B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE
VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
COMMISSION
DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
VAN
DU
30-05-2000
30-05-2000
HA 50
COM 215
HA 50
COM 215
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 30 mei 2000
COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKIN-
GEN - COM 215
Mondelinge vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan
de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over
de schuldverlichting voor de armste ontwikkelingslanden
(nr. 1879)
3
sprekers : Dirk Van der Maelen, voorzitter van de
SP-fractie, Eddy Boutmans, staatssecretaris voor Ont-
wikkelingssamenwerking,
Mark
Eyskens,
Erik
Derycke
Samengevoegde mondelinge vragen van de heer Jef
Valkeniers aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssa-
menwerking over
de verdeling van de opbrengst van de
11.11.11-campagne
(nrs. 1945 en 1947)
5
sprekers : Jef Valkeniers, Eddy Boutmans, staatsse-
cretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Mondelinge vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over
het Internationaal Huis (nr. 1946)
sprekers : Jef Valkeniers, Eddy Boutmans, staatsse-
cretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Sommaire
Mardi 30 mai 2000
COMMISSION
DES
RELATIONS
EXTE
´ RIEURES
COM 215
Question orale de M. Dirk Van der Maelen au secre´taire
d'Etat
a`
la
Coope´ration
au
de´veloppement
sur
l'alle´gement de la dette des pays les moins avance´s
(n° 1879)
3
orateurs : Dirk Van der Maelen, pre´sident du groupe
SP, Eddy Boutmans, secre´taire d'Etat a` la Coope´ration
au de´veloppement, Mark Eyskens, Erik Derycke
Questions orales jointes de M. Jef Valkeniers au secre´-
taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement sur
la
re´partition du produit de la campagne 11.11.11
(n
os
1945
et 1947)
5
orateurs : Jef Valkeniers, Eddy Boutmans, secre´taire
d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement
Question orale de M. Jef Valkeniers au secre´taire d'Etat a`
la Coope´ration au de´veloppement sur
la Maison interna-
tionale
(n° 1946)
orateurs : Jef Valkeniers, Eddy Boutmans, secre´taire
d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement
2
HA 50
COM 215
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION
DES RELATIONS EXTE´RIEURES
COMMISSIE
VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 30 MAI 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 30 MEI 2000
De vergadering wordt geopend om 14.38 uur door de
heer Jacques Lefevre, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 14.38 heures par M. Jacques
Lefevre, pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Dirk Van der Maelen
aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamen-
werking over
de schuldverlichting voor de armste
ontwikkelingslanden
(nr. 1879)
Question orale de M. Dirk Van der Maelen au secre´-
taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement sur
l'alle´gement de la dette des pays les moins avan-
ce´s
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, ik zal kort
zijn in mijn vraagstelling omdat ik uiteraard meer gei¨nte-
resseerd ben in het antwoord. Het laatste jaar heb ik een
hele reeks initiatieven zien en horen nemen met betrek-
king tot schuldverlichting, onder andere door de G8, het
IMF en de Wereldbank in september 1999. Zelfs in ons
eigen regeerakkoord staat dat een bedrag van 800 mil-
joen Belgische frank vastgelegd wordt voor schuld-
kwijtschelding.
Mijnheer de staatssecretaris, ik moet eerlijk bekennen
dat ik op dit ogenblik niet bij machte ben om na te gaan
wat Belgie¨ op dit vlak reeds gedaan heeft. Mijn vraag is
informatief van aard. Kunt u mij zeggen welke inspannin-
gen Belgie¨ in bilateraal en multilateraal verband geleverd
heeft met betrekking tot de schuldverlichting ?
Het tweede deel van mijn vraag is blijkbaar niet geformu-
leerd. Als het vandaag niet kan, dan zou ik op een later
moment graag met u een discussie hebben over de
voorwaarden - en dat komt misschien straks aan bod als
we over Congo spreken. die in Belgie¨ vervuld moeten zijn
om
over
te
gaan
tot
schuldherschikking
of
-kwijtschelding ? Wat is uw beleid in dit opzicht ? Ik zou
ook graag met u van gedachten wisselen over hoe u
schuldverlichting als een instrument kan gebruiken om
aan ontwikkeling in het Zuiden te doen. Ik wil het hebben
over SWAP's, tegenwaardefondsen, budgethulp, enzo-
voort. Het lijkt mij heel belangrijk als we op een later
moment daarover met elkaar van gedachten kunnen
wisselen. Vandaag gaat mijn vraag alleen over wat
Belgie¨ tot op heden gedaan heeft inzake schuld-
verlichting.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, ik zou het antwoord op de vraag van de
heer Van der Maelen als volgt willen formuleren.
Ten aanzien van een aantal landen, die zeer diep in de
schuld zitten en voor wie het bijna een onmogelijkheid
wordt om normaal aan ontwikkeling te werken, kan het
kwijtschelden van de schulden een belangrijke bijdrage
zijn aan de verbetering van de situatie van die landen.
We moeten twee belangrijke valkuilen vermijden. Ten
eerste zijn er vormen van schuldverlichting die eigenlijk
boekhoudkundige operaties zijn. Deze operaties zijn niet
verkeerd, maar het helpt een land niet vooruit als men
een schuld voor 80 of 85% schrapt als die door het land
in kwestie fundamenteel niet kan worden opgebracht.
Daardoor vermindert men de ree¨le terugbetaling van wat
nog betaald wordt niet. Dat is het eerste probleem dat we
moeten vermijden. Schuldverlichting moet in principe
gaan
over
volledige
of
bijna
volledige
schuld-
kwijtschelding, althans ten aanzien van een aantal lan-
den.
Ten tweede is schuldkwijtschelding of -verlichting een
vorm van verbetering van de situatie van het partnerland
die op zich niet noodzakelijk beter of slechter is dan
andere vormen van bijstand. Als het een keuze is tussen
verschillende vormen van bijstand, dan is voor mij
schuldkwijtschelding of -verlichting een van de mogelijk-
heden naast programmahulp, budgethulp, projecten,
NGO's of universiteiten. Dat zijn allemaal bijdragen tot de
situatie van het land en schuldverlichting is daar ook e´e´n
van.
HA 50
COM 215
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Eddy Boutmans
Als we willen aansluiten bij de cri de coeur die ons vanuit
de samenleving en een aantal ontwikkelingslanden be-
reikt om in het kader van het bijbelse jaar 2000 een
fundamentele verbetering te brengen in de situatie van
de betrokken landen, moet men met supplementaire
middelen werken, die niet uit de normale budgetten van
ontwikkelingssamenwerking komen. Anders heeft men te
maken met een verschuiving van de ene vorm van
ontwikkelingshulp naar een andere vorm van ontwikke-
lingshulp. Daarom hebben wij bij de vorige begrotings-
besprekingen voor de begroting 2000 beslist om, naast
de verhoging van het budget van 1,8 miljard frank voor de
ontwikkelingssamenwerking, via het ministerie van Fi-
nancie¨n een supplementaire toelage van 800 miljoen
frank uit te trekken. Wij hebben, over de besteding van
deze toelagen en over de houding van Belgie¨ inzake de
multilaterale en internationale kwesties ten aanzien van
schuldkwijtschelding, nog geen definitieve positie inge-
nomen, dus ook geen nog geen definitieve beslissing
genomen. Wij moeten trachten een transparantie te
cree¨ren inzake de schuldvorderingen. De eerste vraag
die moet worden beantwoord is op welke landen de
schuldvorderingen van toepassing is en van welke aard
ze zijn. Wat is de positie van Belgie¨ ? Op welke landen
hebben wij bijvoorbeeld nog grote schuldvorderingen ?
Ee´n van de ideee¨n ten tijde van de overstromingen in
Mozambique was de mogelijkheid om een bilaterale
schuldkwijtschelding toe te passen. Dat bleek echter
reeds een aantal jaren geleden te zijn gebeurd. Belgie¨
heeft bijna geen multilaterale schuldvordering meer op
Mozambique.
Wij hebben in de maand maart aan de ministers Reyn-
ders en Vande Lanotte en aan de Nationale Delcredere-
dienst een overleg voorgesteld over de schulden-
problematiek. Dat werd in de Ministerraad beslist. Een
eerste vergadering heeft op 28 april 2000 plaatsgevon-
den door de vertegenwoordigers van de verschillende
betrokken departementen, met name van de departe-
menten Financie¨n, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse
Handel, Begroting en Ontwikkelingssamenwerking. Wij
hebben dan ook besloten om correct en transparant
cijfermateriaal in te zamelen dat op een volgende bijeen-
komst in de loop van de maand juni zal worden overlo-
pen.
Dan moeten er twee stappen worden gezet. Ten eerste
moet men nagaan hoe men de 800 miljoen frank binnen
het geheel aan cijfermateriaal en schulden zal gaan
gebruiken zodat een realistische operatie wordt opge-
start die voldoet aan de eerder genoemde criteria. Ten
tweede is er ondertussen veel beweging in het multila-
terale schuldkwijtscheldingsdossier. De landen Frankrijk,
Groot-Brittannie¨, de Verenigde Staten, hebben allemaal
welluidende verklaringen afgelegd maar ik heb de indruk
dat dit in de praktijk nog niet tot veel conclusies of ree¨le
vooruitgang heeft geleid. Dit moet allemaal worden on-
derzocht om te weten hoe Belgie¨ enige invloed kan
uitoefenen en zich eventueel in de operatie kan inscha-
kelen. Op dit ogenblik werden dus nog geen concrete
beslissingen genomen maar worden zorgvuldige voorbe-
reidingen getroffen om een goede beslissing te nemen.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, ik vind dat
beslissingen goed moeten worden voorbereid en dat
men daarvoor de tijd moet nemen. Wij hebben echter net
als andere landen van de schuldkwijtschelding een van
de nieuwe speerpunten van het beleid gemaakt. Het
verwondert mij dan ook dat de regering tot op vandaag
nog niets heeft gedaan op dat vlak. Mijnheer de staats-
secretaris, ik wil u aansporen om zo snel mogelijk iets te
doen. U kunt zeker op de steun van onze fractie in de
Kamer rekenen. Wij zijn zelf ook schuldig aan wat wij de
anderen zoals Frankrijk, Groot-Brittannie¨ en de Vere-
nigde Staten verwijten. Wij hebben zelf ook nog niets
gedaan. Ik wil u dan ook aansporen om op dit vlak tot
actie over te gaan. U zult de SP-fractie daarbij aan uw
zijde vinden.
De heer Mark Eyskens (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik heb een bijkomende vraag voor de staats-
secretaris. Als de staatssecretaris zegt dat het kwijtschel-
den van schulden aan ontwikkelingslanden die ze toch
niet kunnen terugbetalen in grote mate een boekhoud-
kundige constructie is, dan kan ik hem daarin volgen wat
de debiteur betreft. We moeten echter ook eens kijken
naar de crediteur, voornamelijk als het gaat om commer-
cie¨le en private schulden. Voor leningen van staat tot
staat ligt dit natuurlijk anders. Zodra het gaat om
investeringskredieten en andere kredieten op commer-
cie¨le basis die niet kunnen worden terugbetaald en die op
basis van internationale of bilaterale overeenkomsten
worden kwijtgescholden, dan wordt wat eerst een vorde-
ring was op de balans van de financie¨le instelling en zich
dus aan de zijde van de activa bevond nu een verlies. Als
het een termijnoperatie is, stelt zich het probleem van het
aanleggen van reserves en het afschrijven ervan. Dat
heeft verstrekkende financie¨le gevolgen. Ik wil de staats-
secretaris dan ook vragen of men in het kader van een
constructieve kwijtschelding van grote schulden, uiter-
aard onder bepaalde voorwaarden, in de landen van de
Europese Unie niet moet denken aan systemen waarbij
het afschrijven en aanleggen van reserves door particu-
liere financie¨le instellingen gemakkelijker wordt gemaakt,
met name op fiscaal vlak. Dit is een oude claim. Toen ik
in de jaren '70 minister van Ontwikkelingszaken was,
vormde dit reeds een punt aan de agenda. Dit is nog
steeds niet geregeld. Het zou de zaak nochtans aanmer-
kelijk vereenvoudigen als men op Europees niveau tot
een regeling kon komen die het voor private crediteuren
gemakkelijker zou maken om die schulden kwijt te schel-
den.
4
HA 50
COM 215
30-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, ik sluit mij aan bij wat de heer Van der
Maelen zei over de wenselijkheid om snel tot actie over te
gaan. Het is onze bedoeling om alleszins voor het
zomerreces met een nota naar de Ministerraad te kunnen
gaan. Zo lang er geen klaarheid is over wat er op
internationaal vlak gebeurt, is het echter moeilijk om
stelling te nemen. Men kan trachten impulsen te geven
maar de precieze inhoud van de beslissingen zou wel
eens kunnen afhangen van de internationale situatie.
Ik stel vast dat er een zeer oude overeenkomst loopt die
binnenkort moet worden herzien. Door deze overeen-
komst neemt Ontwikkelingssamenwerking voor 550 mil-
joen frank per jaar schuldvorderingen en garanties over
van de Delcrederedienst.
Daarnaast stel ik vast dat het aandeel van de ontwikke-
lingshulp in het bruto nationaal product vorig jaar aan-
zienlijk is gedaald. Het probleem is echter niet zo zeer te
wijten aan het budget van het departement Ontwikke-
lingshulp maar wel aan het departement Financie¨n. Wij
hangen af van het ministerie van Financie¨n en u weet dat
de minister van Financie¨n ook nog andere prioriteiten
heeft.
De suggestie van de heer Eyskens is volgens mij niet
slecht maar ook dat is een aangelegenheid die mijn
bevoegdheid ver te buiten gaat. Het Franse voorzitter-
schap van de Europese Unie is van plan de schuld-
kwijtschelding tot een hoofdthema te maken.
De heer Erik Derycke (SP) : Mijnheer de voorzitter, ik
denk dat de staatssecretaris gelijk heeft wanneer hij zegt
dat een van de grote problemen is dat schuld-
kwijtschelding niet alleen een boekhoudkundige verrich-
ting is. Er bestaan middelen om dit te controleren. De
OESO had daarop een klare kijk.
Ik zou ook de aandacht willen vragen voor een tweede
internationaal debat dat momenteel plaatsvindt en dat
een oplossing kan bieden voor de manier waarop schuld-
kwijtscheldingen nog dit jaar kunnen worden afgehan-
deld op het departement voor Ontwikkelingssamenwer-
king. Recente studies van UNDP tonen aan dat men zeer
omzichtig moet omgaan met schuldkwijtscheldingen in
geval van effectieve terugbetalingen die niet moeten
worden terugbetaald als het gaat om een politiek regime
dat zijn politiek wil wijzigen. Dat is de hamvraag.
Met andere woorden, stel u voor dat de Belgische
regering iets zou kunnen doen op het vlak van Congo.
Het
verleden
leert
ons
dat
dergelijke
schuld-
kwijtscheldingen - zelfs al bestaan ze uit een feitelijke
verlichting van wat moet worden betaald - eigenlijk geen
nut hebben indien ze niet in een receptief politiek milieu
vallen dat kan garanderen dat het geld dat niet moet
worden terugbetaald nuttig wordt besteed voor de ont-
wikkeling. Dat is een nieuw element waarvan ik hoop dat
u er rekening mee zult houden en dan vooral als het gaat
om Centraal-Afrika.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, ik denk dat de heer Derycke gelijk heeft en ik zou
daaraan willen toevoegen dat budgethulp of schuld-
kwijtschelding aan landen in oorlogstoestanden zeer
delicate operaties zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heer Jef
Valkeniers aan de staatssecretaris voor Ontwikke-
lingssamenwerking over
de verdeling van de op-
brengst van de 11.11.11-campagne
(nrs. 1945 en
1947)
Questions orales jointes de M. Jef Valkeniers au
secre´taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement
sur
la re´partition du produit de la campagne
11.11.11
(n
os
1945 et 1947)
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, collega's, de opbrengst van
de 11.11.11-campagne gaat naar het NCOS en van de
ongeveer 180 miljoen frank opgehaalde gelden wordt
ongeveer 75 miljoen frank verdeeld tussen de NGO's die
een dossier indienen. Het geld wordt verdeeld op basis
van 7 thema's : strategisch beleid Zuidwerking, strate-
gisch beleid Noordwerking, impact in het Zuiden, impact
in het Noorden, inbreng in de koepel en de beweging,
inspanningen tot kwaliteitsverbetering en capaciteit om
een strategisch beleid uit te voeren, waarna nog de
mogelijkheid bestaat om een aantal bonuspunten te
krijgen. Dit wil zeggen dat de grote NGO's zeer veel
krijgen en de kleine NGO's veel minder, hoewel zij het
geld het meest nodig hebben voor hun eigen inbreng, te
meer daar dit geld wordt beschouwd als een prive´-
bijdrage. Blijft deze manier van verdelen wel langer
verdedigbaar als men weet dat dit geld afkomstig is van
alle burgers en dat bijvoorbeeld LIVOS, een liberale
NGO, plus minus 400 000 frank krijgt en FOS, een
socialistische NGO, meer dan 10 miljoen frank, terwijl de
VLD 20% van de stemmen behaalde bij de laatste
verkiezingen en de SP 15% ? Het is toch zo dat men het
in de NGO-wereld voortdurend heeft over de noodzake-
lijkheid van een achterban ? Verkiezingen zijn toch het
enige democratische middel om de omvang van de
achterban juist te bepalen ? In naam van deze liberale
achterban wil ik dan ook graag weten of u akkoord gaat
HA 50
COM 215
5
30-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jef Valkeniers
met de wijze waarop deze gelden worden verdeeld en of
hierin geen verandering moet komen, waardoor meer
rekening wordt gehouden met de sterkte van iedere
achterban ? Tot daar mijn eerste vraag.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, de definitie van een niet-gouvernementele
organisatie houdt in dat de regering haar interne werking
en de verdeling van haar middelen niet bepaalt. De
definitie van een koepel van niet-gouvernementele orga-
nisaties betekent dat de regering niet in het interne beleid
van die organisatie de eerste viool speelt. Ik stel vast dat
de criteria die u citeert, inhoudelijke criteria zijn en ik werk
liever met inhoudelijke criteria dan met criteria die stam-
men uit een vorm van verzuiling die ik altijd bestreden
heb en die ik ook altijd zal blijven bestrijden. Bij het
uitstippelen van ons eigen beleid - maar hier gaat het
over NGO's - zal ik nooit aanvaarden dat steun, mede-
financiering of wat dan ook, wordt verleend aan niet-
gouvernementele organisaties op basis van criteria die
vreemd zijn aan wat de organisatie nu precies voorlegt
aan werking en programma.
Waar het om gaat is de inhoud, niet om de vraag voor wie
zij stemmen, of zij 's zondags naar de mis gaan, of zij een
baard dragen of eventueel boeddhistisch zijn. Dit geldt
nog meer voor de verdeling van de middelen binnen de
NGO's, want ik bepaal die verdeling niet, maar zijzelf. U
weegt het maatschappelijk draagvlak af aan het aantal
stemmen dat een politieke partij heeft behaald !
Wij medefinancieren 85 NGO's en ik geloof niet dat er in
Belgie¨ 85 politieke partijen zijn. Ik hoop toch niet dat u het
zo zou willen organiseren dat alleen NGO's die recht-
streeks afhangen van een politieke partij zouden kunnen
worden gesubsidieerd ? U zal dan iemand anders moe-
ten zoeken om dat beleid uit te voeren.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Mijnheer de staatssecre-
taris, ik treed uw redenering gedeeltelijk bij, maar niet ik,
wel het departement van Ontwikkelingssamenwerking
heeft het voortdurend over de achterban. Dat is een
eerste opmerking.
Ik kom zo tot mijn tweede vraag, die meer specifiek
handelt over het NCOS. Vijf NGO's lopen met 75% van
de opbrengst weg, nadat het NCOS zichzelf heeft be-
diend met wat het nodig acht. Is het logisch dat het
Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking,
dat de 11.11.11-campagne organiseert en dat als taak
heeft een kritisch oordeel te vellen over het gevoerde
beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, zelf projecten
opzet ?
Zij zetten zelf projecten op die gesubsidieerd worden
door de overheid. Is dit wel gezond en ethisch ? Volgens
mij is er een zekere tegenstrijdigheid tussen de twee
rollen vermits zij zelf afhangen van een departement
waar ze zeer kritisch moeten tegenover staan. Zij zijn dus
tegelijkertijd rechter en beoordeelde. Er is daar een
tegenstrijdigheid en ik vraag mij af of er geen splitsing
moet komen om tot een zuivere toestand te komen.
Eventueel komt er een NGO met een andere naam met
daarnaast het NCOS als dusdanig. Ik weet wel dat men
daar niet graag aan raakt, maar deze situatie is sinds
vele jaren vastgeroest. Er is onmiddellijk 35 miljoen
Belgische frank van de gelden afgegaan naar het NCOS
om zijn eigen NGO's van toelagen te voorzien. Is dit
gezond ? Daar is geen enkele controle over, tenzij een
inwendige controle. U voelt zo aan dat het een ingewik-
keld kluwen en een belangenvermenging is, dat ik mij
afvraag of dit wel een gezonde situatie is.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Wij voeren op dit
ogenblik de bestaande wetgeving uit. Zoals collega Val-
keniers weet, is er een koninklijk besluit van 18 juli 1997
waar in het verslag aan de Koning uitdrukkelijk staat :
Om de kwaliteit van de NGO-werking en de samenwer-
king tussen NGO's te bevorderen, wordt in drie onder-
staande gevallen aan bepaalde NGO's een grotere toe-
lage
toegekend.
Wanneer
het
programma
wordt
ingediend door een NGO die doelstellingen nastreeft die
heel specifiek zijn, zouden bijvoorbeeld NGO's zoals het
NCOS en CNCD die een koepelfunctie vervullen en een
groot aantal organisaties verenigen, hiervoor in aanmer-
king kunnen komen
. Dat is dus een uitdrukkelijke
beleidsdoelstelling geweest.
Die koepelfunctie heeft een toegevoegde waarde onder
meer omdat ze de NGO-wereld in zijn geheel toelaat om
ten aanzien van de overheid een kritische functie te
vervullen. Dit doet zij zeer actief. Er bereiken mij geruch-
ten dat het verslag dat eerstdaags door het NCOS zal
worden bekend gemaakt nogal kritisch zou zijn ten
opzichte van de huidige regering en/of staatssecretaris.
Dit zal mij echter niet beletten om met het NCOS te
blijven omgaan en het CNCD als een behartenswaardige
partner zonder negatief vooroordeel te blijven bekijken.
Ik denk dat het ethisch probleem meer bij mij dan bij hen
ligt. Ik doe mijn best om daaraan tegemoet te komen.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Het NCOS is een koe-
pelorganisatie van verschillende NGO's. Het staat uiter-
aard goed om kritisch te zijn. Daar ga ik mee akkoord. Ik
kan echter niet aanvaarden dat diezelfde organisatie ook
zelf een NGO is met eigen projecten die een toelage
moeten krijgen van de overheid. In zekere zin gaat dit
haar kritiek ten aanzien van de overheid bei¨nvloeden. Ze
moet namelijk voorzichtig zijn dat ze niet te veel kritiek
geeft, want ze hangt er financieel van af. Toen er enkele
jaren geleden bij het NCOS tekorten waren, is men
teruggegaan naar de overheid om de tekorten in te
dekken. Dit is geen zuivere situatie. Men moet tot een
scheiding komen zodat de NGO een aparte organisatie is
van de koepel.
6
HA 50
COM 215
30-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Ik wil daar eens over
nadenken. Ik wil echter opmerken dat niet alleen de
koepel, maar ook iedere individuele NGO het recht en de
maatschappelijke functie heeft om de regering te bekriti-
seren. Zij doen dit ook zeer geregeld. Ik heb nog niet
gemerkt dat wij ten aanzien van LIVOS een negatieve
houding zouden hebben aangenomen omdat we nu en
dan kritiek krijgen.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Het gaat om een princi-
pie¨le houding. Ik vind dat ze moeten scheiden ? maar de
staatssecretaris heeft natuurlijk recht op een andere
mening.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
over
het Internationaal Huis (nr. 1946)
Question orale de M. Jef Valkeniers au secre´taire
d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement sur
la
Maison internationale
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, collega's, graag kreeg ik
van u enige toelichting over de personeelsformatie van
het Internationaal Huis te Brussel en de functies die door
deze instelling worden waargenomen. Iedereen stelde
aanvankelijk immers vragen over de zin en het nut van dit
Huis. Met andere woorden, eerst heeft men het Huis tot
stand gebracht en daarna is men zich gaan afvragen wat
men ermee zou doen. Ik zie dat de aangepaste begroting
voor 2000 in niet minder dan 198,4 miljoen frank voorziet,
namelijk 23 miljoen frank huur, 30,6 miljoen frank voor de
uitrusting en 144,8 miljoen frank voor de sensibilisering
door derden. Ik vraag mij af of dit geen grote geldverspil-
ling is en of men deze VZW niet beter eenvoudigweg
opdoekt. Zo veel ontwikkelingsgeld uitgeven in het Noor-
den voor een zo betwistbaar initiatief is een schande als
men weet hoeveel goeds hiermee zou kunnen worden
gedaan in het Zuiden.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, zoals u weet heb ik het Internationaal Huis
niet opgericht. Bij mijn eerste contact met het Internatio-
naal Huis heb ik mij eveneens vragen gesteld over de
instelling die ik heb aangetroffen. Het ging om een
instelling met een huis, personeel, een directeur en
statuten. Het is altijd zo dat het beleid van de voorganger
enigszins de positie bepaalt van waaruit men begint. Men
zou natuurlijk kunnen zeggen dat men het Internationaal
Huis maar niets vindt en het afschaffen, met alle conse-
quenties die daaraan verbonden zijn. Zelfs als ik kritisch
sta tegenover het vroegere beleid, ben ik er toch voor-
stander van om de consequenties van dat beleid te
dragen. Op termijn kunnen die eventueel afgebouwd
worden, maar dat is een andere zaak.
Een tweede vaststelling is dat er een vergissing wordt
gemaakt. Het Internationaal Huis staat voor de subsidie¨-
ring op de budgetlijn Sensibilisering. Mijnheer Valkeniers,
uw cijfers hebben betrekking op het volledige budget
voor Sensibilisering. Het bedrag van 198,4 miljoen frank
is dus het totale budget voor sensibilisering. Ook alle
andere sensibiliseringsprogramma's vallen hieronder. Ik
begrijp dat hiermee veel zou kunnen worden gedaan in
het Zuiden. Het is echter een algemeen verspreide
opvatting dat als Ontwikkelingssamenwerking zijn rol
goed wil kunnen vervullen, het van belang is om het
maatschappelijk draagvlak bij ons voortdurend te helpen
versterken en opbouwen. De budgetlijn voor sensibilise-
ring en andere initiatieven dienen hiervoor. Ook het
Internationaal Huis, dat ik zelf niet als instrument zou
hebben uitgekozen, dient hiervoor. Dat betekent echter
niet dat er 198,4 miljoen frank naar het Internationaal
Huis gaat. Er gaat welgeteld 23 miljoen frank naar de
huur. In 1999 is er eenmalig 38,5 miljoen frank naar de
aankoop van duurzame goederen zoals meubilair en
computers gegaan. Verder was er nog een subsidie van
23,6 miljoen frank voor 1999. In 2000 komen we tot een
totaal van 50,41 miljoen frank. Daarin zit dan ook - na
overleg met alle betrokken instanties, onder meer de
inspecteur van Financie¨n - de subsidie voor het opstarten
van Afrikalia. U weet dat ik het project heb gelanceerd en
in de begroting heb ingeschreven om een belangrijke
cultuur- en kunstmanifestatie met betrekking tot Afrika te
organiseren. Na goed gezocht te hebben hoe we dat
moesten aanpakken, leek het ons het beste om dat via
het Internationaal Huis te doen. Dat is een additionele
input. Voor 1999 gaat het om een totaal van 84 miljoen
frank met de eenmalige aankoop van meubelen en
dergelijke inbegrepen. Voor 2000 gaat het over ongeveer
50 miljoen frank.
U hebt gevraagd naar de personeelssterkte. Ik zal u met
alle plezier mijn schriftelijk antwoord met de juiste cijfers
ter beschikking stellen.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Mijnheer de staatssecre-
taris, die cijfers heb ik gehaald uit de kritiek in het Boek
van het Rekenhof.
Ik weet uit goede bron dat tijdens de eerste vergadering
met de raad van bestuur en het personeel, de vraag rees
naar wat zou worden gedaan in dit prachtige nieuwe
gebouw. Mijnheer de staatssecretaris, dokter Moreels is
hier wel niet aanwezig, maar dat is toch geen manier van
besturen. De bestemming van een gebouw moet toch op
voorhand bekend zijn. Het is een zuivere prestigekwes-
HA 50
COM 215
7
30-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jef Valkeniers
tie, waarin onder andere gewezen kabinetsmedewerkers
worden
gecaseerd. Daarna werd de vaststelling ge-
daan dat, nu zij op hun post zaten, er ook iets moest
worden waargemaakt.
Mijnheer de staatssecretaris, ik ben ooit lid geweest van
de executieve van de randfederatie Asse. Deze rand-
federatie heeft heel wat goede zaken gepresteerd. Toch
oordeelde de overheid dat ze moest worden afgeschaft,
zoals de andere randfederaties. U zegt dat er problemen
terzake kunnen rijzen. Het personeel werd ofwel in de
gemeenten ofwel in de verschillende departementen
gecaseerd. De toenmalige secretaris zelf is nadien
consul en zelfs ambassadeur geworden. Als het perso-
neel in deze het probleem is, dan kunnen zij zeker in
andere instellingen worden ondergebracht.
Mijnheer de staatssecretaris, het is geen blijk van goed
besturen om iets uit de grond te stampen van 80 miljoen
frank, met daarbovenop 50 miljoen frank werkingskosten
om dan pas de vraag te stellen wat ermee kan worden
gedaan. Ik weet ook dat men een maandblad wou
uitgeven, waartegen vanuit ABOS verzet kwam omdat
het blad zich op hun terrein wou begeven.
Mijnheer de staatssecretaris, u krijgt deze erfenis, maar
niets belet u om het beleid van uw voorganger niet voort
te zetten. Niets belet u zaken te veranderen. Het zal
nodig zijn deze zaken te volgen.
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer Valkeniers,
ik deel uw kritiek op de manier van totstandkomen van
het Internationaal Huis. Wij proberen nu het geheel
positief in te vullen. Geregeld worden de lokalen van het
Internationaal Huis gebruikt voor allerlei congressen en
bijeenkomsten met buitenlandse delegaties. Wij willen
het vooral een culturele functie geven, met onder andere
het bekendmaken, het ondersteunen en confronteren
met zuidelijke culturele initiatieven. Ook het fair trade-
center is er gehuisvest, wat toch een belangrijk aspect is
van onze relatie met de ontwikkelingslanden. De cam-
pagne Kleur Bekennen heeft er zijn zetel, nog een
initiatief waarvan u mij terecht zult zeggen dat het mis-
schien wel op een eigenaardige manier tot stand is
gekomen. Wij moeten er toch ergens mee blijven, vooral
omdat op het terrein blijkt dat het, eenmaal ontdaan van
sommige minder positieve aspecten, inhoudelijk vrij po-
sitief wordt ontvangen. Wij proberen dit op een positieve
manier in te vullen. Het is volgens mij een beter initiatief
dan iets wat veel gekost heeft ineens af te schaffen, want
dan zijn al die gelden verloren.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Mijnheer de staatssecre-
taris, het is moeilijk een initiatief dat door uw voorganger
werd genomen af te schaffen. Het getuigt van goed
beleid te durven zeggen dat een fout werd gemaakt en
dat men ermee gedaan wil maken. Nu moet het in leven
worden gehouden en moet u zelf naar functies zoeken
om het uiteindelijk toch te verantwoorden dat er zoveel
geld naartoe gaat. Het spijt mij, maar ik heb een andere
visie op beleidvoering.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- Voorzitter : de heer Geert Versnick
De voorzitter : Collega's, ik verontschuldig mij voor mijn
afwezigheid, maar ik heb verslag uitgebracht bij de
Kamervoorzitter over de resultaten van de werkzaamhe-
den in de commissie-Lumumba.
Ik bedank de heer Jacques Lefevre voor het waarnemen
van het voorzitterschap.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.14 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 15.14 heures.
8
HA 50
COM 215
30-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000