B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
A
LGEMENE
Z
AKEN
EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
COMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES GÉNÉRALES
ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
VAN
DU
29-03-2000
29-03-2000
HA 50
COM 162
HA 50
COM 162
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 162
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 29 maart 2000
COMMISSIE
VOOR
DE
BINNENLANDSE
ZAKEN,
DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT
COM 162
Interpellatie van de heer Jos Ansoms tot de minister van
Binnenlandse Zaken over
het beleid van de overheid in
verband met de
rampgevoeligheid van de Kennedytun-
nel te Antwerpen
(nr. 292)
5
sprekers : Jos Ansoms, Antoine Duquesne, minister
van Binnenlandse Zaken
Moties
8
Interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de minister
van Binnenlandse Zaken over
het falen van het nationaal
meetnet voor radioactiviteit
(nr. 295)
9
sprekers : Hagen Goyvaerts, Antoine Duquesne, mi-
nister van Binnenlandse Zaken
Moties
13
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de inkrimping van
de bijstand- en interventieploegen van de rijkswacht vanaf
20 maart 2000
(nr. 1367)
14
sprekers : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne, mi-
nister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
het toepassings-
gebied van de wet van 21 december 1998 betreffende de
veiligheid bij voetbalwedstrijden
(nr. 1390)
15
sprekers : Simonne Creyf, Antoine Duquesne, minis-
ter van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de aangekon-
digde wijzigingen van de gemeente- en provinciekieswet
(nr. 1393)
17
sprekers : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne, mi-
nister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de benoeming
van de adjunct-kabinetschef van de minister van Binnen-
landse Zaken tot regeringscommissaris bij de naamloze
vennootschap van publiek recht ASTRID
(nr. 1423)
19
sprekers : Pieter De Crem, Antoine Duquesne, minis-
ter van Binnenlandse Zaken
Mondelinge
vraag
van
mevrouw
Ge´raldine
Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse Zaken over
de regularisatieaanvragen (nr. 1434)
20
sprekers : Ge´raldine Pelzer-Salandra, Antoine Du-
quesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Sommaire
Mercredi 29 mars 2000
COMMISSION
DE
L'INTE
´ RIEUR, DES AFFAIRES
GE
´ NE´RALES ET DE LA FONCTION PUBLIQUE
COM 162
Interpellation de M. Jos Ansoms au ministre de l'Inte´rieur
sur
la politique des pouvoirs publics en ce qui concerne
les proble`mes de se´curite´ dans le tunnel Kennedy a`
Anvers
(n° 292)
5
orateurs : Jos Ansoms, Antoine Duquesne, ministre
de l'Inte´rieur
Motions
8
Interpellation de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Inte´rieur sur
l'e´chec du re´seau national de mesure de la
radioactivite´
(n° 295)
9
orateurs : Hagen Goyvaerts, Antoine Duquesne, mi-
nistre de l'Inte´rieur
Motions
13
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre de
l'Inte´rieur sur
la re´duction des e´quipes d'assistance et
d'intervention de la gendarmerie a` partir du 20 mars 2000
(n° 1367)
14
orateurs : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne, mi-
nistre de l'Inte´rieur
Question orale de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Inte´rieur sur
le champ d'application de la loi du 21 de´-
cembre 1998 concernant la se´curite´ lors des matches de
football
(n° 1390)
15
orateurs : Simonne Creyf, Antoine Duquesne, mini-
stre de l'Inte´rieur
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre de
l'Inte´rieur sur
les modifications annonce´es de la loi e´lec-
torale provinciale et de la loi e´lectorale communale
(n° 1393)
17
orateurs : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne, mi-
nistre de l'Inte´rieur
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de
l'Inte´rieur sur
la nomination du chef de cabinet adjoint du
ministre de l'Inte´rieur en tant que commissaire du gouver-
nement aupre`s de la socie´te´ anonyme de droit public
ASTRID
(n° 1423)
19
orateurs : Pieter De Crem, Antoine Duquesne, mini-
stre de l'Inte´rieur
Question orale de Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Inte´rieur sur
les demandes de re´gularisa-
tion
(n° 1434)
20
orateurs : Ge´raldine Pelzer-Salandra, Antoine Du-
quesne
, ministre de l'Inte´rieur
HA 50
COM 162
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'INTE´RIEUR,
DES AFFAIRES GE´NE´RALES
ET DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE
ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN
EN HET OPENBAAR AMBT
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 29 MARS 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 29 MAART 2000
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de
heer Paul Tant, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.09 heures par M. Paul Tant,
pre´sident.
Interpellatie van de heer Jos Ansoms tot de minister
van Binnenlandse Zaken over
het beleid van de
overheid in verband met de
rampgevoeligheid van
de Kennedytunnel te Antwerpen
(nr. 292)
Interpellation de M. Jos Ansoms au ministre de
l'Inte´rieur sur
la politique des pouvoirs publics en
ce qui concerne les proble`mes de se´curite´ dans le
tunnel Kennedy a` Anvers
(n° 292)b>
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, er gaat haast geen week
voorbij zonder een verkeersongeval in de Kennedytunnel
te Antwerpen. Begin deze maand waren er enkele vracht-
wagens bij betrokken en moest de tunnel gedurende
enkele uren volledig worden afgesloten. De gevolgen zijn
gekend : negentig kilometer files in de omgeving van
Antwerpen en een haast onbereikbare stad en haven.
Mijnheer de minister, u bent de eindverantwoordelijke
voor de veiligheid en de openbare orde. Ik vraag me
soms af of u al eens stil hebt gestaan bij wat er zou
gebeuren in en rond Antwerpen wanneer de Kennedy-
tunnel gedurende verschillende weken of maanden zou
moeten worden gesloten. Een dergelijke situatie is niet
denkbeeldig, ze behoort zelfs tot de mogelijkheden.
Dagelijks rijden er immers 200 000 wagens door de
Kennedytunnel, waarvan een vrij groot aantal vrachtwa-
gens. De Antwerpse haven trekt 120 miljoen ton goede-
ren per jaar aan. De containertrafiek neemt enorm toe en
vele van die containers moeten worden vervoerd langs
de weg. De Antwerpse ring is een draaischijf van inter-
nationale goederentrafieken, zowel in noord-zuidelijke
richting, van Rotterdam via Antwerpen, Parijs en Zuid-
Frankrijk naar Spanje, als in oost-westelijke richting van
Duitsland naar Groot-Brittannie¨. Zij verlopen allen via de
ring van Antwerpen. Bovendien bevindt het grootste
petrochemische complex van Europa zich in Antwerpen.
Nergens in Europa worden zoveel gevaarlijke producten
vervoerd via de weg als in Antwerpen. Vermits de Ken-
nedytunnel niet ADR-bestendig is, is het gevaar voor een
explosie voor ons land een risicofactor van eerste orde.
Volgens de hulpdiensten en volgens het ministerie van
Openbare Werken is alles wettelijk geregeld door een
koninklijk besluit en door ministerie¨le besluiten. Zij bepa-
len dat sommige ADR-transporten niet mogen gebeuren
via de Kennedytunnel. Desondanks weten wij in Antwer-
pen dat veel van die gevaarlijke producten wel vervoerd
worden via de Kennedytunnel, en dat baart mij zorgen,
mijnheer de minister. Vanuit het standpunt van de
vrachtwagenchauffeurs is het begrijpelijk dat dit gebeurt,
want zij moeten anders een omweg maken via Temse of
zij moeten gebruik maken van de Liefkenshoektunnel,
waarvoor ze dan nog tol moeten betalen. De belangrijk-
ste reden is echter dat de politiediensten bijna niet
controleren of er ADR-transporten via de Kennedytunnel
gebeuren. Daarom bestaat er een ree¨el risico op het
onvermijdelijke, indien de Kennedytunnel gedurende
maanden buiten gebruik moet worden gesteld. De gevol-
gen zouden verschrikkelijk zijn, want noch Antwerpen,
noch het provinciebestuur, noch de Vlaamse overheid
beschikt over een alternatief verkeersplan om de ver-
keersstromen te leiden wanneer de Kennedytunnel voor
een langere periode wordt gesloten. Indien men al over
zo'n verkeersplan zou beschikken, dan beschikt men nog
niet over de nodige verkeerssignalisatie om het operatio-
neel te maken.
Ik verneem bovendien dat in het provinciaal rampenplan
er in feite geen scenario's staan voor een rampsituatie,
zoals een explosie in de Kennedytunnel. Indien mijn
vrees bevestigd wordt, mijnheer de minister, wil ik u
enkele concrete en pertinente vragen stellen. Ik hoop dat
ik er een duidelijk antwoord op krijg.
HA 50
COM 162
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jos Ansoms
Ten eerste, had ik graag vernomen of u het vermoeden of
het gerucht dat de ronde doet kunt bevestigen dat er wel
veel van die transporten gebruikmaken van de Kennedy-
tunnel, hoewel ze het niet mogen.
Ten tweede, worden er effectief controles uitgevoerd
door rijkswacht- of politiediensten om na te gaan of
dergelijke overtredingen plaatsvinden ? Zo ja, hoeveel
controles worden er per jaar en per maand uitgevoerd ?
Wat zijn de resultaten van deze controles ? Is het juist
wat in de kringen wordt beweerd met name dat het
moeilijk te controleren valt, omdat de verkeersinfrastruc-
tuur niet aanwezig is om te controleren of omdat men
dergelijke vrachtwagens eventueel aan de kant moet
zetten om te controleren ?
Ten derde had ik graag van u vernomen of de rijkswacht
al dan niet beschikt over een verkeerscirculatieplan dat
uitgaat van de sluiting van de Kennedytunnel voor een
lange tijd ?
Ten vierde, zijn er in het provinciale rampenplan speci-
fieke scenario's voorzien voor het geval er zich een
dergelijke zware ramp in de Kennedytunnel zou voor-
doen ?
Ten slotte, had ik graag vernomen, mijnheer de minister,
welke acties u zult ondernemen om er inderdaad voor te
zorgen dat geen enkel ADR-transport nog gebruik maakt
van de Kennedytunnel. Als u bevestigend zou antwoor-
den op mijn twee vorige vragen, namelijk dat er geen
alternatief verkeerscirculatieplan bestaat en dat er in het
provinciaal rampenplan geen specifieke scenario's uitge-
schreven zijn in geval van deze ramp, wat zult u onder-
nemen om deze tekortkoming zo spoedig mogelijk weg te
werken ?
Graag ontving ik een heel concreet antwoord op deze
vragen, mijnheer de minister.
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
collega's, het verbod voor ADR-voertuigen in de Kenne-
dytunnel is geen algemeen verbod. Alleen welbepaalde
ADR-transporten worden in de Kennedytunnel verboden,
met name de transporten van springstoffen en van
stoffen met een laag ontvlammingspunt.
Een regelmatige fraude met betrekking tot de nummering
van de transporten werd tot op heden niet vastgesteld. In
1999 werden er zeven gevallen van frauduleuze numme-
ring vastgesteld. Tweemaal per maand vinden, in samen-
werking met het ministerie van Verkeer en Infrastructuur,
acties plaats die specifiek gericht zijn op de ADR-
transporten in de Kennedytunnel. Daarnaast worden
eveneens door de provinciale verkeerseenheid Antwer-
pen regelmatig controles uitgevoerd tijdens de uitoefe-
ning van de dienst of in de vorm van specifieke acties
gericht op het zwaar vervoer.
In 1998 werden 283 processen-verbaal opgemaakt in-
zake het vervoer van gevaarlijke stoffen. In 1999 waren
er 196 vaststellingen in deze materie. De controles in de
richting van Gent worden zonder praktische problemen
uitgevoerd op het parkeerterrein in Kruibeke. De contro-
les in de richting van Antwerpen verlopen, gelet op de
plaatselijke toestand, selectief met interceptie in de
diepte.
Door het nemen van de nodige operationele maatregelen
kunnen die controles op een even grondige wijze worden
uitgevoerd, zonder verkeershinder te veroorzaken. De
sluiting van de tunnel voor een langere termijn ingevolge
een ernstig incident, zal in de eerste plaats een bevoegd-
heid zijn van de wegbeheerders. Dit belet echter niet dat
ik hierover, in voorkomend geval, overleg zal plegen met
de verantwoordelijke gewestminister. De tunnel werd
voor het laatst op 27 juli 1989 afgesloten, ingevolge een
ongeval met een ADR-transport.
- Voorzitter : de heer Denis D'hondt
Niettegenstaande de mogelijkheid om het verkeer rond te
leiden via de grote omleidingswegen, zoals de N49, de
R2, de A12, de R1, moet worden onderstreept dat de
sluiting van de tunnel voor een langere periode ongetwij-
feld voor ernstige verkeersproblemen zou zorgen en niet
in het minst op de omleidingswegen. De tunnel verwerkt
immers dagelijks honderdduizenden voertuigen. Naar
aanleiding van het ongeval in de Mont Blanc-tunnel heeft
mijn administratie aan de provinciegouverneurs ge-
vraagd een overzicht te bezorgen van de mogelijke
specifieke noodmaatregelen in het geval van zware
ongevallen in tunnels op het hele grondgebied. Het moet
mogelijk zijn de tot op heden gehanteerde filosofie te
verfijnen. Er wordt thans vanuit gegaan dat door de
preventiemaatregelen, met name brandwerende bekle-
ding, vluchtwegen, enzovoort, aan de bestaande alge-
mene rampenplannen kan worden tegemoetgekomen in
alle mogelijke incidenten. Ik verklaar mij nader. De taken
en middelen voorgeschreven in het algemeen en in het
medisch rampenplan zijn voldoende om het hoofd te
bieden aan een incident in een tunnel. Naast het eigen-
lijke risico zijn er belangrijke neveneffecten zoals het
vastlopen van het verkeer. Om hierop zo snel mogelijk te
kunnen reageren, dienen de bevoegde overheden en de
rijkswacht hun acties te coo¨rdineren. Het zo snel mogelijk
evalueren van de bestaande scenario's is van belang
voor de veiligheid van de burger en dient het belang van
de operaties. Nadat ik de resultaten van het vermelde
onderzoek bezit, zal ik de gevolgen ervan evalueren op
de mogelijkheid tot het verfijnen van de rampenplanning.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de minister, u
hebt enkele concrete antwoorden gegeven. U hebt ook
enkele cijfers gegeven. Zij klinken echter niet overtui-
gend, gezien de grote hoeveelheden verkeersstromen.
Als men vaststelt dat op jaarbasis slechts 196 processen-
6
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jos Ansoms
verbaal worden opgesteld, blijken deze controles zeer
fragmentair te zijn. Wij kunnen ervan uitgaan dat er heel
wat meer overtredingen zijn. Het is een feit dat slechts
bepaalde ADR-transporten zijn verboden. Andere mogen
wel door de tunnel. Enerzijds, maat dit de controle extra
moeilijk en anderzijds, is het gemakkelijker om te frau-
deren. Men kan een nummerplaat nemen van een stof
die wel door de tunnel mag. Men is weinig overtuigd van
het verbod omwille van de oppervlakkige controles door
de tunnel met een laag aantal processen-verbaal tot
gevolg. Ik denk dat daarvan meer werk moet worden
gemaakt.
Ik verneem dat u overleg zult plegen met de bevoegde
minister en met de wegbeheerder, namelijk het Vlaams
Gewest. Dat wil zeggen dat er nog geen verkeerscircu-
latieplan aanwezig is. U hebt ook aan de provincie-
gouverneur een overzicht gevraagd van de toestand van
de verschillende tunnels in zijn rampenplan.
Ik denk dat het goed is dat wij orde op zaken stellen.
Vandaar dat de regering moet worden aangespoord om
iets actiever te zijn ten aanzien van deze ree¨le risicofac-
tor in Antwerpen. Ik vraag dan ook in een motie van
aanbeveling om de risico's zo klein mogelijk te houden.
Specifiek vraag ik u om te onderzoeken of het niet beter
is al de ADR-transporten langs de Kennedy-tunnel te
verbieden.
U zegt terecht dat het om explosieven kan gaan, maar er
zijn ook veel giftige stoffen die desastreuze effecten
kunnen teweegbrengen in die tunnel. Men moet verder
gaan dan de beperkte lijst van ADR-transporten. Ik dring
aan op een onderzoek om alle ADR-transporten langs de
Kennedytunnel te verbieden. Dit voorkomt frauderen,
aangezien men dan minder kan sjoemelen met valse
nummers en dergelijke.
Daarnaast vraag ik ook de politiediensten opdracht te
geven om voldoende controles uit te voeren. Die cijfers
doen ons vermoeden dat ze te fragmentair zijn en het is
absoluut noodzakelijk dat zij opgevoerd worden.
Ook verwacht ik dat u er bij het provinciebestuur van
Antwerpen op aandringt om in het provinciaal rampen-
plan een scenario op te nemen, dat de onmiddellijke
hulpverlening op gang kan brengen in geval van ramp in
de Kennedytunnel.
Voorts is het noodzakelijk - dat was ook uw intentie - dat
met het Vlaams Gewest een noodplan wordt uitgewerkt
voor de verkeerscirculatie in de Antwerpse regio.
Tenslotte vragen wij u om bij de eerstvolgende inter-
ministerie¨le conferentie voor verkeer en infrastructuur bij
de Vlaamse minister van Openbare Werken aan te
dringen op drie zaken die volgens mij noodzakelijk zijn.
Ten eerste, moet op korte termijn worden nagegaan of
alle ADR-transporten niet beter langs de Liefkenshoek-
tunnel gaan. Die is daarvoor gemaakt. Er kunnen bijvoor-
beeld stimuli worden gegeven zoals de afschaffing van
de tunneltol voor deze gevaarlijke producten.
Ten tweede, het is van essentieel belang dat de Vlaamse
minister van Openbare Werken op korte termijn een
elektronisch gestuurd signalisatiesysteem uitwerkt. In
Antwerpen spreekt men daar al jaren over, maar het is er
nog altijd niet. Ik heb het over een elektronisch gestuurd
signalisatiesysteem op de ring en op de toegangswegen
naar Antwerpen, waarbij het alternatief circulatieplan
onmiddellijk in werking kan treden.
Tenslotte zou vanuit veiligheidsoogpunt zo spoedig mo-
gelijk een definitieve beslissing moeten worden genomen
omtrent de sluiting van de kleine ring, zodat er een vierde
Schelde-oeververbinding tot stand komt.
Mijnheer de minister, ik vraag u om deze drie zeer
concrete vragen in de eerstvolgende interministerie¨le
conferentie voor verkeer en infrastructuur voor te leggen.
Ik wens deze aanbeveling aan de regering mee te delen.
M. Antoine Duquesne, ministre : Tout d'abord, monsieur
Ansoms, les chiffres que je vous ai fournis sont issus des
constatations ope´re´es par les services de se´curite´. Je
n'ai nulle raison de les mettre en doute. Toutefois, j'ai
demande´ que l'on proce`de, pendant une pe´riode de´ter-
mine´e, a` un renforcement des contro^les afin de pouvoir
confirmer leur validite´.
Par ailleurs, vous venez de m'e´nume´rer tre`s rapidement
toute une se´rie de propositions que je vous remercie de
bien vouloir me transmettre. Comme vous, j'estime en
effet qu'il ne s'agit pas ici d'un dossier se jouant
majorite´
contre opposition
, mais bien d'un proble`me de se´curite´
nous concernant tous. Partant, j'examinerai toutes vos
propositions avec beaucoup d'inte´re^t. Ne´anmoins, vous
devez savoir qu'ont de´ja` e´te´ noue´s entre les divers
services de se´curite´ de nombreux contacts allant juste-
ment dans le sens de vos propositions.
Relativement au 'plan catastrophe', il est manifeste que
le tragique accident du Mont-Blanc a re´ve´le´ aux services
de se´curite´ toute une se´rie de proble`mes nouveaux, dont
ils n'avaient jusque la` since`rement pas conscience.
Aussi ai-je demande´ aux gouverneurs de se pencher sur
cette proble´matique, de me formuler des suggestions
quant a` la se´curite´ a` l'inte´rieur des tunnels et de tenter
d'e´valuer l'impact de toute de´cision nouvelle sur la mo-
bilite´ et la circulation autour de chaque entre´e du tunnel.
Comme je vous l'ai de´clare´, de nombreux contacts sont
e´tablis entre les services fe´de´raux et re´gionaux. C'est
bien volontiers que je les re´activerai afin que nous
puissions adopter ensemble les meilleures solutions.
HA 50
COM 162
7
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
En outre, jusqu'a` pre´sent, personne n'a indique´ que
s'imposerait la formule de l'interdiction ge´ne´rale de ve´hi-
cules ADR. Certes, cet e´le´ment est partie inte´grante de
toute cette proble´matique et il faudra bien y re´fle´chir en
prenant en conside´ration, d'une part, les impe´ratifs de la
se´curite´ et, d'autre part, les exigences lie´es a` une activite´
normale dans la re´gion.
Ainsi, monsieur Ansoms, j'ai l'intention d'examiner tre`s
attentivement les propositions que vous m'avez pre´sen-
te´es et j'estimerai dans quelle mesure celles-ci n'auraient
pas de´ja` e´te´ aborde´es par les services e´tudiant ce
dossier sur la base des instructions que j'ai donne´es.
De voorzitter : Tot besluit van deze bespreking werden
volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, des motions ont e´te´
de´pose´es.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer
Jos Ansoms en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellatie van de heer Jos
Ansoms
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken, verzoekt de regering :
1. te onderzoeken of niet de doorgang voor alle ADR-
transporten langs de Kennedytunnel verboden moet wor-
den, teneinde te vermijden dat gefraudeerd wordt met de
benummering van ADR-transporten en risico's met zulke
transporten in deze tunnel zoveel mogelijk te voorkomen;
2. opdracht te geven aan de politiediensten om, waar
mogelijk, voldoende controles op ADR-transporten uit te
voeren;
3. aan te dringen bij het provinciebestuur van Antwerpen
om in het provinciaal rampenplan een scenario uit te
werken dat een antwoord inzake onmiddellijke hulpver-
lening moet bieden op een ramp met een explosief
transport in de Kennedytunnel;
4. aan te dringen bij de bevoegde instanties om een
noodplan voor de verkeerscirculatie in de Antwerpse
regio uit te werken;
5. in de Interministerie¨le Conferentie voor Verkeer en
Infrastructuur aan te dringen op maatregelen vanwege
het Vlaams Gewest om
- het gebruik van de Liefkenshoektunnel voor ADR-
transporten zo aantrekkelijk mogelijk te maken, bijvoor-
beeld door de afschaffing van de tunneltol voor alle
ADR-transporten;
- de Antwerpse ring en de verschillende toegangswegen
uit te rusten met elektronisch gestuurde signalisatie-
systemen, teneinde bij ernstige ongevallen onmiddellijk
het alternatief verkeerscirculatieplan in voege te doen
treden;
- zo snel mogelijk een definitieve beslissing te nemen
omtrent de sluiting van de kleine Ring, de zogenaamde
vierde Scheldeoeververbinding.
Une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
M. Jos Ansoms et est libelle´e comme suit :
La Chambre, ayant entendu l'interpellation de M. Jos
Ansoms
et la re´ponse du ministre de l'Inte´rieur, invite le gouver-
nement a` :
1. examiner s'il ne convient pas d'interdire tout transport
ADR dans le tunnel Kennedy pour e´viter que l'identifica-
tion de transports ADR ne fasse l'objet de fraude et
pre´venir autant que faire se peut les risques lie´s a` de tels
transports dans ce tunnel;
2. charger les services de police de proce´der, la` ou` c'est
possible, a` un nombre de contro^les suffisant concernant
les transports ADR;
3. demander instamment a` l'administration provinciale
d'Anvers d'arre^ter, dans le cadre du plan d'urgence
provincial, un sce´nario permettant de re´pondre a` un
besoin d'aide urgente en cas de catastrophe dans lequel
est implique´ un transport explosif dans le tunnel Ken-
nedy;
4. demander instamment aux instances compe´tentes de
faire e´laborer un plan d'urgence relatif a` la circulation
routie`re dans la re´gion anversoise;
5. insister, lors de la Confe´rence interministe´rielle pour
les communications et l'infrastructure, pour que la Re´-
gion flamande prenne des mesures visant a` :
- rendre l'utilisation du
Liefkenshoektunnel la plus at-
trayante possible pour les transports ADR, notamment en
supprimant le pe´age pour ces derniers;
- e´quiper le Ring d'Anvers, ainsi que plusieurs bretelles
d'acce`s, de syste`mes de signalisation e´lectroniques per-
mettant de mettre en oeuvre sur-le-champ le plan de
circulation de rechange en cas d'accident grave;
- prendre le plus rapidement possible une de´cision
de´finitive a` propos de la fermeture de la Petite Ceinture,
ladite quatrie`me liaison entre les rives de l'Escaut.
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw
Kristien Grauwels en de heren Andre´ Fre´de´ric, Franc¸ois-
Xavier de Donne´a, Denis D'hondt en Tony Smets.
8
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mme
Kristien Grauwels et MM. Andre´ Fre´de´ric, Franc¸ois-
Xavier de Donne´a, Denis D'hondt et Tony Smets.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking
is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ulte´rieurement. La
discussion est close.
Interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de
minister van Binnenlandse Zaken over
het falen van
het nationaal meetnet voor radioactiviteit
(nr. 295)
Interpellation de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Inte´rieur sur
l'e´chec du re´seau national de mesure
de la radioactivite´
(n° 295)b>
De heer Hagen Goyvaerts (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb op deze interpel-
latie met betrekking tot het falen van het radiologisch
meetnet aangedrongen omdat het vrijblijvend antwoord
dat u tijdens het mondelinge vragenuurtje van donderdag
10 maart jongstleden hebt geformuleerd, mij geen vol-
doening heeft geschonken. Drie weken na de feiten blijkt
het thema van het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle en het daaraan verbonden Telerad-meetnet nog
altijd actueel te zijn. Op de Ministerraad van 22 maart
jongstleden werd eindelijk beslist om een regeringscom-
missaris te benoemen bij het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle, dat deels verantwoordelijk is voor de
uitbating van het meetnet voor radioactiviteit. Met grote
waarschijnlijkheid liggen het gebrek aan structuur en de
interne personeelsproblemen bij deze dienst aan de
basis van het feit dat dit Agentschap momenteel zijn
opdracht niet naar behoren kan vervullen. Dat is echter
niet alleen zo voor het meetnet. Ook bij het dossier met
betrekking tot de terugkeer van het hoogradioactief afval
uit La Hague is dit Agentschap betrokken.
Mijnheer de minister, alvorens tot mijn vragen te komen
had ik graag nog een aantal feiten over dit meetnet
meegegeven. Zoals iedereen zich herinnert heeft de
kernramp van Tsjernobyl in 1986 ervoor gezorgd dat de
meeste landen van Europa zijn overgegaan tot de uit-
breiding van hun bestaande meetnet of tot de installatie
van een nieuw meetnet. Dit laatste was het geval voor
Belgie¨, dat in feite over het meest moderne meetnet zou
moeten kunnen beschikken vermits het als laatste land in
Europa gebruik heeft kunnen maken van de expertise die
onze buurlanden hadden opgebouwd. Het meetnet had
aanvankelijk twee verantwoordelijke ministers, met name
Miet Smet voor Tewerkstelling en Arbeid, ter bescher-
ming van de werknemers, en Magda De Galan voor
Leefmilieu, ter bescherming van de bevolking.
Sinds de aanvang van het project zijn al diverse ministers
de revue gepasseerd, wat waarschijnlijk het dossier
mede heeft vertraagd. In de hele commotie rond de jaar
2000-problematiek is het mij niet ontgaan dat het precies
de directeur veiligheid van het IRE in Fleurus was die via
de kranten La Lanterne en Gazet van Antwerpen aan de
noodrem heeft getrokken. Hij is voormalig lid van het
Telerad-studiecomite´ en ligt mee aan de basis van het
Telerad-netwerk. Zijn frustratie en het feit dat hij zich
blijkbaar onbegrepen voelt is volgens mij een teken aan
de wand.
Mijnheer de minister, u moet weten dat het IRE zelf over
een kleiner netwerk beschikt dat al veel langer is gei¨n-
stalleerd dan Telerad. Het is momenteel nog steeds
operationeel en heeft vreemd genoeg geen problemen
met de millenniumovergang. Het was zelfs zo gepland
dat dit netwerk zou worden ontmanteld zodra Telerad
opgeleverd was, dus vanaf 1998. Zij hebben dit tot op
heden geweigerd. Ik kan hun bezorgdheid begrijpen.
Hetzelfde doet zich voor in het SCK in Mol, dat als
nucleaire site beschikt over een eigen meetnet.
Dat het federaal agentschap verrast zou zijn geweest
door de millenniumfouten van het netwerk, lijkt mij twij-
felachtig. Immers, verschillende externe experts beves-
tigden dat de problemen vooraf waren gekend.
Ik durf zelfs beweren, mijnheer de minister, dat u, in uw
hoedanigheid van lid van de regering, toen minister
Verhofstadt tijdens de millenniumnacht aankondigde dat
de millenniumbug in Belgie¨ niet had toegeslagen, wist dat
het meetnetwerk was uitgevallen. Ofwel verzweeg u het,
ofwel werd het u verzwegen.
Mijnheer de voorzitter, ik kom thans tot het formuleren
van mijn vragen die vooraf aan de minister werden
overgemaakt om hem in staat te stellen zijn antwoorden
voor te bereiden. Ik zal de vragenlijst kort overlopen.
Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat de vaste en
mobiele meetpunten voor het automatisch meten van
radioactiviteit in de omgeving - hiermee bedoel ik de
omgevingsstraling in lucht en water - geen disfunctie
vertoonden tijdens de overgang naar het jaar 2000 ? Zo
niet, welke meetpunten moest het federaal agentschap
uitschakelen of buiten dienst stellen ?
Vorige vraag is eveneens van toepassing op de meteo-
rologische
meetpunten.
Immers,
naast
radioactivi-
teitsmetingen worden er ook heel wat metingen verricht
in verband met de weersgesteldheid. Werd op dat vlak
een disfunctie vastgesteld bij de overgang naar het jaar
2000 ? In bevestigend geval, welke maatregelen moest
het federaal agentschap aanwenden om de toestellen al
dan niet uit te schakelen ?
HA 50
COM 162
9
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hagen Goyvaerts
Mijnheer de minister, het interesseert mij ook te verne-
men of uw diensten werden betrokken bij simulatietesten
die uiteraard vooraf werden uitgevoerd ? In de loop van
1999, zeker tijdens de maanden oktober, november en
december, hielden omzeggens alle diensten zich bezig
met dergelijke testen. Als de situatie vooraf werd uitge-
test, waarom liet de evaluatie ervan dan zo lang op zich
wachten. Het is nu maart, en nu pas stelt men vast dat
Telerad onderhevig was aan een millenniumprobleem.
In uw toelichting citeerde u een bedrag van 80 miljoen
frank exploitatiekosten. Waarom ligt dat bedrag zo
hoog ? Is dat te wijten aan hoge kosten voor computer-
infrastructuur of voor de exploitatie ervan ? Zijn er andere
verdoken kosten die te hoog oplopen ? In dat verband
denk ik bijvoorbeeld aan kosten inzake telecommunica-
tie.
Voor het millenniumbestendig maken van het netwerk
zou zo'n slordige 80 miljoen nodig zijn. Blijkbaar werd
reeds een eerste aanbesteding van 20 miljoen toegewe-
zen voor hardware en software bestemd voor het
ophalen van de meetgegevens bij de meest kritieke
installaties, namelijk de nucleaire installaties van Doel
en Tihange, het IRE en het studiecentrum te Mol.
Binnen welk tijdsbestek zal het overblijvend bedrag van
60 miljoen worden toegewezen ? Welke garantie gaf de
huidige hoofdaannemer voor de correcte en tijdige uit-
voering van deze aanpassingen, om te vermijden dat wij
nog een jaar moeten werken met een meetnet dat niet
operationeel is ?
Vervolgens, mijnheer de minister, kondigde u meermaals
aan een audit te zullen laten uitvoeren. Welnu, ik had
graag geweten welke doelstellingen u terzake nastreeft.
Is het de bedoeling het concept van het meetnet volledig
te herzien of het te wijzigen ? Welke departementen
worden bij deze audit betrokken ? Zullen in dat verband
externe experts worden ingeschakeld ?
In het concept van het meetnet was aanvankelijk in een
publieke toegang voorzien tot de gegevens via internet,
evenals een verbinding van het meetnet naar een grote
gecentraliseerde Europese databank. Al onze buurlan-
den maken hiervan reeds deel uit, maar Belgie¨ nog niet.
Wat is de stand van zaken ? Zijn er nog bijkomende
uitgaven te verwachten ?
Een volgende vraag handelt over de personeels-
problemen op het federaal agentschap. Graag had ik
vernomen hoeveel personen momenteel voltijds en deel-
tijds zijn betrokken bij de uitbating van het netwerk en
hoe de opdeling per taalrol gebeurt. Is de personeelsbe-
zetting voldoende of is er nog nood aan gekwalificeerd
personeel ?
Tevens zou het aangewezen zijn, mijnheer de minister,
een toelichting te geven in verband met de uitbating-
staken die u meent te moeten toewijzen aan het SCK te
Mol of het IRE te Fleurus. Ik weet niet of deze kwestie
thans aan de orde is, maar gezien de commotie in de
pers, neem ik aan dat beide partijen in zekere zin
gefrustreerd zijn over hun onbetrokkenheid in dit sys-
teem.
Mijnheer de minister, tot slot had ik graag vernomen
binnen welke termijn het automatisch meetnet opnieuw
met een betrouwbaarheid van nagenoeg 100% operatio-
neel zal zijn, zodat Telerad als een volwaardig instrument
kan zijn met betrekking tot het noodplan en het crisiscen-
trum.
Le pre´sident : Je rappelle que le temps de parole des
interpellations est de dix minutes maximum.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je vais devoir e^tre pre´cis et quelque peu
technique. M. Goyvaerts connai^t bien cette matie`re, et
me^me de l'inte´rieur si je puis dire. Je lui donnerai un
certain nombre de pre´cisions qu'il connai^t sans doute
de´ja` mais qui sont utiles pour l'ensemble des commis-
saires.
Avant de re´pondre aux questions d'ordre technique que
vous me posez, monsieur Goyvaerts, il me semble
opportun de vous tracer les grandes lignes de l'historique
du syste`me Te´le´rad.
L'ide´e de cre´er un re´seau de mesurage pour la sur-
veillance radiologique du territoire national est ne´e en
1982, apre`s l'accident de Harrisburg.
L'objectif principal se re´sume ainsi : information directe,
imme´diate et autonome des autorite´s sur les rejets
radioactifs des quatre sites nucle´aires de la Belgique et
information des sites nucle´aires proches de la frontie`re,
et lors de situations d'urgence, information imme´diate et
e´valuation des dangers potentiels pour la population, en
vue de prendre des mesures de se´curite´.
A la suite de l'accident de Tchernobyl, les risques ont e´te´
re´e´value´s et les objectifs de Te´le´rad ont e´te´ revus en
conse´quence. La de´cision de principe a e´te´ prise en
1985 par le secre´taire d'Etat Aerts et la de´cision de´finitive
par Mme Smet.
Le contrat pour l'installation du re´seau fut attribue´ a`
Fabricom le 13 mars 1992. Le de´lai d'exe´cution pre´vu
e´tait de 4 ans et la re´ception de´finitive a eu lieu avec deux
ans de retard, le 25 juin 1998.
Le fournisseur a alors fait une proposition pour l'adapta-
tion de l'informatique et pour une acce´le´ration de la
transmission des donne´es de mesure au centre de calcul
fe´de´ral. Le prix s'e´levait a` 51,5 millions de francs belges,
hors TVA, somme non ne´gligeable pour un syste`me
re´ceptionne´ un an auparavant, d'autant plus que la firme
qui a conc¸u le logiciel, sous-traitant de Fabricom, a
maintenant disparu.
10
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
Le Conseil des ministres du 29 juillet qui a du^ se
prononcer sur cette proposition a marque´ son accord de
principe sur la re´alisation des travaux a` effectuer, mais a
en me^me temps de´cide´ de cre´er un groupe de travail
intercabinets qui avait pour mission de de´finir un audit
pour le syste`me et d'e´tudier la proble´matique de l'Agence
fe´de´rale pour le contro^le nucle´aire.
Lors des re´unions de ce groupe de travail intercabinets,
des questions ont e´te´ pose´es sur l'efficacite´ du syste`me
ainsi que sur la responsabilite´ juridique du fournisseur.
Selon le premier avis juridique de l'administration, la date
a` laquelle, dans les syste`mes informatiques, l'anne´e
devait e^tre sauvegarde´e en quatre positions n'a pas
encore e´te´ fixe´e par la jurisprudence des cours et tribu-
naux.
Vu la position juridique incertaine du gouvernement et
par souci de la se´curite´ de la population, le groupe de
travail intercabinets a propose´ au Conseil des ministres
du 14 octobre 1999 d'apporter des adaptations minima-
les au syste`me, consistant a` restaurer la transmission
automatique des donne´es de mesure des balises autour
des sites nucle´aires vers le centre fe´de´ral de calcul et
d'interroger manuellement les autres balises. Certains
disent que tout s'est arre^te´ a` l'an 2000; c'est e´videmment
inexact. Il s'agit seulement du syste`me d'alerte automa-
tique. Bien entendu, l'information a continue´ a` e^tre re´-
colte´e et les interrogations manuelles ont eu lieu. Des
informations tout a` fait inexactes ont circule´, ce qui a cre´e´
une certaine inquie´tude dans l'opinion.
La proposition fut accepte´e et le groupe de travail a
poursuivi ses travaux avec la de´finition de l'audit. C'est
ainsi qu'un projet d'audit a e´te´ soumis au Conseil des
ministres du 22 mars dernier ainsi que la proposition de
mener une enque^te approfondie sur la responsabilite´
juridique du fournisseur.
La se´curite´ de la population est un souci majeur de ce
gouvernement. Toutefois, ce gouvernement entend ge´rer
ses moyens comme un bon pe`re de famille et veut donc
avoir la certitude qu'il investit ses moyens dans un outil
efficace et performant. En effet, il faut savoir que le cou^t
initial de ce syste`me n'a pas e´te´ ne´gligeable et se situe
aux environs de 600 millions de francs belges.
Je vais maintenant essayer de re´pondre a` vos questions
dans leur contexte.
1. L'ensemble des balises fixes du re´seau Te´le´rad, y
compris les balises rivie`res, continuent a` fonctionner
normalement depuis le 1er janvier 2000, a` l'exception
des trois balises spectro gamma qui ont e´te´ arre^te´es le
31 de´cembre 1999 sur recommandation de l'entrepre-
neur Fabricom. Ces trois balises, installe´es a` Mol, a`
Fleurus ainsi qu'au CFC ne´cessitent un upgrade pour le
passage a` l'an 2000. Celui-ci a fait l'objet d'une offre de
l'entrepreneur pour un montant de 2 464 500 francs
belges hors TVA. Cette adaptation sera examine´e ulte´-
rieurement apre`s les conclusions de l'audit.
Le rapatriement des re´sultats est assure´ par l'interroga-
tion manuelle depuis le Centre fe´de´ral de calcul.
2. Les 12 balises mobiles du re´seau continuent a` fonc-
tionner normalement en stand alone depuis le 1er janvier
2000. Il n'est cependant plus possible d'en consulter les
re´sultats au CFC du fait de l'arre^t du syste`me informati-
que. De plus, une adaptation du concentrateur de ces
balises est ne´cessaire pour pouvoir continuer a` les
employer en re´seau. Cette adaptation fait l'objet d'une
offre de l'entrepreneur pour un montant de 296 000
francs belges hors TVA. Cette adaptation sera examine´e
ulte´rieurement apre`s les conclusions de l'audit.
Entre-temps, ces balises peuvent e^tre utilise´es manuel-
lement sur site dans le cadre d'un affinement et d'un
ajustement e´ventuel des mesures prises dans le cadre
de la planification d'urgence.
3. Les e´quipements des ma^ts me´te´o continuent a` donner
des re´sultats. Cependant, ces mesures ne sont pas
consultables en raison de l'arre^t du syste`me informati-
que. Les e´quipements Sodar sont e´galement a` l'arre^t
depuis le 1er janvier. Leur upgrade pourrait e^tre re´alise´
par les ope´rateurs Te´le´rad en vue de leur fonctionnement
en stand alone, mais l'interrogation a` distance n'est plus
possible en raison de l'arre^t du syste`me.
En cas de besoin, des donne´es me´te´orologiques peu-
vent e^tre obtenues aupre`s de l'IRM et aupre`s des sites
nucle´aires qui ont aussi des ma^ts me´te´o.
4. Lors de la re´union du 14 de´cembre 1999 du groupe de
travail, le fonctionnaire du service de protection contre
les radiations ionisantes a explique´ comment se fera
l'interrogation manuelle des balises.
A partir du 1er
janvier 2000, toutes les balises du re´seau de mesure
Te´le´rad (I-ring, I-nat, I-riv et I-ae´rosol) seront interroge´es
se´pare´ment depuis le Centre de calcul fe´de´ral. Cette
interrogation se fait a` l'aide de lignes DCS, modems
DCS, minipads et PC portables. Les interrogations sont
assure´es par un logiciel Procomm-plus et par le logiciel
de maintenance des balises de´veloppe´ par BAI-
Berthold.
Cette interrogation manuelle e´tait possible
e´tant donne´ qu'il n'y avait pas de lien entre l'horloge des
balises et les programmes informatiques qui permettent
leur interrogation.
Le groupe de travail intercabinets a pris acte de cette
proposition.
5. Les frais d'exploitation annuels se re´partissent comme
suit :
HA 50
COM 162
11
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
- l'entretien correctif de l'ensemble des e´quipements et
du syste`me informatique, re´alise´ par Fabricom suivant
l'offre de base conforme´ment au cahier des charges :
35,5 millions de francs belges;
- l'assistance technique a` l'administration pour l'entretien
pre´ventif de toutes les balises, a` l'exception des balises
mobiles, et des installations me´te´o : 13,5 millions de
francs belges;
- les frais de consommation (e´lectricite´, DCS, te´le´phone,
conventions avec les proprie´taires des parcelles) : 21
millions de francs belges;
- il faut e´galement tenir compte du remplacement des
e´quipements usage´s;
- l'administration a e´galement pre´vu l'entretien des qua-
tre pavillons et du CFC;
- des contrats avec des firmes exte´rieures pour l'assis-
tance a` l'exploitation ont e´te´ envisage´s.
Ces trois derniers points ont e´te´ estime´s a` un montant
total de 10 millions de francs belges; les deux derniers
n'ont cependant jamais e´te´ re´alise´s.
6. L'adaptation minimale en vue de la surveillance des
quatre sites nucle´aires belges de´cide´e en Conseil des
ministres consiste en :
- le remplacement hardware des FEP et des Nano-
Turbos par des syste`mes compatibles avec la proble´ma-
tique de l'an 2000;
- la re´e´criture du tronc commun de tous les protocoles
des types de balises du logiciel applicatif vers les nou-
veaux syste`mes;
- l'e´criture dans les FEP de la gestion des interrogations
des balises, ainsi que la reprise de l'interrogation par un
seul FEP lorsque l'autre est en panne;
- l'e´criture de la partie protocole de communication entre
les FEP et les balises clo^tures;
- la gestion de la synchronisation temporelle des balises
installe´es le long des clo^tures;
- l'installation et la mise en service des nouveaux e´qui-
pements;
- la formation du personnel sur les nouveaux e´quipe-
ments;
- des tests fonctionnels de mise en service.
Le planning re´actualise´ des travaux transmis par l'entre-
preneur Fabricom a` la suite de la signature du contrat est
le suivant.
Il comporte quatre grandes parties :
1. Commande du mate´riel, analyse, programmation,
mise au point du 15 de´cembre 2000 au 30 avril 2000.
2. Test d'inte´gration par l'entrepreneur Fabricom du
1er avril 2000 au 30 avril 2000.
3. Installation sur site plus tests par Fabricom du
1er mai 2000 au 31 mai 2000.
4. Tests fonctionnels du 1er juin 2000 au 30 juin 2000.
Les premiers re´sultats devraient cependant e^tre disponi-
bles au de´but du mois de mai prochain.
La suite e´ventuelle de cette adaptation par rapport a`
l'offre comple`te examine´e en Conseil des ministres du 29
juillet, pour un montant de 51 500 000 de francs belges
hors TVA, de´pendra des conclusions de l'audit et de
l'e´tude juridique.
Il est donc pre´mature´ de fixer de`s a` pre´sent un planning
ainsi qu'un montant pour cette deuxie`me phase.
Conforme´ment a` la re´glementation sur les marche´s
publics, un cautionnement de 5% du montant de la
mission a e´te´ de´pose´ par l'entrepreneur aupre`s de la
Caisse des de´po^ts et des consignations en garantie de la
bonne exe´cution des travaux.
7. L'audit devrait porter sur les principes de base ainsi
que sur les fonctions essentielles et secondaires du
re´seau.
Le groupe intercabinets est compose´ de repre´sentants
du premier ministre, des vice-premiers ministres, des
ministres de la De´fense, de l'Inte´rieur, de la Fonction
publique, de la Sante´ publique ainsi que du secre´taire
d'Etat a` l'Energie et au De´veloppement durable.
Le groupe intercabinets a cre´e´ un groupe de travail
technique compose´ d'experts de´signe´s par les ministres
de l'Inte´rieur, de la Sante´ publique, de l'Emploi qui
avaient pour mission premie`re de formuler un
mission
statement
technique pour Te´le´rad. Sur la base de l'avis
technique, le groupe de travail a e´labore´ un projet de
de´finition d'audit. Cette proposition a e´te´ accepte´e par le
Conseil des ministres du 22 mars 2000.
Sur la base du
mission statement technique et des
conclusions de l'audit, un nouveau
mission statement
et un plan strate´gique pourront e^tre e´labore´s.
8. Vous e´voquez l'e´ventualite´ de mettre les re´sultats du
re´seau a` la disposition du public ainsi que leur transmis-
sion vers la banque de donne´es du Centre commun de
recherches situe´ a` Ispra. Le de´veloppement d'un site
internet pour la consultation par le public des re´sultats de
mesures a de´ja` e´te´ e´voque´ dans le passe´. Ce projet sera
e´galement re´e´value´ dans le cadre de l'audit.
12
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
9. L'exploitation normale de Te´le´rad, avant le 31 de´cem-
bre 1999, e´tait assure´e par trois ope´rateurs contractuels :
deux ne´erlandophones appartenant au SSTIN (un inge´-
nieur industriel et un gradue´ en informatique), un techni-
cien francophone part-time du SPRI sous la coordination
d'un inge´nieur industriel statutaire francophone du SPRI.
Apre`s l'arre^t du re´seau, dans le cadre des mesures
alternatives de´cide´es par le gouvernement, cette e´quipe
a e´te´ comple´te´e par quatre inte´rimaires (deux ne´erlan-
dophones et deux francophones) pour l'interrogation
manuelle des balises de l'ensemble du territoire. Une
exploitation optimale du re´seau ne´cessiterait la pre´sence
dans l'e´quipe d'un informaticien ayant une connaissance
approfondie des syste`mes de transmission.
L'engagement de nouveau personnel de´pendra des
conclusions de l'audit ainsi que l'ope´rationalisation com-
ple`te de l'Agence fe´de´rale de contro^le nucle´aire. Le
Conseil des ministres du 22 mars dernier a fixe´ le 1er
octobre 2000 comme date limite pour cette ope´rationali-
sation.
10. En attendant les conclusions de l'audit quant a`
l'avenir de Te´le´rad, il est pre´mature´ de prendre des
dispositions en matie`re d'exploitation du re´seau et dans
ce contexte, d'e´tablir des relations avec d'autres organis-
mes exte´rieurs.
11. Ici aussi, en attendant les conclusions de l'audit, il est
pre´mature´ de dire quand ou si on reviendra au syste`me
tel qu'il e´tait configure´ avant le 31 de´cembre 1999.
Ne´anmoins, je suis conscient de la ne´cessite´ de pouvoir
disposer de ce re´seau qui constitue un e´le´ment important
d'aide a` la de´cision en cas de situation de crise.
Bien entendu, l'audit sera inde´pendant. Puisque nous
voulons que les choses soient claires, nous nous assu-
rerons de l'inde´pendance de ceux qui en seront charge´s.
Pour conclure, je vous rappelle que le principe de la
planification d'urgence, tant sur le plan national qu'inter-
national, est base´ sur le principe du
early warning. Cela
signifie que celui qui a cause´ un risque nucle´aire a
l'obligation de signaler chaque incident, me^me sans
conse´quences radiologiques exte´rieures, a` une se´rie
pre´de´termine´e d'autorite´s. Afin de s'assurer que cette
notification se fait, des me´canismes de contro^le tant
interne qu'externe ont e´te´ cre´e´s.
La fonction de contro^le des balises autour des sites
nucle´aires est de ve´rifier si la contamination radiologique
annonce´e est celle qui s'est effectivement produite et qui
a du^ e^tre annonce´e.
Au moment ou` Te´le´rad effectue les mesurages (et, dans
le passe´, au moment ou` il donnait l'alarme), toutes les
mesures visant la se´curite´ de la population doivent de´ja`
e^tre prises.
A ce jour, les donne´es de mesure provenant de Te´le´rad
permettent d'affiner et d'ajuster les mesures prises dans
le cadre de la planification.
J'en termine ainsi avec ma re´ponse, monsieur le pre´si-
dent, qui e´tait quelque peu technique.
Le pre´sident : Monsieur le ministre, le chemin est main-
tenant bien balise´.
De heer Hagen Goyvaerts (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik moet de minister danken voor zijn uitvoerig
antwoord. Ik neem aan dat wij nu zowat alle details
kennen van deze problematiek. Ik zou de minister toch
willen verzoeken de resultaten en de analyse van de
geplande audit van het meetnet aan het parlement mee
te delen. Daarnaast zou ik de minister ook willen vragen
de nodige financie¨le middelen vrij te maken - desnoods in
samenspraak met de andere betrokken departementen -
zodat het nationale meetnet opnieuw 100% operationeel
kan zijn binnen een periode van 6 maanden na het
afsluiten van de audit. Ik zal deze verzoeken omzetten in
de vorm van een motie van aanbeveling.
M. Antoine Duquesne, ministre : Je cherche a` faire la
clarte´ dans cette affaire. Il est e´vident que je suis partisan
d'un maximum de transparence pour toutes les questions
qui concernent la se´curite´ et spe´cialement envers le
parlement.
A partir du moment ou` les conclusions de l'audit seront
connues, il est certain
que les moyens ne´cessaires pour devenir ope´rationnel
dans les meilleures conditions seront mis en oeuvre.
De voorzitter : Tot besluit van deze bespreking werden
volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, des motions ont e´te´
de´pose´es.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer
Hagen Goyvaerts en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellatie van de heer Hagen
Goyvaerts
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken, verzoekt de minister om de resultaten en de
analyse van de geplande audit van het meetnet kenbaar
te maken aan het parlement;
verzoekt de minister de nodige financie¨le middelen vrij te
maken, desgevallend in samenspraak met andere be-
trokken ministers, binnen de begroting 2000 om het
nationaal meetnet opnieuw voor 100% operationeel te
krijgen binnen een periode van 6 maanden na de audit.
Une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
M. Hagen Goyvaerts et est libelle´e comme suit :
HA 50
COM 162
13
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
La Chambre, ayant entendu l'interpellation de M. Hagen
Goyvaerts
et la re´ponse du ministre de l'Inte´rieur, invite le ministre a`
communiquer au parlement les re´sultats et l'analyse de
l'audit projete´ du re´seau de mesure;
invite le ministre a` libe´rer les moyens financiers ne´ces-
saires, le cas e´che´ant en concertation avec d'autres
ministres concerne´s, dans le cadre du budget 2000, afin
de rendre le re´seau national de mesure a` nouveau
ope´rationnel dans les six mois suivant la fin de l'audit.
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw
Kristien Grauwels en de heren Andre´ Fre´de´ric, Franc¸ois-
Xavier de Donne´a, Denis D'hondt en Tony Smets.
Une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mme
Kristien Grauwels et MM. Andre´ Fre´de´ric, Franc¸ois-
Xavier de Donne´a, Denis D'hondt et Tony Smets.
Le vote sur les motions aura lieu ulte´rieurement. La
discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking
is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de inkrim-
ping van de bijstand- en interventieploegen van de
rijkswacht vanaf 20 maart 2000
(nr. 1367)
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre
de l'Inte´rieur sur
la re´duction des e´quipes d'assis-
tance et d'intervention de la gendarmerie a` partir du
20 mars 2000
(n° 1367)</b>
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, het is bekend dat heel
wat rijkswachtkorpsen manschappen ter beschikking
moeten stellen tijdens Euro 2000. Deze terbeschikking-
stelling is blijkbaar reeds sinds 20 maart gestart. Hoewel
de wedstrijden pas in juni plaatsvinden, verneem ik dat
verschillende korpsen nu reeds maatregelen nemen in
het licht van het ter beschikking stellen van personeel,
wellicht omdat de in te zetten manschappen reeds nu de
nodige training moeten krijgen. Het gevolg is blijkbaar dat
er binnen de rijkswachtbrigades beslist werd om de
bijstand- en interventieploegen, die doorgaans 24 uur op
24 paraat staan, in te krimpen. Deze inkrimping is
weliswaar tijdelijk maar zal toch tot eind augustus duren,
dus tot een maand na de wedstrijden van Euro 2000.
Gezien men tijdens de maand juni geen verlof mag
nemen, mag worden verwacht dat de meeste mensen in
juli en augustus met vakantie zullen willen gaan.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze
ingreep in het inzetten van rijkswachtpersoneel in het
kader van de voorbereidingen van Euro 2000 ? Zo ja,
wordt deze maatregel, namelijk het inkrimpen van de
bijstand- en interventieploegen, vanaf vandaag tot eind
augustus van kracht voor alle rijkswachteenheden ?
Acht u een dergelijke vermindering bij het inzetten van
het personeel wenselijk, zeker nu meer dan ooit op het
belang van een interventieploeg die 24 uur op 24 ter
beschikking van de burger staat wordt gewezen ?
Zal de dienstverlening ten overstaan van de bevolking
niet onder druk komen te staan door deze personeelsin-
krimping voor interventies ? Welke garanties kunt u ter
zake bieden ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Vanpoucke, tijdens de periode voorafgaand aan
Euro 2000 wordt er sedert 20 maart een opleiding
gegeven aan de spotters, de spotters-coo¨rdinatoren en
aan de begeleidingsofficieren. Deze opleiding wordt ge-
geven aan 35 rijkswachters en duurt 9 dagen. Deze
personeelsleden zullen pas ingezet worden tijdens de
periode van Euro 2000. Verder loopt er momenteel een
vorming die zich in de eerste plaats richt tot de rijks-
wachters die rechtstreeks betrokken zijn bij Euro 2000, te
weten de leden van de marseenhedenpelotons, het
personeel van de districtsbrigades, de BOB van de
steden waar de wedstrijden plaatsvinden, de leden van
de grensbrigades en van de brigades van de verblijfplaat-
sen van de ploegen en de leden van de provinciale
verkeerseenheden. Deze vorming wordt in twee dagen
gegeven en is gei¨ntegreerd in de doorlopende vorming
die elk jaar gegeven wordt aan het rijkswachtpersoneel.
Ze heeft dus geen vermindering van de capaciteit van de
eenheden tot gevolg. Ik concludeer dus dat er geen
vermindering van de dienstverlening aan de bevolking is.
Gezien het feit dat een gedeelte van de lokale eenheden
in het kader van het behoud van de openbare orde
gemobiliseerd zal worden tijdens de periode van Euro
2000, zullen de leden van de rijkswacht geen verlof
kunnen nemen noch bijkomende overuren kunnen recu-
pereren tijdens de periode van 8 juni tot 30 juni. Het is de
bedoeling over voldoende personeel te kunnen beschik-
ken tijdens deze periode. Wat de periode na Euro 2000
betreft, zal het klassieke systeem gelden. Vanaf 1 juli tot
30 september kunnen de leden van de rijkswacht hun
verlof nemen op voorwaarde dat het aantal leden dat met
verlof gaat 33% van het totale aantal rijkswachters in de
eenheid niet overschrijdt. Buiten deze periode mag men
25% van het totale aantal in een eenheid niet overschrij-
den.
J'espe`re que, ce soir, l'e´quipe des Diables Rouges
l'emportera dans votre stade, monsieur le bourgmestre.
14
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de minis-
ter, ik dank u voor dit omstandig antwoord. Als u zegt dat
dit nu de dienstverlening niet ten kwade kan komen, moet
ik u er toch op wijzen dat de gemeenten in bepaalde
districten reeds bericht van de rijkswacht hebben gekre-
gen dat de ploegen minder ter beschikking zullen worden
gesteld. Dat is toch een concreet gegeven.
Minister Antoine Duquesne : Voor dit antwoord heb ik
contact opgenomen met de rijkswacht en die gaat ak-
koord met dit antwoord.
Vous ne pouvez pas dire que la gendarmerie a donne´
d'autres informations puisque la re´ponse que je vous ai
donne´e vient de la gendarmerie. La formation s'ope`re
dans le cadre des autres formations donne´es. Pour
l'instant, aucune mobilisation n'est pre´vue. Vous connais-
sez le processus de mobilisation qui a e´te´ organise´ pour
l'Euro 2000. Il va augmenter les capacite´s de la gendar-
merie et un syste`me de re´cupe´ration est pre´vu pour les
mois de juillet a` septembre, de sorte qu'il n'y aura aucun
proble`me pour prester l'ensemble des services qui doi-
vent e^tre rendus a` la population.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
het
toepassingsgebied van de wet van 21 december 1998
betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden
(nr. 1390)
Question orale de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Inte´rieur sur
le champ d'application de la loi du
21 de´cembre 1998 concernant la se´curite´ lors des
matches de football
(n° 1390)</b>
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het antwoord op mijn
vraag kan van groot belang zijn voor heel wat gemeen-
ten, voetbalclubs en voetballiefhebbers. Mijn vraag heeft
als doel van de minister te vernemen of de wet van
21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbal-
wedstrijden en het koninklijk besluit van 2 juni 1999 van
toepassing zijn op al de wedstrijden, zowel bekerwed-
strijden als vriendschappelijke en voorbereidende wed-
strijden, tussen ploegen uit de eerste of tweede klasse en
een ploeg uit derde nationale of lager.
In de toelichting bij artikel 2 van de wet van 21 december
1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden
wordt een voorbeeld gegeven van een nationale voetbal-
wedstrijd waarop de wet van toepassing is. Er wordt
bepaald dat een bekerwedstrijd tussen een ploeg van de
eerste en een van de derde nationale afdeling een
nationale voetbalwedstrijd is. Als een dergelijke wedstrijd
wordt georganiseerd, zijn de bepalingen van de wet van
toepassing op elke organisator. Uit deze toelichting bij
artikel 2 zou kunnen worden afgeleid dat alleen beker-
wedstrijden ressorteren onder het toepassingsveld van
de wet. Dit betekent dat de veiligheidsnormen zoals
bepaald in het koninklijk besluit van 2 juni 1999 onder
meer inzake de aanpassing van de stadions, vervuld
moeten zijn bij de organisatie van bekerwedstrijden tus-
sen ploegen van eerste en derde nationale.
Er heerst echter onduidelijkheid. Het tijdschrift
Politeia
nummer 7 van september 1998 stelt uitdrukkelijk dat de
bepalingen van de wet eveneens van toepassing zijn op
louter vriendschappelijke en voorbereidende wedstrijden
die worden georganiseerd tussen ploegen van eerste en
derde nationale. Directeur-generaal De Knop van de
Algemene Rijkspolitie - een autoriteit op dit gebied -
schrijft over het toepassingsgebied van de wet in
Poli-
teia
, ik citeer : De inzet van de wedstrijd doet niet
terzake. De wet viseert even zeer de vriendschappelijke
en de voorbereidende wedstrijden
.
Mijnheer de minister, als het bovenvermeld koninklijk
besluit van toepassing is op al de wedstrijden, ook de
vriendschappelijke en de voorbereidende, heeft dit ge-
volgen voor de clubs van de derde nationale afdeling en
lager. Als deze clubs wedstrijden tegen de eerste afdeling
willen organiseren moeten ze zeer zware financie¨le in-
vesteringen doen voor de aanpassing van het stadion,
onder meer inzake compartimentering, bewakings-
camera's, de toegang tot het stadion en de uitrusting van
de zitjes. Als deze ploegen en de gemeenten dergelijke
zware investeringen niet kunnen doen, gaat er veel
voetbalplezier verloren voor de supporters van kleinere
clubs die op die manier de kans zien voorbijgaan om
groten als Anderlecht of Club Brugge op hun terrein te
ontvangen. Mijnheer de minister, het antwoord op de
vraag of de wet van toepassing is op al de wedstrijden
heeft verstrekkende gevolgen.
Mijnheer de minister, kunt u een omschrijving geven van
wat moet worden verstaan onder de notie nationale
voetbalwedstrijd ? Ressorteren, zoals in de wet is be-
paald, ook de wedstrijden die vriendschappelijk worden
gehouden tussen een ploeg van eerste en een ploeg van
derde nationale afdelingen ? Of moeten wij ons alleen
houden aan de toelichting bij het artikel 2 van de wet en
betreft het daarentegen alleen de bekerwedstrijden ?
Indien de wet en het koninklijk besluit ook van toepassing
zijn op de vriendschappelijke wedstrijden tussen een
ploeg van eerste en derde nationale, worden deze mat-
chen dan niet onmogelijk gemaakt, gezien de zware
verplichtingen die het koninklijk besluit oplegt aan de
kleinere clubs ? Wat is uw oordeel hierover ? Kan voor
dergelijke wedstrijden, die louter vriendschappelijk zijn,
HA 50
COM 162
15
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Simonne Creyf
niet in uitzonderingen worden voorzien op het vlak van de
te nemen veiligheidsmaatregelen ? In het geval uw ant-
woord terzake positief is, over welke uitzonderingen gaat
het en hoe kunnen deze uitzonderingen worden aange-
vraagd ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
collega's, voor het antwoord op deze vraag verwijs ik
naar artikel 2.2 van de voetbalwet, dat bepaalt dat onder
een nationale voetbalwedstrijd kan worden verstaan een
voetbalwedstrijd waaraan ten minste e´e´n club uit een van
de hoogste twee nationale afdelingen deelneemt. In de
Memorie van Toelichting bij de wet wordt geen onder-
scheid
gemaakt
tussen
een
voetbalwedstrijd
in
competitieverband of een vriendschappelijke wedstrijd,
waaruit kan worden besloten dat de wet alle voetbal-
wedstrijden bedoelt die worden georganiseerd met min-
stens e´e´n club uit de twee hoogste nationale afdelingen.
Als voorbeeld wordt inderdaad een bekerwedstrijd tus-
sen een club van eerste en een ploeg van derde natio-
nale afdeling voorgesteld, maar dan om aan te geven dat
deze wedstrijd onder het toepassingsgebied van de wet
kan vallen, met dien verstande dat de bijzondere ver-
plichtingen ten aanzien van de organisatoren, artikel 5 en
volgende van de voetbalwet, in dergelijk geval niet gel-
den voor de organisatoren die behoren tot de derde
nationale afdeling. Dat betekent dat alleen de algemene
bepalingen van de voetbalwet van toepassing zijn.
Artikel 3 betreft het sluiten van overeenkomsten met de
organisatoren, enerzijds en de hulpdiensten en de be-
stuurlijke en politie¨le overheden en diensten, anderzijds.
Artikel 4 bepaalt dat de organisator uitsluitend gebruik
maakt van stadions of delen van stadions die aan de door
de Koning bepaalde veiligheidsnormen voldoen.
Artikel 43 betreft het meedelen aan de organisatoren van
inlichtingen door de politiediensten.
Het koninklijk besluit van 2 juni 1999, houdende de in
voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen, een
uitvoeringsbesluit van artikel 4 van de wet, vermeldt dat
het koninklijk besluit van toepassing is op alle voetbal-
stadions zonder onderscheid van afdeling. Doch, het
koninklijk besluit voorziet in een aanpassing van de
normen overeenkomstig de aard van het risico. Dit
verklaart waarom alleen de maatregelen die de alge-
mene veiligheid van de toeschouwers beogen van alge-
mene toepassing zijn, aangezien deze de basisveiligheid
betreffen.
Alsook wordt de bescherming tegen brand en de
evacuatienormen aangehaald. Het spreekt voor zich dat
alle stadions aan dergelijke minimale veiligheidsnormen
moeten voldoen.
Andere normen, meer specifiek in de strijd tegen het
hooliganisme, zijn van restrictievere toepassing. Het gaat
daarbij onder andere om normen betreffende de schei-
ding van supporters of over de noodzakelijke installatie
voor de ordediensten.
De naleving van artikel 3 van de voetbalwet, het opstellen
van de overeenkomst, kan normalerwijze weinig proble-
men opleveren. Voor de bepalingen van het koninklijk
besluit van 2 juni 1999 betreffende de in voetbalstadions
na te leven veiligheidsnormen die nageleefd moeten
worden en die algemeen van toepassing zijn op alle
stadions kunnen afwijkingen aangevraagd worden, met
uitzondering van de normen met een algemene draag-
wijdte zoals het ARAB. Een dergelijke afwijking is onder-
worpen aan het bestaan van garanties betreffende het
nemen van veiligheidsnormen die een gelijkwaardig
veiligheidsniveau verzekeren. De afwijkingen beogen in
het algemeen infrastructurele problemen die moeilijk op
te lossen zijn zonder aan het stadion wijzigingen aan te
brengen die grote reconstructiewerken met zich mee-
brengen, onder meer voor de normen betreffende de
afscheiding.
Voor zover de veiligheid kan gegarandeerd worden door
alternatieve middelen, alvorens een dergelijke afwijking
toe te staan, kan ik ook de adviezen inwinnen van
bijvoorbeeld de betrokken plaatselijke autoriteiten.
En re´sume´, qu'il s'agisse d'un grand match ou d'un petit
match, la se´curite´ doit e^tre assure´e. Mais certaines
mesures, visant notamment la lutte contre les hooligans
que l'on retrouve dans les divisions supe´rieures, ne
doivent pas e^tre impose´es au plan local. C'est la raison
pour laquelle des de´rogations peuvent e^tre demande´es.
Avant d'octroyer une telle de´rogation, il conviendra ne´an-
moins de s'assurer que les mesures de se´curite´ ne´ces-
saires sont prises.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de minister,
als ik uw antwoord goed begrijp, dan zegt u dat artikel 4
en ook het koninklijk besluit van toepassing zijn op alle
wedstrijden.
M. Antoine Duquesne, ministre : Il s'applique a` tous les
matches, mais des de´rogations peuvent e^tre accorde´es.
Vous devez entendre l'ensemble de ma re´ponse, dont je
vais d'ailleurs vous fournir le texte car je reconnais
volontiers qu'elle est fort technique.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Het koninklijk besluit is
van toepassing sinds 1 juli 1999. Zijn er sindsdien
afwijkingen aangevraagd ? Hoe is de controle daarop
gebeurd ? Ik weet dat er sinds juli 1999, het ogenblik
waarop het koninklijk besluit van toepassing werd,
16
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Simonne Creyf
vriendschappelijke wedstrijden gehouden zijn tussen
clubs van eerste, tweede en derde nationale of lager
zonder dat het stadion van de ontvangende club voldeed
aan de wet en het koninklijk besluit.
Deze vriendschappelijke wedstrijden zijn doorgegaan.
Zijn daar dan uitzonderingen voor aangevraagd en hoe
gebeurt de controle op deze zaken ? Hoe zit het met de
procedure ? Wat moet gebeuren als men van plan is een
wedstrijd te organiseren.
Ik zeg u dat ik weet dat er ondertussen vriendschappe-
lijke wedstrijden gespeeld zijn waarbij clubs van lagere
klassen, kleinere clubs, ploegen van eerste en tweede
nationale ontvangen hebben zonder te voldoen aan de
uitrusting van het stadion. Omgekeerd weet ik ook dat
een aantal grote clubs geweigerd hebben om te gaan
spelen naar een lagere afdeling, precies omdat het
stadion niet uitgerust is. Beide praktijken gebeuren. In het
tweede geval is dat natuurlijk jammer voor de voetbal-
supporters voor wie voetbal een feest is. Het is niet elke
club gegeven om bijvoorbeeld een ploeg uit eerste klasse
te ontvangen.
Dit is dus eigenlijk het voetbalgenot ontzeggen aan heel
wat voetbalsupporters. Omgekeerd stel ik dan ook wel de
vraag naar de uitzonderingen. U hebt weet van het feit
dat deze matchen gespeeld zijn. Zijn er uitzonderingen
aangevraagd en hoe gebeurt de controle ?
M. Antoine Duquesne, ministre : J'ai de´ja` eu des de-
mandes de de´rogation qui ne concernent d'ailleurs pas
ne´cessairement la troisie`me division. Des demandes de
de´rogation, il peut y en avoir pour des raisons tout a` fait
justifie´es.
Pour le surplus, en ce qui concerne le type de matches
que vous e´voquez, je dois faire proce´der a` une ve´rifica-
tion, dont je vous transmettrai le re´sultat.
Cela e´tant, madame, je me re´jouis de vous voir vous
passionner pour le football. Nonobstant, en matie`re de
se´curite´, le proble`me consiste toujours dans le fait de
trouver un e´quilibre entre, d'une part, les mesures ne´-
cessaires pour garantir le plaisir et e´viter le drame et,
d'autre part, la compre´hension que l'on doit manifester
afin de ne pas compliquer l'organisation d'un certain
nombre de fe^tes, comme par exemple d'un match entre
une e´quipe de division infe´rieure et une e´quipe de
division nationale.
Du reste, me^me si ces matches se de´roulent ge´ne´rale-
ment dans un excellent climat, un certain nombre de
pre´cautions doivent e^tre pre´vues. De fait, nous vivons
dans un monde de plus en plus dangereux, quelles que
soient les circonstances.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
de minister heeft met zijn antwoord duidelijkheid ge-
bracht. Ik vind het jammer dat er door deze maatregel
heel wat kleine clubs miljoenen zullen moeten investeren
als zij niet willen dat hen heel wat voetbalgenot wordt
ontzegd. Dat spijt mij. Ik verwacht ook de cijfers in
verband met de gevraagde uitzonderingen die de minis-
ter beloofde.
M. Antoine Duquesne, ministre : J'applique la loi que
vous avez vote´e.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de aange-
kondigde wijzigingen van de gemeente- en provincie-
kieswet
(nr. 1393)
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre
de l'Inte´rieur sur
les modifications annonce´es de la
loi e´lectorale provinciale et de la loi e´lectorale com-
munale
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, in uw beleidsnota
kondigde u een aantal wijzigingen aan de kieswetgeving
aan, onder meer van de gemeente- en provinciekieswet.
Tot nu toe zijn er twee ontwerpen ingediend en goedge-
keurd, meer bepaald de ontwerpen tot aanpassing van
het aantal gemeenteraads- en provincieraadsleden aan
de bevolkingscijfers op basis van de gegevens van het
rijksregister. In uw beleidsnota van 18 november 1999
verklaarde u dat de regering weldra een ontwerp bij het
parlement zou indienen in verband met de halvering van
het
gewicht
van
de
lijststem
bij
parlements-,
gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen. Volgens
een persmededeling werd er op de Ministerraad van
4 februari 2000, op uw voorstel, een voorontwerp tot
halvering van het gewicht van de lijststem voor de
verkiezingen van de federale wetgevende kamers goed-
gekeurd. In diezelfde persmededeling staat dat de Minis-
terraad, ik citeer,
volgende week een gelijkaardig ont-
werp
zal
bespreken
voor
de
gemeente-
en
provincieraadsverkiezingen
. In de persmededeling van
de Ministerraad van 11 februari vind ik er niets van terug.
De eerste minister verklaarde na de Ministerraad van
3 maart, ik citeer :
Er is overeenstemming bereikt over
een grotere vertegenwoordiging van vrouwen op de
kieslijsten. Er is een principieel akkoord over de zoge-
naamde pariteit. De verschillende voorstellen met betrek-
king tot de vertegenwoordiging zullen in de komende
HA 50
COM 162
17
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Danie¨l Vanpoucke
weken verder worden besproken in de Ministerraad
. De
eerste minister verklaarde na afloop van de Ministerraad
eveneens dat hij de wetswijzigingen liefst nog voor de
gemeenteraadsverkiezingen zou willen doorvoeren.
Ten slotte, mijnheer de minister, kondigde u in uw
beleidsnota ook een wijziging van de volmachtregeling
aan.
Vermits
de
gemeente-
en
provincie-
raadsverkiezingen nog amper zes maanden van ons
verwijderd zijn, zult u wellicht met mij akkoord zijn dat er
duidelijkheid moet komen over de nog te verwachte
wijzigingen van de gemeentekieswet. De aangekondigde
wijzigingen zijn immers niet zonder belang voor de
samenstelling van de kandidatenlijsten.
Daarom had ik graag van u een antwoord gekregen op
de volgende vragen.
Ten eerste, zal het gewicht van de lijststem bij de
volgende gemeente- en provincieraadsverkiezingen in-
derdaad worden gehalveerd ? Wanneer zal het betref-
fende wetsontwerp bij het parlement worden ingediend ?
Ten tweede, zal de pariteit van mannen en vrouwen op
de kandidatenlijsten nog voor de volgende gemeente- en
provincieraadsverkiezingen worden ingevoerd ? Zo ja,
wanneer zal het betreffende wetsontwerp bij het parle-
ment worden ingediend ? Ten derde, zal de volmacht-
regeling nog voor de volgende gemeente- en provincie-
raadsverkiezingen worden gewijzigd ? Zo ja, wanneer zal
dat wetsontwerp bij het parlement worden ingediend ?
Ik zou ook graag nog een praktisch puntje willen vermel-
den. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is met een
informatiecampagne gestart om de EU-burgers aan te
sporen om aan de gemeenteraadsverkiezingen van
8 oktober deel te nemen. Ik stel vast dat men hierover op
de website van het ministerie informatie verstrekt in de
drie landstalen en niet in het Engels. Vermits er nogal wat
Engelstaligen zijn onder de EU-burgers, kan men de
vraag stellen om de info op de website ook in het Engels
te verstrekken. Merkwaardig genoeg heeft het ministerie
van Binnenlandse Zaken bij de parlementsverkiezingen
van 13 juni 1999, toen EU-burgers niet konden stemmen,
die informatie wel in het Engels gegeven. Ik wilde u dit
even meedelen.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
monsieur Vanpoucke, je me re´jouis de votre dernie`re
intervention. Le premier ministre a e´te´ interpelle´ re´cem-
ment sur l'organisation de l'Euro 2000 et la mise a`
disposition d'un certain nombre de brochures aux ci-
toyens europe´ens assistant aux matchs sur notre terri-
toire. On faisait observer au premier ministre que la
langue anglaise pre´vue sous forme de re´sume´ dans ces
brochures n'est pas retenue par notre le´gislation linguis-
tique. Je suis tre`s ouvert a` la pratique du plus grand
nombre possible de langues de manie`re a` ce que l'infor-
mation circule au mieux. Je re´jouis de`s lors de votre
intervention et je la salue.
De la notification du Conseil des ministres du 24 fe´vrier
2000 laquelle annule et remplace celles des 4 et 9 fe´vrier,
il ressort que le gouvernement a approuve´ l'avant-projet
de loi visant a` re´duire de moitie´ l'effet de´volutif des votes
exprime´s en case de te^te et a` supprimer la distinction
entre candidats titulaires et candidats supple´ants pour
l'e´lection des chambres le´gislatives fe´de´rales. Il a de´cide´
d'e´largir le champ d'application de ce projet a` l'e´lection
du Parlement europe´en, du Conseil de la Communaute´
germanophone et des conseils provinciaux et commu-
naux. Il a charge´ le ministre de l'Inte´rieur d'e´tablir un
avant-projet de loi indiquant les me^mes dispositions :
re´duction de moitie´ de l'effet de´volutif des votes exprime´s
en case de te^te et suppression de la distinction entre
candidats titulaires et supple´ants aux e´lections re´giona-
les et communautaires (Conseil re´gional wallon, Conseil
flamand et Conseil de la Re´gion de Bruxelles-Capitale).
Le premier des deux avant-projets de loi dont question :
e´largissement de la re´forme pre´vue pour l'e´lection des
chambres le´gislatives fe´de´rales a` l'e´lection du Parlement
europe´en, du Conseil de la Communaute´ germanophone
et des conseils provinciaux et communaux a e´te´ transmis
par mes soins le 22 fe´vrier e´coule´ a` l'avis motive´ de la
section de le´gislation du Conseil d'Etat.
Conforme´ment a` la de´cision du Conseil des ministres,
cet avis a e´te´ demande´ dans un de´lai n'exce´dant pas un
mois. L'avis du Conseil d'Etat est attendu dans le courant
de la semaine du 3 au 7 avril, si bien que l'avant-projet
pourra e^tre soumis au Conseil des ministres, conforme´-
ment a` la notification du 24 fe´vrier lors de sa se´ance du
28 avril prochain.
L'avant-projet qui applique les me^mes dispositions aux
e´lections re´gionales et communautaires est d'ores et
de´ja` e´tabli et sera soumis aux de´libe´rations du Conseil
des ministres lors de sa se´ance du 5 avril.
En ce qui concerne les questions pre´cises que vous avez
pose´es, la premie`re appelle une re´ponse affirmative : le
premier des avant-projets de loi que j'ai e´voque´s sera
de´pose´ sur le bureau de la Chambre des Repre´sentants
de`s qu'il aura e´te´ adapte´ a` l'avis du Conseil d'Etat et que
le Conseil des ministres l'aura approuve´ en seconde
lecture.
2. Les discussions au sein du gouvernement concernant
la parite´ des hommes et des femmes sur les listes de
candidatures aux e´lections sont toujours en cours. En
l'absence de de´cision en la matie`re, le statu quo sera
maintenu, a` savoir qu'aucune liste ne pourra comporter
plus de 2/3 de candidats du me^me sexe.
3. Un assouplissement des conditions d'exercice du vote
par procuration est pre´vu dans le projet de loi qui
organise selon une nouvelle proce´dure, le vote des
Belges re´sidant a` l'e´tranger pour l'e´lection des chambres
le´gislatives fe´de´rales. Ce projet de loi sera soumis pro-
18
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
chainement aux de´libe´rations du Conseil des ministres
qui a de´ja` adopte´ les principes devant le re´gir. C'est donc
la formulation technique qui sera soumise au Conseil des
ministres. Je n'envisage toutefois pas de modifier le
re´gime du vote par procuration en pre´vision des e´lections
provinciales et communales du 8 octobre. Pour ces
e´lections, le statu quo sera de`s lors maintenu concernant
ce mode de votation.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de benoe-
ming van de adjunct-kabinetschef van de minister
van Binnenlandse Zaken tot regeringscommissaris
bij de naamloze vennootschap van publiek recht
ASTRID
(nr. 1423)
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de
l'Inte´rieur sur
la nomination du chef de cabinet
adjoint du ministre de l'Inte´rieur en tant que commis-
saire du gouvernement aupre`s de la socie´te´ ano-
nyme de droit public ASTRID
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, in het Belgisch Staats-
blad van 23 maart 2000 werd een benoemingsbesluit
gepubliceerd. De kabinetschef van de minister van Bin-
nenlandse Zaken werd benoemd tot regeringscommissa-
ris bij de naamloze vennootschap van publiek recht
ASTRID. Tijdens de vorige legislatuur hebben we ons in
deze commissie voldoende kunnen buigen over het doel,
de werkzaamheden en de middelen van de naamloze
vennootschap ASTRID.
De benoeming gebeurde als gevolg van het eervolle
ontslag uit dezelfde functie van de gewezen secretaris-
generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken, de
heer Beyens. Ik wil u graag een aantal vragen stellen
over die benoeming.
- Voorzitter : de heer Tony Smets
Ten eerste, werd er een oproep gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad voor de vacante betrekking van
regeringscommissaris bij de naamloze vennootschap
ASTRID ?
Ten tweede, welke verdiensten en kwaliteiten moesten
de kandidaten hebben ? Aan welke voorwaarden moes-
ten zij voldoen om de functie van regeringscommissaris
te kunnen waarnemen ?
Ten derde, waarom werd net de kabinetschef van de
minister van Binnenlandse Zaken voor deze functie be-
noemd ?
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, la question de M. De Crem ne m'e´tonne
qu'a` moitie´ car je connais son inte´re^t pour les proble`mes
essentiels. L'article 17, paragraphe 2, de la loi du 8 juin
1998 relative aux radiocommunications des services de
secours et de se´curite´ dispose que
les commissaires du
gouvernement sont nomme´s et re´voque´s par le Roi. Un
commissaire est nomme´ sur proposition du ministre de
l'Inte´rieur, l'autre sur proposition du ministre du Budget
.
Conforme´ment au prescrit de cet article et m'inspirant de
la proce´dure suivie pour la de´signation de ce commis-
saire, je n'ai pas fait publier d'appel aux candidatures au
Moniteur Belge. En outre, un tel appel serait en contra-
diction avec la fonction exerce´e. Le commissaire du
gouvernement est re´ellement un poste de confiance
puisqu'il est le mandataire du ministre au sein de la
socie´te´ et doit donc jouir de toute sa confiance.
La deuxie`me question est sans objet puisqu'il n'y a pas
eu de candidat. Mon chef de cabinet adjoint dispose des
connaissances et de l'expe´rience ne´cessaires pour exer-
cer cette mission. Etant en outre responsable au sein de
mon cabinet de la mise en oeuvre de la re´forme des
services de police, en tant que pre´sident du groupe
pilote, il m'a paru tout indique´ pour exercer la mission de
commissaire du gouvernement et faire ainsi le lien avec
la socie´te´ anonyme ASTRID et la re´forme des polices.
Par ailleurs, cette proposition m'a permis de re´tablir
l'e´quilibre entre les deux commissaires du gouverne-
ment, de`s lors que le commissaire du gouvernement
de´signe´ par le ministre du Budget est son actuel chef de
cabinet.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, uw interpretatie over de helft van de
problemen rond benoemingen is geen half probleem,
maar iets wat we met 100% aandacht moeten volgen,
zeker in de loop van de laatste weken. U maakt zich daar
bijzonder gemakkelijk vanaf met een grote miskenning.
Dit is het puurste staaltje van vriendjespolitiek en van
politieke benoemingen volgens de oude stijl. U kunt in uw
regeringsverklaringen zeggen dat u snel en efficie¨nt
performant gaat samenwerken met de administratie. U
benoemt echter iemand als regeringscommissaris die
niet uit de administratie komt en er totaal vreemd aan is.
Mijnheer de voorzitter, dit is heel belangrijk. Dit moet
worden genoteerd. De meest intrinsieke kwaliteit van een
regeringscommissaris is niet zijn titel of zijn verdienste
maar wel zijn betrouwbaarheid. De titulerende minister
moet hem volledig kunnen vertrouwen. Hij moet dus een
willoos uitvoeringsinstrument zijn om de politieke strate-
gie van de minister ten uitvoer te brengen.
Mijnheer de minister, ik ken de problematiek van de NV
ASTRID zeer goed. Ik was verslaggever in de vorige
legislatuur. Wij hebben ons vanuit de toenmalige meer-
derheid zwaar verzet tegen de aanduiding van twee
HA 50
COM 162
19
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
regeringscommissarissen.
De
heer
Beyens
is
als
secretaris-generaal regeringscommissaris geworden. Dit
was voor ons de voorafgaande voorwaarde om deze
benoeming te doen. U hebt hiermee een enorm prece-
dent gecree¨erd. U bezwaart ook de werking van de NV
ASTRID. Dat is jammer. Het is het beste bewijs dat er
nauwelijks sprake is van een nieuwe politieke cultuur en
een nieuwe benoemingscultuur in deze coalitie. Mijnheer
de minister, deze zaak moet niet met 50% maar met
100% aandacht worden gevolgd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
La question orale n° 1432 de Mme Colette Burgeon est
reporte´e a` une date ulte´rieure.
Question orale de Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Inte´rieur sur
les demandes de re´gula-
risation
Mondelinge vraag van mevrouw Ge´raldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse Zaken
over
de regularisatieaanvragen (nr. 1434)
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`-
gues, la proce´dure de re´gularisation est ge´ne´ralement
annonce´e comme un succe`s et j'en suis tre`s heureuse.
Vous avez de´ja` livre´ e´norme´ment de chiffres. Cependant,
les associations qui ont travaille´ la main dans la main
avec les pouvoirs publics, afin que cette proce´dure soit
vraiment un succe`s, souhaiteraient pouvoir identifier, de
manie`re plus fouille´e, d'ou` proviennent les re´gularisa-
tions. Aussi, je vous demanderai, monsieur le ministre,
de pre´ciser le nombre exact de dossiers introduits par
re´gion.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je me re´jouis, comme Mme Pelzer, de la
re´ussite de l'ope´ration. Elle n'est pas encore a` son terme,
mais jusqu'a` pre´sent, tout se de´roule correctement.
Selon les statistiques qui m'ont e´te´ transmises par la
commission de Re´gularisations, 10 502 dossiers ont e´te´
introduits en re´gion flamande, 11 464 en re´gion bruxel-
loise et 6 842 en re´gion wallonne. J'attire votre attention
sur le fait que ces statistiques ne tiennent pas compte
des dossiers de´ja` introduits sur la base de l'article 9
aline´a 3.
J'ai de´ja` donne´, ici, des indications avec une ventilation
par province, mais tous ces chiffres sont a` votre dispo-
sition en mon cabinet et je demanderai qu'on vous les
adresse. De me^me, nous posse´dons toute une se´rie
d'informations sur l'origine des demandeurs. Ils repre´-
sentent environ 140 nationalite´s diffe´rentes, mais les
contingents les plus importants proviennent du Congo et
du Maroc. L'a^ge moyen se situe entre 30 et 40 ans. Plus
de 65% des demandes sont formule´es par des isole´s, le
solde par des partenaires, qui ne sont pas ne´cessaire-
ment des parents avec un ou plusieurs enfants.
Je posse`de e´galement des ventilations en ce qui
concerne les crite`res qui justifient des demandes, cer-
tains demandeurs se fondant d'ailleurs sur plus d'un
crite`re. Mais, je vous ferai parvenir toute la documenta-
tion y affe´rente.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 11.40 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.40 uur.
20
HA 50
COM 162
29-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000