B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
COMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES
ET DE L
'A
GRICULTURE
VAN
DU
14-03-2000
14-03-2000
HA 50
COM 145
HA 50
COM 145
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 14 maart 2000
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN, HET WE-
TENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIO-
NALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE IN-
STELLINGEN,
DE
MIDDENSTAND
EN
DE
LANDBOUW
-
COM 145
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de dioxine-
depositiemetingen van de Vlaamse Milieumaatschappij
(nr. 1216)
3
sprekers : Joos Wauters, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de vergoe-
ding van konijnenkwekers en fokkers van pelsdieren naar
aanleiding van de dioxinecrisis
(nr. 1280)
5
sprekers : Yves Leterme, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Sommaire
Mardi 14 mars 2000
COMMISSION DE L'E
´ CONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES
ET
CULTURELLES
NATIONALES,
DES
CLASSES
MOYENNES
ET
DE
L'AGRICULTURECOM 145
Question orale de M. Joos Wauters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les e´valua-
tions des de´po^ts de dioxine effectue´es par la socie´te´
flamande pour l'environnement
(n° 1216)
3
orateurs : Joos Wauters, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de
l'Agriculture
et
des
Classes
moyennes
sur
l'indemnisation des e´leveurs de lapins et d'animaux a`
fourrure suite a` la crise de la dioxine
(n° 1280)
5
orateurs : Yves Leterme, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
2
HA 50
COM 145
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID,
HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 14 MARS 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 14 MAART 2000
De vergadering wordt geopend om 14.09 uur door de
heer Jos Ansoms, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 14.09 heures par M. Jos
Ansoms
, pre´sident.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De mondelinge vraag nr. 1202 van de heer Luc Goutry
wordt naar een latere datum verschoven.
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de
dioxinedepositiemetingen van de Vlaamse Milieu-
maatschappij
(nr. 1216)
Question orale de M. Joos Wauters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les e´va-
luations des de´po
^ ts de dioxine effectue´es par la
socie´te´ flamande pour l'environnement
(n° 1216)</b>
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de Vlaamse
Milieumaatschappij heeft een aantal onderzoeken uitge-
voerd die in Vlaanderen nogal wat stof hebben doen
opwaaien, zowel letterlijk als figuurlijk. Dat oogt altijd
spectaculair en daarom is het passend eens na te gaan
wat de concrete realiteit is.
We weten allemaal dat dioxines slechts in geringe mate
door de ademhaling worden opgenomen. De opname
gebeurt voornamelijk via de consumptie van vis, vlees en
groenten.
Dit betekent dat dioxinedeposities niet noodzakelijk
rechtstreekse en acute gezondheidsrisico's met zich
brengen. Wel moet in landbouwzones in het algemeen
en in de veeteelt in het bijzonder worden nagegaan op
welke manier deze dioxines zich manifesteren en hoe dit
kan worden vermeden.
Dioxine heeft de eigenschap zich vast te zetten op
andere, fijne vaste stofdeeltjes, die zich gemakkelijker
verspreiden en zo in het milieu en in de voedselketen
terechtkomen.
Daarom vinden wij het noodzakelijk om in gebieden met
verhoogde dioxinedeposities de verantwoordelijke bron-
nen op te sporen en te saneren.
Mijnheer de minister, ik kom thans tot mijn vragen. Zijn er
ooit melkdioxinemetingen gebeurd in de streek van Olen,
Hoboken en Zelzate ? Immers, dit waren volgens het
VMM de belangrijkste gebieden. Zijn er metingen ge-
beurd in deze gemeenten met betrekking tot mai¨s, kip-
pen en runderen en welke zijn hiervan de resultaten ?
Is het verantwoord in streken met zeer verhoogde
dioxinedepositie nog mai¨s te telen en runderen en kippen
te kweken ? Welke maatregelen voorziet u ?
Is er in de gebieden met een verhoogde dioxinedepositie
- zoals in Hoboken het geval is voor lood - een verhoging
van de bloedspiegel gevonden bij kleine kinderen ?
Welke zijn de gezondheidsgevolgen van een verhoogde
dioxinebloedspiegel ?
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, zoals collega Joos Wauters de vragen heeft
gesteld, zijn ze voor het overgrote deel zowel aan mezelf
HA 50
COM 145
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
als aan mijn collega van Volksgezondheid gericht. Ik zal
op de eerste vijf vragen antwoorden. De laatste vraag,
die specifiek over volksgezondheid gaat, zal mijn collega
beantwoorden.
Ik kan uiteraard begrijpen dat men zeer alert reageert
wanneer het woord dioxine op dit ogenblik ergens op-
duikt. Meer nog dan in het verleden is men zeer duidelijk
getroffen door dat begrip op zich. De directe aanleiding
tot deze vragen zijn wellicht de resultaten van de dioxine-
metingen die het Vlaams Gewest heeft uitgevoerd.
Mijnheer Wauters vraagt zich af of er ooit dioxinegehaltes
zijn bepaald in melk afkomstig van melkveebedrijven uit
de streek van Olen, Hoboken en Zelzate. Het antwoord is
ja. In Geel en Olen werden in oktober 1999 drie melkvee-
bedrijven bemonsterd. De resultaten lagen tussen 3,4 en
4,7 picogram per gram melkvet. Picogram is dus tien tot
de min-twaalfde.
Zoals u weet bedraagt de Belgische maximumnorm
5 picogram per gram melkvet. De zuivelsector is de enige
waar reeds vo´o´r het uitbreken van de dioxinecrisis een
algemene dioxinemonitoring gebeurde. Rond Hoboken,
meer bepaald in Edegem, zijn ons twee resultaten
bekend uit 1996 en uit 1997. Beide lagen onder de
2 picogram. In Zelzate werden in 1997 resultaten beko-
men van 1,3 en 2,6 picogram per gram melkvet.
Ik heb geen kennis van historische resultaten van
dioxinemetingen in mai¨s, kippen of runderen in de stre-
ken die u, collega Wauters, aanhaalt. In de dioxinecrisis-
databank vonden wij twee PCB-uitslagen van rundervet
kleiner dan 200 nanogram per gram vet. Nanogram is
hier tien tot de min-negende. Er was ook een uitslag van
kippenvet, die eveneens onder die bewuste norm lag,
zelfs ver daaronder.
Vanaf begin 2000 worden door het Instituut voor Veteri-
naire Keuring in het kader van Consum - het Contami-
nant Surveillance System dat wij opgezet hebben -,
uitgebreid stalen genomen van runderen, kippen en
varkens. Ik zie echter niet in wat het nut kan zijn van
dioxinemetingen in mai¨s. Een dioxinetest kost altijd - nu
nog steeds - rond de 30 000 frank. Mai¨s is volgens ons
geen kritische grondstof. In de afgelopen dioxinecrisis is
gebleken dat met name een moedwillige, rechtstreekse
contaminatie van het krachtvoeder tot ernstige over-
schrijding van onze zeer strenge - dat wil ik nog wel eens
herhalen - PCB- en dioxine-normen heeft geleid. Plant-
aardige ruwvoeders hebben in dat verband nog nergens
ter discussie gestaan. De relatie tussen de positie van
dioxines in de omgeving en besmetting van dieren en
dierlijke producten is trouwens allesbehalve eenvoudig.
Liever dan opnieuw paniek te zaaien door arbitrair hier en
daar een verbod in te stellen op het telen van ruwvoeders
of op het houden van dieren, willen wij in heel Belgie¨ de
voedselveiligheid maximaal garanderen.
Ik wil u de maatregelen toch nog even opsommen. In de
geest van het in oprichting zijnde federale agentschap
voor de voedselveiligheid, zijn er contacten tussen de
verschillende federale en regionale diensten die zich
bezighouden met de materie, wat uiteraard nog te ver-
beteren is. Zo heeft de Vlaamse milieu-inspectie geas-
sisteerd bij het kiezen van de te bemonsteren hoeven in
Olen en Geel. In de buurt van Zelzate wordt in samen-
werking met het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen,
het Vlaams Gewest, de federale departementen van
Volksgezondheid en Landbouw, een systeem van moby-
lydeenvergiftiging, afkomstig van het bedrijf SADICI on-
derzocht.
Het is een probleem waarvan we momenteel de resulta-
ten nog niet kennen. Zodra dit het geval is, zullen we ze
ook publiek bekendmaken. Consum op kruissnelheid
houden met 12 000 tests per jaar, is onze hoofd-
betrachting. De inspanningen om de uitstoot van dioxines
door de industrie te verminderen, willen we nog opdrijven
door de Europese normen voor iedereen gelijk te stellen.
Dat werd reeds in vorige uiteenzettingen verklaard. Het is
juist dat er momenteel in Vlaanderen strengere emissie-
normen gelden dan in Wallonie¨.
De historisch verdachte zones, waarvan u er enkele hebt
opgesomd, worden van dichtbij opgevolgd. Als er moet
worden ingegrepen, zal dat ook zeker gebeuren. Terzake
kan ik u ongetwijfeld geruststellen. Een van onze hoofd-
betrachtingen is het voortouw nemen in Europa, opdat de
strenge Belgische normen ook Europese normen wor-
den. Wij hebben deze punten trouwens op verschillende
tijdstippen reeds aangekaart op de Europese landbouw-
raad.
Een zesde belangrijk gegeven is vasthouden aan het
principe dat de vervuiler betaalt. De gecontamineerde
producten worden uit de handel genomen. De getroffen
landbouwer wordt vergoed uit het sanitair fonds. Het
sanitair fonds probeert via juridische weg de schade te
verhalen op de vervuiler telkens wanneer zich dat voor-
doet. Dat kan uiteraard slechts als de vervuiler bekend is.
Tot slot, collega Wauters, verzeker ik u dat ik het met u
eens ben dat het dioxineprobleem zo dicht mogelijk bij de
bron moet worden aangepakt. Wat de omgeving betreft is
deze bron de emissie door sommige industriee¨n. Wat de
dieren betreft zijn deze bronnen de kritische veevoeder-
grondstoffen. Voor beide hebben we - meen ik althans -
de nodige voorzorgsmaatregelen genomen.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn omstandig ant-
woord. Het was voor mij duidelijk.
Het is echter goed, mijnheer de minister, nog eens de
beleidslijnen aan te geven. Het is goed dat we dicht op de
bal spelen. Ik blijf de cijfergegevens van Geel en Olen in
4
HA 50
COM 145
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
het oog houden. Dat is mijn regio. De kritische waarde 5
wordt bijna benaderd. Ik wil ook geen paniek zaaien. Het
is goed dat u hebt aangegeven dat historische sites
blijvend in het oog worden gehouden.
Wat de mai¨s betreft, zegt u dat het geen prioriteit heeft,
omdat u er wetenschappelijk niet van overtuigd bent dat
dit gevaar kan opleveren. Ik wil dat nog verder onderzoe-
ken. Uit mijn informatie en die van de mensen waarmee
ik overlegd heb, was het een belangrijke zaak omdat het
zo in de voedselketen terechtkwam. Ik neem akte van uw
antwoord. Voor mij is dat een punt om verder te onder-
zoeken.
Minister Jaak Gabriels : Ik wens hier nog iets aan toe te
voegen. Ik heb op de Europese landbouwraden aan de
Europese commissaris voor Consumentenzaken ge-
vraagd om het probleem van de omgevingsvervuiling aan
te kaarten. Hij heeft dit reeds in zijn witboek, dat in januari
voorgesteld is, duidelijk naar voren gebracht.
Het gaat er niet alleen over te kunnen zeggen dat 99,4%
safe is. Als die 0,6% een duidelijke afkomst hebben, dan
gaat het voor de 15 lidstaten van de Europese Gemeen-
schap om een serieus gegeven. Wij minimaliseren dat
niet. Wij willen hierover een Europees standpunt inne-
men. Immers, dit is geen Belgisch maar een Europees
probleem.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Ik volg u
daarin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de
vergoeding van konijnenkwekers en fokkers van
pelsdieren naar aanleiding van de dioxinecrisis
(nr. 1280)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
l'indem-
nisation des e´leveurs de lapins et d'animaux a` four-
rure suite a` la crise de la dioxine
(n° 1280)</b>
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het gaat hier om een
probleem van een beperkt aantal bedrijven dat blijkbaar
voor enige hilariteit zorgt bij de collega's.
Voor de betrokken bedrijfsleiders is de situatie echter
dramatisch. Als ik goed ben ingelicht, bestaat er op dit
ogenblik enige onduidelijkheid over hun situatie en over
de manier waarop zij kunnen worden vergoed. Zij hebben
schade geleden. Voor de pelsdieren gaat het zelfs zover
dat onrechtstreekse consumptie van gecontamineerd
voedsel - bijvoorbeeld kippenvleugels en slachtafval -
een enorm kwaliteitsverlies heeft opgeleverd. Dit heeft
ertoe geleid dat deze pelsen nagenoeg onmogelijk kon-
den worden verhandeld. De economische schade is
enorm zwaar voor zowel de konijnenkwekers als de
fokkers van pelsdieren. De vraag blijft ook of men een
vergoeding zal ontvangen.
De wet van 3 december 1999 bepaalt welke bedrijven in
aanmerking komen voor overheidssteun. Uit de artikelen
2.2 - omschrijving landbouwbedrijf - en 3.1 - de mogelijk-
heid voor de regering om de categoriee¨n die voor scha-
devergoeding in aanmerking komen, uit te breiden - blijkt
immers dat zowel de konijnenkwekers als de fokkers van
pelsdieren daarvoor niet in aanmerking komen.
De betrokkenen hebben op een bepaald moment het
advies gekregen om zich te richten tot de Vlaamse
overheid voor een schadevergoeding. Uit het feit dat zij
eventueel kunnen ressorteren onder de bijlage bij het
Verdrag van de Europese Unie blijkt dat zij wel degelijk bij
de federale overheid moeten aankloppen voor schade-
vergoeding.
Mijnheer de minister, bent u bereid de konijnenkwekers
en fokkers van pelsdieren een schadevergoeding toe te
kennen ?
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, artikel 2, 2° van de wet van 3 december 1999,
waarnaar door de heer Leterme werd verwezen, bepaalt
dat slechts de productierichtingen varkens, runderen en
pluimvee voor steun in aanmerking kunnen komen. Het
koninklijk besluit van 24 december 1999 bepaalt, zoals u
hebt aangehaald, in artikel 2 dat akker- of tuinbouwbe-
drijven die met de voornoemde productierichtingen wor-
den gecombineerd, ook als landbouwbedrijven zijn te
beschouwen. Dat is dus een uitbreiding van de aanvan-
kelijke interpretatie. Vele van deze landbouwbedrijven en
hun producten werden tijdens de dioxinecrisis onder
bewarend beslag geplaatst. Zij hebben zware financie¨le
verliezen moeten incasseren. Prioritair zullen de getrof-
fen sectoren worden vergoed, wat volgens de afspraken
en volgens de legale regels is.
Uw vraag betrof konijnenfokkerijen en pelsdierbedrijven.
Volgens mijn administratie zijn er nog geen rechtstreekse
schadegevallen ingevolge de dioxinecrisis bekend. Uiter-
aard is er dan ook tot op heden in geen vergoeding
voorzien voor de sectoren die niet rechtstreeks door de
dioxinecrisis werden getroffen. U weet dat de bevraging
voor de dossiers ruim is. Wij hebben al meer dan
vijfduizend formulieren ontvangen, waaruit na analyse
mogelijk kan blijken dat er nog andere aspecten aan de
oppervlakte komen. Moest uit de ingediende dossiers
blijken dat er wel degelijk een rechtstreeks en oorzakelijk
verband kan worden aangetoond tussen de geleden
economische schade en de dioxinecrisis, dan kan later
HA 50
COM 145
5
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
eventueel een dossier aan de Ministerraad worden voor-
gelegd. Ik stel dat wel afhankelijk van het feit dat serieuze
schade werd geleden ten gevolge van de dioxinecrisis.
Dan zullen wij dat opnieuw bekijken.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de minister, ik
dank u voor dit verduidelijkend antwoord dat toch enig
perspectief biedt. Ik vat het samen in drie elementen.
Ten eerste erkent u dat het wel degelijk een federale
materie betreft.
Ten tweede geeft u groen licht om dossiers in te dienen
waaruit na onderzoek moet blijken of er inderdaad een
rechtstreeks oorzakelijk verband is tussen de geleden
schade op het niveau van de pelsen of van het vlees
enerzijds en de dioxinecrisis anderzijds.
Ten derde bent u bereid, in geval de eerste twee voor-
waarden vervuld zijn, een voorstel van uitbreiding van de
regeling, zoals nu vervat in het koninklijk besluit van
24 december 1999, aan de regering voor te stellen.
Minister Jaak Gabriels : Collega Leterme, die samenvat-
ting klopt. In die geest wensen wij dat opnieuw te
bekijken. Wij moeten natuurlijk eerst het oorzakelijk ver-
band kunnen vaststellen, want anders kan ik tegen de
achtergrond van de wet daar niets aan doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.30 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 14.30 heures.
6
HA 50
COM 145
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000