KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 600
CRIV 50 COM 600
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
28-11-2001 28-11-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "het verloop
van de onderhandelingen met de kandidaat EU-
lidstaten" (nr. 5619)
1
- M. Guido Tastenhoye à la ministre adjointe au
ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture sur "le déroulement des négociations
avec les pays candidats à l'adhésion à l'UE"
(n° 5619)
1
- de heer Jef Valkeniers aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "het proces van
uitbreiding van de Europese Unie" (nr. 5833)
1
- M. Jef Valkeniers à la ministre adjointe au
ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture sur "le processus d'élargissement de
l'Union européenne" (n° 5833)
1
Sprekers: Guido Tastenhoye, Annemie
Neyts, minister toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken, Jef Valkeniers
Orateurs: Guido Tastenhoye, Annemie
Neyts, ministre adjointe au ministre des
Affaires étrangères, Jef Valkeniers
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"persberichten als zou de Antwerpse
diamantsector iets te maken hebben met de
financiering van Al Qaeda, het terroristische
netwerk van Osama Bin Laden" (nr. 5643)
9
Question de M. Gerolf Annemans à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture sur "certains
communiqués de presse selon lesquels le secteur
diamantaire anversois serait compromis dans le
financement d'Al Qaeda, le réseau terroriste
d'Osama Ben Laden" (n° 5643)
9
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"de opvolging van het Kimberley-proces"
(nr. 5773)
11
Question de Mme Leen Laenens à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture sur "le suivi du processus
de Kimberley" (n° 5773)
11
Sprekers: Leen Laenens, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "een eventuele
actie van het Belgisch Voorzitterschap in verband
met de prijsschommelingen in de internationale
koffiemarkt" (nr. 5647)
15
Question de M. Ferdy Willems à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture sur "une éventuelle
initiative de la présidence belge concernant les
fluctuations de prix sur le marché international du
café" (n° 5647)
15
Sprekers: Ferdy Willems, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"het nieuwe rapport betreffende de plundering van
Congo, voorgelegd aan de UNO-Veiligheidsraad"
(nr. 1005)
18
Interpellation de M. Ferdy Willems à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture sur "le nouveau rapport
concernant le pillage du Congo qui a été soumis
au Conseil de sécurité de l'ONU" (n° 1005)
18
Sprekers: Ferdy Willems, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, Leen Laenens
Orateurs: Ferdy Willems, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères, Leen Laenens
Moties
25
Motions
25
Sprekers: Ferdy Willems, Jean-Marc Delizée
Orateurs: Ferdy Willems, Jean-Marc Delizée
Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de 27
Question de Mme Claudine Drion à la ministre 27
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, over
"de besluiten en de gevolgen van de vierde
ministeriële conferentie van de WHO in Qatar"
(nr. 5832)
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture sur "les conclusions et les
suites de la quatrième Conférence Ministérielle de
l'OMC au Quatar" (n° 5832)
Sprekers: Claudine Drion, Annemie Neyts,
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Claudine Drion, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
28
NOVEMBER
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
28
NOVEMBRE
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.48 uur door de heer Jacques Lefevre, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.48 heures par M. Jacques Lefevre, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken,
belast met Landbouw over "het verloop van de onderhandelingen met de kandidaat EU-lidstaten"
(nr. 5619)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast
met Landbouw over "het proces van uitbreiding van de Europese Unie" (nr. 5833)
01 Questions jointes de
- M. Guido Tastenhoye à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture sur "le déroulement des négociations avec les pays candidats à l'adhésion à l'UE"
(n° 5619)
- M. Jef Valkeniers à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l'Agriculture
sur "le processus d'élargissement de l'Union européenne" (n° 5833)
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister,
voorafgaandelijk verheug ik mij erover dat u na al uw reizen nog eens
in het land bent. U hebt trouwens in het kader van de uitbreiding van
de Europese Unie, het onderwerp van mijn vraag, heel wat door
Europa gereisd. Daarom denk ik dat ik met mijn vraag bij u aan het
juiste adres ben.
Volgens mij zijn we allemaal grote voorstanders van de uitbreiding
van de Europese Unie naar Oost-Europa. Toch moeten we enige
voorzichtigheid in acht nemen en mogen we zeker niet overhaast te
werk gaan. Dat zou immers tot gevolg kunnen hebben dat de publieke
opinie zich tegen de uitbreiding begint te verzetten. Ik verwijs in dat
verband naar de eurobarometer, die u zeker kent. Het is een
zesmaandelijks onderzoek, dat wordt uitgevoerd in opdracht van de
Europese Unie. Telkens opnieuw wordt daarin vastgesteld dat minder
dan de helft van de bevolking gewonnen is voor een uitbreiding naar
Oost-Europa. In België ligt het percentage op 40%. Ik denk dat er
zowel voor u als voor de parlementsleden nog heel wat werk aan de
winkel is om de bevolking ervan te overtuigen dat het een goede zaak
is om sommige Oost-Europese landen tot de Europese Unie toe te
laten.
In ieder geval zijn er met betrekking tot de uitbreiding toch een aantal
problemen die de regering volgens mij ietwat onderschat. Midden
deze maand nog heeft de EU-commissaris voor Uitbreiding, de heer
Günter Verheugen, een uitbreidingsrapport uitgebracht. Welnu,
01.01 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Nous sommes
partisans d'un élargissement de la
Communauté européenne mais,
en ce qui concerne les pays
d'Europe de l'Est il faut éviter de
verser dans la précipitation.
L'opinion publique n'est pas
encore totalement convaincue de
l'opportunité de l'élargissement.
Une méthode de travail en deux
ou trois phases nous semble
indiquée. Des pays tels que la
Slovénie, la Hongrie, la Pologne,
Chypre etc. peuvent, à mon avis,
rejoindre l'UE dans une première
phase mais avec des pays tels
que la Roumanie et la Bulgarie, la
prudence s'impose. C'est surtout
la libre circulation des personnes
au départ de ces pays qui
préoccupe l'opinion publique. On
peut penser à l'arrivée éventuelle
de prostituées d'Europe de l'Est ou
à l'acquisition massive de terrains
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
volgens mij loopt hij te hard van stapel. Zo stelt hij voor om op korte
termijn acht tot tien landen aan te duiden, zodat de bevolking ervan
reeds in 2004 zou kunnen deelnemen aan de Europese verkiezingen,
waarna de landen zouden kunnen toetreden. Dat gaat me toch een
beetje te snel.
Mij lijkt het beter om in twee of in drie fasen te werken. In een eerste
fase kunnen de landen toetreden, waarvan we werkelijk overtuigd zijn
dat ze ofwel helemaal, ofwel in grote mate klaar zijn. Ik denk hierbij
aan Slovenië, Hongarije, Polen, Malta en Cyprus. Die landen zijn
geschikte kandidaten om onmiddellijk in de eerste fase te worden
toegelaten. Tegenover landen zoals Roemenië en Bulgarije, moeten
we echter een voorzichtigere houding aannemen. Een aantal
problemen, zoals in verband met het vrije verkeer en de vrije vestiging
van personen, verdient opheldering, want anders keert de publieke
opinie zich af van het uitbreidingsproces. Ook in Duitsland en
Oostenrijk, die grenzen aan Oost-Europa, leeft die problematiek heel
sterk.
Om te illustreren wat ik bedoel, vertel ik u een kleine anekdote.
Toevallig vernam ik dat het Europees Hof van Justitie op 20
november jongstleden een merkwaardig arrest heeft geveld over
Oost-Europese prostituees in Nederland. Het Hof stelde dat prostitutie
een economische activiteit is, die moet kunnen leiden tot een verblijfs-
en werkvergunning. Hoe verkoopt u zoiets aan de bevolking? Als ik
wil, kan ik naar de pers gaan met het verhaal "dat de Oost-Europese
hoeren in aantocht zijn". Ik maak er nu een karikatuur van. Kortom,
we moeten de uitbreiding toch enigszins in goede banen leiden,
mevrouw de minister.
Zo zijn er in verband met het vrij verkeer van personen met Polen
problemen, omdat het land weigert tijdelijk beperkende maatregelen
te aanvaarden. Terwijl wij vrezen overspoeld te worden door
goedkope werkkrachten, zijn zij er beducht voor dat wij massaal hun
gronden zullen opkopen, waardoor de grondprijzen ginder de pan uit
rijzen en de Polen zelf geen grond meer zullen kunnen aankopen.
Mevrouw de minister, ik breng hier een zeer belangrijk thema te berde
dat ons allen raakt. Vandaar mijn vragen die ik u reeds een tijd
geleden heb bezorgd. Ten eerste, kunt u een stand van zaken geven
over de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten?
Ten tweede, kunt u voor elk land afzonderlijk de resultaten en de
knelpunten aangeven?
Ten derde, wat is het tijdsschema en de werkwijze met betrekking tot
de EU-uitbreiding?
et de biens immobiliers en Europe
de l'Est, par de riches
Occidentaux.
La ministre pourrait-elle nous
donner un aperçu général de
l'évolution des négociations avec
les candidats membres?La
ministre pourrait-elle pour chaque
pays séparément nous informer
des résultats et des pierres
d'achoppement au niveau de ces
négociations?Dans le cadre de
l'élargissement, la ministre
pourrait-elle nous communiquer le
calendrier futur et la méthode de
travail utilisée, notamment dans la
perspective du sommet de
Laeken?
01.02 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, dames en
heren, voorafgaandelijk verontschuldig ik mij ervoor dat ik hier niet om
halfdrie aanwezig was.
Dat is te wijten aan het feit dat ik in het Europees Parlement een
zogenaamde triloog had met de voorzitter van het Europees
Parlement en van de Europese Commissie over onder meer de
problemen die we nog trachten op te lossen voor het voorzitterschap.
Ik ben zo snel als ik kon gekomen en verontschuldig mij voor de
vertraging.
01.02 Annemie Neyts, ministre:
La libre circulation des personnes
au sein des Etats membres est un
problème important. L'UE a adopté
une position commune qui stipule
que les candidats membres
devront respecter une période
transitoire de sept ans. Les deux
premières années ne prévoient
pas l'application de la libre
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Bovendien moet ik u meedelen dat ik om 16.30 uur opnieuw verwacht
word in het Europees Parlement voor een persconferentie in verband
met de situatie van de vrouwen in Afghanistan. U zult waarschijnlijk
begrijpen dat ik daar graag bij aanwezig wil zijn. Ik zal alleszins
trachten te antwoorden op alle vragen binnen dat tijdsbestek. Blijven
we tot de essentie, dan moet dat zeker lukken.
Aan de heer Tastenhoye laat ik opmerken dat hij het hoofdzakelijk
had over de gevoeligheden van de bevolking van de lidstaten en de
kandidaat-lidstaten in verband met het vrije verkeer van personen en
van goederen en kapitaal. Ik herinner hem eraan dat er op het einde
van het Zweedse voorzitterschap een gemeenschappelijk standpunt
werd verwoord, een zogenaamd Disappeared Draft Common
Position, over het vrije verkeer. Daarin leggen de lidstaten aan de
kandidaat-lidstaten een overgangsperiode van maximaal 7 jaar op. De
eerste twee jaar van die periode is er in beginsel geen vrij verkeer. Ik
bedoel hiermee dat alle regels in verband met visum,
arbeidsvergunning en verblijfsvergunning onverkort gehandhaafd
blijven. Die termijn kan worden verlengd met drie jaar en nadien nog
eens met 2 jaar.
Er zijn een aantal lidstaten, bijvoorbeeld Finland, die van die
beperkingen geen gebruik willen maken. Het gaat hier niet over
landen die fungeren als immigratielanden. België heeft zich tot nu toe
aangesloten bij het gemeenschappelijk standpunt dat voorziet in een
overgangsperiode van eerst 2 jaar, daarna 3 jaar en nog eens 2 jaar,
wat in totaal 7 jaar maakt.
Het Belgisch voorzitterschap heeft, om de hele regeling aanvaardbaar
te maken bij de kandidaat-lidstaten, verduidelijkt dat ze wederzijds is.
Niet alleen lidstaten zullen dus gedurende 2 jaar, 3 jaar en nadien 2
jaar beperkingen aan inwoners van de kandidaat-lidstaten kunnen
opleggen. Ook de kandidaat-lidstaten zullen, indien zij dat nuttig
vinden, gelijkaardige beperkende maatregelen kunnen nemen
gedurende een periode van 2 jaar, 3 jaar en nog eens 2 jaar ten
aanzien van de burgers uit de lidstaten.
Op het eerste gezicht lijkt dat een doekje voor het bloeden te zijn. Dat
is niet zo. U hebt er trouwens zelf op gewezen dat een aantal
kandidaat-lidstaten vreest vooral hooggeschoolde burgers te verliezen
aan de huidige lidstaten en omgekeerd. De huidige en de toekomstige
lidstaten van de Unie zullen het vrije personenverkeer gedurende
zeven jaar kunnen beperken. Die maatregel werd vooral ingevoerd op
instigatie van Duitsland en Oostenrijk, omdat die twee landen vrezen -
sociologische en economische onderzoeken tonen aan dat die vrees
niet onterecht is - dat in de delen van die landen grenzend aan
kandidaat-lidstaten, de minst gekwalificeerden van hun actieve
bevolking wel eens uit de arbeidsmarkt zouden kunnen worden
verdreven door de instroom van hoger gekwalificeerde en jongere
werkzoekenden uit de kandidaat-lidstaten.
De Raad Algemene Zaken heeft in juli 2001 het Belgische
voorzitterschap een werkprogramma opgelegd, op basis waarvan de
onderhandelingen tot de uitbreiding van de Europese Unie dienen te
worden gevoerd. Wij zitten volledig op schema, wat wil zeggen dat er
hard wordt gewerkt en dat het scenario voor de toetreding of het
vooruitgangsschema door ons ook worldmap genoemd ,
circulation. Cette période peut être
prolongée de trois ans et ensuite
encore de deux ans. Cela vaut
pour tous les Etats membres.
Certains pays, comme la Finlande,
ne souhaitent pas appliquer cette
mesure, mais la Belgique a décidé
de suivre la position commune
adoptée par l'UE.
Les candidats membres peuvent
donc également adopter de telles
mesures vis-à-vis des Etats
membres. Un certain nombre de
candidats membres craignent, en
effet, une fuite des cerveaux vers
les Etats membres. Des pays
comme l'Allemagne et l'Autriche
ont également demandé des
restrictions à la libre circulation
des personnes, étant donné qu'un
afflux de jeunes immigrés qualifiés
risque de chasser du marché du
travail les travailleurs autochtones
peu qualifiés.
En ce qui concerne les
négociations d'adhésion, le
calendrier prévu est respecté. Les
événements du 11 septembre ont
renforcé la dynamique. Depuis
lors, la coopération internationale
est encore davantage de mise.
Le 27 juillet et le 26 octobre de
cette année, deux conférences ont
été organisées au niveau des
suppléants et une troisième aura
lieu aujourd'hui ou demain.
Les travaux consistent en
l'examen de chapitres consacrés à
des matières spécifiques, par
exemple les douanes, la politique
scientifique, les transports, etc.
Sur les 360 chapitres, il y a 331
chapitres pour lesquels la
discussion a été ouverte et elle est
même terminée pour 217 d'entre
eux.
Les 11 et 13 septembre se
déroulera une autre conférence
ministérielle. A ce niveau, la
discussion de sept chapitres est
terminée avec tous les candidats
membres. Chaque chapitre, il y en
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
opgenomen in de besluiten van Nice en Göteborg, strikt wordt
gevolgd. Er is bijgevolg geen sprake van enige vertraging. De
tragische gebeurtenissen van 11 september hebben de dynamiek
alleen maar versterkt en zeker niet verzwakt, omdat iedereen
aanvoelt dat het antwoord op de aanslagen in New York zeker niet
minder, maar meer internationale samenwerking beduidt.
Zuiver kwantitatief gezien nadien geef ik een kwalitatieve
benadering werden er op 27 juli ons voorzitterschap is begonnen
op 1 juli en op 26 oktober twee conferenties belegd met de
kandidaat-lidstaten, op het niveau van de plaatsvervangers. Vandaag
of morgen is er nog een derde conferentie op het niveau van de
plaatsvervangers gepland.
Er zijn vijfentwintig hoofdstukken behandeld en de bespreking van
dertien hoofdstukken is voorlopig gesloten. Met Bulgarije werden de
hoofdstukken Telecommunicatie en Vrij Verkeer van Kapitaal
afgehandeld. Dat laatste heeft betrekking op de banksector en op de
regulering van de financiële markt, de beurs en zo verder. Met Cyprus
hebben wij voorlopig de bespreking van het hoofdstuk Leefmilieu
gesloten. Met Tsjechië werden de hoofdstukken Vrij Verkeer van
Personen de verduidelijking die ik u hierover heb gegeven, was zeer
belangrijk, want zonder zouden de onderhandelingen vastgelopen zijn
en Belastingcontrole gesloten. Met Letland hebben wij de
belangrijke hoofdstukken Visserij en Douane-unie afgewerkt. Met
Malta werd het hoofdstuk Transport, dat moeilijk lag, afgewerkt. Met
Polen werden de besprekingen van de hoofdstukken Leefmilieu en
Energie beëindigd, hoewel de wisseling van de meerderheid na de
zopas gehouden verkiezingen het werk niet heeft vergemakkelijkt.
Met Roemenië werd het hoofdstuk Consumentenzaken afgehandeld.
Daarbij zijn we ook uit een aantal kwesties in verband met
productkwaliteit geraakt. Met Slovenië hebben we de bespreking van
het hoofdstuk over de douane-unie afgerond en met Slowakije het
hoofdstuk Energie, dat ook het deel over de nucleaire energie omvat,
wat zeer belangrijk is.
De Europese Unie heeft, met andere woorden, tot op vandaag de
bespreking van 331 van de 360 hoofdstukken geopend. Van die 331
zijn er bovendien 217 hoofdstukken waarvan de bespreking voorlopig
is beëindigd. Ik hoef u niet eraan te herinneren dat het acquis
communautaire in 31 hoofdstukken is beschreven, die met de 12
lidstaten waarmee wij uitbreidingsonderhandelingen zijn gestart,
moeten worden besproken.
Vandaag of morgen komen de afgevaardigden van al die landen,
lidstaten en kandidaat-lidstaten, opnieuw bijeen op niveau van de
plaatsvervangers. Dat wil zeggen dat er wordt onderhandeld op het
niveau van de diplomaten en niet zozeer op ministerieel niveau. In
ieder geval is er nog een ministeriële conferentie op 11 en
12 december gepland om zoveel mogelijk vooruitgang te maken met
de onderhandelingen.
Hoe zijn we nu te werk gegaan? In de maand juli van dit jaar werden
er tijdens de vergadering met de plaatsvervangers 3
basisdocumenten besproken, mededinging, concurrentie inclusief de
visserij en het Schengen-gedeelte. Schengen slaat op het vrij verkeer
van personen, de uitreiking van visa en dergelijke.
a plus de 30, doit être examiné
avec chaque candidat membre
individuellement. On en arrive
donc ainsi à un total de 360
chapitres.
Le 26 octobre, nous avons établi
un tableau récapitulatif qui est à la
disposition de chacun. Ce tableau
donne une image précise de la
situation dans chaque pays. Un
grand nombre de candidats
membres progresse rapidement et
pourra participer aux élections
européennes de juin 2004.
L'aspect qualitatif est lié à
l'exécution de la loi. En effet, la
phase des dossiers faciles est
terminée, le moment de vérité
approche.
Le dossier Schengen a pu être
finalisé, début novembre, un
dossier particulièrement important
pour notre population et pour les
candidats membres.
Dans le chapitre agricole, nous
avons procédé à la deuxième
lecture des aspects vétérinaire et
phytosanitaire. Nous comptons
aussi conclure ce chapitre avant
que l'Espagne ne reprenne le
flambeau.
Nous multiplions encore nos
efforts pour clôturer le chapitre
fiscal, en particulier en matière
d'accises sur les cigarettes et de
réduction des taux de TVA.
En matière de transports, des
problèmes sont survenus avec
l'Autriche et quelques candidats
membres. L'adaptation des poids
lourds aux normes
environnementales européennes
pose problème à la majorité des
candidats membres.
En ce qui concerne le volet
agricole, une position commune
doit encore être trouvée à propos
des questions vétérinaires et
phytosanitaires. La présidence
espagnole se chargera de
l'agriculture à proprement
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
In september kon de laatste hand worden gelegd aan het Schengen-
document waarbij ook een EU-standpunt is ingenomen op het vlak
van veterinaire en fytosanitaire vraagstukken, alles wat dus te maken
heeft met dierengezondheid en -welzijn en planten en gezondheid. Wij
zijn daarvoor uitgegaan van een basisdocument van mei 2001,
betreffende de voedselveiligheid.
We hebben het hoofdstuk Sociaal Beleid met Bulgarije geopend en
met Roemenië hetzelfde hoofdstuk en het hoofdstuk Fiscaliteit. Dat
brengt het aantal geopende hoofdstukken met kandidaat-lidstaten,
onder Belgisch voorzitterschap, op een totaal van 17. De afronding
van het hoofdstuk Consumentenzaken met Roemenië brengt het
aantal voorlopig gesloten hoofdstukken, met alle kandidaat-lidstaten,
op 7.
Ik heb een overzicht van de standpunten van de kandidaat-lidstaten
van 26 oktober. Wij zullen de tabel aan de voorzitter bezorgen. Die
tabel geeft een duidelijk beeld van de voortgang per land. U kunt die
tabel beschouwen als een foto van de situatie op een bepaalde dag.
Wat we puur kwantitatief kunnen zeggen, is dat een meerderheid van
de kandidaat-lidstaten met het tempo waarin de hoofdstukken worden
besproken, uitzicht heeft gekregen op de verwezenlijking van hun
doel. Als die trend zich zo doorzet in 2002, dan zullen we de
uitbreidingsonderhandelingen over het acquis communautaire met
een significant aantal kandidaat-lidstaten tegen het einde van volgend
jaar kunnen afronden. De kandidaat-lidstaten kunnen zich dan
klaarmaken voor de deelname aan de Europese verkiezingen van
juni 2004. In de tussentijd moeten we natuurlijk wel nog het
toetredingsverdrag op punt stellen.
U vroeg naar het aantal van de hoofdstukken die respectievelijk
geopend en voorlopig gesloten zijn. Dat is een puur kwantitatieve
benadering. Daarnaast is er ook het kwalitatieve aspect, dat natuurlijk
alles te maken heeft met de tenuitvoerlegging. Het is een zaak om de
wetgeving aan te passen, het is een andere zaak om ervoor te zorgen
dat de wetgeving in de feiten wordt omgezet.
Ik wil er uw aandacht op vestigen dat gelet op het feit dat we ons in
de laatste rechte lijn bevinden voor de toetreding de fase van de
gemakkelijke dossiers voorbij is. Elk dossier is nu moeilijk, zowel voor
de kandidaat-lidstaten als voor ons. Het moment van de waarheid
nadert en in deze situatie kunnen we niet meer spreken over
gemakkelijke dossiers. We zijn wel erg blij dat we begin november
2001 het Schengendossier hebben kunnen afhandelen, samen met
de dossiers over justitie en binnenlandse zaken. Dat zijn toch
essentiële dossiers die onze bevolking erg interesseren. De bevolking
wil immers graag weten of in de kandidaat-lidstaten een niveau van
rechtszekerheid en van eerbied voor de wetten en de reglementen
bestaat, vergelijkbaar met onze wetten. Wij moeten daar eerlijk in zijn.
We moeten van de kandidaat-lidstaten niet een meer angstvallig
respect voor de wetten vragen dan onze eigen bevolking opbrengt,
maar wel iets vergelijkbaars. Wat dat betreft, gaat het in de goede
richting. Wij hopen dus dat we er nog in zullen slagen dit hoofdstuk te
sluiten met drie van de vier kandidaat-lidstaten.
Wat het hoofdstuk landbouw betreft ook een belangrijk hoofdstuk
is er een tweede lezing geweest van de veterinaire en de fytosanitaire
parler.Sur le plan de la libre
circulation des personnes et des
biens, il a été clairement établi que
les mesures avaient un caractère
réciproque. Ceci a permis un
assouplissement des positions.
La concurrence et la compétitivité
posent également problème. Ces
pays ne sont pas familiarisés avec
la notion de concurrence loyale.
En matière de justice et d'affaires
intérieures, l'évolution est positive.
Le travail progresse tant sur le
plan qualitatif que quantitatif. Plus
la date d'adhésion approche, plus
la pression pour s'adapter aux
normes européennes augmente.
Une fois que les candidats seront
devenus membres à part entière,
ils voudront plus que jamais égaler
nos critères qualitatifs. L'adhésion
accentuera la pression sur la mise
en oeuvre des mesures.
Tous les pays candidats à
l'adhésion avec lesquels nous
négocions pourront être membres
de l'Union à part entière dès 2004,
à l'exception de la Roumanie et de
la Bulgarie, qui ne sont pas encore
suffisamment loin dans le
processus. D'ailleurs, ni la
Bulgarie ni la Roumanie ne
demandent que celui-ci soit
accéléré. Leur souhait est de clore
les négociations en 2004 et de
n'adhérer qu'en 2006. La
Roumanie redouble d'efforts pour
rattraper son retard, et il en est de
même pour la Bulgarie.
A ce jour, dix pays sont donc prêts
à clore les négociations, dès 2002,
et ils pourront donc faire partie de
l'Union, dès 2004.
M. Tastenhoye parle de l'opinion
publique. Selon moi, le
scepticisme ambiant n'est dû qu'à
une méconnaissance du problème
et à l'absence d'informations sur
l'état d'avancement des
négociations. Ceci est de nature à
engendrer des doutes parmi la
population. Le dossier est
complexe. Avec le temps et les
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
aspecten van de landen waarmee de onderhandelingen aanvankelijk
gestart zijn. U herinnert zich vast die eerste groep van landen. Wij
hopen dat tegen het eind van het Belgisch voorzitterschap een
voldoende uitgeklaard ontwerp van gemeenschappelijk standpunt op
papier zal staan, vooraleer Spanje de fakkel van ons overneemt.
Wij zijn nog hard aan het werk om een maximum aan resultaten te
boeken voor de Top van Laken begint. Wij werken onder meer aan
een aantal hoofdstukken. Wat de belastingheffing betreft, heeft de
voorzitter van de commissie een aantal voorstellen geformuleerd die
nu bestudeerd worden. De knelpunten daarbij zijn de accijnzen op
sigaretten en de verlaagde BTW-tarieven voor bepaalde goederen en
diensten. In de meeste kandidaat-lidstaten is het belastingpercentage
op sigaretten en op andere tabaksproducten veel lager dan in de
lidstaten van de Europese Unie. Die percentages moeten natuurlijk op
peil worden gebracht. De kandidaat-lidstaten vrezen wel een
negatieve reactie van hun bevolking, wanneer de aanpassing te
bruusk gebeurt. Zij vragen daarom enig begrip voor een bepaalde
overgangsperiode. Voor de verlaagde BTW-tarieven geldt hetzelfde.
Er zijn producten waarvoor in de kandidaat-lidstaten geen of een zeer
laag BTW-tarief bestaat. Volgens het 'acquis communautaire' moet
dat tarief verhoogd worden. De kandidaat-lidstaten vragen dat we
begrip tonen en willen een overgangsperiode krijgen. Dan zijn er weer
lidstaten die vrezen dat dit alles leidt tot allerlei vormen van
onreglementaire invoer van producten die aangekocht worden in de
nieuwe lidstaten tegen lagere BTW-tarieven, en dergelijke meer.
Wat het vervoer betreft, zijn er nog altijd problemen voor bepaalde
lidstaten ik denk zeker aan Oostenrijk, maar niet alleen aan
Oostenrijk en ook voor bepaalde kandidaat-lidstaten. Zij vrezen dat,
wanneer ze hun vrachtwagens op een korte tijd moeten aanpassen
aan de bij ons geldende milieunormen, er teveel bedrijven over de
kop zullen gaan. Bij andere lidstaten bestaat precies de omgekeerde
vrees. Dat moeten we dus nog uitklaren.
Wat landbouw betreft is het de taak van de lidstaten om een
gemeenschappelijk standpunt te ontwikkelen op fytosanitair en
veterinair vlak. Dat zal wel lukken, maar inzake landbouw als
dusdanig behoort de verantwoordelijkheid tot het Spaans
voorzitterschap.
Ik had het reeds over het vrij verkeer van personen en kapitaal. Op
dat vlak werd vooruitgang geboekt dankzij de verduidelijking dat het
wel te verstaan is dat zulks in de twee richtingen geldt.
Inzake het vennootschapsrecht maken wij grote vorderingen, maar de
onderwerpen mededingen en competitie liggen wat moeilijker.
Immers, gezien het economisch regime van deze landen vooraleer de
uitbreidingsonderhandelingen van start gingen, begrijpt u wellicht dat
zij niet onmiddellijk vertrouwd waren met begrippen zoals gelijk
speelveld, eerlijke mededingen, speciale onafhankelijke overheden
die toezien op de naleving van eerlijke mededinging en dergelijke.
Op het vlak van justitie en binnenlandse zaken evolueren wij goed.
De zaken gaan bijgevolg goed vooruit, zowel kwantitatief als
kwalitatief. Sommige lidstaten zijn van oordeel dat de kwalitatieve
vooruitgang onvoldoende is, maar ik heb daarover een andere
informations qui ne manqueront
d'être diffusées sur le sujet, les
derniers doutes seront dissipés.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
mening. Immers, hoe dichter de kandidaat-lidstaten bij de lidstaten
komen, hoe groter de psychologische en economische druk is om
zich aan te passen aan onze normen. Eens zij lid worden, zal die druk
trouwens nog veel groter zijn dan tijdens om het even welke fase van
voorbereidende onderhandelingen. Niet omdat ik een onverbeterlijke
optimist ben, maar omdat ik weet hoe dergelijke zaken evolueren,
maak ik mij minder zorgen over het niveau van de tenuitvoerlegging
dan sommige andere lidstaten. Ik meen dat de kandidaat-lidstaten,
zodra zij lidstaten worden, hun uiterste best zullen doen om de
gangbare normen inzake kwaliteit zo snel mogelijk te evenaren. Dit is
een kwestie van nationale trots en van coöperatieve voordelen en
nadelen. Ik ben niet van oordeel dat toetreding tot de Europese Unie
de druk op de tenuitvoerlegging zal verminderen. Ik behoor tot
degenen die menen dat de toetreding de druk op de implementatie zal
verhogen. Dat was trouwens ook het geval met al de vorige
uitbreidingen en er is bijgevolg geen enkele reden om te vrezen dat
het ditmaal anders zal zijn.
Ik kom thans tot de huidige situatie. Het rapport dat de commissie
voorlegde aan de Raad Algemene Zaken en dat in Laken zal worden
besproken, duidt aan dat wij inzake de toetredingsonderhandelingen
een kritische massa bereikten van een tiental kandidaat-lidstaten. Als
iedereen tegen hetzelfde ritme blijft werken, zal men eind van volgend
jaar zeker in staat zijn de onderhandelingen af te ronden en aan te
vangen met de bespreking van de toetredingsverdragen. Tegen 2004
kunnen de kandidaat-lidstaten aldus volwaardig lid zijn en deelnemen
aan de Europese verkiezingen.
Het gaat om alle kandidaat-lidstaten, behalve Roemenië en Bulgarije.
Deze landen zijn inderdaad niet even ver gevorderd. Momenteel
vragen deze landen ook niets, althans niet tijdens mijn aanwezigheid,
hoewel ik hun hoofdsteden de voorbije maanden vaak heb
aangedaan. Zij houden er volgend tijdsperspectief op na: afronding
van de besprekingen tegen 2004 en toetreding in 2006.
Zij vragen niet eerder te mogen toetreden, want ze zijn er niet klaar
voor. In Roemenië is veel tijd verloren gegaan. Nu is daar een ploeg
hard aan het werk. Zij doet haar uiterste best om de achterstand in te
halen. Er is echter nog veel werk voor de boeg, ook in Bulgarije. Dat is
de situatie waarmee we worden geconfronteerd. Er zijn tien landen
die voldoende vooruitgang hebben gemaakt om zich voor te bereiden
op het afronden van de onderhandelingen tegen einde 2002, en om
volwaardig lid te worden in de loop van 2004.
Mijnheer Tastenhoye, u hebt verwezen naar de publieke opinie, en die
is correct. U mag dit aan mijn onverwoestbaar optimisme
toeschrijven, maar ik denk dat het scepticisme om niet te zeggen de
lichte weigerachtigheid van de publieke opinie in grote mate aan
een gebrek aan vertrouwdheid met de problematiek te wijten is. We
hebben ook veel te weinig informatie gegeven over hoe deze
onderhandelingen verlopen. Iemand die daarover niet goed is
geïnformeerd en waarom zou men goed geïnformeerd zijn als men
u daarover niets zegt hoort al tien jaar dat men het zal doen, alleen
nu nog niet. Ik kan me voorstellen dat zo iemand denkt dat de
politieke en maatschappelijke leiders van de lidstaten zelf nog niet tot
een definitief oordeel zijn gekomen. Die twijfel zal gemakkelijk leiden
tot twijfel bij de publieke opinie. Er is ook het aspect van het
onbekende. Er wordt veel te weinig uitleg gegeven over wat de
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
onderhandelingen inhouden, over het acquis communautaire. Het
gaat om 88.800 bladzijden met wetten en reglementen, dat is niet
niets. Er is ook het probleem van de implementatie en het feit dat de
Commissie onderhandelt en de hoofdstukken indeelt. Daarom maak
ik me daarover niet te veel zorgen, evenwel niet omdat ik geen belang
hecht aan de publieke opinie. Naarmate het vertrouwen groeit, zal een
groot stuk van de weigerachtigheid kunnen worden opgevangen.
01.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u hartelijk voor uw zeer uitvoerige
toelichting. Ik ben mij bewust van het gigantische werk dat hier moet
worden gepresteerd. Het verheugt mij dat de maximale periode van
zeven jaar voor vrij verkeer van personen en vrije vestiging een
verworvenheid is. Dat neemt toch heel wat onrust bij de bevolking
weg.
Wij hebben er nog niet over gesproken, maar ook de buitengrenzen
kunnen voor onrust zorgen. Gezien de enorme oppervlakte van
Europa en de Oost-Europese landen, worden onze Europese
buitengrenzen veel groter. Als u bevestigt dat er in een eerste fase al
tien landen bijkomen, zal men zeer snel moeten zijn met de oprichting
van een Europese grenspolitie.
Wij weten dat u een groot optimisme uitstraalt, maar ik zou er toch
meer voor pleiten om in een eerste fase, in 2004, die landen erbij te
nemen waarvan men zeker is dat de toetreding zal lukken. Ik denk
dan aan landen als Tsjechië, Hongarije, Malta en Slovenië. Bij die
landen is men zeker van een probleemloze overgang. Men kan dan
aan de publieke opinie tonen dat een dergelijke operatie kan slagen.
Wanneer u nu plots een vlucht vooruit maakt door in één fase de
Europese Unie met tien landen uit te breiden, leidt dat tot wrijvingen
en zelfs blokkeringen omdat de mechanismen en systemen nog
onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. Zou u er niet beter aan doen
om te starten met een eerste groep landen waarvan men zeker is?
01.03 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Les
négociations relatives à l'adhésion
représentent un travail de titan. Je
me réjouis d'apprendre que la
période de 7 ans maximum
concernant la libre circulation des
personnes et des biens constitue
un acquis. Cela apaisera
certainement l'inquiétude de la
population.
Un autre problème concerne les
frontières extérieures dont la
longueur s'allongera sensiblement
si, dans une première phase, une
dizaine de pays rejoignent l'Union.
Je plaide pour un élargissement
de moindre ampleur, dans un
premier temps, avec des pays ne
posant aucun problème. Cela
permettra d'améliorer la confiance
de l'opinion publique. Une
procédure d'élargissement
englobant 10 pays risque d'aboutir
à toute une série d'obstructions et
de situations spéciales.
01.04 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, in de loop van
het afgelopen jaar heb ik alle hoofdsteden van de kandidaat-lidstaten
minstens twee keer bezocht voor bilaterale besprekingen. Sommige
heb ik zelfs drie of vier keer bezocht. Ik heb dus een bepaalde
vertrouwdheid met de manier waarop de politieke milieus, regeringen
en parlementen van de kandidaat-lidstaten aankijken tegen de
situatie. Ik kan u verzekeren dat de landen die een toekomstige
buitengrens van de Unie hebben, zich ten volle bewust zijn van het
probleem. Verder zijn zij zich ook ten volle bewust van hun
verantwoordelijkheid en werken zij hard om ervoor te zorgen dat hun
buitengrenzen het door Schengen verwachte niveau bereiken. Ik werk
daar overigens niet alleen aan. De minister van Binnenlandse Zaken,
minister Duquesne, is in al deze landen op bezoek gegaan. Er is
constante samenwerking om ervoor te zorgen dat het systeem
beantwoordt aan onze bezorgdheden.
Daarbij komt nog dat die landen zelf het klinkt wat cynisch, maar ik
wil het u toch meedelen geen enkel belang hebben bij het niet goed
inrichten van hun buitengrenzen. Die landen staan immers zelf onder
een verhoogde immigratiedruk van de aangrenzende staten die geen
kandidaat voor de Europese Unie zijn. Het is erg om te zeggen, maar
als zij willen voorkomen dat zij zelf overspoeld worden, bijvoorbeeld
01.04 Annemie Neyts, ministre:
Au cours de ces derniers mois, je
me suis rendue dans tous les pays
candidats. Tous les pays
possédant une "frontière
extérieure" comprennent que cela
entraîne des responsabilités
supplémentaires sur le plan des
dispositions des accords de
Schengen. Ces pays ont
conscience du fait qu'ils devront
tout particulièrement surveiller
leurs frontières extérieures. Les
Polonais savent, par exemple,
qu'une pression migratoire
s'exerce sur leur frontière
orientale.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
door echte of vermeende Tsjetsjenen of Afghanen, moeten zij ervoor
zorgen dat hun buitengrenzen goed beveiligd zijn. Dat is dus in de
maak.
Tegelijkertijd moet men toch ook oog hebben voor de
bekommernissen van derde landen. Ik bedoel daarmee
aangrenzende landen, die momenteel geen kandidaat zijn voor de
Europese Unie. Het gaat dan zeker om Rusland, Wit-Rusland,
Oekraïne en andere. Zij zeggen dat het toch niet kan ik citeer wat
Russische ministers mij hebben gezegd "dat het oude IJzeren
Gordijn wordt vervangen door een Schengengordijn." Daar valt ook
iets voor te zeggen.
Wij proberen dus ons ideaal van openheid, dat wij toch hoog willen
houden, te combineren met voldoende zorg voor veiligheid. Daarin
proberen wij een evenwicht te vinden. Ik kan u wel garanderen dat
elke kandidaat-lidstaat die weet dat haar buitengrens een Schengen-
buitengrens is, zich haar verantwoordelijkheid volledig realiseert en er
het nodige belang aan hecht. Dat geldt zeker ook voor de zone rond
Kaliningrad, maar dat is het onderwerp van een interpellatie op
zichzelf.
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister,
hoe staat het met Cyprus, want daar zijn ook problemen gerezen.
01.05 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Où en est-on
dans le dossier de Chypre?
01.06 Minister Annemie Neyts: Mijnheer Tastenhoye, dat is geen
eenvoudige vraag. Ik kan daarover nu alleen zeggen dat wij trouw
blijven aan de besluiten van Helsinki. Wij hopen dat de UNO-
besprekingen over Cyprus tot een vreedzame oplossing leiden. Bij
ontstentenis daarvan zullen wij met onderhandelingen die momenteel
ook al gevoerd worden, gewoon doorgaan.
01.06 Annemie Neyts, ministre:
Cela vaut une question en soi. Je
ne puis que confirmer que nous
poursuivons les négociations avec
Chypre, dans le respect des
dispositions d'Helsinki.
01.07 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik wil mij voor mijn afwezigheid verontschuldigen. Ik was
aanwezig in de plenaire vergadering bij de bespreking van het
wetsontwerp over de maatregelen inzake gezondheidszorg.
Mevrouw de minister, ik denk dat u erg uitvoerig hebt geantwoord op
onze vragen, die met de vragen van de heer Tastenhoye ongeveer
gelijk liepen. Bedankt voor uw uiteenzetting.
01.07 Jef Valkeniers (VLD): Je
remercie la ministre pour son
exposé détaillé en réponse aux
questions de M. Tastenhoye. Mes
questions allaient dans le même
sens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "persberichten als zou de Antwerpse diamantsector iets te maken
hebben met de financiering van Al Qaeda, het terroristische netwerk van Osama Bin Laden" (nr. 5643)
02 Question de M. Gerolf Annemans à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée
de l'Agriculture sur "certains communiqués de presse selon lesquels le secteur diamantaire anversois
serait compromis dans le financement d'Al Qaeda, le réseau terroriste d'Osama Ben Laden" (n° 5643)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik wil niet langer spreken dan nodig. U kent de
zaak. Ik wil de ongerustheid schetsen van de publieke opinie over de
mogelijke link tussen België en de netwerken van Al Qaeda.
Specifiek maak ik mij als Antwerpenaar ook zorgen over het imago
02.01 Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Le Washington
Post a publié un article selon
lequel deux diamantaires libanais
d'Anvers seraient liés au
financement du réseau Al-Qaïda
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
van de Antwerpse diamantsector die in dat verband is genoemd, maar
die het voorbije jaar toch erg veel heeft moeten investeren in het
registratiesysteem dat de zogenaamde bloeddiamant uit Antwerpen
zou weghouden. Dat systeem werkt al een tijdje. Nu wordt een
verband gelegd tussen een conflictdiamant uit Liberia die via
Antwerpen in de wereldhandel geglipt is en het feit dat die diamant
gekoppeld zou zijn aan een persoon die momenteel wereldwijd op
een slecht blaadje staat. Na alle problemen van het afgelopen jaar
over conflictdiamanten, maakt de Antwerpse diamantsector zich
daarover veel zorgen, temeer dat die sector een miljardensector is
met een hoge tewerkstellingsgraad. De rol van de Washington Post in
dat voorval doet ook in Antwerpen vermoeden dat er een geheime
agenda kan schuilen achter de manier waarop Antwerpen plots met
Osama Bin Laden in verband wordt gebracht. Er is een ernstige strijd
bezig en Antwerpen dreigt het bijltje erbij neer te leggen als wij die
zaak niet goed in de gaten houden.
In Antwerpen heb ik daarover uw partijgenoot, de heer Delwaide,
ondervraagd. Ik hoop dat u ertoe in staat bent die band zo formeel
mogelijk door te knippen en die kwakkel uit de wereld te helpen. De
heer Delwaide was niet al te formeel. Hij zei dat voorzichtigheid was
geboden, omdat het onderzoek loopt en omdat de Libanezen die in
Antwerpen verhandeld zouden hebben, onbekend zijn.
Ten bate van heel die zaak wil ik u de gelegenheid bieden om daarop
te reageren.
d'Oussama Ben Laden.
La ministre peut-elle fournir des
explications au sujet de cet
article? Comment couper les ailes
à ce canard? L'importance
d'Anvers comme centre du
diamant est mise en péril: je
n'exclus pas qu'il y ait des
manoeuvres visant à toucher
Anvers dans son rôle de centre
diamantaire. Nous ne pouvons pas
exclure cette piste.
02.02 Minister Annemie Neyts: Mijnheer Annemans, u hebt
verwezen naar het bericht in The Washington Post van 2 november.
Zoals u kunt vermoeden hebben we van wat er in dat artikel wordt
gezegd tot op heden geen officiële bevestiging. De aantijgingen waren
evenwel van die aard dat wij volledige klaarheid wensen in die zaak. U
hebt er reeds allusie op gemaakt, er loopt een vooronderzoek bij het
parket van Antwerpen. Een speciale task force diamond intelligence
heeft zich over die problematiek gebogen. Ik zal u daar dadelijk meer
over vertellen. Verder werd de regering van de Verenigde Staten
verzocht om alle inlichtingen die het onderzoek kunnen bespoedigen
door te geven. Het is immers te gemakkelijk om een aantal zaken te
beweren en vervolgens de eventuele harde gegevens niet over te
maken.
Met betrekking tot de task force diamond intelligence is beslist dat er
gewerkt moet worden aan het versterken van de samenwerking en
coördinatie tussen alle overheidsinstanties in verband met het
verzamelen van inlichtingen over trafieken van conflictdiamant en
illegale diamant. De Ministerraad wordt gevraagd daarvoor extra
middelen ter beschikking te stellen. Ik heb goede hoop dat die
werkgroep begin volgend jaar van start zal kunnen gaan. Er moet een
samenwerking tot stand worden gebracht tussen de gerechtelijke
diensten van Antwerpen en Brussel, de douane, Economische Zaken,
Financiën, de Veiligheid van de Staat, de militaire recherche en
uiteraard ook Buitenlandse Zaken. We zullen ook de ondersteuning
van het actieplan van de gerechtelijke dienst Antwerpen, sectie
diamant verstevigen.
Ik wil er ook op wijzen dat België, Antwerpen en de Hoge Raad voor
Diamant na aanvankelijk in een negatief daglicht te zijn geplaatst in
het eerste UNO-rapport terzake nu in een positief daglicht worden
02.02 Annemie Neyts, ministre:
Votre question fait allusion a un
article de presse paru dans le
Washington Post, mais dont le
contenu n'a pas été confirmé
officiellement. Toutefois,
l'accusation portée est d'une telle
gravité qu'elle est actuellement
l'objet d'une information judiciaire
à Anvers. D'autre part, une task
force spéciale baptisée Diamond
Intelligence se penche sur cette
affaire. Par ailleurs, nous avons
demandé au gouvernement
américain de plus amples
informations, afin de mener
l'enquête dans ce dossier. Le
principal objectif que poursuit cette
task force est de faire la clarté sur
le trafic des diamants de sang et
des diamants illégaux. C'est la
raison pour laquelle il est
nécessaire de mettre en place une
coopération entre, d'une part, les
autorités judiciaires et militaires et,
d'autre part, les responsables
politiques.
En ce qui concerne le processus
de Kimberley, je puis confirmer
également qu'après avoir été
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
geplaatst, gelet op de inspanningen die worden geleverd om te
komen tot een voor iedereen aanvaardbare regeling. Ik zal daarop
terugkomen bij het beantwoorden van de vragen over het
zogenaamde Kimberly-proces ter bestrijding van conflictdiamant en
illegale diamant.
Ik concludeer dat wij zeer waakzaam zijn. Op dit moment zijn wij niet
bij machte om de berichten uit The Washington Post te bevestigen of
te ontkennen. Ik verzeker u dat wij dit met de nodige aandacht volgen,
niet alleen omdat de goede naam van Antwerpen als grootste
diamantcentrum ter wereld in het geding is, maar ook omdat wij niet
kunnen gedogen dat er op ons grondgebied activiteiten plaatsvinden
die zij het onrechtstreeks verband houden met de activiteiten van
de groep rond Bin Laden en Al Qaeda.
l'objet de suspicions, la Belgique
est aujourd'hui l'objet d'une
appréciation plutôt positive. Nous
ne confirmons ni n'infirmons rien.
Nous serons très attentifs à
l'évolution de ce dossier,
essentiellement parce que nous
ne pouvons tolérer ce type de
pratiques criminelles sur notre
territoire et que la réputation
d'Anvers dans le domaine de
l'industrie diamantaire est en jeu.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
kan u alleen danken voor uw antwoord en u aanmoedigen om op dit
pad door te gaan. De certificatie-inspanningen die een antwoord van
Antwerpen vormden op de historie van de bloeddiamant of de
conflictdiamant waren enorm groot. Ze zouden ons zeker vooruit
gebracht hebben. Dat is de reden waarom ik bijna durf te suggereren
dat een eventueel loos bericht in The Washington Post een
manipulatie was om Antwerpen een tweede slag toe te brengen. Ik
hou in elk geval rekening met die mogelijkheid. We moeten er dus op
letten dat dit niet in de onderste lade bij het Antwerps parket
terechtkomt en de zaak niet in het ijle blijft hangen. Ik wil u alleen
aanmoedigen om die zaak diplomatiek en anderszins zoveel mogelijk
op te helderen.
02.03 Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Le secteur a
déployé des efforts réellement
substantiels dans le domaine de la
certification en ce qui concerne les
diamants de sang. Je suis
personnellement convaincu que
cette information peu sérieuse
publiée dans le Washington Post a
été lancée pour permettre à la
concurrence de porter un coup
sévère au centre diamantaire
anversois. J'invite la ministre à
continuer à suivre cette affaire sur
le plan diplomatique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "de opvolging van het Kimberley-proces" (nr. 5773)
03 Question de Mme Leen Laenens à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée
de l'Agriculture sur "le suivi du processus de Kimberley" (n° 5773)
03.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, zoals u al gedeeltelijk hebt aangegeven in uw
antwoord op de vorige vraag kan het belang van het Kimberley-proces
moeilijk worden overschat. Ik herhaal mijn vraag die u vroeger als
eens bevestigend hebt beantwoord om een gedachtewisseling te
hebben met de taskforce die het Kimberley-proces begeleidt.
Wij weten dat er in november zowel in Angola als in Botswana twee
belangrijke bijeenkomsten hebben plaatsgevonden. Niet alleen daar
maar vooral ook hier tijdens het Belgische voorzitterschap is het van
cruciaal belang om ook de Europese partners meer te betrekken bij
het Kimberley-proces. Zoals in vele van die internationale initiatieven
kan België daarin als het alleen blijft weinig bereiken.
Ik sluit mij aan bij de bezorgdheid die in The Washington Post werd
geuit. Ik zal het artikel niet citeren omdat ik ook een Europees
onderzoeksjournalist heb horen verklaren dat er wel degelijk een band
bestaat tussen de fondsen van Al Qaeda en de activiteiten die zij
ontwikkelen om geld te vergaren via de diamanthandel. Uit zeer
03.01 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Le processus de
Kimberley touche à son objectif
ultime: le traçage des diamants à
l'échelle mondiale. Je rappelle la
nécessité d'organiser à ce sujet
une vaste concertation avec la
cellule concernée, comme la
ministre s'y est engagée.
Pour avoir des chances d'aboutir,
le processus de Kimberley doit
pouvoir compter sur l'appui des
partenaires européens.
Selon les dires de la presse, au
cours des trois dernières années,
le réseau Al-Qaida a acheté des
diamants à l'armée rebelle sierra-
léonaise, par l'entremise de
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
betrouwbare bron, namelijk een diamanthandelaar die het terrein in
Sierra Leone zeer goed kent, weet ik dat de veiligheidsdiensten van
de Verenigde Staten reeds meer dan een jaar geleden werden
gewezen op het verband dat nu blijkbaar wordt bevestigd.
Ik heb begrepen dat de taskforce diamant intelligence werd opgericht
om de relatie tussen de financiering van terroristische netwerken en
de diamanthandel uit te klaren. Ik had graag geweten wanneer we iets
uitgebreider zullen kunnen ingaan op de resultaten die tot nu toe zijn
behaald en de verdere werking van het Kimberley-proces.
commerçants libanais bien connus
à Anvers. Bien que l'implication de
la bourse du diamant d'Anvers
n'ait pas été établie, je demande
expressément à la ministre de
mener une enquête à ce sujet. En
effet, si le commerce du diamant
joue un rôle quelconque dans le
financement d'Al-Qaida, voici une
mission importante pour le groupe
de Kimberley.
Comment le processus de
Kimberley évolue-t-il et quel est
l'état d'avancement de ce dossier
en Belgique?
La présidence belge de l'UE a-t-
elle permis d'aboutir à une plus
grand engagement des
partenaires européens?
Dans quelle mesure le groupe de
Kimberley sera-t-il associé à
l'enquête relative au financement
des réseaux terroristes?
03.02 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, momenteel is
er in Gabarone, Botswana, een conferentie aan de gang over het
Kimberley-proces. Een van mijn attachés is daar aanwezig. Hij heeft
mij het volgende laten weten, ik citeer: "De voorbije nacht heeft de
conferentie op het niveau van ambtenaren en experts een akkoord
bereikt over de volgende openstaande kwesties: ten eerste, de
definitie van conflictdiamant; ten tweede, de publicatie van statistieken
en, ten derde, het al dan niet juridisch bindend karakter van de
overeenkomst."
Het akkoord zou erin bestaan dat het hier zou gaan om een politieke
verbintenis maar geen juridisch bindende overeenkomst. Men is nu
bezig met die teksten op papier te zetten. Ik heb die teksten nog niet.
Met andere woorden, in tegenstelling tot wat wij vreesden, is er in
Gabarone vooruitgang geboekt. De laatste dagen zag het er naar uit
dat er geen vooruitgang zou kunnen worden geboekt. De bijeenkomst
in Luanda was niet zeer beloftevol geweest. Deze van juli in Moskou
was daarentegen wel beloftevol geweest. Het is altijd bijzonder
moeilijk om de uitkomst te bepalen omdat er een zodanig heterogene
samenstelling is.
In Moskou vreesden we het ergste maar omdat de voorzitter, vice-
minister van Buitenlandse Zaken Ivanov, er een erezaak van heeft
gemaakt om vooruitgang te boeken, is dit ook gebeurd. In Luanda is
het tegengevallen. We verwachtten dan ook niet veel van Gabarone
maar het gaat beter dan we hadden gehoopt.
Op het ogenblik dat de gegevens beschikbaar zijn en onze agenda's
het toelaten, ben ik bereid dieper in te gaan op deze zaak. Ik vind dit
zeer belangrijk. Het ligt immers voor de hand dat diamant een van de
03.02 Annemie Neyts, ministre:
En ce moment même, un congrès
consacré à cette question a lieu au
Botswana. Mon collaborateur m'a
informé, cette nuit, que des
accords ont été conclus sur les
points suivants: la définition du
diamant de sang, la publication de
statistiques et le caractère
juridique contraignant ou non de la
convention. Cette dernière aurait
un caractère contraignant au
niveau politique et non juridique.
En ce moment, ces accords sont
mis sur papier. Le dossier a donc
effectivement progressé, en dépit
des appréhensions.
Je souhaite également approfondir
cette question, étant donné que le
diamant représente une manière
idéale de transporter des
richesses. Par ailleurs, ce
commerce est essentiel à notre
économie et nous ne pouvons
tolérer qu'il fasse l'objet de
suspicions. Nous avons tout
intérêt à ce que le commerce du
diamant s'opère de manière
légale. Il ne peut y avoir aucun
doute à ce sujet.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
evidente "valeurs refuges" is om rijkdommen te transporteren.
Diamant weegt weinig. Tegelijkertijd is deze handel voor de Belgische
economie en onze buitenlandse handel van essentieel belang. We
kunnen niet het risico lopen dat de hele handel verdacht wordt
gemaakt. We kunnen niet het risico lopen dat al wat te maken heeft
met diamant van en naar Antwerpen nog steeds het grootste
centrum van de wereld - verdacht wordt gemaakt omdat er illegale
trafieken gebeuren. We hebben de Hoge Raad voor Diamant heeft
dit zeer goed begrepen er alle belang bij om het grootst mogelijke
tussenschot op te richten tussen legale diamant en illegale handel
erin. Dit is het economisch aspect van de zaak.
Men mag evenmin het ethisch aspect uit het oog verliezen. Dit aspect
laat me niet onverschillig. Ik ben echter oud genoeg geworden om te
weten dat een economische incentive veel sterker is om goede
resultaten te bekomen dan alleen een ethische reden. Er wordt hard
aan gewerkt.
We werden geconfronteerd met een aantal moeilijkheden. Op een
bepaald ogenblik heeft de Europese Commissie niet geheel ten
onrechte erop gewezen dat zij bevoegd was omdat dit
onderhandelingen over economische goederen waren. Dit staat
bepaald in artikel 133. Wij hebben geantwoord dat het een politieke
kwestie was. De VN, de VN-Veiligheidsraad en de sancties is een
politieke kwestie. Dit betekent dat de lidstaten bevoegd zijn.
Bovendien hebben België en Groot-Brittannië het voortouw genomen
in deze onderhandelingen. We wilden dit niet overlaten aan de
Commissie. Dit getouwtrek is ondertussen opgelost.
Ik herhaal dat we reeds een hele weg hebben afgelegd. Het gaat niet
slecht. Waakzaamheid is echter geboden. Men zal altijd uiterst
waakzaam moeten zijn ten opzichte van een goed dat zich omwille
van zijn quasi-onaantastbaarheid en gemakkelijk transport zo goed
leent tot transactie. Ik herhaal dat we waakzaam zullen blijven omdat
we er in alle opzichten alle belang bij hebben. We kunnen niet
toelaten dat de voor het overgrote deel legale handel die in België
gebeurt in een slecht daglicht zou worden geplaatst omwille van
illegale en onethische activiteiten. Ik ben bereid opnieuw dieper op
deze zaak in te gaan op het ogenblik dat we beschikken over de
concrete resultaten van Gaborone. Ik vermoed dat dit in januari zal
zijn.
Dans le commerce du diamant, il
n'y a pas que l'aspect
économique: il y a aussi l'aspect
éthique. Je tiens également à
souligner que l'enquête a été
perturbée par des interventions de
l'Union européenne, qui considère
le problème comme économique,
alors que, pour nous, il est d'ordre
politique. C'est ce petit conflit de
compétence qui est à l'origine du
retard. A présent, la discussion est
terminée.
Toutefois, nous devons rester
vigilants en ce qui concerne le
commerce du diamant car celui-ci
peut facilement être exploité à des
fins criminelles. Nous devons
préserver la réputation de ce
secteur, où la criminalité reste tout
de même marginale.
03.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor haar antwoord. Ik apprecieer dat we in januari
uitgebreid op dit punt zullen kunnen ingaan. Ik ga ervan uit dat u
zoals altijd - antwoordt in naam van de regering en dat ik dit antwoord
ook van minister Picqué zou hebben gekregen.
Ik wens mee te delen dat ik op een studiedag een interessant
document heb gekregen dat werd opgesteld door het departement
van Economische Zaken. Ik vermoed dat het zinvol is dat de
commissieleden dit document eveneens kunnen ontvangen.
Mevrouw de minister, is het proces reeds zo ver gevorderd dat het
reeds op de algemene vergadering van de VN zal worden
geagendeerd? Ik weet dat het een van de doelstellingen was dit punt
voor het jaareinde te agenderen op de algemene vergadering.
03.03 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): J'apprécie l'intérêt que la
ministre porte à ce dossier.Le
problème sera-t-il inscrit
également à l'ordre du jour de
l'assemblée générale des Nations-
Unies?
Existe-t-il une collaboration étroite
avec les différents services de
renseignement? Serons-nous
tenus informés des poursuites
éventuelles entamées à l'encontre
des personnes soupçonnées de
s'adonner au trafic d'armes ou au
trafic de diamants?
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Ik meen ook te hebben begrepen dat er een nauwe samenwerking
bestaat tussen onze inlichtingendiensten en die van andere landen. Ik
wil u niet verhelen dat een aantal maanden geleden in Trends een
artikel is verschenen dat een link legde naar Antwerpen. Deze stad
zou, niettegenstaande alles, toch een draaischijf blijven voor de
handel in ruwe diamant vanuit Angola. In het artikel wordt de heer
Georges Forest met naam genoemd. Hoewel zijn verzoek in eerste
instantie werd geweigerd, zou hij uiteindelijk toch een zetje hebben
gekregen van de Delcrederedienst. Deze zaken moeten worden
uitgeklaard. Wanneer wij uitgebreid over de task force van gedachten
kunnen wisselen, had ik ook graag geweten of en in welke mate wij
inzage krijgen in een aantal met naam en toenaam genoemde
probleemgevallen. Dit is niet onbelangrijk met het oog op wat in de
volgende vraag zal worden besproken. Vaak duiken de namen van
dezelfde personen op, zowel bij de wapenhandel als bij de campagne
tegen de bloeddiamant, die nu al een hele tijd loopt.
03.04 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, ik weet het
niet precies ik zal dat moeten laten nakijken maar de kans dat de
zaak aanhangig kan worden gemaakt bij de Algemene Raad van de
Verenigde Naties is klein. Een definitief akkoord over een
internationaal certificatiesysteem zou pas tegen medio 2002 moeten
zijn afgesloten en pas dan kan het akkoord naar de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties.
Voor het overige zou het mij ten zeerste verbazen indien een bedrijf
van de heer Forest een eventuele risicodekking zou hebben bekomen
vanwege de Delcrederedienst. Ik denk dat dit niet klopt, maar ik wil
het zeker laten nakijken. Ik hou mij nu reeds gedurende een jaar
bezig met deze dossiers en heb nog geen enkel dossier behandeld
dat verwijst naar een terrein waar, volgens artikels in Trends en
andere, de heer Forest werkzaam zou zijn.
U kunst steeds mondelinge of schriftelijke vragen stellen en wij zullen
u antwoorden. Er wordt vanzelfsprekend samengewerkt met al wie
inlichtingen kan geven, omdat wij er geen enkel belang bij hebben om
welke verwarring dan ook te gedogen tussen legale en illegale
diamanthandel, want dat druist tegen al onze belangen in.
Het is wel zo en dat leidt soms tot misverstanden dat wij een grote
openheid betonen in onze samenwerking met bijvoorbeeld de UNO
en andere onderzoeks- of enquêteteams naar bij voorbeeld de wijze
van naleving van het embargo tegen de activiteiten van de Unità en
de goederen die vanuit die gebieden komen die door de Unità in
Angola worden gecontroleerd. Ik betoon dezelfde openheid, net zoals
de andere ministers en ministeries. Wij worden meer geciteerd dan
anderen, zowel in de goede als in de slechte richting, omdat wij niet
proberen de problemen zo ver mogelijk van ons af te houden. Doen
wij mee aan een embargo, dan doen wij dat te goeder trouw en dan
antwoorden wij ook op vragen. Mensen zijn nu eenmaal onvolmaakt,
de Belgen ook trouwens, en dan worden er dus wel eens flaters
geslaan en dat geven wij dan ook toe. Toch wil ik nog even
benadrukken dat wij er het allergrootste belang bij hebben dat die
handel zo proper mogelijk wordt gehouden. De diamanthandel maakt
een belangrijke component uit van onze buitenlandse handel en wij
zouden wel gek zijn die sector verdacht te laten maken.
03.04 Annemie Neyts, ministre: Il
y a peu de chances que la point
puisse encore être abordé au
Conseil général des Nations
Unies. L'accord relatif à une
certification internationale pour les
diamants ne pourra être conclu
que vers la mi-2002. Ce n'est
qu'ensuite que cette question
pourra être abordée au Conseil
général des Nations Unies.
En tant que pays disposant d'une
industrie diamantaire, la Belgique
a tout intérêt à ce que toutes les
accusations relatives à l'origine
des diamants soient réfutées.
Nous devons veiller à ce que le
commerce du diamant soit aussi
propre que possible.
Je ne dispose d'aucune
information sur l'aide que le
service du Ducroire aurait, selon la
revue
Trends, allouée à
l'entreprise de M. Forest. Il
m'étonnerait que cette information
soit correcte.
03.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mevrouw de minister, ik zal
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
u een kopie van het desbetreffende artikel in Trends bezorgen.
03.06 Minister Annemie Neyts: Ik heb het artikel ook gelezen, maar
de verwijzing naar Delcredere was mij ontgaan. Ik wil daarmee niet
zeggen dat dergelijke praktijken nooit zijn gebeurd. Ik kan enkel
getuigenis afleggen voor de periode dat ik er was. In ieder geval, het
lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk. We zullen het in ieder geval nakijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "een eventuele actie van het Belgisch Voorzitterschap in verband
met de prijsschommelingen in de internationale koffiemarkt" (nr. 5647)
04 Question de M. Ferdy Willems à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de
l'Agriculture sur "une éventuelle initiative de la présidence belge concernant les fluctuations de prix
sur le marché international du café" (n° 5647)
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de minister, ik heet u alvast
welkom in ons land. U hebt zeker in Qatar minstens geprobeerd goed
werk te leveren. De resultaten vormen alvast voer voor een
uitgebreide discussie en ik zal er niet over uitweiden. Ik ben graag
bereid nog enkele weken te wachten met de bespreking ervan.
De problematiek in verband met de koffie lijkt me echter wel acuut.
Een eerste aspect is zeker dat België en Duitsland als enigen
koffieaccijnzen heffen. Vandaar mijn eenvoudige vraag of die
belasting niet kan worden herzien, minstens voor de biologisch
geteelde koffie. Daar wordt de consument alleen maar beter van,
want hij krijgt kwaliteit aangeboden.
Een tweede aspect is dat de koffieprijs op het ogenblik op de
wereldmarkt nog maar eens een dieptepunt heeft bereikt. Volgens de
cijfers waarover ik beschik, krijgt de producent slechts 40 dollarcent,
terwijl de kostprijs bijna het dubbele is, namelijk 70 dollarcent. U hoeft
geen economist te zijn om te beseffen dat zulks een ramp is voor de
boeren ter plaatste. U hoeft evenmin een derdewereldspecialist zijn
om te weten wat de gevolgen daarvan zullen zijn: werkloosheid,
armoede, migratie enzovoort.
Ik heb bijgevolg de volgende voor de hand liggende suggesties. Mijns
inziens moet er in de markt worden ingegrepen. De grote stocks
kunnen bijvoorbeeld worden vernietigd. Naar verluidt zouden er in de
Antwerpse haven 2 miljoen zakken koffie liggen, waarvan de overheid
de mede-eigenaar is. Kan daar wat mee worden gedaan? Een andere
mogelijkheid is het steunen van diversificatie, waardoor overproductie
kan worden tegengegaan. Ik meen dat staatssecretaris Boutmans
daar ook zo over denkt.
Mevrouw de minister, op 18 september hebben ambtenaren
vergaderd om een eventueel ingrijpen in de markt voor te bereiden.
De medewerkers van de liberale ministers stonden nogal weigerachtig
tegenover zo'n idee, wat ik gelet op hun economisch-liberale visie
best kan begrijpen. De ambtenaren die namens de ministers van
Agalev en SP.A aan de vergadering deelnamen, hadden daar een
lichtjes andere visie over. Zij menen dat hiermee aan de eisen van de
antiglobalisten enigszins kan worden tegemoetgekomen en zijn zich
terdege bewust van de noodzaak van een of andere maatregel.
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): Le
29 novembre, une réunion sur les
fluctuations de prix sur le marché
international du café devrait avoir
lieu au niveau européen. Au
niveau belge, cela a été fait il y a
quelques jours. Sur la question,
les avis sont clairement partagés.
La Belgique et l'Allemagne sont
les seuls pays membres de l'Union
européenne à percevoir encore
des accises sur le café. Une
suppression est-elle envisagée,
par exemple, dans un premier
temps, pour le café cultivé
biologiquement?
Le gouvernement envisage-t-il de
prendre une initiative en ce qui
concerne les quelque 2 millions de
sacs de café cofinancés à Anvers,
à raison de 50% pour l'industrie et
de 50% pour les pouvoirs publics?
La Belgique envisage-t-elle de
prendre une initiative afin de
promouvoir la diversification et,
partant, d'éviter toute nouvelle
surproduction? Notre pays peut-il
soulever le problème au Conseil
de ministres européen ainsi
qu'auprès de l'Organisation
internationale du café à Londres?
La Fédération belge des
négociants de café a fait savoir,
par l'entremise de son président,
Monsieur Rombouts, qu'elle ne
s'oppose plus à une intervention
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Daarbij werd verwezen naar Colombia waar de koffieboeren wegens
de slechte marktomstandigheden uiteindelijk overschakelen op de
cocateelt. Op 23 november jongstleden was er weer een vergadering,
waar de deelnemers hun uiteenlopende visies trouw bleven. Op
zichzelf hoeft dat geen ramp te zijn; het gaat tenslotte om
voorbereidende besprekingen op het niveau van de ambtenaren.
Er zijn ook positieve geluiden.
Men zegt mij dat de koffiefederatie, bij monde van de heer Rombouts
ik heb het hem niet zelf kunnen vragen bereid zou zijn zich niet
langer te verzetten tegen marktinterventie. Bovendien is
staatssecretaris Boutmans, samen met de universiteit van Antwerpen,
bezig met de voorbereiding van een colloquium over dit thema dat
normaal gezien begin december doorgaat. Er is mij verteld dat er op
29 november een Proba-vergadering is gepland op Europees niveau.
Ik heb tegenstrijdige berichten gehoord over het al dan niet doorgaan
van deze vergadering. Ik weet het niet, maar ze gaat in elk geval door,
misschien ergens in december of in januari. Welk standpunt zal
België verdedigen op deze vergadering?
Wat gaat men op Belgisch niveau veranderen aan de accijnzen?
Hoe gaan we deze kwestie Europees aankaarten? Ik besef zeer goed
dat dit niet gemakkelijk is, omdat er nogal wat verschillende
standpunten zijn en Europa dus weer in verschillende toonaarden
zingt. De Fransen hebben, door subsidies toe te staan aan Vietnam,
de markt in een heel ongunstige richting geduwd, zodat de
producenten van 37% naar 7% zijn teruggevallen. Het feit dat Europa
geen richtlijnen vraagt omdat er in Europa toch geen koffie wordt
geproduceerd, kan ik enkel maar als hypocriet en als anti-globalistisch
omschrijven.
Mevrouw de minister, ik verzoek u dit thema aan te kaarten bij de
Internationale Koffie-Organisatie in Londen. Dit is het forum bij uitstek
om die thematiek aan te snijden. Ook moet de rol van de Wereldbank
hierin nagegaan worden.
Het gaat hier om heel concrete zaken en concrete mensen. Ik ken de
streek van Campucinos in Zuid-Amerika en ik weet welk leed daar
wordt geleden. Dit gaat om mensen die op deze manier hun job zien
veranderen in een ambt voor sukkelaars en dat is werkelijk
mensonterend. Als wij hier niets aan doen dan moeten we niet
verbaasd zijn als we in Zuid-Amerika te maken gaan krijgen met
Tupamaros, het Lichtende Pad, Fark en andere onaangename
organisaties die dan inderdaad terroristische methoden gaan
gebruiken. Ik denk niet dat dit de bedoeling is, voor wie dan ook.
Vandaar mijn eenvoudige vraag over het afschaffen van die koffie-
accijnzen, het aanwenden van de overschotten, het streven naar
diversificatie en het internationaal aankaarten van de kwestie waar
nodig.
éventuelle de l'Etat dans les prix
du café. La ministre est-elle au
courant de cela?
04.02 Minister Annemie Neyts: Mijnheer Willems, dit punt is niet aan
onze aandacht ontsnapt en zoals u zelf hebt aangeduid, zijn
daaromtrent reeds enkele vergaderingen opgezet op interkabinetten-
niveau, dat wil zeggen, op het niveau van onze respectievelijke
medewerkers en ambtenaren. Ze is ook aangekaart door Oxfam, ere
wie ere toekomt. Deze kwestie raakt ons allemaal, maar we zijn op
zoek naar wat nu de meest efficiënte methode is om het beoogde
04.02 Annemie Neyts, ministre:
Nous sommes conscients du
problème. De nombreuses
concertations ont été organisées à
ce sujet, notamment avec Oxfam.
Cependant, nous sommes
toujours à la recherche d'une
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
effect te bekomen. We kunnen natuurlijk ook nutteloze richtlijnen
schrijven om de indruk te wekken dat we er mee bezig zijn. Daardoor
gaan we ons minder concentreren op de doeltreffendheid van wat we
ondernemen. Nemen we het voorbeeld van de koffie-accijnzen. We
heffen inderdaad nog steeds accijnzen op koffie, maar wij denken niet
dat deze accijnzen iets te maken hebben met het feit dat er op
wereldvlak een overproductie is van koffie. Ook het ministerie van
Financiën deelt deze mening. We geloven met andere woorden niet
dat er enig verband bestaat tussen de heffing van accijnzen op koffie
en de dramatische situatie van de koffieprijzen op wereldvlak.
We geloven dus ook niet dat het tot nul herleiden van de accijnzen
een positief effect zou hebben op de wereldprijs van koffie. Fiscaal
een onderscheid maken tussen koffie die wordt geteeld volgens
gangbare methodes enerzijds en biologisch geteelde koffie
anderzijds, is volgens mij strijdig met de regels van de
Wereldhandelsorganisatie, ongeacht de moeilijkheden om het bewijs
van de ene en de andere productiemethode aan te brengen. Dat is
één element.
Een tweede element betreft de stocks van "groene koffie" niet-
gebrande koffie in de haven van Antwerpen. Eind augustus waren
er 3,8 miljoen zakken. Het is in essentie Robusta-koffie, die bestemd
is voor levering op de markt van Londen, en niet voor verbruik in
België. De stocks behoren volledig toe aan privé-ondernemingen van
verschillende nationaliteit en er is dus geen cofinanciering van de
Belgische overheid.
Ondertussen blijven we de problematiek onderzoeken. Ik kan u
meedelen welke maatregelen er worden genomen om overproductie
tegen te gaan. De overproductie is te wijten aan het feit dat landen die
vroeger geen koffie teelden, dat nu wel doen. U hebt terecht naar
Vietnam verwezen. Sommigen denken dat Vietnamese koffie van
slechte kwaliteit is, maar hij wordt toch verhandeld en verbruikt. Zo
slecht zal die koffie dus wel niet zijn.
Men vertelt mij hier dat de Raad van de internationale organisatie van
de koffie maatregelen zou overwegen met het oog op de verwijdering
van koffie van slechte kwaliteit van de markt. Een commissie van vier
leden-uitvoerders van koffie en vier leden-invoerders van koffie zou in
dat verband maatregelen moeten voorstellen aan het uitvoerend
comité voor de vergadering van januari 2002. Wij zullen de kwestie
opnieuw op de agenda plaatsen in de Raad van de Europese Unie, in
de groep Grondstoffen, teneinde de problematiek verder uit te diepen
en na te gaan wat wij kunnen doen. Het zal niet eenvoudig zijn. Wij
zien geen maatregelen die de dramatische situatie inzake koffie kan
verbeteren. Daarenboven is er binnen de Europese Unie geen
voldoende meerderheid voor bijvoorbeeld prijsinterventie, mochten wij
dat een goed systeem vinden, wat wij niet vinden.
Ik kan u weinig bemoedigends meedelen over deze zaak, behalve dat
we ons bewust zijn van het probleem en dat we eraan werken op de
diverse fora die zich daartoe lenen. Het initiatief van staatssecretaris
Boutmans over koffie, onder de titel "Bitter coffee", vindt plaats op 7
december. U zult hem echter zelf moeten vragen wat hij daarmee van
plan is, want er bestaat weinig duidelijkheid over de voorbereiding of
de intenties van het seminarie.
méthode efficace pour obtenir des
résultats.
Des accises sont toujours
prélevées sur le café, mais il n'y a
pas de commune mesure avec le
problème de l'évolution
dramatique du prix du café au
niveau mondial. A mon sens, une
diminution des prix restera sans
effet réel. Par ailleurs, établir une
distinction entre le café biologique
et le café normal est contraire aux
règles de l'OMC.
Les stocks de café robusta vert
non torréfié sont destinés à
l'exportation vers la Grande
Bretagne et appartiennent à divers
propriétaires privés. Il n'y a aucune
intervention de l'Etat belge dans le
financement.
Pour éviter la surproduction, on
pourrait notamment retirer du
marché le café de moins bonne
qualité. Nous soumettrons ce
dossier à l'Union européenne, au
niveau du groupe de travail
matières premières. Une solution
n'est certes pas évidente. Il ne se
dégage pas non plus de majorité
au niveau européen pour des
interventions en matière de prix.
Vous savez que le secrétaire
d'Etat, M. Boutmans, a pris une
initiative particulièrement
intéressante en la matière. Je
vous suggère de l'interroger
personnellement à ce sujet.
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Mijnheer de voorzitter, als ik eerlijk ben, kan ik niet anders zeggen
dan dit: we zijn ons bewust van het probleem, het wordt bestudeerd,
we zijn erom bezorgd, maar we weten echt niet wat er moet gebeuren
om deze situatie recht te trekken.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de minister, de
problematiek is inderdaad ingewikkeld. Ik ben al blij dat u er de ernst
van inziet. Ik ben het met u eens dat de meest efficiënte methode er
niet in bestaat om de show te stelen en te gesticuleren.
De koffieaccijnzen zijn niet het ergste probleem. Toch dring ik erop
aan dat zo'n anachronisme uit te wereld wordt geholpen.
Over de stock in Antwerpen was mij gezegd dat de overheid daarin
participeerde. Indien ik had geweten dat het om louter private
goederen ging, dan had ik het hier niet te berde gebracht.
Ik zal zeker en vast de vergadering in januari om een oplossing te
vinden voor de overproductie, met aandacht volgen, alsook de
besprekingen in de Europese Raad. Overigens, het is niet omdat er
vooralsnog geen meerderheid te vinden is in de Europese Raad voor
een ingreep in de markt, zoals u opmerkt, dat de situatie niet kan
veranderen. Laat België zich desnoods bij de minderheid aansluiten.
Het zal alvast een minderheid zijn die gericht is op de derde wereld.
Over uw beoordeling van het initiatief van de heer Boutmans spreek ik
mij niet uit. Ik was ook van plan om hem daarover te ondervragen.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Le
problème est, en effet, compliqué
et dramatique. Les accises sur le
café sont d'un intérêt secondaire,
mais cet anachronisme devrait
être supprimé. Je suivrai
attentivement les débats de janvier
sur la surproduction.
Je suivrai aussi le Conseil
européen avec attention: j'espère
que la Belgique se rangera du côté
de la minorité tournée vers le
Tiers-Monde.
Je prends note de votre
appréciation quant à l'initiative du
secrétaire d'Etat Boutmans et je
l'interrogerai moi-même sur ses
intentions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over "het nieuwe rapport betreffende de plundering van
Congo, voorgelegd aan de UNO-Veiligheidsraad" (nr. 1005)
05 Interpellation de M. Ferdy Willems à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture sur "le nouveau rapport concernant le pillage du Congo qui a été soumis au
Conseil de sécurité de l'ONU" (n° 1005)
05.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de minister, het nieuwe
rapport betreffende de plundering van Congo is een ander paar
mouwen dan de koffieproblematiek.
Mag ik verwijzen naar wat ik op 17 april 2001 heb gezegd naar
aanleiding van het eerste rapport? Het tweede rapport bevestigt in
globo het eerste, zij het met andere accenten. Zo beperkt het zich tot
bepaalde landen en producten.
Vandaag nog ontkennen dat er een probleem is, zoals sommigen
destijds deden, kan niet meer, want het schandaal is nog steeds niet
de wereld uit. Een rijk land dat in 1960 nog hetzelfde welvaartspeil
had als Zuid-Afrika, is vandaag een van de armste derdewereldlanden
geworden. De Congolezen ik bewonder hen, omdat ze in
dramatische omstandigheden optimistisch blijven, luisteren we maar
naar hun muziek verdienen dat niet.
Eens te meer zijn de meest kwetsbaren de sigaar. In sommige
streken is 40% van de kinderen ondervoed. De rondzwervende
kinderen zijn natuurlijk de eersterangsprooien voor ronselaars van
05.01 Ferdy Willems (VU&ID):
Comment la ministre évalue-t-elle
le récent rapport des Nations
Unies relatif au pillage des
énormes ressources naturelles du
Congo, qui comporte des
éléments accablants pour
certaines entreprises belges? En
quelques décennies, le Congo est
devenu un des pays les plus
pauvres et les plus sous-
développés. C'est une honte! Ne
faudrait-il pas envisager des
auditions d'experts et de témoins
afin de déterminer les
responsabilités?
Quelles mesures peut-on prendre
pour empêcher de tels abus à
l'avenir? La Belgique a une
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
gewapende bendes die hen tot kindsoldaten maken. Andere
slachtoffers zijn de vrouwen. In Congo is 15 tot 20% van de soldaten
vrouwen. Dat is een huiveringwekkend cijfer. In de
oorlogsomstandigheden is het sterftecijfer van de kinderen zeer hoog,
128 op 1.000. Ook het sterftecijfer van zwangere vrouwen bij de
geboorte van hun kind ligt onrustwekkend hoog. Vandaar ook dat
Unicef heel terecht 10 miljoen besteedt aan de bescherming van
kinderen en de beperking van de moedersterfte. Ik citeer graag een
uitspraak van een groep vrouwen in Kigali uitgesproken op 25 juni
2000: "Wij, Congolese vrouwen zijn moe van de oorlog die ons
verarmde. Wij eisen het vertrek van de troepen. We zeggen neen aan
de oorlog, neen aan de schending van de mensenrechten, neen aan
de armoede, neen aan de inlijving van onze kinderen in het leger".
Mevrouw de minister, als de situatie in Congo niet verandert, dan
dweilen wij met de kraan open en dient onze humanitaire hulp tot
niets.
Hiermee staat of valt ons Afrika-beleid. Hiermee staat of valt onze
geloofwaardigheid, want de Congolese bevolking vertrouwt ons,
Belgen. Ik reken mij daar nu wel toe, hoewel ik een overtuigd Vlaams-
nationalist ben. Dat is echter een ander verhaal.
Wij moeten dus iets doen. Vandaar de volgende concrete vragen.
Ten eerste, wat is de Belgische betrokkenheid in heel het dossier?
Een positief punt alvast is dat de Belgische instanties goed hebben
meegewerkt aan de opmaak van het rapport, wat gebleken is uit mijn
contacten met de geraadpleegde ambassadeurs en ministers.
Zoals in het eerste rapport, concludeert het tweede rapport dat de
luchthavens van Oostende en Antwerpen de voornaamste
draaischijven blijven voor de transit van coltan. Kennelijk houden ook
de geruchten aan dat via Antwerpen diamant wordt gesmokkeld,
waarmee de rebellen hun activiteiten financieren. Het zou daarbij om
aanzienlijke sommen gaan. Alleen al de export van Oegandese
diamanten naar Antwerpen zou volgens het rapport 3,8 miljoen dollar
opbrengen. Dat is niet niks.
Ik vermeld voorts dat België dit keer in het rapport goede punten heeft
gekregen voor de strijd tegen de diamantsmokkel. Over het goede
nieuws mag ook worden bericht. Het rapport heeft het over energieke
maatregelen, rigoureuze controles en systemen van internationale
certificatie. Toch blijft Antwerpen ik citeer "de belangrijkste
bestemming voor bloeddiamanten, vermits andere landen van Europa
geen gelijkwaardige controles toepassen". Ik leid daaruit af dat, indien
de andere Europese landen de Belgische methodiek van controles
overnemen, dan zou het kwaad de wereld uit zijn. Dat is toch wel een
gunstige beoordeling van het beleid van ons land.
Ook in het hoofdstuk over het natuurhout wordt de Belgische situatie
aangeklaagd. Personen men heeft het over Belgen van Armeense
afkomst - die bij wanpraktijken betrokken zijn, worden zelfs bij naam
genoemd.
Ten tweede heb ik vragen over de in het rapport aangehaalde andere
landen. Tot mijn verbazing of ironie moet ik vaststellen dat Martinair,
een Nederlandse maatschappij, de rol van Sabena in het transport
responsabilité importante, compte
tenu de son passé et de ses
récentes initiatives de paix au
Congo et en Afrique centrale. En
outre, les Congolais espèrent
encore beaucoup de la part de leur
ancien colonisateur.
Je me réfère à deux questions qui
viennent d'être posées au sujet du
commerce des diamants de sang.
La Belgique joue encore un rôle
important dans la production
diamantaire. Israël n'est d'ailleurs
certainement pas en reste dans ce
secteur.
Parmi les autres pays africains, je
voudrais citer le cas du Zimbabwe.
Le rapport décrit la volonté du
régime de donner le ton dans la
région, afin de masquer sa propre
corruption et de percevoir les
intérêts des sommes qu'il a lui-
même investies dans la guerre.
La lutte pour assurer sa propre
sécurité justifiait peut-être une
intervention militaire mais, en fin
de compte, on entretient
artificiellement des situations
militaires pour pouvoir piller les
richesses naturelles du pays, ce
qui devient un but en soi.
Il en va de même au Congo, où la
corruption reste aussi présente
que sous Mobutu. M. Kabila fils
mérite peut-être le bénéfice du
doute - il a au moins le courage
d'admettre ses fautes et ses
faiblesses et de demander de
l'aide humanitaire - mais lui aussi
est bien seul face à une
administration corrompue.
Le FMI et la Banque mondiale
essuient des accusations
prudentes, mais sévères. Le rôle
et la responsabilité de ces
institutions méritent une
clarification.
Je réclame également un droit de
regard dans les rapports
mentionnant des entreprises et
des ressortissants belges.
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
van coltan heeft overgenomen. Misschien is dat niet strafbaar. Dat
hebt u ook gezegd, mevrouw de minister, maar het blijft een ethisch te
verwerpen tactiek. Ik volg u overigens niet wanneer u zegt dat
economie het altijd haalt op ethiek. Als wij, politici, hard in een andere
richting duwen, kan de ethiek het misschien wel halen.
Wat over Israël in het rapport staat, tart elke verbeelding. De
Israëlische International Diamond Industry krijgt van vader Kabila het
monopolie op de diamantverkoop en betaalt 20 miljoen dollar voor
een handel die een omzet kan halen van 600 miljoen dollar per jaar.
Het rapport spreekt van een geheime clausule, volgens dewelke die
Israëlische firma, via contacten met hoge militairen in Israël, zorgt
voor de levering van wapens en de terbeschikkingstelling van
wapeninstructeurs aan Congo. Hebben die hoge militairen daar
trouwens tijd voor? Aangezien de Israëlische firma slechts 3 miljoen
dollar van de overeengekomen 20 miljoen dollar betaalt, blaast Kabila
de overeenkomst op, waarna de Israëlische firma het niet-nakomen
van het contract bij de rechtbank aanklaagt. De algemene vaststelling
in het rapport luidt dat "Israëlische zakenlieden meer en meer
verweven raken met de regio".
Voorts wordt de methodiek toegelicht die in Congo, Angola en Sierra
Leone gebruikt wordt, waar opnieuw betrokkenen met naam worden
genoemd. De tactiek is telkens dezelfde: er worden illegaal diamanten
verkocht en de verkoper koopt op zijn beurt met het geld wapens, die
door oud-militairen van Israël worden getransporteerd. Dat is een
sterk verhaal. Uitgerekend Israël, dat beweert slachtoffer te zijn van
terrorisme en te moeten vechten voor zijn eigen bestaan,
transporteert het gewapend geweld via illegale handel naar Afrika. Dat
zijn ware schurkenstreken.
Dit is moreel absoluut verwerpelijk. Uit de vele vermelde Afrikaanse
landen selecteer ik Zimbabwe omdat dit land minder in de focus
stond. Het krijgt de hoofdprijs inzake uitbuiting van natuurlijke
rijkdommen. Het rapport beschrijft op schitterende wijze de motieven
voor deze uitbuiting: de wil een eersterangsrol te spelen in de regio,
de wil de aandacht af te leiden van de eigen corruptie, van het
éénpartijregime om op die manier de steun voor de eigen dictatuur te
krijgen. Ik verwijs naar de Griekse regering Papadopoulos die Cyprus
aanviel om in eigen land populariteit te verkrijgen. Bovendien wil
Zimbabwe intrest ontvangen voor de investering van vijf miljoen dollar
in de rebellie van vader Kabila. Zij hadden hun lesje geleerd in
Mozambique waar Zuid-Afrika hun te slim af was, met als gevolg een
weerslag van de eigen economie. Dit zijn motieven die tot nadenken
stemmen.
Essentieel lijkt mij dat twee jaar geleden de strijd voor
onafhankelijkheid misschien een aanvaardbaar motief was voor
militaire tussenkomst. Eens ter plaatse wordt die militaire
tussenkomst betaald met het plunderen van de natuurlijke
rijkdommen. Intussen blijkt dit plunderen zodanig rendabel dat het een
eigen leven gaat leiden zodat men de zaken omkeert: de militaire
situatie wordt gehandhaafd om te kunnen blijven plunderen. Men
roept dan de veiligheid als excuus in. Dit getuigt van een
bovenmenselijke schizofrenie.
Volgens vader Kabila past de Congolese regering dezelfde praktijken
toe als die uit de periode van Mobutu. Functionarissen komen in het
En ce qui concerne la mise en
oeuvre d'éventuelles mesures, je
demande que des experts soient
désignés et que l'on donne aux
responsables politiques le temps
de formuler des conclusions
sérieuses.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
gedrang; vader Kabila heeft militaire hulp gekocht met concessies van
de natuurlijke rijkdommen van zijn land en laat hiervoor zelfs extra
geld drukken wat leidde tot een economische ramp. Dan komt zoon
Kabila.
Enkele maanden geleden heb ik de man het voordeel van de twijfel
gegeven. Ik citeer nu pagina 18 van het rapport: "Het ziet ernaar uit
dat president Joseph Kabila in zijn land echt positieve veranderingen
wenst. Hij zoekt ernstig naar buitenlandse investeringen om zo wat de
staat nog bezit in de mijnbouwsector te herstructureren, te
moderniseren en te liberaliseren." Ik heb de man gehoord in het
Paleis der Natie toen ik de eer had onze vice-premier te vergezellen.
Hij had de moed zijn eigen zwakheden en fouten toe te geven. Hij had
de moed te pleiten voor humanitaire hulp voor de gebieden in handen
van de rebellen, dit in tegenstelling tot zijn vader die die mensen
gijzelde. Ik had de eer hem even persoonlijk te spreken. Op mijn
vraag of hij geen eenzaam man was, deelde hij mij mee dat hij een
eenzaam gevecht voert tegen zijn eigen administratie.
Het IMF en de Wereldbank werden in een vorig rapport zeer scherp
aangepakt. Zij wisten wat er was gebeurd en werden beschuldigd van
schuldig verzuim. Nu formuleert men het voorzichtiger, maar voor de
goede verstaander is het nog scherper. Ik citeer bladzijde 26: "De
Wereldbank, het IMF en andere internationale geldschieters zijn de
beste critici voor hun eigen bijstand." Zij moeten zo vlug mogelijk zelf
hun conclusies meedelen over de rol die zij hebben gespeeld. Kan en
wil België dit steunen?
Ik ga u de aanbevelingen niet voorlezen. Het zijn er zeven en u kunt
ze in het rapport lezen.
Een andere vraag ging over de inzage. Waar Belgische firma's met
naam worden genoemd vragen wij inzage in de gegevens, minstens
in verband met personen die met naam worden genoemd.
Mijn laatste punt heeft betrekking op de maatregelen. Intussen heb ik
vernomen dat de commissie werd opgericht. Ik heb vorige zaterdag
van de heer Geens in de Senaatscommissie vernomen dat het thema
zal worden onderzocht. Hij heeft daarover op de VRT zeer wijze
woorden gesproken. Ik heb echter uit de commissie-Lumumba
geleerd dat men experts moet aanstellen, dat men goed moet letten
op de scheiding tussen de rol van de experts en die van de politici, en
dat men de politici de tijd moet geven om conclusies te trekken.
Wij hebben gezien dat de vice-premier in Zimbabwe met de president
in aanvaring is gekomen. Ik kan dat begrijpen, maar dan moet men al
die presidenten, krijgsheren en staatshoofden op dezelfde manier
aanpakken. Dat schept een probleem, want Frankrijk en Groot-
Brittannië beschermen een aantal van die Afrikaanse landen. Verbaal
protest volstaat hier echt niet meer. België kan het hierbij niet laten,
wij moeten de wapenleveringen aan die landen stoppen en
economische maatregelen nemen.
05.02 Minister Annemie Neyts: Mijnheer de voorzitter, ik zal
proberen te antwoorden op de belangrijkste vragen.
We moeten de Verenigde Naties erkentelijk zijn voor de voortzetting
van het werk en voor de ernst van het onderzoek en van het
05.02 Annemie Neyts, ministre:
Nous devons être reconnaissants
à l'égard des Nations Unies d'avoir
publié ce document. Le Conseil de
sécurité débattra de ce sujet et
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
document. Het document is vrij recent, het dateert van
13 november 2001. U begrijpt dat wij op twee weken tijd nog geen
definitieve conclusies hebben kunnen trekken.
Het addendum dateert van 13 november 2001 en het werd aan de
Veiligheidsraad overgemaakt op 19 november 2001. De
Veiligheidsraad zal binnenkort terzake een debat ten gronde voeren.
Wij kijken met belangstelling uit naar de beslissingen van de
Veiligheidsraad. Welke deze beslissingen ook zullen zijn, we zullen ze
uitvoeren zoals we de vorige hebben uitgevoerd.
In het algemeen vinden wij dat addendum een kwaliteitsvol werkstuk.
Het is evenwichtig en verdoezelt geenszins de complexiteit van de
problematiek. Het plaatst de problematiek in het ruimer kader van het
conflict in het gebied van de Grote Meren.
Terwijl het onderzoekspanel terecht vooral de aandacht heeft gericht
op een aantal cruciale, maar soms minder belangrijke, actoren in
gans de problematiek, is de rol van een aantal niet-Afrikaanse landen
als eindbestemmeling of verwerker van grondstoffen moeilijker uit het
addendum af te leiden. De aandacht voor een aantal Afrikaanse
landen, die rechtstreeks bij het conflict betrokken zijn, lijkt ons relatief
bescheiden, terwijl een aantal indirect betrokken landen sterker in de
kijker worden geplaatst.
Grondstoffen als koffie en uranium komen helemaal niet aan bod,
terwijl ze ook niet zonder belang zijn. De financiële circuits, vaak van
maffiose aard, hebben vaak verbindingen met handel in wapens en
verdovende middelen, misschien met terrorisme, en gaan vaak schuil
achter de commerciële transacties. Ook zij verdienen waarschijnlijk
meer aandacht.
Van de niet-Afrikaanse landen komt België waarschijnlijk het meest
aan bod in het addendum. Dat komt niet alleen door onze feitelijke en
historische commerciële contacten in het gebied van de Grote Meren,
maar vooral door de intensiteit en de hoge mate van transparantie
waarmee de Belgische autoriteiten en bedrijven samenwerken met
het panel.
Wij voeren een bewuste politiek van samenwerking met dergelijke
onderzoekspanels. Ik denk dat onze transparantiepolitiek in het
addendum als het ware erkend wordt, want al het positieve dat wij
ondernomen hebben komt erin aan bod en wordt volop als dusdanig
erkend. Wij zijn daar natuurlijk blij om.
Wij hebben bij de interpellatie van mevrouw Laenens al gewezen op
de lovende woorden over de rol van België en van de Hoge Raad voor
de Diamant inzake de diamanthandel. Mijn meest fundamentele
commentaar inzake het addendum betreft het begrip illegaliteit. Het
vorige rapport werd vooral rond dat begrip opgebouwd. De toen
gehanteerde definitie van illegaliteit was niet duidelijk en dat maakte
het niet eenvoudig om een werkzaam onderscheid te maken tussen
legale en illegale activiteiten bij de uitbating en de uitbuiting van
natuurlijke rijkdommen in de Democratische Republiek Congo.
Efficiënte maatregelen werden daardoor zeker niet vergemakkelijkt. In
het addendum is de nadruk verschoven van het illegale karakter van
uitbatingen naar factoren die bijdragen tot het voortduren van het
conflict in de Democratische Republiek Congo. Wij vinden dat
prendra une décision
prochainement. Nous devons
suivre et appliquer ces décisions.
Le rapport met davantage en
exergue le rôle joué par les pays
non africains impliqués dans le
pillage des ressources naturelles
que celui des pays africains. Il
n'accorde que peu d'attention aux
matières premières telles que le
café ou l'uranium ou aux circuits
financiers illégaux liés au
commerce des armes ou de la
drogue.
Des pays non africains, c'est la
Belgique qui le plus souvent
évoquée dans l'addendum. La
Belgique coopère de manière
constructive avec l'équipe en
charge de l'étude. Notre
transparence politique est
reconnue car la Belgique est aussi
citée en termes positifs,
notamment pour les efforts qu'elle
a fournis en ce qui concerne le
commerce du diamant.
L'addendum met l'accent sur le
concept d'illégalité dont
l'interprétation a évolué entre les
deux rapports des Nations Unies.
Le second rapport établit en
particulier un lien entre les intérêts
commerciaux, d'une part, et la
persistance des accrochages dans
la région, d'autre part. Le fait qu'il
ne s'agisse pas d'une guerre à
grande échelle mais de conflits
dispersés et de moindre envergure
semble servir les intérêts
commerciaux.
A l'attention de M. Willems, qui se
réfère aux recommandations
formulées par le rapport, je précise
que je n'ai encore aucune idée de
leur teneur exacte.
Je souhaiterais que le groupe de
travail ad hoc chargé de se
pencher sur l'exploitation illégale
déploie une plus grande activité.
Nous avons également demandé
à consulter les données concrètes
du rapport, mais il n'est pas
d'usage de dévoiler les sources.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
bijzonder belangrijk. Vanuit internationaal-rechtelijk en internationaal
politiek oogpunt is het belangrijk dat de handel, of de uitbating en
uitbuiting van de natuurlijke rijkdommen in Congo, het voortduren van
het conflict voedt. Ook de uitbreiding van het conflict wordt er in grote
mate door gevoed.
Te veel partijen hebben commercieel en persoonlijk voordeel bij het in
stand houden van het low intensity conflict dat op dit ogenblik aan de
gang is. Er zijn schermutselingen, er gebeuren allerlei vervelende
dingen. Het is geen hete oorlog, maar het is ook niet echt vrede, verre
van. Blijkbaar komt het een aantal mensen heel goed uit dat het
conflict blijft voortduren. Ons komt het slecht uit, en wij veroordelen
het conflict.
Tegelijkertijd betekent dit dat de internationale druk om een eind aan
het conflict te maken minder groot is dan het geval zou zijn bij enorme
uitbarstingen van geweld. Nu verloopt het conflict aan een trager
ritme. Bernard-Henri Levy schrijft daarover in zijn jongste boek
trouwens zeer goede dingen.
De onderlinge Congolese dialoog, de zogeheten DDRR over
'désarmement, démobilisation, rapatriement et réintégration' en de
terugtrekking van de troepen, zal maar een ernstige kans op slagen
krijgen wanneer ook aan de illegale exploitatie van de natuurlijke
rijkdommen van Congo een einde wordt gemaakt. Dit is een thema
dat ons bezig houdt en dat deel uitmaakt van het Belgische actieplan
voor vredesopbouw in Congo. De dialoog moet zeker versterkt
worden.
In de lijn van ons actieplan voor vredesopbouw in het gebied van de
Grote Meren leveren wij al maandenlang grote inspanningen om de
betrokkenheid van de Europese Unie en van de internationale
financiële instellingen in de regio te verhogen. Dat begint resultaten
op te leveren. Dat neemt niet weg dat wij nog altijd vragen hebben bij
bepaalde vormen van financiële hulp, in het bijzonder van
rechtstreekse begrotingshulp die door bepaalde landen geleverd
wordt aan landen die nochtans rechtstreeks betrokken partij zijn in het
conflict. Ik weet dat vorig jaar nog onze noorderburen bij die landen
behoorden. Ik weet niet of dat nu nog het geval is.
Er is wellicht enige verduidelijking wenselijk vanwege het VN-panel of
de Veiligheidsraad omtrent het statuut van de aanbevelingen
waarnaar u hebt verwezen. Zijn dat politiek aanbevelingen of zijn ze
meer dan dat? Ze zullen dat zelf moeten beslissen en wij zullen
navenant handelen.
Ik kan u ook nog melden dat de ad-hoc-werkgroep Illegale Exploitatie,
die een aantal acties heeft ondernomen naar aanleiding van het
eerste rapport, volgens mij en de betrokken ministers een meer
permanent karakter moet krijgen, vooral met het oog op de opvolging
van de onderzoekscommissie in de Senaat die vorige week van start
is gegaan. Wij willen ons vanzelfsprekend niet bemoeien met de
werkzaamheden van die werkgroep, maar we willen ze graag bijstaan
met alle informatie waarover wij beschikken.
We hebben het onderzoekspanel dat dit rapport of dit addendum
heeft opgesteld om extra informatie gevraagd. We hebben ook inzage
in de concrete gegevens gevraagd. U weet dat daarnaar wordt
Nous avons donc l'intention d'agir
mais ne pouvons le faire sans
disposer de ces données.
Le groupe de travail « exploitation
illégale » va maintenant exposer
son rapport au gouvernement.
Nous serons attentifs à ses
recommandations et sommes
décidés à enrayer les pratiques
incriminées.
Quoi qu'il en soit, l'Union
européenne a beaucoup moins de
«protégés» qu'auparavant. Un
changement de mentalités est en
train de s'opérer car chacun
s'accorde à penser qu'il faut
mettre un terme à la situation
terrible que connaît l'Afrique sub-
saharienne.
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
verwezen, maar ze worden niet altijd toegevoegd. Ik moet u echter
zeggen het is een beetje paradoxaal dat het niet gebruikelijk is dat
panels van de Verenigde Naties en opvolgingscommissies inzage
geven in hun bronnenmateriaal. Dat is natuurlijk om redenen van
confidentialiteit, maar u begrijpt dat we dan in een soort van catch22-
situatie zitten. We willen natuurlijk graag optreden wanneer zou blijken
dat daar illegale dingen gebeuren, maar als men ons de gegevens
niet geeft, dan kunnen we dat moeilijk doen. Het is een moeilijke
situatie.
We zullen ook graag het overleg met de belanghebbende partijen
zoals de ngo's, de industrie, het Parlement en de internationale
gemeenschap voortzetten. We doen dat trouwens ook in verband met
de winning en handel in diamant. De ad-hoc-werkgroep Illegale
exploitatie zal zo snel mogelijk verslag uitbrengen aan de regering.
Dat verslag zal een analyse van het rapport van het addendum en van
de respectieve aanbevelingen bevatten. Wij moedigen de
werkzaamheden van de onderzoekscommissie aan en kijken met
belangstelling uit naar de aanbevelingen.
Ik kan alleen maar herhalen dat wij op dat vlak absoluut niets te
verbergen hebben, integendeel. Wij hebben er alle belang bij dat er
paal en perk wordt gesteld aan deze activiteiten. U hebt gezegd en
dat wil ik u ter informatie meedelen dat u denkt dat binnen de
Europese Unie ieder zijn geliefkoosde zwarte schaapjes en zijn
geliefkoosde beschermelingen heeft. Ik zou niet durven beweren dat
dit niet zo is, maar het is nu toch veel minder het geval dan vroeger.
Een van de grootste en voornaamste pleitbezorgers van strenge
acties ten aanzien van Zimbabwe is het Verenigd Koninkrijk, wat men
op het eerste zicht niet zou verwachten. Er is daar dus toch een
verandering in benadering, omdat iedereen begaan is met wat er in
sub-Sahara-Afrika gebeurt en wil bijdragen tot het beëindigen van die
afschuwelijke situatie. Iedereen beseft dat dit pas zal lukken als we
die situatie een halt kunnen toeroepen.
05.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik kan begrijpen dat u deze zaken niet ten gronde hebt
bestudeerd. Ik had overigens slechts een uurtje nodig om mijn vragen
op papier te zetten. De lectuur van dit document is voldoende
duidelijk.
Met deze interventie wou ik onze inbreng in dit dossier verduidelijken.
Ik heb aan uw reactie gezien dat u daarmee wel degelijk rekening
kunt en wilt houden. Ik heb dat gezien in uw beeldtaal en ik heb het
gehoord in uw antwoord. Interventies als deze hebben dus zin om een
dossier te begeleiden. We hebben ook vertrouwen in de werkgroep,
maar ik vrees dat, werkgroepen kennende, concrete resultaten heel
lang zullen uitblijven en dat men dan met vijgen na Pasen aan komt
zetten.
Ik ben geen jurist, maar ik weet voldoende van rechtspraak af om te
zeggen dat de legaliteit geen sinecure is. Er is sprake van een
terechte accentverlegging naar concrete feiten, meer bepaald naar de
oorlog die men laat aanslepen, precies om andere dingen te doen. Ik
heb een motie van aanbeveling ingediend die helemaal niet agressief
naar de regering toe is. Zij bevat enkele aanbevelingen, zoals
internationale regels voor de diamanthandel, directe terugtrekking van
de vreemde troepen op straffe van maatregelen, stopzetting van
05.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je
crois comprendre que vous
comptez prendre nos objections
en considération. Cette
intervention se justifie donc. Nous
faisons confiance au groupe de
travail «exploitation illégale» mais
nous craignons que ses résultats
se fassent trop attendre. J'ai
déposé une motion comportant
une série de recommandations qui
emporteront peut-être aussi votre
approbation. Je continue à suivre
ce dossier et je regrette que ce
thème soulève si peu d'intérêt au
sein de cette assemblée. Je
suppose que la motion de
recommandation que je vais
déposer sera, pour la énième fois,
contrée par une motion pure et
simple. Comment pourrait-on,
dans ces conditions réaliser
quelque chose de positif dans ce
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
illegale handel, het indienen van een rapport van het IMF aan de
Veiligheidsraad en de concrete uitwerking van de aanbevelingen. Ik
neem aan dat dit ook uw instemming kan meedragen. Ik blijf dit
dossier ten gronde volgen en ik kan alleen maar vaststellen dat, bij
een thema dat Congo aanbelangt en waar werkelijk dramatische
dingen gebeuren, dit Huis heel weinig belangstelling toont. De
minimale aanwezigheid bij zo een belangrijk onderwerp spreekt
boekdelen. Dat stelt me een beetje teleur.
Parlement, si l'on persiste dans le
petit jeu de la majorité contre
l'opposition?
05.04 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Uw antwoord geeft aan dat
wij dezelfde bezorgdheid delen. Het is een essentieel element in het
vredesproces in Congo om dit uit te klaren. Ik hoop dat de regering,
zodra de werkgroep verslag uitbrengt bij de regering, via een
commissie inzage krijgt in dit verslag. Voor de rest vertrouw ik op de
collega's van de Senaat dat zij via een onderzoekscommissie tot de
nodige resultaten zullen komen.
05.04 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Cette réponse démontre
que le processus de paix au
Congo retient l'attention de la
ministre et nous attendons avec
impatience les recommandations
du groupe de travail.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Ferdy Willems en Jacques Lefevre en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy Willems
en het antwoord van de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met
Landbouw,
vraagt de regering om op Belgisch, Europees en wereldvlak maximaal te ijveren voor:
1. de invoering van controles op de internationale diamanthandel, gelijkwaardig aan de in België gangbare
systemen terzake;
2. de directe terugtrekking van alle vreemde troepen uit Congo en, bij ontstentenis hiervan, de stopzetting
van wapenleveringen aan en het invoeren van internationale diplomatieke en financiële sancties tegen
landen die hun troepen in Congo houden;
3. de directe stopzetting en sanctionering (zowel juridisch als financieel via herstelbetalingen aan Congo)
van alle in het rapport genoemde illegale handelspraktijken, hetzij rechtstreeks begaan in Congo zelf, hetzij
gerealiseerd via transit-handel;
4. het voorleggen aan de Veiligheidsraad van een rapport vanwege de Wereldbank, het IMF en andere
financiële instellingen over de rol van hun tussenkomsten in de financiering van het conflict in Congo;
5. de concrete uitwerking van de aanbevelingen van het rapport."
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Ferdy Willems et Jacques Lefevre et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse de la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l'Agriculture,
demande au gouvernement de s'employer au maximum à l'échelon belge, européen et mondial:
1. à faire en sorte que le commerce international du diamant soit soumis à des contrôles comparables à
ceux qui sont systématiquement effectués en Belgique;
2. à obtenir que toutes les forces militaires étrangères soient immédiatement retirées du Congo et, à
défaut, à obtenir que cessent les livraisons d'armes aux pays qui maintiennent des troupes au Congo et
que des sanctions internationales de nature diplomatique et financière soient prises à l'encontre de ces
pays;
3. à faire en sorte qu'il soit immédiatement mis fin à toutes les irrégularités commerciales citées dans le
rapport, qu'elles soient commises directement au Congo même ou par le biais du commerce de transit et
que ces irrégularités soient sanctionnées (par des mesures juridiques aussi bien que financières, celles-ci
consistant à verser des réparations au Congo);
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
4. à garantir que soit soumis au conseil de Sécurité un rapport de la Banque mondiale, du FMI et d'autres
institutions financières sur l'effet de leurs interventions dans le financement du conflit dont le Congo est le
théâtre;
5. à s'assurer que les recommandations du rapport soient exécutées."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Jean-Marc Delizée.
Une motion pure et simple a été déposée par M. Jean-Marc Delizée.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
05.05 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, die
aanbevelingsmotie is wel een positieve motie.
05.05 Ferdy Willems (VU&ID):
Cette motion est positive.
05.06 Le président: La motion pure et simple a été déposée à 16
heures 29 et 30 secondes. Le ministre ayant parlé jusque 16.30
heures, on n'a donc écouté que 30 secondes de sa réponse.
05.07 Ferdy Willems (VU&ID): Op deze manier degradeert men het
Parlement tot een kindertuin. Wat men hier ook doet aan positieve
reacties, het is altijd hetzelfde. Trouwens, hetzelfde gebeurde bij de
bespreking van de toestand in Afghanistan.
Deze motie was niet agressief maar positief. Wij zullen onze rol als
democraten blijven spelen. Een lid van de meerderheid, zelfs zonder
de uiteenzettingen te hebben gehoord, dient een eenvoudige motie in
omdat het nu eenmaal moet. Het is het Parlement onwaardig. Kindjes
onder elkaar spelen op een eerlijke manier. Dit is het Parlement
onwaardig en ik zal dat morgen ook in de plenaire vergadering
herhalen.
05.07 Ferdy Willems (VU&ID):
Monsieur Delizée passe en coup
de vent pour signer une motion
pure et simple. De la sorte, le
Parlement devient vraiment une
sorte de jardin d'enfants, bien
qu'entre eux, les gosses
témoignent généralement de plus
de fair-play. Ma motion de
recommandation est extrêmement
prudente et nullement négative à
l'égard du gouvernement. Il
n'empêche qu'un membre de la
majorité passe, sans avoir
entendu un seul mot du débat, en
coup de vent pour déposer une
motion pure et simple. C'est
scandaleux!
05.08 Le président: Pour ma part, je ne peux que regretter que
certains et j'insiste bien sur le "certains" membres de la majorité
soient fréquemment absents de cette commission.
Cependant, la motion était déposable.
05.09 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, j'aimerais
intervenir dans cette discussion.
J'ai beaucoup de sympathie et de respect pour M. Willems qui a, avec
d'autres collègues, développé une interpellation sur le sujet du pillage
des ressources au Congo. Je partage certainement beaucoup de
préoccupations de M. Willems dans ce dossier comme dans d'autres.
Je pense que nous souhaitons tous au sein de ce parlement que la
vérité soit faite sur des faits qui se sont produits au Congo. Je crois
que la commission d'enquête chargée de faire la lumière sur le
meurtre de Patrice Lumumba a montré que notre assemblée pouvait
parfaitement effectuer un travail de qualité, un travail historique, un
travail de vérité et aboutir à ce que la lumière soit faite, même sur des
événements qui se sont passés il y a quarante ans.
05.09 Jean-Marc Delizée (PS):
Met alle respect voor de heer
Willems en zijn interpellatie, moet
ik u zeggen dat hoewel wij hier
allen de waarheid over Congo
willen achterhalen, vastgesteld
moet worden dat aangezien in de
Senaat een onderzoekscommissie
werd opgericht die zich over dat
onderwerp buigt en die haar rol
moet kunnen spelen, een motie
van aanbeveling mij hier totaal
misplaatst lijkt.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Il en va de même dans ce dossier-ci. Mais dès lors qu'une
commission d'enquête ayant le même objet se réunit au Sénat, nous
devons laisser à nos collègues sénateurs la possibilité de faire leur
travail et de tirer leurs conclusions.
Dès lors, même si l'on peut se préoccuper du sujet, je ne pense pas
qu'il soit opportun de déposer une motion motivée à l'adresse du
gouvernement, et ce afin de permettre à chacun de travailler
correctement. C'est la raison pour laquelle j'ai déposé la motion pure
et simple. Celle-ci a été déposée presque au terme de la discussion
générale; elle peut donc être retenue comme telle. Mais n'y voyez
nullement la manifestation d'une volonté de ne pas faire toute la clarté
sur ce dossier.
Tout comme la commission Lumumba, la commission d'enquête du
Sénat devra dire les choses telles qu'elles sont après avoir fait un
travail de fond. Je ne pense pas qu'il y ait lieu d'interpeller davantage
le gouvernement à ce stade de l'évolution du dossier.
05.10 Le président: Avant de mettre fin à cette querelle de
procédure, l'auteur de la motion motivée a le dernier mot.
05.11 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, sta mij toe nog
een klein punt aan te halen. Mijn enige bedoeling is dat deze resolutie
de positie van de regering en van de Senaatscommissie versterkt.
Ondertussen creperen mensen, maar men wacht heel rustig op de
besluiten van de Senaatscommissie.
Ik begrijp niet wat hier negatief aan is. Ik blijf herhalen dat de
personen die deze eenvoudige motie hebben ingediend, niet eens
gehoord hebben wat ik heb verteld en bovendien mijn tekst niet
hebben gelezen. Ik blijf bij mijn appreciatie dat het dit Parlement
onwaardig is. Ik vraag me werkelijk af wat men in deze
omstandigheden met positieve intenties nog zinnig kan doen. Ik vraag
me dat niet zonder cynisme af.
05.11 Ferdy Willems (VU&ID):
C'est un camouflet pour tous ceux
qui souhaitent travailler de
manière positive et constructive à
la Chambre! Pendant qu'ailleurs
des gens crèvent, on attend ici
tranquillement les résultats du
débat au Sénat.
05.12 Le président: Je crois que c'est un peu une parodie de
démocratie.
05.12 De voorzitter: Ik geloof dat
dit een parodie is op de
democratie!
06 Question de Mme Claudine Drion à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée
de l'Agriculture sur "les conclusions et les suites de la quatrième Conférence Ministérielle de l'OMC au
Quatar" (n° 5832)
06 Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "de besluiten en de gevolgen van de vierde ministeriële conferentie
van de WHO in Qatar" (nr. 5832)
06.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la ministre, nous avons eu avec le premier ministre vous
étiez d'ailleurs encore à Doha un petit débriefing au cours duquel il
voulait nous proposer les conclusions. Nous lui avons répondu que ce
n'était pas terminé, que l'Inde était en train de bloquer le processus...
Ceci pour introduire ma question et avoir votre première impression
car nous aurons un débat approfondi à la suite de l'annonce du
premier ministre. Comment estimez-vous que la position de la
Belgique a été rencontrée dans la déclaration finale de Doha?
06.01 Claudine Drion (ECOLO-
AGALEV): Op welke punten werd
het standpunt van België met
betrekking tot de WHO in de
eindverklaring van Doha
bijgetreden?
De handel vertegenwoordigt een
aantal zeer belangrijke
democratische uitdagingen. Op
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Vous le savez, notre groupe ainsi que plusieurs collègues d'autres
groupes sont intéressés par les questions du commerce international,
car nous pensons qu'il y a là des enjeux de démocratie très
importants. J'aimerais que vous nous disiez comment le
gouvernement compte associer le parlement dans les deux
prochaines années. Nous savons que pour les 18 prochains mois, la
quasi-exclusivité des négociations va avoir lieu à Genève dans le
cadre habituel des processus de négociation. Nous n'ignorons pas
que ceux-ci ne sont guère transparents puisque dans le cadre de la
préparation au sein de l'Union européenne par exemple, en tant que
parlementaires, nous n'avons pas accès à l'ordre du jour des comités
133 et à la manière dont ils sont préparés en Belgique.
Comment comptez-vous accroître la participation du parlement à la
préparation de ces négociations, étant entendu que pour les différents
sujets, tant au niveau des services, des droits de propriété
intellectuelle et de l'agriculture déjà en cours, que pour les nouveaux
éléments décidés à Doha, certains dossiers importants ne nous
permettent pas de nous contenter de dire que cela relève du domaine
de l'Europe? Nous ne voulons pas de perte de souveraineté. Nous
voulons garder un contrôle parlementaire sur l'intergouvernemental.
Comment envisagez-vous cela avant le futur débat que nous aurons
ensemble?
welke wijze wil de regering in de
loop van de komende twee jaar
het Parlement betrekken bij de
onderhandelingen die de WHO
continu in Genève zal voeren? Wij
willen voorkomen dat onze
soevereiniteit erbij zou inboeten en
willen de parlementaire controle
versterken.
06.02 Annemie Neyts, ministre: Avec tout le respect que je dois à
cette institution dont j'ai été membre de 1981 à 1994, je suis déçue et
je partage le sentiment de certains d'entre vous de voir qu'à aucun
moment au cours de l'après-midi, vous n'avez été davantage présents
pour les discussions. Je me permets de souligner, et je m'adresse
aux absents, que les demandes de transparence et d'échanges
démocratiques perdent beaucoup de leur substance lorsqu'on se rend
compte de la situation.
En ce qui concerne Doha, nous en discuterons plus tard plus en
détail, mais je considère que le résultat final est au-delà de toutes
mes espérances, car en matière de méthode de travail, nous avons
trouvé à Doha une façon de procéder qui a permis la participation de
toutes les délégations qui le désiraient, et cela par le biais de la mise
en place, d'une part, d'une assemblée plénière (assemblée générale
avec succession rituelle de tous les discours), et d'autre part, de ce
que l'on a appelé la commission plénière ("the committee of the
whole" en anglais) où nous avons entamé la discussion du projet de
déclaration ministérielle, c'est-à-dire le Harbinson II.
Au bout de quelques heures, il a été décidé de confier les différents
chapitres de cette déclaration à des comités ouverts travaillant sous la
direction de facilitateurs, qui n'étaient ni Américains ni Européens,
c'est-à-dire membres d'aucun des deux grands blocs économiques
soupçonnés d'être en collusion pour diriger tout ce qui se déroulerait
par la suite. On a essayé d'en trouver parmi les pays en voie de
développement, mais nous n'avons pas réussi.
Pour moi, lors de cette conférence, les pays en voie de
développement ont fait preuve d'une véritable maturité politique. Ils
avaient très soigneusement préparé les travaux, ils s'étaient réparti
les rôles et il y a eu de nombreuses interventions. Par exemple, pour
les pays ACP, le Kenya, la Zambie et d'autres encore sont intervenus.
06.02 Minister Annemie Neyts:
Wij kunnen in de toekomst nog
nader op Doha ingaan. Het
resultaat overtreft onze stoutste
verwachtingen.
Om te beginnen heeft de
werkmethode de deelname van
alle betrokken partijen tijdens de
plenaire vergadering maar vooral
tijdens de plenaire assemblee
mogelijk gemaakt. Diverse
hoofdstukken van de Verklaring
werden toevertrouwd aan open
comités, voorgezeten door
gangmakers die Amerikanen noch
Europeanen waren. De
ontwikkelingslanden hebben een
heuse politieke maturiteit ten toon
gespreid en hebben een
belangrijke rol gespeeld door in de
Verklaring accenten in hun
voordeel te leggen. De agenda in
Doha is aldus tot een ware
ontwikkelings-agenda uitgegroeid.
Het kleiner maken van de kloof
tussen rijke en arme landen was
eenieders bekommernis. Deze
verklaring komt aan dat streven
tegemoet, inzonderheid de tekst
over de geneesmiddelen. Die tekst
beperkt zich niet tot wat holle
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Et ils ont joué un rôle très important, qui a permis d'imprimer à
l'ensemble de la déclaration de véritables accents en faveur des pays
en voie de développement et des moins développés parmi eux.
Il est donc très judicieux de dire que l'ordre du jour de la conférence
de Doha est un véritable programme de travail de développement
en anglais: "The Doha Development Agenda" qui comporte des
négociations. Cela est on ne peut plus vrai.
Nous étions tous les uns un peu plus que les autres très
préoccupés de faire en sorte que les résultats de cette conférence
soient de nature à refermer ou à rendre moins profond le fossé entre
pays riches et pays pauvres plutôt qu'à l'élargir et nous y sommes
parvenus.
Un élément extrêmement important est la déclaration concernant
l'accès aux médicaments et la santé publique. Le texte qui a été
approuvé dans ce domaine ne se contente pas de déclarations
pieuses et stériles. Car c'est ce que nous redoutions le plus puisque
c'était la voie la plus facile. Ce texte a de la consistance et a été
adopté à l'unanimité, c'est-à-dire y compris les Etats-Unis et la Suisse
qui étaient parmi les plus grands opposants à ce type d'approche.
Nous avons également pris l'engagement de proposer et de mettre au
point, d'ici le début de l'été prochain, des solutions pour les pays en
voie de développement qui ne disposent pas des capacités de
production de médicaments. Cela concerne toute la problématique de
la production parallèle, des différenciations de prix, etc. Cette
problématique est terriblement compliquée parce que, si elle est mal
étudiée et que les solutions sont mal calibrées, cela risque de mettre
à mal la notion même de propriété intellectuelle. Or, je crois que nous
ne le voulons pas, pas plus que les pays en voie de développement.
Ces derniers ont d'autres formes de propriété intellectuelle, qu'ils
veulent protéger. Ils n'ont donc aucun intérêt à vider de sa substance
l'accord ADPIC, qui touche aux aspects du commerce relié à la
propriété intellectuelle.
Cela est très bon. Tous les engagements en matière d'assistance
technique, en matière d'acquisition de compétences et d'expériences
dans le chef des administrations et des gouvernements des pays en
voie de développement sont très importants au niveau des
négociations.
J'attire votre attention sur le fait qu'il faudra maintenant veiller à ce
que tous les gouvernements, y compris le nôtre, honorent
l'engagement qu'ils ont pris en approuvant cette déclaration. En fait,
nous nous sommes engagés à apporter des fonds supplémentaires
car ce ne sont pas les moyens actuels de l'OMC qui suffiront à étoffer
un tel système. Mike More, que je connais bien, m'a dit qu'il viendrait
pleurer sur mon épaule si le gouvernement belge ne donne pas
l'argent promis. La lettre est déjà arrivée, demandant que nous
honorions nos promesses. J'ai du mal à convaincre certains collègues
mais j'espère que les choses vont aller mieux.
En matière d'environnement, il y a des préoccupations belges et des
préoccupations européennes. L'UE et la plupart des partis en
Belgique ne voulaient pas s'engager, avant même le début des
négociations, à éliminer toutes les formes de subsides à l'exportation
frasen, het is een inhoudelijk zeer
sterke tekst. Er werden
oplossingen gevonden voor landen
zonder autonome
productiemiddelen. Dat was een
zeer delicate aangelegenheid. Wij
zijn echter in ons opzet geslaagd,
zonder het begrip intellectuele
eigendom aan te tasten.
Nu moet erop worden toegezien
dat alle regeringen hun
verbintenissen nakomen, met alle
pecuniaire verplichtingen van dien.
Dat slaat ook op ons land, en
sommige collega's zijn moeilijk te
overtuigen.
Op milieugebied beoogden wij niet
de afschaffing van de
exportsubsidie voor
landbouwproducten. Wij hebben
ons ertoe verbonden op dat vlak
onderhandelingen aan te knopen,
zij het zonder
resultaatsverbintenis.
De Europese Unie wilde eveneens
vooruitgang boeken op het stuk
van de mededinging.
Bij de besprekingen over
minimumnormen inzake arbeid
stuitten wij echter op een muur. Ik
heb voor een zo groot mogelijke
transparantie jegens de delegatie
geopteerd. Via enkele
delegatieleden hebben wij
vernomen dat de heer Somavia
alle moeite van de wereld gehad
heeft om het akkoord dat op 12
november binnen het IAB bereikt
werd over de sociale dimensie van
de globalisering, erdoor te krijgen.
Die moeilijkheid heeft ons tot
voorzichtigheid aangezet.
Wij hebben dus alle redenen om
tevreden te zijn.
Ik heb er geen bezwaar tegen om
u de agenda van de comités 133
mee te delen.
De teksten van Doha zijn
grotendeels beschikbaar op het
internet. Ik zal u hier verslag
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
en matière agricole. C'était notre position dès le départ. Nous avons
dit qu'il n'était pas possible d'inscrire le résultat auquel il fallait aboutir
dans le projet de déclaration avant même que les négociations aient
commencé. C'est exclu! Nous n'imposerons cela nulle part, il n'y a
donc aucune raison pour nous de l'accepter.
Certains pays anglophones se sont échinés à nous dire: "with a view
on phasing out" ne signifie pas "phasing out". Tiens, c'est intéressant!
A la suite de nos remarques, ils ont ajouté les mots fatidiques et
essentiels: "Nous nous engageons à commencer les négociations
sans préjuger de l'issue, entre autres, de la réduction des subsides
"with a view on phasing out". On va voir. Ce n'est pas moi qui ai
négocié mais c'était une grosse préoccupation.
D'autres déclarations sont très importantes pour nous: l'accès aux
médicaments, toute la partie "mise en oeuvre en faveur des pays en
voie de développement", la perspective de négociations multilatérales
sur la protection de l'investissement direct étranger. Avancer en
matière de compétition était très important pour l'UE.
Pouvoir commencer à parler, étudier et négocier les liens entre les
accords commerciaux et les accords en matière d'environnement était
très important pour les raisons que vous connaissez. Ces deux types
d'accords sont en train de suivre des pistes tellement différentes qu'ils
risquent de devenir incompatibles alors que nous voudrions qu'ils se
soutiennent et se renforcent mutuellement. Cela a été accepté et c'est
extrêmement important, cela n'a pas été facile.
On a buté sur un mur en ce qui concerne les normes fondamentales
du travail. On n'a pas réussi à aller plus loin que ce qui figure déjà
dans la déclaration de Singapour de 1996.
J'ai agi avec la délégation belge comme je l'ai fait avec vous. J'ai donc
joué la carte de la transparence maximale à l'égard de tous les
membres de la délégation dont deux parlementaires en leur disant
d'aller en séance plénière et d'y écouter ce qui s'y disait.
Par certains membres de la délégation, et sans préjuger de leur
attitude car il leur revient de la formuler, nous avons appris que M.
Somavia avait eu un mal fou à obtenir l'accord du 12 novembre au
sein du bureau de l'Organisation internationale du travail concernant
la mise en oeuvre et l'intensification des travaux sur la dimension
sociale de la globalisation. Il ne l'a obtenu que de justesse.
Les réactions ont été de dire que si c'était déjà si difficile à l'OIT afin
de dépasser ce qu'il y a aujourd'hui, une certaine prudence est de
rigueur. Le Conseil des ministres de l'Union européenne a reformulé
sa déclaration qui a été ajoutée au procès-verbal de la conclusion de
cette session extraordinaire, commencée le vendredi et achevée le
mercredi avec l'approbation de la déclaration ministérielle à savoir
que l'Union européenne continue à travailler dans le sens indiqué.
Personnellement, j'ai des raisons d'être satisfaite car jusqu'il y a peu,
avant la conférence, je pensais que nos chances de réussir étaient de
moitié.
Pour ce qui est de l'ordre du jour des comités 133, j'en discuterai avec
mes collègues mais je ne vois où serait le problème pour vous faire
tenir l'ordre du jour d'autant plus que nous le faisons tenir aux
blijven uitbrengen en de NGO's
blijven informeren. Ik denk dat
men moet blijven ageren opdat
een parlementair forum in het
kader van de WHO kan blijven
bijeenkomen, zodat de
parlementsleden over hun
bekommernissen van gedachten
kunnen wisselen.
CRIV 50
COM 600
28/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
parlementaires européens. Les parlementaires ont l'ordre du jour du
133.
Les textes de Doha sont nombreux sur le net sur le site web de
l'OMC notamment et sont donc disponibles. Je continuerai, tant
qu'on me prêtera vie politique, à agir comme je l'ai fait jusqu'à
présent, c'est-à-dire à vous faire rapport et à avoir des réunions avec
les ONG sur la progression des travaux. L'ordre n'est pas repris dans
la déclaration ministérielle parce que tout le monde n'est pas d'accord
mais je pense qu'il faut continuer à agir afin qu'un forum
parlementaire puisse se réunir à intervalles réguliers dans le cadre de
l'OMC.
Une réunion a eu lieu à Doha mais il n'y a pas eu d'engagement de se
réunir régulièrement. Vous connaissez mon point de vue et c'est aussi
celui de Pascal Lamy. Il faudrait le prévoir car il serait positif que les
parlementaires puissent échanger des idées entre eux et exposer
leurs appréhensions. Il n'y pas que les appréhensions et les souhaits
de la Belgique. Il y a 141 autres Etats et parlements qui ont leurs
préoccupations tout aussi légitimes que les nôtres. Le tout est de les
concilier.
06.03 Le président: Sur ce dernier point, j'ai constaté que la
résolution du Parlement européen demande une assemblée
parlementaire consultative dans le cadre de l'OMC.
06.04 Annemie Neyts, ministre: C'est effectivement une demande du
Parlement européen.
06.05 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Comme vous le
constaterez à l'occasion du débat approfondi sur cette question, je ne
partage pas entièrement votre enthousiasme, madame la ministre.
Néanmoins, j'estime qu'il y a des avancées dans les quelques
domaines que vous avez relevés, notamment en ce qui concerne les
médicaments et les conventions internationales sur l'environnement.
Vous nous annoncez que nous allons recevoir les ordres du jour du
comité 133. C'est déjà un tout petit pas vers plus de transparence. La
portée de ma question était plus vaste mais, à nouveau, nous y
reviendrons. Proposez-vous que le forum parlementaire qui sera un
jour mis sur pied devienne cette instance de contrôle parlementaire?
J'estime que les parlements nationaux doivent continuer à jouer un
rôle très important. En effet, jusqu'à preuve du contraire, l'OMC reste
intergouvernementale. Je pense qu'il faudra aussi approfondir cette
question.
Toujours en matière de transparence, je voudrais formuler une
remarque au sujet de la question de M. Willems sur les fluctuations
de prix sur le marché international du café. Vous demandiez quelle
était l'action de M. Boutmans dans ce domaine. Comme les
parlementaires qui suivent régulièrement la commission le savent, la
Belgique a pris une initiative pour soutenir les petits producteurs de
café, dans le cadre du fair trade. En ce qui concerne les cultures
biologiques, la Belgique a fait de même pour le Fonds
d'investissement en faveur des PME. Je pense donc que le secrétaire
d'Etat a la volonté de soutenir une production équitable de café.
06.05 Claudine Drion (ECOLO-
AGALEV): Ik deel uw
enthousiasme niet volledig, maar
er werd wel vooruitgang geboekt.
Stelt u voor dat het parlementair
forum de plaats wordt waar de
parlementaire controle wordt
uitgeoefend? Ik ben er
voorstander van dat de nationale
parlementen die controle blijven
uitoefenen.
L'incident est clos.
28/11/2001
CRIV 50
COM 600
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17.03 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.03 uur.