KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 589
CRIV 50 COM 589
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
27-11-2001 27-11-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 589
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "het
beschikken over een stationssleepboot" (nr. 5739)
1
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
possibilité de disposer d'un remorqueur en
station" (n° 5739)
1
Sprekers: Trees Pieters, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Trees Pieters, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de enquête 2001 van het NIS" (nr. 5814)
3
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'enquête 2001 de l'INS" (n° 5814)
3
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes
CRIV 50
COM 589
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
27
NOVEMBER
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
27
NOVEMBRE
2001
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door mevrouw Frieda Brepoels, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par Mme Frieda Brepoels, présidente.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "het beschikken over een stationssleepboot" (nr. 5739)
01 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "la possibilité de disposer d'un remorqueur en station" (n° 5739)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, naar aanleiding van de ramp met de Heinrich Behrmann, is
er gewezen op tekorten wanneer schepen stranden op ons Belgische
kust. Onze kustwateren zijn van de meest bevaren wateren van de
wereld. Dagelijks varen honderden schepen langs onze kust naar
andere Europese havens. Het gevaar voor aanvaringen en
calamiteiten is in deze niet ongering. Zo waren er in het verleden
reeds problemen met de Mont Louis, de Olympic Dream of de Herald
of Free Entreprise. Dit zijn maar enkele voorbeelden van drama's die
zich in het verleden aan onze kust voordeden. In al deze gevallen was
de Unie van Redding- en Sleepdiensten aanwezig om overlevenden
te helpen en om het milieu te vrijwaren.
De URS vervult deze belangrijke taak via een aantal meldkamers die
gelegen zijn op verschillende punten aan de kust. Zo bijvoorbeeld zijn
er punten in Zeebrugge, Terneuzen, Vlissingen en Antwerpen. URS
beschikt over meer dan 40 zeeslepers, bergingsvaartuigen en een
volledig team van deskundigen. Toch kunnen zij niet alle drama's aan.
Daarom pleit de Unie voor Redding- en Sleepdiensten voor een
interventiemacht waarbij sleepvaart en overheid elk hun eigen plaats
hebben. Heel concreet vragen zij om een stationssleepboot in te
leggen aan onze kust. Dit is noodzakelijk om in een aantal
calamiteiten te voorzien.
01.01 Trees Pieters (CD&V):
L'accident survenu au Heinrich
Behrmann a mis en évidence la
nécessité, pour la Belgique, de
disposer d'un remorqueur en
station. Notre pays est un des
rares pays européens à ne pas
disposer d'un remorqueur équipé
alors que le trafic maritime est
particulièrement dense devant nos
côtes. L'Union des services de
sauvetage et de remorquage, qui
intervient actuellement en cas
d'accident, plaide en faveur d'une
force d'intervention dotée d'un tel
remorqueur en station afin de
pouvoir éviter de tels incidents à
l'avenir. Le gouvernement
prendra-t-il l'initiative à cette fin ?
27/11/2001
CRIV 50
COM 589
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Andere Europese overheden beschikken over dergelijke uitgeruste
sleepboten om in geval van scheepvaartincidenten te kunnen
ingrijpen. Met een parate stationssleepboot zou de Heinrich
Behrmann wellicht nooit gestrand zijn. Nu ging het enkel nog maar
over een containerschip waarbij de directe gevaren eerder gering
waren. Morgen kan het misschien gaan om een ammoniaktanker of
een chemicaliëntanker.
Mijnheer de minister, België zou als een van de weinige Europese
landen niet beschikken over een uitgeruste stationssleepboot. Mag er
van de overheid een initiatief verwacht worden analoog aan andere
Europese overheden om te voorzien in een sleepboot teneinde
rampscenario's in de toekomst te vermijden?
01.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw de voorzitter, mevrouw, uw
vraag heeft mij een beetje verbaasd. Ik meen dat uw bezorgdheid
gerechtvaardigd is. Ook ik vind dat wij ervoor moeten zorgen dat
dergelijke incidenten in de toekomst worden voorkomen. Mijn
antwoord zal echter beperkt zijn tot de verwijzing naar artikel 6 van de
Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen van augustus 1980
waarin wordt bepaald dat de reddings- en sleepdiensten op zee tot de
bevoegdheid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
behoren. U hebt mij ondervraagd in verband met een patrouilleschip
en een patrouilleschip is geen sleper. Uw vraag heeft betrekking op
een aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen
behoort.
01.02 Charles Picqué, ministre:
Votre question m'a quelque peu
étonné. Nous devons bien entendu
tout faire pour éviter de tels
incidents mais, lors de la réforme
de l'Etat de 1980 déjà, la
compétence en matière de travaux
de remorquage et de sauvetage a
été confiée à la Communauté
flamande. Je ne suis compétent
que pour les « patrouilleurs ».
01.03 Trees Pieters (CD&V): Ook niet wat het inzetten van een
stationssleepdienst betreft?
01.04 Minister Charles Picqué: Toch niet. Misschien stelt mijn
antwoord u een beetje teleur. Ik wil het gerust nogmaals nakijken,
maar ik ben ervan overtuigd dat de Vlaamse Gemeenschap in deze
zaak bevoegd is.
01.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik zou toch willen
vragen om nog even te controleren of het inleggen van een
stationssleepboot een Vlaamse of een Waalse aangelegenheid is. Uit
de informatie die ik van de betrokkenen heb gekregen, blijkt het te
gaan om een federale materie in een Europese context. Men spreekt
van andere Europese landen. Omdat de zaak is gesitueerd aan de
West-Vlaamse kust, zou het natuurlijk als een provinciale of een
Vlaamse bevoegdheid kunnen worden beschouwd. Mijnheer de
minister, ik stel voor dat u nagaat wie in deze eigenlijk bevoegd is. Ik
neem aan dat sleepdiensten een gewestelijke bevoegdheid zijn, maar
ik kan me voorstellen dat een stationssleepboot een federale
bevoegdheid is. Ik wil het ook even nakijken.
01.05 Trees Pieters (CD&V):
Pouvez-vous vérifier si
l'organisation d'un service de
remorquage en station ne relève
pas de la compétence fédérale ?
01.06 Minister Charles Picqué: Ik ben er zeker van dat het
onmogelijk is voor de federale overheid om op dit vlak op te treden. Ik
veronderstel wel dat men tot een samenwerkingsakkoord kan komen.
Ik moet dit nakijken.
01.06 Charles Picqué, ministre:
Je vais le vérifier. Je pense qu'il
s'agit aussi d'une compétence
régionale. Un accord de
coopération pourrait, par contre,
être très utile.
01.07 Trees Pieters (CD&V): Hoe spreken we dan concreet af? Stel
ik de vraag over enkele weken opnieuw of zult u mij een schriftelijk
antwoord bezorgen?
CRIV 50
COM 589
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
01.08 Minister Charles Picqué: Ik zal u schriftelijk antwoorden.
Voorzitter: Arnold Van Aperen.
Président: Arnold Van Aperen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De interpellatie nr. 984 van de heer Ludo Van Campenhout wordt naar een latere datum verschoven.
02 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "de enquête 2001 van het NIS" (nr. 5814)
02 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "l'enquête 2001 de l'INS" (n° 5814)
02.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
mijn vraag een andere inhoud heeft dan de interpellatie van collega
Van Campenhout. Hij maakt zich immers vooral zorgen over de wijze
van verwerking van de enquête, terwijl ik graag een aantal vragen had
gesteld in verband met het verlenen van gegevens of het opvragen
van gegevens in het kader van die enquête, vooral wat het onderdeel
woningen en huishouden betreft.
Het past in de lijn van de administratieve vereenvoudiging dat de
regering geen gegevens aan de burgers vraagt die ze al in haar bezit
heeft via een andere dienst. Zo wordt er bijvoorbeeld op de enquête
aangegeven dat men over het rijksregister geen vragen zal stellen,
omdat die gegevens reeds ter beschikking zijn van de Belgische
Staat. Ik heb echter heel wat vragen bij de gegevens die men vroeg in
verband met woningen en huishoudens. Volgens mij zijn deze
gegevens al jaren gekend bij de administratie van het kadaster, maar
toch worden die opgevraagd. Ik doel daarmee vooral op de
onderdelen waar men moest aangeven of de woning een open,
halfopen of gesloten bebouwing is, hoeveel woningen er in het
gebouw zijn, hoeveel verdiepingen, hoeveel woonvertrekken, wanneer
de woning werd gebouwd, of er sinds 1991 verbouwingen werden
uitgevoerd of hoeveel badkamers, toiletten en garages er zijn. Mij lijkt
het evident dat het kadaster over al deze gegevens beschikt, omdat
het kadaster het kadastraal inkomen van de gebouwen vaststelt met
het oog op de invordering van de onroerende voorheffing.
Ik heb diezelfde vraag uiteraard aan uw collega van Financiën
gesteld, maar omdat er een wisselwerking tussen beide diensten
bestaat, had ik ze ook graag aan u gesteld. Waarom heeft het
Nationaal Instituut voor de Statistiek geen overleg gepleegd om dit
soort gegevens te kunnen overnemen uit de documentatie van het
kadaster?
Zijn de gegevens over de gebouwen, aanwezig in de documentatie
van het kadaster, wel voldoende betrouwbaar? Zo ja, waarom heeft
het NIS dan niet gepoogd ze over te nemen? Mochten de
basisgegevens van de administratie van het kadaster niet
betrouwbaar zijn dit is meer een vraag voor de minister van
Financiën, maar ik meen dat het belangrijk is voor de regering in het
algemeen , hoe kan het kadaster dan de kadastrale inkomens
vastleggen?
02.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
La portée de ma question est
certes différente de celle de M.
Van Campenhout. Je voudrais
surtout aborder l'antagonisme
entre l'enquête socio-économique
et la simplification administrative
promise. Dans le cadre de
l'enquête 2001 réalisée par l'INS,
différentes questions ont été
posées aux habitants, notamment
à propos des logements et des
ménages. Les données déjà
connues des pouvoirs publics
n'ont normalement pas été à
nouveau sollicitées. On a toutefois
constaté que certaines données
sont connues depuis plusieurs
années par l'administration du
Cadastre.
Pourquoi l'INS n'a-t-il pas mené ou
tenté une concertation pour obtenir
ces données du Cadastre? Les
données du Cadastre sont-elles
fiables? Comment le Cadastre
peut-il établir correctement le
revenu cadastral si les données de
cette administration sont fautives ?
27/11/2001
CRIV 50
COM 589
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, mevrouw, ik
reageerde net zoals u toen ik de vragen van het INS onder ogen
kreeg. Ik dacht inderdaad dat het mogelijk zou zijn de gegevens van
het kadaster aan te wenden voor de doeleinden van onze enquête.
Het Instituut heeft echter geen gebruik gemaakt van de gegevens van
het kadaster om redenen die uitsluitend te maken hebben met de
statistische methodologie. Het bestand van het kadaster wordt
opgemaakt voor fiscale doeleinden en is bijgevolg opgebouwd naar
eigenaar van de al dan niet bebouwde percelen.
De informatie over de gebouwen wordt verzameld per eigenaar, zodat
een appartementsgebouw verschillend wordt behandeld naargelang
het eigendom is van een natuurlijke persoon dan wel van een
rechtspersoon. Als er meerdere eigenaars zijn, zorgt dat onderscheid
al voor problemen voor de harmonisering bij statistisch gebruik van de
gegevens. Daarenboven kan er bij gehuurde woningen geen link
worden gelegd naar de andere kenmerken van het huishouden dat er
woont, wat nochtans een van de doelstellingen is van de enquête
2001.
Ten slotte maken twee andere moeilijkheden het gebruik van de
gegevens van het kadaster in het licht van de enquête problematisch.
Ten eerste, het adres van de woning wordt door het kadaster niet
verwerkt volgens de codering die bij het Rijksregister word gebruikt
en, ten tweede, de bestemmingswijziging van gebouwen wordt door
het kadaster niet altijd geregistreerd. Bij gebruik van de gegevens van
het kadaster rijst het probleem dat zij niet voldoende aan de actualiteit
zijn aangepast.
Verder dient men te beklemtonen dat veel inlichtingen die in de
enquête worden gevraagd, niet beschikbaar zijn bij het kadaster,
zoals bijvoorbeeld de aard van de woonvertrekken, de soort
verwarming, de gegevens over de isolatie of de subjectieve
beoordeling van de woning en de omgeving ervan. Dat is een
probleem dat wij niet moeten verwaarlozen, omdat dit probleem
omtrent de gegevens van het kadaster verbonden is met het
probleem van het herzien van de kadastrale inkomens. Ik heb
herhaaldelijk gevraagd dat de gegevens van het kadaster zouden
worden aangepast in functie van onze doelstelling inzake het herzien
van de kadastrale inkomens.
Om redenen van methodologische aard en omdat de inhoud van de
gegevens van het kadaster niet aan de actualiteit zijn aangepast, is
het nutteloos of onvoldoende zich te baseren op de gegevens van het
kadaster om de doeleinden van de enquête te halen.
02.02 Charles Picqué, ministre:
L'INS n'a pas utilisé les données
du cadastre en raison des
méthodes statistiques qui y sont
appliquées. Le cadastre travaille
sur la base de données qui
concernent le propriétaire et ne
dispose pas de données relatives
aux locataires d'un logement.
En outre, l'adresse du logement
est encodée différemment au
cadastre et au registre national et
un changement d'affectation n'est
pas toujours enregistré. D'autres
données de l'enquête, comme le
mode de chauffage, ne peuvent
être fournies par le cadastre.
02.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik ben heel
blij met het antwoord van de minister op een aantal onderdelen van
de vraag.
Mijnheer de minister, u zegt dat de informatie over de gebouwen bij
het kadaster per eigenaar verzameld wordt. Dan moet het toch
volstaan aan de invuller van de enquête te vragen of hij huurder of
eigenaar is? Indien hij huurder is, kan men vragen wie de eigenaar
van het gebouw is. Aan de hand van die verwijzing kan men
vervolgens de gegevens van het gebouw verkrijgen.
In uw antwoord hebt u een aantal elementen uit de enquête
02.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Si un propriétaire a accès aux
données relatives à son bâtiment
auprès du cadastre, il devrait être
possible de savoir si le propriétaire
loue un logement ou pas.
Je constate, par ailleurs, que
l'obtention de données auprès du
Registre national et du Cadastre
se fait d'une manière différente. La
mise à jour des données relatives
CRIV 50
COM 589
27/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
aangehaald. U zei bijvoorbeeld dat het adres van een woning bij het
kadaster op een andere manier verwerkt wordt dan bij het
rijksregister. Ik stel vast dat er dus een probleem is met de
afstemming van gegevens tussen verschillende federale
administraties. Het zou goed zijn indien zij dezelfde codering en
dezelfde verwerkingwijze gebruikten.
Over een ander en interessanter punt uit uw antwoord hebben wij het
al gehad met de minister van Financiën, te weten over de
actualisering van een aantal gegevens over de woningen naar
aanleiding van de herziening van de kadastrale inkomens. Vorige
week of veertien dagen geleden heb ik de minister van Financiën nog
horen verklaren dat het niet de intentie van de regering is om over te
gaan tot een herziening van de kadastrale inkomens. Ik heb begrepen
dat voor Vlaanderen en Wallonië wel enkele pilootprojecten
uitgewerkt zijn, maar dat de regering nu niet verder wil gaan. Ik denk
dat vele mensen dat samen met mij betreuren. Men zou heel wat
problemen kunnen oplossen door een actualisering van het
kadastraal inkomen, zowel bij bestemmingswijzigingen als bij
verbouwingen, dus op basis van de actuele toestand van het
woningpatrimonium in ons land.
Ik concludeer in elk geval uit uw antwoord dat de gegevens van het
kadaster onvoldoende betrouwbaar zijn om een statistische
verwerking uit te voeren. Ik moet ook concluderen dat de kadastrale
inkomens in ons land niet correct worden vastgesteld, namelijk op
basis van de actuele toestand van het patrimonium. Ik denk dat ik uw
antwoord eens moet toetsen aan de inzichten van de minister van
Financiën. U zegt immers dat het de doelstelling van de regering is
om over te gaan tot een herziening van de kadastrale inkomens,
terwijl ik dat van hem nog nooit gehoord heb, integendeel zelfs.
à l'immobilier est toutefois
nécessaire mais il semblerait que
le gouvernement n'ait pas
l'intention de revoir les revenus
cadastraux. C'est ce que m'a fait
savoir le ministre Reynders. Les
données cadastrales ne se prêtent
pas à une utilisation dans le cadre
d'une étude statistique. Elles ne
sont donc pas fiables.
02.04 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Brepoels, ik bevestig dat ik bekommerd ben over het feit dat de
kadastrale inkomens, in de grote steden bijvoorbeeld, niet in
verhouding staan tot de reële waarde van de betrokken
eigendommen. Dat is inderdaad een probleem. Daarom pleit ik voor
een actualisering van de waarden. Dat heb ik dan ook vermeld in mijn
verslag over het grootstedelijk beleid. Ik heb ook gevraagd dat de
regering op dit vlak een initiatief zou nemen. Ik onthoud uw suggestie
inzake de afbakening van zones, waarbinnen ervaring kan worden
opgedaan, om zo de diensten van het kadaster en het rijksregister te
laten samenwerken.
Mevrouw Brepoels, mijn conclusie is inderdaad dat de
betrouwbaarheid van de gegevens van het kadaster onvoldoende is
voor de doeleinden van de socio-economische enquête 2001. Ik deel
dus uw mening en uw bezorgdheid: het kadaster moet aangepast
worden, en dit niet alleen wegens de redenen die het NIS betreffen.
Het kadaster moet eveneens worden aangepast om de waarde van
de eigendommen op een meer rechtvaardige manier te bepalen,
vooral in de grootsteden.
02.04 Charles Picqué, ministre:
En ville, il est fréquent que les
revenus cadastraux ne soient pas
proportionnels à la valeur
intrinsèque du bâtiment; voilà
pourquoi je préconise la mise à
jour de ces données. La fiabilité
des données du cadastre est donc
provisoirement insuffisante pour
pouvoir les utiliser telles quelles.
02.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Ik ga volledig akkoord met de
conclusies van de minister. Ik kan enkel vaststellen dat u daarin door
de regering niet wordt gesteund. Uw uitspraken van verleden jaar over
het Grootstedenbeleid kan ik volledig ondersteunen. De regering vindt
02.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Je suis d'accord avec le ministre
mais je me demande si le
gouvernement fédéral suit bien ce
27/11/2001
CRIV 50
COM 589
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
het belangrijk om in onze grote steden een aantal initiatieven op dat
vlak te nemen en zij zou er dus goed aan doen om in dat verband uw
initiatief ook daadwerkelijk door te drukken. Ik stel echter vast dat u in
dit dossier blijkbaar niet genoeg invloed hebt.
dossier. Aucune initiative n'est
prise.
02.06 Minister Charles Picqué: Ik kan u melden dat een wetsontwerp
werd voorbereid en zal worden ingediend. Ik bevestig hiermee wat ik
vooraf gezegd heb.
02.06 Charles Picqué, ministre:
On y travaille beaucoup.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nr. 5772 van mevrouw Leen Laenens wordt naar een latere datum verschoven.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.46 heures.