Ze zullen worden
gefaseerd, maar er wordt wel degelijk een begin mee gemaakt: er is
nu al een vermeerdering van de zero duty tarif weight-quota met 15%
auront pour effet de consolider
encore ce marché, et les pays en
voie de développement pourront
encore accroître leur capacité
d'exportation.
Pour ce qui est du rôle des Etats-
Unis dans le domaine de l'accès
au marché, c'est le principe du first
track qui est en vigueur. En
d'autres termes, la position à
défendre dans les négociations
sera déterminée en concertation
avec les membres du Congrès
américain. Cela ne simplifiera pas
les négociations, mais sans le
principe du first track le Congrès
américain pourrait rejeter et
dédaigner ces accords sans autre
forme de procès.
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
per jaar en de invoertarieven zullen volledig worden gefaseerd, in dit
geval tegen 2009. We moeten ook niet uit het oog verliezen dat het
voor sommige van de minst ontwikkelde landen nog niet zo een
slechte zaak is, aangezien ook zij de capaciteit moeten opbouwen om
gebruik te kunnen maken van deze extra mogelijkheid.
Nog een klein woordje over market access en de rol van de
Verenigde Staten, en over fast track of trade power authority, zoals
dat nu heet. De Amerikaanse minister van Handel, Bob Sullick, moet
hiervoor onderhandelen met Congresleden, zeker in de Senaat, waar
de Republikeinen geen meerderheid meer hebben.
Hij heeft moeten beloven aan de verkozenen uit de textielstaten en uit
de staten die citrusvruchten produceren, dat hij de
onderhandelingsposities die de Verenigde Staten zullen innemen, in
overleg met de Congresleden zal bepalen. Dat zal de
onderhandelingen, wanneer ze betrekking daarop zullen hebben,
zeker niet vergemakkelijken.
Als er geen fast track wordt toegekend, zal alles nog moeilijker
verlopen, want dat zou betekenen dat het Amerikaanse Congres het
hele resultaat kan verwerpen. Immers, dan moet de Trade Secretary
met het resultaat naar het Congres en is de tekst van alfa tot omega
en van item tot item, aan de goedkeuring van het Congres
onderworpen.
(Intervention incompréhensible)
Oui, sauf que le résultat risquerait d'être que l'on n'ait rien du tout
puisque les intérêts des uns et des autres ne sont pas toujours
cohérents et que le système électoral américain est tel qu'il n'incite
pas nécessairement à la solidarité entre Etats.
Voilà où nous en sommes. D'ailleurs le "fast track" n'est pas encore
gagné. Les négociations sont toujours en cours. Au début, aussi bien
Bob Surey que Don Evans, le secrétaire d'Etat au commerce, me
disaient qu'ils étaient plutôt confiants et que tout cela fonctionnerait
sans trop de problèmes. Entre-temps, on n'a toujours rien obtenu.
De belangen van de ene vallen
niet noodzakelijk samen met de
belangen van de andere. Het
Amerikaanse kiesstelsel werkt
solidariteit tussen staten niet
bepaald in de hand. De
onderhandelingen zijn nog steeds
aan de gang.
Ik denk dat ik ook de vraag van mevrouw Pieters al gedeeltelijk
beantwoord heb, al verbaast mijn antwoord haar misschien wat. De
eerste minister is er heel eerlijk van overtuigd dat er meer
rechtvaardigheid in de wereld en ik deel zijn overtuiging, maar ik
denk dat voor de totstandkoming ervan wat meer tijd nodig is moet
komen. Hij beseft dat daarom de kloof tussen de rijke en arme landen
kleiner moet worden gemaakt. Het is correct dat zulks alleen mogelijk
is als wij onze markten in grotere mate openstellen voor producten
vanuit derdewereldlanden. Het is ook correct dat zulks gepaard moet
gaan met de afbouw van alle marktverstorende elementen en met de
opmaak van regels die in dezelfde mate voor iedereen gelden. Die
regels moeten dan wel in beide richtingen gelden.
Mevrouw Pieters, ik stel bijvoorbeeld vast en ik heb u dat al eerder
verteld dat onze textielsector, die een reconversie heeft
doorgevoerd die gepaard ging met het verlies van duizenden
arbeidsplaatsen, de grootste moeite heeft om zijn kwaliteitsproducten
af te zetten op de Indische markt, omdat daar de voormalige
tariefbarrières vervangen zijn door allerlei andere maatregelen die de
J'ai également répondu
partiellement à la question de
Mme Pieters concernant les
déclarations du premier ministre
sur la suppression des
subventions à l'exportation.
J'approuve d'ailleurs la position du
ministre mais j'estime qu'il faudra
plus de temps.
Il n'y aura davantage d'équité que
lorsque le fossé entre le Nord et le
Sud sera comblé. Des éléments
qui entraînent une distorsion du
marché, tels que les subventions à
l'exportation, sont à bannir en
l'espèce et les règles doivent être
appliquées uniformément à
chacun. Les grandes inégalités
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
toegang tot de markt belemmeren. Wij mogen toch niet naïef zijn.
India is een land met 1,2 miljard inwoners, waaronder een
middenklasse die geraamd wordt op 200 tot 300 miljoen mensen. De
markt is daar potentieel bijna even groot als die van de hele Europese
Unie. Men kan mij niet wijsmaken dat India het argument dat het een
ontwikkelingsland is, mag blijven inroepen en het daarom dingen mag
doen die Europa absoluut niet mag doen.
Maar, mevrouw Pieters, ook als overtuigde, diepblauwe, liberale
politica ben ik het met u eens dat de zeer grote ongelijkheden die in
de wereld bestaan - die nog pijnlijker worden omdat ze nu veel
zichtbaarder zijn dan vroeger, en die ook veel beter door iedereen
waargenomen worden door de wereldwijde verspreiding van televisie
en dergelijke , een voedingsbodem vormen voor instabiliteit.
Instabiliteit mag evenmin een excuus vormen voor geweld en
terrorisme. Ook uit welbegrepen eigenbelang moeten wij de richting
uitgaan van meer rechtvaardigheid. Wij moeten er zeker voor waken
dat de Europese Unie niet op haar beurt de traditionele barrières die
onze markten afschermen, vervangt door andere barrières. Ik denk
bijvoorbeeld aan barrières inzake productkwaliteit en dergelijke meer.
Wij moeten ervoor waken dat de Europese Unie stilaan een kwalitatief
onneembare vesting wordt.
Ik zie hoe een absoluut heilloze combinatie ontstaat tussen twee
redeneringen. Volgens de eerste redenering hebben de regeringen in
de Europese Unie de plicht te zorgen voor de hoogst mogelijke
bescherming van de consument.
Overigens vind ik dat wij in onze samenleving hoe langer hoe minder
met risico's om kunnen. Wij zouden alle mogelijke risico's willen
uitschakelen. Volgens mij is alleen de dood risicoloos. Het leven
betekent nu eenmaal bepaalde risico's ondergaan.
Als gevolg van die redenering vinden sommigen dat zij gerechtigd zijn
om erg strenge kwaliteitseisen te stellen aan bijvoorbeeld producten
en aan dierenwelzijn. Wij verplichten onze producenten die hoge
normen te respecteren. Die producenten worden geconfronteerd met
geïmporteerde producten die niet aan dezelfde hoge eisen zijn
onderworpen en dus goedkoper kunnen worden vervaardigd. Dat is
oneerlijke concurrentie, vinden wij. De tweede redenering is dan dat
de niet-Europese producenten, om die oneerlijke concurrentie voor de
Europese producenten weg te werken, dan maar dezelfde
kwaliteitsnormen moeten respecteren, ook al leven zij in een
ontwikkelingsstadium dat zulks uitsluit.
Alsmaar vaker worden beide redeneringen gecombineerd. Zodoende
maken wij van de Europese Unie een bijna onneembare vesting.
Daarover moeten wij eens goed nadenken. Gisteren was ik in de
Landbouwraad bijvoorbeeld erg verontwaardigd bij de discussie over
dierenwelzijn. Ik houd van de meeste dieren en vind dat dieren goed
moeten worden behandeld. Bepaalde regeringen stellen echter eisen
of kondigen eisen aan voor langdurig dierentransport, die zij niet voor
langdurig mensentransport stellen. Als ik dat hoor, word ik toch wel
wat ziek. Uiteindelijk en dat is nu eigenlijk al het geval zijn er
betere stallingen voor dieren dan huisvesting voor sommige inwoners
van bepaalde landen. Wij moeten ons afvragen hoelang wij daarmee
nog voort kunnen gaan. Dat stopt ook nooit. Dat is echter mijn
ontboezeming, waarvan ik vind dat ik ze wel eens mocht uiten. U
rendues aujourd'hui beaucoup
plus apparentes par les médias
entraînent l'instabilité qui, à son
tour, engendre la violence et le
terrorisme.
Par ailleurs, l'EU ne doit pas non
plus remplacer les barrières
traditionnelles par d'autres
obstacles comme des normes de
qualité élevées qui font également
de l'Europe une forteresse
imprenable. Le lien que l'on établit
aujourd'hui entre deux
raisonnements est risqué. Les
gouvernements européens
s'érigent en défenseurs des
consommateurs et veulent par
conséquent réduire les risques au
maximum. Des normes de plus en
plus sévères sont ainsi imposées
aux produits, également en ce qui
concerne la protection du bien-être
des animaux. Considérant que nos
producteurs souffrent d'une
concurrence déloyale du fait de
l'importation de produits ne
répondant pas à ces exigences
élevées, on veut imposer ces
dernières à d'autres pays, même
là où c'est impossible. Hier, je me
suis emportée lors du Conseil
européen de l'Agriculture car, à
entendre les exigences de certains
négociateurs, les animaux seront
bientôt mieux hébergés que les
humains. Où allons-nous?
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
moet daarover maar eens de mening van de eerste minister vragen.
Quelles sont les différentes étapes pour les deux prochaines années?
La date de conclusion des négociations qui devront être menées, aux
termes de la déclaration de Doha, sera le premier janvier 2005. En
d'autres termes, tout devrait être terminé d'ici fin 2004. C'est la date
que tout le monde a acceptée mais si on la dépasse, rien ne se
produira.
La prochaine conférence ministérielle, la cinquième, aura lieu dans le
courant de 2003 soit au printemps soit en automne et c'est Mexico qui
a posé sa candidature au lendemain de Doha. Cette conférence sera
importante car elle sera consacrée d'une part à l'évaluation à mi-
chemin de l'état des négociations et d'autre part décidera, s'il y a
unanimité car toutes les décisions de l'OMC se prennent à
l'unanimité, du début de nouvelles négociations.
Un agenda plus précis pour les négociations à mener sera établi par
le TNC, le Trade Negociating Committee, qui se situe à Genève et
sera compétent pour la coordination des négociations. Il se réunira
pour la première fois le 28 janvier, c'est-à-dire la semaine prochaine.
C'est ce même TNC qui décidera des différents groupes de
négociations qui seront probablement au nombre de cinq. Ils seront
respectivement chargés de l'agriculture, des services, de l'accès au
marché, de l'environnement et des règles OMC. Vous savez que ce
dernier thème concerne la clarification des règlements de différends à
l'OMC mais aussi les règles de fonctionnement de l'OMC en tant que
telle ainsi que les règles en matière de subsides.
Les présidents de ces groupes de négociations seront désignés par le
président du TNC et devront faire rapport au Conseil général où sont
représentés tous les Etats, au nombre de 145 puisque nous avons
accepté un certain nombre de nouveaux membres, notamment la
Chine et Taïwan. Ils feront rapport sur un certain nombre de thèmes:
les investissements, la concurrence, les commandes publiques, la
facilitation du commerce, le commerce électronique, la réforme
éventuelle du mécanisme de règlement des différends, les indications
géographiques.
Cependant, la Commission a demandé et obtenu un traitement
séparé en vue de faire démarrer des négociations lors de la
cinquième conférence interministérielle.
Je vous rappelle que les indications géographiques ne concernent
pas uniquement les pays développés. Il ne s'agit pas seulement de
protéger le jambon de Parme de par le monde. Il peut tout aussi bien
s'agir du riz Basmati, par exemple. Tel est le genre de problématique
qui sera examinée. Il ne sera donc pas uniquement question
d'appellations d'origine contrôlée, etc, préoccupation des pays riches.
Pour ce qui est de l'agenda incorporé en matière d'agriculture, le
comité pour l'agriculture de l'OMC s'est réuni en réunion spéciale,
mais informelle, du 3 au 5 décembre dernier, pour discuter
essentiellement des thèmes tels que l'environnement, les préférences
tarifaires, l'aide alimentaire, les informations aux consommateurs et
les questions d'étiquetage.
De in het kader van de conferentie
te Doha opgestarte
onderhandelingen moeten tegen 1
januari 2005 afgerond zijn. De
volgende ministeriële conferentie
vindt plaats in Mexico in 2003.
Daar zal, halfweg, een evaluatie
van de lopende onderhandelingen
worden gemaakt en zal indien
nodig worden beslist nieuwe
onderhandelingen op te starten.
Op 28 januari wordt in Genève een
meer precieze agenda opgesteld.
Waarschijnlijk zullen de
onderhandelingen over vijf
werkgroepen worden uitgesplitst:
landbouw, diensten, toegang tot
de markt, milieu en WHO-regels.
De voorzitters van de groepen
worden door de voorzitter van het
TNC aangewezen en brengen
verslag uit aan de Algemene Raad
waarin de 145 leden zitting
hebben.
Volgende thema's zullen aan bod
komen: de investeringen, de
concurrentie, de
overheidsaanbestedingen, het
wegwerken van de
handelsbelemmeringen, de e-
handel, de hervorming van de
regeling voor de beslechting van
conflicten en enkele geografische
aspecten.
Op de built-in agenda staat een
vergadering van de groep
Landbouw, die zich zal buigen
over onderwerpen als het milieu,
preferentiële tarieven of
consumentenvoorlichting. Er vindt
een vergadering plaats van 4 tot 8
februari 2002. Vanaf maart wordt
er naar een hogere versnelling
geschakeld en worden er meer
vergaderingen belegd, want er
moet rekening worden gehouden
met de bijzondere en
gedifferentieerde behandeling.
Zes maanden later zullen de
ontwerpen en voorontwerpen met
de onderhandelingsmodaliteiten
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Une deuxième réunion aura lieu du 4 au 8 février prochain.
A partir de mars, conformément aux termes du calendrier de Doha, le
processus sera intensifié. En effet, d'ici mars de l'an prochain, les
modalités des nouveaux engagements, en ce compris les dispositions
en matière de traitement spécial et différencié, devront être définies,
ce traitement spécial et différencié étant destiné aux pays en voie de
développement en général et aux pays les moins avancés en
particulier.
Six mois plus tard, en vue de la cinquième conférence
interministérielle, les projets ou avant-projets de modalités relatifs à la
façon de mener les négociations devront être convenus.
A l'origine, les pays en voie de développement ne voulaient quasiment
discuter que des questions d'accès au marché et de facilitation du
commerce, tandis que l'Union européenne souhaitait également
discuter de questions telles l'investissement, la concurrence, les
relations entre accords commerciaux et internationaux en matière
environnementale, les normes fondamentales du travail. La Belgique
figurait parmi les pays qui se sont prononcés en faveur d'une
discussion concernant l'accès aux médicaments.
Si on considère qu'un programme de travail, dans lequel tous ces
points sont repris, a été approuvé, même si les négociations ne
démarrent pas avant 2003, on peut dire qu'on n'a pas mal travaillé.
Le comité «service» s'est réuni à Genève du 3 au 6 décembre de
l'année dernière. Cette réunion avait été prévue pour assurer la
continuité des négociations «service» et ce, dans l'éventualité d'un
échec à Doha, ce que personne n'avait osé exclure.
Comme la quatrième ministérielle celle qui a eu lieu a décidé
d'incorporer les négociations "services" dans les négociations
globales, qui seront également supervisées par le "Trade Negociation
Committee", le conseil "Committee on Trade and Services" de
décembre s'est contenté de réexaminer pour la troisième fois les
propositions horizontales et sectorielles déjà sur la table, et de donner
l'occasion aux pays en voie de développement de présenter leur
contribution. Celle-ci aurait dû être présentée plus tôt. Il n'y avait là
aucun élément nouveau à attendre puisqu'il s'agissait de revoir de ce
qui avait déjà fait l'objet de discussions. La Commission de l'Union
européenne avait déjà annoncé en "comité 133 services" qu'elle ne
ferait que réitérer les positions déjà énoncées antérieurement. C'est
pour cette raison qu'une constatation spécifique ne nous paraissait
pas véritablement utile puisque la position belge avait déjà été
convenue précédemment.
En ce qui concerne spécifiquement le dialogue avec les
parlementaires, comme je vous l'ai dit, l'ordre du jour du comité 133
vous sera transmis. J'en ai convenu très explicitement avec Pascal
Lamy qui est tout à fait d'accord. Cela vous permettra de suivre les
thèmes traités. Là où la Commission reste jusqu'à présent
absolument intraitable, c'est sur l'éventuelle participation, même en
tant qu'observateurs silencieux, de représentants de quelque
parlement que ce soit, y compris le Parlement européen. Compte tenu
du traité, c'est une position tout à fait justifiée. Elle est très stricte,
mais est réellement contrebalancée par une très grande ouverture de
worden opgesteld. Aanvankelijk
wilden de ontwikkelingslanden
alleen maar over de toegang tot de
markt praten. Het comité is in
december 2001 in Genève
bijeengekomen, en heeft zich
ertoe beperkt de voorstellen die al
ter tafel lagen, en de standpunten
van de ontwikkelingslanden
opnieuw te bespreken. Omdat er
geen nieuwe informatie werd
aangereikt, leek een specifieke
overlegronde ons niet nodig.
De agenda van het Comité 133 zal
u worden overgelegd, zodat u op
de hoogte blijft van de thema's die
worden besproken. Op één punt
blijft het comité onverzettelijk.
Het wil terzake van geen wijken
weten. Dit wordt echter
goedgemaakt door zijn heel open
houding inzake
informatieverspreiding.
Ik wens mevrouw Gilkinet erop te
wijzen dat het akkoord over de
toegang tot geneesmiddelen zich
niet tot een mondelinge
overeenkomst mag beperken. Het
TRIPS-akkoord dient te worden
verduidelijkt en versterkt. Het te
Doha bereikte akkoord bevestigt
hetgeen al in het TRIPS-akkoord
stond. De Verenigde Staten
hebben niettemin aanzienlijke druk
uitgeoefend om te voorkomen dat
de regeringen van de
ontwikkelingslanden op bepaalde
licenties een beroep zouden doen.
Overeenkomstig het TRIPS-
akkoord kan elk contracterend
land bepaalde bepalingen, onder
andere inzake licenties, naast zich
neerleggen. Inzake invoer zijn de
zaken iets minder duidelijk. Te
Doha werd een poging gedaan om
het thema van de parallelle invoer
aan te kaarten. Dit is een heel
complexe materie. De WHO kreeg
de opdracht de kwestie tegen juli
te regelen en tegen het einde van
het jaar doeltreffende oplossingen
voor te stellen.
De in Kameroen gevestigde
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
la part du commissaire, de ses collaborateurs et des responsables de
DG, à informer les interlocuteurs de parlements, d'ONG qui le
demandent, mais pas question de négocier. J'ai fait une timide
tentative, je n'ai pas pu assister à certaines négociations. Je vous ai
raconté comment j'avais réagi.
L'essentiel, mais je pense vous l'avoir dit lors d'une discussion
antérieure, dans l'accord TRIPS, ce que nous avons voulu obtenir en
ce qui concerne l'accès aux médicaments, c'est que cet accord ait de
la substance et qu'il ne se contente pas de déclarations strictement
verbales. Cette substance consistait essentiellement à clarifier et à
renforcer ce que les accords TRIPS contenaient déjà.
Nous voulions un texte ayant de la substance. L'accord concernant
l'accès aux médicaments génériques est un accord dont l'importance
est beaucoup plus politique et psychologique que conçu en termes de
droit international dans le sens où l'accord de Doha ne fait que
confirmer ce qui l'était déjà dans l'accord TRIPS, mais renforce ainsi
la position des pays en voie de développement ou des pays tiers sur
lesquels les Etats-Unis exercent ou ont exercé des pressions
énormes afin d'empêcher les gouvernements de ces pays de faire
usage de licences obligatoires ou éventuellement d'importations
parallèles. Cela fut le cas en Thaïlande où le ministre a été, purement
et simplement, convoqué à l'ambassade des Etats-Unis! J'aime
beaucoup les Américains mais quand je ne suis pas d'accord avec
eux, je le dis.
Cet accord répète que tout pays, tout Etat contractant à l'accord
TRIPS a le droit, dans des circonstances exceptionnelles, de passer
outre un certain nombre de dispositions, entre autres, en matière de
licences et d'importations parallèles mais à ce sujet, c'est moins
clair. Une tentative de traiter de la question des importations
parallèles a été faite à Doha même. Mais la situation est tellement
complexe, ne s'agissant pas simplement de l'accès aux médicaments
mais aussi de protection de propriété intellectuelle, de modalités de
différenciation de prix, etc., que nous ne pouvions nous en sortir
seuls. Il était donc préférable de confier cette tâche à l'OMC avec
obligation de faire rapport cet été, avant juillet, afin de bien cerner les
problèmes que rencontrent les pays qui ne disposent pas des
possibilités de production de produits génériques, par exemple, et de
trouver des solutions applicables et efficaces d'ici la fin 2002.
L'accord de Bangui fut conclu le 2 mars 1977 par quinze pays
africains et a créé l'Organisation africaine de la propriété intellectuelle
l'OAPI dont le siège se situe à Yaoundé au Cameroun.
Le but de cette organisation est de délivrer les brevets pour les quinze
Etats membres et d'assurer une protection régionale de la propriété
intellectuelle, c'est-à-dire les brevets des appellations d'origine et
d'indications géographiques.
Après la signature des accords TRIPS d'origine, l'OAPI a entrepris de
moderniser l'accord afin de le mettre en conformité avec ces accords
TRIPS. Par exemple, elle a prévu des brevets d'une durée de vingt
ans au lieu de dix ans renouvelables, comme stipulé dans l'accord
initial.
Ces travaux ont abouti le 24 février 1999 à la révision de l'accord de
Organisation africaine de la
propriété intellectuelle (OAPI) is
bevoegd om aan de vijftien
lidstaten octrooien te verlenen. De
geldigheidsduur van de octrooien
werd verlengd en bedraagt nu
twintig jaar. Het herziene akkoord
van Bangui moet normaal deze
maand in werking treden.
Blijkbaar gaat het bij dat herziene
akkoord om meer dan een
actualisering. De Europese
Gemeenschap noch de Europese
Commissie, noch de EU-lidstaten
zijn bij dit akkoord betrokken.
Niettemin steunen wij dit regionale
initiatief.
Wat de grond van de zaak betreft,
hebben wij nooit aangedrongen op
een ruimere bescherming dan die
waarin het TRIPS-akkoord
voorziet.
Alle gevolgen van dit herziene
akkoord voor de toegang tot
geneesmiddelen zullen in
overweging moeten worden
genomen.
Wij kunnen de OAPI alleen
verzoeken het akkoord opnieuw te
bekijken. De parallelle invoer ligt
het moeilijkst, aangezien deze niet
alleen geneesmiddelen maar ook
wagens, boeken, enz. betreft.
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Bangui. Cet accord révisé devrait entrer en vigueur en janvier 2002.
Il semble en effet que cet accord révisé va plus loin qu'une simple
mise en conformité avec les accords TRIPS. Il offre une protection
régionale des brevets plus importante que celle prévue par les
accords TRIPS. On surnomme d'ailleurs l'accord de Bangui révisé,
l'accord "TRIPS plus".
Je souligne le fait que ni la Communauté européenne, ni la
Commission n'ont participé à cet accord. Elles ne sont pas non plus
membres de l'OAPI puisque celle-ci est purement africaine. Nous ne
sommes donc pas du tout associés aux travaux de l'OAPI.
Pour ce qui est de la méthode, nous soutenons bien sûr ce genre
d'initiatives régionales parce qu'elles permettent aux Etats membres
de bénéficier d'une mise en commun des expériences législatives et
d'un échange de bonne pratique.
Quant au fond, nous n'avons jamais encouragé les pays les moins
avancés à adopter une protection plus stricte que celle offerte par les
accords TRIPS puisque, selon nous, ceux-ci suffisent à assurer une
protection adéquate.
Cet accord révisé peut-il avoir un effet néfaste? Il ne me semble pas
que ce soit le cas en ce qui concerne la protection de la propriété
intellectuelle en général. Cependant, je crois qu'il faudra examiner
avec soin l'effet qu'il aura sur l'accès aux médicaments. Nous ne
pouvons qu'inviter l'OAPI et les Etats membres à réexaminer la
révision de l'accord sous cet angle-là ou à clarifier éventuellement le
rapport entre un accord régional et l'accord TRIPS lorsque celui-ci
aura été élargi aux questions d'importations parallèles, qui sont les
plus difficiles à résoudre. En effet, les importations parallèles ne
concernent pas uniquement les médicaments, mais aussi les
automobiles, les livres et autres produits culturels. Elles dépassent
donc le cadre de la lutte contre les maladies graves et l'accès aux
médicaments.
Ik weet dat ik wat geprofiteerd heb van het feit dat ik hier alleen zit om
in het lang en het breed in te gaan op hoe dit allemaal in zijn werk
gaat. Ik hoop dat u mij dat zult willen vergeven.
01.06 De voorzitter: Mevrouw de minister, uw omstandig antwoord
toont aan dat u dit onderwerp het nodige belang toekent. Er waren
dan ook vier vraagstellers.
01.07 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zou graag
met de voeten terug op de grond komen. Mevrouw de minister, uit de
duur van uw antwoord blijkt wel dat dit een zeer delicate zaak is. U
hebt meer dan een uur geantwoord. Uit de lengte van uw antwoord
maak ik ook op dat Doha bij u een enorme indruk heeft nagelaten. Ik
vond het interessant om te vernemen hoe dit uitgebreid overleg
tussen de Europese Commissie en het voorzitterschap tot stand
gekomen en verlopen is. U hebt onderstreept dat een sterke
vertrouwensrelatie aan de basis diende te liggen om niet te komen tot
Seattle-situaties. Dit was het vertrekpunt van het voorzitterschap en
de Europese Commissie. Dat belet niet dat de premier een steen in
de kikkerpoel gegooid heeft. Dit kan een uitdrukking zijn van zijn
diepste verlangens die op bijzonder lange termijn gerealiseerd kunnen
01.07 Trees Pieters (CD&V): La
longueur de la réponse de la
ministre témoigne du caractère
délicat des questions et indique
également qu'elle a été
impressionnée par les discussions
menées à Doha. La ministre a
souligné la grande ouverture
d'esprit et le souci de l'information.
Les déclarations du premier
ministre concernant la suppression
des subventions à l'exportation ont
cependant jeté un pavé dans la
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
worden. Doch, als voorzitter van de Europese Unie ingaan tegen de
Commissie die zoals u zelf onderstreept heeft de gevoeligheid zo
goed heeft ingezien en zo delicaat te werk is gegaan met verstandige
mensen zoals Lamy en Fischler getuigt wel van een aparte visie. U
hebt geprobeerd de vis te verdrinken in een dialoog over mondiale
solidariteit, die qua ideeën prachtig is. Een diepblauwe liberale
excellentie dient echter te beseffen dat hierdoor een aantal sectoren,
onder meer de landbouw, binnen de Europese Unie gedoemd zijn om
vernietigd te worden. Dit kan eventueel ook gelden voor de
textielsector. Ik hoop dat dit een visie op de lange termijn is en dat het
nog niet voor morgen is.
mare.
La ministre Neyts, d'obédience
ultra-libérale, a tenté de noyer le
poisson en parlant de la solidarité
mondiale. Elle doit néanmoins
prendre conscience que cette
solidarité signera à terme l'arrêt de
mort des secteurs agricole et
textile.
01.08 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Madame la ministre, je
suis très contente des détails que vous nous avez donnés aujourd'hui.
Pas mal nous étaient connus car nous avons aussi nos sources
d'information puisque les réunions étaient ouvertes mais il y avait
malheureusement trop peu de monde.
J'ai deux remarques à faire. En ce qui concerne la hiérarchie des
normes, vous disiez qu'il y avait des susceptibilités ou des
prérogatives entre les organisations multilatérales. Je pense que ce
qui est déterminant, c'est que l'OMC a un pouvoir contraignant, via
l'organe de règlement des différends, ce que les autres n'ont pas,
notamment l'Organisation Internationale du Travail (OIT) ou la
CNUCED.
Par rapport à cette hiérarchie des normes, le premier ministre, lors du
debriefing qu'il a fait au parlement avant la fin des négociations, a
répondu à une question que je luis posais que la hiérarchie des
normes serait respectée en matière d'environnement. J'ai donc
compris qu'il envisageait que les traités internationaux prévaudraient
sur l'OMC. C'est comme cela que je l'ai compris. On verra comment
l'avenir mettra les choses au point.
A propos des disparités, vous disiez qu'elles étaient plus criantes
entre riches et pauvres au Nord et au Sud de la planète parce qu'elles
étaient plus connues via les médias. Je pense qu'il y a des chiffres qui
montrent qu'elles ont été multipliées par dix ou par vingt.
01.08 Claudine Drion (ECOLO-
AGALEV): Ik dank de minister
voor de nadere toelichting.
Wat de hiërarchie van de normen
betreft, is het van doorslaggevend
belang dat de beslissingen van de
WHO bindend zijn. Als ik het wel
heb, meent de eerste minister dat
de internationale verdragen wat de
milieunormen betreft prevaleren
boven de WHO.
De discrepanties tussen de rijke
en de arme landen zijn tien of zelfs
twintig keer zo groot geworden!
01.09 Annemie Neyts, ministre: Ce que je voulais dire, c'est
exactement l'inverse. Les populations les plus pauvres de la planète
ont accès aux images qui montrent le luxe inouï dans lequel nous
vivons par rapport à leurs conditions de vie. C'est cela qui rend la
situation beaucoup plus insoutenable qu'elle ne l'était déjà.
01.09 Minister Annemie Neyts:
Dat bedoelde ik niet. De armste
bevolkingen zien beelden die hun
een kijkje geven in de leefwereld
van de rijke landen, wat hun eigen
situatie er alleen maar
ondraaglijker op maakt.
01.10 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Une dernière chose, mais
je suppose qu'on en parlera dans un prochain jeu de questions, c'est
à propos du Trade Negociation Committee, le TNC qui sera mis en
place la semaine prochaine. Il serait intéressant de savoir si la
Belgique y jouera un rôle. Si oui, à quel niveau? Je ne sais pas si
vous êtes en mesure d'y répondre maintenant puisque le comité n'est
pas encore mis en place. Nous y serons attentifs.
01.10 Claudine Drion (ECOLO-
AGALEV): Dat is waar. Wat het
TNC dat volgende week wordt
ingesteld betreft, zou ik nog willen
weten welke rol België daarin zal
spelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Voorzitter: Dirk Van der Maelen.
Président: Dirk Van der Maelen.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "BDBH" (nr. 6159)
02 Question de Mme Trees Pieters à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargé
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op 13 juli 2001 werd het Lambermont-akkoord goedgekeurd.
Het gevolg hiervan is dat de geplande regionalisering van de
buitenlandse handel een feit werd. Het doel was om tegen 1 januari
2002 een agentschap voor buitenlandse handel met beperkte
opdrachten op te richten en tegelijkertijd zou de BDBH ophouden te
bestaan. Intussen blijkt dat het agentschap nog steeds niet is
opgericht. De oprichting ervan zou zelfs worden uitgesteld tot april
2002. Klopt dat?
Voorts werd de promotiebevoegdheid van de federale overheid per 1
januari overgedragen aan de Gewesten. Die kunnen echter voor de
uitoefening van de overgehevelde bevoegdheden nog geen BDBH-
personeel overnemen. Het resultaat is dat een groot deel van het
personeel werkeloos zit toe te zien en ondertussen ten laste blijft van
de federale begroting die hiervoor extra geld moet uittrekken. Over
hoeveel personeelsleden gaat het? Welk budget werd voorzien om
die personeelsleden aan het werk te houden?
De onduidelijkheid komt daarenboven het bedrijfsleven niet ten
goede. Bedrijven weten niet meer tot wie zij zich moeten wenden met
hun vragen over export. Ik had graag van u vernomen wat de stand
van zaken is inzake de overheveling van de BDBH naar de Gewesten.
Welke gevolgen zal de onduidelijkheid hebben voor een efficiënt
exportbeleid?
02.01 Trees Pieters (CD&V): Le
gouvernement avait prévu la
création, pour le 1
er
janvier 2002,
d'une agence pour le commerce
extérieur, aux compétences
limitées. Celle-ci n'a toujours pas
vu le jour. Est-il exact que la
création de cet organisme a été
reportée au mois d'avril 2002? Les
entreprises qui souhaitent poser
des questions concernant
l'exportation ne savent plus à qui
s'adresser.
Les Régions sont à présent
compétentes en matière de
promotion des exportations mais
ne peuvent pas encore compter, à
cet effet, sur le personnel de
l'Office belge du commerce
extérieur, qui n'a pas encore
cessé d'exister. De combien de
membres du personnel s'agit-il?
Quels sont les moyens qu'il faudra
dégager à cet effet?
02.02 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zal iets bondiger als gewoonlijk antwoorden op de vraag van mevrouw
Pieters, niet omdat ik mij ervan af wil maken, maar wegens het
gevorderde uur. Ik wil haar eerst en vooral danken voor haar vraag
die mij de gelegenheid geeft om een aantal dingen te preciseren.
Mevrouw Pieters, de bijzondere wet van 13 juli 2001 is op 1 januari
2002 van kracht geworden. Dat betekent dat de
bevoegdheidsoverdrachten op die datum plaats hebben gehad.
Bevoegdheidsoverdracht is één zaak; de concrete overheveling van
ongeveer 180 personeelsleden van de BDBH, de overdracht van
goederen, rechten en verplichtingen en het maken van duurzame
afspraken met alle mogelijke zogeheten lasten uit het verleden
kunnen jammer genoeg niet op één dag.
Overigens voorziet de bijzondere wet van 13 juli 2001 in een
overgangsperiode van een jaar om dat tot een goed einde te brengen.
De oprichting van het agentschap zal gebeuren op grond van een
samenwerkingakkoord tussen de federale overheid en de gewesten.
Over de inhoud van dat akkoord werd al meermaals politiek overleg
gehouden. Een akkoord werd bereikt vlak voor het kerstreces vorig
jaar. Ik hoop dat het spoedig zal kunnen worden ondertekend en met
een ontwerp van instemmingwet bij het Parlement zal kunnen worden
02.02 Annemie Neyts, ministre:
La loi spéciale du 13 juillet 2001
est entrée en vigueur le 1
er
janvier
2002. Le transfert de compétences
est donc effectif à partir de cette
date. Bien entendu, le transfert
des 180 membres du personnel
ainsi que des biens, des droits et
des obligations de l'OBCE ne peut
se faire du jour au lendemain. La
loi spéciale prévoit une période de
transition d'un an et ce calendrier
sera respecté.
La création de l'Agence pour le
commerce extérieur est basée sur
un accord de coopération entre le
gouvernement fédéral et les
Régions. La concertation à ce
sujet bat son plein. L'accord sera
conclu incessamment et soumis
pour avis aux Régions, puis il sera
déposé à la Chambre.
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
ingediend. Tevens heeft de regering een voorontwerp van wet
voorbereid inzake afschaffing van de BDBH. De tekst werd op 21
december 2001 goedgekeurd door de Ministerraad en voor advies
overgezonden aan de gewesten. Als dat is ingewonnen, kan het
ontwerp na advies van de Raad van State bij de Kamer worden
ingediend. Wij werken dus wel degelijk aan de tenuitvoerlegging van
de beschikkingen van de bijzondere wet van 13 juli 2001.
Het personeel van de BDBH is ondertussen niet stilgevallen. De
dienstverlening aan de bedrijven wordt voorgezet. Er werden
praktische afspraken gemaakt met Export Vlaanderen, Agence
wallonne de l'exportation en de Brusselse Dienst voor buitenlandse
handel over de manier waarop dat gebeurt. Inlichtingen als
handelsstatistieken die traditioneel door de BDBH werden verstrekt,
worden voortaan afgedrukt op papier met hoofding van genoemde
organisaties. De praktische samenwerking verloopt vlot en de
bedoeling is geen hiaat te krijgen in de dienstverlening. Al sedert
vorige zomer gebeuren de inschrijvingen voor missies naar het
buitenland voorgezeten door de kroonprins uitsluitend via de
gewestelijke agentschappen, niet meer via de BDBH. Dat was al zo
voor de missie naar Rusland in juni en voor de missie naar Marokko
in september. Dat geldt ook voor de missie naar Maleisië in februari.
In overleg met de gewesten wordt nagegaan hoe een aantal
personeelsleden van de BDBH nu al ter beschikking kan worden
gesteld van de gewestelijke instellingen. Het zou gaan om een
beperkt aantal personen, vooral dan agenten die deelname aan
beurzen in het buitenland voorbereiden. Vanuit administratief oogpunt
is deze terbeschikkingstelling echter geen eenvoudige zaak. Ik leg dat
aanstonds uit. De betrokkenen kunnen vanuit hun kantoor op de
BDBH nu reeds actief meewerken aan de voorbereiding van de
gewestelijke programma's en acties en krijgen ook de gelegenheid
om dat te doen. De verdere uitbetaling van de personeelsleden van
de BDBH brengt geen bijkomende lasten voor de federale begroting
met zich, want de lonen van de personeelsleden die in 2002 naar de
gewesten worden overgeheveld, zullen achteraf met de gewesten
worden verrekend. Men zal dus het loon van iemand die naar een
gewest overstapt, vanaf 1 januari 2002 aanrekenen aan het betrokken
gewest en het in mindering brengen van de middelen die aan dat
gewest werden toegekend.
Hetzelfde zal gelden voor de personeelsleden die naar het
Agentschap voor Buitenlandse Handel en het ministerie van
Buitenlandse Zaken worden overgeheveld. Deze procedure wordt
trouwens door de bijzondere financieringswet van 13 juli 2001
voorgeschreven.
De individuele bedrijven zijn reeds beter op de nieuwe situatie
ingesteld dan de bedrijfsfederaties. De bedrijfsfederaties hadden
met alle respect de gewoonte om met de BDBH te werken. Nu
wordt de BDBH door het agentschap vervangen, maar dit proces is
nog niet afgerond en dat verwart de bedrijfsfederaties. Uit de
inschrijvingen voor deelneming aan de missies blijkt dat de individuele
bedrijven de weg naar de gewestelijke agentschappen wel hebben
gevonden. Ook het succes van de missies die individueel of
gezamenlijk door een of meer gewesten worden opgezet, bewijst dat
de agentschappen niet door de bedrijven worden gefnuikt. De
bedrijfsfederaties hebben echter moeite om zich in deze
Il existe un avant-projet de loi
concernant la suppression de
l'OBCE. Ce texte a également été
transmis pour avis aux Régions et
sera déposé à la Chambre.
Il est inexact de dire que le
personnel de l'OBCE ne fait plus
rien pour l'instant. Le service aux
entreprises est toujours assuré. En
l'occurrence, des accords concrets
ont été conclus avec Export
Vlaanderen, l'Agence wallonne à
l'exportation (AWEX) et le Service
bruxellois du commerce extérieur.
Les informations concernant par
exemple les statistiques
commerciales sont désormais
diffusées par les instances
susmentionnées. La collaboration
se déroule sans accroc et la
prestation de service est assurée.
Depuis l'année dernière déjà, les
Régions s'occupent des
inscriptions pour les missions à
l'étranger.
Nous vérifions actuellement
comment un certain nombre de
membres du personnel pourraient
dès à présent être mis à la
disposition des institutions
régionales. En l'occurrence, il
s'agit principalement d'agents qui
préparent la participation à des
bourses étrangères. Depuis le
bureau qu'ils occupent à l'OBCE,
les intéressés peuvent participer
aux programmes mis en oeuvre
par les Régions.
La rémunération du personnel de
l'OBCE ne grève pas le budget
fédéral. Les traitements des
membres du personnel qui seront
transférés dans le courant de cette
année seront calculés
ultérieurement: le traitement d'un
membre du personnel transféré à
la Région sera porté en compte à
la Région concernée à partir du
1er janvier 2002 et déduit des
moyens attribués à cette Région.
La situation a le mérite d'être plus
claire pour les entreprises: elles
peuvent dorénavant adresser
toutes leurs questions à un seul
22/01/2002
CRIV 50
COM 638
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
overgangsperiode een overgangsperiode is altijd moeilijk - te
positioneren. Voor de 2.400 personeelsleden van het ministerie van
Landbouw is dat natuurlijk ook het geval. Er zijn 188 voltijdse
equivalenten en ongeveer 200 voltijdse of deeltijdse krachten in de
BDBH actief. Dat is voor deze mensen niet aangenaam. Het is een
wonder dat alle activiteiten worden voortgezet niettegenstaande er
nog steeds veel onduidelijkheid is.
De terbeschikkingstelling van personeelsleden van de BDBH naar de
gewesten is niet zo eenvoudig omdat zij op basis van een
arbeidscontract werken. Het zijn dus geen ambtenaren. De gewesten
moeten immers zelf nog bepalen welk statuut zij aan het personeel
van de voormalige BDBH zullen geven.
Ik betreur het dat daaraan niet eerder werd gedacht. Dat is een
probleem dat ik moet oplossen - ik doe dat graag - maar de grote
beslissers moeten mijns inziens meer moeite doen om met de
kleintjes rekening te houden. Zij moeten immers het effect van de
beslissingen ondergaan. Zij blijven toch met een
bewonderenswaardige inzet aan hun opdracht werken.
guichet, à savoir celui de
l'institution régionale.
Les sociétés individuelles sont
manifestement beaucoup mieux
préparées que les fédérations des
entreprises. A en juger par les
nombreuses inscriptions aux
missions, les entreprises ont déjà
trouvé le chemin vers les agences
régionales. Une période de
transition est toujours entachée de
difficultés et le personnel de
l'OBCE n'y échappe pas.
Il n'est pas évident de mettre à la
disposition des Régions du
personnel de l'OBCE. Il s'agit en
effet de personnel contractuel et
non pas de fonctionnaires. Les
Régions n'ont du reste pas encore
résolu elles-mêmes la question du
statut à accorder à ce personnel.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben het met u
eens dat dit te betreuren valt. Wilt u dit aan uw collega's van de
regering meedelen? Zij hebben immers de Lambermont-akkoorden
gesloten. Wij hebben van in het begin gezegd dat dit moeilijk
uitvoerbaar en operationeel zou worden. Nu is het zover. Er zijn
problemen met de Plantentuin van Meise; 1.100 personeelsleden van
het departement Landbouw moeten worden overgeheveld; de BIRB
moet worden aangepast, enzovoort. Dit zijn de uitlopers van het
Lambermont-akkoord dat in elkaar werd geflanst. Wij bevinden ons
nu in een overgangsperiode van zes maanden tot een jaar.
U zegt dat niet de individuele bedrijven de dupe zijn. Zij zijn immers
goed op de hoogte.
Het zijn in feite de federaties die niet goed weten welke richting zij
moeten uitgaan. Dat is de wereld op zijn kop! De bedrijven gaan te
rade bij de federaties, bij de patronale organisaties. Welnu, indien
deze laatste niet weten hoe de zaken verlopen, hoe kunnen dan de
bedrijven weten waar zij terechtkunnen? Ik neem aan dat de bedrijven
hun weg zoeken en gelukkig maar en dat een aantal organisaties
de toestand nagaat en de zaken aanklaagt. Inderdaad, hoewel 1
januari al voorbij is blijven sommige situaties aanslepen, met alle nare
gevolgen van dien, zonder dat er stappen worden ondernomen. Men
is veel te laat begonnen met de overheveling en de dossiers zijn veel
te complex.
Ik hoor u graag toegeven dat het inderdaad zo is, mevrouw de
minister, maar het is de wetgever die in de State of the Union pleitte
voor een betere situatie van België en voor een goed bestuur in ons
land. Daarvan zijn wij evenwel ver verwijderd.
02.03 Trees Pieters (CD&V):
Nous avons toujours insisté sur les
problèmes opérationnels liés aux
accords du Lambermont. Il faut de
temps à autres rappeler cette
situation au gouvernement. Les
fédérations professionnelles
auraient du mal à accepter le flou
qui entoure l'OBCE, ce qui n'est
que logique. Il appartient au
gouvernement et au pouvoir
législatif de trouver des solutions,
mais force est de constater leur
carence à cet égard.
02.04 Minister Annemie Neyts: De ervaring heeft mij geleerd dat een
van de fenomenen waarmee de overgang van meerderheid naar
oppositie meestal gepaard gaat, geheugenverlies is: het wissen van
02.04 Annemie Neyts, ministre:
Lorsqu'on passe de la majorité à
l'opposition, on a parfois tendance
CRIV 50
COM 638
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
de harde schijf om plaats te maken voor nieuwe gegevens. Wellicht
heb ik veel plaats op mijn harde schijf, want ik leid niet aan
geheugenverlies. Ik herinner mij dan ook levendig dat in deze zaal u
maakte het gedeeltelijk mee, mijnheer Van der Maelen destijds
geen rekening werd gehouden met onze opmerkingen omtrent de
staatshervorming, hoewel een aantal ervan terecht werd
geformuleerd. Het is eerlijker om toe te geven dat er
overgangsperiodes werden afgesproken en moeten worden
gerespecteerd.
Een les die wij leerden tijdens vorige stadia van de staatshervorming
is dat geen enkele wet die wordt goedgekeurd, zelfs niet de
allerbeste, het mogelijk maakt om alle concrete problemen van
overheveling van bevoegdheden van goederen, van activiteiten, laat
staan van personeel, op te lossen. Wij leggen ten minste de
eerlijkheid aan de dag om te wijzen op de overgangsperiodes die
overigens ook inzake Landbouw werden overeengekomen. Dat debat
zal echter volgende week worden gevoerd.
Wegens tijdsgebrek zal ik u niet overstelpen met bloemlezingen uit
mijn herinneringen aan vorige staatshervormingen. Ik verzeker u dat
het nochtans grappig zou zijn.
à devenir amnésique. Je me
souviens qu'à l'époque où le VLD
faisait partie de l'opposition, ses
remarques à propos de la réforme
de l'Etat étaient balayées d'un
revers de la main. Aucune loi, si
bien ficelée soit-elle, ne peut
résoudre tous les problèmes
pratiques qui résultent du transfert.
C'est pourquoi une période de
transition est nécessaire.
02.05 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, het verheugt mij
dat u over een uitgebreide harde schijf beschikt. In de politiek is het
handig om veel te kunnen onthouden en bovendien is het aangenaam
om, wanneer men oud is, in staat te zijn verre herinneringen op te
halen.
Hoewel ik nog niet lang meedraai in dit huis, toch heb ik al een aantal
staatshervormingen meegemaakt. Nooit hoorde ik evenwel een
regeringsleider op een dergelijke affirmatieve toon verklaren dat hij
een vlotte administratie zou creëren die heel wat soepeler zou zijn dan
voorheen. Gezien er thans moet worden gewerkt met
overgangsperiodes die op het terrein nog niet duidelijk zijn
afgebakend, twijfel ik aan de verklaringen van de regeringsleider.
02.05 Trees Pieters (CD&V): Ma
mémoire n'est peut-être plus ce
qu'elle était, contrairement à celle
de la ministre, mais je me
souviens très bien que le premier
ministre Verhofstadt avait très
expressément parlé de huiler les
rouages de l'administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.24 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.24 heures.