KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 625
CRIV 50 COM 625
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
09-01-2002 09-01-2002
15:00 uur
15:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de invoering van vakantiegeld voor bepaalde
groepen van personen volgens de wet van 23 juni
1976" (nr. 5398)
1
Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur
"l'instauration d'un pécule de vacances en faveur
de certaines catégories de personnes en vertu de
la loi du 23 juin 1976" (n° 5398)
1
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
sociale zekerheid van de zelfstandigen" (nr. 5732)
3
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la sécurité
sociale des indépendants" (n° 5732)
3
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
toeleveringsbedrijven van Sabena" (nr. 5804)
3
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
fournisseurs de la Sabena" (n° 5804)
3
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen en
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de federale
steun aan de vaccinatiecampagne tegen
meningitis" (nr. 5927)
6
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et des Pensions et à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le soutien
fédéral à la campagne de vaccination contre la
méningite" (n° 5927)
6
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de inkomensgarantie voor ouderen" (nr. 5965)
8
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la garantie
de revenus aux personnes âgées" (n° 5965)
8
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "het statuut van de onthaal-
ouders" (nr. 5830)
10
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"le statut des gardiennes encadrées" (n° 5830)
10
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
13
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de fouten van het RIZIV bij het in kaart brengen
van voorschrijfgedrag van artsen" (nr. 5993)
13
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les erreurs
commises par l'INAMI en dressant la carte du
comportement prescripteur des médecins"
(n° 5993)
13
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de fouten in
het individueel voorschrijfprofiel van artsen voor
het jaar 2000" (nr. 5994)
13
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les erreurs
contenues dans le profil prescripteur individuel
des médecins pour l'année 2000" (n° 5994)
13
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Koen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Koen
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Bultinck, Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen
Bultinck, Frank Vandenbroucke, ministre
des Affaires sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de euroconversie van ziekenhuisfacturen"
(nr. 5750)
16
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
conversion en euros des factures d'hôpital"
(n° 5750)
16
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de terugbetaling door het RIZIV van
behandelingen in de abortuscentra" (nr. 5900)
17
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
remboursement par l'INAMI des traitements dans
les centres d'interruption de grossesse" (n° 5900)
17
Sprekers:
Alexandra Colen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Alexandra Colen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen van
22
Questions jointes de
22
- de heer Luc Paque aan de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over "de besparing in de
sector van de kinesitherapie" (nr. 5901)
22
- M. Luc Paque au ministre des Affaires sociales
et des Pensions sur "les économies dans le
secteur de la kinésithérapie" (n° 5901)
22
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
financiering van de kinesitherapie" (nr. 5957)
22
- M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le financement de
la kinésithérapie" (n° 5957)
22
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over "de besparingen in de
kinesitherapie" (nr. 6012)
22
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et des Pensions sur "les économies dans le
secteur de la kinésithérapie" (n° 6012)
22
Sprekers: Luc Paque, Daniel Bacquelaine,
voorzitter van de PRL FDF MCC-fractie, Luc
Goutry, Frank Vandenbroucke, minister van
Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Luc Paque, Daniel Bacquelaine,
président du groupe PRL FDF MCC, Luc
Goutry, Frank Vandenbroucke, ministre des
Affaires sociales et des Pensions
Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het bezorgen
van een parkeerkaart aan personen met beperkte
mobiliteit" (nr. 5914)
30
Question de M. Luc Paque au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
délivrance des cartes de stationnement aux
personnes à mobilité réduite" (n° 5914)
30
Sprekers: Luc Paque, Greet Van Gool,
regeringscommissaris toegevoegd aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Luc Paque, Greet Van Gool,
commissaire du gouvernement jointe au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
samenstelling van de commissie tegemoetkoming
geneesmiddelen" (nr. 6055)
32
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
composition de la commission de remboursement
des médicaments" (n° 6055)
32
Sprekers:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
opmerkingen van het Rekenhof inzake de
terugvordering van ten onrechte uitgevoerde
betalingen door de Rijksdienst voor Pensioenen"
(nr. 5990)
34
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
observations de la Cour des comptes à propos de
la récupération des paiements indûment exécutés
par l'Office national des Pensions" (n° 5990)
34
Sprekers:
Dirk Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Dirk Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
9
JANUARI
2002
15:00 uur
______
du
MERCREDI
9
JANVIER
2002
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.14 uur door de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.14 heures par M. Joos Wauters, président.
De voorzitter: Ik wens de leden van de commissie en de minister een
goed, gezond en solidair 2002 met veel werkvreugde en hard werk in
de commissie. Wij zijn dat zo gewoon en wij zullen dat ook zo
trachten verder te zetten. Ik hoop dat veel voorstellen en ontwerpen
tot een goed einde kunnen worden gebracht. Wij zullen ook proberen
om te werkzaamheden zo goed mogelijk te regelen.
01 Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
invoering van vakantiegeld voor bepaalde groepen van personen volgens de wet van 23 juni 1976"
(nr. 5398)
01 Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'instauration d'un pécule de vacances en faveur de certaines catégories de personnes en vertu de la
loi du 23 juin 1976" (n° 5398)
01.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de wet van 23 juni 1976 voorziet in de invoering van
vakantiegeld voor bepaalde groepen. Sociale uitkeringsgerechtigden
zoals gehandicapten, bejaarden en bestaansminimumtrekkers
zouden volgens deze wet van vakantiegeld kunnen genieten. Ik stel
echter vast dat er tot op heden, dus 25 jaar na de goedkeuring van
deze wet, nog steeds geen uitvoeringsbesluit is.
Mijnheer de minister, kunt u mij een antwoord geven op de volgende
vragen.
Ten eerste, zal de minister nog een uitvoeringsbesluit uitvaardigen
zodat de wet van 23 juni 1976 kan worden toegepast en aan de
vermelde groepen vakantiegeld kan worden uitgekeerd? Zo ja, binnen
welke termijn zal dit besluit wordt uitgevaardigd? In welk budget zou
dan worden voorzien om dit vakantiegeld uit te betalen?
01.01 Daniël Vanpoucke (CD&V):
La loi du 23 juin 1976 qui prévoit
l'octroi d'un pécule de vacances
aux bénéficiaires d'allocations
sociales et aux minimexés n'est
toujours pas appliquée, faute
d'arrêté d'exécution. Le ministre
va-t-il prendre un arrêté
d'exécution? Le cas échéant,
quand? Quel budget prévoit-on?
01.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Vanpoucke, het enig artikel van de wet van 23 juni 1976
voorziet inderdaad in de mogelijkheid om aan de personen die
uitkeringsgerechtigd zijn in het stelsel van de ziekten en de
invaliditeitsverzekering, het stelsel van de tegemoetkomingen aan
mindervaliden en het stelsel van het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden op de wetgeving op het bestaansminimum vakantiegeld toe
te kennen.
01.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: La loi du 23 juin 1976
prévoit en effet la possibilité
d'octroyer un pécule de vacances
à des personnes qui bénéficient
d'allocations dans le système de
l'assurance maladie-invalidité, du
revenu garanti aux personnes
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De Koning kan bij een in de Ministerraad overlegd besluit de
toepassingssfeer van die wet verruimen tot andere categorieën van
uitkeringsgerechtigden en hij kan het bedrag, de toekennings-
voorwaarden, de periodiciteit van de uitbetaling en de datum van de
inwerkingtreding bepalen.
Volgens de bestaande wetgeving hebben alleen de gerechtigden op
een rustpensioen in het stelsel van de werknemers recht op
vakantiegeld. Dat bestaat uit een forfaitair bedrag 23.999 frank voor
gezinshoofden en 19.199 frank voor alleenstaanden dat in de
maand mei wordt uitbetaald, maar dat het pensioenbedrag van die
maand evenwel niet kan overschrijden. Dit recht werd ingevoerd door
artikel 19 van de wet van 13 juni 1966 en uitgevoerd door het
koninklijk besluit van 23 juni 1966. In de verantwoording bij de
wettekst die dit recht heeft ingevoerd, lees ik dat het vakantiegeld ik
plaats dit tussen aanhalingstekens dient te worden beschouwd als
een voordeel sui generis dat niet voortvloeit uit het eigenlijke
pensioenbedrag en dat tot doel heeft de gepensioneerden te laten
deelnemen in de groeiende welvaart.
Eigenlijk moet dit specifiek vakantiegeld volgens de geest van de wet
worden beschouwd als een welvaartspremies die structureel in de
pensioenwetgeving werd ingevoerd tijdens een periode van zeer hoge
welvaartsgroei.
Trouwens, in de parlementaire stukken bij deze wet wordt vermeld dat
het specifiek ingevoerde voordeel technisch niet de kenmerken
vertoont van vakantiegeld. Immers, het vakantiegeld wordt algemeen
beschouwd als een onderdeel van de arbeidsverhoudingen tussen
werkgevers en werknemers. Omwille van historische redenen - de
opbouw van de sociale zekerheidwetgeving is de regeling inzake de
jaarlijkse vakantie in België een onderdeel van de sociale zekerheid.
In andere landen behoort dit evenwel tot het arbeidsrecht.
Omwille van de afwezigheid van een arbeidsrelatie bij de
uitkeringsgerechtigden, opgenomen in de wet van 23 juni 1976,
oordeel ik dat het niet strookt met de uitgangspunten van de
wetgeving inzake de jaarlijkse vakantie, om uitvoering te geven aan
voormelde wet.
Binnen de huidige beperkte budgettaire marges opteerde de regering
voor gerichte sociale correcties, waardoor sommige uitkeringen zullen
worden verbeterd. In dat verband denk ik ook aan de recente
verhogingen van de minima met betrekking tot invaliditeitsuitkeringen
en pensioenen, aan welvaartsaanpassingen in de pensioenen, aan de
verhoging van het bestaansminimum en van de
werkloosheidsuitkeringen en dergelijke. U weet wellicht dat de
regering hiervoor een bijkomend bedrag van 10 miljard Belgische
frank inschreef in de begroting 2002.
Uiteraard sluit ik niet uit dat dit thema aan bod komt in het kader van
de rondetafelbesprekingen over de toekomst van de sociale
zekerheid.
âgées, du minimex ou des
allocations pour personnes
handicapées. Un arrêté royal peut
étendre le champ d'application et
déterminer les montants, les
conditions d'octroi, la périodicité et
la date d'entrée en vigueur.
En vertu de la législation existante,
seuls les bénéficiaires d'une
pension de retraite ont droit à un
pécule de vacances. Il s'agit d'un
montant forfaitaire payé en mai.
Ce droit est instauré par la loi du
13 juin 1966, exécutée par l'arrêté
royal du 23 juin 1966, et doit être
considéré comme un avantage sui
generis qui ne découle pas du
montant forfaitaire de la pension
mais répond à l'objectif de faire
bénéficier les pensionnés de la
croissance. Ceci figure dans la
justification des textes de loi. D'un
point de vue technique, cet
avantage spécifique ne présente
pas non plus les caractéristiques
d'un pécule de vacances et ne
découle pas d'une relation de
travail. C'est précisément pour
cette raison que je pense qu'il
n'est pas possible d'exécuter la loi
du 23 juin 1976. Il n'est pas
question dans la loi de relation de
travail pour les bénéficiaires d'une
allocation.
Le gouvernement opte pour des
corrections sociales ciblées, dans
le cadre desquelles certaines
allocations seront augmentées. Un
montant de 10 milliards de francs
a encore été prévu à cet effet au
budget 2002.
Ce thème peut bien entendu être
abordé lors de la table ronde sur
l'avenir de la sécurité sociale.
01.03 Daniël Vanpoucke (CD&V): Ik dank u voor uw antwoord,
mijnheer de minister.
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
sociale zekerheid van de zelfstandigen" (nr. 5732)
02 Question de Mme Trees Pieters au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la sécurité
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, hoever staat het met het eindrapport van mevrouw
Cantillon?
02.01 Trees Pieters (CD&V):
Qu'en est-il du rapport du groupe
de travail Cantillon?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, de
schriftelijke vraag van mevrouw Trees Pieters was wat uitgebreider
aangezien zij ook informeerde naar de beschikbare ruimte om het
statuut te verbeteren.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, die vraag stelde ik
u reeds naar aanleiding van de begrotingsbesprekingen.
02.04 Minister Frank Vandenbroucke: Dan zal ik niet verder ingaan
op het cijfermateriaal in dat verband.
Wat het eindrapport van mevrouw Cantillon omtrent de
pensioenproblematiek betreft, werd mij medegedeeld dat het
waarschijnlijk zal worden voorgelegd in de loop van deze maand.
Na neerlegging van dit rapport zal de regering, op basis van de door
de werkgroep uitgebrachte adviezen inzake gezinsbijslag, invaliditeit,
ziekteverzekering en pensioenen en na sociaal overleg, nagaan welke
maatregelen al dan niet haalbaar zijn binnen de vermelde
beschikbare budgettaire ruimte.
02.04 Frank Vandenbroucke,
ministre: Le rapport final de Mme
Cantillon sera probablement
encore déposé ce mois-ci. Une
fois ce rapport déposé, le
gouvernement examinera sur la
base des avis émis en matière
d'allocations familiales, d'invalidité,
d'assurance maladie et de
pensions quelles mesures
pourraient être mises en oeuvre,
tout en tenant compte des
possibilités budgétaires et après
concertation sociale.
02.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik neem akte van
uw antwoord. Op hoop van zegen!
02.05 Trees Pieters (CD&V):
Nous en prenons acte: à la grâce
de Dieu.
02.06 Minister Frank Vandenbroucke: Ik ben het volkomen met u
eens, mevrouw Pieters.
02.07 De voorzitter: Dit lijkt mij een goed begin van het nieuwe jaar.
02.08 Minister Frank Vandenbroucke: Onder mensen van goede wil
is dat mogelijk, mijnheer de voorzitter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
toeleveringsbedrijven van Sabena" (nr. 5804)
03 Question de Mme Trees Pieters au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les
03.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, onmiddellijk na het faillissement van Sabena werd uit
03.01 Trees Pieters (CD&V):
1900 entreprises ont pâti de la
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
sommige hoeken de aandacht gevestigd op alle
toeleveringsbedrijven.
Inmiddels is het bekend dat 1.990 bedrijven worden geconfronteerd
met een inkoopbedrag van Sabena, ten belope van 45 miljard. Dat
heeft wel enige effect op het economisch leven in de provincie
Brabant.
Mijnheer de minister, ook aan uw collega's, de ministers Daems en
Reynders, vroeg ik reeds of het sociaal begeleidingsplan dat van
toepassing is voor de werknemers van Sabena, ook kon worden
uitgebreid voor het personeel van de toeleveringsbedrijven en of het
mogelijk was het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te passen,
zodat hun verplichtingen jegens de RSVZ, de RSZ en de belastingen
worden verlicht?
Minister Daems heeft mij geantwoordt dat hij inderdaad een regeling
voor het persoonlijk statuut van de werkgever heeft uitgewerkt. Er zou
een faciliteit worden gecreëerd voor de werkgever die, binnen zijn
persoonlijk statuut, een uitstel van betaling kan krijgen wanneer een
schuldvordering kan worden bewezen ingevolge een bankroet van
minstens 100.000 Belgische frank of wanneer bij Sabena een
boekjaar wordt afgesloten waarbij de omzet met Sabena minstens
15% bedroeg.
Van de minister van Financiën heb ik het ontstellende antwoord
gekregen dat iedere gefailleerde beroep kan doen op een
afbetalingssysteem. Ondertussen heb ik ook van minister Daems
vernomen dat u kort nadien een telefoonlijn heeft voor de RSZ
ingesteld. Ik weet echter niet wat u nog meer kan doen voor die
bedrijven binnen de RSZ. Om die reden blijf ik mijn vraag herhalen
om te zien of er voor de toeleveranciers van het getroffen Sabena
maatregelen op dit vlak kunnen worden getroffen.
faillite de la Sabena. Quelles
mesures ont été prises en matière
de cotisations de sécurité sociale
pour les fournisseurs de la
Sabena? Les ministres Reynders
et Daems n'ont pu me donner de
réponses rassurantes au sujet des
mesures prises dans leur domaine
de compétence.
03.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik kan het volgende meedelen.
De toeleveranciers die kunnen aantonen dat zij in financiële
moeilijkheden verkeren om de opgelegde vervaldata inzake de
betaling van sociale zekerheidsbijdragen te respecteren, kunnen
onder de voorwaarden en redenen die gelden voor alle werkgevers
een uitstel van betaling bekomen bij de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid. Ter informatie geef ik hierbij de redenen en voorwaarden
waaronder alle werkgevers, en dus ook de toeleveranciers van
Sabena, uitstel van betaling kunnen genieten.
Ten eerste, het reglement van het beheerscomité van de RSZ laat toe
dat de Rijksdienst mag afzien van de bepalingen van artikel 54 van
het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet
van 27 juni 1969, wanneer de bijdragen werden betaald voor het
einde van het kwartaal volgend op dat waarop ze betrekking hebben.
De voorwaarde is echter dat de werkgever niet de gewoonte had zijn
bijdrage buiten de vastgestelde termijnen te betalen en dat het niet-
betalen binnen de vastgestelde termijnen de regelmatige financiering
van de sociale zekerheidsregel niet schaadt. In deze situatie worden
geen burgerlijke sancties toegepast.
Ten tweede, de werkgevers die, rekening houdende met de hiervoor
03.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Les fournisseurs qui sont
en mesure de démontrer qu'en
raison de difficultés financières ils
sont dans l'impossibilité de
respecter les échéances en
matière de paiement des
cotisations de sécurité sociale,
peuvent obtenir un report du
paiement auprès de l'Office
national de sécurité sociale et ce,
aux conditions applicables à tous
les employeurs.
A titre d'information, voici les
conditions applicables à tous les
employeurs. Aucune sanction
civile n'est prise lorsque les
cotisations ont été payées avant la
fin du trimestre qui suit celui
auquel elles se rapportent, à
condition que l'employeur n'ait pas
eu pour habitude de payer ses
cotisations en dehors des délais
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
vermelde bepalingen, de betalingstermijnen niet kunnen naleven,
kunnen bij de Rijksdienst om een aanzuiveringplan verzoeken. Dit
plan doet echter geen afbreuk aan de toepassing van de burgerlijke
sancties die bij niet-tijdige betaling der bijdragen zijn voorzien.
Ten derde, wanneer de Rijksdienst is overgegaan tot de aanrekening
van burgerlijke sancties, hebben de betrokken werkgevers de
mogelijkheid om een ontheffing te vragen in toepassing van artikel 55
van het koninklijk besluit van 28 november 1969.
Ik wil een onderscheid maken tussen verschillende situaties. Indien
de werkgever kan aantonen dat hij zijn verplichtingen niet kon voldoen
omwille van een behoorlijk bewezen overmacht dan kan de RSZ op
basis van artikel 55, paragraaf 1 afzien van de betaling van burgerlijke
sancties. Indien de werkgever kan aantonen dat hij zijn verplichtingen
niet kon voldoen omwille van uitzonderlijke omstandigheden, kan de
Rijksdienst op basis van artikel 55, paragraaf 2 het bedrag van de
bijdrage opslaan met ten hoogste 50% en dat van de verschillende
verwijlintresten met ten hoogste 25% verminderen. Indien de
werkgever het bewijs kan leveren dat, op het ogenblik dat de schuld
eisbaar werd, hij een vast en eisbare schuldvordering bezat ten
opzichte van het Rijk, een provincie of een provinciale instellingen,
een gemeente of een vereniging van gemeenten, de gemeentelijke of
intercommunale openbare instellingen of een instelling van openbaar
nut beoogd bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende
de controle op sommige instellingen van openbaar nut of een
maatschappij beoogd bij artikel 24 van dezelfde wet, ingevoegd bij
het koninklijk besluit van 11 november 1967 kan de Rijksdienst op
basis van artikel 55, paragraaf 3 de vermindering van het bedrag van
de bijdrage opslaan met 50% tot 100%.
Indien de werkgever kan motiveren dat er dwingende
billijkheidsredenen zijn voor het niet nakomen van zijn verplichtingen,
of dwingende redenen van nationaal of gewestelijk economisch
belang, kan het beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid met eenparigheid van stemmen, en bij wijze van
uitzondering, de vermindering van het bedrag van de
bijdrageopslagen met 50% optrekken tot 100% ingevolge artikel 55,
paragraaf 3.
Ik ben mij er van bewust dat het hier een technische materie betreft.
Daarom heb ik de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gevraagd een
rechtstreeks telefoonnummer ter beschikking te stellen van alle
Sabena-toeleveranciers. Op dat nummer kunnen zij met al hun
vragen over RSZ-aangelegenheden terecht. Het nummer is:
02/509.31.80. De verantwoordelijke aan Nederlandstalige kant is de
heer Valère Lemoine. Daarnaast is er voor de Franstaligen het
nummer 02/509.32.52. De verantwoordelijke is daar Carine Volters.
De Kamers van Handel en Nijverheid van Leuven en van Halle-
Vilvoorde zullen de betrokken nummers bekend maken bij hun leden.
Mevrouw Pieters, de andere vragen die in de schriftelijke toelichting
bij uw vraag vermeld zijn, inzake de mogelijke vrijstelling van BTW,
betalingsfaciliteiten en belastingsfaciliteiten, vallen onder de
bevoegdheid van minister Reynders.
impartis et que le non-paiement
dans les délais fixés ne nuise pas
au financement régulier du
système de sécurité sociale.
Les employeurs qui ne sont pas en
mesure de respecter les délais de
paiement peuvent demander un
plan d'apurement auprès de
l'Office. Ce plan ne porte pas
atteinte aux sanctions civiles
prévues en cas de non-paiement
dans les délais prévus. Lorsque
l'Office prend des sanctions, les
employeurs concernés peuvent
demander une exonération,
conformément à l'article 55 de
l'arrêté royal du 28 novembre
1969. L'Office national peut
renoncer aux sanctions lorsque
l'employeur peut démontrer qu'il
s'agit d'un cas de force majeure.
L'Office national peut réduire au
maximum de 50% le montant des
majorations de cotisations et au
maximum de 25% le montant des
intérêts de retard lorsque
l'employeur apporte la preuve de
circonstances exceptionnelles.
Si l'employeur apporte la preuve
qu'il possède une créance certaine
et exigible envers l'Etat, un autre
pouvoir ou un organisme d'intérêt
public, l'ONNS peut porter la
réduction susvisée de 50 à 100%.
Si l'employeur peut justifier que
des raisons impérieuses d'équité
sont à l'origine du non-respect des
obligations de paiement ou qu'il
est en mesure d'invoquer des
raisons impérieuses d'intérêt
national ou régional, le comité de
gestion de l'Office peut admettre à
titre exceptionnel pareille
réduction. L'ONNS dispose de
deux numéros de téléphone
directs pour cette matière
particulièrement technique. Les
chambres de commerce et
d'industrie de Louvain et de Hal-
Vilvorde transmettront ces
numéros à leurs membres.
03.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik vind het
bijzonder spijtig dat na gesprekken die tussen u en de ministers
03.03 Trees Pieters (CD&V): Je
regrette que les pouvoirs publics
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Daems en Reynders hebben plaatsgevonden ingevolge het
faillissement van een overheidsbedrijf 51% van de aandelen waren
in handen van de overheid en na een gerechtelijk akkoord waarna
men uiteindelijk niets gedaan heeft om het bedrijf te redden dat zo'n
zware impact heeft op de toeleveranciers, de overheid tot niet meer in
staat is dan tot het openen van een telefoonlijn om de inderdaad
technische details te geven die overigens voor elk bedrijf dat in een
dergelijke situatie verkeert, van toepassing zijn. Ik vind het spijtig dat
u daar niets aan kunt toevoegen om het de betrokken bedrijven wat
gemakkelijker te maken.
Gisteren heb ik een gelijkaardige reactie gehoord van de minister van
Financiën. Ik betreur dat ten zeerste en ik kan dat niet genoeg
herhalen.
ne prennent pas davantage de
mesures en faveur des
fournisseurs particulièrement
touchés par le concordat judiciaire
de la Sabena.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen en aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over "de federale steun aan de
vaccinatiecampagne tegen meningitis" (nr. 5927)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et des Pensions et à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement sur "le soutien fédéral à
la campagne de vaccination contre la méningite" (n° 5927)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Sociale Zaken en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par le ministre des Affaires sociales et des Pensions.)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kan me voorstellen dat het betrokken dossier sinds het
indienen van mijn vraag enige evolutie heeft gekend. Als lid van de
oppositie troost ik me maar met de gedachte dat het stellen van mijn
vraag misschien wat heeft bijgedragen om de vaccinatiecampagne te
bespoedigen. Het verbaast me regelmatig dat wanneer een vraag
gesteld wordt, er plotseling een paar gunstige berichten opduiken in
de kranten. In dit geval werd er gezegd dat de Vlaamse regering, of
Vlaams minister Vogels, al de nodige schikkingen zou getroffen
hebben. Het blijft een filosofische kwestie wat hier de oorzaak en wat
het gevolg was.
Ik meen dat ik in elk geval mag stellen dat er op een bepaald moment
wat problemen waren inzake de vaccinatie tegen meningitis. In het
Vlaams Parlement zei de minister naar aanleiding van de
begrotingsbesprekingen dat er een probleem met de financiering was.
Er was een afspraak over een soort cofinanciering tussen de diverse
overheden, maar aan Waalse kant legde men blijkbaar niet de zelfde
prioritaire haast aan de dag, of had men niet dezelfde budgettaire
mogelijkheden. De financiering zou daardoor aan Waalse kant niet
rond geraken.
Hoever staan we nu met de afspraken met de Gemeenschappen in
verband met de intenties rond de cofinanciering van de campagne
tegen meningitis C? Is het zo dat federaal alle steun wordt gegeven?
Klopt het dat men in Vlaanderen alle budgettaire middelen en
initiatieven klaarheeft, terwijl dit aan de Waalse zijde lang niet het
geval is? Betekent dit voor de federale regering dat ze haar
engagement in Vlaanderen alleszins zal nakomen, ongeacht wat er
aan de andere kant van de taalgrens zal gebeuren? Wordt er nog
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): La
campagne de vaccination contre la
méningite C a débuté en
novembre 2001. Il était grand
temps. Tant les autorités fédérales
que les autorités flamandes ont
décidé de dégager des moyens à
cet effet. Lors des discussions
budgétaires, la ministre flamande
Vogels a cependant indiqué que
l'accord de coopération avec le
gouvernement fédéral se heurtait
à certains problèmes.
La discussion porte sur
l'adjudication en ce qui concerne
le vaccin. En outre, la Région
wallonne où la méningite C est
apparue plus tard qu'en Flandre,
mais progresse maintenant à la
même vitesse, n'a guère fait
preuve d'empressement. Elle
n'aurait toujours pas dégagé de
budget pour les vaccinations en
2002. Je regrette toutes ces
discussions, ainsi que les risques
d'un retard dans la campagne de
vaccination. Cela soulève
également l'inquiétude au sein de
la population.
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gesproken over de terugbetaling op zich, is dit een dossier in
evolutie?
Est-il exact que l'octroi d'une aide
fédérale pour les campagnes de
vaccination contre la méningite C
pose des problèmes? Les
autorités fédérales accorderont-
elles l'aide promise à la Flandre,
quelle que soit la décision prise du
côté wallon? Les autorités
fédérales peuvent-elles en
attendant conclure un accord
bilatéral avec la Communauté
flamande?
Le ministre a confirmé
antérieurement qu'il allait prévoir
un remboursement
supplémentaire de la campagne
de vaccination, vu son caractère
limité et ciblé. Qu'en est-il de
l'examen par le CTSP de cette
proposition?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega's, de vraag heeft mij bereikt op 10 december 2001 om 10 uur
en toen waren we eigenlijk al ver gevorderd. Op 11 december hebben
we dan een protocolakkoord afgesloten op de interministeriële
conferentie voor Volksgezondheid, tussen de federale overheid en de
Gemeenschappen, met betrekking tot de vaccinatie tegen infecties
door meningokokken van groep C. Een stukje van de vraag is
hierdoor achterhaald, maar ik zal toch proberen te antwoorden.
Zal de federale overheid de beloofde steun voor Vlaanderen
toekennen, ongeacht of de Waalse overheid initiatief zal nemen?
Ja. In het protocolakkoord verbindt de federale overheid zich er toe
om tweederde van het bedrag voor de aankoop van de entstof te
vergoeden aan de leverancier bij wie de Gemeenschappen het vaccin
aankochten. Daarbij wordt een maximale tussenkomst van 4.772.625
euro voorzien voor de Vlaamse Gemeenschap en de
gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Voor de Franse
Gemeenschap en de gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
is dit bedrag vastgelegd op 3.423.750 euro en voor de Duitstalige
gemeenschap bedraagt dit 53.625 euro. Dit betekent dat de steun aan
elk van de Gemeenschappen, onafhankelijk aan die van de andere
Gemeenschappen, binnen de limieten van het vastgestelde bedrag en
afhankelijk van de inspanningen geleverd door de Gemeenschappen,
kan worden toegekend.
Kan de federale overheid in afwachting geen bilateraal akkoord
afsluiten met de Vlaamse Gemeenschap? Ik denk dat dit probleem
wegvalt in het licht van het voorgaande.
Ik lees even hoe u het had geformuleerd: "Minister Vandenbroucke
bevestigde in antwoord op een vraag van collega Simonne Creyf dat,
gezien de vaccinatiecampagne zich tot bepaalde doelgroepen
beperkt, het ook aangewezen is om bijkomend in de terugbetaling van
het vaccin te voorzien. Hoe staat het met de bespreking van dergelijk
04.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Le 11 décembre 2001, le
gouvernement fédéral et les
Communautés ont conclu un
protocole d'accord dans le cadre
duquel le gouvernement fédéral
s'engageait à rembourser 2/3 du
montant au fournisseur auquel les
Communautés ont acheté le
vaccin. L'intervention maximale
pour la Communauté flamande et
la Commission communautaire
commune est de 4.772.625 . Du
côté francophone, elle s'élève à
3.423.750 et du côté
germanophone, 53.625 . L'aide
est attribuée séparément aux
Communautés, en fonction des
efforts consentis. La Communauté
flamande est en avance par
rapport aux francophones mais je
n'ai pas connaissance de l'état
d'avancement exact. Il me semble
opportun de poser des questions à
ce sujet au Parlement flamand.
La procédure de remboursement
du vaccin pour toutes les
personnes âgées de moins de 18
ans est en cours. L'avis du CTSP
a été transmis au comité
d'assurance.
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
voorstel in de TRFS?" De procedure die de terugbetaling voorziet voor
het vaccin voor alle personen tot 18 jaar, is lopende. Het advies werd
door de TRFS overgemaakt aan het verzekeringscomité.
U vraagt nu hoe ver de Gemeenschappen staan. Daar durf ik eigenlijk
niet op te antwoorden. De Vlaamse Gemeenschap is zonder twijfel
verder gevorderd dan de Franstalige Gemeenschap, dat leest u ook in
de kranten. Ik durf u nu niet uit het blote hoofd zeggen hoever we
staan. Ik denk dat het aangewezen is dat uw collega's in het Vlaamse
Parlement en in de Franstalige Gemeenschap er vragen over stellen.
Als u aandringt, dan moet u de vraag nog eens stellen, dan kan ik mij
erover informeren.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Het lijkt mij politiek niet onbelangrijk
dat de federale overheid op twee snelheden kan financieren.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
J'en déduis que le ministre
souhaite instaurer un système à
deux vitesses.
04.04 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is ook wat er juist zo
radicaal vernieuwend was aan mijn voorstel. Ik heb gezegd dat ik over
de brug kwam, indien zij ook over de brug kwamen.
04.04 Frank Vandenbroucke,
ministre: En effet, c'est la grande
innovation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
inkomensgarantie voor ouderen" (nr. 5965)
05 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la garantie de
05.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben gecontacteerd door de dienst maatschappelijk werk
van een instelling die erkend is door het Vlaams fonds voor sociale
integratie voor personen met een handicap. Of het nu een tehuis is
voor werkenden, of een tehuis voor niet-werkenden, het probleem
stelt zich in beide gevallen.
Wat is nu het probleem? De wet van 22 maart 2001 tot instelling van
een inkomensgarantie voor ouderen bepaalt in artikel 6, paragraaf 2
dat een aantal personen niet wordt geacht dezelfde hoofdverblijfplaats
te hebben als de aanvrager, ondanks het feit dat zij in de
bevolkingsregisters wel degelijk zijn ingeschreven op het adres van de
aanvrager. Men heeft het onder andere over mensen die in hetzelfde
rusthuis wonen, of in hetzelfde rust- en verzorgingstehuis, of hetzelfde
psychiatrische verzorgingstehuis. Dat zijn de categorieën die in de wet
letterlijk staan vermeld.
Wat doet er zich nu voor? Een mentaal gehandicapte woont in een
voorziening die erkend is door het Vlaams Fonds. Men vraagt dus de
toepassing van de wet die de inkomensgarantie installeert, maar
vervolgens zegt de Rijksdienst voor Pensioenen dat men van alle
mensen die daar wonen moet nagaan welke bestaanmiddelen zij
hebben, omdat men een onderzoek moet doen naar al die personen,
wil men over de rechten van de betrokkenen een uitspraak kunnen
doen. Ik vind dat een zeer merkwaardige situatie. Mocht de
betrokkenen verblijven in een rusthuis of een rust- en
verzorgingstehuis, dan zou dat niet moeten gebeuren. Als iemand in
een andere instelling verblijft, die erkend is door het Vlaams Fonds,
05.01 Jo Vandeurzen (CD&V): La
loi du 22 mars 2001 relative à la
garantie de revenus aux
personnes âgées prévoit que
certaines personnes ne sont pas
censées avoir la même résidence
principale que le demandeur
malgré le fait qu'elles soient
inscrites dans les registres de la
population à l'adresse du
demandeur. Il s'agit notamment
des personnes séjournant dans
une maison de soins
psychiatriques.
Dans leur cas, l'Office des
pensions doit être informé de
l'identité de toutes les personnes
qui partagent la résidence
principale de l'intéressé. Sur la
base de ces informations, il serait
ensuite procédé à une enquête
relative à ses moyens de
subsistance. Voilà qui n'est guère
logique. Les personnes séjournant
dans une institution agréée par le
fonds flamand doivent se
soumettre à cette enquête dont
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
zou men wel een zo'n onderzoek moeten doen, maar dat is materieel
niet echt mogelijk.
Is het correct dat, wanneer een persoon verblijft in een voorziening die
erkend is door het Vlaams Fonds en de betrokkenen een beroep wil
doen op de inkomensgarantie voor ouderen, er een onderzoek volgt
naar het inkomen van alle personen die in de voorziening verblijven?
Zo ja, is dat wel een redelijke en billijke situatie en wordt het
gelijkheidsbeginsel niet geschonden, mocht dit onderzoek niet nodig
zijn als de betrokkene met dezelfde leeftijd in een rusthuis of rust- of
verzorgingstehuis of een psychiatrisch verzorgingstehuis zou
verblijven?
Mocht deze interpretatie fout zijn, moet men de RVP daar dan niet
van op de hoogte brengen? Ik heb immers wel degelijk de
briefwisseling gezien waarin de RVP het standpunt inneemt dat er een
onderzoek moet komen. Dat is dus een merkwaardige situatie
waarover ik graag enige duidelijkheid zou krijgen.
sont dispensées les personnes
résidant dans une maison de
repos et de soins. Confirmez-vous
l'existence de cette discrimination?
S'il s'avère que le principe d'égalité
est enfreint, le ministre prendra-t-il
les initiatives nécessaires et en
informera-t-il l'Office national des
pensions?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik kan meedelen dat vanaf de opstelling van artikel 6,
paragraaf 2/3 van de wet op de inkomensgarantie voor ouderen, het
de bedoeling was een ruime betekenis te geven aan de term
"psychiatrische verzorgingstehuizen". Zodra de Rijksdienst voor
Pensioenen in kennis wordt gesteld dat de betrokkene in een
psychiatrisch verzorgingstehuis verblijft, zal de Rijksdienst aan de
hand van een lijst nagaan of het een erkende instelling betreft, zodat
deze persoon als alleenstaande kan worden beschouwd en tevens
recht heeft op het verhoogde basisbedrag. In dat geval zal de
Rijksdienst voor Pensioenen ook niet vragen om in kennis te worden
gesteld van de andere personen die met de aanvrager dezelfde
hoofdverblijfplaats delen. De voorwaarde is wel dat de betrokkene in
het bevolkingsregister ook is ingeschreven op het adres van die
erkende instelling. Ondertussen heeft de RVP de bestaande
onderrichtingen verduidelijkt, zodat mogelijke discriminaties worden
weggewerkt. In de mate dat u nu over een zeer specifiek dossier
tussenkomt, blijven de diensten van de RVP ter uwer beschikking
voor elke aanvullende verduidelijking.
05.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Lors de la rédaction de
l'article 6 de la loi sur la garantie
de revenus aux personnes âgées,
l'objectif poursuivi était de donner
une définition large des maisons
de soins psychiatriques.
Dès que l'Office national des
pensions est averti que l'intéressé
séjourne dans une maison de
soins psychiatriques, il vérifie s'il
s'agit d'un établissement de soins
agréé de manière à ce que cette
personne puisse être considérée
comme isolé et ait droit à un
montant de base majoré.
Dans ce cas, l'Office national ne
demande pas si d'autres
personnes partagent la même
résidence principale que le
demandeur. A cet égard, une
condition doit toutefois être
remplie: l'intéressé doit être inscrit
dans les registres de la population
à l'adresse de l'établissement
agréé. Dans l'intervalle, l'Office
national a clarifié les directives, ce
qui permettra d'éliminer les
discriminations. En ce qui
concerne les dossiers spécifiques,
l'Office national acceptera toujours
de fournir plus d'informations.
05.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel de vraag
misschien naar aanleiding van een welbepaalde situatie, maar ze is
wel zeer algemeen. Het Vlaams Fonds erkent voorzieningen voor
niet-werkenden op de plaats waar men verblijft. Ik ken de situatie van
iemand die mentaal gehandicapt is en reeds tientallen jaar in een
05.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Le
fonds flamand reconnaît les
interventions en faveur des non-
actifs qui séjournent dans une
résidence agréée. S'il ne s'agit pas
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
leefgemeenschap woont, die gefinancierd wordt met de middelen van
het Vlaams Fonds. Wanneer hij de aanvraag doet, zegt men dat het
geen psychiatrisch verzorgingstehuis is en dat klopt uiteraard.
Daarom wordt er wel een onderzoek uitgevoerd. Dat is een algemeen
probleem, want iedereen die in een instelling woont kent dezelfde
problematiek.
d'une institution psychiatrique, un
problème se pose.
05.04 Minister Frank Vandenbroucke: Ik meen dat dit probleem
ondertussen is opgevangen, maar ik stel voor dat u me het concrete
dossier meegeeft. Ik zal het onderzoeken en mocht het nodig zijn, zal
ik het corrigeren.
05.04 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je vous propose de me
faire parvenir les éléments
concrets concernant ce cas
spécifique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het statuut van de onthaalouders" (nr. 5830)
06 Question de Mme Annemie Van de Casteele au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"le statut des gardiennes encadrées" (n° 5830)
06.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, is
het mogelijk om hierna ook vraag 12 aan bod te laten komen,
aangezien zowel ik als collega Bultinck in de commissie
Volksgezondheid bezig zijn met een discussie rond euthanasie en wij
graag die discussie zo snel mogelijk wensen verder te zetten. Het zijn
2 korte vragen, dus dat mag geen probleem zijn. (Instemming)
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, bij eerdere discussies in
de commissie hebben wij het reeds gehad over het statuut van de
onthaalouders, naar aanleiding van een uitspraak van het Arbeidshof
van 19 september 2001. Toen heeft u duidelijk gemaakt dat 1 arrest
voor u niet voldoende was om het statuut van volwaardige
werknemers, waar die mensen volgens ons recht op hebben,
automatisch ook voor iedereen als volwaardig statuut te beschouwen.
Blijkbaar had dit toch tot gevolg dat het overleg tussen de Gemeen-
schappen en de federale overheid over het uitwerken van een statuut
sui generis toch sneller is gegaan, en dat er ook tijdens de
interministeriële conferentie voortgang in dit dossier is geboekt.
Vandaar had ik van u graag een stand van zaken gekregen over dat
statuut sui generis. Is hieromtrent een akkoord gesloten in de
interministeriële conferentie? Is daar ook overleg over gepleegd met,
niet alleen de diensten voor onthaalouders, maar ook met de
onthaalouders zelf? Met welk resultaat? Gaan zij akkoord met dit
onvolledig statuut of blijft men zich daar nog steeds tegen verzetten?
In hoeverre houdt de begroting voor de sociale zekerheid rekening
met de uitgaven, die u op de interministeriële conferentie hiervoor
heeft begroot voor de federale overheid?
06.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Nous avons déjà eu
l'occasion de procéder à un
échange de vues concernant
l'arrêt du 19 septembre 2001 de la
Cour du travail de Gand relatif au
statut des gardiennes encadrées.
Selon le ministre, si cet arrêt, qui
constitue un cas unique, ne
permet pas d'accorder dès à
présent un statut aux gardiennes
encadrées, il a toutefois fait
avancer sensiblement le dossier
Le gouvernement envisage-t-il de
déposer un projet de loi relatif au
statut des gardiennes? Des
concertations ont-elles été
menées avec les intéressées ainsi
qu'au sein de la conférence
interministérielle? Qu'est-il ressorti
de ces concertations? Le budget
a-t-il pris en compte le produit
éventuel de cotisations versées
par ou au profit des gardiennes
encadrées?
06.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega's, op maandag 15 oktober 2001 werd tussen de verschillende
bevoegde ministers op Gemeenschaps- en federaal niveau een
principeakkoord gesloten, met betrekking tot een sociale bescherming
voor de erkende en gesubsidieerde onthaalouders. Dat akkoord is de
verdere uitvoering van een regeringsverklaring van 17 oktober 2000,
waarbij de regering zich ertoe heeft verbonden om het aantal sociale
06.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Le 15 octobre 2001, les
ministres compétents ont signé un
accord de principe en exécution
de la déclaration gouvernementale
du 17 octobre 2000 dans laquelle
le gouvernement s'engageait à
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
dossiers in de loop van 2001 verder te onderzoeken: het statuut van
de kunstenaar, de meewerkende echtgenoot en onthaalmoeders. Op
9 maart, 27 april en 26 oktober 2001 hebben de minister van Gelijke
Kansenbeleid en Werkgelegenheid en ikzelf aan de Ministerraad
verslag uitgebracht over de stand van de werkzaamheden met
betrekking tot de uitwerking van de sociale bescherming voor
onthaalouders. Ondertussen werden ook meermaals de
belangengroepen van onthaalouders, de betrokken diensten en
vakbonden geconsulteerd. Momenteel worden de teksten van het
principeakkoord omgezet in een ontwerp van wet en koninklijk besluit.
Ik meen dat er geen snel ontwerp voor een statuut van onthaalouders
wordt uitgewerkt, maar dat er wel degelijk in permanent overleg met
de vertegenwoordigers van de bevoegde Gemeenschapsministers,
gewerkt wordt aan een degelijke sociale bescherming van
onthaalouders. Daarnaast geven we er de voorkeur aan om tussen de
data van publicatie in het Staatsblad en de feitelijke inwerkingtreding
van de nieuwe sociale bescherming, een behoorlijke tijdsperiode te
voorzien, zodat onthaalouders zich voldoende en grondig kunnen
informeren en de diensten zich voldoende kunnen voorbereiden op de
nieuwe verplichtingen die zij moeten vervullen. Om die reden werd de
inwerkingtreding van deze sociale bescherming niet voorzien in het
begrotingsjaar 2002.
examiner plus avant une série de
dossiers sociaux, notamment celui
des gardiennes encadrées. Avec
la ministre Onkelinx, j'ai déjà
rendu compte à trois reprises au
Conseil des ministres de
l'évolution de ce dossier. Les
groupes d'intérêts, les services
concernés et les syndicats ont été
consultés. Les textes de l'accord
de principe sont à présent coulés
dans un projet de loi et dans un
projet d'arrêté royal. L'élaboration
d'une protection sociale efficace
pour les gardiennes encadrées fait
donc l'objet de travaux
approfondis et de concertations.
Par ailleurs, une période
raisonnable est prévue entre la
publication des nouvelles
dispositions au Moniteur belge et
leur entrée en vigueur, afin de
permettre à toutes les personnes
intéressées de s'informer
correctement et de se préparer à
leurs nouvelles obligations. C'est
pourquoi aucune mesure n'a
encore été prévue dans le budget
2002.
06.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de minister, u
heeft nog niet geantwoord op mijn vraag of de onthaalouders
daarmee akkoord zijn gegaan. U hebt gezegd dat u overleg heeft
gepleegd. Bestaat er nog steeds weerstand? Waar zitten de
pijnpunten? Ik had toch graag een beetje meer uitleg gekregen. Ook
over de vormgeving van het statuut had ik graag een discussie
gevoerd in de commissie.
Volgens de procedure komen wij helemaal aan het einde van de
ketting. Wij kunnen dan de wetsontwerpen terzake enkel stemmen.
Het zal bovendien slechts gaan om deelaspecten, vermits het gaat
om wijzigingen aan bestaande wetgeving. Zoiets vind ik geen
coherente manier van werken. Wij zouden in de commissie eens
moeten kunnen discussiëren over bijvoorbeeld de aan de ministeriële
conferentie voorgelegde en bij de onthaalouders circulerende nota.
Op die manier zouden wij ons een beeld kunnen vormen van de
precieze oorzaken van de weerstand en van de omvang van verschil
tussen het statuut dat wordt uitgewerkt en het volwaardige statuut.
Over dat laatste doen allerlei verhalen de ronde.
Ik meen te weten dat onze collega's van de VLD niet akkoord zullen
gaan met de invoering van het statuut als er niet tezelfdertijd voor de
zelfstandige onthaalouders iets uit de bus komt. Wordt dat aan elkaar
gekoppeld of niet?
Hoe lang zal de overgangsfase duren? Wat zijn de mogelijkheden?
Blijft de mogelijkheid bestaan om in het oude statuut verder te werken
indien dat voordeliger is? Dat alles is mij nog niet duidelijk. Op het
06.03 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Ce projet emporte-t-il, en
fin de compte, l'adhésion des
gardiennes encadrées ou se
heurte-t-il encore à leur
opposition? Quels sont les points
d'achoppement éventuels? Peut-
on encore satisfaire aux attentes
des gardiennes?
J'aimerais pouvoir discuter du
contenu de ce projet au sein de
cette commission, sinon nous
n'aurons guère voix au chapitre.
Nos collègues du VLD ne voteront
pas ce projet si aucun statut n'est
prévu pour les gardiennes
encadrées indépendantes. Les
deux groupes seront-ils associés?
Quelle sera la durée de la phase
de transition? Les gardiennes
pourront-elles conserver leur
ancien statut si celui-ci est plus
avantageux? Des problèmes
pratiques subsistent encore,
notamment en cas de divorce, ce
qui donne souvent lieu à des
injustices. Comment envisage-t-on
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
terrein worden toch nog altijd problemen gesignaleerd. Dat is zo bij
echtscheidingen waar onthaalouders in het ene geval als
loontrekkenden beschouwd worden en in het andere geval als niet-
loontrekkenden. Dat leidt tot onrechtvaardige situaties. Ik pleit voor
een zo snel mogelijke duidelijkheid op het terrein.
de résoudre ces problèmes?
06.04 Minister Frank Vandenbroucke: Het is erg moeilijk voor mij
om in te schatten wat de precieze reacties op het terrein zijn. Er is een
erg mondige ik bedoel dat positief actiegroep die uiterst kritisch
tegenover dit voorstel staat. Die actiegroep stelt immers dat men er
eenvoudigweg loontrekkenden van moet maken. Dat is duidelijk niet
de bedoeling van de Gemeenschappen.
De reactie van de vakbonden ken ik op dit moment niet. Ik heb
daaromtrent aanduidingen in verschillende richtingen. Ik zal het pas
weten wanneer wij formele adviezen krijgen van bijvoorbeeld de
Nationale Arbeidsraad. Wij moeten die adviezen trouwens ook
vragen. Als u echt wil weten wat de vakbonden ervan vinden, zal u
even moeten afwachten wat zij in de Nationale Arbeidsraad zullen
zeggen. De tekst ligt echter nog niet voor aan de Nationale
Arbeidsraad en is evenmin verstuurd.
De instellingen reageren naar mijn mening veeleer positief. Ik denk
dat de Gemeenschapsministers vrij tevreden zijn over mijn voorstel
omdat het een goede zaak is voor de Gemeenschappen. Ik doe het
echter ook om een oplossing te vinden voor praktische problemen. Ik
ben het immers met u eens wanneer u stelt dat het voeren van grote
principiële discussies en de daarbij horende stelling dat het allen
loontrekkenden moeten worden, één aspect van de zaak is. Vermits
dat morgen nog niet zal zijn verwezenlijkt, vallen er in de tussentijd
nog elke dag mensen door de mazen van net. Ik hou daar niet van,
aangezien ik een nogal pragmatische instelling heb.
De reacties zijn erg verdeeld. Ik vraag mij soms af waarom ik mij
ermee bezighoudt als ik er enkel kritiek op krijg. Ik houd mij ermee
bezig omdat er mensen onbeschermd zijn als ik het niet doe.
Ik hoop dat wij vorderingen kunnen maken. U bent volledig
geïnformeerd. Alles behoort tot het publieke domein. De actiegroep
heb ik bijvoorbeeld tot in de kleinste details geïnformeerd. U vindt
alles terug op mijn website en bij de mensen van die actiegroep. U
kunt mij daarover nog ondervragen en interpelleren, maar ik pleit
ervoor dat wij geen debat houden alvorens wij meer klaarheid zien in
de formele adviezen.
06.04 Frank Vandenbroucke,
ministre: J'ai du mal à me faire
une idée correcte des réactions
sur le terrain. Il y a un groupe
d'action combatif qui milite pour un
statut de travailleur salarié pour les
gardiennes encadrées, ce qui
n'entre pas dans les intentions des
Communautés. Je ne connais pas
le point de vue des syndicats en la
matière. Nous attendons encore la
réaction formelle du Conseil
national du travail. La réaction des
institutions est positive.
Tant que les gardiennes
encadrées n'auront pas le statut
de travailleur salarié, des gens
seront mis quotidiennement sur la
touche. J'espère que nous
avancerons. Toutes les
informations sont publiques: vous
pouvez les obtenir sur mon site
web ou auprès des groupes
d'action.
06.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Wanneer zal u die
adviezen kunnen vragen? Ik vermoed dat de ontwerpen toch klaar
zijn?
06.05 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Quel est l'échéancier
prévu pour le dépôt des projets?
06.06 Minister Frank Vandenbroucke: Ik durf u dat niet zeggen. Wij
werken eraan verder, maar ik kan het u niet zeggen.
06.06 Frank Vandenbroucke,
minister: Je ne peux avancer de
dates pour l'instant.
06.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Haast u niet langzaam.
06.08 Minister Frank Vandenbroucke: Die gewoonte heb ik niet.
06.09 De voorzitter: Misschien kan ik daaraan toevoegen dat de 06.09 Le président: Les syndicats
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
vakbonden gezamenlijk de stelling hebben ingenomen dat het een
werknemersstatuut moet worden. Ik verneem dat de
bediendenbonden overwegen om voor de rechtbank een proces te
starten.
envisagent déjà des procédures
judiciaires. Ils revendiquent un
statut de travailleur salarié pour les
gardiennes encadrées.
06.10 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Hoe langer het aansleept,
hoe meer van dergelijke procedures men zal krijgen en hoe moeilijker
het voor u zal worden om een statuut voor te stellen.
06.10 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Voilà qui compliquera
encore la création d'un statut.
06.11 Minister Frank Vandenbroucke: Iets doen waarvan iedereen
zegt dat het slecht is, mag iemand anders doen.
06.11 Frank Vandenbroucke,
ministre: Mon souci est
simplement de mettre en place un
statut approprié.
06.12 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Uw collega Onkelinx was
inderdaad in haar antwoord aan de collega's in deze commissie iets
radicaler. Zij schoof meer dan u de hete aardappel door naar de
Gemeenschappen. Zij stelt dat zij een volwaardig statuut wil invoeren,
maar dat de Gemeenschappen niet willen. Daarmee is de kous af.
06.12 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je tiens à souligner que
Mme Onkelinx a délibérément
renvoyé la balle aux
Communautés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
fouten van het RIZIV bij het in kaart brengen van voorschrijfgedrag van artsen" (nr. 5993)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de fouten in het
individueel voorschrijfprofiel van artsen voor het jaar 2000" (nr. 5994)
07 Questions jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les erreurs
commises par l'INAMI en dressant la carte du comportement prescripteur des médecins" (n° 5993)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les erreurs contenues dans
le profil prescripteur individuel des médecins pour l'année 2000" (n° 5994)
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze vraag is misschien niet meer zo actueel,
maar toch is ze belangrijk. Er is reeds veel gezegd over de juistheid
van de gegevens die via Farmanet moeten worden ingezameld.
Er bestaat een evolutie waarbij het gezondheidsbeleid steeds meer op
basis van gegevens moet worden gestuurd. Het is dan ook jammer
dat moet worden vastgesteld dat bij de inzameling en de verwerking
van de Farmanet-gegevens door RIZIV eens te meer fouten werden
gemaakt, waardoor de gegevens onbruikbaar waren. De artsen die
hun voorschrijfprofiel hebben ontvangen, hebben moeten vaststellen
dat de gegevens niet klopten. Er kan worden opgeworpen dat het om
een eenmalig incident gaat, maar toch rijst de vraag hoe dergelijke
fouten mogelijk zijn. Wordt het vertrouwen in de gegevens hierdoor
niet ernstig geschaad? Worden de profielen niet gecontroleerd
alvorens ze naar de artsen worden verzonden? Ik kan mij niet
voorstellen dat geen steekproeven worden gedaan. De artsen hebben
bij een eerste controle onmiddellijk zelf vastgesteld dat alles te wijten
was aan een verkeerde codering. Waarom heeft het RIZIV dit niet
vastgesteld? Welke garanties biedt de minister dat de gegevens in de
toekomst zo betrouwbaar mogelijk zullen zijn? Ik denk hierbij niet
alleen aan de gegevens van Farmanet, maar aan alle soorten
gegevens.
07.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Les données de
Pharmanet ont été traitées par
l'INAMI et diffusées aux médecins
généralistes. Il semble qu'aient été
commises des erreurs qui
menacent la fiabilité des données,
ce qui ne favorisera pas la
responsabilisation des
médecins.Comment de telles
erreurs ont-elles pu être
commises? Ne procède-t-on pas à
des contrôles avant la diffusion
des profils?
Quelles garanties l'INAMI pourra-t-
il fournir à l'avenir quant à la
fiabilité des données?
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
07.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op woensdag 19 december hebben de artsen
van het RIZIV een document ontvangen met hun individueel
voorschrijfgedrag voor het jaar 2000. Het RIZIV heeft inmiddels
toegegeven dat een aantal fouten werd gemaakt. Dit incident valt op
een ongelukkig moment. Het is geen geheim dat de verhouding
tussen de minister en de artsen niet echt optimaal is. Dit bleek ook uit
de kregelige reactie van de minister. Hij is terecht van plan om artsen
die teveel voorschrijven te sanctioneren.
Ik heb dan ook de volgende vragen. Wat is er fout gelopen? Welke
maatregelen heeft de minister reeds genomen om een herhaling te
voorkomen? Wat is de reactie van de minister op de stelling van de
Apothekersbond dat de betrokken gegevens irrelevant zijn en
betrekking hebben op 1999, en niet op 2000? Deze stelling werd
inmiddels door het RIZIV weerlegd. Klopt het dat tegen eind januari
nieuwe gegevens naar de geneesheren zullen worden gezonden?
Welke maatregelen zal de minister nemen om het geschonden
vertrouwen van de artsen in het RIZIV te herstellen?
07.02 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Le 19 décembre, l'INAMI à
communiqué à tous les médecins
leur profil individuel en matière de
prescription pour l'année 2000.
L'INAMI a reconnu l'existence
d'erreurs. De quelles erreurs
s'agit-il? Que fera-t-on pour éviter
de telles erreurs à l'avenir?Qu'en
est-il de l'affirmation de
l'association des pharmaciens qui
prétend qu'il s'agit de données de
1999 et non de 2000? Est-il exact
que l'INAMI va diffuser de
nouvelles données fin janvier?
Quelles mesures le ministre
envisage-t-il de prendre pour
restaurer la confiance des
médecins en l'INAMI?
07.03 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega's, binnen het referentiebestand waarbinnen de ATC-codes
enerzijds en de stofnaam anderzijds aan elkaar worden gekoppeld is
een verglijding gebeurd van één regel binnen de kolom stofnaam. De
ATC-codes betekenen anatomische, therapeutische, chemische
codes die internationaal worden vastgelegd door het bureau van de
Wereldgezondheidsorganisatie te Oslo. Elk jaar wordt de lijst met
codes en stofnamen bijgewerkt. De ATC-codes en de bijhorende
bedragen van de 20 meest voorgeschreven geneesmiddelen zijn
correct weergegeven in het document dat aan elke individuele
bijgeschoolde arts is verstuurd, maar de vertaling van de codes naar
de correcte stofnaam is verkeerd.
Om de hele zaak te relativeren zou ik kunnen antwoorden dat hele
bladzijden correct zijn en wat fout is, kan door de arts mits enige
inspanning - zelf worden gecorrigeerd. Toch is dit een
communicatieve blunder van formaat en ik was daar dan ook zeer
boos over. Een aantal controlemechanismen hebben inderdaad
gefaald. Bij een dergelijke massale mailing zou bijvoorbeeld eerst een
steekproef moeten worden gehouden. Het RIZIV heeft ondertussen
beslist deze mailings veel strenger te controleren, maar ik
onderstreep dat het niet over foutieve gegevens ging, maar over
foutieve communicatie.
Welke controle gebeurt momenteel? Welnu, bij de ontvangst van
Farmanetgegevens gebeurt al een controle. Hierbij worden gegevens
verworpen omdat zij verkeerd zijn ingebracht of onbekend zijn in de
bestanden van de artsen. Een voorbeeld hiervan is een specialiteit
waarvan de CNK-code een code toegekend aan iedere verpakking
niet bestaat. Een ander voorbeeld is een verkeerd
identificatienummer van de arts.
Individuele documenten worden gecreëerd door de maatschappij voor
mechanografie. Deze documenten bevatten Farmanetgegevens
waarvan een deel worden gekoppeld aan referentiebestanden die
door het RIZIV zelf worden opgesteld. Een referentiebestand is
07.03 Frank Vandenbroucke,
ministre: Au sein de la banque de
données dans le cadre de laquelle
les codes ATC et les principes
actifs sont liés, on a observé un
glissement d'une ligne dans la
colonne des principes actifs. Ces
codes sont fixés
internationalement par le bureau
de l'OMS à Oslo.
Les code ATC et les montants
correspondants des médicaments
les plus souvent prescrits sont
correctement mentionnés dans les
documents transmis à chaque
médecin. Seule la traduction de
ces codes, en principes actifs, est
erronée.
Un premier contrôle est opéré lors
de la réception des données de
pharmanet. Au cours de cette
phase, certaines données sont
rejetées. Les documents
individuels, qui sont créés par
SmalS-MvM, comportent des
données de pharmanet dont une
partie est liée aux références de
l'INAMI. A titre de contrôle, l'INAMI
établit des documents individuels
parallèles identiques.
Une lettre a été envoyée aux
médecins fin décembre pour
expliquer l'erreur. Le site web de
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
bijvoorbeeld het groeperen van verschillende merknamen met
hetzelfde werkzame bestanddeel tot een geheel met dezelfde
stofnaam van het geneesmiddel. Om het eindproduct te controleren
worden op het RIZIV parallel identieke documenten gemaakt om na te
gaan of er overeenstemming is. Het gaat vooral over de juistheid van
de getallen en de bedragen. Hiervoor bestaan wel procedures, maar
niet voor de communicatie ervan.
Eind december 2001 werd aan alle bijgeschoolde artsen een brief
verstuurd waarin de gemaakte fout werd uitgelegd. Op de website van
het RIZIV staat de correcte overeenstemming tussen de ATC-codes
en de stofnaam vermeld en begin 2002 zou elke arts opnieuw worden
aangeschreven. Elke erkende voorschrijver zou het volledige en
correcte document opnieuw toegestuurd krijgen. In de loop van 2002
worden de tariferingsonderrichtingen voor de tariferingsdiensten van
toepassing. In die onderrichtingen worden aan de tariferingsdiensten
bijkomende controles opgelegd om de betrouwbaarheid van de
ingezamelde gegevens te verbeteren. Aan de onderrichtingen zijn de
instructies inzake gegevensinzameling van de farmaceutische
verstrekkingen gekoppeld. Deze vormen de basis voor het opstellen
van het uniek factuurspoor. Hiermee kunnen door de
verzekeringsinstellingen op een systematische en elektronische
manier controles worden uitgevoerd.
Bij elke stap in de verwerking van de ingezamelde gegevens binnen
het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering zal
onderzocht worden of de uitgevoerde controles afdoende zijn. Dat zal
gebeuren in samenwerking met een gespecialiseerd informaticabedrijf
dat intussen aangesproken wordt.
Ook zal nagegaan worden welke bijkomende controles nodig zijn om
de verwerking te optimaliseren. Binnen het Rijksinstituut voor Ziekte-
en Invaliditeitsverzekering wordt ook gestreefd naar een inhoudelijke
versterking van de afdeling Farmanet. Onlangs is aan die afdeling een
geneesheer-inspecteur toegevoegd die meer zal toezien op de
medische aspecten van het project.
l'INAMI présente la concordance
exacte entre les codes ATC et les
principes actifs. Début 2002, tous
les médecins recevront un courrier
mentionnant correctement les
codes ATC et les principes actifs.
Dans le courant de 2002, les
instructions tarifaires seront
d'application pour les services de
tarification. Les services se verront
imposer des contrôles
supplémentaires afin d'améliorer
la fiabilité des données collectées.
De même, des instructions sont
données concernant la collecte
des données, afin de permettre la
traçabilité par le biais d'une facture
unique permettant aux organismes
assureurs de pratiquer des
contrôles électroniques
systématiques. Une société
spécialisée en informatique
vérifiera si les contrôles sont
suffisants et examinera la
possibilité d'optimiser le traitement
des données par des contrôles
supplémentaires. L'INAMI
souhaite renforcer pharmanet et
un médecin inspecteur a été
désigné pour contrôler le volet
médical.
07.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de minister, wij
hebben al enkele keren vastgesteld dat de gegevensbewerking en het
gegevensbeheer bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en
Invaliditeitsverzekering een zwak punt is. Volgens mij moet dat
inderdaad zoveel mogelijk versterkt worden.
Veel hangt echter ook af van de input van de gegevens. U spreekt
bijvoorbeeld over de RIZIV-codes van de artsen. Waarom stapt u niet
naar softwarehuizen voor een gegevensbank, zodat bijvoorbeeld de
apothekers niet alles zelf manueel in Farmanet moeten inbrengen? In
zo'n gegevensbank zijn de artsen met hun RIZIV-nummer namelijk al
correct geregistreerd. Volgens mij maken zulke kleine dingen de
werking gemakkelijker en kunnen fouten worden vermeden. Ik denk
dat de gegevens met een kleine moeite nog meer foutloos ter
beschikking gesteld kunnen worden.
07.04 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Le traitement et la
gestion des données sont les
maillons faibles de l'INAMI.
L'introduction des données revêt
également une importance
capitale Pourquoi ne charge-t-on
pas les programmeurs de créer
une banque de données que les
médecins et les pharmaciens
pourraient utiliser pour trouver
rapidement les codes adéquats
plutôt que de leur faire réaliser ce
travail manuellement? De
nombreuses erreurs pourraient de
la sorte être évitées.
07.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
bedank u voor uw technisch ongetwijfeld correct antwoord. Voor mijn
meer principiële vraag blijf ik wat op mijn honger zitten.
07.05 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Quelles mesures comptez-
vous prendre pour restaurer la
confiance? Tous les bruits qui
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Welke maatregelen zal u nemen om het geschokt vertrouwen tussen
de artsen en het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
te herstellen?
U zegt terecht dat er een communicatieblunder van formaat is
gemaakt. Ik vermoed dat u een duidelijke maatregel moet nemen om
de artsen opnieuw meer vertrouwen te laten krijgen in
het
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. In de
Artsenkrant van dinsdag 8 januari 2002 staan allerlei wilde geruchten
alsof het technisch niet eens zomaar een vergissing zou zijn. Zulke
geruchten zijn toch niet van aard om de sfeer tussen de artsen en
uzelf ten goede te doen keren.
courent en ce moment sont peu
propices à une bonne entente.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de euroconversie van ziekenhuisfacturen" (nr. 5750)
08 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la
conversion en euros des factures d'hôpital" (n° 5750)
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik weet niet of mijn vraag nog actueel is, want ze is al
enige tijd oud. Toch wil ik mijn vraag principieel stellen omdat de
euroconversie van ziekenhuisfacturen in een aantal afdelingen van
ziekenhuizen een probleem had geschapen.
Op de ziekenhuisfacturen worden de bedragen van de individuele
prestaties momenteel nog in Belgische frank uitgedrukt. Dat was
althans in 2001 nog het geval. Het totaalbedrag van de factuur
bestaat uit de optelling van die individuele bedragen. Die individuele
prestaties worden geconverteerd volgens de richtlijnen van
het
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Die
richtlijnen bepalen dat er op detailniveau andere afrondingsregels
gelden bij de omrekening van Belgische frank naar euro.
Wanneer deze geconverteerde bedragen in detail worden opgeteld,
kan dit een ander factuurbedrag in euro tot gevolg hebben dan het
oorspronkelijke factuurbedrag geconverteerd naar euro volgens de
Europese richtlijnen. Dit verschil in betaling zou tot gevolg kunnen
hebben dat overschrijvingen gedrukt zijn en verzonden naar patiënten
terwijl ze niet conform zijn. Indien een patiënt niet betaalt en het nodig
is een herdruk van de factuur en de bijbehorende overschrijving te
versturen, dan zal het bedrag in euro verschillen van het
oorspronkelijk te betalen bedrag in Belgische frank omgerekend
volgens de Europese regelgeving. Mijnheer de minister, is het correct
dat het factuurbedrag in euro het resultaat is van de optelling van de
individuele prestaties, reeds geconverteerd naar euro? Dit kan dus
niet tot verschillen leiden voor de patiënten die hun facturen nog niet
betaald hebben en ze nu omgezet in euro krijgen?
08.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Les factures d'hôpitaux
mentionnent les montants des
prestations individuelles en francs
belges. Le montant total de la
facture est l'addition des différents
montants individuels en francs
belges. Les directives de l'INAMI
mentionnent des règles d'arrondi
différentes au niveau du détail
pour la conversion en euros (en
fonction du type de prestation à 2,
4 ou 6 chiffres après la virgule). Le
montant de la facture en euros
sera-t-il le résultat de la somme
des prestations individuelles
converties en euros, avec pour
conséquence des différences
possibles de paiement sur le plan
comptable? Selon les directives
européennes, la conversion du
montant de la facture est en effet
arrondie à 2 décimales. Quels en
sont les effets concrets pour les
patients?
08.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, het is
jammer dat we er niet in geslaagd zijn om dit voor kerstmis te
behandelen omdat dit toen zeker nog actueler was. Ik zal hier echter
zeker op antwoorden.
De bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1963
werden aangepast aan de euro bij verordening van 21 mei 2001,
08.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: En vertu du règlement du
21 mai 2001, publié au Moniteur
belge du 27 juillet 2001, les
dispositions de l'arrêté royal du 24
décembre 1963 sont adaptées à
l'euro. Le régime du tiers-payant a
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
gepubliceerd in het "Belgisch Staatsblad" op 27 juni 2001. De regels
inzake de toepassing van de euro in de derdebetalersregeling zijn
ingeschreven in artikel 9 septies en decies, § 2 tot 7 van de
verordening. Het artikel 9 septies-decies vermeldt het volgende: "De
verstrekkingen die voor 1 januari 2002 zijn uitgevoerd en na die
datum in de derdebetalersregeling worden gefactureerd, moeten in
euro worden gefactureerd. Het basistarief is het tarief van de
overeenstemmende periode, uitgedrukt in frank. De zorgverlener dient
de aan de verzekeringsinstelling gefactureerde bedragen om te
rekenen in euro en dit in detail per codenummer of pseudo-
codenummer van de nomenclatuur of per code van het farmaceutisch
product en de voor de tarifering daarmee gelijkgestelde producten.
Die omrekening is gebaseerd op het eenheidstarief in franken". Het is
dus inderdaad zo dat het factuurbedrag in euro het resultaat is van de
optelling van de individuele prestaties geconverteerd naar euro. Dat
geeft mogelijk verschillen in betaling voor de boekhouding. Op dat
punt hebt u gelijk. Deze verschillen zijn echter miniem. De ene keer
kunnen de verschillen positief zijn, de andere keer negatief.
donc aussi été adapté. Les
prestataires de soins doivent
convertir en euros les montants
facturés à l'organisme d'assurance
et ce, dans le détail, par numéro
de code de la nomenclature ou par
code du produit pharmaceutique.
Le montant de la facture en euros
est la somme des prestations
converties en euros. Il peut en
résulter des différences
comptables mais elles sont
minimes et se neutralisent
mutuellement.
08.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het antwoord. Ik zal het als dusdanig overmaken. Wellicht zullen
de boekhoudkundige diensten daar verder mee kunnen.
08.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Je transmettrai cette
réponse aux services comptables.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling door het RIZIV van behandelingen in de abortuscentra" (nr. 5900)
09 Question de Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "le
remboursement par l'INAMI des traitements dans les centres d'interruption de grossesse" (n° 5900)
09.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
heb een vraag nummer 5900 gericht tot minister Vandebroucke. Er
zijn echter aanvullende vragen ingediend naar aanleiding van een
vraag in de plenaire vergadering. Er was toen iets misgegaan met de
communicatie. De minister had mijn gedetailleerde vragen niet
ontvangen en kon er toen dus niet op antwoorden. Hij heeft
toegezegd ze in de commissie te beantwoorden. Ik zal ze gewoon na
mijn vraag stellen want ik denk dat dit het eenvoudigste is. Ik zal dus
de vraag stellen die in de commissie werd ingediend plus de andere
elementen die over dezelfde thematiek gaan. Als de minister het
daarmee eens is, kunnen we zo te werk gaan.
09.02 De voorzitter: Mijnheer de minister, er zullen nog aanvullende
vragen gesteld worden.
09.03 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik heb
een document met drie antwoorden. Ik zal ze in één pakket
behandelen.
09.04 De voorzitter: De oorspronkelijke vraagstelling werd vanuit de
plenaire vergadering aangevuld met drie punten.
09.05 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, het
gaat om dezelfde thematiek als vóór Kerstmis. De aanleiding hiervoor
waren de berichten van begin december dat het RIZIV een conventie
heeft goedgekeurd waardoor er een regeling komt waarmee
abortuscentra gesubsidieerd kunnen worden voor de psycho-sociale
09.05 Alexandra Colen (VLAAMS
BLOK): L'INAMI a adopté une
convention par laquelle les centres
d'interruption de grossesse
peuvent être subsidiés pour le
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
begeleiding van de vrouwen die bij hen een abortus ondergaan. Ik
heb hier een reeks concrete vragen over. Onder welke nomenclatuur
zal deze terugbetaling gebeuren? Het gaat hier immers niet om het
terugbetalen van medische handelingen. Die worden al onder de
nomenclatuur van de curettage terugbetaald. Het gaat hier om de
opvang, de begeleiding, de informatie, alles wat de artsen normaal bij
een raadpleging doen. Welke nomenclatuur is hier dus van
toepassing?
Wat wordt er precies verstaan onder de psycho-sociale opvang en
door wie wordt die verleend? Die vraag is ingegeven door het feit dat
er eigenlijk geen lijst bestaat van erkende abortuscentra en dus ook
geen eisen en omschrijvingen voor de behandeling, de personen die
de opvang verzorgen en de controle. Ook de ziekenhuizen worden
niet rechtstreeks voor dergelijke opvang terugbetaald. Zij
compenseren dit via andere posten. De vraag is dus wat precies
wordt verstaan onder psycho-sociale opvang.
Is het de bedoeling om de arbortuscentra een exclusiviteit te verlenen
voor de terugbetaling van dergelijke opvang of zullen andere
instellingen die een gelijkaardige opvang voorzien ook aanspraak
kunnen maken op die terugbetaling?
De andere vragen zijn financieel van aard. Hoe groot zal de jaarlijkse
meerkost zijn van deze terugbetaling door het RIZIV? Hoeveel
bedraagt de extra terugbetaling trouwens voor de niet-medische
kosten per ingreep? U hebt ramingen gemaakt. Op basis van welke
gegevens is dat gebeurd? Voorziet u dat u de nodige budgettaire
ruimte hebt om een dergelijke maatregel door te voeren?
Dat waren de elementen van de vraag die ik hier heb ingediend. De
andere elementen komen uit de vraag die ik op 6 december in de
plenaire vergadering heb gesteld naar aanleiding van dezelfde
conventie. Het ging daar over de erkenning van de abortuscentra.
Betekent het goedkeuren van een dergelijke conventie nu ook dat de
abortuscentra officieel erkende centra worden en dat zij aan bepaalde
criteria of normen zullen gaan voldoen? Welke criteria zullen dat zijn?
Wie zal controleren of de centra in kwestie inderdaad voldoen aan de
voorwaarden voor terugbetaling?
suivi psycho-social des patientes.
De quelle nomenclature relève ce
remboursement? Qu'entend-on
par "prise en charge psycho-
sociale"? Par qui cette prise en
charge est-elle assurée? A
combien s'élève le surcoût annuel
à charge de l'INAMI? A combien
se monte le remboursement
supplémentaire des coûts non
médicaux pour chaque
intervention? Dispose-t-on des
moyens budgétaires requis pour
financer ce remboursement? J'en
ai déjà parlé en séance plénière. A
cette occasion, trois de mes
questions ont été éludées. Je vais
donc les reposer. Les centres
d'interruption de grossesse
doivent-ils être reconnus
officiellement et satisfaire à
certaines normes? De quels
normes et critères s'agit-il?
Comment contrôler si les centres
concernés satisfont aux conditions
de remboursement par l'INAMI?
09.06 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Colen, ten eerste
hebt u gevraagd onder welke nomenclatuur de terugbetaling zal
gebeuren. De terugbetaling gebeurt enkel in het kader van een
conventie afgesloten met het RIZIV en erkende centra voor medisch
psycho-sociale begeleiding bij ongewenste zwangerschap. De
terugbetaling voorziet in twee forfaitaire bedragen. Het gaat om een
forfait eerste verstrekking met als pseudo-nomenclatuur nummer
775/132. Dit dekt de personeels- en andere kosten verbonden aan de
initiële opvang, begeleiding en onderzoek van de vrouw. Het forfait
tweede verstrekking, pseudo-nomenclatuur nummer 775/154, dekt de
personeels- en andere kosten verbonden aan de
zwangerschapsafbreking zelf evenals de begeleiding gedurende de
28 dagen die daarop volgen.
Het opsplitsen in twee forfaits weerspiegelt de werking van de centra.
Ten einde de nodige tijd tot reflectie te garanderen, kan de
zwangerschapsafbreking ten vroegste zes dagen na de eerste
raadpleging plaatsvinden, op voorwaarde dat uiteraard voldaan is aan
09.06 Frank Vandenbroucke,
ministre: Le remboursement
s'effectue exclusivement dans le
cadre d'une convention entre
l'INAMI et les centres agréés pour
le suivi médico-psycho-social en
cas de grossesse non désirée.
Dans le cadre de ce
remboursement, deux montants
forfaitaires sont prévus. Le premier
montant couvre les frais de
personnel et les autres frais liés à
la prise en charge de la patiente.
Le second montant couvre les
frais liés à l'interruption volontaire
de grossesse proprement dite
ainsi qu'au suivi subséquent. Pour
garantir le temps de réflexion
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
de bepalingen van artikel 350 van het Strafwetboek. Indien na de
initiële opvang wordt beslist om niet tot zwangerschapsafbreking over
te gaan, wordt logischerwijze het tweede forfait ook niet aangerekend.
Ten tweede, wat wordt er precies verstaan onder psychosociale
opvang en wie verleent die? Naast de medische opvang wordt
inderdaad voorzien in psychosociale opvang. Daartoe dient het
centrum naast een geneesheer contractueel minstens twee personen
licentiaten in de psychologie of in de seksuologie, maatschappelijk
werkers of sociaal verpleegkundigen in dienst te hebben. De
opvang voorzien voor deze personen omvat, naast de psychische
begeleiding, onder meer informatieverstrekking rond de wettelijke
beschikkingen, de mogelijkheden tot eventuele adoptie en doelmatige
anticonceptie.
Ten derde, hoe groot zal de jaarlijkse meerkost zijn van deze
terugbetaling door het RIZIV? Voor het financieren van deze
conventie wordt voorzien in een maximaal budget van 3.718.000 euro.
In 1999, het meest recente jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn,
werden in totaal 12.734 zwangerschapsafbrekingen geregistreerd bij
de nationale evaluatiecommissie. Ongeveer drievierde hiervan
gebeurt in ambulante centra. Omgerekend op basis van de forfaits
gehanteerd in deze conventie, vertegenwoordigt dit een bedrag van
ongeveer 3.223.000 euro. Het maximaal budget dat is toegekend aan
deze conventie, is beperkt tot 3.718.000 euro. Hierbij dient opgemerkt
dat tot hiertoe zwangerschapsafbrekingen in een ambulant centrum
voor de vrouw een hogere financiële belasting betekenen dan
wanneer uitgevoerd in een ziekenhuis. Deze financiële drempel is nu
verholpen. Of dit nu zal resulteren in een toename van het aantal
zwangerschapsafbrekingen in ambulante centra ten opzichte van
ziekenhuiscentra, kan niet worden voorspeld. Een dergelijke
verschuiving zou wel een relatieve besparing inhouden voor het
globaal budget van de gezondheidszorg, vermits de totale kosten in
het ziekenhuis ten laste van de overheid een stuk hoger liggen dan
voor dezelfde ingreep in ambulante centra.
Ten vierde, hoeveel bedraagt deze extra terugbetaling van niet
medische kosten per ingreep? Boven op het forfait eerste
verstrekking ten bedrage van 141,72 euro en dat van de tweede
verstrekking ten bedrage van 210,54 euro kunnen geen aparte
nomenclatuurnummers voor medische prestaties worden
aangerekend. Het betreft dus een geïntegreerde terugbetaling van
kosten die met een medische akte te maken hebben, niet een extra
terugbetaling van niet medische kosten.
Ten vijfde, op basis van welke gegevens werden deze ramingen
gemaakt? Het bedrag van de forfaits werd berekend op basis van de
in de conventie opgelegde normen op het vlak van
personeelsvoorziening en infrastructuur, de te verrichten medische
prestaties en de gemiddelde tijdsduur waarin werd voorzien voor de
opvang van elke rechthebbende. De raming van het in totaal
benodigde budget is gebaseerd op dit forfait en de hierboven
vermelde gegevens van de nationale evaluatiecommissie.
Ten zesde, waaruit leidt u af dat u de nodige budgettaire ruimte hebt
om dergelijke maatregel door te voeren? Het jaarlijks aantal
zwangerschapsafbrekingen is van 1996 tot 1999 onveranderd
gebleven. Wij gaan er van uit dat die lijn in 2001 en 2002 kan worden
prévu, l'avortement peut être
pratiqué au plus tôt six jours après
la première consultation. Si la
femme ne se fait pas avorter, le
second forfait n'est plus
d'application. Outre la prise en
charge médicale, il est aussi prévu
un suivi psycho-social. Pour
assurer ce suivi, un centre doit
compter parmi ses effectifs au
moins deux contractuels porteurs
d'un diplôme de psychologue, de
sexologue, d'assistant social ou
d'infirmière sociale. Outre le suivi
psychique, ces personnes
dispensent aussi des informations
relatives aux dispositions légales,
aux possibilités d'adoption et aux
moyens anticonceptionnels.
Un budget maximal de 3.718.000
euros est prévu pour le
financement de la convention. En
1999, la Commission nationale
d'évaluation a enregistré 12.734
interruptions de grossesse, dont
les trois quarts ont été pratiquées
dans des centres ambulatoires.
Les interventions représentent un
montant de 3.223.000 euros. Le
montant maximal alloué pour cette
convention est limité à 3.718.000
euros. Jusqu'à présent, le coût
d'un avortement pratiqué dans un
centre ambulatoire était supérieur
à celui pratiqué dans un hôpital.
Nous avons aujourd'hui pallié le
problème du seuil financier. Nous
ignorons quelle sera l'ampleur du
glissement vers les centres
ambulatoires mais il est certain
qu'il représentera une économie
relative pour le budget de la santé.
En ce qui concerne le
remboursement supplémentaire
des frais non médicaux par
intervention, outre le forfait
"première prestation" d'un montant
de 141,72 euros et celui de la
"deuxième prestation
", d'un
montant de 210,54 euros, aucun
numéro de nomenclature distinct
ne peut être porté en compte pour
des prestations médicales. Il s'agit
donc d'un remboursement intégré
des frais relatifs à un acte médical
et non d'un remboursement
supplémentaire de frais non
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
doorgetrokken. Dit impliceert dat het huidige budget voorziet in een
marge voor een eventuele toename van 1.500
zwangerschapsafbrekingen in de ambulante centra. Mocht dat zo zijn,
dan betekent dit allicht een verschuiving vanuit de ziekenhuissector,
wat zoals reeds uiteengezet een besparing betekent op het totale
budget.
Ten zevende, betekent dit dat de abortuscentra nu officieel worden
erkend en dat ze aan bepaalde normen of criteria moeten voldoen?
De criteria dienen inderdaad aan normen te voldoen op het vlak van
personeelsomkadering en infrastructuur om toe te kunnen treden tot
deze conventie met het RIZIV.
Ten echtste, welke criteria zullen dat zijn? Op het vlak van
infrastructuur dient het centrum te beschikken over een onthaalruimte,
een wachtzaal, minstens één lokaal voor psychosociale opvang,
minstens één goed uitgerust medisch kabinet en meerdere
afgescheiden ruimten, ingericht voor het uitrusten van de
rechthebbenden, naast minstens twee toiletten en een afzonderlijk
lokaal voor administratie en boekhouding.
Op vlak van personeelsomkadering dient het centrum contractueel de
volgende personen in dienst te hebben: minstens één geneesheer,
minstens twee personen die een diploma hebben van psycholoog of
seksuoog, van maatschappelijk werker of verpleegkundige. Indien het
centrum maar één geneesheer in dienst heeft, moet het zeker nog
een persoon in dienst hebben met een diploma van verpleegkundige
of vroedvrouw.
Hoe zal men controleren of de centra in kwestie voldoen aan de
voorwaarden voor de terugbetaling door het RIZIV? De aanvraag tot
toetreding tot de conventie dient door het centrum ingediend te
worden bij het college van geneesheren-directeurs van het RIZIV, die
elke individuele aanvraag toetst aan de opgelegde normen en
voorlegt aan het verzekeringscomité. Daarbij kunnen afgevaardigden
van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV de
juistheid controleren van de door de centra ingediende gegevens.
médicaux.
Le montant des forfaits a été
calculé sur la base des normes
établies par la convention en
matière d'infrastructure et
d'encadrement en personnel, en
fonction des prestations médicales
et de la durée moyenne prévue
pour l'accueil des ayants droit. Le
budget total est estimé à partir de
ce forfait et des données de la
Commission nationale d'évaluation
que j'ai mentionnées. De 1996 à
1999, le nombre annuel
d'interruptions de grossesse a été
constant. Nous considérons que
ce chiffre se maintiendra en 2001
et en 2002. Cela implique que le
budget actuel comporte une
marge pour une augmentation
éventuelle de 1500 interruptions
de grossesse en centre
ambulatoire.
Il en résulterait un glissement
depuis le secteur hospitalier, ce
qui implique une économie sur le
budget total. Les centres
d'avortement doivent
effectivement satisfaire à certains
critères d'encadrement et
d'infrastructure pour pouvoir
adhérer à la convention INAMI. En
ce qui concerne l'infrastructure, un
centre doit disposer d'un espace
d'accueil, d'une salle d'attente,
d'au moins un local réservé à
l'accueil psychosocial, d'au moins
un cabinet médical dûment équipé
et de plusieurs espaces de repos,
d'au moins deux toilettes et d'un
local administratif. Quant à
l'encadrement, le centre doit
contractuellement compter parmi
son personnel au moins un
médecin, au moins deux diplômés
en qualité de licencié en
psychologie ou en sexologie,
d'infirmier social ou de travailleur
social. Si le centre n'emploie qu'un
médecin, il doit également
disposer au moins d'une personne
ayant un diplôme d'infirmier ou de
sage-femme. Les centres doivent
introduire leur demande
d'adhésion à la convention auprès
du collège des médecins-
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
directeurs de l'INAMI, qui vérifiera
si les demandes satisfont aux
normes imposées et les
soumettront au comité de
l'assurance. Les représentants du
service des soins de santé de
l'INAMI peuvent contrôler
l'exactitude des données
déposées par les centres.
09.07 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, heb
ik gelijk wanneer ik stel dat we overgaan naar een stadium waarin er
erkende abortuscentra zullen zijn, in tegenstelling tot wat de situatie
tot nu toe was, waarbij niemand ooit een lijst daarover kon bezorgen.
Kan u nog één zinnetje voor mij herhalen, omdat het nogal vlug aan
mij voorbij is gegaan. Bij uw antwoord op het onderdeel over de extra
terugbetaling, zegt u dat het niet gaat om een vergoeding voor niet-
medische kosten, maar om een geïntegreerde terugbetaling. Kan u
dat nog even herhalen? Op basis van wat ik verstaan heb, maak ik op
dat de medische en niet-medische kosten in dat forfait vervat zijn en
dus niet te onderscheiden zijn. Wat gebeurt er dan met het systeem
tot nu toe, waar de artsen wisten dat het ingediend werd onder de
nomenclatuur "curettage"? Het medische onderdeel was hier duidelijk
voorzien. Komt dit nu in één pakket of ligt dat nog niet helemaal vast?
Komt dit trouwens nog ergens anders voor in de ziekteverzekering,
een geïntegreerd forfait van medische en niet-medische
behandelingen?
09.07 Alexandra Colen (VLAAMS
BLOK): Je remercie le ministre
pour cette réponse satisfaisante.
Une liste des centres d'avortement
agréés va donc être publiée. Ce
n'était pas le cas précédemment.
Les frais non médicaux et
médicaux sont globalisés pour le
remboursement. Quelle est alors
la nomenclature? Ce forfait intégré
existe-t-il aussi dans d'autres
dossiers?
09.08 Minister Frank Vandenbroucke: Ik zal nog eens lezen wat ik
heb gezegd. (Minister Vandenbroucke leest voorgaande passages
over geïntegreerde terugbetaling opnieuw voor.)
09.09 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, zijn
er nog andere gevallen in het RIZIV, waar men op deze wijze een
medische kost integreert in iets waar ook niet-medische kosten in
vervat zijn en waar men geen nomenclatuur meer handhaaft?
09.10 Minister Frank Vandenbroucke: Dit is niet zo bijzonder. Het
gaat om een overeenkomst van het type zoals de
revalidatieovereenkomst. Men maakt een conventie met een centrum.
Het is niet uitzonderlijk dat daarin verschillende types van benadering
van de patiënt geïntegreerd worden gefinancierd. Buiten de sector
van de revalidatieovereenkomsten kan ik mij niet onmiddellijk een
voorbeeld voor de geest halen. Ik vind het zelfs goed dat men niet-
medische kosten, in de zin van psycho-sociale begeleiding, en
medische kosten integreert. Zo geeft men het signaal dat ze de 2
dingen moeten doen.
09.10 Frank Vandenbroucke,
ministre
Il s'agit d'un
remboursement intégré de
l'ensemble des frais et non d'un
remboursement supplémentaire
de frais non médicaux. Ce type de
forfait n'est pas exceptionnel: les
conventions de revalidation, par
exemple, fonctionnent de la sorte.
Il s'agit du reste d'un bon système.
09.11 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Het betekent ook dat het
niet meer een arts is die met zijn nomenclatuur de akte aangeeft. Het
is het centrum zelf dat het geheel moet regelen.
09.11 Alexandra Colen (VLAAMS
BLOK): C'est donc au centre, et
non au médecin, qu'il appartient
de tout régler.
09.12 Minister Frank Vandenbroucke: Inderdaad.
09.12 Minister Frank
Vandenbroucke: En effet.
Het incident is gesloten.
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
L'incident est clos.
10 Questions jointes de
- M. Luc Paque au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les économies dans le secteur
de la kinésithérapie" (n° 5901)
- M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "le financement de la
kinésithérapie" (n° 5957)
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les économies dans le secteur
de la kinésithérapie" (n° 6012)
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Paque aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de besparing in de sector
van de kinesitherapie" (nr. 5901)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de financiering
van de kinesitherapie" (nr. 5957)
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de besparingen in de
kinesitherapie" (nr. 6012)
10.01 Luc Paque (PSC): Monsieur le président, monsieur le ministre,
vous n'êtes pas sans savoir que depuis plusieurs semaines, le
secteur de la kinésithérapie est en plein émoi à la suite de l'annonce
du budget soins de santé 2002 dans lequel des économies plus
qu'importantes vont être réalisées pour ce qui est du remboursement
des prestations de kinésithérapie.
Bien entendu, les kinésithérapeutes ne comprennent pas pourquoi le
remboursement de certaines prestations de kinésithérapie doit subir
de telles économies, alors que ce secteur s'est toujours maintenu
dans les normes fixées pour son budget. Parmi les principaux
reproches que ce monde de la kinésithérapie vous adresse, monsieur
le ministre, figure le manque de concertation avec le secteur.
Par ailleurs, des prestations seront également supprimées du
remboursement parce que celles-ci seront considérées comme
prestations de confort. Mais hélas, les critères objectifs pour définir ce
que sont les prestations de confort n'ont, à ma connaissance, pas
encore été fixés.
Une autre incompréhension émane de l'incohérence apparente entre,
d'une part, le discours du gouvernement, qui veut renforcer les soins
de première ligne, et, d'autre part, les décisions prises afin de limiter
le remboursement des soins apportés par les kinésithérapeutes aux
patients ayant besoin de soins indispensables ou aux patients
chroniques. La demande primordiale des kinésithérapeutes porte sur
la possibilité d'avoir un dialogue avec vous, monsieur le ministre, afin
de discuter de mesures structurelles concernant le secteur.
Aussi, j'aimerais savoir quelles dispositions vous comptez prendre
pour répondre aux exigences des kinésithérapeutes, notamment pour
remplir les conditions nécessaires au retour de toutes les parties
autour de la table des négociations, en vue d'établir une nouvelle
convention. J'aimerais également savoir où en est la réflexion sur la
praticabilité de la perception immédiate du ticket modérateur auprès
du patient, également une des revendications des différents
groupements de kinésithérapeutes.
10.01 Luc Paque (PSC): De
begroting 2002 inzake
gezondheidszorg voorziet in
aanzienlijke besparingen op het
stuk van de terugbetaling van
kinesitherapieverstrekkingen. Die
sector heeft zich echter altijd
gehouden aan de budgettaire
norm die hem werd opgelegd. De
kinesitherapeuten verwijten de
minister eigenlijk een gebrek aan
overleg met de sector. Bepaalde
verstrekkingen worden niet meer
terugbetaald omdat zij als
comfortverstrekkingen worden
bestempeld. Er werd echter geen
enkel objectief criterium uitgewerkt
om te bepalen wat precies onder
een comfortverstrekking moet
worden verstaan.
Die beslissing tot schrapping van
de terugbetaling staat tevens
haaks op het streven van de
regering om de eerstelijnszorg
verder uit te bouwen.
Wat zal de minister ondernemen
om alle partijen ertoe te brengen
opnieuw plaats te nemen aan de
onderhandelingstafel teneinde tot
een nieuwe overeenkomst te
komen? Hoe zit het ten slotte met
de uitvoerbaarheid van de
onmiddellijke inning van het
remgeld bij de patiënt?
10.02 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Monsieur le président,
monsieur le ministre, la situation de kinésithérapeute est une situation
extrêmement délicate et complexe. J'ai déjà eu l'occasion d'intervenir
10.02 Daniel Bacquelaine (PRL
FDF MCC): De kinesitherapeuten
zijn zich ervan bewust dat de
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
à ce sujet à différentes reprises, notamment lors de la discussion de
la note de politique générale, dans laquelle vous nous faisiez part
d'une remise à jour approfondie, d'un nettoyage de la nomenclature
des prestations remboursables, en ce sens que le coût de la
kinésithérapie efficace reste remboursable de façon inchangée et
que, par ailleurs, les prestations inefficaces soient supprimées et la
consommation inefficiente freinée.
Chacun est évidemment conscient que ce domaine comme tant
d'autres nécessite une rationalisation, la révision éventuelle des
prestations, des indications, des moyens, des références en fonction
des bonnes pratiques, tel qu'il est d'usage dans d'autres secteurs des
soins de santé.
Les kinésithérapeutes eux-mêmes en sont conscients et acceptent
d'en discuter. Mais ils soulignent à juste titre que, d'une part, leur
budget est resté dans les normes et que, d'autre part, au vu du
budget 2002, ils sont les seuls à subir une très nette diminution
budgétaire, alors que tous les autres secteurs sont en croissance.
Ce qui nous paraît essentiel et qui répond aux voeux des intéressés,
c'est que toute réforme quelconque passe inévitablement par une
concertation préalable basée sur des données et des références
indiscutables.
Les kinésithérapeutes ont le sentiment qu'on prépare une série de
modifications qui concernent directement leurs activités
professionnelles sans les associer à la discussion. Je plaide donc
pour une concertation, dans ce secteur comme dans d'autres, car elle
permet souvent d'arriver à de meilleurs résultats que des pratiques
plus ou moins autoritaires.
Par ailleurs, il est certain que l'exercice de la kinésithérapie doit être
intégré dans une réflexion plus globale visant les soins de première
ligne et ceux prodigués aux personnes âgées. A cet égard, il est
important de veiller à ce que, si des économies sont réalisées dans le
secteur de la kinésithérapie, ce ne soit pas pour gonfler d'autres
secteurs qui travaillent selon un système de forfaitarisation, comme
les maisons de repos, les hôpitaux ou d'autres centres. Il ne faudrait
pas en arriver à réduire le financement de la kinésithérapie
indépendante pour favoriser d'autres branches de la kinésithérapie. Il
conviendrait plutôt de s'orienter vers des budgets fermés, quitte à la
profession de les utiliser au mieux. Les kinésithérapeutes auraient
ainsi la possibilité d'exercer leur profession en fonction de critères
objectifs et sérieux qui répondent à leurs aspirations et à celles de
leurs patients.
Dès lors, monsieur le ministre, pourriez-vous nous informer sur les
procédures et modalités que vous comptez mettre en oeuvre pour
réformer la kinésithérapie? Il est évident que cette réforme est
nécessaire mais il faut faire en sorte que cette profession ne soit pas
purement et simplement abandonnée ou condamnée.
budgettaire normen die voor hun
sector gelden overdreven hoog
zijn. Men moet dan ook
rationaliseren en de
verstrekkingen, de indicaties, de
middelen en de referenties
herzien. Iedere hervorming moet
echter voorafgegaan worden door
overleg op grond van
onweerlegbare gegevens.
Anderzijds moet de uitoefening
van de kinesitherapie worden
ingebed in een allesomvattende
denkoefening over de
eerstelijnsgezondheidszorg en de
verzorging van bejaarden. Ten
slotte moet worden voorkomen dat
de vermeende besparingen in de
kinesitherapie op een verdoken
manier naar andere sectoren
worden overgeheveld. In dat geval
zou het besparingseffect immers
volledig verloren gaan. Wat zijn de
procedures en de modaliteiten van
die hervorming?
10.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, in de eerste plaats mijn beste wensen voor het
nieuwe jaar. Voor ons zijn de verkiezingen belangrijk. Voor anderen
zullen er andere wensen zijn. Wat de besparingen in de kinesitherapie
betreft sluit ik mij uiteraard aan bij de uiteenzettingen van de collega's.
10.03 Luc Goutry (CD&V): Une
économie de 1,8 milliard va être
réalisée sur le budget de la
kinésithérapie en 2002, ce qui
représente une réduction de 10%
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Bij de regeringsverklaring in oktober stond ik vrijwel alleen met mijn
kritiek op de minister, vooral over de werkwijze. Ook de heer
Bacquelaine heeft kritiek op de manier waarop het dossier wordt
begeleid.
In oktober 2001 werd er plots aangekondigd dat men 1,8 miljard zou
besparen in het budget 2002 voor de kinesitherapie. Dit is niet weinig,
dit betekent inderdaad 10% van de technische ramingen van het
RIZIV. Bovendien betekenen dergelijke besparingen een daling van
het budget van kinesitherapie van meer dan 5% vergeleken met vorig
jaar, toen er een groeinorm was en iedereen er een beetje op
vooruitging met zijn budget. Als men de twee budgetten met elkaar
vergelijkt, is er zelfs 5% minder. Uiteraard moet ook in rekening
worden gebracht dat kinesisten evenals de andere zorgverstrekkers in
2002 een halve index zullen moeten inleveren.
Wij noemen dit een ongewoon forse besparing die bovendien dat is
vooral het probleem in de sector als zeer arbitrair en lineair wordt
aangevoeld. Men zegt zomaar dat een besparing van 1,8 miljard het
objectief is en dat de sector maar moet uitzoeken hoe dat kan worden
verwezenlijkt. Dat is de methodiek van de minister. Hij zegt dat hij het
niet allemaal zelf gaat doen, maar dat hij eerst de secor wat tijd geeft.
Hij duidt de kinesisten op de speelruimte die ze krijgen, zegt hen
samen te gaan zitten en binnen de twee maanden op 15 december
2001 met een oplossing te komen. De opdracht is dus de volgende:
hervorm uw beroep, hervorm uw nomenclatuur en bespaar 1,8
miljard!
Ik hoorde onlangs de opmerking dat mocht de minister deze
maatregel bij de dokters hebben doorgevoerd, de zaken volledig
anders zouden zijn verlopen. Dat heeft hij evenwel niet gedurfd. Hij
heeft voor een moeilijker te mobiliseren sector gekozen, een sector
die bovendien tegenover zijn patiënten minder stakingsmiddelen
heeft. Het is vreemd dat de minister reeds bij voorbaat weet hoeveel
hij zal kunnen besparen met een hervorming die duidelijk in de
beleidsnota van de eerste minister staat vermeld. Hij redeneert als
volgt: "Op 1 februari 2002 vier maanden later moet de hervorming
afgerond zijn en we weten nu al dat ze ons sowieso 1,8 miljard zal
opleveren." De geviseerde sector voelt zich op deze manier uiteraard
niet ernstig behandeld en de protesten komen los. De minister zal die
op de een of ander manier moeten opvangen en ik denk dat hij al
bezig is met de organisatie daarvan.
Het is penibel dat men op zo'n uitdagende manier tewerk gaat. Men
doet een voorstel en als het niet gaat, zal men zelf wel een voorstel
doen. In zijn brief van 16 oktober 2001 weet de minister duidelijk niet
wat hij gaat doen. Hij zegt dat alles mogelijk is, dat men eens moet
nagaan welke dingen minder evident zijn, dat een aantal niet-
efficiënte zaken eventueel kunnen worden geïsoleerd. Hij weet echter
wel dat die besparing 1,8 miljard moet opleveren. Daarop zegt hij dat
als de secor er niet uitkomt, hij wel een oplossing weet: het
verminderen van de terugbetalingen na 20 behandelingen. Hij stelt
voor dat er nog een aantal andere onpopulaire voorstellen kunnen
worden genomen. De secor mag kiezen met welke stok en op welke
plaats hij wenst te worden geslagen! Opteert men voor een oorveeg
of voor een stamp onder het achterste? Men zegt het maar, de
minister zal er voor zorgen! De pijn is voor de sector, maar hij krijgt de
vrijheid om te kiezen. De gemartelde kiest de marteltuigen! Dat is de
par rapport à l'estimation
technique de l'INAMI. Cette
économie se traduira aussi par
une diminution du budget de la
kinésithérapie de plus de 5% par
rapport au budget de 2001. En
outre, les kinésithérapeutes
perdent aussi un demi-index en
2002.
Le secteur ressent cette économie
importante comme arbitraire et
linéaire.
La méthode du ministre est très
curieuse: il détermine d'abord un
montant arbitraire sans
concertation et décrète
simultanément qu'il faut une
révision fondamentale de la
nomenclature pour la
kinésithérapie.
Il m'étonne que le ministre
connaisse d'ores et déjà le
montant de l'économie qui
résultera d'une réforme qui ne
sera achevée que le 1er février.
Le secteur visé s'estime
incorrectement traité et a du mal à
accepter qu'on lui demande de
formuler lui-même des
propositions d'économie pour le
15 décembre 2001. Cette situation
induit une atmosphère d'hostilité
qui tranche avec la méthode de
concertation qui prévaut
traditionnellement lors de
l'établissement du budget dans le
secteur des soins de santé.
Les associations professionnelles
concernées demandent que l'on
poursuive la concertation et les
conventions.
Le ministre maintient-il l'économie
annoncée de 1,8 milliard dans le
secteur de la kinésithérapie? Sur
la base de quels éléments a-t-il
déterminé ce montant?
La concertation organisée avec le
secteur s'est-elle déroulée sur des
bases constructives et réalistes?
Où en est la réforme qui devrait
être prête pour le 1er février?
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
opdracht waarvoor de sector wordt geplaatst. Van een sociaal
voelende minister hadden wij iets anders verwacht.
Mijnheer de minister, er zijn twee grote beroepsverenigingen in de
kinesitherapie. Ik heb van allebei documentatie gekregen. Ik lees
natuurlijk de documantatie van beide, waar zou ik mijn informatie
anders halen? Ik ben een vertegenwoordiger van het volk, mijnheer
de minister, ik leef niet in de studiedienst, ik leef niet in een kabinet, ik
leef tussen de mensen.
Ik ga niet naar de kinesist. Men heeft me wel vragen gesteld. De
minister heeft verteld dat hij bij rugpijn graag een kinesist bezoekt. De
volgende dag heeft hij echter opnieuw pijn. Hij twijfelt aan de
doelmatigheid van de behandelingen. Hij krijgt de behandeling zonder
voorschrift. Dit was slechts een parenthesis.
De kinesitherapiegroeperingen stellen dat ze het overlegmodel willen
blijven volgen en conventies willen blijven afsluiten. Mijnheer de
minister, ik begrijp uw beslissing niet. Waarom ageert u zo fel tegen
een bepaalde sector? Dit is een probleem dat, mijns inziens, in de
overeenkomstencommissie kon worden opgelost. Blijft u bij de
vooropgestelde besparing van 1,8 miljard? Zo ja, welke criteria hebt u
gehanteerd bij de berekening van dit bedrag? Welke stappen werden
er ondernomen om de betrokken sector op een constructieve manier
bij de hervomringen te betrekken? Wat is de stand van zaken met
betrekking tot de aangekondigde hervormingsplannen voor de
kinesitherapie die op 1 februari in werking moeten treden? Wordt een
onderscheid gemaakt tussen extramurale en intramurale kine-
behandelingen? Dit lijkt mij evident, want de werkwijze is totaal
verschillend. Viseert u een bepaalde groep? Bent u voorstander van
de zogenaamde verplichte inning van het remgeld? Kinesisten vragen
dit reeds jaren. Op die manier kan misbruik worden opgespoord. Zult
u een beperking van het derdebetalersysteem invoeren? Bent u
voorstander van de vervanging van het bestaande patiëntenregister
door een patiëntendossier zodat, zoals dat het geval is met het
globaal medisch dossier, de kinesisten eveneens een vorm van
beloning kunnen krijgen voor hun werk? De problematiek van de
accreditering is eveneens opgenomen in de hervorming. Dit lijkt me
niet onmiddellijk veel geld op te brengen.
Etablit-on une distinction entre les
séances de kinésithérapie extra-
muros et intra-muros? Le ministre
préconise-t-il la perception
obligatoire du ticket modérateur et
la limitation du système du tiers
payant?
Le ministre est-il partisan du
remplacement du registre des
patients existant par un dossier de
patients, par analogie avec dossier
médical global destiné aux
médecins?
10.04 Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le problème que vous soulevez est important. J'essaierai
de répondre à toutes les questions qui ont été posées.
Tout d'abord, je vous confirme que je maintiens les économies
proposées pour un montant annuel de 44.834 000 euros, soit 1,8
milliard de francs belges, en ce qui concerne le secteur de la
kinésithérapie.
Comme chacun le sait, les moyens de l'Etat sont limités. Dès lors, des
choix s'imposent. J'ai donc l'intention d'affecter les moyens
disponibles de la manière la plus efficace possible. Si la
kinésithérapie était utilisée de manière plus rationnelle, je suis
convaincu qu'une économie de 1,8 milliard pourrait être réalisée.
En effet, dans notre pays, il existe certains paradoxes en matière de
kinésithérapie et il faut les éliminer. Comme je l'ai déjà dit, l'utilisation
des soins de santé n'est pas toujours une question de nécessité; ils
10.04
Minister
Frank
Vandenbroucke: Ik kom niet
terug op de voorgestelde
besparingen ten belope van 1,8
miljard BEF. De draagkracht van
de overheid heeft haar grenzen; er
moeten dan ook keuzen gemaakt
worden. Ik wil de beschikbare
middelen zo efficiënt mogelijk
besteden. Uit een simulatie waarin
een rationeler gebruik wordt
gemaakt van kinesitherapie, blijkt
dat er 1,8 miljard BEF zou kunnen
worden bespaard.
Het onderscheid tussen
"noodzakelijke" geneeskundige
verzorging en
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
répondent parfois à un besoin de confort. Je ne veux pas dire par là
que les gens aiment se rendre chez leur kinésithérapeute. En fait, ils
le font pour soulager une douleur. Mais si je parle d'un besoin de
confort, c'est parce que la thérapie utilisée n'apporte sans doute pas
une solution réelle au problème mais plutôt un soulagement. Cette
distinction n'est pas toujours aisée à faire mais, dans certains cas, on
peut se demander si les soins sont réellement nécessaires d'un point
de vue thérapeutique.
Pour des raisons d'efficacité des actes de kinésithérapie, fondées sur
des faits concrets, une approche critique de la place de ces
prestations dans l'assurance-maladie s'impose. Quand je considère,
par exemple, le problème des lombalgies, j'arrive à la conclusion que
ces douleurs peuvent soit être l'expression d'une lésion grave de la
colonne vertébrale, appelée hernie de la moelle épinière, soit être le
signe d'une surcharge physique ou d'un stress. L'efficacité du
traitement de kinésithérapie, ainsi que la plus-value réalisée en
matière de gain de santé, sont totalement différentes dans ces deux
cas et l'estimation du nombre de séances de kinésithérapie jugées
nécessaires variera fortement dans l'une ou l'autre situation. A mon
avis, les soins impliquent aussi le fait d'encourager le demandeur de
soins et de stimuler sa motivation à regagner son autonomie et à se
rétablir. Ils ne peuvent donc pas être assimilés sans plus à la
nécessité de prévoir par exemple un minimum de vingt séances.
L'approche du patient doit être modifiée. En fait, c'est sa mobilité qui
doit être regagnée. Je pense que la nomenclature actuelle est trop
peu centrée sur l'aide réelle au patient et ne vise pas suffisamment à
lui rendre sa mobilité. Elle est trop centrée sur le confort uniquement.
Le deuxième paradoxe est celui de l'accessibilité aux soins. Des
recherches ont été réalisées sur l'accessibilité financière des soins de
santé. L'auteur s'est surtout intéressé à la situation des groupes
sociaux au sein de la société. Il ressort de ces recherches que les
ménages disposant de faibles revenus doivent souvent choisir entre
les dépenses pour soins de santé et celles affectées à d'autres
nécessités. Il est démontré que les personnes bénéficiant de revenus
supérieurs consomment davantage de soins spécialisés,
principalement s'ils sont en bonne santé, et que les ménages
disposant de faibles revenus reportent les traitements de
kinésithérapie ou les interrompent prématurément.
Dans ce contexte, le paradoxe de la kinésithérapie est clair. D'une
part, nous avons certains patients qui présentent des infections
aiguës ou chroniques pour lesquelles la kinésithérapie, sur la base
d'indications médicales, représente sans aucun doute un élément
important du traitement et est indispensable au processus de
rétablissement. Mais, en raison de son coût élevé, ces mêmes
patients interrompent prématurément le traitement. D'autre part, nous
constatons que certains patients reçoivent beaucoup de séances de
kinésithérapie sans que celles-ci soient justifiées par l'évidence
médicale. C'est une réalité. Pour une série de patients, ce sont des
séances gratuites parce que les kinésithérapeutes ne demandent pas
les tickets modérateurs.
"comfortverstrekkingen" is niet
altijd gemakkelijk te maken.
Omwille van de efficiëntie moet de
plaats van de kinesitherapie-
verstrekkingen binnen de
ziekteverzekering kritisch bekeken
worden.
In een studie toont prof. dr. De
Graeve van de UFSIA aan dat
gezinnen met een laag inkomen
een kinesitherapiebehandeling
uitstellen of onderbreken, terwijl de
hogere inkomenscategorieën net
grotere consumenten zijn van
gespecialiseerde verzorging, ook
al verkeert de patiënt in goede
gezondheid. In sommige gevallen
wordt een noodzakelijke
behandeling afgebroken wegens
te duur. In andere gevallen worden
patiënten talloze keren door de
kinesist behandeld zonder dat de
kinesitherapie verantwoord wordt
door een evidente medische
noodzaak.
L'actualisation de la nomenclature
s'est accompagnée d'une
concertation informelle avec les
kinésithérapeutes. Le Conseil
technique de la kinésithérapie a
par ailleurs été invité à formuler
une proposition. Le Conseil n'a
proposé que des perspectives,
dont je tiendrai compte dans la
mesure du possible. Le Conseil
aura encore l'occasion de se
prononcer sur ma proposition de
modification de la nomenclature.
Le texte qui définit la mission du
Conseil technique est en
préparation. Le Conseil doit rendre
son avis dans les trente jours de la
réception du texte. Je souhaite
que les modifications prennent
effet le plus rapidement possible.
Bij de uitwerking van de actualisering van de nomenclatuur van de
kinesitherapie heeft er meerdere malen informeel overleg
plaatsgevonden met een klankbordgroep van kinesitherapeuten,
evenals met vertegenwoordigers van beroepsorganisaties van
C'est principalement le système
ambulatoire qui est suspecté de
favoriser la surconsommation,
essentiellement dans le cadre
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
kinesitherapeuten. Daarnaast werd ook de Technische Raad voor
Kinesitherapie verzocht een voorstel te formuleren. Die raad heeft
geen voorstel uitgewerkt maar wel enkele perspectieven
vooropgesteld waarmee ik waar mogelijk rekening zal houden.
Diezelfde Raad zal ook een advies kunnen geven over een voorstel
tot wijziging van de nomenclatuur dat ik haar zelf zal bezorgen.
De tekst van de opdracht voor de Technische Raad voor
Kinesitherapie is in voorbereiding. Na ontvangst krijgt de Raad dertig
dagen de tijd om een advies uit te brengen. De wijzigingen wens ik
daarna zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.
Volgens de signalen die ik krijg, situeert het vermoeden van
overconsumptie zich vooral in de ambulante sector en bij relatief
minder ernstige aandoeningen. Vooral daarin wil ik veranderingen
aanbrengen. Voor de kinesitherapie voor gehospitaliseerden wordt de
mogelijkheid tot integratie in de ziekenhuisfinanciering onderzocht.
Voor de ambulante verzorging onder de k-nomenclatuur, de
fysiotherapie, zal een initiatief worden genomen om ook de
kinesitherapieverstrekkingen in die context te omschrijven volgens de
principes van het evidence based handelen.
De heer Goutry vroeg mij wat ik dacht over de verplichte inning van
het persoonlijk aandeel. Ik heb daarover nog geen beslissing
genomen. Ik ben wel geïnteresseerd te weten wat u daarover
eventueel zelf denkt. Als er systematisch in bepaalde regio's naar
verluidt tot 60% van de patiënten geen remgeld gevraagd wordt,
dan vraag ik mij af of dat nog iets te maken heeft met sociaal zwakke
patiënten. Dat is iets anders: het is concurrentie onder een
overaanbod aan kinesisten, waarbij de meerderheid van de patiënten
in die streken geen remgeld betaalt. Dat leidt ongetwijfeld tot misbruik,
omdat het oncontroleerbaar is. Als er geen remgeld wordt gevraagd,
missen wij dan het signaal aan de patiënt niet dat de onnodige
vermenigvuldiging van een behandeling erg veel geld kost aan de
gemeenschap? Ik vind dat er behandelingen worden herhaald die
medisch niet noodzakelijk zijn. Volgens mij kunnen
remgeldverschillen helpen om vermijdbaar gedrag te signaleren en
om de patiënt in een bepaalde richting aan te moedigen of te
responsabiliseren. Op dit moment heb ik nog geen beslissing
genomen, maar ik ben wel van plan dat spoedig te doen.
Ik ben voorstander van de vervanging van het verstrekkingenregister
door een kinesitherapeutisch dossier, als de controlemogelijkheden
zoals uitgevoerd door de dienst voor geneeskundige controle
behouden blijven of verbeterd worden. In het ontwerp tot wijziging van
de nomenclatuur dat ik aan het voorbereiden ben, wordt inderdaad
het bestaande dossier verder uitgewerkt zodat het als een volwaardig
instrument kan worden gebruikt. Daarin zie ik een interessante
analogie met het globaal medisch dossier.
Ik denk echt dat het mogelijk is om met 1,8 miljard minder aan
terugbetaling dezelfde kwaliteit van zorg aan te bieden en een nieuw
groeiperspectief te creëren voor de kinesitherapie. In die sector is
door het overaanbod dat is uiteraard niet de schuld van de
kinesisten een scheefgroei gaande die wij dringend moeten
rechtzetten. De voorstellen voor nieuwe nomenclatuur die ik voor
ogen heb, zullen volgens mij voor de ernstig werkende kinesisten
geen enkel nadeel met zich meebrengen.
d'interventions pour des affections
relativement légères. J'entends
remédier à ce problème. En ce qui
concerne les prestations de
kinésithérapie pour les besoin des
patients hospitalisés, nous
étudions la possibilité de les
intégrer au financement des
hôpitaux. Quant aux soins
ambulatoires spécifiés dans la
nomenclature K, nous nous
efforcerons de définir précisément
les prestations de kinésithérapie.
Pour ce qui est de la perception
obligatoire de la part personnelle,
je n'ai pas encore pris de décision.
N'êtes-vous pas d'avis que si l'on
ne réclame pas systématiquement
de ticket modérateur on court le
risque de voir rapidement
apparaître des abus? Ne perdons-
nous pas de vue que la répétition
inutile d'un traitement est très
coûteuse pour la collectivité? Des
différences dans le ticket
modérateur peuvent contribuer à
sensibiliser ou à responsabiliser
les patients.
Je suis partisan du remplacement
du registre des prestations par le
dossier de kinésithérapie, si
toutefois les possibilités de
contrôle du Service de contrôle
médical sont maintenues, voire
améliorées.
Dans le projet de modification de
la nomenclature, nous allons
développer le dossier existant pour
en faire un instrument à part
entière. Je compte en effet y
retrouver les avantages du dossier
médical global. Il y a
surabondance, ce qui engendrait
des distorsions qu'il convient de
corriger. Je suis convaincu que,
malgré l'économie prévue de 1,8
milliard de francs, les soins en
kinésithérapie nécessaires
peuvent être correctement
dispensés par des
kinésithérapeutes performants.
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
10.05 Luc Paque (PSC): Monsieur le président, je tiens à remercier
le ministre pour sa réponse détaillée.
Si je peux comprendre qu'une utilisation plus rationnelle permettrait
des économies dans le secteur vous avez fixé le montant de 1
milliard 800 millions de francs belges , néanmoins, je regrette que
cela n'ait pas fait l'objet d'une décision en concertation avec le
secteur. En effet, s'il est vrai que certaines prestations dites de confort
pourraient peut-être ne pas être prises en considération, la réflexion
peut également avoir lieu dans d'autres secteurs que celui de la
kinésithérapie.
Par ailleurs, en ce qui concerne l'accessibilité aux soins de santé, il
est vrai qu'il faut pouvoir permettre aux personnes qui n'en ont pas les
moyens d'avoir accès à ces soins de santé et en l'occurrence aux
prestations de kinésithérapie.
Néanmoins, si je vous ai bien compris, vous avez organisé une
concertation informelle. Vous allez demander un avis. Mais je
voudrais insister sur le fait que cette concertation aurait pu avoir lieu
plus tôt dans le processus afin d'éviter une levée de boucliers, une
inquiétude du secteur de la kinésithérapie mais aussi des patients qui
se posent évidemment beaucoup de questions. D'ailleurs, je pense
savoir qu'une pétition a circulé. Je ne peux donc qu'insister pour que
cette concertation puisse se faire de la manière la plus efficace
possible en y associant un maximum d'intervenants puisque ce sont
les personnes sur le terrain qui connaissent le mieux la problématique
et qui sont donc susceptibles d'y apporter les solutions les plus
judicieuses.
10.05 Luc Paque (PSC): Ik heb er
begrip voor dat men naar een
rationeler gebruik streeft. Ik
betreur echter dat het bedrag van
1,8 miljard niet werd vastgesteld in
overleg met de sector. Ook andere
sectoren zouden met besparingen
kunnen worden geconfronteerd. U
had het over informeel overleg.
Dat overleg had vroeger kunnen
plaatsvinden en men had er alle
actoren kunnen bij betrekken.
10.06 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Monsieur le ministre, j'ai
bien entendu votre réponse. Je plaide une nouvelle fois pour la
concertation qui me paraît essentielle.
Je voudrais également faire deux remarques.
1. Il me semble qu'il faudra arriver à la solution du ticket modérateur
obligatoire. En effet, sans cela, on laissera perdurer une situation que
vous avez d'ailleurs décrite. Dans certaines régions, on arrive à 60%
de séances entièrement gratuites, ce qui est intenable à terme, quels
que soient la rationalité et les efforts d'économie qui seront consentis.
Au contraire, on risque de renforcer cette tendance. En effet, on va
mettre les kinésithérapeutes, par le biais d'une diminution globale de
financement, dans une situation encore plus difficile. Les problèmes
vont se multiplier et il y aura une concurrence encore plus forte entre
les kinésithérapeutes et donc une tendance à multiplier les séances
gratuites. Je pense donc vraiment que le ticket modérateur doit être
perçu, sauf en cas de problèmes sociaux évidents. Certaines
personnes ont des taux d'invalidité très élevés. Elles ont besoin de
séances fréquentes. Ce sont des gens pour qui un régime particulier
doit être prévu. Sinon, pour la kinésithérapie courante, le ticket
modérateur doit être prélevé.
2. Si l'on veut aller vers la rationalisation, il faut mettre au point des
"guidelines" en kinésithérapie comme ailleurs. Il faut donc définir
clairement ce que l'on entend par prestations utiles et nécessaires. Je
sais que c'est difficile, mais cela doit être fait.
10.06 Daniel Bacquelaine (PRL
FDF MCC): Ik pleit nogmaals voor
overleg. Men moet tevens komen
tot de oplossing van een verplicht
remgeld, zoniet wordt de toestand
onhoudbaar. De concurrentie
tussen kinesitherapeuten zou
immers te groot worden. Een
rationalisatie vereist ook
guidelines.
Er zou ook duidelijkheid moeten
geschapen worden over de
respectieve rol van het RIZIV en
de in sportongevallen
gespecialiseerde verzekeraars.
Ten slotte moet absoluut
vermeden worden dat het aantal
zelfstandige kinesitherapeuten zou
verminderen omdat zij niet meer
worden terugbetaald, en dat
kinesitherapiebehandelingen in de
ziekenhuizen zouden worden
verstrekt, met hogere uitgaven tot
gevolg.
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Enfin, il semble que l'on doit s'interroger sur la pertinence de
maintenir tout le secteur traumatologie sportive et médecine du sport
uniquement à charge de l'INAMI. Il faudra un jour s'interroger sur le
rôle des assurances spécialisées en matière de couverture d'activités
sportives et sur celui de l'INAMI et peut-être établir une répartition des
"tâches" entre ces deux secteurs. En effet, comme vous l'avez dit, il
faut, à un moment donné, faire des choix. Sinon, on se retrouvera
face à des situations de plus en plus difficiles. Et cela concerne
évidemment la kinésithérapie de manière très importante.
J'ajouterai qu'il conviendrait d'éviter la situation où, étant donné que la
kinésithérapie indépendante serait moins bien remboursée, on aurait
tendance à orienter les patients vers le milieu hospitalier pour des
traitements de kinésithérapie qui ne nécessitent pas cette solution.
Cela coûterait plus cher que les soins ambulatoires ou indépendants.
On serait face à un effet pervers qui aboutirait à une augmentation
des dépenses. Une kinésithérapie pratiquée en milieu hospitalier par
le biais d'un système forfaitaire serait difficile à contrôler. La
kinésithérapie indépendante et à domicile serait moins onéreuse pour
la sécurité sociale.
10.07 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is duidelijk dat
de 1,8 miljard waarvan sprake was, een schatting betreft.
Mijnheer de minister, u hebt op geen enkel moment duidelijk gezegd
waarop u zich baseert wanneer u zegt: "We zullen het wel halen." U
geeft zomaar een schatting. Niemand zal tegenspreken dat er
richtlijnen moeten komen, maar ik wil u er opmerkzaam op maken dat
u tot nu toe steeds gezegd hebt dat die wat de dokters betreft niet
noodzakelijk tot besparingen hoefden te leiden. Wel moest er een
betere geneeskunde komen, en duidelijker richtlijnen. Hier vraagt men
eigenlijk een inzet vooraf, waarna men zegt dat men ook nog
richtlijnen gaat ontwikkelen.
Mijnheer de minister, wij hebben altijd gezegd dat wij voor alle
gerechtvaardigde besparingen zijn. Dat is de evidentie zelve. In deze
discussie gaat het echter vooral over de methodiek. Ik vind het geen
goede manier van werken wanneer u zegt dat alle artsen eerst een tik
rond de oren gaan krijgen, maar dat de goede artsen geen slachtoffer
van de zaak zullen worden.
Een ander argument is dat vele mensen met stressklachten naar de
kinesist stappen. Indien alle medicamenten die worden
voorgeschreven wegens stressklachten en indien alle
doktersbezoeken wegens stressklachten, niet meer terugbetaald
werden, zou u wellicht een veelvoud van uw 1,8 miljard uitsparen. Een
dergelijk argument kan men toch niet inroepen voor een hele sector?
Als men dit op een holistische manier benadert, kan men tot andere
conclusies komen: mensen met stressklachten die zich tot een
kinesist wenden, worden misschien goedkoper geholpen dan
wanneer ze een psychiater consulteren, in een psychiatrische
inrichting moeten worden opgenomen of geheel nutteloze
onderzoeken door rugspecialisten laten uitvoeren, terwijl hun klacht
niet eens somatisch is. Misschien moet u daar ook eens over
nadenken.
Vele mensen die aan kinesitherapie doen, hebben op eigen kosten
10.07 Luc Goutry (CD&V): Les
1,8 milliards constituent
manifestement un chiffre estimatif.
Nul n'est opposé aux directives
mais il faut oser dire qu'en
l'espèce, il s'agit surtout
d'économies.
Nous sommes favorables aux
économies lorsqu'elles sont
justifiées mais la méthodique que
le ministre met en oeuvre à cette
fin appelle nos critiques. On s'en
prend durement aux
kinésithérapeutes qui sont censés
indiquer eux-mêmes où des
économies peuvent être réalisées.
Peut-être un kinésithérapeute
pourra-t-il aider à meilleur compte
que d'autres dispensateurs de
soins les personnes affectées de
problèmes liés au stress.
Les kinésithérapeutes travaillent
en effet à un salaire très bas mais
recourent aux techniques de
traitement les plus modernes.
Le CD&V continuera à s'opposer à
cette méthode de travail et entend
défendre les kinésithérapeutes, à
présent que le VLD aussi les
abandonne à leur sort.
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
een manuele therapieopleiding gevolgd die erkend en gewaardeerd
wordt, maar waarvoor ze geen enkele vorm van accreditering of
bijscholing of wat dan ook kunnen inroepen. Wanneer ik zie voor welk
loon kinesisten werken en blijkbaar durft niemand deze sector nog
te verdedigen, zelfs de liberalen niet die de vrije beroepen traditioneel
verdedigden vind ik dat hun loon zeer laag is. Voor dat loon moeten
de kinesisten, wanneer ze hun taak goed doen en dat zijn er velen,
ik heb enkele van hen bezocht heel wat presteren. Het gaat niet
langer om ouderwetse wrijf- of knijptechnieken. Die technieken
worden alleen gebruikt door kinesisten die niet meer meekunnen, en
die stoppen vanzelf, want ze krijgen geen werk meer. Andere
kinesisten hebben echter opleidingen gevolgd en zich voortdurend
bijgeschoold, terwijl zij voor ongeveer 500 frank een patiënt moeten
behandelen. Aan die mensen zegt dat men nu dat men hun
indexaanpassing wil afpakken en dat men hun budget wil inkrimpen.
Ik vind dat absoluut onaanvaardbaar.
Natuurlijk zijn wij het met u eens dat er hervormingen moeten
gebeuren en dat er een betere kwaliteit moet komen, maar dat geldt
voor alle domeinen in de gezondheidszorg. Dat kan dus nooit een alibi
zijn om te zeggen dat men de kinesisten zonder centen gaat zetten en
dat men daarna gaat bespreken hoe ze het beter kunnen doen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Luc Paque au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la délivrance des
cartes de stationnement aux personnes à mobilité réduite" (n° 5914)
11 Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "het bezorgen
van een parkeerkaart aan personen met beperkte mobiliteit" (nr. 5914)
11.01 Luc Paque (PSC): Monsieur le président, monsieur le ministre,
nous avons déjà eu l'occasion de discuter de cette problématique à
l'occasion des questions d'actualité en séance plénière, alors que
vous me donniez la réponse de votre collègue le ministre Vande
Lanotte, qui était de dire que face au retard dans le traitement de près
de 11.000 demandes pour le renouvellement des cartes de
stationnement, une des pistes était éventuellement de confier le
traitement des dossiers à des sociétés privées. Un budget devait être
dégagé pour cela.
Je pensais avoir retiré ma question à l'époque, mais il apparaît
maintenant que ce n'est pas le cas, ce qui m'arrange bien car
j'aimerais revenir sur le sujet afin de m'enquérir de l'évolution de la
situation. Le nombre de demandes en attente de traitement a-t-il
diminué dans l'intervalle ou s'est-il encore accru? Où en sont les
mesures dont vous m'aviez parlé début décembre? A-t-on ou va-t-on
réellement confier le traitement de ces dossiers à des tiers?
Si je vous ai bien compris à l'époque, vous estimiez que la situation
serait réglée vers la mi-2002. Ce délai est-il toujours d'actualité? Ou,
par un heureux hasard, a-t-on pu accélérer le traitement des
demandes afin de faire en sorte que toutes ces personnes puissent
disposer de leur carte de stationnement le plus rapidement possible?
11.01 Luc Paque (PSC): Voor
personen met beperkte mobiliteit
is het bezit van een parkeerkaart
haast van essentieel belang om
hun mobiliteit te garanderen. Op 1
januari 2000 werd een nieuwe
kaart conform een Europees
model ingevoerd. De Belgische
kaarten die vóór 1 juli 1991
werden uitgereikt waren geldig tot
31 juli 2001. Naar aanleiding
daarvan zouden nog 11.000
aanvragen moeten worden
behandeld en zouden evenveel
parkeerkaarten niet meer geldig
zijn.
Welke maatregelen zal de minister
nemen om die achterstand weg te
werken? Hoe zit het met de
denkpiste om de behandeling van
de aanvragen aan een privéfirma
toe te vertrouwen? Welke
begroting zal daarvoor worden
uitgetrokken? Zal de situatie in
2002 worden geregeld?
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
11.02 Greet Van Gool, commissaire du gouvernement, au nom du
ministre: Monsieur le président, monsieur Paque, ainsi que vous
l'avez dit, il y a malheureusement un retard dans le traitement des
demandes de cartes de stationnement. Ce retard est dû à une
augmentation considérable du nombre des demandes, consécutive à
l'instauration de la carte européenne et à la suppression, depuis le
1
er
juillet 2001, des anciennes cartes brunes. Le nombre mensuel des
demandes est passé de 2.700 en décembre 1999 à 4.200 en
décembre 2000 et à 5.100 en août 2001, soit un quasi-doublement.
Mon administration a pu respecter un délai de traitement de deux
mois jusqu'en mars 2000. Depuis lors, ce délai a aussi augmenté
puisqu'il est actuellement de cinq mois. Nous accusons donc toujours
un retard dans le traitement des demandes.
Afin de résoudre ce problème, on a demandé et obtenu l'autorisation
d'engager, par une mesure exceptionnelle et temporaire, des
assistants administratifs temporaires. Depuis septembre 2000, douze
assistants administratifs ont donc pu être engagés pour une durée
d'un an. Cette autorisation a été prolongée entre-temps jusqu'au
31 décembre 2001. Il nous a également été accordé de prendre en
service, dès le 1
er
janvier 2001, dix-neuf assistants administratifs pour
une durée d'un an.
Malheureusement, il n'a été pourvu que très récemment à tous ces
emplois contractuels, de sorte que le délai de traitement des dossiers
ne peut pas encore être apprécié. Mon administration examine en ce
moment l'opportunité d'adapter la procédure administrative. Les
améliorations doivent dorénavant se situer au niveau de la gestion
informatique, de telle sorte que les demandes déjà introduites
puissent être traitées d'une manière accélérée et que les nouvelles
demandes soient immédiatement traitées et faire l'objet, comme il se
doit, d'une décision dans un délai de deux mois. Il s'agira surtout
d'une adaptation du programme informatique, de sorte que plusieurs
personnes puissent encoder les données nécessaires, en vue
d'accélérer la procédure et rattraper le retard. Un accord a été obtenu
pour modifier la procédure. Ce sera chose faite pour la fin de la
semaine prochaine. Il nous appartiendra alors de chercher le
personnel nécessaire pour encoder toutes les données.
Nous envisageons également de prévenir les bourgmestres des
communes du retard temporaire dans le traitement des demandes,
ainsi que des mesures que nous allons prendre.
11.02
Regeringscommissaris
Greet Van Gool, namens de
minister: Men kampt inderdaad
met een achterstand op het stuk
van de behandeling van de
aanvragen voor parkeerkaarten.
Het aantal maandelijkse
aanvragen is opgelopen van 2.700
in december 1999 tot 4.200 in
december 2000 en tot 5.100 in
augustus 2001. De wachttijd voor
de uitreiking bedraagt momenteel
5 maanden. Gelet op die
bijzondere behoeften werden op 1
september 2000 12
administratieve assistenten in
dienst genomen en nog eens 19
assistenten op 1 januari 2001.
Tevens onderzoek ik momenteel
via welke middelen de
administratieve procedure kan
worden bespoedigd. Ik overweeg
tevens de burgemeesters van die
tijdelijke achterstand in de
behandeling van de aanvragen op
de hoogte te brengen.
11.03 Luc Paque (PSC): Monsieur le président, monsieur le ministre,
je constate malheureusement que nous ne sommes pas beaucoup
plus loin qu'au moment où ma question a été posée, c'est-à-dire au
début du mois de décembre. Il semble même que nous sommes
encore moins loin. Nous avons reculé! Toute une série de mesures
avaient été présentées par le ministre à l'époque. Ces mesures
semblent n'être toujours pas entrées en vigueur. Nous cherchons en
effet toujours des programmes informatiques ou du personnel. Il est
vrai que le nombre de demandes a augmenté mais malgré tout, cinq
mois pour répondre à une demande est un délai fort long.
En outre, nous savions pertinemment bien que les anciennes cartes
devaient de toute façon être remplacées à la date du 1
er
ou du
31 juillet 2000. Gouverner, c'est prévoir; nous aurions par conséquent
11.03 Luc Paque (PSC): De
situatie lijkt er niet op te zijn
verbeterd. De aanvragen worden
niet snel genoeg behandeld. Hun
aantal is weliswaar gestegen,
maar men wist dat de oude
kaarten moesten worden
vernieuwd. En regeren is
vooruitzien!
Ik ontving nog geen antwoord op
mijn vraag over de begroting.
En tot slot: zou men de
betrokkenen niet een voorlopig
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
dû prévoir cette problématique. Je n'ai pas reçu de réponse à ma
question quant au budget supplémentaire qui serait prévu pour
accélérer la procédure.
Par ailleurs, il semble que des contacts ont ou vont être pris avec des
bourgmestres. Dans ce cas, les personnes ayant toujours leurs
anciennes cartes à moins qu'elles n'aient dû la renvoyer ne
peuvent-elles pas à tout le moins disposer d'un document pouvant
être, dans l'intervalle, affiché à leur pare-brise de manière à utiliser les
places réservées à cet effet? Ne serait-ce pas déjà un moindre mal
pour ces personnes?
document kunnen bezorgen dat ze
achter hun voorruit plaatsen?
11.04 Greet Van Gool, commissaire du gouvernement, au nom du
ministre: Monsieur le président, une avancée s'est malgré tout
réalisée par rapport au mois de novembre. En effet, entre-temps, le
service informatique a examiné la possibilité d'adapter la procédure
informatique. Elle sera adaptée vers la fin de la semaine prochaine.
En outre, nous allons essayer de trouver du personnel au sein de
l'administration de sorte que les demandes puissent être traitées en
son sein. Ainsi ne faudrait-il pas de budget supplémentaire.
En ce qui concerne le document provisoire, c'est plus difficile car, à
l'exception du traitement des données, un examen des demandes est
nécessaire. Un examen médical est en effet parfois nécessaire. Nous
ne savons donc pas si toutes les personnes ayant introduit une
demande ont réellement droit à la carte. Les conditions ne sont plus
les mêmes qu'à l'époque.
11.04
Regeringscommissaris
Greet Van Gool, namens de
minister: Ik wil er toch op wijzen
dat er enige vooruitgang in dit
dossier werd geboekt. Er zal een
beroep worden gedaan op
personeel van de administratie en
er zal dus geen extra budget
zijn.Het toekennen van de kaart
blijft afhankelijk van het onderzoek
van het dossier en dat kan niet
worden gewijzigd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
samenstelling van de commissie tegemoetkoming geneesmiddelen" (nr. 6055)
12 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la composition
de la commission de remboursement des médicaments" (n° 6055)
12.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, over de commissie tegemoetkoming geneesmiddelen en
haar samenstelling werd heel lang gedebatteerd. Het koninklijk besluit
terzake is verschenen. Na het koninklijk besluit grondig te hebben
gelezen, heb ik moeten vaststellen dat er wordt afgeweken van de
normale procedures. Waarom? Het is me niet duidelijk op welke
manier de vertegenwoordigers van de universiteiten zijn uitgekozen of
aangezocht, vooral omdat deze mensen als wetenschappelijk
onafhankelijke experts sleutelfiguren in deze commissie zijn. Mijnheer
de minister, op welke manier is de aanstelling verlopen? Werd
terzake advies gevraagd aan de universiteiten? Voor de andere
vertegenwoordigers kon de sector zelf mensen voordragen. Wie zal
de geneesmiddelenindustrie vertegenwoordigen? Is de sector van de
generische geneesmiddelenindustrie vertegenwoordigd?
12.01 Luc Goutry (CD&V): La
commission de remboursement
des médicaments constitue le
pivot d'une politique des
médicaments renouvelée
Aux termes de la loi, cette
commission est constituée
d'experts des universités, des
organismes d'assurance et des
organisations professionnelles de
médecins et pharmaciens, de
représentants de l'industrie
pharmaceutique et de l'INAMI et
des trois ministres compétents.
Ses membres sont nommés par le
Roi.
L'arrêté royal nommant les
membres de la commission a été
publié au Moniteur belge du 29
décembre 2001. Même si sa
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
composition nous semble
particulièrement équilibrée, nous
aimerions savoir comment ont été
désignés les représentants des
universités et qui a proposé les
représentants de l'industrie
pharmaceutique.
12.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik heb de vertegenwoordigers van de universiteiten zelf
aangeduid. Na een verkennend gesprek inzake hun motivatie door
een van mijn medewerkers heb ik hun een brief geschreven waarin ik
heb gewezen op de taken en waarin ik hen vraag op ze deze taken
wilden opnemen. Elke aangeschreven vertegenwoordiger heeft me
van zijn akkoord of niet-akkoord op de hoogte gebracht. In dit laatste
geval werd een andere vertegenwoordiger voorgedragen. Het is aan
de vertegenwoordigers zelf om uit te maken of zij binnen hun faculteit
hun hiërarchische meerdere consulteren of niet. Van enkelen heb ik
vernomen dat zij dit wel hebben gedaan. Gelet op de taak is dit
begrijpelijk. Een aantal decanen van faculteiten geneeskunde heeft
me gemeld dat ze de voorgestelde personen laten goedkeuren door
de faculteitsraad. Ik heb steeds een akkoord gekregen.
De geneesmiddelenindustrie is vertegenwoordigd door de Algemene
Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie (AVGI). Tijdens de
bespreking van de wettekst in het Parlement is dit reeds aan bod
gekomen. De wet spreekt over representatieve beroepsverenigingen
van de geneesmiddelenindustrie. Er werd gepreciseerd dat het om
AVGI zou gaan en niet over vertegenwoordigers van de generische
industrie. Het heeft niet veel zin om de generische industrie te
betrekken bij de terugbetaling omdat deze dossiers zelden of nooit
een probleem stellen. Klasse I-dossiers zijn de dossiers die het
meeste tijd en aandacht zullen vergen van de evaluatoren en ze
zullen meestal afkomstig zijn van een lid van AVGI.
12.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: J'ai moi-même désigné
les représentants des universités.
Sur la base d'un entretien de
motivation exploratoire, j'ai
demandé par écrit à ces
personnes si elles souhaitaient
assumer cette tâche. Elles m'ont
communiqué leur décision,
positive ou négative. Il leur
appartient de décider si elles
doivent ou non consulter leur
supérieur hiérarchique. Quelques
doyens m'ont demandé de faire
approuver les personnes
proposées par le conseil de faculté
mais, dans ces cas également, j'ai
obtenu l'accord de chacun.
L'industrie pharmaceutique est
représentée par l'association
générale de l'industrie du
médicament (AGIM) qui est,
légalement parlant, une
association professionnelle
représentative. J'ai déclaré
précédemment au Parlement qu'il
s'agissait de l'AGIM et non de
représentants de l'industrie
générique. Les dossiers qui ont
requis le plus de temps et
d'attention de la part des
évaluateurs et de la commission
concernaient généralement un
membre de l'AGIM. Les dossiers
de l'industrie générique donnent
rarement lieu à des problèmes.
12.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, ons wantrouwen ten
opzichte van dit soort delegatie aan de Koning is steeds groot
geweest omdat we op die manier geen vat meer hebben op het
systeem. Het koninklijk besluit bepaalt dat er drie werkende en drie
plaatsvervangende leden-apotheker worden voorgedragen en vier
werkende en vier plaatsvervangende leden-geneesheer. Al de
kandidaten worden steeds voorgedragen door de representatieve
beroepsorganisaties. Er is een uitzondering. Wat punt 1 betreft, stelt
het koninklijk besluit dat de minister leden voordraagt onder de
kandidaten met een academisch mandaat. Mijnheer de minister, u
blijft niet eeuwig minister van Sociale Zaken. Ik twijfel niet zozeer aan
uw correctheid, maar in de toekomst zal elke minister de
12.03 Luc Goutry (CD&V): Notre
méfiance à l'égard de ces
représentants est très grande
parce qu'il n'y a plus d'emprise sur
eux.
Chaque ministre pourra choisir
personnellement des
représentants des universités pour
décider du remboursement des
médicaments.
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
afgevaardigden van de universiteiten kunnen aanstellen die hij
wenselijk acht een commissie voor te zitten die beslist over de
terugbetaling van geneesmiddelen. De CD&V heeft steeds gehamerd
op een zekere onafhankelijkheid en representativiteit. Als u zelf de
vertegenwoordigers van de universiteiten kan aanstellen, kunt u
evengoed de vertegenwoordigers van de apothekers en de andere
sectoren aanduiden. Dit is niet echt logisch.
Die onlogica krijg ik niet geplaatst.
Cette matière requiert davantage
d'indépendance et une meilleure
représentativité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
opmerkingen van het Rekenhof inzake de terugvordering van ten onrechte uitgevoerde betalingen
door de Rijksdienst voor Pensioenen" (nr. 5990)
13 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les observations
de la Cour des comptes à propos de la récupération des paiements indûment exécutés par l'Office
national des Pensions" (n° 5990)
13.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, door een steekproef op 282 dossiers voerde het Rekenhof
een onderzoek uit naar de aanvragen tot verzaking aan de
terugvordering van onverschuldigde bedragen die bij de Rijksdienst
voor Pensioenen werden onderzocht in twee vergaderingen van de
zogenaamde Raad voor uitbetaling van de voordelen. Op de
opmerkingen van het Rekenhof werd, ondanks een herinneringsbrief,
nog steeds niet geantwoord, althans niet op het moment waarop haar
recentste jaarboek werd gepubliceerd. Ondertussen zou er wel al een
antwoord gestuurd kunnen zijn.
Wij wensen dat op de vragen van het Rekenhof op een of andere
manier een antwoord wordt gegeven. Door mijn vraag hoop ik dat nu
in de hand te werken.
Mijnheer de minister, welke reactie is er voorbehouden voor de
belangrijkste opmerkingen van het Rekenhof?
Ik verwijs naar het Jaarboek van het Rekenhof om haar opmerkingen
samen te vatten.
Ten eerste, het Rekenhof stelt vast dat een groot aantal
onverschuldigde betalingen te wijten is aan de cumulatie van een
pensioen met een vervangingsinkomen of een beroepsinkomen,
buiten weten van de Rijksdienst voor Pensioenen. Het Rekenhof
suggereert een intensiever gebruik van de Kruispuntbank van de
sociale zekerheid om meer nuttige informatie te bekomen van de
instellingen die vervangingsinkomens niet cumuleerbaar met het
pensioen toekennen. Vervolgens suggereert het Rekenhof toegang te
hebben tot de gegevensbank "Loon- en arbeidstijdgegevens van
werknemers (LATG), alsmede toegang te verkrijgen tot de informatie
in de gegevensbank van pensioenen. Zeker als die informatie wordt
gekoppeld aan het systematisch gebruik van de informatie,
geregistreerd op de individuele pensioenrekeningen, zou dat soelaas
moeten brengen.
Ten tweede, het Rekenhof stelde vast dat de controleur van
belastingen en de ontvanger van de registratie slechts heel zelden
13.01 Dirk Pieters (CD&V): Sur la
base d'un échantillon de 282
dossiers, la Cour des comptes a
étudié les demandes visant à ce
que l'Etat renonce à récupérer les
paiements indûment exécutés,
demandes qui ont été examinées
lors de deux réunions du conseil
pour le paiement des prestations
de l'Office des pensions. Il n'a pas
encore été répondu aux
observations de la Cour des
comptes.
La Cour des comptes constate
qu'un grand nombre de paiements
indûment exécutés proviennent du
cumul d'une pension et d'un
revenu de remplacement ou de
revenus professionnels inconnus
de l'ONP.
La Cour suggère qu'il soit fait un
usage plus intensif de la banque-
carrefour de la sécurité sociale
pour obtenir des informations
utiles de la part d'organismes qui
octroient des revenus de
remplacement non cumulables
avec une pension et pour avoir
accès à la banque de données
ayant trait aux salaires et au temps
de travail des travailleurs salariés,
ainsi qu'aux informations
contenues dans la banque de
données des pensions. Cela
pourrait être utile, surtout lorsque
l'on couple ces informations à un
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
hun reglementaire verplichting nakomen om de Rijksdienst voor
Pensioenen iedere wijziging van de vermogenstoestand van de
gerechtigde en zijn echtgoot mee te delen.
Ten derde, de raad voor uitbetaling van de voordelen wordt in zijn
taak belemmerd door het blijven bestaan van verschillen in de
wettelijke bepalingen inzake de terugvordering van onverschuldigde
betalingen bij werknemers en zelfstandigen.
Ten vierde, de hantering van verschillende juridische termen voor de
reglementering van gelijkaardige materiële situaties bemoeilijkt
onnodig de taken van de administraties die de reglementeringen
moeten implementeren. Dat leidt tot onjuiste interpretaties en
rechtsonzekerheid.
Tenslotte wenst het Rekenhof dat aan de door de raad voor
uitbetaling van de voordelen toegestane spreiding van sancties een
reglementaire basis wordt gegeven om te voorkomen dat er in hoofde
van de raad voor uitbetaling van de voordelen sprake van
bevoegdheidsoverschrijding zou zijn.
Dat zijn de vijf opmerkingen van het Rekenhof.
Mijnheer de minister, wilt u daarop inhoudelijk reageren of enigszins
antwoorden, zodat wij daarmee in de subcommissie voor het
Rekenhof verder kunnen werken?
usage systématique des
informations enregistrées dans les
comptes de pensions individuels.
La Cour des comptes a également
constaté que le contrôleur des
contributions et le receveur de
l'enregistrement ne remplissent
que rarement leur obligation
réglementaire de communiquer à
l'ONP toute modification de la
situation patrimoniale de l'ayant
droit et de son conjoint. La Cour
relève que le fonctionnement du
conseil pour le paiement des
prestations est entravé par la
subsistance de différences entre
les dispositions légales relatives
au recouvrement des paiements
indûment versés d'une part aux
salariés et d'autre part aux
indépendants.
L'utilisation de termes juridiques
différents dans la réglementation
de situations analogues complique
la mission des administrations
pour ce qui regarde l'application
de cette réglementation. Cette
situation conduit à des
interprétations erronées et à des
problèmes d'insécurité juridique.
Enfin, la cour souhaite qu'une
base réglementaire soit donnée à
la répartition dans le temps des
sanctions en cas de déclaration
tardive d'une activité
professionnelle en instaurant des
retenues successives, limitées à
un certain pourcentage des
montants de pensions liquidés
ultérieurement. Cela pour
empêcher qu'il puisse y avoir un
dépassement de compétence de
la part du conseil pour le paiement
des prestations.
Que pense le ministre de tout
cela?
13.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Pieters, de suggesties van het Rekenhof over die problemen
maken al het voorwerp uit van een studie binnen de Rijksdienst voor
Pensioenen.
Het basisprobleem van eenduidige identificatie werd opgelost door het
nationaal nummer als uitsluitend communicatiegegeven te gebruiken.
Momenteel worden de kwaliteitscodes bestudeerd die moeten
13.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: L'ONP étudie les
suggestions de la Cour des
comptes.
Le problème de fond est
l'identification ciblée de chaque
personne concernée. Il a été
09/01/2002
CRIV 50
COM 625
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
toelaten de inhoud van onderlinge mededelingen praktisch te vertalen.
Vervolgens zal worden bepaald op welke wijze het geheel zal worden
geïmplementeerd.
Over de controle van de vermogenstoestand wijs ik erop dat zowel het
artikel
17 van het koninklijk besluit houdende de algemene
reglementen betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden
als de artikels 17 en 18 van het koninklijk besluit tot instelling van een
algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen
voorzien dat de Rijksdienst voor Pensioenen ambtshalve door het
ministerie van Financiën wordt ingelicht over elke wijziging die zich
voordoet in de vermogenstoestand van de belanghebbende en/of van
de personen die met hem dezelfde hoofdverblijfplaats delen.
Voor een antwoord op het niet nakomen van deze reglementaire
verplichtingen door de belastingscontroleur en door de ontvanger van
de registratie dien ik u te verwijzen naar de minister van Financiën die
hiervoor bevoegd is. Met betrekking tot de opmerking van het
Rekenhof over de verschillen in de wettelijke bepalingen inzake de
terugvordering van onverschuldigde betalingen bij werknemers en
zelfstandigen, wens ik de aandacht te vestigen op het feit dat het
gebrek aan volledige overeenstemming in de wetteksten van beide
stelsels bijna onvermijdelijk is, gelet op het verschil in de
toepassingssfeer van de betrokken bepalingen. In tegenstelling tot
artikel 36 van koninklijk besluit 72, dat uitsluitend de voorwaardelijke
pensioenen voor zelfstandigen regelt, omvat de toepassingssfeer van
artikel
21 van de wet van 13
juni
1966 niet alleen de
werknemerspensioenen maar ook het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden, de inkomensgarantie voor ouderen, sommige
tegemoetkomingen voor mindervaliden, de renten en de
invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers. Het verschil in de
wetteksten is van zuiver formele aard en belemmert geenszins de
taak van de raad voor uitbetaling van de voordelen. Niettemin heb ik
mijn administratie de opdracht gegeven om de verschilpunten in de
wettelijke bepalingen inzake de terugvordering van onverschuldigde
betalingen bij werknemers en zelfstandigen weg te werken. Inzake het
hanteren van verschillende juridische termen voor het reglementeren
van gelijkaardige materiële situaties, heb ik de bevoegde
administraties de opdracht gegeven de door de werkgroepen reeds
geformuleerde voorstellen te actualiseren. In het kader van de
versoepeling en de administratieve vereenvoudiging van de wetgeving
op de uitoefening van een beroepsactiviteit voor gepensioneerden die
ik nastreef, kan ik u meedelen dat de regelgeving in verband met de
sancties, voorzien ingevolge het laattijdig aangeven van een
beroepsactiviteit, zal worden aangepast zodat er van een
bevoegdheidsoverschrijding van de raad voor uitbetaling van de
voordelen geen sprake meer kan zijn.
résolu en retenant le numéro du
registre national comme unique
information communiquée. L'ONP
sera informé d'office par le
ministère des Finances de toute
modification de la situation
patrimoniale de l'intéressé et/ou
des personnes qui partagent avec
lui la même résidence principale.
Je dois vous renvoyer au ministre
Reynders pour votre question sur
le non-respect de ces obligations
réglementaires par le contrôleur
des contributions et le receveur de
l'enregistrement.
Quant aux différences existant
entre les employés et les
indépendants dans les dispositions
légales relatives au
remboursement de paiements
exécutés indûment, je tiens à
souligner que l'absence de
concordance entre les textes
légaux des deux régimes est
presque inévitable, étant donné la
différence de champ
d'application.Le champ
d'application de l'article 21 de la loi
du 13 juin 1966 ne porte pas
seulement sur les pensions des
employés mais aussi sur le revenu
garanti des personnes âgées,
certaines allocations aux moins
valides, et les rentes et pensions
d'invalidité des mineurs. La
différence dans les textes légaux
est purement formelle et ne
complique en rien la mission du
Conseil pour le paiement des
prestations. J'ai néanmoins
ordonné à mon administration
d'éliminer ces différences. Quant à
l'utilisation de termes juridiques
différents pour la réglementation
de situations similaires, j'ai
demandé à l'administration
d'actualiser les propositions déjà
formulées.La réglementation
relative aux sanctions en cas de
déclaration tardive d'une activité
professionnelle sera adaptée de
sorte qu'il ne puisse plus être
question d'un dépassement de
compétences.
13.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik meen dat het
goed is dat er effectief een antwoord gekomen is op de opmerking
13.03 Dirk Pieters (CD&V): Je
remercie le ministre pour cette
CRIV 50
COM 625
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
van het Rekenhof. Nu kan het antwoord door mensen die hier meer in
gespecialiseerd zijn dan ik gelezen worden om na te gaan of dit
effectief genoegdoening geeft. Op het eerste zicht, voor zover men
dat kan inschatten, lijkt het bemoedigend.
réponse à première vue
encourageante.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vragen nrs. 6052 en 6054 van mevrouw Greta D'Hondt worden naar een latere datum verschoven.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.45 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.45 heures.