KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 622
CRIV 50 COM 622
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
woensdag mercredi
09-01-2002 09-01-2002
13:45 uur
13:45 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van mevrouw Annemie Van de
Casteele tot de minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand, over "strategische opties voor
Delcredere en invulling kader" (nr. 1026)
1
Interpellation de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre des Télécommunications et des
Entreprises et Participations publiques, chargé
des Classes moyennes, sur "les options
stratégiques en ce qui concerne le Ducroire et la
nécessité de compléter son cadre" (n° 1026)
1
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Rik
Daems
, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Rik
Daems
, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de ontoereikende federale dotatie aan het
Vlaams Gewest om zijn verruimd landbouwbeleid
te financieren" (nr. 5652)
7
Question de M. Koen Bultinck au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "la dotation
insuffisante que l'Etat fédéral octroie à la Région
flamande pour financer sa politique agricole
élargie" (n° 5652)
7
Sprekers: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de samenstelling van de werkgroep
ontwikkelingssamenwerking" (nr. 5717)
10
Question de Mme Frieda Brepoels au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"la composition du groupe de travail pour la
coopération au développement" (n° 5717)
10
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Johan Vande Lanotte, vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Johan Vande Lanotte, vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l' Économie sociale
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
WOENSDAG
9
JANUARI
2002
13:45 uur
______
du
MERCREDI
9
JANVIER
2002
13:45 heures
______

De vergadering wordt geopend om 13.53 uur door de heer Eric van Weddingen, voorzitter.
La séance est ouverte à 13.53 heures par M. Eric van Weddingen, président.
01 Interpellatie van mevrouw Annemie Van de Casteele tot de minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, over "strategische opties voor
Delcredere en invulling kader" (nr. 1026)
01 Interpellation de Mme Annemie Van de Casteele au ministre des Télécommunications et des
Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "les options stratégiques
en ce qui concerne le Ducroire et la nécessité de compléter son cadre" (n° 1026)
01.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik zou vooreerst mijn ongenoegen
willen uiten over de manier waarop dit interpellatieverzoek wordt
behandeld. Mijnheer de minister, ik weet dat het u niet erg gelukkig
stemt daarover telkens opnieuw te worden geïnterpelleerd. U hebt
geprobeerd om het op de lange baan de schuiven. Mijn
interpellatieverzoek dateert immers van 26 november 2001. Vandaag
moet het snel tussendoor in de commissie behandeld worden. Dat is
voor u het meest comfortabel natuurlijk, want op zo'n moment krijgt
het de minste aandacht. Ik neem daar absoluut geen genoegen mee.

Ik wil toch ook nog eens op een rijtje zetten hoeveel malen ik u
hierover reeds heb ondervraagd. Mijn eerste vraag dateert van twee
jaren geleden, de schriftelijke vraag van 14 januari 2000. U kent mijn
bezorgdheid over die instelling. Uw traagheid om te antwoorden wordt
ondraaglijk, niet enkel voor mij, maar vooral voor al wie met de
instelling te maken heeft en voor het personeel. Als de instelling
vandaag nog vrij behoorlijk functioneert, is dat te danken aan de inzet
van uitstekende werknemers. Ook de exporteurs raken het beu dat er
geen leiding is en het bedrijf een zwalpend schip is geworden. In de
markt van de kredietverzekeringen is er immers in andere landen erg
veel beweging, worden er allianties gesloten en worden er
privatiseringen doorgevoerd. De onzekerheid over onze eigen
overheidsinstelling begint zwaar te wegen. Heel wat mensen vrezen
dat op sommige terreinen de boot zal worden gemist en dat de
verrotting zal blijven duren. De discussies over de problemen binnen
andere overheidsbedrijven, over de privatisering en over het debacle
van Sabena wijzen erop dat er binnen de regering eigenlijk helemaal
geen eensgezindheid bestaat over de toekomst van de
overheidsbedrijven.
01.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Ma demande
d'interpellation a été déposée le 26
novembre 2001 mais il m'a fallu
attendre aujourd'hui pour la
développer lors d'une réunion de
commission organisée à la hâte
pendant l'heure du midi. J'en suis
contrariée.

Il y a deux ans de cela, j'avais déjà
posé des questions concernant
l'Office national du Ducroire. Mais
la situation n'évolue guère, ce qui
fait naître un sentiment
d'inquiétude parmi le personnel et
les exportateurs. Le marché
international de l'assurance crédit
est en pleine mutation et le
Ducroire ne semble toujours pas
avoir trouvé le bon cap. La
débâcle de la Sabena et de La
Poste témoignent également de
l'indécision du gouvernement qui
résulte du différend qui oppose le
PS aux libéraux concernant les
entreprises publiques. Mais cette
indécision est fatale.

Le ministre a déjà précisé par le
passé que la structure de
09/01/2002
CRIV 50
COM 622
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Men kan Delcredere natuurlijk niet in alle opzichten met de andere
overheidsbedrijven vergelijken. In de huidige coalitie bestaan er rond
privatisering echter grote meningsverschillen tussen de liberalen en
de PS. Die meningsverschillen wegen ook zwaar op dit dossier. Dat
kan men naar mijn mening niet langer ontkennen. Ik vrees dat het de
reden is waarom alles zo traag verloopt en waarom er nog altijd geen
duidelijke antwoorden op mijn vragen zijn. Vandaag is nog altijd geen
duidelijkheid over wat de regering met de instelling wil doen.

Ik heb in het verleden vragen gesteld. Van een aantal vragen wil ik
een gedeelte van uw antwoord citeren om te toetsen of u nog steeds
consequent dezelfde logica als in het begin blijft volgen. Op
10 mei 2000 hebt u gezegd dat Delcredere een belangrijk bedrijf was
en dat u een omstandig antwoord op mijn vragen gaf omdat u
meende dat de structurele aanpassing van het bedrijf aan de huidige
markt een goede oplossing zou zijn. U kent de problemen dus al
langer dan vandaag. U zegt zelf dat er een structurele oplossing moet
worden gevonden en dat een duidelijke strategie moet worden
bepaald. Vandaag merken wij daar nog altijd geen enkel spoor van.

Op 4 juli 2001 zei u dat wij op wereldvlak een uitstekende reputatie
genieten, maar dat wij zullen moeten evolueren op basis van de markt
en binnen de Europese reglementeringen. Een strategische
hervorming kan enkel slagen in samenspraak met het bedrijf zelf en
met de regering. U zegt dat de tijd rijp is om daarover van gedachten
te wisselen.

Mijnheer de minister, ik bespaar u gelijkaardige uitspraken, maar
steeds opnieuw laat u zich zo vrijblijvend uit. Uiteindelijk, na mijn
interpellatieverzoek van 26 november 2001 heb ik antwoord gekregen
op een reeks schriftelijke vragen die ik u een tijd daarvoor had
gesteld. Waarschijnlijk hangt mijn interpellatieverzoek samen met dit
laattijdige antwoord, maar weer antwoordt u dat er een strategie wordt
uitgedokterd en dat de kwestie zal aan bod komen. Met andere
woorden: het is hoogtijd dat u klaarheid schept.

Vorige zaterdag las ik in De Standaard: "Daems werkt aan
privatisering Belgacom, BIAC en Delcredere". Ik dacht: eindelijk komt
er schot in de zaak en krijg ik een antwoord op mijn vraag. Ik heb
geprobeerd het document te achterhalen waarop het artikel was
gebaseerd en ik kreeg van uw kabinet een politiek jaarverslag over
het voorbije jaar. Welnu, in dit document was geen spoor van plannen
in verband met Decredere terug te vinden.

Vandaag moet ik u dus opnieuw met dezelfde vragen bestoken. Ten
eerste, wat zijn de strategische opties in verband met Delcredere?
Noch de regering, noch het bedrijf zelf, noch de raad van beheer
hebben concrete toekomstplannen voor de dienst. Daarnaast is er het
probleem van de opvolging van de heer Boes die ondertussen al twee
jaar met pensioen is. Dit heeft geleid tot een tweehoofdige leiding, wat
niet werkbaar is ­ wat u er ook over beweert. Ook een aantal andere
functies binnen het kader raken daardoor niet ingevuld, waardoor er
bij het personeel een steeds grotere malaise heerst. Volgens mij komt
dit vooral door de oude zeden van politisering en taalperikelen die alle
administraties parten blijven spelen, ondanks alle mooie intenties van
deze regering.

Een derde probleem hangt samen met de federalisering van
l'entreprise devait être adaptée au
marché actuel. Il ne s'est
cependant jamais engagé. J'ai lu
dans la presse que le ministre
avait l'intention de privatiser
l'Office du Ducroire mais je n'ai
trouvé aucune autre information à
ce sujet. Quelles sont les options
stratégiques du gouvernement et
du conseil d'administration pour
l'Office?

Le non-remplacement de l'ancien
directeur général a débouché sur
une direction bicéphale qui n'est
pas efficace. Le cadre n'est pas
rempli. Tout cela est lié à la
politisation et à des problèmes
linguistiques.

Par ailleurs, la régionalisation du
Commerce extérieur et la difficulté
d'associer les Régions au débat
jouent un rôle.

Ce dossier a-t-il progressé depuis
mes dernières questions? Quel est
l'avenir de l'Office du Ducroire? Y
a-t-il eu une concertation avec la
direction du service et a-t-on
réalisé une étude? Sur la base de
quel business plan le service est-il
géré?

Comment va-t-on appliquer les
directives de l'Union européenne
relatives aux risques négociables
pour les nouveaux Etats
membres?

En vertu de l'accord du
Lambermont, les Régions doivent
avoir un droit de regard plus
important dans la gestion de
l'Office. Pour l'instant, on n'y
parvient pas de sorte que le
conseil d'administration sortant
doit rester actif. Quand cela va-t-il
changer?

Quand le directeur général sera-t-il
nommé?
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Buitenlandse Handel. Hierdoor moest een aantal ingrepen gebeuren
om de gewesten beter te betrekken bij de Delcrederedienst. Blijkbaar
is de regering er ook hier niet in geslaagd de nodige knopen door te
hakken. Deze besluiteloosheid dwingt mij een aantal heel concrete
vragen te stellen.

Mijnheer de minister, welke vooruitgang hebt u in dit dossier geboekt
sinds mijn laatste vragen? Welke zijn volgens u, volgens de regering
of volgens de raad van beheer van de Decrederedienst de mogelijke
opties voor deze dienst, zowel voor de kortetermijnkredietverlening als
voor de andere activiteiten? Bestaan hieromtrent reeds studies? Is er
al overleg geweest met de directie van de Delcrederedienst? Op
welke basis werkt de dienst momenteel? Werkt de dienst volgens een
soort businessplan? Hoe zal u de Europese richtlijnen toepassen in
verband met de verhandelbare risico's voor nieuwe lidstaten?

De inbreng van de gewesten zal in uitvoering van het Lambermont-
akkoord moeten worden herzien. U hebt laten verstaan dat u rekening
zou houden met de exportcijfers, die - u weet dat ook ­ al naargelang
het gewest zeer sterk verschillen en waarvan het Vlaamse Gewest
bijna 80% voor haar rekening neemt.

De raad van bestuur is al twee jaar uittredend, waarom is er nog altijd
geen nieuwe raad van bestuur benoemd? Welke invloed oefent het
uitblijven van een nieuwe Raad van Bestuur uit op de beslissingen?
Hypothekeert dit met ander woorden de werking van de
Delcrederedienst niet?

Tenslotte, wanneer zal de functie van directeur-generaal worden
ingevuld en wanneer zal hij worden benoemd?
01.02 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, collega Van de
Casteele, ik dank u voor uw interpellatie, maar ik heb ­ in
tegenstelling tot wat u zegt ­ zeker niet de intentie om interpellaties
voor mij uit te schuiven en er niet op te antwoorden. Ik weet trouwens
ook niet waarom deze interpellatie pas nu wordt gesteld. Ik heb de
andere interpellaties in commissie beantwoord en begrijp niet waarom
deze nu wordt naar voren gebracht. Met alle respect, daar ben ik niet
verantwoordelijk voor.

U vraagt welke vooruitgang in het Delcrederedossier werd geboekt?
Op een deel van die vraag heb ik reeds een antwoord gegeven en wel
op het belangrijkste aspect ervan, namelijk de regionalisering van de
Buitenlandse Handel, ingeschreven in het Lambermont-akkoord. Voor
de regering is deze regionalisering van cruciaal belang, omdat pas
naderhand de hervorming van de Delcrederedienst kan worden
overwogen. Hierbij staan twee opties open.

Volgens de ene optie wordt de Delcrederedienst niet veranderd en
blijft iedereen zijn dossiers indienen. Volgens de andere optie dient de
Delcrederedienst structureel te worden gewijzigd. In dit verband is er
een nieuw element opgedoken, naast de regionalisering van de
Buitenlandse Handel, namelijk de Europese regelgeving op het vlak
van de verhandelbare risico's die ­ u hebt ernaar verwezen ­ in
augustus 2001 werd gewijzigd.

De regelgeving werd gewijzigd omdat men in de korte
termijnverrichtingen de politieke risico's wenst op te nemen die
01.02 Rik Daems, ministre: Je ne
cherchais nullement à me
soustraire à cette interpellation.

Les accords du Lambermont
règlent en effet la régionalisation
du commerce extérieur. Cela aura
des implications sur le
fonctionnement de l'Office du
Ducroire. Par ailleurs, les
nouvelles dispositions
européennes auxquelles vous
faisiez référence introduisent
également certaines restrictions. Il
faudra donc procéder à une
réforme de l'Office du Ducroire.

Les possibilités sont limitées: La
structure actuelle ne peut pas être
maintenue dans une optique de
rentabilité sur le marché. A mon
sens, l'Office doit être repensé de
fond en comble pour prendre la
forme d'une société anonyme de
droit public, ce qui suppose une
nouvelle direction et un apport de
capital. Ainsi, l'Office pourra
09/01/2002
CRIV 50
COM 622
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
betrekking hebben op alle landen van de Europese Unie en de OESO,
wat tot gevolg zal hebben dat de Nationale Delcrederedienst geen
staatswaarborg meer mag geven. Deze belangrijke fundamentele
wijziging heeft tot gevolg dat de instelling moet worden heringericht,
wil zij nog op de markt werkzaam zijn. Inderdaad, aangezien het
bedrijf vandaag in haar huidige samenstelling en structuur nog steeds
staatssteun verleent, loopt zij het risico dat zij bepaalde activiteiten zal
moeten staken. Deze evolutie zal tot gevolg hebben dat er relatief
gezien meer dossiers met hoge risico's zullen worden opgenomen,
terwijl de meer rendabele dossiers zullen moeten worden overgelaten
aan de private operatoren.

In het dossier spelen dus twee elementen mee: de regionalisering en
de nieuwe regelgeving. Naar mijn aanvoelen kan slechts één van
beide opties worden weerhouden, onder meer omdat werd gevraagd
het gesprek uit te stellen tot de uitvoering van de regionalisering. Het
behoud van de huidige structuur is onhoudbaar, omdat dan een deel
van de markt zal wegvallen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de
overheid op een louter private markt actief is? Dat is althans niet mijn
intentie. Het bedrijf zal dus hoe dan ook structureel moeten worden
hervormd.

Een optie die nog niet is besproken ­ en dit lijkt mij de goede optie te
zijn - is de omvorming van de instelling tot een naamloze
vennootschap. In het begin zou het nog een naamloze vennootschap
naar publiek recht zijn. Ik maak hier geen geheim van, want in de
meeste dossiers opteer ik voor deze oplossing, onder meer
vanmiddag nog, in plenaire vergadering, bij de bespreking van het
dossier van de Nationale Loterij.

Het bedrijf zal op een nieuwe leest kunnen worden geschoeid,
uitgerust met een nieuwe leiding en nieuw kapitaal, waardoor het
bepaalde transacties kan uitvoeren op een markt die overwegend
privaat aan het worden is. Het bedrijf zal dus normaal kunnen
functioneren.

Uit een tabel van Petercam blijkt dat België bij uitstek een van de
landen is waar de commerciële en politieke risico's zowel op korte,
middellange als op lange termijn zeer overheidsgebonden blijven.
Wanneer we de vergelijking met Frankrijk, Duitsland, Nederland en
het Verenigd Koninklijk maken, zien we dat dit in Frankrijk, Duitsland
en Nederland bijna exclusief een zaak voor de privé-sector is
geworden, waarbij de overheid soms wel een opdracht geeft aan een
privé-instelling, maar niet meer dan dat. In Frankrijk, dat nochtans
geen ultra-liberaal land is, is dit volledig een zaak voor de privé-
sector.

Een ander punt is dat de vertegenwoordiging van de gewesten in de
raad van bestuur of in de Nationale Delcrederedienst zelf kan worden
verhoogd. De regering is steeds van oordeel geweest dat geen
wijzigingen moesten worden aangebracht aan de raad van bestuur.
We zullen hierover met de gewesten overleggen. Buitenlandse
Handel wordt nu pas op gewestelijk vlak vorm gegeven. De
exportverzekering is een essentieel onderdeel van het beleid inzake
buitenlandse handel. Ze moet eerst worden overgeheveld vooraleer
kan worden nagegaan hoe ze moet worden omgevormd. Ik heb reeds
aangegeven in welke richting ik de zaak zou willen zien evolueren.
trouver sa place sur un marché où
le secteur privé est de plus en plus
présent.

Il ressort d'une étude réalisée par
le bureau Petercam qu'en
Belgique, la couverture des
risques reste très liée aux pouvoirs
publics alors qu'en France, elle est
gérée par le secteur privé. Et la
France n'est pas un pays libéral...
Le gouvernement souhaite
conserver le conseil
d'administration sous sa forme
actuelle et lancer la concertation
avec les Régions à partir de ce
CA. A terme, l'Office national du
Ducroire sera trop petit pour
continuer à jouer un rôle à côté
des cinq grands acteurs mondiaux
dans le secteur de l'assurance-
crédit. Par conséquent, une
réforme s'impose.

Nous avons choisi de maintenir
cet organisme en tant que tel et de
lui allouer un budget spécifique.
L'Office national du Ducroire n'est
pas un navire en perdition; il a à sa
tête une direction bicéphale. En ce
moment, le gouvernement n'est
pas favorable à sa privatisation
mais plutôt à une adaptation de
ses structures compte tenu de la
régionalisation du commerce
extérieur. Du reste, les chiffres
récents indiquent que l'Office
fonctionne bien et qu'il n'y a
aucune raison de paniquer. La
concertation avec les Régions doit
en toute hypothèse s'engager.

Je trouve moi aussi qu'il est
regrettable que nous ayons perdu
deux ans mais je ne reste
certainement pas les bras croisés.
Maintenant, la régionalisation et la
réglementation européenne
contribueront sans aucun doute à
débloquer le dossier. J'affirme
avec la plus grande vigueur que le
Ducroire jouit d'une excellente
réputation sur le plan mondial.
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Overigens meen ik dat de bestaande Nationale Delcrederedienst op
middellange termijn te klein zal zijn om te overleven. Uit cijfers over
de dynamiek van de exportverzekeringen blijkt dat er op dit vlak
wereldwijd maar vijf grote spelers actief zijn: Euler, Coface, Hermes,
Gerling en NCM. Hiervan is Euler de grootste met een bruto premie
van één miljard euro, wat tien keer zo veel is als het bedrag van de
Nationale Delcrederedienst. De Nationale Delcrederedienst is ook vier
keer kleiner dan NCM. Het risico bestaat dat de Nationale
Delcrederedienst de kritische massa mist om aan normale
marktvoorwaarden mee te kunnen dingen in een competitieve markt.

Een hervorming is noodzakelijk en ik heb dat vorig jaar reeds binnen
de regering aangekaart. Ik geef er de voorkeur aan de instelling te
laten werken met een eigen budget, dat normaal gezien ook
doorloopt. Er werd gesproken over een zwalpend schip zonder leiding.
Welnu, ik heb het initiatief genomen om tijdelijk twee bazen aan te
stellen. Dit is niet zo uitzonderlijk; in bedrijven komt het dikwijls voor
dat er zowel een executief voorzitter van de raad van bestuur en een
afgevaardigd bestuur zijn. Hier zouden beide functies over de
gewesten worden verdeeld. Uiteindelijk is het mevrouw Van de
Casteele om een regionalisering te doen. Ik ben van mijn mening dat
bij een privatisering de discussie over een eventuele regionalisering
meteen is opgelost. Ik denk niet dat de regering op korte termijn
akkoord zou gaan met een volledige privatisering; wel zal ze zich
kunnen vinden in een structurele aanpassing binnen het kader van de
regionalisering van Buitenlandse Handel.

Ten slotte werd opgemerkt dat de tijdelijke regeling met de heren
Vincke en Windelincx die zeer permanent lijkt, tot zeer negatieve
resultaten zou kunnen leiden. Uit de resultaten blijkt dat de cashflow
van de Nationale Delcrederedienst, zijnde 118 miljoen euro voor het
boekjaar 2000, het beste resultaat is sinds 1991.

Bovendien lopen de verzekerde bedragen op tot meer dan 6 miljard
euro, veruit het hoogste bedrag uit de hele geschiedenis van de
Delcrederedienst. Het gegeven argument speelt niet eens in mijn
kaart, want het kan sommigen de aanleiding verschaffen om te
zeggen: "Waarom zou men die instelling wijzigen als ze zo goed
functioneert?" Mijn stelling is daarentegen dat er op termijn geen
voldoende kritische massa meer zal zijn en dat op vrij korte termijn
een degradatie van het resultaat zichtbaar zal worden, een resultaat
dat eind 2000 nog 95 miljoen euro positief bedroeg, en dat ­ dit te
uwer informatie - in 1999 23 miljoen euro negatief was, en in 1998 61
miljoen euro negatief. De cijfers voor 2001 worden binnenkort
bekendgemaakt. De heer Vincke en de heer Windelincx hebben mij
meegedeeld dat de cijfers in de lijn van de verwachtingen blijven.

Men zal zeggen dat er dus zeker geen reden tot paniek is. Toch ben
ik van oordeel dat er nu een aantal randvoorwaarden vervuld zijn die
de regering eerder had vooropgesteld: Buitenlandse Handel moest ter
uitvoering van de Lambermont-akkoorden naar de gewesten gaan en
het overleg met de gewesten moest gestart zijn. Ik heb het voorstel al
met de eerste minister besproken en het zal de komende weken ter
tafel komen in de Ministerraad.

Ben ik blij met de evolutie? Natuurlijk niet, ik had liever gehad dat we
al twee jaar geleden aan de hervorming hadden kunnen beginnen.
Laat ik de hervorming links liggen en doe ik er niets aan? Nee, maar
09/01/2002
CRIV 50
COM 622
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
ik denk dat er nu twee elementen aanwezig zijn, waardoor het dossier
kan worden gedeblokkeerd. Ten eerste is de regionalisering een feit
en ten tweede schrijft de Europese regelgeving nu voor dat
staatstussenkomst niet mag verbonden worden aan korte-
termijnrisico's omdat de politieke risico's inclusief geworden zijn.
Bovendien is dit niet het enige dossier is waar ik mee bezig ben. Men
moet de logica bekijken van de dossiers waarmee ik bezig ben
geweest. Zo heb ik bijvoorbeeld het Beroepskrediet, het Hypothecair
Krediet en de Nationale Maatschappij van Nationale Sectoren, van
een parastataal statuut naar een privaat statuut zien gaan. Ik heb ook
andere overheidsbedrijven zoals De Post in een naamloze
vennootschap van publiek recht zien veranderen. Daarbij traden wel
enkele problemen op inzake het management, maar dat is niet zo
uitzonderlijk. Ook in de historie van Belgacom was er na de
hervorming een periode met Bessel Kok, die exact dezelfde
kenmerken vertoonde als nu bij De Post. Ook bij de Nationale Loterij
­ in de veronderstelling dat de Kamer mij volgt in mijn beslissing om
die te privatiseren ­ zal men nog nagaan hoe van een parastataal
statuut naar een naamloze vennootschap van publiek recht kan
worden geëvolueerd.

Voor de Nationale Delcrederedienst is die optie naar mijn oordeel
eveneens een goede oplossing. Los van de cijfers ­ die positief zijn
maar die naar mijn aanvoelen niet positief kunnen blijven wegens de
crisis ­ moet men er rekening mee houden dat de Delcrederedienst
op wereldvlak de grootste faam geniet, omdat zij immers de
kredietrisicowaarderingen aan alle andere kredietverzekeraars geeft.
De Delcrederedienst is bij wijze van spreken de bench mark waarop
alle andere kredietverzekeraars zich enten. Dat kan een zeer groot
voordeel zijn wanneer men overweegt om de Delcrederedienst met
een groter geheel te verbinden. Voor een deel is dat trouwens al
gebeurd, te weten met Euler-Cobac.
01.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor dit antwoord.

Mijnheer de minister, twee jaar geleden hebt u al gezegd dat u ervoor
opteerde om de Delcrederedienst om te vormen tot een naamloze
vennootschap van publiek recht. Ik interpelleer u echter om te weten
wat de regering van plan is. Ik laat mij niet met een kluitje in het riet
sturen wanneer uw antwoord zich beperkt tot wat u dénkt. Ik vraag
wat de regering gaat doén. Dat is een belangrijk onderscheid. Het
klopt dat de faam van de Delcrederedienst nog altijd goed is, en dat
dankzij de kwaliteit van het personeel. Bijna zou ik zeggen: ondanks
het feit dat het om een overheidsinstelling gaat.

Mijnheer de minister, u laat kostbare tijd verloren gaan. U zegt zelf dat
de markt te klein wordt voor de Delcrederedienst om te kunnen
overleven. U had er dus al veel sneller, twee jaar geleden
bijvoorbeeld, een naamloze vennootschap van publiek recht van
moeten maken. Dan had men ook sneller kunnen denken aan
strategische allianties en had men vele sectoren een vastere basis
voor de toekomst kunnen bieden. Ik ben van oordeel dat u die kansen
hebt laten voorbijgaan.

De Nationale Delcrederedienst is op het moment een van de duurste
verzekeringsmaatschappijen. Dat correspondeert met wat u hebt
gezegd. In Frankrijk is het voor een groot deel geprivatiseerd, de
01.03 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je ne connais
malheureusement toujours pas les
projets du gouvernement. Nous
perdons un temps précieux. Les
décisions et les alliances
stratégiques auraient dû être
entérinées il y a longtemps déjà.
Cette société anonyme de droit
public verra-t-elle le jour ou non?
Pourra-t-elle encore être créée au
cours de la présente législature?

Cette direction bicéphale ne réjouit
personne. Il est urgent d'y mettre
un terme.

La concertation avec les Régions
aurait dû avoir lieu bien plus tôt. Je
ne comprends pas non plus le
point de vue du ministre
concernant le conseil
d'administration.
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
tarieven liggen er lager dan hier, dus zullen onze exporteurs daar
geen genoegen mee blijven nemen. U is zelf stilletjes aan die
instelling aan het vermoorden, hoe goed ze ook is. U zult dus heel
snel aan het Parlement moeten komen zeggen of u al dan niet die NV
van publiek recht zult opstarten. Er rest de regering nog één jaar. Zal
u op die tijd de NV van publiek recht kunnen opstarten, met alles erop
en eraan? Ik twijfel daar ten zeerste aan.

Over het personeel en de tweehoofdige leiding wil ik het volgende
kwijt: moeten zij werkelijk worden gestraft voor het goede werk dat zij
leveren? Noch de heer Vincke, noch de heer Windelincx, noch het
andere personeel is gelukkig met de situatie. Men weet immers
meestal niet aan wie er moet worden gerapporteerd. De dienstchefs
staan vaak voor een enorme muur en er zijn communicatieproblemen.
Als die top niet wordt ingevuld dan kan de andere doorstroming ook
niet gebeuren. Voor die mensen is dat een onhoudbare situatie. Ik
vind dat u daar iets aan moet doen.

Tenslotte beweert u dat u met de gewesten zult spreken nu de
bevoegdheid voor Buitenlandse Handel aan hen is overgedragen. U
had dit echter al veel vroeger kunnen doen, maar weer is er kostbare
tijd verloren gegaan. Ik begrijp niet wat u van plan bent met de raad
van bestuur. U wil haar huidige samenstelling behouden en de
gewesten er dichter bij betrekken. U heeft zelf gezegd dat u daarbij
rekening zult houden met het exportvolume. Dat is de kwadratuur van
cirkel die u mij eens moet uitleggen.
01.04 Minister Rik Daems: De enige mogelijkheid om deze situatie uit
te klaren, is een overleg met de gewesten en dit overleg is slechts
mogelijk wanneer de regionalisering van Buitenlandse Handel een feit
is, zoals het vandaag het geval is.
01.04 Rik Daems, ministre: Il faut
attendre que la régionalisation soit
devenue une réalité avant de
pouvoir organiser une concertation
avec les Régions.
01.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Het is vandaag een feit,
maar ik weet ook dat de regio's niet hetzelfde zeggen. Er zal dus nog
heel veel tijd verloren gaan alvorens ook die knopen worden
doorgehakt. U mag er zeker van zijn dat ik u over twee maanden
opnieuw zal interpelleren.
01.05 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Les Régions ne sont pas
d'accord et je devrai donc
certainement interpeller à nouveau
le ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De vergadering wordt geschorst om 14.20 uur.
La séance est suspendue à 14.20 heures.

De vergadering wordt hervat om 15.00 uur.
La séance est reprise à 15.00 heures.

Président: Olivier Maingain.
Voorzitter: Olivier Maingain.
02 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "de ontoereikende federale dotatie aan het
Vlaams Gewest om zijn verruimd landbouwbeleid te financieren" (nr. 5652)
02 Question de M. Koen Bultinck au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "la dotation insuffisante que l'Etat fédéral octroie à la Région
flamande pour financer sa politique agricole élargie" (n° 5652)
09/01/2002
CRIV 50
COM 622
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, soms stelt men vast dat een mondelinge vraag
wel zeer lang blijft hangen in de parlementaire mallemolen. Mijn vraag
dateert van 6 november 2001, toen deze problematiek voor het eerst
opnieuw het zonlicht zag. De begrotingsbesprekingen, ook met
betrekking tot Landbouw, zijn intussen achter de rug. Ook daar kwam
de problematiek aan bod over de tekorten van de federale dotatie aan
het Vlaamse Gewest om het landbouwbeleid te kunnen voeren. Tot
op heden kwam er daarop geen ernstig antwoord. Op de laatste
Ministerraad van 21 december 2001 moest in het kader van het
Lambermont-akkoord ook de overdracht van een aantal ambtenaren
van Landbouw worden geregeld. In de persberichten over die
Ministerraad heb ik daarover echter bitter weinig teruggevonden.

Door het Lambermont-akkoord wordt het landbouwbeleid
overgedragen naar de gewesten. De werkgroepen die deze
regionalisering moesten realiseren op federaal en op gewestelijk
niveau, hebben vastgesteld dat de dotatie voor het Vlaamse Gewest
van ongeveer 43 miljoen euro ontoereikend zou zijn voor het
landbouwbeleid. Onze fractie heeft zich daarover nooit verwonderd.
Naar aanleiding van de bespreking van het Lambermont-akkoord
hebben wij gezegd dat de verdeelsleutel van zo'n 61% voor
Vlaanderen en een ruime 38% voor Wallonië nadelig voor Vlaanderen
was. Wij stellen vast dat de ambtenaren, die dat voorbereiden, ons
gedeeltelijk gelijk geven. Zij wijzen op een aantal tekorten die worden
geschat op 3,9 miljoen euro. In 2003 zou het tekort zelfs oplopen tot
ruim 8 miljoen euro.

Daarnaast is er ook de problematiek van de overdracht van
ambtenaren van Landbouw. Zeker vanuit uw federale logica van
minister van Begroting is het uiteraard handig zoveel mogelijk
ambtenaren naar het niveau van de gewesten over te hevelen, omdat
ze dan niet meer ten laste van de federale begroting vallen. Het legt
natuurlijk wel een extra last op de gewesten.

Wegens een aantal tekorten en onduidelijkheden is er ook de
problematiek van de werkingsmiddelen van de plantentuin van Meise,
die niet worden overgeheveld. Er is ook zeer lang gekibbeld tussen de
federale regering en de gewestregering met betrekking tot de betaling
van de facturen van na 1 januari 2002, bijvoorbeeld over de wedden
van ambtenaren van december die pas begin januari worden
uitbetaald.

Ik vraag om meer duidelijkheid. Heeft uw departement enige
duidelijkheid en concrete gegevens over de dotatietekorten, waardoor
het Vlaamse Gewest problemen kan krijgen met de
landbouwbevoegdheid?

Zo ja, over welke bedragen gaat het precies?

Daarbij aansluitend, bent u al dan niet van plan maatregelen te
nemen?

Ten slotte, is men op het federale en het gewestelijke niveau reeds tot
enig vergelijk gekomen met betrekking tot de facturen van na 1
januari?
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Depuis quelques mois
déjà, je me pose un certain
nombre de questions concernant
la dotation insuffisante que l'Etat
fédéral octroie à la Région
flamande. Dans l'intervalle, cette
question a également été abordée
dans le cadre de la discussion du
budget de l'Agriculture. Jusqu'à
présent, je n'ai pas obtenu de
réponse satisfaisante. En outre,
lors du dernier Conseil des
ministres du 21 décembre 2001, le
transfert d'un certain nombre de
fonctionnaires du département de
l'Agriculture devait être réglé, ceci
dans le cadre de l'accord du
Lambermont. Or, je n'ai retrouvé
que très peu d'informations à ce
sujet dans les communiqués de
presse concernant ce Conseil des
ministres.

Les groupes de travail chargés de
mettre en oeuvre l'accord du
Lambermont constatent que la
dotation pour l'agriculture de 43
millions d'euros pour la Région
flamande est insuffisante. Nous
avions fait ce constat depuis
longtemps déjà mais aujourd'hui,
les fonctionnaires eux-mêmes se
rallient à notre point de vue. Selon
leurs calculs, il manquerait même
plus de 8 millions d'euros pour
l'année 2003.

Parallèlement à cela, les Régions
devront supporter le coût financier
du transfert des fonctionnaires du
département de l'Agriculture aux
Régions.

Le problème des moyens de
fonctionnement du jardin des
plantes de Meise n'est toujours
pas réglé. Les gouvernements
fédéral et régional se sont
querellés pendant bien trop
longtemps à propos de toute une
série de factures.

Je voudrais obtenir des précisions
et des données concrètes
concernant l'insuffisance de la
dotation, une situation dangereuse
pour la Région flamande. De quels
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
montants s'agit-il précisément? Le
ministre prendra-t-il des mesures?
Les pouvoirs fédéral et régional
sont-ils parvenus à un accord
concernant les factures
litigieuses?
02.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
collega's, we moeten opletten dat we de discussie over de
financiering van de gemeenschappen en de gewesten niet opdelen in
verschillende stukken. In het verleden is dat nooit gebeurd. Men moet
de globaliteit zien. Ik betwist dat de overheveling van Landbouw op
zich een deficit zou betekenen voor de gewesten. Los daarvan is dat
zeker niet het geval als men de globale dotatie bekijkt. Ik betwist dit
echter ook voor Landbouw op zich. We hebben een aantal
besprekingen gehad en tijdens de laatste ministerraad van het jaar
heeft de federale regering een standpunt vastgelegd. Zoals het hoort
gaar deze bevoegdheid over Landbouw nu naar de gewesten. Wat de
bedragen betreft, menen wij dat de gewesten zich daar in kunnen
vinden. Dat bedrag moet betekenen dat het aantal ambtenaren dat
wordt overgeheveld binnen een bepaalde range blijft. Daar is een
akkoord over bereikt. Wat dat betreft, doet het probleem zich niet
voor. Er zullen natuurlijk wel nog wat kleine problemen zijn. U weet
dat de laatste kuisvrouw van een dienst die wordt overgeheveld het
grootste vraagstuk van de regionalisering van een bevoegdheid is.
Dat is traditioneel zo. Over de verhouding tussen het aantal
ambtenaren dat wordt overgeheveld en het bedrag is in de
voorbereidende vergadering voor de Ministerraad een akkoord
bereikt. De Ministerraad heeft dat ook goedgekeurd. Nu gaat dit naar
de gewesten. Er zijn natuurlijk nog allerlei moeilijkheden mogelijk
maar ik denk daar niet meer over na. Dat is het voordeel als men wat
langer kan wachten om te antwoorden. We hebben daar intussen aan
kunnen werken en we hebben een akkoord bereikt. Ik denk niet dat
we hier nog problemen mee zullen krijgen.
02.02 Johan Vande Lanotte,
ministre:Il faut se garder de
saucissonner le débat sur le
financement des Communautés et
des Régions. Je m'inscris en faux
contre l'affirmation selon laquelle
la régionalisation de l'Agriculture
générera un déficit du côté des
Régions. Nous estimons que les
Régions ne sont pas lésées dans
le cadre des accords sur les
montants à transférer. Grâce à
ces montants, les fonctionnaires
transférés devraient pouvoir être
maintenus dans un rang
déterminé. Un accord a été conclu
à ce sujet. Il ne reste plus que
quelques petites pierres
d'achoppement. Un accord a
également été conclu lors de la
réunion de préparation du Conseil
des ministres sur la question du
rapport entre le nombre de
fonctionnaires transférés et le
montant alloué. Le Conseil des
ministres a approuvé tous ces
points. Pour moi, c'est de l'histoire
ancienne.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord. Blijkbaar is het voordeel van een
vraag die wat langer blijft hangen dat er dan een exact antwoord kan
komen. Nogmaals, die discussie is ook gevoerd in de lijn van de
begrotingsbesprekingen...
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Je remercie le ministre
pour sa réponse. Manifestement,
avoir une question qui traîne dans
les tiroirs présente au moins un
avantage: elle reçoit une réponse
précise. Encore une fois, ce débat
a également été mené dans le
cadre des discussions
budgétaires.

02.04 Minister Johan Vande Lanotte: Het valt onder de nieuwe
dotatie. Er is dus geen financieel probleem, dat is voorzien. December
2002 valt dan weer onder het volgende jaar. De dotatie is voor twaalf
maanden berekend. Dat vormt geen probleem.
02.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Et je répète qu'il n'y a pas
de problème budgétaire. La
dotation a été calculée pour douze
mois.
02.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
neem akte van het feit dat er een akkoord is tussen het gewestelijk en
het federaal niveau. De hele zaak is deels uitgeklaard. U zegt als
minister eigenlijk formeel dat u tegenspreekt wat de werkgroep van
02.05 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Je prends acte du fait que
les niveaux de pouvoir régionaux
et fédéral ont conclu un accord.
09/01/2002
CRIV 50
COM 622
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
ambtenaren naar voren heeft gebracht.
Par conséquent, toute cette
problématique est en partie
éclaircie. En fait, vous contredites
catégoriquement ce qu'a dit le
groupe de travail de
fonctionnaires.
02.06 Minister Johan Vande Lanotte: Er was een akkoord van de
drie gewesten. Men kan natuurlijk altijd terugkomen op een akkoord.
Het ging om een voorbereidende werkgroep. De Ministerraad heeft
een akkoord gesloten met de drie gewesten. Nu moet dit nog
geformaliseerd worden. Er is echter wel een afspraak.
02.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le conseil des ministres
et les trois Régions avaient conclu
un accord sur lequel on peut
certes toujours revenir. En ce qui
me concerne, je considère qu'il ne
reste plus qu'à finaliser cet accord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "de samenstelling van de werkgroep
ontwikkelingssamenwerking" (nr. 5717)
03 Question de Mme Frieda Brepoels au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "la composition du groupe de travail pour la coopération au
développement" (n° 5717)
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, in het kader van het Lambermont-akkoord werd er
een beslissing genomen over de overheveling van de bevoegdheden
in verband met ontwikkelingssamenwerking. Weliswaar gebeurt dat
op iets langere termijn, namelijk vanaf 2004, maar de voorbereiding
ervan moet zoals voorzien in een bijzondere werkgroep tegen
31 december 2002 worden afgerond. Er moet een lijst worden
voorgesteld van aangelegenheden die betrekking hebben op die
bevoegdheden. Mijnheer de minister, ik heb enkele concrete vragen
ingediend omdat ik hier officieel nog niets over gehoord heb. Is de
werkgroep al opgericht? Zo ja, sedert wanneer? Wie maakt er deel
van uit? Wie heeft de leiding? Is de sector hier in eerste instantie bij
betrokken of zal dat op een later tijdstip gebeuren? Wat is de precieze
opdracht van de werkgroep? Onder welke ministeriële bevoegdheid
valt de werkgroep? Tot slot, als de werkgroep nog niet is opgericht,
wie zal dan het initiatief nemen en wanneer zal dat gebeuren?
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Certaines compétences dans le
domaine de la coopération au
développement seront transférées
à la suite des accords du
Lambermont. Un groupe de travail
spécifique devra achever la
préparation de cette opération
pour le 31 décembre 2002. Ce
groupe de travail a-t-il déjà été
constitué? Dans l'affirmative,
depuis quand? Qui en fait partie?
Qui le dirige? Le secteur a-t-il dès
le début été associé à cette
démarche ou le sera-t-il
ultérieurement? De quelles
missions précises ce groupe de
travail a-t-il été chargé? Si le
groupe de travail n'a pas encore
été constitué, qui en prendra
l'initiative et quand?
03.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
collega's, deze materie is besproken op de laatste Ministerraad van
het jaar 2001, op 21 december. Daar is de afspraak gemaakt dat de
twee ministers die verantwoordelijk zijn voor de institutionele
hervormingen, de heer Michel en ikzelf, in samenspraak met de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, een voorstel op
tafel zouden leggen. Dat zal volgende week vrijdag op de Ministerraad
gebeuren. Dit voorstel moet definitief de werkgroep samenstellen die
de voorbereiding van deze regionalisering moet uitwerken. Deze
werkgroep zal onder de leiding staan van de ministers die bevoegd
zijn voor institutionele hervormingen, dus de heer Michel en ikzelf,
03.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Ceci a déjà été discuté
lors du dernier Conseil des
ministres de l'an dernier. Il a alors
été convenu que M. Michel et moi-
même, en concertation avec le
secrétaire d'Etat à la coopération
au développement, ferions une
proposition. Ce sera chose faite
vendredi prochain lors du Conseil
des ministres. Le groupe de travail
CRIV 50
COM 622
09/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
zoals dat het geval is met alle werkgroepen die werken rond de
staatshervorming. De werkgroep heeft tot doel uit te voeren wat er in
het akkoord staat, met name die regionalisering voorbereiden, en met
de verschillende actoren ­ de mensen op het terrein ­ overleg plegen
zoals dat was afgesproken en beloofd. Dat we daar nu aan beginnen
heeft te maken met het feit dat we eerst de administratieve
overheveling van een aantal andere departementen, zoals Landbouw
en Binnenlandse Zaken, realiseren. Tegen eind december zullen we
een aantal doorbraken kunnen verwezenlijken. Ik weet dat dit
misschien verwonderlijk lijkt, maar als we zien hoe lang het bij andere
staatshervormingen heeft geduurd alvorens die overhevelingen
gebeurden ­ soms twee of drie jaar ­ stellen we toch vast dat wij
proberen om dit jaar zoveel mogelijk te doen. Dat is de reden waarom
we pas in januari beginnen. We hebben ook een iets ruimere
tijdsmarge en we zullen in de maand januari de eerste vergadering
van die werkgroep hebben. Dat is de bedoeling.
devrait être définitivement
constitué sur la base de cette
proposition. Comme il est d'usage,
ce groupe de travail tombe sous la
responsabilité ministérielle de M.
Michel et de moi-même. Ce
groupe a pour objectif de préparer
la régionalisation et de mener des
concertations avec les différents
acteurs sur le terrain. Notre
échéancier en la matière est lié au
transfert administratif au niveau de
l'Agriculture et de l'Intérieur, que
nous voulons réaliser d'abord.
Cela vous surprend peut-être mais
lors de précédentes réformes de
l'Etat, ce transfert a parfois duré
des années. Nous voulons qu'un
maximum soit réglé cette année.
C'est pourquoi le groupe de travail
entrera en piste en janvier afin de
disposer d'un délai suffisant.
03.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Kunt u al een tipje van de sluier
oplichten over de concrete samenstelling van de werkgroep?
03.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Pouvez-vous lever un coin du voile
concernant la composition de ce
groupe de travail?
03.04 Minister Johan Vande Lanotte: Dat zullen in hoofdzaak
mensen van de regio's en de federale overheid zijn.
03.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il sera essentiellement
composé de personnes issues des
Régions et des autorités fédérales.
03.05 Frieda Brepoels (VU&ID): U bedoelt de politieke
verantwoordelijken?
03.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Entendez-vous par là des
responsables politiques?
03.06 Minister Johan Vande Lanotte: Dat klopt. Het is een politieke
werkgroep en we zullen daarin mensen van het terrein uitnodigen. Het
is geen ambtelijke werkgroep zoals bij de overheveling van het
personeel. Het is een niveau waar er politiek moet worden
gediscussieerd.
03.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: C'est exact. Il s'agira d'un
groupe de travail politique auquel
seront associés des acteurs du
terrain. Il ne s'agit pas d'un groupe
de travail administratif comme
dans le cadre du transfert de
personnel. Les discussions
devront maintenant se dérouler au
niveau politique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De vragen nrs. 5765 en 6043 van de heer Yves Leterme worden naar een latere datum verschoven.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.32 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.32 heures.