B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
VERENIGDE COMMISSIES
VOOR HET BEDREIJFSLEVEN
,
HET WETENSCHAPSBELEID
,
HET ONDERWIJS
,
DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN
,
DE MIDDENSTAND EN DE LANDBOUW
EN VOOR DE VOLKSGEZONDHEID
,
HET LEEFMILIEU
EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
COMMISSIONS RE
´ UNIES DE L
'
E
´ CONOMIE
,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'
EDUCATION
,
DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES NATIONALES
,
DES CLASSES MOYENNES
ET DE L
'
AGRICULTURE
ET DE LA SANTE PUBLIQUE
,
DE L
'
ENVIRONNEMENT
ET DU RENOUVEAU DE LA SOCIETE
VAN
DU
24-05-2000
24-05-2000
HA 50
COM 208
HA 50
COM 208
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 208
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 24 mei 2000
VERENIGDE COMMISSIES VOOR HET BEDRIJFSLE-
VEN, HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS,
DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTU-
RELE INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW EN VOOR DE VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEU-
WING - COM 208
Samengevoegde interpellaties en mondelinge vragen :
- interpellatie van de heer Hubert Brouns tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
en tot de minister van Landbouw en Middenstand over
de
uitvoering van de aanbevelingen van de onderzoeks-
commissie 'Dioxine'
(nr. 400)
- interpellatie van mevrouw Annemie Van de Casteele tot
de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en tot de minister van Landbouw en Midden-
stand over
de uitvoering van de aanbevelingen van de
dioxinecommissie
(nr. 401)
- mondelinge vraag van de heer Hubert Brouns aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over
het aantreffen van pcb's in veevoeder
(nr. 1921)
- interpellatie van mevrouw Martine Dardenne tot de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en tot de minister van Landbouw en Midden-
stand over
de recente veevoederbesmetting te Feluy en
de uitvoering van de door de onderzoekscommissie 'Di-
oxine' geformuleerde aanbevelingen
(nr. 407)
- mondelinge vraag van de heer Hubert Brouns aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
het aantref-
fen van pcb's in rundveevoeder
(nr. 1911)
- interpellatie van de heer Luc Paque tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en
tot de minister van Landbouw en Middenstand over
de
aanwezigheid
van
gei¨dentificeerde
pcb's
in
een
veevoederfabriek te Feluy
(nr. 408)
5
sprekers : Hubert Brouns, Annemie Van de Casteele,
Martine Dardenne, Luc Paque, Jaak Gabriels, minis-
ter van Landbouw en Middenstand, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu, Colette Burgeon, Peter Vanhoutte
Sommaire
Mercredi 24 mai 2000
COMMISSIONS RE
´ UNIES DE L'E´CONOMIE, DE LA
POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE ET DE LA SANTE
´ PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU RENOUVEAU DE LA
SOCIE
´ TE´ - COM 208
Interpellations et questions orales jointes :
- interpellation de M. Hubert Brouns a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement et au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
la mise en oeuvre des recomman-
dations de la commission d'enque^te 'Dioxine'
(n° 400)
- interpellation de Mme Annemie Van de Casteele a` la
ministre de la Protection de la consommation, de la Sante´
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la mise en
oeuvre des recommandations de la commission 'Dioxine'
(n° 401)
- question orale de M. Hubert Brouns a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement sur
la pre´sence de PCB dans les ali-
ments pour be´tail
(n° 1921)
- interpellation de Mme Martine Dardenne a` la ministre de
la Protection de la consommation, de la Sante´ publique et
de l'Environnement et au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
les re´cents e´ve´nements de Feluy
(contamination d'aliment pour be´tail) et la mise en oeuvre
des recommandations de la commission d'enque^te 'Di-
oxine'
(n° 407)
- question orale de M. Hubert Brouns au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la de´couverte
de PCB dans l'alimentation destine´e aux bovide´s
(n° 1911)
- interpellation de M. Luc Paque a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement et au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
la pre´sence de PCB identifie´ dans
une fabrique d'aliments pour be´tail a` Feluy
(n° 408)
5
orateurs : Hubert Brouns, Annemie Van de Casteele,
Martine Dardenne, Luc Paque, Jaak Gabriels, mini-
stre de l'Agriculture et des Classes moyennes, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la consommation,
de la Sante´ publique et de l'Environnement, Colette
Burgeon, Peter Vanhoutte
HA 50
COM 208
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSIONS RE´UNIES DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE ET DE LA SANTE´
PUBLIQUE, DE L'ENVIRONNEMENT
ET DU RENOUVEAU DE LA SOCIE´TE´
VERENIGDE COMMISSIES VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET WETENSCHAPS-
BELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW EN VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET LEEFMILIEU
EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 24 MAI 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 24 MEI 2000
De vergadering wordt geopend om 11.02 uur door me-
vrouw Yolande Avontroodt en de heer Jos Ansoms,
voorzitters.
La re´union est ouverte a` 11.02 heures par Mme Yolande
Avontroodt et M. Jos Ansoms, pre´sidents.
Samengevoegde
interpellaties
en
mondelinge
vragen :
- interpellatie van de heer Hubert Brouns tot de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu en tot de minister van Landbouw en
Middenstand over
de uitvoering van de aanbevelin-
gen van de onderzoekscommissie 'Dioxine'
(nr. 400)
- interpellatie van mevrouw Annemie Van de Casteele
tot de minister van Consumentenzaken, Volksge-
zondheid en Leefmilieu en tot de minister van Land-
bouw en Middenstand over
de uitvoering van de
aanbevelingen van de dioxinecommissie
(nr. 401)
- mondelinge vraag van de heer Hubert Brouns aan
de minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over
het aantreffen van pcb's in
veevoeder
(nr. 1921)
- interpellatie van mevrouw Martine Dardenne tot de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu en tot de minister van Landbouw en
Middenstand over
de recente veevoederbesmetting
te Feluy en de uitvoering van de door de onderzoeks-
commissie
Dioxine geformuleerde aanbevelingen
(nr. 407)
- mondelinge vraag van de heer Hubert Brouns aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
het
aantreffen van pcb's in rundveevoeder
(nr. 1911)
- interpellatie van de heer Luc Paque tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leef-
milieu en tot de minister van Landbouw en Midden-
stand over
de aanwezigheid van gei¨dentificeerde
pcb's in een veevoederfabriek te Feluy
(nr. 408)
Interpellations et questions orales jointes :
- interpellation de M. Hubert Brouns a` la ministre de
la Protection de la consommation, de la Sante´ publi-
que et de l'Environnement et au ministre de l'Agri-
culture et des Classes moyennes sur
la mise en
oeuvre des recommandations de la commission
d'enque^te 'Dioxine'
- interpellation de Mme Annemie Van de Casteele a` la
ministre de la Protection de la consommation, de la
Sante´ publique et de l'Environnement et au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la
mise en oeuvre des recommandations de la commis-
sion 'Dioxine'
- question orale de M. Hubert Brouns a` la ministre de
la Protection de la consommation, de la Sante´ publi-
que et de l'Environnement sur
la pre´sence de PCB
dans les aliments pour be´tail
- interpellation de Mme Martine Dardenne a` la minis-
tre de la Protection de la consommation, de la Sante´
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les re´-
HA 50
COM 208
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
cents e´ve´nements de Feluy (contamination d'aliment
pour be´tail) et la mise en oeuvre des recommanda-
tions de la commission d'enque^te
- question orale de M. Hubert Brouns au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la de´cou-
verte de PCB dans l'alimentation destine´e aux bovi-
de´s
- interpellation de M. Luc Paque a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique
et de l'Environnement et au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur
la pre´sence de PCB
identifie´ dans une fabrique d'aliments pour be´tail a`
Feluy
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ik wil in mijn eerste interpellatie een evaluatie maken van
de aanbevelingen, geformuleerd naar aanleiding van de
werkzaamheden van de dioxinecommissie, om na te
gaan in welke mate de overheid met deze maatregelen
rekening houdt in het uitstippelen van het te volgen
beleid. Ik heb dit interpellatieverzoek vorige week woens-
dag op 17 mei 2000 vo´o´r de vergadering van de fractie-
leiders ingediend. Op dat moment had ik geen weet van
een nieuwe pcb-crisis in veevoeder, waarvan wij pas 's
avonds via een perscommunique´ op de hoogte werden
gebracht. Daarom heb ik een reeks bijkomende vragen
aan zowel de minister van Landbouw als de minister van
Volksgezondheid over de huidige pcb-crisis ingediend.
Mijnheer de voorzitter, ik kan het eerst hebben over de
eerst ingediende interpellatie, wat oorspronkelijk de be-
doeling was, om, na het antwoord van de minister, over te
stappen naar de vragen over de huidige specifieke
situatie. Ik laat deze keuze aan uw wijsheid over.
De voorzitter : Dit wordt mede door de andere interpel-
lanten van de commissie bepaald.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Mijnheer
de voorzitter, mijn interpellatie sluit aan bij de interpellatie
van de heer Brouns. Bij de indiening van mijn interpellatie
was er in de pers reeds sprake van een nieuwe pcb-
besmetting. Mijn interpellatie is uitgebreider omdat het
een gelegenheid was om aan de hand van de nieuwe
pcb-besmetting na te kijken welke maatregelen de rege-
ring in uitvoering van de aanbevelingen van de dioxine-
commissie reeds had genomen en waar er nog proble-
men zijn. Ik beschouw dit als een geheel en ik ging ervan
uit dat de heer Brouns de actuele situatie in zijn eerste
interpellatie zou verwerken. Ik heb er geen enkel pro-
bleem mee dat de heer Brouns in zijn interpellatie de
elementen van zijn bijkomende vragen verwerkt.
De voorzitter : Gaat iedereen akkoord om de vragen aan
de interpellaties toe te voegen ? (Instemming)
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Dardenne behandelt in de vragen 3 en 8 van haar
interpellatie gewestelijke materies. Deze vragen kunnen
niet op federaal niveau worden beantwoord. Dat is het
enige voorbehoud dat ik wens te maken.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, mijnheer de minister, ik wil dus
starten met de oorspronkelijk geplande interpellatie met
een evaluatie van de aanbevelingen van de dioxine-
commissie om na te gaan in welke mate deze reeds in
het beleid worden gei¨mplementeerd. Einde mei is het
bijna een jaar geleden dat de media ons op de hoogte
bracht van de dioxinecrisis in ons land.
De dioxinecommissie heeft op 3 maart jongstleden haar
conclusies getrokken uit de zogenaamde dioxinecrisis.
Het rapport werd niet unaniem goedgekeurd. Voor een
onderzoekscommissie
werd
het
een
ongewoon
meerderheidsrapport. Zo zette het parlement een eind-
punt achter een politieke discussie die twee weken voor
de verkiezingen als een windhoos op gang was gekomen
en die op 13 juni even plots is gaan liggen. De kostprijs
van deze windhoos is zeer zwaar, zeker voor de land-
bouwbedrijven, maar ook voor een groot deel van de
voedingsindustrie. De overheid zal uiteindelijk een fac-
tuur van ongeveer 18 miljard Belgische frank betalen,
wat - gelukkig - veel lager is dan wat wij rond 13 juni door
sommigen hoorden voorspellen.
Voor de CVP moest de dioxinecommissie in eerste
instantie de waarheid aan het licht brengen en sterke
aanbevelingen formuleren, veeleer dan zondebokken te
zoeken. Het rapport was niet zwak omdat de leden van
de commissie zwak waren, maar omdat de realiteit veel
genuanceerder was dan dat ze door de media twee
weken voor de verkiezingen werd voorgesteld en omdat
de huidige meerderheid het cement van hun coalitie niet
wou opgeven. Vandaar de vele quasi banale tekortko-
mingen die aan personen en instanties in het verslag
worden verweten. Vandaar ook het feit dat het rapport
geen antwoorden geeft op vragen die men als lezer wel
degelijk heeft.
Op 11 augustus 1999 gaf de minister van Volksgezond-
heid een opmerkelijk interview. Tegenover Knack ver-
klaarde ze, ik citeer :
Ik geloof dat ons voedsel vrij veilig
is. Maar als ik zeg
vrij, dan bedoel ik ook dat het wel
degelijk voor verbetering vatbaar is. Ik ben niet iemand
die vind dat alles slecht is en bedreigd wordt.
Het is een
hele geruststelling als een groene minister dergelijke
uitspraak over de lippen krijgt. Twee maanden voordien
immers hadden sommigen in de pers een heel andere
uitspraak laten horen. Toen liep met ons voedsel alles
verkeerd en het was vooral de CVP en de Boerenbond
die daarvoor verantwoordelijk waren. We hopen dat
minister Aelvoet haar uitspraak op het einde van de
legislatuur met een gerust gemoed kan herhalen.
6
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hubert Brouns
Het beleid ten gunste van de bescherming van de
volksgezondheid heeft zich de vorige jaren in sneltempo
ontwikkeld. Was het landbouwbeleid na de Tweede We-
reldoorlog in eerste instantie gericht op de kwantiteit, de
jongste jaren ging de beleidsaandacht echter voluit naar
de kwaliteit en de veiligheid van de landbouwproducten.
Ik verwijs naar de strijd tegen de hormonen, het dieren-
welzijn, maar ook de aanpak van de BSE.
Nooit tevoren is in Belgie¨ echter het probleem van de
voedselveiligheid zo scherp gesteld als tijdens de
dioxinecrisis. Deze crisis was er een zonder voorgaande.
Er waren geen beproefde antwoorden op de uitdagingen
voorhanden. Er waren geen normen voor deze contami-
nanten, er waren geen geschikte analysetechnieken, er
was geen crisisdraaiboek, er waren vier administraties bij
het probleem betrokken en zo kunnen we nog verder
gaan.
Gedane zaken nemen echter geen keer. De centrale
vraag is nu welke lessen de overheid uit de dioxinecrisis
trekt. Ik wil hier een onderscheid maken tussen de
oprichting van het federaal agentschap voor de voedsel-
veiligheid, de beleidsmaatregelen die de huidige minis-
ters van Landbouw en Volksgezondheid hebben geno-
men en de lessen die het parlement heeft getrokken en
als aanbevelingen aan de regering heeft geformuleerd.
Ik zal eerst ingaan op de oprichting van het federaal
agentschap. Bij het begin van de legislatuur was het een
van de grote beloften van deze regering om de oprichting
ook effectief te realiseren. Het was geen nieuw idee,
want een dergelijk agentschap was reeds voorbereid
tijdens de vorige legislatuur. Ik verwijs naar het voorstel
dat wij in januari 1999 zelf hebben ingediend en dat
beoogde een dergelijk agentschap te installeren.
De regering had op 26 juni 1998 de principebeslissing
genomen om tot e´e´n integrale ketenbenadering te komen
en om een audit van de inspectiediensten te laten
uitvoeren door Price Waterhouse Coopers.
Price Waterhouse Coopers kreeg ook de opdracht een
herstructurering voor te bereiden. In het paarsgroene
regeerakkoord verklaart men het volgende, en ik citeer :
Er is een duidelijke noodzaak aan een federaal agent-
schap dat instaat voor inspectie en controle van de
volledige voedselketen, waarbij de verantwoordelijkheid
berust bij de minister van Volksgezondheid. Dit veronder-
stelt de creatie van een instelling van openbaar nut, type
A, genaamd Federaal Agentschap voor de Veiligheid van
de Voedselketen, waar de oorspronkelijke inspectietaak
van het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie
van Landbouw gehergroepeerd en geoptimaliseerd
wordt. De oprichting van dit agentschap zal afgerond zijn
tegen het einde van 1999.
Wat die timing betreft, wil ik u het volgende meedelen. In
augustus, enkele weken na het aantreden van de rege-
ring, verklaarde minister Aelvoet dat het Federaal Agent-
schap op 1 januari 2000 van start zou gaan. Ze zei er wel
bij dat het daarna nog een half jaar kon duren voor het
Agentschap op kruissnelheid zou komen. Ook dan zou
het nog niet feilloos werken in al zijn onderdelen.
Wat is er vandaag gebeurd ? Het parlement heeft de
regering een volmacht gegeven om het Agentschap op te
richten. Daarnaast heeft de regering de procedure opge-
start om een gedelegeerd bestuurder voor het Agent-
schap aan te werven. De selectie is aan de gang. Een
aanstelling wordt een dezer dagen verwacht. Het zal in
ieder geval een politieke benoeming worden, vermits de
kabinetschef van mevrouw Aelvoet lid is van de selectie-
commissie. U knikt neen. U bent daar niet van over-
tuigd ? U zult het straks moeten bewijzen, mevrouw.
Ondertussen zijn er ook ontwerpen van koninklijk besluit
opgesteld met betrekking tot een op te richten weten-
schappelijk comite´ en een raadgevend comite´. Deze
koninklijke besluiten zijn nog niet in het Belgisch Staats-
blad gepubliceerd.
Op de essentie¨le punten is er nog geen enkel concreet
resultaat. Er is zelfs nog geen concept. Hoe zal het
Agentschap er concreet uitzien ? Zullen DG4 en DG5
naar het Agentschap overgaan ? Wordt de Eetwaren-
inspectie opgesplitst ? Wordt het een groot agentschap
of is het een klein agentschap ? Wat zal er met de DMO's
gebeuren ? Zullen de keuringstechnieken worden ver-
nieuwd ? Hoever staat het met de autocontrole ?
Als het over het Federaal Agentschap gaat, moet ik
concluderen dat we vandaag nog nergens staan.
Binnen enkele dagen staat de gedelegeerd bestuurder
alleen. In het best denkbare scenario komt er iets in het
najaar. We zullen nog moeten afwachten wat dat zal zijn.
Een operationele structuur op kruissnelheid zal er dit jaar
zeker niet meer komen.
Ik heb ook een aantal bedenkingen betreffende de fusie
van alle inspectiediensten van de voedselketen. Wat is
de huidige situatie ? Vandaag zijn de diensten opgedeeld
op basis van de verschillende schakels in de voedselke-
ten. DG4 houdt toezicht op het segment van de grond-
stoffen, de veevoeders en de plantaardige sector. DG5
houdt zich bezig met het toezicht op levende dieren. Het
IVK is actief in het segment van de dode dieren; slacht-
huizen en uitsnijderijen. De Eetwareninspectie is vooral
actief op het niveau van de distributie. Deze diensten
verrichten niet alleen volksgezondheidscontroles. Ze
voeren ook andere controleopdrachten uit. Ze controle-
ren de dierengezondheid, de technische normen die door
de overheid worden opgelegd, de kwaliteitsnormen en de
subsidies. Deze diensten werken dus polyvalent. Het
regeerakkoord wijst er terecht op dat de afstemming
HA 50
COM 208
7
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hubert Brouns
tussen de verschillende schakels onvoldoende is. Deze
afstemming kan verbeteren als men alle diensten onder
een dak brengt. De wet op het Agentschap heeft dit
vertaald in het herknippen en herplakken van alle betrok-
ken diensten. Het Agentschap wil de veiligheid van de
voedselketen en de kwaliteit van het voedsel vrijwaren,
ten einde de gezondheid van de consumenten te be-
schermen. Met het oog hierop is het Agentschap belast
met de uitwerking, toepassing en controle van de maat-
regelen die betrekking hebben op de analyse en de
beheersing van de risico's die de gezondheid van de
consument kunnen schaden. De bevoegdheden van het
Agentschap hangen samen met het belang van de
volksgezondheid. Wat betekent dit juist ? Hoe ruim moet
men deze bepaling interpreteren ?
De bedoeling van de wetgever - en we waren daartegen -
was een enge interpretatie te geven aan de bevoegdhe-
den van het Agentschap. Onder druk van de Costa
beginnen nogal wat geesten deze zinsnede ruimer te
interpreteren.
Ook in de Costa komt een gelijkaardige zinsnede terug.
Het landbouw- en zeevisserijbeleid worden geregionali-
seerd, behalve de normering en de controle van de
grondstoffen, de dierlijke producten, enzovoort met het
oog op het beschermen van de volksgezondheid. Ook
hiervan lezen we zowel ruimere als engere interpretaties.
Het gevolg van een enge interpretatie van de wet is dat
de diensten als het ware worden opengereten waarna
een deel van de puzzel wordt gehergroepeerd in het
Voedselagentschap en de rest over de verschillende
overheidsdiensten en beleidsniveaus wordt uitgezaaid.
Het gevolg van een ruime interpretatie is een variante die
ook terug te vinden is in het wetsvoorstel dat wij hebben
ingediend.
Wat is bijvoorbeeld de opdracht van DG5, de veterinaire
dienst van Landbouw, tijdens de varkenspest of de
dioxinecrisis ? Deze dienst heeft onder meer als op-
dracht de dierenziekten te bestrijden. Sommige dieren-
ziekten zijn overdraagbaar op de mens, andere niet. Het
zijn op dit ogenblik dezelfde ambtenaren die instaan voor
het globale takenpakket op de veeteeltbedrijven.
De vraag is of er op het niveau van de veeteeltbedrijven
twee veterinaire diensten moeten komen : een dienst
voor dierenziekten - bijvoorbeeld varkenspest - die niet in
het belang van volksgezondheid werkt en een dienst voor
ziekten of vergiftigingen die een impact kunnen hebben
op de volksgezondheid.
Nog steeds is er geen duidelijkheid over de taken die het
Voedselagentschap in deze schakel zal uitvoeren. Wie
zal in de toekomst de varkenspest bestrijden ? Wie zal in
de toekomst de zoo¨nose aanpakken ? Het wordt voor de
sector trouwens een stuk complexer. Neem bijvoorbeeld
de strijd tegen de BSE. Een geval van BSE bij runderen
is een zaak van volksgezondheid omdat de ziekte kan
worden overgedragen op mensen. Scrapie bij bijvoor-
beeld schapen is niet overdraagbaar.
Als in de huidige structuur varkenspest uitbarst, wordt
daarvoor het volledige personeel van DG5 gemobili-
seerd. Toen de dioxinecrisis uitbarstte, werd ook al het
personeel ingeschakeld. Als ambtenaren van het Agent-
schap en Landbouw systematisch naast mekaar zullen
opereren, is er een verdubbeling van het overheids-
personeel nodig wat zal leiden tot een ongelooflijke
verspilling van budgettaire middelen.
Voor het bedrijfsleven verdubbelt de administratieve en
de financie¨le last want zij zullen voor deze inefficie¨ntie
moeten opdraaien. Het paars-groene dilemma is het
volgende. Als ambtenaren van het departement Land-
bouw al deze aspecten blijven controleren dan wordt niet
alles wat met volksgezondheid te maken heeft, uitge-
voerd door ambtenaren van het departement Volksge-
zondheid. Bovendien kunnen door de regionalisering
vraagtekens worden geplaatst bij de coo¨rdinatie tussen
de verschillende betrokken diensten. Daarnaast wordt de
algemeen aanvaarde opvatting dat er moet worden ge-
streefd naar homogene bevoegdheidspakketten verlaten
door deze nieuwe versplintering.
Als de ambtenaren van het agentschap daarentegen
alles gaan doen; als het Federale Agentschap dus een
groot agentschap wordt dan wordt het een pseudo-dienst
van het departement van Landbouw en wordt er nog
nauwelijks iets geregionaliseerd. Ik zou nog een aantal
andere voorbeelden kunnen geven maar ik zie dat de
voorzitter reeds de klok in het oog houdt. Ik zou ook
voorbeelden kunnen geven waaruit blijkt dat de splitsing
mogelijk nefaste gevolgen kan hebben op de controle
van melk, het Sanitel-systeem. In welke mate dit systeem
behouden blijft, is ook niet duidelijk.
Ten aanzien van de beleidsmaatregelen van deze rege-
ring kan ik het volgende zeggen. Het voeren van een
voedselveiligheidsbeleid is meer dan het herstructureren
van de inspectiediensten. Het is inderdaad nodig de
reeds bestaande controlemaatregelen en het controle-
beleid te evalueren en te optimaliseren. Daarnaast moe-
ten, in een snel evoluerende samenleving, nieuwe ant-
woorden worden gegeven op nieuwe uitdagingen. Deze
regering heeft reeds voor miljarden Belgische franken
aan beloften gedaan. Voor de voedselveiligheid heeft ze
evenwel nog geen cent veil.
In de toelichting van het wetsontwerp tot oprichting van
het Federale Agentschap voor de Voedselveiligheid staat
doodleuk en ik citeer :
De oprichting van het Agentschap
zal in al zijn aspecten budgettair neutraal zijn.
Ook voor
het uitvoeren van een voedselconsumptie-enque^te, es-
sentieel voor het voeren van een wetenschappelijk on-
8
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hubert Brouns
derbouwd voedselveiligheidsbeleid, heeft mevrouw Ael-
voet geen geld. Wij moeten tot onze verbazing
vaststellen dat de huidige minister van Volksgezondheid
haar inspanningen tot een absoluut minimum heeft be-
perkt. Het enige reglementerende initiatief van de minis-
ter was het uitvaardigen van een koninklijk besluit over
dioxine- en pcb-normen in vlees. Het was evenwel niet
van toepassing op vis, noch op lever- en nierproducten.
Wat zou de reden kunnen zijn ? Voor mij is het duidelijk.
Nogal wat vis en lever- en nierproducten zitten boven de
norm. Ten aanzien van de traceerbaarheid stroomaf-
waarts van de voedselketen is nog geen enkel resultaat
geboekt. Er is geen crisisdraaiboek uitgewerkt. Er wordt
geen voedselconsumptie-enque^te gehouden. De minis-
ter van Landbouw heeft na het
bietenpulp-blauwtje op
zijn minst de verdienste gehad een project te hebben
opgezet. Hoewel het Consum-project nog slechts ge-
deeltelijk is gei¨mplementeerd, schijnt er nauwelijks geld
te zijn om het verder uit te breiden. Consum richt zich op
de bewaking van de agrovoedingsketen met betrekking
tot eventuele chemische contaminanten, aangevuld met
een belangrijk luik inzake de traceerbaarheid van grond-
stoffen en producten. De open productiestructuur in de
landbouw maakt het eindproduct kwetsbaar voor ver-
schillende vormen van contaminatie. Het recente geval
bewijst dat het steeds mogelijk is dat pcb's in de veevoe-
ding terechtkomen. Pcb-contaminatie is echter slechts
een van de vele mogelijke contaminaties. Consum be-
perkt zich nu tot het statistisch verantwoord monitoren
van de veevoeding en de grondstoffen op pcb's. Dankzij
Consum is het risico op een pcb-contaminatie tot een
minimum teruggebracht, maar voor andere mogelijke
contaminaties bestaat er nog steeds niets.
Een tweede doelstelling van Consum is de traceerbaar-
heid te verhogen. In de voedingsindustrie is daartoe een
eerste reeks maatregelen genomen, onder meer het
bijhouden van de registers. Een gei¨nformatiseerd sys-
teem is er evenwel nog niet, alhoewel het door de
onderzoekscommissie heel sterk werd aanbevolen. Ik
stel nu vast dat ook de minister van Landbouw deze
aanbeveling ter harte neemt en een initiatief gaat nemen.
Een derde doelstelling van Consum is het opstellen van
een crisisdraaiboek. Dit bestaat ook nog niet. Wel is er
een alarmprocedure ingesteld. Hoewel recent aangekon-
digd, is er nog geen verbod op dierenmeel, zoals inge-
schreven in het regeerakkoord.
Wat de uitvoering van de aanbevelingen van de dioxine-
commissie betreft, beperk ik mij tot zes cruciale pijnpun-
ten.
Ten eerste hebben wij een gebrek aan snelle tracering-
smogelijkheden vastgesteld, zowel in de veevoeding als
stroomafwaarts vanaf de slachthuizen. Ten tweede is er
het niet-bestaan van een crisisdraaiboek, ten derde, de
vrij trage informatiedoorstroming, zowel verticaal - binnen
een bepaalde administratie - als horizontaal, met name
tussen de diverse betrokken administraties. Ten vierde
stelden wij vast dat er geen centraal punt is waar
adequate wetenschappelijke knowhow aanwezig is. Ten
vijfde is er het ontbreken van een Europese regelgeving,
zowel wat de toe te passen volksgezondheidsnormen
betreft als noodzakelijke ondersteunende reglementering
voor het voeren van een effectief risicobeheer. Het zesde
pijnpunt is de open productiestructuur in de voedselke-
ten.
De onderzoekscommissie heeft een aantal goede aan-
bevelingen geformuleerd voor het beleid. Wij achtten ze
in grote lijnen aanvaardbaar, ook al waren wij op een
aantal punten graag verder gegaan. Een van de meest
beklijvende vragen die door de dioxinecrisis wordt opge-
roepen is hoe het u¨berhaupt mogelijk is geweest dat er
pcb's en dioxines in ons voedsel terechtkomen.
Volgens ons hangt dit samen met de risicovolle, open
productiestructuur van de voedselketen. Daarom moet
deze voedselketen zoveel mogelijk worden gesloten. Het
Consum-programma werkt a posteriori. Het stelt achteraf
vast of er al dan niet pcb's in de keten zijn terechtgeko-
men. Volgens ons betekent dit systeem dweilen met de
kraan open.
Alleen het departement Landbouw heeft enkele aanzet-
ten tot antwoord op deze pijnpunten gegeven. Het klinkt
ongelooflijk, maar op het ministerie van Volksgezondheid
is gedurende een heel jaar niets gebeurd.
Mijnheer de voorzitter, tot zover mijn oorspronkelijke
interpellaties naar aanleiding van de eerste verjaardag
van de dioxinecrisis. Indien u mij toestaat, wil ik nu een
aantal specifieke vragen stellen over de huidige toe-
stand.
De voorzitter : Mijnheer Brouns, ik vraag u zich strikt aan
de spreektijd te houden, want u hebt meer tijd gekregen
voor uw interpellatie.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ik wil toch graag in het kort bedenkingen maken en
enkele vragen stellen naar aanleiding van de huidige
pcb-crisis.
In een eerste persbericht was er sprake van een staal
met 12 587 picogram per kilogram vet. Deze waarde is
vrij hoog. Ter vergelijking, tijdens de dioxinecrisis van
vorig jaar werden in de meeste gecontamineerde
veevoederbedrijven waarden gevonden die meestal la-
ger waren. Alleen bij De Brabander en bij Huys werden
hogere waarden gevonden, zoals u zich herinnert. Bij De
Brabander liepen die toen op tot 300 000 en zelfs
500 000 picogram per kilogram vet bij de zwaarst gecon-
tamineerde loten.
HA 50
COM 208
9
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hubert Brouns
Het valt op dat het eerste persbericht wel de positieve
waarde vermeldde, maar dat in het tweede persbericht
alleen nog sprake was van positieve waarden. Het zou
gaan over 180 000 nanogram per gram vet in varkens-
voeder. Dat komt overeen met de besmettingsgraad bij
Huys. Hoeveel positieve waarden er zijn, werd niet
vermeld.
Er is nog niet veel bekend over de stof zelf. Waarover
gaat het juist ? Zijn het pcb's ? Zitten er ook dioxines in ?
Oorspronkelijk had men namelijk gezegd dat wij gisteren
definitief zouden weten of er ook dioxines aanwezig
zouden zijn. De uitslagen van de stalen ging men giste-
ren bekend maken. Op dit ogenblik weet ik dus niet of er
al dan niet dioxines in zitten.
Hoe zit het juist met de dichloorvos, waarvan de exploi-
tant van het veevoederbedrijf heeft gesproken ? Moeten
de voedingsmiddelen die hiermee gecontamineerd zijn
niet uit de handel worden genomen ? Die man heeft
namelijk verklaard dat hij wellicht een overdosis heeft
toegevoegd. Wat zal er gebeuren nu dit product zich in
een deel van zijn veevoeder bevindt ? En wat met de
dieren die dit product zouden hebben geconsumeerd ?
Zijn er reeds dieren geslacht, die dit product hebben
geconsumeerd ?
Nog belangrijker is de vraag naar de oorsprong van de
besmetting. Bij mijn weten is daarover nog niet veel
bekend. Waar komt de contaminatie vandaan ? Gaat het
wel opnieuw om transformatorolie, zoals wordt gesugge-
reerd ? Wie heeft de gecontamineerde materialen gele-
verd ? Heeft die leverancier niet aan verscheidene
veevoederbedrijven geleverd ? Moeten deze andere pro-
ducenten uit voorzorg dan ook niet worden geblok-
keerd ?
Zolang de herkomst van de contaminatie niet gekend is,
is het niet zeker dat er geen risico voor de volksgezond-
heid bestaat. In die zin zijn de persmededelingen van de
regering wel geruststellend. Er ontstaat inderdaad geen
paniek, maar dat is volgens mij misleidend. Het probleem
is immers nog niet omschreven.
Iedereen die de afgelopen dagen het nieuws heeft ge-
volgd, weet intussen wat Consum is. Consum is inder-
daad een gedeeltelijk antwoord van het departement
Landbouw op de dioxinecrisis van vorig jaar. Normaal
gezien worden er nu op statistisch verantwoorde wijze
pcb-tests verricht bij de mengvoederfabrikanten en hun
leveranciers, dus ook bij de vetsmelters.
Door dit programma kan de contaminatie snel worden
gedetecteerd. Overigens zou de contaminatie zonder
Consum waarschijnlijk nooit zijn ontdekt, want varkens
en runderen tonen helemaal geen ziekteverschijnselen.
De diersoort waarop wel een detecterende impact kan
worden verwacht - pluimvee - kwam ternauwernood voor
in het klantenbestand van de veevoederfabrikant. Het
onderzoek op pcb's door het IVK en door de Eetwaren-
inspectie is overigens nog steeds marginaal bij mijn
weten. Via het Consum-programma wordt uiteindelijk
slechts een contaminant op een statistisch relevante
wijze gecontroleerd. Ik heb dat reeds aangegeven. Het is
belangrijk erop te wijzen in onze communicatie dat het
hier slechts gaat over het opsporen van pcb's en niet van
andere mogelijke chemische vervuilingen.
In het kort schets ik u de aanpak van minister Gabriels
zoals ik die aanvoel. Het is niet duidelijk waarom minister
Gabriels in eerste instantie slechts drie bedrijven onder
toezicht heeft geplaatst en tegelijkertijd verklaart dat er
geen risico is voor de volksgezondheid en dat alle nodige
voorzorgsmaatregelen werden genomen. Ik ben daarvan
niet zo overtuigd. Ik denk dat dit niet zo is. Het is
opmerkelijk dat ook na vrijdagnacht nog geruststellende
taal wordt gesproken, terwijl men nog steeds de her-
komst van de contaminatie niet kent. Volgens mij had
minister Gabriels de maatregelen van vrijdag reeds
woensdag kunnen nemen en heeft hij woensdag niet
gedaan wat hij heeft laten uitschijnen, namelijk alle
voorzorgsmaatregelen nemen. Over het vrijgavebeleid is
er helemaal geen informatie. De minister zou moeten
motiveren waarom en hoe sommige bedrijven kunnen
worden vrijgegeven.
Nog een woordje over de registratie van veevoeders. De
registers van het betrokken bedrijf zouden niet in orde
zijn, wat het traceren uiteraard bemoeilijkt. De minister
heeft verklaard dat in het bedrijf dit jaar al vijftien analy-
ses van monsters werden uitgevoerd. Hebben de dien-
sten van Landbouw dan nog niet eerder gezien dat er iets
verkeerd liep met deze registers ? Hebben zij daarin
opgetreden ? Het invoeren van een reglementering in-
zake registratie van de stromen van de grondstoffen en
de veevoeders was zeker een goede maatregel en een
gedeeltelijk antwoord op de dioxinecrisis. Nu wenst mi-
nister Gabriels een centrale databank voor veevoeders
uit te bouwen, wat opnieuw een goed initiatief is. In feite
is dit het uitvoeren van een aanbeveling van de dioxine-
commissie. Over het dichloorvos is er een verklaring van
de bedrijfseigenaar die zegt grote hoeveelheden te heb-
ben toegevoegd bij het mengen van zijn grondstoffen.
Wat er met dit veevoeder is gebeurd, is niet bekend.
Evenmin is bekend wat hiervan het gevolg zou kunnen
zijn voor de volksgezondheid. Op 10 mei 2000 stond er in
een persbericht van het departement Landbouw over
dichloorvos dat een nieuwe evaluatie van de giftigheid
van dit vergif aantoonde dat dit product zeer gevaarlijk is.
Ik denk dat de ministers hierover toch wel enige uitleg
mogen verschaffen.
Dan is er de aanpak van Volksgezondheid. Tot nu zijn de
diensten van Volksgezondheid niet direct in het vizier
gekomen. Voor mij is onduidelijk in welke mate dieren die
het verdachte veevoeder hebben gekregen, werden ge-
10
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hubert Brouns
slacht, versneden en eventueel zelfs in de handel zijn
gekomen. Ik heb daarbij enkele vragen. Welke maatre-
gelen werden er genomen op het niveau van het IVK en
de Eetwareninspectie ten opzichte van de recente be-
smetting ? Kunt u een exacte chronologie geven van de
maatregelen die door de diensten van Volksgezondheid
werden genomen ? Kunt u ook garanderen dat er geen
gecontamineerd vlees in de voedselketen is gekomen ?
Kunt u op dit ogenblik garanderen dat de volksgezond-
heid op geen enkel ogenblik in gevaar is gekomen ? Dit
is, geresumeerd, wat ik meende te moeten zeggen.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Mijnheer
de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister,
ik zal het proberen het wat korter te houden dan de vorige
spreker. Natuurlijk werden al heel wat vragen gesteld.
Zoals reeds gezegd, heb ik donderdag mijn interpellatie-
verzoek ingediend.
Ik wou mij sowieso aansluiten bij de vragen van de heer
Brouns in verband met de aanbevelingen van de com-
missie, maar vooral was ik verbaasd over de eerste
berichten met betrekking tot een nieuwe pcb-besmetting
en de reactie van de minister daarop.
De zaken werden inderdaad beter aangepakt dan vorig
jaar; alles werd gedaan om paniek te vermijden - wat
maar goed is ook - en Consum heeft gewerkt. Wij hebben
een systeem op poten gezet. Meteen had de regerings-
commissaris opnieuw een functie. Hij glunderde als het
ware wanneer hij mocht uitleggen hoe voorbeeldig wij
functioneren op Europees niveau in vergelijking met vorig
jaar.
Hebben wij uit de problemen van vorig jaar geleerd ? Het
lijkt mij dan ook nuttig om op basis van de vaststellingen
in verband met de huidige besmetting, na te gaan welke
zaken beter werden aangepakt en welke over het hoofd
werden gezien en op welke manier de huidige regering
de problemen benaderde in vergelijking met de vorige
regering.
Welnu, op dat vlak moet ik jammer genoeg beginnen met
een negatieve opmerking in verband met uw antwoor-
den, mijnheer de minister, tijdens een interview vorige
week voor de radio op vragen met betrekking tot de
stalen van veevoeder met een hoge pcb-waarde, die
werden gevonden in een bedrijf te Feluy. Toen ik uw
antwoorden hoorde, vroeg ik mij af of u eigenlijk helemaal
niet hebt begrepen waarover het de vorige keer is
gegaan en of u wel weet wat pcb's zijn. Het gaat hier
duidelijk om pcb's die werden gevonden in stalen van
veevoeder. Tijdens dat interview brengt u het te hoge
pcb-gehalte in de stalen in verband met omgevings-
factoren. De heer Brouns wees daarnet al op het hoge
pcb-gehalte dat in de veevoederstalen werd aangetroffen
en iedereen die de zaken, al was het van ver, heeft
gevolgd, weet dat het onmogelijk is dat veevoeder via de
omgeving, via de lucht, derwijze kan worden besmet.
Trouwens, op uw uitlatingen werd gereageerd door de
industrie, in de zin dat pcb's niet zomaar op ons hoofd
vallen. Dat had u toch moeten weten.
Tijdens het eerste interview deed u uiteraard al het
mogelijke om deze besmetting zo beperkt mogelijk voor
te stellen om geen paniek uit te lokken en dat kan ik
gedeeltelijk begrijpen. Toch moet u de zaken in hun juiste
context durven te plaatsen en mag u de aanwezigheid
van een te hoog pcb-gehalte in veevoeder niet wijten aan
omgevingsfactoren. U zei zelfs dat de pcb's grondig
verschilden van degene die tijdens de dioxinecrisis wer-
den gevonden.
Thans blijkt dat het gaat om een profiel pcb's dat even-
eens afkomstig is uit transformatorolie en dat de stof in
elk geval erg gelijkt op de stof die vorig jaar voor
besmetting zorgde. Het gaat dus helemaal niet op mee te
delen dat deze besmetting van een totaal andere orde is.
Het eerste wat u zich had moeten afvragen was welke de
oorzaak was van de besmetting en hoe het mogelijk is
dat amper een jaar na de dioxinecrisis veevoeder op-
nieuw kan worden besmet door pcb's. Dat is de kern van
de zaak.
Een van de opdrachten van de dioxinecommissie be-
stond erin te onderzoeken hoe dergelijke incidenten in de
toekomst konden worden vermeden. Hebben wij iets
over het hoofd gezien ? Zijn wij - gedeeltelijk - mislukt in
onze opdracht ? Werd er niet snel genoeg gereageerd ?
Of misschien faalde de regering.
Hoe dan ook, het lijkt mij aangewezen te achterhalen wat
er precies verkeerd is gelopen.
Nadat ik deze vraag heb ingediend, kwam de pers met
heel wat informatie naar buiten en uit die persberichten
blijkt dat de omvang van het probleem groter was dan u
tijdens uw eerste interview liet uitschijnen. Eerst werden
er naar verluidt drie bedrijven geblokkeerd, maar na het
weekend bleken het er plots tweehonderd te zijn. Wat
inspireerde u op dat ogenblik, mijnheer de minister, om
mee te delen dat slechts 3 bedrijven van dat veevoeder
kochten en dat die allen werden geblokkeerd ?
Dat heeft u ook geantwoord op de vraag die mevrouw
Dardenne vorige week in de plenaire vergadering heeft
gesteld. In de eerste berichten is men erin geslaagd dit
als een miniem probleem voor te stellen. Mijn fractie was
ervan overtuigd dat er geen probleem was en vond het
dan ook niet nodig om daarover vorige week donderdag
een vraag te stellen in de plenaire vergadering, zo
geloofwaardig was u overgekomen. Intussen zijn wij het
echter al gewend om wat meer vragen te stellen over de
berichten die deze regering de wereld in stuurt.
HA 50
COM 208
11
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Annemie Van de Casteele
Mijnheer de minister, we moeten de feiten samen met u
overlopen. Tenzij u mij tegenspreekt, blijkt duidelijk dat
het hier gaat om een besmetting van veevoer met pcb's.
Als wij het hebben over een besmetting van veevoer met
pcb's, dan moeten wij nagaan hoe die pcb's in het
veevoer terechtgekomen zijn. Dat kan niet via de lucht
gebeuren, daarmee is iedereen het wel eens. Het moet
via de grondstoffen gebeurd zijn. Tenzij het om een
incidentele besmetting gaat via de installaties in het
bedrijf. We moeten die verschillende mogelijkheden
overlopen. Als we spreken over een besmetting via de
grondstoffen, dan is de vraag welke analyses men al
heeft uitgevoerd. Mijnheer de minister, kunt u ons een
overzicht geven van de stalen die in het bewuste
veevoederbedrijf zijn genomen ? U zegt dat Consum
gewerkt heeft. Ik wil graag weten wanneer de laatste
negatieve stalen in het bedrijf zijn genomen en wanneer
het eerste positieve staal werd genomen. Wanneer hebt
u de analyseresultaten gekregen ? Wat hebt u daarna
gedaan ? Ik ga ervan uit dat u wat vroeger op de hoogte
was van het probleem dan vorig jaar het geval was. Wat
hebt u toen gedaan ?
Als het om de grondstoffen gaat, dan is er een probleem
met de controle op de grondstoffen. Men weet blijkbaar
niet eens goed welke grondstoffen men bij dit bedrijf
heeft gebruikt. Op een bepaald ogenblik heeft men
gezegd dat het zeker niet om vet ging aangezien het
bedrijf geen vet verwerkt in het voeder. Klopt dat ? Wat
zijn de componenten die men wel gebruikt ? Heeft men
die verschillende componenten geanalyseerd ? Wat zijn
de resultaten daarvan ? We moeten dat eerst weten om
uit te kunnen sluiten dat er een probleem met de grond-
stoffen is. Als er een probleem met de grondstoffen is,
dan is het logisch dat wij moeten nagaan of dezelfde
grondstoffen niet werden geleverd aan andere bedrijven.
Het lijkt mij moeilijk te verklaren dat men bijvoorbeeld een
partij graan alleen aan dit bedrijf zou leveren, tenzij het
om een zeer kleine partij zou gaan. Ik zou graag eerst dit
spoor kunnen uitsluiten.
Er werd reeds op gewezen dat er blijkbaar geen registers
worden bijgehouden van de grondstoffen. In onze aan-
bevelingen hebben wij erop gewezen dat het nodig is dat
de veevoederbedrijven hun grondstoffen controleren. In
dit geval is dat duidelijk niet gebeurd. De heer Brouns
heeft er al op gewezen dat men al verschillende keren
stalen had genomen bij dit bedrijf. De inspectie had dus
vroeger reeds kunnen vaststellen dat er iets fout liep met
de controle. Mijnheer de minister, nu lijkt u te beseffen dat
men dit niet kan afdwingen als hieraan geen sancties
gekoppeld worden. Uiteraard is dit rijkelijk laat. Als men
oplegt dat er registers moeten worden bijgehouden, dan
is het nogal logisch dat dit gecontroleerd wordt en dat er
bij overtredingen sancties worden opgelegd. Anders zul-
len die overtredingen immers blijven bestaan.
Mijnheer de minister, u hebt al aangekondigd dat er een
verbod op dierenmeel zou komen. Dat stond ook in het
regeerakkoord. Nu blijkt dit plots wel bespreekbaar te
zijn. Graag kreeg ik daarover enige uitleg. Wat zijn de
concrete voorstellen ? Op welke termijn denkt u dat in te
voeren ? Gaat u dat alleen bij ons invoeren ? In de
discussie hierover is immers gebleken dat dit een
concurrentieprobleem op Europees niveau met zich zou
kunnen brengen.
Hebt u dat op Europees niveau aangekaart ? De proble-
men die wij kennen, kunnen even goed in andere landen
van Europa bestaan. Met ons Consum-programma kun-
nen wij eerder vaststellen dat er problemen zijn, terwijl
men dat in andere landen zelfs niet doet. Ook dat mag op
Europees niveau worden aangekaart.
Mijnheer de minister, mocht het spoor van de grondstof-
fen niet het juiste spoor zijn, dan rijst de vraag welke de
andere vervuilingsbronnen kunnen zijn. Is een installatie
binnen het bedrijf mank gelopen, waardoor olie¨n in het
veevoeder terechtgekomen zijn ? Aan de hand van het
profiel van de pcb's zou men dat toch op relatief korte
termijn moeten kunnen achterhalen. Op een bepaald
moment werd gezegd dat op het bedrijf afgedraaide olie¨n
werden gevonden. Zijn strengere controles hier geen
noodzaak ? Mogen dergelijke olie¨n sowieso nog aanwe-
zig zijn op het bedrijf ? Ook de vraag of er eventueel
kwaad opzet mee is gemoeid, moet worden gesteld.
Werd er reeds onderzoek naar uitgevoerd ? Ik heb via de
pers vernomen dat het parket is ingeschakeld. Wordt bij
het parket kwaad opzet volledig uitgesloten ?
Tot zover het probleem bij het veevoederbedrijf zelf. Bij
een volgende stap komen wij bij de veehouders. In het
veevoeder werd na controle van stalen duidelijk een
contaminatie vastgesteld. Dat veevoeder is verdeeld.
Over hoeveel veevoeder gaat het ? Waar is dat veevoe-
der nu ? U sprak over drie bedrijven, maar nu blijken het
er al meer te zijn. Nadien is opnieuw een deel van de lijst
geschrapt. Op basis waarvan werden een aantal bedrij-
ven van die lijst geschrapt ? Voeren de veehouders geen
enkele controle uit op het veevoeder dat zij binnenkrij-
gen ? Hebben wij uit de problemen van vorig jaar niet
geleerd dat het goed zou zijn dat bij het intrekken van die
veevoeders op zijn minst een staal zou worden genomen
ter controle. Tevens kan een controlestaal ter beschik-
king worden gehouden voor het geval problemen zouden
rijzen. U zegt dat reeds een aantal stalen werden geana-
lyseerd van hetzelfde veevoeder dat bij de bedrijven is
terechtgekomen, en dat slechts een aantal ervan positief
bleken te zijn. Volgens mij kan dat niet. Als vervuild
veevoeder bij bedrijven terechtkomt, dan moet in al die
bedrijven dat vervuild veevoeder op te sporen zijn, zeker
als controlestalen moeten worden bijgehouden. Als dat
niet zo is, dan loopt daar toch iets mank met het systeem.
12
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Annemie Van de Casteele
Mijnheer de minister, over welke bedrijven spreken wij
hier ? Er heerst hierover toch enige verwarring. Gaat het
alleen over rundveebedrijven of gaat het ook over
varkensbedrijven ? De minister gaf aanvankelijk te ken-
nen dat het niet over varkensbedrijven zou gaan. Nadien
worden toch 44 varkens geviseerd, maar men zegt
opnieuw dat de varkens niet geviseerd zijn. Wij weten het
niet meer. Graag vernam ik terzake enige verduidelijking.
Is het mogelijk dat dieren ondertussen van dat veevoeder
zouden hebben gegeten ? Wat was het verloop van die
dieren ? Werden die dieren getraceerd en/of geslacht ?
Welke instructies werden aan de slachthuizen en het IVK
gegeven ? Hoe is de Eetwareninspectie daarbij inge-
schakeld ? Heeft men inderdaad sluitende garanties dat
alles wat eventueel vervuild is, werd getraceerd en
geblokkeerd ? Is in de tussenperiode dat men het niet
heeft geweten toch een deel ervan in de consumptie-
keten terechtgekomen ?
Mijnheer de minister, ik heb nog een opmerking over de
communicatie. De communicatie van de minister naar de
bevolking was volgens mij al te geruststellend en was,
zeker in de beginfase, niet objectief genoeg. Uit de media
hebben wij kunnen vernemen dat de communicatie naar
Europa ditmaal wel snel is verlopen. Op welk moment en
op welke manier werden welke instanties op de hoogte
gebracht ? Hoe is de samenwerking verlopen tussen het
ministerie van Landbouw en het ministerie van Volksge-
zondheid ? Het Agentschap is immers nog altijd niet
operationeel.
Bovendien blijkt dat er via andere samenwerkingsver-
banden moet worden ingegrepen in deze minicrisis.
Is er overleg geweest met de sector ? Is er ook, zoals wij
hebben aanbevolen, overleg gepleegd met vertegen-
woordigers van de consumenten ? Hoe is dat in concreto
verlopen ?
Op een bepaald moment werd geopperd dat de oorzaak
een contaminatie met dichloorvos - de heer Brouns heeft
daarop reeds gealludeerd - zou zijn, wat minder erg zou
zijn dan een pcb-vervuiling. Wanneer iemand van het
betrokken veevoederbedrijf plots in de media verklaart
dat er een twintigvoudige dosis van dichloorvos in het
veevoeder is terechtgekomen, is dat dan gemeld ge-
weest, want er is toch een meldingsplicht ? Hoe werd dat
probleem opgevolgd ? Uiteindelijk moest ook dat vee-
voeder dat toch besmet was, geblokkeerd worden. Welke
maatregelen heeft de regering dienaangaande geno-
men ?
Wij hadden het reeds over de problemen in verband met
de traceerbaarheid, het crisisdraaiboek, de problemen
inzake de Europese politiek. Ik denk dat wij dit incident
moeten aangrijpen om de stelling aan te kaarten dat het
probleem ruimer is dan wat wij vorig jaar en nu met deze
minicrisis hebben afgebakend, en dat het mogelijk om
een structureel probleem van vervuiling gaat, zolang het
pcb-probleem niet is verholpen.
De vraag is gesteld naar de link tussen dioxines en pcb's.
Men merkt terecht op dat het verwijderingsplan van de
pcb's een verantwoordelijkheid van de gewesten is.
Hebben de federale ministers dan wel contact gehad met
de gewestministers om na te gaan of er terzake vorde-
ringen zijn gemaakt ?
Ten slotte, wat zijn de financie¨le consequenties van deze
kleinere crisis ? Is er duidelijkheid over de aansprakelijk-
heid van het bedrijf of andere grondstoffenleveranciers,
om te vermijden dat de belastingbetaler eens te meer
moet opdraaien voor de onzorgvuldigheid, zelfs malafide
praktijken, van een aantal personen in de veevoeder-
sector ?
Mme Martine Dardenne (AGALEV-ECOLO) : Monsieur
le pre´sident, madame la ministre, monsieur le ministre,
j'aimerais a` mon tour parler de cette question de la
contamination des aliments pour be´tail qui revient mal-
heureusement a` l'ordre du jour.
Il me semble que cette nouvelle contamination pose une
nouvelle fois de manie`re aigue¨ une se´rie de questions
qui, a` mon sens, ont e´te´ sous-estime´es ou minimise´es
par certains, et pas ne´cessairement de la majorite´ (sou-
rires), dans les conclusions de la commission d'enque^te
dioxine.
Je me rappelle avoir du^ me battre pour faire introduire au
moins une notion sur l'agriculture lie´e au sol, pour faire
inscrire le principe de pre´caution. Les oppositions ne
venaient certainement pas des e´cologistes de la majo-
rite´, mais des partis de la majorite´ pre´ce´dente qui vou-
laient de´fendre une se´rie de syste`mes en place.
Je me re´jouis d'entendre aujourd'hui M. Brouns de´clarer
que la dioxine est quelque chose de tre`s dangereux. Je
rappelle que nous avons entendu des experts qui sont
venus minimiser le proble`me et que je n'ai obtenu que
l'inscription d'un rapport e´crit du docteur Pluygers qui est
un des experts les plus e´minents en matie`re de sante´
publique sur la question. On n'a pas voulu l'auditionner.
Je trouve qu'il y a un proble`me a` ce niveau-la`.
Je m'en tiendrai a` ma ligne puisque, depuis mon arrive´e
au parlement, j'interroge sur la dioxine. Je vais re´pe´ter ici
ce que j'ai dit a` la commission
dioxine et dans mon
intervention en se´ance ple´nie`re. J'e´tais d'ailleurs a` peu
pre`s la seule a` le dire.
Lors de cette commission, l'attention s'est focalise´e sur la
ne´cessite´ de contro^les accrus et mieux organise´s. Il
semble bien que de, ce co^te´, les choses se soient
HA 50
COM 208
13
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Martine Dardenne
ame´liore´es. En te´moigne - tout le monde l'a souligne´ - le
syste`me Consum qui a bien fonctionne´ puisqu'il a permis
de de´tecter la contamination de Feluy, suffisamment to^t
en tout cas pour pouvoir mieux la circonscrire.
Cependant, j'estime que si la question des contro^les est
importante - ce qui est e´vident -, elle n'est pas ne´cessai-
rement fondamentale. Je voudrais faire un petit paralle`le
avec ce qui se passe en matie`re d'hormones, ou` malgre´
les moyens consentis non seulement en termes de
budget mais aussi en termes financiers pour ame´liorer
les contro^les, nous constatons une augmentation du taux
d'hormones. Comment cela se fait-il ? Les trafiquants
ame´liorent aussi leurs techniques, mais le proble`me
fondamental vient du fait que notre agriculture ne´cessite
l'utilisation de ce genre de substances pour e^tre compe´-
titive. Ce qui pose question aujourd'hui et qui fait re´elle-
ment proble`me, c'est que cette nouvelle contamination
surgisse et soit possible.
Je ne veux pas jouer l'oiseau de mauvais augure mais je
dirais volontiers que si on ne s'attaque pas e´nergique-
ment aux causes du proble`me, nous connai^trons encore
ce genre de crises. Celles-ci trouvent leur origine dans
l'existence d'un e´levage tre`s intensif et dans l'alimenta-
tion animale, les deux questions me semblant d'ailleurs
indissolublement lie´es.
En effet, comme on a accepte´ de l'inscrire - mais j'ai du^
batailler ferme et on l'a fait sous une forme e´dulcore´e
dans les conclusions et non dans les recommandations
de la commission d'enque^te
dioxine -, le de´veloppe-
ment d'une agriculture intensive qui est devenue une
ve´ritable industrie non lie´e au sol, ge´ne`re une production
exce´dentaire. Il suffit de voir les taux d'autosuffisance - je
ne les reprendrai pas ici car je les ai cite´s lors de mon
intervention en se´ance ple´nie`re a` la fin de la commission
d'enque^te -, production exce´dentaire qu'il faut e´couler au
prix du marche´ mondial, soit a` un prix extre^mement bas.
Dans ce contexte, on ne peut atteindre la rentabilite´ du
produit que de deux manie`res. Soit, en raccourcissant le
cycle de production; et la`, on ne peut faire mieux : on ne
sait pas produire un poulet en moins de six semaines et
nous y sommes; on ne sait pas produire un cochon en
moins de trois mois et nous y sommes !
Comme il n'est pas possible de raccourcir le cycle de
production, nous ne pouvons plus jouer que sur le cou^t
des matie`res premie`res qui entrent dans la composition
des aliments pour le be´tail.
C'est ainsi que la tentation est grande d'introduire, soit
le´galement, des matie`res premie`res que l'on dit secon-
daires puisque ce sont des de´chets
reclasse´s, soit de
manie`re frauduleuse, des de´chets pour l'e´vacuation des-
quels on conce`de un avantage financier.
La question de la ne´cessaire reconversion de l'agricul-
ture intensive est donc pose´e tout comme celle de
l'alimentation animale faite de farines animales, c'est-a`-
dire de cadavres recycle´s et de graisses recycle´es
incorpore´es, qu'elles soient animales ou non.
Les deux questions sont lie´es. En effet, s'il est ne´ces-
saire de fabriquer des farines animales, c'est parce qu'il
y a trop d'animaux. Et s'il y a trop d'animaux, c'est a`
cause d'une agriculture intensive, pour laquelle il faut des
aliments peu cou^teux, a` base de matie`res premie`res
secondaires.
Partant de cette analyse, je voudrais demander au
ministre si l'on va re´ellement biento^t interdire les farines
animales dans l'alimentation de tous les animaux. J'ai cru
comprendre que telle e´tait bien l'intention du ministre de
l'Agriculture. Dans ce cas, je pense qu'il est grand temps
de le faire.
Par ailleurs, je rappelle qu'au sein de la commission
dioxine on a, d'une manie`re soi-disant neutre, fait
observer que l'obligation de n'utiliser que des farines non
animales cou^terait un milliard de francs. Et, d'un coup de
baguette magique, les avis ont change´ pour quand
me^me admettre encore les farines animales.
Donc, monsieur le ministre, va-t-on interdire l'ajout des
graisses recycle´es, non seulement celles dites de friture
et autres, mais aussi les graisses animales ? A cet e´gard,
je voudrais rappeler le principe de bio-accumulation de
ce genre de polluants pre´cise´ment dans les graisses. De
plus, en ajoutant des paliers a` la chai^ne alimentaire, on
favorise cette accumulation. Donner des graisses, qui
sont elles-me^mes contamine´es pour avoir subi un phe´-
nome`ne de concentration, a` des animaux qui vont eux-
me^mes reconcentrer ces graisses, ce n'est jamais tre`s
bon.
Il est vrai que l'adoption d'une telle mesure d'interdiction
devra e^tre pre´ce´de´e d'une concertation avec les Re´-
gions. Celle-ci est-elle en cours ?
Il en va de me^me pour la question de la politique du
de´classement/reclassement de certains de´chets, qui est
une compe´tence re´gionale. Je pense que le fe´de´ral
devrait exercer une pression car il est inadmissible de
continuer a` proce´der de la sorte.
Mon interpellation concerne e´galement d'autres domai-
nes, ou` l'on veut faire la me^me chose. Par ce biais, je
mets le doigt sur le fait que c'est tout un syste`me
e´conomique qu'il faut remettre en cause.
Je voudrais aussi demander quelles sont les mesures
prises pour renforcer le contro^le des matie`res premie`res
qui entrent dans l'alimentation animale. Car s'il faut des
contro^les, c'est bien a` ce niveau-la` qu'ils sont ne´cessai-
res.
14
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Martine Dardenne
Quelles mesures pourraient e^tre prises pour re´orienter a`
terme et progressivement l'agriculture intensive vers une
agriculture lie´e au sol ?
Ou` en sont les arre^te´s d'application qui doivent proce´der
a` la mise en oeuvre de l'agence pour la se´curite´ alimen-
taire ? D'autres orateurs ont suffisamment de´taille´ ce
point pour ne pas m'embarrasser de de´tails. J'aimerais
simplement avoir une ide´e du timing et des orientations
qui sont prises dans ce domaine.
En outre, monsieur le ministre, e^tes-vous informe´ de
l'avancement des travaux au niveau des Re´gions en ce
qui concerne l'instauration d'un cadastre de recensement
des transformateurs a` Askarel ? Je sais que cela ne
rele`ve pas de votre compe´tence. Ceci dit, je voudrais
quand me^me souligner qu'il y a eu une interdiction pour
les PCB au niveau europe´en en 1976. Il a fallu attendre
dix ans pour que l'on transcrive cette mesure dans notre
droit. Il existe cependant des de´rogations a` cette inter-
diction. Il serait peut-e^tre judicieux de commencer par
supprimer toutes ces de´rogations au niveau fe´de´ral. Cela
permettrait d'acce´le´rer le processus au niveau re´gional.
Enfin, quels sont les moyens budge´taires que l'on pre´voit
pour ces diverses politiques ?
M. Luc Paque (PSC) : Monsieur le pre´sident, madame la
ministre, monsieur le ministre, mon intervention sera
bre`ve de`s lors que mes colle`gues ont de´ja` fait toute une
se´rie de remarques et pose´ de nombreuses questions
sur le sujet.
Il y a un an, presque jour pour jour, les consommateurs
belges apprenaient que la chai^ne alimentaire e´tait conta-
mine´e. Aujourd'hui, malheureusement, l'histoire se re´-
pe`te. Vous conviendrez tous avec moi que nous aurions
pre´fe´re´ comme´morer ce triste anniversaire d'une ma-
nie`re tout a` fait diffe´rente.
Je voudrais vous poser quelques questions concernant
la contamination aux PCB de´couverte a` Feluy. Bien que
mes colle`gues en aient de´ja` parle´, je repose la question,
car elle inte´resse tous les citoyens belges. Quelles sont
les causes et l'origine de cette contamination ? Hier, on
l'ignorait encore.
Par ailleurs, au cas ou` ces causes auraient enfin e´te´
de´finies aujourd'hui, pouvez-vous nous dire quelle est
exactement l'e´tendue de cette contamination ?
Quelles dispositions comptez-vous prendre a` l'e´gard du
consommateur ? Des colle`gues ont demande´ si des
animaux contamine´s e´taient entre´s dans la chai^ne ali-
mentaire. Que comptez-vous faire si c'est le cas et, si ce
n'est pas le cas, comment comptez-vous l'e´viter ?
D'autre part, quelle attitude comptez-vous adopter a`
l'e´gard des pays tiers ? Plusieurs pays ont de´ja` re´agi au
sein du comite´ ve´te´rinaire permanent et se posent des
questions. Les ministres se veulent rassurant mais, pour
l'instant, on ne connai^t pas exactement l'ampleur de
cette crise. Il existe a` nouveau un risque que le secteur
concerne´ en soit encore une fois la victime. Il me parai^t
urgent de pouvoir, a` de´faut de rassurer, informer le mieux
possible nos partenaires commerciaux a` l'e´tranger.
Une question a longtemps e´te´ examine´e au sein de la
commission dioxine, il s'agit des synergies entre le
ministe`re de l'Agriculture et les diffe´rents services du
ministe`re de la Sante´ publique. Comment fonctionnent
ces synergies ? Une cellule de crise a-t-elle e´te´ mise en
place ? Des re´unions se de´roulent-elles re´gulie`rement ?
D'une manie`re plus ge´ne´rale, en ce qui concerne
Consum, nous reconnaissons tous que l'objectif est de
mettre en place des monitorings permanents des ali-
ments pour be´tail afin de de´tecter la pre´sence de conta-
minants. Mais d'autres contaminants pourraient se trou-
ver dans la chai^ne. De`s lors, d'autres monitorings sont-ils
effectue´s a` ce jour ? On s'est fortement concentre´ sur les
PCB et les dioxines mais a-t-on pense´ a` la de´tection
d'autres contaminants e´ventuels ?
L'Etat peut-il garantir l'efficacite´ de ce syste`me sur le plan
budge´taire, de`s lors que l'article budge´taire correspon-
dant comprend e´galement les indemnisations des entre-
prises agricoles qui ont subi un pre´judice financier suite a`
la crise de la dioxine ? La part re´serve´e a` Consum
est-elle suffisante a` court et moyen terme pour assurer
son objectif ?
De manie`re plus ge´ne´rale, en ce qui concerne les
recommandations de la commission dioxine, je ne re-
viendrai pas sur toutes les questions pose´es par nos
colle`gues Brouns et Van de Casteele. Je poserai ne´an-
moins une question : qu'en est-il de l'avancement de ces
recommandations, notamment en ce qui concerne la
valorisation du syste`me GMP dont on a aussi beaucoup
parle´ au cours de nos travaux ?
Une des causes de cette contamination pourrait provenir
d'un transformateur a` l'Askarel. Mme Dardenne a parle´
de cette proble´matique en e´voquant la directive euro-
pe´enne qui incite les pouvoirs publics a` faire re´aliser
l'inventaire de ces appareils. Malheureusement, la Re´-
gion wallonne n'est pas tre`s loin dans ce domaine et
e´prouve beaucoup de difficulte´s a` re´aliser cette liste. De`s
lors, le pouvoir fe´de´ral a-t-il e´tabli une concertation a` ce
sujet avec les Re´gions ? C'e´tait aussi une des recom-
mandations de la commission dioxine et cette mission
fera e´galement partie du mandat donne´ a` la future
agence. Peut-e^tre ces contacts existent-ils de´ja` avec les
Re´gions en y assimilant la proble´matique des de´chets
susceptibles d'entrer dans la chai^ne alimentaire ?
Les normes belges sont tre`s se´ve`res mais nous devons
nous en fe´liciter. Ne´anmoins, si ces mesures sont remar-
quables, la Belgique ne s'isole-t-elle pas vis-a`-vis de ses
HA 50
COM 208
15
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Paque
partenaires europe´ens ? Il est urgent que nos ministres
puissent de´fendre aupre`s des instances europe´ennes la
reconnaissance de normes communes, de telle sorte que
les pays de´passant les normes fixe´es par eux-me^mes ne
soient pas pe´nalise´s aupre`s de leurs voisins.
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, ik zal antwoorden op de vragen die betrekking
hebben op mijn bevoegdheden. Mevrouw Aelvoet zal
antwoorden op de vragen die verband houden met de
aspecten inzake gezondheid. Wij zijn het roerend eens
over de antwoorden die zowel ik als mijn collega, me-
vrouw Aelvoet, zullen geven. Ooit was het anders, maar
Volksgezondheid en Landbouw werken nu voortreffelijk
samen wat een ommekeer betekent in vergelijking met
wat we ooit meemaakten.
Op de vragen in verband met de historiek van het
pcb-incident in Feluy zal ik trachten te antwoorden aan
de hand van feiten. Ik zal niet ingaan op sommige
verzinsels die de afgelopen dagen hebben gecirculeerd.
U hebt, niet van de leden, noch van de pers, verklaringen
gehoord over allerlei onderdelen, onder meer over de
mogelijke oorzaken, die vaak op geen enkele grond
gestoeld zijn. Ik zal mij daar dus niet over uitlaten.
Op 4 mei werd in het kader van het Consum-monitoring
programma van veevoeders, een routinemonster geno-
men van het voeder bestemd voor fokkalveren. Het
voeder werd gefabriceerd op 3 mei 2000. Het ging om het
zestiende monster dat sinds de start van Consum, in het
begin van dit jaar, in het betrokken veevoederbedrijf werd
genomen.
Het betrokken veevoederbedrijf is een klein familiaal
bedrijf met slechts enkele werknemers. Het heeft een
gemiddelde jaaromzet van 2 000 ton veevoeder. Het
levert ook vaak aan kleine bedrijven. Ik geef een voor-
beeld. De 12 varkensbedrijven waren gezamenlijk goed
voor 904 varkens. Aan de noordelijke kant van dit land
treft men vaak varkensbedrijven aan die op een bedrijf
meer dan dat aantal hebben. Het gaat dus vaak over
kleinere schalen.
Op 16 mei was de uitslag van het bewuste monster
gekend : 12 587 nanogram pcb's per kilogram vet. Alle
aanwezige grondstoffen en veevoeders werden dezelfde
dag onder bewarend beslag geplaatst en bemonsterd.
Het positieve kalvervoeder werd getraceerd. Dit is een
precies antwoord op de vragen van mevrouw Van de
Casteele.
- Voorzitter : mevrouw Muriel Gerkens
De drie bedrijven hadden van het bewuste lot kalvervlok-
ken gekregen. De kalveren op die bedrijven werden
onder toezicht van de veterinaire diensten geplaatst. De
Europese Commissie werd de dag waarop de uitslag
bekend was, 16 mei, op de hoogte gebracht.
Mijnheer Brouns, toen u op 19 mei uw vragen stelde, had
u er natuurlijk ook geen weet van dat een monster van
varkensvoeder, genomen op 17 mei - toen we alle
aanwezige grondstoffen en veevoeders in het betrokken
veevoederbedrijf hebben bemonsterd - nog sterk positief
zou bevonden worden.
Het Consum-alarmsysteem meldde ons op 20 mei dat
ook een afmestvoer voor varkens positief was, namelijk
141 903 nanogram pcb's. Dit resultaat werd bevestigd.
In totaal werden op het bedrijf 32 voedermonsters geno-
men, waarvan er 5 positief waren. De 181 000 nanogram
vet die circuleerde, was het onbevestigde, niet gevali-
deerde resultaat.
Nadat ik dit resultaat vrijdagmiddag had vernomen, heb
ik na overleg met mijn collega van Volksgezondheid en
met onze beide departementen, besloten alle klanten van
dit veevoederbedrijf onder toezicht van de veterinaire
diensten te plaatsen. Het ging in totaal om ongeveer 200
klanten. De hoofdmotivatie van deze beslissing was de
volgende : de veevoederproducent heeft zich niet gehou-
den aan de verplichting dagelijkse registers bij te houden
van al zijn afnemers, zodat de link tussen gecontami-
neerde veevoeders en Sanitel-veebeslagen niet onmid-
dellijk kon gelegd worden.
In het eerste geval hadden we die tracering wel meteen
onder controle, namelijk 3 bedrijven, zoals ik ook gezegd
heb. In het tweede monster bleek dat niet voorhanden te
zijn.
Bovendien had hij ook geen getuigenmonsters van alle
voeders die de laatste drie maanden zijn bedrijf hebben
verlaten. Als deze vaststellingen worden bevestigd, zal
vanzelfsprekend een sanctie worden genomen en zal de
vergunning van deze veevoederfabrikant worden inge-
trokken.
Er was nog een andere reden om dit voorzorgsprincipe
toe te passen. Op het ogenblik dat de problemen opdo-
ken, was het niet mogelijk een direct verband aan te
tonen tussen het gecontamineerde eindvoeder en een
van de gebruikte grondstoffen. Trouwens, dit verband
kan ook nu nog niet worden aangetoond.
Voor zover ik nu weet, werden er geen risicogrondstoffen
van dierlijke oorsprong gebruikt. Het enige dat vandaag
vaststaat is dat het in het gecontamineerde veevoeder
aangetroffen pcb-profiel 7.. opnieuw goed overeenstemt
met een bepaald type transformatorolie. Het gaat niet om
hetzelfde type dat de vorige dioxinecrisis heeft veroor-
zaakt. Het gerecht en onze diensten onderzoeken hoe
die vervuiling in het veevoeder terecht is kunnen komen
zonder dat het aanwezig is in een van de gebruikte
plantaardige grondstoffen.
In de vooravond van 19 mei werd de Europese Commis-
sie andermaal op de hoogte gebracht. Tevens werd in de
stad Bergen een coo¨rdinatiecentrum opgericht dat is
samengesteld uit mensen van het IVK, de Eetwaren-
inspectie, de Inspectie van de Grondstoffen en de Veteri-
16
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
naire Diensten. Ik hoed mij ervoor exacte cijfers te geven
van de onder toezicht geplaatste bedrijven, dieren en
voeders omdat ze nu wellicht reeds zijn achterhaald.
Voor exacte cijfers verwijs ik naar onze dagelijkse pers-
briefing die om 17.00 uur plaatsvindt. Het verstrekken
van cijfers op andere tijdstippen van de dag vergroot
enkel de verwarring.
De cijfers van gisteravond zijn ondertussen zeker achter-
haald. Het grootste gedeelte van de tijdelijk onder toe-
zicht geplaatste bedrijven is intussen opnieuw vrijgege-
ven, onder meer na bezoeken van de Veterinaire
Diensten, die tijdens het afgelopen weekend werden
afgelegd, waaruit is gebleken dat aan een van de vol-
gende parameters is voldaan.
Ten eerste, het gebruikte voeder was geleverd vo´o´r 20
april 2000, dag waarop het laatste negatieve controle-
monster werd geproduceerd. Ten tweede, het bedrijf had
voeder gekregen waarvan er al een negatief controle-
resultaat bestond. Ten derde, de resultaten van de geno-
men melkmonsters zijn gekend en zijn negatief. Ten
vierde, de resultaten van de genomen veevoeder-
monsters zijn gekend en zijn negatief.
Desalniettemin heeft de veevoederfabrikant zich bereid
verklaard het nog aanwezige voeder bij zijn klanten op te
halen, te crediteren en te laten vernietigen op zijn kosten.
Uiteraard zal dit gebeuren onder toezicht van mijn dien-
sten. Dankzij ons bewakingssysteem Consum kunnen
we met 99% zekerheid zeggen dat er momenteel geen
andere veevoederbedrijven bij dit incident in Feluy zijn
betrokken.
De geachte leden vragen ook naar een stand van zaken
betreffende het project-Consum. Welnu, dankzij Consum
zijn we erin geslaagd een contaminatie van veevoeders
met pcb in een zeer vroeg stadium te ontdekken. Con-
sum is een algemeen contaminanten-bewakingssysteem
dat zich in de praktijk niet beperkt tot pcb en dioxine. Ook
mycotoxines - gifstoffen geproduceerd door schimmels -,
zware metalen, residuen van pesticiden, antibiotica en
hormonale
substanties
worden
in
het
Consum-
programma routinematig gecontroleerd.
Zoals u weet is het de bedoeling om via het Consum-
programma per jaar ongeveer 16 000 pcb-testen uit te
voeren waarvan 11 000 in de veevoedersector. Tegelij-
kertijd worden simultaan een duizendtal monsters getest
op dioxine. In de veevoedersector gaat het om een
permanente monitoring van kritische grondstoffen -
dierenmeel en dierlijke vetten, haring- en vismeel, kao-
liet - en een screening van gebruiksklare veevoeders. De
monsternames en de analyses van alle kritische grond-
stoffen gebeuren systematisch door onze diensten en
onze labo's, of door prive´-geaccrediteerde labo's. De
monstername en screening van de gebruiksklare voe-
ders gebeurt door de mensen van de inspectie Grond-
stoffen. Van bij de ontdekking van een positief monster -
waarvan de uitslag dus boven de 200 nanogram per
kilogram vet is - treedt, zoals u ongetwijfeld de afgelopen
dagen hebt kunnen merken, een alarmprocedure in
werking. Momenteel zijn er op het niveau van de
veevoedersector 2 991 negatieve resultaten bekend van
pcb-analyses in het kader van Consum. Het 2 992ste
monster van 3 mei in Feluy was het eerste van de vijf
positief bevonden stalen. Eigenlijk kunnen ze worden
herleid tot twee stalen, want de drie andere waren
onderdelen van een van die stalen.
- Voorzitter : mevrouw Yolande Avontroodt
Als voorlaatste punt wil ik nog iets zeggen over de
verklaring van de betrokken producent van veevoeders
dat er per ongeluk twintigmaal de toegelaten dosis
dichloorvos - het actieve ingredie¨nt van een erkend en
toegelaten ontsmettingsproduct voor granen - in het door
hem gefabriceerde dierenvoeder kan zijn terechtgeko-
men. Mijn diensten hebben stalen genomen die momen-
teel worden onderzocht om na te gaan of de maximum-
residuwaarde van dichloorvos is overschreden. Indien
dat zo is zal een bijkomend proces-verbaal ten laste van
de producent worden opgemaakt. Vermits de fabrikant
zich bereid heeft verklaard onder toezicht van mijn dien-
sten alle door hem geleverde voeders die nog bij zijn
klanten zijn, op te halen en te vernietigen, zal ook een
eventueel probleem met een te hoog gehalte aan
dichloorvos in het voeder niet verder uitbreiden.
Als laatste punt wil ik ingaan op de vraag van mevrouw
Van de Casteele in verband met de concrete uitvoering
van de aanbevelingen van de dioxinecommissie. Deze
aanbevelingen situeerden zich op drie niveaus : het
conceptuele - het bepalen van de doelstellingen en de
principes inzake kwaliteitseisen -, het structurele, of de
noodzakelijke structuren om deze doelstellingen te ver-
wezenlijken en het functionele, met name de werking van
de structuren. Het moge duidelijk zijn dat de concrete
uitvoering van de aanbevelingen van de dioxinecrisis
zich zal manifesteren in het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen, dat mijn collega Magda
Aelvoet momenteel op de rails zet. Ik heb niettemin
gemeend niet te mogen wachten. In afwachting van dit
Agentschap hebben wij bijgevolg beslist om een uitge-
breid Consum-programma op te zetten. Vast en zeker zal
niemand ons dat kwalijk nemen. Mijn collega van Begro-
ting zal ook wel weten dat het geld dat aan Consum wordt
besteed, zeer nuttig besteed is.
J'en arrive a` la question pose´e par M. Paque qui de-
mande si le budget pre´vu pour le programme Consum
est suffisant pour financer tous les contro^les planifie´s.
J'avoue que nous avons pris du retard en ce qui
concerne la quantite´ d'e´chantillons pre´leve´s et analyse´s.
Mais cela me parai^t normal e´tant donne´ que le pro-
gramme vient de de´marrer. Ce point sera toutefois inscrit
a` l'ordre du jour du Conseil des ministres lorsque cela
s'ave´rera ne´cessaire. Entre-temps, nous sommes capa-
bles de travailler puisque les moyens ne´cessaires sont
mis a` notre disposition.
HA 50
COM 208
17
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Si nous voulons restaurer l'image fort endommage´e de
notre secteur agro-alimentaire a` l'e´tranger, le programme
Consum devra e^tre e´largi sans de´lai a` toute l'Europe.
Mijnheer Brouns, in de eerste plaats kan ik u meedelen
dat de analyses inzake dioxine afgerond zijn. Wij ver-
wachten de resultaten en zullen ze meteen meedelen. U
weet dat de procedure voor het testen op dioxine iets
langer duurt. Gelukkig gaat dit met de ervaring waarover
we nu beschikken al veel sneller dan vroeger.
Ten tweede hebben wij deze bedrijven niet geblokkeerd
maar onder veterinair toezicht gesteld. Wat is het ver-
schil ? Als men nu vaststelt dat er niets aan de hand is,
kan men ze meteen opnieuw vrijgeven. Anders moet men
aparte besluiten en maatregelen nemen. Uiteindelijk zijn
de boeren daar de dupe van. Eigenlijk is de graad van
bewaking even streng.
Ten derde kom ik bij het niet bijhouden van registers. Wij
hebben inderdaad vastgesteld dat dit niet gebeurt. Ik heb
bij de administratie gevraagd waarom men dat niet
gecontroleerd had terwijl men daar al vijftien stalen had
genomen. Men heeft ons geantwoord dat men in het
begin vooral bezig was met het nemen van monsters,
klein of groot, naargelang de schaal van het bedrijf. Ik
weet niet wat hen ertoe heeft aangezet om dit niet
meteen te controleren. Wij hebben beslist dat de persoon
in kwestie alleszins in gebreke wordt gesteld. Verder
zullen wij bij elk bezoek vragen dat de registers worden
ondertekend en tegengetekend. Bovendien moeten de
resultaten naast elkaar worden gelegd. Dat moet in de
toekomst zeker gebeuren.
Het eerste geval leverde geen probleem op. Wij konden
dit meteen terugvoeren op de drie genoemde kalverbe-
drijven. Wat het tweede probleem betreft, hebben wij de
BTW-facturen als grondslag voor alle maatregelen moe-
ten nemen. Onze diensten hebben trouwens uitstekend
gewerkt. Vrijdag, toen wij het resultaat pas kenden, zijn
ze in gang geschoten en op zondag was elk bedrijf van
deze tweehonderd reeds bezocht en onder veterinair
toezicht geplaatst. Vijftig mensen, verdeeld over vijftien
ploegen, hebben het hele weekend gewerkt om deze
operatie af te ronden.
Mevrouw Van de Casteele, u had het in de eerste plaats
over Europa. De heer Byrne geeft al deels antwoord op
e´e´n van uw vragen aangezien hij het programma Con-
sum aanbeveelt aan alle Europese lidstaten. Wij hebben
daar maanden geleden al voor gepleit bij de Europese
Landbouwraad. Hij heeft toen meteen bevestigd dat hij
dit zou aanbevelen. Intussen heeft hij zoals u weet een
witboek voor de voedselveiligheid in Europa opgesteld.
Dit komt qua doelstellingen perfect overeen met wat wij in
Belgie¨ op poten zetten. Belangrijk is dat hij gevraagd
heeft dat andere landen intussen niet zouden wachten
maar meteen de nodige maatregelen zouden nemen. Ik
stel vast dat hij ons daar op vrijdag nog voor gefeliciteerd
heeft. Op zich koopt men daar niets voor, maar dit kan
alleen resultaat hebben als alle Europese landen op
dezelfde wijze de testing uitvoeren.
U had het ook over pcb's die niet uit de lucht komen
vallen. Ik hoop dat u correct hebt gelezen wat ik heb
gezegd. Ik heb gezegd dat wij in de tijd van de dioxine
een eigenaardige uitschieter met een enorm hoge pcb-
waarde hebben gevonden in de omgeving van de
verbrandingsoven en de fabrieken van Sidmar in Zelzate.
Dit keer hebben we opnieuw zo'n enorme uitschieter
waarvoor er op het eerste zicht geen verklaring is. Er
werd dus een zekere combinatie gemaakt. Ik wil u er wel
even op wijzen dat dit wel uit de lucht kan komen vallen.
Er is een gedocumenteerd geval bekend waarbij er in
Wallonie¨ door blikseminslag op een pyloon een lek is
ontstaan waardoor de pcb's letterlijk uit de lucht kwamen
vallen. Dit is door wetenschappers bevestigd en het
berust dus niet op fantasie. Uiteraard komt dit niet van de
lucht zelf. Ook in de omgeving van de verbrandingsovens
is het evident dat dit niet aan de lucht ligt maar aan de
verbrandingsovens zelf.
De laatste proef werd op 20 april genomen - de zeven-
tiende voor het varkensvoer. De man kocht zijn grond-
stoffen hoofdzakelijk bij kleinere lokale landbouwers. Wat
hij er voor de rest allemaal heeft bijgevoegd zullen wij
uiteraard in de loop van de komende dagen te weten
komen.
U had het ook over het verbod op dierenmeel. Dat staat
inderdaad niet alleen in het regeerakkoord.
Ik denk dat het belangrijk is om dit in een Europese
context te regelen. Sommige landen hebben dit reeds
geregeld, meer bepaald de Scandinavische landen,
Frankrijk, enzovoort. Daarom willen wij ook niet wachten.
Aanstaande vrijdag 26 mei 2000 hebben wij de goedkeu-
ring van het koninklijk besluit inzake het verbod van
dierenmeel en dierenvoeder op de agenda van de Minis-
terraad geplaatst.
Wij hebben contact opgenomen met de gewesten inzake
de controle op olie¨n. Dit is in eerste instantie een
gewestelijke aangelegenheid. De samenwerking is uit-
stekend verlopen. Wij hebben elke dag een briefing met
de pers gehad maar ook een werkvergadering tussen de
verschillende betrokken kabinetten en ministeries. Wij
hebben hierbij niet alleen de ministeries van Volksge-
zondheid en Landbouw betrokken maar ook met de
ministeries van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse
Handel contact opgenomen. Deze laatsten kunnen im-
mers een belangrijk effect hebben op de vertaling van
onze boodschap in de rest van de wereld om te voorko-
men dat wij meer schade zouden kunnen ondervinden.
Alles is dus onder toezicht geplaatst. Mevrouw Van de
Casteele, de aansprakelijkheid moet door het gerecht
worden uitgemaakt. Wij doen de vaststellingen, maar wij
moeten het rapport met een eventuele ingebrekestelling
van het gerecht afwachten om te weten tot welke maat-
regelen wij concreet kunnen overgaan.
18
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
M. Paque nous a interroge´s quant aux indemnisations
affe´rentes a` la crise de la dioxine, surtout pour le secteur
e´conomique. Nous avons, bien entendu, e´tabli le pro-
gramme d'indemnisation. Il y a une semaine, nous avons
de´ja` donne´ une confe´rence de presse pour annoncer
l'affectation d'un montant de 5,4 milliards au budget.
Cependant, la comptabilisation de l'ensemble des de-
mandes des agriculteurs nous ame`ne a` 6,6 milliards. A
cet e´gard, il convient d'examiner attentivement les dos-
siers, car certains agriculteurs ont introduit plusieurs
dossiers sur le me^me proble`me.
Les mille premiers dossiers sont de´ja` expe´die´s. Cela
signifie que l'agriculteur dispose d'un de´lai d'un mois
pour donner sa re´ponse. En cas d'approbation, le mon-
tant sera verse´ sur le compte de l'agriculteur, ce, dans un
de´lai de deux semaines.
Vous avez e´galement pose´ une question relative aux
normes. Nous avons de´ja` plaide´ au sein du conseil
agricole pour une standardisation de celles-ci au sein de
l'Union europe´enne. M. Byrne veut e´galement acce´le´rer
ce processus, mais ce n'est toujours pas le cas, car
certains pays he´sitent encore. Toutefois, la Belgique ne
peut e^tre tenue pour responsable. En effet, nous ne
pouvons nous permettre d'attendre e´tant donne´ la crise
que nous avons connue. Il s'impose de prendre les
mesures ne´cessaires tout en espe´rant que les autres
pays vont suivre notre exemple.
En ce qui concerne les questions de Mme Dardenne, je
re´pondrai aux questions un, deux, quatre et cinq car elles
rele`vent de ma compe´tence, les autres relevant de celle
de ma colle`gue, Mme Aelvoet. Par ailleurs, deux ques-
tions rele`vent de la compe´tence des re´gions.
L'interdiction des farines animales dans l'alimentation de
tous les animaux sera-t-elle effective ? Comme pre´vu
dans l'accord gouvernemental, je suis occupe´ a` e´laborer
une proposition a` ce sujet. Elle sera soumise, vendredi
prochain, au Conseil des ministres.
L'ajout de graisses recycle´es sera-t-il interdit ? Il s'agit ici
d'une compe´tence partiellement partage´e avec les re´-
gions. Des discussions sont en cours.
Depuis le 3 juin 1999, les approvisionnements en corps
gras des fabricants d'aliments pour animaux ont e´te´
limite´s a` trois types de produits :
1° les graisses animales classiques;
2° les huiles et les graisses ve´ge´tales de premier emploi;
3° les huiles et les graisses e´manant des usines agro-
alimentaires, mais livre´es sans interme´diaires.
Concre`tement, cela signifie, par exemple, qu'un ne´go-
ciant ou un fondoir ne peut plus recycler de graisses de
friture en vue de les livrer a` une usine d'aliments pour
be´tail. Des me´thodes d'analyses spe´cifiques ont du^ e^tre
mises au point pour permettre le contro^le de cette
disposition.
Je ne partage pas votre point de vue lorsque vous
estimez les contro^les superflus. Instaurer des interdic-
tions sans pouvoir exercer aucun contro^le ne reve^t aucun
sens.
Je voudrais souligner que l'accord gouvernemental ne
pre´voit pas l'interdiction de tout usage de graisses ani-
males. Ainsi, les graisses provenant d'animaux exper-
tise´s propres a` la consommation humaine ne seront pas
interdites.
Sera-t-il mis fin a` la politique de de´classement-
reclassement de certains de´chets ? Je ne puis re´pondre
a` cette question, cette matie`re relevant de la compe´tence
des re´gions.
Quelles sont les mesures prises pour renforcer le
contro^le des matie`res premie`res entrant dans l'alimenta-
tion animale, car si des contro^les-exigences sont ne´ces-
saires, c'est bien a` ce stade-la` ? Vous n'ignorez pas les
mesures prises par ce gouvernement en vue de renforcer
ce contro^le. Consum est le meilleur syste`me de contro^le
au monde pour de´tecter a` un stade pre´coce toute conta-
mination des aliments pour animaux.
Quelles sont les mesures prises pour re´orienter a` terme
l'agriculture intensive vers une agriculture lie´e au sol ? Il
est simpliste de penser que le fait de lier l'agriculture au
sol va re´soudre tous nos proble`mes. La politique agricole
est de´cide´e au niveau europe´en. Les de´cisions qui
seront prises lors du Sommet europe´en de Berlin de´ter-
mineront la future politique agricole. L'Agenda 2000
pre´voit un mode`le d'agriculture pour l'avenir. Elle devra
e^tre multifamiliale, fonctionnelle, durable et compe´titive.
De plus, il faudra re´pondre davantage a` la demande du
consommateur qui exige une nourriture saine et de
qualite´, produite en respectant l'environnement et le
bien-e^tre des animaux.
Mevrouw de voorzitter, dat zijn de antwoorden op de
vragen die aan ons werden gesteld.
Minister Magda Aelvoet : Mevrouw de voorzitter, ik zal
de verschillende interpellaties gezamenlijk beantwoor-
den, want een belangrijk deel van de vragen valt samen.
Ik wil eerst een duidelijk antwoord geven op het verwijt
van de heer Brouns dat Volksgezondheid niets zou
hebben gedaan.
Er
wordt
verwezen
naar
het
fameuze
Consum-
programma. Dit werd voorgesteld door mijn collega Ga-
briels en door mezelf in december 2000. Het werd ook
toegelicht in het kader van parlementaire werkzaamhe-
den. Het bevat verschillende onderdelen : de controle op
grondstoffen voor veevoeders en al wat daarmee samen-
hangt; de landbouwbedrijven, en uiteraard ook het IVK
en de Eetwareninspectie. In tegenstelling tot wat hier met
stelligheid werd beweerd, is het niet zo dat het IVK en de
Eetwareninspectie niets zouden hebben ondernomen, of
dat zij er niet aan zouden hebben gedacht of er niet aan
zouden hebben gewerkt.
HA 50
COM 208
19
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Magda Aelvoet
Mijnheer Brouns, ik verzeker u dat er honderden stalen
werden genomen, door het IVK en door de Eetwaren-
inspectie samen, in verband met mogelijke contaminan-
ten.
Het IVK heeft bijna 400 stalen genomen voor controle op
onder andere pcb, dioxine en andere stoffen. Op e´e´n na
waren alle stalen negatief. Er was een uitzondering, het
ging toen over een enkel rund uit Dworp met 300 pcb,
dus niet over duizenden.
De Eetwareninspectie, van haar kant, heeft een globaal
contaminantenplan. Ik beschik momenteel niet over het
totale aantal van hun onderzoeken, maar ik kan u dat
later bezorgen, mijnheer Brouns. Wat het aantal pcb-
onderzoeken betreft, dat bedraagt op dit ogenblik vijfen-
veertig.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mevrouw de minister,
daar wil ik toch even op ingaan. Het is niet correct dit zo
voor te stellen. Alle analyses die u nu vermeldt, gebeur-
den vroeger ook. Daar is niets nieuws aan. Het enige
nieuwe is dat men nu het aantal pcb-analyses opvoert,
het overige gebeurde vroeger ook, misschien in iets
mindere mate. Het klopt niet nu te doen alsof er zoveel
analyses werden verricht. Ik verwijs naar de dichloorvos,
die toch ook niet werd gevonden, zelfs toen men twintig
maal de normale hoeveelheid had toegevoegd.
Dankzij Consum, een zeer goed initiatief, heeft men het
aantal pcb-analyses opgevoerd. Al het overige gaat
gewoon door zoals voorheen. Dat is de juiste voorstel-
ling.
Minister Magda Aelvoet : Dat is niet juist. Het aantal
pcb-stalen dat werd genomen door het IVK bedraagt 327.
Dat is niet gelijk aan het aantal monitorplannen van
vroeger. Qua aantal is dat dus niet vergelijkbaar. In het
Consumprogramma werd duidelijk bepaald dat het gros
van de pcb-analyses moest gebeuren bij de veevoeders,
omdat het grootste risico zich daar bevindt. Dat is ook
gebleken uit wat we vandaag vaststellen. Het bevat
bovendien een pakket voor de landbouwbedrijven en een
pakket voor het IVK en voor de Eetwareninspectie.
Wat het IVK betreft, heb ik al gezegd dat men geen
vergelijking kan maken qua aantallen tussen vroeger en
nu.
Ook voor de Eetwareninspectie is dat aantal zeer sterk
opgedreven. Vroeger zat men aan een gemiddelde van
30 tot 40 stalen per jaar. Wij hebben nu bepaald dat dit
zal worden gebracht naar een orde van grootte van 300.
Dit is immers het allerlaatste schakeltje in de serie. Hier
beweren dat er niets is gedaan voor die twee sectoren in
het kader van het IVK en de Eetwareninspectie is onjuist.
Verder is het ook nog zo dat er een globaal monitoring-
programma draait rond contaminanten dat qua aantal
sterk is opgedreven vergeleken bij het verleden.
Een tweede zaak waarover ik het wil hebben in het kader
van het Consum-programma is dat het Consum-
programma naast een bemonsteringsplan voor de ver-
schillende genoemde sectoren ook nog een tweede en
een derde luik bevatte. Het tweede luik had vooral met
tracering te maken en het derde betrof het uitwerken van
een crisisdraaiboek. Wat de tracering betreft is op dit
ogenblik het Instituut voor Belgisch Vlees in onze op-
dracht een traceersysteem aan het uitwerken. U weet dat
er een relatief ver gevorderd systeem was voor runderen,
een minder ver gevorderd systeem voor varkens en een
vrijwel onbestaand voor pluimvee. Daarin wordt veran-
dering aangebracht overeenkomstig het plan dat nu door
het Instituut voor Belgisch Vlees wordt uitgewerkt. Het is
een onderdeel van het Consum-programma. De hiermee
gepaard gaande investeringen zullen worden voorgelegd
overeenkomstig de mogelijke subsidie¨ring door de EU.
Wat dat betreft zullen wij normaal einde juni het
investeringssysteem dat de tracering mogelijk maakt,
voor kunnen leggen aan de Europese Commissie.
Ten derde, is er het uitwerken van het crisisdraaiboek.
Het is evident dat de werkzaamheden van de task
force - ik zal het daarover later nog hebben in verband
met de concrete vormgeving van het federaal agent-
schap - er effectief toe leiden dat in de structuren een
crisiscel zal zijn opgenomen. De uitwerking van het
draaiboek zal uiteraard daaraan worden toevertrouwd.
Omwille van het feit dat wij in deze overgangssituatie het
contact tussen de verschillende niet-gei¨ntegreerde dien-
sten moeten instandhouden, is er enerzijds, de weke-
lijkse vergadering van de task force waardoor er een
georganiseerd contact is en anderzijds, is er het onmid-
dellijk contact tussen de kabinetten en de betrokkenen
van de administraties bij het minste probleem. Inzake het
beheer van de crisis heeft minister Gabriels gezegd op
welke dagen welke cellen met elkaar vergaderden.
Daarop ga ik dus niet verder in.
Dan zijn er de werkzaamheden inzake het federaal
agentschap. U weet dat men pas in februari 2000 is
kunnen starten. De eerste, zeer belangrijke aangelegen-
heid was alles in het werk te stellen om zo vlug mogelijk
te kunnen overgaan tot de aanwerving van een gedele-
geerd bestuurder. Waarom was dat nu zo cruciaal ?
Omdat het belangrijk was de figuur die hiervoor
de
eindverantwoordelijkheid
krijgt,
ook
mede-
verantwoordelijkheid te kunnen geven bij de vormgeving
van het agentschap. Ik ben hierover uitvoerig onder-
vraagd, door u en anderen. Wat dat betreft is duidelijk
gezegd dat alle bepalingen van de wet hierbij werden
gerespecteerd, maar het duurt ontzettend lang eer men
dingen gepubliceerd krijgt, eer men over het advies van
de Raad van State beschikt, eer de Koning heeft gete-
kend. Men verliest weken vooraleer vooruitgang te boe-
ken. De huidige situatie is de volgende. De selectie-
commissie, bestaande uit zes leden of drie per taalrol,
20
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Magda Aelvoet
bevatte slechts mensen die ofwel thuis waren in voedsel-
veiligheid, ofwel in veterinaire aangelegenheden, ofwel in
managementvraagstukken, ofwel in specialiteiten op het
vlak van conserveringsmiddelen.
Al deze terzake competente personen hebben zich dus
gebogen over een werk verricht door een volledig onaf-
hankelijk optredend selectiebureau. Interferenties waren
aldus uitgesloten. Uit 115 kandidaten werden er door het
selectiebureau in eerste instantie vijfendertig geselec-
teerd voor een volgende fase. Na diepgaande interviews
mochten vijf onder hen deelnemen aan de laatste prak-
tische proeven en uiteindelijk heeft het selectiebureau
drie onder hen geselecteerd die werden voorgesteld aan
de selectiecommissie. Een kandidaat werd door de
selectiecommissie die uit zes personen is samengesteld,
unaniem voorgedragen; de naam van betrokkene zal
volgende vrijdag op de Ministerraad worden bekendge-
maakt en dan zal onmiddellijk kunnen worden overge-
gaan tot aanwerving.
Het is ongehoord, mijnheer Brouns, gezien het mecha-
nisme dat terzake werd toegepast, dat u beweert dat het
om een politieke benoeming gaat. Welnu, als u de zaken
op die manier wil benaderen, mij niet gelaten.
Wat de evolutie van de werkzaamheden betreft voor de
oprichting van het federaal agentschap werd, naast de
thans nagenoeg afgeronde selectieprocedure voor de
aanstelling van een bekwaam gedelegeerd-bestuurder,
het nodige gedaan om de twee adviesorganen op poten
te zetten, namelijk het wetenschappelijk en het raadge-
vend comite´. De task force besteedde een aantal verga-
deringen aan een degelijke samenstelling van de comi-
te´s. De teksten dienaangaande werden inmiddels
goedgekeurd op de Ministerraad en daarna aan de Raad
van State overgezonden. Momenteel liggen zij bij de
Koning. Zij zullen eerstdaags worden gepubliceerd. De
samenstelling zal plaatsvinden in de loop van de maand
juni.
Wij zorgden ervoor dat op het ogenblik dat de structuren
van het federaal agentschap concreet worden uitge-
werkt, de twee adviesorganen reeds zijn gei¨nstalleerd
om alles op te starten. Zij moeten immers een belangrijke
rol kunnen spelen op het vlak van de risico-evaluatie.
Ik kom thans tot de kern van de zaak, met name welke
precieze taken en opdrachten zullen worden overgedra-
gen aan het federaal agentschap. Deze week zullen de
werkzaamheden van de task force in dat verband worden
afgerond en op het einde van de week zullen wij deze
bevindingen ontvangen.
Er is evenwel een nieuw element. Naar aanleiding van de
beslissing tot regionalisering van een belangrijk gedeelte
van de landbouwaangelegenheden, moest opnieuw wor-
den onderzocht naar een goede coherentie hiervan op
het niveau van het federaal agentschap en hoe dat
regionaliseringsproces in goede banen kon worden ge-
leid. De werkzaamheden dienaangaande zijn praktisch
bee¨indigd en men werkt aan de uittekening van een
structuur. Het laatste woord kan slechts worden gezegd
zodra alle knopen in verband met het toewijzen van de
taken en de opdrachten zijn doorgehakt.
Alle werkzaamheden zouden eind juni 2000 zijn afgerond
en op dat ogenblik kunnen stappen worden gezet.
Het zou onjuist zijn te beweren dat het departement voor
Volksgezondheid niet werkt aan het goede verloop van
deze materie. Ik had ook liever gehad dat de zaken
sneller konden worden afgerond, maar dergelijke aange-
legenheden nemen jammer genoeg meer tijd in beslag
dan ons soms lief is.
Het federaal agentschap moet budgettair neutraal zijn. In
het kader van de begrotingscontrole 2000 werd bedon-
gen een som van 35 miljoen frank extra vrij te maken om
het agentschap te kunnen opstarten. Wat de samenwer-
king tussen Landbouw en Volksgezondheid betreft, kan
ik u meedelen dat men, in afwachting van de eigenlijke
start van het agentschap, exact weet wie wie moet
contacteren.
Permettez-moi maintenant de m'exprimer en franc¸ais
puisque c'est la langue de M. Paque et Mme Dardenne,
membres qui sont intervenus dans le cadre de ces
questions et interpellations.
Les faits de´montrent que la Commission europe´enne
estime que le proble`me qui nous occupe a e´te´ ge´re´ de
fac¸on diffe´rente.
Si on conside`re l'attitude du comite´ ve´te´rinaire perma-
nent, qui s'est re´uni avant-hier, on peut dire qu'il n'a pris
aucune mesure. Il attend des informations comple´men-
taires avant de prendre une de´cision car il part du
principe que le travail a e´te´ effectue´ correctement.
En ce qui concerne la re´action des autres pays, on a pu
constater certains blocages, en particulier en Allemagne
ou` des acteurs prive´s ont, de leur propre initiative, arre^te´
des camions, re´clame´ des certificats avant d'accepter de
la viande provenant de Belgique.
Gra^ce a` nos interventions aupre`s de nos colle`gues
fe´de´raux allemands, ces actions ont pris fin. D'ailleurs,
hier, lors de la confe´rence de presse, le responsable de
FENAVIAN a fait savoir que la situation s'e´tait de´bloque´e
en Allemagne. Selon moi, le syste`me Consum, gra^ce a`
sa performance, nous a permis d'agir en temps opportun.
En ce qui concerne la question de savoir si l'on peut e^tre
assure´ qu'aucun e´le´ment contamine´ n'a pu entrer dans la
chai^ne alimentaire, je peux vous re´pondre que, sur base
des donne´es dont je dispose actuellement, rien ne nous
donne a` penser que l'ensemble des donne´es ne sont pas
mai^trise´es.
HA 50
COM 208
21
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Magda Aelvoet
Pour e^tre concret, samedi, de`s que nous avons e´te´ en
possession de la liste comple`te des exploitations agrico-
les, clientes de la firme de Feluy, nous l'avons commu-
nique´e a` tous les abattoirs. De cette fac¸on, de`s qu'un
fermier ou un vendeur de be´tail se pre´sente chez eux, ils
peuvent faire appel au syste`me de trac¸abilite´. Nous
pouvons donc dire que, sur base des donne´es actuelles,
aucune viande animale suspecte n'a pu entrer dans la
chai^ne alimentaire.
J'en viens maintenant au proble`me du dichlorvos,
e´voque´ par M. Brouns.
Le contro^le sur la pre´sence de dichlorvos fait partie du
plan relatif aux contaminants de l'inspection ge´ne´rale des
denre´es alimentaires. Durant les anne´es 1998-1999,
nous avons fait proce´der a` des analyses qui n'ont rien
re´ve´le´ si ce n'est dans des proportions se situant bien
en-dec¸a` de la norme e´tablie.
J'ajoute que des e´chantillons ont e´te´ pre´leve´s de`s que
nous avons appris que la firme de M. Baudouin n'a pas
seulement produit de la nourriture animale mais est
e´galement intervenue en tant que go between pour de la
farine destine´e a` la consommation humaine. Lorsque je
serai en possession des re´sultats, je vous les communi-
querai.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mevrouw de minister,
wij zouden op heel wat zaken kunnen ingaan, maar ik zal
me beperken tot enkele punten. Als ik een algemene
appreciatie over het antwoord mag uitspreken, ben ik
ontgoocheld. Buiten het voorlezen van de communique´s,
is men uiteraard op een aantal aspecten ingegaan, maar
de fundamentele dingen horen we niet.
Ik ga in op de discussie die ik met mevrouw Aelvoet heb
gehad over het Consum-programma. Als men over sta-
tistisch verantwoorde staalnamen spreekt, moet het over
meer dan 400 stalen per jaar gaan. Dat weet u zo goed
als ik.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer Brouns, het gaat over
wat tot nu toe is gedaan. Dat is op basis van 5 maanden.
De heer Hubert Brouns (CVP) : U zegt dat ook de
rest - pcb niet meegerekend - wordt onderworpen aan
statistisch relevante staalnamen. Dan moet u niet over
honderden, maar over duizenden stalen spreken. Dat
weten we. Voor pcb doet u dat. Omdat u dat voor pcb
doet, komt u nu tot de ontdekking dat er in dit geval pcb's
aanwezig zijn waarvan we nog niet weten - als ik het
goed heb begrepen - of er al dan niet dioxines inzitten.
Minister Magda Aelvoet : Een element van toelichting wil
ik geven. Voor het statistisch aanvaardbaar aantal heb-
ben wij ons gebaseerd op wat in de codex allumentarius
als statistisch noodzakelijk is opgenomen. Dat wordt
uitgevoerd. Uw bewering dat men er met zijn pet naar
gooit en zich baseert op dingen die statistisch onvol-
doende zijn onderbouwd, klopt niet.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw de voorzitter, ik hoop
dat de heer Brouns luistert als wij antwoorden geven. Ik
heb daarstraks uitdrukkelijk gezegd dat wij ons niet
alleen beperken tot controles op pcb en dioxine. Ik heb
ook alle andere elementen waarop wij testen uitvoeren,
aangegeven. Dat zijn er een stuk of vijf, mijnheer Brouns.
U hebt dat toch gehoord ? Anders praten we langs elkaar
heen.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Dat doet men al jaren.
Als u het jaarverslag bekijkt, kunt u dat weten. Gaan we
die controles opvoeren ? Doen we dat ? Daarover gaat
het. Dat is een discussie die we moeten voeren. Gaan we
het op een statistisch relevante wijze doen, zodat we de
kans hebben om alles wat er niet in mag zitten, op te
sporen. Daarover moeten we ten gronde discussie¨ren.
Wat de pcb's betreft, hebt u die discussie blijkbaar al
afgerond. Dat is goed. Dat aantal drijft men inderdaad op.
Dat gaat over duizenden stalen.
Mevrouw Aelvoet, u zegt dat ik hard ben omdat ik over
een politieke benoeming spreek. Ik heb uw kabinetschef
niet in die benoemingscommissie geplaatst. Ik vind dat
een zeer ongelukkige zaak. De aanwezigheid van de
kabinetschef kan een bei¨nvloeding vanuit politieke hoek
mogelijk maken. Ik wil u aanraden om de brieven te lezen
die werden verstuurd naar de kandidaten die niet zijn
geselecteerd. Meer ga ik er publiekelijk niet over zeggen.
Ik denk dat u een andere nuance geeft aan datgene wat
ik een politieke benoeming noem.
Mijnheer Gabriels, u verwacht dat u met de 201 bedrijven
de crisis volledig hebt ingebed. De betrokken handelaar
heeft heel wat veevoeder via tussenpersonen verhan-
deld. In welke mate hebt u daar zicht op ? Als men de
tracering op basis van facturen heeft gedaan, vraag ik mij
af in welke mate men zicht heeft op de tussenhandelaars
die het meel hebben aangekocht en verspreid. Zou men
in dat geval misschien bij andere bedrijven terechtko-
men ? Dat is een zeer fundamentele kwestie. We moeten
kunnen inschatten of we hier al dan niet zicht op hebben.
Ik zou verder kunnen reageren in verband met een aantal
punctueel gestelde vragen, maar ik zou nog een vraag
willen stellen aan minister Gabriels betreffende de verte-
genwoordiging in het PVC. Gisteren was Belgie¨ daarop
vertegenwoordigd. Mogen we weten wie dat nu doet ?
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Mevrouw
de minister, mijnheer de minister, als ik het antwoord
beluister, dan stel ik vast dat wij uit de crisis van vorig jaar
wel iets hebben geleerd. Deze crisis werd anders aan-
gepakt dan de crisis van vorig jaar. De regering heeft
22
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Annemie Van de Casteele
beter aan communicatiebeheersing gedaan. Ik waar-
schuw er evenwel voor dat die communicatiebeheersing
ook niet te ver mag gaan. U weet allicht dat als er ooit iets
misloopt, een onderzoekscommissie met het vergroot-
glas uw uitspraken zal bekijken. Mijnheer de minister,
een aantal uitspraken die u hebt gedaan, als ze dan al
niet leugens kunnen worden genoemd, houden toch een
deel van de waarheid achter. Als u zegt dat er maar drie
bedrijven betrokken zijn, dan moest u erbij hebben
gezegd dat er maar drie bedrijven betrokken zijn op dit
moment, op basis van e´e´n staal dat positief werd bevon-
den van dat ene lot veevoeder.
Minister Jaak Gabriels : Enerzijds maakt men het verwijt
dat men teveel bedrijven onder toezicht moet stellen, en
anderzijds zegt u nu dat die drie bedrijven niet genoeg
zijn. Van dat ene lot hebben wij perfect kunnen achter-
halen aan welke drie bedrijven ervan werd geleverd.
Moet ik dan drie bedrijven vastleggen of meer dan drie ?
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Ik wil er
geen debat over voeren. Ik stel u voor na te lezen wat u
die eerste dag hebt gezegd. U zult vandaag toegeven
toen een aantal fouten te hebben gemaakt.
Minister Jaak Gabriels : Als wij in de toekomst - wij
zullen er streng op toezien - de zekerheid hebben over al
die registers te beschikken, dan zullen wij telkens veel
minder bedrijven tijdelijk onder toezicht moeten stellen
dan in het verleden het geval was. Had die man dat
bijgehouden, dan was het ook voor het tweede staal
misschien beperkt gebleven tot een maximum van tien
tot twintig bedrijven. Dat is toch een heel groot verschil.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Wat de
communicatiebeheersing betreft, is men er een stuk
beter van afgekomen dan in de vorige crisis. Er bestaat
geen twijfel over dat de informatie beter is doorge-
stroomd. De samenwerking tussen de kabinetten en de
administraties verliep, gelukkig maar, ook vlotter, zo niet
zouden wij helemaal geen lessen uit het verleden hebben
getrokken. Toch ben ik nog niet volledig gerustgesteld.
Zolang wij de oorzaak van de vervuiling, van de pcb-bron
niet kennen, kunnen wij niet gerustgesteld zijn. U hebt
formeel gezegd dat er geen andere bedrijven betrokken
zijn. Dat betekent dat de bron alleen in het bedrijf zelf
gezocht wordt en niet bij een grondstof die het bedrijf
heeft aangehaald. Op dit moment zijn er al te weinig
bewijzen voorhanden dat dit zo is, tenzij u ons er een
aantal heeft onthouden.
Mijnheer de minister, mevrouw de minister, ik moet
vaststellen dat de controle van de keten toch nog al te
veel gaten heeft. Er moet meer werk worden gemaakt
van een integrale ketenbewaking, waarvoor wij altijd
hebben gepleit. In tegenstelling tot de heer Brouns vind ik
niet dat men dit alles moet opvangen met een Consum-
programma, een steekproefsgewijze controle. Die con-
trole moet van het begin tot het einde van de keten met
elk zijn verantwoordelijkheid gebeuren. Hier zien wij dat
het nog altijd kan dat een klein veevoederbedrijf - de
minister heeft het bijna letterlijk gezegd - veevoeders
mengt op basis van god weet wat. U weet zelfs niet eens
welke grondstoffen dat veevoederbedrijf heeft gebruikt.
Dat kan toch niet ! Er moet op zijn minst voor ieder
veevoederbedrijf een reglementering worden opgesteld.
Ik pleit niet voor schaalvergroting. Ook kleine bedrijven
moeten leefbaar blijven. De grondstoffencontrole moet
dan maar gezamenlijk gebeuren, maar er moet een
controle zijn op wat in het veevoeder mag worden
gebruikt en op de grondstoffen die in de veevoeder-
bedrijven als basis dienen. Dat is het eerste dat moet
gebeuren. Die bedrijven zijn inderdaad zelf voor een stuk
verantwoordelijk. De overheid moet controleren of de
kwaliteitscontrole, the good manufacturing practices,
door de bedrijven wel degelijk gebeurt. Dat is een van de
aanbevelingen van de onderzoekscommissie. Nadien
moeten ook de veehouders hun grondstof, met name het
veevoeder, controleren op het ogenblik dat zij het intrek-
ken. Ook zij moeten een controle doen op de kwaliteit
van dat veevoeder. Tevens moeten zij er een controles-
taal van houden. Dat is de kern die wij uit deze discussie
hebben geleerd. Daarnaast is er ook het probleem van
de traceerbaarheid stroomopwaarts en stroomafwaarts,
waar er duidelijk met de registers nog een probleem
bestaat.
De minister heeft daar misschien te laat moeten vaststel-
len dat, als men na de zestiende keer zegt dat er
registers moeten worden bijgehouden, vroeger moet
worden opgetreden en proces-verbaal moet worden op-
gesteld, dit niet kan.
We hebben het al gezegd bij de oprichting van het
agentschap, maar er zullen hoe dan ook bijkomende
middelen nodig zijn, zeker als men beslist om dierenmeel
niet meer toe te laten, want daarvoor zal meer dan een
miljard Belgische frank nodig zijn. Hoe dit verdeeld moet
worden, is een andere zaak. Voor een betere controle
moeten we allen samen bij de regering pleiten om op een
aantal andere terreinen in bijkomende financie¨le moge-
lijkheden te voorzien.
Mme Martine Dardenne (AGALEV-ECOLO) : Madame
la pre´sidente, je voudrais remercier les deux ministres
pour leurs re´ponses. On a effectivement pu constater
une gestion ame´liore´e et un syste`me qui a pu servir de
de´tecteur de la crise. Je suis relativement satisfaite de ce
qui s'est passe´ et que cela se soit fait dans beaucoup
plus de transparence. J'ajoute que, plus le syste`me de
de´tection est sophistique´, plus on risque de de´tecter des
crises. Mais cela vaut mieux que la strate´gie de la
poussie`re sous le tapis pour faire croire que tout va bien
et que nos entreprises ne courent aucun risque sur le
plan international.
HA 50
COM 208
23
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Martine Dardenne
Je suis e´galement tre`s satisfaite de voir qu'on avance
bien dans la mise en oeuvre de l'Agence dans laquelle je
place beaucoup d'espoirs. La de´monstration que Mme
Van de Casteele vient de faire est exemplaire. Elle
montre qu'il est presque impossible d'avoir un contro^le
total. L'Agence devra se poser des questions structurel-
les. Nous risquons de finir par nous retrouver dans un
monde qui tourne a` l'envers parce que, pour manger
quelque chose de correct, il faut passer par un nombre
tre`s e´leve´ de contro^les, ce qui me parai^t tout a` fait
anormal. C'est l'inverse qui devrait se passer.
J'insiste pour que des re´flexions beaucoup plus en
profondeur aient lieu, a` la fois sur l'agriculture, sur
l'alimentation animale et sur la proble´matique du de´clas-
sement des de´chets, dans l'inte´re^t de la sante´ publique.
L'Agence a un ro^le majeur a` jouer dans l'orientation de
l'agriculture et de l'e´conomie. J'ai lu un ouvrage intitule´ :
Les poules pre´fe`rent les cages.
La pre´sidente : Madame Dardenne, nous discutons de-
puis plus d'une heure et demie. Je sais que ce proble`me
vous pre´occupe beaucoup, mais votre temps de parole
est largement e´coule´.
M. Luc Paque (PSC) : Madame la pre´sidente, je vous
promets de respecter le temps de parole qui m'est
imparti.
Madame et monsieur les ministres, je voudrais faire deux
petites remarques.
En ce qui concerne la question principale que nous nous
posons tous, a` savoir quelles sont les origines et la cause
de cette contamination, nous n'en savons pas beaucoup
plus aujourd'hui. Tant du co^te´ des instances europe´en-
nes que des pays tiers ou du citoyen, on ne partage pas
votre optimisme. On n'est pas rassure´ et on ne le sera
pas beaucoup plus dans les jours qui viennent si on ne
dispose pas de donne´es plus claires quant a` l'origine de
cette contamination.
Par ailleurs, tant la commission dioxine que le texte du
projet de loi mettant en place l'Agence insistent sur le fait
que les contro^les doivent se faire le plus en amont
possible de la chai^ne alimentaire et sur une ne´cessaire
collaboration avec les re´gions. Or, a` ce jour, on n'en est
encore nulle part, ou en tout cas pas loin.
Je suis un peu surpris d'entendre la ministre de la Sante´
nous dire que l'Agence a eu du mal a` se mettre en place
a` cause des nombreuses de´marches a` entreprendre
-Conseil d'Etat, etc. Mais on savait cela de`s le de´part. On
savait de´ja` au mois de juillet que lorsqu'on de´posait un
avant-projet de loi, une se´rie d'e´tapes e´taient ne´cessai-
res et on pouvait tre`s bien a` ce moment-la` fixer un de´lai
plus raisonnable pour la mise en oeuvre de cette Agence.
La pre´sidente : Madame Burgeon, conforme´ment au
Re`glement, vous auriez du^ demander la parole avant que
les ministres re´pondent. Je vous donne cependant la
parole pour une bre`ve intervention.
Mme Colette Burgeon (PS) : Madame la pre´sidente, je
voudrais faire trois remarques.
1. En ce qui concerne le syste`me Consum, l'harmonisa-
tion europe´enne est ne´cessaire et urgente. Il faudra a`
nouveau insister aupre`s de M. Byrne pour que nous ne
soyons pas a` nouveau les dindons de la farce.
2. Madame la ministre, ne croyez-vous pas opportun
d'interdire l'usage du dichlorvos ?
3. Vous avez dit qu'il y avait peut-e^tre un proble`me pour
les farines destine´es a` la consommation humaine. De`s
lors, il me semble urgent d'obtenir les re´sultats des
analyses.
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO) : Mevrouw
de voorzitter, ik heb begrepen dat hier dezelfde opmer-
king geldt. Ik zal het ook kort houden.
Mevrouw de minister, mijnheer de minister, ik ben tevre-
den met uw antwoorden vandaag. Ik stel vast dat u in een
periode van een moeilijke dubbele hervorming - de
oprichting van het federaal agentschap en de hervorming
in het departement Landbouw - er toch in slaagt efficie¨nt
de crisis te beheren en de ambtenaren te motiveren om
hun werk pico bello te doen. Dat mag ook gezegd worden
na het debacle van de dioxinecrisis die wij achter de rug
hebben.
Wat de kern van de antwoorden betreft, de minister heeft
verwezen naar de Europese aanpak. Ik hoop alleen dat
Belgie¨ voldoende kan wegen op een eventuele hervor-
ming van de landbouw, Mansholt achterna die op z'n
oude dag een aantal stellingnames inzake landbouw
heeft herzien.
Ik stel ook vast dat er blijkbaar een aantal zwarte circuits
bestaan als gevolg van de geschetste problemen. Het
zou nuttig zijn om ons te bezinnen over de vraag of we
het beruchte forfaitaire systeem al dan niet moeten
afschaffen en of we van de landbouwbedrijven geen
transparantere boekhouding moeten eisen.
Een voorlaatste punt betreft de problematiek van pesti-
ciden als dichloorvos. Eigenlijk zijn wij geen voorstander
van een verlengd gebruik van zulke producten en zijn wij
van oordeel dat dit zo snel mogelijk moet worden afge-
bouwd. De moeilijkheid is dat alternatieven niet zomaar
voorhanden zijn en dat wij er nog enige tijd op zullen
moeten wachten.
24
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Peter Vanhoutte
Ten slotte sluit ik mij aan bij de bedenking van mevrouw
Van de Casteele over de financie¨le aspecten. Het is
inderdaad belangrijk dat er niet alleen voldoende midde-
len worden uitgetrokken om een agentschap op te rich-
ten, maar ook en vooral dat er voldoende middelen zijn
voor een efficie¨nte en doelmatige werking ervan.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw de voorzitter, aan de
heer Brouns deel ik het volgende mee. Hij klaagde aan
dat de tussenhandelaars niet zouden zijn aangepakt en
dat er te weinig bedrijven onder toezicht zouden zijn
geplaatst. Ik spreek dit tegen.
Ten eerste gaat om een klein bedrijf dat vaak recht-
streeks aan zijn klanten verkoopt.
Ten tweede is er wel degelijk rekening gehouden met de
tussenhandelaars, die wij aan de hand van de gegevens
konden identificeren.
Hij had ook een vraag over het permanent veterinair
comite´. Dit permanent veterinair comite´ ressorteert onder
Volksgezondheid, waarin Volksgezondheid is vertegen-
woordigd door dokter Franco, bijgestaan door dokter
Dochy omdat het ook over landbouwmateries ging.
Aan mevrouw Van de Casteele laat ik opmerken dat wij
de aard van de gebruikte grondstof wel kennen. Omdat
wij echter geen referentiestalen van de loten hebben
aangetroffen, hebben wij alles moeten terugnemen. Had
de betrokkene die bijgehouden, dan hadden wij veel
directer op de oorzaak kunnen inspelen. Beweren dat wij
de aard niet zouden kennen, is dus niet waar.
De Belgische Federatie van Mengvoederfabrikanten, BE-
MEFA, heeft haar leden al een systeem opgelegd dat ook
wordt toegepast. Eigenlijk hopen wij dat men komt tot
een vorm van zelfcontrole, die vanuit de overheid natuur-
lijk controle op de controle moet zijn. Men kan niet
verhopen dat het morgen allemaal door de sector zelf
wordt gedaan.
In ieder geval zullen wij, als het nodig is, bijkomende
middelen vragen en we zullen die ongetwijfeld krijgen,
omdat iedereen het belang ervan inziet.
En re´ponse a` la question de Mme Dardenne, je dirai qu'il
s'agit seulement d'une premie`re e´tape. Vendredi pro-
chain, au conseil des ministres, nous proposerons la
re´alisation de l'accord gouvernemental. Il faut exe´cuter
les de´cisions de´ja` prises voici un an.
Pour le reste, il faudra sans doute faire plus dans le futur
et je pense que la future agence aura un ro^le important a`
jouer.
M. Paque a e´voque´ les autres pays europe´ens et leurs
re´actions au sein du comite´ ve´te´rinaire permanent. J'ai
en ma possession des fax de presque chaque partenaire
commercial europe´en. Chaque fax pre´cise que, gra^ce
aux mesures prises chez eux, peu de proble`mes se
posent. Vous avez e´voque´ la re´action d'une firme alle-
mande mais il s'agissait d'une initiative prive´e et non des
Lander ou du niveau fe´de´ral allemand. Ce proble`me est
actuellement re´solu.
Je tiens compte des remarques de Mme Burgeon. Dans
les mois a` venir, nous plaiderons aupre`s de M. Byrne afin
d'obtenir des normes communes a` l'UE. Il est personnel-
lement convaincu de cette ne´cessite´ mais certains pays
du sud de l'Europe he´sitent encore. Il faudra peut-e^tre
renforcer la pression sur M. Byrne et sur la Commission
tout entie`re. En ce qui concerne la suppression du
dichlorvos, la Commission europe´enne a demande´ aux
Etats membres de faire une sorte de
status questionis
des matie`res actives se trouvant dans les aliments. On
pourra de`s lors cerner ce qui est permis ou ce qui est
de´fendu.
Mijnheer Vanhoutte, ik ben het volledig met u eens dat wij
onze ambtenaren ten zeerste moeten danken. Zij worden
niet met twee maar met drie uitdagingen geconfronteerd :
de regionalisering, de oprichting van het Federaal Agent-
schap en de hervorming van de ambtenarij. Ik heb enkel
conscie¨ntieuze ambtenaren gezien die tijdens het week-
end op een perfecte manier hebben geopereerd en
daarvoor dan ook een pluim verdienen.
Wat de Europese aanpak betreft, kan ik enkel zeggen dat
wij vo´o´r elke Europese Landbouwraad een bijeenkomst
hebben met de Landbouwministers van de Benelux. Wij
trachten onze positie te versterken door als kleinere
landen gezamenlijke stellingnames in te nemen en deze
dan ook te verdedigen. Tijdens de laatste Landbouwraad
heb ik gesproken in naam van mijn twee andere
collega's. Dat is nog nooit gebeurd want iedereen wordt
geacht zelf te spreken. De volgende keer zal mijn Neder-
landse collega's misschien het woord voeren. Dit bewijst
dat we door die samenwerking op termijn tot meer
uniformiteit zullen komen.
Minister Magda Aelvoet : Mevrouw de voorzitter, ik heb
drie korte opmerkingen.
Tout d'abord, il a e´te´ question des denre´es alimentaires.
Il s'agit en fait de denre´es pre´emballe´es qui sont ache-
te´es et vendues. Il n'y a donc pas de lien entre la
production de la nourriture animale contamine´e et ces
denre´es qui ont e´te´ fournies pre´emballe´es. Mais, par
mesure de pre´caution, on a tout de me^me pre´leve´ des
e´chantillons pour analyse. On attend encore les re´sultats
de ces tests.
Wat betreft de zogenaamde politieke benoeming wil ik
toch de volgende informatie geven. Ik ben de minister die
politieke verantwoordelijkheid moet dragen ten aanzien
van de Ministerraad. Dat is de enige reden waarom ik het
belangrijk vond dat een van die zes mensen aan mij
HA 50
COM 208
25
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Magda Aelvoet
persoonlijk zou kunnen rapporteren over de kandidaten.
Als u bovendien weet - op dat vlak moet men toch een
minimum aan intellectuele eerlijkheid aan de dag leg-
gen - dat noch op de 115 kandidaten, noch op de
preselecties die uiteindelijk hebben geleid tot 3 kandida-
ten waartussen een keuze moest worden gemaakt, enige
invloed werd uitgeoefend, dan vond ik het toch belangrijk
dat iemand van mijn kabinet, die zeer goed thuis is in
menselijk management, daarbij aanwezig kon zijn, din-
gen kon opvangen. Hoe kan e´e´n man een groep experts
in een andere richting sturen ? Bovendien werd de
kandidaat die door de selectiecommissie werd aange-
duid, ook door het selectiebureau op de eerste plaats
gezet.
Wat de opmerking van mevrouw Van de Casteele betreft,
kan ik het volgende zeggen. Zonder een goede auto-
controle op de verschillende niveaus is geen enkel
overheidscontrole-apparaat in staat om altijd alles te
controleren. Dat is onmogelijk, onbetaalbaar, ondoen-
baar. Het zal precies een van de belangrijke opdrachten
zijn om de vormgeving van die auto-controle in goede
banen te leiden want anders geraken we er nooit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 13.25 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 13.25 heures.
26
HA 50
COM 208
24-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000