B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
VAN
DU
04-07-2000
04-07-2000
HA 50
COM 253
HA 50
COM 253
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 253
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 4 juli 2000
COMMISSIE
VOOR
DE
LANDSVERDEDIGING
COM 253
Samengevoegde mondelinge vragen van de heer Peter
Vanhoutte aan de minister van Landsverdediging over
een ongeval met een F-16 (nrs. 2060 en 2283)
5
sprekers : Peter Vanhoutte, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landsverdediging over
de aanwerving van
landmeters-experts onroerende goederen voor het minis-
terie van Landsverdediging
(nr. 2158)
6
sprekers : Yves Leterme, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Dirk
Van der Maelen en Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over
de Belgische bijdrage aan het
Tactisch Luchttransport in de Europese Unie
(nrs. 2159
en 2182)
7
sprekers : Dirk Van der Maelen, voorzitter van de
SP-fractie, Andre´ Flahaut, minister van Landsverdedi-
ging, Peter Vanhoutte
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Koen
Bultinck en Martial Lahaye aan de minister van Landsver-
dediging over
de verhuis van het munitiedepot van Hout-
hulst naar Zutendaal
(nrs. 2165, 2271 en 2272)
9
sprekers : Koen Bultinck, Martial Lahaye, Andre´ Fla-
haut
, minister van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over
de militaire terreinen
van Zonhoven en Genk
(nr. 2183)
10
sprekers : Peter Vanhoutte, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
bepaalde verworven rechten voor het
personeel van de Radio Maritieme Diensten
(nr. 2224)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van
Landsverdediging)
11
sprekers : Patrick Lansens, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Landsverdediging over
de creatie van extra
militaire tewerkstelling in Poelkapelle
(nr. 2225)
12
sprekers : Patrick Lansens, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging, Martial Lahaye
Sommaire
Mardi 4 juillet 2000
COMMISSION DE LA DE
´ FENSE NATIONALE - COM 253
Questions orales jointes de M. Peter Vanhoutte au mini-
stre de la De´fense sur
un accident avec un avion F-16
(n
os
2060 et 2283)
5
orateurs : Peter Vanhoutte, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de la
De´fense sur
l'engagement d'experts ge´ome`tres en biens
immobiliers du ministe`re de la De´fense nationale
(n° 2158)
6
orateurs : Yves Leterme, Andre´ Flahaut, ministre de la
De´fense
Questions orales jointes de MM. Dirk Van der Maelen et
Peter Vanhoutte au ministre de la De´fense sur
la contri-
bution belge au transport de l'air tactique a` l'Union euro-
pe´enne
(n
os
2159 et 2182)
7
orateurs : Dirk Van der Maelen, pre´sident du groupe
SP, Andre´ Flahaut, ministre de la De´fense, Peter
Vanhoutte
Questions orales jointes de MM. Koen Bultinck et Martial
Lahaye au ministre de la De´fense sur
le de´me´nagement
du de´po^t de Houthulst a` Zutendaal
(n
os
2165, 2271 et
2272)
9
orateurs : Koen Bultinck, Martial Lahaye, Andre´ Fla-
haut
, ministre de la De´fense
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
De´fense sur
les terrains militaires de Zonhoven et Genk
(n° 2183)
10
orateurs : Peter Vanhoutte, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
certains droits acquis du personnel des
Services Radio Maritimes
(n° 2224)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de la De´fense)
11
orateurs : Patrick Lansens, Andre´ Flahaut, ministre
de la De´fense
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre de la
De´fense sur
la cre´ation d'emplois militaires supple´men-
taires a` Poelkapelle
(n° 2225)
12
orateurs : Patrick Lansens, Andre´ Flahaut, ministre
de la De´fense, Martial Lahaye
HA 50
COM 253
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
de repatrie¨ring van
Britse hooligans met C-130's van de Luchtmacht
(nr. 2245)
13
sprekers : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
het strategisch plan
voor de modernisering van het Belgisch leger 2000-2015
versus onze NATO-verbintenissen
(nr. 2246)
13
sprekers : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
de mijnbestrijdings-
capaciteit van de Marine
(nr. 2247)
14
sprekers : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over
de mijnbestrijdings-
school EGEURMIN te Oostende
(nr. 2270)
16
sprekers : Martial Lahaye, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de la
De´fense sur
le rapatriement de hooligans britanniques
avec des C-130 de la Force ae´rienne
(n° 2245)
13
orateurs : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de la
De´fense sur
le plan strate´gique pour la modernisation de
l'Arme´e belge 2000-2015 vis-a`-vis de nos engagements
dans le cadre de l'OTAN
(n° 2246)
13
orateurs : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de la
De´fense sur
la capacite´ de la Marine a` lutter contre les
mines
(n° 2247)
14
orateurs : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Martial Lahaye au ministre de la
De´fense sur
l'e´cole d'EGEURMIN a` Ostende (n° 2270)
16
orateurs : Martial Lahaye, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
4
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE LA DE´FENSE NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 4 JUILLET 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 4 JULI 2000
De vergadering wordt geopend om 10.30 uur door de
heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.30 heures par M. Jean-Pol
Henry
, pre´sident.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heer
Peter Vanhoutte aan de minister van Landsverdedi-
ging over
een ongeval met een F-16 (nrs. 2060 en
2283)
Questions orales jointes de M. Peter Vanhoutte au
ministre de la De´fense sur
un accident avec un
avion F-16
(n
os
2060 et 2283)
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik had twee vragen
over een ongeval met een F-16 dat iets meer dan e´e´n
jaar geleden plaatsvond. Ik zal deze vragen samen
stellen zodat u een globaal antwoord kunt geven.
Ten eerste, wat is de precieze oorzaak van het ongeval
met de F-16 in het kader van de problematiek van de
verkenningsgondel van het type MRP ? Werden maatre-
gelen genomen, indien de ophanging de oorzaak van de
neergestorte verkenningsgondel was ? Welke maatrege-
len werden genomen om deze problemen in de toekomst
bij andere toestellen te vermijden ?
Ten tweede, werd het onderzoek naar de precieze oor-
zaak van het ongeval met de neergestorte F-16, waarbij
de piloot om het leven kwam, reeds afgerond ? Welke
oorzaken gaven aanleiding tot het ongeval ? Is het
neerstorten van de F-16 aan een menselijke fout van de
piloot of aan een technisch falen te wijten ?
Tot slot, werd de ongevalsvergoeding reeds aan de
weduwe van de piloot uitbetaald ? Zo ja, wanneer werd
deze beslissing genomen ? Welke criteria werden ge-
hanteerd om tot de uitbetaling of het uitstellen van de
ongevalsvergoeding over te gaan ? Het is merkwaardig
dat deze uitbetaling meer dan een jaar heeft aange-
sleept. Waarom ? Werden reeds maatregelen getroffen
om in de toekomst een vlottere uitbetaling mogelijk te
maken ?
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, collega
Vanhoutte, op 23 maart 1999 stortte een F-16 in Hamois
neer waarbij de piloot om het leven kwam. Het toestel
was met een verkenningsgondel van het type MRP
uitgerust. De oorzaak van het ongeval kon niet met
zekerheid worden vastgesteld maar er is een vermoeden
dat een menselijke factor een rol heeft gespeeld.
Dit ongeval betreft niet het verlies van een verkennings-
gondel
maar
van
een
F-16
uitgerust
met
een
verkenningsgondel van het type MRP.
L'enque^te concernant la cause de l'accident avec un
F-16 survenu fin mars est clo^ture´e. La cause de l'acci-
dent n'a pas pu e^tre de´termine´e avec certitude mais,
comme je viens de le dire, il y a pre´somption qu'un
facteur humain ait joue´ un ro^le.
Op 16 juni 2000 werd door de Commissie voor de
Toekenning
van
de
Bijzondere
Vergoedingen
van
Luchtvaartongevallen in Vredestijd beslist de vergoeding
in kwestie toe te kennen aan de weduwe en de speciale
vergoeding aan haar twee kinderen. Op 21 juni werd de
beslissing aan de weduwe meegedeeld en werden de
nodige gegevens voor de uitvoering van de betaling
opgevraagd.
De beslissing van de commissie is gebaseerd op het
dossier van het rapport dat werd samengesteld door de
onderzoekscommissie. Het recht op de vergoeding is
verworven als uit een analyse blijkt dat er geen zware
fout is geweest en dat het ongeval niet opzettelijk door
het slachtoffer werd veroorzaakt. Dit kan slechts definitief
vastgesteld worden wanneer het dossier wordt vrijgege-
ven door de krijgsauditeur. In dit concreet geval werd het
dossier slechts vrijgegeven in de loop van de maand mei
2000 ingevolge de onduidelijkheid omtrent de oorzaak
van het ongeval.
HA 50
COM 253
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
Samen met het burgerlijk algemeen bestuur onderzoekt
de luchtmacht of een eventuele aanpassing van de
wettelijke bepaling opportuun is.
Il s'agit d'une indemnite´ de 2 600 000 francs. Et il y a une
indemnite´ spe´ciale par enfant de 261 000 francs.
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik wil er wel op
wijzen dat ik blijkens een aantal documenten die ik ter
inzage heb gehad, heb gemerkt dat er blijkbaar een
aantal problemen zijn geweest bij de staf van de Lucht-
macht. Zij zouden mee aanleiding hebben gegeven tot de
opgelopen vertraging. Niet alleen de lange duur van het
onderzoek of het krijgsauditoriaat lagen aan de basis van
de vertraging, maar ook de problemen op een ander
niveau. Dit hebt u trouwens zelf in een brief toegegeven.
M. Andre´ Flahaut, ministre : En ce qui concerne
l'information comple´mentaire de M. Vanhoutte, je vais
bien entendu proce´der aux ve´rifications qui s'imposent.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landsverdediging over
de aanwerving
van landmeters-experts onroerende goederen voor
het ministerie van Landsverdediging
(nr. 2158)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de la
De´fense sur
l'engagement d'experts ge´ome`tres en
biens immobiliers du ministe`re de la De´fense natio-
nale
(n° 2158)</b>
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, enkele weken geleden
werden wij geconfronteerd met een eigenaardigheid. Het
leger
organiseerde
toen
aanwervingsexamens
via
SELOR. Uit de functievereisten die worden gespecifi-
ceerd blijkt dat de diplomavereisten voor de mensen die
men zoekt in het Vlaamse landsgedeelte niet meer
behaald kunnen worden. Via SELOR werd onlangs na-
melijk een werving georganiseerd voor Nederlandstalige
landmeters-experts in onroerende goederen. Conform de
oproep moesten de kandidaten houder zijn van het
diploma meetkundig schatter van onroerende goederen,
niveau 2plus, graduaatsniveau dus. Nu is het zo, mijn-
heer de minister, dat dit diploma al meer dan vijf jaar niet
meer behaald kan worden in Vlaanderen. Het bestaat
nog wel in Wallonie¨, maar niet meer in Vlaanderen.
Voor deze functie in Vlaanderen wordt dus een gra-
duaatsniveau gevraagd, hoewel het niveau van de
landmeters-experts in Vlaanderen op dit ogenblik mini-
mum dat van industrieel ingenieur is. Zeer eigenaardig
dus. Het is goed dat Defensie examens organiseert maar
voor zo'n examen zijn er geen gegadigden. Daarom wil ik
u een aantal actuele vragen stellen.
Ten eerste, is u op de hoogte van dit probleem ?
Ten tweede, zijn er kandidaten, witte merels, gevonden
die aan deze voorwaarden voldoen ? Zijn er kandidaten
op deze oproep afgekomen ?
Ten derde, stemmen de functievereisten die beschreven
staan in de oproep tot de kandidaten wel overeen met het
graduaatsniveau ?
Ten vierde, een retorische vraag : wanneer zal de minis-
ter de diplomavereisten in overeenstemming brengen
met het niveau van de nu, in 2000, bestaande landmeter-
opleidingen om te vermijden dat het leger verder exa-
mens uitschrijft met onvervulbare diplomavereisten ? Ik
hoop dat het antwoord hierop zal zijn :
Zo snel mogelijk.
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, collega
Leterme, het probleem dat u aanstipt is mij wel bekend.
De bevoegde diensten van mijn departement werken
reeds geruime tijd aan een plan om deze toestand te
verhelpen. Op termijn wordt inderdaad, zoals u het
suggereert, overwogen om landmeters van niveau 1 in
dienst te nemen. Die wijzigingen kunnen echter niet van
vandaag op morgen geschieden. Bovendien kan de
oprichting van een specifieke graad van landmeter op
niveau 1 slechts gebeuren na een onderzoek door de
diensten van het Algemeen Bestuur van het federale
Openbaar Ambt.
SELOR heeft bij monde van de vaste wervingssecretaris
aan dit bestuur gevraagd deze problematiek opnieuw te
onderzoeken.
Entre-temps, dans mon de´partement, les travaux a` exe´-
cuter par un ge´ome`tre doivent continuer a` e^tre assure´s.
Derhalve wordt nu, via SELOR, een beroep gedaan op
houders van het traditionele diploma niveau 2plus, die
zoals onze ervaring het leert, de taken die ze krijgen
toebedeeld op een competente wijze kunnen uitvoeren.
Het proces-verbaal van het laatst georganiseerde verge-
lijkend examen voor de aanwerving van Nederlandstalige
landmeters-experts onroerende goederen (rang 26) voor
mijn departement vermeldt dat er drie kandidaten ge-
slaagd zijn.
J'attends donc avec impatience que l'on puisse engager
ces personnes. On aura ainsi re´tabli la situation.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de minister, ik
heb er alle begrip voor dat de diplomavereisten moeten
worden aangepast aan de nieuwe realiteit. Het is dan wel
jammer dat men nog examenreglementen publiceert,
6
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yves Leterme
hoewel men blijkbaar weet dat er een probleem is. Ik zie
hier een publicatie van februari 2000 waarin die diploma-
vereisten nog altijd zijn omschreven ondanks het feit dat
ze nergens op slaan. Geen enkele Vlaamse afgestu-
deerde van de laatste vijf jaar kan immers voldoen aan
die vereisten.
Heb ik goed begrepen, mijnheer de minister, dat u voor
die baan - los van de diplomavereisten gesteld in het
wervingsbericht - andere mensen inschakelt ? Dan is
mijn vraag duidelijk. Sommige kandidaten die hebben
gereageerd op het wervingsbericht vanuit SELOR heb-
ben gemeld dat dit niet kon, aangezien er in Vlaanderen
geen zulke mensen meer afstuderen. Hebben die de
kans gekregen om deel te nemen aan het examen ?
Minister Andre´ Flahaut : Ja.
De heer Yves Leterme (CVP) : Goed, mijnheer de
minister, dan hoop ik alleen dat deze anomalie zo snel
mogelijk uit de wereld wordt geholpen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De mondelinge vragen nrs. 2159 van de heer Dirk Van
der Maelen en 2182 van de heer Peter Vanhoutte worden
samengevoegd.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Dirk Van der Maelen en Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over
de Belgische
bijdrage aan het Tactisch Luchttransport in de Euro-
pese Unie
(nrs. 2159 en 2182)
Questions orales jointes de MM. Dirk Van der Maelen
et Peter Vanhoutte au ministre de la De´fense sur
la
contribution belge au transport de l'air tactique a`
l'Union europe´enne
(n
os
2159 et 2182)
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, volgens twee berichten in de
kranten Het Volk en De Standaard zou er op 2 april een
officie¨le briefing zijn geweest van de krijgsmacht, waarop
uzelf en de premier aanwezig waren. Volgens diezelfde
kranten zou op die briefing door de krijgsmachttop zijn
meegedeeld dat Belgie¨, met de 11 C-130's die het nu
heeft, voldoet aan 13% van de EU-behoeften aan Tac-
tisch Luchttransport.
Diezelfde kranten gaan door op die informatie. Ikzelf zou
zoiets niet durven veronderstellen maar die kranten
suggereren dat dit misschien wel zou kunnen zijn inge-
geven door een voorkeur die de krijgsmachttop had voor
gevechtsvliegtuigen. Het zou de krijgsmachttop dan goed
uitkomen om het voor te stellen alsof Belgie¨ met 11
C-130's al een groot aandeel heeft in de Europese
behoefte aan Tactisch Luchttransport, want dan kan het
financie¨le middelen vrijhouden voor gevechtsvliegtuigen,
die zeker de voorkeur wegdragen van de toenmalige
luchtmachttop.
Ik heb vier vragen, mijnheer de minister. Ten eerste, klopt
de informatie dat de krijgsmachttop aan u en de eerste
minister heeft gezegd dat er op dit ogenblik al 13% van
de EU-behoeften wordt vervuld ?
Ten tweede, kunt u mij de juiste cijfers geven ? Mijn
informatie is onvolledig, want ik ben niet bij machte om na
te gaan wat de verschillende legers in de Europese Unie
aan Tactisch Luchttransport hebben, maar volgens mijn
schatting moeten dat tussen de 250 en 300 C-130's of
C-160's zijn. Als ik dat uitreken, kom ik uit op een cijfer
tussen 2 en 4%, dus geen 13%. Mijn tweede vraag aan
u is dus : klopt het cijfer van de Luchtmacht of kloppen
mijn gegevens ?
Ten derde, u hebt de krijgsmachttop ondervraagd, neem
ik aan. Kunt u mij eens uitleggen hoe zij aan dit cijfer van
13% komen ?
Ten vierde, leert dit gebeuren ons niet dat we voorzich-
tigheid aan de dag moeten leggen bij dergelijke beleids-
beslissingen ? Als we alleen afgaan op informatie die
komt van de krijgsmachttop, dan kunnen de politici wel
eens onvolledige informatie krijgen. Het is al de tweede
keer dat ik zoiets vaststel. Een eerste maal was in
verband met de informatie over de GSF. Deze keer gaat
het om informatie die men aan de politieke wereld geeft,
met betrekking tot het aandeel van Belgie¨ in het Tactisch
Luchttransport in de Europese Unie.
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, men heeft mij er inderdaad op attent gemaakt
dat 13% capaciteit nodig is voor de Europese operaties.
In het kader van de planningscyclus van de NAVO
worden periodiek behoeftenstudies uitgevoerd ter voor-
bereiding van onder andere de tweejaarlijkse vastge-
legde force goals. Shape en Saclant voerden in 1999 een
gezamenlijke studie uit waarbij onder andere de behoefte
aan maritiem transport en luchttransport werd gee¨va-
lueerd.
De behoefte aan tactische transportvliegtuigen van de
klasse C-130 Hercules en de klasse C-160 Transall voor
Europa wordt hierin geraamd op 80 tot 90 toestellen.
Vergeleken met dit cijfer beschikt Belgie¨ inderdaad over
13% van de capaciteit. Met 7 A400M's wordt dat percen-
tage ook gehaald. Bovendien kan dit toestel volgens
volume, lading en range worden ingezet voor sub-
strategische operaties.
Je laisse aux journaux la responsabilite´ des autres
assertions.
HA 50
COM 253
7
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
Ne disposant pas de l'information sur laquelle vous vous
basez pour pre´tendre que l'estimation de 13% ne corres-
pond pas a` la re´alite´, je ne suis pas en mesure de
formuler un commentaire sur cette dernie`re partie de
votre intervention. Je me limite a` vous expliquer l'origine
de ce chiffre de 13% cite´ a` cette re´union.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Mijnheer de minis-
ter, als ik u goed begrepen heb, heeft men in NAVO-
verband een inschatting gemaakt van de Europese be-
hoefte, met name 80 C-130's en C-160's, en met 7
toestellen halen wij ongeveer 13%. Ik vind het wel
merkwaardig dat de NAVO een Europese raming maakt.
Graag kreeg ik uw geschreven antwoord om het goed
door te nemen.
Ik heb nog een andere vraag, mijnheer de minister. Heeft
de krijgsmacht u ook meegedeeld hoe hoog ons percen-
tage moet zijn om te voldoen aan de EU-behoefte inzake
gevechtsvliegtuigen ? Als men u alleen percenten op-
geeft inzake vrachtvliegtuigen - ik heb het document in de
hand -, blijf ik tot nader order enigszins achterdochtig,
want ik krijg de indruk dat men gerichte informatie aan de
politieke overheden heeft willen doorspelen om de poli-
tieke besluitvorming te bei¨nvloeden.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Pour les avions de combat,
aucun pourcentage n'a e´te´ cite´, ni a` l'OTAN ni a` l'Union
europe´enne.
Il faut bien distinguer deux e´le´ments. Les 13% font l'objet
de discussions au sein de l'OTAN. Quant a` la discussion
au sein de l'Union europe´enne, aucun pourcentage n'a
encore e´te´ cite´ jusqu'a` pre´sent.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Volgens mijn
gegevens zouden er zich een 3 000-tal gevechtsvliegtui-
gen op Europees grondgebied bevinden, inclusief die
van Turkije. Als men dat aantal in het achterhoofd houdt,
zou men gemakkelijk kunnen zeggen dat het niet nodig
en nuttig is...
De voorzitter : Mijnheer Van der Maelen, dit is een
mondelinge vraag. Later kan over deze problematiek
ongetwijfeld nog van gedachten worden gewisseld, maar
nu hebben wij een overvolle agenda.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Mijnheer de voor-
zitter, dit is inderdaad een afwijking van het Reglement. U
hebt collega Leterme echter ruimschoots aan het woord
gelaten bij de eerste vraag. Als ik op deze problematiek
wil doorgaan, neemt u mij het woord af.
De voorzitter : Mijnheer Van der Maelen, u hebt kort het
woord.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Mijnheer de minis-
ter, het blijft mij verbazen dat men inzake gevechtsvlieg-
tuigen geen percentages geeft, terwijl men dat wel doet
voor vrachtvliegtuigen.
De voorzitter : Dat hebt u reeds gezegd.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Ja, maar ik wilde dat
even herhalen. Ik denk dat wij hier bij een cruciaal
probleem zitten : op basis van welke informatie neemt de
politiek beslissingen inzake Defensie ? Als het alleen op
basis is van gegevens die van de krijgsmacht afkomstig
zijn, wil ik hiermee bewijzen dat wij daarmee moeten
opletten.
Le pre´sident : Chers colle`gues, vous savez que j'ai
toujours e´te´ tre`s tole´rant en ce qui concerne le temps de
parole. Mais nous avons aujourd'hui un agenda tre`s
charge´. J'ai chaque fois laisse´ l'occasion a` chacun
d'intervenir et de re´pliquer. Je dois toutefois vous rappe-
ler qu'il ne s'agit pas ici d'interpellations, mais de ques-
tions. Essayons donc de trouver le juste milieu.
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, een deel van het
antwoord hebben wij al gehoord. Toch blijven er een
aantal vragen wat de tactische transportcapaciteit betreft
en de eventuele, of in de kranten vermelde, overdrijving
daarrond. Ik had graag nog iets geweten over de be-
staande en toekomstige behoeften. Werden daarover
met de bondgenoten duidelijke afspraken gemaakt en zo
ja, welke ? Zijn op dit ogenblik, bij de huidige stand van
zaken, de actuele behoeften inzake tactisch luchttrans-
port in Europees verband volledig ingevuld ? Is er nog
sprake van tekort of gebrek aan capaciteit ?
Een laatste en ander element, niet onbelangrijk in de
discussie. Verschillende bronnen maken melding van
toezeggingen uit het verleden voor de aankoop van
twaalf FLA's in plaats van de zeven die nu voorliggen.
Werden er in het kader van de Belgische participatie in
het Airbusproject in het verleden toezeggingen gedaan
inzake het aantal mogelijk te bestellen FLA's ? Welk
statuut hadden deze toezeggingen dan, die dateren van
onder een vorige legislatuur ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident,
M. Van der Maelen compare une se´rie de choses qui ne
sont pas comparables. Au niveau de l'OTAN, il existe, par
exemple, une se´rie d'appareils qui sont toujours comp-
tabilise´s mais qui sont vraiment de vieux appareils. Il faut
donc comparer ce qui peut l'e^tre et ce travail n'est pas
encore fait pour ce qui concerne les avions de combat.
Nous pourrons aller plus en de´tail dans le cadre d'une
interpellation, si vous le souhaitez.
8
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
La question de M. Vanhoutte est lie´e a` celle de M. Van
der Maelen, je ne re´pe´terai donc pas ce qui vient d'e^tre
dit.
Avec les futurs FLA, la capacite´ nationale requise sera
assure´e comme avec les C-130. En ce qui concerne la
mise en place de la capacite´ requise au niveau euro-
pe´en, aucun accord n'existe actuellement avec nos al-
lie´s. En ce moment, l'European Air Group e´tudie l'oppor-
tunite´ de cre´er un commandement de transport ae´rien
europe´en a` l'initiative de la France et de l'Allemagne.
Nous avons sugge´re´ au ministre allemand de la De´fense
la cre´ation d'un Wing de transport europe´en. Ces ide´es
doivent cependant encore mu^rir, il est encore trop to^t
pour arriver a` des accords concrets concernant notam-
ment la quantite´, le type et les proportions par pays.
Quant aux besoins en matie`re de transport ae´rien tacti-
que dans le contexte europe´en, il n'y a actuellement pas
de sous-capacite´. En effet, la France dispose actuelle-
ment de plus de 70 C-160 Transall et de 14 C-130
Hercules. L'Allemagne a plus de 80 C-160 Transall, le
Royaume-Uni a 55 C-130, l'Italie 12 C-130 Hercules et
38 G-222 et en Espagne, il y a 73 C-212 Casa et 12
C-130. L'Europe manque surtout aujourd'hui d'avions de
transport strate´gique.
Aucun engagement n'a e´te´ pris dans le passe´ en ce qui
concerne le nombre de FLA a` commander. Il est vrai que
dans le
request for proposal adresse´ a` Lockheed,
Antonov et AMC, une estimation initiale, sans engage-
ment, de maximum douze avions a e´te´ formule´e. Les
autres pays ont e´galement revu a` la baisse le nombre
d'avions qu'ils avaient annonce´. Pour ce qui nous
concerne, nos calculs nous ame`nent a` avancer le chiffre
de sept.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Koen Bultinck en Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over
de verhuis van het munitie-
depot van Houthulst naar Zutendaal
(nrs. 2165, 2271
en 2272)
Questions orales jointes de MM. Koen Bultinck et
Martial Lahaye au ministre de la De´fense sur
le
de´me´nagement du de´po
^ t de Houthulst a` Zutendaal
(n
os
2165, 2271 et 2272)
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, reeds eerder ondervroeg
ik u, samen met een aantal streekcollega's, over de
mogelijke verhuis van de het munitiedepot van Houthulst,
gelegen in West-Vlaanderen, naar Zutendaal in Limburg.
Op 20 juni 2000 kwam de bevestiging van de reeds lang
circulerende geruchten dat in het kader van een hergroe-
pering van de logistieke eenheden van de landmacht het
munitiedepot van Houthulst zou verhuizen naar Zuten-
daal.
Als gei¨nteresseerde parlementsleden uit de streek kre-
gen wij van uw ministerie een brief, waarin een en ander
wordt bevestigd. De sluiting van Houthulst heeft voor 130
militairen in de streek een aantal sociale en financie¨le
gevolgen. Sommige betrokkenen verhuisden reeds eer-
der vanuit hun eenheid in Duitsland richting Houthulst en
hebben er een nieuw sociaal leven opgebouwd. Zij
worden nu eventueel met een nieuwe verhuis geconfron-
teerd.
Mijnheer de minister, ten eerste, kunt u de betrokken
militairen de garantie bieden dat ze kunnen kiezen voor
een mutatie naar een eenheid in de buurt ? In uw brief
verwijst u naar de mogelijkheden van mutatie naar Ieper,
Lissewege, Lombardsijde of Sijsele. Merkwaardig even-
wel is dat onderaan in uw brief u zeer duidelijk verwijst
naar het specifieke geval van Poelkapelle. Poelkapelle
als ontmantelingsinstallatie behoort niet tot de mogelijk-
heden van mutatie. Toch kan misschien de mogelijkheid
worden onderzocht of de militairen van het munitiedepot
van
Houthulst
niet
kunnen
muteren
naar
de
ontmantelingsinstallatie van Poelkapelle.
Ten tweede, beschikt u over een specifiek plan voor de
sociale begeleiding bij die verhuis ? Sociale en financie¨le
redenen zijn uiteraard onze voornaamste bezorgdheden.
Ten derde, er is sprake van om de vernieuwing en het
onderhoud
van
de
munitie
van
de
Mistral-
luchtdoelraketten in Houthulst te laten. Kunt u ons dit
bevestigen ? Zo ja, hoeveel militairen kunnen op die
manier in Houthulst gestationeerd blijven ?
De heer Martial Lahaye (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij de vragen van de
heer Bultinck over de verhuis van het munitiedepot van
Houthulst naar Zutendaal. Ik heb u terzake al verschil-
lende brieven geschreven, waarop u mij telkens hebt
geantwoord. Ik zal de details hier niet herhalen. Aan de
vragen van de heer Bultinck wens ik het volgende toe te
voegen.
Mijnheer de minister, wat zal er gebeuren met de gebou-
wen, de bestaande infrastructuur en de terreinen van
Houthulst ? Komt er iets in de plaats na de verhuis ?
Zullen andere eenheden in Houthulst worden gestatio-
neerd ?
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, elk personeelslid van de depots die worden
overgeheveld, zal worden geraadpleegd om zijn/haar
desiderata bekend te maken. Vooreerst moet hij/zij de
wens uitdrukken al dan niet naar Zutendaal te worden
HA 50
COM 253
9
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
overgeplaatst. Vervolgens kan de betrokkene drie garni-
zoenen aanduiden volgens zijn voorkeur. Om deze keuze
op correcte wijze te orie¨nteren, zal men in de eenheid
een lijst met de aangeboden mogelijkheden kunnen
raadplegen.
Eerstdaags zullen de personeelsleden een formulier ont-
vangen waarop de keuze en de prioriteiten kunnen
worden aangeduid. Dit formulier vervangt het Model B. Al
de formulieren zullen door de eenheid worden verzameld
en binnen de maand aan de staf van de Landmacht
worden toegezonden. De aanvragen worden geval per
geval onderzocht in samenwerking met de Divisie Logis-
tieke Steun. Een maand later zullen de beheerders van
de staf van de Landmacht de respectieve eenheden
bezoeken om de in aanmerking genomen mutatiekeuzes
persoonlijk bekend te maken. Zo nodig zullen nieuwe
mogelijkheden worden gezocht voor die gevallen waar-
voor geen oplossing kon worden gevonden. Slechts na
deze procedure kunnen de militairen waarvoor geen
bevredigende oplossing werd gevonden, een Model B
voor mutatieaanvraag indienen, eventueel gestaafd met
een sociaal verslag of een medisch attest.
En ce qui concerne Houthulst, le plan de de´me´nagement
pre´voit le transfert de la 950e`me compagnie de munitions
ge´rant le de´po^t, a` l'exception d'un de´tachement de cinq
spe´cialistes qui resteront attache´s a` l'atelier de re´nova-
tion des munitions Mistral.
En ce qui concerne maintenant les ba^timents. Het muni-
tiedepot gelegen in het kwartier Bos van Houthulst en de
ontmantelingsinstallatie gelegen in het kwartier Steen-
straat zullen door de krijgsmacht worden behouden. Een
gedeelte van het munitiedepot dat nog te bepalen is, zou
eventueel kunnen worden vervreemd na een studie door
de huidige gebruikers, namelijk de Landmacht, het Inter-
machten Territoriaal Commando en de Marine. Het kwar-
tier Kapitein de Wouters waarin het administratieve ge-
deelte van de 950ste compagnie munitie is gelegen, zal
in de toekomst worden vervreemd en dit na de volledige
verhuis naar Zutendaal.
Afin de permettre un fonctionnement autonome de l'ins-
tallation de de´mante`lement de Poelkapelle, les fonctions
de certains ba^timents du quartier de Wouters, avec du
personnel en conse´quence, devront e^tre transfe´re´es au
quartier Bos van Houthulst. Il s'agit notamment de la
fonction
horeca.
En ce qui concerne la possibilite´ de transfe´rer les spe´-
cialistes munitionnaires de la 950e`me Compagnie Muni-
tions vers l'installation de de´mante`lement, je vous pro-
pose d'attendre le briefing donne´ tout a` l'heure par
l'Etat-Major du commandement territorial inter-forces lors
de la re´union de ce midi a` laquelle chacun d'entre vous a
e´te´ invite´.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, in eerste orde bedank ik u voor uw antwoord. U
zult begrijpen dat het Vlaams Blok in tweede orde niet zo
gelukkig is met de verhuis uit Houthulst. Daarmee komt
immers de tewerkstelling in de streek in het gedrang. Wij
merken echter dat u de goede richting uitgaat, vermits
zeer veel aandacht zou gaan naar de sociale begeleiding
van die verhuis, zodat het probleem voor de betrokken
militairen op een menswaardige manier wordt opgelost.
De heer Martial Lahaye (VLD) : Mijnheer de minister,
dank u voor uw antwoord. Nog een klein vraagje. Heeft
de minister een idee van het prijskaartje dat aan de
verhuis naar Zutendaal kleeft ? Hebt u enig idee hoeveel
tijd - maanden of jaren - dit in beslag zal nemen ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Je n'ai pas encore une ide´e
tre`s pre´cise a` ce sujet. Fixer des de´lais serait imprudent.
Ce serait attirer les questions, comme le paratonnerre
attire la foudre.
Le pre´sident : Je pense que c'est un sujet sur lequel on
reviendra re´gulie`rement. C'est tout a` fait normal.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte aan
de minister van Landsverdediging over
de militaire
terreinen van Zonhoven en Genk
(nr. 2183)
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre de
la De´fense sur
les terrains militaires de Zonhoven et
Genk
(n° 2183)</b>
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, dit thema sluit aan bij
het vorige. Hier gaat het over Zonhoven en Genk, alwaar
ook een aantal depots aanwezig zijn waarvan een deel
van de inhoud naar Zutendaal zou verhuizen.
De vraag doemt op naar de toekomstige bestemming van
de actuele depots. Overweegt men in de toekomst deze
depots nog verder te behouden en eventueel te her-
bestemmen ? Zullen deze terreinen worden gedesaffec-
teerd ?
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken rond dit
element van het dossier ? Werd reeds een concrete
inventaris opgemaakt om na te gaan op welke termijn
een mogelijke desaffectatie kan worden gerealiseerd ?
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, collega
Vanhoutte, het depot MK 21/2 te Genk en de twee depots
MK 21/1 te Zonhoven-noord en -zuid, zullen door de
10
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
Landmacht ten laatste eind december 2000 volledig
ontruimd zijn. Na de ontruiming zullen deze depots
gedesaffecteerd worden door middel van een proces-
verbaal van overgave aan het ministerie van Financie¨n.
In voorbereiding van een toekomstige vervreemding en
in toepassing van het bodemsaneringsdecreet, werden
op de risicopercelen orie¨nterende bodemonderzoeken
uitgevoerd. De verslagen van deze onderzoeken werden
reeds aan de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor
het Vlaamse Gewest overgezonden. OVAM heeft op 13
april 2000 een beschrijvend bodemonderzoek gevraagd
voor het depot te Genk en het depot Noord te Zonhoven.
De aanwezigheid van asbest en andere schadelijke
stoffen in de gebouwen zal het onderwerp uitmaken van
een specifiek onderzoek.
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de minister, ik dank u voor dit omstandige antwoord,
waarin u ook de problematiek van de bodemvervuiling
hebt aangehaald. Het is belangrijk dergelijke problemen
op voorhand aan te pakken in plaats van achteraf tot
onaangename vaststellingen te moeten komen, wat leidt
tot enorme disputen over het bepalen van de verantwoor-
delijken voor het uitvoeren van dit soort onderzoek.
Dit is de goede aanpak. Het zal een vlotte afwikkeling van
de desaffectatie ten goede komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over
bepaalde verworven
rechten voor het personeel van de Radio Maritieme
Diensten
(nr. 2224)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Landsverdediging)
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
certains droits acquis du personnel des
Services Radio Maritimes
(n° 2224)</span>
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de la De´fense)
De heer Patrick Lansens (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het koninklijk besluit van
3 april 1997 hevelt de Radio Maritieme Diensten, een
onderdeel van Belgacom, over naar het Belgisch Instituut
voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). Naar
verluidt bestaat het plan het personeel van deze diensten
definitief over te hevelen naar het departement van
Landsverdediging. Ik heb vernomen dat deze perso-
neelsleden sinds geruime tijd moeilijkheden ondervinden
om bepaalde verworven rechten te blijven krijgen. Be-
paalde sociale voordelen die hen vroeger werden toege-
kend, worden niet langer uitbetaald. Dit probleem stelt
zich bijzonder scherp in verband met de evaluatiepremie.
Volgens het koninklijk besluit van 4 mei 1998 had deze
premie reeds lang uitgekeerd moeten zijn, meer bepaald
ten laatste samen met de wedde van april. Naar verluidt
speelt het BIPT de bal door naar het departement van
Landsverdediging en vice versa.
Mijnheer de minister, welke plannen hebt u met het
personeel van de Radio Maritieme Diensten ? Zal er
effectief een overheveling naar het departement van
Landsverdediging
plaatsvinden ?
Waarom ?
Onder
welke voorwaarden zal dit gebeuren ? Waarom zijn er
problemen inzake de vroeger verworven sociale voorde-
len ? Waarom is de uitbetaling ervan een probleem ?
Komt hiervoor een oplossing ? Waarom ontvingen de
personeelsleden nog geen evaluatiepremie ? Wanneer
zal deze premie worden uitbetaald ?
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, op 24 februari 2000 heeft de Ministerraad
beslist het wettelijk kader te cree¨ren voor de overplaat-
sing van de personeelsleden van de Radio Maritieme
Diensten van het BIPT naar het departement van Lands-
verdediging. De inspectie van Financie¨n heeft een nega-
tief advies uitgebracht over het eerste voorontwerp van
wet. Op dit ogenblik wordt gewerkt aan een nieuw
voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de over-
plaatsing van sommige personeelsleden van het BIPT
naar het departement van Landsverdediging. Dit vooront-
werp zal voor advies aan de inspectie van Financie¨n
worden toegezonden. Daarna moeten de ministers van
Ambtenarenzaken en van Begroting hun akkoord verle-
nen. Na onderhandelingen met de vakbonden in de
sectorcommissies 8 en 14 wordt het ontwerp van konink-
lijk besluit voor advies aan de Raad van State toegezon-
den.
De overplaatsing van het RMD-personeel naar het de-
partement van Landsverdediging is een logisch gevolg
van de overname door mijn departement van de taken
van de RMD. De personeelsleden die worden overge-
plaatst behouden al hun rechten waarop zij bij het BIPT
aanspraak konden maken overeenkomstig de reglemen-
tering die op hen van toepassing is. Over het geldelijk en
administratief statuut waarin onder meer deze rechten
worden vastgelegd, lopen onderhandelingen met de re-
presentatieve vakbonden. Omdat het RMD-personeel
nog niet is overgeheveld naar mijn departement behoort
een beslissing inzake de toekenning van de evaluatie-
premie tot de bevoegdheden van de minister van Tele-
communicatie, Overheidsbedrijven en Participaties.
J'espe`re, pour le personnel, que ce dossier trouvera
rapidement une solution. Il y a des proce´dures adminis-
tratives et des ne´gociations a` respecter.
HA 50
COM 253
11
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Patrick Lansens (SP) : Mijnheer de voorzitter,
volgens de minister behoort de evaluatiepremie tot de
bevoegdheid van minister Daems. Welnu, ik diende die
vraag in, gericht tot minister Daems, maar zij werd aan de
agenda van deze commissie geplaatst. Dat begrijp ik
bijgevolg niet goed. Ik verwachtte eigenlijk dat minister
Flahaut zou antwoorden namens minister Daems.
De voorzitter : Dat was wellicht een beslissing van de
Conferentie van voorzitters.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Je demanderai a` M. Daems
ou` il en est dans la proce´dure d'e´valuation des membres
du personnel de la radio maritime. Je lui enverrai un
courrier l'invitant a` e^tre attentif au respect de toutes les
proce´dures administratives puisque ces personnes se-
ront transfe´re´es chez moi.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens aan
de minister van Landsverdediging over
de creatie
van extra militaire tewerkstelling in Poelkapelle
(nr. 2225)
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre de
la De´fense sur
la cre´ation d'emplois militaires sup-
ple´mentaires a` Poelkapelle
(n° 2225)</b>
De heer Patrick Lansens (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze vraag leunt aan bij eerder
gestelde vragen in deze commissie.
De verwerking van de oorlogsmunitie in de installatie van
DOVO te Poelkapelle blijkt problematisch te verlopen.
Het rendement is aan de lage kant en de na studie
beoogde capaciteit wordt niet bereikt.
Samen met enkele collega's uit de streek bracht ik
trouwens een bezoek ter plaatse en de generaal wees
erop dat de capaciteit wat kon worden opgedreven mits
in ploegen zou worden gewerkt.
Inmiddels werd beslist om de militaire basis van Zuten-
daal in te nemen en om het personeel van Houthulst naar
daar te verhuizen.
Mijnheer de minister, u beloofde om het personeel te
huisvesten in de onmiddellijk omgeving van Houthulst en
de sociale gevolgen tot een minimum te beperken.
Enerzijds, kan in Poelkapelle het rendement duidelijk
worden verhoogd mits het inschakelen van supplemen-
taire ploegen, en, anderzijds, komt er personeel vrij dat
naar een zinvolle tewerkstelling zoekt.
Is het niet mogelijk, mijnheer de minister, beide dossiers
aan elkaar te koppelen en een gedeelte van het perso-
neel van Houthulst tewerk te stellen in Poelkapelle ? Ik
weet wel dat het, voor bepaalde aangelegenheden, gaat
om gespecialiseerd personeel, maar misschien kan een
aangepaste opleiding worden georganiseerd om dit
eventueel euvel weg te werken.
Mijnheer de minister, bent u bereid deze denkpiste in
verband met personeelsmutatie ernstig te onderzoeken ?
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, collega
Lansens, volgens mij is het een zeer goede denkpiste.
Je renvoie comme tout a` l'heure a` la discussion qui aura
lieu ce midi a` propos de Poelkapelle. Mon souci est, en
tout cas, de travailler avec la plus grande cohe´rence.
Pour Poelkapelle, la volonte´ est d'accroi^tre les effectifs
pour augmenter le travail qui sera fait la`-bas et donc
acce´le´rer le traitement des munitions.
En toute logique, les travailleurs doivent avoir la possibi-
lite´, moyennant une formation, de travailler de l'autre
co^te´. On ne de´place pas les gens pour le plaisir.
On examine toutes ces pistes avec cohe´rence, en ce
compris avec les autres composantes.
De heer Martial Lahaye (VLD) : Mijnheer de minister,
hebt u reeds een beslissing genomen inzake DOVO ? Op
welke manier zal de blauwkruitmunitie worden vernie-
tigd ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : On en parlera a` nouveau ce
midi, je suppose. Je ne suis pas du tout convaincu qu'une
solution soit trouve´e pour ce type particulier de munitions
pour l'instant.
De heer Patrick Lansens (SP) : Misschien is het moge-
lijk met andere landen samen te werken om een oplos-
sing te vinden.
M. Andre´ Flahaut, ministre : J'ai une re´union a` 17h30
aujourd'hui avec les ministres hollandais et luxembour-
geois. On parlera aussi de cette ide´e de l'Agence euro-
pe´enne pour le de´mante`lement des munitions. Et il est
clair que c'est une des questions qui sera pose´e, parce
que les Franc¸ais sont confronte´s aux me^mes proble`mes.
Le pre´sident : Je pense que c'est un proble`me que nous
pourrons encore aborder ce midi.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
de repatrie¨ring
van Britse hooligans met C-130's van de Lucht-
macht
(nr. 2245)
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de
la De´fense sur
le rapatriement de hooligans britan-
niques avec des C-130 de la Force ae´rienne
(n° 2245)</b>
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, tijdens het weekend van
17 en 18 juni werden ongeveer 370 personen met een
twaalftal vluchten naar Groot-Brittannie¨, hun land van
herkomst, teruggevoerd.
In het verleden klonk er steeds kritiek bij uitwijzingen met
C-130-vliegtuigen, uiteraard niet van onzentwege. Zoals
u weet was het een van de punten uit het 70-puntenplan
van het Vlaams Blok.
Mijnheer de minister, wie gaat dit alles betalen ? Hoe is
deze beslissing tot stand gekomen ? Het is toch een vrij
nieuw element van deze regering om op dergelijke
drastische manier mensen uit te wijzen. Was er veel
overleg voor nodig of kon deze beslissing vrij vlot worden
genomen ?
Werden bepaalde problemen vastgesteld of zijn alle
uitwijzingen van een leien dakje verlopen ? Buiten enkele
kleine incidenten heb ik er weinig over vernomen. Hebt u
weet van andere problemen ? Bij een volgende repatrie¨-
ring kunnen deze mankementen eventueel worden bijge-
stuurd.
Het belangrijkste van dit alles is de kostprijs. Ik zou niet
graag zien dat de factuur ten laste zou komen van
Landsverdediging, want dit departement heeft met de
repatrie¨ring niets te maken. Het lijkt mij dan ook logisch
dat iemand anders de factuur ervan betaalt. Wie zal die
factuur betalen en hoeveel bedraagt ze ?
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, de besluitvorming voor het overbrengen van de
hooligans kwam tot stand na overleg tussen het kabinet
van Binnenlandse Zaken en mijn kabinet. De uiteindelijke
beslissing over de overbrengingsmodaliteiten gebeurde
op regeringsniveau.
Er zijn geen noemenswaardige problemen vastgesteld
tijdens de operatie. De kostprijs, die ongeveer 4 miljoen
frank bedraagt, en door Binnenlandse Zaken zal worden
betaald, wordt berekend door de budgetsectie van de
staf van de Luchtmacht.
In de marge kan ik u meedelen dat een vlucht van een
C-130 170 000 frank/uur kost.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, ik verneem dat de factuur door het ministerie
van Binnenlandse Zaken zal worden betaald. Ik zal dit te
gepasten tijde controleren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
het strategisch
plan voor de modernisering van het Belgisch leger
2000-2015
versus
onze
NATO-verbintenissen
(nr. 2246)
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de
la De´fense sur
le plan strate´gique pour la moderni-
sation de l'Arme´e belge 2000-2015 vis-a`-vis de nos
engagements dans le cadre de l'OTAN
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, wij hebben reeds de
gelegenheid gekregen om het strategisch plan in deze
commissie te bespreken. Hoe meer ik het plan lees en
hoe meer ik erover spreek hoe meer het mij duidelijk
wordt dat het hier gaat om een politiek compromis en niet
om een strategisch plan. Dit compromis wordt nog wat
aangevuld met partijpolitieke spelletjes en dito afrekenin-
gen.
Ik heb mij gebogen over het deel Marine van het plan,
waarin ik mij iets meer thuis voel gezien mijn maritiem
verleden. In hoeverre werd terzake overleg gepleegd met
onze NAVO-bondgenoten ? U hebt mij geantwoord dat
alles van een leien dakje zal lopen. Toch lees ik in de
kranten dat u verklaart dat het onderwerp slechts zijde-
lings werd besproken.
Er staan toch een aantal eigenaardigheden in het plan.
Op de bladzijden 18 en 20 staat een overzicht van onze
militaire verbintenissen met de NAVO.
Ik lees op bladzijde 18 dat wij 3 fregatten, 7 mijnenjagers,
4 mijnenvegers, 2 commando- en logistieke steun-
schepen, 3 helikopters en nog wat hulpschepen ter
beschikking van de NAVO stellen. Dat is interessant.
Een beetje verder lees ik dat we voor de Verenigde
Naties ook nog wat in petto hebben. We hebben ons
gee¨ngageerd om 1 commando- en logistiek steunschip,
1 eenheid voor avondcontrole - dat is maar 6 man en dat
zal dus geen probleem zijn -, 1 fregat en 3 mijnenvegers
in te zetten.
Die mijnenvegers liggen mij na aan het hart, mijnheer de
minister, dat weet u. Daarom heb ik ze met veel aandacht
in uw strategisch plan opgezocht. Ik weet dat er een
drietal versies in omloop zijn, maar ik lees hier uit het plan
van 12 mei, waarvan ik aanneem dat het de laatste versie
HA 50
COM 253
13
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Sevenhans
is. Het valt mij vooral op dat wij die mijnenvegers vrij snel
moeten kunnen leveren. In het Rapid Reaction Force is
er sprake van een leveringstermijn van 5 dagen en in de
Main Defense Force heeft men het over een periode van
10 dagen.
Mijnheer de minister, tijdens een weekendje aan zee ben
ik die mijnenvegers gaan bekijken. Volgens dit strate-
gisch plan hebben we 4 mijnenvegers. Ik daag u uit om
met mij te gaan kijken. U zal ze waarschijnlijk ook wel
weten liggen. Er zijn maar 3 mijnenvegers. De Truffaut is
geen mijnenveger meer. Het is een logistiek schip gewor-
den omdat het in het kader van het KMV-project volledig
is omgebouwd. De andere 3 schepen zijn niet meer
zeewaardig, mijnheer de minister. Als wij op papier
durven beweren dat wij er e´e´n binnen de 5 dagen kunnen
leveren, is dat pure fantasie. Die schepen zijn niet meer
operationeel. Ze zijn nog niet gezonken, maar dat gaat
niet lang meer duren. De zijkant is volledig weg-
geschuurd.
Ik vraag mij af hoe wij zoiets op papier durven zetten als
blijkt dat het eigenlijk pure nep is. Ik heb alleen de Marine
kunnen controleren, maar als het plan daar slechts op
fantasie berust, neem ik aan dat het ook voor de andere
machten zo zal zijn.
Mijnheer de minister, in hoeverre heeft dit plan nog enige
waarde ? Als men op zo'n eenvoudige manier kan aan-
tonen dat er gewoon wat prietpraat instaat, vermoed ik
dat u bij het inzetten van dit materiaal bij een eventuele
echte verdediging voor onze NAVO-bondgenoten of voor
onze samenwerking met de Nederlanders, een belab-
berd figuur zult slaan. Ik neem aan dat u niet op de
hoogte bent van de slechte staat van de schepen, maar
het stelt de geloofwaardigheid van uw plan in vraag.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident, cher
colle`gue, l'aperc¸u de nos engagements militaires, en
page 23 du plan strate´gique 2000-2015 dans la version
du 12 mai, est conforme a` l'attribution des Forces arme´es
dans la
Force Table : a different planning questionnaire
1998 - 1999
.
En ce qui concerne les dragueurs de mines de haute
mer, ils ont e´te´ renseigne´s dans la cate´gorie des aug-
mentations de force, avec un de´lai impose´ de remise a`
niveau ope´rationnel d'environ un an.
Pour la Force terrestre et la Force ae´rienne, les moyens
disponibles sont corrects. Mais je n'ai pas la spe´cialite´ de
M. Sevenhans, me^me si je suis moi-me^me aussi issu de
la Marine et je suis tre`s prudent lorsque j'entends ou
j'e´coute les informations qui me sont donne´es durant les
journe´es portes ouvertes, qu'elles soient organise´es a` la
co^te ou n'importe ou` dans le pays.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, wanneer ik een feit aanhaal, dan probeer ik mij
te baseren op eigen vaststellingen. Welnu, ik raad u aan
onze mijnenvegers eens te gaan controleren. Die drijven
nog een beetje, maar als er een zware storm opsteekt,
dan zinken ze, zelfs in de haven. Die kunnen nooit meer
uitvaren, tenzij er ernstig in wordt gei¨nvesteerd, en dan
nog maar pas over een jaar. Het zou volledig onverant-
woord zijn daar nog geld in te steken. Vandaar dat ik erop
aandring dat zulk materiaal in het plan wordt geschrapt,
want dat schaadt de geloofwaardigheid ervan.
Uiteindelijk gaat het toch om een belangrijk engagement,
zeker voor de Marine. Men heeft de mond vol van
samenwerking. Welnu, ik vraag mij af wat onze Neder-
landse collega's daarvan denken. Die beseffen ongetwij-
feld ook dat wij slechts een papieren vloot hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister
van
Landsverdediging
over
de mijn-
bestrijdingscapaciteit van de Marine
(nr. 2247)
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de
la De´fense sur
la capacite´ de la Marine a` lutter
contre les mines
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de regering
besliste plots op 3 en 4 mei om het KMV-programma stop
te zetten, hoewel daarin reeds meer dan 1,1 miljard is
gei¨nvesteerd. Volgens mijn bronnen zou het zelfs op-
lopen tot 1,5 miljard. Als dat waar blijkt, zal ik daar zeker
op terugkomen, want het stoort mij ten zeerste dat men
1,5 miljard zomaar in het water gooit.
In de beginfase van het KMV-programma bestond er bij
Nederland enige interesse om daaraan mee te werken,
maar naderhand beweerde men een betere oplossing te
hebben gevonden. Bij ons bezoek aan Den Helder
konden wij vaststellen dat er zeer goed wordt samenge-
werkt met de Nederlandse Marine. Ik heb toen ook de
kans gekregen om vragen te stellen in verband met de
mijnenvegers. Het blijkt dat de Nederlandse Marine mo-
menteel evenmin over enige mijnenveegcapaciteit be-
schikt. Er liggen alleen nog twee mijnenvegers die men
zo snel mogelijk zal ontmantelen. Men zou de schepen
van de Alkmaar-klasse uitrusten met het nieuwe trojka-
systeem om toch enige mijnenveegcapaciteit te hebben,
maar dat is nog toekomstmuziek. Naar verluidt zou men
dit project echter in de koelkast stoppen, wegens te veel
kosten en zou het KMV-programma toch nog enige kans
maken.
14
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Sevenhans
In Nederlandse parlementaire vragen lees ik dat men
rekening houdt met de mijnenveegcapaciteit van de
Belgen, die slechts een papieren capaciteit is. Erger, voor
de samenwerking met de Admiraal Benelux rekent Ne-
derland op onze toekomstige KMV's. Aangezien die
misschien nooit zullen worden ontwikkeld, hebben niet
alleen wij een probleem, maar ook Nederland en de
NAVO.
Mijnheer de minister, u bent er zich blijkbaar van bewust
dat Belgie¨ mijnenveegcapaciteit moet hebben, zoals u in
een antwoord op een van mijn vorige vragen opmerkte,
en u hebt aan de NAVO laten weten dat u een oplossing
zou zoeken. Hebt u daarmee al enige vooruitgang ge-
boekt ?
Sta mij toe u de volgende suggestie te doen. Is het niet
mogelijk een ernstige studie te laten verrichten om het
KMV-programma, waarin tenslotte 1,5 miljard is gei¨nves-
teerd, opnieuw onder de aandacht van de Nederlanders
te brengen in het kader van de goede samenwerking met
de Admiraal Benelux. De aankoopdienst heeft mij giste-
ren nog onderstreept dat het om een zeer goed vaartuig
gaat. Misschien kunnen wij op die manier een galante
oplossing vinden voor ons probleem dat er uiteindelijk
ook een is van Nederland en de NAVO.
Mijnheer de minister, wat zal er gebeuren met de finan-
cie¨le middelen die waren vrijgemaakt voor de bouw van
KMV's als het project waarvan ik blijf hopen dat het zal
worden gerealiseerd toch niet doorgaat ? Krijgt de Zee-
macht op dat ogenblik meer financie¨le ruimte voor an-
dere projecten of is dat geld voor de Zeemacht gewoon
verloren ? Dit is interessant om weten omdat het voor
2000 reeds over 3,8 miljard frank gaat. Ofwel is er een
engagement, ofwel is er geen engagement. Op interna-
tionaal vlak gaan steeds meer stemmen op voor een
intensere samenwerking op het vlak van Defensie. Mijn-
heer de minister, ik kijk uit naar uw antwoord.
De voorzitter : Mijnheer Sevenhans, collega's, iedereen
kan vragen indienen. Als men wenst dat het onderwerp
op een meer diepgaande manier wordt behandeld, moet
u uw fractievoorzitter vragen er in de Conferentie van
voorzitters op aan te dringen de vraag om te zetten in een
interpellatie.
Les questions concernent l'actualite´ et leurs objets sont
pre´cis. Ou bien nous ne faisons que des questions qui
deviennent des interpellations.
Er moet een onderscheid blijven bestaan tussen vragen
en interpellaties. Dit is veeleer een onderwerp voor een
interpellatie.
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, de Zeemacht deelt me mee dat ze er niet van
op de hoogte is dat de Nederlandse Marine rekening zou
hebben gehouden met de 4 KMV's om hun mijnveeg-
capaciteit te bepalen. De beslissing om het KMV-
programma stop te zetten bei¨nvloedt onze samenwer-
king met Nederland niet.
De staf van de Zeemacht is er evenmin van op de hoogte
dat de Nederlandse Marine zou afstappen van de onbe-
mande mijnenvegersvaartuigen, de
drones. Er is ook
geen indicatie in die richting.
Op dit ogenblik wordt niet overwogen het KMV-project
voort te zetten met de Nederlanders. De Nederlanders
zijn niet gei¨nteresseerd in een deelname aan het KMV-
project.
Met de schrapping van het KMV-project werden de
financie¨le middelen uit de Doelstelling voor Investeringen
voor Defensie en Veiligheid (DIDV) verwijderd om het
geheel financieel haalbaar te houden. De schrapping van
het KMV-project heeft niet geleid tot het vrijkomen van
financie¨le middelen.
La Marine n'a donc rien perdu : c'est l'ensemble du plan
qui a gagne´ vu que ces moyens sont utilise´s pour re´aliser
financie`rement l'ensemble du plan. Il faut travailler de
plus en plus en termes de globalite´ au niveau de l'arme´e.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, u bent meestal de laatste persoon die gei¨nfor-
meerd wordt bij een wijziging bij de Marine of op de
andere niveaus. In Nederland worden er vragen gesteld
naar de voortzetting van het onderzoek naar een nieuw
mijnenveegsysteem, maar u maakt zich daar geen zor-
gen om. U kan dit zelfs op het internet vinden. U kan daar
eveneens op vinden dat de Nederlandse arine rekening
houdt met onze KMV's. Er is namelijk een antwoord
geweest van de staatssecretaris van Defensie aan de
voorzitter van de Vaste Commissie van Defensie in
Nederland over het feit dat Belgie¨ binnenkort KMV's
heeft. Men houdt daar dus wel degelijk rekening met
onze KMV's.
Uit beleefdheid heeft men misschien nog niet gereageerd
omdat het programma nog niet definitief is afgeblazen.
Mijnheer de minister, in het kader van een goed beheer
van onze financie¨le middelen, gericht op een Europese
defensie, zou het wenselijk zijn dat we aan de Nederlan-
ders een serieuze vraag richten. U moet er op tijd bij zijn,
het moet niet altijd eerst in de kranten komen. Er bestaat
een mogelijkheid om tot een samenwerking te komen in
verband met de KMV's.
Mijnheer de minister, u hebt zelf toegegeven dat er
minstens 1,1 miljard frank is gei¨nvesteerd. U kan dat geld
toch niet zomaar weggooien. U gelooft in een Europese
defensie. De Admiraal Benelux is een mooi voorbeeld
van een Europese defensie. De Belgen en de Nederlan-
ders hebben de Europese defensie bijna mee uitgevon-
den. Mijnheer de minister, er wordt wel degelijk rekening
HA 50
COM 253
15
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Sevenhans
gehouden met onze KMV's. Als we ze niet hebben, dan
hebben we een probleem binnen de Admiraal Benelux. Ik
wil ervoor pleiten dat er serieuze contacten komen met
de Nederlanders over het KMV-programma.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Martial Lahaye
aan de minister van Landsverdediging over
de mijn-
bestrijdingsschool
EGUERMIN
te
Oostende
(nr. 2270)
Question orale de M. Martial Lahaye au ministre de la
De´fense
sur
l'e´cole d'EGUERMIN a` Ostende
De heer Martial Lahaye (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de problematiek van Defensie en
de interesse voor mijn arrondissement is zeer bijzonder.
U weet dit door mijn vragen over Poelkapelle en Hout-
hulst. Ik wil nu een vraag stellen over EGUERMIN, de
mijnbestrijdingsschool in Oostende. Die school geniet
een zeer goede reputatie. Er is een zeer goede samen-
werking tussen Belgie¨ en Nederland. Ik vrees echter dat
het nieuwe strategische plan van het leger gevolgen zal
hebben voor de aankoop van fregatten, dat er verande-
ringen komen en dat de toekomst van deze school in het
gevaar komt.
Mijnheer de minister, hebt u in deze zaak al een stand-
punt ingenomen ? Wordt het bestaan van de school
verzekerd voor de toekomst ? Wat zal er gebeuren ? Als
u mij toestaat, wil ik een bijkomende vraag stellen over de
22ste Wing in Koksijde, namelijk de Seaking. Er zijn daar
500 mensen tewerkgesteld. Zullen er ook daar in de
toekomst problemen komen ? Ik vrees dat er met de
besparingen veel grote veranderingen zullen gebeuren.
Ik zou graag zekerheid hebben over mijn arrondissement
en in het bijzonder over Oostende en Koksijde.
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, collega
Lahaye, de mijnbestrijdingsschool EGUERMIN te Oost-
ende blijft in haar huidige vorm behouden, dat is duidelijk.
Er wordt gewerkt aan een uitbreiding tot het Centre of
Excellence. Dit betekent dat ernaar wordt gestreefd om
de expertise op het vlak van de mijnbestrijding te verfij-
nen en uit te dragen in internationaal verband en NAVO-
verband. Daarom worden de mijnenjachtsimulator en de
wargame - tactische toepassing van de mijnbestrijding -
verder opgewaardeerd.
Naast de gei¨ntegreerde samenwerking met Nederland,
wordt een instructeursfunctie op permanente basis inge-
vuld door een officier van de US Navy. Nauwere samen-
werking met de Duitse Marine wordt eveneens overwo-
gen en dit via uitwisseling van instructeurs. Niet alleen
Belgische en Nederlandse militairen worden opgeleid te
Oostende. Jaarlijks nemen gemiddeld een twintigtal lan-
den deel aan tal van internationale cursussen en trai-
ningssessies die bij EGUERMIN plaatsvinden. Dit vormt
een opwaartse trend. Er zijn geen plannen om het
garnizoen Oostende te verlaten.
De heer Martial Lahaye (VLD) : Mijnheer de minister, het
verheugt mij dit van u te mogen vernemen. Ik dank u voor
uw grote bezorgdheid voor Oostende en Koksijde en
voor de zekerheid die u geeft dat beide blijven bestaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De mondelinge vragen nrs. 1954 van de heer Stef Goris
en 2287, 2187 en 2189 van de heer Pieter De Crem
worden naar een latere datum verschoven.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.40 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 11.40 heures.
16
HA 50
COM 253
04-07-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000