(La re´ponse sera donne´e par le ministre des Finan-
ces)

De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ik dank u voor uw begrip omtrent het afhandelen van de
agendapunten.

Ik had vandaag ook een vraag voorbereid voor de
minister van Binnenlandse Zaken, omtrent Euro 2000. Ik
vernam echter dat een en ander aan de gang is, waar-
door de eerste minister misschien wordt verhinderd het
paleis der Natie te bereiken.

Ik zal mijn vraag hoe dan ook opnieuw richten tot de
eerste minister aangezien zij tot hem was gericht, al voeg
ik er meteen aan toe dat het mij verheugt minister
Reynders tenminste in kennis te stellen van deze vraag.
Inderdaad, de eerste keer dat ik deze vraag indiende in
de commissie voor de Financie¨n, veertien dagen gele-
den, was de minister ervan niet in kennis hoewel zij aan
zijn agenda stond.

Mijnheer de minister, mijn vraag heeft niet meteen be-
trekking op het financieel aspect van deze aangelegen-
heid, met name de dotaties aan koninklijke prinsen.
Daaromtrent werd trouwens al heel wat gezegd en de
minister verstrekte reeds een antwoord in dat verband.

Mijn huidige vraag gaat veeleer over het initiatief dat ik
vanwege de eerste minister had verwacht met betrekking
tot de taak en de opdrachten van de koninklijke prinsen-
senatoren en in het bijzonder van prins Laurent wanneer
hij op 31 mei volgens artikel 72 van de Grondwet de eed
als senator zal afleggen.

Aanleiding tot mijn vraag is een interview van prins
Laurent in het blad Arbeid en Milieu, waarin hij een
waardeoordeel uitspreekt over de vorige regering, over
een voormalig eerste minister en bijgevolg ook over een
aantal regeringen die hebben aangezet tot het nemen
van bepaalde maatregelen die voor de prins kwestieus
bleken te zijn. Het ging vooral om het bereiken van de
euro zonder dat werd rekening gehouden met de ecolo-
gische aspecten.

Hoewel sommige ministers verheugd waren over deze
reactie - zij beschouwden dit als een beoordeling van de
huidige regering - hoorde ik ook enige terughoudendheid
met betrekking tot dit standpunt.

Op 31 mei is er een nieuw feit, met name dat alle
kinderen van de Koning, de koninklijke prinsen, senator
zullen zijn. In dat verband zal ik de eerste minister
verzoeken stappen te ondernemen om de taken en
opdrachten van de koninklijke prinsen-senatoren af te
bakenen.

De artikelen 88 en 106 van de Grondwet zijn bij uitbrei-
ding van de interpretatie ook van toepassing op de
prinsen-senatoren. Dat betekent dat de meningen en de
standpunten die betrokkenen op officie¨le gelegenheden
verkondigen eigenlijk door de regering moeten worden
gedekt.

HA 50

COM 205

3

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000