KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 565
CRIV 50 COM 565
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
24-10-2001 24-10-2001
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het tijdkrediet" (nr. 5440)
1
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
crédit-temps" (n° 5440)
1
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
3
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen en aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de terugvordering Maribel" (nr. 5428)
3
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions et à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "la
récupération des aides Maribel" (n° 5428)
3
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de maribel-
terugvorderingen" (nr. 5505)
3
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les récupérations
dans le cadre du plan Maribel" (n° 5505)
3
Sprekers: Trees Pieters, Greta D'Hondt,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Trees Pieters, Greta D'Hondt,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Paul Timmermans aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de wijziging van de
werkloosheidsreglementering" (nr. 5364)
7
Question de M. Paul Timmermans à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
modification de la réglementation du chômage"
(n° 5364)
7
Sprekers: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de administratieve vereenvoudiging"
(nr. 5429)
8
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
simplification administrative" (n° 5429)
8
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Paul Timmermans aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de dienstencheques" (nr. 5512)
10
- M. Paul Timmermans à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre des
chèques-services" (n° 5512)
10
- de heer Filip Anthuenis aan de vice-eerste
minister en minister van Tewerkstelling over "de
invoering van dienstencheques" (nr. 5531)
10
- M. Filip Anthuenis à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "l'instauration de
chèques-services" (n° 5531)
10
Sprekers:
Paul Timmermans, Filip
Anthuenis, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid
Orateurs:
Paul Timmermans, Filip
Anthuenis, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de loonbrieven per elektronische post"
(nr. 5516)
15
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
fiches de salaire envoyées par courrier
électronique" (n° 5516)
15
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het educatief verlof" (nr. 5517)
16
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
congé-éducation" (n° 5517)
16
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Werkgelegenheid
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de 'mini-audits' naar de relatie tussen
ondernemingen en de sociale inspectie"
(nr. 5519)
17
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
'mini-audits' concernant les relations entre les
entreprises et l'inspection sociale" (n° 5519)
17
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de indexaanpassingen in de loop van het
jaar 2001 voor bedienden die vallen onder paritair
comité 218" (nr. 5528)
19
Question de M. Filip Anthuenis à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "les
adaptations à l'index dans le courant de l'année
2001 pour les employés qui ressortissent à la
commission paritaire 218" (n° 5528)
19
Sprekers:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
24
OKTOBER
2001
10:15 uur
______
du
MERCREDI
24
OCTOBRE
2001
10:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.25 uur door de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.25 heures par M. Joos Wauters, président.

De vraag nr. 5413 van de heer Guy D'haeseleer wordt ingetrokken.
01 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het tijdkrediet" (nr. 5440)
01 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "le crédit-
temps" (n° 5440)
01.01 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het tijdskrediet werd in onze commissie al meermaals
besproken. U kent onze bezorgdheid en mijn bezorgdheid in het
bijzonder in verband met dit onderwerp. De regeling die vastgelegd is
in CAO 77 ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord, loopt het
grote risico, om niet te zeggen de feitelijkheid, dat die minder gunstig
is dan de loopbaanonderbreking die vóór het tijdskrediet van
toepassing was. Wij hebben daar al heel wat verhalen rond verteld en
heel wat verduidelijkingen en zekerheden moeten vragen. Zo werd het
omstandigheidverlof niet meegeteld voor het tijdskrediet. Dat is
allemaal uitgeklaard, dat hoop ik althans.

Wat echter voor mij een grote onduidelijkheid blijft, is de fameuze 5%.
Blijkbaar bestaat op dat vlak ook een grote onduidelijkheid, om niet te
moeten zeggen een discussiepunt, tussen werkgevers en
werknemers omtrent de interpretatie van die 5%. Wij hadden altijd
menen te begrijpen dat 5% de algemene regel was en dat pas als
men die 5% overschreed moest worden onderhandeld tussen
werknemer en werkgever. Nu zou ik toch graag weten, mevrouw de
minister, wat uw interpretatie is van deze fameuze bepaling in CAO
77. Voor zover ik kan vaststellen op het terrein, interpreteren de
werkgevers deze 5%-regel nu als het plafond. Volgens hen zouden
nooit meer dan 5% van de werknemers gelijktijdig afwezig mogen zijn.
Wat de vakbonden betreft, is 5% geen plafond maar een drempel en
zij beweren dat de interpretatie van de werkgevers een inbreuk is op
CAO 77, omdat hierdoor een voorwaarde aan CAO 77 toegevoegd
wordt die het recht van de werknemer op tijdskrediet of op
loopbaanonderbreking zou beperken. De vakbonden vinden dat de
5% alleen een signaal is om het afgesproken mechanisme van
voorkeur en planning in werking te stellen.
01.01 Greta D'Hondt (CD&V):
L'accord interprofessionnel 2001-
2002 prévoit trois types de droits
pour concilier le travail et la qualité
de vie. L'un de ces droits est le
crédit-temps. La CCT n° 77 fixe
ces droits. La règle des 5% est
interprétée différemment par les
travailleurs et les employeurs. A
mon estime, des négociations
doivent avoir lieu entre les
employeurs et les travailleurs dès
lors que 5% des travailleurs font
simultanément appel au crédit-
temps ou à l'interruption de
carrière. Pour les employeurs, les
5% représentent une limite
maximale absolue.

Quel est le point de vue de la
ministre à ce sujet?
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Mevrouw de minister, wij hebben met de interpretatie van het
tijdskrediet al heel wat moeilijkheden gehad waarvoor niet wij, maar
de partners die CAO 77 gesloten hebben, verantwoordelijk zijn. Het is
echter toch wel goed dat wij de correcte interpretatie krijgen van wat
die 5% betekent. Is het dus zo, zoals ik het in het Parlement altijd
menen te begrijpen heb, dat 5% de algemene regel is en dat pas als
men in een onderneming met een aanvraag geconfronteerd wordt
waardoor de 5% zou worden overschreden, over die overschrijding
moet worden onderhandeld tussen de werkgever en de werknemer?
Of, is de 5% een absolute bovengrens? Ik denk dat het toch wel goed
is om dit heel duidelijk te stellen.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, il existe à
l'heure actuelle, une divergence d'interprétation de la convention
collective de travail numéro 77 instaurant notamment un système de
crédit-temps. Cette convention fait suite à l'accord interprofessionnel
2001-2002. Dans le cas de divergences d'interprétation d'une
convention collective, je ne suis pas habilitée à trancher, mais les
tribunaux du travail le sont éventuellement.

L'accord interprofessionnel qui a instauré le crédit-temps s'est inspiré,
me semble t-il, des travaux du gouvernement. Le 17 octobre 2000,
dans le cadre d'un plan pluriannuel concernant différentes
compétences et notamment l'emploi, le gouvernement s'est engagé
dans un système de diminution collective et d'aménagement
individuel du temps de travail. Dans le cadre de ce dispositif, le
gouvernement a clairement décidé de nouveaux droits pour les
travailleurs, comme le droit au crédit-temps d'un an éventuellement
élargi, le droit à la semaine de quatre jours pendant une période
déterminée, etc...

Il était donc bien dans l'intention du gouvernement de doter
l'ensemble des travailleurs de nouveaux droits. C'est ainsi que nous
l'avons exprimé aux partenaires sociaux qui ont pris en compte la
priorité du gouvernement dans l'accord interprofessionnel et ont
conclu la convention collective 77.

Lorsque, en juin-juillet dernier, nous avons dialogué autour du projet
de loi prenant en compte toutes les dispositions qui n'avaient pu être
conclues dans la CCT 77, j'ai répété, devant ce parlement, qu'il était
véritablement question d'un nouveau droit, absolu, au profit de
l'ensemble des travailleurs, prévoyant cependant des dispositions
spécifiques lorsque plus de 5% des travailleurs demandaient des
mesures d'aménagement individuel du temps de travail.

Ce seuil de 5% en effet, ouvrait la porte à une négociation au sein de
l'entreprise portant principalement sur l'organisation du travail. Je
vous l'ai répété à l'occasion du projet de loi, et je le confirme
aujourd'hui. C'est toujours dans ce sens­là également que j'ai
interprété la convention collective. Je pense d'ailleurs que c'était
repris dans l'exposé des motifs accompagnant la loi qui a été
transmise sans remarques sur ce problème, au conseil national du
travail.

Devant cette divergence d'interprétations que vous venez de relever,
j'ai écrit une lettre au conseil national du travail, demandant ce qu'il en
était quant à cette divergence d'interprétations, et j'ai offert aux
partenaires sociaux qui le souhaitaient, de collaborer à la recherche
01.02 Minister Laurette
Onkelinx: CAO nr. 77, waarbij
onder meer een tijdkrediet wordt
ingevoerd, wordt momenteel op
verschillende manieren
geïnterpreteerd.

Ik zou u inderdaad kunnen
antwoorden dat het aan de
arbeidsrechtbank is de juiste
interpretatie te geven.

Het interprofessioneel akkoord
vloeit voort uit de werkzaamheden
van de regering. In het kader van
een meerjarenplan heeft de
regering een begin gemaakt met
de uitwerking van een regeling
voor arbeidstijdverkorting, in het
kader waarvan beslist werd de
werknemers nieuwe rechten toe te
kennen, waaronder het recht op
een tijdkrediet. Die nieuwe rechten
zouden voor alle werknemers
moeten gelden.

In juni-juli hebben wij het
wetsontwerp houdende bepalingen
die niet in de CAO vervat staan
besproken, en ik heb toen gezegd
dat deze regeling voor alle
werknemers moest gelden, zij het
dat er voorzien zou moeten
worden in bijzondere bepalingen
indien meer dan 5% van de
werknemers een
arbeidstijdverkorting aanvraagt.

Die 5%-drempel zette de deur
open voor onderhandelingen
binnen de ondernemingen. Ik heb
de collectieve
arbeidsovereenkomst op die
manier geïnterpreteerd. Gezien de
uiteenlopende interpretaties heb ik
de Nationale Arbeidsraad
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
de solutions aux différents problèmes d'interprétation. J'attends donc
une réponse à cette proposition de médiation.
benaderd en de sociale partners
voorgesteld samen te werken.

Ik meen echter dat de memorie
van toelichting bij de wet duidelijk
genoeg was.
01.03 Greta D'Hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik stel vast dat
wij de teksten en de memorie van toelichting op dezelfde wijze
hebben geïnterpreteerd: 5% was inderdaad een drempel en geen
absoluut plafond. Tot 5% ging het om een recht en vanaf 5% moest
worden onderhandeld. Indien men niet tot een akkoord kwam, dan
was dit zo, maar dat is natuurlijk het gevolg van een onderhandeling.

Mevrouw de minister, ik doe geen uitspraken over het grote gelijk van
wie dan ook. Zowel voor de werkgevers als voor de werknemers is
het echter wenselijk dat er op korte termijn duidelijkheid komt en dat
men tot overeenstemming zou komen. Het tijdskrediet is immers
nuttig en noodzakelijk om arbeid en de kwaliteit van het leven op
elkaar af te stemmen. Voor het sociale klimaat in dit land is het goed
dat dit zo vlug mogelijk wordt opgelost. Ik stel wel met genoegen vast
ik de teksten tenminste niet verkeerd heb geïnterpreteerd.
01.03 Greta D'Hondt (CD&V):
Notre interprétation des textes est
donc identique : les 5%
représentent un seuil. Dès que ce
dernier est atteint, des
négociations doivent être
organisées. Celles-ci doivent
ensuite déboucher sur un accord.
J'espère que le patronat et les
travailleurs parviendront
rapidement à trouver un accord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen en aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over "de terugvordering Maribel" (nr. 5428)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de maribel-
terugvorderingen" (nr. 5505)
02 Questions jointes de
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires sociales et des Pensions et à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "la récupération des aides Maribel" (n° 5428)
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les récupérations dans le
cadre du plan Maribel" (n° 5505)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid.)
(La réponse sera fournie par la vice-première ministre et ministre de l'Emploi.)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had mijn
vraag gesteld aan minister Vandenbroucke, omdat ik in het verleden
mijn vragen steeds aan hem heb gesteld en van hem een antwoord
heb gekregen.
02.02 De voorzitter: De ministers hebben echter onderling
afgesproken dat mevrouw Onkelinx zal antwoorden. Mevrouw Pieters,
het is geen probleem indien u bijkomende vragen hebt, want uw vraag
is geagendeerd. Ik moet echter eerst het woord geven aan mevrouw
D'Hondt.
02.03 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor alle
zekerheid heb ik mijn vraag aan de beide ministers gesteld, maar de
vice-eerste minister zal dus antwoorden. Dit is goed, zolang wij maar
een antwoord krijgen.

Mevrouw de minister, dit wordt ook een vrij lang verhaal. Spijtig
genoeg bestaat er nog steeds onzekerheid bij de ondernemingen. De
02.03 Greta D'Hondt (CD&V):
Tant que la Commission
européenne n'aura pas adopté
notre réglementation Maribel, les
entreprises continueront à
s'inquiéter des récupérations
supplémentaires, certainement
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Europese Commissie heeft de regeling tot terugvordering van de
Maribel-steun nog steeds niet definitief goedgekeurd. Omdat in de
tweede fase de vooropgestelde verlaging van de werkgeversbijdrage
nu niet wordt ingevoerd, vrezen de ondernemingen dat ze zullen
worden geconfronteerd met bijkomende terugvorderingen, ondanks
het protocol dat destijds met de Commissie werd onderhandeld. Door
dit protocol zijn de ondernemingen overgegaan tot terugbetalingen
van de Maribel-steun.

Bij de regeringsverklaring van begin deze maand heeft de premier
gezegd dat er nog een lastenverlaging zou komen, hoe miniem ook.
Volgens mijn berekening zou dit echter nauwelijks voldoende zijn voor
de terugbetaling van de Maribel-steun. Op die manier is er van een
werkelijke loonkostenverlaging natuurlijk geen sprake.

Mevrouw de minister, kan men de ondernemingen garanderen dat ze
geen bijkomende terugbetaling van de Maribel-steun zullen moeten
verrichten? Of zal de Maribel-steun daarentegen toch moeten worden
terugbetaald?

Wat de ondernemingen betreft, bekommer ik me natuurlijk om het
financiële aspect, maar ook om het wegnemen van de onzekerheid
en het teruggeven van de rechtszekerheid.
depuis qu'elles savent que la
deuxième phase de la baisse des
cotisations patronales ne verra
pas le jour. Est-il véritablement
impossible de leur offrir des
garanties en la matière ? Le
protocole avec l'Europe reste-t-il
d'actualité ?
02.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had, net zoals
collega D'Hondt, mijn vraag gericht tot minister Vandenbroucke. Zij
moet nu in de agenda vaststellen dat minister Onkelinx ze zal
beantwoorden. Desalniettemin handhaaf ik mijn vraag tot minister
Vandenbroucke, omdat ze inhoudelijk nagenoeg over hetzelfde gaan.

Mevrouw de minister, in de federale beleidsverklaring van 9 oktober
2001 van de eerste minister lezen we onder het hoofdstuk
lastenverlaging dat de bedrijven die een lastenverlaging gekregen
hebben van 134,3 miljard in 2001, in 2002 nog eens 9,8 miljard zullen
krijgen, wat wel al was toegezegd. Verder lezen we expliciet dat zulks
inclusief het bedrag is van de terug te vorderen Maribel-bis- en ter-
steun uit het verleden die voorlopig geraamd wordt op 2,5 miljard
frank.

Zoals mevrouw D'Hondt terecht opmerkt, blijft er een grote
onzekerheid over de definitieve goedkeuring door de Europese
Commissie van de regeling tot terugvordering van de Maribel-steun.
Op grond van een protocol dat door de vorige regering met de
Commissie werd onderhandeld en dat ondertussen werd omgezet in
de wet van 24 december 1999, zijn de bedrijven overgegaan tot
terugbetaling.

Mijn vragen zijn de volgende. Hoever staat het met die aflossing?

Wat moet er uiteindelijk nog betaald worden?

Is het juist dat er een brief gestuurd werd aan de eerste minister
waarin ondernemers erop aandringen dat de Europese instanties
uiteindelijk tot een eindbeslissing zouden komen? Ik sluit mij aan bij
wat collega D'Hondt zegt dat er rekening mee moet worden gehouden
dat onze bedrijven zullen te kampen hebben met extra loonhandicaps
door verdere terugvorderingen in vergelijking met de bedrijven in de
ons omringende landen. Net zoals collega D'Hondt ben ik de mening
02.04 Trees Pieters (CD&V):
J'avais adressé cette question au
minister Vandenbroucke. La
réduction des charges des
entreprises atteindrait 134,3
milliards en 2001 et augmenterait
de 9,8 milliards en 2002, en ce
compris le recouvrement des
aides Maribel. Les entreprises ont
procédé au remboursement de
cette aide quoiqu'il subsiste
encore certaines incertitudes
concernant l'approbation par la
Commission européenne du
règlement prévu pour les
remboursements.

Qu'en est-il des amortissements?
Que faut-il rembourser? Les
entreprises ont-elles adressé un
courrier au premier ministre pour
demander que la Commission
européenne prenne une décision
définitive? Quand ce dossier sera-
il définitivement clôturé?
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
toegedaan dat de ondernemingen in dat verband duidelijke garanties
moeten krijgen.

Ten slotte, wanneer zal die zoveelste onverkwikkelijke story afgerond
zijn, want de kwestie sleept al aan sinds het aantreden van de
regering?
02.05 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, wat de
terugvordering van de onterecht genoten Maribel-bis- en ter-steun
geregeld door de wet van 24 december 1999 deel ik het volgende
mee. Op basis van die wet diende 14,36 miljard frank teruggevorderd
te worden bij 759 werkgevers. Het overgrote gedeelte van dat bedrag,
ruim 13 miljard frank werd reeds terugbetaald.

561 ondernemingen hebben geopteerd voor een terugbetaling in één
keer. Het terug te betalen bedrag bedroeg 11,552 miljard frank.
Hiervan is 11,33 miljard terugbetaald. Het gaat eigenlijk om de
integrale terugbetaling. Dat er een klein verschil rest, is te wijten aan
het feit dat 27 ondernemingen failliet zijn verklaard. Ook het gedeelte
van de bedrijven die geopteerd hebben voor een trimestriële
terugbetaling, komt volgens het normale ritme binnen.

Zoals u weet, werd de opbrengst van de terugvordering conform het
protocol gerecycleerd in een versterking van de structurele
lastenvermindering. Op 3 juli 2001 heeft het Hof van Justitie ons land
veroordeeld, omdat de vorige regering in de periode tussen de
oorspronkelijke beslissing van de Europese Commissie op
4 december 1996 en de ultieme datum die de Europese Commissie
naar voren had geschoven om de oorspronkelijke beslissing uit te
voeren, zijnde mei 1998, niet de nodige stappen had gedaan om
binnen de gestelde termijnen te reageren en tot een terugvordering
over te gaan.

Naar aanleiding van de betekening van het arrest heeft het
directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie
opmerkingen geformuleerd bij de manier waarop de terugvordering is
geregeld door de wet van 24 december 1999. Over de opmerkingen
van het directoraat-generaal wordt nog overleg gepleegd tussen de
regering en de Europese Commissie.
02.05
Laurette Onkelinx,
ministre: Après le protocole passé
avec l'Europe, nous avons
procédé, en 2000, au
recouvrement des aides Maribel
injustement accordées. La
majorité des entreprises ont opté
pour un remboursement effectué
en une seule fois. Entre-temps, les
11,3 milliards de francs ont été
remboursés quasi entièrement.
Pour les entreprises qui ont opté
pour des remboursements
trimestriels, les versements
s'opèrent également avec
régularité.

Il subsiste toutefois une
contestation avec l'Europe à
propos de la règle minimale qui
prévoit que les aides de faible
importance ne doivent pas être
remboursées. Si ces
remboursements sont malgré tout
exigés, la loi programme du 24
décembre 1999 devra être
adaptée. Nous voulons alors
réinvestir les fonds remboursés
sous la forme d'une réductions
structurelles des charges.
La première remarque de la direction générale porte sur le fait que
l'exemption "de minimis" s'applique également, de par la loi de
décembre 1999, à un certain nombre d`entreprises et secteurs qui,
selon une communication de la Commission aux Etats membres
relative à l'aide "de minimis" parue dans le Journal des publications
de 1996, sont exclus du champ d'application du règlement "de
minimis".

Le gouvernement belge conteste cette remarque parce qu'il estime
que la loi de décembre 1999 donne sur ce point une exécution
correcte au protocole négocié par l'ancien gouvernement avec la
Commission européenne. Dans ce protocole se trouve en effet un
passage dont le contenu est le suivant: "Dans un courrier du 23
février 1998, le gouvernement belge a proposé un calcul pour
l'application de la règle "de minimis" pour arriver à la conclusion que
toutes les entreprises qui employaient moins de 50 ouvriers pendant
la période d'attribution du Maribel-bis et ter tombent sous l'application
de "de minimis"".
Een eerste opmerking van de
Algemene Directie heeft
betrekking op het feit dat de de
minimis vrijstelling, krachtens de
wet van 24 december 1999,
eveneens geldt voor een aantal
ondernemingen en sectoren die,
volgens een Mededeling van de
Commissie aan de lidstaten
betreffende de de minimis steun,
die in 1996 het Officieel
Publicatieblad is verschenen, van
het toepassingsgebied van de de
minimis-regeling zijn uitgesloten.

De regering betwist die opmerking,
aangezien de wet van 1999 op
correcte wijze uitvoering aan die
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

Si la Commission européenne entamait une procédure à ce propos, le
gouvernement belge plaiderait, devant la Cour de justice, la
conformité de la loi du 24 décembre 1999 sur la base de ce passage
émanant du protocole. En outre, la direction générale a mentionné
que la portée de l'article 37bis, §4, cinquième alinéa de la loi du 29
juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des
travailleurs salariés, complétée par la fameuse loi de décembre 1999,
était en contradiction avec le protocole.

Selon la Commission européenne, cette disposition a pour résultat
une double déduction fiscale sur l'aide Maribel-bis et ter perçue à tort.
Bien que la Commission européenne, dans la décision relative à l'aide
Maribel-bis et ter du 4 décembre 1996, stipule que le recouvrement
doit s'effectuer selon les procédures et dispositions de la loi belge et
que le gouvernement, lors du dépôt du projet de loi qui a eu pour
résultat la loi du 24 décembre 1999, était d'avis d'agir conformément à
cette disposition, le gouvernement estime que, sur ce point, la loi
déroge à l'objectif du protocole.

En ce qui concerne la technique concrète qui sera utilisée pour
répondre à cette remarque de la direction générale, je vous renvoie
auprès de mon collègue le ministre des Finances qui travaille sur ce
point.

Le 8 octobre dernier, l'administrateur délégué de la FEB a adressé un
courrier au premier ministre demandant à veiller à ce que les
entreprises belges continuent à être préservées de handicaps
salariaux supplémentaires à la suite du recouvrement de mesures
d'aide accordées par le passé par le gouvernement.

Comme je l'ai indiqué, le gouvernement mettra tout en oeuvre pour
défendre la loi du 24 décembre 1999 sur les points qu'il estime en
conformité avec le contenu du protocole. Récemment, un échange
d'informations à ce sujet a eu lieu entre le gouvernement et la
Commission européenne. D'autre part, je rappelle que dans sa
déclaration de politique, le premier ministre a fait savoir que le revenu
potentiel de ce recouvrement supplémentaire, tout comme cela s'est
fait pour le montant principal, était mis à disposition pour être utilisé
dans le cadre de l'opération d'harmonisation des mesures existantes
en matière de réduction des cotisations. Le gouvernement a ainsi
voulu signaler comment selon lui, si la Belgique était obligée de
procéder à des recouvrements supplémentaires, les revenus de ceux-
ci seraient recyclés.

Quant à la question de Mme Pieters de savoir quand cette fâcheuse
histoire sera terminée, je ne peux que confirmer que le gouvernement
actuel aimerait également que la clarté soit faite le plus rapidement
possible sur cette question qui date de la période 1993-1997. Mais
comme je l'ai déjà dit, dans l'intérêt de notre économie, notre
gouvernement n'a pas à simplement exécuter les desiderata de la
Commission. S'il estime que sa position est conforme aux normes
européennes, il a à défendre les principes de sa loi y compris devant
la Cour de justice et c'est ce que nous ferons sur les éléments que je
vous ai exposés.
bepaling van het Protocol geeft.
Mocht de Commissie een
procedure opstarten, zou de
regering stellen dat de wet van
1991 in overeenstemming is met
het Protocol.

Volgens de Europese Commissie
houdt een bepaling van de wet van
1981 een dubbele aftrek van de
terugbetaling van de Maribel bis-
steun in. De regering vindt dat de
wet op dat punt inderdaad van het
Protocol afwijkt. Wat de
maatregelen betreft om dat te
verhelpen verwijs ik u door naar de
minister van Financiën.

Op 8 oktober jongstleden heeft de
gedelegeerde bestuurder van het
VBO de eerste minister bij brief
gevraagd erop toe te zien dat het
Belgische bedrijfsleven geen extra
loonhandicaps te slikken zou
krijgen ten gevolge van de
terugvordering van eerder
toegekende regeringssteun. De
Belgische regering zal alles in het
werk stellen om de wet van 24
december 1999 te verdedigen wat
de punten betreft die volgens haar
in overeenstemming zijn met het
Protocol. De Belgische regering
heeft hierover onlangs trouwens
een gedachtewisseling gehad met
de Europese Commissie.

In zijn beleidsverklaring heeft de
premier laten weten dat de
eventuele opbrengst van die
bijkomende
terugvorderingsoperatie, zoals
overigens ook voor het
"hoofdbedrag" het geval was,
aangewend zou worden voor de
harmonisatie van de bestaande
maatregelen inzake
bijdrageverminderingen. In het
'worst-case'-scenario zouden
aldus de ontvangsten uit die
bijkomende terugvordering kunnen
worden gerecycleerd.

Wat de laatste vraag van mevrouw
Pieters betreft, kan ik alleen maar
bevestigen dat de huidige regering
ook zo snel mogelijk in het reine
wil komen met deze vervelende
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
kwestie die uit de periode 1993-
1997 dateert. In het belang van
onze economie zal de regering de
punten waarop zij vindt dat de wet
van 24 december 1999 het
Protocol getrouw uitvoert, blijven
verdedigen.
02.06 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal de
repliek aan mevrouw Pieters laten.
02.07 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb niet veel
repliek te geven, want het antwoord van de minister was vrij
omstandig. Mij rest enkel een vraag bij wat ik in de federale
beleidsverklaring lees, namelijk: "...inclusief de toevoeging van de
terugvordering van de Maribel-bis en -ter uit het verleden, die
voorlopig wordt geraamd op 2,5 miljard". Vanwaar komt dat bedrag?
02.07 Trees Pieters (CD&V):
D'où provient le montant de 2,5
milliards de francs pour la
récupération des aides Maribel
bis?
02.08 Laurette Onkelinx, ministre: Il me semble que j'ai déjà fourni
des explications à ce sujet mais je transmettrai les documents
concernés à Mme Pieters.

Il faut tenir compte du problème de la double déductibilité fiscale. En
outre, certaines récupérations doivent encore être effectuées. C'est
principalement le cas dans le service des transports. Il faudra voir si
ces récupérations sont possibles parce que, depuis lors, toute une
série d'entreprises ont été déclarées en faillite. Si les récupérations
sont effectuées, on essaiera de les ristourner par une diminution de la
cotisation sociale dans le cadre de l'opération d'harmonisation.
02.08 Minister Laurette
Onkelinx : Mij dunkt dat ik dat had
uitgelegd.

Er is het probleem van de dubbele
fiscale aftrekbaarheid en een
aantal nog te regelen
recuperatiemogelijkheden,
inzonderheid inzake transport.
Althans : voor zover nog mogelijk,
want heel wat van die bedrijven
zijn inmiddels failliet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de M. Paul Timmermans à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
modification de la réglementation du chômage" (n° 5364)
03 Vraag van de heer Paul Timmermans aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de wijziging van de werkloosheidsreglementering" (nr. 5364)
03.01 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
je vous prie tout d'abord de bien vouloir excuser mon retard qui est dû
au manque de qualité du matériel ferroviaire. Cela démontre bien la
nécessité de voter dès que possible la réforme tant attendue de la
SNCB.

Madame la ministre, ma question a trait à la proposition de loi que
nous avons déposée avec M. Wauters en vue de supprimer l'article
80 de la réglementation du chômage, qui permet d'exclure les
chômeurs de longue durée. Au terme d'un premier débat fort
passionnant au sein de cette commission, vous aviez proposé de
demander l'avis du conseil national du travail. Cet avis a été rendu
pendant les vacances parlementaires. Nous en avons pris
connaissance avec attention et avons constaté que les organisations
syndicales marquaient leur accord sur notre proposition. Des réserves
patronales sont bien sûr formulées mais elles ne sont pas
surprenantes à ce stade.

Néanmoins, ce qui me préoccupe, c'est que dans son avis, le conseil
03.01 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): De Nationale
Arbeidsraad heeft een advies
uitgebracht waarin gevraagd wordt
om een jaarverslag dat de
ambtenaren van de onderscheiden
instanties die bij de uitvoering van
het samenwerkingsakkoord
betreffende het begeleidingsplan
betrokken zijn, gezamenlijk
zouden opstellen.

Is dat jaarverslag inmiddels
opgesteld? Zo ja, wat staat erin?
Kunnen wij erover beschikken? Zo
neen, wat is uw standpunt over
deze problematiek?
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
national du travail rappelle l'intérêt de procéder à une évaluation du
plan d'accompagnement. Il fait d'ailleurs référence à un autre avis
publié en décembre 1999 qui formulait déjà cette demande. Celle-ci
n'a donc manifestement pas seulement trait à la proposition de loi que
nous avons déposée.

Par conséquent, madame la ministre, je souhaiterais savoir où en est
ce rapport d'évaluation. Est-il déjà mis en oeuvre? En possédez-vous
certains éléments? Pour quelles raisons, sommes-nous confrontés à
ce blocage ou cette lenteur?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je souhaiterais posséder ce rapport mais ce n'est pas le
cas. Comme vous le savez, il doit être établi par le collège des
fonctionnaires dirigeants qui se réunissent régulièrement. J'ai
demandé explicitement que ce point soit porté à l'ordre du jour de leur
prochaine réunion. J'espère donc recevoir ce rapport prochainement.

A ce moment-là, on pourra rechercher, grâce à l'application de ce
mécanisme, la façon d'éviter que des jeunes soient exclus du circuit
économique. C'est finalement à cela que sert le plan
d'accompagnement.
03.02 Minister Laurette
Onkelinx : Ik wil u graag nadere
inlichtingen verstrekken, maar ik
beschik zelf niet over dat verslag.
Ik heb uitdrukkelijk gevraagd om
dat verslag op de agenda te
plaatsen van de volgende
vergadering van het college van
leidinggevende ambtenaren, dat
belast is met de opstelling ervan.
Ik hoop op een spoedig antwoord.
03.03 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
je remercie Mme la ministre de sa réponse. Je ne mets pas en doute
votre bonne volonté, madame la ministre, ni les instructions que vous
avez données. Mais comprenez mon impatience puisque, d'une part,
cette demande a déjà été formulée en 1999 et, d'autre part, elle
constituait l'objet central de la proposition de loi. Il faut en effet passer
par cette évaluation du plan d'accompagnement avant d'envisager le
vote et l'application de la proposition de loi.

Pourriez-vous dès lors demander l'urgence à cet égard?
03.03 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): Ik twijfel niet
aan uw goede wil, maar wil u er
toch op wijzen dat wij dit verzoek
reeds in 1999 geformuleerd
hebben en dat wij de sleutel ertoe
in de commissie hebben
aangereikt. Er is nu haast bij.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de administratieve vereenvoudiging" (nr. 5429)
04 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
simplification administrative" (n° 5429)
04.01 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de administratieve vereenvoudiging is een aangelegenheid
die niet alleen mij persoonlijk na aan het hart ligt, maar waarbij ook de
CD&V erg betrokken is en daarom trachten wij deze materie ook van
nabij te volgen.

Op 3 mei 2001 kondigde de minister van Sociale Zaken aan dat een
revolutie werkelijkheid werd. Ik heb het niet bepaald voor revoluties,
maar als dit gebeurt in het kader van de administratieve
vereenvoudiging, dan heb ik er eigenlijk niet veel bezwaar tegen.

Het betrof destijds de vereenvoudiging van de formaliteiten die de
werkgever moet vervullen bij aanwerving en ontslag, een nieuwe
multifunctionele elektronische RSZ-aangifte en de aangifte van
sociale risico's. De realisatie van al deze elementen zou inderdaad
een revolutie betekenen.
04.01 Greta D'Hondt (CD&V): A
partir du 1er janvier 2003, le
système DIMONA sera généralisé
et un certain nombre de
documents sociaux seront
supprimés ou simplifiés. Au cours
d'une période de transition, le
système DIMONA sera étendu et
les patrons auront la possibilité d'y
participer.

Le Moniteur belge du 31 juillet
2001 a publié six arrêtés royaux
portant exécution de la
simplification administrative en
matière de législation de sécurité
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9

Vanaf 1 januari 2003 zou de MONA worden veralgemeend, ten
gevolge waarvan een aantal sociale documenten zouden worden
afgeschaft en vereenvoudigd. Hopelijk wordt dit werkelijkheid.

In afwachting van 1 januari 2003 zou in een overgangsperiode de
MONA geleidelijk worden uitgebreid. In de sectoren waar het systeem
reeds van toepassing is, zou de aangifteplicht worden veralgemeend
voor alle werknemers. Bovendien zou worden bepaald dat werkgevers
uit de sectoren die nog niet verplicht zijn toegetreden, vrijwillig in het
systeem kunnen stappen.

In het Belgisch Staatsblad van 31 juli van dit jaar, verschenen zes
koninklijke besluiten van 10 juni die uitvoering geven aan deze
administratieve vereenvoudiging, meer specifiek op het vlak van de
sociale zekerheidswetgeving. Tenzij ik een editie van het Staatsblad
heb gemist, werden tot op heden de uitvoeringsbesluiten waarbij een
aantal sociale documenten daadwerkelijk worden afgeschaft, nog niet
gepubliceerd. Het betreft onder andere het personeelsregister, het
individueel document en de versturing van het afschrift van het
studentencontract.

Vandaar dat ik graag vernam, mevrouw de minister, waarom nog
geen uitvoering werd gegeven aan deze vereenvoudiging, ook op het
vlak van tewerkstelling en arbeid. Voorts had ik graag geweten binnen
welke termijn aan deze administratieve vereenvoudiging wel
uitvoering zal worden gegeven.

Mevrouw de minister, tot slot hoop ik dat wij er mogen van uitgaan dat
de administratieve vereenvoudiging waarvan de aankondiging voor
1 oktober 2001 ruim werd verspreid via de degelijke brochures van de
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, effectief zal doorgaan, ondanks
het uitblijven van de koninklijke besluiten. Ik voeg er meteen aan toe
dat ik het Staatsblad van vandaag nog niet heb gelezen, voor het
geval u zou antwoorden dat de koninklijke besluiten waarvan sprake
vandaag verschenen.
sociale, mais les arrêtés
d'exécution qui prévoient la
suppression d'un certain nombre
de documents sociaux n'ont pas
encore été pris.

Quand seront-ils pris ? J'espère
que la première simplification
administrative annoncée pour le
1er octobre sera véritablement
mise en oeuvre.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, nous
avons appris aujourd'hui que Mme D'Hondt acceptait d'être
révolutionnaire pour tout ce qui concerne la simplification. Avec moi
qui suis plutôt réformiste, nous voilà deux révolutionnaires dans cette
commission! (Rires)

La simplification administrative est effectivement très attendue sur le
terrain, tout comme la simplification des aides à l'emploi d'ailleurs.
Pour ce qui concerne la première, nous travaillons évidemment sur
l'exécution des décisions en la matière. L'arrêté royal du 1
er
octobre
2001 qui modifie l'arrêté royal du 8 août 1980 relatif à la tenue des
documents sociaux a été publié au Moniteur belge du 9 octobre
dernier. Cet arrêté est entré en vigueur le 1
er
octobre 2001. Par
ailleurs, le projet de loi portant des dispositions diverses en relation
avec l'introduction de la déclaration immédiate de l'emploi a été
soumis pour avis au Conseil d'Etat qui a rendu son avis le 11
septembre dernier. Le projet de loi adapté en fonction des remarques
du Conseil d'Etat a été déposé sur le bureau de la Chambre des
représentants. Nous allons donc poursuivre les débats sur la
simplification administrative.
04.02 Minister Laurette
Onkelinx : We vernemen hier
zopas dat mevrouw D'Hondt
bereid is zich revolutionair op te
stellen ter wille van de
vereenvoudiging. (Glimlachjes)

Wij maken vanzelfsprekend werk
van de terzake genomen
beslissingen.

Het koninklijk besluit inzake het
bijhouden van de sociale
documenten werd op 9 oktober
gepubliceerd en werd op 1 oktober
2001 van kracht.

Het wetsontwerp betreffende de
onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling werd vandaag bij de
Kamer van
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
volksvertegenwoordigers
ingediend.

De revolutie is ingezet.
04.03 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord. Ik zie dat de heer De Wolf teken doet
dat het stuk is binnengekomen. Wij zullen zeker met aandacht de
zaken volgen.

Mevrouw de minister, het is dus zo dat ­ wat er ook eventueel nog
aan de teksten zou worden gewijzigd ­ wat aan de werkgever is
aangekondigd, namelijk dat de wetgeving zal ingaan vanaf 1 oktober,
gestand zal worden gedaan? (Bevestiging)
04.03 Greta D'Hondt (CD&V): La
simplification annoncée depuis le
1
er
octobre aura donc bien lieu ?
(Assentiment)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Questions jointes de
- M. Paul Timmermans à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre des
chèques-services" (n° 5512)
- M. Filip Anthuenis à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "l'instauration de chèques-
services" (n° 5531)
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Paul Timmermans aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid over "de
dienstencheques" (nr. 5512)
- de heer Filip Anthuenis aan de vice-eerste minister en minister van Tewerkstelling over "de invoering
van dienstencheques" (nr. 5531)
05.01 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la ministre, l'instauration des chèques-services est prévue
avant la fin 2001 et je m'en réjouis. J'ai déjà eu l'occasion de
m'exprimer longuement sur ce sujet précédemment et je ne vais donc
pas revenir sur le fond. Je souhaite simplement aborder une
préoccupation de bon nombre d'acteurs de terrain qui se préparent
aujourd'hui à la mise en oeuvre de ces chèques-services, à savoir le
cumul possible des différentes aides qui permettent l'embauche de
personnes peu qualifiées. En effet, outre le travail au noir, l'embauche
de personnes peu qualifiées dans des emplois de proximité est une
priorité de cette loi.

Je voudrais savoir s'il est possible de cumuler les 700 francs, qui sont
le fruit d'une subvention publique fédérale et régionale via les accords
de coopération et qui permettent de compenser un coût salarial
relativement élevé dans le secteur, avec d'autres aides comme
l'activation d'allocations sociales pour les chômeurs de longue durée
ou encore toutes les exonérations prévues aujourd'hui lors de
l'embauche de chômeurs de longue durée. Peut-on cumuler un
ensemble de systèmes lorsque l'on embauche, par le biais des
chèques-services, une personne qui se trouve en situation précaire et
donc reconnue comme telle?

En ce qui concerne la notion d'emploi convenable évoquée lors du
débat en commission, vous aviez signalé qu'elle serait précisée dans
l'accord de coopération, certains se demandant si un chômeur pouvait
refuser un emploi de type chèques-services. Je n'ai pas trouvé
mention de cette notion dans l'accord de coopération mais peut-être
ai-je mal lu ou ne suis-je pas en possession de la dernière version?
05.01 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): De wet van 20
juli 2001 tot bevordering van
buurtdiensten en banen is op 11
augustus 2001 van kracht
geworden en de gevolgen ervan
zullen vóór eind 2001 voelbaar
zijn.

De langdurig werklozen zijn de
doelgroep. Vandaar de vraag of
een werkgever de subsidie van
700 frank die de loonkost moet
verlichten mag cumuleren met de
activering van de sociale
uitkeringen of met de vrijstelling
van sociale bijdragen bij
aanwerving van werklozen?

Wordt in uitzonderingen voorzien
voor ondernemingen met een
sociaal oogmerk?

Welke maatregelen zijn er
genomen inzake het begrip
"passende dienstbetrekking" dat in
het samenwerkingsakkoord moet
worden gepreciseerd?
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Pourriez-vous m'informer à ce sujet?
05.02 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, tijdens de behandeling van het wetsontwerp tot bevordering
van buurtdiensten en -banen in de commissie werden een aantal
interessante discussies gevoerd en werd bij artikel 3 een
amendement van de heer Delizée aanvaard. Dit amendement strekt
ertoe dat een erkende onderneming voor de uitvoering van prestaties
in het kader van dienstencheques een niet-werkende werknemer in
dienst zou nemen.

Na een grondige bespreking over de correcte draagwijdte van dit
amendement werd overeengekomen dat een onderneming niet
verplicht zou zijn om eerst een bijkomende werknemer in dienst te
nemen om de diensten in het kader van de dienstencheques te laten
uitvoeren. Alleen wanneer de onderneming zou besluiten om een
extra werknemer in dienst te nemen ten gevolge van de verhoogde
activiteiten, zou het moeten gaan om een niet-werkende werknemer
die bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling is
ingeschreven als werkzoekende. Om misverstanden terzake te
vermijden, werd afgesproken deze interpretatie in het verslag op te
nemen. U herinnert zich dat ik niet geneigd was het amendement
goed te keuren. Wij deden dat toch onder de voorwaarde dat dit in het
verslag zou worden opgenomen. De minister ging daarmee akkoord.
In het verslag staat bijgevolg te lezen dat, ik citeer, "...dit
amendement niet betekent dat de betrokken onderneming
bijkomende werknemers in dienst moet nemen. De minister bevestigt
die interpretatie".

Naar verluidt zou in het ontwerp van koninklijk besluit ter uitvoering
van de wet van 20 juli 2001 in artikel 2, tweede lid opgenomen zijn dat
"de erkende onderneming de buurtwerken of -diensten laat uitvoeren
bij de gebruiker door een niet-werkende werknemer die daarvoor in
dienst werd genomen en die ten minste halftijds is tewerkgesteld".
Ook in artikel 7 zou worden bepaald: "De erkende onderneming
verklaart dat de gepresteerde werkuren waarvoor zij dienstencheques
indient, gepresteerd werden door personen die daarvoor in dienst zijn
genomen en die ten minste halftijds worden tewerkgesteld". Van twee
zaken een, mevrouw de minister, maar dit strookt mijns inziens niet
volledig met wat in de commissie was afgesproken en in een
parlementair stuk staat vermeld. Deze tekst is mijns inziens niet
conform de afspraak. Het is altijd onze stelling geweest dat de kar niet
voor de paarden mag worden gespannen. Het is de bedoeling om
eerst bijkomende economische activiteiten te creëren die dan moeten
resulteren in bijkomende aanwervingen. Men kan niet eerst
ondernemingen verplichten om bijkomende aanwervingen te doen
omdat ze bijkomende activiteiten zouden verrichten. Dat is althans
onze visie en die werd ook in het verslag van de commissie bevestigd.
Bovendien rijst de vraag of voldoende werkzoekenden zullen worden
gevonden om in een systeem van dienstencheques te stappen zolang
de doorstroming vanuit de PWA's door het huidige systeem van
vrijstellingen blijft geblokkeerd. Ik geef toe dat dit een andere
discussie is. Deze maatregel mag dus geen doodgeboren kind
worden.

Mevrouw de minister, mijn concrete vragen zijn de volgende. Ten
eerste, zult u de hier gemaakte afspraak naleven waarmee u zelf
uitdrukkelijk instemde, namelijk dat ondernemingen die in het systeem
05.02 Filip Anthuenis (VLD):
Durant la discussion de
l'amendement Delizée sur le projet
de loi visant à favoriser le
développement de services et
d'emplois de proximité, il a été
décidé qu'une entreprise ne serait
pas tenue d'engager un travailleur
salarié pour exécuter les services
prévus dans le cadre des
chèques-services. Il faut que
l'entreprise recrute parce que son
activité économique est en hausse
et il devrait s'agir d'un travailleur
salarié ne travaillant pas et inscrit
comme demandeur d'emploi.
Cette interprétation a également
été inscrite dans le rapport et le
ministre a marqué son accord.

Le projet d'arrêté royal portant
exécution de la loi du 20 juillet
2001 prévoirait toutefois à l'article
2, alinéa 2, et à l'article 7 qu'il doit
s'agir de travailleurs salariés
engagés et occupant au moins un
emploi à mi-temps. Cette dernière
disposition n'est pas conforme à
l'accord. Le recrutement est
subordonné à un complément
d'activité

Le ministre respectera-t-il
l'accord ? Ne s'indique-t-il pas de
supprimer la possibilité
d'exonération pour les travailleurs
ALE
? Qu'en est-il de l'appel
d'offres pour l'entreprise chargée
de distribuer les chèques-
services ?
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
van dienstencheques worden erkend, niet verplicht worden om vooraf
een werkzoekende in dienst te nemen, maar zich pas engageren als
zij beslissen een extra werknemer aan te werven?

Ten tweede, zou het niet beter zijn om de vrijstellingsmogelijkheden
van de PWA's op te heffen om een grotere doorstroming te
verzekeren naar het reguliere circuit?

Ten derde, wat is de stand van zaken inzake de offerteaanvragen
voor het uitgiftebedrijf dat met het uitgeven van dienstencheques zal
worden belast?
05.03 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, tout
d'abord, je voudrais rappeler à M. Timmermans que la loi sur le
développement des emplois et services de proximité est une loi qui
solvabilise la demande des consommateurs de ces services. Cela
signifie que les interventions publiques fédérales et régionales ne
constituent pas des incitants à la création d'emplois, mais visent à
permettre aux familles de bénéficier de services de qualité prestés
professionnellement pour un prix équivalent à un service finalement
presté au noir.

Par ailleurs, les entreprises prestataires de services, qui sont des
entreprises comme toutes les autres, peuvent donc bénéficier à ce
titre de l'ensemble des aides aux entreprises. Les subventions visant
à compenser une productivité plus faible de certains travailleurs sont
évidemment admissibles.

En ce qui concerne les entreprises à finalité sociale, la loi ne peut
évidemment pas leur accorder une aide spécifique, puisque cette loi
soutient la consommation des ménages. Par contre, les régions
peuvent, dans leur politique d'agrément des politiques retenues,
choisir de privilégier tel ou tel type d'entreprise. Cela ne concerne pas
le fédéral.

Le gouvernement a enfin décidé très logiquement que les emplois
générés par cette loi étaient des emplois convenables, puisqu'ils sont
régis par les règles normales du droit du travail et soumis aux règles
décidées par les interlocuteurs sociaux concernés.
05.03 Minister Laurette
Onkelinx: Ik wijs de heer
Timmermans erop dat de wet tot
bevordering van buurtdiensten en
­banen niet tot doel heeft aan te
zetten tot het scheppen van
werkgelegenheid, maar dat het de
bedoeling is dat gezinnen gebruik
kunnen maken van deze diensten
tegen dezelfde prijs als in het
zwart.

Bedrijven die deze diensten
aanbieden, kunnen normaal
gesproken bedrijfssteun genieten.

Voorts kan de wet dienen om
bedrijven met een sociaal
oogmerk een specifieke steun toe
te kennen. De Gewesten kunnen
daarbij, in het kader van hun
erkenningsbeleid, hun voorkeur
laten uitgaan naar bepaalde typen
van bedrijven.

De gecreëerde jobs zijn
"passende" betrekkingen,
aangezien ze gewoon onder de
bepalingen van het arbeidsrecht
vallen.
Mijnheer de voorzitter, ten eerste bevestig ik vanzelfsprekend wat ik
tijdens de bespreking van de wet op de buurtbanen en -diensten die
op 20 juli jongstleden werd goedgekeurd. In de wet is, net als in het
koninklijk besluit, sprake van activiteiten die banen creëren en van
aanwerving door de erkende bedrijven van niet-werkende
werknemers die zijn ingeschreven als werkzoekende. Dat wil onder
meer zeggen dat een bedrijf dat onder zijn werknemers een halftijds
werknemer telt die voltijds wenst te werken voor de activiteiten
bepaald in de wet op de buurtbanen en -diensten, in aanmerking komt
voor de openstaande halftijdse job. In het algemeen wil dat eveneens
zeggen dat het erkende bedrijf voor zijn activiteiten in buurtbanen elke
ingeschreven werkzoekende persoon kan aanwerven.

Ten tweede, zoals ik reeds heb gezegd aan de heer Timmermans,
zijn de betreffende buurtbanen behoorlijke banen voor de PWA-
Je confirme ce que j'ai dit lors de
l'examen de la loi sur les emplois
et les services de proximité. Dans
la loi et dans l'arrêté royal, il est
question d'activités créatrices
d'emplois et du recrutement, par
les entreprises agréées, de
travailleurs non actifs inscrits
comme demandeurs d'emploi.
Ainsi, pour des activités couvertes
par des chèques-services, un
employeur peut embaucher à
temps plein un travailleur mi-
temps et, plus généralement, toute
personne inscrite comme
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
werknemer.
demandeur d'emploi. Les emplois
de proximité sont considérés
comme des "emplois
convenables" pour les travailleurs
ALE.
Je voudrais profiter de ce débat pour confirmer que l'application de la
loi suit son cours, que l'ONEM a été chargé de l'appel d'offres visant à
choisir la société émettrice des titres. Parmi les trois offres rentrées à
la date limite de l'appel d'offres le 12 octobre 2001, une d'entre elles a
été retenue par le comité de gestion de l'ONEM sur la base d'une
analyse des réponses et de leur adéquation aux critères déterminés
dans l'appel d'offres. Il s'agit de la société ACCOR. Voilà, en quelques
mots, les éléments que je voulais mettre en évidence.
De RVA werd belast met de
organisatie van de aanbesteding
bij inschrijving met het oog op de
selectie van het bedrijf dat de
cheques zou mogen uitgeven. Op
de uiterste inschrijvingsdatum, 12
oktober, waren er drie offertes
ingediend. Daaruit heeft het
beheerscomité van de RVA de
offerte van de firma ACCOR
geselecteerd.
05.04 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Madame la ministre,
j'ai bien entendu vos réponses. Avec cette loi, nous sommes au
croisement de différentes politiques et donc de différents objectifs. On
est à la fois dans la perspective de rencontrer la demande, dans une
lutte contre le travail au noir, dans le développement de services de
proximité, de la création d'emplois, dans la lutte pour l'embauche des
travailleurs peu qualifiés. Votre interprétation m'avait été rapportée
par des gens qui ont déjà établi un dossier. En effet, des ALE se sont
mises à l'oeuvre pour intégrer le système et c'est heureux. Le
Parlement wallon a été interrogé et répond la même chose.

Je suis cependant surpris du cumul des aides à l'embauche sous le
prétexte de différentes politiques mises en oeuvre. A priori, avec un
chèque qui vaut 950 FB, on couvre la totalité du coût salarial, à la fois
grâce à une intervention de l'utilisateur et à une intervention des
services publics. Les 950 FB correspondent au coût total de
l'embauche. Faut-il y ajouter encore les exonérations de cotisations
sociales qui sont permises par des plans d'embauche ou l'activation
des allocations sociales? Selon moi, on cumule abusivement une
somme d'aides couvrant parfois deux fois le coût salarial. Je
préférerais qu'on procède à des discriminations pour un certain
nombre d'entreprises d'économie sociale qui tentent de mettre à
l'embauche des gens particulièrement peu qualifiés. On leur
permettrait ainsi d'assurer leur seuil de viabilité. La question reste
posée.
05.04 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): Deze wet sluit
inderdaad aan bij verscheidene
beleidslijnen. De cumulatie van
tewerkstellingssteunmaatregelen,
zogezegd voortvloeiend uit de
veelheid van beleidslijnen,
verwondert mij. Waarom moet er
bijvoorbeeld ook nog eens een
vrijstelling van sociale lasten
gekoppeld aan nieuwe
indienstnemingen boven op
komen? Waarom moedigen we
niet veeleer bedrijven aan die
laaggeschoold personeel in dienst
nemen ? We gaan hier de
solventie van het aanbod
stimuleren in plaats van de
solventie van de vraag !
05.05 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, l'objectif
de la loi est de répondre à la demande; nous essayons d'arriver à un
prix équivalent au prix du marché, de diminuer le travail au noir... On
s'en est largement expliqué.

Cependant, cela n'est pas comparable à la fonction des aides à
l'emploi qui sont régies par d'autres lois et arrêtés. Les vocations de
ces dernières sont d'intervenir pour l'intégration de personnes à
risque sur le marché du travail et de compenser en partie le problème
de productivité de ces personnes. Ce sont deux motifs différents qui
peuvent se retrouver simultanément dans l'application d'une
embauche. Cela peut être le cas dans le cadre des emplois de
proximité mais également pour bien d'autres emplois. Nous
remarquons en effet que les aides à l'emploi sont de plus en plus
05.05 Minister Laurette
Onkelinx: De maatregelen
beogen onderscheiden
doelstellingen en hebben elk hun
eigen bestaansreden. Ik ben
voorstander van cumulatie,
vermits het erop aankomt
bijzonder getroffen sectoren een
duwtje in de rug te geven.
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
cumulées car cela correspond à une politique d'intégration des profils
de plus en plus fragilisés qui sans ces aides ne seraient pas
embauchés du fait de leur manque de productivité, d'expérience ... Je
suis favorable à ce que cela puisse être cumulé ici comme ailleurs. Je
ne vois pas pourquoi ce secteur serait défavorisé. Or nous savons
que les personnes qui vont travailler dans le secteur des emplois de
proximité sont par principe des personnes beaucoup plus fragilisées.
05.06 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
la qualité des intentions du projet ne sont pas mises en causes. Nous
constatons seulement qu'en cumulant un certain nombre d'objectifs,
la situation sera telle que les aides de l'Etat seront largement
supérieures au coût salarial. Nous pouvons discourir longuement des
exonérations de charge. Mais, dans notre cas, il s'agit d'une sorte de
subvention indirecte aux employeurs qui dépasse leurs charges. Cela
est relativement étonnant.

Sur la notion d'emploi convenable, vous faites référence à la loi tout
en évoquant la problématique de l'emploi convenable dans les ALE.
La loi sur l'emploi convenable prévoit quelques dispositions
particulières pour l'emploi convenable dans les ALE. Sommes-nous
précisément sur ces dispositions particulières ou sur les dispositions
générales d'emploi convenable?
05.06 Paul Timmermans
(ECOLO-AGALEV): We zullen tot
een situatie komen waarbij de
overheidssteun de loonkost
overstijgt, wat aberrant is.

Inzake de "passende
dienstbetrekking" voorziet de wet
in bijzondere bepalingen voor de
plaatselijke
werkgelegenheidsagentschappen
(PWA's). Passen die bepalingen in
het concept dat voor de PWA's
geldt of in het concept naar
gemeen recht, dat veel minder
soepel is?
05.07 Laurette Onkelinx, ministre: Il est considéré que ces emplois
sont des emplois convenables pour les travailleurs ALE.
05.07 Minister Laurette
Onkelinx : Uitgaande van het voor
de PWA's geldende concept werd
geoordeeld dat de banen passend
zijn. De soepelheid blijft spelen.
05.08 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Lorsqu'ils viennent
d'une ALE, sont-ils encore sous le couvert des dispositions "emploi
convenable ALE", celles-ci étant beaucoup plus souples? Elles font
référence aux capacités physiques, intellectuelles, au peu de
formation... Considérer le droit du chômeur à ne pas intégrer un
emploi est différent.
05.09 Laurette Onkelinx, ministre: Cette souplesse continue à jouer.
05.10 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik voel mij wat ongelukkig. U hebt gelijk als u dat
amendement naar de letter interpreteert. Volgens u betekent het
amendement niet dat de betrokken onderneming bijkomende
werknemers in dienst moet nemen. U biedt een tussenoplossing: wie
deeltijds in een bedrijf werkt, kan voltijds gaan werken. Of een
deeltijds werknemer wordt aangevuld met een andere deeltijdse
werknemer dan wel of die deeltijdse werknemer voltijds gaat
presteren, komt op hetzelfde neer naar de geest van wat wij
afgesproken hadden.

Fundamenteel volgt u de geest van onze afspraken echter niet. Wij
vinden dat het geen zin heeft om bedrijven vóór de invoering van die
maatregel in een strak keurslijf te gieten waarbij ze eerst
aanwervingen moeten doen. Volgens mij zal die maatregel weinig
succes kennen, behalve misschien in bedrijven waarmee u voordien
al afspraken had. Spontaan zullen volgens mij weinig bedrijven die
formule toepassen.
05.10 Filip Anthuenis (VLD):
Naar de letter heeft de minister
wellicht gelijk, maar haar
interpretatie maakt me niet echt
gelukkig: zij volgt niet de geest van
onze afspraak. De werkgevers
worden immers in het strakke
keurslijf van de verplichte
bijkomende aanwerving
gedrongen, zodat de maatregel
weinig succes zal oogsten.
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de loonbrieven per elektronische post" (nr. 5516)
06 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "les fiches
de salaire envoyées par courrier électronique" (n° 5516)
06.01 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, achter mijn vraag schuilt eigenlijk de volgende vraag: zal de
revolutie voortgaan? Volgens de Inspectiedienst van Sociale Wetten
zou de huidige overdracht van het loonbriefje, al tientallen jaren een
wettelijke verplichting, binnen afzienbare tijd kunnen worden
vervangen door een verzending via e-mail. Naast de garantie van de
privacy moeten ook nog een aantal andere praktische zaken geregeld
worden, aldus de Inspectie van Sociale Wetten.

Momenteel zijn er nog bezwaren in verband met de privacy tegen
verzendingen per e-mail. Ook een aantal praktische zaken moet nog
meer vorm krijgen, zoals de wettiging van de elektronische
handtekening. De Sociale Inspectie is een van de belangrijkste
diensten onder uw bevoegdheid. Als uw uitspraak geen kwakkel is,
dan moet ze u toch minstens bekend zijn of geuit zijn met uw
toestemming. Daarom heb ik de volgende vragen.

In welke fase bevindt zich dat project van overdracht van loonbrieven
per elektronische post?

Binnen welke termijn zullen de huidige loonbrieven door elektronische
overdracht vervangen kunnen worden?

Voorziet u in een overgangsfase met een dubbel circuit? Niet
iedereen is namelijk in staat om een elektronische connectie met zijn
werkgever tot stand te brengen.
06.01 Greta D'Hondt
(CD&V):L'inspection des lois
sociales a laissé entendre que les
fiches de salaire pourraient être
transmises par courrier
électronique. A cet effet, de
nombreux détails pratiques
doivent encore être réglés.

Où en est ce projet exactement ?
Quelles étapes doit-il encore
franchir ?
Quand
cette
transmission par courrier
électronique pourra-t-elle être
effective ? Une période transitoire
sera-t-elle prévue ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'Hondt, het is niet mijn bedoeling om in het huidige stadium een
wijziging voor te stellen van de wet van 12 april 1965 betreffende de
bescherming van het loon van de werknemers. De voorschriften van
de wet van 12 april 1965, en meer in het bijzonder de vereisten van
artikel 15 inzake loonfiches, moeten worden nageleefd zoals in het
verleden. Er bestaat geen ontwerp dat de vervanging beoogt van de
papieren drager van de afrekening. De Inspectiedienst van Sociale
Wetten werd geïnterpelleerd over de verzending van de afrekening
per elektronische post. Zo'n verzending is slechts mogelijk als de
werknemers van het bedrijf zich met een dergelijke handelwijze
akkoord verklaren.

Dat impliceert bijgevolg een wijziging van het arbeidsreglement of het
sluiten van een individueel akkoord. Het bedrijf dient bij de inspectie
aan te tonen dat het systeem het afdrukken van de elektronische post
toelaat, dat het de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
garandeert en dat het beantwoordt aan de wettelijke eisen inzake de
inhoud. De elektronische post wordt niet beschouwd als een bijlage bij
de individuele afrekening, zoals bedoeld in artikel 19, paragraaf 1 van
het koninklijk besluit van 8 augustus 1980.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je n'ai nullement
l'intention pour l'instant de modifier
la loi du 12 avril 1965 concernant
la protection de la rémunération
des travailleurs. Il n'existe
d'ailleurs aucun projet prévoyant le
remplacement de la fiche de
salaire sur support papier.

Une transmission par courrier
électronique n'est possible que si
les travailleurs de l'entreprise y
consentent. La fiche de salaire
transmise par courrier électronique
doit toujours pouvoir être
imprimée. Toutes les garanties
doivent être prises sur le plan de la
protection de la vie privée. L'envoi
de la fiche par courrier
électronique n'atteste pas du
paiement. Une quittance en bonne
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
De elektronische post zal, tot slot, niet de waarde hebben van de
kwijting, zoals bedoeld in artikel 5 van de wet van april 1965. De
elektronische post bewijst zoals de papieren loonfiche, de uitbetaling
van het loon niet. Een kwitantie in de juiste vorm wordt nog steeds
vereist.
et due forme sera donc toujours
exigée.
06.03 Greta D'Hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
het antwoord. Als ik het dus goed begrijp, komen er geen grote
wijzigingen. Begrijp ik het goed dat zelfs bij een akkoord tussen
werkgever en werknemer om het loonbriefje via e-mail toe te sturen,
er toch nog een papieren loonafrekening moet volgen? Volgens mij is
dat veilig.

Maar ik leidde uit het artikel dat ik daaromtrent heb gelezen, af dat er
meer aan de hand is. In het artikel wordt de raad gegeven om de
loonafrekening op de moeder-e-mail weer te geven en niet als
attachment te versturen, omdat anders de bewijskracht in het gedrang
komt. Er moet dus toch wel iets bewegen in het dossier.

Mevrouw de minister, het is goed dat u daarover nadenkt en dat u ons
op de hoogte zult houden. Dat is een positieve evolutie. Als ons
daarover vragen worden gesteld, is het toch wel belangrijk te weten of
die techniek slechts een probeersel is, dan wel of hij beleidsmatig
ondersteund wordt.
06.03 Greta D'Hondt (CD&V): Si
l'employeur et les employés sont d'
accord, la fiche de salaire peut
être envoyée par courrier
électronique, à condition qu'il y ait
également envoi par après d'une
fiche sur support papier. Il s'agit là
d'une méthode sûre. Cependant,
j'ai lu dans un article que pour des
raisons liées à la charge de la
preuve il était préférable d'insérer
la fiche de salaire dans le corps du
message plutôt que comme pièce
jointe. La ministre pourrait-elle
nous tenir au courant de l'évolution
de cette question?
06.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, tout le
problème réside dans le contrôle par l'inspection. Dans ce domaine,
je crois que pour avancer, il faut prendre en compte les nouvelles
technologies de l'information et de la communication. Mais comment
l'inspection peut-elle contrôler? Toute l'évolution devra donc se faire
dans le respect de cette nécessité de contrôle au profit des uns et des
autres.
06.04
Minister
Laurette
Onkelinx: De controle door de
inspectie, daar wringt de schoen.
De evolutie moet plaatsvinden met
inachtneming van die controle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het educatief verlof" (nr. 5517)
07 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "le congé-
éducation" (n° 5517)
07.01 Greta D'Hondt (CD&V): Mevrouw de minister, deze vraag is
van een iets zwaardere orde dan de toekomst van de elektronische
post. Dit heeft immers te maken met aangegane engagementen. In
de beleidsbrief bij de begroting 2001 werd aangekondigd dat het
stelsel van het educatief verlof een nieuwe dynamiek zou krijgen. Eén
van de elementen van die dynamiek was het openstellen van het
stelsel van het educatief verlof voor alle werknemers die minstens
halftijds werken. In deze commissie zijn heel wat leden daar in de
voorbije jaren geregeld op teruggekomen. In uw beleidsbrief kondigde
u aan dat vooral vrouwen door deze maatregel zouden worden
aangemoedigd om hun beroepskwalificaties te verbeteren. Dat is een
evidentie als men de verhouding tussen mannen en vrouwen ziet in
de groep van de deeltijdse werknemers. In het interprofessioneel
akkoord 2001-2002 werd door de sociale partners overeengekomen
om het stelsel van het educatief verlof uit te breiden tot de deeltijdse
werknemers.
07.01 Greta D'Hondt
(CD&V):Nous avons appris à la
lecture du budget 2001 que la
ministre a l'intention d'étendre le
droit au congé-éducation payé.
Les travailleurs à temps partiel
devraient bénéficier eux aussi de
ce droit, le but visé étant d'inciter
les femmes à se recycler. Les
partenaires sociaux ont marqué
leur accord.

Le conseil national du travail dit
que cette extension doit rester
limitée aux personnes travaillant
au moins à mi-temps qui veulent
suivre une formation pendant leurs
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Voor 31 oktober moeten de aanvragen voor het betaald educatief
verlof worden ingediend. Als ik mij niet vergis, is er totnogtoe geen
gevolg gegeven aan het advies van de Nationale Arbeidsraad. Dit
advies regelt de uitbreiding tot deeltijdse werknemers met ten minste
een halftijdse loopbaan en een vast uurrooster. Het stelsel wordt
beperkt tot beroepsopleidingen voor zover die gevolgd worden tijdens
de werkuren. Ik heb deze vraag gesteld omdat hieraan nog geen
uitvoering werd gegeven. Ik wil graag vernemen waarom tot op heden
geen uitvoering werd gegeven aan deze bepaling van het
interprofessioneel akkoord en het advies van de Nationale
Arbeidsraad. Binnen welke termijn zal deze regeling van kracht
worden zodat de niet onbelangrijke groep van de deeltijdse
werknemers ­ zij het met de beperkingen die ik zojuist heb
aangehaald ­ ook kan worden toegelaten tot het stelsel van het
betaald educatief verlof?
heures de service. Pourquoi la
ministre ne tient-elle pas compte
de cet avis ? Cela ne risque-t-il
pas d'avoir pour effet que les
demandes de congé-éducation ne
pourront être introduites à temps ?
La date limite est le 31 octobre.
Quand l'extension prévue de ce
système entrera-t-elle en vigueur ?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw D'Hondt, zoals u terecht
aanstipt, ging het interprofessioneel akkoord in op mijn wens om de
mogelijkheid tot het nemen van betaald educatief verlof opnieuw te
dynamiseren door het uit te breiden tot de deeltijdse werknemers met
ten minste een halftijdse baan die zij invullen hetzij volgens een vast,
hetzij volgens een variabel uurrooster. Om de reglementering te
vereenvoudigen heb ik een eenvormige tekst laten opstellen omtrent
de vorm van het presteren. De teksten zijn opgesteld en het advies
van de inspectie van Financiën werd ontvangen.

Ze worden vrijdag 26 oktober 2001 aan de Ministerraad voorgelegd.
De Raad van State wordt spoedig om dringend advies gevraagd. Een
bepaling van het koninklijk besluit voorziet in de terugwerkende kracht
ervan tot 1 september 2001.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Dans l'accord
interprofessionnel 2001-2002, il a
en effet été tenu compte de ma
demande visant à étendre le
congé-éducation aux personnes
travaillant au moins à mi-temps
sur la base d'un horaire fixe ou
variable. Dans un souci de
simplification, j'ai établi une
réglementation identique pour les
différentes formes de prestations.
L'inspection des finances a rendu
son avis et les textes seront
présentés vendredi au conseil des
ministres. L'avis du Conseil d'Etat
sera demandé d'urgence. L'arrêté
royal aurait un effet rétroactif au
1
er
septembre 2001.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de 'mini-audits' naar de relatie tussen ondernemingen en de sociale inspectie" (nr. 5519)
08 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "les 'mini-
audits' concernant les relations entre les entreprises et l'inspection sociale" (n° 5519)
08.01 Greta D'Hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik nam met enige bezorgdheid kennis van de studie van SD
Consult, een afdeling van het sociaal secretariaat van SD World, die
over een periode van 18 maanden mini-audits bij 200 ondernemingen
heeft verricht om te peilen naar hun relatie met de sociale inspectie.
Deze bevindingen werden in een rapport gebundeld. De algemene
conclusie daaruit is dat de bedrijven het zeer moeilijk hebben met de
naleving van sociaal-administratieve verplichtingen. Dat is nog een
reden meer om de administratieve verplichtingen te vereenvoudigen.
Er zit echter meer achter. De meerderheid van de bedrijven zegt wel
bereid te zijn de sociaal-administratieve verplichtingen na te leven,
maar klaagt de wisselvallige sociale wetgeving aan. Achter deze mijns
inziens terechte aanklacht van de ondernemingen zit meer. De vraag
rijst of dit alleen aan de complexe administratieve regelgeving en de
08.01 Greta D'Hondt (CD&V):
Selon une étude réalisée par SD-
Consult, les entreprises ont des
difficultés à remplir leurs
obligations sociales et
administratives. Les changements
répétés dans la législation sociale
posent particulièrement problème.
La question est de savoir si les
problèmes sont uniquement
attribuables à la complexité de la
législation. 59,2% des entreprises
ne respectent pas les dispositions
relatives au registre du personnel ;
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
complexiteit van de sociale wetgeving te wijten is.

Ik geef enkele gegevens uit het rapport. Bij 59,2% van de bedrijven uit
de audit is het personeelsregister niet in orde. Bij 95,8% van de
bedrijven zijn er opmerkingen inzake het arbeidsreglement. 82,5% is
niet in orde met de verplichtingen inzake deeltijdse arbeids-
overeenkomsten. In 89,2% van de gevallen zijn er opmerkingen over
de verplichtingen inzake de arbeidsduur en overuren. Bij 65,4% van
de ondernemingen werden opmerkingen gemaakt over de
verplichtingen inzake bedrijfswagens. Van de bedrijven die werken
met een systeem van kostenvergoeding loopt 77,8% een risico in
geval van controle. Bij 55,6% van de bedrijven die van
studentenovereenkomsten gebruikmaken, zijn opmerkingen te
maken.

Mevrouw de minister, bij de publicatie van dit rapport rijzen een aantal
vragen, ook over de wetenschappelijkheid van deze studie en dit
rapport.

Hebt u kennis van dit onderzoek? Kunt u door uw diensten laten
nagaan of dit onderzoek op een correcte wetenschappelijke manier is
verricht? Dergelijke cijfers publiceren die niet op een wetenschappelijk
gefundeerde basis berusten, zou immers een blaam voor onze
ondernemingen zijn. Als de cijfers correct zouden zijn, is dat natuurlijk
een spijtige zaak.

Mevrouw de minister, is er, voor zover u weet, een onderzoek dat
andere cijfers vaststelt, verricht op een ietwat meer wetenschappelijke
basis?

Ten slotte, wat niet te negeren valt, is de complexiteit van onze
sociale wetgeving en de administratieve bureaucratietop. Mag ik u
nogmaals oproepen om samen met uw collega's-ministers en het
Parlement met bekwamere spoed maatregelen te nemen met het oog
op administratieve vereenvoudiging en het doorzichtiger maken van
het kluwen van onze sociale wetgeving, zonder te raken aan de
rechten uiteraard? Dat zal alleszins de ondernemingen een bijkomend
voordeel bieden en bovendien zal de complexiteit niet meer kunnen
worden ingeroepen als alibi om de sociale wetgeving en andere
regelgevingen niet na te leven.
82,5% ne respectent pas les
obligations relatives aux contrats
de travail des travailleurs à temps
partiel ; dans 89,2% des cas le
respect des obligations relatives
au temps de travail et aux heures
supplémentaires laisse à désirer.

La ministre a-t-elle connaissance
de cette étude? Les résultats de
cette étude sont-ils corroborés par
d'autres enquêtes? La ministre
prendra-t-elle des initiatives pour
aider les entreprises à appliquer
correctement la législation
sociale?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, vous
savez que lorsque je dispose de documents, c'est avec plaisir que je
les transmets aux membres de cette commission. Mais cette fois-ci,
c'est moi qui demande à Mme D'Hondt de me communiquer "l'étude"
de SD-Consult car celle-ci m'est totalement inconnue. J'ai interrogé
l'administration des lois sociales, qui n'a pas non plus été informée de
ce travail de recherche. Donc, nous ignorons tout de cette étude et
dès lors, nous ignorons aussi les méthodes d'enquête utilisées par le
consultant. Et tout comme Mme D'Hondt, je pense qu'on a intérêt à
examiner de très près ces méthodes. Car selon la méthode utilisée,
on peut arriver à des résultats totalement différents.

Je peux simplement vous communiquer quelques éléments
statistiques dont mon administration des lois sociales dispose pour
1998. Ainsi, sur 51.496 entreprises contrôlées, l'inspection a constaté
18.392 infractions, ce qui représente une proportion d'un peu plus de
35%. Ces chiffres sont donc nettement inférieurs à ceux que vous
08.02 Minister Laurette
Onkelinx: Wanneer ik over
documenten beschik, geef ik ze
zonder probleem door. Deze keer
vraag ik mevrouw D'Hondt om mij
die studie van SD-Consult, waar ik
niets van af weet, te bezorgen.

Ik ben het over de hele lijn eens
met mevrouw D'Hondt. Het is erg
belangrijk dat die studies rigoureus
onder de loep worden genomen.
De resultaten kunnen heel
verschillend zijn afhankelijk van de
gebruikte methoden.

Ik kan u de cijfers van mijn
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
avez cités comme provenant de l'étude de SD-Consult. En outre, la
plupart de ces infractions ­ 10.494 exactement ­ ont trait au
règlement de travail. A cet égard, il y a lieu de signaler que
l'intervention de l'inspection a conduit à 6.676 régularisations et à
l'établissement de seulement 1.366 procès-verbaux.

Ces simples éléments permettent par conséquent de nuancer très
fortement les constats que SD-Consult tire de son mini-audit.
administratie meedelen.

Bij 51.496 gecontroleerde
bedrijven heeft de sociale
inspectie 18.392 inbreuken
vastgesteld (35%). Dat is minder
dan wat uit de cijfers van SD-
Consult moet blijken. Het gaat in
hoofdzaak om inbreuken op het
arbeidsreglement (10.494), en ook
hier liggen de cijfers lager dan de
door SD-Consult aangevoerde
cijfers. De administratie heeft zo'n
6.676 regularisaties uitgevoerd.
08.03 Greta D'Hondt (CD&V): Mevrouw de minister, uw antwoord
verheugt mij. Indien de zaken niet goed gaan, dan moet men de moed
hebben dit toe te geven. Met pseudo-wetenschappelijke
hersenspinsels worden noch de ondernemingen, noch de
werknemers, noch het sociaal klimaat in dit land gediend.

Ik zal u de samenvatting van de studie overhandigen, zoals deze
verscheen in Sociale Actualiteiten. Dan beschikt u over alle gegevens
en alle namen van zij die het onderzoek verrichtten. Ik kan u evenwel
de volledige studie ook bezorgen.
08.03 Greta D'Hondt (CD&V):
Lorsque quelque chose ne
fonctionne pas convenablement, il
faut le reconnaître. Je suis
satisfaite que la ministre le fasse.
J'ai ici le résumé de l'étude et je le
transmettrai à la ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.04 De voorzitter: De vragen nrs. 5449 en 5526 van de heer Yves
Leterme worden omgezet in schriftelijke vragen.
La question n° 5524 de Mme Marie-Thérèse Coenen est reportée à
une date ultérieure.

Voorts wens ik mede te delen dat de heer Van Hoorebeke mij
verwittigde dat hij later zou komen. Ik wil uiteraard wat geduld aan de
dag leggen, maar indien hij niet komt opdagen zal zijn interpellatie
worden geschrapt.
09 Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de indexaanpassingen in de loop van het jaar 2001 voor bedienden die vallen onder paritair
comité 218" (nr. 5528)
09 Question de M. Filip Anthuenis à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
adaptations à l'index dans le courant de l'année 2001 pour les employés qui ressortissent à la
commission paritaire 218" (n° 5528)
09.01 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, deze vrij technische vraag werd mij ingegeven door een
bedrijf.

Mevrouw de minister, aangezien ik deze vraag gisteren pas indiende
had ik niet verwacht zo snel een antwoord te krijgen. Ik meen evenwel
te hebben begrepen dat het antwoord erop toch al klaar is en ik moet
toegeven dat dit puik werk is.

In de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 van het
aanvullend nationaal paritair comité voor de bedienden, wordt onder
09.01 Filip Anthuenis (VLD):
Dans le cadre de la commission
paritaire complémentaire n° 218
pour les employés, deux
indexations de 2% ont été prévues
dans le courant de 2001: le 1
er
mai
et le 1
er
octobre. C'est étonnant
étant donné que l'indice santé est
passé de 106.20 à 109.16 au
cours de l'année écoulée.
24/10/2001
CRIV 50
COM 565
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
het hoofdstuk Koopkracht in artikel 3 bepaald dat "de effectief
uitbetaalde lonen met ingang van 1 juli 2001 worden verhoogd met
een bedrag van 500 Belgische frank, zijnde 12,39 euro. Per 1 januari
2002 worden de effectief uitbetaalde lonen nogmaals verhoogd met
30 euro, zijnde 1.210 Belgische frank".

Naast deze effectieve loonsverhogingen wordt uiteraard voorzien in
een indexering van de lonen. Op dit vlak doet zich echter een
merkwaardige evolutie voor. In de loop van 2001 werd immers
tweemaal in een indexaanpassing voorzien van 2%. De eerste werd
doorgevoerd op 1 mei en de tweede op 1 oktober. Deze
indexaanpassingen zijn opmerkelijk, vermits het
gezondheidsindexcijfer het voorbije jaar steeg van 106,2 tot 109,16,
dit laatste zijnde het cijfer met betrekking tot de maand september
2001.

Rekening houdend met de geldende loonnorm die werd vastgelegd
tijdens het laatste interprofessioneel akkoord, alsmede het
verontrustend bericht van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven dat
de loonnorm die in het vorig interprofessioneel akkoord werd
afgesproken in de feiten zou zijn overschreden, roept deze gang van
zaken enkele vragen op.

Mevrouw de minister, hoe kan de tweevoudige indexaanpassing voor
bedienden die vallen onder het paritair comité 218 worden verklaard?
Op basis van welke concrete afspraken of instructies werden deze
indexaanpassingen doorgevoerd? Dreigt het paritair comité 218 met
deze indexeringen de geldende loonnorm niet te overschrijden?

Ten slotte had ik graag vernomen welke maatregelen zullen worden
genomen om een eventuele overschrijding van de loonnorm te
voorkomen.
Comment les deux indexations
pour les employés ressortissant à
la CP 218 s'expliquent-elles? Sur
la base de quel accord ou de
quelle instruction ont-elles été
appliquées? La CP 218 ne risque-
t-elle pas de dépasser la norme
salariale en vigueur? Comment la
ministre compte-t-elle le cas
échéant éviter un tel
dépassement?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, la dernière
convention collective conclue au sein de la commission paritaire
nationale auxiliaire pour employés n° 218 a prévu, en effet, deux
augmentations de salaire, respectivement de 500 francs à partir du 1
er
juillet 2001 et de 30 euros à partir du 1
er
janvier 2002.

Il est également exact que selon le système d'adaptation à l'index de
la commission paritaire 218, deux augmentations d'index de 2%
devraient pouvoir être appliquées. C'est la résultante de l'exécution du
système actuel convenu au sein de l'organe paritaire par les
partenaires sociaux concernés.

Il y a lieu de rappeler que la convention collective a été conclue en
exécution du dernier accord interprofessionnel pour lequel la FEB a
déclaré dans un communiqué que la norme salariale avait été
respectée de manière générale. Vous n'êtes pas sans savoir que
l'examen de cette norme se fait au niveau macro-économique.

A la suite de l'évolution des prix, il se pourrait que des adaptations
inattendues des indexations doivent être appliquées. Dans de tels
cas, la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la
sauvegarde préventive de la compétitivité, a prévu que les
interlocuteurs sociaux constatent le dépassement éventuel. Cette
compétence appartient donc aux interlocuteurs sociaux
interprofessionnels dans le cadre de l'activité du Conseil central de
09.02
Minister
Laurette
Onkelinx: De jongste CAO die in
het aanvullend nationaal paritair
comité voor de bedienden (nr.
218) gesloten werd, voorzag
inderdaad in twee
loonsverhogingen, respectievelijk
van 500 BEF per 1 juli 2001 en
van 30 euro (1210 BEF) per 1
januari 2002.

Het klopt ook dat er volgens het
systeem van indexaanpassing van
het paritair comité nr. 218 twee
indexeringen van 2% toegepast
zouden moeten worden. Dat is
gewoon de toepassing van het
bestaande stelsel dat de sociale
partners binnen het paritaire
orgaan afgesproken hebben.

Voormelde CAO werd gesloten
overeenkomstig het laatste
interprofessioneel akkoord, over
dat akkoord verklaarde het VBO
CRIV 50
COM 565
24/10/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
l'économie.

Cette évaluation doit être faite dans une perspective globale. En cas
d'absence d'accord entre les organisations représentatives des
travailleurs et des employeurs, le gouvernement doit éventuellement
prendre une décision conformément à l'article 13 de la loi de
sauvegarde de la compétitivité.

Voilà, cher collègue, ce que je peux avancer à propos du thème que
vous avez évoqué.
nog dat de loonnorm in het
algemeen gerespecteerd werd.

Het zou kunnen dat er tengevolge
van de evolutie van de prijzen
onverwachte aanpassingen van de
indexeringen moeten worden
doorgevoerd. In dergelijke
gevallen zegt de wet van 26 juli
1996 tot bevordering van de
werkgelegenheid en tot
preventieve vrijwaring van het
concurrentievermogen dat de
sociale gesprekspartners de
eventuele overschrijding
vaststellen. Daartoe zijn de
interprofessionele sociale partners
bevoegd in het kader van de
activiteiten van de Centrale Raad
voor het bedrijfsleven. Die
evaluatie dient in een
allesomvattend perspectief te
worden geplaatst. Als de
representatieve organisaties van
werkgevers en werknemers niet
tot een akkoord komen, moet de
regering eventueel een beslissing
nemen conform artikel 13 van
voormelde wet.
09.03 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister en haar diensten voor het uitvoerig antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.43 heures.