KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 637
CRIV 50 COM 637
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
22-01-2002 22-01-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE


































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 637
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "transporten hoog
radioactief afval" (nr. 5948)
1
Question de M. Servais Verherstraeten au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable, adjoint à la ministre de Mobilité et des
Transports, sur "les transports de déchets
hautement radioactifs" (n° 5948)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Olivier
Deleuze
, staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling
Orateurs: Servais Verherstraeten, Olivier
Deleuze
, secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de opmerkingen van
het Rekenhof inzake de afwikkeling van het Duits-
Belgisch-Nederlands project voor een snelle
kweekreactor te Kalkar" (nr. 5989)
4
Question de M. Dirk Pieters au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable, adjoint à
la ministre de la Mobilité et des Transports, sur
"les observations de la Cour des comptes à
propos de la liquidation du projet conjoint entre
l'Allemagne, la Belgique et les Pays-Bas
concernant le surgénérateur de Kalkar" (n° 5989)
4
Sprekers: Dirk Pieters, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Dirk Pieters, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de Belgische
strategische olievoorraad" (nr. 6169)
6
Question de M. Karel Van Hoorebeke au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable, adjoint à la ministre de la Mobilité et des
Transports, sur "les réserves pétrolières
stratégiques de la Belgique" (n° 6169)
6
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Olivier
Deleuze
, staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Olivier
Deleuze
, secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
CRIV 50
COM 637
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
22
JANUARI
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
22
JANVIER
2002
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.15 uur door de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.15 heures par M. Jos Ansoms, président.
01 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "transporten hoog
radioactief afval" (nr. 5948)
01 Question de M. Servais Verherstraeten au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable, adjoint à la ministre de Mobilité et des Transports, sur "les transports de déchets hautement
radioactifs" (n° 5948)
01.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ik heb een gelijkaardige vraag met
betrekking tot de transporten aan uw collega van Binnenlandse Zaken
gesteld. U weet dat de regering de vorige transporten heeft vergund.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft in zijn antwoord ­ een
drietal weken geleden ­ verklaard dat het FANC op dit ogenblik de
bijkomende vergunningen moet afleveren. Tijdens het kerstreces was
in de pers sprake van afgeleverde vergunningen voor bijkomende
transporten. De minister heeft dit gedeeltelijk weerlegd. Het FANC
zou bezig zijn met de voorbereiding van de vergunningen, teneinde
die aflevering te doen. Het bijkomend stalenonderzoek, dat er op uw
vraag is gekomen, zou daar totaal los van staan. Dat is relevant. Ik
meen uit vorige verklaringen te weten dat precies dit bijkomend
stalenonderzoek een voorafgaandelijke voorwaarde was voor de
verdere vergunning van transporten.

Is daar een tegenspraak tussen u en de minister?

Mijnheer de staatssecretaris, er circuleren geruchten dat een en
ander misloopt met het op gang trekken van dit stalenonderzoek. Ik
verwijs naar de financiering en de timing. Ook daarover had ik graag
bijkomende uitleg gekregen.
01.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les transports nucléaires
précédents avaient été autorisés.
Le ministre de l'Intérieur a déclaré,
il y a quelques semaines, que
l'AFCN devait délivrer les licences
supplémentaires et que leur
délivrance était préparée.
L'analyse d'échantillons ordonnée
par le secrétaire d'Etat, M.
Deleuze est indépendante de
cette délivrance, du moins si l'on
en croit le ministre de l'Intérieur.

Y a-t-il une contradiction entre les
positions adoptées par les deux
excellences ? Qu'en est-il du
calendrier et du financement ?
22/01/2002
CRIV 50
COM 637
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer de voorzitter,
collega Verherstraeten, tot nu toe hebben drie transporten
plaatsgevonden, waarbij telkens 28 canistairs hoog radioactief
verglaasd opwerkingsafval vanuit het Franse La Hague naar
Belgoprocess te Dessel werden overgebracht.

Het eerste van deze transporten vond plaats op 5 april 2000, het
laatste op 20 februari 2001. De uitvoering van de drie transporten was
door de nucleaire veiligheidsautoriteiten toegestaan, middels de
vergunningen die in het najaar van 1999 waren verstrekt, maar
waarvan de geldigheid sedert april 2001 is verstreken.

Het afleveren van nieuwe transport-, invoer-, of
overbrengingsvergunningen behoort voortaan tot de bevoegdheid van
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en zijn
voogdijminister, de heer Duquesne.

Zoals het geachte lid terecht heeft vermeld, heeft de Ministerraad op
10 november 2000 het voortzetten van de transporten afhankelijk
gemaakt van de levering door COGEMA, de exploitant van de
opwerkingsfabriek in La Hague, van een actief glasstaal,
representatief voor de conditioneringswijze van het Belgisch
verglaasd afval. Deze levering heeft tot nu toe niet plaatsgevonden,
maar de voorbereiding van deze complexe operatie met alle partijen
die daarbij betrokken zijn, gaat onverminderd door. COGEMA heeft
enkele dagen geleden nieuwe documenten aan NIRAS overgezonden
ter voorbereiding van de levering van het beoogde glasstaal. Op basis
van deze documenten zullen de nodige vergunningen bij het FANC
kunnen worden aangevraagd.

Wij moeten erkennen dat de complexiteit van de opeenvolgende
operaties van meet af aan is onderschat. Ik verwijs naar de staalname
in de verglazingsinstallatie van La Hague, de verschillende
manipulaties van het glasstaal en ­ last but not least ­ de
wetenschappelijke analyse ervan.

De erkenning van feitelijkheden lijkt mij niet oneerbaar, te meer daar
die het resultaat zijn van een deskundige voorbereiding waarbij niets
aan het toeval wordt overgelaten. Vergelijkt men de opeenvolgende
voorstellen met betrekking tot de uitvoering van het destructieve
controleprogramma die mij eerst door het SCK en vervolgens door
het NIRAS werden bezorgd, dan stelt men een systematische
toename vast van de tijdsduur die nodig wordt geacht voor de
uitvoering van het programma. Terwijl dat initieel op één jaar werd
geschat, gaat men nu uit van zeven à acht jaar. In die
omstandigheden was een ontkoppeling van de planning van de
transporten en de levering van het radioactief glasstaal onvermijdelijk
geworden.

De regering blijft dus bij haar standpunt dat een analyse van het
verglaasde afval nodig is ­ dat zal ook plaatsvinden ­ om de
onzekerheden van het beheer van het afval te verminderen. Immers,
het terugkeerafval zal minimaal 50 jaar voorlopig gestockeerd worden
vóór de definitieve berging en het koninklijk besluit met betrekking tot
het NIRAS bepaalt dat de omvang van de verantwoordelijkheid van de
afvalproducent kan worden gewijzigd indien gedurende 50 jaar na
levering een fout of een abnormale eigenschap van het afval wordt
ontdekt.
01.02 Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat: A ce jour, trois transports
de La Hague à Dessel ont eu lieu.
Les services chargés de la
sécurité nucléaire les ont
autorisés. Mais, entre-temps, la
licence est arrivée à échéance. Le
Conseil des ministres a demandé
à la Cogema de fournir un
échantillon de verre dans l'optique
de renouveler sa licence de
transport.

Or, à l'heure qu'il est, la Cogema
n'a pas encore fourni cet
échantillon. Les préparatifs se
poursuivent cependant. A cette fin,
la Cogema a fait parvenir des
documents à l'ONDRAF. Les
activités préparatoires à cette
délivrance ont été sous-estimées.
La durée du programme est
maintenant estimée à sept ou huit
ans.

Le gouvernement reste convaincu
de la nécessité d'une analyse
destructive des déchets vitrifiés.
Les déchets seront stockés
pendant cinquante ans au moins
avant d'être évacués
définitivement. La responsabilité
du fournisseur reste engagée au
cours de cette période.

Si vous souhaitez obtenir des
détails concernant les transports,
je vous renvoie au ministre de
l'Intérieur.
CRIV 50
COM 637
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3

Voor verdere details over de transporten zelf en de vergunningen
moet ik u naar mijn collega van Binnenlandse Zaken verwijzen.
01.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de
staatssecretaris, wat u in illo tempore gerealiseerd had op de
Ministerraad wordt de facto deels ingehaald door de feiten. U moet
eens te meer toegeven en uw overwinning wordt een
Pyrrusoverwinning.

Kunnen we hier niet spreken van Kafkaiaanse toestanden? Was het
bij de beslissing van de Ministerraad in maart 2001 niet te voorzien
dat het bijkomend onderzoek van de stalen zeven of acht jaar in
beslag zal nemen en niet één jaar? Als het bijkomend onderzoek van
de stalen zal zijn uitgevoerd, dan zijn alle transporten, 14 tot 15 ­ ik
meen dat het er twee of drie per jaar zijn ­, natuurlijk binnen.
01.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Tout ce que le secrétaire
d'Etat avait obtenu lors du Conseil
des ministres est maintenant
remis en cause. C'est une
situation kafkaïenne. Si l'étude
devait s'étendre sur une période
de sept à huit ans, il serait alors
impossible de respecter
l'échéancier. Les transports
prévus auront donc tous lieu avant
la fin des études.
01.04 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Men moet een onderscheid
maken tussen het transport en het beheer van het afval. De
transporten zullen gedurende vele jaren plaatsvinden, naar ik meen
tot 2012. Er zullen heel wat transporten zijn omdat er een bottleneck
in die operatie schuilt, namelijk het aantal containers voor transport.

Anderzijds heeft het nemen van stalen betrekking op het beheer van
het afval. Het doel van de analyse van het afval is zekerheid te krijgen
over de timing van de vermindering van de radioactiviteit. Om die
zekerheid te krijgen, moet men zeker zijn van het mengsel van
isotopen dat het afval bevat. Dat verandert niets voor het transport,
maar het zou wel de kosten voor het beheer kunnen beïnvloeden.
Enerzijds zal het afval om reden van de radioactiviteit voorlopig
worden gestockeerd gedurende 50 jaar in de gebouwen 136 te Mol-
Dessel. Anderzijds voorziet het koninklijk besluit van maart 1981 dat
de overheid, inzonderheid het NIRAS, gedurende 50 jaar de
producent aansprakelijk kan stellen voor eventuele fouten in het afval
en dus de vergoeding wijzigen. Wij hebben dus wat tijd voor de
uitvoering van de analyses.

Ik geef toe dat in de eerste gegevens, die mij door SCK werden
verstrekt, sprake was van een maximale duur van de analyses van 1
jaar. Na het verder bestuderen van die mogelijkheid is gebleken dat
het veel langer zal duren onder meer om administratieve redenen. Het
transporteren van een nieuw product van La Hague naar België over
de grens veroorzaakt een administratieve nachtmerrie.
01.04 Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat: Il convient de faire une
distinction entre les transports qui
se prolongeront jusqu'en 2012 et
la gestion des déchets. Le réel
problème est le manque de
conteneurs spéciaux pour le
transport des déchets. Pour
organiser la gestion des déchets,
nous devons être certains de la
diminution du taux de radioactivité
et de la composition précise des
isotopes. Le stockage des déchets
à Mol-Dessel durera encore 50
ans. Si l'on découvre une erreur
dans le traitement des déchets au
cours de cette période, l'ONDRAF
s'adressera au producteur et
modifiera l'indemnisation. Il est
donc grand temps de réaliser les
analyses supplémentaires.

La première estimation de la durée
de cette analyse par le CEN était
d'une année mais il s'avère
maintenant qu'elle durera plus
longtemps, notamment en raison
des pesanteurs administratives.
01.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de
staatssecretaris, ik deel uw bekommernis om alles zo veilig mogelijk
te laten verlopen. Ik vrees echter dat wat nu gebeurt, deels na de
feiten komt. Het beheer en het beheersen van het nucleair afval in de
bestaande gebouwen te Mol-Dessel zijn wegens de afkoelingsperiode
gevaarlijk. Het beheer en het beheersen van dat afval tijdens het
transport zijn wellicht nog gevaarlijker omdat de omstandigheden dan
fragieler zijn.

U verwijst terecht naar de verantwoordelijkheid van de
afvalproducenten. Wat mij betreft, gaat het hier hoe dan ook om een
objectieve en niet zozeer een aansprakelijkheid wegens fouten. Een
01.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je partage la
préoccupation du secrétaire d'Etat
au sujet de la sécurité mais nous
sommes dépassés par les
événements étant donné que la
gestion des déchets hautement
radioactifs est plus dangereuse
pendant leur transport qu'au cours
de leur stockage.
22/01/2002
CRIV 50
COM 637
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
dergelijke houding lijkt mij te goedkoop, want eens er zich iets
voordoet, is het te laat. Met de eventuele uitbetaling van vergoedingen
kunnen we dan enkel de schade beperken, terwijl we veeleer die
schade moeten trachten te voorkomen.
01.06 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer Verherstraeten, het
is inderdaad zo dat de controles op tijd zouden zijn uitgevoerd indien
de beslissing 10 of 15 jaar geleden was genomen wanneer de
opwerkingscontracten werden ondertekend. Gelet op het feit dat de
opwerkingscontracten werden ondertekend vanaf 1975 en de
beslissing pas twee jaar geleden is genomen, is er een probleem van
timing. Op dat vlak ben ik het met u eens.
01.06 Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat: Si la décision avait été prise
il y a dix ou quinze ans, nous
aurions disposé d'assez de temps
pour effectuer des contrôles.
01.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de
staatssecretaris, vanaf het moment dat u beleidsverantwoordelijkheid
draagt, wordt u uiteraard geconfronteerd met een bepaalde
voorgeschiedenis. U moet rekening houdend met die
voorgeschiedenis vervolgens handelen en niet louter verwijzen naar
die voorgeschiedenis. Als goed beheerder wordt u geconfronteerd
met een situatie en het verleden, maar daar mag u zich niet achter
verschuilen.
01.07 Servais Verherstraeten
(CD&V): Quand on prend des
décisions, il faut tenir compte des
antécédents.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de opmerkingen van het Rekenhof inzake
de afwikkeling van het Duits-Belgisch-Nederlands project voor een snelle kweekreactor te Kalkar"
(nr. 5989)
02 Question de M. Dirk Pieters au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint à
la ministre de la Mobilité et des Transports, sur "les observations de la Cour des comptes à propos de
la liquidation du projet conjoint entre l'Allemagne, la Belgique et les Pays-Bas concernant le
surgénérateur de Kalkar" (n° 5989)
02.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb vorige
week reeds mijn vraag kunnen inleiden. Ik neem dat ik naar die
inleiding kan verwijzen. Ook voor het verslag kan men misschien de
toelichting van vorige keer opnemen in het verslag. Op die manier
moeten we enkel nog luisteren naar het antwoord van de
staatssecretaris.
02.01 Dirk Pieters (CD&V): Je
voudrais me référer à l'exposé
introductif que j'ai présenté la
semaine dernière et je me réjouis
d'entendre la réponse du
secrétaire d'Etat.
02.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer Pieters, ik wens mij
nogmaals te verontschuldigen voor de verwarring van vorige week.

De besluitvorming rond de ontwikkeling en de bouw van de snelle
natriumgekoelde kweekreactor in het Duitse Kalkar vormt in de
geschiedenis van de ontwikkeling van de nucleaire technologie een
hoofdstuk dat inmiddels definitief is afgesloten. Men zal zich
herinneren dat de bouw van die reactor de gemoederen destijds hevig
in beroering heeft weten te brengen. Het onderzoek van het Rekenhof
vormt wellicht de laatste episode in die geldverslindende affaire.

De historiek van het project is bondig weergegeven in het 158
ste
Verslag van het Rekenhof, zodat ik hier niet in detail hoef te treden.
De Duitse autoriteiten hebben op 21 maart 1991 eenzijdig een einde
gesteld aan het project, niettegenstaande het ging om een
gemeenschappelijk initiatief van Duitsland, België en Nederland. Als
reactie op die beslissing heeft de Belgische regering geëist dat
02.02 Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat: Je trouve regrettable la
confusion qui a régné la semaine
dernière.

Le processus de décision
concernant la construction d'un
surgénérateur à Kalkar est clôturé.
Vous en trouverez l'historique
dans le 158
e
cahier d'observations
de la Cour des comptes.

Les autorités allemandes ont mis
fin unilatéralement à ce projet. Le
gouvernement belge a exigé que
le gouvernement allemand
supporte les conséquences
CRIV 50
COM 637
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Duitsland de financiële gevolgen van de stopzetting van het project
volledig voor zijn rekening zou nemen, met inbegrip van de overname
van alle resterende plutoniumhoudende splijtstoffen en afvalstoffen
die destijds nog aanwezig waren op het Belgische grondgebied.

Daarnaast heeft de Belgische regering bij de Duitse autoriteiten een
eis tot restitutie ingediend die overeenkwam met de totale financiële
bijdrage die België heeft verleend aan het project.

Daaronder vallen de toegekende bouwsubsidies, de aankoopprijs van
het ter beschikking gestelde plutonium en de geïnvesteerde
onderzoeks- en ontwikkelingskosten. De eis tot restitutie heeft een
actuele waarde van 29,7 miljard Belgische frank ­ mijn
verontschuldigingen omdat ik nog niet ben omgeschakeld ­ zonder
intresten in rekening te brengen. Sinds maart 1994 is er geen overleg
meer geweest tussen de Belgische en Duitse bevoegde instanties
over een formeel document ter afsluiting van het project. Inmiddels
werd wel een bevredigende regeling tot stand gebracht voor de
bestemming van de plutoniumhoudende splijtstoffen, de
plutoniumoverschotten en het fabricageafval, hetgeen de instemming
van alle betrokken instanties heeft gekregen, inclusief de
Ministerraad. De regeling van deze kwesties heeft vele jaren
aangesleept. De akkoorden met NIRAS en Belgonucléaire voor wat
het fabricageafval betreft, werden pas in de loop van 1999 getekend,
terwijl de overdracht van de eigendomstitel van het plutonium pas in
januari 2001 definitief zijn beslag heeft gekregen. Het meningsverschil
omtrent de Belgische eis tot restitutie blijft het enige resterende
knelpunt dat het tekenen van een afsluitdocument tussen de drie
betrokken landen verhindert.

Het belang van het totstandkomen van dit document moet nochtans
worden gerelativeerd, gezien het bestaan van ministeriële
briefwisseling via dewelke de Belgische regering reeds bepaalde
garanties heeft gekregen vanwege Duitsland, ook al kan deze
briefwisseling niet worden gelijkgesteld met een formele
overeenkomst. Ook de Nederlandse regering neemt blijkbaar
genoegen met deze vorm van garantstelling. Al mijn voorgangers die
bevoegd waren voor de afhandeling van dit dossier hebben zich zeer
terughoudend opgesteld tegenover initiatieven tot afsluiting van het
project, zo lang er geen definitieve regeling tot stand was gebracht
tussen de privé-partners. Toen dit objectief in januari van vorig jaar
eindelijk was bereikt, werd op mijn initiatief het overleg tussen de
betrokken minister en kabinetten over de Belgische houding in het
dossier hervat. Via mijn schrijven van 24 juli 2001 heb ik het Rekenhof
op de hoogte gesteld van het feit dat het Belgische standpunt, zoals
ingenomen op de Ministerraad van 14 juni 1991, opnieuw in
overweging was genomen.

Dan is er uw vraag over een eventuele vordering tegen de Duitse
projectvennootschap SBK. Dit werd destijds overwogen, maar niet als
zinvol beschouwd. Daarbij speelden een aantal overwegingen. Ten
eerste, een ingebrekestelling van SBK leek juridisch moeilijk te
motiveren, aangezien de firma al het mogelijke had gedaan om de
nodige uitbatingvergunningen te bekomen doch daarin niet was
geslaagd om louter politieke redenen die volkomen buiten haar wil
lagen. Ten tweede, de financiële middelen voor de inwilliging van een
eventuele vordering tegen SBK dienden voornamelijk te komen van
de deelnemende regeringen. Gezien de plafonnering van de
financières de cette décision et lui
a demandé de rembourser la
contribution de la Belgique à ce
projet. Cela concerne un montant
de 29,7 milliards de francs, hors
intérêts. Depuis mars 1994, plus
aucune concertation n'a eu lieu.

Nous disposons désormais d'un
règlement satisfaisant pour le
problème de la destination des
combustibles et des déchets de
plutonium. Il a fallu le temps!
S'agissant du transfert du titre de
propriété, un accord avait déjà été
conclu en janvier 2001. La
Belgique avait obtenu des
garanties mais il n'y avait pas
encore d'accord formel. Cette
question a fait l'objet d'une longue
correspondance entre les trois
gouvernements mais il fallait
attendre que les partenaires privés
signent un accord.

Le 24 juillet 2001, j'ai informé la
Cour des comptes de la position
belge et je lui ai communiqué que
la proposition du conseil des
ministres du 14 juin 1999 avait à
nouveau été prise en
considération.

Ce que propose la société SBK
n'est, à mon avis, pas judicieux.

Une mise en demeure de la SBK
n'était pas juridiquement
envisageable compte tenu des
tentatives entreprises par cette
société pour obtenir toutes les
autorisations requises. Elle n'y est
pas parvenue pour des raisons
indépendantes de sa volonté. En
outre, les moyens financiers pour
mener une telle action devraient
être apportés par les
gouvernements participants. Les
contributions des gouvernements
belge et néerlandais étant
plafonnées, ces moyens
viendraient en fait exclusivement
du gouvernement allemand. Aussi
paraît-il plus judicieux d'intenter
une action directe contre les
autorités allemandes, plutôt que
de procéder indirectement par le
biais de SBK. Le bureau d'avocats
22/01/2002
CRIV 50
COM 637
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Belgische en Nederlandse bijdragen, diende dit zelfs uitsluitend van
de Duitse regering te komen. Een directe vordering tegen de Duitse
staat in plaats van een indirecte met SBK als tussenstap werd daarom
zinvoller geacht. Ten derde, het advocatenbureau dat in opdracht van
de Belgische staat was belast met de juridische kant, achtte een
vordering tegen SBK niet noodzakelijk om de rechten van de
Belgische staat te vrijwaren.
concerné a estimé qu'une action
en justice n'était pas nécessaire
pour sauvegarder les droits de
l'Etat belge.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "de Belgische strategische
olievoorraad" (nr. 6169)
03 Question de M. Karel Van Hoorebeke au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable,
adjoint à la ministre de la Mobilité et des Transports, sur "les réserves pétrolières stratégiques de la
Belgique" (n° 6169)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, deze aangelegenheid werd reeds op 24
oktober 2000 in onze commissie behandeld. U werd hierover
ondervraagd naar aanleiding van een berisping van de Europese
Commissie omdat België de verplichting om een strategische
olievoorraad van 90 dagen aan te leggen, niet zou naleven en omdat
de regering nog niet zou zijn overgegaan tot de oprichting van een
centraal orgaan voor de opslag van olieproducten. U hebt daarop toen
uitvoerig geantwoord en de knelpunten terzake aangegeven. U hebt
toen ook gezegd dat het dossier in de Ministerraad van 9 juni 2000
was besproken en dat verdere initiatieven zouden worden genomen.

Mijnheer de staatssecretaris, het centraal opslagorgaan is volgens
mijn informatie nog steeds niet opgericht. Waarom is dat tot op heden
nog niet gebeurd? Wanneer zal er een definitieve regeling tot stand
komen?

Wat is de stand van zaken inzake het in acht nemen van de
verplichting om een strategische olievoorraad van 90 dagen aan te
leggen?
03.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Cette question a déjà été
abordée à la suite d'une
réprimande de la Commission
européenne. A l'époque, le
secrétaire d'Etat avait déjà signalé
quels étaient les problèmes et
avait annoncé de nouvelles
initiatives.

A ce jour, l'organisme central
chargé du stockage n'a pas
encore été installé.

Pourquoi cet organisme n'est-il
pas encore opérationnel? Quand
un règlement définitif interviendra-
t-il ? Qu'en est-il du respect du
délai de nonante jours pour les
réserves pétrolières stratégiques ?
03.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer Van Hoorebeke,
het centraal orgaan voor de stockering van aardolie en
aardolieproducten is nog niet opgericht. Dat orgaan is het voorwerp
van langdurige onderhandelingen met de diverse betrokken partijen.
Het betreft een materie die verregaande financiële, juridische en
politiek-strategische implicaties heeft met bovendien een belangrijke
internationale dimensie. Grondig studiewerk daarover werd reeds
verricht en is nog steeds vereist. De onderhandelingen met onder
andere de sector verlopen in een constructieve sfeer, maar zijn nog
niet afgerond.

De huidige stand van zaken van het dossier laat mij niet toe te
voorspellen wanneer het kan worden afgerond. Intussen blijft de
huidige regeling uiteraard van kracht. Ik heb mijn diensten reeds de
opdracht gegeven om geregeld te controleren of de sector zich aan
de internationaal opgelegde verplichtingen houdt. Eerstdaags
verschijnt in het Belgisch Staatsblad mijn ministeriële rondzendbrief
die de uitvoering van de verplichtingen dienaangaande nogmaals
formaliseert.
03.02 Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat: A ce jour, l'organisme
central chargé du stockage n'a
pas encore été créé. Les
conséquences sur les plans
juridique, international et
stratégique sont nombreuses. Des
études supplémentaires
s'imposent. Les négociations avec
le secteur se déroulent dans une
ambiance constructive, mais ne
peuvent pas encore être finalisées
pour l'heure.

J'ai chargé mes services de
vérifier si le secteur respecte les
obligations qui nous ont été
imposées. Ces obligations ont,
une nouvelle fois, été publiées au
CRIV 50
COM 637
22/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Moniteur belge.
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de staatssecretaris,
ik dank u voor uw antwoord, dat bevestigt dat er sedert juni 2000 ­ na
de voorlegging van het dossier in de Ministerraad ­ niet veel is
veranderd. Wij beseffen dat het een complex dossier is, maar het
verbaast mij toch dat u er niet in slaagt om een doorbraak te forceren.
U kunt zelfs geen timing vooropstellen, ook al heeft de Europese
Commissie op een bepaald ogenblik gedreigd om een procedure te
starten.

Wat is de houding van de Europese Commissie op het moment? U
zegt dat het een internationaal complex dossier is. Worden andere
landen ook met het probleem geconfronteerd of is het een Belgisch
probleem?
03.03 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Cette réponse confirme
que peu de choses ont changé
depuis juin 2000. Comment se fait-
il que le Secrétaire d'Etat n'ait pu
forcer la décision ?

Quelle est l'attitude de la
Commission européenne en la
matière ? S'agit-il d'un problème
typiquement belge ?
03.04 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Het is geen louter Belgisch
probleem. De Europese Commissie en de Belgische regering hebben
een probleem met het feit dat de Europese en internationale
wetgeving - die voorziet in een olievoorraad voor minimaal 90 dagen -
in het verleden niet werden gerespecteerd. De olievoorraad hoeft niet
per se via een centraal orgaan worden gestockeerd. Het probleem is
dat er geen stock voor 90 dagen ter beschikking is. Om dat probleem
te verhelpen, zal mijn administratie geregeld de bestaande
opslagplaatsen controleren.

Ik denk niet dat het een perfecte oplossing is, want er doen zich
minstens twee problemen voor. Het eerste is het statuut van de
opslag in het buitenland, wat moeilijk te controleren valt. Dat is
toegelaten door de Europese Commissie.

Het tweede probleem is dat de opslagplaatsen kunnen worden
verdeeld tussen verschillende producenten of personen die instaan
voor het stockeren. Het is voor mijn administratie steeds moeilijk te
weten aan welke firma's de olie in een tank ­ en de 90 dagen ­
toebehoort. We bevinden ons dus in een enigszins verwarrende
situatie. Mijns inziens is de beste oplossing een centraal
stockageorgaan. Ik ben nog niet tot een akkoord daaromtrent
gekomen. De Ministerraad gaf me de opdracht om een voorstel uit te
werken. Tot hiertoe heb ik geen akkoord verkregen over een mogelijk
voorstel.

Vandaar mijn antwoord dat het vandaag nog niet bestaat, wat ik
betreur. Mocht er ooit een crisis ontstaan, dan zal worden vastgesteld
dat het niet eenvoudig en duidelijk is of wij effectief 90 dagen olie ter
beschikking hebben.
03.04 Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat: La Commission
européenne et le gouvernement
belge n'admettent pas ce non-
respect de la législation.

La réserve de nonante jours ne
doit pas être constituée par un
organisme central, mais doit
simplement exister, c'est tout.
C'est pourquoi j'ai demandé que
des contrôles soient effectués.

Les réserves à l'étranger sont
autorisées mais difficilement
contrôlables. De plus, elles
peuvent être réparties sur
plusieurs sites, ce qui complique
également le contrôle.

Je crois qu'un organisme central
de stockage est la meilleure
solution. Je déplore que cet
organisme n'existe pas encore. Ce
n'est qu'en situation de crise que
nous saurons si nous disposons
vraiment d'une réserve stratégique
de 90 jours.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.35 heures.