B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
COMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES
ET DE L
'A
GRICULTURE
VAN
DU
06-06-2000
06-06-2000
HA 50
COM 223
HA 50
COM 223
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 6 juni 2000
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN, HET WE-
TENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIO-
NALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE IN-
STELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE LANDBOUW
COM 223
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de maatre-
gelen ten gevolge van het regenweer in de Westhoek
(nr. 2013)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Justitie)
3
sprekers : Yves Leterme, Marc Verwilghen, minister
van Justitie
Schorsing
5
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
over
het nucleair afval (nr. 1812)
5
sprekers : Joos Wauters, Olivier Deleuze, staatsse-
cretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
Sommaire
Mardi 6 juin 2000
COMMISSION DE L'E
´ CONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES
MOYENNES
ET
DE
L'AGRICULTURE
COM 223
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les mesures
envisage´es a` la suite du temps pluvieux dans le West-
hoek
(n° 2013)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de la Justice)
3
orateurs : Yves Leterme, Marc Verwilghen, ministre de
la Justice
Suspension
5
Question orale de M. Joos Wauters au secre´taire d'Etat a`
l'Energie et au De´veloppement durable sur
les de´chets
nucle´aires
(n° 1812)
5
orateurs : Joos Wauters, Olivier Deleuze, secre´taire
d'Etat a` l'Energie et au De´veloppement durable
2
HA 50
COM 223
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID,
HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 6 JUIN 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 6 JUNI 2000
De vergadering wordt geopend om 14.06 uur door me-
vrouw Frieda Brepoels, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 14.06 heures par Mme Frieda
Brepoels
, pre´sidente.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de
maatregelen ten gevolge van het regenweer in de
Westhoek
(nr. 2013)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Justitie)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les me-
sures envisage´es a` la suite du temps pluvieux dans
le Westhoek
(n° 2013)</b>
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de la Jus-
tice)
De heer Yves Leterme (CVP) : Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u om hier aanwezig te willen
zijn in de plaats van de minister van Landbouw. Mijn
vraag handelt over de noodtoestand in de Westhoek,
hoewel stilaan ook andere streken in de problemen
geraken. Het uitzonderlijke regenweer van de jongste
weken zorgt ervoor dat het zaaien en het planten van
gewassen aanvankelijk sterk werden vertraagd. De jong-
ste dagen blijkt zelfs dat die werkzaamheden helemaal
niet meer zullen kunnen plaatsvinden voor een aantal
gewassen of percelen. Voor degenen die moeten leven
van de vruchten van hun arbeid op het land vormt dit een
belangrijk probleem. Vele gezinnen zien nu reeds nage-
noeg een halvering van hun jaarinkomen opdoemen.
Vandaar is het normaal dat wij als volksvertegenwoordi-
gers - en ook de regering - trachten te werken aan
oplossingen voor de toestand waarmee dit deel van onze
bevolking buiten haar wil wordt geconfronteerd.
De gevolgen van de ongunstige weersomstandigheden
hebben betrekking op de zaai- en plantactiviteiten voor
alle gewassen zoals grove groenten, bieten, aardappelen
en mai¨s. Er is een probleem inzake het tijdig zaaien en
planten van een aantal teelten, ingevolge Europese
regelgeving. Mijn concrete vraag is of de regering deze
situatie kan erkennen als landbouwramp, overeenkom-
stig de wet van 12 juli 1976. Zo ja, dan nemen wij
daarvan graag acte. Zo neen, op welke wijze kan dit
worden verholpen ? Welke stappen moeten worden on-
dernomen of welke voorwaarden moeten worden vervuld
opdat de wet van 12 juli 1976 in werking zou kunnen
treden ?
Ik zal niet ingaan op het aspect van het tijdig uitzaaien en
planten van een aantal gewassen. Deze materie is
Europees geregeld. Ik weet dat er vanuit de sectoren en
de landbouwcommissies in de streek dienaangaande
onlangs briefwisseling aan de minister is verstuurd. Het is
veeleer de verantwoordelijkheid van de minister, in sa-
menspraak met de Europese instanties, om daaraan een
oplossing
te
bieden. Andere
aspecten,
zoals
de
belastingbarema's, zijn normale mechanismen die in
werking moeten treden. Mijn vraag strekt ertoe de maat-
regelen te kennen die de regering van plan is te nemen
om aan deze uitzonderlijke en schrijnende toestand
deels tegemoet te komen en de mensen die echt in nood
zitten te helpen. Voorlopig doen de problemen zich vooral
voor in de Westhoek, zoals in Diksmuide, Ieper en
Poperinge, maar ook andere streken zouden ervan te
lijden kunnen hebben.
HA 50
COM 223
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Minister Marc Verwilghen : Mevrouw de voorzitter, col-
lega Leterme, degenen die de actualiteit de jongste
dagen hebben gevolgd, zullen de beelden over de situa-
tie die het voorwerp is van uw dubbele vraag, niet zijn
ontgaan.
U vroeg of deze situatie als een landbouwramp kan
worden erkend. Ik zal u het antwoord voorlezen dat mijn
collega Jaak Gabriels, die in het buitenland vertoeft, mij
heeft overgemaakt.
De voorbije weken zijn de klimatologische omstandighe-
den vooral in Vlaanderen zeer ongunstig geweest. Dit
heeft ertoe geleid dat momenteel een aantal teelten nog
steeds niet gezaaid of geplant is en dat op sommige
plaatsen schade is aangericht aan de reeds gezaaide en
uitgeplante teelten.
Als schade wordt vastgesteld, wordt aan de getroffen
landbouwers de raad gegeven zo vlug mogelijk een
beroep te doen op de gemeentelijke commissie tot
vaststelling van schade aan teelten, om zonder dubbel-
zinnigheid de oorzaak van de teistering en de belangrijk-
heid van de schade te kunnen vastleggen. Dat bleek
trouwens ook uit de berichtgeving van gisteren.
De verantwoordelijken van de provinciale bureaus van
het bestuur voor het Landbouwproductiebeheer van het
departement van collega Gabriels, die deel uitmaken van
de bovenvermelde commissies, worden enerzijds aange-
zet om toe te zien op het uitvoeren van de vaststellingen
en anderzijds belast om de minister over die vaststellin-
gen te rapporteren.
Wat de eventuele erkenning als landbouwramp betreft,
kan worden gesteld dat de wet van 12 juli 1976 betref-
fende het herstel van vaststaande schade veroorzaakt
aan private goederen door natuurrampen, slechts in
nauwkeurig bepaalde omstandigheden van toepassing
is.
Ik som de drie omstandigheden op. De algemene schade
moet ten minste 50 miljoen frank bedragen. De gemid-
delde schade per gezinsdossier moet ten minste
225 000 frank bedragen. De betrokken gebeurtenis mag
zich hoogstens eenmaal om de 20 jaar voordoen. Wat
deze laatste voorwaarde betreft, zullen mijn diensten de
nodige gegevens bij het Koninklijk Meteorologisch Insti-
tuut opvragen. Op basis van deze elementen kan met
een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit worden
besloten een rampspoedig feit als landbouwramp te
erkennen. De procedure moet worden gerespecteerd.
U hebt gevraagd welke maatregelen de minister over-
weegt om de getroffen regio ter hulp te komen. Buiten
een eventueel voorstel tot tussenkomst van het Rampen-
fonds, wet van 12 juli 1976, is de vaststelling van schade
door de commissie tot vaststelling van schade aan
teelten belangrijk op diverse andere vlakken. Ik som ze
op : ten eerste, de controle van bijzondere opbrengst-
verliezen bij producenten die genieten van premies voor
bepaalde akkerbouwgewassen, ten tweede, de even-
tuele toekenning van een uitstel van betaling voor LIF-
dossiers en ten slotte de verlening van een vermindering
van de onroerende voorheffing en aftrek van de geleden
bedrijfsverliezen voor de vaststelling van het belastbare
netto bedrijfsinkomen in het kader van de inkomstenbe-
lastingen.
Ik ga wat dieper in op de inkomstenbelastingen. Bij de
vaststelling van de forfaitaire aanslagvoeten voor de
landbouwers en tuinders wordt in elke landbouwstreek
rekening gehouden met de algemene verliezen, inclusief
de opbrengstverminderingen te wijten aan rampspoedige
gebeurtenissen die de landbouwresultaten in de hele
streek bei¨nvloeden. Dit systeem kennen we van de
fiscale aanslagen. Als de schade in de landbouwstreek
niet algemeen is, mag men van de forfaitaire winsten
slechts de uitzonderlijke verliezen aftrekken op voor-
waarde dat deze verliezen niet worden vergoed door een
verzekering of een andere vergoeding. Als de landbou-
wer of tuinder volgens het normale stelsel wordt belast,
houdt men met de opgelopen verliezen rekening via de
vermindering van de opbrengsten of via de verhoging
van de aanvullende uitgaven die het gevolg zijn van deze
verliezen. Men past de principes toe die in het fiscaal
recht algemeen erkend zijn.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mevrouw de voorzitter, ik
neem akte van het antwoord dat de minister heeft
voorgelezen. Kan hij mij een kopie bezorgen ?
Het is belangrijk dat de minister van Landbouw een
verslag opvraagt van het provinciaal bureau van het
bestuur zodat kan worden onderzocht of de door de
gemeenten uitgevoerde vaststellingen voldoen aan de
drie criteria van de wet van 12 juli 1976 om in aanmerking
te komen voor steunverlening in het kader van de kwa-
lificatie als landbouwers.
Wat het laatste criterium - dat de gebeurtenis zich
hoogstens eenmaal om de 20 jaar mag voordoen -
betreft, stellen de sectoren zoals de suikerraffinaderijen
en de groentenverwerkers dat de hoeveelheid neerslag
zeer uitzonderlijk is. Ik hoop dat we dit dossier de
komende weken verder kunnen verdedigen.
Minister Marc Verwilghen : Mevrouw de voorzitter, ik
heb geen bezwaar om een kopie van het antwoord aan
de heer Leterme te bezorgen. Men heeft de informatie bij
het KMI opgevraagd omdat er plaatselijke waarnemingen
bestaan. Deze waarnemingen moeten aantonen of de
Westhoek af te rekenen heeft gekregen met uitzonder-
lijke omstandigheden die zich de voorbije 20 jaar niet
hebben voorgedaan. De situatie die zich in een land-
bouwgebied voordoet, geldt niet noodzakelijk in een
ander landbouwgebied.
4
HA 50
COM 223
06-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering is geschorst.
La se´ance est suspendue.
- De vergadering wordt geschorst om 14.17 uur.
- La se´ance est suspendue a` 14.17 heures.
- De vergadering wordt hervat om 15.35 uur.
- La se´ance est reprise a` 15.35 heures.
- Voorzitter : mevrouw Muriel Gerkens
De vergadering is hervat.
La se´ance est reprise.
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwik-
keling over
het nucleair afval (nr. 1812)
Question orale de M. Joos Wauters au secre´taire
d'Etat a` l'Energie et au De´veloppement durable sur
les de´chets nucle´aires (n° 1812)</b>
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, het
nucleair afval is altijd een geladen onderwerp geweest en
is het ook nog vandaag.
Mijnheer de staatssecretaris, u weet dat het nucleaire
steeds e´e´n van de hoofdthema's van de groenen is
geweest. Vooral het nucleair afval is daarbij nooit aan
onze aandacht ontsnapt. Tijdens de vorige legislatuur
hebben we vooral rond laagradioactief gewerkt, meer
bepaald met betrekking tot de berging en tot de vraag op
welke plaatsen dat afval kon terechtkomen. Dankzij onze
vragen en interpellaties heeft men bepaalde keuzes
gemaakt. Men zou bij de bestaande nucleaire sites
blijven, tenzij een gemeente zich kandidaat zou stellen.
Wij hebben ons toen ook vragen gesteld over het soort
radioactief materiaal dat uit Frankrijk zou terugkomen. Er
was sprake van een SWAP-operatie. Men zou hoog-
radioactief afval ruilen voor laagradioactief afval. Het
hoogradioactief afval zou in Belgie¨ blijven en het laag-
radioactief afval in Frankrijk. We weten dat de opwerking
ook laagradioactief afval veroorzaakt, zij het maar de
handschoenen van de arbeiders. Dat moet ook ergens
worden opgeborgen.
Voor ons is het duidelijk dat men verantwoordelijk is voor
het afval afkomstig uit de eigen productie. Daarom moet
het naar de producent terugkeren. Dat is tot nu toe
eenmaal gebeurd met het transport van hoog- en middel-
hoogradioactief afval vanuit La Hague. Wij hopen dat het
daar voorlopig bij blijft en dat er niet teveel transporten
komen, want voor ons is nog niet alles in orde. Tijdens de
vorige legislatuur hebben we altijd voor accurate cijfer-
gegevens gepleit. Op die manier kunnen we een goed
inzicht in de volumes krijgen en weten we waar en hoe
we moeten stockeren. Een goed inzicht in die cijfers is
noodzakelijk. We hebben toen zelf een studie gemaakt.
Onze cijfers bleken af te wijken van de cijfers die de
toenmalige ministers ons gaven. De grootte van de
volumes werd betwist; ze zouden niet zo groot zijn. Nu de
transporten uit La Hague zijn begonnen, wil ik graag
duidelijkheid krijgen over de grootte van die volumes.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is de stand van zaken
in de opwerking van Belgische brandstof in Frankrijk ?
Welke hoeveelheid opgewerkte brandstof en hoeveel
afvalstoffen moeten nog naar ons land terugkeren ? Wat
is de timing ? Wordt er bij de opwerking laagradioactief
afval geproduceerd ? Moet dat ook terugkomen ? Over
welke hoeveelheden gaat het ? We hebben een belang-
rijk regeerakkoord gesloten, mijnheer de staatssecreta-
ris, maar wat er nu aan de gang is moet er wel inpassen.
Hoe past u dit in het regeerakkoord in ? Tot slot, wat is de
stand van zaken inzake de bijkomende controles van het
hoogradioactief afval, met name het C-afval ?
Staatssecretaris Olivier Deleuze : Mevrouw de voorzit-
ter, ik dank de heer Wauters voor zijn vragen. Ik wens in
ieder geval een volledige transparantie te bereiken in-
zake de gegevens rond de hoeveelheid afval, de datum
van het afvaltransport naar Belgie¨, de manier waarop het
transport zal verlopen, enzovoort. Ik beschik over een
technische uitleg met alle cijfers en de timing inzake het
afvaldossier die 10 bladzijden beslaat. Deze uitleg is
echter niet geschikt als antwoord op een mondelinge
vraag. Ik beschik over 5 kopiee¨n in het Nederlands en in
het Frans die alle inlichtingen aangaande deze materie
bevat. Ik zal daarvan een kleine samenvatting geven.
Mijnheer Wauters, ik zal ook een antwoord geven op uw
vraag over het afval type A die van de opwerkingsopera-
tie afkomstig zou zijn.
In de periode van 1976 tot 1978 werden verschillende
opwerkingscontracten inzake de verwerking van een
totaal van 670 ton splijtstof afgesloten tussen het Bel-
gische bedrijf Synatom en het Franse bedrijf Cogema.
Het laatste transport van splijtstof van Belgie¨ naar La
Hague in Frankrijk in het kader van die contracten heeft
vorig jaar plaatsgevonden. De opwerking van de splijtstof
zal tegen het einde van het jaar 2000 zijn voltooid. Deze
voltooiing werd door de regering na het parlementair
debat in 1993 over de opportuniteit van de opwerking en
het gebruik van MOX-brandstof in de Belgische kerncen-
trales toegestaan. De vorige regering heeft beslist geen
opwerkingscontracten meer te aanvaarden. Deze rege-
ring heeft deze beslissing bevestigd. Er zal dus geen
HA 50
COM 223
5
06-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Deleuze
opwerking meer plaatsvinden na het jaar 2000. Volgens
de huidige planning zullen de laatste hoeveelheden
gerecycleerde splijtstof, die in MOX worden omgezet, in
2003 worden gebruikt. De laatste ladingen MOX worden
dus in 2003 gebruikt.
Er zijn een aantal hoeveelheden afval die naar Belgie¨
moeten terugkeren ingevolge de opwerkingscontracten.
Het gaat over drie types afval die alle tot de categorie
hoog- tot middelhoogradioactief afval behoren. Het eer-
ste type afval bedraagt 75 kubieke meter verglaasd afval.
Volgens de planning moet deze 75 kubieke meter ver-
glaasd afval van 2000 tot 2004 naar Belgie¨ terugkeren.
Het eerste transport vond reeds in april 2000 plaats. Het
tweede type afval bedraagt 150 kubieke meter gecom-
pacteerd afval dat van 2008 tot 2012 naar Belgie¨ zal
terugkomen. Het derde type afval bestaat uit 100 kubieke
meter gebitumeerd afval dat van 2002 tot 2004 naar
Belgie¨ zal terugkeren. Het is natuurlijk geen goede
milieu-oplossing om het afval 300 kilometer van Belgie¨ te
stockeren alsook om het afval niet terug te nemen. Het is
ethisch onaanvaardbaar, ook indien een ander land ons
zo zou behandelen. Deze stelling kan niet worden ver-
dedigd.
De regering heeft beslist dat er zowel niet-destructieve
als destructieve testen zullen worden uitgevoerd op
stalen van het verglaasd afval. Er zullen nu, na het eerste
transport van het verglaasd afval in april 2000, testen
komen. De verdere transporten die ik heb beschreven
zullen worden goedgekeurd overeenkomstig de testen
die zullen worden uitgevoerd.
Ik ben nu in onderhandeling zowel met het SCK als met
het NIRAS om die testen te concipie¨ren.
Bij de opwerking wordt inderdaad afval van categorie A
geproduceerd. Dat is niet nieuw. In het parlementair stuk
nr. 541 van de vergadering 91/92 van de Kamer werd
reeds bevestigd dat er afval van categorie A werd gepro-
duceerd tijdens de opwerking.
De twee eerste opwerkingscontracten, met name de
contracten van 1976, gaan over 40 ton van die splijtstof.
Het akkoord tussen de prive´-partners bepaalt dat het
geproduceerde afval type A eigendom blijft van Cogema.
Het blijft dus in Frankrijk.
Wat de contracten van 1978 betreft, is er echter overeen-
gekomen tussen de prive´-partners om het afval van deze
categorie op basis van een billijke verdeling over de
diverse klanten van Cogema in de vorm van compact
afval terug te bezorgen. Hier is dus sprake van een
swap-operatie.
Op 12 april van dit jaar heb ik de Franse regering
daarover schriftelijk gei¨nformeerd. Als Belgisch staatsse-
cretaris is het niet aan mij om te beoordelen of deze
overeenkomst verenigbaar is met de Franse wetgeving
of het Franse beleid. Mijn rol is de Fransen in kennis te
stellen van alle gegevens waarover ik beschik en die
voortkomen uit een contract tussen prive´-partners.
Voor de hoeveelheden brandstofontladingen uit de reac-
toren boven de genoemde 670 ton bestaan er geen
opwerkingscontracten meer. Het contract afgesloten in
1991 - dus het vijfde contract - tussen Synatom en
Cogema werd opgezegd op verzoek van de vorige
regering. Andere contracten werden niet afgesloten. Men
handelt dus volkomen in het kader van het regeerak-
koord.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
staatssecretaris, het contract van 1978 gaat dus over 630
ton. U zegt dat u de Franse regering op de hoogte hebt
gebracht dat het om een swap-operatie gaat. Kunt u mij
verduidelijken waaruit die swap-operatie precies be-
staat ?
Het verheugt mij te vernemen dat zowel het SCK als het
NIRAS bij de destructieve en niet-destructieve testen
zullen worden betrokken. Dat is belangrijke informatie in
het kader van latere transporten.
Het is duidelijk geworden dat Cogema eigenaar is en blijft
van de 40 ton laagradioactief afval van het type A van de
contracten van 1976.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is het contract-swap
van 1978 ?
Staatssecretaris Olivier Deleuze : Ik heb de Franse
regering schriftelijk op de hoogte gesteld enerzijds van
het contract van 1976 dat bepaalt dat het afval van type
A eigendom blijft van Cogema en anderzijds van het
contract 1978-swap. Een swap is een e´change. Splijtstof
die werd opgewerkt veroorzaakt afvaltype A. Dit afvaltype
bevat radioactiviteit. In plaats van dit afval naar Belgie¨ te
brengen, komt een andere afval, een gecompacteerd
afval met dezelfde radioactiviteit. Er komen drie soorten
afval terug : verglaasd, gecompacteerd en gebitumeerd.
Een deel van het gecompacteerd afval heeft dezelfde
radioactiviteit als het afvaltype A. Een swap is een
uitwisseling van afval met dezelfde radioactiviteit. De
verdelingsmethode wordt gecontroleerd door de betrok-
kenen.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
staatssecretaris, in de vorige regeerperiode heb ik voort-
durend vragen gesteld over deze swapproblematiek. De
Franse milieubeweging en Greenpeace hebben hiervoor
6
HA 50
COM 223
06-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
gewaarschuwd. Men heeft me bezworen dat het niet
allemaal zo koosjer is. Ik zal de documenten bestuderen.
De groenen zullen zich moeten bezinnen over de aanpak
van de problematiek in de toekomst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.50 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 15.50 heures.
HA 50
COM 223
7
06-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000