SÉANCE PLÉNIÈRE

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

FN Front

National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement

PS Parti

socialiste

PSC Parti

social-chrétien

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC

0000/000

Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV Compte

Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

de heer Jean-Pierre Detremmerie aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 5463)

- M. Jean-Pierre Detremmerie au ministre de
l'Intérieur sur "la reforme des polices" (n° 5463)

- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verklaringen van de
voorzitter van de politievakbond SNPS over de
werking van de gemeenten" (nr. 5462)

- M. Richard Fournaux au ministre de l'Intérieur
sur "les déclarations du président du syndicat de
police SNPS sur le fonctionnement des
communes" (n° 5462)

Sprekers: Jean-Pierre Detremmerie, Richard
Fournaux, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken

Orateurs: Jean-Pierre Detremmerie, Richard
Fournaux, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur

Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de taken
van de gerechtelijke dienst, inzonderheid de
technische vaststellingen en het wetenschappelijk
en criminalistisch onderzoek" (nr. 5267)

Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Intérieur sur "les tâches du service judiciaire, en
particulier les constatations techniques et les
recherches scientifiques et criminalistiques" (n°
5267)

Sprekers:

Karine Lalieux, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Karine Lalieux, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Samengevoegde interpellaties van

Interpellations jointes de

- de heer Guido Tastenhoye tot de eerste minister
over "de reeds meer dan twee jaar geleden
aangekondigde hervorming van de
asielprocedure" (nr. 948)

- M. Guido Tastenhoye au premier ministre sur "la
réforme de la procédure d'asile annoncée il y a
plus de deux ans" (n° 948)

- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het asiel- en
vreemdelingenbeleid" (nr. 952)

- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la politique d'asile et des étrangers" (n° 952)

- de heer Jacques Lefevre tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de hervorming van de
asielprocedure" (nr. 963)

- M. Jacques Lefevre au ministre de l'Intérieur sur
"la réforme de la procédure d'asile" (n° 963)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Jacques Lefevre, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Jacques Lefevre, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Moties

Motions

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Filip De Man aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de politiekorpsen in
Charleroi" (nr. 5478)

- M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "les
forces de police à Charleroi" (n° 5478)

- de heer Olivier Chastel aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de operationele
statistieken van de politiekorpsen in Charleroi"
(nr. 5514)

- M. Olivier Chastel au ministre de l'Intérieur sur
"les statistiques opérationnelles des forces de
police de la région de Charleroi" (n° 5514)

Sprekers: Filip De Man, Olivier Chastel,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken

Orateurs: Filip De Man, Olivier Chastel,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Filip de Man aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de overgang van
ex-rijkswachters naar het operationeel kader van
de lokale politie" (nr. 5480)

Question de M. Filip De Man au ministre de
l'Intérieur sur "le transfert d'anciens gendarmes
vers le cadre opérationnel de la police locale" (n°
5480)

Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Filip de Man aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de premie voor
politiemensen die verhuizen naar een andere
zone" (nr. 5481)

Question de M. Filip De Man au ministre de
l'Intérieur sur "la prime octroyée aux membres du
personnel des services de police qui déménagent
dans une autre zone" (n° 5481)

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming en het statuut van de langdurige
zieken" (nr. 5493)

Question de M. Richard Fournaux au ministre de
l'Intérieur sur "la réforme des polices et le statut
des malades de longue durée" (n° 5493)

Sprekers:

Richard Fournaux, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Richard Fournaux, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsmaatregelen in de streek rond
Charleroi naar aanleiding van de introductie van
de chartale euro" (nr. 5513)

Question de M. Olivier Chastel au ministre de
l'Intérieur sur "les mesures sécuritaires dans la
région de Charleroi liées au passage à l'euro
fiduciaire" (n° 5513)

Sprekers:

Olivier Chastel, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Olivier Chastel, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Denis D'hondt aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het bestrijden van
de onveiligheid in het Frans-Belgische
grensgebied" (nr. 5529)

Question de M. Denis D'hondt au ministre de
l'Intérieur sur "la lutte contre l'insécurité dans la
région transfrontalière franco-belge" (n° 5529)

Sprekers:

Denis D'hondt, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Denis D'hondt, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET

OPENBAAR AMBT

COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,

DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

van

WOENSDAG

OKTOBER

2001

14:15 uur

______

MERCREDI

OCTOBRE

2001

14:15 heures

______

De vergadering wordt geopend om 14.43 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.43 heures par M. Paul Tant, président.

Le président: Monsieur le ministre, chers collègues, je propose de
grouper les questions n

5462 et 5463 de MM. Richard Fournaux et

Jean-Pierre Detremmerie qui portent sur le même sujet.
(Assentiment)

01 Questions jointes de

- M. Jean-Pierre Detremmerie au ministre de l'Intérieur sur "la reforme des polices" (n° 5463)
- M. Richard Fournaux au ministre de l'Intérieur sur "les déclarations du président du syndicat de
police SNPS sur le fonctionnement des communes" (n° 5462)

01 Samengevoegde vragen van

de heer Jean-Pierre Detremmerie aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de

politiehervorming" (nr. 5463)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de verklaringen van de
voorzitter van de politievakbond SNPS over de werking van de gemeenten" (nr. 5462)

01.01 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Monsieur le président,

monsieur le ministre, les implications budgétaires de la réforme des
polices sur le budget des communes sont une question qui a déjà été
souvent abordée. Tous les municipalistes sont sur le point
actuellement d'élaborer leur budget.

Il y a tout d'abord de désagréables surprises car les implications sont
beaucoup plus importantes que celles qui avaient été imaginées au
départ.

Ensuite, lorsque l'information selon laquelle il n'y aurait pas
d'implications pour les communes et que donc l'Etat fédéral devrait
intervenir est communiquée tant aux administrations qu'aux
responsables politiques, même au ministre de la Région wallonne
un budget ne dépend plus en effet du fédéral mais bien des régions
respectives , il y a beaucoup de scepticisme et même, parfois, de
l'arrogance à l'égard du fédéral. Il y a un manque de concertation et
de collégialité.

On me dit aussi, dans certains chuchotements, que pour des raisons
politiques que je comprends et, à la rigueur, que j'approuve, les

01.01 Jean-Pierre Detremmerie

(PSC): Er staan de gemeenten
enkele nare verrassingen te
wachten op het stuk van de
weerslag van de politiehervorming
op hun begroting. De belofte van
budgettaire neutraliteit is wel heel
iel geworden. De arrogantie van
de federale overheid in dit dossier
is moeilijk te begrijpen. Er wordt
gefluisterd dat de belangrijkste
tenoren van deze regering het
erover eens zouden zijn de
bespreking van de begroting om
politieke redenen uit te stellen tot
na de Europese top.

Bevestigt de minister dat de
financiering van de politiediensten
in januari besproken zal worden?
Als dat zo is, dan zouden de

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

principaux responsables du gouvernement, les deux grandes familles
politiques du gouvernement, socialiste et libérale, se sont mises
d'accord pour retarder jusqu'au début de l'année prochaine, c'est-à-
dire après le sommet européen, une nouvelle discussion de la
réforme des polices, de son implication budgétaire. C'est rassurant.
Je suis heureux que l'on se rende compte que l'implication budgétaire
a peut-être dépassé les espérances et la bonne volonté du ministre et
que cela pourra être rediscuté. C'est également la problématique de
l'application pure et simple, par exemple, du plan Mammouth. Il est en
effet évident dans ce dernier cas que là où les policiers travaillaient,
autrefois, une fois tous les quinze jours, ils travaillent aujourd'hui,
avec le projet Mammouth, une fois toutes les six semaines. Cela
signifie, par conséquent, de nombreuses heures supplémentaires, un
surcoût et donc une augmentation des dépenses. Je voulais savoir si
le ministre confirme que dès le début du mois de janvier, une
discussion sérieuse se tiendra sur le financement des polices. Dans
l'affirmative, quelques circulaires auraient pu aider ceux qui doivent
confectionner les budgets communaux, à savoir les receveurs
communaux, les équipes financières, l'échevin des Finances et les
différentes majorités en place. Ceux-ci ont effectivement pour tâche
actuelle la description des chiffres sur des documents et restent dans
l'incertitude et dans l'attente de nouvelles qui sont annoncées comme
bonnes mais qui ne sont malheureusement pas confirmées et non
prises en compte par les différents pouvoirs de tutelle.

gemeenten, die nu in het
rondtasten, wel baat hebben bij
enkele circulaires.

01.02 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le président, monsieur le

ministre, ma question visait un point d'actualité qui, aux yeux de
certains, pourrait n'avoir guère d'importance, mais qui nous semble
essentiel.

A l'occasion de la réunion de son syndicat national, M. Van Keer, il y a
une dizaine de jours, déclarait que la manière dont on tentait de
mettre en place la réforme des polices n'aboutirait pas et que c'était la
démonstration selon laquelle une police intégrée à deux niveaux ne
pouvait pas fonctionner et qu'il fallait bien vite en arriver à la
conclusion qu'il fallait installer une police unique dans notre pays.

Ces déclarations peuvent être balayées d'un revers de la main parce
que, monsieur le ministre, vous vous évertuez à faire en sorte que ce
discours ne représente pas la solution retenue par ce gouvernement,
puisque vous voulez à tout prix que cette police intégrée et structurée
à deux niveaux soit mise en place.

Il n'empêche que les déclarations de M. Van Keer sont peut-être
révélatrices de l'état d'esprit de certains parlementaires qui
déclaraient, il y a plusieurs mois déjà - ils n'avaient peut-être pas tout
à fait tort - que ce risque pourrait intervenir. Donc, si tout n'est pas mis
en oeuvre pour que la police intégrée à deux niveaux fonctionne, il
existe cette formule de remplacement plus simple, qui ne résoudra
d'ailleurs rien sur le plan budgétaire. C'est une question
d'organisation.

Monsieur le ministre, ma question ressemble en fait davantage à une
demande. En votre qualité de ministre de l'Intérieur, chargé de la mise
en place de cette réforme des polices, il serait opportun, à l'occasion
d'une de vos prochaines interventions publiques, de pouvoir réagir
vis-à-vis des propos de M. Van Keer.

01.02 Richard Fournaux (PSC):

De heer Van Keer heeft gezegd
dat de manier waarop men deze
politiehervorming wil aanpakken,
niet tot resultaten kan leiden.
Volgens hem moet er een
eenheidspolitie komen. Daar wil u
niet van weten, neen, u voert een
politiedienst op twee niveaus in.

Nu zijn de verklaringen van de
heer Van Keer misschien niet zo
onschuldig. Mijn vraag is veeleer
een verzoek. Zou men er niet
goed aan doen op de uitspraken
van de heer Van Keer te
reageren?

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

01.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, j'ai

évidemment pris connaissance des déclarations de M. Van Keer à
l'occasion du congrès de son syndicat du 6 octobre dernier, à
Ostende. La lecture du texte m'a permis de constater avec surprise
qu'il me rendait hommage pour les efforts que j'ai accomplis et que je
continue à accomplir pour la mise en oeuvre de la réforme des polices
dans tous ses éléments, en temps voulu et en ce qui concerne le
statut.

J'ai également découvert d'autres prises de positions moins nuancées
et moins sérieuses, dont je laisse l'entière et totale responsabilité à M.
Van Keer. Il connaît ma détermination à mettre en oeuvre la réforme
telle qu'elle a été votée par le parlement. Donc, je ne suis pas prêt à
polémiquer sur un certain nombre de déclarations d'où qu'elles
viennent. Je suis chargé d'exécuter ce qui a été décidé par le
parlement et je le ferai comme convenu.

Par ailleurs, je dirai à M. Detremmerie que depuis que je connais
cette maison, des chuchotements il y en a. Mais ces chuchotements
ne sont pas parvenus jusqu'à mes oreilles. J'ai connaissance de
décisions prises par le gouvernement et du budget qui a été déposé
et qui, je le suppose, sera voté prochainement.

Cependant, j'ai eu l'occasion de dire, à maintes reprises, que tout cela
était perceptible et que je me retrouve dans un certain nombre
d'inquiétudes que j'entends exprimer. Depuis le début, vous savez
que je n'ai jamais prétendu que l'opération pourrait être neutre dans
chaque commune mais globalement.

Globalement, je ne l'ai pas fait parce qu'à partir du moment où il faut
corriger un certain nombre de déséquilibres dans l'effort de solidarité
du fédéral, nécessairement à moyens constants, cela signifie
forcément une diminution des moyens à d'autres endroits et qui
doivent être compensés.

Il est cependant certain que j'ai pu obtenir la confirmation de moyens
supplémentaires à l'occasion du conclave, les moyens nécessaires au
surcoût statutaire, les moyens d'augmenter d'un milliard et demi la
dotation fédérale aux zones de police ou encore les montants
supplémentaires de 800 millions d'augmentation de l'appui fédéral.
J'ai, en outre, obtenu du ministre des Affaires sociales qu'il se penche
sur la problématique de l'application des cotisations patronales aux
allocations et indemnités payées aux policiers communaux et nous
sommes en train de réfléchir à toute une série d'autres mesures
susceptibles d'alléger encore le fardeau des zones qui connaissent le
plus de difficultés avec l'application du système tel qu'il a été décidé.

J'ai aussi été très attentif, et je crois que les organisations y sont
également sensibles, aux difficultés d'organisation de l'application
rigide que Mammouth peut entraîner. Cela génère des surcoûts sur le
plan financier mais cela risque de poser des problèmes sur le plan
opérationnel. Je suis néanmoins prêt à en discuter et à apporter des
aménagements et des corrections nécessaires. Pour le surplus, les
procédures vont se poursuivre. Un timing a été fixé. De nombreuses
zones sont prêtes pour la mise en oeuvre de la réforme. Les arrêtés
nécessaires sont pris ou sur le point de l'être. J'y ai déjà répondu et
n'entre pas ici dans le détail.

01.03

Minister

Antoine

Duquesne: Ik heb kennis
genomen van de uitspraken van
de heer Van Keer, en ik waardeer
zijn appreciatie voor mijn
inspanningen. Ik heb voorts
vastgesteld dat hij ook minder
genuanceerde standpunten
inneemt, die ik overigens geheel
voor zijn rekening laat. Ik wil geen
polemiek voeren: ik voer uit wat
het Parlement beslist.

Er wordt al sinds mensenheugenis
gefluisterd in dit huis, mijnheer
Detremmerie. Ik heb persoonlijk
geen gefluister opgevangen. Ik ga
af op wat er beslist werd.

Alles kan beter. Vast staat wel dat
mij tijdens het conclaaf bevestigd
werd dat ik extra middelen krijg
voor de extra loonkosten.

Ik heb van mijn collega van
Sociale Zaken verkregen dat hij
zich over de werkgeversbijdragen
zal buigen. Voorts heb ik
bijzondere aandacht besteed aan
de organisatieproblemen die de
Mammoetwet met zich kan
brengen. Ik ben bereid dit alles te
bespreken.

De procedures worden voortgezet
en er werd een tijdschema
opgesteld.

De besluiten zijn genomen en de
voortzetting van de
tenuitvoerlegging van de
hervorming is verzekerd.

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

La poursuite de la mise en oeuvre de la réforme sera assurée mais en
étant attentif, comme l'a dit le premier ministre, à un certain nombre
de préoccupations qui ont été exprimées. Cela n'entraîne aucune
nécessité de report mais bien des aménagements à chaque instant
lorsque c'est possible.

01.04 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Monsieur le président, j'ai

apprécié la délicatesse du ministre pour dire que ces chuchotements
ne lui sont pas encore parvenus à l'oreille. Il les entendra
probablement un jour.

Je note qu'il est possible que des aménagements soient réalisés et
que le ministre reste très accueillant à toutes les initiatives des
municipalistes.

Au sujet de l'organisation que le ministre vient d'aborder, je voudrais
attirer son attention sur l'inquiétude des assistantes de police. Elles ne
sont pas nombreuses. Au niveau de la Wallonie, elles doivent être 25,
ce qui n'est pas énorme. Il y a parmi ces assistantes de police une
double tendance: certaines sont plutôt des assistantes sociales, ne
désirent pas porter l'uniforme et souhaitent s'attaquer aux problèmes
de jeunesse et aux problèmes plus spécifiquement féminins et
d'autres sont plus "militaristes" et sont à la recherche d'étoiles, de
costumes et d'uniformes. Il semblerait que dans la réorganisation, on
pense surtout à faire un statut unique pour des féministes en
uniforme.

Il serait utile, pour ma part, de garder la première tendance et de
laisser un choix aux assistantes de police de se resituer et de ne pas
uniformiser l'assistante de police car ce serait au détriment de la
qualité du travail social et de prévention auprès de la jeunesse. Je
reviendrai plus tard sur ce sujet.

01.04 Jean-Pierre Detremmerie

(PSC): Ik apprecieer de tactvolle
houding van de minister die
verklaart dat hij geen weet heeft
van gefluister maar dat hij
openstaat voor suggesties van de
verdedigers van de
gemeentebelangen.

Ik wil uw aandacht vestigen op de
ongerustheid van de politie
assistenten. Hoewel men eraan
denkt voor hen een
eenheidsformatie op te richten,
maken ze zich zorgen. Ik denk dat
men er beter aan doet de huidige
tendensen aan te houden en in de
mogelijkheid te blijven voorzien
om sociaal getinte functies naast
eerder politionele functies te laten
bestaan.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur "les tâches du service judiciaire, en

particulier les constatations techniques et les recherches scientifiques et criminalistiques" (n° 5267)

02 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de taken van de

gerechtelijke dienst, inzonderheid de technische vaststellingen en het wetenschappelijk en
criminalistisch onderzoek" (nr. 5267)

02.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, comme vous le savez, en matière d'assassinats, de
meurtres et de tentatives de meurtre, il est indispensable que les
constatations techniques, les recherches scientifiques et
criminalistiques soient exécutées par ce que d'aucuns nomment "les
techniciens de scènes de crime". Les investigations des premières 48
heures sont essentielles. L'équipe qui descend sur le terrain doit donc
être formée et ses membres avoir des compétences
complémentaires. Or, deux projets actuellement en discussion me
font craindre une remise en cause de l'efficacité de l'expérience
acquise.

Le premier concerne le système de garde de la section criminelle du
service judiciaire de l'arrondissement de Bruxelles. La section
criminelle fonctionne aujourd'hui avec 6 bureaux de 5 ou 6 personnes
qui sont de garde durant 24 heures. Ces personnes coordonnent

02.01 Karine Lalieux (PS): Het is

absoluut noodzakelijk dat de
technische vaststellingen en het
criminalistisch en
wetenschappelijk onderzoek
worden uitgevoerd door de
technici die op de plaats van de
misdaad opereren. De opleiding
van de leden van de teams die de
vaststellingen doen, maar ook de
coördinatie en de communicatie
zijn van essentieel belang voor het
welslagen van een onderzoek.

Twee plannen die ter discussie
voorliggen, baren mij echter

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'enquête qui est dirigée par un officier du crime. Il conduit son équipe
sur le terrain et gère les dossiers du début à la fin; il en est donc le
responsable. La réorganisation envisagée serait de restreindre le
nombre de membres de la section criminelle, à savoir des agents
formés, expérimentés et compétents au sein du groupe de garde pour
les remplacer par des membres d'autres sections de recherches
comme des membres des sections financière, moeurs ou terrorisme.
N'est-ce pas là agir au détriment du travail de groupe, de sa
complémentarité et de l'enquête? Quelles sont les motivations à
l'origine d'une telle réorganisation?

Le deuxième projet concerne l'articulation des compétences entre la
police locale et fédérale et, plus particulièrement, entre le service
judiciaire déconcentré par suite de la circulaire COL6/99. La nouvelle
organisation prévoit, suivant des critères d'attribution précis, que
certains crimes de sang seraient traités par les polices locales. Or,
dans l'état actuel des choses, nombre de magistrats et policiers
craignent que ceci soit préjudiciable à l'action publique. En effet, ils
pensent que de nombreuses polices locales n'ont pas d'équipes
formées et expérimentées pour accomplir ce type de travail. Ne
faudrait-il pas, soit envisager la révision de la circulaire, soit prévoir
une période transitoire durant laquelle les policiers locaux seraient
formés par leurs collègues fédéraux?

zorgen. Het eerste betreft de
wachtdienstregeling van de
afdeling criminaliteit van de
gerechtelijke dienst van het
arrondissement Brussel. De
overwogen reorganisatie van die
afdeling dreigt het groepswerk, de
noodzakelijke complementariteit
en het welslagen van de
onderzoeken in het gedrang te
brengen. Wat is de motivatie voor
die reorganisatie? Het tweede plan
betreft de verdeling van de
bevoegdheden tussen de lokale en
de federale politie en inzonderheid
de gedeconcentreerde
gerechtelijke dienst, ten gevolge
van de circulaire "COL 6/99".

Krachtens de nieuwe regeling
zouden sommige halsmisdaden
door de lokale politie worden
onderzocht. Tal van magistraten
en politiemensen vrezen echter
dat zulks nadelig zal zijn voor de
strafvordering, aangezien tal van
korpsen van de lokale politie niet
over ervaren agenten beschikken
om dat soort werk te verrichten. Is
het niet aangewezen om in een
overgangsperiode te voorzien of
de circulaire te herzien?

02.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, le

directeur judiciaire de Bruxelles a pris plusieurs initiatives en vue
d'accroître l'efficacité et l'efficience de ses services, notamment par la
création d'équipes multidisciplinaires d'enquête en cas de crimes de
sang. La recherche dans les milieux criminogènes ne peut qu'être
enrichie par l'étroite collaboration d'enquêteurs qui bénéficient de la
connaissance des milieux de la prostitution, des stupéfiants, des vols
à l'aide de violences, de la criminalité organisée, du terrorisme, etc.
Cette dernière n'est nullement restreinte. La complémentarité est
atteinte par la recherche d'une plus-value réciproque.

La circulaire COL6/99 date d'avril 1999. Elle a été rédigée avant la
mise en place concrète des deux niveaux de police. Actuellement,
mon collègue de la Justice et le Collège des procureurs généraux
élaborent un texte intégralement nouveau à la suite des remarques
formulées lors des rencontres organisées au niveau de chaque
arrondissement avec les autorités et services de police. Ce nouveau
texte décrit plus précisément les règles d'attribution prioritaires des
dossiers judiciaires à l'un ou l'autre niveau de police. Il consacre
également une période transitoire de près de 4 ans durant laquelle les
policiers locaux seront formés, notamment dans les domaines de la
petite criminalité économique ou financière et de l'audition de mineurs
victimes d'expériences traumatisantes. Entre-temps et par la suite
d'ailleurs, rien n'empêchera la police fédérale d'étendre son appui
spécialisé aux enquêtes de meurtres et d'homicides dans la mesure

02.02 Minister Antoine

Duquesne: De gerechtelijk
directeur van Brussel heeft
verscheidene initiatieven genomen
om de doeltreffendheid van zijn
diensten te vergroten. Het
onderzoek in criminogene kringen
kan enkel maar baat hebben bij de
samenwerking van onderzoekers
die over een grote kennis van het
misdaadmilieu beschikken.

De circulaire "COL 6/99" werd
opgesteld vóór de invoering van
een op twee niveaus
gestructureerde politiedienst. Een
nieuwe tekst, die momenteel door
de minister van Justitie en het
College van procureurs-generaal
wordt uitgewerkt, stelt de regels
vast inzake de prioritaire toewijzing
van de gerechtelijke dossiers aan
het ene of het andere
politieniveau. Hij voorziet tevens in
een overgangsperiode met een

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

où la police locale en éprouve et exprime le besoin et, bien entendu,
sous l'autorité du magistrat responsable.

Madame Lalieux, vous devez rassurer tous ceux qui essaient de vous
faire partager leurs craintes. Les autorités sont conscientes de
l'importance de la répartition des tâches qui sera précisée par une
modification de la circulaire COL6. De plus, en toute hypothèse, il ne
faut jamais perdre de vue que la police fédérale est là pour un appui
dès lors qu'il existe une crainte, une appréhension ou un doute.

opleidingsduur van vier jaar voor
de nieuwe politiemensen.

Die opleiding heeft betrekking op
de kleine economische en
financiële criminaliteit en het
verhoor van minderjarigen die het
slachtoffer zijn van
traumatiserende ervaringen.
Intussen belet niets de federale
politie haar ondersteuning uit te
breiden tot onderzoeken inzake
moord en doodslag als de lokale
politie daarom verzoekt. Een en
ander zal gebeuren onder het
gezag van de verantwoordelijke
magistraat. U hoeft dus niets te
vrezen. Wij zijn ons bewust van de
noodzaak om de taken te
verdelen.

02.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, le ministre de la

Justice devrait travailler rapidement car il y a de véritables problèmes
sur le terrain et les craintes sont bien réelles depuis 1999. Bien
entendu, la police fédérale peut venir en appui mais si les lieux des
crimes ne sont pas préservés par les policiers locaux qui n'ont pas la
formation pour appréhender les scènes des crimes sur le terrain, ils
risquent de "gâcher" des preuves ou des entretiens, notamment avec
des enfants qui ont subi des sévices sexuels. Dès lors, il est urgent
d'élaborer un nouveau texte par l'intermédiaire du collège des
procureurs généraux.

02.03 Karine Lalieux (PS): De

minister moet snel tewerk gaan
want de vrees is reëel. De vorming
van de politiemensen is
onontbeerlijk om te voorkomen dat
kinderen onnodig door onbevoegd
politiepersoneel zouden worden
getraumatiseerd.

02.04 Antoine Duquesne, ministre: J'ai une plus grande confiance

que vous, madame, en l'aptitude des policiers locaux. Vous devez
d'ailleurs savoir que des formations sont en cours depuis longtemps
déjà, notamment pour les faits auxquels vous faites allusion. En outre,
bon nombre de services de police sont parfaitement formés et
disposent d'un équipement performant. En tout cas, je transmettrai
votre inquiétude au ministre de la Justice.

02.04 Minister Antoine

Duquesne: Ik heb vertrouwen in
de lokale politiemensen. Sommige
politiekorpsen hebben reeds de
nodige vorming gekregen of
krijgen thans de nodige opleiding.
Ik zal hoe dan ook de minister van
Justitie op de hoogte stellen van
uw ongerustheid.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Samengevoegde interpellaties van

- de heer Guido Tastenhoye tot de eerste minister over "de reeds meer dan twee jaar geleden
aangekondigde hervorming van de asielprocedure" (nr. 948)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van Binnenlandse Zaken over "het asiel- en
vreemdelingenbeleid" (nr. 952)
- de heer Jacques Lefevre tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de hervorming van de
asielprocedure" (nr. 963)

03 Interpellations jointes de

- M. Guido Tastenhoye au premier ministre sur "la réforme de la procédure d'asile annoncée il y a plus
de deux ans" (n° 948)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur "la politique d'asile et des étrangers" (n° 952)
- M. Jacques Lefevre au ministre de l'Intérieur sur "la réforme de la procédure d'asile" (n° 963)

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Binnenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Intérieur.)

03.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

ik hoop dat er meer antwoorden zullen komen dan tijdens het debat
over de regeringsverklaring. Mijnheer de minister, in augustus
jongstleden diende ik een interpellatieverzoek in met betrekking tot de
asielprocedure die door de regering al meer dan twee jaar geleden
werd aangekondigd. De Conferentie van de voorzitters van de Kamer
besliste in al haar wijsheid om deze problematiek aan bod te laten
komen tijdens het tweedaagse debat dat werd gehouden naar
aanleiding van de regeringsverklaring van 9 oktober 2001. Op
11 oktober heb ik in het plenaire debat een heel grondige analyse
gemaakt van wat ik toen het catastrofale vreemdelingenbeleid van
deze paarsgroene regering heb genoemd. Ik ga deze omstandige
analyse hier niet hernemen.

Op de vele vragen die ik tijdens bovengenoemd debat heb gesteld,
kreeg ik echter geen enkel antwoord. De minister van Binnenlandse
Zaken hulde zich in mutisme en premier Verhofstadt haalde, in plaats
van eerlijk op de vragen te antwoorden, beledigend uit naar mij en
naar mijn fractieleider. Zelfs CD&V-collega Pieter De Crem, die
gelijklopende kritiek had geformuleerd dat zijn nu eenmaal de feiten
- werd op een onwelvoeglijke manier geschoffeerd. Dat is blijkbaar de
aard van de door spindokter Noël Slangen gedomineerde regeerstijl
van schijnvertoningen. Schiet op de boodschapper, beschadig hem
en hoop dat de boodschap zo verdwijnt. Dat is een praktijk waar de
paars-groengezinde pers maar al te graag aan meewerkt. Dus kon ik
niet anders dan mijn interpellatie hier opnieuw te agenderen. Meteen
na deze interpellatie in de commissie voor de Volksgezondheid zal ik
overigens minister Vande Lanotte interpelleren over de problemen
aangaande de opvang van asielzoekers.

We gaan nu terug naar de asielhervorming. Meer dan twee jaar
geleden werkte de regering een plan uit voor strengere, snellere en
meer efficiënte procedures. Het plan wordt nog altijd valselijk
voorgesteld als de nieuwe geldende procedure op de webstek van het
ministerie van Buitenlandse Zaken. Toch heeft dit Parlement nog
geen enkele ontwerptekst terzake gezien. Toen ik dat aanklaagde
tijdens het debat op 11 oktober bleef iedereen stom. Maar toen
Agalev-collega mevrouw Grauwels er vorige week vragen over stelde,
werd het plotseling voorpaginanieuws in een Vlaamse krant. Wat
hebben we toch een objectieve pers in dit land.

We kennen intussen het verloop van de asiellijdensweg. Begin dit jaar
werd een kritisch advies van de Raad van State aangegrepen om de
asielhervorming toe te wijzen aan een interkabinettenwerkgroep die er
niet uitgeraakte. Uiteindelijk belandde het dossier op de tafel van de
premier, waar het wellicht nog ligt. In de zomer vertelden Karel De
Gucht en Johan Vande Lanotte dat de hervorming voor hen niet meer
hoefde omdat het aantal asielzoekers voldoende was gedaald.
Mijnheer de minister, op 9 september jongstleden verklaarde u op de
RTBF dat de asielhervorming er toch nog zal komen. Vorige week gaf
u in deze commissie dan weer de indruk dat het voor u niet meer
hoeft.

De regering is intussen totaal verdeeld.

03.01 Guido Tastenhoye

(VLAAMS BLOK): Au mois d'août
dernier, j'avais déjà déposé une
demande d'interpellation à ce sujet
mais la Conférence des présidents
avait décidé que ce point ne
pouvait être examiné qu'après la
déclaration gouvernementale du
9 octobre.

Lors de la séance plénière du
11

octobre, j'ai procédé à une

analyse approfondie de la situation
dans le cadre du débat relatif à la
déclaration de politique générale.
Bon nombre de questions que j'ai
posées à cette occasion sont
restées sans réponse. Ni le
ministre de l'Intérieur, ni le premier
ministre ne m'ont répondu. Ce
dernier nous a même ridiculisés.
Après avoir développé la présente
interpellation, j'interrogerai
également M. Vande Lanotte sur
l'accueil des demandeurs d'asile.

Il y a deux ans, le gouvernement a
élaboré un plan tendant à
l'instauration d'une procédure plus
rapide et plus efficace. Les textes
du projet dont on tente de nous
faire croire qu'il instaurera une
procédure nouvelle se font
toujours attendre. Je m'en suis
plaint le 11 octobre mais je n'ai
pas obtenu de réaction. Lorsque
Mme Grauwels a ensuite posé les
mêmes questions, elle a fait la une
des journaux. En l'occurrence, la
presse fait preuve d'une belle
objectivité!

Tantôt tel ou tel ministre insiste sur
la nécessité de revoir la procédure
actuelle, tantôt la pertinence de la
réforme annoncée semble être
mise en doute. Que souhaite
réellement ce gouvernement?
Quand des propositions ou des
projets feront-ils l'objet d'un débat?

Quand instaurera-t-on des
procédures plus courtes, l'accueil
exclusif en centres fermés et le
rapatriement rapide des

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De groenen zijn alleen geïnteresseerd in een versoepeling van de
procedures om uiteindelijk nog meer asielzoekers toe te laten, terwijl
de liberalen, vooral de VLD, de procedures willen verkorten en
verstrengen. Bijgevolg gebeurt er onder deze regering niets meer.

Alvorens tot mijn vragen te komen wil ik trouwens erop wijzen dat de
analyses en voorstellen van het Vlaams Blok omtrent de asiel- en
vreemdelingenproblematiek werden uitgewerkt in het voorstel van
resolutie nummer 1092 van 9 februari 2001, dat de heer Annemans
en ikzelf indienden en waarvan wij hopen, mijnheer de voorzitter, dat
het binnenkort op de agenda van de commissie zal worden
opgenomen. In dat verband ontving u overigens een brief van de heer
Annemans.

De kernpunten van de voorstellen zijn: een korte en doelmatige
procedure, de opvang van asielzoekers van het begin tot het einde
van de procedure in gesloten centra en een snelle, effectieve
repatriëring van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen.

Het Vlaams Blok was nooit voorstander van de gehele hervorming
van de asielprocedures en van de betrokken instellingen. Laat zonder
meer de bestaande asielinstellingen sneller en efficiënter werken,
geef hen meer middelen en personeel en houd eindelijk eens grote
kuis in de slecht functionerende dienst Vreemdelingenzaken. Dat
zouden de prioriteiten moeten zijn van een correct asielbeleid.

Een voorstel, mijnheer de minister, wil ik met klem naar voren
schuiven net zoals dat het geval zal zijn in onze motie van
aanbeveling trouwens met name, laat de personeelsleden van de
regularisatiecommissie, die binnenkort hun taak beëindigen,
overhevelen naar het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen
waar zij kunnen helpen om de geweldige achterstand van meer dan
veertigduizend oude asielaanvragen weg te werken. Wij hopen dat dit
een zeer constructief voorstel is. Dan hoeft u eigenlijk de instellingen
niet te wijzigen, want dat zou slechts voor vertraging en verwarring
zorgen. De bestaande instellingen kunnen functioneren, maar geef
hen meer middelen en personeel. Daarom herhaal ik ons voorstel om
het personeel van de regularisatiecommissie ter beschikking te stellen
van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en eventueel
ook van de dienst Vreemdelingenzaken.

Mijnheer de minister, ziehier mijn vragen.

Ten eerste, hoeveel asielaanvragen ingediend voor 3 januari 2001
de oude dossiers dus bevinden zich momenteel nog in de diverse
fases van de procedures?

Ten tweede, welke maatregelen werden genomen om deze
fenomenale achterstand, mede veroorzaakt door de invoering vanaf 3
januari 2001 van het LIFO-systeem Last In First Out , alsnog weg
te werken?

Ten derde, werden er reeds voorbereidingen getroffen met het oog op
een nieuwe regularisatieprocedure voor de oude asieldossiers van
voor 3 januari 2001 of zullen de regularisaties in de toekomst, zoals
de heer Pascal Smet in een interview in De Morgen van 16 oktober
2001 zei, op individuele basis gebeuren?

demandeurs d'asile et des
personnes en situation illégale? Le
Vlaams Blok estime que les
services existants doivent travailler
plus rapidement et plus
efficacement et qu'il est
nécessaire de "faire un grand
nettoyage" au sein de l'Office des
étrangers.

Le Vlaams Blok propose que les
membres du personnel des
commissions de régularisation
soient transférés au Commissariat
général aux réfugiés où ils
pourront faire oeuvre utile et aider
à résorber l'arriéré considérable
présenté par l'examen des
dossiers.

Combien de dossiers "anciens",
datant d'avant le 3 janvier 2001,
sont encore en cours d'examen, et
ce, dans les différentes phases de
la procédure?
Quelle est, depuis le 3 janvier
2001, l'ampleur de l'arriéré
résultant de la procédure "last in
first out"?
Une nouvelle procédure sera-t-elle
mise au point pour les dossiers
datant d'avant le 3 janvier 2001?
Y aura-t-il une nouvelle procédure
de régularisation ou les
régularisations s'effectueront-elles
désormais sur une base
individuelle?
Tous les "anciens" dossiers
pourront-ils être examinés ou,
pour un pourcentage déterminé
d'entre eux, cet examen est-il
dans l'intervalle devenu
impossible?
Combien de rapatriements ont été
mis en oeuvre depuis le
3 janvier 2001?
Comment les demandeurs d'asile
déboutés sont-ils éloignés des
centres et comment leur
rapatriement est-il organisé?
Pourquoi est-il question d'un
ultime examen des dossiers des
demandeurs d'asile déboutés?
Une procédure d'asile totalement
nouvelle sera-t-elle mise en place
à l'avenir?
Quand connaîtra-t-on les résultats
de l'audit commandé en novembre

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ten vierde, de heer Smet had het tijdens hetzelfde interview ook over
een percentage van 10% tot 15% van de oude asieldossiers, die niet
meer zouden moeten worden behandeld. Hoe verklaart u dit
percentage?

Ten vijfde, hoeveel repatriëringen van uitgeprocedeerde asielzoekers
van de oude dossiers van voor 3 januari 2001 gebeurden er dit jaar tot
nog toe maandelijks en dit zowel gedwongen als vrijwillig?

Ten zesde, hoeveel asielaanvragen, ingediend na 3 januari 2001 de
nieuwe dossiers dus bevinden zich momenteel nog in de diverse
fases van de procedures?

Ten zevende, hoeveel asielaanvragen van de nieuwe dossiers na 3
januari 2001 werden reeds definitief afgewezen en hoeveel
personen werden daarvan reeds effectief van het grondgebied
verwijderd, met een onderscheid tussen de gedwongen en de niet-
gedwongen uitwijzing?

Ten achtste, op welke manier worden de uitgeprocedeerde
asielzoekers momenteel opgehaald uit de federale asielcentra met het
oog op hun repatriëring? Immers, zoals u weet bleek in dat verband
een onenigheid of een misverstand te bestaan met minister Vande
Lanotte.

Ten negende, waarom wordt er door de dienst Vreemdelingenzaken,
wanneer de uitgeprocedeerde asielzoekers reeds het bevel hebben
gekregen het grondgebied te verlaten, nog eens een ultiem
onderzoek ingesteld om na te gaan of de afgewezen asielzoekers
toch niet de mogelijkheid hebben om hier te blijven? Zijn dat dan geen
zaken die nagegaan worden tijdens de procedure zelf?

Ten tiende, hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers inbegrepen zij
die nog een procedure bij de Raad van State hebben lopen wachten
momenteel nog op hun repatriëring?

Ten elfde en aansluitend hierbij, waar verblijven die duizenden
uitgeprocedeerde asielzoekers, die normaliter op hun repatriëring
moeten wachten en hoe wordt in hun onderhoud voorzien?

Ten twaalfde, op 9 september 2001 hebt u tijdens het middagnieuws
van de RTBF verklaard dat de asielhervorming toch nog zou worden
doorgevoerd. Ondertussen bent u blijkbaar van mening veranderd.
Kunt u nu eens klaar en duidelijk zeggen waar het op staat? Komt er
nu een hervorming van de asielprocedure en zo ja op welke wijze?

Ten dertiende, waar blijft intussen de reeds lang beloofde audit,
besteld in november van vorig jaar en reeds een jaar eerder
aangekondigd, van de dienst Vreemdelingenzaken en wanneer gaat
men eindelijk eens beginnen met de hervorming van deze door
iedereen als slecht functionerend ervaren dienst
Vreemdelingenzaken?

Ten veertiende, op 7 november 2000, ongeveer een jaar geleden,
heeft de heer Pascal Smet in de Senaat, volgens hem acht pijnpunten
aangeduid bij de dienst Vreemdelingenzaken. Functioneert die dienst
Vreemdelingenzaken een jaar later al wat beter?

de l'an dernier?
Comment notre procédure d'asile
est-elle mise en concordance avec
celle des autres Etats membres de
l'Union? Quand une procédure
d'asile européenne uniforme sera-
t-elle mise en oeuvre?

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

En tot slot, mijnheer de minister, nog een laatste vraag die actueel is
omdat er onlangs nog een vergadering over geweest is, ook met de
nieuwe kandidaat-EU-landen. Hoever staan de zaken met betrekking
tot het opzetten van een asielprocedure in Europees verband?

03.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, tijdens het debat naar aanleiding van de regeringsverklaring
hebben wij van gedachten kunnen wisselen, maar dat was niet echt
het geval, want het was meer een eenrichtingsverkeer op dat
moment. Wij hebben dit reeds naar aanleiding van een andere
discussie gezegd, en de regering en collega Tastenhoye hebben het
begrip overgenomen. De regering had zichzelf een mutisme
opgelegd, een soort omerta waarbij men zich voornam in deze
discussie niet tussen te komen, hoewel ik zag dat de lichaamstaal van
de toen aanwezige excellenties in het halfrond toch wel verried dat ze
zich niet op hun gemak voelden.

Mijnheer de minister, ik wil u interpelleren als lid van de regering over
de regeringsmaatregelen die al of niet doorgang zullen vinden. Het
verhaal dat we brengen is niet zomaar een verhaal; ik zal het dan ook
niet opnieuw brengen. Het begint bij de regeringsverklaring van juli
1999. Hierbij zouden we in een modelstaat terechtkomen waarbij de
eerste voorafgaande voorwaarde om in deze modelstaat te geraken,
was dat het vreemdelingenbeleid van de vorige regering duidelijk aan
herziening toe was en dat een aantal substantiële maatregelen
dienden te worden genomen. Op dit ogenblik is daaromtrent nog niets
gebeurd. Ik herhaal dus mijn vragen aan de minister met een
dringende bede om ditmaal een aantal duidelijke antwoorden te
krijgen.

Omdat ik zie dat het in dit debat moeilijk is om het elementaire
evenwicht van checks and balances tot stand te brengen waarbij een
wetgevende en parlementaire macht de uitvoerende macht
controleert, zal ik mij beperken tot het herhalen van vragen waarop wij
tot nu toe geen antwoord hebben gekregen. Ik wil immers niet te veel
zaad op de rotsen storten.

Ten eerste, de nieuwe asielprocedure was aangekondigd. Komt die er
nu of komt die er niet? Het oude systeem blijft behouden. Er zijn twee
belangrijke fases, met name de ontvankelijkheidsfase en de
gegrondheidsfase. Net die verhouding tussen ontvankelijkheid en
gegrondheid zorgde ervoor dat heel veel mensen in een slow-
motionprocedure terechtkwamen waarbij zij op om het even welk
moment van het ene op het andere konden springen en op elk
moment een al dan niet opschortend beroep bij de Raad van State
konden indienen. Als de regering van oordeel is dat de procedure
zoals ze in 1980 werd ingevoerd, in 1996 in het Parlement naar
aanleiding van het Schengen-akkoord werd herbevestigd en in
december 1998 door de rondzendbrief van minister Van den Bossche
werd geconcretiseerd, een goede procedure is, dan had ik graag
geweten hoe die verhouding tussen de ontvankelijkheid en de
gegrondheid nu ligt. In het bijzonder zou ik graag vernemen hoeveel
dossiers zich nog in elk van deze fases bevinden.

Ten tweede, het jaar 2001 is niet onbelangrijk. Ik veronderstel dat een
nieuwe situatie in 2001 bepaalde regeringsleden, bepaalde
regeringspartners, bepaalde coalitiepartners en bepaalde
machtsgroepen heeft doen overstappen tot het opvoeren van de druk

03.02 Pieter De Crem (CD&V):

Au cours de l'examen de la
déclaration gouvernementale,
nous n'avons, hélas, pas vraiment
pu débattre de la politique relative
au droit d'asile et aux étrangers.
Le gouvernement était
manifestement résolu à ne pas
intervenir, même si nos
excellences ne semblaient guère à
l'aise dans l'hémicycle.

Tout commence donc par la
déclaration gouvernementale de
juillet 1999 qui nous annonçait
l'avènement d'un Etat modèle dont
la réforme de la politique relative
au droit d'asile et aux étrangers
constituerait un pilier essentiel.
Cette réforme se fait toutefois
toujours attendre.

Une nouvelle procédure d'asile
sera-t-elle, oui ou non, mise en
oeuvre? Le demandeur d'asile doit
accomplir deux étapes: dans un
premier temps on examine si la
demande est recevable, dans un
second temps si elle est fondée.
Quel est le rapport entre la
recevabilité et le fond? Combien
de dossiers doivent encore être
examinés à chacun de ces
stades?

A la suite des changements
intervenus en 2001, certains
membres de la majorité ont
multiplié les pressions en vue
d'obtenir une révision de la
procédure. Combien de dossiers
ont été déclarés recevables le
mois dernier? Combien de
dossiers ont été examinés par la
Commission permanente de
recours? Quel avis a été émis à
leur sujet? Quelles sont les
conséquences d'un avis négatif?

Le ministre se dit favorable à une
nouvelle procédure, suivant un
déroulement judiciaire normal.
Cependant, le gouvernement n'a

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

om de huidige procedure te behouden. Het gegeven van de
ontvankelijkheidsfase zal daarbij een bijzonder belangrijke rol spelen.
Daarom vernam ik graag hoeveel dossiers tijdens de vorige maanden
ontvankelijk zijn verklaard. Blijkbaar is inzake de specificiteit van de
ontvankelijkheidsfase een nieuwe toestand ontstaan die doet
besluiten dat de procedure niet moet worden gewijzigd.

Ten derde, hoeveel dossiers zijn tijdens de vorige maanden bij de
vaste beroepscommissie behandeld? Hoeveel dossiers kregen hetzij
een positief, hetzij een negatief advies? Welk gevolg werd aan die
negatieve adviezen gegeven?

U hebt geen antwoord gegeven over de hervorming van de
asielprocedure. U hebt wel gezegd dat de procedure er niet goed
uitzag en dat een nieuwe procedure met een gewone rechtsgang
eerste aanleg, een beroep en een niet-opschortend beroep bij de
Raad van State noodzakelijk is, maar tijdens de vakantie zijn twee
Vlaamse excellenties onder invloed van het jodium van de Noordzee
plots tot de constatering gekomen dat een nieuwe procedure niet
meer noodzakelijk is. Commissaris-generaal Smet, het nog altijd niet
in functie zijnde diensthoofd van de nieuwe asieladministratie, heeft in
zijn huidige hoedanigheid van commissaris-generaal verklaard dat hij
negatief staat ten opzichte van een nieuwe procedure. Dat verwondert
mij niet, aangezien de heer Smet de buikspreker is van een van de
excellenties die zich welvoeglijk het jodium van de Noordzee deed
ondergaan, maar ik zou wel willen weten in welke mate u vandaag uw
plannen openbaar kunt maken. Zijn uw plannen ook de plannen van
de regering en is de planning van één regeringslid en de voorzitter
van de grootste meerderheidspartij ook uw planning? Het is een vraag
in dubbele richting.

De regering verklaart strenger te zullen optreden tegen
uitgeprocedeerde asielzoekers.

Na vijf dagen moeten die uitgeprocedeerden zich opnieuw aanmelden
bij de dienst Vreemdelingenzaken om na te gaan of er toch geen
redenen zijn om niet uit te wijzen. U weet dat de dienst
Vreemdelingenzaken de dienst is die alvast in het buitenland is
opgeheven. Zo lezen wij ook op de website. Er zijn een aantal
redenen om niet uit te wijzen: medische redenen, minderjarigheid,
oorlog in het land van herkomst. U zegt soms: "Vous niez le soleil en
plein midi", maar het is toch "simple comme bonjour". De vraag is
natuurlijk waarom dit niet gecontroleerd wordt tijdens het onderzoek
naar de ontvankelijkheid van de asielprocedure. Het is toch wel
bijzonder eigenaardig dat men bij uitgeprocedeerden, die in vele
gevallen gedurende vele jaren de hinkstapprocedure hebben
doorgemaakt, die voor de uitwijzing staan die nog altijd geen
repatriëring is, nagaat of zij niet tot een bijzondere categorie behoren.
Wat is de reden van deze bijkomende controle?

Verder wil ik opmerken dat het bijzonder stil is rond de
regularisatiecampagne. Wij kunnen daar in de repliek misschien op
ingaan. Die stilte is omgekeerd evenredig met de aankondiging van
de regularisatiecampagne. Ze behoorde tot het NPP, het nieuwe
politieke plan, de modelstaat, het optillen van ons land op het
internationale niveau waar het een plaats had. Ik kan de stilte
natuurlijk wel begrijpen, want volgens de regering moesten die
dossiers al een jaar afgehandeld zijn. De volgende aangekondigde

pas pris clairement attitude à ce
propos. Le commissaire général,
M. Smet, s'est exprimé en termes
négatifs à propos de la réforme de
la procédure d'asile. Quels projets
le gouvernement nourrit-il
exactement?

Il déclare vouloir raffermir son
attitude à l'égard des demandeurs
d'asile déboutés. Ceux-ci sont
tenus de se présenter une
nouvelle fois après cinq jours
auprès de l'Office des étrangers
afin qu'il puisse être vérifié s'il n'y a
pas lieu de procéder, malgré tout,
à leur expulsion. Cet aspect ne
fait-il donc l'objet d'aucun contrôle
dans le courant de la procédure de
demande d'asile?

Quel est l'état d'avancement des
procédures de régularisation en
cours? Dans combien de dossiers
la procédure d'examen attend-elle
encore d'être clôturée?

L'ensemble des problèmes relatifs
à l'asile constitue un dossier social
qui revêt une importance capitale
et est très sensible tant dans le
nord du pays que sur le plan
international. Mais il se trouve que
nous ne sommes pas d'accord
avec nos partenaires européens et
que cela nous empêche de
surmonter cette difficulté.
Toutefois, en tant que ministre de
l'Intérieur, M. Duquesne se doit de
prendre des mesures.

Le premier ministre m'a chuchoté
que c'est lui qui gère la task force,
préside la réunion et décide de
l'évolution des dossiers relatifs à
l'asile et aux étrangers. M.
Verhofstadt a clairement pris la
direction des opérations dans ce
domaine. Quelles relations
entretiennent le premier ministre et
le ministre de l'Intérieur?

Nous sommes quant à nous des
partenaires objectifs du
gouvernement en ce qui concerne
l'élaboration d'une nouvelle
procédure, mais j'aimerais quand
même savoir si la nouvelle

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

datum was eind oktober 2001. Ik had graag vernomen wat de stand
van zaken is in deze regularisatiedossiers. Hoeveel dossiers moeten
er worden afgewerkt?

Mijnheer de minister, om het u niet moeilijk te maken, zal ik niet meer
verwijzen naar de ups en downs die u hebt doorgemaakt met
betrekking tot het samenstellen van de regularisatiecommissie, het
afstappen van de gerechtelijke politie bij de regularisatiecommissie en
dergelijke. Er zijn heel wat vragen in een bijzonder belangrijk dossier.
Dit dossier is belangrijk omdat het een maatschappelijk dossier is dat
zeker in het noorden van het land gevoelig ligt. Het ligt ook gevoelig in
onze internationale betrekkingen. Wij zijn ook daar de slechtste
leerling van de klas. Formeel en informeel komt het dossier heel vaak
aan de orde. Wij kunnen ons ook niet verder van de indruk ontdoen
dat wij eigenlijk niet "on speaking terms" zijn met onze belangrijkste
Europese partners om de problematiek op te lossen. Nu en dan zijn er
wel wat mooie, psychologische bewegingen voor een oplossing in het
kader van Schengen, in het kader van Noord en Zuid. U kunt u zich
als minister van Binnenlandse Zaken echter niet aan uw
verantwoordelijkheid, om een aantal maatregelen naar voren te
schuiven, onttrekken.

Tot slot had ik nog een vraag over de Task Force, die tot stand is
gekomen na de zoveelste up in het regularisatie- en asieldossier. De
eerste minister heeft me toegefluisterd dat hij de Task Force
beheerst, dat hij de vergaderingen voorzit en dat hij beslist in het
dossier Regularisaties, in het dossier Asielprocedure en in het dossier
van de hervorming van de verschillende administraties. De eerste
minister had trouwens tremolo's in de stem, want hij was zwaar in de
wiek geschoten omdat wij veertien dagen geleden naar aanleiding van
de regeringsverklaring eigenlijk alleen maar wat loze verklaringen
zagen en wat schijnmanoeuvres zoals de afschaffing van de Senaat.
Ik vraag aan u of het klopt wat de eerste minister mij toefluisterde.
Behoort dit tot de logica van de nieuwe stroom in het politieke
handelen in België: laconieke mededelingen? De eerste minister heeft
het dossier naar zich getrokken. Het is niet omdat de eerste minister
dossiers naar zich toetrekt, dat ze goed afgehandeld worden. Wij
weten dat en dat zou voor u een goede zaak moeten zijn. Op dit
moment vindt er in plenaire vergadering een debat omtrent de NMBS
plaats. Er is het leuke naar-zich-toe-trekken van het Sabena-debat. Ik
zou toch ook even willen weten wat de verhouding is tussen de eerste
minister en de minister van Binnenlandse Zaken.

Ik wil nogmaals herhalen dat wij objectieve partners zijn voor een
nieuwe procedure met een duidelijke rechtsgang. De grond van mijn
vraag luidt dus: wat is er nu van de nieuwe asielprocedure? Is die
begraven, of komt ze er?

procédure annoncée depuis
longtemps est enterrée? Une
initiative sera-t-elle encore prise en
cette matière?

03.03 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je tiens à préciser d'emblée que je ne partage pas du tout
l'avis de M. Tastenhoye à propos de l'accroissement du nombre des
centres fermés où il veut placer de plus en plus de personnes. Je
regrette qu'on y trouve encore des enfants.

Il me semble qu'une réforme fondamentale de l'actuelle procédure
d'asile s'impose au moins pour deux motifs.

D'une part parce que la situation est inacceptable sur le plan des

03.03 Jacques Lefevre (PSC):

De hervorming van de huidige
asielprocedure is nodig, allereerst
omdat de situatie wat de gevolgen
van de procedure betreft,
onaanvaardbaar is. In de huidige
procedure primeert snelheid
schandelijk boven kwaliteit. De
dienst Vreemdelingenzaken kan
niet onafhankelijk genoeg werken

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

effets de la procédure. En effet, l'actuelle phase préalable de la
recevabilité a pour effet que certaines personnes qui sont de réels
réfugiés au sens de la Convention de Genève ne se voient pas
reconnaître ce statut. L'actuelle procédure privilégie honteusement la
rapidité au détriment de la qualité. Je ne suis pas de ceux qui
critiquent l'Office des étrangers, mais son mode de fonctionnement
qui n'est pas toujours transparent et qui ne lui permet pas de jouir de
l'indépendance organique nécessaire à l'examen équitable de la
recevabilité d'une demande d'asile. Cette remarque peut être
accentuée au regard du critère de recevabilité que constitue une
demande manifestement non fondée.

En outre, la méthode LIFO (abréviation anglaise signifiant que c'est le
dernier arrivé qui le premier est mis dehors: Last In First Out) aboutit
au paradoxe que certaines personnes attendent depuis trop
longtemps le traitement de leur demande, alors que les derniers
arrivants voient leur demande déboutée en un temps record.

D'autre part, le conseil européen de Tampere des 15 et 16 octobre
1999 définissait comme objectif l'élaboration d'un régime d'asile
européen commun aux Etats membres de l'Union. A cette fin, le
gouvernement avait déclaré faire de l'harmonisation des procédures
d'octroi de la qualité de réfugié, une des priorités de la présidence
belge. C'était annoncé pour le sommet de Laeken. Or, on voit mal la
Belgique faire la leçon à ses partenaires européens sans disposer
elle-même d'un texte de loi crédible. L'avant-projet du gouvernement
en la matière est loin d'être un exemple de procédure efficace et
humaine comme le démontre l'avis du Conseil d'Etat du 11 avril 2001.
Il est désormais plus que temps que le gouvernement dépose un
projet de loi tenant compte de ces impératifs.

Je n'ai qu'une question à poser: le gouvernement a-t-il l'intention de
déposer au plus vite un projet de réforme de la procédure d'asile en
tenant scrupuleusement compte de l'avis du Conseil d'Etat? On nous
le promet depuis deux ans.

om de ontvankelijkheid van een
asielaanvraag op een billijke
manier te onderzoeken. Bovendien
hanteert men de LIFO-methode
(Last In, First Out), waardoor
sommigen al zeer lang op
uitsluitsel wachten en de laatst
aangekomenen in recordtempo
uitgeprocedeerd zijn.

Op de Europese Raad van
Tampere stelden de EU-lidstaten
zich ten doel een
gemeenschappelijke asielregeling
uit te werken. Wij zien niet goed in
hoe ons land de andere lidstaten
de les kan lezen, EU-voorzitter
zijnde, als het zelf niet eens over
een geloofwaardige wettekst
beschikt. Het voorontwerp is
immers allesbehalve een
toonbeeld van een efficiënte en
menselijke procedure, zoals ook
blijkt uit het advies van de Raad
van State van 11 april 2001. Wij
eisen dat de regering een
ontwerphervorming indient waarin
rekening wordt gehouden met dat
advies. Is de regering van plan
een ontwerp in te dienen, zoals
ons al twee jaar beloofd wordt?

03.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, depuis le

début de l'année, le nombre de demandes d'asile a diminué en
Belgique, puis s'est stabilisé dans un contexte de hausse générale
des demandes d'asile en Europe. Ce nombre a aujourd'hui baissé au-
dessous du niveau de 1998, à une époque où davantage de pays
étaient soumis à l'obligation de visa, où les filières d'immigration
étaient moins organisées et où la pression migratoire vers l'Europe en
général, et la Grande-Bretagne en particulier n'était pas aussi élevée.

La délivrance rapide de décisions négatives, la suppression de l'aide
sociale en argent, et l'augmentation des éloignements ont permis
d'assainir la situation en écartant un nombre important de demandes
d'asile abusives. Mais il restera toujours des raisons objectives aux
flux migratoires. Tout d'abord le fait qu'il existe des pays d'origine vers
lesquels l'éloignement est difficile, voir impossible, ensuite l'effet
attractif de notre pays, et enfin le fait que notre pays sert de transit
vers la Grande-Bretagne.

N'oublions pas, et j'insiste, les vrais réfugiés qui pâtissent de
l'encombrement de la procédure d'asile puisque 80 à 90% des
demandeurs d'asile ne sont pas reconnus comme réfugiés. C'est
donc au détriment de ceux qui sont, et il y en a, je n'ai pas à le

03.04 Minister Antoine

Duquesne: Sinds het begin van dit
jaar is het aantal asielaanvragen
gedaald, waarna het zich
gestabiliseerd heeft in een context
van een algemene toename in
Europa. Het aantal aanvragen is
meer bepaald gedaald tot onder
het niveau van 1998, in een
periode waarin de migratiestromen
naar Europa minder groot waren.
Dankzij de maatregelen die
werden getroffen, kon een groot
aantal oneigenlijke asielzoekers
geweerd worden. Er zullen echter
altijd objectieve oorzaken zijn voor
migratiestromen: soms is
verwijdering naar het land van
herkomst onmogelijk, ons land
oefent een grote
aantrekkingskracht uit en fungeert
als toegangspoort tot Groot-

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

préciser dans le contexte actuel, de véritables demandeurs.

Pour répondre précisément à vos questions, 42.691 demandes d'asile
ont été introduites en 2000. Le nombre de demandes d'asile s'est
stabilisé autour de 2.000 par mois. Nous en sommes, au dernier
comptage, à 18.871 demandes pour cette année. Le nombre de
demandes d'asile LIFO clôturées négativement est de 16.591. Il reste
donc 2.280 demandes LIFO à traiter. Ces demandes doivent être
traitées par le CGRA, l'Office des étrangers n'ayant pas de retard
puisque les demandes en règle sont traitées le jour même. Ces 2.280
dossiers ne constituent pas un arriéré dans la mesure où ils seront
traités, en principe, avant un mois au maximum.

En ce qui concerne les demandes d'asile introduites avant le 1

janvier 2001, l'Office des étrangers et il faut le féliciter a résorbé
totalement son arriéré. Le commissaire général aux réfugiés doit
encore traiter 41.000 dossiers, 25.000 en recours urgent et 16.000 au
fond.

En réponse à deux de vos sous-questions, monsieur De Crem, je
vous informe que le CGRA a déclaré exactement 362 demandes
recevables le mois dernier et que la Commission permanente de
recours des réfugiés a rendu 150 décisions le mois dernier, dont 22
positives et 128 négatives.

S'agissant de la réforme de la procédure d'asile, je voudrais dire que
j'ai scrupuleusement rempli le mandat qui m'avait été confié par le
gouvernement. Avec l'aide d'experts et après de larges consultations,
mon département a, en effet, élaboré un projet de réforme global de
la procédure d'asile.

Cette nouvelle procédure poursuivait deux objectifs, selon moi,
indissociables: à la fois permettre de simplifier et d'accélérer l'examen
des demandes tout en accroissant, dans le même temps, les
garanties dont bénéficient déjà les demandeurs d'asile. Les
observations rendues à propos de cet avant-projet par le Conseil
d'Etat ont pu être largement suivies. Il a cependant fait ressurgir
quelques questions d'ordre plus politique que juridique, et ce n'est pas
étonnant dans un dossier aussi sensible et parfois aussi passionné
que celui-là. J'ai précisément identifié et cerné ces quelques points et
les ai communiqués au premier ministre.

Pour moi, il serait inacceptable que les garanties et les garde-fous
figurant au projet dans le but d'assurer un traitement prompt et
efficace des demandes puissent être vidés de leur substance. Il ne
serait pas davantage acceptable que l'on complique à l'excès la tâche
des instances d'asile par l'imposition de nouvelles exigences de
procédure ou de nouveaux formalismes inadaptés à cette matière.

Je crois qu'il y a d'autant moins lieu de se précipiter dans cette affaire
car - comme vous l'avez signalé, monsieur Lefèvre - sous l'impulsion
belge, le projet de directive de la Commission européenne tendant à
harmoniser les procédures d'asile dans les quinze Etats membres a
connu, ces dernières semaines, des avancées décisives. Le dernier
Conseil Justice et Affaires intérieures en a discuté longuement, et le
travail des experts nationaux à sa suite va bon train. Il faut dire que
nous avons changé la méthode en substituant à l'examen mot par
mot, virgule par virgule, du projet de directive un certain nombre de

Brittannië. Natuurlijk zijn er ook
nog de echte vluchtelingen, die het
slachtoffer zijn van de
oververzadiging van de
asielprocedure.

In 2000 werden er 42.961
asielaanvragen ingediend. Het
aantal aanvragen heeft zich
gestabiliseerd op 2000 per maand.
Voor dit jaar zitten we al aan
18.871 aanvragen. Voor 16.591
LIFO-asielaanvragen werd een
negatief advies gegeven. Het
CGVS moet er nog 2.280
afhandelen, in principe binnen een
maand. De dienst
Vreemdelingenzaken kampt niet
met een achterstand, daar de
aanvragen de dag zelf worden
behandeld.

De Dienst Vreemdelingenzaken
heeft de achterstand weggewerkt
inzake asielaanvragen die vóór 1
januari 2001 ingediend werden. De
commissaris-generaal voor de
vluchtelingen moet nog 41.000
dossiers verwerken.

Het CGVS heeft vorige maand 362
aanvragen ontvankelijk verklaard.
De Vaste Beroepscommissie voor
de vluchtelingen heeft vorige
maand 150 beslissingen
genomen, 22 positieve en 128
negatieve.

In verband met de herziening van
de asielprocedure, heb ik het
mandaat vervuld dat mij door de
regering werd toevertrouwd. Mijn
departement heeft een globaal
ontwerp uitgewerkt. Met dit
ontwerp wil men de procedure
vereenvoudigen en versnellen en
tevens de garanties vergroten. Met
de opmerkingen van de Raad van
State werd in ruime mate rekening
gehouden. Als gevolg van die
opmerkingen zijn opnieuw meer
politiek getinte kwesties
opgedoken waarvan ik de eerste
minister op de hoogte heb
gebracht. Het ware evenwel
onaanvaardbaar dat de
waarbogen die in het ontwerp zijn
ingebouwd weg zouden vallen of

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

questions essentielles que nous avons demandé aux ministres de
trancher étant entendu que dès lors que des réponses sont
apportées, la formulation technique est d'autant plus aisée.

Ne pas tenir compte des progrès réalisés sur le plan européen serait
faire de la précipitation hasardeuse. Cela serait sans doute perçu
comme une attitude de "cavalier seul" par nos partenaires européens.
A l'occasion de chacune de nos réunions, la Commission indique
chaque fois qu'il faut trouver le bon consensus à quinze. Ce
consensus doit enlever tout espoir à chacun des Etats membres de
voir retenues les formules qu'il a adoptées chez lui. L'addition de tous
les dispositifs conduirait d'ailleurs à beaucoup d'incohérence. D'un
autre côté, la recherche du consensus ne doit toutefois pas vider les
choses de leur contenu. Il doit exister une véritable plus-value
européenne.

Je me réjouis des résultats obtenus lors du débat d'orientation de
nature politique qui a eu lieu les 27 et 28 septembre derniers, à partir
des questions précises identifiées par la présidence.

Le débat qui s'en est suivi a permis de constater que les solutions à
dégager doivent pouvoir concilier deux exigences qui ne sont pas
contradictoires: la mise en place de procédures d'asile à la fois
efficaces, rapides et respectueuses des droits des demandeurs. En
d'autres termes, les procédures mises en place doivent permettre,
d'une part, l'octroi dans les plus brefs délais du statut de réfugié à
ceux qui répondent aux conditions d'application de la convention de
Genève et, d'autre part, de lutter contre les abus de l'asile qui ont
notamment pour effet d'encombrer les instances compétentes et de
porter ainsi préjudice à ceux qui réclament de notre part une
protection.

Vous savez, par ailleurs, que les demandes d'asile sont en principe
traitées en recevabilité dans un délai de cinq à six semaines et que le
commissaire général a investi dans la professionnalisation de son
service et dans l'accroissement de la qualité des décisions qu'il rend.

En lisant votre question écrite, j'ai remarqué que vous aviez des
inquiétudes, monsieur Lefevre. Je vous suggère à ce propos de vous
adresser directement au commissaire général si vous disposez
d'informations précises selon lesquelles certaines personnes se
verraient refuser le statut de réfugié alors que les motifs de leur
demande se rattacheraient aux critères de la convention de Genève.

Quoi qu'il en soit, l'accélération du traitement du dossier ne signifie
pas que l'on y consacre moins de temps, mais que l'on supprime le
temps pendant lequel il dort dans un tiroir. Je conteste donc
formellement que la célérité et la qualité soient incompatibles.

M. Tastenhoye me demande si la méthode LIFO aura pour
conséquence de devoir régulariser les anciens dossiers. La réponse à
cette question est évidemment négative. La volonté du gouvernement
tout entier est d'envoyer un signal clair aux filières et aux demandeurs
d'asile qui n'ont rien à voir avec la convention de Genève. Nous
voulons leur dire que ceux qui croient pouvoir abuser du système
belge en seront rapidement pour leurs frais.

La ferme détermination du gouvernement est aussi de ne pas laisser

dat de taak van de asielinstanties
te sterk zou bemoeilijkt worden.

Het ontwerp van richtlijn van de
Europese Commissie dat de
harmonisatie van de
asielprocedures tussen de
lidstaten beoogt, is onder
Belgische impuls met rasse
schreden vooruitgegaan. De tekst
is op de laatste Raad JBZ
besproken en het werk van de
nationale deskundigen vordert
naar behoren.

Geen rekening houden met de
vooruitgang op Europees niveau
zou van overhaasting getuigen en
zou bij de Europese partners de
indruk wekken dat wij op eigen
houtje willen handelen. Er moet
zoiets als een 'Europese
meerwaarde' bestaan. Tijdens de
Raad van 27 en 28 september
organiseerde ik een politiek debat
over precieze vragen die uitgaan
van het voorzitterschap.

De oplossingen dienen aan twee
niet tegenstrijdige voorwaarden te
voldoen: de nieuwe
asielprocedures moeten snel zijn
en de mensenrechten
respecteren.

De ontvankelijkheid van de
asielaanvragen wordt in principe
binnen een termijn van vijf à zes
weken beoordeeld. Bovendien
legde de commissaris-generaal
zich toe op de professionalisering
van zijn dienst en de verbetering
van de kwaliteit van zijn
beslissingen. Meneer Lefevre, het
is aan hem dat u precieze
informatie moet voorleggen
betreffende personen die het
statuut van vluchteling niet kregen
hoewel zij asiel aanvroegen om
redenen die met de Conventie van
Genève verband houden.

De versnelde behandeling van de
dossiers betekent dat de fase dat
zij "in een lade rusten", wegvalt.
Spoed en kwaliteit zijn dus wel
degelijk verenigbaar. Aan de heer
Tastenhoye wil ik preciseren dat

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

se reproduire la situation qui nous a obligés à lancer l'opération de
régularisation en décembre 1999.

Le gouvernement veut que les instances d'asile traitent bien
évidemment les nouvelles demandes au rythme où elles entrent
cela demeure un impératif essentiel -, mais il veut tout autant que les
40.000 dossiers en souffrance, qui se trouvent pour l'essentiel au
commissariat général aux réfugiés, soient également traités.

Je tiens toutefois à signaler que le chiffre de 40.000 dossiers qui est
parfois avancé, doit être relativisé.

Un grand nombre des étrangers concernés a été ou sera régularisé
en application de la loi du 22 décembre 1999 et un grand nombre
d'entre eux a sans doute perdu tout intérêt à la procédure pour l'une
ou l'autre raison: un départ pour un autre pays ou un retour vers le
pays d'origine, l'acquisition de la nationalité belge, par exemple.

Le commissaire général est en train de cerner avec précision ce taux
d'abandon qu'il situe aujourd'hui approximativement à 15%. Nous
aurons bientôt des chiffres plus précis sur l'arriéré réel. Mais ce chiffre
d'arriéré sera nettement en deçà des 40.000 dossiers cités.

J'ai été dans l'obligation de réparer les errements du passé en termes
de traitement des demandes d'asile en régularisant un grand nombre
de dossiers laissés en souffrance par les instances dans les années
90. Ces instances se portent mieux et n'ont jamais traité autant de
dossiers et aussi rapidement. Mais le gouvernement attend du
commissaire général aux réfugiés qu'il apure son passif et ne laisse
pas au ministre de l'Intérieur actuel ni même au suivant le soin de
régulariser les dossiers qu'il aurait cru pouvoir négliger. Il faut l'aider
dans cette tâche et des transferts de personnel sont envisageables et
sont d'ailleurs envisagés.

Cela semble peut-être paradoxal, monsieur Lefevre, mais ce n'est
qu'en appliquant le LIFO qu'on a pu s'attaquer à l'arriéré. En suivant
l'ancienne méthode de travail, notre arriéré aurait considérablement
augmenté. Au niveau de la régularisation, le secrétariat de recherche
a bien respecté le planning prévu et il ne lui reste plus qu'une
cinquantaine de dossiers à traiter.

A l'heure actuelle, j'ai signé 14.100 décisions positives qui m'ont été
soumises par le secrétariat de recherche et 5.200 décisions positives
sur la base des avis rendus par les chambres. J'ai suivi l'avis négatif
de la commission dans 3.150 dossiers; 3.100 dossiers ont été conclus
pour des raisons administratives telles que double usage, obtention
d'un statut, etc. Le contrôle "ordre public" n'est pas encore achevé
pour 1.700 dossiers et pour 1.250 dossiers une décision doit encore
être prise quant à savoir si les faits mentionnés sont de nature à
justifier une exclusion sur la base de l'article 5 de la loi du 22
décembre 1999, compte tenu de la jurisprudence très exigeante du
Conseil d'Etat. Ces dossiers requièrent un examen très sérieux. De
plus, 778 dossiers ont été saisis par des services judiciaires. Au total,
plus de 26.000 dossiers ont été entièrement traités et j'attends encore
les dossiers des chambres qui sont au nombre de 2.500 et pour
lesquels les décisions sont prises mais ils doivent encore être
finalisés administrativement, dactylographiés, etc.

de Last In First Out-werkwijze niet
tot gevolg zal hebben dat de oude
dossiers moeten worden herzien.
Het is de bedoeling van de
regering aan hen die het Belgisch
systeem willen misbruiken
duidelijk te maken dat zij bedrogen
zullen uitkomen. De regering is
vastberaden de nodige
maatregelen te treffen opdat de
situatie die tot de in december
1999 gestarte operatie van
regularisatie heeft geleid, zich niet
meer zou voordoen. De
asielorganen moeten de nieuwe
aanvragen behandelen zodra zij
binnenkomen. Tezelfdertijd
moeten zij de 40.000 voornamelijk
op het niveau van het
commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen hangende dossiers
onderzoeken.

Dat cijfer van 40.000 moet worden
gerelativeerd vermits veel van de
betrokken vreemdelingen
krachtens de wet van 22
december 1999 geregulariseerd
werden of zullen worden. Om
diverse redenen is bovendien een
aantal mensen niet meer
geïnteresseerd in die procedure.
De commissaris-generaal probeert
nu het percentage van die mensen
nauwkeurig te berekenen. Het zou
ongeveer 15 % bedragen.
Binnenkort zullen wij over
preciezere cijfers beschikken wat
de achterstand betreft. Ik heb de
fouten die in de jaren 1990 op het
vlak van de behandeling van de
asielaanvragen werden begaan,
moeten verbeteren door dossiers
die nog altijd hangende waren, te
regulariseren. De asielinstanties
hebben nooit zo snel gewerkt als
vandaag terwijl zij erg veel
dossiers moeten onderzoeken. De
regering verwacht van de
commissaris-generaal voor de
vluchtelingen dat hij zijn
achterstand inhaalt teneinde geen
overblijvende dossiers aan de
huidige of toekomstige minister
van Binnenlandse Zaken over te
laten. Mijnheer Lefèvre, als wij erin
zijn geslaagd de achterstand
definitief in te halen, is dat enkel

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Au niveau des chambres, où subsistent encore quelques dossiers,
moins de 6.000 dossiers restent à traiter. En ce qui concerne les
éloignements, le nombre de retours, les éloignements enregistrés en
2001 s'élèvent à 11.500 à ce jour. On compte 3.000 retours
volontaires, 4.300 refoulements et 4.200 rapatriements.

L'énumération des retours et éloignements par catégorie et par mois
serait fastidieuse, mais tout cela est disponible. Je réponds toujours
de manière précise à toutes les demandes qui me parviennent. Je
n'essaie nullement d'écarter les questions. La vérité à ses droits et est
d'ailleurs extrêmement positive pour l'instant.

De plus, il n'est pas fait de différence entre les décisions sur les
demandes introduites avant ou après le 1

janvier. Je mentionnerai

toutefois les éléments suivants:
- le nombre de rapatriements a doublé par rapport au début de
l'année, passant de 250 à 500 environ par mois;
- les retours volontaires sont également en augmentation de 200 à
350 par mois;
- quant aux refoulements, ils sont stables, mais leur nombre dépend
bien entendu essentiellement du nombre de personnes se présentant
à la frontière sans documents.

La comparaison entre le nombre de demandes d'asile et le nombre
d'éloignements pour la même période n'est pas pertinente: d'abord
parce que les éloignements pendant une période déterminée peuvent
concerner des étrangers n'ayant pas demandé l'asile ou l'ayant
demandé avant cette période, mais surtout parce qu'il est impossible
d'évaluer le nombre exact de personnes en situation illégale ayant
quitté le territoire, et donc le nombre exact de personnes à rapatrier.
Ce nombre est en tout état de cause supérieur au nombre de retours
et d'éloignements enregistrés. En effet, de nombreuses personnes
quittent le territoire par leurs propres moyens sans le signaler. Il faut
un certain délai aux communes pour s'en rendre compte, les
ambassades peuvent nous signaler qu'elles constatent des flux de
nationaux se présentant à leur bureau pour se mettre en règle avant
leur départ. J'ajoute qu'une personne en situation illégale, ne peut être
rapatriée que si elle est "éloignable".

Les éloignements d'illégaux occupant des centres ouverts se
déroulent actuellement selon une procédure qui a été élaborée en
concertation avec le ministre de l'Intégration sociale. Sur instruction
de l'Office des étrangers, la police se rend dans les centres d'accueil.
Le directeur du centre est prévenu à l'avance et met à disposition de
la police un local où les personnes à éloigner sont invitées à attendre.
Cette procédure a été évaluée en task-force chez le premier ministre,
avec lequel j'entretiens les meilleures relations, et qui contribue à
trouver en effet les équilibres en des sensibilités qui sont diverses.

Cette procédure a donc été évaluée, et il est apparu que le système
devait être amélioré. Le ministre de l'Intégration sociale y a fait état de
personnes en situation illégale qui occupaient toujours les centres,
alors qu'il est clair que ces centres ne sont destinés qu'aux
demandeurs d'asile en procédure. Comme je l'ai déjà signalé, mon
cabinet a alors préparé un avis répondant notamment à la
préoccupation du ministre de l'Intégration sociale.

Cet avis serait envoyé par courrier à chaque étranger dont la

en alleen omdat wij de LIFO-
werkwijze hebben toegepast.

Inzake regularisatie heeft het
onderzoekssecretariaat de
voorziene planning gerespecteerd.
Ik heb al 14.000 gunstige
beslissingen ondertekend op
grond van de dossiers die door het
onderzoekssecretariaat werden
voorgelegd en 5.200 gunstige
beslissingen op grond van de door
de Kamers uitgebrachte adviezen.
In 3.150 dossiers heb ik het
negatief advies van de commissie
gevolgd. 3.100 dossiers werden
om administratieve redenen
afgesloten. De controle inzake de
openbare orde is niet afgerond
voor 1.700 dossiers en voor 1.250
dossiers moet nog worden beslist
of de feiten een uitsluiting
rechtvaardigen. Bovendien werden
778 dossiers door de gerechtelijke
diensten in beslag genomen.
26.000 dossiers werden dus
behandeld. Ik wacht nog altijd op
de dossiers van de Kamers.

Wat de verwijderingen van het
grondgebied betreft, zijn voor 2001
tot dus ver 11.500 mensen naar
hun land van oorsprong
teruggekeerd. In 3.000 gevallen
betrof het een vrijwillige terugkeer
en er waren ook 4.300 uitwijzingen
en 4.200 repatriëringen.

In vergelijking met het begin van
het jaar is het aantal repatriëringen
verdubbeld; ook het aantal
mensen die vrijwillig zijn
teruggekeerd, neemt toe en het
aantal uitwijzigingen blijft stabiel.

Een vergelijking tussen het aantal
asielaanvragen en het aantal
repatriëringen is niet relevant
omdat de verwijderingen van het
grondgebied niet enkel betrekking
hebben op asielzoekers en
niemand weet hoeveel illegalen
het grondgebied hebben verlaten.
Dat laatste aantal ligt hoe dan ook
hoger dan het aantal mensen dat
is teruggekeerd en het aantal
geregistreerde verwijderingen van
het grondgebied.

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

demande d'asile a été refusée. Ce courrier vise à l'informer en toute
transparence des conséquences concrètes du refus de sa demande
sur sa situation de séjour. Il est d'abord informé qu'il a en principe
cinq jours pour quitter le territoire par ses propres moyens ou pour
s'inscrire dans un programme de retour volontaire organisé par l'OIM.
A défaut, et là se situe le changement, il est invité à se présenter à
l'Office des étrangers pour que l'on envisage la possibilité d'un
éloignement. Le cas échéant, il doit donc quitter son centre d'accueil,
faute de pouvoir être éloigné, et en cas de recours au Conseil d'Etat il
est orienté vers un autre centre. Je précise à M. De Crem que la
procédure ne s'appliquerait pas pour les mineurs non accompagnés
et les cas médicaux.

Enfin, l'audit commandé par le ministre de la Fonction publique relatif
à l'Office des étrangers a procédé à une étude portant sur le
traitement des demandes d'asile, le traitement des autorisations de
séjour, y compris les prolongations: services visas, bureaux A (séjour
étrangers non CEE) et E (séjour étrangers CEE), bureau étudiants,
bureau D (ordre public) et bureau des recours, le service
informatique, les archives et l'éloignement.

Une des principales conclusions de l'audit porte sur l'environnement
informatique qui doit être revu. Des adaptations seront effectuées,
afin d'augmenter la productivité, d'une part, et de générer l'information
de gestion, d'autre part. Des millions de dossiers sont, en effet, traités
à l'Office des étrangers.

Afin d'améliorer le fonctionnement de l'Office et tenant compte des
recommandations, je vais en outre instaurer à court terme les cellules
suivantes: gestion de l'information, contrôle de performance,
communication et budget.

Ces cellules seront coordonnées par un manager qui relèvera
directement du directeur général de l'Office des étrangers. Par cette
initiative, on veille à assurer d'ores et déjà une amélioration tant
quantitative que qualitative des procédures, en attendant la
désignation des managers, conformément au plan Copernic.

Toutes ces actions ont été préparées en parfaite harmonie avec le
directeur général qui est tout à fait conscient des problèmes
informatiques, des problèmes d'information et notamment, comme on
me l'a souvent répété ici, de la difficulté à atteindre l'Office des
étrangers, et encore plus la personne compétente pour un dossier. Il
faut aussi assurer le contrôle de la performance. En effet, à personnel
inchangé et avec une diminution des demandes, les agents devraient
désormais être plus disponibles pour se consacrer à d'autres tâches.
Il y a également lieu de veiller à une gestion performante du budget.

Monsieur le président, je crois avoir ainsi répondu de manière précise
aux questions qui m'ont été posées, comme je le fais habituellement.

De verwijdering van illegalen die in
open centra verblijven geschiedt
momenteel volgens een procedure
die in samenwerking met de
minister van Maatschappelijke
Integratie werd uitgewerkt en in de
task force bij de eerste minister
werd geëvalueerd. Die procedure
moet nog worden verbeterd. De
open centra moeten voor
asielzoekers worden
voorbehouden.

Mijn kabinet heeft een advies
voorbereid, dat elke
uitgeprocedeerde asielzoeker zal
worden toegestuurd teneinde hem
in te lichten over de concrete
implicaties van zijn situatie en over
de verplichting om het
grondgebied binnen vijf dagen te
verlaten of zich in te schrijven in
een programma voor vrijwillige
terugkeer, of zich aan te bieden bij
de dienst Vreemdelingenzaken
met het oog op zijn verwijdering.
De asielzoeker moet dus weg uit
zijn opvangcentrum. Gaat hij in
hoger beroep, dan moet hij naar
een ander centrum. De procedure
zal niet gelden voor niet-begeleide
minderjarigen en "medische
gevallen".

De door het ministerie van
Ambtenarenzaken bestelde audit
naar aanleiding van de hervorming
van de dienst
Vreemdelingenzaken betrof de
behandeling van de
asielaanvragen, de behandeling
van de verblijfsvergunningen, de
informaticadienst, het archief en
de verwijdering.

Een van de belangrijkste
conclusies van die audit is dat de
computerinfrastructuur aangepast
moet worden teneinde de
productiviteit te verhogen en
beheersinformatie te genereren.
Voorts zal ik cellen
"informatiebeheer",
"efficiencycontrole",
"communicatie" en "begroting"
instellen, die zullen draaien onder
het gezag van een manager, die

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

op zijn beurt zal rapporteren aan
de directeur-generaal van de
dienst Vreemdelingenzaken, in
afwachting van de aanstelling van
de managers conform het
Copernicusplan. Dit alles werd
zonder strubbelingen voorbereid in
overleg met de directeur-generaal.

03.05 De voorzitter: Mijnheer de minister, de heer Tastenhoye

vraagt verontschuldigd te worden omdat hij op dit moment een
interpellatie houdt in een andere commissie. Hij kon niet op uw
antwoord wachten om erop te repliceren.

03.06 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister

heeft op een aantal vragen een precies antwoord gegeven. Op één
punt waarvan ik graag gehad had dat hij er precies op antwoordde,
deed hij dat niet. Dat punt betrof iets dat hij zelf heeft aangehaald, te
weten dat hij niet overhaast te werk zou gaan.

Mijnheer de minister, op mijn vraag of er een nieuwe procedure komt
was het antwoord dat u niet ging precipiteren. "Je ne veux pas
précipiter," hebt u gezegd. Ik heb dus eigenlijk geen antwoord
gekregen op mijn vraag. Daarom herhaal ik ze: komt er een nieuwe
procedure, of komt ze er niet? Dit is de basis van mijn interpellatie.
Wij gaan er immers van uit dat er een nieuwe procedure moet komen.
Ik heb hierop geen antwoord gekregen, tenzij de minister bedoelde
met "ne pas précipiter" dat er wel een nieuwe procedure komt?

03.06 Pieter De Crem (CD&V):

Le ministre a répondu avec
précision à un certain nombre de
questions mais pas à toutes. Il a
déclaré qu'il n'était pas pressé
d'élaborer une nouvelle procédure.
Or, à nos yeux, elle est
nécessaire. Toutefois, le ministre
n'a pas précisé clairement si une
nouvelle procédure verrait ou non
le jour. Dès lors, je réitère cette
question essentielle: une nouvelle
procédure sera-t-elle élaborée?

03.07 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le président, ma réplique

ira un peu dans le même sens. Nous demandons aussi une réforme
de la procédure d'asile. Vous ai-je bien entendu dire que l'on attend
d'abord la directive européenne en préparation avant de réformer la
procédure d'asile? Or, cela ne sera pas nécessairement décidé à
Laeken. Cela peut être plus tard. Devrons-nous encore attendre
longtemps?

03.07 Jacques Lefevre (PSC):

Heb ik goed begrepen dat men nu
op de Europese richtlijn wacht
alvorens de asielprocedure in een
nieuwe vorm te gieten? Beide
processen hoeven niet samen te
gaan, want té tijdrovend.

03.08 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, j'ai

répondu de manière très précise, sans toutefois entrer dans le détail
des choses.

A l'occasion du conseil JAI, la méthode de travail a été modifiée en
substituant à l'examen du texte du projet de directive de la
Commission, un certain nombre de questions très importantes, telles
que:
- Faut-il prévoir une instance de recevabilité?
- Faut-il prévoir une procédure accélérée pour toutes les demandes
manifestement non fondées?
- Pour respecter l'objectif de rapidité et d'efficacité, quels niveaux de
recours sont acceptables? Faut-il une instance administrative ou un
recours juridictionnel? Si oui, quel devrait être le rôle assigné au
Conseil d'Etat, oeuvrant comme une cour de cassation
administrative? En effet, en additionnant toutes les garanties et les
protections, on ne répondra pas à l'impératif de rapidité des
procédures.
- Les recours formés doivent-ils être suspensifs, avec tous les
inconvénients que cela peut générer?

03.08 Minister Antoine

Duquesne: Ik heb die vragen
nauwkeurig beantwoord. Wij
hebben in het kader van de
Europese Raad Justitie en
Binnenlandse Zaken de
traditionele bespreking vervangen
door het onderzoek van een aantal
nauwkeurige en belangrijke
vragen opgeworpen door het
Europees voorzitterschap.

Vragen als: is er behoefte aan een
instantie die oordeelt over de
ontvankelijkheid, aan een
versnelde procedure voor
ongegrond bevonden aanvragen,
welke niveaus van beroep worden
aanvaardbaar geacht
(administratieve of rechterlijke
instantie)?

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Vous observerez que les questions qui sont posées au plan européen
sont exactement les mêmes que celles que nous nous posons en
Belgique. Il est donc raisonnable d'attendre les réponses à ces
questions avant de poursuivre la réforme de la politique d'asile.

Je suis fondamentalement convaincu que des décisions interviendront
au niveau européen. Si ce n'était pas le cas, cela constituerait un
échec terrible par rapport aux objectifs de Tampere qui imposaient,
entre 1994 et ce jour, que cette matière passe du troisième au
premier pilier. Il y aura donc vraiment une intégration sur le plan
européen.

J'espère que la future réforme sera porteuse du consensus
indispensable sur le plan européen, car je suis de plus en plus
convaincu que ce sont des problèmes qui ne peuvent trouver de
solution qu'à ce niveau, en passant par une harmonisation à l'échelle
de l'Europe.

La Belgique, au moment où elle assume la présidence de l'Union
européenne, entend se montrer bon élève. Certains de mes collègues
au Conseil européen se montrent pressés de modifier leurs
législations nationales. Mais ils risquent d'agir en contradiction avec
ce qui est souhaité par une majorité de membres du Conseil. Je leur
conseille donc d'attendre l'issue de la discussion pour voir le
consensus que nous pourrons réaliser. Nous éviterons ainsi de créer
des faits irréversibles par des législations nationales, qu'il serait de
plus en plus difficile d'harmoniser à l'avenir.

Et ce qui a été pour moi une source d'étonnement, c'est le consensus
atteint sur un certain nombre d'idées essentielles. Je n'ai pas
demandé à mes collègues européens de marquer un accord définitif
sur les réponses que j'ai proposées aux questions formulées tout à
l'heure.

Je leur ai demandé de me dire s'il existait un consensus en ce qui
concerne le déplacement du centre de gravité. Ils ont reconnu qu'en
effet, ils étaient d'accord avec les équilibres que je proposais et ils ne
voyaient pas d'objection à discuter sur la base du schéma des règles
de procédure uniformes qui pourraient se dégager. Nous allons, à
l'occasion du conseil JAI du mois de décembre, essayer de trancher
toutes ces questions. Si certaines ne devaient pas l'être, parce que
c'est une priorité de la présidence belge, les chefs d'Etat et de
gouvernement devraient poursuivre et je l'espère achever l'exercice à
l'occasion du sommet de Laeken.

Een andere vraag is of het
ingediende beroep opschortend
moet zijn, met alle bekende
nadelen die deze methode met
zich brengt.

In België worden dezelfde vragen
gesteld als op Europees vlak. Het
antwoord op deze vragen moet
worden afgewacht alvorens de
hervorming van de asielprocedure
voort te zetten.

Als er geen beslissingen worden
genomen op Europees vlak, zou
dat betreurenswaardig zijn ten
opzichte van de Europese Raad
van Tampere.

Die problemen kunnen enkel door
harmonisatie op Europees niveau
opgelost worden. Het heeft geen
zin onomkeerbare situaties te
creëren, door bijvoorbeeld
nationale regels uit te vaardigen
die almaar moeilijker
geharmoniseerd kunnen worden.

Het aantal beslissingen waarover
een consensus mogelijk is, heeft
mij verbaasd. De Raad JBZ van
december zal de gelegenheid
bieden om de knoop door te
hakken. Die oefening zal
eventueel ter gelegenheid van de
top van Laken worden afgerond.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido Tastenhoye, Pieter De Crem en Jacques Lefevre
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken,
vraagt aan de regering
om een correct en efficiënt asielbeleid te voeren, gebaseerd op snelle procedures, een verplicht verblijf in
gesloten centra met enkel materiële en humanitaire hulp, en de snelle repatriëring van uitgeprocedeerden,

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

zoals voorgesteld in de resolutie nr. 1092/001 van de heren Annemans en Tastenhoye "betreffende het
vleugellamme karakter van het huidige asielbeleid, de ondoelmatigheid van de nieuwe door de regering
voorgestelde vluchtelingenpolitiek en de instelling van een efficiënt en doelmatig asielbeleid";
en vraagt de regering in het bijzonder
om vanaf het ogenblik dat de regularisatieoperatie is beëindigd en ten laatste vanaf 1 januari 2002, de
overheveling te realiseren van alle beschikbare personeelsleden van de Regularisatiecommissie naar het
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen met het oog op de snelle en doelmatige afwerking van de
nog meer dan 40.000 overgebleven "oude" asielaanvragen daterend van voor 3 januari 2001."

Une première motion de recommandation a été déposée par M. Guido Tastenhoye et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Guido Tastenhoye, Pieter De Crem en Jacques Lefevre
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement
de mettre en oeuvre une politique d'asile appropriée et efficace, fondée sur des procédures rapides et
l'obligation de séjour en centre fermé assorti d'une aide exclusivement matérielle et humanitaire, et de
veiller au rapatriement rapide des demandeurs d'asile déboutés, conformément à la résolution n° 1092/001
de MM. Annemans et Tastenhoye relative à "l'inadéquation de la politique d'asile actuelle, à l'inefficacité de
la nouvelle politique des réfugiés proposée par le gouvernement et à l'élaboration d'une politique d'asile
efficiente et adéquate";
demande en particulier au gouvernement
de transférer, dès la fin de l'opération de régularisation et au plus tard le 1 janvier 2002, l'ensemble des
membres du personnel disponibles de la Commission de régularisation au Commissariat-général aux
réfugiés en vue de permettre l'achèvement rapide et efficace de l'examen des plus de 40.000 "anciennes"
demandes d'asile antérieures au 3 janvier 2001 et toujours en suspens."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido Tastenhoye, Pieter De Crem en Jacques Lefevre
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken,
beveelt de regering aan de hervorming van de asielprocedure niet langer uit te stellen en het betreffende
wetsontwerp voor 31 december 2001 in de Kamer te behandelen."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Pieter De Crem et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Guido Tastenhoye, Pieter De Crem en Jacques Lefevre
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement de ne plus reporter la réforme de la procédure d'asile et de faire en sorte
que le projet de loi relatif à cette matière puisse être examiné par la Chambre avant le 31 décembre 2001."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Denis D'hondt, André Frédéric, Charles Janssens en
Tony Smets en mevrouw Kristien Grauwels.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Denis D'hondt, André Frédéric, Charles Janssens et
Tony Smets et Mme Kristien Grauwels.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Filip De Man aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de politiekorpsen in Charleroi"
(nr. 5478)
- de heer Olivier Chastel aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de operationele statistieken
van de politiekorpsen in Charleroi" (nr. 5514)

04 Questions jointes de

- M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "les forces de police à Charleroi" (n° 5478)
- M. Olivier Chastel au ministre de l'Intérieur sur "les statistiques opérationnelles des forces de police

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de la région de Charleroi" (n° 5514)

04.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, we weten allemaal dat het in Charleroi bijzonder
slecht gaat. Al die jaren dat ik lid ben van de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, heb ik gehoord onder meer van uw
voorganger, de heer Tobback dat Brussel de zwarte vlek op de
kaart was. Het leek er echter op dat Charleroi steeds meer die zwarte
vlek aan het worden was.

Men heeft een aantal federale agenten op Charleroi afgestuurd en
naar verluidt zou dat een lichte verbetering van de onveiligheid in de
streek hebben teweeggebracht. Het moet worden gezegd dat de
federale politie een belangrijke inspanning levert om de criminaliteit
daar te bekampen. Er worden zelf helikopters ingezet.

Sedert wanneer is die inzet van de federale politie er en hoelang zal
die maximaal kunnen duren? Kan de minister deze inspanning
verantwoorden met een overzicht van het aantal criminele feiten in dit
gerechtelijk arrondissement in de vorige vier kwartalen?

Hoe groot is het operationeel korps momenteel in Charleroi? Is er een
tekort aan manschappen? Hoe groot was het maximale aantal
federale agenten dat totnogtoe werd ingezet in Charleroi? Men
spreekt over een kleine dertig mensen. Welke graden bekleden die
federale agenten? Welke extra middelen hebben zij meegebracht?
Gaat het om voertuigen, helikopters, politiehonden?

Kan de minister begroten hoeveel deze inspanning van de federale
politie per week kost? Ik bedoel een globale kostprijs, die de normale
personeelskosten, de overuren, de logistieke steun en alle andere
middelen omvat. Komt die inspanning volledig te laste van het budget
van de federale politie? Zo neen, wie betaalt dit dan wel?

Zijn er andere steden of arrondissementen in Wallonië, Brussel of
Vlaanderen die op een dergelijke helpende hand van de federale
politie mogen rekenen? Over hoeveel manschappen gaat het daar
dan?

04.01 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): Jusqu'il y a peu, Charleroi
avait des allures de Chicago.
Grâce aux agents de la police
fédérale, l'insécurité serait à
présent un peu moins grande. La
police fédérale aurait même
recours à des hélicoptères. On
peut donc dire qu'un effort
considérable est fait.

Depuis quand cette nouvelle
approche est-elle en vigueur?
Combien de temps cet effort sera-
t-il soutenu? Le ministre pourrait-il
justifier cet effort en donnant un
aperçu du nombre de faits
criminels survenus au cours des
quatre derniers trimestres dans
l'arrondissement judiciaire en
question? Quel est l'effectif du
corps opérationnel à Charleroi? Y
a-t-il un manque d'hommes? Quel
est le nombre maximum d'agents
engagés sur le terrain? Quels
étaient leurs grades? A quels
moyens supplémentaires a-t-on
fait appel? Quel coût cela
représente-t-il pour la police
fédérale? Le coût est-il
entièrement à charge de la police
fédérale? Dans la négative, par qui
est-il supporté?

D'autres villes peuvent-elles aussi
compter sur cette aide? Combien
d'hommes sont alors concernés?

04.02 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Monsieur le ministre,

permettez-moi de ne pas partager la vision que mon collègue a de
Charleroi lorsqu'il dit que les choses vont très mal et que c'est la zone
noire du pays. Moi, je m'y sens bien et cette ville n'est certainement
pas une zone plus noire que toute grande ville qui connaît des
problèmes de sécurité.

Monsieur le ministre, je ne l'ai pas fait exprès, mais ma question
comporte des éléments chiffrés qui seront déjà des éléments de
réponse à M. De Man. A la suite de la réforme des polices, le territoire
de la ville de Charleroi est doté d'un effectif policier composé de 680
ex-policiers communaux et 184 ex-gendarmes issus des anciennes
brigades territoriales. C'est la réforme des polices qui l'a voulu ainsi.
Ce n'est certainement pas un effectif excessif pour une grande ville
comme Charleroi.

Cette police locale assure notamment la présence policière de terrain.
En fonction du type et du taux de criminalité présent à Charleroi, cet

04.02 Olivier Chastel (PRL FDF

MCC): Ik heb niet dezelfde
zienswijze over de situatie in
Charleroi als mijn collega.
Charleroi is geen zwartere vlek op
de kaart dan andere grote steden
met een criminaliteitsprobleem,
mijnheer De Man.

Ten gevolge van de
politiehervorming beschikt de Stad
Charleroi over 680 (gewezen)
gemeentelijke politieagenten en
184 (voormalige) rijkswachters van
de territoriale brigades. Die lokale
politie staat in voor de politionele
aanwezigheid in het veld.
Afhankelijk van het soort van

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

effectif est complété depuis le 23 juillet par des renforts fédéraux ainsi
que par de l'équipement d'intervention.

Ma question est spécifique et porte sur des statistiques
opérationnelles telles qu'on les connaît trop peu souvent à Charleroi,
sur le terrain, et elle vise aussi à répondre à un certain nombre de
critiques que l'on entend au sein de la ville de Charleroi. Est-il
possible de connaître les statistiques opérationnelles en heures de
prestation des services des différents corps de police (policiers
communaux, gendarmes issus des brigades territoriales et renforts
fédéraux) ainsi que la répartition de ces heures prestées dans le
cadre des missions spécifiques de patrouilles et de barrages qui sont
de nouvelles missions mises en place en fonction des accords pris
entre le bourgmestre de Charleroi et le directeur-coordinateur de la
police fédérale?

criminaliteit en de
criminaliteitscijfers in Charleroi
krijgen die manschappen sinds 23
juli versterking van de federale
politie en krijgen ze extra
interventiemateriaal.

Kan u de operationele statistieken
meedelen voor de onderscheiden
politiekorpsen, evenals een
opsplitsing van het aantal
diensturen dat besteed werd aan
bepaalde opdrachten (meer
bepaald: patrouilleren en het
opwerpen en bemannen van
wegversperringen)?

04.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, je

voudrais tout d'abord rassurer M. Chastel: globalement, la situation de
Charleroi n'est pas, sauf dans deux domaines sur lesquels je
reviendrai, plus préoccupante qu'à Anvers, Liège, Bruxelles et
d'autres grandes villes. D'ailleurs, le moniteur de sécurité qui étudie
les réactions des citoyens à des phénomènes criminels indique que,
très heureusement, les habitants de Charleroi ne sombrent pas dans
la paranoïa. S'ils ont des inquiétudes légitimes, ils ne comparent
certainement pas leur ville à Chicago. Je dis cela car certains feraient
bien de réfléchir à deux fois avant de donner eux-mêmes une image
négative de leur propre région et s'étonner des commentaires par la
suite. Je suis allé à Charleroi dire ce que je viens de vous déclarer. Je
n'ai pas été extraordinairement bien accueilli. Ne vous inquiétez pas
en ce qui concerne les déclarations de M. Tobback. Il avait parlé de
Charleroi à l'occasion de l'Eurofoot en prédisant des morts. Il n'est
pas venu à Charleroi lors du match Angleterre-Allemagne et c'est bien
dommage car, dans le stade, Charleroi était certes un peu bruyant
mais restait pourtant un des endroits les plus calmes en Europe. M.
Tobback n'est pas vraiment une pythie, Mme Soleil ou un visionnaire.

Cela étant, il est exact que la police fédérale, et avant elle la
gendarmerie, collabore depuis longtemps avec les services de police
de Charleroi. J'en veux pour preuve les nombreuses missions d'appui
aérien et les renforts ponctuels en personnel, par exemple à
l'occasion des fêtes de fin d'année. Comme prévu par la loi sur la
police intégrée, cet appui se poursuivra dans le futur.

La criminalité dans la région de Charleroi est effectivement
préoccupante. Les phénomènes considérés sont essentiellement les
hold-up, les vols à main armée et les car-jackings. A titre d'exemple,
entre septembre 2000 et septembre 2001, la moyenne mensuelle de
faits commis dans l'arrondissement judiciaire est de 18 hold-up, 33
vols à main armée et 41 car-jackings.

A la date du 31 décembre 2000, la police communale de Charleroi
comptait 689 policiers. Au 1

avril 2001, la police fédérale comptait,

quant à elle, 159 policiers dans la zone de police (ceci inclut les
brigades fédérales de Charleroi, Marchienne, Gilly et Jumet).
Néanmoins, par un effort important consenti par le niveau fédéral, cet
effectif a été porté à 187 au 28 août 2001, par le biais de
détachement de personnel provenant essentiellement de la réserve

04.03

Minister Antoine

Duquesne: De politiediensten
hebben de afgelopen maanden
inspanningen gedaan om de
criminaliteit in Charleroi aan te
pakken.

De inwoners van Charleroi zijn
ongerust, maar vergelijken hun
stad daarom nog niet met
Chicago.

Ik heb Charleroi bezocht, waar ik
niet al te hartelijk ontvangen werd
men is daar niet zo blij met wat
er over hun stad wordt gezegd.
De voetbalwedstrijd die in het
kader van het E.K. in Charleroi
gespeeld werd (Engeland-
Duitsland) is prima verlopen, alle
waarschuwingen van de heer
Tobback ten spijt. Het was
trouwens nog een van de rustigste
stadions in dat hele gebeuren.

De federale politie verleent de
politie van Charleroi al geruime tijd
samenwerking en zal dat blijven
doen.

De criminaliteit neemt in deze
regio immers onrustwekkende
proporties aan.

Op 31 december 2000 telde de
gemeentepolitie van Charleroi 689
agenten. Op 1 april 2001 telde de
federale politie in de politiezone
159 agenten. Hun aantal is op 28
augustus 2001 op 187 gebracht.
Volgens plan zouden bij de

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

fédérale.

Notons enfin que lors de la création de la police locale, il est prévu
que 184 policiers fédéraux rejoignent leurs collègues actuellement en
service dans la police communale. On peut donc en déduire
qu'aujourd'hui, les effectifs additionnés de la police communale et de
la police fédérale représentent concrètement l'effectif qui sera présent
dans la future police locale de Charleroi. Il faut remarquer ici que
Charleroi - et son bourgmestre - est une de ces communes
heureuses qui, avec les décisions qui ont été prises par le
gouvernement, verra et c'est justifié ses moyens augmenter et
pourra engager du personnel policier supplémentaire, ce qui aurait dû
être probablement fait plus tôt.

Le renfort fédéral s'articule autour de différents axes: soit il est
spécialisé (par exemple, appui aérien), soit il est en rapport avec des
opérations de sécurisation planifiées, soit il est combiné avec d'autres
missions afin d'optimaliser l'engagement du personnel. L'effectif est
donc variable: cela peut aller d'une dizaine de policiers à plus de
vingt. Il ne faut pas non plus perdre de vue la petite trentaine de
policiers fédéraux qui sont, en permanence, détachés sur place.

L'évaluation des coûts de ce renfort est difficile à établir avec
précision étant donné que les calculs tiennent compte de la situation
individuelle de chaque policier ainsi que des autres missions
prestées. Néanmoins, à titre indicatif, on peut citer que, entre janvier
et septembre 2001, pas moins de 38.000 heures ont été prestées
uniquement pour des opérations de sécurisation et 13.000 heures
pour des contrôles de personnes ou de véhicules. A titre de
comparaison, en 2000, ces prestations s'élevaient respectivement à
12.000 et 5.000 heures. Les prestations des policiers fédéraux sont
prises en charge par le budget fédéral.

Le renfort fédéral bénéficie à l'ensemble du pays, en fonction des
besoins locaux. D'autres arrondissements ou villes sont renforcées en
fin d'année (Liège et Mons) tandis que certains reçoivent un renfort
pour des opérations anti-home-jacking (Dendermonde et Asse) ou
anti-drogue. L'investissement en personnel est variable mais, dans
bien des cas, c'est cette contribution qui permet aux services de
police locaux de mettre sur pied des opérations d'envergure
bénéficiant d'un appui spécialisé.

L'opération de sécurisation entamée le 23 juillet, qui ne visait qu'à
renforcer des mesures déjà d'application, se poursuit encore
actuellement.

Si l'on constate ces dernières semaines un tassement, voire une
diminution de la criminalité, il est cependant trop tôt pour déterminer
quels facteurs criminels ont été réellement touchés par les actions
policières ou quel fut l'impact réel de ces mesures.

Je vous répète de manière synthétique les premiers résultats chiffrés
des prestations: une augmentation des heures prestées depuis le
mois de juillet et la répartition relativement équilibrée des heures
prestées entre la police communale, la police fédérale de Charleroi et
la réserve fédérale. Il faut toutefois signaler qu'en août et septembre,
le renfort fédéral pour les patrouilles et les barrages porte au
minimum sur 50% des heures prestées. Au sein des forces de police

oprichting van de lokale politie 184
federale agenten aan de
gemeentepolitie worden
toegevoegd. De som van die
personeelsformaties stemt
bijgevolg inderdaad overeen met
de personeelsformatie van de
toekomstige lokale politie.

Het federale niveau verleent
versterking die ofwel
gespecialiseerd is, ofwel met de
geplande veiligheidsoperaties
verband houdt, ofwel met andere
opdrachten wordt gecombineerd.
De aard van de versterking
varieert dus. Een dertigtal federale
agenten is permanent ter plaatse
gedetacheerd.

Het is moeilijk de kostprijs van die
versterking precies in te schatten.
Ter informatie deel ik u mee dat
van januari tot september 2001
voor veiligheidsoperaties 38.000
uren zijn gepresteerd en voor
personen- of voertuigencontroles
13.000 uren, tegenover
respectievelijk 12.000 en 5.000
uren in 2000. De prestaties van de
federale agenten worden op de
federale begroting ingeschreven.

De federale versterking komt het
hele land ten goede. De
investering in mankracht is
veranderlijk, maar in vele gevallen
maakt die bijdrage het de lokale
politiediensten mogelijk
grootschalige operaties op het
getouw te zetten met een
gespecialiseerde ondersteuning.

De jongste maanden hebben de
politiediensten inspanningen
geleverd om de criminaliteit in de
streek van Charleroi te bestrijden.
De op 23 juli gestarte
veiligheidsoperatie is nog altijd aan
de gang. Recentelijk is weliswaar
een afname van de criminaliteit
vastgesteld, maar toch is het nog
te vroeg om uit te maken welke
vormen van criminaliteit door het
politieoptreden werden
teruggedrongen. Ik zal u bij deze
een beknopt overzicht geven van
de eerste cijfergegevens met

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de Charleroi, la répartition entre police fédérale et communale, pour
ces deux mois, est également d'environ 50/50.

Les chiffres confirment donc bien que le fédéral prend sa part du
travail.

Avant la mise en oeuvre systématique des renforts fédéraux, la police
communale prestait au moins autant d'heures que la police fédérale
et a fourni un effort plus important dans le courant des mois de mai et
juin.

A présent, il faudra agir de façon systématique au niveau des plans
zonaux de sécurité. Il faudra déterminer les objectifs, les priorités et
les moyens que l'on est décidé à mettre en oeuvre. Il est incontestable
qu'un effort important doit être consenti au plan local. C'est pour cela
que l'on a voulu une police intégrée à deux niveaux.

Bien sûr, des priorités sont également fixées à la police fédérale. On
les retrouve dans le plan national de sécurité. Il est incontestable que
les phénomènes qui se passent à Charleroi font partie des priorités de
ce plan national de sécurité. De surcroît, il n'y a pas de cloisonnement
entre les services de police, comme le précise d'ailleurs la loi de
1998. Il s'agit de deux polices intégrées. La police fédérale doit
intervenir lorsque le besoin s'en fait sentir. Cela se fera sur l'ensemble
du territoire en fonction des évaluations auxquelles il sera procédé.

betrekking tot de prestaties van de
politiediensten. Sinds 23 juli 2001
valt een stijging van het aantal
gepresteerde uren te noteren. Die
gepresteerde uren zijn vrij
evenwichtig verdeeld over de
diverse politiekorpsen. In augustus
en september was de federale
versterking voor de patrouilles en
de versperringen goed voor ten
minste 50% van de gepresteerde
uren. Vóór de stelselmatige inzet
van de federale versterking,
presteerde de politie minstens
evenveel uren als de federale
politie en in mei en juni heeft zij
een grote inspanning geleverd.

04.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, u zegt dat men toch niet tegen een
doorgedreven samenwerking tussen de lokale en de federale politie
kan zijn met het doel de bevolking te dienen en de criminelen te
bestrijden. Er zit echter iets meer achter en u hebt dat handig
ontweken. Het komt mij voor dat tientallen miljoenen worden
uitgegeven aan personeelskosten omdat Charleroi in het verleden
eenvoudigweg te weinig politiemensen heeft aangeworven. De stad zit
nog altijd met een serieus tekort wat het eigen operationele korps
betreft. Dus moet de federale kas de zaak betalen, en dus moet ook
de Vlaamse belastingsbetaler dat voor een deel ophoesten. Er zijn 28
extra mensen gedetacheerd en dat is wellicht een noodzakelijkheid. Ik
ontken dat niet. Uzelf en de heer Chastel proberen het voor te stellen
alsof de toestand niet zo erg is in Charleroi. Als men het in de streek
zelf luid uitschreeuwt, dan zal er toch wel iets van kloppen en dan zal
men toch geen dertigtal federale agenten en een helikopter moeten
sturen. Ik hoop dat u als minister erop zult toezien dat de stad
Charleroi de moeite doet om zo gauw mogelijk het tekort aan te vullen
en niet langer te moeten teren op de federale kas.

04.04 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): On ne peut
raisonnablement s'opposer à
l'instauration d'une collaboration
poussée entre la police locale et la
police fédérale si celle-ci permet
de faire reculer la criminalité. Mais
cette collaboration masque
d'autres enjeux. L'Etat fédéral
dépense des dizaines de millions
de francs parce que Charleroi est
confronté à un déficit au sein de
son corps opérationnel. Le
recrutement de vingt-huit agents
supplémentaires est visiblement
nécessaire mais j'espère toutefois
que le ministre veillera à ce que,
désormais, Charleroi trouve elle-
même des solutions pour combler
ce déficit afin de ne plus devoir
compter sur la manne fédérale.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Vraag van de heer Filip de Man aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de overgang van ex-

rijkswachters naar het operationeel kader van de lokale politie" (nr. 5480)

05 Question de M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "le transfert d'anciens gendarmes vers le

cadre opérationnel de la police locale" (n° 5480)

05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, zoals wij reeds maandenlang weten zullen er

05.01 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): Au total, ce sont 7.539

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

exact 7539 voormalige rijkswachters naar de lokale korpsen in de
nieuwe politiezones overstappen. Dat is een gevolg van de
Octopusakkoorden. De brigades smelten samen met de
gemeentepolitie en vormen zo samen die nieuwe korpsen. Mijn vraag
is hoever men met die procedure staat. Dat moet toch allemaal
wettelijk in orde zijn. Hoeveel koninklijke besluiten moeten worden
uitgevaardigd en wanneer verschijnen die koninklijke besluiten? Er
zijn 196 zones. Kunt u ons een schriftelijk overzicht geven van
hoeveel ex-rijkswachters naar elk van die zones gaan? Met andere
woorden, kunnen wij op zo'n overzicht zien hoeveel overtallige zones
er zijn en hoeveel er vragende partij zijn?

anciens gendarmes qui seront
transférés vers les corps locaux
des nouvelles zones de police, qui
résultent de la fusion des brigades
et de la police communale.

Combien d'arrêtés royaux doivent
être pris en la matière? Quand
seront-ils publiés?

Combien d'anciens gendarmes
seront affectés aux 196 zones?
Combien y a-t-il de zones
surnuméraires? Combien de
zones sont demandeuses?

05.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, monsieur

De Man, je répondrai plus exhaustivement à votre deuxième question
à l'occasion de votre question suivante.

Donc, en ce qui concerne les questions 1 et 2, je puis répondre ceci.
Deux arrêtés exécutant l'article 235 de la loi du 7 décembre 1998 sont
actuellement en préparation. Le premier, relatif à la ventilation de ces
ex-gendarmes entre les différentes zones, a été transmis pour avis au
Conseil d'Etat. Le deuxième, concernant la prime visant à inciter les
membres du personnel en surnombre à solliciter aussi vite que
possible leur mutation, est actuellement soumis à la procédure
préalable de contrôle administratif et budgétaire.

Lorsque les conditions de l'article 248 de la même loi seront
satisfaites, le corps local sera institué par un arrêté royal particulier.
Ce n'est qu'à partir de ce moment que l'identité des membres du
personnel de la police fédérale qui migreront vers le corps local
pourra être consignée par arrêté ministériel. Entre-temps, ces noms
auront toutefois été communiqués aux zones de police dès le mois de
novembre prochain, au cours duquel auront aussi lieu les mutations
effectives.

05.02 Minister Antoine

Duquesne: Twee besluiten tot
uitvoering van artikel 235 van de
wet van 7 december 1998 tot
organisatie van een geïntegreerde
politiedienst, gestructureerd op
twee niveaus, worden voorbereid.
Het eerste betreft de verdeling van
de oud-rijkswachters over de
onderscheiden zones en is voor
advies naar de Raad van State
overgezonden. Het tweede betreft
de premie die het overtallig
personeel aanmoedigt snel om zijn
overplaatsing te vragen en is aan
een voorafgaande procedure van
administratieve en budgettaire
controle onderworpen. Zodra de
voorwaarden van artikel 248 van
de wet vervuld zijn, zal het lokale
korps bij bijzonder koninklijk
besluit worden opgericht.

Dan zal de identiteit van de leden
van de federale politie die voor de
lokale politie opteren bij koninklijk
besluit worden opgetekend. Die
namen zullen echter al aan de
zones worden meegedeeld in
november, wanneer de
overplaatsingen effectief
plaatsvinden.

05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): De twee koninklijke besluiten

komen er binnen enkele dagen, mogelijk zelfs enkele weken, als ik
zie dat het nog naar de budgetcontrole van de Raad van State moet
gaan. Dan moet er nog een ministerieel besluit komen waarin, als ik
het goed begrepen heb, mijnheer de minister, de 7.539 rijkswachters
zullen opgesomd worden met hun bestemming.

05.03 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): Les deux arrêtés royaux
seront donc pris dans quelques
jours et seront suivis d'un arrêté
ministériel. Ces arrêtés
mentionneront-ils l'ensemble des
7539 gendarmes en question en
précisant leur nouvelle affectation?

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

05.04 Antoine Duquesne, ministre: Si je pouvais tout faire tout seul,

ce serait plus facile, monsieur De Man!

05.04 Minister Antoine

Duquesne: Als ik alles alleen zou
kunnen doen, zou het
gemakkelijker zijn maar er moet
rekening worden gehouden met
andere gesprekspartners, zoals de
Raad van State bijvoorbeeld.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Filip de Man aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de premie voor

politiemensen die verhuizen naar een andere zone" (nr. 5481)

06 Question de M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "la prime octroyée aux membres du

personnel des services de police qui déménagent dans une autre zone" (n° 5481)

06.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, we

zullen binnen enkele weken een duidelijker zicht krijgen op de
overschotten en de tekorten. Ik hoop alsnog dat de minister ons zo
gauw mogelijk een overzicht kan geven. In het kader van die
overschotten en tekorten in de politiezones, zullen honderden agenten
moeten verhuizen. Ik neem aan dat het onmogelijk is om vandaag al
te zeggen over hoeveel mensen het precies zal gaan. Het zou mij
plezieren indien dit wel zou kunnen, maar de voornaamste vraag is of
u over voldoende kandidaten beschikt voor de moeilijke zones? We
weten immers allemaal dat niet veel agenten in Brussel 19 willen
blijven. Welke tekorten bestaan er momenteel op het vlak van
operationeel personeel in Brussel 19, Gent, Antwerpen, Charleroi,
Mechelen en Luik? Wil u die agenten aan de slag wil krijgen in die
moeilijke steden en gemeenten, dan moet u ze een of andere premie
bieden. Welk nettobedrag krijgen de agenten die verhuizen naar die
moeilijke steden en gemeenten?

Ik heb in de pers gelezen dat u tot een half miljoen hebt geboden,
maar dat de vakbonden minstens 800.000 frank tot zelfs 1 miljoen
vroegen. Het is zeer belangrijk om het nettobedrag te kennen,
mijnheer de minister, want u weet zo goed als ik dat de honger van de
Belgische fiscus bijna onbegrensd is. Er was in een pot voorzien - u
hebt onze commissie daar maanden geleden over ingelicht - van 300
miljoen. Zal die pot volstaan?

Dan stel ik nog een vraagje met de blik op de toekomst. Gaat u het
principe van die verhuispremie behouden? Ik kan mij voorstellen dat
de gemeenten het hoofd zullen moeten bieden aan de plaatselijke
tekorten en dat u ze daarbij zult moeten helpen.

06.01 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): Etant donné qu'un certain
nombre de zones de police sont
confrontées soit à un excédent,
soit à un manque d'effectifs, de
nombreux agents se verront
obligés de déménager. Combien
d'agents sont concernés? Trouve-
t-on suffisamment de candidats
pour les zones difficiles comme les
communes bruxelloises? Qu'en
est-il de la pénurie d'effectifs dans
les grandes villes? Le budget de
300 millions de francs prévu pour
les primes de déménagement est-
il suffisant? A combien s'élève
cette prime? Le ministre compte-il
également maintenir cette prime
dans le futur en fonction de la
nécessité de transférer des
effectifs?

06.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, monsieur

De Man, vous avez raison quand vous dites qu'en ce moment, il est
impossible de déterminer le nombre exact de membres du personnel
excédentaires. Il ne sera possible de le connaître qu'à l'issue de la
consultation définitive des responsables locaux. Ceux-ci peuvent en
effet décider de transférer un nombre d'ex-gendarmes inférieur au
chiffre de ceux présents le 23 mai 1998, c'est-à-dire à la date des
accords Octopus. Mais ils peuvent aussi en demander plus.

Dès lors que le nombre exact de places vacantes n'est pas encore
identifié, il est impossible de déterminer la mesure dans laquelle les
membres du personnel vont se déclarer candidats pour l'une des

06.02 Minister Antoine

Duquesne: Het precieze aantal
overtallige personeelsleden is
onmogelijk vast te stellen. Dat
zullen wij weten na de definitieve
raadpleging van de plaatselijke
verantwoordelijken.

Het is onmogelijk te bepalen in
hoeverre de betrokken
personeelsleden zich voor een van
de openstaande betrekkingen

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

places ouvertes, ceci incluant évidemment les communes
bruxelloises. On pourrait aussi parler de Charleroi, d'Anvers, etc.

Je ne veux pas nier l'évidence qui s'impose dans certaines grandes
villes, mais il est, à l'heure actuelle, impossible de donner une
réponse précise. Pour être à même de définir les carences
opérationnelles du corps local, il convient à tout le moins de disposer
de son cadre et du plan local de sécurité qui, comme je l'ai dit tout à
l'heure, sera l'instrument permettant de vérifier s'il y a adéquation
entre les problèmes diagnostiqués, les objectifs arrêtés, les priorités
déterminées et les effectifs disponibles.

La prime proposée s'élève à 500.000 francs brut par personne. Le
projet d'arrêté relatif à cette prime a été favorablement négocié avec
les organisations syndicales et suit, pour l'instant, le cours nécessaire
et préalable de la procédure de contrôle administratif et budgétaire.
Le montant net de la prime, eu égard aux règles fiscales, diffère d'un
individu à l'autre. Sur la base de l'évaluation à laquelle nous avons
procédé, l'enveloppe de 300 millions devrait non seulement suffire
pour faire face à cette charge, mais également pour supporter
pendant deux ans le coût des traitements des gendarmes qui ne
voudraient pas faire mutation et qui ne seraient pas acceptés par les
zones de police.

Les membres du personnel en surnombre peuvent bénéficier de cette
prime de déménagement spécifique pendant un maximum de deux
années à partir du 1

janvier 2002.

kandidaat zullen stellen.

Om de operationele noden van het
plaatselijk korps te bepalen,
moeten het personeelsbestand en
het plaatselijk veiligheidsplan
beschikbaar zijn.

De voorgestelde toeslag bedraagt
500.000 BEF bruto per persoon.
De onderhandelingen met de
vakbondsorganisaties over het
ontwerp van koninklijk besluit met
betrekking tot die toeslag verliepen
in een gunstig klimaat. Rekening
houdend met de geldende fiscale
regels is het nettobedrag van die
toeslag niet hetzelfde voor
iedereen. Het budget van 300
miljoen zou moeten volstaan. De
overtallige personeelsleden
kunnen die specifieke
verhuispremie genieten gedurende
een maximumperiode van twee
jaar vanaf 1 januari 2002.

06.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, op mijn

vraag hoe groot de tekorten zijn in steden zoals Brussel, Antwerpen,
Charleroi antwoordt u dat dit moeilijk uit te maken is omdat een aantal
elementen nog moet worden afgewacht. Zoals men echter zegt:
"gouverner, c'est prévoir". In uw geval betekent dit dat u toch een min
of meer benaderende kijk zou moeten hebben op die tekorten. In de
loop van november zult u in elk geval een antwoord op deze vraag
moeten kunnen geven. Dan zal meteen ook blijken of de som van 300
miljoen frank die u hebt uitgetrokken wel zal volstaan. Er zal dan
immers ook blijken of er genoeg kandidaten zijn. Ik ben daar namelijk
helemaal niet zeker van. Mijn ervaring in Brussel leert mij dat zij hier
zo snel mogelijk weg willen. Ik vrees dus dat u niet veel volk zult
vinden met de 250.000 frank netto die u aan de agenten en de
inspecteurs gaat uitkeren. Goed, we zullen hier blijkbaar volgende
maand op moeten terugkomen.

06.03 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): Vous prétendez qu'il est
difficile de mesurer l'étendue de la
pénurie, parce que certains
éléments ne sont pas encore
connus. Mais gouverner, c'est
prévoir, et j'estime que vous devez
pouvoir présenter des résultats
pour la fin novembre. Il apparaîtra
alors si la somme de 300 millions
suffira et il apparaîtra aussi s'il y
aura des candidats en nombre
suffisant. J'ai en effet l'impression
que l'on préfère quitter Bruxelles.
Je crains qu'avec ces 250.000
francs nets, vous ne mobilisiez
guère d'agents, mais nous
devrons attendre pour le savoir.

06.04 Antoine Duquesne, ministre: Je l'avais annoncé: cette phase

transitoire implique de prendre un certain nombre de mesures et de
respecter une chronologie. Tant que je n'aurai pas pris la dernière des
circulaires, on me reprochera de ne pas l'avoir prise.

Il y a aussi une logique à un système d'une police intégrée à deux
niveaux. Vous ne pouvez pas demander au ministre de l'Intérieur de
se substituer à des analyses qui doivent également être faites au
niveau local, avec les instruments du nouveau dispositif.

Le problème que vous signalez n'est pas lié à la réforme des polices,

06.04 Minister Antoine

Duquesne Die overgangsfase
vereist overgangsmaatregelen die
in een chronologische volgorde
moeten worden genomen.

Bovendien is het niet aan mij om
een analyse te maken. Die taak is
weggelegd voor het lokale niveau.

Wij hebben voorzorgsmaatregelen

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

pour différentes raisons. Ce n'est pas parce que j'ai été bourgmestre
de Manhay, mais il est tout de même plus agréable et plus facile de
travailler dans ma région que dans certaines villes exposées à des
faits très lourds de criminalité. C'est un problème général. On a
revalorisé la fonction de police de manière significative et je crois que
c'est un bon métier. Nous avons déjà lancé des campagnes de
recrutement et nous prenons aussi des précautions pour que des
policiers soient tenus de rester là où ils ont été engagés, là où de gros
efforts sont faits pour leur donner l'expérience voulue. On a prévu des
dispositifs: des primes ou encore des délais qui empêchent de quitter
le corps dans lequel on a été engagé.

Le problème va certainement au-delà. Que peut-on faire pour susciter
des vocations pour des corps dont on sait qu'ils sont difficiles,
exigeants et dangereux?

getroffen opdat de politiemensen
verplicht zijn op hun plaats van
bestemming te blijven.

Maar de omvang van het
probleem is groter: hoe kan men
de mensen ervan overtuigen om
dienst te nemen bij de politie? Het
betreft immers een veeleisende en
gevaarlijke job die vaak in
moeilijke omstandigheden moet
worden uitgeoefend.

06.05 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik heb

nog een laatste vraag. Er is consultatie op het lokale vlak, bij de
gemeenten. Zij moeten u zeggen welk cijfer zij nastreven en hoeveel
rijkswachters zij meer of minder willen. Wanneer zal die consultatie
afgelopen zijn? Dat wordt immers wel heel erg dringend.

06.05 Filip De Man (VLAAMS

BLOK): Les communes seront
donc consultées sur le nombre de
gendarmes dont elles ont besoin.
Quand cette consultation sera-t-
elle donc enfin terminée? Il est
grand temps.

06.06 Antoine Duquesne, ministre: Selon le directeur général des

ressources humaines, nous aurons les informations le mois prochain.

06.06 Minister Antoine

Duquesne: Volgende maand.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Question de M. Richard Fournaux au ministre de l'Intérieur sur "la réforme des polices et le statut

des malades de longue durée" (n° 5493)

07 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de

politiehervorming en het statuut van de langdurige zieken" (nr. 5493)

07.01 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je serai très bref. Dans le but d'aider certaines zones à
entamer cette réforme des polices très concrètement, n'y a t-il pas
lieu de résoudre un problème qui me semble assez délicat, à savoir le
statut des malades de longue durée?

En ce qui concerne les anciens policiers communaux, les choses sont
claires puisque les zones ou les communes n'ont qu'à assumer
l'héritage qui leur est propre. Ma question ne vise donc pas les
anciens policiers communaux, mais plutôt les gendarmes qui ont
basculé vers des zones de police bien précises, et qui naturellement
font toujours partie de la norme telle qu'elle a été établie.

N'y aurait-il pas lieu de trouver une solution pour que ces anciens
gendarmes malades de longue durée puissent être pris en charge au
niveau fédéral, à la date du jour de l'entrée en vigueur de la réforme,
pour ne pas peser sur chacune des zones concernées?

07.01 Richard Fournaux (PSC):

Wie zal de kosten betalen voor de
behandeling van en de andere
sociale lasten voor gewezen
rijkswachters, en binnen welk
statuut zal dat geregeld worden?
Volgens de KUL-norm komt een
en ander voor rekening van de
politiezones op lokaal niveau. Dat
is niet eerlijk voor de politiezones,
die op die manier moeten betalen
voor mensen die niet effectief in
het veld werken.

Zou de federale overheid de
loonkosten voor langdurig zieke
gewezen rijkswachters,
politiemensen, niet op zich kunnen
nemen, zeker voor de dossiers die
reeds geopend en bevestigd
werden, enkele weken voor de
volvoering van de
politiehervorming?

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

07.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, il est

parfaitement exact qu'à compter de leur transfert vers une zone de
police, les membres des brigades territoriales de la police fédérale
deviendront membres à part entière du personnel de la zone de police
et se trouveront à leur charge financière. Il convient d'ailleurs toutefois
de relativiser cette charge financière, puisque le coût pour les zones
les accueillant intervient dans la détermination de la dotation fédérale
qui leur sera attribuée, et qui je le rappelle, s'élève à près de 19
milliards.

Parallèlement à cette dotation fédérale générique, les zones se
verront également attribuer une dotation sociale distincte prise en
charge par l'autorité fédérale en vue de couvrir certains coûts
supplémentaires consécutifs au transfert de membres de la police
fédérale et constitués par les cotisations patronales. Chaque zone
recevra exactement la part de cotisations patronales qui lui revient eu
égard à la masse salariale représentée par le transfert des
gendarmes.

J'ajoute, parce que votre réflexion est en partie très exacte, et je vous
en remercie, je l'ai dit à l'occasion de la discussion de la déclaration
du gouvernement au parlement, qu'un des moyens d'alléger la
situation des communes serait de convaincre le ministre des Affaires
sociales, qui y réfléchit d'ailleurs, de ne pas imposer sur le montant
des indemnités et allocations, une cotisation de 15,46% jusqu'alors
non appliquée au personnel communal. Ce n'est vraiment pas le
moment. J'ai attiré son attention, il m'a promis d'y réfléchir et de faire
une proposition dans les prochains jours.

07.02 Minister Antoine

Duquesne: Zodra de leden van de
territoriale brigade van de federale
politie naar een politiezone zijn
overgeheveld, vallen ze ten laste
van die zone. Met die kosten wordt
evenwel rekening gehouden bij de
bepaling van de federale dotatie.
Voorts krijgen de zones een
aparte sociale dotatie, waarmee
bepaalde uit de overheveling
voortvloeiende kosten gedekt
moeten worden: zo ontvangt elke
zone het gedeelte van de
werkgeversbijdragen dat
overeenkomt met de loonsom van
de overgehevelde rijkswachters.

Een ander middel om de financiële
druk op de gemeenten te
verlichten zou erin bestaan geen
bijdrage van 15,46% te heffen op
de vergoedingen. Ik heb de
minister van Sociale Zaken op
deze mogelijkheid geattendeerd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de M. Olivier Chastel au ministre de l'Intérieur sur "les mesures sécuritaires dans la

région de Charleroi liées au passage à l'euro fiduciaire" (n° 5513)

08 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de

veiligheidsmaatregelen in de streek rond Charleroi naar aanleiding van de introductie van de chartale
euro" (nr. 5513)

08.01 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Monsieur le président,

monsieur le ministre, plus généralement tout d'abord, dans le cadre
de l'opération qui vise à retirer progressivement de la circulation les
signes monétaires nationaux et à les remplacer par l'euro, monsieur
le ministre de l'Intérieur a tenu dès le 1

août et par l'intermédiaire

d'une circulaire, à préciser les responsabilités, rôles et missions des
autorités, qu'elles soient fédérales, locales ou provinciales.

En fonction des dispositions à prendre, d'aucuns craignent que les
forces de police locale soient particulièrement détournées de leur
mission habituelle, notamment celles liées à la présence policière de
terrain. Ces craintes sont évidemment renforcées dans une région
comme celle de Charleroi qui comme d'autres grandes villes, connaît
un taux et un type de criminalité particulier.

Monsieur le ministre de l'Intérieur peut-il expliciter les missions
respectives des forces fédérales, d'une part, et des forces locales, de
l'autre; ainsi que pour Charleroi, par exemple, les forces spécifiques
demandées à la police locale dans le cadre des transferts de fonds et

08.01 Olivier Chastel (PRL FDF

MCC): U heeft, door middel van
circulaires, de
verantwoordelijkheid en de
taakinhoud van de bij de overgang
naar de euro betrokken
autoriteiten afgebakend.

Hier en daar was men bang dat de
lokale politiediensten hun
gebruikelijke taken voor een stuk
zouden moeten laten liggen, wat
des te zorgwekkender zou zijn in
de streek rond Charleroi, die
gekenmerkt wordt door een
specifieke vorm van criminaliteit,
die daar ook een bepaalde
omvang heeft aangenomen.

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

des risques qui y sont liés?

Welke taken zullen de federale en
lokale politiediensten in Charleroi
respectievelijk uitvoeren? Welke
inspanning zal van de lokale politie
gevraagd worden in het kader van
de geldtransporten, en welke
risico's zijn daaraan verbonden?

08.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, monsieur

Chastel, tout est dans tout. On ne peut pas, d'un côté, indiquer qu'il y
a des risques particuliers dans la zone de Charleroi, notamment dans
tout ce qui gravite autour des activités commerciales, et dire dans le
même temps qu'au moment de l'eurofiduciaire où on va avoir des
déplacements de fonds importants autour de ces activités, que la
police locale pourrait s'en désintéresser. Mais je suis tout à fait
conscient du problème général que cela pose. C'est la raison pour
laquelle j'ai obtenu du gouvernement une provision de 90 millions. On
aurait dit 50 ou 150, cela aurait été la même chose puisque le compte
se fera sur la base des prestations réellement effectuées pour
prendre en charge ce qu'on appelle, "le risque trottoir". Ce dernier
aurait normalement dû être assumé par les polices locales. Ce le sera
par la police fédérale. C'est de nouveau une aide substantielle que
j'apporte pour soulager les polices locales.

Ma circulaire du 1

août précise quels sont les rôles et missions des

autorités et services fédéraux et locaux.

Dans le cadre du passage à l'eurofiduciaire, les services de police ont
identifié différents risques. Globalement, on distingue les risques liés
au transport de fonds en eux-mêmes et les risques liés au stockage,
aux caisses et au transport des recettes par les commerçants.

La police fédérale assure déjà la protection des transports de fonds
de la Banque nationale ainsi que les transports zonaux, c'est-à-dire le
transport protégé de valeurs entre deux points d'arrêt qui sont tous
deux équipés d'une zone protégée. J'ai décidé qu'elle assurerait
également l'accompagnement des transports de détails. Cet
accompagnement permet une présence policière sur le lieu de
livraison avant l'arrivée du fourgon et pendant le déchargement des
valeurs. Cette présence a aussi un effet dissuasif sur les risques non
liés au transport de fonds.

Les polices locales assureront quant à elles les missions de sécurité
non liées au transport de fonds. On entend par là la sécurisation
générale, analogue aux dispositifs mis en place lors des fêtes de fin
d'année, la surveillance des lieux de stockage et la surveillance des
commerces. Il s'agit de mesures dissuasives à organiser sur le terrain
avec pour objectif d'assurer une présence policière visible et
dissuasive dans les environs immédiats des commerces.

Cette répartition des missions entre niveau fédéral et local correspond
d'ailleurs pour l'essentiel au rôle dévolu au service de police par le
législateur. De plus, en reprenant à son compte l'accompagnement
des transports de détails, le niveau fédéral permet aux polices locales
de se concentrer sur la sécurité de proximité au profit direct de la
population. Néanmoins, pour assurer cette mission
d'accompagnement et afin de disposer malgré tout d'une réserve
pour d'autres événements, la police fédérale recevra le renfort d'un

08.02 Minister Antoine

Duquesne: Mijn omzendbrief van
1 augustus 2001 bepaalt de
verantwoordelijkheden, de rol en
de opdrachten van de overheid en
van de federale en lokale diensten.
In het kader van de overgang naar
de fiduciaire euro werden de
risico's door de politiediensten
omschreven. Nu al beveiligt de
federale politie het geldvervoer
van de Nationale Bank.

De lokale politie zal de
veiligheidsopdrachten uitvoeren
die geen verband houden met
geldvervoer, namelijk de
algemene beveiliging, het
bewaken van de opslagplaatsen
en het toezicht op de
handelszaken. Die taakverdeling
stemt overeen met de
bevoegdheden die door de
wetgever aan de politiediensten
zijn toegewezen. Om deze
begeleidingsopdracht te vervullen
zal de federale politie versterking
krijgen van een aantal lokale
politieagenten. De wijze waarop de
versterking zal gebeuren is
ondertussen aan de korpschefs
meegedeeld. Wat het
arrondissement Charleroi betreft,
zullen 12 lokale politieagenten in
dienst genomen worden, maar
geen van hen komt uit de
politiezone Charleroi.

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

certain nombre de policiers locaux. Les modalités de ce renfort ont,
par ailleurs, déjà été communiquées aux chefs de corps.

En ce qui concerne tout l'arrondissement de Charleroi, douze policiers
locaux seront engagés. Par contre, aucun d'entre eux ne provient de
la zone de police de Charleroi. Vous savez, en effet, que non
seulement dans le cadre de l'eurofiduciaire, mais également
maintenant, j'ai demandé que dans la mesure du possible, on
dispense les policiers de Charleroi de faire partie de ce qu'on appelle
"des unité de marche", c'est-à-dire de celles que l'on peut appeler
lorsqu'il y a un problème de renfort en matière de maintien de l'ordre.

Je suis légèrement surpris lorsque j'entends le bourgmestre, le
procureur du Roi, certains hommes d'affaire de la région de Charleroi
dire que je me désintéresserais de ce qui passe là-bas. J'ai encore
entendu un homme d'affaires, à Télé-Sambre, disant: "j'espère être
entendu par le ministre de l'Intérieur". Vous pourrez lui envoyer avec
mes compliments les textes de la réponse que je fais. Il a été entendu
avant même qu'il s'exprime.

08.03 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je

comprends bien volontiers la réaction du ministre de l'Intérieur. Je
m'efforcerai de transmettre à qui de droit à Charleroi la réponse à
mes questions.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de M. Denis D'hondt au ministre de l'Intérieur sur "la lutte contre l'insécurité dans la

région transfrontalière franco-belge" (n° 5529)

09 Vraag van de heer Denis D'hondt aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het bestrijden van

de onveiligheid in het Frans-Belgische grensgebied" (nr. 5529)

09.01 Denis D'hondt (PRL FDF MCC): Monsieur le président,

monsieur le ministre, en mars dernier, un accord bilatéral de
coopération, s'inscrivant dans le cadre plus large de la convention de
Schengen, a été conclu avec la France. La mise en oeuvre de cet
accord devrait être confiée à un commissariat franco-belge installé à
Tournai. Il s'agissait d'une première en matière de coopération
policière dans la zone frontalière. Ce centre de coopération policière
et douanière aurait pour mission principale d'offrir un soutien en
termes d'échange d'informations et de coordination à l'ensemble des
services policiers et douaniers oeuvrant dans la zone frontalière. Il
s'agit, côté français, de cinq départements bordant la frontière et, côté
belge, des provinces de Flandre occidentale, du Hainaut, de Namur et
de Luxembourg.

De manière plus précise, ce centre doit pouvoir répondre aux
demandes d'informations des différents partenaires, organiser
l'échange d'informations entre eux, coordonner des mesures
conjointes de surveillance ou encore assurer le soutien informationnel
d'opérations communes, qu'il s'agisse de lutter contre l'immigration
irrégulière, la délinquance transfrontalière, les trafics illicites et
l'insécurité routière. Ce type de coopération est indispensable. Les
événements qui se sont déroulés ces derniers jours dans la région
frontalière l'attestent. Un trafic international de drogue a été
démantelé à Tournai. Les deux jeunes gens impliqués dans cette
affaire avaient organisé un réseau destiné à alimenter les

09.01 Denis D'hondt (PRL FDF

MCC):In maart jongstleden werd
met Frankrijk een bilateraal
akkoord voor politionele
samenwerking gesloten waarvan
de tenuitvoerlegging aan een
Frans-Belgisch commissariaat
gevestigd te Doornik zou worden
toevertrouwd.

De ondersteunende taak van dit
centrum zou erin bestaan
informatie uit te wisselen en, in het
algemeen, de partners de
informatie te verstrekken waar ze
om vragen alsook gezamenlijke
toezichtsmaatregelen te
coördineren. Dit soort
samenwerking is onmisbaar, gelet
op de diverse vormen van
criminaliteit waar men in de streek
mee geconfronteerd wordt.

Welk beleid wil u in deze
grensstreek voeren? Wordt er aan

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

toxicomanes lourds du Tournaisis. La semaine dernière, plusieurs
agressions sauvages et gratuites ont été commises dans la région
frontalière. Pas plus tard que ce week-end, un accident de la
circulation impliquant plusieurs véhicules a fait huit blessés, dont un
était toujours dans un état critique ce dimanche. Cet accident s'est
produit face à un mégadancing fort connu dans la région. Un des
véhicules en cause était immatriculé en France.

Ces événements préoccupants m'incitent à vous poser les questions
suivantes, monsieur le ministre:

1) Quelle politique entendez-vous mener dans cette région du pays?
Je sais que nous ne sommes pas les seuls demandeurs, nous
venons d'entendre M. Chastel sur le même sujet. La spécificité de la
criminalité qui s'y développe n'impose-t-elle pas d'envisager des
modalités nouvelles d'intervention? A l'heure actuelle, les principales
réponses apportées à la problématique criminelle concernent les
grands centres urbains. Une approche comparable ne doit-elle pas
être mise en place pour la région transfrontalière?

2) Dans cette optique, quel rôle va être amené à jouer le nouveau
centre de coopération policière et douanière? En termes de plus-
value dans la lutte contre l'insécurité croissante dans cette région,
qu'apportera-t-il concrètement? Je pense notamment à la lutte contre
le trafic de stupéfiants qui s'organise dans ces localités.

3) Cette région est régulièrement confrontée à des accidents
tragiques de la circulation. Cette situation est due aux heures
d'ouverture tardives et à la concentration élevée de mégadancings
dans cette région frontalière. Je sais que des actions ont déjà été
menées, mais ne conviendrait-il pas de se concerter avec les
autorités compétentes afin de lutter contre ce phénomène qui suscite
l'exaspération de la population?

nieuwe vormen van politionele
acties gedacht?

Dient er een specifieke,
grensoverschrijdende aanpak te
komen voor het Frans-Belgische
grensgebied?

Welke rol zal het nieuwe centrum
voor samenwerking van politie en
douane moeten spelen?

Dient niet veeleer te worden
overlegd om het verontrustende
verschijnsel van de tragische
verkeersongevallen te bestrijden?

09.02 Antoine Duquesne, ministre: Vous avez raison, monsieur

D'hondt, je suis régulièrement l'objet de nombreuses demandes.
Nous en avons encore eu la preuve cet après-midi. Je ne puis
malheureusement faire des miracles. Il y a des responsabilités à
assumer au niveau local. J'ai indiqué tout à l'heure combien les plans
zonaux de sécurité seraient déterminants en la matière, en faisant
correspondre les effectifs aux besoins exprimés.

Je me suis toujours très clairement déclaré partisan d'une police
intégrée à deux niveaux. Mais il ne suffit pas de se présenter tous les
six ans aux élections et, lorsqu'il faut assumer, de se tourner vers un
autre pouvoir pour qu'il en prenne la charge. Sur le plan fédéral aussi,
un certain nombre de choses sont faites. Nous établissons un plan
national de sécurité, qui permettra de déterminer les
complémentarités et d'établir dans quelle mesure on doit faire un
effort en termes d'appui.

Je voudrais ajouter que si je suis un partisan des politiques de
prévention, il faut y mettre une limite. Lorsque vous parlez de
l'exaspération de la population, c'est parfois parce que les instructions
qui sont données aux services de police ne sont pas suffisamment
claires. Il y a, dans leurs interventions, un aspect répressif. Et ainsi
que je l'ai souvent dit à mon collègue, le ministre de la Justice, je
souhaiterais, lorsque l'on procède à l'arrestation de délinquants

09.02 Minister Antoine

Duquesne: Ik wordt overstelpt met
verzoeken maar ik kan geen
wonderen verrichten. Sommige
verantwoordelijkheden moeten op
het lokale vlak worden
opgenomen. Op federaal vlak
moet men werk maken van een
aantal zaken: het Nationaal
Veiligheidsplan zal onder andere
de aanvullende taken vaststellen.
Ik ben voorstander van een
preventiebeleid, maar er zijn
grenzen. Indien de bevolking soms
laat blijken dat zij misnoegd is, is
dit te wijten aan het gebrek aan
nauwkeurige instructies aan de
politie. Men dient er ook op toe te
zien dat er na strafbare daden van
rechtswege vervolging wordt
ingesteld, zoniet bestaat het
gevaar dat de politie ontmoedigd
wordt.

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

connus et dangereux, qu'il y ait de véritables suites judiciaires. Car
dans le cas contraire, on risque de décourager les services de police.

Cela étant, avant de répondre de manière précise à vos questions, il
conviendrait de replacer les événements ponctuels que vous citez
dans leur contexte. Tout d'abord, le trafic international de stupéfiants
dont vous faites état faisait l'objet, depuis plusieurs mois, d'une
attention particulière de la part des services de police de la zone de
Tournai et des services judiciaires de l'arrondissement. Cette
collaboration des deux niveaux de police a été fructueuse, puisqu'elle
a permis l'arrestation des deux dealers et permet d'approcher plus
avant ce phénomène criminel bien ciblé.

Quant aux multiples agressions évoquées, elles sont l'oeuvre d'une
bande de délinquants bien connus dans la région et dont plusieurs ont
été arrêtés.

Enfin, en ce qui concerne l'accident de roulage dramatique qui s'est
produit il y a une dizaine de jours et dont les médias se sont
largement fait l'écho, il n'est toujours pas permis, à ce stade de
l'enquête, de lier de façon formelle cet accident à la présence des
mégadancings. Il n'en demeure pas moins vrai que la région
transfrontalière a ses spécificités, que je ne veux pas nier, et je
n'ignore pas non plus que la frontière ne constitue très souvent plus
un obstacle que pour les seuls policiers, tandis que les délinquants
n'hésitent pas à la franchir allègrement. C'est ce que je répète
souvent à mes collègues européens: le paradoxe de l'Europe sans
frontières, c'est qu'elle est sans frontières pour les truands mais pas
pour les policiers.

Je tiens encore à attirer votre attention sur le fait que le pouvoir
fédéral n'est pas le seul à devoir résoudre tous les problèmes de
sécurité. Il y va également de la responsabilité des autorités
judiciaires et administratives locales. Cette collaboration, pour ne pas
parler d'intégration des deux niveaux de pouvoir, est précisément à
mettre en exergue dans le cadre de la réponse à votre première
question. La politique de sécurité qu'il convient de mener dans cette
région du pays relève d'abord de choix exprimés au niveau local. Un
forum existe à cette fin. Il est constitué par le conseil zonal de
sécurité. Un cadre général de référence existe également dans le
plan national et le plan fédéral de sécurité. En outre, l'article 162 de la
loi du 7 décembre 1998 organisant la police intégrée à deux niveaux
prévoit la mise en place d'une concertation de sécurité au niveau
provincial et d'une concertation de recherche au niveau de
l'arrondissement judiciaire. Je ne doute pas un instant que l'ensemble
de ces autorités et des responsables policiers prennent à coeur leur
rôle en la matière et soient disposés à assumer leurs responsabilités.

La problématique de la criminalité urbaine est bien évidemment
spécifique et elle ne se confond pas avec la criminalité
transfrontalière, qui est plutôt caractérisée par la personnalité des
auteurs et les cibles choisies.

Ceci ne veut pas dire qu'il ne puisse y avoir parfois conjonction des
deux problématiques. Je pense en particulier à la ville de Mouscron,
qui peut être qualifiée d'élément de la conurbation de Lille. Je me suis
fait cette réflexion avec le bourgmestre de Mouscron.

De grensoverschrijdende drugs-
handel tussen de regio van
Doornik en Rijsel is geen sprookje.
De samenwerking tussen de twee
politiezones werpt vruchten af.

De overvallen in de regio worden
gepleegd door een aldaar niet
onbekende bende delinquenten.
Inzake het ernstige ongeval van
een tiental dagen geleden kan nog
geen verband worden gelegd met
de megadancing.

Het Frans-Belgische grensgebied
heeft specifieke kenmerken. Het
gaat dan ook niet op dat de
politiemensen, in tegenstelling tot
de misdadigers, de grens niet
mogen oversteken. Ten slotte is
het ontstellend te moeten
vaststellen dat het Europa zonder
grenzen wel voor de delinquenten
maar niet voor de politie bestaat.

De aanpak van de
veiligheidsproblemen is geen
exclusieve taak van de federale
overheid. Ook het lokale niveau
moet zich terzake inzetten en er
dient een samenwerkingsverband
tussen de beide niveaus te worden
opgezet.

Het veiligheidsbeleid in die regio
moet voortvloeien uit lokale
keuzes.

Een algemeen referentiekader is
al voor handen. Voorts wordt in
artikel 162 van de wet van 7
december 1998 verwezen naar de
organisatie van een op de
veiligheid gebaseerd overleg
tussen de provinciale overheid en
het gerechtelijk arrondissement.

Al die autoriteiten zullen hun rol
ongetwijfeld ter harte nemen.
De grensoverschrijdende
criminaliteit wordt gekenmerkt
door de persoonlijkheid van de
daders en de gekozen doelwitten.
Daar kunnen ook elementen mee
gemoeid zijn die eigen zijn aan
stadscriminaliteit. Die twee
problemen moeten worden
onderzocht. Daartoe werd in

CRIV 50

COM 568

24/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Il n'empêche que ces deux réalités, sociologique et criminologique,
demandent des approches appropriées. Je peux d'ores et déjà vous
dire qu'un groupe de travail, mis en place au niveau du service
judiciaire de l'arrondissement de Tournai, approfondit la
problématique de la criminalité transfrontalière, en collaboration
étroite avec le centre de coopération police-douane.

Dans l'introduction de votre question, vous avez, monsieur D'hondt,
bien résumé les tâches et les objectifs du futur commissariat
commun, CCPD franco-belge à Tournai, tels que prévus par l'accord
bilatéral que j'ai signé avec mon collègue, M. Vaillant, le 5 mars 2001.

Des groupes de travail, composés des services de police belge et
français, se réunissent actuellement afin de régler les différentes
questions techniques liées à l'installation d'une équipe de policiers
français dans le bâtiment qui abritera les services de la police
fédérale de Tournai: compatibilité des systèmes informatiques et des
fréquences radio, organisation du travail, mesures internes de
sécurité, etc.

Outre l'aide à la coopération opérationnelle, le CCPD pourra aussi
remplir un rôle important dans l'analyse stratégique des phénomènes
de criminalité présents de part et d'autre de la frontière commune, ce
qui devrait permettre une intervention opérationnelle plus ciblée et
plus efficace.

Le trafic transfrontalier de stupéfiants sera évidemment l'un des
thèmes pouvant faire l'objet d'une telle coopération renforcée. C'est
d'ailleurs ce que souhaitent les autorités françaises, comme vous le
savez. Le CCPD devrait par exemple permettre aux services de
police belges d'intervenir plus rapidement, sur la base d'informations
provenant de France, sur un transport de stupéfiants se dirigeant vers
la Belgique.

Indépendamment de la création du CCPD, l'accord bilatéral signé le 5
mars 2001, confirme la volonté commune de renforcer la coopération
policière directe dans les régions frontalières. Dès lors, sans attendre
sa ratification, j'entends bien que les services de police belges
collaborent dès à présent de manière intensive avec leurs
homologues français, dans le respect du droit national, en vue
d'identifier et d'intercepter les délinquants qui sévissent à proximité de
la frontière commune.

Je suis par ailleurs en pourparlers avec mes collègues
luxembourgeois et français pour la création d'un autre commissariat
commun, tripartite cette fois, qui couvrirait la partie sud-est de la
frontière, c'est-à-dire celle avec la France et le Grand-Duché de
Luxembourg. Je veux parler de la région d'Arlon, Longwy,
Luxembourg.

En ce qui concerne les problèmes liés à la circulation routière, je puis
vous assurer qu'à tout le moins sur les autoroutes, l'unité provinciale
de circulation du Hainaut effectue ponctuellement des contrôles
orientés en matière de conduite sous l'influence de l'alcool. De tels
contrôles orientés sont également effectués de concert avec les
autorités locales sur d'autres axes, compte tenu tout particulièrement
de la fréquence des accidents de circulation dans la région. La
concertation provinciale dont je faisais état plus haut a été voulue

Doornik al een politiecel opgericht.

Wat het toekomstig
gemeenschappelijk commissariaat
betreft, komen de werkgroepen
bijeen om de technische kwesties
die verband houden met de
installatie van Franse
politiemensen in de lokalen van de
Belgische federale politie te
regelen.

Het gemeenschappelijk
commissariaat zal eveneens een
rol kunnen vervullen op het stuk
van de analyse van
criminaliteitsverschijnselen.

Het bilateraal akkoord bevestigt de
gemeenschappelijke wil om de
rechtstreekse politionele
samenwerking in de
grensgebieden te versterken. Ik wil
dat die samenwerking er nu al
komt, zonder dat wij op de
ratificatie hoeven te wachten.

Ik voer momenteel gesprekken
met mijn Luxemburgse en Franse
ambtgenoten teneinde een
drieledig commissariaat op te
richten dat het zuidoostelijk
gedeelte van onze grens bestrijkt.

Wat de verkeersveiligheid betreft,
voeren de politie-autoriteiten van
Henegouwen alcoholcontroles uit.

De regering heeft de ministers van
Mobiliteit, Justitie en Binnenlandse
Zaken belast met het treffen van
de nodige maatregelen om dat
onduldbaar probleem aan te
pakken.

24/10/2001

CRIV 50

COM 568

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

notamment pour s'attacher aux problèmes liés à la circulation
routière, à l'égard desquels le gouverneur de province peut jouer un
rôle essentiel.

Je peux déjà vous annoncer qu'en ce qui concerne tous ces
problèmes, le gouvernement a l'intention d'aller plus avant puisqu'il a
chargé le ministre de la Mobilité, le ministre de la Justice et le ministre
de l'Intérieur d'arrêter des mesures précises et concrètes pour lutter
contre le phénomène inquiétant et dramatique d'accidents de la route
provoqués par des irresponsables qui se croient tout permis.

09.03 Denis D'hondt (PRL FDF MCC): Monsieur le président, je

remercie le ministre qui, par sa réponse détaillée, prouve qu'il connaît
bien cette problématique, tout en admettant qu'il y a de véritables
problèmes dans cette région. Nous lui faisons confiance pour que les
mesures envisagées soient rapidement prises et pour que nous
puissions obtenir des résultats probants à court terme.

09.03 Denis D'hondt (PRL FDF

MCC): Ik dank de minister voor
zijn gedetailleerd antwoord en voor
zijn goed inzicht van het probleem.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De vragen nrs. 5475, 5476 en 5477 van de heer Patrick Lansens worden naar een latere datum
verschoven.

La réunion publique de commission est levée à 16.56 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.56 uur.