B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
F
INANCIE
¨ N
EN DE
B
EGROTING
COMMISSION DES
F
INANCES
ET DU
B
UDGET
VAN
DU
13-06-2000
13-06-2000
HA 50
COM 227
HA 50
COM 227
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 227
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 13 juni 2000
COMMISSIE
VOOR
DE
FINANCIE
¨ N
EN
DE
BEGROTING
-
COM 227
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financie¨n over
de BTW bij nieuwbouw
(nr. 2041)
4
sprekers : Yves Leterme, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan
de
minister
van
Financie¨n
over
de beleggings-
vennootschappen
(nr. 2046)
5
sprekers : Yves Leterme, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Financie¨n over
de verkoop van wapens door
het Bestuur van Domeinen te Luik
(nr. 2066)
6
sprekers : Olivier Chastel, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Sommaire
Mardi 13 juin 2000
COMMISSION
DES
FINANCES
ET
DU
BUDGET
COM 227
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
la TVA perc¸ue pour les nouvelles construc-
tions
(n° 2041)
4
orateurs : Yves Leterme, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
les socie´te´s d'investissement (n° 2046)
5
orateurs : Yves Leterme, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Olivier Chastel au ministre des
Finances sur
la vente d'armes par l'administration des
Domaines a` Lie`ge
(n° 2066)
6
orateurs : Olivier Chastel, Didier Reynders, ministre
des Finances
HA 50
COM 227
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DES FINANCES
ET DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIE¨N
EN DE BEGROTING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 13 JUIN 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 13 JUNI 2000
De vergadering wordt geopend om 10.13 uur door de
heer Aime´ Desimpel, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.13 heures par M. Aime´
Desimpel
, pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financie¨n over
de BTW bij nieuwbouw
(nr. 2041)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
la TVA perc¸ue pour les nouvelles
constructions
(n° 2041)</b>
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik hoop dat de heer de Donne´a niet
in de buurt is, zodat wij vredig onze vragen kunnen
stellen.
Mijn vraag betreft inderdaad de BTW bij nieuwbouw. Bij
lectuur van het verslag van het college van federale
ombudsmannen, meer bepaald bladzijden 186 en 187,
blijkt er zware kritiek te zijn op iets wat al jaren bestaat,
maar wat op steeds meer onbegrip stuit bij de belasting-
plichtigen. Ik heb het over rechtzettingen van BTW op
nieuwbouw. Deze rechtzettingen zijn bijzonder zwak ge-
motiveerd. De administratie vertrekt bij de bepaling van
de rechtzetting van het begrip
normale bouwwaarde.
Dat zou de prijs zijn die kan worden verkregen op het
tijdstip waarop de belasting is verschuldigd en in dezelfde
handelsfase - noem dat de verkoop aan de verbruiker -
onder vrije concurrentie tussen leverancier en afnemer
die van elkaar onafhankelijk zijn. Nu blijkt dat zelfs voor
een belastingplichtige die gewoon alle facturen van aan-
gekochte materialen en verrichte werken voorlegt, het
niet uitgesloten is dat die belastingplichtige extra BTW en
een fiscale boete te beurt valt als blijkt dat het huis meer
waard is dan gedacht, zelfs als men rekening houdt met
het werk dat door de mensen zelf werd gedaan. Proce-
dureel blijkt dan dat, casu quoque, het aan de belasting-
plichtige zelf is om aan te tonen dat de
normale bouw-
waarde
niet hoger ligt dan de prijs die door de
belastingplichtige werd betaald. In de meeste gevallen is
dat bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk. Immers, bij zijn
bepaling van wat door de fiscus als normale bouwwaarde
wordt beschouwd, geeft de fiscale ambtenaar slechts
een zeer beknopte en algemene motivering. Hierdoor
wordt het voor de belastingplichtige onmogelijk om aan te
tonen dat de motivering en de elementen op basis
waarvan men tot een rechtzetting komt en de normale
bouwwaarde vaststelt, zeer weerlegbaar zijn. Ik baseer
mij op het terechte ongenoegen dat wordt geventileerd in
het jaarverslag van de ombudsmannen om u dit pro-
bleem in vraagvorm voor te leggen.
- Voorzitter : de heer Olivier Maingain
Mijnheer de minister, bestaan er plannen in uw admini-
stratie om nieuwe instructies te geven aan uw ambtena-
ren, dit in uitvoering van het jaarverslag van de ombuds-
mannen ? Ik bedoel dan instructies om bij rechtzettingen
van BTW bij nieuwbouw toch iets meer te motiveren. Dit
is een beginsel van behoorlijk bestuur.
In welke gevallen wordt de nog te betalen BTW verhoogd
met een boete ? Hoeveel bedraagt deze boete dan ?
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Leterme, de bepaling van de minimummaatstaf met
betrekking tot werk in de onroerende staat of de oprich-
ting van een nieuw gebouw, berust inderdaad op
appreciatie-elementen die niet worden meegedeeld aan
het publiek in het algemeen. Deze elementen maken een
integrerend deel uit van de administratieve controle-
strategie. Elke belastingplichtige die wordt geconfron-
teerd met deze problematiek, ontvangt alle uitleg die hij
wenst en kan derhalve al zijn opmerkingen overmaken.
Bovendien kan zowel de belastingplichtige als de admi-
nistratie zich beroepen op de procedure van deskundige
schatting indien niet tot een minnelijke regeling van de
bepaling van de minimummaatstaf kon worden gekomen.
Het is misschien mogelijk om andere instructies te geven
inzake een betere motivatie wat de belastingplichtige
betreft.
4
HA 50
COM 227
13-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
Dit geldt echter niet voor het grote publiek in het alge-
meen.
Ik kom tot uw tweede vraag. Wanneer bevonden wordt
dat de BTW over een ontoereikende maatstaf werd
voldaan, wacht de schuldenaar van de aanvullende BTW
op grond van artikel 70, paragraaf 5, van het BTW-
wetboek een administratieve geldboete ter waarde van
die BTW indien het tekort groter of gelijk is aan een
achtste van de maatstaf waarover de BTW werd voldaan.
Die geldboete wordt verminderd volgens de schaal,
vastgesteld in tabel E van de bijlage van het koninklijk
besluit nr. 41 van 30 januari 1987.
Er bestaat een algemeen reglement aangaande de
boete. Ik herhaal, misschien kunnen nieuwe instructies
gegeven worden op basis van het rapport van de om-
budsman, maar dan alleen wat de belastingplichtigen
betreft en niet voor het publiek in het algemeen.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord.
Ik zou natuurlijk liever hebben dat de minister zich niet
beperkt tot de zin
het is misschien mogelijk dat .... Dit
lijkt mij evident als het gaat over een problematiek die in
het jaarverslag van het college van federale ombuds-
mannen op die wijze wordt aangehaald en waar de
belastingplichtigen zich tekort gedaan voelen. Deze me-
thode kan aanvechtbaar zijn. Het is strijdig met de
beginselen van behoorlijk bestuur - motiveringsplicht
enzovoort - dat een eenzijdige bestuurshandeling zoals
deze onvoldoende gemotiveerd wordt.
Mijnheer de minister, wilt u hier de komende weken en
maanden werk van maken ? Uiteraard begrijp ik dat dit in
concrete termen alleen kan gaan over een concreet
dossier, gericht aan de betrokken belastingplichtige,
maar men zou toch iets ruimer mogen zijn dan wat nu
altijd als lapidaire motivering geldt.
Wij gaan die problematiek volgen. Ik denk dat - dat is in
het verleden misschien onvoldoende gebeurd - de Bel-
gische overheid via de normale procedures die open-
staan voor de burger kan gewezen worden op haar
tekortkomingen. Ook zo'n handeling moet gemotiveerd
worden. Dat is nu niet het geval.
Minister Didier Reynders : Mijnheer Leterme, ik heb
gezegd dat het mogelijk is om nieuwe instructies te
geven. Misschien heeft mijn administratie al alle moge-
lijkheden uitgeput. Er zijn veel algemene instructies in
verband met zo'n rapport van de ombudsman. Misschien
is het mogelijk dat mijn administratie een eerste instructie
heeft gegeven in verband met deze problematiek, maar
ik zal dit herzien. Het is misschien mogelijk om een
nieuwe instructie te laten geven door de minister. Het kan
ook zijn dat mijn administratie al het mogelijke gedaan
heeft aangaande het algemene rapport van de ombuds-
man.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de minister, als
die instructies gegeven zijn, zou ik vragen dat de leden
van deze commissie daarvan in kennis zouden worden
gesteld. Mijnheer de voorzitter, het verbaast mij een
beetje dat de minister spreekt in hypothetische termen in
verband met de handelwijze van zijn administratie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister
van
Financie¨n
over
de beleggings-
vennootschappen
(nr. 2046)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances
sur
les socie´te´s d'investissement
(n° 2046)</b>
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer
de
minister,
betaalde
vennootschaps-
belastingen worden behandeld als verworpen uitgaven
van de kant van de vennootschap die ze betaald heeft.
Voor gewone vennootschappen worden die verworpen
uitgaven in principe gecompenseerd door een lagere
reservering. Bij beleggingsvennootschappen is deze
aanpak uiteraard onmogelijk. Wij vrezen daarom dat de
beleggingsvennootschap - bij het boeken van deze post
- op deze verworpen uitgaven nogmaals vennootschaps-
belasting zal moeten betalen. Dat zou strijdig zijn met het
principe van het non bis in idem, dat men geen belasting
op belasting betaalt.
Artikel 143, §1, van de wet van 4 december 1990 is hier
van belang. Dat artikel bepaalt dat de beleggings-
vennootschappen slechts belastbaar zijn op het totaal
van de vergoedingen toegekend voor ontbrekende cou-
pons, zoals vermeld in het WIB. Ook de ontvangen
abnormale of vrijwillige voordelen van de niet als bedrijfs-
kosten aftrekbare uitgaven en kosten, andere dan waar-
deverminderingen en minderwaarden op aandelen, zijn
echter belastbaar. Deze passage vormt een probleem.
Vandaar dat ik u, ook gezien het feit dat de datum van 30
juni stilaan dichterbij komt, deze vrij belangrijke vraag
voorleg.
Mijnheer de minister, heel concreet, moet de door de
beleggingsvennootschap
betaalde
vennootschaps-
belasting volgens u al dan niet onder de verworpen
uitgaven worden opgenomen ? Indien ja, betekent dat
dan niet dat het principe non bis in idem geweld wordt
aangedaan, in de zin dat belasting op belasting wordt
betaald ?
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, zoals
de heer Leterme in zijn vraag terecht aanhaalt wordt de in
artikel 198, 1ste lid, primo, van het wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 bedoelde vennootschaps-
belasting niet als aftrekbare beroepskosten beschouwd.
HA 50
COM 227
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
In toepassing van de uitdrukkelijke bepalingen van artikel
143, §1, van de wet van 4 december 1990 op de
financie¨le transacties en de financie¨le markten moet
volgens
de
huidige
wetgeving
onder
meer
de
vennootschapsbelasting voor de vaststelling van de be-
lastbare grondslag van de in dat artikel opgesomde
beleggingsvennootschappen in aanmerking worden ge-
nomen.
Dat de bedoelde beleggingsvennootschappen volgens u,
mijnheer Leterme, belasting op belasting zouden betalen
is te verklaren door het feit dat die vennootschappen van
een belastingregeling genieten die afwijkt van het ge-
wone stelsel. Dergelijke vennootschappen worden im-
mers niet belast op hun gereserveerde winsten, noch op
hun uitgekeerde dividenden. Het is dus het een of het
ander. Ofwel betaalt men belastingen volgens een alge-
mene regeling, ofwel geniet men van een afwijkend
stelsel, in dit geval voor de beleggingsvennootschappen.
Het is normaal dat een dergelijk stelsel niet alleen
positieve maar ook negatieve aspecten heeft.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw verduidelijkend antwoord dat op het
goede moment komt. In deze maand vraagt men zich
uiteraard af of het bij de invoering van dit systeem de
bedoeling was dat het voordeel van de beleggings-
vennootschappen op fiscaal vlak ten dele zou worden
gecompenseerd door een overtreding van dit principe. U
kunt echter niet anders dan de wil van de wetgever
interpreteren en verduidelijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Aangezien de heer Luc Goutry afwezig is, wordt zijn
mondelinge vraag nr. 2055 niet behandeld.
Question orale de M. Olivier Chastel au ministre des
Finances sur
la vente d'armes par l'administration
des Domaines a` Lie`ge
(n° 2066)</b>
Mondelinge vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Financie¨n over
de verkoop van wapens
door het Bestuur van Domeinen te Luik
(nr. 2066)
M. Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, monsieur le ministre, l'administration des Domaines
de Lie`ge proce´dera demain a` l'ouverture de soumissions
ayant pour objet l'achat d'armes re´serve´es, en principe,
aux armuriers.
M. le ministre pourrait-il me pre´ciser pour quel motif ces
ventes sont organise´es par son administration des Do-
maines, alors qu'elles concernent - selon mes informa-
tions - les besoins du ministe`re de la Justice ? Quant a`
l'objet de cette vente, M. le ministre peut-il nous dire la
provenance et les caracte´ristiques de ces armes ? Plus
pre´cise´ment, n'y aurait-il pas des armes de guerre parmi
les lots concerne´s ? Pourquoi ne sont-elles pas pure-
ment et simplement de´truites ? Existe-t-il une e´tude sur
les cou^ts de la proce´dure actuelle qui, parai^t-il, est
largement subventionne´e par le de´partement de la Jus-
tice, par rapport aux frais d'une destruction pure et
simple ? Proce´der a` la destruction de ces armes ne
constitue-t-il pas le moyen le plus su^r d'en e´viter une
re´utilisation abusive ? Enfin, comment peut-on expliquer
la diminution du nombre d'armes propose´es a` la vente
constate´e entre une premie`re version de la soumission et
l'erratum publie´ ulte´rieurement ?
Le pre´sident : Comme par hasard, tout cela passe par
Lie`ge.
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
remplac¸ais ce matin mon colle`gue des Affaires e´trange`-
res, en voyage a` Damas pour les raisons que vous
connaissez. Mais je ne savais pas que le me^me jour,
j'allais poursuivre sur le me^me sujet en matie`re d'armes.
Je dois pre´ciser a` M. Chastel que c'est l'administration
des Domaines qui, au sein de l'Etat, est charge´e de
vendre les biens du domaine public et prive´. La vente
d'armes du de´partement de la Justice n'est qu'une
application de ce principe ge´ne´ral. L'administration des
Domaines vend e´galement des armes en provenance
d'autres de´partements ministe´riels, celui de la De´fense
excepte´. Ainsi, a` titre d'exemples, les Domaines ont
re´cemment vendu les armes de´classe´es des Douanes et
Accises et vend re´gulie`rement des armes dont se de´font
les muse´es.
L'administration des Domaines, charge´e de la vente
d'armes, est soumise, sans exception, a` la le´gislation
belge en vigueur en matie`re de vente d'armes. Pour ce
type particulier de vente, l'administration des Domaines a
de´signe´ le seul receveur des Domaines a` Lie`ge, qui est
donc spe´cifiquement compe´tent pour cette matie`re.
Le pre´sident : Vous n'y e^tes donc pour rien.
M. Didier Reynders, ministre : Bien entendu. Je ne me
permettrais pas de me lancer dans une telle de´signation.
Toutes les armes destine´es a` e^tre vendues par les
Domaines sont pre´alablement expertise´es a` l'arsenal de
Rocourt, qui est charge´ de de´truire toutes les armes sans
valeur ou prohibe´es.
Un certain nombre de situations peuvent expliquer la
diffe´rence entre le nombre d'armes re´pertorie´es a` l'en-
tre´e des Domaines et l'adjudication. Celles-ci vont de la
simple erreur au transfert d'une arme a` diffe´rentes ins-
tances, comme par exemple l'institut national de crimi-
6
HA 50
COM 227
13-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
nalistique, le muse´e royal de l'arme´e ou d'autres institu-
tions encore, la liste n'e´tant pas exhaustive. De plus, rien
n'interdit au receveur des Domaines a` Lie`ge de pre´fe´rer
une vente au plus offrant, surtout lorsqu'il s'agit d'armes
de collection de valeur importante qu'une vente publique
de´pre´cierait.
L'administration doit se comporter, vis-a`-vis du patri-
moine de l'Etat, au mieux des inte´re^ts de celui-ci, me^me
en matie`re de vente d'armes.
De toute manie`re, toute arme re´pertorie´e dans les regis-
tres du receveur des Domaines rec¸oit une destination
conforme a` la loi en matie`re de vente d'armes (loi du 30
janvier 1991 modifiant la loi du 3 janvier 1933 relative au
commerce des munitions), qui doit pouvoir e^tre contro^-
le´e.
Donc, si vous avez une re´fe´rence pre´cise de diffe´rencia-
tion entre diffe´rents documents a` l'occasion d'une vente
d'armes, on doit pouvoir contro^ler l'origine exacte de la
diffe´rence, que ce soit une erreur ou un transfert a` une
institution. Si vous me faites parvenir les mentions exac-
tes, je vous fournirai e´videmment la re´ponse e´crite sur
cette diffe´rence.
Voila` comment nous de´couvrons ensemble, monsieur le
pre´sident, la manie`re dont le de´partement se charge des
ventes d'armes, a` l'exception de celles e´manant de la
De´fense.
Le pre´sident : Monsieur Chastel, auriez-vous pre´fe´re´
que cela se passe a` Charleroi ?
M. Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Non, pas du tout.
Nous avons de´ja` suffisamment de proble`mes.
Monsieur le pre´sident, je voudrais tout d'abord remercier
le ministre pour sa re´ponse. Cependant, il ne m'a pas
re´pondu en ce qui concerne le cou^t de la proce´dure
actuelle par rapport a` une destruction pure et simple. Il
est vrai que pour poser une question relative au principe
me^me de la proce´dure, je n'aurais peut-e^tre pas du^
m'adresser au ministre des Finances mais pluto^t au
ministre de la Justice.
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
pourrais e´videmment faire proce´der a` cette e´tude, no-
tamment en collaboration avec les responsables du banc
d'e´preuve de Lie`ge qui exercent une responsabilite´ en
cette matie`re.
Mais en ce qui concerne les Domaines, il est certain
qu'une vente d'armes rapporte plus au Tre´sor que leur
destruction. Et a` partir du moment ou` on met aussi en
vente re´gulie`rement des armes de collection, il est cer-
tain que la formule de vente est la seule fac¸on de faire
rentrer des moyens financiers dans les caisses du Tre´-
sor.
Le proble`me serait, bien entendu, diffe´rent si on devait
constater que des armes prohibe´es font l'objet d'une
vente. Dans ce cas, nous contreviendrions a` la re´gle-
mentation.
Cela serait e´galement diffe´rent si la re´glementation e´vo-
luait et nous imposait la destruction syste´matique des
armes. Mais lorsque des armes sont remises aux Domai-
nes, c'est pour que l'on proce`de a` leur vente car un
de´partement souhaite qu'il en soit ainsi. Dans ce cas, la
vente est la meilleure fac¸on de faire rentrer des fonds
dans les caisses du Tre´sor.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Aangezien de heer Peter Vanvelthoven afwezig is, wordt
zijn mondelinge vraag nr. 2074 niet behandeld.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 10.35 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 10.35 uur.
HA 50
COM 227
7
13-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000