B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE
VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
COMMISSION
DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
VAN
DU
12-07-2000
12-07-2000
HA 50
COM 263
HA 50
COM 263
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 263
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 12 juli 2000
COMMISSIE
VOOR
DE
BUITENLANDSE
BETREKKINGEN
-
COM 263
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Leen aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over
de aidsproblematiek en de cijfers bekendgemaakt in het
rapport van Unaids
(nr. 2377)
5
- sprekers : Simonne Leen, Eddy Boutmans, staats-
secretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Jef
Valkeniers
Mondelinge vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over
de situatie in West-Papoea en op de Molukken
(nr. 2381)
(Het antwoord werd verstrekt door de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking)
8
- sprekers : Leen Laenens, Eddy Boutmans, staats-
secretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Sommaire
Mercredi 12 juillet 2000
COMMISSION
DES
RELATIONS
EXTE
´ RIEURES
COM 263
Question orale de Mme Simonne Leen au secre´taire
d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement sur
la proble´-
matique du sida et les chiffres publie´s dans le rapport
d'Onusida
(n° 2377)
5
- orateurs : Simonne Leen, Eddy Boutmans, secre´-
taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement, Jef
Valkeniers
Question orale de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires e´trange`res sur
la situa-
tion en Nouvelle-Guine´e occidentale et dans les Molu-
ques
(n° 2381)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le secre´taire d'Etat a` la
Coope´ration au De´veloppement)
8
- orateurs : Leen Laenens, Eddy Boutmans, secre´-
taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement
HA 50
COM 263
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 263
12-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION
DES RELATIONS EXTE´RIEURES
COMMISSIE
VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 12 JUILLET 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 12 JULI 2000
De vergadering wordt geopend om 10.26 uur door de
heer Geert Versnick, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.26 heures par M. Geert
Versnick
, pre´sident.
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Leen aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over
de aidsproblematiek en de cijfers bekendgemaakt in het
rapport van Unaids
(nr. 2377)
Question orale de Mme Simonne Leen au secre´taire
d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement sur
la
proble´matique du sida et les chiffres publie´s dans le
rapport d'Onusida
(n° 2377)</b>
Mevrouw Simonne Leen (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, door een
bericht van Belga van 27 juni 2000 worden wij met onze
neus op de cijfers gedrukt. Aids heeft al 18,8 miljoen
mensen geveld. Sinds het begin van de aidsepidemie zijn
al 18,8 miljoen mensen bezweken aan de ziekte. In de
meest getroffen landen sterft meer dan een derde van de
jongeren onder de vijftien jaar aan aids. De ziekte
veroorzaakte daar ook een dramatische demografische
ommekeer. Een en ander staat in het rapport van Unaids,
het anti-aidsprogramma van de Verenigde naties, dat op
dinsdag werd gepubliceerd.
Vorig jaar raakten ongeveer 5,4 miljoen mensen besmet
met het HIV-virus. In 1999 liepen er in totaal zo'n 34,3
miljoen besmette mensen rond op aarde en stierven 2,8
miljoen mensen ten gevolge van het virus. De Wereldge-
zondheidsorganisatie en Unaids schatten dat in Afrika,
een van de meest getroffen gebieden, momenteel zo'n
24,5 miljoen personen met HIV zijn besmet. In zestien
Afrikaanse landen is het aantal besmette mensen in de
leeftijdskategorie van 15 tot 49 jaar gestegen met 10%.
In Zuid-Afrika en Zimbabwe is een vijfde van de bevol-
king met HIV besmet. Aids velt daar bijna de helft van de
jongeren onder de vijftien jaar. In Botswana is ongeveer
een derde van de bevolking besmet met HIV.
In Azie¨ en Latijns-Amerika hebben infocampagnes en
preventieprogramma's de massale stijging van besmet-
ting kunnen indijken. In sommige dichtbevolkte landen,
zoals India, is echter nog altijd 2% van de bevolking
tussen 15 en 49 jaar met HIV besmet.
In de rijkere landen, in West-Europa en Noord-Amerika,
blijkt volgens het Belgabericht dat, ondanks een toename
van het risicogedrag, het aantal sterftegevallen door aids
dankzij de dure behandelingen met de antivirale
medicijnencocktail sterk is gedaald.
Dat ontlokt aan de directeur van Unaids, de heer Piot, de
reactie dat de globale situatie verontrustend is, maar dat
de resultaten in de rijkere landen ook hoopgevend zijn. Er
wordt immers aangetoond dat de wereld niet machteloos
staat tegenover de ziekte. De heer Piot verklaart wel dat
er een massale stijging moet komen van hulpmiddelen
om ook in de ontwikkelingslanden de besmetting in te
dijken.
Mijnheer de staatssecretaris van ontwikkelingssamen-
werking, welke inspanningen zullen er met betrekking tot
deze problematiek worden geleverd om meer preventie
en meer nazorg in de ontwikkelingslanden te organise-
ren. Welke samenwerkingsinitiatieven zijn er mogelijk
tussen de federale, de gemeenschaps- en de Europese
overheden met betrekking tot deze materie ?
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, in de vraag van mevrouw Leen wordt het
aids-probleem opnieuw aan de orde gesteld. Dit pro-
bleem is in Afrika uiteraard een groot probleem van
volksgezondheid. Het wordt door Unaids ook steeds
meer omschreven als een ontwikkelingsprobleem omdat
volgens de cijfers van mevrouw Leen en volgens andere
rampzalige cijfers die eraan toegevoegd kunnen worden,
inderdaad veel inspanningen om in een aantal landen de
ontwikkeling op gang te brengen teniet worden gedaan.
Volgens de prognoses zal de levensverwachting in de
meest getroffen Afrikaanse landen de eerstkomende tien
jaar zal dalen. Wij stellen ook vast dat de economie
HA 50
COM 263
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Eddy Boutmans
zwaar getroffen wordt omdat aidsslachtoffers heel vaak
mensen zijn uit de actieve leeftijdscategorie. Dat bete-
kent dat deze mensen, als men erin geslaagd is ze op te
leiden om hen een rol te laten spelen in de economie, na
een paar jaar wegvallen.
Bedrijven in Afrika houden er nu vaak rekening mee dat
ze altijd een doublure moeten voorzien wanneer ze
mensen opleiden voor een bepaalde functie op langere
termijn. Tenslotte drukken ook de behandelingskosten
van de gevolgen van de ziekte verschrikkelijk zwaar op
de budgetten van een aantal landen. Ten eerste worden
er immers meer wezen geboren, of juister gezegd : er
worden steeds meer kinderen geboren die na enige tijd
wees zullen worden. Ten tweede zijn grote aantallen
mensen ziek en zij hebben dus een behandeling nodig.
Ten derde kost dit alles verschrikkelijk veel.
Wat doet de Belgische ontwikkelingssamenwerking hier-
omtrent ? We kunnen zeggen dat we met onze ongetwij-
feld te bescheiden middelen nauw aansluiten bij de
strategie die door Unaids, het gespecialiseerde pro-
gramma van de Verenigde Naties inzake aids, werd
voorgedragen. Ik heb zelf verscheidene malen gespro-
ken met professor Piot, de directeur van Unaids. Ik heb in
december ook de Conferentie in New York over het
partnerschap voor aids in Afrika bijgewoond. U weet dat
op dit ogenblik in Durban een belangrijke wereld-
conferentie over aids aan de gang is waar wij door een
delegatie vertegenwoordigd worden. Misschien zullen
hier op zeer korte termijn gegevens uit voortvloeien die
onze politiek kunnen bei¨nvloeden. Maar op dit ogenblik
weet ik dat nog niet.
De belangrijkste boodschap is dat aids in de eerste
plaats als een algemeen maatschappelijk probleem moet
worden aangepakt en dat betekent in de eerste plaats
door preventie. Preventie omvat educatie. In Afrika weten
zeer veel mensen ook vandaag nog niet hoe aids ver-
oorzaakt wordt, hoe de ziekte overgebracht wordt en
welke maatregelen getroffen kunnen en moeten worden
op het gebied van seksuele hygie¨ne en seksuele praktij-
ken om besmetting te voorkomen.
Preventie wil ook zeggen de bei¨nvloeding van het sek-
suele gedrag. Men moet middelen ter beschikking stel-
len, met name onder meer condooms, om besmetting te
vermijden.
Preventie betekent ook een goede verzorging voor moe-
der en kind en begeleiding van het gezondheids-
personeel zelf. Op dat vlak is er nog zeer veel onwetend-
heid, of in ieder geval onvoldoende vertrouwdheid met de
materie. Dat wil ook zeggen dat men tracht ervoor te
zorgen dat bij bloedtransfusies de ziekte niet meer wordt
overgebracht. Eigenlijk zou er geen enkele bloedtransfu-
sie mogen gebeuren die niet is voorafgegaan door een
controle op besmetting. Ten slotte rijzen ook grote vragen
bij borstvoeding, aangezien het gevaar vrij groot schijnt
te zijn dat het virus door borstvoeding wordt overge-
bracht.
Volgens Unaids moet de aidsproblematiek worden be-
streden door ze in te bedden in de algemene gezond-
heidszorg. Men bevordert sinds jaren een politiek van
basisgezondheidszorg met gezondheidsdistricten als
basisniveau. Dan is het ook op dat niveau dat de
gezondheidsaspecten van aids het best kunnen worden
aangepakt. In uw vraag zegt u terecht dat een aantal
landen zinvolle maatregelen heeft genomen. De eerste
verantwoordelijkheid ligt evenwel bij de landen in kwes-
tie. Daar moet het besef doordringen dat aids een
gigantisch probleem is dat multidisciplinair moet worden
aangepakt. Pas dan kan de internationale gemeenschap
die politiek ondersteunen. Wij weten dat nogal wat Afri-
kaanse landen zeer laat zijn begonnen met het conse-
quent aanpakken van die problematiek. Er zijn landen
waar dat nu nog niet gebeurt. In deze landen moeten in
de eerste plaats de gezagsdragers worden gesensibili-
seerd. Dan kunnen wij via de diverse kanalen van onze
ontwikkelingssamenwerking een bijdrage leveren tot de
verbetering van de situatie. De internationale gemeen-
schap moet bereid zijn om daarvoor meer middelen vrij te
maken. Dat geldt ook voor Belgie¨.
Wat doen wij in dat verband ? Ten eerste, geven wij
structurele hulp aan Unaids. Zij bedroeg in 1998 en in
1999 60 miljoen frank. Voor het jaar 2000 heb ik dit
bedrag laten optrekken tot 70 miljoen frank. Volgens mij
moet dat bedrag in de komende jaren nog verder worden
opgetrokken.
Ten tweede, helpen wij in vele landen aandacht besteden
aan de algemene basisgezondheidszorg omdat, zoals ik
daarnet heb gezegd, de medische aspecten van aids
daar thuishoren. Naast de zorg voor een algemene
gezondheidssamenwerking helpen wij aan de uitbouw
van
specifieke
aidspreventie-
en
bestrijdings-
programma's, onder meer in Rwanda en Congo.
Ik aarzel om te zeggen hoeveel geld wij jaarlijks aan
aidspreventie en -bestrijding besteden. Onze hulp is
immers niet altijd in cijfers te vatten. Mijn administratie
heeft mij gei¨nformeerd dat het de jongste jaren rond de
140 miljoen frank per jaar schommelt.
Tot slot wens ik nog een aantal bedenkingen te formule-
ren naar aanleiding van de kwestie omtrent het ter
beschikking stellen van medicijnen.
U weet dat er nog geen geneesmiddel is dat aids
daadwerkelijk geneest en evenmin is er een vaccin ter
voorkoming van aidsbesmetting. Er wordt wel aan ge-
werkt.
6
HA 50
COM 263
12-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Eddy Boutmans
Er bestaan wel twee behandelingen. Een behandeling
bestaat erin antiretrovirale middelen toe te dienen, waar-
door men erin slaagt de vermenigvuldiging van het virus
sterk af te remmen en zelfs voor zeer lange tijd af te
remmen indien men de behandeling lang volhoudt.
Het probleem is echter dat deze behandelingen uiter-
mate duur zijn. Landen die slechts beschikken over een
gezondheidsbudget van 1 of 2 dollar per jaar per inwoner,
kunnen dergelijke behandelingen onmogelijk toepassen
op grote schaal.
Er zijn thans op internationaal niveau besprekingen aan
de gang - en Unaids speelt daarin een rol - om de kosten
verbonden aan dergelijke behandelingen, terug te drin-
gen. Zelfs indien men erin zou slagen de prijs van
dergelijke
behandelingen,
die
thans
10 000
tot
15 000 dollar per jaar per patie¨nt kosten, te herleiden tot
1 000 dollar, dan nog zou het een onbereikbaar budget
betekenen voor de arme landen met honderdduizenden,
zo niet miljoenen aidspatie¨nten.
Om die redenen suggereert Unaids de prioritaire behan-
deling van de zogenaamde opportunistische ziekten,
zoals tuberculose, die met groot succes kunnen worden
bestreden via traditionele geneesmiddelen. Voorts wordt
aangeraden antiretrovirale middelen toe te dienen aan
zwangere vrouwen die drager zijn van het aidsvirus.
Onder meer over dat punt wordt thans gediscussieerd op
het congres in Durban, maar blijkbaar had de Zuid-
Afrikaanse president enige kritiek op dat programma.
Wellicht bevindt hij zich op een moeilijk pad zodra de
wetenschappelijke aspecten omtrent de oorzaak van
aids ter sprake komen. Ik wens mij niet in te laten met
deze discussie, maar volgens mij voert hij op dat vlak een
zinloze strijd.
Aidsbestrijding
maakt
deel
uit
van
de
basis-
gezondheidszorg, maar jammer genoeg worden door de
schaarse middelen keuzes opgelegd. De keuze voor het
toedienen van virusafremmende middelen bij zwangere
vrouwen is niet onomstreden in landen waar een zeer
hoge besmettingsgraad heerst. Immers, de kans van
overdracht op de vrucht wordt geraamd op 50%, de
behandeling heeft zware neveneffecten, zij is niet altijd
effectief en bovendien is zij erg duur. Volgens sommigen
ware het aangewezen datzelfde bedrag te spenderen
aan andere preventieve acties. Deze discussie is aan de
gang.
De Belgische samenwerking, Unaids en uiteraard alle
donoren en hulporganisaties terzake zijn bereid van de
bestrijding van aids een prioriteit te maken. Aids is een
ontwikkelingsprobleem en moet aldus worden ingepast in
de algemene ontwikkelingssamenwerking.
Mevrouw Simonne Leen (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de staatssecretaris, wordt er met het Europees Parle-
ment samengewerkt ?
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Inderdaad, daarover
stelde u mij ook een vraag. Wat de federale overheid
betreft is er een samenwerking met het ministerie van
Volksgezondheid, onder meer in de Belgische delegatie
bij de Wereldgezondheidsorganisatie. Zoals in alle
ontwikkelingsprogramma's werken we uiteraard ook met
een aantal multilaterale en niet-gouvernementele organi-
saties samen.
Op het niveau van de Europese Commissie is DGIS, het
bestuur voor ontwikkelingssamenwerking, lid van een
informele groep van gezondheidsexperts inzake aids.
Terzake werken we dus ook op Europees niveau samen.
De Gemeenschappen tenslotte ijveren uiteraard voor
aidspreventie in Belgie¨ en niet in het buitenland.
De voorzitter : Ik denk inderdaad dat de problematiek
belangrijk genoeg is om er langer over uit te wijden dan
de strikt reglementaire vijf minuten. De heer Valkeniers
heeft echter een boodschap van professor Piot.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Na de nogal aangevoch-
ten toespraak van president Mbeki heb ik van dokter Piot
een vrij belangrijke e-mail ontvangen. Dokter Piot schrijft
en ik citeer :
I'm writing this from Durban where presi-
dent Mbeki says that poverty is a driving force behind the
aids epidemic. But he didn't announce anything new. I
agree with you that South Africa could really play a
leader's roll on aids and that this would require an all out
effort.'
Ik denk dat hij daar jammer genoeg een kans gemist
heeft en dat het onze plicht is hem erop te wijzen dat hij
er geen enkel voordeel bij heeft om een klein groepje
revisionisten evenveel belang toe te dichten als de
vijfduizend wetenschappers die de fameuze petitie van
Durban hebben getekend.
Ik meen dat deze kleine interventie toch wel belangrijk
was om de houding van dokter Piot te duiden.
De voorzitter : Ik meen dat de heer Valkeniers het bij het
rechte eind heeft. Mbeki zit op een zeer eigenaardig
spoor in de hele aidsproblematiek. Dat komt mijns in-
ziens het uitroeien, aanpakken en oplossen van de
problematiek in Afrika niet ten goede.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Er is een prachtig
voorbeeld in Oeganda, waarom heeft hij dat dan niet
gevolgd ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
HA 50
COM 263
7
12-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van mevrouw Leen Laenens aan
de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over
de situatie in West-Papoea en op de
Molukken
(nr. 2381)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staats-
secretaris voor Ontwikkelingssamenwerking)
Question orale de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires e´trange`res
sur
la situation en Nouvelle-Guine´e occidentale et
dans les Moluques
(n° 2381)</b>
(La re´ponse sera donne´e par le secre´taire d'Etat a` la
Coope´ration au De´veloppement)
Mevrouw Leen Laenens (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, dit
is niet zo'n groot probleem, maar het is belangrijk er de
aandacht op te vestigen, teneinde te vermijden dat het
een groot probleem wordt. Oost-Timor indachtig is dat
niet irree¨el.
Mijn aandacht werd erop gevestigd door een gezamen-
lijke verklaring die op 14 juni werd afgelegd. De ministers
van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie, waaron-
der ook de Belgische minister van Buitenlandse Zaken,
en Indonesie¨ kwamen toen overeen om hun samenwer-
king te versterken om zo de veiligheid in de streek te
vergroten. In die verklaring onderstreept de Europese
Unie het belang van een aantal zaken, onder meer de
integriteit van de Republiek Indonesie¨, met vooral aan-
dacht voor de democratie en de mensenrechten.
In dat verband wil ik de aandacht vragen voor twee
verontrustende evoluties in Indonesie¨. U weet dat er
duizenden eilanden zijn. Een daarvan is Irian Jaya of
West-Papoea. Dat is ook een onderdeel van het pro-
bleem. Aan de inheemse bevolking, die het merendeel
van de bevolking van Irian Jaya uitmaakt, werd beloofd
dat in de toekomst de naam West-Papoea zou worden
gebruikt.
Op dit ogenblik zit West-Papoea in een belangrijke fase.
Immers, de nieuwe Papoearaad zal met de president
over de toekomst van Irian Jaya onderhandelen.
Tot daar is er geen probleem, ware het niet dat aller-
hande onafhankelijken en vooral mensen die gee¨mi-
greerd zijn naar het eiland, daar een strijd hebben
ontketend en zich nogal spiegelen aan wat er op Oost-
Timor gebeurd is.
In het licht van de vermelde overeenkomst vraag ik de
minister er bij zijn Indonesische ambtgenoot aan te
dringen meer aandacht te besteden aan het respect voor
de rechten van de etnische bevolkingsgroepen op West-
Papoea.
Het ander probleem is reeds langer gekend, namelijk het
probleem van de Molukken. Sinds begin 1999 zijn daar
aanhoudend gevechten tussen christenen en moslims.
Er zouden al zeker 300 000 vluchtelingen en meer dan
17 000 doden geteld zijn.
De redenen van de conflicten zijn zowel economisch,
etnisch als religieus. Enkele weken geleden hadden we
in ons parlement twee strijders tegen de schendingen
van de mensenrechten aldaar op bezoek. Zij vroegen
uitdrukkelijk om meer ondersteuning te krijgen. Zij bena-
drukten vooral om het probleem ruimer te zien en niet
terug te brengen tot een religieus probleem tussen
christenen en moslims.
De sprekers in het parlement waren hier op uitnodiging
van een groepering van Indonesische studenten in Leu-
ven.
Ook hier vraag ik de minister er bij zijn Indonesische
ambtgenoot op aan te dringen meer aandacht te beste-
den aan een vreedzame oplossing van dit conflict.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, vooraf wens ik minister Michel te veront-
schuldigen. Hij kan vandaag niet aanwezig zijn omdat hij
in het buitenland verblijft. Ik verontschuldig mij ook omdat
ik zijn antwoord, dat we deze ochtend via fax hebben
ontvangen, moet aflezen.
Ik geef u thans het antwoord van minister Michel. In
verband met het eerste onderdeel van uw vraag heeft de
Raad van Papoeazie¨ op 4 juni 2000 zijn onafhankelijk-
heid uitgeroepen ten opzichte van de Indonesische Re-
publiek. De regering van Indonesie¨ was hierover verwon-
derd. West-Papoeazie¨ heeft gepreciseerd dat het zijn
doelstellingen verder op vreedzame wijze wil nastreven,
wat een positief element is in de spiraal van geweld die
Timor, Atjeh en de Molukken teistert. De Indonesische
vice-presidente Megawati Sukarnotri is enkele malen ter
plaatse geweest om de basis te leggen voor een dialoog.
Uiteraard is de integriteit van het grondgebied een prio-
riteit voor Djakarta.
De Europese Unie heeft onlangs een politieke dialoog
met Indonesie¨ opgestart. De vijftien landen willen het
nieuwe democratische regime en de integriteit van het
grondgebied steunen. Belgie¨ grijpt net als de Europese
Unie alle kansen om de partijen ertoe aan te zetten een
eerlijke en duurzame oplossing te blijven zoeken.
Wat het tweede onderdeel van uw vraag betreft, is de
situatie in het oostelijke deel van de Molukken er inder-
daad sterk op achteruit gegaan. Het model van een
religieuze samenleving tussen moslims en christenen
heeft de laatste achttien maanden zwaar onder vuur
gelegen. Afgelopen maandag hebben de Molukken en de
Vereniging van Bedreigde Volkeren op de eerste Euro-
pese Raad onder Frans EU-voorzitterschap te Brussel
8
HA 50
COM 263
12-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Eddy Boutmans
een dringende oproep gericht tot de vijftien ministers van
Buitenlandse Zaken. Zij hebben hen gevraagd de esca-
latie van het geweld in het Oosten van Indonesie¨ te
veroordelen en blauwhelmen te sturen naar de Moluk-
ken. De Indonesische autoriteiten hebben de toestand ter
plaatse niet meer in de hand sinds Jihadstrijders in de
hoofdstad van Ambon zijn aangekomen. Het leger neemt
actief deel aan het conflict. Soldaten en politiemannen
hebben hun kamp gekozen. Burgerlijke en militaire lei-
ders hebben dit ook openlijk erkend. Het ziet er niet naar
uit dat Djakarta tracht te voorkomen dat islamitische
activisten uit Java naar de Molukken trekken om er een
wat zij noemen
heilige oorlog
te voeren.
De Europese partners hebben de voorkeur gegeven aan
een diplomatieke aanpak boven een openlijke en een
radicale interventie. Het gaat er vooral om de nadruk te
leggen op de verantwoordelijkheid van de Indonesische
autoriteiten voor de ordehandhaving en de bescherming
van de christelijke minderheid. Het Franse voorzitter-
schap van de Europese Unie zal een van de komende
dagen deze boodschap aan de voorzitter en de vice-
voorzitster van de Indonesische Republiek overbrengen.
Het Europese Voorzitterschap zal er tevens op aandrin-
gen dat de aanvoer van humanitaire hulp zo vlot mogelijk
kan verlopen.
Mevrouw Leen Laenens (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de staatssecretaris, voor mij is dit nieuw. De mensen die
de strijd van de inheemse volkeren in West-Papoeazie¨
volgen hadden mij verzekerd dat zij de integriteit van
Indonesie¨ vooropstellen. Dat is blijkbaar toch betwist-
baar.
Wat de Molukken betreft is het verheugend vast te stellen
dat er geprobeerd wordt langs diplomatieke weg te
voorkomen dat een van de partijen een heilige oorlog zou
voeren. Alleen moet dit nog in de praktijk omgezet
worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten om
10.57 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e a` 10.57
heures.
HA 50
COM 263
9
12-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000