SÉANCE PLÉNIÈRE

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

FN Front

National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement

PS Parti

socialiste

PSC Parti

social-chrétien

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC

0000/000

Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV Compte

Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan
de minister

van

Consumentenzaken,

Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
afstemmen van federale en regionale netwerken
inzake geestelijke gezondheidszorg voor
jongeren" (nr. 5405)

Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur
"l'harmonisation entre les réseaux régional et
fédéral en matière de soins de santé mentale
pour les jeunes" (n° 5405)

Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de toepassing
van artikel 48, paragraaf 23 van het ministerieel
besluit van 2 augustus 1986" (nr. 5326)

Question de Madame Michèle Gilkinet à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'application de l'article 48, paragraphe 23 de
l'arrêté ministériel du 2 août 1986" (n° 5326)

Sprekers: Michèle Gilkinet, voorzitter van de
ECOLO-AGALEV-fractie, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Michèle Gilkinet, président du
groupe ECOLO-AGALEV, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de legionella-bacterie in
ziekenhuizen" (nr. 5393)

Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
légionellose en milieu hospitalier" (n° 5393)

Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de
voorzorgsmaatregelen die zouden moeten
genomen worden tegen een epidemie van
terroristische aard" (nr. 5419)

Question de Mme Josée Lejeune à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les mesures
de précaution qui devraient être prises afin de
prémunir contre une épidémie de source
terroriste" (n° 5419)

Sprekers: Josée Lejeune, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Josée Lejeune, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het tekort aan verpleegkundigen"
(nr. 5424)

Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le manque
d'infirmiers" (n° 5424)

Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

COMMISSION DE LA SANTÉ

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ

van

DINSDAG

OKTOBER

2001

14:30 uur

______

MARDI

OCTOBRE

2001

14:30 heures

______

De vergadering wordt geopend om 14.38 uur door mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.38 heures par Mme Yolande Avontroodt, présidente.

Gezien de afwezigheid van de heer Daniël Vanpoucke vervalt diens vraag nr. 5394.

01 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid

en Leefmilieu over "het afstemmen van federale en regionale netwerken inzake geestelijke
gezondheidszorg voor jongeren" (nr. 5405)

01 Question de Mme Magda De Meyer à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé

publique et de l'Environnement sur "l'harmonisation entre les réseaux régional et fédéral en matière
de soins de santé mentale pour les jeunes" (n° 5405)

01.01 Magda De Meyer (SP.A): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, in het kader van de internationaal jaar van de reguliere
gezondheidszorg bracht ik onlangs een bezoek aan een instelling
gespecialiseerd in de opvang van jongeren. Ik stelde vast dat daar
uiteraard prachtig werk wordt geleverd. Ik kon ook de bezorgdheid
van de sector vernemen in verband met de gebrekkige integratie van
het Vlaamse en federale beleid terzake.

Naar verluidt worden er voor de doelgroep kinderen en jongeren nu
twee beleidsconcepten naast elkaar ontwikkeld. De mensen uit de
sector vinden dat die twee concepten onvoldoende op elkaar
afgestemd zijn. Enerzijds bestaat het federale model van zorgcircuit,
geestelijke gezondheidszorg en jeugd. Anderzijds bestaat het
Vlaamse beleidsplan integrale hulpverlening. In het federale concept
is de netwerking doelgroepgericht. Het Vlaams concept is echter
regionaal en algemeen structurerend. De spelregels van elk netwerk
zijn verschillend. Dat zou problemen opleveren voor de Centra voor
Geestelijke Gezondheidszorg die in beide netwerken betrokken zijn.

Bent u op de hoogte van de bezorgdheid van de sector? Weet u wat
er ondertussen al gedaan is om die regelgeving wat op elkaar af te
stemmen?

01.01 Magda De Meyer (SP.A):

Le secteur des soins de santé
mentale pour les jeunes est
préoccupé au sujet du manque
d'harmonisation entre la politique
mise en oeuvre dans ce domaine
par les autorités fédérales, d'une
part, et les autorités flamandes,
d'autre part. En ce qui concerne
les enfants et les jeunes, deux
concepts politiques différents sont
développés parallèlement.

A côté du modèle élaboré par les
autorités fédérales dans le
domaine des soins de santé
mentale pour les jeunes, il existe
également un plan flamand
Integrale Jeugdhulpverlening. Les
centres de santé mentale sont
confrontés à deux réseaux
appliquant des règles du jeu
différentes. Voilà qui ne
manquerait pas de créer des

16/10/2001

CRIV 50

COM 554

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

problèmes.

Quelles initiatives ont déjà été
prises en vue d'assurer la mise en
concordance des différentes
réglementations?

01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, de concepten

zijn weliswaar vanuit twee niveaus ontwikkeld, maar ze zijn wel met
elkaar verzoenbaar. Om die twee concepten op een constructieve
manier op elkaar af te stemmen is er begin november 2001 een
overleg voorzien tussen het federaal en het Vlaams niveau. Dan zal
worden nagegaan hoe die verzoening precies kan worden ingevuld,
zodat de problemen die de sector op het terrein ervaart, zouden
kunnen verdwijnen.

01.02 Minister Magda Aelvoet:

Les concepts développés à deux
niveaux différents sont
certainement conciliables. Une
concertation entre les autorités
fédérales et flamandes aura lieu
début novembre.

01.03 Magda De Meyer (SP.A): Mevrouw de voorzitter, ik ben

absoluut tevreden met het antwoord van de minister. Ik zou het op
prijs stellen als we over het overleg geïnformeerd kunnen worden
nadat het plaatsvond.

01.03 Magda De Meyer (SP.A):

Je remercie la ministre. J'espère
que nous serons informés des
résultats de la concertation.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Question de Madame Michèle Gilkinet à la ministre de la Protection de la consommation, de la

Santé publique et de l'Environnement sur "l'application de l'article 48, paragraphe 23 de l'arrêté
ministériel du 2 août 1986" (n° 5326)

02 Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en

Leefmilieu over "de toepassing van artikel 48, paragraaf 23 van het ministerieel besluit van 2 augustus
1986" (nr. 5326)

02.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Madame la présidente,

madame la ministre, je souhaite vous interroger à propos de la
réalisation des études pilotes prévues à l'article 48, §23 de l'arrêté
ministériel du 2 août 1986. En 2000, le budget a été fixé à 82,4
millions de francs, si j'ai bien mené ma petite enquête.

J'aimerais obtenir les précisions suivantes: le budget 2001 est-il fixé?
Quels sont les projets introduits pour l'année 2000 2001? Par qui?
Pour quels montants? Quels ont été les critères utilisés pour
sélectionner les projets? Quelle cote les experts ont-ils attribué à
chacun des projets en fonction des critères prédéfinis? Quels sont les
projets finalement retenus, pour quels montants et quelle durée?
Quelles motivations ont prévalu dans le choix de ces projets lorsque
le projet retenu ne correspondait pas à celui qui recevait la meilleure
appréciation sur la base des critères? Je serais heureuse d'entendre
votre réponse.

02.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-

AGALEV): Artikel 48, paragraaf 23
van het ministerieel besluit van 2
augustus 1986 voorziet in een
begroting voor de realisatie van
pilootstudies. In 2000 werd die
begroting op 82,4 miljoen
vastgesteld. Hoeveel bedraagt die
begroting in 2001? Welke
projecten werden in dat kader
ingediend? Door wie? Voor welke
bedragen (in 2000 en 2001)?
Welke criteria werden bij de
selectie van de projecten
gehanteerd? Welke kwotering
hebben de deskundigen aan elk
van de projecten aan de hand van
vooraf vastgestelde criteria
toegekend?

Welke projecten werden
uiteindelijk in aanmerking
genomen? Voor welke bedragen
en welke duur?

Welke motivering lag ten
grondslag aan de keuze van die

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

projecten, wanneer het
geselecteerde project niet het
project is dat door de deskundigen
als het beste werd beoordeeld?

02.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la présidente, je

commencerai par donner les réponses les plus brèves. Le budget
2001 s'élève à 107,4 millions de francs belges pour les années 2000
et 2001. Une partie du budget répondant à l'article 48, §23 a été
consacrée au soutien de l'enregistrement des données. Pour l'année
2000, cette somme s'élevait à 31 millions; pour l'année 2001, elle
s'élève à 24 millions. Le solde du budget prévu a été attribué à des
projets de recherche. J'ai en ma possession plusieurs annexes
reprenant tous les détails. Je me propose de ne pas commencer à lire
tout cela car nous perdrions trop de temps. Je vous en
communiquerai une copie.

A partir de l'année budgétaire, une procédure nouvelle a été mise en
place: on a créé deux structures d'experts, francophones et
néerlandophones, pour procéder à des évaluations et on a demandé
aux deux cabinets concernés, Santé et Affaires sociales, quels sont
les besoins politiques en études pour pouvoir prendre les bonnes
décisions afin que les études aient un lien avec ce terrain-là. C'est la
raison pour laquelle on a mis le paquet en 2001 sur l'enregistrement
des données. C'est vital pour pouvoir instrumenter la politique sociale.

Tous les projets ont été soumis à une évaluation par des experts
externes réputés dans le domaine précité. Pour chaque proposition,
chaque membre du bureau d'études a rempli une fiche d'évaluation,
telle que celle fournie en annexe 4, que vous recevrez également.
Cette fiche mentionne les critères suivants lesquels les évaluateurs
ont travaillé. En principe, ils ont utilisé des critères de type scientifique
et méthodique.

Ensuite, chaque groupe de lecture s'est réuni et a classé les
propositions en 3 catégories: très valable, valable et moins valable.
Les fiches d'évaluation individuelles pourront être consultées par les
chercheurs concernés. Elles ne seront toutefois pas diffusées
publiquement.

A l'annexe 5, vous trouverez la liste des projets pour lesquels un
contrat a déjà été signé sur le budget disponible en 2001. Le budget
n'est pas encore épuisé et d'autres contrats seront encore signés
cette année. Les négociations sont encore en cours.

Par ailleurs, je rappelle que d'autres propositions dont la liste est
reprise en annexe 3 ont été retenues mais font l'objet d'un
financement à travers l'un des articles budgétaires du département.

Les documents d'évaluation des groupes de lecture ont été examinés
par le groupe décisionnel qui est composé de représentants des
cabinets de la santé publique et des affaires sociales, ainsi que de
fonctionnaires généraux de l'administration des soins de santé et du
ministère fédéral des affaires sociales. Trois catégories de personnes
sont concernées. Les critères de décision, outre l'évaluation des
groupes de lecture, ont été principalement utilisés mais en y ajoutant
l'adéquation des propositions avec la politique de santé poursuivie et
les possibilités de budgétisation parce qu'il n'a pas été possible de

02.02 Minister Magda Aelvoet:

Voor 2001 werd een begroting van
107,4 miljoen uitgetrokken. In
2000 werd 31 miljoen uitgegeven
en in 2001 24 miljoen,
overeenkomstig artikel 48,
paragraaf 23 van het ministerieel
besluit waarnaar u heeft verwezen
en dat ertoe strekt de registratie
van gegevens te ondersteunen ;
het saldo zal aan
onderzoeksprojecten worden
besteed. Ik kan u dienaangaande
schriftelijk meer gedetailleerde
gegevens bezorgen. (Instemming)

Er werd een nieuwe procedure
ingesteld, die in een evaluatie door
twee deskundigen voorziet. De
departementen Sociale Zaken en
Volksgezondheid hebben de
bestaande noden onderzocht. In
dat kader werd nogmaals
benadrukt dat de registratie van
gegevens dient te worden
ondersteund.

Elk lid van het leescomité ad hoc
heeft een evaluatiefiche ingevuld.
De gebruikte evaluatiecriteria zijn
in principe wetenschappelijk.
Niettemin worden sommige ervan
als meer valabel beschouwd. In
elk geval worden de fiches niet
openbaar gemaakt.

Zelfs als het geplande budget nog
niet op is, zal het contract worden
nageleefd. De financiering gebeurt
via de begrotingsartikelen.
Een groep met
beslissingsbevoegdheid,
samengesteld uit leden van beide
kabinetten en ambtenaren-
generaal, zoekt een oplossing die
beter op de beschikbare middelen
is afgestemd.
De delicate kwestie betreffende
het statuut van de ziekenhuisarts
is nog niet opgelost. Wel zijn in het
domein van de mentale
gezondheidszorg enkele projecten
geselecteerd.

16/10/2001

CRIV 50

COM 554

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

tout retenir.

Ainsi, un problème se pose concernant un thème sur lequel on
voudrait absolument qu'une étude soit faite. Cependant, on n'a reçu
aucune étude intéressante: il s'agit du statut des médecins
hospitaliers, sujet au coeur des débats politiques.

La décision de lancer un nouvel appel ad hoc a été prise parce que
l'on veut réaliser cette étude.

Dans la rubrique "soins de santé mentale", quelques projets ont été
acceptés au-delà de ce qui avait été autorisé par le classement strict.
Pour ce faire, on a tenu compte des observations scientifiques des
évaluateurs et il a été demandé aux auteurs des propositions de
retravailler leur offre en tenant compte des remarques émises.
Certains éléments pouvaient en effet aboutir quoique non encore
suffisamment élaborés.

02.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,

Monsieur le président, je remercie Mme la ministre de sa réponse
complète. C'est avec intérêt que j'attends les annexes qu'elles me
fera parvenir.

02.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-

AGALEV): Ik dank u voor uw
antwoord. Ik zal dus de bijlagen
afwachten alvorens voort te
werken op dit onderwerp.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De vraag nr. 5363 van de heer Hubert Brouns en de vraag nr. 5384 van de heer Yves Leterme worden naar
een latere datum verschoven.

03 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en

Leefmilieu over "de legionella-bacterie in ziekenhuizen" (nr. 5393)

03 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique

et de l'Environnement sur "la légionellose en milieu hospitalier" (n° 5393)

03.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, collega's, een aantal jaren geleden deed zich in een
Nederlands ziekenhuis een legionellabesmetting met dodelijke afloop
voor. Deze besmetting bleek door de verstuiving van water te zijn
veroorzaakt. Recent las ik een aantal beschouwingen en vragen
terzake die ik u wil voorleggen. Ik stel immers bij navraag vast dat bij
de Belgische ziekenhuizen onduidelijkheden terzake bestaan.

Wat is de regelgeving inzake de analyse en bestrijding van de
legionellabacterie? Moeten de ziekenhuizen analyses uitvoeren en
hoe frequent? Moet er preventief worden gewerkt? Zijn er afspraken
inzake de bestrijding van deze bacterie? Wat is de stand van zaken
van het wetenschappelijk onderzoek? Ik hoor immers verschillende
stemmen opgaan van onbelangrijk tot gevaarlijk. Hoe gaat men met
het probleem om in andere Europese landen?

03.01 Luc Goutry (CD&V): Il y a

quelques années, un hôpital
néerlandais a été contaminé par la
légionellose. Cette contamination,
ayant entraîné mort d'homme,
avait été provoquée par des
humidificateurs.

Les hôpitaux belges doivent-ils
effectuer des analyses ? A quelle
fréquence ? Des mesures de
prévention doivent-elles être mises
en oeuvre? Des accords ont-ils été
conclus en vue de combattre ce
phénomène ?

Quel est l'état d'avancement des
recherches scientifiques menées
dans ce domaine ? Dans quelle
mesure la bactérie provoquant la
légionellose est-elle dangereuse ?
Comment les autres pays
européens s'attaquent-ils à ce

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

problème?

03.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, wij stellen vast

dat er in Europa geen eenduidige aanpak noch een eenduidige
aanbeveling is. Ook wij worden met deze problematiek
geconfronteerd. Ik vroeg reeds maanden geleden aan de Hoge
Gezondheidsraad om terzake concrete aanbevelingen uit te werken.
Dat gaf aanleiding tot een heel aantal vergaderingen en een grote
controverse in de groep. De stand van zaken nu is dat er een advies
in de maak is dat ik binnenkort zou moeten ontvangen. Daarna moet
dit aan de voltallige raad worden voorgelegd. Dat advies heb ik nodig
om richtlijnen terzake te kunnen geven.

Het meest bekende wetenschappelijk onderzoek terzake werd in de
Verenigde Staten verricht. Daarover verslag uitbrengen zou echter te
veel tijd vergen. De Hoge Gezondheidsraad heeft getracht de
problemen in België in kaart te brengen. Daaruit kwamen twee grote
problemen naar voren: de veteranenziekte en de Pontiac-koorts.
Deze twee ziektes worden in België het vaakst met de
legionellabacterie geassocieerd. De eerste aandoening heeft een
incubatietijd van twee tot tien dagen en wordt vooral door algemene
hoofdpijn, spierpijn, hoge koorts, pneumonie, droge hoest, diarree,
nierfalen enzovoort gekenmerkt. Het aantal ziektegevallen
blootgesteld aan deze bacterie wordt op 0,1 tot 5% geraamd. De
mortaliteit in deze groep ligt hoog, met name 10 tot 20%, vooral als
gevolg van respiratoire insufficiëntie en toxische scepsis. De
veteranenziekte treft vooral mensen met een verhoogde gevoeligheid
zoals bejaarden en immunodepressieven.

Sommige groepen zijn nog kwetsbaarder, met name de rokers en de
personen die reeds lijden aan ademhalingsaandoeningen.

Voor de mildere vorm van de veteranenziekte, die de Pontiac-koorts
wordt genoemd, is de incubatietijd een tot drie dagen. In dit geval
behoort pneumonie evenwel niet tot de ziektebeelden die ik daarnet
noemde. Het symptomenbeeld komt echter wel sterk overeen met
een algemeen griepsyndroom.

Hopelijk zal de Hoge Gezondheidsraad de eerstkomende weken de
aanbevelingen effectief op papier zetten, zodanig dat ik de nodige
richtlijnen kan geven aan de ziekenhuizen.

03.02 Magda Aelvoet , ministre:

Il n'existe pas d'approche ou de
recommandation uniformes au
niveau européen. Jusqu'à présent,
le Conseil supérieur de la Santé
n'a pas rendu d'avis à ce sujet,
avis dont je dois disposer pour
pouvoir prendre des directives.

Les travaux de recherche les plus
importants dans ce domaine ont
été effectués aux Etats-Unis. En
Belgique, ce sont principalement la
maladie du légionnaire et la fièvre
de Pontiac qui constituent un
problème. La première maladie se
caractérise par une période
d'incubation de deux à dix jours et
par des symptômes grippaux
généraux. Le pourcentage des
personnes infectées développant
la maladie oscille entre 0,1 et 5
pour cent. Quant au taux de
mortalité, il est élevé et se situe
entre 10 et 20 pour cent. Ce sont
surtout les personnes
particulièrement sensibles, les
personnes âgées et
immunodépressives, les fumeurs
et les personnes atteintes de
maladies respiratoires qui sont
vulnérables.

La fièvre de Pontiac se caractérise
par une période d'incubation d'un
à trois jours. Cette maladie ne
s'accompagne pas d'une
pneumonie. Les symptômes
correspondent à ceux de la grippe.
J'espère que les
recommandations pourront être
rapidement intégrées dans un
rapport sur la base duquel les
directives nécessaires pourront
être envoyées aux hôpitaux.

03.03 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de minister, uit uw antwoord

leid ik af dat men weliswaar werk maakt van deze aangelegenheid,
maar dat u nog niet over voldoende elementen beschikt die u toelaten
op alle vragen in te gaan.

Samen met u nemen wij een afwachtende houding aan en te
gelegener tijd zullen wij nagaan of er zich verder nog vragen
opdringen.

03.03 Luc Goutry (CD&V): Je

comprends que bon nombre de
mesures sont en préparation et
que la ministre n'est actuellement
pas en mesure de fournir des
données concrètes.

Het incident is gesloten.

16/10/2001

CRIV 50

COM 554

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

L'incident est clos.

04 Question de Mme Josée Lejeune à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé

publique et de l'Environnement sur "les mesures de précaution qui devraient être prises afin de
prémunir contre une épidémie de source terroriste" (n° 5419)

04 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en

Leefmilieu over "de voorzorgsmaatregelen die zouden moeten genomen worden tegen een epidemie
van terroristische aard" (nr. 5419)

04.01 Josée Lejeune (PRL FDF MCC): Madame la présidente,

madame la ministre, je ne veux pas verser dans la psychose et
embrayer sur les articles de presse mais je voudrais néanmoins
attirer votre attention sur les attentats suicides perpétrés aux Etats-
Unis qui font brutalement renaître la crainte d'un usage possible de la
part des terroristes d'agents biologiques pathogènes pour l'espèce
humaine.

La menace est prise au sérieux Outre-Atlantique et cela depuis
longtemps. Ils disposent d'un centre pour le contrôle et la prévention à
Atlanta ainsi que d'un réseau national de laboratoires d'analyse
biologique capables de diagnostiquer les agents critiques susceptibles
de provoquer une catastrophe sanitaire majeure. La directrice
générale de l'OMS a fait, fin septembre, une série de déclarations
soulignant la nécessité de prévenir les risques d'une attaque par des
agents infectieux comme l'anthrax, la variole, le botulisme, la peste, la
tularémie et autres fièvres virales hémorragiques.

De plus, la découverte aux Etats-Unis de cas cutanés et pulmonaires
d'anthrax la maladie du charbon éveillent une certaine inquiétude.
En Belgique, particulièrement à Liège, à Rochefort, Namur et
Bruxelles, des enveloppes contenant une substance blanche
provoquent chez nos concitoyens la peur d'une attaque bioterroriste. Il
est à souligner qu'aux Etats-Unis, la contamination s'est produite par
le biais de courriers dans lesquels une poudre avait été glissée. En
outre, selon les dernières informations relayées par la presse ce lundi
15 octobre 2001, une implication du réseau de Ben Laden dans ces
actes n'est pas exclue. Le gouvernement a diffusé quelques
recommandations quant aux précautions à prendre lorsqu'un courrier
suspect est réceptionné.

Un article dans un journal médical britannique, daté du 13 octobre
2001, mentionne que l'actuel système de détection et d'investigation
multinationale de l'émergence d'épidémies naturelles ou causées par
des terroristes est insuffisant. L'Europe serait insuffisamment
préparée face à une attaque biologique. Les systèmes de surveillance
nationaux devraient être renforcés au sein des pays de l`Union
européenne.

Le conseiller de votre ministère déclare que vous avez pris toutes les
précautions afin qu'il y ait suffisamment d'antibiotiques disponibles sur
le territoire pour soigner la maladie et que vous garantissez la rapidité
des soins dans le cas où les systèmes de surveillance et les
laboratoires vigies la détectent dans les temps.

Dans un article de presse sur les précautions sanitaires paru
aujourd'hui, il est stipulé que la France et les Pays-Bas vont relancer
la fabrication du vaccin de la variole. Par contre, votre cabinet déclare
qu'il ne croit pas nécessaire de relancer la production de ce vaccin

04.01 Josée Lejeune (PRL FDF

MCC): De kamikazeaanslagen die
de VS troffen, blazen de vrees
voor het terroristische gebruik van
ziekteverwekkende biologische
stoffen nieuw leven in. De angst
voor biologische aanvallen mag
ons niet doen vergeten dat een
efficiënt systeem inzake
volksgezondheid het beste wapen
vormt. Inzake zendingen die een
wit poeder bevatten, is de
betrokkenheid van het netwerk
van Bin Laden niet uitgesloten.
Welke aanbevelingen werden
gedaan met betrekking tot
verdachte omslagen ? Europa zou
onvoldoende voorbereid zijn om
op deze nieuwe situaties te
kunnen reageren.

Dokter Snacker heeft verklaard
dat alle voorzorgen werden
genomen en heeft een gepast
antwoord bij tijdige opsporing van
het probleem gegarandeerd.

Frankrijk en Nederland brengen
het vaccin tegen de pokken
opnieuw in omloop. Uw kabinet
acht die maatregel daarentegen
niet noodzakelijk. Ook al is de
kans dat deze ziekteverwekkende
stoffen worden gebruikt klein, toch
is de verklaring van uw kabinet
mijns inziens weinig
geruststellend.

Dan kom ik tot mijn vragen. Welke
maatregelen heeft u genomen als
reactie op de toenemende dreiging
en hoe zal u onze medeburgers
geruststellen?

Beschikken wij over een nationaal
bewakingscentrum dat iedere
dreiging van een virale ziekte kan
opsporen? Hebben de
ziekenhuizen aanvullende

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

étant donné la difficulté éventuelle de se procurer les souches de
cette maladie. L'utilisation de la variole par des terroristes vous paraît
peu probable. Ces déclarations ne rassurent pas le public. Les
déclarations du parquet de Bruxelles, reprochant à votre ministère de
posséder six enveloppes suspectes et de faire cavalier seul ne sont
pas non plus de nature à rassurer la population.

Dans le cadre du problème des courriers suspects, quelles ont été, de
manière concrète, les relations entre votre ministère et le parquet de
Bruxelles?

Les hôpitaux du pays ont-ils reçu de vos services des informations
complémentaires afin d'identifier les symptômes de ces infections et
de faire l'état des stocks de vaccins contre la variole et d'antibiotiques
traitant l'anthrax?

Prévoyez-vous de mettre en place un service interdépartemental qui
allierait prévention, sécurisation de l'eau alimentaire et des lieux de
stockage, surveillance et alerte dirigée vers les hôpitaux?

Que pensez-vous de l'article du journal médical britannique daté du
13 octobre 2001? A-t-on prévu de renforcer les structures mises en
place en Belgique comme la cellule de vigilance?

Madame la ministre, ne pensez-vous pas que nous avons une attitude
attentiste par rapport aux pays voisins?

instructies gekregen met
betrekking tot de identificatie van
de symptomen en de situatie
inzake de vaccin- en
antibioticavoorraden? Overweegt u
een interdepartementaal plan in
werking te stellen dat zowel
betrekking heeft op preventie,
toezicht, alarmering als
interventie?

04.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la présidente, je répondrai

d'abord au sujet du travail qualifié "en cavalier seul". Le procureur du
Roi, M. Dejemeppe, a envoyé aujourd'hui un correctif à ce message
envoyé je ne sais par qui, pour démentir fermement ces propos. Je
tiens à attirer votre attention sur le fait que le ministère de l'Intérieur,
et plus particulièrement le cabinet de M. Duquesne, a réagi
publiquement pour dire qu'il n'en était rien. Nous travaillons en équipe
et en profondeur. Quels sont les ministères et cabinets concernés?
L'Intérieur a la gestion du plan national en cas de catastrophe et gère,
de ce fait, la coordination finale de l'ensemble. Plusieurs réunions de
travail ont déjà eu lieu, dont la plus récente de 14 à 18 heures samedi
dernier. A ces réunions, assistent des représentants de l'Intérieur et
de la Santé publique, ainsi que de la Défense car, dans un certain
nombre de cas, les paquets doivent être analysés pour s'assurer
qu'ils ne contiennent pas d'explosif. En cas d'alerte d'envergure, un
travail de coordination sera nécessaire. Je suis profondément
choquée par de telles déclarations tout à fait injustes et sans aucun
fondement. Il y a d'ailleurs encore une réunion cet après-midi à 15
heures. Le seul problème rencontré est le suivant. On n'a pas voulu
transmettre pour analyse un paquet qui avait été recueilli par la
Justice. Là où le bât blesse en termes d'un éventuel danger pour la
santé publique dans une situation pareille, c'est quand on ne permet
pas d'analyser un paquet en temps utile. C'est par rapport à ce
problème que les gens lancent alors de fausses rumeurs.

Qu'est-ce qui a été fait? Vous soulevez à juste titre la question du
travail effectué en permanence par la cellule de vigilance qui intervient
en cas de problème d'envergure nécessitant une implication de la
Santé publique dans son ensemble. Pour le moment, cette cellule de
vigilance peut faire appel à d'autres membres du département de la
Santé publique, en cas de nécessité.

04.02 Minister Magda Aelvoet:

De Procureur des Konings van
Brussel, de heer Dejemeppe, heeft
vandaag een rechtzetting
verstuurd. Ook de minister van
Binnenlandse Zaken heeft
gereageerd en heeft die geruchten
ontkend. Het ministerie van
Binnenlandse Zaken is bevoegd
voor het beheer van het nationaal
plan in geval van een ramp. Er
hebben verscheidene
werkvergaderingen plaatsgehad,
waarvan de jongste vorige
zaterdag van 14 tot 18 uur.

Men moet sommige pakjes
onderzoeken om na te gaan of zij
geen explosieven bevatten en op
dat vlak wordt Landsverdediging
geacht op te treden.

Aangezien over deze materie
vandaag nog een vergadering
plaatsvond, roepen die geruchten
bij mij verontwaardiging op.

Het zou onaanvaardbaar zijn dat
het onderzoek van een zending
wordt geweigerd. De
waakzaamheidscel kan ongeacht

16/10/2001

CRIV 50

COM 554

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Parallèlement, deux groupes de travail spécifiques ont été créés pour
analyser de plus près les dangers qui peuvent survenir dans le
domaine des menaces biologiques ou chimiques. En effet, il n'est pas
logique de se limiter à un seul type de menace. Par ailleurs, la
structure qui s'occupe de la médecine d'intervention de crise se
penche également sur les problèmes conventionnels car, en cas
d'attaque par un explosif ou autre, c'est le système de l'aide médicale
d'urgence qui est alors mis en oeuvre. Tout le travail nécessaire a été
effectué pour vérifier les plans en cas de catastrophe, les plans
internes et externes médicaux.

La question de savoir où en sont les stocks des différents
médicaments et quelles sont les garanties qu'offre l'industrie
pharmaceutique en matière de délais de livraison à ses clients les
plus importants a été soumise à l'Inspection générale de la
pharmacie.

Du point de vue chimique et biologique, une analyse a été faite des
différents problèmes qui peuvent surgir. De même, la nature des
réactions à prendre a été étudiée. Il serait toutefois malvenu
d'annoncer tout cela au grand public. Cela pourrait donner des idées
à des personnes mal intentionnées. Aujourd'hui déjà, l'intervention de
la protection civile engendre des coûts importants. Nourrir la peur est
ce que l'on veut éviter. Dès lors, vous comprendrez que je ne ferai
pas de grandes déclarations. Je vous dis simplement, en toute
sérénité, que le travail d'inventaire a été réalisé, que l'analyse des
réponses a été faite et que tous les instruments dont il faudra
disposer ont été contrôlés.

J'ajoute, puisque nous sommes entre nous, que la menace
bioterroriste pourrait prendre une envergue inouïe causant ainsi un
certain nombre de problèmes partout, y compris aux Etats-Unis. J'ai
rencontré ce matin le commissaire Byrne de retour des Etats-Unis où
il a eu des contacts très intensifs avec le Centre of Diseases qui y
gère la situation. Il envisage, par exemple, le risque de propagation de
l'anthrax au moyen d'aérosols ou par dispersion dans les systèmes
de conditionnement d'air, ce qui conduirait à une contamination
générale. Toutefois, ce n'est pas ce type de message qu'il faut lancer
maintenant d'autant plus que pour tous les résultats d'utilisation, c'est
la carte de la transparence que l'on joue jusqu'à présent. Cependant,
certaines personnes s'amusent à soutenir un climat de peur, ce qui
n'est pas nécessaire. En effet, il faut absolument éviter une paralysie
du système comme, par exemple, le blocage des téléphones ou le
non-enlèvement des paquets. Comme vous l'avez dit à juste titre, il
n'y a pas lieu de semer la panique.

Quant aux déclarations faites par mon collègue et dont il a été
question, ce dernier a été interviewé un dimanche matin au moment
où l'on n'envisageait nullement ce qui allait se passer l'après-midi. On
a utilisé son interview matinale dans un contexte qui avait
radicalement changé. Il ne pouvait pas le savoir lorsqu'il s'est
exprimé. Cela relève de la responsabilité des médias.

En ce qui concerne la variole, plusieurs pays européens hésitent et
nous en faisons partie. Nous avons consulté nos meilleurs experts en
la matière. D'une part, ce virus a été éradiqué depuis plus de 25 ans,
raison pour laquelle la vaccination n'a plus eu lieu depuis les années

wanneer optreden. Zij kan een
beroep doen op andere diensten
die onder het ministerie van
Volksgezondheid ressorteren.

Twee werkgroepen onderzoeken
elk van hun kant de biologische en
chemische dreiging. In geval van
zogeheten "klassieke dreiging"
wordt een beroep gedaan op de
dringende medische hulp. Ook
werd de algemene farmaceutische
inspectie terzake geraadpleegd.

Het zou ongepast zijn al deze
informatie aan het grote publiek
mee te delen. Dit zou de angst
aanwakkeren en bovendien veel
kosten.

Er is een inventaris opgemaakt en
de onmisbare instrumenten zijn
gecontroleerd. De dag dat men
anthrax gaat gebruiken in
luchtverversingsystemen, is
niemand nog veilig. Hoewel we
daar nog niet aan toe zijn,
scheppen sommigen er genoegen
in een dergelijke panieksfeer te
scheppen. Dàt moet worden
vermeden.

Wat de verklaringen van mijn
medewerker betreft, vond het
interview plaats op zondagochtend
toen niets wat dan ook deed
vermoeden. Het ondoordachte
gebruik van die verklaringen vormt
een journalistieke fout.

Wat de pokken betreft, aarzelen
verscheidene Europese landen.
Dat virus werd 25 jaar geleden
uitgeroeid en sinds 1978 of 1979
worden geen vaccins tegen
pokken meer toegediend. Twee
laboratoria beschikken nog over
dat virus, dat goed wordt bewaakt
en moeilijk te ontvreemden is. Als
men daarin zou slagen, dan zou
dat zeer ernstige gevolgen kunnen
hebben. De Franse autoriteiten
hebben een vaccin voor drie
miljoen personen besteld. In
Nederland wordt een vaccin voor
de hele bevolking geproduceerd.
Zolang de kans dat het probleem
zich voordoet zo gering blijft, is

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

1978/79.

Selon nos informations, seuls deux laboratoires au monde détiennent
encore des souches des virus gardées dans des conditions de
sécurité optimales. Donc, le pourcentage de chance d'y accéder afin
de semer la terreur en répandant la maladie est statistiquement
presque nul. Cependant, en cas de succès, le problème s'avérerait
énorme.

Pour ce qui est des pays qui nous entourent, l'Allemagne pas plus
que la Grande-Bretagne ne bougent actuellement. La France, quant à
elle, a passé une commande de l'ordre de trois millions, pour une
population de 60 millions d'habitants. C'est dire si elle veut avoir un
outil en mains sans toutefois vouloir agir démesurément. Les Pays-
Bas sont le seul pays à s'être lancé dans une opération de production
de vaccins pour couvrir l'ensemble de sa population.

Au cours de cette semaine, nous arrêterons nos positions par rapport
à ce problème. Il est évident qu'aussi longtemps qu'une décision n'est
pas prise, il y a de très bonnes raisons pour ne pas poser
immédiatement tel ou tel acte, car dans ce cas, on dépenserait
beaucoup d'argent sans savoir si le problème surviendra. Par ailleurs,
il faut être prêt. C'est toute la difficulté du problème.

Aussi, si une question est posée à mon collaborateur, celui-ci
répondra que le problème est en cours d'examen et que l'on consulte
un certain nombre de personnes. Cela fera également l'objet d'un
débat le 15 novembre au sein du conseil des ministres de la Santé. Il
n'est pas scandaleux de ne pas prendre de décision aujourd'hui. Il ne
faut pas postposer le problème à la fin de l'année non plus, mais
j'estime qu'en répondant honnêtement, mon collaborateur n'avait pas
d'autre choix et n'a pas semé la panique parce que la possibilité que
ce cas se présente est pratiquement nulle.

Mais cette semaine encore, notre décision sera prise.

paniek uit den boze. Het probleem
zal deze week echter nog verder
worden onderzocht.

04.03 Josée Lejeune (PRL FDF MCC): Madame la présidente,

madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Si vous le
permettez, je répliquerai brièvement. Au niveau de la vaccination et
de la fabrication de vaccins contre la variole, je reste quelque peu sur
ma faim, puisque vous dites que l'Allemagne ne souhaite pas
reprendre la fabrication. Par contre, les Pays-Bas et la France mènent
une politique préventive. Notons que la position de la Belgique est un
peu à la traîne. Certes, il y a peu de probabilités qu'une épidémie soit
déclenchée, mais il y a toujours un risque. Ne pensez-vous pas que
des concertations, des réunions en collaboration avec la France et les
Pays-Bas pourraient peut-être rassurer les citoyens et auraient peut-
être un impact sur une politique à long terme plus cohérente?

04.03 Josée Lejeune (PRL FDF

MCC): Wat mijn vraag over de
vaccins betreft, heb ik geen echt
afdoend antwoord gekregen. Ons
land blijft terzake wat achterop
hinken. Er is altijd een risico. Het
feit dat Duitsland niets onderneemt
is geen argument.

04.04 Magda Aelvoet, ministre: Je vous ai dit que la Grande-

Bretagne et l'Allemagne ne bougeaient pas. Ils font donc la même
chose que nous. Donc dire que nous sommes à la traîne est inexact.
Un pays prend plus d'initiatives que d'autres: les Pays-Bas, alors que
la France accomplit un timide pas. Je vous ai dit que l'on se
pencherait cette semaine sur le problème et que la question sera
tranchée. Bien entendu, des contacts sont pris avec les Pays-Bas et
la France ainsi qu'avec les autres pays et la Commission européenne.
On travaille sur le sujet afin d'être à même de prendre une décision

04.04 Minister Magda Aelvoet:

Groot-Brittannië en Duitsland
nemen geen maatregelen.
Nederland doet dat wel, net als
Frankrijk, maar dan in mindere
mate. Wij onderzoeken het
probleem en zullen nog deze week
de knoop doorhakken. Volgende
week zal ik u een duidelijk

16/10/2001

CRIV 50

COM 554

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

cette semaine encore. Par conséquent, je serai en mesure de vous
répondre de façon exacte la semaine prochaine.

antwoord kunnen geven.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en

Leefmilieu over "het tekort aan verpleegkundigen" (nr. 5424)

05 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique

et de l'Environnement sur "le manque d'infirmiers" (n° 5424)

05.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, collega's, het ogenblik is, mijns inziens, aangebroken om
een status quaestionis te maken van de campagne die u, terecht,
naar aanleiding van het tekort aan verpleegkundigen hebt gelanceerd.
U weet dat wij het niet helemaal eens waren met de vorm van die
campagne, maar dat is nu het onderwerp niet.

Wat ons wel interesseert, is het resultaat van die campagne. Op mijn
vragen van destijds naar de kostprijs en de vooruitzichten hebt u
geantwoord dat u verhoopte met de campagne een goed resultaat te
kunnen boeken, want een vijftigduizendtal jongeren hadden toen
reeds inlichtingen over een opleiding tot verpleegkundige ingewonnen.
Het zag er dus naar uit dat de campagne succesvol zou zijn.

Verleden week heb ik op eigen houtje wat cijfers bijeengesprokkeld.
De cijfers waarop ik mij onder andere baseer, zijn die van de vierde
graad BSO of de gebrevetteerde verpleegkundigen van Vlaamse
onderwijsinstellingen. Het aantal eerstejaars zou daar iets lager liggen
- 5% - dan vorig jaar, of 1.356 eerstejaars in september dit jaar
tegenover 1.433 eerstejaars in september 2000. Die vaststelling doet
mij toch de wenkbrauwen fronsen, zeker gelet op de geleverde
inspanningen en de verwachtingen gecreëerd door de campagne
waarin het beroep van verpleegkundige opnieuw als een beroep met
toekomst werd voorgesteld.

Aangezien de officiële leerlingenaantallen van de graduaatsopleiding
pas op het einde van deze maand beschikbaar zijn, heb ik daarnaast
enkele hogescholen gecontacteerd - de situatie zal alvast niet veel
meer veranderen, vermoed ik en dit waren de resultaten: Karel De
Grote-hogeschool status-quo, de provinciale Hogeschool in Limburg
lichte daling, de Katholieke Hogeschool in Leuven status-quo en de
Arteveldehogeschool in Gent lichte stijging. Het Hoger Instituut voor
Verpleegkunde in Antwerpen heeft daarentegen een substantiële
toename van het aantal eerstejaars.

Ik denk te mogen concluderen dat het aantal eerstejaars veeleer
tendeert naar een status-quo in heel Vlaanderen, terwijl er in
bepaalde delen een heel beperkte stijging kan worden vastgesteld.
Dat naar verluidt de betrokken school in Antwerpen zelf actief aan de
campagne heeft meegewerkt, zou kunnen hebben bijgedragen tot de
stijging van hun eerstejaars.

In ieder geval is het resultaat zorgwekkend.

Mevrouw de minister, ik meen te mogen besluiten dat de campagne
eerder een effect op korte termijn had, dan wel op lange termijn. Dat
er 50.000 geïnteresseerden waren, wijst op een interesse die op korte

05.01 Luc Goutry (CD&V): Le

bilan à court terme de la
campagne nationale de
recrutement d'élèves infirmiers
organisée récemment me semble
très mitigé : seules les écoles qui
ont mené elles-mêmes une
campagne de relations publiques
active ont vu leur nombre
d'étudiants en première année
augmenter, les autres ayant
constaté un statu quo, voire une
diminution des inscriptions. Selon
les infirmiers, l'échec de la
campagne serait dû au manque
d'attention portée au contenu de la
profession. Entre-temps, la
situation dans les hôpitaux et les
maisons de repos est devenue
intenable.

Avec le ministre des Affaires
sociales, vous avez ensuite décidé
d'offrir à des kinésithérapeutes la
possibilité de se reconvertir en
infirmiers. Trente-cinq
kinésithérapeutes seulement
auraient réagi favorablement à
cette proposition, alors que le
nombre escompté de candidats
était de 300.

Quel a été le coût de cette
campagne

? Le dépliant

comportait un certain nombre
d'erreurs, notamment ce qui
concerne les écoles mentionnées
ainsi que les numéros de
téléphone et de fax. Comment la
ministre évalue-t-elle le résultat de
la campagne

? Combien de

kinésithérapeutes se sont-ils
proposés pour la reconversion en
infirmiers ?

Qu'en est-il de l'initiative fédérale
concernant la formation destinée

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

termijn gewekt was. Achteraf blijkt die interesse niet onmiddellijk in
resultaten vertaald te worden.

Intussen barst de kritiek al los. Men zegt nu dat de campagne een
nogal speciale voorstelling gaf van de feiten misschien was dat te
wijten aan de lange nachtvergaderingen en aan de adrenaline - terwijl
men zich nu afvraagt of zo'n campagne wel de juiste opstelling was.
Mevrouw de minister, voor ik mijn eigen visie op deze vraag geef, wil
ik eerst uw antwoord horen.

Wij zitten in elk geval met de handen in het haar. Wij zien immers dat
in de rusthuizen en de ziekenhuizen de druk enorm stijgt. Er is
werkelijk een tekort aan gekwalificeerd personeel. De regering heeft
wel geprobeerd om de kinesisten om te scholen. U hebt voor
zelfstandige kinesisten de mogelijkheid gecreëerd om zich betaald om
te scholen tot A1-verpleegkundigen. In De Standaard van 12 oktober
2001 stond dat men mikte op 300 kandidaten. Dat getal was trouwens
al eerder bekend. Op dit ogenblik zouden er nog maar 35 kinesisten
ingeschreven hebben voor een betaalde omscholing. Ik geef u deze
cijfers voor wat ze waard zijn. Ze geven wel een indicatie voor de
ernst van mijn vraag.

Mevrouw de minister, ik verneem graag van u hoeveel deze
campagne gekost heeft. Ik vind het belangrijk dat we het rendement
ervan wat nader bekijken. Ik wil de zaak niet echt polemiseren, maar
deze campagne heeft toch een aantal verwachtingen gecreëerd en de
vraag leeft of ze de prijs wel waard was.

Op een bepaald moment is er een folder verspreid waarop men zich
voor verschillende scholen kon inschrijven. Het blijkt dat in die folder
nogal wat fouten geslopen zijn. Er worden drie scholen vermeld die de
opleiding voor verpleegkundige niet eens organiseren. Bij een andere
school wordt een verkeerd faxnummer vermeld en bij een school uit
Hasselt wordt een verkeerd telefoonnummer afgedrukt. Men kan,
terecht, zich vragen stellen bij dergelijke schoonheidsfoutjes in zo'n
dure campagne. De in de brochure vermelde scholen die de opleiding
helemaal niet aanbieden zijn: het St.-Maria Instituut en het Stella
Maris-Instituut te Antwerpen en de Ursulinen in Mechelen.

Mevrouw de minister, hoe beoordeelt u zelf het resultaat van deze
campagne? Hoe ziet u de voorbije gebeurtenissen? Hoe ziet u de
toekomst van de campagne? Hoeveel kinesitherapeuten en
paramedici hebben zich uiteindelijk opgegeven voor een herscholing
tot verpleegkundige? Ik meen te weten dat de inschrijvingsperiode
wordt afgesloten op 19 oktober 2001. Er resten dus nog maar enkele
dagen.

Hoe staat het met het federaal opleidingsinitiatief voor de
verzorgenden? Daarvoor hebben eerder al 600 mensen de kans
gekregen om met behoud van loon een opleiding tot verpleegkundige
te volgen. Hoeveel van die mensen werken intussen als
verpleegkundige?

Mevrouw de minister, ik heb nog een belangrijke vraag. Gebaseerd
op de cijfers die ik nu heb, kan ik zeggen dat er een dramatisch tekort
aan verpleegkundigen is. Aan welke maatregelen denkt u om dit
tekort op te vangen? Ik vrees dat we in de problemen raken als er op
korte termijn geen doorbraak komt. Ooit is het idee geopperd om

au personnel infirmier ? Quels
résultats a-t-on déjà enregistrés à
ce jour dans ce domaine ?

A quelles autres mesures la
ministre songe-t-elle ? L'idée,
lancée il y a quelques années,
d'attirer des étudiants étrangers
est-elle encore d'actualité pour la
ministre?

16/10/2001

CRIV 50

COM 554

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

buitenlandse verpleegkundigen aan te trekken. Overweegt u ook
studenten een betaalde stage te laten doen? Ik stel u deze vragen
vanuit mijn bezorgdheid om dit probleem dringend op te lossen, voor
het te laat is.

05.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Goutry, uw eerste vraag had

betrekking op de kostprijs van die campagne. In totaal bedroeg die 40
miljoen Belgische frank waarvan 8 miljoen frank productiekosten voor
de aanmaak van de campagne het materiaal, de affiches, de spot,
de advertenties en de creatie van een website. De overige 32 miljoen
frank zijn mediakosten die werden besteed aan de verzending van de
brochures en affiches, het openstellen van de website, de 0800-lijn,
de publicatie van de advertentie en het uitzenden van de tv-spot.
Jammer genoeg moeten er ook voor boodschappen van algemeen
nut zeer hoge bedragen worden betaald en dit niet alleen bij de VTM
maar ook bij de VRT. Men moet daarvoor telkens miljoenen uitgeven.

Wat de resultaten betreft, kan ik het volgende meedelen. Normaal
gezien wordt na een aantal weken een eerste enquête gehouden om
de respons op de campagne te meten. Welnu, deze campagne werd
als zeer positief ingeschat omdat ze een grote aandacht had
gekregen. Het feit dat zich meer dan 53.000 jongeren hadden gemeld
voor meer informatie wijst op een hoge respons en dit toont aan dat
men een "fibre" heeft geraakt. Bovendien stelde men vast dat de
waardering voor het beroep was gestegen bij de publieke opinie. Met
andere woorden, er werd voor het beroep een meer positieve invulling
gegeven in de waarderingsquote. U hebt echter volledig gelijk dat is
trouwens ook mijn persoonlijke appreciatie , de campagne staat of
valt inzake beoordeling met het succes dat ze heeft in termen van het
aantal mensen dat zich aanbiedt.

Een van de problemen die zich in dat verband voordoen, is dat een
stijging nogal vlug wordt toegeschreven aan zo'n campagne. In
Nederland, het buurland dat daarjuist ook werd aangehaald, werd een
gelijkaardige campagne gevoerd die 7 miljoen gulden heeft gekost,
wat neerkomt op zowat 140 miljoen Belgische frank. Men heeft daar
een daling vastgesteld met 19%. Welke conclusie moet men daaruit
dan trekken?

Mijn eerste reactie is dat de campagne niet heeft opgeleverd wat ik
ervan had gehoopt. Ik wens daar echt geen doekjes om te winden. Ik
had echt gehoopt dat we net als vorig jaar een stijging zouden
hebben. Vorig jaar hadden we voor het niveau van de gediplomeerde
verpleegkundige een stijging met 21%. Dit maakte het uiteraard niet
zo vanzelfsprekend om opnieuw een stijging te hebben. Ik had
gehoopt dat er een stijging zou zijn. Die stijging is er niet. Men zegt
mij dat er zonder deze campagne ook een serieuze daling had
kunnen zijn. Ik roep dat niet in als argument. Voor mij is het in ieder
geval een uitnodiging om de zaak opnieuw te bekijken.

Ik zou toch nog twee dingen willen zeggen. De sector zelf, bij monde
van de sociale partners, was vragende partij voor deze campagne. De
campagne zelf werd ook uitgewerkt met verpleegkundigen of
verpleegkundigen in opleiding. Wij hebben dus geen beroep gedaan
op vedettes maar op diegenen die in het beroep staan.

Wat de cijfers betreft, kan ik u meedelen dat uw cijfers niet juist zijn.
De administratie van de Vlaamse Gemeenschap, de heer Adhé, zegt

05.02 Magda Aelvoet , ministre:

La campagne a coûté 40 millions
de francs. Les coûts de production
s'élèvent à 8 millions, tandis que
les 32 millions restants ont été
consacrés à la diffusion dans les
médias.

Quelques semaines après la
campagne, les réactions ont été
évaluées. Il est apparu que plus de
53.000 jeunes avaient demandé
des informations supplémentaires.
Par ailleurs, l'estime portée au
métier par le public avait grandi.
Cependant, le succès d'une
campagne se mesure à son
résultat effectif, à savoir dans ce
cas le nombre d'inscriptions pour
les formations d'infirmier. La
campagne n'a pas eu l'effet
escompté puisque l'augmentation
des inscriptions enregistrée
l'année dernière ne s'est pas
confirmée cette année. On peut
toutefois se poser la question de
savoir si le nombre d'inscriptions
n'aurait pas baissé s'il n'y avait pas
eu de campagne du tout. Je
voudrais encore attirer l'attention
sur le fait que cette campagne a
été menée à la demande
notamment du secteur des soins
de santé et qu'aucune
personnalité connue n'apparaît
dans les spots.

Les chiffres relatifs aux brevetés
sur lesquels se base M. Goutry ne
sont pas exacts. Cela dit, le chiffre
réel indique une légère baisse par
rapport à l'année dernière. En
Wallonie et à Bruxelles, on
observe en revanche une légère
hausse. En ce qui concerne les
écoles supérieures, les chiffres
indiquent pour l'instant une
certaine stagnation.

93% de celles et ceux qui ont suivi
le parcours de formation spécial
ont réussi de sorte que nous
avons enregistré 139 diplômés.

CRIV 50

COM 554

16/10/2001

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

mij dat er bij de gediplomeerden in totaal 1.703 zijn ingeschreven.

U beperkt zich blijkbaar tot de A4. Er zijn ook nog een paar andere
categorieën die ook tot de gediplomeerden worden gerekend. Ook het
cijfer 1.703 betekent een zeer lichte daling tegenover vorig jaar. Het is
niet zo dat 1.400 tegenover 1.700 ineens een grote stijging oplevert:
het is een lichte daling. Wat Wallonië en Brussel betreft, stellen we
een stijging van 1,5% vast. Moeten we dan zeggen dat de campagne
beter is aangeslagen in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen? Ik
laat het aan uw oordeel over.

Wat de hogescholen betreft, wijst alles op basis van de bekende
cijfers in de richting van stagnatie. Geen toename dus. Zoals u zelf
hebt gezegd, wachten we op de laatste cijfers. Wat de opleiding van
de twee maal 600 van vorig jaar en dit jaar betreft, kan ik u zeggen
dat van degenen die zich via het opleidingstraject hebben
ingeschreven, 93% is geslaagd. Dat is een zeer goed cijfer. Daarvan
zijn er 139 afgestudeerd. Dat gaat om mensen die slechts een jaar
moesten doen, omdat zij al medisch assistent of iets dergelijks waren.
Deze personen komen dank zij het opleidingsproject wel veel vlugger
op de markt.

Wat de kinesisten betreft, is de huidige stand van zaken 81 en dus
geen 35. Ik hoop dat er daar ook nog een aantal bijkomen. In ieder
geval moet hieraan verdere bekendheid worden gegeven. Er zijn er
veel meer aan Franstalige kant dan aan Nederlandstalige kant. Wij
gaan hiervoor einde deze week nog eens een extra inspanning doen.

Jusqu'à ce jour, 81
kinésithérapeutes ont opté pour le
recyclage. Du côté francophone, il
est nécessaire de mener une
campagne d'information
supplémentaire.

05.03 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de minister, dat is een

interessant antwoord. Ik onthoud dat het aansluit bij wat ik zelf had
vastgesteld. Het is toch wel belangrijk dit bevestigd te weten. Wat de
81 kinesisten betreft, hebt u niet opgesplitst per taalgroep.

05.03 Luc Goutry (CD&V): La

ministre dispose-t-elle, pour les
kinésithérapeutes, de chiffres
séparés pour la Flandre et pour la
Wallonie ?

05.04 Minister Magda Aelvoet: 59 Franstaligen en 22

Nederlandstaligen.

05.04 Magda Aelvoet, ministre:

On compte respectivement pour
nos deux Régions 59 et 22
candidats.

05.05 Luc Goutry (CD&V): We kunnen blijven praten, maar de feiten

zijn wat ze zijn. Wat doen we daar nu mee in de toekomst? Daar
hebben we het nog wel over, maar ik hoop dat u toch aan de
toekomst denkt en opnieuw zult proberen iets te doen via een of
andere weg. Als men naar Nederland kijkt, is deze campagne dan wel
voldoende? Ik heb dat willen suggereren in mijn vraag. Het blijkt dat
Antwerpen het enige instituut is dat zelf zeer actief aan werving heeft
gedaan.

05.06 Minister Magda Aelvoet: Dat hebben wij nochtans alle scholen

en hospitalen aangeraden.

05.07 Luc Goutry (CD&V): Ik stel voor om vooral in het onderwijs, bij

de CLB en de scholen die dit onderwijs aanbieden een zeer actieve
promotie te voeren.

05.07 Luc Goutry (CD&V): Je

préconise en outre que les écoles
et les centres d'accompagnement
scolaire mènent eux-mêmes des
campagnes ciblées.

05.08 Minister Magda Aelvoet: U weet dat Antwerpen geregeld een 05.08 Magda Aelvoet, ministre: