B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
COMMISSION DE LA
J
USTICE
VAN
DU
20-06-2000
20-06-2000
HA 50
COM 235
HA 50
COM 235
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 235
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 20 juni 2000
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
-
COM 235
Mondelinge vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over
de toepassing van het nieuwe
snelrecht op de incidenten in de buurt van de Brusselse
Beurs na de Euro 2000-wedstrijden
(nr. 2138)
5
sprekers : Tony Van Parys, Marc Verwilghen, minister
van Justitie
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Justitie over
het oprollen van een bende
illegale Roemeense parkeermeterkrakers in Antwerpen
(nr. 2123)
7
sprekers : Guido Tastenhoye, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Interpellatie van de heer Claude Eerdekens tot de minister
van Justitie over
de staking in de gevangenissen
(nr. 428)
9
sprekers : Claude Eerdekens, voorzitter van de
PS-fractie, Marc Verwilghen, minister van Justitie
Sommaire
Mardi 20 juin 2000
COMMISSION DE LA JUSTICE
-
COM 235
Question orale de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur
l'application de la nouvelle proce´dure acce´-
le´re´e aux incidents aux alentours de la Bourse de Bruxel-
les apre`s les matches de l'Euro 2000
(n° 2138)
5
orateurs : Tony Van Parys, Marc Verwilghen, ministre
de la Justice
Question orale de M. Guido Tastenhoye au ministre de la
Justice sur
le de´mante`lement d'une bande d'illegaux
roumains, braqueurs de parcme`tres a` Anvers
(n° 2123)
7
orateurs : Guido Tastenhoye, Marc Verwilghen, mini-
stre de la Justice
Interpellation de M. Claude Eerdekens au ministre de la
Justice sur
la situation de gre`ve dans les prisons
(n° 428)
9
orateurs : Claude Eerdekens, pre´sident du groupe PS,
Marc Verwilghen, ministre de la Justice
HA 50
COM 235
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 235
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 20 JUIN 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 20 JUNI 2000
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur door de
heer Fred Erdman, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.20 heures par M. Fred
Erdman
, pre´sident.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Aangezien de heer Peter Vanhoutte niet aanwezig is,
wordt zijn mondelinge vraag nr. 2058 niet behandeld.
De mondelinge vraag nr. 2104 van mevrouw Annemie
Van de Casteele wordt naar een latere datum verscho-
ven.
Mondelinge vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over
de toepassing van het
nieuwe snelrecht op de incidenten in de buurt van de
Brusselse Beurs na de Euro 2000-wedstrijden
(nr. 2138)
Question orale de M. Tony Van Parys au ministre de
la Justice sur
l'application de la nouvelle proce´dure
acce´le´re´e aux incidents aux alentours de la Bourse
de Bruxelles apre`s les matches de l'Euro 2000
(n° 2138)</b>
De heer Tony Van Parys (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, er is al heel wat gezegd
en geschreven over de reactie van de politie op de
incidenten die zich hebben voorgedaan naar aanleiding
van verscheidene voetbalwedstrijden in het kader van
Euro 2000. Tot op heden is echter minder gezegd en
geschreven over de justitie¨le reactie op het voetbal-
geweld en op het hooliganisme. Naar aanleiding van de
rellen die zich afspeelden aan de Brusselse Beurs, vooral
na de wedstrijden Belgie¨-Italie¨ en Belgie¨-Zweden, was
het opvallend vast te stellen dat de burgemeester van
Brussel nogal wat kritiek had op het optreden van het
parket van Brussel. Tijdens een van de eerste perscon-
ferenties naar aanleiding van deze rellen gaf burgemees-
ter de Donne´a te kennen dat de politie had gedaan wat
ze kon. Hij zei dat er aanhoudingen hadden plaatsgevon-
den, maar dat er geen justitieel vervolg zou zijn.
Parketmagistraat Van Haecke - die wel eens de voetbal-
magistraat wordt genoemd - heeft daarop gereageerd. In
de media verklaarde hij dat men het parket niet veel kon
verwijten. In de realiteit bleek immers dat het snelrecht
niet kon worden toegepast. De heer Van Haecke noemde
twee problemen bij de toepassing van het snelrecht. Ten
eerste is de drempel te hoog. Deze drempel is bepaald
op misdrijven met een gevangenisstraf van meer dan
1 jaar. Ten tweede is er nauwelijks identificatie van
daders van misdrijven. De politionele activiteit is immers
hoofdzakelijk gericht op de ordehandhaving en veel
minder op de gerechtelijke vaststellingen met het oog op
vervolging. De voetbalmagistraat voegde er bovendien
aan toe dat het snelrecht eigenlijk geen probaat instru-
ment is tegen het voetbalgeweld en het hooliganisme. Hij
meende dat het beter zou zijn om het toepassingsgebied
van de voetbalwet uit te breiden, met name tot alle feiten
die te maken hebben met het voetbalgeweld, ook buiten
de stadia. In plaats van het snelrecht zou men volgens
hem beter zorgen voor administratieve sancties, zoals
die trouwens in de voetbalwet zijn ingeschreven, evenwel
in heel beperkte mate op dit ogenblik. Magistraat Van
Haecke was dus blijkbaar van oordeel dat het snelrecht
niet geschikt is voor deze vormen van criminaliteit.
Ondertussen zijn er ook in het weekend rellen geweest in
Brussel en in Charleroi. Ook vorige nacht waren er rellen.
Uit gegevens die in de media zijn verschenen zouden er
in Brussel en in Charleroi twee of drie toepassingen van
het snelrecht zijn.
Professor Uytendaele, die in de buurt van regeringskrin-
gen wordt gesitueerd, liet zich op RTBF, na de wedstrijd
Engeland-Duitsland, bijzonder smalend uit over het snel-
recht. Ik weet niet of sommige collega's het hebben
gezien. In Franstalige kringen wordt de man een expert
genoemd in aangelegenheden die met criminaliteit en de
bestrijding van de criminaliteit te maken hebben. Hij
wordt in de uitzending in ieder geval op die manier
voorgesteld.
HA 50
COM 235
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Is professor Uyten-
daele een voetbalspecialist ?
De voorzitter : Er bestaat nog zoiets als privacy, mijn-
heer Coveliers.
De heer Tony Van Parys (CVP) : Professor Uytendaele
stelde zichzelf niet alleen als een voetbalspecialist voor
maar heel uitdrukkelijk als specialist in de materie van de
criminaliteit. In die hoedanigheid was hij klaarblijkelijk
aanwezig. Hij drukte zich bijzonder smalend uit over het
snelrecht en verklaarde dat we dat best zo snel mogelijk
opnieuw bekijken en evalueren, want het is zeer de vraag
of dit allemaal wel nodig was.
Een aantal commentaren - onder andere van de burge-
meester van Brussel en voetbalmagistraat Van Haecke -
en de vaststellingen op het terrein geven aanleiding tot
een aantal concrete vragen aan de minister.
Ten eerste, in hoeveel gevallen werd het snelrecht tot nu
toe op hooligans toegepast ?
Ten tweede, is de minister, op basis van de huidige
vaststellingen en ervaringen, van oordeel dat het snel-
recht in de concrete toepassing een efficie¨nt middel is om
tijdens Euro 2000 en in het algemeen het hooliganisme
aan te pakken ?
Ten derde, wat is de reactie van de minister van Justitie
op de uitlatingen van voetbalmagistraat Van Haecke, in
de eerste plaats omtrent de onmogelijkheid het snelrecht
op het hooliganisme toe te passen en in de tweede plaats
op zijn suggestie om in plaats van het snelrecht het
toepassingsgebied van de voetbalwet uit te breiden ? Dit
zou volgens deze magistraat interessanter en efficie¨nter
zijn in de strijd tegen het hooliganisme.
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Van Parys, wat uw eerste vraag betreft, kan ik u
meedelen dat op zaterdag 17 juni 2000 voor het eerst in
Brussel - in het kader van Euro 2000 - werd gebruik-
gemaakt van de procedure op basis van de wet van 28
maart 2000 tot invoering van de onmiddellijke verschij-
ning in strafzaken. De onderzoeksrechter heeft een
aanhoudingsmandaat met het oog op onmiddellijke ver-
schijning afgeleverd. De openbare zitting zal op donder-
dag 22 juni, voor de 52ste kamer van de correctionele
rechtbank te Brussel plaatsvinden. De andere snelrecht-
procedure, bij wet ingevoerd op 11 juni 1994, is toege-
past op een betichte voor wie een vrijheidsberoving niet
noodzakelijk werd geacht.
Is het snelrecht een efficie¨nt middel tijdens Euro 2000 ?
Ik herinner mij de debatten nog zeer levendig. Ik heb
altijd volgehouden dat het snelrecht in een aantal om-
standigheden kan worden toegepast die niet noodzake-
lijk aan voetbalhooliganisme moeten worden gekoppeld.
Men
heeft
destijds
gezegd
dat
het
anders
een
gelegenheidswetgeving zou zijn. Volgens mij heeft het
een breder kader. Toch is het een efficie¨nt middel, al
moeten we de strijd tegen het hooliganisme in het
algemeen durven aan te pakken.
De verstoring van de openbare orde is meestal de eerste
stap naar mogelijke strafrechtelijke gevolgen.
Het departement van Binnenlandse Zaken heeft ge-
vraagd alles te doen wat mogelijk is om de verstoring van
de openbare orde te verhinderen. Dit betekent dat de
politiediensten in de eerste plaats bezig zijn met de
problemen van ordehandhaving en in de tweede plaats
met de gerechtelijke vaststellingen. Dat de politiedien-
sten deze twee taken gelijktijdig moeten uitoefenen zorgt
voor problemen. De ordehandhaving tijdens Euro 2000 is
een topprioriteit. De gerechtelijke instanties zullen
slechts in de tweede plaats hun werk kunnen doen. We
kunnen niet vragen deze twee belangrijke taken met
dezelfde concentratie tegelijkertijd in te vullen. Soms
blijkt dat de gerechtelijke vaststellingen niet altijd vol-
doende zijn om specifieke gerechtelijke maatregelen te
nemen.
Men mag niet over het hoofd zien dat Belgie¨ en de
andere landen hun les hebben getrokken uit de verschil-
lende incidenten die zich hebben voorgedaan naar aan-
leiding van de Mundial in Frankrijk. We hebben op elk
domein specifieke maatregelen genomen in de strijd
tegen het hooliganisme. De samenwerking met de
preventiediensten van het departement van Binnen-
landse Zaken of de gemeenten, de internationale samen-
werking met de gerechtelijke autoriteiten, meer bepaald
met Duitsland - tijdens Euro 2000 is er een Duitse
magistraat aanwezig - hebben tot gevolg dat er tot op
heden minder strafrechtelijke misdrijven werden ge-
pleegd dan op de Mundial. Het is duidelijk dat andere
gerechtelijke middelen niet van toepassing zijn als de
gerechtelijke autoriteiten geen dossier hebben om de
vervolging in te stellen. Het is eveneens duidelijk dat het
snelrecht wordt toegepast als de gerechtelijke dossiers
zijn overgebracht en de voorwaarden voor het openbaar
ministerie vervuld zijn om het snelrecht toe te passen.
Het openbaar ministerie van Charleroi heeft 3 procedu-
res voor onmiddellijke verschijning ingeleid voor feiten
van weerspannigheid tegen een politieagent en voor een
poging van diefstal met geweld van ticketten. Deze feiten
hebben zich vorige zaterdag voorgedaan.
Wat de bemerkingen van de burgemeester en de reactie
van de heer Van Haecke betreft, beklemtoon ik dat het
parket nooit gezegd heeft dat het onmogelijk is het
snelrecht op hooligans toe te passen. Het parket heeft
wel informatie verstrekt over de toepassing van de
nieuwe wet. In deze materie werd opnieuw beklemtoond
dat deze procedure toepasselijk is op feiten waarop een
gevangenisstraf van minimum 1 jaar staat. In geval van
rellen is het zeer moeilijk concrete feiten ten laste van
6
HA 50
COM 235
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Verwilghen
welbepaalde verdachten toe te schrijven. Bovendien
moeten de criteria van de gewone aanhoudings-
mandaten worden gee¨erbiedigd. Dit heeft tot gevolg dat
de procedure van onmiddellijke verschijning moeilijk toe
te passen is op het merendeel van de hooligans. Deze
procedure werd desalniettemin toegepast, conform de
voorwaarden die in de wet zijn vastgelegd. De heer Van
Haecke heeft laten weten dat de politiediensten meer
zorg moeten besteden aan de opstelling van de
processen-verbaal zodat dit materiaal bruikbaar is voor
de gerechtelijke afhandeling. Het openbaar ministerie
heeft de keuze in de panoplie van middelen, waaronder
het snelrecht versie 2000.
De heer Tony Van Parys (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ik dank de minister voor zijn antwoord. Mijnheer de
minister, de toepassing van het snelrecht op het terrein
faalt. Het is gebleken dat men de snelrechtprocedure
slechts tegen een paar individuen heeft kunnen opstar-
ten. Dit staat haaks op de ambities van de regering bij de
voorstelling van het wetsontwerp. Alhoewel ik het met u
eens ben dat het snelrecht een ruimer toepassings-
gebied moet hebben dan alleen het voetbalgeweld en in
de eerste plaats gebruikt moet worden om de straat-
criminaliteit aan te pakken, wens ik u te herinneren aan
de parlementaire behandeling van het snelrecht. Men
heeft alles op alles gezet om het snelrecht tijdens Euro
2000 te kunnen toepassen. Ik stel vast dat men ondanks
de honderden vaststellingen slechts een paar mensen
met het snelrecht kan berechten. Het is, mijns inziens,
evident dat dit vragen oproept. We moeten bij hoog-
dringendheid onderzoeken op welke manier deze proce-
dure kan worden aangepast.
Immers, in de praktijk kan ze niet worden toegepast,
zoals verschillende personen hebben opgemerkt. De
heer de Donne´a steekt bijvoorbeeld niet weg dat dit
aanleiding geeft tot ontmoediging bij de politiediensten.
Vergeten wij evenmin dat de heer Van Haecke duidelijk
de zwakke punten van de wetgeving heeft onderstreept
en dat het college van procureurs-generaal in de rond-
zendbrief heeft verklaard dat de toepassing van de wet
niet hoeft te worden uitgesteld om ze alsnog te evalueren
en aan te passen, zodanig dat men over een efficie¨nt
middel beschikt. Dan zou worden vermeden dat ze op het
terrein niet functioneert, wat we thans moeten vaststel-
len.
Ten slotte, deel ik uw mening, mijnheer de minister,
wanneer u stelt dat de politiediensten in eerste instantie
de openbare orde moeten handhaven. Dit is, mijns
inziens, nochtans niet de goede strategie. Men moet ook
voldoende capaciteit ter beschikking stellen, opdat de
politie ook haar gerechtelijke taken kan uitvoeren. Ik kan
mij niet van de indruk ontdoen dat er terzake een
fundamenteel probleem groeit, dat zich des te scherper
zal laten gevoelen wanneer de politiehervorming wordt
gei¨mplementeerd : er moet voldoende capaciteit aanwe-
zig zijn om de vaststellingen te doen die resulteren in
vervolgingen, anders zullen bepaalde vormen van crimi-
naliteit niet of onvoldoende worden bestraft en zal de
justitie in het gedrang worden gebracht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye aan
de minister van Justitie over
het oprollen van een
bende illegale Roemeense parkeermeterkrakers in
Antwerpen
(nr. 2123)
Question orale de M. Guido Tastenhoye au ministre
de la Justice sur
le de´mante`lement d'une bande
d'illegaux roumains, braqueurs de parcme`tres a` An-
vers
(n° 2123)</b>
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, u zult niet
ontkennen dat de overlast door illegalen in ons land,
meer bepaald in Antwerpen, zeer groot blijft. Nog steeds
lezen en horen wij berichten van illegalen die in de
criminaliteit verzeild geraken en waartegen zeer weinig
wordt opgetreden. De gebeurtenissen van deze week in
Dover hebben nogmaals aangetoond hoe groot het pro-
bleem wel is.
Ik ben verplicht om telkens zowel u, als minister van
Justitie, als de minister van Binnenlandse Zaken te
ondervragen, omdat mijn vragen betrekking hebben op
een gedeelde bevoegdheid. Welnu, als u niet met uw
collega gaat samen zitten om een werkbaar plan uit te
werken, waarmee u naar Europa gaat om het probleem
op Europees vlak aan te pakken, dan zal er nooit een
oplossing worden gevonden. Ik heb al herhaaldelijk aan-
gedrongen bij uw collega van Binnenlandse Zaken om
een reeks harde maatregelen te nemen tegen de men-
sensmokkel. Ik denk in de eerste plaats aan veel scherp-
ere grenscontroles, in de tweede plaats aan zeer hoge
boetes voor de mensensmokkelaars tot gevangenisstraf-
fen toe, het systeem in Groot-Brittannie¨, en in de derde
plaats aan de toepassing van het snelrecht gekoppeld
aan zware gevangenisstraffen zoals in Frankrijk herhaal-
delijk is gebeurd.
Mijnheer de minister, mijn vragen gaan ook ditmaal over
een opzienbarende aangelegenheid die vorige week de
voorpagina van De Gazet van Antwerpen haalde.
(Gelach)
Lach er maar mee.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Ik lach met u omdat u
meent, telkens er iets in de krant verschijnt, hierover hier
het woord te moeten komen voeren.
HA 50
COM 235
7
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : U doet dat
niet ?
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Neen, niet elke keer.
Wij lezen ook de krant, hoor.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : U gaat hier
toch niet bepalen waarover ik het woord mag voeren.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : U zult niet bepalen
wanneer ik mag lachen.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, ik zou dus graag vernemen wat er in dit concrete
geval met die illegalen is gebeurd. Het ging blijkbaar om
Roemenen die in het Antwerpse tussen 1 maart 2000 en
12 juni 2000, de dag van hun arrestatie, in totaal 185
parkeermeters zouden hebben gekraakt, voor een totaal
gecumuleerd verlies van 2,5 miljoen frank.
Mijnheer de minister, zijn de feiten, zoals ze werden
weergegeven in het bewuste artikel van De Gazet van
Antwerpen van 15 juni 2000, correct ? Zo nee, wat was
dan de ware toedracht van de feiten ?
Wat is er met die illegale criminele Roemenen, die op
heterdaad werden betrapt, gebeurd na hun arrestatie
door de Antwerpse politie ? Bleven zij aangehouden of
werden zij, zoals dat altijd helaas al te dikwijls gebeurt,
opnieuw vrijgelaten, misschien zelfs met het bevel om
het land onmiddellijk te verlaten, waardoor zij aan hun
straf zouden ontsnappen ? Hetzelfde is gebeurd met de
razzia op 18 mei 2000, toen 10 pooiers werden opgepakt.
Men heeft het niet beter gevonden om, in plaats van ze
op te sluiten en de rechtsgang te laten plaatsvinden, ze
op een vliegtuig te zetten richting Albanie¨ en Polen, zodat
zij nu misschien al naar Belgie¨ zijn teruggekeerd en hun
criminele activiteiten kunnen voortzetten.
Mijnheer de minister, in uw vorig antwoord had u aange-
kondigd een overleg op te zetten tussen Justitie, de
procureur, de dienst Vreemdelingenzaken en Binnen-
landse Zaken. Hebt u reeds concrete maatregelen geno-
men om deze problematiek krachtdadig aan te pakken ?
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Tastenhoye, om te kunnen antwoorden op de reeks
vragen die u hebt gesteld, heb ik contact genomen met
de procureur des Konings te Antwerpen. Op 16 juni 2000
heeft hij mij het volgende laten weten, waarmee hij
meteen het antwoord formuleert op de door u gestelde
vragen :
De feiten van het dossier kunnen kort worden
weergegeven als volgt. In de periode van 30 maart 2000
tot 12 juni 2000 werden er te Antwerpen meer dan 120
parkeerautomaten opengebroken en werd het geld tel-
kens ontvreemd. De modus operandi van deze feiten
was telkens dezelfde. Op 6 juni 2000 stelden getuigen
vast dat de daders van de feiten zich bevonden in een
gei¨dentificeerd voertuig. Deze wagen werd op 12 juni
2000 door een patrouille van de politie-centrum opge-
merkt terwijl hij geparkeerd stond aan de Rubenslei. De
wagen werd geobserveerd en tegen 3.40 uur in de
ochtend zijn de drie mannen gearresteerd die in de
wagen stapten. Bij het fouilleren van de personen werd
een zeer grote hoeveelheid muntstukken aangetroffen,
wat aantoont dat het wellicht om de daders gaat en in de
wagen bevond zich verfijnd inbrekersmateriaal, wat an-
dermaal een bewijsmiddel is. De drie verdachten ontken-
nen evenwel iets te maken te hebben met het openbre-
ken van de parkeerautomaten, maar dat soort uitvluchten
is al langer gekend.
De drie verdachten werden onmiddellijk gearresteerd en
ter beschikking gesteld van het ambt van de procureur
des Konings. Op 12 juni 2000 heeft de procureur een
onderzoeksrechter gevorderd om over te gaan tot een
gerechtelijk onderzoek en het afleveren van een bevel tot
aanhouding lastens de drie verdachten. Dit is nog de-
zelfde dag gebeurd. In de brief van 16 juni schrijft de
procureur :
Heden verschenen de drie verdachten voor
de raadkamer en hun aanhouding werd gehandhaafd
. In
afwachting van de verdere afloop van de procedure zijn
ze in de gevangenis opgesloten.
De procureur des Konings schrijft verder :
Op dit ogen-
blik heeft mijn ambt geen zicht op eventueel lopende
regularisatieprocedures in hoofde van die personen. Het
gerechtelijk onderzoek wordt uiteraard voortgezet naar
mogelijke linken met andere personen of andere misdrij-
ven.
Wat betreft uw slotvraag kan ik u mededelen dat ik een
bezoek heb gebracht aan de rechtbank van eerste aan-
leg te Antwerpen. Ik heb op dat ogenblik ook contact
gehad met de procureur des Konings. In het actieplan
van de procureur des Konings is de mensenhandel en de
strijd tegen de georganiseerde misdaad een van de
essentie¨le elementen. Ik ben aangenaam verrast dat de
procureur des Konings op het terrein zoveel stappen
heeft ondernomen om in dit dossier een daadwerkelijk
antwoord te kunnen geven aan deze vormen van crimi-
naliteit.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Het kan niet
ontkend worden dat er met de aanstelling van de nieuwe
procureur Van Lijsebeth een nieuwe wind door Antwer-
pen waait. Wij hopen alleen maar dat dit beleid wordt
voortgezet. Het mag zelfs nog opgevoerd worden zodat
deze problematiek van illegalen uit de wereld geholpen
wordt. Zij komen hier namelijk onze wijken onveilig
maken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
8
HA 50
COM 235
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Interpellation de M. Claude Eerdekens au ministre de
la Justice sur
la situation de gre`ve dans les prisons
(n° 428)b>
Interpellatie van de heer Claude Eerdekens tot de
minister van Justitie over
de staking in de gevange-
nissen
(nr. 428)
M. Claude Eerdekens (PS) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, chers colle`gues, nous e´tions
quelques-uns a` nous trouver a` l'e´tranger dans le cadre
d'un de´placement des chefs de groupe quand, en regar-
dant TV5, nous avons appris qu'il y avait de l'e´moi dans
les prisons belges et qu'une gre`ve s'e´tait de´clenche´e a` la
veille de l'Euro 2000.
Lorsqu'on est, comme moi, sensibilise´ a` cette situation
par la pre´sence d'une prison sur le territoire de sa
commune, on souhaite savoir ce qu'il en est de ce
mouvement.
J'ai examine´ une volumineuse revue de presse et j'ai
appris que cette gre`ve e´tait survenue malgre´ un accord
conclu entre votre de´partement, le de´partement des
Finances et celui du Budget et les repre´sentants de
l'administration pe´nitentiaire. Malgre´ cet accord ne´gocie´
durant la nuit, la gre`ve s'est poursuivie dans certains
e´tablissements, comme si l'accord ne pouvait pas satis-
faire la base.
Dans
Vers l'Avenir du 11 juin, on peut lire : Malgre´ un
bon accord, il y a une gre`ve
, dans Le Soir : Trop de
de´tenus et trop peu de gardiens
, dans La Meuse : La
gre`ve a de´ja` commence´
et On a oublie´ les gardiens de
prison
. Et surtout, La Libre Belgique a publie´ le 9 juin
un excellent article expliquant la porte´e de l'accord
survenu lors de la ne´gociation, que cela constitue des
avance´es significatives pour les revendications des re-
pre´sentants du personnel mais qu'il y a malgre´ tout une
sorte de tension. Les gardiens de prison ont le sentiment
d'e^tre un peu oublie´s et ils manifestent leur ras-le-bol.
C'est d'autant plus vrai dans une prison que je connais
bien, celle d'Andenne. Aux proble`mes sociaux s'ajoute
un proble`me d'environnement et de mauvaises odeurs
que de´gage une entreprise dont la Re´gion wallonne
s'obstine a` ne pas assurer la fermeture. C'est ainsi que
les repre´sentants des trois organisations syndicales ont
contacte´ les autorite´s locales et wallonnes pour obtenir
l'arre^t de cette activite´ nuisible. De`s lors que les gardiens
de prison ont de´ja` des proble`mes d'horaires, qu'ils doi-
vent surveiller des de´tenus qui purgent des peines de
longue dure´e, le fait qu'il y ait a` certains moments des
odeurs insupportables est de nature, non seulement a`
e´nerver les de´tenus, mais a` provoquer une mauvaise
humeur au sein du personnel de l'administration pe´niten-
tiaire. S'ajoute donc un proble`me environnemental tout a`
fait exte´rieur a` vos compe´tences, monsieur le ministre,
mais qui a joue´ un ro^le dans le conflit social.
Comment pouvez-vous de´finir le climat actuel puisqu'il y
a un accord et que celui-ci semble satisfaire tout le
monde ? Que peut-on faire dans le cas spe´cifique de la
prison d'Andenne vis-a`-vis de ce proble`me comple´men-
taire d'environnement ? Que comptez-vous faire ?
Que pourrez-vous faire de´but juillet, lorsque seront
connus les re´sultats d'une e´tude de sante´ publique
re´alise´e par l'institut Erasme de l'ULB ? Il ressort des
premiers e´chos qui me reviennent de cette e´tude qu'il y a
danger pour la sante´ des personnes se trouvant a`
proximite´ de cette entreprise. Si vraiment il y avait pour
les de´tenus et pour le personnel un danger a` se trouver
dans les environs d'Ardenne Humus et si celle-ci pour-
suivait ses activite´s, envisagez-vous une intervention
aupre`s du ministre re´gional wallon de l'Environnement en
vue de faire cesser cette exploitation qui ferait courir a` la
population un danger aussi grave que celui que nous
avons connu a` Mellery dans le passe´ ? Dans l'e´tude de
l'ULB, une comparaison sera faite avec Mellery. La
pollution y e´tait importante et seulement 700 personnes
e´taient concerne´es. Dans le cas d'Andenne, 20 000
personnes pourraient e^tre incommode´es, dont les 300
membres de l'administration pe´nitentiaire et les 400
de´tenus.
M. Marc Verwilghen, ministre : Monsieur le pre´sident,
monsieur Eerdekens, votre interpellation concerne prin-
cipalement les tensions sociales qui existent au sein de
nos e´tablissements pe´nitentiaires. Je souhaite avant tout
vous informer que mes collaborateurs ont re´gulie`rement
des contacts informels avec de larges de´le´gations des
organisations syndicales repre´sentatives du secteur.
J'attends non seulement de mes collaborateurs qu'ils
entretiennent ces contacts puisque la re`gle veut qu'une
concertation avec le syndicats ait lieu, mais je de´sire
surtout que cette concertation se re´alise aussi en dehors
des structures officielles de ne´gociations.
Mon objectif est de de´velopper une culture de respect
dans les e´tablissements pe´nitentiaires, notamment a`
l'e´gard de l'agent pe´nitentiaire qui doit s'acquitter d'une
ta^che difficile et peu confortable dans des conditions pour
le moins stressantes.
Lorsqu'en automne 1999, mes collaborateurs ont e´tabli
les premiers contacts avec les organisations syndicales
pre´cite´es, on s'est vite aperc¸u que l'he´ritage du pre´ce´-
dent gouvernement n'e´tait pas des plus positifs. Diffe´ren-
tes plaintes e´taient a` l'ordre du jour. La plus importante
concernait l'arrie´re´ en matie`re de conge´s.
HA 50
COM 235
9
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Verwilghen
Entre-temps, il est apparu que l'arrie´re´ collectif en ma-
tie`re de conge´s, de jours de re´cupe´ration des heures
supple´mentaires et de jours de repos des agents pe´ni-
tentiaires s'e´levait encore a` 126 000 jours a` la fin du mois
de de´cembre 1999. Il ne s'agit donc pas d'un arrie´re´ qui
s'est cre´e´ en quelques mois, soyons clairs a` ce sujet.
Ma conclusion, a` l'e´poque, a e´te´ claire : des solutions
doivent non seulement e^tre trouve´es pour re´sorber aussi
rapidement que possible cet arrie´re´, mais des mesures
structurelles doivent e´galement et me^me peut-e^tre sur-
tout e^tre prises en vue de freiner son de´veloppement et
d'y mettre fin a` l'avenir.
C'est d'ailleurs une des raisons pour laquelle cette gre`ve
a pris l'ampleur qu'elle a connue.
Lorsqu'a` la fin du mois de de´cembre 1999, nous nous
sommes concerte´s de fac¸on informelle a` ce sujet, il a e´te´
communique´ aux organisations syndicales que l'autorite´
leur pre´senterait une proposition concre`te au milieu de
l'anne´e 2000.
J'ai ensuite charge´ mes collaborateurs d'entamer imme´-
diatement des ne´gociations avec les cabinets du Budget
et de la Fonction publique car vous n'e^tes pas sans
savoir que me^me si le ministre de la Justice peut
souhaiter ce qu'il y a de mieux pour ses collaborateurs,
ce sont mes colle`gues du Budget et de la Fonction
publique qui de´cident des moyens.
Au cours de la pe´riode e´coule´e, une concertation conti-
nue a e´te´ mise sur pied entre les cabinets concerne´s
ainsi qu'entre mon cabinet et le syndicat.
Progressivement, une proposition s'est de´gage´e pour
de´boucher, le 7 juin 2000, sur ce que l'on pourrait appeler
un pre´accord portant sur les principes de la poursuite des
ne´gociations.
Je dois constater que les syndicats ont ne´anmoins
organise´ une gre`ve de 24 heures. Je pre´sume qu'ils
voulaient influer davantage sur les discussions finales du
15 juin.
Je ne souhaite pas m'exprimer plus longuement sur ce
point. J'espe`re seulement arriver a` une paix sociale
durable fonde´e sur des solutions qui re´pondent non
seulement aux souhaits actuels des syndicats, mais
aussi aux besoins futurs de l'organisation pe´nitentiaire.
Je vous rappelle les points sur lesquels un accord de
principe a e´te´ obtenu. Vous disposerez ainsi d'un aperc¸u
des revendications mais e´galement des solutions pro-
pose´es.
1. La prolongation sur une base volontaire du re´gime de
36 heures/semaine et ce jusqu'au 31 de´cembre 2001.
Une circulaire au personnel pre´cisera que les demandes
introduites a` ce jour seront satisfaites a` partir du 1er juillet
2000. A titre expe´rimental, dans les e´tablissements pe´-
nitentiaires, les agents pe´nitentiaires sont autorise´s a`
travailler sous le re´gime de 36 heures/semaine. Nous
proposons d'e´tendre ce projet aux agents pe´nitentiaires
stagiaires et d'en pre´voir en me^me temps une prolonga-
tion jusqu'a` la fin de 2001.
2. L'instauration d'un cadre mixte.
L'introduction de ce cadre mixte est e´galement un dos-
sier important pour mon de´partement. Les re´sultats po-
sitifs d'expe´riences mene´es dans les prisons de Bruges
et de Gand de´montrent que la coope´ration entre agents
masculins et fe´minins est parfaitement possible. Cela
offre e´galement aux de´tenus un cadre de vie qui corres-
pond plus a` la socie´te´ libre. Enfin, ce cadre nous donnera
une base de recrutement bien plus large que celle dont
nous disposons actuellement. Il est de plus en plus
difficile, principalement en Flandre, de trouver des can-
didats masculins approprie´s pour cet emploi.
3. La cre´ation d'un cadre technique.
Actuellement, il n'existe aucun cadre technique et les
agents exerc¸ant les fonctions techniques doivent e^tre
recrute´s sur le cadre des surveillants. C'est pourquoi et
ce essentiellement pour pouvoir engager du personnel
qualifie´, la cre´ation d'un cadre technique distinct dote´
d'une structure de carrie`re propre s'imposait.
4. La re´e´valuation de la carrie`re par la cre´ation de gardes
d'assistants pe´nitentiaires et d'assistants techniques en
chef.
L'introduction de ces nouveaux grades ame´liore dans un
certain sens les perspectives de carrie`re tant des agents
pe´nitentiaires que des techniciens.
5. L'instauration d'un diviseur re´aliste, a` savoir 186,5 et
l'inte´gration dans le cadre statutaire de tous les contin-
gents des contractuels acquis sous la forme d'avances.
Cette mesure est la plus importante de toutes les mesu-
res propose´es. Il s'agit de la manie`re dont on de´termine,
par un nombre de postes de travail donne´, combien de
collaborateurs effectifs sont ne´cessaires pour que les
postes soient occupe´s en permanence. Pour connai^tre
ce nombre, il convient tout d'abord de se mettre d'accord
sur le nombre moyen de jours de prestation des agents
pe´nitentiaires. Actuellement, ce nombre est toujours fixe´
a` 198, alors qu'il ressort d'une e´tude interne des e´tablis-
sements pe´nitentiaires que, vu les possibilite´s d'absen-
ces plus e´tendues, ce chiffre ne correspond plus a` la
re´alite´ depuis longtemps.
Le fait que, durant toutes ces anne´es, on n'a pas voulu
prendre conscience de ce proble`me ni s'y attaquer est
incompre´hensible. Dans l'intervalle, il s'est cre´e´ un ar-
10
HA 50
COM 235
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Verwilghen
rie´re´ injustifiable. Au niveau des conge´s, il existe un
accord pour arriver au chiffre re´aliste que je viens de
vous citer. Dans la pratique, cela aura comme re´sultat
une augmentation du nombre d'effectifs, bien entendu.
6. Le paiement sur une base volontaire des jours a`
re´cupe´rer et qui ne sont pas des jours de conge´s de
vacances annuels. L'objectif est toutefois clair : il s'agit
de re´sorber le plus rapidement possible l'arrie´re´ accu-
mule´ par le passe´.
7. La cre´ation d'un contingent spe´cifique d'agents
contractuels qui devra permettre de re´sorber, a` terme, les
arrie´re´s de jours de conge´s de vacances annuels.
C'est la seule fac¸on de re´soudre le proble`me des arrie´re´s
de jours de conge´s de vacances annuels qui ne peuvent
e^tre ou ne seront pas compense´s par paiement.
8. L'instauration d'un contro^le correct de l'absente´isme
pour cause de maladie. Il y a chez les agents pe´nitenti-
aires un taux d'absente´isme e´leve´, a` savoir une
moyenne annuelle de 24 jours par an et par agent. Il est
e´vident que l'organisation pe´nitentiaire devra mettre en
oeuvre une politique moderne en termes de ressources
humaines pour pallier ce proble`me. A cet e´gard, des
plans concrets sont en pre´paration. Cependant, entre-
temps, force est de constater qu'il est souvent impossible
d'effectuer un contro^le sur les absences pour maladie.
Une solution a` ce proble`me sera e´tudie´e en coope´ration
avec le service de sante´ administratif.
9. La rede´finition des conditions d'octroi de la prime de
productivite´ afin de re´aliser l'objectif visant a` stimuler
re´ellement la productivite´.
Nous nous demandons si ladite prime de productivite´
octroye´e par le pre´ce´dent gouvernement donne des
re´sultats. J'ai des doutes a` ce sujet, vu le taux d'absen-
te´isme e´leve´. Nous souhaitons remplacer ces techniques
par un syste`me de valorisation effective de la producti-
vite´. Les syndicats se sont de´ja` de´clare´s d'accord avec
ces propositions, a` l'exclusion de la CGSP en ce qui
concerne le point 9. Je vous fais remarquer que ce point
ne constitue pas une proposition concre`te mais rele`ve du
principe d'une prime de productivite´ efficace afin de
concre´tiser les conditions d'attribution et de pouvoir
amorcer la concertation re´elle. Des donne´es supple´men-
taires doivent encore e^tre rassemble´es.
Pour ce qui concerne la proble´matique d'Andenne, je
puis confirmer que l'e´tablissement est incommode´ par
des nuisances olfactives venant d'une socie´te´ avoisi-
nante. La direction de la prison s'est adresse´e a` vous en
tant que bourgmestre d'Andenne pour signaler le pro-
ble`me. J'ai pris connaissance de la correspondance que
vous avez entretenue avec le directeur de la prison. Dans
votre lettre date´e du 22 mai 2000, vous e´crivez que le
permis d'exploiter accorde´ a` la socie´te´ dispose qu'elle
est tenue de ne causer aucune nuisance olfactive sus-
ceptible de porter atteinte au voisinage. Je cite :
Une
re´cente modification du permis par la de´putation perma-
nente du Conseil provincial de Namur a failli assouplir les
conditions d'exploiter quant aux nuisances olfactives
ge´ne´re´es par la socie´te´. Mais la ville a imme´diatement
introduit un recours suspensif de ces dispositions aupre`s
du ministre qui est appele´ a` statuer
.
J'en de´duis que les instances compe´tentes sont de´ja`
saisies de cette question et qu'une solution durable
pourra e^tre trouve´e.
M. Claude Eerdekens (PS) : Monsieur le pre´sident, je
remercie le ministre de nous avoir pre´cise´ le contenu de
cet accord. Manifestement, il doit encore e^tre
dige´re´ et
compris par toutes les personnes concerne´es par son
application. C'est en tout cas une bonne chose que cet
accord ait pu survenir.
En ce qui concerne les mauvaises odeurs spe´cifiques
que subissent les de´tenus et le personnel de cette prison,
il faut savoir que le 7 juin dernier, le ministre re´gional
compe´tent a statue´ en permettant malheureusement a`
l'entreprise concerne´e de continuer ses activite´s, sans lui
interdire la production de nuisances olfactives, de telle
sorte que la ville va introduire un recours en suspension
et en annulation devant le Conseil d'Etat. Je crains donc
que to^t ou tard une e´meute n'e´clate dans cette prison,
compte tenu des mauvaises odeurs.
Le 30 juin, je disposerai du rapport officiel de l'ULB et je
ne manquerai pas de vous le communiquer. A en croire
ce rapport, les risques de cancer seraient en tout cas
particulie`rement effrayants pour les personnes expose´es
dans le voisinage. Je pense donc qu'il s'imposera au
ministe`re de la Justice de s'associer a` la ville et a`
d'autres pour mettre fin a` cette nuisance insupportable.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 11.00 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.00 uur.
HA 50
COM 235
11
20-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000