KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 592
CRIV 50 COM 592
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
27-11-2001 27-11-2001
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Justitie over "de agressie tegenover
controlerende ambtenaren" (nr. 5748)
1
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
des Finances sur "l'agression de fonctionnaires
investis d'une mission de contrôle" (n° 5748)
1
Sprekers:
Ludwig Vandenhove, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Ludwig Vandenhove, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het negatief
injunctierecht van minister Durant" (nr. 5792)
2
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le droit d'injonction négative de Mme
la ministre Durant" (n° 5792)
2
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de uitvoering van de
Lambermont-wetgeving met betrekking tot de
kerkfabrieken" (nr. 5799)
4
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "la mise en oeuvre de la législation
issue des accords du Lambermont en ce qui
concerne les fabriques d'église" (n° 5799)
4
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het gebrek aan
operationaliteit van de Staatsveiligheid" (nr. 5807)
6
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le manque d'opérationnalité de la
Sûreté de l'Etat" (n° 5807)
6
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Justitie over "de hechtenis
van een eerste advocaat-generaal" (nr. 5744)
11
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de la Justice sur "la mise en détention
d'un premier avocat général" (n° 5744)
11
Sprekers: Géraldine Pelzer-Salandra, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Géraldine Pelzer-Salandra, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister
van Justitie over "de beslissing het Brussels
Steuncentrum te sluiten" (nr. 5796)
12
Question de M. Yvan Mayeur au ministre de la
Justice sur "la décision de fermeture du Centre
d'appui bruxellois" (n° 5796)
12
Sprekers: Yvan Mayeur, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Yvan Mayeur, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
27
NOVEMBER
2001
10:15 uur
______
du
MARDI
27
NOVEMBRE
2001
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.20 heures par M. Fred Erdman, président.
01 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Justitie over "de agressie tegenover
controlerende ambtenaren" (nr. 5748)
01 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre des Finances sur "l'agression de fonctionnaires
investis d'une mission de contrôle" (n° 5748)
01.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik besef dat in ons land de scheiding van de machten
bestaat. De uitspraak van de rechter en het standpunt van de minister
over dit geval zijn dus verschillende zaken. Ik ga de details van de
rechtszaak hier uiteraard niet voorlezen. Samengevat: ze betreft een
RVA-controleur die vrij hard is aangepakt door de persoon die hij ging
controleren. Daar is een rechtszaak van gekomen, waarvan de
uitspraak van de rechter op zijn zachtst gezegd voor discussie vatbaar
is.
Mijnheer de minister, u bent ongetwijfeld op de hoogte van het
betrokken vonnis. Ik heb u trouwens de tekst bezorgd. Ik wil u vragen
wat u er zelf over denkt.
Daarnaast heb ik een vraag die niet alleen voor u bestemd is. Naast
RVA-controleurs zijn er nog andere mensen met een soort politionele
taak hoewel ze strikt genomen geen politieagenten zijn , die meer
en meer het slachtoffer van agressie worden. Wat denkt u daarover?
Heeft de federale regering de intentie om aan dergelijke feiten iets te
doen? Ik maak hier de vergelijking met een Vlaamse materie, te
weten de agressie tegen de chauffeurs van De Lijn. Daar wordt wel
een beleid ontwikkeld. Mijn vraag strekt zich dus uit tot de hele
regering: is het de intentie van de regering om een bepaald beleid te
gaan voeren inzake RVA-inspecteurs en eventueel andere
inspectiediensten?
01.01 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Un contrôleur de l'ONEm a
été pris assez rudement à partie
par la personne qu'il contrôlait, ce
qui a donné lieu à une action en
justice. La sentence du juge a été
pour le moins discutable. Que
pense le ministre de ce jugement?
Le gouvernement a-t-il l'intention
de définir une politique dans ce
domaine de manière à mieux
protéger d'une manière générale
les fonctionnaires qui exercent une
mission de contrôle? Je pense,
par exemple, à la politique de la
Communauté flamande
concernant les agressions dont
sont victimes les chauffeurs de De
Lijn.
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Vandenhove, zoals u zelf al vermeldde, moet het principe van de
scheiding van de machten in acht moet worden genomen. Het is de
minister van Justitie principieel niet toegelaten commentaar te leveren
bij individuele uitspraken, in welke omstandigheden die ook mogen
geveld zijn.
Mijnheer Vandenhove, ik kan u wel zeggen dat de situaties die u
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
Nous devons respecter la
séparation des pouvoirs et je ne
me prononcerai dès lors pas sur le
jugement proprement dit.
Les situations décrites entrent
dans le champ d'application du
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
exemplarisch aanhaalde worden geregeld in titel V, hoofdstuk 2 van
het Strafwetboek. Het betreft hier de artikelen die handelen over:
"smaad en geweld tegen ministers en leden van de wetgevende
Kamers", en eveneens over: "dragers van het openbaar gezag of van
de openbare macht." De personen waarnaar u verwijst, bezitten wel
degelijk die hoedanigheid. Op grond van de artikelen 276 en volgende
van het Strafwetboek kan "smaad, bedreiging en geweld tegen ieder
persoon met een openbare hoedanigheid bekleed, in de uitoefening
van, of ter gelegenheid van de uitoefening van zijn bediening" worden
vervolgd. Alle middelen zijn dus al aanwezig. De wetgever heeft zijn
werk gedaan. Het behoort het parket toe, als vervolgende instantie,
om de maatregelen te treffen die zich opdringen.
Het spreekt voor zich dat personen die met openbaar gezag of met
openbare macht zijn bekleed, het nodige respect moeten krijgen.
Anders is elke werkzaamheid in onze rechtsstaat bijna uitgesloten.
Het betreft hier een gevoelige materie, die belang heeft voor elke
beleidsmaker en voor elke uitvoerder van dat beleid. De parketten
hebben dat blijkbaar begrepen, want zij hebben in deze zaak de
vervolging ingesteld. Over het oordeel van de rechter kan ik mij
wegens het principe van de scheiding der machten niet uitspreken.
Dat zal ik ook niet doen. Ik denk echter dat ik voldoende heb
aangetoond welke houding terzake moet worden aangenomen en
welke wettelijke middelen daarvoor bestaan.
Titre V, Chapitre II, du Code pénal,
relatif aux outrages et violences
envers les dépositaires de
l'autorité ou de la force publique.
En vertu des articles
276 et
suivants, l'outrage, les menaces et
les violences commis contre toute
personne ayant un caractère
public peuvent être poursuivis.
01.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord. Ik denk dat het vrij volledig was.
Omdat het hier niet uitsluitend de bevoegdheid van de minister van
Justitie betreft, zal ik mijn vraag uiteraard ook voorleggen aan
mevrouw Onkelinx, die bevoegd is inzake de RVA-inspecteurs. Meer
algemeen denk ik dat de federale overheid inzake de toenemende
agressie moet bekijken welke maatregelen mogelijk zijn - naast de
strikt juridische maatregelen die inderdaad bestaan, en waarbij het
van het gerecht afhangt wat het doet of niet doet. Het zou goed zijn op
federaal niveau een inventaris te maken van de inspectiediensten die
aan dergelijke voorvallen blootstaan, zodat we kunnen proberen erop
in te spelen met andere beleidsmaatregelen.
01.03 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Je transmettrai la question
à la ministre Onkelinx qui est
compétente en la matière.
Un inventaire des mesures
pourrait également être utile au
niveau fédéral.
Je remercie le ministre d'avoir
donné des éclaircissements sur
l'aspect juridique de la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "het negatief injunctierecht
van minister Durant" (nr. 5792)
02 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "le droit d'injonction négative de Mme
02.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, via de media hebben wij vernomen dat, om autobestuurders
de gelegenheid te geven zich een nieuwe nummerplaat aan te
schaffen, er tot 1 juli 2002 geen uitvoering zal worden gegeven aan
het koninklijk besluit van 20 juli 2001 dat bepaalt dat de nummerplaat
aan de voorzijde van de wagen reflecterend moet zijn. Het
uitgangspunt hiervoor was dat er op korte termijn te weinig
nummerplaten beschikbaar waren. Het lijkt logisch dat men daarom
wacht met de uitvoering van het koninklijk besluit. De meest logische
manier om het probleem op te lossen was zonder enige twijfel het
koninklijk besluit op te schorten. Onze verrassing was groot toen we
via de media vernamen dat mevrouw Durant niet van plan was het
02.01 Tony Van Parys (CD&V):
L'arrêté royal du mois de juillet
2001 ne serait pas appliqué avant
le 1er juillet 2002 pour permettre
aux automobilistes d'acquérir une
nouvelle plaque minéralogique
réfléchissante à placer à l'avant du
véhicule.
N'aurait-il pas été plus logique de
suspendre cet arrêté royal? Quelle
ne fut pas notre surprise lorsque
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
koninklijk besluit op te schorten. Zij deelde via de pers mee dat pas
vanaf juli 2002 boetes zouden worden opgelegd.
Mijnheer de minister, u begrijpt dat de uitspraak van mevrouw Durant
een beetje moeilijk ligt. Indien dit zo zou kunnen gebeuren, betekent
het in feite dat minister Durant over een negatief injunctierecht
beschikt. Ik veroorloof me dus aan u de vraag te stellen of dit klopt.
Beschikt mevrouw Durant plots over een negatief injunctierecht? Zijn
er al instructies in die zin gegeven aan de parketten? Hebben zij de
opdracht gekregen geen boetes op te leggen? U weet dat ik geen
voorstander ben van boetes in dergelijke aangelegenheden, maar we
moeten de kerk toch in het midden proberen houden. Wij moeten toch
voorkomen dat excellenties als mevrouw Durant zich op terreinen
gaan begeven die de hunne niet zijn en waar ze geen enkele
bevoegdheid hebben.
Mijnheer de minister, kunt u mij geruststellen inzake de juiste
toedracht van deze aangelegenheid?
Mme Durant a informé la presse
de son intention de ne pas
suspendre l'arrêté royal mais de
n'infliger des amendes qu'à
compter du mois de juillet 2002.
La ministre dispose-t-elle
subitement d'un droit d'injonction
négative? Des instructions ont-
elles été données dans ce sens
aux parquets? Il est vrai que je ne
préconise pas le recours aux
amendes dans ce domaine mais
nous devons maintenir l'église au
milieu du village. Les ministres ne
doivent pas outrepasser leurs
compétences.
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, ik denk dat ik aan u het artikel 143ter van het Gerechtelijk
Wetboek niet hoef toe te lichten. Ik citeer: "De minister van Justitie
legt het strafrechtelijk beleid vast, inclusief dat van het opsporings- en
vervolgingsbeleid, nadat hij het advies van het College van
procureurs-generaal heeft ingewonnen". Het is dus uitsluitend de
bevoegdheid van de minister van Justitie. Geen enkele andere
minister heeft terzake enige bevoegdheid. Bovendien bepaalt de
Grondwet dat de minister van Justitie geen negatief injunctierecht
heeft. De parketten van het Rijk hebben dus geen instructies
ontvangen die erop gericht zouden zijn de overtreders van de
bepalingen van het koninklijk besluit van 20 juli 2001, betreffende de
inschrijving van de voertuigen, niet te vervolgen. Deze bepalingen
beletten evenwel geenszins dat de politiediensten zich er in een
eerste fase toe beperken de overtreders te waarschuwen, teneinde
slecht ingelichte bestuurders niet onnodig te straffen.
Minister Durant heeft mij in haar brief van 23 november 2001
gevraagd bij het College van procureurs-generaal tussenbeide te
komen, teneinde ervoor te zorgen dat de parketten aan de
politiediensten de instructie geven in een eerste fase alleen
processen-verbaal in die zin op te stellen. Ik denk dat deze werkwijze
beantwoordt aan wat voorgeschreven wordt door artikel 143 van het
Gerechtelijk Wetboek.
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je présume que je ne dois pas
expliquer l'article 143ter à M. Van
Parys. Les parquets n'ont reçu
aucune instruction de la ministre
Durant tendant à abandonner les
poursuites. La ministre a
seulement envoyé un courrier
demandant aux services de police
de procéder à un avertissement
dans une première phase et de ne
pas infliger d'amende.
02.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat op
deze manier de zaken voldoende zijn uitgeklaard, zodat wij met een
gerust geweten met onze niet-reflecterende nummerplaat kunnen
rondrijden. Wij riskeren hoogstens een waarschuwing. Wel had ik het
nog meer geapprecieerd indien mevrouw Durant het initiatief
genomen om het koninklijk besluit op te schorten tot wanneer de
nodige materialen beschikbaar zijn om de autobestuurders in staat te
stellen de regels na te leven.
Het doet me wel genoegen dat er geen probleem is inzake het
vermeende negatieve injunctierecht van de minister. Wat dat betreft,
kunnen wij blijkbaar op beide oren slapen.
02.03 Tony Van Parys (CD&V):
J'aurais apprécié que la ministre
Durant reporte l'arrêté royal
jusqu'à ce qu'il y ait l'équipement
nécessaire pour produire ces
plaques minéralogiques en
nombre suffisant. Il règne
actuellement une trop grande
incertitude.
02.04 De voorzitter: Collega's, ik heb aan de voorzitter van het
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
College van quaestoren gevraagd de situatie terzake voor de P-platen
op te klaren. Deze kwestie valt onder zijn verantwoordelijkheid. Hij
heeft gezegd dat hij de zaak zou onderzoeken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de uitvoering van de
Lambermont-wetgeving met betrekking tot de kerkfabrieken" (nr. 5799)
03 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "la mise en oeuvre de la législation
issue des accords du Lambermont en ce qui concerne les fabriques d'église" (n° 5799)
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er bestaat enige onduidelijkheid ingevolge de zogenaamde
Lambermont-wetgeving, waardoor een aantal bevoegdheden inzake
kerkfabrieken worden overgedragen aan de gewesten. In de
Lambermont-wetten werd deze overdracht opgenomen, maar na
opmerkingen van de toenmalige CVP-fractie - de huidige CD&V-
fractie in de Senaat heeft de wetgever bepaald dat, enerzijds, de
erkenning van de erediensten en, anderzijds, de wedden en de
pensioenen van de bedienaars van de erediensten bij de
bevoegdheidsoverdracht uitgesloten worden.
Mijnheer de minister, kunt u mij enige verduidelijking geven over de
situatie die zal ontstaan vanaf 1 januari 2001? Vanaf dat moment
wordt de betrokken wetgeving immers van kracht. 1 januari 2001
nadert snel. Daarom vraag ik u wie vanaf die datum de goedkeuring
gaat geven voor de uitvoering van werken in opdracht van de
kerkfabrieken? Gebeurt dit door de federale overheid? Blijft het
ministerie van Justitie terzake bevoegd? Of worden de gewesten
bevoegd? Klopt het dat de Koning zijn bevoegdheden blijft uitoefenen
tot de gewesten de kwestie via decreten regelen, of zullen de
gewestregeringen de beslissingen nemen? Worden er ambtenaren
aan de gewesten overgedragen om de taken met de nodige
deskundigheid te vervullen en om de nodige continuïteit te
verzekeren?
Een volgende vraag heeft te maken met de goedkeuring van de
begroting en van de rekeningen van de kerkfabrieken. Dit punt sluit
nauw aan bij de erkenning van de erediensten. De vraag is dus of
deze bevoegdheid ook een federale bevoegdheid blijft, of dat hiervoor
de gewesten terzake vanaf 1 januari 2002 bevoegd zijn?
Mijnheer de minister, ik heb nog een paar algemene vragen. Welke
voorbereidingen zijn er getroffen in verband met deze
bevoegdheidsoverdracht? Hoe zullen de kerkfabrieken en de
betrokken gemeentebesturen, die belanghebbende partij zijn,
geïnformeerd worden?
03.01 Tony Van Parys (CD&V):
La législation issue des accords
du Lambermont prévoit un
transfert des compétences
relatives aux fabriques d'église.
Bien que l'échéance du 1
er
janvier
2002 soit proche, il subsiste des
ambiguïtés.
Le Roi reste-t-il compétent en ce
qui concerne l'approbation de
l'exécution de travaux ou le
gouvernement régional prendra-t-il
les décisions?
Des fonctionnaires seront-ils
transférés aux Régions?
L'approbation des budgets et des
comptes reste-t-elle de
compétence fédérale? Quelles
mesures préparatoires ont-elles
déjà été prise? Comment les
fabriques d'église et les
administrations communales
seront-elles informées?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, vanaf 1 januari 2002 zijn de bevoegdheden inzake "de
kerkfabrieken en instellingen die belast zijn met het beheer van de
temporaliën van de erkende erediensten, met uitzondering van de
erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de
bedienaars der erediensten", ingevolge artikel 4, VII, ten zesde, van
de bijzondere wet van 13 juli 2000, overgedragen aan de gewesten.
De bedoeling van deze wet is om de hele problematiek van de voogdij
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les compétences en matière de
fabriques d'églises et d'institutions
chargées de la gestion du
temporel des cultes reconnus sont
transférées aux Régions
conformément à l'article 4, VII, 6°
de la loi spéciale du 13 juillet 2001,
à l'exception de la reconnaissance
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
over en het toezicht op de kerkfabrieken en de instellingen, belast met
het beheer van de tijdelijke en van de erkende erediensten, over te
dragen aan de gewesten. De Koning houdt op 1 januari 2002 op deze
bevoegdheden uit te oefenen. Het is duidelijk dat de gewesten
organisatorisch op 1 januari 2002 nog niet in staat zullen zijn om de
overname administratief zelf te beheren. Bijgevolg zullen de federale
diensten tot een nog nader te bepalen datum blijven handelen. De
handtekening zal echter door de bevoegde gewestminister geplaatst
worden. Het zal dus geen koninklijk besluit, maar een gewestelijk
besluit zijn.
De materie is vrij technisch. Daarom zal er personeel worden
overgedragen aan de gewesten. In de mate van het mogelijke gebeurt
dit op vrijwillige basis, uiteraard voor zover het betrokken personeel
over de juiste competentie beschikt. Omdat het een kleine federale
dienst betreft, zal het niet mogelijk zijn naar ieder gewest personeel
over te dragen. De overdracht zal dus een beperkte handeling zijn.
De goedkeuring van de rekeningen en de begrotingen heeft een
weerslag op de financiële verplichtingen van de lagere overheden ik
denk hier aan de gemeenteraden en aan de provincies die, hetzij
een advies moeten uitbrengen, hetzij toezicht uitoefenen. De
goedkeuring wordt een gewestelijke materie want ze valt onder het
aspect voogdij.
Betreffende het aartsbisdom Mechelen-Brussel en bepaalde
instellingen die hun activiteiten in meer dan een gewest hebben,
moeten de betrokken gewesten met elkaar een
samenwerkingsakkoord sluiten. Er is regelmatig overleg tussen mijn
diensten en die van de ministers die bevoegd zijn voor de
institutionele hervormingen. Het komt de federale overheidsdiensten
evenwel niet toe om richtlijnen te geven inzake de behandeling van
dossiers vanaf 1 januari 2002, aangezien zij niet meer bevoegd zullen
zijn. Het zijn de gewesten die de nodige richtlijnen verstrekken aan de
kerkfabrieken en aan de instellingen van de erkende erediensten en
de instellingen belast met het beheer van de tijdelijke erediensten.
Gelijkaardige operaties hebben in het verleden aangetoond dat er een
zekere tijdsspanne verloopt vooraleer de gewestelijke diensten
organisatorisch operationeel zijn.
des cultes et des traitements et
pensions des ministres du culte.
D'un point de vue organisationnel,
les Régions ne seront pas encore
en mesure de gérer cela elles-
mêmes. Les services fédéraux
continueront à assurer cette
gestion pendant un temps mais
sous la signature du ministre
régional compétent. Du personnel,
en nombre limité, sera transféré
vers les Régions.
L'approbation des comptes et des
budgets devient aussi une matière
régionale.
Il faudra conclure des accords de
coopération pour l'archevêché de
Malines-Bruxelles. Ce sera aussi
le cas pour d'autres institutions
dont les activités portent sur plus
d'une Région.
Mes services et ceux des
ministres qui seront compétents à
partir du mois de janvier se
concertent régulièrement. Mais, à
partir du 1
er
janvier 2002, l'Etat
fédéral ne pourra plus donner de
directives en ce qui concerne le
traitement de dossiers.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als de
minister het goedvindt, wil ik graag beschikken over zijn schriftelijk
antwoord.
Mijnheer de minister, moeten de kerkfabrieken zich vanaf 1 januari
2002 tot de federale overheid of tot de gewestelijke overheid wenden?
U zegt dat de federale diensten voorlopig hun taken blijven
uitoefenen, maar dat de handtekening door de gewestminister
geplaatst wordt. Zullen die taken op 1 januari 2002 aan de gewesten
worden overgedragen?
03.03 Tony Van Parys (CD&V):
Les fabriques d'église devront-
elles encore, au 1
er
janvier,
s'adresser à l'Etat fédéral ou
pourront-elles déjà se tourner vers
la Région dont elles relèvent?
03.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Van Parys, de gewesten
zullen voorlopig beroep doen op onze diensten, tot een nog nader te
bepalen datum, wanneer de volledige overdracht zal gebeuren.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
Elles devront s'adresser aux
Régions qui - dans un premier
temps - continueront de faire appel
à l'Etat fédéral pour obtenir des
informations.
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
03.05 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat aan
de betrokkenen nog enige informatie zal moeten worden verstrekt,
maar ik begrijp uit uw antwoord dat dit door de gewesten zal moeten
gebeuren. Ik dank u dat u terzake toch enige verduidelijking hebt
verschaft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "het gebrek aan
operationaliteit van de Staatsveiligheid" (nr. 5807)
04 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "le manque d'opérationnalité de la
04.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorige vrijdag hebben wij in de gemengde commissie voor
de Justitie van Kamer en Senaat een heel interessante hoorzitting
gehouden met een professor van de UCL, maar vooral ook met
mevrouw Timmermans, de administrateur-generaal van de Veiligheid
van de Staat. Mevrouw Timmermans is heel openhartig geweest in
haar verklaringen tijdens deze zitting. Zij heeft meer bepaald gewezen
op het probleem van het personeelstekort op haar dienst. Zij zei dat
van de 480 personeelsleden waarover de Veiligheid van de Staat op
dit ogenblik zou moeten beschikken, er slechts 390 beschikbaar zijn.
Er is dus een tekort van 90 mensen.
Mevrouw Timmermans wees erop dat de Veiligheid van de Staat heel
wat nieuwe opdrachten heeft gekregen, onder meer als gevolg van de
wet van 30 november 1998, maar vooral ook na de gebeurtenissen
van 11 september 2001. De Veiligheid van de Staat wordt immers,
uiteraard, betrokken bij allerlei initiatieven inzake de strijd tegen het
terrorisme. Daardoor bestaat heel wat behoefte aan gekwalificeerde
personeelsleden.
Mevrouw Timmermans zei ook nog dat zij wegens de nieuwe
prioriteiten sinds 11 september 2001 een aantal diensten ofwel
gesloten, ofwel afgebouwd heeft om over de nodige personeelsleden
te kunnen beschikken voor de strijd tegen het terrorisme. Op dit
domein heeft de Veiligheid van de Staat trouwens belangrijke
resultaten geboekt. Kijken wij maar naar de manier waarop het
dossier-Massoud nu in een stroomversnelling komt, klaarblijkelijk op
basis van initiatieven of inlichtingen van de Veiligheid van de Staat.
Dat is maar goed ook, want ons land werd in dit dossier enigszins in
verlegenheid gebracht toen bleek dat er terroristen opereerden vanuit
België.
Om de strijd tegen het terrorisme te kunnen voeren, zei mevrouw
Timmermans, moest zij onder meer de dienst voor de bescherming
van wetenschappelijke en economische belangen sluiten. Zij moest
ook de dienst die zich met sektarische bewegingen bezighoudt,
afbouwen. Ik wil toch even wijzen op het belang van de dienst voor de
bescherming van de economische belangen. Die bescherming was
een belangrijke nieuwe opdracht volgens de wet van 30 november
1998. We weten dat de economische spionage, de bedrijfsspionage,
een belangrijke nieuwe vorm van georganiseerde criminaliteit is. Ook
de wetenschappelijke spionage is dat trouwens. Hiervan gaat toch
een bijzondere dreiging uit, die het risico met zich brengt dat
belangrijke contracten verloren gaan, dat belangrijke markten verloren
04.01 Tony Van Parys (CD&V):
Mme Timmermans,
l'administratrice générale de la
Sûreté de l'Etat, dit que la Sûreté
n'est plus en mesure de remplir
ses missions en raison d'une
pénurie de personnel. Qui plus est,
à la suite des attentats du 11
septembre, un certain nombre de
services ont été supprimés ou
démantelés afin de pouvoir
mobiliser un personnel suffisant
pour la lutte antiterroriste. Or, l'un
de ces services est important
puisqu'il s'agit de celui qui est
chargé de la protection des
intérêts économiques. On ne
soulignera jamais assez le rôle
capital joué par ce service. Le
Comité R avait déjà signalé que ce
service fonctionnait mal en raison
d'un manque d'instructions et de
moyens. Aujourd'hui, il a
complètement cessé ses activités.
Quelles missions la Sûreté de
l'Etat ne peut-elle plus remplir?
Quand le cadre sera-t-il complété
ou étendu? Recrutera-t-on des
contractuels pour répondre à des
besoins ponctuels? Mme
Timmermans a besoin d'agents
arabophones et d'islamologues.
Quelles mesures compte prendre
le ministre pour faire en sorte que
la Sûreté puisse assurer ses
missions légales?
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gaan, dat tewerkstelling verloren gaat. De economische en
bedrijfsspionage gebeurt niet alleen door concurrentiële buitenlandse
ondernemingen, maar volgens sommige bronnen zijn ook
buitenlandse inlichtingendiensten daarmee bezig. De diefstal van
nieuwe technologieën is een belangrijke vorm van criminaliteit, die
misschien weinig zichtbaar is, maar die heel ingrijpend is. In een
interview in de Financieel Economische Tijd heeft de voormalige
administrateur-generaal het "de vergeten oorlog" genoemd.
Gisteren nog verschenen in de pers geruchten over een onderzoek
naar L&H. Collega Leterme, u kent dat dossier heel goed omdat u in
de streek van Ieper de belangen van de mensen op een
wonderbaarlijke manier behartigt. Volgens bepaalde interessante
berichten is er sprake van "een leegroof van de intellectuele knowhow
van L&H door belangen in de Verenigde Staten". Ik geloof dat dit
citaat het belang van het probleem illustreert.
Wanneer we het jaarverslag 2000 van het Comité I er nog even op
nalezen, zien we dat een belangrijke passage ervan gewijd werd aan
deze nieuwe opdracht van de Veiligheid van de Staat. Het Comité I
kwam toen reeds tot de conclusie dat de Veiligheid van de Staat nog
niet in staat was om deze nieuwe taak operationeel te vervullen. Het
Comité I zei onomwonden: "Deze situatie is het gevolg van het feit dat
de dienst nog geen richtlijnen heeft ontvangen van het ministerieel
comité Inlichtingen en Veiligheid" dat de bescherming van de
wetenschappelijke en economische belangen vastlegt. Het Comité I
zei ook: "De Staatsveiligheid heeft geen bijkomende, en
noodzakelijke, menselijke middelen gekregen." In het jaarverslag
werd daarom aanbevolen deze twee obstakels uit de weg te ruimen
om de Veiligheid van de Staat toe te laten haar opdracht uit te voeren.
Ik denk dat het Parlement er moet op toezien dat deze aanbeveling
van het Comité I wordt nageleefd.
Intussen stel ik vast dat, als gevolg van de onderbezetting van de
Veiligheid van de Staat, er niet alleen geen bijkomende mensen en
middelen voorhanden zijn, maar dat de dienst voor de bescherming
van de wetenschappelijke en economische belangen inmiddels
gesloten is. In plaats van te kunnen beschikken over meer mensen,
moet de Veiligheid van de Staat het met minder mensen doen.
Nochtans was een kaderuitbreiding gepland: er zouden 50 mensen
worden aangeworven voor de buitendiensten.
Mijnheer de minister, welke wettelijke opdrachten van de Veiligheid
van de Staat worden op dit ogenblik niet meer vervuld? Wanneer
wordt het voorziene kader opgevuld? Wanneer komen er
kaderuitbreidingen? Komen er eventueel tijdelijke contractuelen om
aan de behoeften van de dienst te voldoen? Ik heb ook nog een
bijkomende concrete vraag. Komen er extra islamologen en mensen
met kennis van het Arabisch? Mevrouw Timmermans heeft zich
erover beklaagd dat ze slechts over vijf mensen beschikt die Arabisch
spreken, en over slechts vier islamologen. Volgens haar zijn die
aantallen ruim onvoldoende om inzake terrorismebestrijding en inzake
het verzamelen van inlichtingen over bepaalde terroristische
bewegingen efficiënt te kunnen optreden.
Mijnheer de minister, meer in het algemeen wil ik van u vernemen wat
u gaat ondernemen om de vervulling van de wettelijke opdracht van
de Veiligheid van de Staat te verzekeren.
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Naar mijn aanvoelen kunnen wij ons niet veroorloven dat belangrijke
opdrachten niet worden ingevuld. Dat kan soms heel zware nadelen
opleveren, niet alleen voor de privé-belangen, maar ook voor het
algemeen belang en, in dit het geval, het staatsbelang.
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, u weet dat ik op een bepaald ogenblik de commissie voor de
Justitie de suggestie heb gedaan om het hoofd van de Veiligheid van
de Staat, de administrateur-generaal te horen. Ik heb geen enkele
inspanning gedaan om mevrouw Timmermans ervan te weerhouden
om de zaken voor te stellen zoals zij die ervaart. Ik denk trouwens dat
het noodzakelijk was dat zij die vrijheid kon krijgen.
De Veiligheid van de Staat is een inlichtingen- en veiligheidsdienst die
bij het vervullen van zijn opdrachten zorgt voor de naleving van en het
bijdragen tot de bescherming van individuele rechten en vrijheden,
maar ook tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij.
Zijn opdrachten zijn klaar en duidelijk omschreven in het artikel 7 van
de wet van 30 november 1998.
Artikel 11 van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 inzake het
statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-
generaal van de Veiligheid van de Staat stipuleert dat de minister van
Justitie het personeel van het bestuur van de Veiligheid van de Staat
alsook de middelen die nodig zijn voor de uitvoering van hun
opdracht, ter beschikking stelt aan de administrateur-generaal, de
adjunct-administrateur en de adjunct-administrateur-generaal van de
Veiligheid van de Staat.
Om haar opdrachten te vervullen, heeft het directoraat-generaal de
Veiligheid van de Staat in drie grote afdelingen opgedeeld. De eerste
afdeling omvat de buitendiensten, die belast zijn met het verzamelen
van inlichtingen op het terrein. De tweede afdeling behelst de
administratieve diensten die verantwoordelijk zijn voor de analyse en
de verwerking van de informatie die door de buitendiensten wordt
vergaard en die zij van internationale correspondenten ontvangen. De
derde afdeling omvat de diensten van gemeenschappelijk belang, die
logistieke steun bieden zowel aan de buitendiensten als aan de
administratieve diensten op het vlak van externe betrekkingen,
juridische materies, algemene documentatie, informatie, vorming en
internationale onderwerpen.
Ik zou even willen stilstaan bij de kaderinvulling van de
buitendiensten, een van de zorgenkinderen die mevrouw
Timmermans heeft toegelicht. De buitendiensten van de Veiligheid
van de Staat hebben de toelating om als continudienst de natuurlijke
afvloeiingen te vervangen op basis van een machtiging van de
Ministerraad van 20 december 1985. Hieruit blijkt dat de
buitendiensten mogen aanwerven ten belopen van de volledige
personeelsformatie.
Samengevat is de situatie als volgt. In de personeelsformatie worden
in 49 effectieven van niveau 1 voorzien, waarvan er momenteel 35
aan de slag zijn. Er zijn dus 14 vacante plaatsen. Niveau 2 voorziet in
een personeelsformatie van 297 eenheden, waarvan er 272 zijn
aangesteld. Ook op dat niveau zijn nog 25 vacante plaatsen. Dat
betekent dat in de buitendiensten op 346 effectieven er 39 ontbreken.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je voudrais tout d'abord signaler
que j'ai laissé à Mme
Timmermans une entière liberté
en ce qui concerne les
déclarations qu'elle entendait faire.
Aucun doute ne doit exister à ce
sujet.
La mission de la Sûreté de l'Etat
est définie à l'article 7 de la loi du
30 novembre 1995. Le ministre de
la Justice fournit à la Sûreté de
l'Etat le personnel compétent et
les moyens.
La Sûreté de l'Etat est composée
de trois divisions: les services
extérieurs, les services
administratifs et les services
d'intérêt général.
Les services extérieurs souhaitent
organiser aussi vite que possible
des examens de recrutement afin
de compléter leur cadre. Il s'agit
de 33 recrutements
supplémentaires en plus des
effectifs actuels qui sont de 307
personnes. Les commissaires de
niveau
1 seront répartis entre
toutes les sections. Les
inspecteurs de niveau
2
renforceront les sections chargées
de la protection des personnes.
Le cadre des services
administratifs sera, lui aussi,
complété par un total de
14 statutaires,
11 conseillers
adjoints, 2
bibliothécaires et un
assistant d'administration. Ce
complément du cadre, espéré
depuis longtemps, est prévu pour
décembre/janvier pour les services
administratifs et pour les services
extérieurs, après l'adoption d'un
arrêté royal relatif à la nouvelle
procédure d'examen.
Il est actuellement fait face au
surplus de travail occasionné par
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
De buitendiensten wensen zo spoedig mogelijk wervingsexamens te
organiseren om het kader volledig op te vullen. Daarvoor hebben wij
de nodige inspanningen gedaan. Twee ministeriële besluiten
houdende de organisatie van de wervingsexamens van respectievelijk
de inspecteurs en commissarissen, die allebei van 10 december 1998
dateren, wijzigen het verloop van de proeven en de examenmaterie.
Die besluiten liggen op dit ogenblik voor akkoord bij de minister van
Ambtenarenzaken. Zodra de wijziging van deze besluiten is
goedgekeurd, kunnen de examens worden georganiseerd.
Naar aanleiding van de aanslagen van 11 september 2001 hebben wij
eens te meer vastgesteld dat de buitendiensten van de Veiligheid van
de Staat met de huidige personeelsbezetting hun opdrachten niet
adequaat kunnen uitvoeren. Dat is een bijzonder ernstige vaststelling.
De dienst wenst daarom de kaderopvulling als volgt te organiseren.
De aangeworven commissarissen op niveau 1 zullen over alle secties
worden verspreid. De aangeworven inspecteurs van niveau 2+ zullen
ten gunste komen van een versterking van de sectie belast met de
opdrachten voor de personenbescherming. De opdracht tot
personenbescherming vindt immers haar oorsprong in artikel 7, ten
derde, van de wet van 30 november 1998 houdende de regeling van
de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Ik kom tot de kaderinvulling van de administratieve diensten. Na jaren
van afwachten is uiteindelijk een aanvang gemaakt met de invulling
van het bestaande kader. De invulling zal bestaan uit statutaire
aanwervingen ter aanvulling van vacante betrekkingen in het kader.
Op niveau 1 zullen 11 adjunct-adviseurs worden aangeworven, op
niveau 2+ spreken we over twee bibliothecarissen en op niveau 2 over
één bestuursassistent. In totaal zullen dus 14 statutaire
personeelsleden worden aangeworven.
De langverwachte kaderinvulling werd uiteindelijk aangekondigd voor
de studiediensten en de buitendiensten, maar die kan helaas geen
soelaas brengen omdat de versterking van de buitendiensten, die bij
hoogdringendheid de bijzondere en overgesolliciteerde protectie-
eenheid uit de nood helpt, de versterking van de studiediensten tot nu
toe nog niet heeft kunnen concretiseren.
De opvulling van het kader van de administratieve diensten wordt
gepland tegen december en januari. De vacante betrekkingen bij de
buitendiensten zullen slechts na het koninklijk besluit inzake de
nieuwe examenprocedure van het personeel van de buitendiensten
worden opgevuld.
De aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten
brachten aldus op personeelsgebied extra werk met zich, zowel op
nationaal als op internationaal vlak. De administrateur-generaal heeft
daarom de diensten voorlopig geherstructureerd om de prioritaire
noden te lenigen, met als gevolg dat sommige diensten op
waakvlamregime zijn geplaatst. Ik verwijs hiervoor, onder andere,
naar de dienst Afrika en de dienst Schadelijke Sektaire Organisaties.
De administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat bereidt
momenteel een dossier voor ter behandeling in een van de volgende
Ministerraden in de hoop aldus bij hoogdringendheid de noodzakelijke
kaderuitbreiding van het personeel te bekomen, teneinde de
noodtoestand te verhelpen. Ik kan u een overzicht geven. In totaal
les attentats du 11 septembre par
le biais d'une restructuration
interne. Il en résulte que deux
services sont mis en veilleuse, à
savoir le service "Afrique" et le
service "Sectes". Il est également
prévu de procéder le plus
rapidement possible à une
extension du cadre de
80 fonctionnaires, 39 inspecteurs
dans les services extérieurs,
24 fonctionnaires
dans
les
services administratifs et
17 fonctionnaires pour les services
d'intérêt général.
La Sûreté de l'Etat a, en effet,
besoin de personnel spécialisé.
Pour l'instant, on ne recrutera pas
d'islamologues supplémentaires
car la Sûreté de l'Etat doit
respecter les procédures de
recrutement de l'Etat. Je suis bien
conscient qu'il y a, en l'espèce, un
réel besoin.
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
komt het neer op 39 bijkomende inspecteurs in de buitendiensten, 24
ambtenaren in de administratieve diensten en 17 ambtenaren in de
diensten van gemeenschappelijk belang. In totaal zijn dat dus 80
ambtenaren.
De Veiligheid van de Staat heeft nood aan gespecialiseerde mensen.
De Veiligheid van de Staat moet de rekruteringsprocedure van haar
administratief personeel respecteren. Die procedure wordt uitgevoerd
door Selor, de personeelsafdeling van de overheid. Er kunnen geen
keuzemogelijkheden naar diploma of profiel worden hard gemaakt.
Het is dus noodzakelijk om op dit punt een inspanning te leveren.
Zolang die inspanning er niet is, zal men ook niet in staat zijn om voor
de volgens mij noodzakelijke bijkomende islamologen te zorgen.
Mijnheer de voorzitter, uit het gesprek met mevrouw Timmermans
blijkt voldoende welke de problemen zijn. We willen ze zeker niet
onderschatten en er moeten ook oplossingen worden aangereikt. Het
voorstel van mevrouw Timmermans zal eerstdaags aan de
Ministerraad voorgelegd worden. Deze oefening had eigenlijk al een
aanvang genomen voordat u mevrouw Timmermans had ontmoet.
Deze zaken vragen echter een voorbereidingstermijn die ik niet
ongedaan kan maken.
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn openhartig antwoord. Daaruit blijkt duidelijk dat er
problemen zijn. Er is momenteel een noodtoestand bij het Bestuur
voor de Veiligheid van de Staat, mede veroorzaakt door de nieuwe
opdrachten, maar vooral door de gevolgen van 11 september. De
minister stelt zelfs dat, als er geen bijkomende personeelsleden in
dienst worden genomen, men niet adequaat zal kunnen reageren op
de behoeften inzake invulling van opdrachten met betrekking tot de
strijd tegen het terrorisme.
Vanuit het Parlement willen wij deze probleemsituatie op de voet
volgen. Ik heb dan ook het initiatief genomen om een brief te sturen
naar de voorzitter van de Kamer, die eveneens voorzitter is van de
Begeleidingscommissie van de comités P en I. Ik heb gevraagd om
de Begeleidingscommissie bij hoogdringendheid samen te roepen om
de noodtoestand te bespreken. Zo kunnen wij erop toezien dat de
nodige mensen en middelen ter beschikking worden gesteld om de
opdrachten na 11 september te kunnen vervullen en om de andere
opdrachten van de Veiligheid van de Staat te kunnen verzekeren.
Mijnheer de minister, in dat verband had ik nog een bijkomende
vraag. Kunt u bevestigen dat de dienst die zich bezighoudt met de
beveiliging van de economische belangen op dit ogenblik niet meer
functioneert?
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Il
ressort de votre réponse que l'on
peut vraiment parler de situation
d'urgence compte tenu des
nouvelles missions et des
événements du 11 septembre. Le
Parlement continuera à suivre la
situation de près. J'ai demandé au
Président de la Chambre de
convoquer d'urgence les
commissions d'accompagnement
des comités R et P. Le service de
protection des intérêts
économiques est-il effectivement
fermé ou est-il seulement mis en
veilleuse?
04.04 Minister Marc Verwilghen: Ik heb de informatie opgevraagd bij
de Veiligheid van de Staat. Zij hebben mij gemeld dat er twee
diensten zijn die in een waakvlamsituatie vertoeven. Dat zijn de sectie
Afrika en de sectie Sektarische organisaties. Ik heb geen melding
gekregen van het feit dat de diensten die zich bezighouden met de
beveiliging van de economische belangen ook in zo'n
waakvlamsituatie vertoeven. Uit het verleden weet ik dat de
inspanningen die men op dat vlak heeft gedaan niet van dezelfde
omvang waren dan deze die in andere secties werden gedaan.
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
La Sûreté de l'Etat ne m'a pas
informé de la mise en veilleuse du
service concerné. C'est
uniquement le cas pour les
services Afrique et Sectes. Il est
vrai que les activités du service de
protection des intérêts
économiques n'ont pas toujours
été aussi intenses que celles des
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
autres services dans le passé.
04.05 Tony Van Parys (CD&V): Mag ik u vragen om dit even na te
gaan? Mevrouw Timmermans was immers heel formeel in haar
verklaring. Ze zei dat ze één dienst had moeten sluiten, met name de
dienst voor de beveiliging van de economische belangen. Een aantal
andere diensten had ze moeten afbouwen u noemt het "op
waakvlam zetten" , namelijk de sectie Afrika en de dienst
Sektarische organisaties.
Kunt u ons daarover inlichten? Het Comité I had precies daaraan veel
aandacht besteed in zijn jaarverslag. Nu blijkt vandaag dat we nog ver
verwijderd zijn van dat punt.
04.05 Tony Van Parys (CD&V):
Mme Timmermans a cependant
formellement déclaré que le
service de protection des intérêts
économiques n'était plus actif. Il
s'ajoute donc aux deux autres
services mis en veilleuse. La
situation est encore pire que je ne
le pensais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.06 De voorzitter: Daar er nog een uiteenzetting over de Europese
problematiek volgt, wordt de interpellatie nr. 1011 van mevrouw Joke
Schauvliege naar volgende week verschoven.
05 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au ministre de la Justice sur "la mise en détention
05 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra aan de minister van Justitie over "de hechtenis van
een eerste advocaat-generaal" (nr. 5744)
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, monsieur le ministre, en février dernier, l'ex-avocat général
Franz-Joseph Schmitz a été jugé et condamné pour des faits très
graves puisque cela lui a valu cinq ans d'emprisonnement avec un
sursis pour la moitié de cette peine et 400.000 francs d'amende.
Ce monsieur a introduit un pourvoi en Cassation qui a été
définitivement rejeté en juin dernier.
Vous imaginez sans peine, monsieur le ministre, le nombre
d'interrogations et de réactions de scepticisme qui ont vu le jour dans
la région d'où je suis originaire.
Je vous rappelle que c'est dans la foulée de la commission que vous
avez personnellement présidée durant la précédente législature,
qu'un certain nombre de dénonciations ont vu le jour dans notre
région.
Il suffit de situer le contexte pour se rendre compte de l'influence que
peut avoir, dans l'Est du pays, un personnage occupant un poste
aussi important que celui de premier avocat général.
Nous sommes mi-novembre, et à ma connaissance, rien n'a encore
été fait.
La population est très étonnée que M. Schmitz n'ait pas été mis en
détention après sa condamnation par la cour d'appel de Bruxelles. Il
serait important de savoir quelle suite va être donnée à cette affaire.
En effet, c'est toute l'image de la justice qui est ici à nouveau remise
en question.
Le gouvernement, tout comme vous d'ailleurs, a exprimé sa
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra
(ECOLO-AGALEV): Eerste
advocaat-generaal Franz-Joseph
Schmidt zou nog steeds vrij
rondlopen. De man is nochtans tot
een gevangenisstraf van vijf jaar
veroordeeld, waarvan een deel
met uitstel, en zijn voorziening in
cassatie werd op 13 juni 2001
definitief verworpen. Die traagheid
van het gerechtelijk apparaat is
allesbehalve bevorderlijk voor het
vertrouwen van de burger in het
gerecht.
Wat is de stand van zaken in dit
dossier, en vanwaar die traagheid
in het gerechtelijke optreden?
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
détermination à tenter de redorer l'image de la justice. Comment peut-
on tenir ce genre de discours quand on laisse en liberté un
représentant de la magistrature pourtant condamné?
Monsieur le ministre, pourriez-vous nous informer sur l'état actuel de
ce dossier, nous expliquer les raisons des lenteurs constatées
actuellement et nous dire pourquoi M. Schmitz est toujours en liberté?
05.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame, je
peux comprendre que vous puissiez avoir le sentiment que le dossier
auquel vous faites référence soit traité avec une certaine lenteur.
Je peux vous dire, pour ma part, qu'après rejet de son pourvoi par la
Cour de cassation le 13 juin 2001, l'intéressé a introduit un recours en
grâce, le 5 juillet 2001. Ce recours a entre-temps été transmis au
service du ministère de la Justice.
En ce qui concerne le règlement de ce recours, divers
renseignements et informations doivent être recueillis, notamment par
le biais de la police du lieu où est domicilié l'intéressé.
Conformément aux règles usuelles, l'examen du recours en grâce
suspend la procédure de l'exécution de peine.
Dès que je serai en possession de toutes les informations, je prendrai
les décisions qui s'imposent et, comme c'est le cas pour toutes les
autres affaires, suite sera donnée à l'exécution de cette peine.
05.02 Minister Marc Verwilghen:
Na de verwerping van het
cassatieberoep op 13 juni 2001
heeft de betrokkene op 5 juli 2001
een gratieverzoek ingediend.
Dat verzoek werd aan de diensten
van het ministerie van Justitie
overgelegd. In dat kader moeten
er verscheidene gegevens en
inlichtingen worden vergaard,
onder meer via de politiedienst van
de plaats waar de betrokkene
gedomicilieerd is.
Conform de usantiële regels wordt
de strafuitvoeringsprocedure door
het onderzoek van het
gratieverzoek opgeschort. Zodra ik
een beslissing kan nemen, zal de
strafuitvoering haar beslag krijgen.
05.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, je tiens à remercier le ministre pour sa réponse.
J'imagine que sur la base des éléments qui sont actuellement en la
possession du ministre et des informations qu'il ne manquera pas de
recueillir dans la région où M. Schmitz habite, on ne pourra aboutir
qu'à une confirmation de la peine.
05.03 Géraldine Pelzer-Salandra
(ECOLO-AGALEV): Ik neem aan
dat die straf alleen maar bevestigd
zal worden, gezien alle gegevens
waarover u op dit moment
beschikt.
05.04 Marc Verwilghen, ministre: Je n'ai aucune raison de traiter
différemment cette affaire.
05.04 Minister Marc Verwilghen:
Ik heb reeds een standpunt
ingenomen in het kader van de
tuchtprocedure.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Yvan Mayeur au ministre de la Justice sur "la décision de fermeture du Centre
06 Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister van Justitie over "de beslissing het Brussels
Steuncentrum te sluiten" (nr. 5796)
06.01 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il y a trois semaines, la présidente du Centre d'appui
bruxellois recevait une lettre recommandée du Conseil général de la
Direction générale des établissements pénitentiaires qui signait en
votre nom. Cette lettre évoque, d'une part, certaines difficultés
rencontrées par l'ASBL et, d'autre part, votre volonté de ne plus
subventionner cette association. La présidente a par ailleurs été
06.01 Yvan Mayeur (PS): In een
door u ondertekend schrijven van
drie weken geleden, informeerde u
de voorzitster van het Brussels
Steuncentrum over uw voornemen
om haar advies in te winnen over
bepaalde moeilijkheden waarmee
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
invitée à être entendue, accompagnée d'un défenseur par un de vos
conseillers. Le ton de la lettre a été considéré comme étant assez
désagréable par les responsables de cette ASBL qui ont trouvé que
cette lettre s'associait plus à une espèce de procédure disciplinaire.
Les ministres bruxellois compétents en matière de santé et d'aide aux
personnes, signataires de l'accord de coopération, ont réagi avec
force notamment dans la presse et lors de réunions intercabinets.
Leur réaction semble légitime puisque vous semblez rompre
unilatéralement un accord de coopération qui indique que d'une
certaine façon, vous voulez nier, à travers cela, la spécificité de la
Région de Bruxelles-Capitale.
Je vous rappelle également que le Centre d'appui a une spécificité
par rapport aux deux autres centres qui existent en Régions flamande
et wallonne dans la mesure où il réalise l'interface entre le secteur de
la santé et les secteurs juridique et pénitentiaire. Cette organisation
satisfait aux exigences déontologiques de deux champs spécifiques,
tant et si bien que les équipes de santé spécialisées agréées par la
Région de Bruxelles-Capitale ont fait part de leur intention de mettre
fin à cette collaboration si le Centre ne peut plus remplir ses missions
et si celles-ci sont reprises par un des deux autres Centres comme
vous l'envisagez.
Par ailleurs, le Comité d'accompagnement n'a remis aucun avis
négatif par rapport au fonctionnement du Centre.
Même si l'ASBL a, en effet, connu certaines difficultés de
fonctionnement dues à sa jeunesse, il semble pour le moins
prématuré de prendre une décision négative en ce qui la concerne.
De plus, la lettre recommandée adressée au Centre d'appui bruxellois
mélange les arguments de type budgétaire qui relèvent de décisions
politiques à notre niveau ou à votre niveau et d'éléments qui relèvent
plus de la responsabilité de l'ASBL.
La prévention de la récidive en matière de délinquance sexuelle est
évidemment primordiale. Tout le monde s'accorde à le reconnaître.
La Région de Bruxelles-Capitale est une région à part entière et le
Centre d'appui bruxellois demeure un projet-pilote innovateur et très
intéressant dans cette action préventive à l'égard de la délinquance
sexuelle.
Aussi, pourriez-vous nous indiquer précisément où en est ce dossier
et comment vous allez le gérer? Quand pourra-t-on obtenir des
informations concrètes puisque le Centre d'appui attendait une
décision pour la fin de ce mois? Nous sommes pratiquement à la fin
du mois et il me serait agréable de savoir quel sort vous comptez
réserver à cette association.
de VZW te kampen heeft, evenals
over uw besluit om deze laatste
niet meer te subsidiëren.
Vorige week hebben de Brusselse
ministers die het
samenwerkingsakkoord tot
oprichting van het Steuncentrum
hebben ondertekend heftig
gereageerd. U heeft kennelijk een
samenwerkingsakkoord verbroken
en ziet het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest over het hoofd.
Het Brussels Steuncentru, een
heel specifiek orgaan waarover de
overige twee gewesten niet
beschikken, fungeert als bindteken
tussen de sectoren
gezondheidszorg, justitie en
gevangeniswezen. De door het
Gewest erkende
gezondheidsteams dreigen ermee,
deze samenwerking stop te zetten
indien u ze bij de overige twee
centra onderbrengt.
Bovendien heeft het
Begeleidingscomité geen enkel
negatief advies uitgebracht.
De follow-up van seksuele
delinquenten is een primordiale
opdracht.
Het Steuncentrum is een
vernieuwend proefproject en mag
niet vroegtijdig worden
veroordeeld op grond van
"kinderziekten".
Op welke wijze denkt u dit dossier
te beheren? Wanneer mag men
concrete informatie verwachten?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, collègue
Mayeur, vous avez apparemment été mal informé dans cette affaire.
Vous commettez d'ailleurs la même erreur qu'un certain nombre de
ministres bruxellois et leurs collaborateurs. Ceux-ci ont pensé, à tort,
que le Centre d'Appui bruxellois est commun au ministre de la Justice
et aux autorités bruxelloises. Ils ont dû admettre leur erreur lors de la
concertation intercabinets à laquelle vous vous référez. La
reconnaissance et la subvention d'un Centre d'Appui constituent une
de mes tâches. Les autorités bruxelloises remplissent d'autres
tâches.
06.02 Minister Marc Verwilghen:
U bent kennelijk foutief
geïnformeerd in deze zaak en u
begaat dezelfde vergissing als
sommige Brusselse ministers en
hun medewerkers.
Laatstgenoemden meenden ten
onrechte dat het Brussels
Steuncentrum zowel onder de
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Par la mise en question de la reconnaissance et de la subvention du
CABS, je n'entends pas du tout remettre en cause l'accord de
coopération bruxellois. Bien au contraire, je veux, vu l'importance du
problème de la guidance et du traitement des délinquants sexuels,
continuer à exécuter loyalement cet accord entériné tant par la loi que
par ordonnance.
En notant à l'avenir la création éventuelle d'un autre centre d'appui
ce qui relève de ma compétence exclusive et je le précise à nouveau
je souhaite m'acquitter encore mieux des obligations auxquelles j'ai
souscrit en signant cet accord.
Vous qualifiez les problèmes que j'ai rencontrés avec le CABS de
"difficultés de jeunesse". Je me demande sur quoi se base votre
analyse, peut-être sur les dires de certains membres du conseil
d'administration. Avant de me prononcer, j'attends de recevoir le
dossier administratif complet. Je voudrais néanmoins vous citer
quelques-unes des "difficultés de jeunesse" rencontrées au cours de
ces deux dernières années d'activités.
1. Pendant l'année 2000, première année d'activité, j'ai dû prévoir
soudainement 1 million de moyens supplémentaires, les moyens
attribués s'étant avérés insuffisants en raison d'une mauvaise gestion,
ce que le CABS a d'ailleurs dû admettre. Le montant total des moyens
mis à disposition pour l'année 2000 s'est dès lors élevé à près de 7
millions alors que le CABS n'a pas réussi à produire les pièces
justificatives demandées.
2. Au cours de cette année, le criminologue et la psychologue du
CABS ont été licenciés en raison de leur mauvais travail. Depuis le
mois de juin, leurs prestations étaient manifestement médiocres, le
CABS l'a lui-même admis. Le conseil d'administration ne l'avait jamais
constaté et n'a été alerté qu'à la suite de ma réponse à une question
parlementaire d'un membre du CA du même CABS.
3. Le mécontentement du psychiatre du CABS a poussé ce dernier à
présenter sa démission. Il a donc fallu travailler sans psychiatre
pendant une longue période. A ma connaissance, ce poste n'a pas
encore été pourvu de manière efficace. Vu la spécificité de la mission
confiée au Centre d'appui bruxellois, j'estime que la présence d'un
psychiatre nommé à titre définitif est absolument indispensable.
4. Une des principales missions des centres d'appui est de former
des gens sur le terrain. Jusqu'à présent, le CABS n'a encore organisé
aucune formation.
Si je ne désire pas énumérer tous les points négatifs, je voudrais
cependant souligner que je suis, en ma qualité de ministre de la
Justice, responsable sur le plan politique du bon fonctionnement de
mon centre d'appui. Si celui-ci ne fonctionne pas correctement ou s'il
peut fonctionner mieux d'une autre manière, je suis dans l'obligation
de prendre des mesures.
Si les autorités bruxelloises ne nourrissent pas d'intentions purement
politiques, elles devraient se réjouir de cette communication. Je n'ai
encore jamais vu quelqu'un excuser avec autant d'ardeur les fautes
d'autrui.
minister van Justitie als de
Brusselse overheden ressorteren.
Zij hebben echter hun vergissing
toegegeven: de erkenning en de
subsidiëring van een
Steuncentrum behoren tot mijn
taken.
Door de erkenning en de subsidie
van dat steuncentrum ter discussie
te stellen, wens ik geenszins het
Brussels samenwerkingsakkoord
op de helling te zetten.
Integendeel: gelet op het belang
van het probleem van de
begeleiding en de follow-up van
seksuele delinquenten, wens ik
persoonlijk toe te zien op de
uitvoering van dit akkoord dat
zowel bij wet als bij ordonnantie
werd bekrachtigd.
Door in de toekomst eventueel
voor een ander steuncentrum te
opteren, dat dan uitsluitend onder
mijn bevoegdheid ressorteert,
wens ik de door mij aangegane
verbintenissen nog beter na te
leven.
U bestempelt de door mij
ondervonden problemen met dat
steuncentrum als "kinderziekten".
Waar stoelt uw analyse op? Op de
verklaringen van sommige leden
van de Raad van Bestuur? Ik
wacht nog op het volledige
administratief dossier alvorens mij
uit te spreken.
Dat gezegd zal ik u een aantal van
die "kinderziekten" die werden
vastgesteld in de loop van de
eerste twee activiteitsjaren van dat
centrum, meedelen.
Om te beginnen heb ik in 2000
zomaar opeens één miljoen
bijkomende middelen moeten
vinden, aangezien de reeds
toegekende middelen
ontoereikend bleken als gevolg
van beheersfouten, die overigens
door het centrum worden beaamd.
Voor 2000 bedragen die middelen
in totaal 7 miljoen, terwijl het
centrum niet eens de vereiste
bewijsstukken heeft kunnen
CRIV 50
COM 592
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Je répète dès lors qu'en ouvrant une enquête administrative
concernant le CABS, je n'ai en aucune manière voulu entraver
l'exécution loyale de l'accord précité. Au contraire, le problème de la
guidance et du traitement des délinquants sexuels est beaucoup trop
important pour cela. Aussi serait-il intolérable de laisser intervenir une
quelconque considération étrangère au "ratio legis" de cet accord
dans la détermination du choix d'un centre d'appui.
Sans anticiper sur ma décision, la Région de Bruxelles-Capitale
disposera toujours d'un centre d'appui, même s'il est possible que ce
centre soit également actif sur d'autres terrains. L'éventuel nouveau
centre d'appui devra s'intégrer totalement dans l'accord de
coopération bruxellois.
Voilà, monsieur le président, la réponse que je voulais donner au
collègue Mayeur sur un point qui me semble trop important pour
laisser la place à la polémique.
voorleggen.
Vervolgens werden zowel de
criminoloog als de psycholoog van
het centrum ontslagen omdat ze
middelmatig presteerden, wat het
centrum trouwens heeft bevestigd.
De Raad van Bestuur had dit
echter zélf nooit vastgesteld. De
aandacht van de Raad werd
hierop gevestigd door mijn
antwoord op een parlementaire
vraag die door een van zijn leden
was gesteld.
Voorts heeft de psychiater van het
centrum zijn ontslag aangeboden
en is hij tot op heden niet
vervangen. Gelet op de specifieke
opdracht van het centrum, is de
aanwezigheid van een
vastbenoemd psychiater
onontbeerlijk.
Een van de belangrijkste
opdrachten van zo'n centrum
bestaat erin mensen in het veld op
te leiden. In voorkomend geval is
echter nog geen enkele opleiding
georganiseerd.
Ik ben politiek verantwoordelijk
voor de goede werking van het
Steuncentrum. Als de Brusselse
overheid niet alleen zuiver politieke
voornemens koestert, zou dit
bericht haar moeten verheugen.
Ik heb dit administratief onderzoek
geenszins laten openen om de
loyale uitvoering van genoemd
akkoord te belemmeren. Deze
aangelegenheid is dermate
belangrijk dat overwegingen
vreemd aan haar ratio legis in
deze uitgesloten zijn.
Het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest zal altijd over een
Steuncentrum blijven beschikken.
Het nieuwe centrum dat er
misschien komt zal voor alle
aspecten het Brusselse
samenwerkingsakkoord moeten
respecteren.
06.03 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, je ne polémique
pas, je pose une question. Mais, si on veut, je peux polémiquer.
06.03 Yvan Mayeur (PS): Ik
polemiseer niet. Ik baseer mij
27/11/2001
CRIV 50
COM 592
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Monsieur le ministre, ma question est bien justifiée puisque je me
base sur la lettre que votre collègue écrit à ce centre, je me base sur
la lettre que le centre vous envoie et sur son argumentaire. Je me
base sur l'accord de coopération et sur la charte qui est spécifique au
centre d'appui bruxellois.
Me faire un mauvais procès en disant que je ne connais pas la
question et que je suis mal informé, je ne trouve pas cela agréable. Je
pense que votre décision est prise. La conclusion se trouve dans la
lettre que le Conseil général envoie à l'association puisque son souci
est de réaliser des économies d'échelle. Je cite: "des économies
d'échelle peuvent, à l'évidence, être effectuées si le champ
géographique d'intervention de l'UPPS s'étend à la Région de
Bruxelles-Capitale, alors même que le travail effectué jusqu'ici par
cette institution répond aux attentes des autorités." Je pense donc
que votre décision est prise. C'est une décision budgétaire. Ce n'est
pas une décision dans l'intérêt de la défense de la Région bruxelloise.
Je pense que vous n'avez pas grand-chose à faire dans cette affaire.
Je ne mélange pas les genres. Je sais que c'est votre compétence et
pas celle des ministres bruxellois. Il y a cependant un accord de
coopération et je pense qu'il est un peu regrettable de mettre sur le
dos d'un psychiatre licencié et mécontent de son licenciement le fait
qu'une association ne tourne plus et qu'il faut mettre fin à son activité.
Je pense vraiment qu'il serait temps de se rendre compte que la
Région bruxelloise existe, qu'elle a ses compétences, qu'elle a des
caractères particuliers de fonctionnement, comme les autres Régions,
bien entendu, ni plus ni moins. Cette association est d'ailleurs tout à
fait respectable puisque vous connaissez à l'évidence les membres
de son conseil d'administration pluraliste. Ce sont des gens qui font
un travail important sur les plans judiciaire, parlementaire, de la santé
et à d'autres niveaux. Il est un peu désagréable de voir une telle
association dénigrée de la sorte. Je regrette bien sincèrement que
votre décision soit prise de ne plus subventionner cette association
pour des raisons budgétaires et donc politiques évidentes.
alleen op de brief van uw
medewerker om u als degelijk
geïnformeerd parlementslid een
vraag te stellen. Ik denk dat uw
beslissing genomen is. Uw
bekommernis is immers een
schaalvoordeel te verwezenlijken.
Het is betreurenswaardig dat de
sluiting van het centrum in de
schoenen van een ontslagen
psychiater wordt geschoven. Het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
verschilt qua eigenheid en
bevoegdheden van de andere
Gewesten.
Die vereniging is absoluut
eerbiedwaardig en verenigt, op
een pluralistische wijze, mensen
die hun taak behoorlijk proberen te
vervullen. Het is dus spijtig dat die
vereniging om budgettaire redenen
zal worden afgeschaft.
06.04 Marc Verwilghen, ministre: Je n'ai pas encore pris de décision
mais puisqu'on me dit que c'est le cas, je m'abstiendrai de tout
commentaire jusqu'au moment où je l'aurai prise.
06.04 Minister Marc Verwilghen:
Ik heb daaromtrent geen
beslissing genomen maar
aangezien men mij zegt dat de
knoop al is door gehakt zal ik mij
van elke commentaar onthouden
tot ik daadwerkelijk een beslissing
heb genomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De vragen nrs. 5709 en 5752 van de heren Francis Van den Eynde en Yves Leterme worden naar een
latere datum verschoven.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.14 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.14 heures.