KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 575
CRIV 50 COM 575
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
13-11-2001 13-11-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de
minister van Financiën over "de stand van zaken
van de maatregelen op het vlak van de
vereenvoudiging van de fiscale procedures"
(nr. 5523)
1
Question de Mme Fientje Moerman au ministre
des Finances sur "l'état d'avancement des
mesures concernant la simplification des
procédures fiscales" (n° 5523)
1
Sprekers:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Financiën over "de vertraging bij de
verzending van de aanslagbiljetten" (nr. 5533)
3
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des
Finances sur "le retard dans l'expédition des
avertissements-extraits de rôle" (n° 5533)
3
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Financiën over "de toepassing van
het BTW-tarief voor restauratie van geklasseerde
monumenten" (nr. 5648)
6
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre des
Finances sur "le taux de TVA applicable à la
restauration de monuments classés" (n° 5648)
6
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Financiën en aan de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen over "de sociale dienst van de
Administratie van financiën" (nr. 5534)
7
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Finances et au ministre de la
Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration sur "le service social de
l'Administration des finances" (n° 5534)
7
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de indexering van de
belastingschalen in de bedrijfsvoorheffing"
(nr. 5521)
8
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "la prise en compte de l'indexation
des barèmes fiscaux lors du calcul du précompte
professionnel" (n° 5521)
8
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "de oprichting van het
Agentschap voor Patrimoniale Informatie"
(nr. 5522)
10
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "la création de l'Agence pour
l'information patrimoniale" (n° 5522)
10
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de stock aan bezwaren"
(nr. 5583)
12
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'arriéré dans le traitement des
réclamations" (n° 5583)
12
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "de belastingheffing
van vergoedingen verkregen door een zelfstandig
Amerikaans artiest die in België optreedt"
(nr. 5591)
14
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "l'imposition des rémunérations
perçues par un artiste américain indépendant se
produisant en Belgique" (n° 5591)
14
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de 16
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre 16
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Financiën over "de hervorming van
de vennootschapsbelasting" (nr. 5592)
des Finances sur "la réforme de l'impôt des
sociétés" (n° 5592)
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "het onderzoek van
de fiscale aangifte van provincieraadsleden"
(nr. 5593)
17
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "l'examen de la déclaration
d'impôt des conseillers provinciaux" (n° 5593)
17
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Financiën over "het bevriezen van
kapitaal dat toebehoort aan de Taliban" (nr. 5603)
20
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des
Finances sur "le gel des capitaux appartenant aux
Talibans" (n° 5603)
20
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Financiën over "de vergelijking van
het werkvolume met het aantal personen in de
diensten van de Registratie" (nr. 5605)
22
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des
Finances sur "la comparaison entre le volume de
travail et le nombre de personnes travaillant dans
les services de l'Enregistrement" (n° 5605)
22
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "het arrest van het
Hof van Cassatie van 28 september 2001
betreffende maaltijdcheques" (nr. 5635)
25
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "l'arrêt de la Cour de Cassation
du 28 septembre 2001 sur les chèques repas"
(n° 5635)
25
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de zelfstandige bankagenten"
(nr. 5642)
26
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "les agents bancaires indépendants"
(n° 5642)
26
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Didier Reynders, ministre des
Finances
Interpellatie van de heer Yves Leterme tot de
eerste minister over "het communicatiebeleid van
deze regering" (nr. 979)
28
Interpellation de M. Yves Leterme au premier
ministre sur "la politique de communication du
gouvernement" (n° 979)
28
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Financiën over "de erkenning van de
bosgroeperingen" (nr. 5597)
29
Question de M. Joseph Arens au ministre des
Finances sur "l'agrément des groupements
forestiers" (n° 5597)
29
Sprekers: Josy Arens, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Josy Arens, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de kadastrering van
transformaties aan gebouwen" (nr. 5649)
32
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "l'inscription au cadastre des
transformations de bâtiments" (n° 5649)
32
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "een mogelijke BTW-verlaging
in de horecasector" (nr. 5650)
34
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "une possible réduction du taux de
TVA applicable dans le secteur horeca" (n° 5650)
34
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de splitsing van de directie
Brabant van het Kadaster" (nr. 5651)
36
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "la scission de la direction du
Brabant du cadastre" (n° 5651)
36
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de discriminatie van
Duitstalige ambtenaren van Financiën" (nr. 5659)
38
Question orale de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "la discrimination des fonctionnaires
germanophones de l'administration des Finances"
(n° 5659)
38
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan
Minister van Financiën over "de bezwaartermijn"
(nr. 5664)
40
Question de M. Peter Vanvelthoven au Ministre
des Finances sur "le délai de réclamation"
(n° 5664)
40
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Financiën over "de
Copernicushervorming in de FOD Financiën
(ambtsgebieden van de lijnfuncties van N-3
niveau)" (nr. 5673)
42
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des
Finances sur "la réforme Copernic dans le SPF
Finances (circonscriptions administratives des
fonctions de ligne en niveau N-3)" (n° 5673)
42
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de rol van de minister in de
contacten met het oog op de oprichting van een
nieuwe luchtvaartmaatschappij" (nr. 5675)
45
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "le rôle du ministre dans les
contacts en vue de la création d'une nouvelle
compagnie aérienne" (n° 5675)
45
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "het fiscaal statuut van de
beroepsinkomsten van buitenlandse
voetbalspelers" (nr. 5677)
48
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "le statut fiscal des revenus
professionnels des footballeurs étrangers"
(n° 5677)
48
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iv
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
13
NOVEMBER
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
13
NOVEMBRE
2001
10:00 heures
______
La séance est ouverte à 10.15 heures par M. Aimé Desimpel, président.
De vergadering wordt geopend om 10.15 uur door de heer Aimé Desimpel, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de minister van Financiën over "de stand van zaken van
de maatregelen op het vlak van de vereenvoudiging van de fiscale procedures" (nr. 5523)
01 Question de Mme Fientje Moerman au ministre des Finances sur "l'état d'avancement des mesures
concernant la simplification des procédures fiscales" (n° 5523)
01.01 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, regeringscommissaris Zenner heeft dit jaar zijn
actieplan voor de vereenvoudiging van fiscale procedures
voorgesteld. Een van de aangekondigde acties in dat document
betreft de coördinatie van het douaneplatform inzake de
vereenvoudiging van procedures voor paperless douane en het van
nabij volgen en het ontwikkelen van projecten die in gemeen overleg
zullen worden voorgesteld door de experts en de administratie van
Douane en Accijnzen. In het vijfjarenplan voor informatica 2001-2005
een document van 20 oktober 2000 van de algemene dienst van het
ministerie van Financiën blijkt dat voor het project paperless douane
waarvan de realisatie tegen het einde van dit jaar voorzien is voor
2001 een budget werd vooropgesteld van 30 miljoen frank. De eerste
concrete realisatie van het project zou zijn ik citeer : "het ter
beschikking stellen aan het publiek en aan de douanebureaus van het
douanetarief via internet ter vervanging van het volumineuze en
verouderde tarief op papier".
Uit de boordtabel voor de vereenvoudiging, die de
regeringscommissaris aan het parlement heeft bezorgd, leid ik af dat
op het moment al een aantal van de aangekondigde realisaties
gerealiseerd zouden moeten zijn. Zo is er, ten eerste, Tarbel of het
gebruikstarief. De goedkeuring daarvan in Ministerraad werd voorzien
tegen september
2001; de realisatie werd verwacht vanaf
januari 2002. Ten tweede is er het new computerized transit system of
NCTS, dat volgens de boordtabel tot eind augustus 2002 wordt getest
en waarvan de acceptatie door de administratie en de certificatie door
de Europese Commissie voorzien is tussen september 2001 en eind
december 2001. Ten derde is er de informatisering van exemplaar 3
van de uitvoeraangifte. Daarrond wordt thans een voorstudie verricht
tot eind augustus 2001; de functionele analyse is gepland vanaf begin
2002.
01.01 Fientje Moerman (VLD):
L'un des points du plan d'action du
commissaire du gouvernement
Zenner pour la simplification des
procédures fiscales concernait la
douane. Il ressort du plan
quinquennal informatique 2001-
2005 qu'il est prévu pour la
douane paperless un budget de 30
millions de francs pour l'année
2001. La fourniture du tarif
douanier par Internet est une
première réalisation.
D'après le « tableau de bord de la
simplification», TARBEL
devrait
actuellement avoir été approuvé
en Conseil des ministres, le
NCTS
devrait avoir franchi la
phase de test et l'analyse
fonctionnelle de l'informatisation
de l'exemplaire 3 de la déclaration
d'exportation devrait être en cours.
Quel est l'état d'avancement
précis des dossiers? Quel est le
calendrier? Comment le budget de
30 millions a-t-il été utilisé?
Comment collabore-t-on avec les
entreprises? Utilise-t-on dans ce
cadre l'expertise existante?]
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Mijnheer de minister, graag verneem ik van u de precieze stand van
zaken in verband met de voornoemde elementen uit de boordtabel
van de regeringscommissaris. Werd de timing gerespecteerd? Welke
precieze timing en welke stappen voorziet u voor de verdere realisatie
van het project paperless douane?
Welke concrete middelen trekt u uit voor de verschillende fases van
het project? Hoe werd de 30 miljoen frank aangewend, die voorzien
was voor de terbeschikkingstelling van het douanetarief via het
internet? Werd er een beroep gedaan op de expertise die blijkbaar in
de bedrijfswereld voorhanden is om het project te realiseren tegen de
beste prijs/kwaliteitsverhouding?
Ten slotte, hoe zult u bij de voorbereiding en de uitwerking van de
genoemde elementen uit de boordtabel voort samenwerken met het
bedrijfsleven? Gaat u voort gebruikmaken van de daar voorhanden
zijnde expertise?
01.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw Moerman, wat de
publicatie van het douanetarief op het internet, Tarbel, betreft, de
inspectie van Financiën moet het dossier nog beoordelen. Daarna
wordt het bij de Ministerraad ingediend. Op de expertise van het
bedrijfsleven wordt een beroep gedaan, omdat het hier een gunning
via onderhandelingsprocedure betreft. Het ontwerp is de
concretisering van het vijfjarenplan informatica 2001-2005, waarvoor
de opdracht werd gegeven in 2001. Ik hoop dat het mogelijk zal zijn
om nog in 2001 over het dossier te beslissen, na het advies van de
inspectie van Financiën. Tevens zullen 280 bijkomende computers bij
de douanediensten worden geïnstalleerd.
Wat het new computerized transit system of NCTS betreft, kan ik
melden dat de ontwikkeling een zekere vertraging heeft opgelopen,
zodat de planning van de testfase van de acceptatie en van de
certificatie 4 maand werd opgeschoven. Ook voor het NCTS wordt
een beroep gedaan op de expertise van het bedrijfsleven. Er wordt
gebruikgemaakt van de diensten van firma's die gespecialiseerd zijn
in ICT. In de pilootfase wordt ook samengewerkt met twee belangrijke
privé-firma's.
De informatisering van exemplaar 3, het exemplaar van de
uitvoeraangifte dat voor de aangever bestemd is, werd opgenomen in
het DES-project of douane export systeem.
Dit project wordt door de administratie samen met de
beroepsvereniging van de haven van Antwerpen ontwikkeld. De
planning blijft voor dit project behouden, dus zonder enige vertraging.
Het project paperless douane wordt in 2002 voortgezet door de
gunning van een opdracht geschat op 40 miljoen frank, voor de
noodzakelijke aanpassing van de huidige informaticatoepassingen
van de douane. Vervolgens wordt een pilootkantoor opgestart met
deelname van kandidaat-firma's. Vanaf 2003 en dit gedurende drie
jaar, zal de verdere ontwikkeling over alle kantoren, door een
jaarlijkse investering van 40 miljoen frank in voornamelijk pc's,
worden gerealiseerd. Bovendien heeft de regering een uitgebreide
overdenkingprocedure in het kader van Coperfin, Copernicus bij
Financiën, gestart. Specifieke programma's van BPR, Business
Process Reengineering, zijn voor de administratie van douane en
01.02 Didier Reynders, ministre:
Après l'évaluation par l`Inspection
des Finances, le dossier de la
publication du tarif douanier
TARBEL sur l'Internet a été
soumis au Conseil des ministres.
On installe 280 ordinateurs
supplémentaires aux douanes.
La mise en oeuvre du New
Computerized Transit System
(NCTS) a pris quatre mois de
retard. Dans les deux dossiers
cités, il est fait appel à l'expertise
d'entreprises ICT spécialisées.
L'informatisation de ce que l'on
appelle l' « exemplaire 3 » de la
déclaration d'exportation
progresse selon le calendrier
prévu. Elle constitue une
subdivision du projet Douane
Export System, auquel collaborent
les associations professionnelles
du port d'Anvers.
Dans la perspective de la
poursuite du projet de Douane
paperless, le système informatique
douanier fera l'objet, en 2002,
d'une adaptation qui coûtera 40
millions de francs et sera testé
dans un bureau. Tous les autres
bureaux seront adaptés dès 2003.
40 millions de francs seront
investis trois années de suite,
principalement dans l'acquisition
d'ordinateurs.
En outre, des programmes
spécifiques, tels que le plan BPR
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
accijnzen bedoeld. De overdenkingactiviteiten worden door
ambtenaren binnen de administratie geleid waarbij ze de bijstand van
externe adviseurs krijgen. In dit kader zal de optimale werkmethode
voor deze administratie worden vastgesteld, waarbij het paperless
aspect en het klantaspect voorrang zal worden verleend. De
resultaten worden verwacht tegen april 2002, om daarna door de
voorstellen inzake ICT-personeel en -infrastructuur te worden
aangevuld, teneinde in juni 2002 tot concrete voorstellen te leiden. Er
doet zich dus een vertraging voor van vier maanden voor één project.
Ook een tweede project kent vertraging, maar voor de overige
projecten die opgenomen waren in het plan van de
regeringscommissaris zal een correcte implementatie volgen.
(Business Process Re-
engineering), ont été mis en place
pour l'administration des Douanes
et Accises dans le cadre du plan
Copernic pour le département des
Finances (Coperfin). Des
conseillers externes assistent les
fonctionnaires dans la réflexion
afin de mettre au point une
méthode de travail optimale, c'est-
à-dire qui utilise le moins de papier
possible et qui tienne le plus
possible compte du client. Les
résultats de cet exercice sont
attendus pour le mois d'avril 2002.
En fonction de ces résultats, ainsi
que des propositions en matière
d'ICT, de ressources humaines et
d'infrastructure, des propositions
réalistes devraient être présentées
en juin 2002.
01.03 Fientje Moerman (VLD): U zegt dat er voor een project
vertraging is van vier maanden, maar als ik goed geluisterd heb, zei u
ook dat er inzake Tarbel nog geen goedkeuring is vanuit de
Ministerraad. Dat was gepland voor september, dacht ik.
01.03 Fientje Moerman (VLD):
Un seul projet a donc pris du
retard, selon le ministre, mais
force est de constater que le projet
TARBEL n'a pas non plus été
approuvé par le Conseil des
ministres.
01.04 Minister Didier Reynders: Ja, het is een ontwerp voor 2001 en
ik hoop dat het dus mogelijk zal zijn om een beslissing te nemen in
2001. Ik wacht op een advies van de inspectie van Financiën.
01.05 Fientje Moerman (VLD): Als u mij toestaat om kritisch te zijn,
dan denk ik te mogen besluiten dat twee van de drie projecten
vertraging hebben opgelopen. Voor het overige zullen wij nauwlettend
zullen moeten toezien en dit niet alleen op de administratieve
procedures en paperless douane, maar op alle projecten die de
regeringscommissaris heeft naar voren geschoven. Het zou
misschien nuttig zijn maar dat overschrijdt de context van de vraag
dat we op periodieke tijdstippen van de regeringscommissaris of
van uzelf, maar misschien nog beter van diegene die het rechtstreeks
doet, uitleg krijgen over de algemene naleving van de boordtabel die
werd uitgedeeld.
01.05 Fientje Moerman (VLD):
Deux des trois projets accusent
donc un retard. Il faudra suivre
cela de près.
01.06 Minister Didier Reynders: Ik heb aan de regeringscommissaris
gevraagd een nieuwe boordtabel met het verloop van het proces aan
de commissie te bezorgen.
01.06 Didier Reynders, ministre:
J'ai demandé un nouveau tableau
de bord au commissaire du
gouvernement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Financiën over "de vertraging bij de
verzending van de aanslagbiljetten" (nr. 5533)
02 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des Finances sur "le retard dans l'expédition des
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Op 24 oktober, zowat vier
weken geleden dus, maakte de VVSG, de Vereniging van Vlaamse
Steden en Gemeenten, melding van het feit dat dit jaar de
afrekeningen voor de belastingen, of wat men noemt de
aanslagbiljetten voor de personenbelasting, opnieuw met vertraging
zullen worden verstuurd. Blijkbaar zullen de eerste aanslagbiljetten
pas eind december en mogelijk nog later worden verstuurd in plaats
van einde september of begin oktober. Bijgevolg zal degene die voor
zijn inkomsten van 2000 te veel belastingen heeft betaald, via onder
andere het mechanisme van de voorheffing en uit de statistieken
blijkt dat dat nog steeds de grootste groep is ook dit jaar nog langer
op zijn geld moeten wachten.
De oorzaak ligt blijkbaar opnieuw bij onvoldoende gespecialiseerd
informaticapersoneel die de programma's voor de inning van de
belastingsaangiften 2001 tijdig klaar kunnen hebben. Dit beweert
althans uw administrateur-generaal van financiën de heer Rik
Degreef. De gevolgen voor de steden en gemeenten zijn niet
verwaarloosbaar. Bijgevolg zijn zij in dit verhaal de klos. Zij zullen
langer moeten wachten om een deel van de personenbelasting door
te storten naar de gemeentekas. Die opcentiemen krijgen ze normaal
doorgestort de maand nadat de belastingplichtige betaald heeft of
terugbetaald werd. Volgens een eerste analyse zouden de eerste
stortingen ten vroegste eind maart 2002 kunnen verwacht worden.
Normaliter gebeurt dit in de maand januari. Dit is voor de meeste
steden en gemeenten een zoveelste probleem naast onder andere de
problematiek van de tekorten in de politiedotaties. Het is dus een
probleem inzake de financiering van hun begroting, een probleem
waar heel wat steden en gemeenten mee worstelen.
Mijnheer de minister, ik had u graag vijf vragen gesteld. Ten eerste.
Bevestigt u de vertraging in de versturing van de aanslagbiljetten?
Ten tweede. Bevestigt u de bewering dat dit te wijten is aan de
slechte werking van het informaticasysteem en het personeel dat
hierbij betrokken is om de gegevens in te brengen? Is de vertraging
eveneens te wijten aan de aanpassing voor de euro? Ten derde. Wat
is het bedrag dat laattijdig aan de belastingbetalers zal worden
terugbetaald? Heeft u daar een raming van? Ten vierde. Hoe denkt u
deze chaotische toestand onder controle te krijgen ten einde "een
snelle en efficiënte werking" van de belastingdiensten te kunnen
garanderen? Wat is het bedrag dat laattijdig aan de steden en
gemeenten zal overgemaakt worden? In dat kader heeft de
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten u een brief gestuurd.
Wat was uw antwoord op deze brief?
02.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Nous
apprenons par la presse que les
avertissements-extraits de rôle en
matière d'impôt des personnes
physiques seront cette année
encore envoyés plus tard que
prévu, au plus tôt fin décembre. Le
contribuable qui a payé trop
d'impôts, devra donc attendre plus
longtemps avant d'être remboursé.
De même, les communes
n'encaisseront pas leur part de
l'IPP avant la fin mars 2002.
Cette information concernant le
retard est-elle exacte? Le retard
est-il dû au système informatique
et aux implications du passage à
l'euro? A combien se chiffre le
montant des remboursements qui
seront effectués avec retard?
Comment le ministre compte-t-il
maîtriser cette situation
chaotique? Quel est le montant
des impôts qui devrait être versé
avec retard aux communes?
Quelle était la réponse du ministre
à la lettre de la VVSG à ce sujet?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, de inkohieringen voor het aanslagjaar 2001 zullen
beginnen in december 2001. Ten opzichte van vorig jaar zullen wij
dus twee maanden vroeger beginnen. Dit kadert in het plan om terug
te keren naar een normale situatie.
Op uw tweede vraag wil ik ontkennend antwoorden. De administratie
deelt mij mee dat de werkzaamheden verlopen zoals gepland.
Uiteraard heeft de invoering van de euro en de hierbij horende
problemen van omzetting naar euro een rol gespeeld bij het opstellen
van de planning.
02.02 Didier Reynders, ministre:
Les enrôlements pour l'exercice
d'imposition 2001 débuteront en
décembre 2001, soit deux mois
plus tôt que l'année dernière.
Les travaux se passent comme
prévu. Il a été tenu compte, dans
la programmation des mesures,
de l'introduction de l'euro ainsi que
des problèmes de conversion.
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Op uw derde en vijfde vraag zijn verschillende antwoorden mogelijk
naar gelang de hypotheses die weerhouden worden. Ten titel van
inlichting, inzake de personenbelasting van aanslagjaar 2000, op het
einde van de gewone aanslagtermijn, namelijk 30 juni 2001, had de
Schatkist ten opzichte van de belastingplichtigen enerzijds een schuld
van 92.708.000.000 frank en anderzijds een vordering van
133.408.000.000 frank. De toekenning aan de gemeenten bedroeg
72.408.000.000 frank.
In verband met uw vierde vraag. Met het plan voor een terugkeer naar
de normale situatie zoals aangestipt onder uw eerste vraag, wil men
terug komen tot inkohieringen in de maand oktober. De aangewende
middelen berusten op een strikte planning, een nauwgezette kalender
van de werkzaamheden, het aanduiden van een
projectverantwoordelijke en de opvolging van de vordering aan de
hand van een boordtabel.
Tijdens de volgende maanden zal ik misschien meer inlichtingen
kunnen geven. In december 2001 starten we alleszins met het nieuwe
proces.
Dat is dus twee maanden vroeger dan vorig jaar.
Ik kom nu tot uw laatste vraag. Teneinde de nadelen voor de
gemeenten tot een minimum te beperken, zal ik desgevallend de
Administratie van de invordering verzoeken een regeling uit te werken
waarbij aan alle gemeenten van het Rijk renteloos te recupereren
voorschotten zullen worden betaald, net zoals vorig jaar. Er is dus
geen enkel probleem. Doordat de inkohieringwerkzaamheden vroeger
zullen aanvangen dan vorig jaar kan, in tegenstelling tot vorig jaar,
slechts een of tweemaal de betaling van een voorschot worden
overwogen. We zullen dezelfde stelsels hanteren als vorig jaar, met
één of twee betalingen van voorschotten, als dat nodig is.
En ce qui concerne les questions
trois et cinq, plusieurs réponses
sont possibles, selon l'hypothèse
de départ. Le but visé est d'en
revenir à un enrôlement courant
octobre. Dans cette perspective,
une programmation serrée a été
élaborée, des responsables de
projet ont été désignés et le
recouvrement sera l'objet d'un
suivi sur la base d'un tableau de
bord. Si nécessaire, j'enjoindrai
l'Administration du recouvrement
de verser aux communes des
avances sans intérêt,
récupérables, afin de limiter au
maximum les inconvénients
qu'elles subissent.
02.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Er is dus een vertraging van twee
maanden. Ik betwijfel toch dat die vertraging zich tot twee maanden
zal beperken, wetende dat binnen een maand en een week, vanaf 20
december, de administratie veelal haar deuren sluit en dat er
ongeveer 4,5 tot 4,8 miljoen aanslagbiljetten moeten worden
verstuurd. Ik denk dat er nog wat werk aan de winkel is.
02.03 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Je doute que le
retard se limite à deux mois. Il
reste beaucoup de pain sur la
planche.
02.04 Minister Didier Reynders: Ik zal proberen te preciseren. Er is
geen wettelijke vertraging. We hebben tot en met 30 juni 2002 de tijd.
Ik hoor bij bepaalde vragen en interpellaties spreken over
vertragingen, maar er is geen wettelijke vertraging. Ik herinner u
eraan dat voor het jaar 2000 alles klaar was voor 30 juni 2001. Er is
een verschil tussen een traditie van betaling aan de gemeenten en
een wettelijke termijn. We hebben geen enkele vertraging opgelopen
volgens de wettelijke normen.
02.04 Didier Reynders, ministre:
Du point de vue légal, il n'est
aucunement question de retard:
l'échéance est fixée au 30 juin. En
2000, tout s'était également bien
terminé.
02.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
ga akkoord met uw redenering. Ik beweer niet dat u de wettelijke
termijn hebt overschreden, maar het is toch frappant dat voor het
tweede opeenvolgende jaar dit probleem aan de orde is. Ik dacht dat
er voldoende personeel in dienst was genomen u hebt dit immers
altijd beweerd en dat er investeringen waren gedaan in
02.05 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): En dépit des
investissements consentis, le
problème se pose deux années de
suite. Lorsqu'il s'agit de payer, rien
ne va jamais assez vite aux yeux
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
informaticamateriaal. Als het tijdig, of volgens de traditie moet
gebeuren, dan slaagt u er echter niet in om dat te laten verlopen zoals
het hoort. Zo creëert u bij de burgers natuurlijk de idee dat
terugbetalingen door de Staat aan de belastingbetaler altijd vertraging
oplopen en dat, wanneer er door de burger moet worden betaald, het
nooit snel genoeg kan gaan. Naar aanleiding van de aangekondigde
hervorming van de personenbelasting zitten een aantal mensen
zenuwachtig te wachten op hun aanslagbiljet om te kijken wat daar nu
het eerste effect van is. Ik denk dat ze van een kale reis zullen
terugkomen. Ten eerste, zullen ze hun aanslagbiljet te laat of later
krijgen, en dus ook hun terug te trekken geld. Ten tweede, zou het
wel eens een misvatting kunnen zijn dat ze nu minder zullen moeten
betalen.
du fisc mais lorsqu'il s'agit de
rembourser, il faut user de
patience.
02.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik herhaal dat
er geen vertraging is volgens de wet die door het parlement is
gestemd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de minister van Financiën over "de toepassing van het
BTW-tarief voor restauratie van geklasseerde monumenten" (nr. 5648)
03 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre des Finances sur "le taux de TVA applicable à la
03.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u weet dat het niet altijd gemakkelijk is om investeerders te
vinden voor de restauratie van een beschermd gebouw dat in verval
is, vooral wanneer daar nadien geen inkomsten aan verbonden zijn.
Het concrete geval waarnaar ik hier verwijs, is een windmolen die al
vele jaren vervallen staat en waarvoor thans eindelijk een
investeerder is gevonden die deze molen wil aankopen, restaureren
en nadien ter beschikking stellen van de vzw Levende molens in
Vlaanderen. Die vzw zal vervolgens de molen tijdens de weekends
open stellen voor het publiek.
In dat concreet geval is er duidelijk geen mogelijkheid om geld te
recupereren door huishuur door verhuring als woongelegenheid of als
commerciële aangelegenheid. Bij de voorbereiding van dat dossier
blijkt dat er op deze restauratie 21% BTW verschuldigd is. Dat is
natuurlijk een zware dobber en daarom heb ik twee vragen.
Is het effectief zo dat voor de restauratie van geklasseerde
gebouwen, zelfs indien dat gebouw geen inkomsten genereert, er toch
21% BTW dient betaald te worden? Indien ja, bestaan er dan
mogelijkheden om daarvan af te wijken als men met sluitende
contracten kan aantonen dat deze molen nadien ter beschikking zal
worden gesteld van een vzw en op die manier geen inkomsten zal
opleveren?
03.01 Marcel Hendrickx (CD&V):
Ma question a trait à un vieux
moulin à vent classé ayant enfin
trouvé un acquéreur prêt à investir
dans des travaux de restauration,
dans le but de mettre ensuite ce
monument à la disposition de
l'asbl "Levende windmolens"
(moulins à vent en activité). Alors
que le moulin ne génèrera aucun
revenu, les travaux de restauration
seraient soumis au taux de TVA
de 21 pour cent.
Cette information est-elle exacte?
Ne pourrait-il être dérogé au taux
de TVA normal pour des travaux
de restauration d'un bâtiment dont
il est établi qu'il sera ensuite mis à
la disposition d'une asbl?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Hendrickx, alleen gebouwen bestemd voor huisvesting kunnen in
aanmerking komen voor de toepassing van de verlaagde BTW-
tarieven van 6% of 12% in de onroerende sector.
Geen enkele wettelijke bepaling maakt het mogelijk de regeling van
het verlaagd tarief uit te bereiden tot andere gebouwen dan deze
03.02 Didier Reynders, ministre:
Seuls les bâtiments destinés au
logement peuvent bénéficier d'un
taux de TVA réduit. J'ai demandé
à la Commission européenne de
formuler certaines propositions
dans le cadre du prochain rapport,
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
bestemd voor de huisvesting. Bijgevolg zijn de renovatie- en
onderhoudswerken van geklasseerde gebouwen die niet bestemd zijn
voor huisvesting, onderworpen aan het normaal BTW-tarief van 21%,
ongeacht of deze worden opengesteld voor toeristische of educatieve
doeleinden. Op wettelijke basis is het dus onmogelijk om vandaag iets
te ondernemen.
Ik heb echter aan de Europese Commissie gevraagd om in haar
volgend verslag over de verlaagde BTW-tarieven, eind 2002, een
aantal voorstellen te doen. Deze voorstellen zullen verband houden
met enkele nieuwe verlaagde BTW-tarieven zoals bijvoorbeeld voor
schoolgebouwen, geklasseerde gebouwen, sommige diensten
betreffende vervoersveiligheid. Er zijn veel vragen met betrekking tot
culturele en sociale producten, producten in verband met de mobiliteit
en producten van duurzame ontwikkeling.
In september heb ik op een informele Ecofin-raad aan de Europese
Commissie gevraagd om een aantal voorstellen in het volgend
verslag op te nemen. Dit zal misschien in het tweede semester van
2002 mogelijk zijn. Nu is het echter onmogelijk om op wettelijke basis
iets te doen voor de geklasseerde gebouwen die niet in aanmerking
komen voor huisvesting.
notamment pour les bâtiments
scolaires et les bâtiments classés.
Actuellement, il nous est
impossible d'agir.
03.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat
die wijziging inderdaad kan worden tot stand gebracht. Het is jammer
dat men voor de renovatie van een belangrijk geklasseerd gebouw op
die wijze wordt gestraft. Als voor woningen reeds na vijf jaar het
verlaagd tarief kan worden toegepast, zou dat voor een geklasseerd
gebouw toch ook moeten kunnen.
03.03 Marcel Hendrickx (CD&V):
J'espère que le ministre
parviendra à mettre en oeuvre
cette modification. Je déplore que
les personnes qui investissent
dans des bâtiments classés sont
ainsi pénalisées.
03.04 Minister Didier Reynders: Voor de renovatie van een
geklasseerd gebouw bestemd voor huisvesting wordt altijd het
verlaagde BTW-tarief van 6% toegepast. Dat is altijd zo geweest.
03.04 Didier Reynders, ministre:
Le taux de TVA réduit s'applique
d'ores et déjà lorsque le bâtiment
est destiné au logement.
03.05 Marcel Hendrickx (CD&V): U verplicht dus iemand om zijn
domicilie in die molen te nemen en dan is het probleem opgelost.
03.06 Minister Didier Reynders: Bijvoorbeeld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Financiën en aan de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de sociale dienst van de
Administratie van financiën" (nr. 5534)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Finances et au ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de l'administration sur "le service social de l'Administration des
finances" (n° 5534)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Financiën)
(La réponse sera fournie par le ministre des Finances)
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik zal het kort houden.
Er is blijkbaar wat ongerustheid gerezen, mijnheer de minister, met
04.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il me revient que de
nombreux membres du personnel
du service social de
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
betrekking tot de sociale dienst van de administratie van Financiën. In
dat verband had ik enkele zeer concrete vragen. Is deze regering iets
van plan en bent u iets van plan met deze sociale dienst? Wat bent u
van plan in verband met het beheer van de restaurants? Zijn er
gevolgen voor het personeel van de sociale dienst? Zijn er eventuele
plannen, die gesmeed werden op basis van doorlichtingen en past dit
in het Copernicus-plan? Is de werkgelegenheid voor deze mensen
gegarandeerd, kortom, kan u deze mensen geruststellen?
l'administration des Finances
pourraient perdre leur emploi.
Quels sont les projets du
gouvernement en ce qui concerne
le service social et la gestion des
restaurants? Quels seront les
effets pour le personnel?
Certaines décisions découlent-
elles d'une radioscopie? Le cas
échéant, laquelle? Ces décisions
s'inscrivent-elles dans le cadre du
plan Copernic? La sécurité
d'emploi du personnel du service
social est-elle garantie?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten. Ik wens in de eerste plaats mede te delen dat mijn
collega van Ambtenarenzaken het noodzakelijk heeft geacht over te
gaan tot een externe audit van de sociale diensten van de federale
overheidsdepartementen, dus ook voor de sociale dienst van het
ministerie van Financiën. De audit werd toegewezen aan het bureau
Cap Gemini-Ernst & Young dat op 16 maart 2001 zijn eindverslag
heeft ingediend. Mijn collega heeft dit verslag aan de respectievelijke
vakorganisaties voorgelegd in het kader van het comité B. Wegens de
talloze vragen en opmerkingen heeft hij beslist een bijkomende studie
te laten uitvoeren die in juli is aangevat en binnenkort zal worden
afgesloten. Zelfs al maken de restaurants, beheerd door de sociale
dienst van mijn departement, het grootste deel uit van de restaurants
van de federale overheid, lijkt het me gepast het eindresultaat van het
lopend onderzoek af te wachten. Dit beoogt in hoofdzaak de
transparantie en de doeltreffendheid van de verschillende sociale
diensten te verbeteren. Het spreekt voor zich dat elke beslissing zal
genomen worden in overleg met mijn collega van Ambtenarenzaken
en dat ik bijzondere aandacht zal hebben voor besluiten wat het
statuut van het personeel betreft. De minister van Ambtenarenzaken
heeft me er overigens van verzekerd dat dit onderzoek geen
rationalisering van het personeelsbestand nastreeft, maar een meer
transparante en meer doeltreffende werking met het oog op de betere
benadering van de klanten, die alle ambtenaren van de federale
overheid toch zijn. We moeten dus wachten tot het eindverslag van de
tweede studie wordt uitgegeven.
04.02 Didier Reynders, ministre:
Le ministre de la Fonction publique
a fait procéder à un audit externe
des services sociaux des
départements fédéraux et donc
également du ministère des
Finances. L'audit a été réalisé par
Cap Gemini Ernst & Young. Le
rapport a été soumis aux syndicats
dans le cadre du Comité B. En
raison des nombreuses questions,
une étude supplémentaire a été
demandée et sera terminée
prochainement. Nous en
attendons le résultat.
Je prendrai les décisions en
concertation avec le ministre de la
Fonction publique, lequel m'assure
que l'objectif n'est pas de procéder
à une rationalisation au niveau des
effectifs mais d'assurer une plus
grande transparence et efficacité
dans le fonctionnement du service.
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, we
zullen dit eindverslag afwachten. We willen wel vragen dat vooraleer
er beslissingen worden genomen worden, overleg zou worden
gepleegd is met de syndicale organisaties. Ik neem aan dat dit wel zal
plaatsvinden.
04.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): J'insiste sur une
négociation avec les syndicats
avant de prendre une décision.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de indexering van de
belastingschalen in de bedrijfsvoorheffing" (nr. 5521)
05 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "la prise en compte de l'indexation des
barèmes fiscaux lors du calcul du précompte professionnel" (n° 5521)
05.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 05.01 Dirk Pieters (CD&V): Un
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
minister, ik ga terug naar een problematiek die een maand geleden
actueel was. Ik had deze vraag al ingediend op 19 oktober, maar pas
nu hebben we de gelegenheid om hierover te spreken. Op woensdag
17 oktober verscheen er een artikel in de Financieel Economische
Tijd, onder de hoofding "Minister pint zich niet vast op timing,
Reynders laat opening voor tragere indexering belastingschalen".
Voor zover ik weet, is dat later door u niet weerlegd in een andere
verklaring. Daarom vraag ik u hoe het nu juist zal gebeuren. In het
artikel wordt meer bepaald verwezen naar een communiqué dat u zelf
hebt uitgegeven en dat uit drie punten bestond. Punt één en twee van
dit communiqué leken me niet problematisch, maar het derde punt
betrof de indexering van de belastingschalen. Daarin hebt u alleen
gezegd dat de belastingschalen geïndexeerd zullen worden, zoals de
wet het bepaalt. Dit antwoord biedt echter geen enkele zekerheid over
de manier waarop de indexering in de bedrijfsvoorheffing zal worden
doorgerekend. Dit wordt immers geregeld bij een door het Parlement
te bekrachtigen koninklijk besluit. Men zegt dat dit begin december
klaar zou zijn. Wat de wetgeving betreft, zijn alleen het artikel 275 van
het Wetboek van Inkomensbelasting van 1992, alsook artikel 88 van
het koninklijk besluit WIB 92 en bijlage 3 van ditzelfde Wetboek van
belang.
Graag had ik van de minister vernomen of de indexering van de
belastingschalen in de bedrijfsvoorheffing vertraagd of onvolledig zal
gebeuren en wat de budgettaire opbrengst hiervan zal zijn?
article paru dans un journal du 17
octobre a semé la confusion au
sujet de l'indexation des barèmes
d'impositon dans le cadre du
précompte professionnel. Le
ministre ne peut que confirmer que
les barèmes seront indexés
comme la loi le prévoit mais n'est
pas en mesure de préciser
comment cette indexation sera
opérée à l'avenir, ni quelle en sera
l'incidence budgétaire. Un
complément d'information
s'impose donc.
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, met ingang van 1 januari 2002 zullen de barema's van
toepassing voor de bedrijfsvoorheffing worden aangepast. Ten eerste
gebeurt dit door de definitieve overgang naar de euro. Voor alle
barema's gaat het hierbij om een vermindering ten belope van 1
miljard Belgische frank of 25 miljoen euro. Ten tweede wordt de
crisisbijdrage verder afgebouwd van 2% tot 1%. Ook dit is een nieuwe
verlaging van de bedrijfsvoorheffing voor alle belastingplichtigen. Ten
derde wordt voor de hervorming van de personenbelasting de nieuwe
wet van 10 augustus integraal toegepast. Alle maatregelen die
voorgesteld werden in het parlement zijn dus van toepassing op de
bedrijfsvoorheffing van 2002. Ook voor de herindexering van de
barema's komen we tot een integrale toepassing van de wet. De
fiscale barema's zullen integraal worden geherindexeerd maar we
moeten eerst en vooral een achterstand goedmaken. U weet dat er in
1999, onder de vorige regering, een achterstand was. Het was
voorzien om tot een herindexering over te gaan maar niet voor de
bedrijfsvoorheffing van de maanden januari, februari en maart. Ik
probeer om tot een integrale herindexering van de bedrijfsvoorheffing
te komen tijdens deze legislatuur. Ik hoop dat het mogelijk zal zijn om
dit in 2002 uit te voeren.
05.02 Didier Reynders, ministre:
Au 1
er
janvier 2001, les barèmes
d'imposition pour le précompte
professionnel seront adaptés en
fonction du passage à l'euro, la
contribution de crise passera de 2
à 1% et la réforme de l'IPP sera
mise en oeuvre. La loi du 10 août
sera intégralement exécutée.
05.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, uw antwoord bevat
heel wat elementen die al gekend waren. U hebt echter niet op mijn
precieze vraag geantwoord.
05.03 Dirk Pieters (CD&V): Le
ministre n'a pas répondu à ma
question précise.
05.04 Minister Didier Reynders: Ik heb nog geen koninklijk besluit
voorgesteld. Ik zal een koninklijk besluit indienen met een nieuwe
regeling van de barema's voor de bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari
2002. Misschien kan dit vanaf de volgende kwartalen gebeuren. Ik
moet echter nog een koninklijk besluit indienen. Ik heb echter reeds
meegedeeld dat er zeker en vast een integrale toepassing van de wet
05.04 Didier Reynders, ministre:
Je n'ai pas encore proposé
d'arrêté royal, ce que je ferai plus
tard. Les mesures annoncées y
figureront.
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
komt met betrekking tot de herindexering. Er komen nieuwe barema's
voor de bedrijfsvoorheffing met een belastingverlaging ten belope van
1 miljard frank door de overgang naar de euro. De crisisbijdrage wordt
verder afgebouwd tot 1%. De fiscale hervorming zal integraal worden
toegepast. Het is zeer belangrijk om dat mee te delen. In 2002 wordt
de personenbelasting verlaagd met een bedrag van 44 miljard frank
voor de bedrijfsvoorheffing en met 57 miljard frank in het algemeen,
dus terugbetalingen met betrekking tot de voorgaande jaren
inbegrepen. Zo komt er bijvoorbeeld een terugbetaling met betrekking
tot het niet indexeren van de fiscale barema's in het eerste kwartaal
van 1999.
05.05 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ontkent u dan dat u
moet trachten 10 miljard frank te recupereren door de maatregelen zo
laat mogelijk in te voeren?
05.05 Dirk Pieters (CD&V): S'agit-
il de récupérer dix milliards de
francs par une mise en oeuvre
tardive de la mesure?
05.06 Minister Didier Reynders: Ik heb reeds gezegd dat in 2002 de
personenbelasting met 57 miljard frank zal worden verlaagd. Voor de
bedrijfsvoorheffing gaat het om minstens 44 miljard frank. Er wordt
dus niet aan recuperatie gedaan; het gaat om een belastingverlaging.
Dit is iets nieuws en ik begrijp uw reactie dan ook. Dit is in België
sedert meer dan tien jaar geen traditie. We komen tot een echte
verlaging van de personenbelasting. Het is geen nieuwe politieke
cultuur, het is een nieuwe traditie met betrekking tot de belasting. Het
gaat om een echte verlaging, er is geen enkele vorm van recuperatie.
05.06 Didier Reynders, ministre:
Non, ce n'est pas le cas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "de oprichting van het
Agentschap voor Patrimoniale Informatie" (nr. 5522)
06 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "la création de l'Agence pour
06.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de goedkeuring van de Lambermontakkoorden en de
herziening van de bijzondere financieringswet doen vragen rijzen naar
de toekomst van de administratie van het Kadaster, de Registratie en
de Domeinen. De financieringswet bepaalt dat het gezamenlijk beheer
van de gegevens van de patrimoniale documentatie gebeurt bij wege
van een samenwerkingsakkoord. Sinds de parlementaire bespreking
van het Lambermontakkoord circuleert er een ontwerp van
samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gewesten.
De bijzondere financieringswet heeft de volledige bevoegdheid inzake
schenkingsrechten, hypotheekrechten, registratierechten en
successierechten overgedragen naar de hypotheekrechten vanaf 1
januari 2002. Het is dus belangrijk snel zekerheid te krijgen over de
praktische invulling van dat samenwerkingsakkoord in verband met
het Agentschap voor de Patrimoniale Informatie (API). Vandaar mijn
vragen.
Mijnheer de minister, hoe ver staat het met de onderhandelingen
tussen uw diensten en de gewesten? Is daar een bepaald tijdsverloop
op gezet? Over welke patrimoniale informatie en documentatie zou
het API volgens u moeten beschikken? Welke andere daarmee
samenhangende opdrachten zouden het worden toegewezen? Is er
zicht op de personeelsbezetting dienaangaande? Het ontwerp van
06.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Dès le 1er janvier 2002,
les Régions seront intégralement
compétentes en ce qui concerne
les droits de donation,
d'hypothèque, d'enregistrement et
de succession. A cet effet, il
convient de disposer rapidement
de garanties en ce qui concerne
l'accord de coopération relatif à
l'Agence pour l'information
patrimoniale (AIP).
Où en sont les négociations avec
les Régions? Un calendrier a-t-il
été prévu?
De quelles informations
patrimoniales l'AIP devrait-elle
disposer? Quelles missions
complémentaires lui seront
confiées? Quels effectifs seront
nécessaires à cet effet?
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
samenwerkingsakkoord bepaalt dat de patrimoniale documentatie in
één federaal agentschap behouden blijft. Is dit nog altijd het
uitgangspunt van de onderhandelingen? Ik denk dat versnippering
van de informatie geen goede zaak zou zijn.
Dans le cadre des négociations,
se fonde-t-on toujours sur le
principe du maintien de la
documentation patrimoniale au
sein d'une seule agence fédérale?
Le ministre estime-t-il comme moi
qu'un éparpillement entre les
Régions ne serait pas une bonne
solution?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Vanvelthoven, in het huidige stadium van de gevolgen die
voortvloeien uit de bijzondere financieringswet van 13 juli 2001 berust
het samenwerkingsakkoord betreffende het beheer van het
Agentschap voor Patrimoniale Informatie op de beginselen die, zoals
u weet, ingevolge artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus
1980, gewijzigd bij wet van 8 augustus 1988, door de betrokken
parlementen moeten worden gefinaliseerd en onderschreven. Het is
pas na afloop van de wetgevende goedkeuring dat ik op uw vragen
zal kunnen antwoorden. Toch kan ik u reeds enige informatie geven.
Eerst en vooral moeten wij komen tot een nieuw agentschap
misschien federaal met dezelfde bevoegdheid voor federale en
gewestelijke overheid. Ik vraag om een correcte en integrale
samenwerking met alle gewestelijke overheden. Dat lijkt mij de beste
oplossing. Het wordt een agentschap met integrale samenwerking
van alle overheden.
Ten tweede moeten wij gaan naar een integrale informatie. Dat is niet
enkel nuttig voor de gewesten, maar ook voor de federale overheid en
mogelijk voor de gemeenten, de provincies of andere publieke of
private instellingen of vennootschappen. Ik prefereer een integrale
transfer van alle informatie naar zo'n agentschap. Het is zeer nuttig,
niet enkel voor de gewesten en de federale overheid, maar ook voor
andere instellingen of vennootschappen.
Tot slot dan. Met minister Van den Bossche heb ik gevraagd om naar
een nieuwe definitie van Financiën te gaan. U weet dat wij binnen het
Copernicusplan ook een Coperfinplan hebben. Ik heb gevraagd dat
een nieuw agentschap voor patrimoniale documentatie ook in de
bespreking bij zo'n nieuw proces aan bod zou komen. Ik hoop dat het
voor april 2002 mogelijk zal blijken om een eindverslag te krijgen van
alle consulenten en ambtenaren van mijn departement, niet enkel
voor alle directies van het departement, maar ook voor een nieuw
agentschap.
Ik zal alvast voort werk maken van het agentschap, zelfs tijdens het
Coperfin-proces. Meer inlichtingen zal ik pas kunnen geven na de
goedkeuring van de samenwerkingsakkoorden in de verschillende
parlementen en na het Coperfin-proces. Dat zal ongeveer in april, mei
of juni 2002 zijn. Er vonden reeds besprekingen tussen mijn
departement en de gewestelijke administraties plaats. Ik herhaal: ik
verkies een correcte samenwerking met alle overheden met het oog
op de overdracht van alle patrimoniale informatie aan het agentschap.
Dat is de beste oplossing.
06.02 Didier Reynders, ministre:
Je ne pourrai répondre aux
questions de M. Vanvelthoven que
lorsque l'accord de coopération
aura été conclu et adopté par tous
les Parlements concernés.
L'article 92bis de la loi spéciale du
8 août 1980, modifiée par la loi du
8 août 1988, le prévoit ainsi. Je
puis toutefois déjà communiquer à
M. Vanvelthoven qu'en cette
matière je voudrais que l'on
procède à la création d'une
nouvelle agence pour la
documentation patrimoniale au
sein de laquelle les différents
pouvoirs pourraient coopérer de
manière optimale. Pour toutes les
instances concernées, il est
important que toutes les
informations soient réunies dans
leur globalité. Par ailleurs, le
processus de consultation dans le
cadre de Coperfin n'est pas
uniquement axé sur une
redéfinition des différentes
directions du département des
Finances mais aussi sur la
nouvelle agence en question.
06.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het antwoord. Ik ben het met u eens dat het beter is om de
06.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Il est indiqué de centraliser
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
documentatie te centraliseren. Iedereen heeft daar belang bij.
Hebt u er enig zicht op of de onderhandelingen met de gewesten
gunstig evolueren? Wanneer zullen ze worden afgerond en wanneer
zullen de samenwerkingsakkoorden worden goedgekeurd?
les données. Quel calendrier a été
fixé pour les négociations avec les
Régions?
06.04 Minister Didier Reynders: Er zijn contacten tussen de
gewesten en mijn departement, vooral op administratief vlak. Ik heb
de diverse gewestministers er wel op attent gemaakt dat eerst het
eindverslag van het Coperfin-proces moet worden afgewacht. Het
algemeen akkoord zou uiterlijk tegen juni 2002 moeten kunnen
worden gesloten.
06.04 Didier Reynders, ministre:
Nous devons attendre le résultat
des négociations Coperfin. Je
pense qu'elles se clôtureront d'ici
avril ou juin 2002.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Financiën over "de stock aan bezwaren"
(nr. 5583)
07 Question de M. Yves Leterme au ministre des Finances sur "l'arriéré dans le traitement des
07.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, tot onze grote vreugde hopelijk ook die van de
huidige meerderheid konden we in het voorjaar van 1999 de nieuwe
fiscale procedure goedkeuren.
De wet van 15 maart 1999 stipuleerde onder andere dat de stock aan
hangende bezwaren tegen 31 maart 2001 administratief afgehandeld
moest zijn. Ik heb u daarover op 6 februari 2001 een vraag gesteld. U
erkende toen ruiterlijk dat de datum van 31 maart 2001 niet zou
worden gehaald. U zei toen dat nog ongeveer 83.000 achterstallige
dossiers met betrekking tot bezwaren inzake personen- en
vennootschapsbelastingen moesten worden afgehandeld. U voegde
eraan toe dat alsmaar meer bezwaarschriften werden ingediend,
vooral inzake de discriminatie tussen gehuwden en samenwonenden,
die op korte termijn niet worden opgelost. U hebt toen beloofd nieuwe
maatregelen te nemen en een antwoord ten gronde te geven.
Intussen heeft de regering bij de hervorming van de
personenbelasting een aantal kansen laten liggen, die een en ander
hadden kunnen vereenvoudigen en waardoor nog meer
bezwaarschriften hadden kunnen worden vermeden.
Mijnheer de minister, kunt u mij een antwoord op deze vragen
verstrekken?
Is de stock aan oude bezwaren, waarvan u op 31 maart 2001 zei dat
het er ongeveer 80.000 waren, ondertussen tot nul gereduceerd? Zo
neen, welke stock aan oude bezwaren rest er nog? Hoeveel
bezwaarschriften werden reeds bij fiscale rechtbanken ingediend
sinds de volledige inwerkingtreding van de nieuwe
geschillenbehandeling, waardoor onder andere sneller een beroep op
een rechter kan worden gedaan om dergelijke betwistingen te
beoordelen?
07.01 Yves Leterme (CD&V): En
ce qui concerne la loi du 15 mars
1999 en matière de procédure
fiscale, force a été de constater
que l'arriéré de réclamations
"anciennes" ne pourrait être
résorbé avant le 31 mars 2001.
Non seulement 83.000 dossiers
devaient encore être traités dans
les secteurs de l'impôt des
personnes physiques et de l'impôt
des sociétés, mais on s'est aperçu
qu'il restait de nombreuses
réclamations relatives à des
discriminations entre personnes
mariées et cohabitants. Il n'est
donc pas question d'une
simplification du régime fiscal.
L'arriéré d'anciennes réclamations
a-t-il déjà été réduit à zéro? Dans
la négative, à combien se monte
encore cet arriéré et les tribunaux
fiscaux ont-ils déjà été saisis de
telles réclamations?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Leterme, ik wijs er eerst op
dat de wet van 15 maart 1999 niet stipuleert dat de voorraad oude
bezwaarschriften vóór 31 maart 2001 dienden te worden afgehandeld.
07.02 Didier Reynders, ministre:
La loi du 15 mars 1999 ne prévoit
pas que l'arriéré des anciennes
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Overeenkomstig artikel 11 van de wet van 23 maart 1999 betreffende
de rechterlijke inrichting in fiscale zaken werd wel de mogelijkheid om
naar de rechtbank van eerste aanleg te stappen na zes of negen
maanden na de instelling van het verplicht voorafgaand administratief
beroep geschorst tot 1 april 2001 voor de aanslagen voor het
aanslagjaar 1998 en vorige.
Wat de eerste vraag betreft kan ik antwoorden dat de voorraad
bezwaarschriften ingediend in 1999 en daarvoor, op 30 september
2001, 27.192 eenheden bedraagt, wat betekent dat het aantal niet tot
nul werd herleid. Op 1 januari 2000 bedroeg de voorraad
bezwaarschriften 100.424 eenheden. Het aantal werd aldus herleid
van meer dan 100.000 tot iets meer dan 27.000.
Mijn antwoord op de tweede vraag is: 27.192 eenheden.
Met betrekking tot het aanslagjaar 1998 en vorige, werden tot op 30
september 2001, 218 verzoekschriften bij de rechtbank van eerste
aanleg ingediend waarvoor geen administratieve beslissing werd
genomen, maar met betrekking tot het aanslagjaar 1998 werden
evenwel 7.650 dossiers ingeleid na een beslissing van mijn
administratie.
Dat was de stand van zaken op 30 september; het is dus niet de
huidige stand van zaken.
réclamations doit être traité
définitivement avant le 31 mars
2001.
Pour les impositions relatives aux
exercices d'imposition 1998 et
antérieurs, l'article 11 de la loi du
23 mars 1999 suspend jusqu'au
1
er
avril 2001 la possibilité de se
pourvoir devant le tribunal de
première instance six ou neuf
mois après le recours administratif
préalable obligatoire.
L'arriéré de réclamations des
années 1999 et précédentes se
montait au 30 septembre 2001 à
27.192 contre 100.424 au 1
er
janvier 2000. Pour les exercices
d'imposition 1998 et précédents,
218 recours pour lesquels aucune
décision administrative n'a été
prise, ont été introduits, jusqu'au
30 septembre 2001, auprès des
tribunaux de première instance.
Pour cette période, 7.650 dossiers
ont été introduits après décision.
07.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb niet goed
begrepen van welke periode de 7.650 dossiers waarover u het
daarnet had, dateren.
07.03 Yves Leterme (CD&V): A
quelle période ces 7650 dossiers
remontent-ils?
07.04 Minister Didier Reynders: Die dossiers hebben betrekking op
het aanslagjaar 1998 en vorige. Enkele dossiers werden naar de
rechtbank verzonden na een beslissing van mijn administratie.
07.04 Didier Reynders, ministre:
Aux exercices d'imposition 1998 et
antérieurs.
07.05 Yves Leterme (CD&V): Die 7.650 dossiers hebben aldus
betrekking op het aanslagjaar 1998 en vorige?
07.06 Minister Didier Reynders: Inderdaad.
07.07 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, sta mij toe nog
de volgende twee opmerkingen te formuleren.
Ten eerste, ik stel vast dat de stock aan bezwaren nog steeds niet tot
nul werd gereduceerd en ik verzoek de minister om zonder dralen
inspanningen te doen in die zin, bij gebreke waarvan ik vrees dat de
toevloed van dossiers naar de rechtbanken zal aanzwellen.
Ten tweede, de 7.650 verzoekschriften na administratieve beslissing,
vermeerderd met de 218 verzoekschriften zonder administratieve
beslissing, maken dat er in totaal ongeveer 8.000 dossiers aan de
rechtbank werden overgemaakt, wat erg veel is. Ik vraag mij trouwens
af hoe een dergelijke hoeveelheid dossiers op degelijke wijze en
binnen een redelijke termijn zal kunnen worden afgehandeld door het
bestaande kader.
Tot slot meen ik toch duidelijk te hebben begrepen dat er buiten de
07.07 Yves Leterme (CD&V):
L'arriéré dans le traitement des
réclamations n'a pas encore été
entièrement résorbé et risque dès
lors de constituer une charge
supplémentaire pour les tribunaux.
Comment le cadre existant pourra-
t-il traiter les presque 8000
dossiers dans un délai
raisonnable?
Les dossiers pour lesquels le
ministre nous a fourni des chiffres
sont-ils les seuls dont
l'administration a été saisie?
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
7.650 verzoekschriften na administratieve beslissing en de 218
verzoekschriften zonder administratieve beslissing, momenteel geen
andere fiscale dossiers aanhangig werden gemaakt voor de
rechtbanken.
07.08 Minister Didier Reynders: Volgens mij werden er geen nieuwe
dossiers aanhangig gemaakt met betrekking tot het aanslagjaar 1999
en volgende, al kan ik u dat niet bevestigen.
De Kamer nam een nieuwe procedure aan die toelaat de dossiers bij
de rechtbanken sneller af te handelen. Deze aangelegenheid moet
evenwel nog worden besproken in de Senaat. Het gaat erom een
groot aantal dossiers te behandelen zonder andere
vertegenwoordigers dan die van mijn departement, teneinde sneller te
gaan.
07.08 Didier Reynders, ministre:
Pour autant que je sache, il n'y a
pas de dossiers pour les exercices
d'imposition 1999 et suivants. La
procédure a été modifiée.
07.09 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op dat vlak
heeft de minister mij voor een gewetensprobleem gesteld. Hij maakte
immers gebruik van een van mijn wetsvoorstellen om als het ware het
paard van Troye binnen te brengen.
Onze fractie blijft zich evenwel verzetten tegen het systeem dat de
minister thans invoert, met name opleggen aan ambtenaren om zelf
op te treden namens de Belgische Staat. Dat Is volgens ons niet de
goede methode en het zal de problemen slechts erger maken. Het is
bovendien een cynisch spelletje ten nadele van de bonafide
belastingbetaler, maar daarop kom ik later nog terug.
07.09 Yves Leterme (CD&V):
Nous restons opposés à cette
procédure qui permet à des
fonctionnaires d'agir en justice au
nom de l'Etat belge.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "de belastingheffing van
vergoedingen verkregen door een zelfstandig Amerikaans artiest die in België optreedt" (nr. 5591)
08 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "l'imposition des rémunérations
perçues par un artiste américain indépendant se produisant en Belgique" (n° 5591)
08.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag handelt over buitenlandse artiesten die in
België komen optreden. Zij zijn in principe in België belastbaar. De
organisator is verplicht een bedrijfsvoorheffing van 18% in te houden
op de brutovergoeding die wordt uitbetaald aan de buitenlandse
artiest. Er bestaat een afwijkende regeling in het Belgisch-Amerikaans
dubbelbelastingverdrag. Deze regeling bepaalt dat een zelfstandig
Amerikaans artiest in België niet belastbaar is als hij tijdens het
kalenderjaar niet meer dan 90 dagen in België verblijft en zijn
inkomsten uit België voor datzelfde jaar niet hoger zijn dan 3000
dollar. Deze regeling lijkt eenvoudig. In de praktijk is dat heel wat
complexer. De administratie legt de bewijslast op de schouders van
de organisator. In de schriftelijke toelichting heb ik een voorbeeld
gevoegd waaruit blijkt dat het voor de organisator quasi onmogelijk is
aan te tonen hoeveel dagen de artiest in België is geweest en hoeveel
inkomsten hij heeft opgestreken van de verschillende optredens. De
artiest kan de 18% bedrijfsvoorheffing die werd ingehouden van de
fiscus terugvorderen. De artiest trekt zich daar weinig van aan. Hij
bedingt bij de organisator immers een nettovergoeding. De 18% moet
door de organisator worden opgehoest. De organisator zou kunnen
proberen de bedrijfsvoorheffing terug te krijgen. Hij stuit echter op het
probleem de inkomsten uit België van de Amerikaanse artiest te
08.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Les artistes étrangers qui
se produisent en Belgique sont
imposables en Belgique. Les
organisateurs prélèvent un
précompte professionnel de 18
pour cent sur leur rémunération.
L'article 14 de la convention
préventive de la double imposition
entre la Belgique et les Etats-Unis
stipule qu'un artiste américain
n'est pas imposable en Belgique
pour autant que ses revenus dans
notre pays au cours de la période
imposable n'excèdent pas 3.000
dollars. L'administration impose la
charge de la preuve à
l'organisateur. Or, celui-ci n'étant
pas en mesure d'apporter cette
preuve, l'article 14 demeure lettre
morte.
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
moeten kunnen aantonen. Dat kan geattesteerd worden door de
Amerikaanse fiscus. Het is echter niet vanzelfsprekend dat de
Amerikaanse fiscus dergelijke attesten aan derden aflevert. De
bewijsvoering is een probleem. In de praktijk komt het erop neer dat
de 18% altijd ingehouden wordt en bijna nooit wordt teruggevorderd.
Mijnheer de minister, dit is een reëel probleem voor de organisatoren.
Gaat u ermee akkoord dat artikel 14 van het dubbelbelastingverdrag
tussen België en Amerika, in het bijzonder de twee drempels van de
3000 dollar- en de 90 dagenregeling, in de praktijk niet toepasbaar is
en het artikel leidt tot een dubbele belasting? Naar verluidt zou het
dubbelbelastingverdrag begin volgend jaar opnieuw onderhandeld
worden. Is het mogelijk specifieke regels op te nemen om de
toepassing van artikel 14 ter vermijding van dubbele belasting te
vergemakkelijken? De herziening van het dubbelbelastingverdrag is
een oplossing op middellange termijn. Overweegt u op korte termijn
een aanpassing van de interne wetgeving zodat de uitwisseling van
inlichtingen tussen de Belgische en Amerikaanse fiscus voor de
organisator wordt vergemakkelijkt?
Le ministre reconnaît-il que l'article
14 est inapplicable lorsque la
charge de la preuve incombe à
l'organisateur? Dès le début de
l'année prochaine, de nouvelles
négociations vont intervenir
concernant la convention
préventive de la double imposition.
Serait-il possible d'alors simplifier
l'application de l'article 14? Le
montant de 3000 dollars sera-t-il
actualisé ou indexé? Le ministre
envisage-t-il, dans l'attente des
résultats des négociations,
d'adapter la législation interne?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's,
conform artikel 14 van de overeenkomst tussen het koninkrijk België
en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele
belastingen - wet van 14 augustus 1972, Belgisch Staatsblad van 4
oktober 1972 - zijn de inkomsten verkregen door een natuurlijk
persoon die verblijfhouder van de Verenigde Staten van Amerika is,
uit de uitoefening van een vrij beroep belastbaar in België indien die
persoon de inkomsten uit zijn vrij beroep verkrijgt als beroepsartiest,
tenzij hij in België verblijft tijdens een tijdvak of tijdvakken die in totaal
de 90 dagen niet te boven gaan gedurende het belastbaar tijdperk én
die inkomsten gedurende het belastbaar tijdperk tot in totaal 3000
dollar of de tegenwaarde daarvan in Belgische frank niet te boven
gaat.
0m op grond van voormelde bepaling vrijstelling van belasting in
België te krijgen, moet door de aanvrager worden aangetoond dat aan
de voorwaarden is voldaan. Indien dat op het ogenblik van de
belastbare feiten niet is aangetoond, dient het Belgische recht te
worden toegepast. Deze maatregel heeft, zoals ik reeds antwoordde
op de mondelinge vraag van senator Chokri Mahassine op 29 juni
2000, als dubbel doel de rechten van de Belgische Thesaurie te
bewaren en om de organisatoren te beschermen die wettelijk gezien
verantwoordelijk zijn voor de storting van de bedrijfsvoorheffing.
Hierbij wil ik verwijzen naar de tweede alinea van punt 11 van het
bericht aan de inrichters van vertoningen of van sportmanifestaties in
België, die gebruik maken van de diensten van podiumkunstenaars of
sportbeoefenaars, niet-inwoners, of die een beroep doen op
buitenlandse ondernemers die gespecialiseerd zijn in de productie
van dergelijke vertoningen op manifestaties, gepubliceerd in het
Belgische Staatsblad op 25 april 1977. De administratie geeft evenwel
toe dat het voor de inrichter onmogelijk is om na te gaan of deze twee
voorwaarden vervuld zijn, zodat hij in elk geval verplicht is de
bedrijfsvoorheffing in te houden, met dien verstaande dat de
betrokken Amerikaanse podiumkunstenaar bij het verstrijken van het
betreffende jaar eventueel om de teruggave van die
bedrijfsvoorheffing kan verzoeken.
08.02 Didier Reynders, ministre:
Il est exact que les revenus cités
par Monsieur Vanvelthoven sont
imposables en Belgique, sauf si
l'intéressé a passé au cours de
cette période imposable moins de
90 jours dans notre pays et a
gagné moins de 3.000 dollars. Si
les conditions d'exemption ne sont
pas démontrées au moment des
faits imposables, le précompte
professionnel doit être retenu. Le
législateur souhaite ce faisant à la
fois préserver les droits du Trésor
et protéger les organisateurs.
Il en résulte néanmoins que les
organisateurs doivent toujours
retenir le précompte, puisqu'ils se
trouvent dans l'impossibilité de
vérifier s'il est satisfait aux
conditions. C'est pourquoi j'ai
demandé à l'administration
d'élaborer un régime d'exemption
préalable sous certaines
conditions. Celui-ci sera bientôt
opérationnel.
Par ailleurs, des négociations avec
les Etats-Unis sont prévues pour
2002 en ce qui concerne la
convention préventive de la double
imposition. Nous proposerons
alors d'utiliser le modèle de
l'OCDE à l'égard des artistes et
des sportifs. Ce modèle permet un
prélèvement illimité dans le pays
dans lequel les prestations sont
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Omdat ik mij reeds voorheen bewust was van de problemen die dit
kan veroorzaken bij de organisatoren en de buitenlandse artiesten,
heb ik begin september aan mijn administratie de opdracht gegeven
om deze problematiek te ontleden en de mogelijkheid te onderzoeken
om reeds voorafgaandelijk een akkoord tot vrijstelling van inhouding
van bedrijfsvoorheffing te geven. Er wordt momenteel een systeem
uitgewerkt dat op korte termijn operationeel zal worden. Ik heb enkele
gespreken gehad met organisatoren om dit te regelen. Ik hoop dus
dat het op korte termijn mogelijk zal zijn om tot een soort van ruling te
komen om geen bedrijfsvoorheffing te betalen. Het is dus een nieuw
stelsel van ruling voor deze categorie van belastingplichtigen.
In 2002 zouden er inderdaad onderhandelingen met het oog op de
herziening van het Belgisch-Amerikaans dubbelbelastingverdrag
moeten plaatsvinden, hoewel er nog geen datum is vastgelegd met de
Amerikaanse administratie. Betreffende de belastingheffing van
artiesten en sportbeoefenaars zullen de Belgische onderhandelaars
voorstellen om de bepaling te hernemen gelijkvormig met die van het
Oeso-model. Die bepaling voorziet in de belastingsheffing zonder
beperking in de staat waarin de artiest of de sportbeoefenaar
activiteiten verricht. Een dusdanige regeling stemt echter niet overeen
met het traditionele standpunt van de Verenigde Staten. Het is
derhalve niet mogelijk om nu reeds het resultaat van de toekomstige
onderhandelingen te voorspellen.
Er zijn dus twee evoluties: ten eerste, op korte termijn hoop ik een
nieuw voorstel te doen aan de organisatoren en, ten tweede, hoop ik
op nieuwe onderhandelingen met onze Amerikaanse collega's, maar
met geen enkele zekerheid over de resultaten.
effectuées. Toutefois, les Etats-
Unis étaient jusqu'à présent
hostiles à cette pratique. Il faudra
donc attendre le résultat des
négociations.
08.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister ik dank u
voor uw antwoord, vooral inzake de kortetermijnvisie waar u al
opdracht hebt gegeven aan uw administratie om dit te onderzoeken
en waar u aankondigt op korte termijn hopelijk met iets concreets voor
de dag te kunnen komen. Wat de onderhandelingen met Amerika
betreft, zullen we inderdaad de resultaten moeten afwachten.
08.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Des mesures concrètes
seront donc prises à court terme.
Nous devrons attendre
l'organisation des négociations
avec les Etats-Unis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "de hervorming van de
vennootschapsbelasting" (nr. 5592)
09 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "la réforme de l'impôt des
09.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): De regering heeft de verlaging
van de vennootschapsbelasting nogmaals en concreter aangekondigd
vorige maand.
Het beklemtoont opnieuw het budgettair neutraal karakter. Op de
internetsite van uw ministerie staat in verband met budgettaire
neutraliteit vermeld dat verschillende fiscale uitgaven zullen moeten
worden verminderd en dat er bovendien komaf dient gemaakt met
anomalieën in het huidige fiscale stelsel.
Mijnheer de minister, ten eerste, hebt u al zicht op de timing?
Wanneer kan het ontwerp van de hervorming van de
vennootschapsbelasting in de Kamer worden behandeld?
09.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Le gouvernement a
annoncé une baisse de l'impôt des
sociétés dans un cadre budgétaire
neutre.
Quel est le calendrier? Quand le
projet sera-t-il présenté au
Parlement? Certains auraient déjà
anticipé l'adoption de cette
mesure. En guise de
compensation, l'entrée en vigueur
sera-t-elle anticipée? Les
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Ten tweede, wij vernemen dat het bedrijfsleven anticipeert op wat
reeds werd aangekondigd. Zo zouden er massaal inkoopoperaties en
vereffeningoperaties worden voorbereid om te ontsnappen aan de
aangekondigde roerende voorheffing van 10%. Bij eerdere wijzigingen
inzake vennootschapsbelasting werd dat geneutraliseerd met het
zogenaamde announcement-effect. De datum van inwerkingtreding
werd vervroegd tot de datum waarop de regering haar plannen
kenbaar maakte. Is het de bedoeling van de regering om dat in deze
zaak opnieuw toe te passen?
Ten derde, u kondigt aan dat bepaalde aftrekken worden herzien of
gewijzigd. U verwijst daarbij concreet naar de afschrijvingen en de
autokosten. Dat zijn aankondigingen in het kader van de
vennootschapsbelastingen. Is het uw bedoeling om dit te
transponeren naar de zelfstandigen in het kader van de
personenbelasting?
modifications se limiteront-elles à
l'impôt des sociétés?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Vanvelthoven, ten eerste, het is niet de bedoeling om retroactief te
werken, zelfs niet voor enkele liquidatiebonussen of andere
maatregelen.
Ten tweede, het is niet mijn bedoeling om een gelijkaardige maatregel
voor de personenbelasting door te voeren. Het wetsontwerp
houdende de hervorming van de vennootschapsbelasting wordt
momenteel voorbereid. Mijn diensten werken hieraan en proberen de
teksten zo snel mogelijk op te stellen. Ik hoop dat dit ontwerp nog dit
jaar in het Parlement kan worden behandeld. Ik hoop dat de
definitieve teksten nog voor het einde van het jaar in de bevoegde
commissie kunnen worden ingediend.
Zoals reeds eerder bekend was, zal de verlaging van het tarief voor
de vennootschapsbelasting plaatsvinden binnen een neutraal
budgettair kader. Momenteel wordt onderzocht of de vermindering
van de fiscale uitgaven die de budgettaire neutraliteit van de verlaging
van het tarief van de vennootschapsbelasting moeten
bewerkstelligen, kunnen worden beperkt tot de belastingplichtigen die
aan die belasting onderworpen zijn. Er zal dus geen uitbreiding naar
de personenbelasting plaatsvinden, maar ook geen retroactiviteit. Er
moet dus zo snel mogelijk een integrale toepassing van enerzijds een
verlaagd tarief en anderzijds compensaties komen.
09.02 Didier Reynders, ministre:
La rétroactivité n'entre pas dans
nos projets. Notre objectif ne
consiste pas non plus à adopter
une mesure du même type pour
l'impôt des personnes physiques.
Le projet est en préparation.
J'espère qu'il pourra être déposé
au Parlement avant la fin de
l'année. La neutralité budgétaire
est actuellement examinée.
09.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, de minister
is duidelijk voor het feit dat er geen gevolgen zijn voor de
personenbelasting en de voor deze belasting onderworpen
belastingplichtigen. Inzake timing moet alles natuurlijk zo snel als
mogelijk verlopen. Het risico bestaat dat bepaalde maatregelen die u
wilt invoeren en die geld moeten opbrengen om de verlaging van de
tarieven te compenseren, minder geld zullen opbrengen als alles blijft
aanslepen. De vennootschappen kunnen hierop immers anticiperen.
09.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Je remercie le ministre
d'avoir répondu clairement à ma
question. J'insiste sur la nécessité
d'agir rapidement car les sociétés
peuvent anticiper cette mesure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "het onderzoek van de
fiscale aangifte van provincieraadsleden" (nr. 5593)
10 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "l'examen de la déclaration
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
d'impôt des conseillers provinciaux" (n° 5593)
10.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik was eerst verwonderd, toen men mij op de hoogte
bracht van onderstaande feiten. Nu ik bekijk hoe het tot stand
gekomen is, kan ik het enkel interpreteren als een eigenaardig effect
van iets wat de wetgever niet heeft gewild. Wat is er aan de hand? De
wet van 4 mei 1999 tot beperking van de cumulatie van het ambt van
bestendig afgevaardigde met andere ambten en tot harmonisering
van het financieel en fiscaal statuut van de bestendig afgevaardigde
heeft ook het fiscaal statuut van de provincieraadsleden gewijzigd. De
baten die de provincieraadsleden ontvangen, de zitpenningen, zijn
sedertdien belastbaar als baten volgens artikel 27, 2
de
lid, 5. Tot zover
lijken er voor mij geen problemen.
Er is echter een ander artikel inzake de controle, dat betrekking heeft
op het Controlecentrum Brussel 4, overigens zeer bekend bij de
parlementsleden. Controlecentrum 4 verwijst voor zijn
controlebevoegdheid specifiek naar dit artikel 27. De wijziging van dit
artikel impliceert dus dat het controlecentrum Brussel 4 ook bevoegd
zou zijn voor de provincieraadsleden. Wanneer we de wetteksten
nalezen, lijkt mij dit te kloppen. De vraag is natuurlijk of het logisch is
dat iemand die zitpenningen ontvangt voor slechts een paar uur per
maand en daarnaast nog een andere beroepsactiviteit uitoefent, aan
een apart controlecentrum moet worden onderworpen? Ik denk niet
dat het destijds de bedoeling was, maar misschien moeten we daar
eens over nadenken. Ruw geschat spreken we hier toch al gauw over
een duizendtal provincieraadsleden. Het zullen er misschien iets
minder zijn, over het hele land genomen. Dit betekent echter dat
Controlecentrum 4 een duizendtal dossiers meer moet gaan
controleren. Zijn zij daartoe in staat, hebben zij voldoende personeel
en zijn zij daarop voorzien? Ook naar de organisatie van de controle
toe lijkt het me nuttig om die nieuwe wending even te bekijken. We
moeten nagaan of de wet dient te worden gewijzigd en de
provincieraadsleden weer moeten worden gecontroleerd zoals dat
vroeger werd gedaan. Ik heb het dan niet over de bestendig
afgevaardigde, over de provincieraadsleden. Gezien de hoeveelheid
dossiers die het Controlecentrum 4 erbij krijgt, moet het
controlecentrum misschien met enkele werkkrachten worden
versterkt.
10.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): La loi du 4 mai 1999
prévoit la limitation du cumul du
mandat de député permanent
avec d'autres mandats et modifie
le statut financier et fiscal de ces
députés. Cela signifie que toutes
les déclarations d'impôt seront
examinées par le Centre national
de contrôle et qu'il ne sera plus
possible de conclure des accords
individuels entre le fonctionnaire
contrôleur et les conseillers
provinciaux.
Un tel contrôle des déclarations
est-il bien indiqué pour les
conseillers provinciaux? Ce
service dispose-t-il des effectifs
suffisants pour examiner ces
déclarations supplémentaires?
Quels arguments plaident en
faveur d'un contrôle centralisé et
quelles initiatives ont été prises?
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb daar al
een aantal vragen over gekregen, niet alleen van
volksvertegenwoordigers maar ook van enkele provincieraadsleden.
De wet van 4 mei 1999 tot beperking van het ambt van bestendig
afgevaardigde met andere ambten tot harmonisering van het
financieel en fiscaal statuut van de bestendig afgevaardigde heeft
artikel 27 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
aangepast betreffende de andere leden dan de bestendig
afgevaardigde, voor zover hun inkomsten beschouwd worden als
baten, volgens artikel 27, 2
de
lid 5°, van hetzelfde Wetboek. Dit heeft
tot gevolg dat het controlecentrum van de directe belastingen, Brussel
4, in principe vanaf het aanslagjaar 2002 inkomsten 2001 met de
controle van hun fiscale toestand zal worden belast. Het antwoord is
dus ja en is dus een correcte toepassing van de wet.
De oprichting van het Controlecentrum Brussel 4 was oorspronkelijk
een beslissing van het parlement en niet van de administratie van het
10.02 Didier Reynders, ministre:
La modification de l'article 27 du
CIR 1992 par la loi du 4 mai 1999
a pour conséquence que le centre
de contrôle des contributions
directes de Bruxelles 4 sera
chargé à partir de l'exercice
d'imposition 2002 du contrôle de la
situation fiscale des députés
permanents.
La création du centre de contrôle
de Bruxelles 4 se fonde sur une
décision parlementaire. La loi du 7
avril 1995 tend à harmoniser le
plus possible le statut fiscal des
parlementaires avec le droit
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
ministerie van Financiën. Artikel 297, 2
de
lid van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd door de wet van 7 april 1995,
geeft de bedoeling van de wetgever weer en beantwoordt aan de
bekommernis van het recht op rechtszekerheid en vrijwaart een
gelijke behandeling van de parlementairen op onderzoeksgebied.
Deze wet beoogt het fiscaal statuut van de parlementsleden optimaal
in overeenstemming met het gemeenrecht te brengen.
Alleen een aanpassing van de wetgeving kan een verandering met
zich brengen inzake de controle van die belastingplichtigen die
ressorteren onder de voorgaande dienst, de provincieraadsleden
inbegrepen. Teneinde een uniforme en coherente taxatie evenals het
recht op rechtszekerheid van de desbetreffende belastingplichtigen te
waarborgen, vind ik dat controlecentrum 4 in bovenstaand geval
bevoegd moet blijven.
Ik ben echter wel bereid een wetsvoorstel om dergelijke wijziging tot
stand te brengen, te onderzoeken. Ik ben niet tegen een nieuw
wetsvoorstel of tegen een nieuw stelsel voor de provincieraadsleden.
In dat verband hebben veel parlementsleden en provincieraadsleden
mij al vragen gesteld. Het is veeleer een probleem voor het parlement
dan voor mijn administratie. Dat heb ik gezegd tegen de voorzitters
van Kamer en Senaat alsook tegen de voorzitters van alle gewest- en
gemeenschapsassemblees. Ik ben bereid opnieuw te onderhandelen
met bijvoorbeeld de voorzitters. Ik ben ook bereid om enkele kleine
aanpassingen, zoals voor de provincieraadsleden, te onderzoeken
maar dan wel op basis van een wetsvoorstel. Dat lijkt mij de meest
aangewezen weg om dat te doen. Het gaat niet om een voorstel van
mijn administratie; het gaat om een aangelegenheid waarover is
onderhandeld geworden door de vorige minister van Financiën en
zeven parlementen. Nu hebben wij een algemeen stelsel. Ik herhaal
dat ik bereid ben om met de zeven parlementen opnieuw te
onderhandelen en om een wetsvoorstel waarbij kleine verbeteringen
worden aangebracht te onderzoeken. In feite is de stap naar de
provincieraadsleden geen logisch gevolg van dat stelsel. Volgens mij
is dit een aangelegenheid die veeleer met een wetsvoorstel dan door
mijn administratie moet worden geregeld.
communal.
Seule une modification de la
législation peut modifier la
compétence de contrôle du centre.
Il s'agit manifestement d'un
problème qui relève davantage
des parlements que de
l'administration. Je suis disposé à
organiser une concertation à ce
sujet avec les présidents des
assemblées et d'apporter des
petites corrections pour les
membres des conseils provinciaux
sur la base d'une proposition de
loi.
10.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, wij willen zeker niet pleiten om controlecentrum 4 af te
schaffen. De controle op de parlementsleden mag gerust verder
blijven gebeuren.
Hier gaat het echter om provincieraadsleden die alleen een zitpenning
ontvangen. Om dat te wijzigen, zal inderdaad een wetgevend initiatief
nodig zijn. Wij kunnen daartoe ook zelf het initiatief nemen. Ik
vermoed echter dat de werklast in controlecentrum 4 zal toenemen
als dat centrum duizend bijkomende dossiers moet nakijken met
hetzelfde aantal mensen. Dat verhoogt de werklast van dat centrum
en verbetert de controlewerkzaamheden van dat centrum niet.
10.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Nous ne sommes pas
partisans de la suppression du
centre de contrôle. Il nous revient
que le ministre attend une
proposition de loi en la matière.
L'effectif est insuffisant pour traiter
un nombre important de dossiers
supplémentaires.
10.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer Vanvelthoven, als er een
wetswijziging wordt goedgekeurd, zijn er meer personeelsleden nodig
in de twee controlecentra. Er is namelijk een team van
Nederlandstaligen en Franstaligen. Als de provincieraadsleden dus in
die wet zouden worden opgenomen, zijn meer personeelsleden nodig
voor de controle.
10.04 Didier Reynders, ministre:
Aussi longtemps que la législation
restera inchangée, il conviendra
d'augmenter l'effectif dans les
deux centres de contrôle, du côté
néerlandophone comme du côté
francophone.
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nr. 5598 van de heer Geert Versnick werd naar een latere datum verschoven.
11 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Financiën over "het bevriezen van kapitaal
dat toebehoort aan de Taliban" (nr. 5603)
11 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des Finances sur "le gel des capitaux appartenant
11.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, op 13 september 2001 werd in het
Belgisch Staatsblad in het kader van de beperkende maatregelen
tegen de Taliban een lijst van de Verenigde Naties gepubliceerd van
de betrokken personen en organisaties. Het is de bedoeling dat de
banken en de beleggingsinstellingen de personen en organisaties
natrekken die op die lijst voorkomen. Dat werk blijkt op omvangrijke
praktische problemen te stuiten, omdat nogal wat gegevens niet
eenduidig interpreteerbaar zijn, bijvoorbeeld omdat er geen
eenduidige schrijfwijze of transcriptie bestaat voor de Arabische
eigennamen of omdat er heel wat homoniemen bestaan.
Tevens blijkt fundamentele informatie voor de banken te ontbreken.
Dat wordt afgeleid uit het feit dat slechts een beperkt aantal
geboortedata beschikbaar is. Voor een aantal personen is alleen het
geboortejaar bij benadering bekend.
Mijnheer de minister, ik had u graag een aantal vragen gesteld met
betrekking tot die lijst. Ten eerste, waarom werd de lijst van de
resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties niet
uitgebreid met andere officiële lijsten van personen en organisaties?
De FBI beschikt over een dergelijke lijst en er bestaat ook een
treasury lijst die de presidential order of de zogenaamde Bush-lijst
moet vervangen.
Ten tweede, in welke mate wordt er terzake op het terrein
samengewerkt tussen de banken en de diensten van het ministerie
van Financiën? Ik denk hierbij aan de cel Witwasoperaties en de
Bijzondere Belastingsinspectie.
Ten derde, hebben de banken en de beleggingsinstellingen de
ondubbelzinnige verplichting uw diensten over de bevroren
rekeningen en de bedragen ervan te informeren? Gaat het hier soms
enkel om een soort meldingsplicht?
Ten vierde, wat is het totale bedrag aan tegoeden dat bij Belgische
banken en beleggingsinstellingen werd geblokkeerd?
11.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): A la suite de la
guerre en Afghanistan, les
capitaux de certaines personnes
et organisations qui ont des liens
avec les Talibans et dont les noms
ont été publiés dans le Moniteur
belge du 13 septembre, ont été
bloqués.
L'objectif était que les banques
procèdent à un contrôle de ces
personnes et de ces
organisations. En l'absence
d'informations concrètes,
l'entreprise n'est pas simple,
Pourquoi la liste figurant dans la
résolution adoptée au Conseil de
sécurité des Nations Unies n'a-t-
elle pas été complétée par
d'autres listes officielles? Le mode
de collaboration entre les banques
et le Ministre des Finances
n'appara^t pas non plus
clairement. Quel est le montant
global des avoirs qui ont d'ores et
déjà été bloqués? Les banques ne
sont-elles pas censées fournir des
informations au sujet de ces
comptes gelés?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, het ministerieel besluit van 28 augustus 2001,
gepubliceerd op 13 september, werd genomen tot wijziging van het
ministerieel besluit van 15 juni 2000 tot uitvoering van het koninklijk
besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen
tegen de Taliban van Afghanistan. Dit koninklijk besluit, genomen op
basis van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de
besluiten van de Veiligheidsraad van de organisatie van de Verenigde
Naties, past de resolutie 1267 toe die aandringt op het bevriezen van
11.02 Didier Reynders, ministre:
La résolution n° 1267 du Conseil
de Sécurité des Nations Unies
réclame le gel des avoirs des
Talibans. Le communiqué
AFG/131 SC/7028 comporte une
liste des entités et/ou personnes
visées. Cette liste a entre-temps
été complétée
par les
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
kapitaal en financiële middelen, met name de middelen afkomstig van
de goederen toebehorend aan de Taliban van Afghanistan. De
minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen
van maatregelen die tot doel hebben de uitvoering ervan te
verzekeren, inzonderheid het bekendmaken van de lijsten van de
beoogde personen overeenkomstig de door de Verenigde Naties
terzake goedgekeurde resoluties. Door de mededeling AFG/131,
SC/7028 van 8 maart 2001 van het comité van de Veiligheidsraad
over Afghanistan werd een geconsolideerde lijst van de geviseerde
entiteit en/of persoon bekendgemaakt. Officieuze lijsten zoals de lijst
van het FBI dienen eerst door het comité Afghanistan van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in een mededeling te
worden overgenomen vooraleer ze in onze wetgeving kunnen worden
toegepast.
De executive orders van president Bush met 27 en 31 namen die
overgenomen werden in de mededelingen met de referentie AFG/142
SC/7124 AFG/150 SC/7166, SC/7180 en SC/7181 enerzijds en
anderzijds in EG-verordeningen zullen binnenkort als bijlagen van een
nieuw ministerieel besluit gepubliceerd worden. Ik heb het initiatief
genomen om verscheidene coördinatievergaderingen bijeen te roepen
om de goede samenwerking en het uitwisselen van informatie tussen
de verschillende bevoegde autoriteiten in verband met de strijd tegen
de financiering van het terrorisme en het bevriezen van de tegoeden
van de Taliban te verzekeren. Wegens artikel 3 van de verordening
467/2001 van 6 maart 2001 tot instelling van een verbod op de uitvoer
van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking
van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van
tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban
van Afghanistan en tot intrekking van verordening EG 337/2000
dienen natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen
onmiddellijk alle informatie die de naleving van de verordening
vergemakkelijken
bijvoorbeeld de bevroren rekeningen en
bedragen en de door het sanctiecomité Taliban toegekende
vrijstellingen ter kennis te brengen van de bevoegde autoriteiten in
casu, het ministerie van Financiën, de diensten van de thesaurie en
direct of via de bevoegde autoriteit ter kennis van de commissie te
brengen.
Met betrekking tot de aan het ministerieel besluit van 28 augustus
2001 toegevoegde lijsten, werd de bevriezing van negen rekeningen
behorend tot twee natuurlijke personen en vier rechtspersonen,
medegedeeld aan de thesaurie. Het gaat om een totaal bedrag van
385,76 euro.
communiqués AFG/142 SC/7124,
AFG/150 SC/7166, SC/7180 et
SC/7181 ainsi que dans les
règlements CE. Un nouvel arrêté
ministériel la publiera bientôt en
annexe.
J'ai par ailleurs organisé
différentes réunions de
coordination en vue d'une bonne
collaboration et de l'échange
d'informations entre les autorités
qui luttent contre le financement
du terrorisme.
Le règlement CE 467/2001 du 6
mars 2001 interdit l'exportation de
certaines marchandises et
services vers l'Afghanistan,
renforce l'interdiction existante
relative aux vols, et prolonge le gel
des avoirs et autres moyens
financiers des Talibans.
Conformément à ce règlement,
toute personne doit porter à la
connaissance des autorités
compétentes les informations
facilitant le respect du règlement
en question. Entre-temps, neuf
comptes ont été gelés sur la base
de l'arrêté ministériel du 28 août
2001. Dans ce cadre, un montant
de 385,76 euro a été communiqué
à la Trésorerie.
Voorzitter: Olivier Maingain, voorzitter.
Président: Olivier Maingain, président.
11.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw omstandig antwoord met betrekking tot de
regelgeving.
Blijkbaar volgt u terzake dezelfde procedure als in Nederland waar
evenmin werd gewacht op de publicatie van de bijkomende lijst om
een initiatief te nemen via een ministerieel besluit.
In de periodieke publicatie van de Belgische Vereniging van Banken
las ik dat sedert begin oktober bekend is dat voor een totaal bedrag
11.03 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Apparemment,
il s'agit de la même procédure que
celle mise en oeuvre aux Pays-
Bas: on n' attend pas de nouvelle
liste.
Le ministre peut-il confirmer les
données chiffrées de l'Association
belge des banques?
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
van ongeveer 174.000 euro aan tegoeden bij Belgische banken zou
zijn geblokkeerd. De cijfergegevens die u terzake aanhaalde verbazen
mij aldus en ik had graag vernomen of u voornoemd cijfer van de
Belgische Vereniging van Banken kunt bevestigen, mijnheer de
minister.
11.04 Minister Didier Reynders: Let op, ik gaf u het cijfer van de
Thesaurie. De banken en misschien ook de Vereniging van Banken
beschikken over cijfers, maar ik gaf u het cijfer dat aan de Thesaurie
werd overgemaakt.
11.04 Didier Reynders, ministre:
J'ai indiqué les chiffres qui ont été
fournis à la Trésorerie.
11.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): In dat geval kan ik slechts
een discrepantie vaststellen tussen de cijfergegevens die circuleren
en de officiële cijfergegevens.
Momenteel beschik ik niet over de nodige middelen om zulks te
onderzoeken, maar ik kom later nog terug op deze zaak.
11.05 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Dans ce cas, il y
a une différence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Financiën over "de vergelijking van het
werkvolume met het aantal personen in de diensten van de Registratie" (nr. 5605)
12 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des Finances sur "la comparaison entre le volume
de travail et le nombre de personnes travaillant dans les services de l'Enregistrement" (n° 5605)
12.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens het zomerreces richtte ik een schriftelijke vraag tot de
minister, in verband met deze problematiek en gezien het nu al half
november is, heb ik deze vraag omgezet in een mondelinge vraag.
Mijnheer de minister, graag kreeg ik van u antwoorden op een aantal
vragen in verband met de bepaling van het werkvolume en het aantal
personeelsleden in de diensten van de Registratie.
Wellicht was het in de lijn van de Copernicus-hervorming dat in het
voorjaar een aantal vergaderingen plaatsvonden met de gewestelijke
directies en een aantal hoge ambtenaren van uw administratie,
waarbij werd gepoogd het werkvolume bij de diensten van de
Registratie te meten en te vergelijken met het aantal personeelsleden,
en zulks blijkbaar onder deskundige begeleiding van een specialist in
management.
Naar verluidt werden er drie methodes gehanteerd om vergelijkingen
te maken, waarbij dus drie opties werden genomen. Een eerste op
basis van algemene gemiddelden en diversen per categorie; het gaat
erom hoeveel notariële akten, gerechtelijke akten, akten van
deurwaarders, en dergelijke, worden behandeld. De eerste optie geeft
als resultaat dat Vlaanderen60 personeelsleden te weinig heeft, dat
Wallonië er 65 te veel heeft en dat Brussel er 3 te veel heeft.
Uit het resultaat van de tweede optie, op basis van gemiddelden en
diversen per categorie, blijkt dat Vlaanderen 89 personeelsleden te
weinig heeft, dat Wallonië er 49 te veel heeft en dat Brussel er 14 te
veel heeft.
Uit het resultaat van de derde optie, op basis van diversen per
categorie en gemiddelden afzonderlijk voor grootsteden en de rest,
12.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Une enquête a été menée afin
d'établir le rapport entre le volume
de travail et l'effectif des services
de l'Enregistrement. Cette enquête
a examiné trois options: une sur la
base des moyennes générales et
de divers par catégorie, une sur la
base de moyennes et de divers
par catégorie et une sur la base de
divers par catégorie et de
moyennes faisant la distinction
entre les grandes villes et le reste
du pays.
Le résultat révèle chaque fois
qu'un déficit de personnel par
rapport aux besoins apparaît en
Flandre uniquement.
Laquelle de ces trois options
correspond le mieux à la réalité?
Le ministre a-t-il déjà pris des
mesures visant une meilleure
répartition du personnel? Avec
quels résultats? Dans la négative,
pourquoi pas et quand prendra-t-il
des mesures? Le ministre peut-il
fournir des données équivalentes
pour les services du Cadastre et
des Domaines, ventilés par région
et par service?
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
blijkt dat Vlaanderen 77 personeelsleden te weinig heeft, dat Wallonië
er 56 te veel heeft en dat Brussel er 9 te veel heeft.
Het is duidelijk dat de verschillende opties uiteindelijk tot hetzelfde
resultaat leiden, evenwel met een licht verschil in de eindcijfers.
De cijfers verschillen weliswaar een beetje, maar het is duidelijk dat,
volgens elke methode, in Vlaanderen te weinig personeel aanwezig is
op de diensten van de Registratie in functie van de vastgestelde
behoeften. Vindt u het niet frappant om zoiets vast te stellen?
Bevestigt u deze cijfers? Kunt u ons een inzicht geven in de mate
waarop een van de drie opties vermoedelijk het meest met de
werkelijkheid overeenstemt?
Mijnheer de minister, wij zijn nu bijna een jaar verder. Hebt u, nadat u
deze informatie hebt gekregen, maatregelen genomen om een betere
verdeling van het personeel volgens het gemeten werkvolume te
bewerkstelligen? Zo ja, welke concrete resultaten kunt u ons
voorleggen? Welke verschuivingen hebt u doorgevoerd? Als u nog
geen maatregelen hebt genomen, vraag ik u waarom dat nog niet is
gebeurd. Wanneer plant u dan maatregelen om de
personeelsbehoeften aan het werkvolume aan te passen?
Ten slotte interesseert het mij of dezelfde cijfers kunnen worden
verschaft over de diensten van het Kadaster en de Domeinen, per
regio en per dienst, die nu in één administratie zijn ondergebracht.
12.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, dit was een
geschreven vraag, die in een mondelinge vraag is omgezet. Ik heb
een geschreven antwoord bij me, dat ik u zal voorlezen.
Het werkvolume in de registratiekantoren werd gemeten en deze
meetgegevens zijn geanalyseerd. De resultaten werden, na
bespreking met de verantwoordelijken en de vakbonden,
bekendgemaakt. Aangezien de cijfers slechts op een korte periode
betrekking hebben en bepaalde werkzaamheden alleen tijdens
bepaalde perioden van het jaar gebeuren, achtten wij het verkieslijk
de verkregen resultaten te toetsen. De meting is dit jaar opnieuw
uitgevoerd, maar deze laatste meetgegevens zijn nog niet
geanalyseerd. Daarom moeten wij de resultaten van de eerste meting
enigszins relativeren.
Naargelang de kantoren in twee of drie categorieën werden
ingedeeld, zijn verschillende opties geformuleerd. Deze opties houden
verband met de ligging en de werkorganisatie van de kantoren. De
problematiek is immers complex en de resultaten van een dergelijke
analyse laten diverse benaderingen toe zonder dat aan een van de
drie opties de voorkeur kan worden gegeven. Nochtans bleek uit
voormelde contacten met de betrokken verantwoordelijken dat zij de
tweede optie verkozen.
De personeelsbezetting en -verdeling moet in een ruimere context
worden beschouwd. De sector van de Registratie en Domeinen
maakte vroeger deel uit van de administratie van de BTW, Registratie
en Domeinen. Het onderzoek dateert uiteraard uit de periode na de
splitsing van deze administratie. De verdeling van het personeel in
evenredigheid met het werkvolume in de diensten van de Registratie,
zal worden gerealiseerd door de aanwerving van nieuwe ambtenaren
12.02 Didier Reynders, ministre:
Les chiffres de la première mesure
se rapportaient à une courte
période. Comme certains travaux
sont effectués pendant une
période bien déterminée de
l'année, il a été procédé cette
année à une nouvelle mesure dont
les résultats n'ont pas encore été
analysés.
Les options en fonction desquelles
les mesures ont été effectuées
sont liées à la situation
géographique et à l'organisation
du travail des bureaux. Les
responsables des services
choisissent eux-mêmes la
seconde option.
Il convient de considérer les
effectifs du personnel dans un
cadre plus large. Auparavant, le
secteur de l'enregistrement et des
domaines faisait partie de
l'administration de la TVA, de
l'Enregistrement et des Domaines.
L'analyse est postérieure à la
scission. Des effectifs du
personnel adéquats seront mis en
place en harmonisant mieux les
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
beter af te stemmen op de regionale personeelsbehoeften van die
diensten. Thans betekent dit dat de
aanwervingen op
Nederlandstalige personeelsleden worden toegespitst. Reeds voordat
de resultaten van de taakanalyse definitief bekend raakte, waren de
eerste stappen in die zin gezet bij de aanvraag van
wervingsmachtigingen voor de jaren 2000 en 2001. In de praktijk
houdt dit in dat in de periode van 1 januari tot eind september 2001
omzeggens tachtig nieuwe statutaire ambtenaren werden
aangenomen voor de registratiekantoren in het Nederlands
taalgebied. Uiteraard dienen deze aanwervingen ook om het vertrek
van personeelsleden op te vangen.
Aldus is tussen 1 januari en 1 oktober 2001 het totaal aantal
Nederlandstalige statutaire ambtenaren en contractuele
personeelsleden voor onbepaalde duur in de buitendiensten verhoogd
van 1.422 tot 1.479, hetzij een stijging van 57 eenheden. In diezelfde
periode is het Franstalig personeelsbestand gedaald van 1.196 tot
1.187, hetzij een vermindering van 9 eenheden. Overigens wordt
opgemerkt dat de globale personeelsformatie van de buitendiensten,
zowel Nederlandstalige als Franstalige, niet volledig is bezet. Er is een
tekort van 87 eenheden. Gezien de actuele toestand stelt de
administratie alles in het werk om binnen de perken van de verleende
machtigingen Nederlandstalige personeelsleden aan te werven,
teneinde de vacante betrekkingen in de buitendienst verder op te
vullen.
Bovendien wordt er de aandacht op gevestigd dat binnen het
departement van Financiën, gestart werd met een ingrijpend Business
process reengineering programme, Coperfin, dat implicaties zal
hebben op de personeelsbezetting. In de loop van de maanden mei
en juni werd nog onderzoek verricht naar het werkvolume van de
kadastercontroles en de hypotheekkantoren. Het veldwerk van deze
takenanalyse werd uitgevoerd, maar gezien de eerder vermelde
Business process reengineering kon de analyse voorlopig nog niet
worden gefinaliseerd. Uiteraard zal er rekening worden gehouden met
de resultaten van de analyse.
recrutements avec les besoins
régionaux.
Avant même qu'on ait
connaissance des résultats de
l'analyse des tâches, on avait déjà
fait des premiers pas dans ce
sens lorsqu'on a demandé les
autorisations de recrutement pour
2000 et 2001. Entre le 1
er
janvier
et le 1
er
octobre 2001, le nombre
de membres du personnel
néerlandophones a augmenté de
57 unités dans les services
extérieurs et le nombre d'agents
francophones a diminué de 9
unités. Dans le cadre du personnel
global, il subsiste un manque de
87 unités. L'administration
s'efforce autant que possible de
recruter des néerlandophones
dans les limites des autorisations
de recrutement existantes.
Je voudrais en outre attirer votre
attention sur le processus Coperfin
qui aura des conséquences pour
l'effectif du personnel. Il sera
également tenu compte de
l'analyse des tâches dans le
domaine des contrôles cadastraux
et des bureaux des hypothèques
de mai-juin, analyse qui n'est pas
encore terminée.
12.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, het verheugt
me dat de minister het antwoord ook schriftelijk zal meedelen, zodat
ik meer gedetailleerd kennis kan nemen van de cijfers.
De minister stelt vast dat de meting niet zo eenvoudig is, maar men
kan niet blijven metingen uitvoeren en nogmaals verder verfijnen. Er
wordt duidelijk gesteld dat de tweede optie de voorkeur wegdraagt
van de diensten en dat ze ook de grootste tekorten weergeeft in
Vlaanderen. Voor het aantal personeelsleden in Wallonië liggen de
cijfers lager.
Mijns inziens moet men niet alleen tot nieuwe aanwervingen komen,
maar ook tot mogelijke verschuivingen binnen de dienst. Ik weet wel
dat dit, gezien de taalrollen, niet zo eenvoudig is, maar het is duidelijk
dat u niet spreekt over wat u doet met de overschotten aan personeel
in het zuiden van het land. Dit staat toch niet in verhouding tot de
aantallen die in die optie werden weergegeven.
Ik vraag mij af wanneer men uiteindelijk tot een definitieve
herstructurering van de federale overheidsdienst Financiën, in dit
geval Registratie en Domeinen en Kadaster, zal komen. U hebt
12.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
J'analyserai plus en détail la
réponse écrite. Il est effectivement
difficile d'effectuer des mesures,
mais on ne peut continuer
indéfiniment à procéder à ces
mesures. Les services ont marqué
une préférence pour la deuxième
option, celle qui indique la pénurie
la plus importante pour la Flandre.
Il ne suffit pas de se baser sur un
nombre de personnes à recruter; il
convient également d'opérer des
glissements de personnel. Quelles
mesures le ministre prend-il pour
réduire le personnel excédentaire
du côté francophone?
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
daaromtrent geen timing gegeven.
Kunt u ons daaromtrent meer informatie verstrekken?
12.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb dat
meegedeeld in antwoord op een andere vraag. Er werd een beslissing
genomen in het kader van het Coperfinproces. We moeten dus
komen tot een eindverslag inzake het Coperfinproces in mei of juni
2002. Voor dit jaar is het te laat. Het is een algemeen proces voor alle
diensten van mijn departement. Ik hoop dat het mogelijk zal zijn om
meer inlichtingen te geven na zo'n proces. Het betreft een bedrag van
meer dan 400 miljoen frank, althans wat mijn collega van
Ambtenarenzaken betreft. De herstructurering van het ganse
departement is dus een zeer belangrijke taak. Ik zal meer inlichten
geven na het verslag van het Coperfinproces, in mei of juni 2002.
12.04 Didier Reynders, ministre:
Nous attendons le rapport final du
processus Coperfin, qui sera
disponible en mai-juin 2002. Il
s'agit d'un dossier important qui
concerne un montant de plus de
400 millions de francs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "het arrest van het Hof
van Cassatie van 28 september 2001 betreffende maaltijdcheques" (nr. 5635)
13 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "l'arrêt de la Cour de Cassation
du 28 septembre 2001 sur les chèques repas" (n° 5635)
13.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, u hebt
wellicht kennis genomen van het arrest van het Hof van Cassatie van
28 september 2001 dat de aftrekbaarheid van de kosten verbonden
aan de toekenning van maaltijdcheques, op de helling zet.
Maaltijdcheques hebben het voordeel, mits bepaalde voorwaarden
vervuld zijn, dat ze voor de werknemer niet belastbaar zijn, terwijl de
eraan verbonden kosten wel aftrekbaar zijn voor de werkgever. Het
arrest brengt daar blijkbaar enige verandering in. U schudt neen,
mijnheer de minister?
In ieder geval vernam ik graag of het arrest rechtsonzekerheid met
zich brengt? Bedrijven vragen zich nu blijkbaar af of de kosten in de
toekomst nog aftrekbaar zullen blijven of niet. Is er een wijziging in het
standpunt van de administratie ten gevolge van het recente arrest van
het Hof van Cassatie?
13.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Dans un arrêt, la Cour de
cassation a remis en cause la
déductibilité des frais liés à l'octroi
de chèques repas.
Cela entraîne une insécurité
juridique dans le chef des
employeurs et soulève des
questions quant au maintien du
système des chèques repas pour
les travailleurs.
Quel est le point de vue de
l'administration fiscale à propos de
cet arrêt?
13.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Vanvelthoven, de situatie is
niet veranderd. Het Hof van Cassatie heeft op 28 september 2001
over twee voorzieningen in cassatie betreffende maaltijdcheques
arresten geveld die gunstig waren voor de Belgische Staat. Op
6 oktober 1998 velde het hof van beroep te Antwerpen een voor de
Staat gunstig arrest. Tegen dat arrest hebben de appellanten een
voorziening in cassatie ingediend. Het Hof van Cassatie heeft die
voorziening verworpen. Tegen het arrest van het Hof van Beroep te
Antwerpen van 16 mei 2000 heeft de administratie een voorziening in
cassatie ingediend. Het Hof van Cassatie heeft het bestreden arrest
verbroken.
Gelet op wat vooraf gaat, kan worden gesteld dat het Hof van
Cassatie de niet-aftrekbaarheid van de kosten verbonden aan het
toekennen van maaltijdcheques, in het geheel niet op de helling heeft
gezet. Het heeft daarentegen het standpunt van de administratie
bevestigd. Het Hof wijst in zijn arresten op het wettelijk onderscheid
13.02 Didier Reynders, minister:
Le 28 septembre 2001, la Cour de
cassation a rendu deux arrêts
favorables à l'Etat belge. La Cour
confirme ainsi le point de vue de
l'administration et souligne dans
chaque arrêt la distinction légale
entre les avantages sociaux et les
avantages de toute nature. Pour
déterminer l'importance des
chèques repas, on ne peut pas se
fonder sur les évaluations
forfaitaires des avantages de toute
nature. La valeur du chèque repas
est connue. Les coûts liés à son
octroi ne sont pas déductibles en
tant que frais professionnels alors
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
tussen sociale voordelen en voordelen van alle aard. Om de omvang
van de maaltijdcheque als sociaal voordeel te bepalen, mag men zich
niet baseren op de forfaitaire raming van de voordelen van alle aard.
De waarde van de maaltijdcheque is, in tegenstelling met de
maaltijden verstrekt in een bedrijfsrestaurant, wel bekend. De kosten
verbonden aan de verstrekking van die cheques zijn, aangezien het
om een sociaal voordeel gaat, niet aftrekbaar als beroepskosten. Wie
de maaltijdcheque ontvangt, hoeft geen belasting te betalen op het
sociaal voordeel van de cheque. Dat komt neer op de bevestiging van
het standpunt van mijn administratie.
que l'avantage social lié au chèque
n'est pas imposé.
13.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, ik dank u
voor de verduidelijking. Ik heb het arrest zelf niet gelezen. Ik had me
voor mijn vraag gebaseerd op een aantal artikels die ik kennelijk
verkeerd heb geïnterpreteerd.
13.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): J'ai apparemment mal
interprété certains articles. Je
remercie le ministre pour les
éclaircissements apportés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Financiën over "de zelfstandige bankagenten"
(nr. 5642)
14 Question de M. Yves Leterme au ministre des Finances sur "les agents bancaires indépendants"
14.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de minister, de Vereniging
van Zelfstandige Bankagenten heeft naar aanleiding van een geschil
tot in beroep met betrekking tot het ontslag van een aantal
zelfstandige bankagenten door de spaarkas Argenta wegens
medewerking aan fiscale fraude de bankagenten hadden namelijk
coupons geïnd in Luxemburg om de roerende voorheffing te ontwijken
voorgesteld om het statuut van zelfstandige bankagent, zoals
geregeld in de wet van 4 mei 1999, uit te bouwen. Bovendien wil zij in
dat kader het toezicht door de commissie voor Bank- en
Financiewezen op de activiteiten van de zelfstandige bankagenten
aanpassen. Zij richt zich daarmee uitdrukkelijk tot de regering en de
wetgever.
Graag had ik een antwoord op de volgende vragen, die wellicht als
inleiding kunnen dienen bij een ruimer debat dat de komende
maanden, bijvoorbeeld naar aanleiding van een wetgevend initiatief,
zou kunnen worden gevoerd.
Mijn eerste vraag is of u van oordeel bent dat eenzelfde instelling, met
name de commissie voor het Bank- en Financiewezen, alleen
bevoegd moet blijven voor zowel de regelgeving als de controle, gelet
op de vermenigvuldiging van problemen en de recente uitspraak van
het Hof van Beroep in de zaak-Argenta.
Ten tweede, wij stellen vast dat in andere landen de makelaars in
bankzaken met verschillende bankinstellingen mogen werken. De
vraag luidt hoe de regering tegenover die ontwikkeling staat, die hoe
dan ook een weerslag zal hebben op de Belgische markt, gelet op het
vrije verkeer van diensten.
Ten slotte vragen wij ons af of het niet wenselijk is dat de commissie
voor het Bank- en Financiewezen rechtstreekse controle zou
uitoefenen op de bankagenten, om, bij ontstentenis van die
14.01 Yves Leterme (CD&V):
L'association des agents
bancaires indépendants a formulé
une série de propositions tendant
à adapter le statut des agents
bancaires indépendants, régi par
la loi du 4 mai 1999.
Compte tenu de l'aggravation des
problèmes rencontrés, est-il
réaliste de continuer à confier à la
Commission bancaire et financière
(CBF) la compétence en matière
de réglementation et de contrôle?
Quelle sera la réaction du marché
belge dès lors que l'Europe permet
à des courtiers de travailler avec
plusieurs établissements
bancaires? Il serait également
indiqué que la Commission
bancaire puisse contrôler
directement les agents afin d'
éviter le phénomène des "faux
indépendants".
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
rechtstreekse controle, te vermijden dat de zelfstandige bankagenten
schijnzelfstandig worden, met alle gevolgen van dien voor hun sociaal
statuut en hun beroepsstatuut. Dat zijn een aantal vragen naar
aanleiding van de uitspraak in de zaak-Argenta.
14.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik zal een
algemeen antwoord geven.
Ten eerste, de problematiek van de normatieve bevoegdheden van
een toezichthouder, waarmee vele Europese landen worden
geconfronteerd, is complex. In het kader van de hervorming van het
toezicht neem ik mij voor om de bevoegdheden van de commissie
voor het Bank- en Financiewezen op dat punt te preciseren en aldus
voor meer rechtszekerheid in de materie te zorgen. Het
toepassingsveld van die bevoegdheid moet nog nader worden
bepaald.
De rechtsfiguur van de gevolmachtigde agent is vrij specifiek voor de
Belgische banksector. Onder gevolmachtigde agent wordt in ons land
een persoon verstaan die als zelfstandige in naam en voor rekening
van een kredietinstelling bankverrichtingen uitvoert. In nogal wat
lidstaten in Europa bestaat die rechtsfiguur niet. Het is mij alvast niet
bekend dat toezichthouders in andere lidstaten, in tegenstelling tot de
CBF, zouden toelaten dat gevolmachtigde agenten deposito's voor
rekening van diverse kredietinstellingen inzamelen. Op het eerste
gezicht lijkt die ontwikkeling niet bij te dragen tot de bescherming van
het spaarwezen. In het verleden heeft die situatie in ons land
inderdaad tot problemen geleid waarbij spaarders werden benadeeld.
Exclusiviteit inzake depositowerving brengt daarentegen duidelijkheid
voor de spaarder en bevordert een sluitende controle. Met
belangstelling kijk ik uit naar de resultaten van de vergelijkende studie
die de Vereniging van Zelfstandige Bankagenten heeft aangekondigd.
De CBF oefent op het ogenblik geen individueel toezicht op de
gevolmachtigde agenten uit. Haar controle op de kredietinstellingen
houdt wel een toezicht in op de manier waarop de instellingen hun
agentennetwerk organiseren en controleren. Dat getrapt toezicht, dat
de kredietinstellingen responsabiliseert, heeft tot hiertoe goed gewerkt
en ik heb tot nu toe geen plannen om het op korte termijn te herzien.
Voor een antwoord op de vragen in verband met het sociale aspect
verwijs ik u naar de minister van Sociale Zaken.
Uit de vaststellingen van de deurwaarder die de CBF heeft kunnen
inkijken, blijkt dat een persoon zich in een kantoor van vier grote
banken heeft aangeboden met een contant bedrag in een envelop
waarop was vermeld dat het om de opbrengst van buitenlandse
coupons ging. De betrokkene heeft aan de kantoorbediende gevraagd
om een spaarrekening te openen en er het bedrag op te storten.
Het ging dus niet om de uitbetaling van coupons. In het geval dat een
deurwaarder had vastgesteld, was de bank niet betrokken bij de
uitbetaling van buitenlandse roerende inkomsten in de zin van artikel
261, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen die de
inhouding van de roerende voorheffing vergt en diende er enkel een
storting in contanten te worden verwerkt. De uitbetaling had reeds
plaatsgevonden, aangezien de titularis van de rekening reeds over het
geld beschikte. De klant heeft dan uiteraard wel de verplichting om
14.02 Didier Reynders, ministre:
Le ministre précisera les
compétences normatives de la
Commission bancaire et financière
(CBF) en tant qu'autorité de
contrôle et renforcera ainsi la
sécurité juridique dans cette
matière.
La figure juridique de l'agent
mandaté est propre au secteur
bancaire belge. Il s'agit en fait
d'une personne qui exécute, en
tant qu'indépendant, des
opérations bancaires pour le
compte d'un établissement de
crédit. Cette figure juridique
n'existe pas dans d'autres pays, et
on ne peut pas non plus dire que
cette évolution contribue à la
protection de l'épargnant. Nous
attendons l'étude comparative de
l'association des agents bancaires
indépendants.
La CBF n'exerce pas de contrôle
individuel sur les agents
mandatés, mais sur la manière
dont les établissements de crédit
organisent et contrôlent leur
réseau d'agents. Quant à l'aspect
social de la question, je vous
renvoie au ministre des Affaires
sociales.
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
zelf de roerende inkomsten aan te geven. De Vereniging van
Zelfstandige Bankagenten beweert dat de door een deurwaarder
vastgestelde praktijk erop wijst dat de overheid met twee maten en
twee gewichten werkt. Zij doelt daarmee op het feit dat de CBF aan
sommige kredietinstellingen heeft gevraagd om een passend
bestraffingsbeleid uit te werken ten aanzien van agenten die
betrokken zijn bij de uitbetaling van coupons zonder afhouding van
roerende voorheffing.
Uit de inlichtingen die de CBF mij verstrekt heeft, blijkt dat die
bewering onjuist is. De feiten die de CBF ertoe hebben gebracht om
tegen sommige instellingen op te treden, hadden niets te maken met
het door een deurwaarder bij de vier grootste banken vastgestelde
passieve gedrag in verband met een overigens niet ongeoorloofde
verrichting. Integendeel, de door de CBF aangeklaagde feiten wezen
wel op de actieve betrokkenheid van een aantal agenten bij de
uitbetaling van buitenlandse coupons voor heel wat klanten. Dat is
een praktijk waartegen terecht dient te worden opgetreden.
14.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de minister, laat het duidelijk
zijn: uiteraard staan wij volledig achter een efficiënte bestrijding van
de fiscale fraude. Wijzigingen aan de organisatie van het toezicht
moeten vanuit dat perspectief bekeken worden.
Voor het overige neem ik akte van uw antwoord. Hiermee is het
debat, dat geenszins afgerond is, geopend. U hebt ietwat ironisch
gezegd dat u met belangstelling uitkijkt naar de vergelijkende studie
van de betrokken vereniging. Wij kijken daar eveneens naar uit en
komen zeker nog op het punt terug.
14.03 Yves Leterme (CD&V):
Nous sommes évidemment
favorables à une lutte efficace
contre la fraude fiscale. Le débat
est lancé, mais certes pas encore
clôturé. Nous attendons avec
intérêt l'étude de l'association.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Interpellatie van de heer Yves Leterme tot de eerste minister over "het communicatiebeleid van
deze regering" (nr. 979)
15 Interpellation de M. Yves Leterme au premier ministre sur "la politique de communication du
gouvernement" (n° 979)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Financiën)
(La réponse sera fournie par le ministre des Finances)
15.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb de
gewoonte om vragen te beantwoorden. Dat lijkt mij een elementaire
vorm van beleefdheid. De heer Verhofstadt houdt er andere
gewoonten op na. Dat lijkt mij ook logisch wanneer ik zie in welk
parket hij zich heeft gemanoeuvreerd. Ik ben niet bereid om hier mijn
interpellatie te ontwikkelen, ondanks het respect dat ik heb voor de
minister van Financiën. Ook al kost het mij een aantal pogingen, toch
zal ik ervoor zorgen dat ik een antwoord krijg van de eerste minister.
15.01 Yves Leterme (CD&V):
Sauf votre respect, monsieur le
ministre, je souhaiterais une
réponse du premier ministre à
mon interpellation.
15.02 De voorzitter: Heeft de Conferentie van voorzitters terzake
niets beslist?
15.03 Yves Leterme (CD&V): De Conferentie van voorzitters had het
interpellatieverzoek ontvankelijk verklaard en verwezen naar de
commissie voor de Binnenlandse Zaken. Er was geen enkel probleem
dat de eerste minister daarop zou antwoorden. Kennelijk is hij echter
bevreesd om op het moment vragen van het parlement te
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
beantwoorden. Wij zullen er alleszins voor zorgen dat hij daartoe
alsnog de gelegenheid krijgt.
15.04 De voorzitter: Dat is geen probleem.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Question de M. Joseph Arens au ministre des Finances sur "l'agrément des groupements
16 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Financiën over "de erkenning van de
bosgroeperingen" (nr. 5597)
16.01 Josy Arens (PSC): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la loi du 6 mai 1999 visant à promouvoir la création de
sociétés civiles de groupements forestiers, octroie un statut fiscal "sui
generis" aux groupements forestiers constitués sous forme de
sociétés civiles sous certaines conditions.
L'objectif poursuivi par le législateur en adoptant ces dispositions était
d'éviter la division d'ensembles forestiers existants et d'encourager
les regroupements de parcelles boisées en vue de constituer des
ensembles plus adaptés à une gestion intégrée.
A l'origine de ces dispositifs législatifs, le constat d'un morcellement
de plus en plus important de la propriété de nos forêts qui entraîne
des difficultés de gestion de plus en plus grandes et met en péril notre
patrimoine forestier qui constitue un des poumons de l'Europe
occidentale.
Le législateur belge n'a pas innové en la matière puisque la France
connaît déjà depuis plusieurs années un dispositif législatif semblable.
La loi du 6 mai 1999 conditionne l'application du régime fiscal
spécifique à plusieurs conditions: la société doit être constituée sous
la forme juridique d'une société commerciale, elle doit être agréée par
le ministre des Finances sur avis du ministre de la région concernée
qui a les forêts dans ses attributions et avoir exclusivement pour objet
social et pour activité la production forestière sur des terrains dont elle
est propriétaire.
Depuis l'entrée en vigueur de la loi du 6 mai 1999, un premier
groupement forestier constitué en société civile a demandé l'agrément
du ministre des Finances.
Le dossier d'agrément de cette société VZD a été introduit le 20 mars
2001.
Accusé de réception de cette demande a été délivré aux intéressés le
6 avril 2001.
Ce fut alors à un réel parcours du combattant auquel les demandeurs
d'agrément durent se livrer: aucun service n'était désigné au sein de
votre administration pour traiter ce type de demande, chaque service
se renvoyant la balle.
Le 12 juillet 2001, la demande a connu un début d'instruction puisque
votre administration a demandé des renseignements et documents
16.01 Josy Arens (PSC): Bij de
wet van 6 mei 1999 ter
bevordering van de oprichting van
burgerlijke bosgroeperings-
vennootschappen wordt deze
groeperingen, die onder bepaalde
voorwaarden de rechtsvorm van
een burgerlijke vennootschap
hebben, een fiscaal statuut sui
generis toegekend.
Het was de bedoeling van de
wetgever om, naar aanleiding van
de toenemende versnippering van
de eigendom van onze bossen, de
opsplitsing van bestaande bossen
te voorkomen en de hergroepering
van beboste percelen aan te
moedigen teneinde tot grotere
gehelen te komen die zich beter
lenen voor een geïntegreerd
bosbeheer.
Krachtens voornoemde wet van 6
mei 1999 moet voor de toepassing
van een specifieke
belastingregeling aan een aantal
voorwaarden voldaan worden. Zo
moet de vennootschap de
rechtsvorm van een handels-
vennootschap aannemen, erkend
worden door het ministerie van
Financiën op advies van de
bevoegde gewestminister, en de
bosbouw op gronden waarvan ze
eigenaar is als enige
maatschappelijke doel en activiteit
hebben.
Sinds de inwerkingtreding van de
wet van 6 mei 1999 heeft een
eerste bosgroeperings-
vennootschap, V.Z.D., op 20
maart 2001 de erkenning van de
minister van Financiën
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
complémentaires qui, pour l'essentiel il n'est pas inutile de le relever
étaient déjà annexés à la demande du 20 mars 2001.
Il a néanmoins été déféré à la demande de votre administration et le
dossier complété a été déposé le 2 août 2001.
A noter que l'avis du ministre régional, M. Happart, a été obtenu dans
un délai d'un mois.
A ce jour, aucune décision n'a encore été prise par votre
département.
Il est manifeste qu'un tel retard dans le traitement des demandes
d'agrément ne rencontre pas le voeu du législateur et son souci
d'encourager la constitution de groupements forestiers sous la forme
de sociétés civiles.
M. le ministre pourrait-il me dire s'il compte donner des instructions à
son administration afin que la demande de la société VZD soit traitée
dans les plus brefs délais?
M. Le ministre pourrait-il également m'indiquer s'il estime raisonnable
le délai d'instruction de cette demande et si, à l'avenir, d'autres
groupements rencontreront autant de difficultés à voir traiter leur
demande d'agrément, à peine de voir leur activité paralysée?
Comptez-vous, monsieur le ministre, prendre des mesures afin que
ce type de demande puisse dorénavant être traité dans un délai
raisonnable?
En France, la demande d'agrément d'un groupement forestier prend
15 jours à un mois maximum.
Voilà, monsieur le ministre, les questions que je désirais vous poser à
propos des groupements forestiers.
aangevraagd.
Dat was een hele hindernisloop
voor de vennootschap in kwestie,
want binnen uw administratie blijkt
er geen enkele dienst met de
behandeling van deze aanvragen
belast te zijn.
In juli jongstleden heeft uw
administratie om bijkomende
documenten en inlichtingen
gevraagd, waarvan het merendeel
evenwel reeds bij de aanvraag
gevoegd was. Niettemin werd aan
dat verzoek gevolg gegeven, en
het aldus vervolledigde dossier
werd op 2 augustus 2001
ingediend.
Uw departement heeft echter tot
op heden nog geen beslissing
genomen, hoewel men binnen de
maand al over het advies van de
gewestminister beschikte.
Denkt u instructie te geven de
aanvraag van de vennootschap
V.Z.D. ten spoedigste te
behandelen?
Acht u de termijn voor het
onderzoek van de aanvraag nog
redelijk?
Zullen andere bosgroeperings-
vennootschappen in de toekomst
met dezelfde moeilijkheden te
kampen krijgen?
Denkt u de nodige maatregelen te
treffen om dergelijke aanvragen
binnen een redelijke termijn te
laten behandelen? Ter informatie:
in Frankrijk wordt een
erkenningsaanvraag binnen een
termijn van veertien dagen of
hooguit een maand behandeld.
16.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,
je voudrais rappeler que la loi particulière du 6 mai 1999 visant à
promouvoir la création de sociétés civiles de groupements forestiers,
déroge à double titre au droit commun en matière fiscale.
Cette loi établit le principe de transparence fiscale quant aux revenus
inhérents à l'activité du groupement, lequel est considéré comme
dénué de la personnalité juridique pour son assujettissement aux
impôts sur les revenus. Ces revenus n'ont pas la nature de revenus
16.02 Minister Didier Reynders:
De wet van 6 mei 1999 ter
bevordering van de oprichting van
burgerlijke bosgroeperings-
vennootschappen wijkt in twee
opzichten af van het gemeen recht
op fiscaal gebied.
Allereerst wordt bij die wet het
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
professionnels. Ils sont taxables dans le chef des associés ou
actionnaires suivant leur nature, revenus immobiliers, mobiliers ou
divers, à l'exclusion des revenus professionnels.
Pour empêcher que ces dispositions dérogatoires ne soient
détournées à des fins non prévues, par exemple une planification
successorale, le législateur a exigé que les groupements en question
soient agréés. Dans ce cadre, la possibilité de soumettre l'agrément à
des conditions d'incessibilité des actions ou parts à titre gratuit, sauf
respect de la formalité d'enregistrement, est actuellement à l'étude.
Il importe évidemment de souligner que la loi du 6 mai 1999 est
totalement muette sur la procédure d'agrément et j'ai bien dû le
constater en juillet 1999 qu'aucune mesure interne au département
n'accompagnait cette législation. L'administration a donc dû prendre
les dispositions nécessaires afin d'examiner, de la manière la plus
appropriée, la première demande d'agrément avant de me soumettre
un avis.
L'étude de cette première demande requiert donc un délai à caractère
exceptionnel - vous avez rappelé les dates du mois de mars -,
d'autant qu'il s'agit d'une matière faisant intervenir plusieurs types
d'impôts: impôts directs (IPP, ISOC) et impôts indirects, pour laquelle
une indispensable concertation entre les différents services
concernés s'impose.
La problématique relative aux conditions éventuelles de cessibilité de
parts est à l'examen. La question a été posée à l'administration
concernée, qui devrait nous communiquer sa réponse dans un délai
rapide. J'espère ainsi pouvoir donner une réponse définitive dans le
mois qui vient et en tout cas avant la fin 2001. Toutefois, la mise en
vigueur d'un nouveau système ne peut avoir lieu en l'absence de
conditions de fonctionnement, élément auquel nous devons être
attentifs dans d'autres procédures, notamment celles de ruling je le
répète, la loi n'a rien prévu en matière d'agrément et il importe
d'envisager également les mesures administratives nécessaires. Une
fois la première procédure démarrée, il faudra probablement identifier
un service plus directement responsable au sein du département
Je regrette que la mise en place d'une première proposition
d'agrément ait nécessité un délai aussi long. Je ne peux d'ailleurs pas
encore me prononcer, n'ayant pas encore reçu de proposition,
favorable ou non, de l'administration pour le dossier concerné. Je suis
convaincu qu'une fois la première procédure réalisée, nous pourrons
bien entendu envisager des délais beaucoup plus courts pour ce qui
deviendra alors une procédure habituelle.
principe van fiscale transparantie
ingevoerd voor de inkomsten die
eigen zijn aan de activiteit van de
groepering. Voor hun
onderworpenheid aan de
inkomstenbelastingen worden de
bosgroeperingsvennootschappen
geacht geen rechtspersoonlijkheid
te bezitten
Daarnaast zijn de inkomsten van
de bosgroeperingsvennoot-
schappen geen beroeps-
inkomsten, en zijn ze afhankelijk
van hun aard belastbaar ten name
van de vennoten of
aandeelhouders, met uitsluiting
van de beroepsinkomsten.
Om de oneigenlijke toepassing
van de uitzonderingsbepalingen te
voorkomen, heeft de wetgever
geëist dat de bosgroeperings-
vennootschappen erkend moeten
worden.
In dat kader onderzoekt men thans
de mogelijkheid van een erkenning
op bepaalde voorwaarden,
waaronder de onmogelijkheid om
de aandelen kosteloos over te
dragen.
De wet zegt niets over de
erkenningsprocedure. De
administratie heeft dan ook een
aantal maatregelen moeten treffen
in verband met het eerste
erkenningsverzoek, en heeft mij
pas dan haar advies voorgelegd.
Een uitzonderlijk uitstel is derhalve
noodzakelijk. Deze materie betreft
bovendien verschillende
belastingen, waardoor overleg
tussen alle betrokken diensten
geboden is.
Wij wachten nog op een antwoord
met betrekking tot de voorwaarden
voor de overdraagbaarheid van de
aandelen.
Ik heb de administratie gevraagd
mij binnen een redelijke termijn
een definitief antwoord
dienaangaande te verstrekken.
Als men een nieuwe regeling
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
invoert, moet men nadenken over
de voorwaarden waaronder dat
gebeurt en ook bepalen welke
dienst(en) verantwoordelijk is/zijn.
Ik betreur dat een en ander in
voorliggend geval zo lang
aansleept, maar wanneer het
eerste dossier eenmaal afgerond
zal zijn, zullen de termijnen voor
de behandeling van de volgende
dossiers korter zijn.
16.03 Josy Arens (PSC): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse. J'insiste vraiment sur le délai de la
procédure, puisque d'autres groupements sont en passe de voir le
jour. Dans le cadre de la gestion de la forêt, il est important de
disposer de ce genre d'outil. Dès lors, j'insiste pour pouvoir bénéficier
d'une décision relative à cette première demande de constitution d'un
groupement forestier.
Je peux donc conclure, monsieur le ministre, que pour la fin de
l'année, nous serons en possession de la réponse définitive. Est-ce
exact?
16.03 Josy Arens (PSC): Ik wil de
nadruk leggen op de termijn voor
de behandeling van het betrokken
dossier, want er zijn nog andere
groeperingen in de maak.
Ik hoop dat we tegen het einde
van het jaar over het definitieve
antwoord zullen beschikken.
16.04 Didier Reynders, ministre: C'est ce qui m'est annoncé!
16.04 Minister Didier Reynders:
Dat werd ons in het vooruitzicht
gesteld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de kadastrering van
transformaties aan gebouwen" (nr. 5649)
17 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "l'inscription au cadastre des
17.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zou het graag nog even hebben over de proefprojecten in
Gesves en Heusden-Zolder, waarover wij reeds gesproken hebben in
de commissie van 14 maart 2001. Ik kom erop terug omdat wij
begaan zijn met de gemeentelijke financiën. Als wij de kans krijgen
om de opbrengsten van de gemeenten te verhogen zonder
tariefverhogingen, mogen wij deze kans zeker niet laten liggen. Wij
hebben toen uw uiteenzetting gehoord en u zei dat de resultaten voor
Gesves bekend waren. In Gesves was het globaal belastbaar
kadastraal inkomen met 6% gestegen, dus bijgevolg de kadastrering
van transformaties aan gebouwen. Voor Heusden-Zolder was dat
resultaat nog niet bekend en u zou het ons meedelen zodra u over die
gegevens zou beschikken. Tot hiertoe heeft u ons nog niets
meegedeeld maar de resultaten van Heusden-Zolder zijn al bekend
sinds mei 2001. Daaruit blijkt dat het globaal belastbaar kadastraal
inkomen in Heusden-Zolder ten gevolge van dit nazicht met 2,4% is
gestegen. Daardoor stijgt de opbrengst van de onroerende
voorheffing in Heusden-Zolder met 4 miljoen frank, een belangrijk
bedrag voor dergelijke gemeenten. Deze meeropbrengst heeft
natuurlijk ook een structureel karakter en zal daardoor dus elk jaar
worden verkregen. Overigens was het percentage van de stijging en
17.01 Dirk Pieters (CD&V): Pour
augmenter les recettes des
communes, les transformations de
bâtiments doivent
systématiquement être inscrites au
cadastre, de sorte que les recettes
du précompte immobilier
augmentent. Pour mettre cette
mesure en oeuvre, aucune
augmentation d'impôt n'est
nécessaire mais il faut que la loi
soit scrupuleusement respectée.
Dans la commune de Gesves, le
revenu cadastral imposable a ainsi
augmenté de 6%. Les résultats ne
sont pas encore connus pour la
commune de Heusden-Zolder. Or,
lors de la réunion de commission
du 14 mars 2001, le ministre avait
promis que les résultats seraient
rapidement rendus publics.
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
de meeropbrengst van de onroerende voorheffing nog groter
geweest, indien men in deze oefening ook de appartements- en
kantoorgebouwen in rekening had gebracht. Het staat dus vast dat de
opbrengst van de onroerende voorheffing ten behoeve van de
gemeenten flink kan worden verhoogd als het kadaster systematisch
alle gebouwen in rekening zou brengen. Zonder de belastingvoet te
verhogen en door de wet behoorlijk toe te passen kunnen de
gemeenten hier toch belangrijke bijkomende inkomsten verwerven?
Mijnheer de minister, ik had u daaromtrent graag een aantal vragen
gesteld. Kunt u de cijfers van Gesves en Heusden-Zolder bevestigen?
Kunt u bevestigen dat de meeropbrengst gerealiseerd werd zonder de
belastingvoet te moeten veranderen, maar gewoon als gevolg van het
beter toepassen van de wetten. Heeft deze meeropbrengst voor het
aanslagjaar 2001 een definitief karakter zodat deze jaarlijks kan
worden gerealiseerd? Zult u maatregelen nemen om die wet overal te
laten toepassen zodat ze ook in andere gemeenten gelijkaardige
resultaten kan opleveren?
Comment expliquez-vous ce
retard?
Est-il véritablement correct de
réaliser de telles plus-values sans
procéder à l'adaptation des lois
existantes et du taux d'imposition?
Cette plus-value revêt-elle un
caractère définitif pour l'exercice
d'imposition 2001 et réalisera-t-on
une plus-value chaque année,
dans d'autres communes
également? Quelles mesures le
ministre souhaite-t-il mettre en
oeuvre dans ce cadre?
17.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, de resultaten van de nazichtoperatie in Heusden-Zolder zijn
begin mei 2001 verzonden naar het hoofdbestuur van de administratie
van het kadaster, de registratie en de domeinen, maar werden mij nu
pas na analyse en beoordeling bezorgd. Het globaal belastbaar
kadastraal inkomen van de eengezinswoningen in Heusden-Zolder is
door de operatie gestegen met 9.741.710 frank, of ongeveer 3%, tot
een bedrag van 322.154.680 frank op 1 januari 2000. De
meeropbrengst aan onroerende voorheffing kon worden gerealiseerd
door een nazichtoperatie met
medewerking van de betrokken
gemeentebesturen zonder wijziging van de aanslagvoet en zonder
aanpassing van de wetgeving. Het kadastraal inkomen, de grondslag
van de onroerende voorheffing, is gestegen, ook voor volgende jaren.
De werkelijke ontvangsten worden ook nog beïnvloed door de
indexering van het kadastraal inkomen en door de hoogte van de
opcentiemen waarover jaarlijks beslist wordt door de provincie- en
gemeenteraden. In de twee bedoelde gemeenten hebben de
betrokken besturen in ruime mate hun medewerking verleend aan de
operatie. Ik heb dus niet de intentie dienaangaande nieuwe wetgeving
tot stand te brengen. De meeropbrengst werd gerealiseerd door de
samenwerking met de gemeenten.
17.02 Didier Reynders, ministre:
Je viens seulement de recevoir les
résultats concernant l'opération de
contrôle organisée à Heusden-
Zolder. Il s'agit d'une plus-value de
3% qui a pu être réalisée en
collaboration avec les communes
sans modification du taux
d'imposition et sans adaptation de
la législation.
Le revenu cadastral en question a
subi une augmentation à caractère
définitif. Les recettes sont
également influencées par
l'indexation des revenus
cadastraux et le niveau des
centimes additionnels.
17.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, moet ik daaruit
afleiden dat u de bal bij de gemeenten legt?
17.03 Dirk Pieters (CD&V): La
balle se trouve dans le camp des
communes.
17.04 Minister Didier Reynders: Neen, het ging om een initiatief van
twee gemeenten.
17.05 Dirk Pieters (CD&V): Met een positief resultaat voor die
gemeenten, niet?
17.06 Minister Didier Reynders: Twee gemeenten hebben het
initiatief genomen om de gemeentelijke administratie enkele
wijzigingen op het vlak van het kadaster te laten controleren.
17.07 Dirk Pieters (CD&V): Indien de gemeenten de administratie
vragen om met hen op dat punt samen te werken, staat u daar dan
positief tegenover?
17.07 Dirk Pieters (CD&V): Les
communes peuvent-elles
demander à l'administration de
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
coopérer avec elles?
17.08 Minister Didier Reynders: Het is voor een gemeente altijd
mogelijk om een controle uit te voeren en vervolgens de administratie
hierover in te lichten.
17.09 Dirk Pieters (CD&V): Eigenlijk kan ik niet goed volgen. Dat is
toch wel een merkwaardig antwoord, mijnheer de minister. Ik begrijp
dat u niet graag hebt dat morgen de kranten koppen dat minister
Reynders voor aanpassingen pleit enzovoort. Het lijkt mij echter wel
logisch dat de kadastrale inkomens zo goed mogelijk worden bepaald
en dat bijgevolg de administratie het nodige doet om effectief tot een
zo nauwkeurig mogelijke bepaling van de waarde te komen.
U antwoordt echter dat er wel twee proefprojecten geweest zijn, maar
dat u er zich voor het overige niets van aantrekt.
17.10 Minister Didier Reynders: Ik heb niet de bedoeling om in dat
verband nieuwe initiatieven te nemen.
17.10 Didier Reynders, ministre:
Aucune initiative nouvelle n'est
prévue.
17.11 Dirk Pieters (CD&V): Dat is een ontstellend antwoord.
17.11 Dirk Pieters (CD&V): Voilà
une réponse effarante.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "een mogelijke BTW-verlaging in
de horecasector" (nr. 5650)
18 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "une possible réduction du taux de TVA
18.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, we hebben in
onze commissie, overigens vaak op initiatief van collega Desimpel, al
herhaaldelijk gesproken over de BTW in de horeca en daar altijd
dezelfde uitleg bij gekregen.
Mijnheer de minister, waar ik het nu over wil hebben, is uw
aankondiging dat u de verlaging van de BTW-tarieven in de
horecasector tijdens de Europese top te Luik zou aankaarten, wat de
horecafederatie ook heeft opgetekend. Sedertdien hebben wij daar
echter niets meer over vernomen.
Mijn vraag is dan ook of u tijdens de Europese Raad te Luik een
BTW-verlaging voor de horecasector hebt bepleit en wat daarvan het
resultaat is geweest.
18.01 Dirk Pieters (CD&V): Les
restaurants d'entreprise et les
traiteurs bénéficient d'un
traitement différent sur le plan de
la TVA que les autres restaurants.
Les premiers bénéficient d'un taux
de 6%, alors que les seconds se
voient appliquer un taux de 21%.
Cela engendre une distorsion de
concurrence.
Nous constatons par ailleurs que
les tarifs sont nettement plus bas
dans les pays voisins. Le ministre
aurait promis d'évoquer ce
problème lors du Conseil
européen à Liège, et ce dans le
cadre de l'évaluation de la
diminution temporaire de la TVA
pour les secteurs à forte densité
de main d'oeuvre.
Le problème a-t-il été traité au
Conseil européen? A-t-on procédé
à l'évaluation annoncée?
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
18.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Pieters, ingevolge de
Europese regelgeving konden enkel de lidstaten die op 1 januari 1991
een verlaagd tarief voor restaurants toepasten, bij wijze van
overgangsmaatregel een verlaagd tarief blijven hanteren. Nederland
en Luxemburg konden van die mogelijkheid gebruikmaken.
De Belgische wetgever daarentegen kan voor die bedoelde diensten
geen verlaagd BTW-tarief invoeren. Op het aanbieden van spijzen en
dranken bij verbruik ter plaatse is in België dus nog steeds het
normaal BTW-tarief van toepassing, ongeacht of de desbetreffende
diensten verstrekt worden door een restauranthouder, een traiteur,
een cateringbedrijf of andere vergelijkbare belastingplichtigen.
Het belang en de noodzaak van de harmonisering en rationalisering
van de BTW-tarieven werden door mij reeds op de vergadering van
21 september 2001 te Luik aangekaart. In een mededeling van 22
oktober 2001 aan de Raad, het Europees Parlement en het
Economisch en Sociaal Comité inzake het fiscaal beleid in de
Europese Unie en de prioriteiten voor de komende jaren, heeft de
Europese Commissie aangekondigd op middellange termijn een
herziening en een rationalisatie van de regels en afwijkingen van
toepassing op de vaststelling van verlaagde BTW-tarieven, te zullen
overwegen.
Dat is gepland na de evaluatie van het proefproject naar aanleiding
van de richtlijn 1999/85/EG van de Raad van 22 oktober 1999 tot
wijziging van een vroegere richtlijn, die het mogelijk maakt om bij
wijze van experiment een verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve
diensten toe te passen. Die tijdelijke regeling zal waarschijnlijk met
een jaar worden verlengd. De toenadering van de BTW-tarieven in de
verschillende lidstaten is evenwel pas op langere termijn mogelijk.
Rekening houdend met de strategische planning van de Europese
Commissie, zullen te gepasten tijde de nodige initiatieven terzake
worden genomen.
Ik wacht thans het volgend verslag met betrekking tot de verlaagde
BTW-tarieven af van de Europese Commissie. Zoals ik reeds zei in
antwoord op een vorige vraag, zal ik het wellicht ontvangen in de loop
van het tweede semester van 2002. Vooralsnog is de weg niet vrij om
een verlaagd BTW-tarief in de horecasector toe te passen.
18.02 Didier Reynders, ministre:
Seuls les pays qui appliquaient un
taux réduit au 1
er
janvier 1991,
peuvent continuer à le faire.
J'ai évoqué l'harmonisation et la
rationalisation des taux de TVA au
Conseil Ecofin du 21 septembre
2001.
La Commission européenne a
communiqué le 22 octobre 2001
qu'une révision et une
rationalisation seront envisagées à
moyen terme. Je suis obligé
d'attendre que celles-ci soient
mises en oeuvre.
18.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik kan alle begrip
opbrengen voor uw antwoord. Nochtans hebt u in uw contacten met
de horecasector de indruk gewekt dat er een en ander zou gebeuren
en dat u ervoor zou zorgen dat alles in orde kwam. Ik stel vast dat u
nu alleen kunt zeggen dat de criteria op middellange termijn zullen
worden herzien.
Intussen vallen de restaurants in ons land nog steeds onder een
BTW-tarief van 21%, terwijl op de traiteurszaken en de
bedrijfsrestaurants slechts een BTW-tarief van 6% van toepassing is.
Schrijnender nog is het grote verschil met Luxemburg en Nederland,
waar respectievelijk een BTW-tarief van 6% en 3% wordt gehanteerd.
Dergelijke verschillen zijn ongetwijfeld concurrentie-ondermijnend.
18.03 Dirk Pieters (CD&V): Le
ministre a indiqué qu'il n'y avait
pas de réel problème dans le
secteur horeca. La différence avec
le Grand-Duché du Luxembourg et
les Pays-Bas où les taux de TVA
sont de 6% est frappante.
Comparés au taux de TVA belge
de 21%, ces 6% entraînent une
réelle distorsion de la
concurrence.
18.04 Minister Didier Reynders: Zo is het ook gegaan met de BTW-
regeling voor de arbeidsintensieve sectoren. Een van de vorige
regeringen heeft enkele jaren geleden daartoe een beslissing
18.04 Didier Reynders, ministre:
Cette décision a été prise sous un
gouvernement précédent. Elle
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
genomen. Pas eind 1999 heb ik terzake een beslissing van de
Europese Commissie en de Ecofin-Raad ontvangen. Uit een lijst met
allerlei sectoren kozen wij er drie.
Thans gaat een nieuw proces van start inzake verlaagde BTW-
tarieven. Misschien wordt het een proces op middellange termijn,
hoewel volgens mij veeleer sprake is van een proces op korte termijn
op Europees vlak indien het verslag van de Europese Commissie in
de loop van het tweede semester van 2002 wordt ingediend, dus na
een termijn van een jaar.
concernait une liste comprenant
différents secteurs. Ces taux de
TVA sont nouveaux et l'effet se
fera sentir à moyen terme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de splitsing van de directie
Brabant van het Kadaster" (nr. 5651)
19 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "la scission de la direction du Brabant du
19.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, over dit onderwerp
stelde ik u op 17 april reeds een vraag.
Ik hoef mijn argumentatie terzake niet meer uiteen te zetten. U hebt
toen zelfs met mijn voorstel ingestemd. Immers, in uw antwoord
bevestigde u dat het beheerscomité van ACRET reeds op
9 september 1999 de beslissing tot splitsing van de directie Brabant
had goedgekeurd, dat het voorstel tot splitsing bij de secretaris-
generaal van Financiën op 23 en 30 augustus was ingediend, dat u
het voorstel op 17 april 2001 toen ik de vraag stelde nog steeds
niet had ontvangen, maar dat u wel hoopte tegen eind mei 2001 een
concreet voorstel te ontvangen van de secretaris-generaal en in de
loop van de maanden mei of juni 2001 een definitieve beslissing te
kunnen nemen. Hiervan mochten wij tot nu toe niets merken.
Inmiddels vernam ik wel dat er plannen bestaan om het vierde
hypotheekkantoor naar Overijse te verhuizen. Aanvankelijk wou ik dat
bericht toejuichen, ware het niet dat het personeel dat in het vierde
hypotheekkantoor werkt, hoofdzakelijk in West-Brabant woont en
Overijse aan de andere kant van Brabant gelegen, moeilijk te
bereiken is via het openbaar vervoer. Uiteraard was het niet de
bedoeling van het voorstel om personeelsleden over te hevelen
zonder rekening te houden met hun woonplaats.
Het is nu half november eind oktober diende ik mijn vraag in en ik
zou graag de stand van zaken kennen. Vergeten we niet dat het
beheerscomité de beslissing van de splitsing reeds op 9 september
1999 heeft goedgekeurd.
Het Lambermont-akkoord zou aan de gewesten een grotere fiscale
autonomie verlenen, onder meer inzake het kadaster althans
volgens de verdedigers van het akkoord , maar u wekt de indruk dat
zulks niet het geval is, mijnheer de minister. In feite is de regering
vooralsnog zelfs niet bij machte gebleken om een ambtsgebied van
het kadaster aan te passen aan de grenzen van de gewesten.
Bent u het in dat geval met mij eens dat de zogenaamde grotere
fiscale autonomie in feite maar zeer bescheiden is, in tegenstelling tot
wat de verdedigers van het Lambermont-akkoord steeds hebben
19.01 Dirk Pieters (CD&V): Le 17
avril 2001, j'ai interrogé le ministre
sur la scission de la direction du
Brabant du cadastre, qui s'étend
sur trois Régions et qui connaît
une charge de travail élevée. A
cette occasion, le ministre a
confirmé ma thèse, s'est référé à
des propositions en ce domaine et
m'a assuré qu'il prendrait une
décision en mai ou juin 2001.
Quels obstacles y a-t-il à la
scission? Pourquoi le ministre n'a-
t-il pas encore pris de décision? La
non-scission n'est-elle pas
contraire à l'esprit des accords du
Lambermont qui laissaient
présager une plus grande
autonomie pour les Régions en
cette matière? Il serait également
question d'un transfert vers
Overijse, alors que ce sont
essentiellement des membres du
personnel de Flandre occidentale
qui sont concernés.
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
beweerd, mijnheer de minister?
19.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Pieters, zoals ik reeds op
17 april 2001 op een door u gestelde gelijkaardige mondelinge vraag
heb geantwoord, werkt mijn departement op basis van de Copernicus-
akkoorden en in samenspraak met een externe consulent aan
voorstellen over het aantal managementfuncties van N-3 niveau
gewestelijk directeur in de buitendienst van het fiscaal bestuur en hun
ambtsgebied.
In het kader van de Copernicus-hervorming is het organogram van de
federale overheidsdienst van Financiën gestructureerd rond drie
entiteiten die overeenkomen met de drie basisfuncties van ons
ministerie, met name Belastingen en invorderingen, Thesaurie en
Patrimoniumdocumentatie. De administratie van het Kadaster,
Registratie en Domeinen zal in de entiteit Patrimoniumdocumentatie
worden geïntegreerd. Die entiteit heeft vier operationele diensten
waaronder Patrimoniumdiensten, Opmetingen en waarderingen,
Informatieverzameling en -uitwisseling en Rechtszekerheid. Die
kunnen zowel centrale diensten als buitendiensten omvatten. Aan het
hoofd van die centra staan de N-3 functies. De centra kunnen op
verschillende plaatsen worden gehuisvest. Er is reeds in
samenwerking met externe experts een basisrapport gemaakt over
het aantal centra alsook de functionele invulling daarvan. In het
rapport wordt nog niet ingegaan op de locaties ervan.
De taken van de huidige directies van de sector Kadaster worden
deels overgenomen door de centra Rechtszekerheid en Opmetingen
en waarderingen. Ik ben alvast van plan om de gemeenten die deel
uitmaken van Vlaams-Brabant, onder te brengen in een eentalig
centrum of eentalige centra.
Tot slot kan ik u meedelen dat de overgang naar een federale
overheidsdienst gepland is voor het voorjaar van 2002, waarmee ik
antwoord op een andere vraag. Daarbij zal rekening worden
gehouden met de resultaten van 16 business process reengineering
programma's, die het departement van Financiën de mogelijkheid
moeten bieden om tot een betere professionele organisatie te komen.
De vernoemde centra zullen dus stapsgewijs worden uitgebouwd,
zodat de continuïteit van de huidige diensten niet in gevaar wordt
gebracht.
Misschien heb ik hiermee een zeer algemeen antwoord verstrekt dat
ook kan dienen voor andere vragen. We staan alvast voor een proces
van enkele maanden. Pas tegen juni 2002 zal ik een algemeen zicht
op de stand van zaken kunnen schetsen. We proberen stapsgewijs
vooruitgang te maken, bijvoorbeeld met de hervorming van de dienst
Kadaster, Registratie en Domeinen.
19.02 Didier Reynders, ministre:
Comme je l'ai déjà dit le 17 avril
2001, mon département travaille à
l'élaboration de propositions
concernant le nombre de fonctions
de management dans les services
extérieurs des administrations
fiscales.
L'administration du cadastre, de
l'enregistrement et des domaines
sera intégrée à l'entité
« documentation
patrimoniale »,
une des trois entités du
département des Finances. Cette
entité comportera quatre services
opérationnels, avec aussi bien des
services centraux que des
services extérieurs (centres). Les
centres pourront se situer à
plusieurs endroits. Un rapport a
été réalisé au sujet du nombre de
centres et de leurs tâches.
Les missions du secteur du
cadastre seront en partie
transférées aux centres Sécurité
juridique et Mesurages et
Evaluations. Les dossiers
cadastraux des communes du
Brabant flamand seront centralisés
dans un ou plusieurs centre(s)
unilingue(s). Le passage au
nouveau système (SPF) se fera au
printemps 2002.
Il faudra attendre le printemps
prochain pour bénéficier d'une
vision globale.
19.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor het
antwoord, waar ik mij zeker bij kan aansluiten. Het dossier is
inderdaad wat concreter geworden. De hoofdtoon is alvast dat de
hervorming nog een tijd in beslag zal nemen, ook al waren er reeds in
1999 beslissingen daartoe door de secretaris-generaal genomen.
19.04 Minister Didier Reynders: Een beslissing in verband met mijn
departement komt toe aan de minister of de regering. Een beslissing
van een ambtenaar is geen definitieve beslissing, des te meer gelet
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
op de problematiek.
19.05 Dirk Pieters (CD&V): Daar ben ik het mee eens, maar we
hebben al vaak over de regionalisering van het kadaster gesproken
en wij weten dat u die zeer ongenegen bent. U zult dus wellicht
evenmin uw beste beentje voorzetten om de zaken vooruit te laten
gaan. (Protest van de minister) Uit de discussies die we daarover al
hebben gevoerd, kon dat toch worden afgeleid, mijnheer de minister.
In ieder geval, ik vind het positief dat u een hergroepering in het
vooruitzicht stelt, waarbij de eentalig Nederlandstalige gemeenten
worden samengebracht. We zullen daarbij toch bijzonder aandacht
hebben voor de fysieke locaties, die wat ons betreft ook in Brussel
gehuisvest mogen worden. Vlamingen mogen ook in Brussel werken.
Het hoeft dus niet per se Vlaams-Brabant te worden. Kortom, wij
zullen toezien op de keuze van de locaties en, in tweede instantie, op
de verdeling van de gemeenten die ressorteren onder de centra,
tussen Vlaams- en Waals-Brabant via de kengetallen.
19.05 Dirk Pieters (CD&V): Nous
savons naturellement que le
ministre n'est pas favorable à la
régionalisation du revenu
cadastral, il est donc
compréhensible qu'il ne prenne
aucune initiative pour faire avancer
le dossier. Le regroupement des
communes flamandes unilingues
constitue déjà un premier pas et
nous ne manquerons pas de
suivre de près le problème de
l'implantation des centres. Du
reste, rien n'empêche une
implantation à Bruxelles. Lors de
la scission, nous ne perdrons par
de vue les différents rapports.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de discriminatie van Duitstalige
ambtenaren van Financiën" (nr. 5659)
20 Question orale de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "la discrimination des
fonctionnaires germanophones de l'administration des Finances" (n° 5659)
20.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is misschien
een beetje vreemd dat wij deze vraag hier stellen. We doen dat vanuit
een bekommernis om de ambtenaren van het Duits taalgebied.
Toevallig werd onze aandacht op de problematiek gevestigd en wij
zijn van oordeel dat er, of het nu om Vlaamse, Franstalige dan wel
Duitstalige ambtenaren gaat, een correct personeelsbeleid moet
worden gevoerd.
Het is bekend dat de ambtenaren van het Duits taalgebied bij het
ministerie van Financiën over zeer weinig promotiekansen
beschikken. Het taalgebied telt immers slechts negen gemeenten.
Enkel in Eupen en Sankt-Vith is er een kantoor van het ministerie van
Financiën. De hoogste bevordering die een ambtenaar daar kan
behalen, is eerstaanwezende inspecteur. Die situatie, die
vermoedelijk ook de oorzaak is van de moeilijke aanwerving van
ambtenaren ter plekke, is erg discriminerend voor onze Duitstalige
landgenoten. Aangezien de meesten onder hen hun studies, of
althans een groot deel ervan, in het Frans hebben gedaan en zich
uitstekend in die taal uitdrukken, rijst de vraag waarom zij stelselmatig
worden uitgesloten van hogere bevorderingen zoals directeur of
gewestelijk directeur.
Ik verwijs naar het geval van een ambtenaar van het Duits taalgebied,
die een diploma van middelbaar onderwijs en van meetkundige
schatter van onroerende goederen in het Frans bezit en die bij de
administratie van het kadaster werd gerekruteerd op grond van een
examen in het Frans. Toch mocht hij volgens de administratie niet
postuleren voor een betrekking van directeur in een Waalse directie.
Op vraag om inlichtingen terzake vanwege de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht heeft de administratie tot driemaal toe geweigerd te
20.01 Dirk Pieters (CD&V): Les
fonctionnaires du ministère des
Finances originaires de la région
de langue allemande ont fort peu
de chances d'être promus à des
grades supérieurs. La plus haute
promotion en région de langue
allemande est celle d'inspecteur
principal. Les intéressés
considèrent cela comme une
discrimination grave. Ils ont
pourtant accompli une grande
partie de leurs études en français
et ils reçoivent toutes leurs
instructions en français.
Pourquoi l'administration a-t-elle
refusé à trois reprises de répondre
à des questions de la commission
permanente de contrôle
linguistique? Pourquoi le ministre
et son administration refusent-ils
de donner suite à la décision de
cette commission qui confirme que
l'administration ne pouvait refuser
la candidature d'un fonctionnaire
germanophone à un emploi de
directeur? Est-il normal que les
fonctionnaires de la région de
langue allemande ne reçoivent
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
antwoorden. Sterker nog, de Commissie heeft in juni 2001 in haar
uitspraak voor de betrokken ambtenaar uitdrukkelijk bevestigd dat de
administratie zijn kandidatuur voor een betrekking van directeur niet
had mogen weigeren.
Die uitspraak werd in september 2001 aan u betekend, mijnheer de
minister. Het dossier zou u dus bekend moeten zijn, maar noch u,
noch de administratie heeft gevolg aan de uitspraak gegeven.
Het toppunt van alles is dat de ambtenaren van het Duits taalgebied
wel alle instructies en omzendbrieven van Financiën uitsluitend in het
Frans ontvangen. In die omstandigheden beweren dat de betrokken
ambtenaren geen Frans kennen, is nogal grotesk.
We hadden bijgevolg graag van u het antwoord op de volgende
vragen gekregen.
Waarom heeft de administratie tot driemaal toe geweigerd te
antwoorden op vragen van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht?
Waarom hebben u en uw administratie geweigerd gevolg te geven
aan de uitspraak van de Commissie? Is het normaal dat de
ambtenaren van het Duits taalgebied hun administratieve instructies
en omzendbrieven uitsluitend in het Frans ontvangen? Erkent u dat de
uiterst beperkte promotiekansen van die ambtenaren een specifiek
probleem vormen dat dringend een specifieke oplossing vergt?
leurs instructions administratives
qu'en français? Le ministre
reconnaît-il qu'il faut apporter
d'urgence une solution au
problème des chances de
promotion réduites de ces
fonctionnaires?
20.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Pieters, voorafgaandelijk
laat ik opmerken dat mijn departement in de mate van het mogelijke
de Duitstalige ambtenaren volledige loopbanen probeert aan te
bieden. Zo werd bij de administratie van de Ondernemings- en
Inkomstenfiscaliteit een controlecentrum in Eupen opgericht, geleid
door een gewestelijke directeur en bijgestaan door een directeur van
een fiscale administratie.
Wat het bijzonder geval betreft dat u aanhaalt, moet ik uw gegevens
enigszins nuanceren. Als het juist is dat de betrokken ambtenaar
laureaat is van een eerste wervingsproef in de Franse taal, dan werd
hij opnieuw aangeworven op grond van een wervingsproef in een
hogere graad ingericht in de Duitse taal. De door de administratie
opgemaakte rangschikking wordt dus niet betwist. Daarnaast maak ik
er u attent op dat, aangezien de belanghebbende geen certificaat van
taalkennis van het Frans bezit, hij niet in een Franstalige streek kan
worden benoemd.
Het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht werd om de
hierboven aangehaalde redenen niet gevolgd. Het heeft wel tot een
nieuw onderzoek geleid van de problematiek betreffende de
administratieve toestand van de Duitstalige ambtenaren. Dat is nog
niet afgerond. Hopelijk zal ik op grond daarvan nieuwe maatregelen
kunnen uitwerken voor de Duitstalige ambtenaren van mijn
departement.
De personeelsinstructies worden opgesteld in het Nederlands en het
Frans overeenkomstig artikel 39 § 3 van de wetten op het taalgebruik
in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.
U kan misschien een wetsvoorstel indienen om een nieuw stelsel
mogelijk te maken. Het gaat dus uitsluitend om een wijziging in de
20.02 Didier Reynders, ministre:
Mon département tente d'offrir une
carrière complète à ses
fonctionnaires germanophones.
Le cas concret évoqué par M.
Pieters concerne une personne
qui n'était pas titulaire d'un
certificat de connaissance du
français et qui par conséquent ne
pouvait être nommée dans une
région francophone. Elle a
effectivement été lauréate de la
première épreuve de recrutement
en français, mais a ensuite été de
nouveau recrutée après une
épreuve en allemand, mais à un
grade plus élevé.
C'est la raison pour laquelle l'avis
de la commission permanente de
contrôle linguistique n'a pas été
suivi, mais cet avis a néanmoins
débouché sur un examen de la
situation administrative des
fonctionnaires germanophones.
Les instructions destinées au
personnel sont rédigées en
néerlandais et en français,
conformément aux lois sur l'emploi
des langues en matière
administrative.
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
taalwetgeving.
20.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, misschien moet ik dit voorstel niet doen. Bij provinciale
kieskringen valt dit Duits gebied ook onder uw kieskring. Misschien
zal u er daarom wat meer aandacht aan schenken.
Ik wil echter een specifieke vraag stellen. Moeten de Franstalige
kandidaten bij het examen ook een certificaat van kennis van de
Franse taal voorleggen?
20.03 Dirk Pieters (CD&V): Les
candidats francophones sont-ils
également tenus de présenter un
certificat attestant de leur
connaissance de la langue
française?
20.04 Minister Didier Reynders: Neen, zij kunnen, als ik het goed
voorheb, deelnemen op basis van hun diploma.
20.04 Didier Reynders, ministre:
Je présume que la langue dans
laquelle est établi le diplôme est
déterminante.
20.05 Dirk Pieters (CD&V): Hij heeft ook een Franstalig diploma.
20.06 Minister Didier Reynders: Ik kan misschien een uitgebreider
antwoord geven maar ik heb geen andere gegevens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan Minister van Financiën over "de bezwaartermijn"
(nr. 5664)
21 Question de M. Peter Vanvelthoven au Ministre des Finances sur "le délai de réclamation" (n° 5664)
21.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, de
aanleiding voor mijn vraag is het type-antwoord van de administraties
aangaande bezwaren ingediend in het kader van de vrijstelling van de
uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid, beroepsziekten enzovoort,
waarover Arbitragehof een arrest heeft geveld.
De arresten van het arbitragehof worden door de administratie
beschouwd als een nieuw bewijskrachtig feit op grond waarvan de
belastingplichtige in principe de ontheffing van ambtswege zou
kunnen vragen. De administratie interpreteert dat nieuwe feit in haar
omzendbrief van 4 mei zeer streng: indien de gewone bezwaartermijn
nog niet verstreken is op de datum van de publicatie van het arrest in
het Belgisch Staatsblad, dan is er voor haar geen sprake van een
nieuw feit.
Ik illustreer dat aan de hand van enkele voorbeelden. Op 19 maart
1999 werd in het Belgisch Staatsblad een arrest van het Arbitragehof
gepubliceerd dat slaat op een tweehonderdduizendtal personen die
ingevolge de interpretatie van het Arbitragehof teveel belastingen
zouden hebben betaald op hun vergoedingen voor arbeidsongevallen
en of beroepsziekten. Bijna een jaar later, op 1 januari 2000 pas, liet
de belastingadministratie via een bericht in het Staatsblad weten dat
ze zich aansloot bij het arrest. Op dat moment was de bezwaartermijn
voor de aanslagjaren 1997 en 1998 verstreken. De administratie wijst
elke ontheffing van ambtswege af, omdat de bezwaartermijn nog liep
op het ogenblik dat het arrest werd gepubliceerd. De betrokkenen
hadden in principe na de publicatie van het arrest nog tien dagen om
de gewone bezwaartermijn te benutten.
Een ander voorbeeld is het volgende. In de nieuwe procedure wordt
21.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): L'administration considère
les arrêts de la cour d'Arbitrage
comme un fait nouveau probant.
Dans sa circulaire du 4 mai,
l'administration interprète très
strictement l'arrêt publié au
Moniteur belge du 19 mars 1999.
Après la publication de l'arrêt, les
intéressés n'auraient plus disposé
que d'un délai de réclamation de
dix jours. Mais cette approche
formaliste n'est pas conviviale vis-
à-vis de la clientèle. Je puis vous
donner d'autres exemples.
Un dégrèvement d'office n'eût-il
pas été plus logique?
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
een aanslagbiljet voor de inkomsten van het jaar 2000 verzonden op
15 februari 2002. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden en een
bezwaar moet dus uiterlijk tegen 15 mei 2002 ingediend zijn. Stel dat
twee dagen voordien, op 13 mei, een voor de belastingplichtige
gunstig arrest van het Arbitragehof naar aanleiding van een
prejudiciële vraag wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. In
dat concreet geval zou de belastingplichtige nog twee dagen de tijd
hebben om zich te beroepen op dat nieuwe feit en zijn bezwaar in te
dienen. Hij moet er dan wel op de hoogte van zijn dat het nieuw feit in
het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd, een magazine dat weinig
wordt gelezen.
Mijns inziens hanteert de administratie een verregaand formalisme
dat haaks staat op de klantvriendelijke benadering van de
belastingplichtige die u herhaaldelijk in de commissie hebt verdedigd,
mijnheer de minister.
Vandaar de volgende vraag. Bent u niet van oordeel dat, indien de
administratie zich bij een prejudicieel arrest van het Arbitragehof
aansluit, in ieder geval de procedure van ambtshalve ontheffing moet
kunnen worden toegepast zonder dat bezwaartermijn als gevolg van
de reeds lopende bezwaartermijn wordt ingekort, wat als een rem kan
worden beschouwd?
21.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Vanvelthoven, hier raakt u
drie verschillende problemen aan. Eerst en vooral hebben de regering
en het Parlement beslist om zich aan te sluiten bij enkele arresten van
het Arbitragehof en terzelfder tijd de nodige budgettaire middelen
daartoe vrij te maken. Dat was onder meer het geval met het arrest
over de arbeidsongevallen of beroepsziektes. Er was besloten om
alleen iets te doen voor degenen die een bezwaarschrift hadden
ingediend. Nogmaals, de regering kwam niet alleen tegemoet aan het
arrest van het Arbitragehof, maar moest ook rekening houden met het
begrotingseffect ervan ten belope van 3,5 miljard per jaar.
Ten tweede, er is een ander verhaal in verband met de
bezwaartermijn. Ik ben bereid om in meer algemene termen een
nieuwe analyse te organiseren rond deze bezwaartermijn. In het
kader van de nieuwe fiscale procedure werd ook in een termijn van
drie maanden voorzien. Die beslissing werd door het Parlement
genomen. Men heeft gezocht naar een evenwicht tussen een termijn
voor de administratie en een termijn voor de belastingplichtige. Drie
maanden is misschien te kort. Ik ben bereid dit opnieuw te bespreken
om te onderzoeken of de termijn niet kan worden verlengd. Misschien
kunnen ook enkele wijzigingen worden doorgevoerd met betrekking
tot de concrete toepassing van een dergelijke termijn. Ik denk aan
een arrest, een prejudiciële vraag, of andere nieuwe feiten.
Ik heb ook een antwoord op uw derde vraag in verband met de
toepassing van een arrest van het Arbitragehof. Ik heb mijn
administratie gevraagd een nieuwe nota te maken met het oog op een
correcte toepassing ervan in alle fiscale administraties. Ik hoop dat
binnen een zo kort mogelijke termijn voor alle fiscale diensten een
nieuwe filosofie dienaangaande kan worden tot stand gebracht. Ik ben
in het bezit van een ontwerp van deze nota van mijn administratie. De
doelstelling van de nota zal erin bestaan de verschillende
rechtsmiddelen in herinnering te brengen die bij het Arbitragehof
kunnen worden aangewend. Samen met de juridische gevolgen van
21.02 Didier Reynders, ministre:
En ce qui concerne la décision du
gouvernement concernant les
exercices fiscaux écoulés, je
rappelle qu'elle n'était pas
seulement une réaction aux
réclamations évoquées, mais
qu'elle traduisait aussi une prise
en compte des incidences
budgétaires.
En outre, je suis disposé à
renégocier une prolongation du
délai de réclamation, plus
particulièrement au cas où de
nouveaux faits se produiraient.
Toutefois, ce délai doit rester
équilibré.
Enfin, je voudrais élaborer à
l'intention de l'administration une
note définitive concernant la
manière dont elle peut réagir aux
arrêts de la cour d'Arbitrage. La
célérité sera inscrite dans ce texte
à titre de principe à observer en
toute circonstance.
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
de arresten kan men bij wijze van voorbeeld bepaalde administratieve
reacties op deze arresten onderzoeken. Aldus kan een nieuwe
werkprocedure worden voorgeschreven voor de betrokken
administratie waarin het snelheidsbeginsel bij de behandeling van de
arresten van het Arbitragehof wordt opgenomen.
Wij moeten een onderscheid maken tussen drie verschillende zaken.
Ten eerste, de toepassing van een arrest heeft een impact op de
begroting. Er moet een budgettaire beslissing worden genomen en
dat is altijd moeilijk. Ten tweede, ik ben bereid een nieuw onderzoek
te organiseren in de commissie in verband met de bezwaartermijn.
Het gaat in de eerste plaats over een verlenging van de eerste
termijn. Ook moet de mogelijkheid van een nieuwe termijn worden
onderzocht ingeval van een nieuw feit, bijvoorbeeld bij prejudiciële
vragen. Ten derde, ik ben bereid een definitieve nota van mijn
administratie aan de commissie te sturen in verband met de
toepassing van de arresten van het Arbitragehof in alle fiscale
diensten. Op dit ogenblik beschik ik alleen over een ontwerp van mijn
administratie. Ik hoop in de loop van de volgende weken een
definitieve nota in mijn bezit te hebben.
21.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Wat het eerste punt van uw antwoord
betreft, mijnheer de minister, heeft de wetgever inderdaad met
terugwerkende kracht een aantal dossiers opgelost. Ik heb deze
vraag gesteld omdat ik het niet normaal vond dat iemand slechts een
zeer korte termijn, in dit geval was het tien dagen, toegewezen krijgt
om zijn grieven kenbaar te maken wanneer er zich een nieuw feit, een
arrest van het Arbitragehof, voordoet. Ik begrijp dat u daarover wilt
nadenken en vind het goed dat u binnenkort met de nota naar de
commissie zult komen.
21.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Le législateur a en effet
déjà résolu un certain nombre de
dossiers en ayant recours à l'effet
rétroactif.
Nous souhaitions simplement
attirer l'attention sur le délai de
réclamation particulièrement court
et sur les éventuelles
conséquences pour le
contribuable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Financiën over "de
Copernicushervorming in de FOD Financiën (ambtsgebieden van de lijnfuncties van N-3 niveau)"
(nr. 5673)
22 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre des Finances sur "la réforme Copernic dans le SPF
Finances (circonscriptions administratives des fonctions de ligne en niveau N-3)" (n° 5673)
22.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de minister, ik heb enkele
concrete vragen in verband met een rapport dat ik op Internet
geconsulteerd heb en dat enkele maanden geleden door uw
administratie, na heel wat overleg met betrokkenen, werd vrijgegeven.
In het rapport wordt het aantal centra en de ambtsgebieden van de
diensten Douane en Accijnzen van de federale overheidsdienst
Financiën vastgelegd. Daarin wordt ook aandacht besteed aan een
problematiek die we daarstraks al hebben besproken, met name de
werklastmeting en de optimale omvang van de centra Douane en
Accijnzen. Rekening houdend met een geraamde werklast tussen 600
en 700 voltijds tewerkgestelde eenheden of vte's, worden er 8 centra
voorgesteld, met name in Brussel, Gent, de rand rond Brussel,
Leuven, Antwerpen, Hasselt, Bergen en Luik, elk met een aantal
vte's. Opvallend is dat er zowel in Bergen als in Luik een centrum
komt, hoewel ze duidelijk onder de drempel van de optimale omvang
22.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Dans le cadre de la réforme
Copernic, le nombre et les
circonscriptions administratives
des fonctions linéaires du niveau
N3 ont été fixés pour le SPF des
Finances. Les effectifs des centres
Douanes et accises devraient
atteindre idéalement 600 à 700
équivalents temps plein. Mons et
Liège disposeront chacun d'un
centre alors que ces deux villes se
trouvent sensiblement en dessous
du seuil idéal. Les arguments
évoqués sont l'étendue du
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
zitten. Bergen komt aan een aantal van 470 vte's en Luik aan 390
vte's. Het argument is dat, hoewel een gefusioneerd polyvalent
centrum voor Luik en Bergen mogelijk is, er toch wordt gekozen voor
twee centra in het zuiden van België wegens de uitgestrektheid van
het territorium en de stijgende werklast als gevolg van de luchthaven
van Bierset en in mindere mate die van Charleroi.
Antwerpen daarentegen heeft een werklast van 906 vte's, wat veel
meer is dan de centra van Luik en Bergen samen. Dat ambtsgebied
wordt echter niet gesplitst, omdat ernaar wordt gestreefd een optimale
en homogene aanpak van de douanezone van de haven van
Antwerpen te verzekeren.
Mijnheer de minister, welke administraties waren betrokken bij het
opstellen van het eindrapport? Kunt u een opsplitsing geven
naargelang de taal van de ambtenaren die bij de bespreking
betrokken waren?
Vindt u het verantwoord dat de luchthavens van Bierset en Charleroi
aan Wallonië een voorkeursbehandeling opleveren, wetende dat de
luchthaven van Charleroi zich vooral toelegt op intracommunautair
passagiersverkeer en de luchthaven van Bierset grosso modo
dezelfde omvang heeft als de luchthaven van Oostende? Begrijp me
goed: ik heb het dan niet alleen over de cijfers uit het verleden; het
gaat mij hier vooral om wat in de toekomst kan worden verwacht.
Indien u dan toch een verschillende behandeling van Wallonië
verantwoord vindt, waarom wordt er dan geen rekening gehouden
met mogelijke groeipolen, zoals het centrum Douane en Accijnzen
van Gent? In West-Vlaanderen, dat daaronder ressorteert, is er niet
alleen de luchthaven van Oostende, maar ook de haven van
Zeebrugge. Bovendien is er het grensverkeer met Frankrijk en is er
de transportzone van Zeebrugge. Bent u niet de mening toegedaan
dat toepassing van dezelfde criteria voor het noorden en het zuiden
van ons land had moeten leiden tot de opsplitsing van het centrum
Gent, dat nu reeds aan 673 vte's zit?
Hoeveel bedraagt de kostprijs voor het opstellen van het rapport door
Accenture?
Wat zijn de echte redenen voor de verschillende behandeling van de
centra Douane en Accijnzen ten noorden en ten zuiden van de
taalgrens?
territoire et la charge de travail
croissante en raison de la
proximité de l'aéroport de Bierset
et dans une moindre mesure de
celui de Charleroi. Anvers, qui
compte davantage d'équivalents
temps pleins que Mons et Liège
réunis, n'est pas scindée dans la
perspective d'une approche
homogène de la zone douanière
du port d'Anvers.
Quelles administrations ont
participé à l'élaboration du rapport
final? Le ministre pourrait-il me
fournir une répartition par langue
des fonctionnaires présents?
Le ministre estime-t-il que le
traitement privilégié lié aux
aéroports de Bierset et de
Charleroi se justifie?
Dans l'affirmative, pourquoi n'a-t-il
pas été tenu compte des pôles de
croissance potentiels du centre de
Gand pour également scinder ce
centre qui compte déjà 673
équivalents temps pleins?
Combien a coûté le rapport
"Accenture"?
Quelles sont les véritables raisons
de la différence de traitement
entre les centres flamands et
wallons?
22.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, in de eerste
plaats vestig ik er de aandacht op dat bij het opstellen van het
eindrapport van 18 juni 2001 betreffende de bepaling van het aantal
ambtsgebieden van de lijnfuncties van niveau N-3 voor de Financiën
globaal gezien alle fiscale administraties betrokken waren. Wat de
administratie der douane en accijnzen betreft zijn ambtenaren van de
centrale administratie en van de diensten voor algemene controle en
organisatie opgetreden. In principe betrof het telkens één ambtenaar
van de Nederlandse taalrol en één ambtenaar van de Franse taalrol
van beide genoemde diensten, hetzij dus twee Nederlandstaligen en
twee Franstaligen. Daarnaast werden nog andere ambtenaren van de
centrale administratie ondervraagd, enkel en alleen om hun specifieke
kennis. Taalverhoudingen werden hierbij niet in acht genomen
aangezien het hier louter technische gegevens betrof. Op geregelde
22.02 Didier Reynders, ministre:
Toutes les administrations fiscales
ont participé à l'élaboration du
rapport final du 18 juin 2001
concernant la détermination
du
nombre et des circonscriptions
administratives des fonctions
linéaires du niveau N-3 du SPF
Finances. Il s'agissait en principe à
chaque fois de deux représentants
francophones et de deux
représentants néerlandophones.
D'autres fonctionnaires n'ont été
sondés qu'à propos de leurs
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
tijdstippen werden de deelresultaten besproken in een plenaire
vergadering onder voorzitterschap van de administrateur-generaal
van de belastingen en in het directiecomité van het Ministerie van
Financiën, waar een aantal leden dat tot de top van het ministerie van
Financiën behoort en alle fiscale administraties, evenals mijn kabinet
vertegenwoordigde, aanwezig was. Het aantal en de taalaanhorigheid
varieerde van vergadering tot vergadering naargelang het onderwerp
en hun beschikbaarheid.
Ten tweede, hoewel in algemene zin werd gestreefd naar grotere
ambtsgebieden en theoretisch een gefusioneerd centrum Bergen en
Luik zou mogelijk zijn voor heel Wallonië, werd toch geopteerd voor
twee centra, waarbij de te grote omvang van het territorium de
doorslag heeft gegeven en de stijgende werklast verbonden aan de
luchthavens Bierset en Charleroi slechts in ondergeschikte orde in
aanmerking werd genomen.
Ten derde, zoals reeds gezegd in punt twee, hebben eventuele
groeipolen geen doorslaggevende invloed gehad op de besluiten van
het eindrapport van 18 juni 2001. De eerste zorg was inderdaad om in
principe te kiezen voor grote doch beheersbare territoria teneinde te
kunnen beschikken over een grotere flexibiliteit van de beschikbare
middelen en personeel. Kleinere ambtsgebieden zouden overigens de
coördinatie van de controleactiviteit niet ten goede komen. De
optimale omvang van een centrum werd dan ook vastgesteld op een
gewone werklast tussen de 600 en de 700 eenheden. Een afwijking
hierop is onder meer het centrum Antwerpen met 906 eenheden
omwille van de ondeelbaarheid van de Antwerpse havenzone, Brussel
met zijn 19 gemeenten met 342 eenheden omwille van de
tweetaligheid van het gebied en de centra Bergen met 470 eenheden
en Luik met 390 eenheden omwille van het feit dat één centrum voor
Wallonië een onbeheersbaar groot ambtsgebied zou moeten
bedekken.
Ten vierde, de kostprijs voor het opstellen van het rapport door
Accenture valt niet ten laste van de begroting van mijn departement,
maar wel van die van mijn collega, de minister van Ambtenarenzaken.
Deze laatste heeft mij een cijfer van 24.700.000 frank meegedeeld.
Ten vijfde, er zijn geen andere redenen voor een verschillende
behandeling van de centra douane en accijnzen ten noorden en ten
zuiden van onze taalgrens dan deze opgenomen in het eindrapport.
connaissances spécifiques. Les
interviews ont été menées sans
souci de parité linguistique.
Les résultats partiels ont été
régulièrement discutés en séance
plénière. Le nombre de personnes
interrogées et leur appartenance
linguistique variaient d'une séance
à l'autre selon le sujet et la
disponibilité des participants. L'on
a opté pour deux centres pour la
Wallonie, d'abord et surtout en
raison de l'étendue du territoire, et
non du fait de la charge de travail
croissante générée par Bierset et
Charleroi. Les éventuels pôles de
croissance n'ont eu aucun effet
déterminant sur le rapport final du
18 juin 2001. Le premier souci a
été de choisir des territoires
étendus, mais gérables.
L'importance optimale a été fixée
sur la base d'une charge de travail
de 600 à 700 ETP, mais avec
plusieurs exceptions à cette règle,
y compris en Flandre. Le coût du
rapport est supporté par le
département de
la
Fonction
publique et s'élève à 24,7 millions
de francs. Aucune raison autre
que celles mentionnées dans le
rapport final n'explique la
différence de traitement des
Centres Douanes et Accises au
nord et au sud de la frontière
linguistique.
22.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de minister, het criterium
territorium, waarover u het hebt, vind ik als zodanig niet in het rapport
terug. Ik begrijp dat u zegt dat de flexibiliteit van personeel en
middelen groter is wanneer u die twee centra behoudt. Bekijkt men
echter het centrum Hasselt, dan merkt men dat de volledige provincie
Antwerpen, behalve de stad Antwerpen, daarbij betrokken is. In dit
centrum zijn naast Mechelen en Turnhout, ook de volledige provincie
Limburg en Leuven vervat.
Een deel van Leuven hoort bij de rand van Brussel en de rest hoort bij
Hasselt. Qua grondgebied kan dit toch wel tellen. Aan de hand van
het aantal vte's ziet men dat Hasselt aan het maximum zit. Ik heb hier
uw antwoord op een schriftelijke vraag van collega Borginon in
verband met het werkvolume van de douane-aangiften in het Vlaamse
gewest. Blijkbaar situeren 80 tot 90% van de aangiften zich in het
22.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Je ne retrouve pas ce critère
territorial dans le rapport. Pour
Hasselt, il y a toute la province
d'Anvers, tout le Limbourg et une
partie de la région autour de
Louvain. Il s'agit là également d'un
territoire étendu. Par ailleurs, la
Flandre génère près de 77 pour
cent des exportations et est à
l'origine de 80 pour cent des
déclarations, ce qui relativise
encore davantage le critère
territorial.
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Vlaamse gewest. Bijna 77% van de Belgische export heeft
Vlaanderen als uitvalsbasis.
Waarom heeft men hier dan het criterium `territorium' gehanteerd?
Klopt het dat er geen rekening wordt gehouden met groeipolen? In
hoeverre is dit dan een plan voor de toekomst?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Financiën over "de rol van de minister in de
contacten met het oog op de oprichting van een nieuwe luchtvaartmaatschappij" (nr. 5675)
23 Question de M. Yves Leterme au ministre des Finances sur "le rôle du ministre dans les contacts
en vue de la création d'une nouvelle compagnie aérienne" (n° 5675)
23.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het dossier Sabena doet de eerste minister een poging om
de bladzijde om te draaien en dit is begrijpelijk. Er zullen nog
gelegenheden komen om de verantwoordelijkheid van eenieder
duidelijk af te lijnen. Onze zorg geldt in de eerste plaats de meer dan
7.000 mensen die op straat staan en hun job verliezen. In dat verband
was het een goed initiatief van de regering om, weliswaar wat laat,
alles in het werk te stellen om opnieuw een luchtvaartactiviteit op te
starten, zij het met heel wat minder mensen in de aanvangsfase. Het
was ook een goede keuze om dit hoofdzakelijk te doen met
privaatkapitaal, alhoewel er nog bijzonder veel gemeenschapsgeld
mee gemoeid is via de regionale investeringsmaatschappijen alsook
via het overbruggingskrediet van 5 miljard waardoor DAT nu vliegt.
Ik herhaal dat er nog gelegenheid zal zijn om de politieke en andere
verantwoordelijkheden af te lijnen. Ik wens in te gaan tegen de
tijdsgeest waarbij geruchten een eigen leven gaan leiden. Ik wil u
eigenlijk de kans geven om vandaag in de commissie voor de
Financiën en de Begroting volledige duidelijkheid te geven over uw rol
in de contacten die met aantal financiële en potentiële financiers
werden gelegd. In tegenstelling tot wat de eerste minister zegt, is de
constructie nog helemaal niet rond. Ik geef u echter de kans om
duidelijkheid te scheppen over uw rol in het contacteren van
financiers. Diverse bronnen gewagen immers van uw rechtstreekse
betrokkenheid bij de contacten in het opzetten van de financiële
constructie die DAT-Plus moet mogelijk maken. U hebt reeds in de
media weerlegd dat er gesprekken zouden zijn geweest om tot een
inbreng vanuit de private sector te komen, meer bepaald vanuit de
banken en de bedrijven. Tevens zou het fiscaal statuut van een aantal
gelden besproken worden en het feit dat u zelf zwaar hebt
geïnvesteerd in de contacten met potentiële financiers voor DAT-Plus,
geeft natuurlijk aanleiding tot dit soort van geruchten en bemerkingen.
In die zin zou ik u graag twee vragen willen stellen teneinde
duidelijkheid te scheppen over wat bijvoorbeeld de werkzaamheid van
een parlementaire onderzoekscommissie zou kunnen zijn.
Wat was uw precieze rol in het leggen van contacten met het oog op
de oprichting van een nieuwe luchtvaartmaatschappij? Werd er
tijdens de contacten met banken, bedrijven of instellingen die
betrokken zijn bij de oprichting van een nieuwe
luchtvaartmaatschappij, hetzij op hun initiatief, hetzij op uw initiatief,
gesproken over de toepassing van de fiscale regelgeving met
betrekking tot het dossier van het opstarten van een nieuwe
23.01 Yves Leterme (CD&V): Le
gouvernement voulait mettre tout
en oeuvre pour maintenir une
activité de transport aérien après
la faillite de la Sabena. Le choix
d'un apport de capitaux privés était
le bon.
Il semble que le ministre des
Finances était directement
impliqué dans la recherche de
moyens financiers en vue de la
création d'une nouvelle compagnie
aérienne.
Quel était le rôle exact du
ministre? Etait-il, lors de ces
contacts, question, d'une façon ou
d'une autre, des dispositions
fiscales relatives à la nouvelle
compagnie aérienne ou à d'autres
aspects des activités des
banques, des entreprises et des
particuliers ou des institutions?
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
luchtvaartmaatschappij? Werd er eventueel gesproken over andere
fiscale aspecten van de activiteiten van de betrokken banken en hun
investeringsvennootschappen, bedrijven, private personen of
instellingen?
23.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
was mijn bedoeling om een nieuwe luchtvaartmaatschappij op te
starten. Misschien was dit in de eerste plaats een sociale reactie om
6.000 tot 7.000 werkplaatsen voor de toekomst veilig te stellen. Het is
zeer belangrijk om, enerzijds, over een sociaal plan te onderhandelen
maar, anderzijds, is het ook belangrijk om in Zaventem een nieuwe
luchtvaartactiviteit te hebben, niet enkel een DAT-Plus, maar ook
enkele andere vennootschappen. Ik denk hierbij aan Technics,
Catering, en andere vennootschappen uit de Sabena-groep. Het was
mijn bedoeling om enkele Belgische vennootschappen te vinden,
zowel uit de private als uit de publieke sector, om deel te nemen aan
de verschillende vergaderingen, zowel door mijzelf als door mensen
van mijn kabinet en mijn administratie.
Tevens was het de bedoeling om een concrete oplossing te vinden
voor een investering in een nieuwe luchtvaartmaatschappij. Het was
enkel een poging en wij moeten zeker nog andere initiatieven
ondernemen. Er is een luchtvaartactiviteit met het huidige DAT maar
dit is nog geen nieuwe DAT-Plus of een maatschappij met een andere
benaming. Er zullen nog verschillende inspanningen nodig zijn om
verder te gaan. Ik heb dus eerst en vooral contact opgenomen met
enkele private en publieke vennootschappen om 200 miljoen euro te
vinden. Het was de bedoeling van mijnheer Muller om dit kapitaal te
verzamelen teneinde een nieuw businessplan voor te stellen. Ik heb
dus geprobeerd om dit kapitaal te vinden. Dit wordt wellicht mogelijk
gemaakt dankzij de interventie en de inspanningen van de heren
Lippens en Davignon alsook van de voorzitters van de 3
gewestregeringen. Er moest immers 45 miljoen euro gevonden
worden in de verschillende gewestelijke investeringsmaatschappijen
of in andere vennootschappen.
Ik heb deelgenomen aan een drietal vergaderingen. Er was een
eerste vergadering van ongeveer 2 uren met mijnheer Daems en met
de vertegenwoordiger van Sabena en de Belgische investeerders. Er
was een tweede vergadering op dezelfde dag met alle
vertegenwoordigers van de Belgische investeerders. Een derde
vergadering vond plaats op woensdag teneinde tot een eindbeslissing
te komen. Er was nog een vierde vergadering op vrijdag met dezelfde
mensen en de curatoren. Op zaterdag was er enkel een vergadering
met de investeerders en de curatoren. Op 4 van deze vergaderingen
was ik zelf aanwezig. Ik herhaal dat het voor mij zeer belangrijk is om
een oplossing te vinden om een nieuwe luchtvaartmaatschappij op te
richten, wat mij de beste oplossing lijkt op sociaal vlak.
Er zijn ook verschillende vergaderingen geweest waaraan
medewerkers van mijn kabinet en mijn administratie hebben
deelgenomen. Bovendien kan ik u geruststellen over de toepassing
van de fiscale regelgeving. Het is niet de bedoeling om initiatieven te
nemen die zouden afwijken van de bestaande fiscale regelgeving,
zowel met betrekking tot de nieuwe luchtvaartmaatschappij als tot de
bij de oprichting betrokken financiers. Wij houden ons dus aan de
correcte integrale toepassing van de huidige fiscale wetgeving en
reglementering. Het was zeker niet mijn bedoeling om hierover een
23.02 Didier Reynders, ministre:
L'objectif premier était le maintien
d'une activité aéronautique à
Zaventem. Il y a eu des contacts
entre mon cabinet et des
investisseurs potentiels intéressés
par la nouvelle compagnie
aérienne. De nombreux efforts
restent à fournir: il n'est pas
encore question de nouvelle DAT
ou de DAT-plus. J'ai contacté
plusieurs sociétés afin de
rassembler 200 millions d'euros.
L'aide des présidents des trois
gouvernements régionaux a été
très précieuse à cet égard. Je me
suis réuni à trois reprises avec les
investisseurs, ainsi qu'une fois, à
savoir vendredi, avec les
investisseurs et les curateurs. Les
investisseurs et les curateurs se
sont réunis samedi. Plusieurs
réunions de mes collaborateurs
ont été organisées afin de trouver
une solution.
Quant aux dispositions fiscales,
aucune initiative dérogeant aux
règles en vigueur n'est envisagée.
J'espère que le dossier aboutira
dans les semaines à venir.
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
andere visie te ontwikkelen. In dat verband heb ik ook sommige
commentaren in de pers gelezen. Mijn bedoeling was enkel om een
nieuwe luchtvaartmaatschappij op te richten met een correcte en
integrale toepassing van de huidige fiscale wetgeving en
reglementering. Ik hoop dat het in de volgende weken mogelijk zal zijn
om een investering van 200 miljoen euro te realiseren.
U weet dat er tussen de curatoren en de investeerders een termijn
van een maand is afgesproken om dat te doen. Dat is mijn aandeel in
deze zaak. Ik bevestig dat we naar een correcte en integrale
toepassing van de huidige fiscale reglementering en wetgeving gaan.
23.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik meen dat het goed is dat de kans is geboden om ook in dit
Parlement elk misverstand terzake uit de weg te ruimen. Ik wil echter
nog een aantal dingen zeggen.
Ten eerste, steunen wij met onze fractie elke inspanning die bijdraagt
tot het heropstarten van een luchtvaartactiviteit. Een job is immers de
beste sociale verzekering. Ik wil wel doen opmerken dat de zoektocht
laat is begonnen als men ziet wanneer de contacten zijn gelegd. Dat
zal in een ander debat wel aan de orde komen.
Ten tweede, is het belangrijk dat er klaarheid bestaat omtrent ieders
rol. Het valt wel op, mijnheer de minister, dat mensen van uw kabinet
en uw administratie bij de besprekingen betrokken werden. De fiscale
behandeling van de inbreng, ook vanuit de investeerders, is duidelijk
het voorwerp geweest van heel wat overleg en gesprekken. Wanneer
u spreekt over de investeerders, spreekt u dan over de
initiatiefnemers, de heren Lippens en Davignon, of zijn daar
bijvoorbeeld ook vertegenwoordigers van, bijvoorbeeld, Electrabel of
Tractebel bij betrokken geweest? Ik vind het wel positief dat u, in
tegenstelling tot de eerste minister die vorige week woensdag
verkondigde dat er een memorandum met vijftien handtekeningen is
en dat DAT-Plus, de nieuwe vennootschap, de volgende week van
start zou gaan. Ik denk dat het goed is dat u die verklaring voor
rekening van de eerste minister laat. U bent voorzichtiger en dat siert
u. Het belangrijkste element van de bijkomende vraag is of er andere
bedrijven waren betrokken bij de contacten tussen uw kabinet en
administratie enerzijds en de investeerders anderzijds?
23.03 Yves Leterme (CD&V):
Nous remercions le ministre pour
ses explications. Notre groupe
soutient la mise sur pied d'une
nouvelle société mais regrette
qu'on s'y soit pris aussi tard.
La répartition des rôles doit être
clairement établie. Ainsi, le statut
fiscal des investisseurs a encore
fait l'objet de discussions. S'agit-il
seulement de MM. Davignon et
Lippens ou, par exemple, la
société Tractebel était-elle
également impliquée?
Le ministre témoigne par ailleurs à
juste titre de prudence en affirmant
que le premier ministre est seul
responsable de ses déclarations
relatives au démarrage rapide de
la nouvelle DAT.
23.04 Minister Didier Reynders: Er zijn alleen contacten tussen
kabinet en administratie en de investeerders. Er is nu een groep van
vertegenwoordigers van alle investeerders, met name de banken, de
Belgische private vennootschappen en ook de gewestelijke
investeringsmaatschappij. Er is een groep van investeerders,
waarmee contact werd opgenomen. We gaan dus naar een correcte
toepassing van de fiscale wetgeving en reglementering.
U weet dat ik voor een ruling pleit. Ik zal misschien een eerste
toepassing doen van een zogenaamde ruling, maar met een integrale
toepassing van de huidige wetgeving en reglementering op het fiscale
vlak. Ik ben daarbij steeds bereid om correcte informatie aan de
commissie te geven. Ik pleit voor een ruling, maar ik pleit ook voor
een integrale publicatie van alle beslissingen. Wat het nieuwe stelsel
betreft, ben ik bereid dat te doen met betrekking tot de huidige
operatie. Het is alleen een gesprek in verband met een investering.
Het is een investering in een nieuwe vennootschap en met zo'n
23.04 Didier Reynders, ministre:
Il y a seulement eu des contacts
avec les représentants de
l'ensemble des investisseurs.
L'administration et mon cabinet ont
organisé ces contacts de manière
conjointe.
Je plaide pour un ruling, dans le
cadre toutefois de la législation
existante. Je ferai preuve d'une
transparence maximale en la
matière.
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
vennootschap moeten alle investeerders als aandeelhouders in DAT-
Plus stappen. Er zal slechts één vennootschap zijn.
Wat de voorzichtigheid betreft, herhaal ik dat het slechts een stap is.
Ik heb inspanningen gedaan om 200 miljoen euro te vinden, om het
akkoord te krijgen van de Europese Commissie inzake het
overbruggingskrediet en om samen met andere mensen een nieuwe
CAO te bedingen voor het huidige DAT. Daarnaast had ik op vrijdag
nog een vergadering met de curatoren om een akkoord met hen te
bereiken. Het was bijna gelukt op vrijdag, maar er was nog een
andere vergadering op zaterdag, alleen tussen de investeerders en de
curatoren, om tot een eindbeslissing te komen. Er was dan ook een
eerste vlucht mogelijk op zaterdag om 6.30 uur naar Genève. Dat was
de stand van zaken. Ik ben bereid om aan de commissie alle
inlichtingen te geven in verband met de nieuwe vennootschap en de
nieuwe investeringen in DAT-Plus of een andere vennootschap.
23.05 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat
de minister niet de eerste wil zijn om op het podium te staan en te
zeggen dat hij het heeft opgelost. Volgens de chronologie en de
aangehaalde contacten heeft hij echter een niet onaanzienlijke rol
gespeeld bij het mogelijk opstarten van een nieuwe
luchtvaartactiviteit. Het is dus wel degelijk in positieve zin op uw
rekening te schrijven, mijnheer de minister.
Ik heb echter nog een drietal elementen. Ten eerste, bevestigt u dat
er een fiscale ruling komt met de investeerders over het fiscale statuut
van hun inbreng. Ik denk dat dit een aanvaardbaar spoor is. Ten
tweede, ontkent u dat er gesprekken zijn geweest met bijvoorbeeld
Electrabel over het fiscale statuut van de inbrengende netbeheerder.
Ik veronderstel tenminste dat u dit ontkent.
Ten derde, hoe komt het dat men de federale
participatiemaatschappijen niet heeft ingeschakeld? Waarom is men
onmiddellijk naar de gewesten getrokken? Dat punt intrigeert me.
Kunt u me hierover enige verduidelijking geven?
23.05 Yves Leterme (CD&V): Le
ministre Reynders a donc joué un
rôle non négligeable.
Un ruling est acceptable. Il n'y a
donc pas eu de discussions avec
Electrabel concernant les aspects
fiscaux.
Pourquoi n'a-t-il pas été fait appel
aux sociétés d'investissement et
de participation fédérales?
23.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Leterme, dat is een heel ander verhaal. Er bestond al een
overbruggingskrediet door een filiaal van de federale
participatiemaatschappij. We konden zeer moeilijk tegelijk een
overbruggingskrediet verlenen en een rechtstreekse investering doen.
23.06 Didier Reynders, ministre:
Le crédit-pont sera accordé par
une filiale d'une société fédérale
d'investissement. Il n'était pas
souhaitable de le combiner avec
un investissement direct.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Financiën over "het fiscaal statuut van de
beroepsinkomsten van buitenlandse voetbalspelers" (nr. 5677)
24 Question de M. Yves Leterme au ministre des Finances sur "le statut fiscal des revenus
professionnels des footballeurs étrangers" (n° 5677)
24.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, bij het begin van
mijn loopbaan in de Kamer was ik bijzonder geïnteresseerd in het
fiscaal statuut van verdiensten van sportlui. U herinnert zich wel de
Olympische spelen en Euro 2000. Vorige week werd ik geïntrigeerd
door een berichtje volgens hetwelk de minister beslist heeft de
beroepsinkomsten van buitenlandse voetbalspelers aan een tarief van
24.01 Yves Leterme (CD&V):
Selon les médias, le ministre
aurait décidé de revoir à la baisse
le taux d'imposition des revenus
professionnels des joueurs de
football étrangers. La fédération
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
slechts 18% te onderwerpen, lager dus dan het huidige tarief. Even
dacht ik dat er een afspraak was gegroeid tussen de Koninklijke
Belgische Voetbalbond en de minister van Financiën. In het verleden
is dat nog gebeurd. Dit weekend zag ik echter de voorzitter van de
KBVB, Jan Peeters, die uit de lucht viel. Hij wist niet waar het bericht
op sloeg.
Mijnheer de minister, ten eerste, wil ik u dus vragen wat de precieze
draagwijdte van uw beslissing is. Het jus fiscii komt het Parlement toe.
Ik denk dus dat het goed zou zijn dergelijke aankondigingen in de
Kamer te doen.
Ten tweede, op wiens vraag of naar aanleiding van welk feit kwam uw
beslissing tot stand? Ik durf niet te veronderstellen dat uw bijzondere
aandacht voor de prestaties van Standard Club Luik aan de basis van
deze belangwekkende beslissing ligt.
Ten derde, hoeveel personen zullen naar schatting van uw maatregel
gebruik kunnen maken? Die vraag is niet onbelangrijk, want de heer
Peeters van de KBVB zegt dat hij totaal niet weet wie onder de
voorwaarden zou vallen.
Ten vierde, wat is de datum van inwerkingtreding van deze
belastingsvermindering?
de football ne semble pas en avoir
eu connaissance.
Quelle est la portée de la
décision? Sur quoi le ministre
fonde-t-il cette décision? Combien
de personnes seront-elles
concernées par cette mesure?
Quand cette réduction du taux
d'imposition entrera-t-elle en
vigueur?
24.02 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik wil van de gelegenheid gebruik maken om een vraagje
te stellen. Ik had mijn vraag wel al voorbereid, maar ik heb nog niet de
gelegenheid gehad ze in te dienen.
Ik heb in de nieuwsbrief over de fiscale actualiteit de termen van de
ministeriële rondzendbrief kunnen lezen. Ik was er eveneens wat
verbaasd over. Blijkbaar wordt iemand die al 9 maanden in België
woont toch als niet-inwoner beschouwd wanneer hij profvoetballer of
profbasketballer is. Bijgevolg kan hij een gunstiger belastingsstelsel
genieten, te weten het tarief van 18% bedrijfsvoorheffing. Hoewel ik
de zaak nog niet grondig heb kunnen onderzoeken, lijkt me deze
passage van de rondzendbrief strijdig met de wet zelf, die bepaalt dat
wanneer een voetballer of een basketballer met zijn echtgenote naar
België komt en wanneer zij in België wonen, hieruit het onweerlegbaar
vermoeden blijkt dat zij inwoners van België zijn.
Ik vraag me ook af waarom de maatregel beperkt is tot basketbal en
voetbal en niet geldt voor andere sporttakken.
Mijnheer de minister, denkt u niet dat u het op die manier
aantrekkelijker maakt om buitenlandse profvoetballers en -
basketballers naar hier te halen, hoewel het veeleer de bedoeling zou
moeten zijn de Belgische profvoetballers en profbasketballers te
stimuleren om ze in de Belgische ploegen te krijgen?
24.02 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Je profite de l'occasion
pour poser une question que
j'avais préparée mais pas encore
déposée.
Le contenu de la circulaire nous a
également étonnés, entre autres
en ce qui concerne le tarif
préférentiel de 18 pour cent pour
les footballeurs et les basketteurs
professionnels, bien qu'ils
séjournent en Belgique des mois
durant. L'interprétation que fait la
circulaire nous semble en
contradiction avec la loi. Pourquoi
la mesure ne concerne-t-elle que
le football et le basket-ball et pas
les autres sports? Cette situation
ne risque-t-elle pas de conduire
les dirigeants de clubs à préférer
des joueurs étrangers à des
joueurs belges?
24.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Leterme, mijnheer Vanvelthoven, volgens artikel 66 van bijlage 3 van
het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 92) is de bedrijfsvoorheffing op
de inkomsten van podiumkunstenaars waarvan sprake in een vorige
vraag en van sportbeoefenaars die niet-inwoners zijn van België,
vastgesteld op 18%. Volgens artikel 87, 5°, d, KB/WIB 92, en volgens
24.03 Didier Reynders, ministre:
Conformément au n° 66 de
l'annexe III de l'arrêté royal portant
exécution du Code de l'impôt sur
les revenus, le précompte
professionnel sur les revenus
quelle que soit la nature de ceux-ci
13/11/2001
CRIV 50
COM 575
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
artikel 228, paragraaf 2, achtste lid, van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992, betreft het hier inkomsten van welke
aard dan ook, uit een in België door een podiumkunstenaar of een
sportbeoefenaar persoonlijk verrichte werkzaamheid, zelfs indien de
inkomsten niet worden toegekend aan de podiumkunstenaar of aan
de sportbeoefenaar zelf, maar aan een andere natuurlijke persoon of
rechtspersoon. Het tarief van 18% is van toepassing op de inkomsten
die vanaf 8 oktober 1992 zijn toegekend. Gelet op de talrijke
problemen op het vlak van de bedrijfsvoorheffing in de sportsector
maar ook in andere sectoren, waarover ik al een antwoord gegeven
heb dringt zich een harmonisering van bepaalde regels op,
inzonderheid met het oog op de vereenvoudiging van de fiscale
verplichtingen van de clubs. Zo kan hun rechtszekerheid trouwens
verbeterd worden, wat een extra stimulans is voor de clubs. Dat is
nog een voorbeeld van ruling inzake bedrijfsvoorheffing voor de clubs.
Om die reden heb ik beslist om professionele voetbal- en
basketbalclubs specifieke licenties te geven. Ik ben bereid dezelfde
redenering te volgen voor professionele clubs in andere sporttakken.
Voor hen kan eenzelfde licentiesysteem worden ingevoerd, met de
daaraan verbonden sociale en fiscale waarborgen.
Met een erkenningstelsel kan vanaf de aanwerving de veiligheid van
een buitenlandse sportbeoefenaar als inwoner of als niet-inwoner van
België worden verzekerd. Een dergelijke erkenning moet de club als
schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing bij voorbaat in staat stellen om
met zekerheid de terzake geldende regels te kennen. Een
gemeenschappelijke kritiek van de clubs ging over de verschillende
interpretatie van de diensten van Financiën in de verschillende
steden. Gezien de specifieke situatie van de sportbeoefenaars is dat
begrijpelijk.
De erkenning als niet-inwoner wordt per kalenderjaar toegekend voor
een maximumduur van vier opeenvolgende kalenderjaren. De
voorwaarde is wel dat de sportbeoefenaar voor elk van de twee eerste
kalenderjaren een woonplaatsattest aflevert. Bij ontstentenis daarvan
moet hij het bewijs leveren dat zijn gezin gedurende het volledige
kalenderjaar in het buitenland is gevestigd of dat hij minder dan tien
maanden per kalenderjaar in België verblijft. Voor elk van de twee
volgende kalenderjaren is de sportbeoefenaar verplicht een
woonplaatsattest af te leveren.
Het systeem van de voorafgaande erkenning als niet-inwoner is van
toepassing vanaf 1 september 2001. Eens op kruissnelheid zullen
naar schatting 300 beroepsvoetballers niet-inwoners op dit systeem
een beroep doen. Voor basketbal heb ik geen cijfers.
Mijn administratie legt hieromtrent de laatste hand aan een instructie.
Ik zal de commissie een kopie van de nieuwe instructie bezorgen. Alle
nuttige informatie heb ik reeds naar de twee federaties gestuurd.
des artistes de spectacle et des
sportifs s'élève à 18 pour cent
pour les non-résidents.
Dans le secteur du sport en
particulier, les règles doivent être
harmonisées sans délai, afin de
garantir la sécurité juridique. Il faut
par exemple pouvoir déterminer
qu'un joueur étranger est résident
belge ou pas. C'est la raison pour
laquelle j'ai l'intention d'introduire
pour les licences de football et de
basket-ball un certificat de non-
résidence. Il sera valable un an et
disponible pendant quatre années
successives. Le système, qui est
d'application depuis le 1
er
septembre 2001, sera, à terme,
disponible pour environ trois cents
footballeurs professionnels.
L'administration en règle
actuellement les derniers détails.
En ce qui concerne la question de
M Vanvelthoven, je peux encore
ajouter que les licences spéciales
n'existent que pour le football et le
basket-ball. Je n'ai rien contre
l'extension du certificat de non-
résident à d'autres sports, à
condition que le système de
licences soit également étendu de
manière analogue.
24.04 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, gezien het
laatste element van het antwoord van de minister is het wel
eigenaardig dat de voorzitter van de Voetbalbond, de heer Peeters,
zegt van niets te weten. Dat was dit weekend in de kranten te lezen.
Verder heb ik nog drie korte bedenkingen.
Ten eerste, ik veronderstel dat het hier gaat om een eindbelasting. Is
24.04 Yves Leterme (CD&V): Le
président de l'Union belge, M.
Peeters, a pourtant déclaré le
week-end dernier qu'il n'était au
courant de rien.
S'agit-il d'un impôt définitif? (Le
CRIV 50
COM 575
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
dat zo, mijnheer de minister? (Instemming van de minister)
Ten tweede, er is de veronderstelling dat het gaat over niet-inwoners,
een fictie die u invoert. Gezien de voorwaarden die u stelt, zal er
bijzonder goed acht op moeten worden geslagen dat deze wel zijn
vervuld. Ik ken deze sportmiddens vrij goed en ik kan u zeggen dat er
weinig competities zijn waar men aan een voetbalspeler meer dan vier
tot vijf weken verlof toekent. De voorwaarde van tien maanden zal dus
moeilijk te vervullen zijn.
Ten derde, als zij niet-inwoner zijn, zullen zij dan de overige
belastingen in hun land van herkomst betalen?
ministre marque son assentiment)
Le ministre introduit la fiction des
non-résidents. La condition d'un
séjour de dix mois en Belgique
peut difficilement être remplie.
Cela signifie-t-il qu'en tant que
non-résidents ces personnes
paieront des impôts dans leur pays
d'origine?
24.05 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb al de
algemene informatie aan de twee verenigingen bezorgd. Op 27
september 2001 heb ik de voorzitters een kopie van de brieven
gestuurd. Misschien was er op die datum nog een andere voorzitter,
dat weet ik niet meer. In ieder geval werden beide federaties officieel
ingelicht.
Ik ben bereid de commissie een kopie van de nieuwe instructie te
sturen. Ook wil ik voor andere sportsectoren in eenzelfde stelstel
voorzien. Het is immers zeer nuttig om via een licentie een correcte
toepassing van alle fiscale en sociale maatregelen te bekomen.
24.05 Didier Reynders, ministre:
Le 27 septembre dernier, j'ai
envoyé un courrier aux deux
fédérations. Je suis disposé à
appliquer une procédure analogue
à d'autres sports, avec licence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.23 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.23 heures.