B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
VAN
DU
14-03-2000
14-03-2000
HA 50
COM 142
HA 50
COM 142
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 142
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 14 maart 2000
COMMISSIE
VOOR
DE
LANDSVERDEDIGING
COM 142
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over
de door de stafchef
van het Belgische leger publiek gemaakte bekommernis-
sen over de financiering en de personeelsproblematiek
van de krijgsmacht
(nr. 804)
5
sprekers : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister
van
Landsverdediging
over
de reserve
(nr. 852)
8
sprekers : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle
aan de minister van Landsverdediging over
de luchtha-
ven van Chie`vres
(nr. 968)
10
sprekers : Bruno Van Grootenbrulle, Andre´ Flahaut,
minister van Landsverdediging
Mondelinge vraag van mevrouw Jose´e Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over
de militaire inlichtin-
gen
(nr. 1136)
11
sprekers : Jose´e Lejeune, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Mondelinge vraag van mevrouw Jose´e Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over
de opvolging van de
aankoop van Pandur-voertuigen
(nr. 1137)
12
sprekers : Jose´e Lejeune, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Pieter
De Crem en Luc Sevenhans aan de minister van Lands-
verdediging over
de Belgische deelname aan het JSF-
programma
(nrs. 1141 en 1179)
13
sprekers : Pieter De Crem, Luc Sevenhans, Andre´
Flahaut
, minister van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over
de inschakeling van
het leger tijdens Euro 2000
(nr. 1142)
16
sprekers : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck aan de
minister van Landsverdediging over
een bezoek aan de
ontmantelingsinstallatie van toxische munitie in Poelka-
pelle
(nr. 1213)
17
sprekers : Koen Bultinck, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Sommaire
Mardi 14 mars 2000
COMMISSION DE LA DE
´ FENSE NATIONALE - COM 142
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la
De´fense sur
les inquie´tudes rendues publiques par le
Chef d'Etat major au sujet du financement et des proble`-
mes de personnel de l'arme´e
(n° 804)
5
orateurs : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la
De´fense sur
la re´serve (n° 852)
8
orateurs : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au ministre
de la De´fense sur
l'ae´roport de Chie`vres (n° 968)
10
orateurs : Bruno Van Grootenbrulle, Andre´ Flahaut,
ministre de la De´fense
Question orale de Mme Jose´e Lejeune au ministre de la
De´fense sur
la communaute´ du renseignement militaire
(n° 1136)
11
orateurs : Jose´e Lejeune, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de Mme Jose´e Lejeune au ministre de la
De´fense sur
le suivi de l'achat des ve´hicules de type
Pandur
(n° 1137)
12
orateurs : Jose´e Lejeune, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Questions orales jointes de MM. Pieter De Crem et Luc
Sevenhans au ministre de la De´fense sur
la participation
belge au programme JSF
(n
os
1141 et 1179)
13
orateurs : Pieter De Crem, Luc Sevenhans, Andre´
Flahaut
, ministre de la De´fense
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la
De´fense sur
le concours de l'arme´e a` l'occasion de l'Euro
2000
(n° 1142)
16
orateurs : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Koen Bultinck au ministre de la
De´fense sur
la visite rendue par quelques parlementaires
aux installations de de´mante`lement des munitions toxi-
ques de Poelkapelle
(n° 1213)
17
orateurs : Koen Bultinck, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
HA 50
COM 142
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
minister van Landsverdediging over
de gezondheids-
situatie
van
militairen
met
buitenlandse
opdracht
(nr. 1203)
18
sprekers : Joos Wauters, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
zijn kritiek op de
programmatie van de RTBF
(nr. 1292)
20
sprekers : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
eerste minister en aan de minister van Landsverdediging
over
een VN-rapport dat zeer bezwarend is voor de
vice-eerste minister Paul Kagame van Rwanda
(nr. 1293)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van
Landsverdediging)
20
sprekers : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Question orale de M. Joos Wauters au ministre de la
De´fense sur
l'e´tat de sante´ des militaires en mission a`
l'e´tranger
(n° 1203)
18
orateurs : Joos Wauters, Andre´ Flahaut, ministre de la
De´fense
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de la
De´fense sur
ses critiques au sujet de la programmation
de la RTBF
(n° 1292)
20
orateurs : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
Question orale de M. Luc Sevenhans au premier ministre
et au ministre de la De´fense sur
un rapport de l'ONU
accablant pour M. Paul Kagame, vice-premier ministre du
Rwanda
(n° 1293)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de la De´fense)
20
orateurs : Luc Sevenhans, Andre´ Flahaut, ministre de
la De´fense
4
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION
DE LA DE´FENSE NATIONALE
COMMISSIE
VOOR DE LANDSVERDEDIGING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 14 MARS 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 14 MAART 2000
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur door de
heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.20 heures par M. Jean-Pol
Henry
, pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over
de door de
stafchef van het Belgische leger publiek gemaakte
bekommernissen
over
de
financiering
en
de
personeelsproblematiek
van
de
krijgsmacht
(nr. 804)
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la
De´fense sur
les inquie´tudes rendues publiques par
le Chef d'Etat major au sujet du financement et des
proble`mes de personnel de l'arme´e
(n° 804)b>
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het is reeds enige tijd geleden dat
de stafchef van het Belgisch leger, vice-admiraal Herte-
leer, de regering om een duidelijk standpunt heeft ge-
vraagd in verband met de toekomstige financiering van
de krijgsmacht. Dat was midden januari zijn laattijdig
nieuwjaarsgeschenk voor deze regering. Vanuit de optiek
en de terreinkennis van de vice-admiraal leek een
personeelsafvloeiing onafwendbaar als het leger de op-
drachten in dienst van de natie en de internationale
opdrachten verder wou blijven uitvoeren. De stafchef
haalt een aantal problemen aan die wij ook in de discus-
sies tijdens de vorige legislatuur en in de afgelopen zes
maanden hebben aangehaald. Het eerste probleem
schuilt in de uitvoering van het plan op middellange
termijn. Dit stelt ons voor onoverkomelijke problemen.
Mijnheer de minister, in een vorig antwoord hebt u
gezegd dat dit te maken heeft met het feit dat de regering
tijdens de eerste zes maanden eigenlijk slechts op halve
kracht werkte en dat ze dus niet kon overgaan tot het
volledig toewijzen van de middelen voor het PMT.
Mijnheer de minister, deelt u het standpunt van de
stafchef in verband met het acute spanningsveld dat
tussen het personeel en de investeringen is ontstaan ?
Dat spanningsveld dateert niet van gisteren, het ontstond
tijdens het grote hervormingsdebat van het begin van de
jaren '90. Vindt u dat met het standpunt van de stafchef
rekening moet worden gehouden ? Via teletekst en een
aantal mededelingen kregen we immers een cryptische
reactie :
Wat ook de mededelingen, inzichten en opvat-
tingen van de stafchef van het leger mogen zijn, het is de
politiek die beslist - c'est la politique qui en de´cide
. Dit
staat natuurlijk enigszins haaks op de snelle en efficie¨nte
werking die het kabinet wil aanhouden door samen te
werken met mensen uit de administratie en het leger.
Welke investeringen werden met de middelen van de
PMT-schijf van 1999 uitgevoerd ? Welke werden niet
uitgevoerd ? Om welke bedragen ging het hierbij ? Men
kan zich in dit verband niet verbergen achter het feit dat
de nieuwe regering in het midden van 1999 tot stand is
gekomen. Een van de hamvragen van de stafchef is wat
er zal gebeuren met de niet gebruikte kredieten voor het
PMT. Zullen ze naar het jaar 2000 worden overgeboekt ?
Zullen deze investeringen dus alsnog worden gedaan ?
Tot nader order hebben we niet zoveel meer vernomen
over de krachtlijnen van de nota die de minister voorbe-
reidt.
Mijn volgende vraag is intussen komen te vervallen. De
fameuze vergadering van 22 januari is niet doorgegaan
in de gebouwen van de generale staf maar wel in de
Re´sidence Palace. Behoudens een communique´ dat
stelde dat men het eigenlijk over niets eens was, hebben
we hier weinig over gehoord.
De stafchef van het leger zegt heel duidelijk dat bijko-
mende investeringen hoe dan ook noodzakelijk zijn,
zowel voor de veiligheid van het personeel als voor het
uitvoeren van onze internationale opdrachten, tenzij we
ervoor zouden opteren die niet meer te vervullen. Hij stelt
dat hieruit een aantal specifieke aankopen voortvloeien
waaraan we ons niet zullen kunnen onttrekken. Ik geef u
nog even deze aankopen : jachtvliegtuigen, mijnenve-
HA 50
COM 142
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
gers en tanks. Deze aankopen zijn hoe dan ook vervat in
het plan op middellange en lange termijn. De opdrachten
hiervoor moeten worden gegeven.
De problematiek van de JSF zullen we straks in deze
zitting nog wel even kunnen behandelen. Het enige wat
eigenlijk uit de ontmoeting van 22 januari is voortgeko-
men is dat de staven gefusioneerd zullen worden.
Maar dat is eigenlijk niets nieuws. Er is met veel poeha
aangekondigd dat de staven van de Landmacht, de
Marine, de Luchtmacht en de Medische Dienst zullen
fusioneren. Ik wil er toch even op wijzen dat wij tijdens het
nationale debat, dat in de vorige legislatuur werd ge-
voerd, ook reeds hebben gepleit voor een daadwerkelijk
intermachtenbeleid dat betrekking heeft op gemeen-
schappelijke opdrachten en diensten. Verder werd be-
paald dat een op precieze interne en externe analyses
berustende hervorming van de Generale Staf moest
worden uitgevoerd. Het idee van de gei¨ntegreerde Ge-
nerale Staf is dan ook niets nieuws.
Het Belgische engagement in een Europese defensie
was een van de resultaten van de vergadering in de
Re´sidence Palace. Tijdens de vorige legislatuur werd in
het nationaal debat met de toenmalige partners overeen-
gekomen, ik citeer :
De kwestie van de opdrachten en
middelen van de krijgsmacht vloeit rechtstreeks voort uit
het defensie- en veiligheidsbeleid van ons land. Dat
beleid past in een gezamenlijk Europees en transatlan-
tisch kader. De opzet van een Europese veiligheids- en
defensie-identiteit is steeds een van de prioriteiten ge-
weest van de Belgische regering. Een bruikbaar Euro-
pees defensie-instrument zal kunnen bijdragen tot een
Europees veiligheids- en defensiebeleid en zou op ter-
mijn moeten leiden tot een Europees leger. De realisatie
hiervan is echter niet imminent aanwezig.
Het statuut van de militairen is ook nog het voorwerp van
een vraag. Andere elementen die ter sprake komen zijn
het aantrekkelijker maken van de functie, het verjongen
van het leger, de terugkeer van een deel van de Bel-
gische militairen uit Duitsland en de sociale enveloppe
buiten het budget. Mijnheer de minister, what's new ? Dit
zijn maatregelen die wij reeds jaren lang bepleiten.
Ik keer nog even terug naar het nationaal debat. In de
tekst lees ik het volgende, ik citeer :
In de categorie van
de vrijwilligers is het van wezenlijk belang dat het perso-
neel jong is. Gelet op de geringe opleidingskosten voor
deze personeelscategorie moet de vergrijzing van de
personeelsformatie worden opgelost door een prioritaire
en geoptimaliseerde rekrutering van personeel voor korte
termijn. Het statuut van de
vrijwilliger korte termijn moet
aantrekkelijker worden gemaakt. Middelen daartoe zijn
opleiding en vorming, informatiecampagnes, herwaarde-
ring van de wedden. In de categorie van de onderofficie-
ren moet het overtal worden weggewerkt via een verlen-
ging van de afvloeiingsmaatregelen.
Mijnheer de minister, wat is uw houding ten opzichte van
de spanningsvelden die door de stafchef werden aange-
haald ? Wordt het PMT ten uitvoer gebracht ? Zullen we
verder investeren ? Wat is er nieuw in vergelijking met de
resultaten van het nationaal debat ?
Le pre´sident : Monsieur De Crem, vous savez que je ne
suis pas trop regardant sur le temps de parole, mais je
pense que des questions comme celle-ci devraient faire
l'objet d'une interpellation pluto^t que d'une question.
Vous devriez insister aupre`s de votre chef de groupe
pour qu'il en soit ainsi.
Het is meer een interpellatie dan een vraag. Ik heb daar
niets op tegen, maar stel wel voor dat de fractieleiders er
bij de Conferentie van voorzitters op aandringen om over
belangrijke onderwerpen een interpellatie te kunnen hou-
den in de plaats van een vraag te stellen.
Je ne dis pas cela simplement pour vous. Mais il y a des
sujets qui me´ritent une interpellation, tant au niveau du
temps de parole que du de´veloppement.
Dit is een opmerking voor alle leden. In de Conferentie
van voorzitters wordt bepaald of er een vraag wordt
gesteld of een interpellatie gehouden, maar na u te
hebben gehoord lijkt dit mij meer een interpellatie dan
een vraag.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident,
monsieur De Crem, je vais m'efforcer d'e^tre bref dans ma
re´ponse. Des pre´cisions pourront e^tre trouve´es dans le
texte que je remettrai a` M. De Crem qui me demande de
citer les e´le´ments qui ont e´te´ abandonne´s. Afin d'abre´ger
ma re´ponse orale, je lui fournirai donc une liste de´taille´e.
M. De Crem fait son me´tier, je fais le mien. Ce n'est pas
parce que je ne fais pas de de´clarations devant les
came´ras ou que je n'organise pas de confe´rences de
presse que je reste distrait du travail qui m'est confie´. Je
tiens a` vous rassurer imme´diatement : le travail inte´res-
sant qui a e´te´ fait au sein de la majorite´ le 22 janvier
dernier est en train d'e^tre poursuivi d'une fac¸on dynami-
que et efficace, tant au sein de mon de´partement, en
collaboration avec l'e´tat-major, qu'au sein des cabinets
du premier ministre et du ministre du Budget.
Je puis vous re´pondre que pour moi, le plus important est
d'essayer de concre´tiser les bonnes choses qui, dans le
passe´, ont e´te´ re´pe´te´es un peu comme des incantations.
Si l'e´tat-major me dit que c'est une bonne chose, je
m'inte´resse a` la raison pour laquelle cela n'a pas e´te´ fait.
Ma volonte´ politique, et celle de l'ensemble de la majo-
rite´, est de re´aliser ce que tout le monde conside`re
comme une chose bonne et ne´cessaire.
Finies les incantations, on va passer a` l'action. Voila` une
premie`re de´claration que je voulais faire.
6
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
Il y a e´galement d'autres choses sur lesquelles des
consensus se sont de´gage´s le 22 janvier dernier. Nous
avanc¸ons dans la pre´paration se´rieuse de ces points,
aussi bien en matie`re de personnel que d'infrastructures
et que d'investissements pour le futur, tout en tenant
compte du nouveau cadre dans lequel nous devons
e´voluer, c'est-a`-dire le cadre europe´en.
Ik heb het standpunt van de stafchef genoteerd en
beschouw dit als een van de elementen van het dossier.
De problematiek is echter iets complexer dan het loutere
spanningsveld tussen personeel en investeringen. Ik zal
inderdaad, zoals meestal het geval is, onder meer met dit
standpunt rekening houden.
En re´ponse au deuxie`me point de votre demande, je
dispose de la liste comple`te.
Zoals u weet, bestaat de mogelijkheid om bij koninklijk
besluit kredieten in vastlegging of onderordonnancering
over te dragen naar een volgend begrotingsjaar. Deze
techniek wordt in de praktijk uiterst zelden toegepast. De
programma's die in de schijf 1999 niet worden vastge-
steld, zijn opgenomen in het nieuwe PMT zoals opge-
steld door de generale staf. De regeringsbeslissing ter-
zake moet worden afgewacht om zekerheid te hebben
over deze programma's. Overeenkomstig deze beslis-
sing zullen de nodige vastleggingsmiddelen in de plaats
worden gesteld.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het antwoord van de minister heeft mij eigenlijk ontgoo-
cheld. Ik denk dat vele anderen mij hierin kunnen bijtre-
den.
Mijnheer de minister, u zegt dat u nota neemt van de
opmerkingen van de stafchef. Ik vind dat een onderwaar-
dering van zijn standpunt. De stafchef heeft dit niet
zomaar op een blauwe maandag verkondigd, maar na
veel overleg. Ik veronderstel dat het het stolsel is van de
problematiek rond demotivatie, inzet en spanningsvelden
op het internationale vlak. De stafchef staat immers ook
op internationaal vlak onder druk. U voegt dit alles bij het
dossier.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Il a aussi dit qu'il e´tait
conseiller des politiques et que c'e´taient ces derniers qui
prenaient les de´cisions. J'ai entendu cela.
De heer Pieter De Crem (CVP) : U hebt hen vrij hevig
afgeblokt door te stellen dat het wel een interessante
oefening is, die evenwel politiek en de´cide´ is.
M. Andre´ Flahaut, ministre : En tant que repre´sentant
e´lu du peuple, allez-vous contester la prise de position
tre`s claire du ministre de la De´fense disant que, dans un
pays de´mocratique, c'est le pouvoir politique qui de´cide ?
Me^me au Chili, cela a change´.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Het parlementslid heeft
twee belangrijke taken : wetten maken en de regering
controleren.
M. Andre´ Flahaut, ministre : D'accord.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Ik controleer niet...
M. Andre´ Flahaut, ministre : Comment cela, vous ne
contro^lez pas ?
De heer Pieter De Crem (CVP) : Ik controleer niet wat de
stafchef doet, ik controleer maar wat de regering doet in
haar uitvoerende taak.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Je vous ai dit que je vous
apporterais ma note de politique ge´ne´rale. Celle-ci a e´te´
re´dige´e avec l'accord de l'ensemble des partis de la
majorite´. Il y a une opposition et il y a une majorite´.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Er is een meerderheid,
maar bepaalde partijen binnen de meerderheid voeren
oppositie, want de antwoorden die u mij geeft op de
andere vragen tonen heel duidelijk dat er een complete
onenigheid is binnen de coalitie omtrent de verdere
realisatie van het PMT. Het ware het gemakkelijkst te
zeggen dat u vermits vorig jaar het PMT niet volledig kon
worden gerealiseerd, waardoor overboekingskredieten
ontstonden, dat u de rest van het PMT volledig zou
herorganiseren. U bent het niet eens met het voorstel van
de stafchef over de realisatie van het volledige PMT
omdat er binnen de coalitie geen akkoord is omtrent de
verdere invulling ervan. Ik stel vast dat er nog altijd geen
regeringsbeslissing is genomen daarover, wat volgens
mij een daad van onverantwoord gedrag is van een
regering die verantwoordelijk is voor de voogdij van het
Belgisch leger. Ik vraag mij af wanneer wij het vervolg
zullen krijgen van die vergadering van 22 januari.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Quand le moment sera
venu.
Le pre´sident : Ce sujet est politiquement important et
d'autres parlementaires souhaiteraient s'exprimer. Ceci
est plus une interpellation qu'une question orale. Vous
posez me^me la question de la confiance vis-a`-vis de
l'action du gouvernement et c'est votre droit le plus strict.
Vous auriez du^ de´poser une demande d'interpellation car
ce sujet me´rite le de´veloppement que vous faites. Vous
avez me^me un dialogue avec le ministre. Mais ce n'est
pas le but d'une question. Op die manier worden alleen
vragen ingediend, die uitlopen tot de duur van een
interpellatie. Dat is niet de bedoeling van de vragen.
Mijnheer De Crem, ik maak u geen verwijten terzake.
HA 50
COM 142
7
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ik stel vast, niet alleen in deze, maar ook in andere
commissies, dat interpellaties door de oppositie inge-
diend door de meerderheid, vertegenwoordigd in het
bureau van de Kamer, systematisch tot vragen worden
omgezet.
De voorzitter : Dat is niet waar.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Toch wel. Het is de
omgekeerde wereld. Wij krijgen hier het verwijt dat wij
vragen stellen over zaken die regeringsmaatregelen zijn.
De voorzitter : Ik ben lid van het bureau. Ik kan ervan
getuigen dat het afhangt van de druk van de fractievoor-
zitter. Als hij aandringt tot een interpellatie, blijft het een
interpellatie. Je ne vous fais pas de reproche personnel.
Je dis cela pour les collaborateurs. Je pre´fe´rerais qu'il y
ait quatre ou cinq interpellations car je dois remettre des
statistiques au pre´sident de la Chambre et celui-ci me
fera remarquer qu'il n'y a que des questions.
M. Jean-Paul Moerman : Monsieur le pre´sident, mon-
sieur le ministre, si on entre dans ce de´bat, je dois
reconnai^tre que M. De Crem a raison. Il n'y a pas
longtemps que je suis dans le nouveau re´gime, mais j'ai
effectivement souvent constate´ que des interpellations
e´taient transforme´es en questions. Sur ce plan-la`, je
pense donc que sa question est pertinente.
Je voulais en fait intervenir sur un point pre´cis. M. De
Crem semble oublier qui a propose´ le plan de re´forme de
l'arme´e et qui n'a pas pris les mesures d'accompagne-
ment indispensables a` l'e´poque. Aujourd'hui, M. De
Crem joue le jeu de celui qui de´couvre les choses. Il
oublie un peu comment le plan Delcroix a e´te´ lance´ a` une
certaine e´poque. Retournons en arrie`re et voyons com-
ment les choses se sont passe´es.
De voorzitter : U kunt een volgende keer op dit onder-
werp terugkomen. Bovendien kunt u bij uw fractievoor-
zitter aandringen om deze vraag in een interpellatie om te
zetten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over
de re-
serve
(nr. 852)
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la
De´fense sur
la re´serve (n° 852)b>
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u kijkt waarschijnlijk weinig naar de
Vlaamse televisie, maar gisterenavond was er een soort
lifestyle programma bij de openbare omroep, genaamd
Man bijt hond, waarbij de nieuwe wervingsspot van het
Belgisch leger naar voren werd gebracht. Het was een
ongelooflijk wervende en wervelende gebeurtenis.
De illusie werd echter vlug doorprikt, toen bleek dat de
mensen die in de spot voorkwamen, geen mensen van
het leger waren. De meest flamboyante kerel, die alle
jonge mannen moest verleiden om hen in de Belgian
Army te krijgen, bleek een man te zijn die in een
West-Vlaamse vestiging van een grote warenhuisketen
uit Halle werkte.
In elk geval, de vraag omtrent de reserve is bijzonder
actueel. Het is misschien interessant voor uw diensten
om de reportage van Man bijt hond over de totstandko-
ming van de promotiefilm voor het Belgisch leger, op te
vragen.
Een van de punten die we hebben behandeld in het
vorige debat is het cordon sanitaire rond de CVP. Wij
mogen over niets meer spreken, alleen nog over wat in
onze tuin gebeurt. Voor de rest moeten we zwijgen.
Paars-groen heeft op heel efficie¨nte wijze het cordon
sanitaire rondom de CVP gelegd. Het zou trouwens heel
interessant zijn als dit cordon sanitaire eenzelfde electo-
raal resultaat oplevert voor de CVP als voor die andere
partij.
Indien de informatie waarover wij beschikken juist is, is er
een lijvig dossier met verscheidene wetsontwerpen aan
de Ministerraad voorgelegd in verband met de reserve.
Er moet dringend werk worden gemaakt van de uitbouw
van die reserve.
Heel wat reservisten zetten zich actief in om de training
op peil te houden, onder andere voor de zogenaamde
hulp aan de Natie.
Die reservisten zijn een essentieel element in de band
tussen het leger en de Natie, die wij volledig steunen. Ik
hoop dat we nog mogen zeggen dat we iets uit de vorige
legislatuur steunen, ondanks het feit dat we toen in de
meerderheid zaten.
Mijnheer de minister, ik had graag volgende vragen
gesteld. Wat is de stand van zaken van de uitbouw van
de reserve ? Welke opdrachten zal men die reserve
toevertrouwen ? Hoeveel reservisten zijn er nodig per
personeelscategorie ? We zitten ook met de problema-
tiek van de overtallen, een probleem waarover we het in
de vorige legislatuur ook al hebben gehad. Hoe gaat men
de werving en de opleiding van de reserve organiseren
en hoe zit het met de promotiemogelijkheden van dege-
nen die zich inschrijven.
Het administratieve en pecuniaire statuut van de reser-
visten is van bijzonder belang. De stafchef heeft daar-
naar in zijn verklaring verwezen en ik neem aan dat u
daarvan akte hebt genomen, zoals het past in de traditie
8
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
van deze regering. De bezwaren van werkgevers tegen
noodzakelijke afwezigheid op het werk blijkt nog altijd
een probleem te zijn. Hebt u een overzicht van mogelijke
oplossingen bij eventuele sociaal-economische implica-
ties en hebt u daarover met de andere departementen al
overleg gepleegd ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident,
monsieur De Crem, c'est aussi un sujet qui aurait me´rite´
d'e^tre aborde´ dans le cadre d'une interpellation pluto^t
que dans une simple question.
Je voudrais simplement demander a` M. De Crem d'e´cou-
ter ou de lire ce que je dis et qu'il ne re´agisse pas
uniquement a` ce que dit le chef d'e´tat-major ge´ne´ral. Je
lui rappelle que c'est aussi au niveau politique que les
de´cisions sont prises pour la re´serve.
Ik geef u thans de stand van zaken in de uitbouw van de
reserve. De Ministerraad van de vorige regering had zijn
goedkeuring verleend aan het algemene concept van de
toekomstige reserve en aan de uitvoeringsmodaliteiten
voor een proefperiode van twee jaar. Ik ben van plan het
concept zo vlug mogelijk aan de Ministerraad voor te
leggen.
Vous voyez, monsieur De Crem, je fais avancer ce qui
me parai^t bon, et cela vaut e´galement pour la re´serve.
Mais croyez bien que ce n'est pas simple.
Het koninklijk besluit van 22 november 1999 over het
nieuwe pecuniair statuut werd in Het Belgisch Staatsblad
van 18 december 1999 gepubliceerd. Het nieuwe pecu-
niair statuut heeft twee essentie¨le doelstellingen.
Ten eerste, het militair reservepersoneel beneden de
rang van onderofficier bij het volbrengen van een weder-
oproeping of trainingsprestatie laten genieten van een
wedde in plaats van een soldij teneinde een uniformiteit
voor alle personeelscategoriee¨n van de reserve te beko-
men.
Ten tweede, het toekennen van een aantal rechten aan
het reservepersoneel identiek aan deze voorzien voor
het personeel van het actieve kader. Het administratieve
statuut van de reserve beoogt een zo groot mogelijke
gelijkschakeling met het statuut van het personeel van
het actieve kader.
La le´gislation actuellement en vigueur pre´voit une pro-
tection sociale limite´e pour le personnel militaire de
re´serve. Le nouveau concept s'appuyant largement sur
le caracte`re volontaire du rappel ou de la prestation, une
extension de cette protection s'ave`re tre`s souhaitable. En
attendant l'adoption d'un nouveau statut social, les re´ser-
vistes se verront appliquer l'actuel statut social.
En ce qui concerne les missions de la nouvelle re´serve,
d'un point de vue ge´ne´ral, celles-ci consistent a` comple´-
ter les forces actives et ainsi permettre aux forces
arme´es de remplir dans les de´lais pre´vus toutes les
missions que le pouvoir exe´cutif leur confie en temps de
paix et de guerre.
Comme je l'avais dit, la re´serve joue ainsi un ro^le
essentiel dans le lien arme´e-nation.
De totale behoefte om de slagorde oorlogsvoet te vervol-
ledigen, bedraagt bijna 30 000 functies bekleed door
21 000 soldaten, 5 700 onderofficieren en meer dan
2 000 officieren.
En ce qui concerne le surnombre, le proble`me qui peut
se poser est lie´ aux besoins en cadres et aux re´servistes
actifs qui, en nombre supe´rieur, voudraient participer a`
l'entrai^nement de`s 2000. Cette proble´matique fait l'objet
d'une e´tude, dont les re´sultats ne sont pas encore
connus.
Hoe zal men de werving en opleiding organiseren ?
Tijdens de overgangsfase worden de jaren 2000 en 2001
beschouwd als testjaren voor de rekrutering en de vor-
ming van vrijwillige reservisten. Vanaf 2000 wordt voor-
zien de basisvorming van deze nieuwe rekruten aan te
pakken. Er wordt ook voorzien om zoveel mogelijk een
beroep te doen op ex-dienstplichtigen en ex-militairen die
op vrijwillige basis actief zouden deelnemen aan de
training.
De rekrutering van de vrijwillige reservisten kan in de
volgende jaren toenemen om het rekruteringstempo van
de regimefase zo vlug mogelijk te bereiken. De
uitvoeringsmaatregelen inzake vorming van de reservis-
ten zonder militair verleden zullen ernaar streven met de
beschikbaarheid van de reservist rekening te houden.
Quelles sont les possibilite´s de promotion ?
Le planning des carrie`res fera l'objet du statut adminis-
tratif qui est encore a` l'e´tude. Toutefois, il est e´vident qu'il
sera pre´vu des possibilite´s de promotion pour les re´ser-
vistes.
Le proble`me important est la compensation des inconve´-
nients dus a` l'absence au travail.
In het kader van het nieuwe concept over de reserve wil
ik wijzen op het belang dat gehecht wordt aan de steun
van en aan de werkgevers. De steun van de werkgevers
is de steun die zij aan hun werknemers-reservisten
kunnen verlenen, zodat dezen hun prestaties in verband
met de training en eventuele operaties kunnen uitvoeren.
De diverse mogelijkheden om steun aan de werkgevers
te leveren worden actueel onderzocht. Bovenop een
verbetering van het sociaal statuut van de reservisten, is
het inderdaad gepast nu reeds aan te vangen met het
cree¨ren op het niveau van de generale staf van een
HA 50
COM 142
9
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
verbindingscomite´ tussen de reservisten en hun werkge-
vers dat in een eerste stadium het probleem zal bestu-
deren en ideee¨n zal uitwisselen en in een verder stadium
op niveau van mijn kabinet als contactorgaan zal optre-
den met de werkgevers.
De nombreuses consultations avec d'autres de´parte-
ments, particulie`rement celui des Affaires sociales, sont
en cours afin de prendre en compte l'ensemble des
implications socio-e´conomiques de la future re´serve.
J'ai e´galement interroge´ par e´crit le Conseil national du
travail ou` se retrouvent les employeurs de tous les types
d'entreprises et les organisations syndicales, ainsi que le
colle`ge des secre´taires ge´ne´raux et des administrateurs
ge´ne´raux de la se´curite´ sociale pour qu'ils nous donnent
eux aussi des ide´es quant a` la place des re´servistes dans
les diffe´rentes structures.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de minister,
wellicht kon u een aantal vragen niet beantwoorden,
maar ik had toch graag geweten welke chronologie u
voorziet. In uw laatste punt had u het bijvoorbeeld over
de problematiek van de bespreking met de andere de-
partementen. Ik krijg de indruk dat de verbeelding aan de
macht is in deze regering. Met betrekking tot de reserve
had ik echter toch graag een iets duidelijker antwoord
gekregen.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Ce dossier trai^ne depuis
deux ans et demi. Je ne suis entre´ en fonction qu'il y a
huit mois maintenant et je l'ai de´ja` fait avancer.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Dus krijg ik geen
antwoord op mijn vraag. Het is allemaal de schuld van de
vorige regering.
Le pre´sident : Monsieur De Crem, je m'engage a` sou-
lever le proble`me des questions orales et des interpella-
tions en confe´rence des pre´sidents. Nous devons pre´-
server la qualite´ du de´bat politique mais nous devons
e´galement penser au personnel dont la contribution n'est
normalement demande´e que pour les questions d'actua-
lite´.
Monsieur De Crem, ma remarque ne vous est pas
personnellement adresse´e, elle est d'ordre global. En
effet, ce proble`me se pose dans toutes les commissions.
De minister zal zeker nog terugkeren naar deze commis-
sie met een oplossing voor de reserve. We zullen zeker
nog de gelegenheid krijgen om hierover te debatteren.
Je re´pe`te que ma remarque ne vous est pas personnel-
lement adresse´e.
Le proble`me du JSF, par exemple, ne´cessitait un de´bat.
Il ne devait donc pas e^tre traite´ par le biais de questions
orales.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre de la De´fense sur
l'ae´roport de Chie`vres
(n° 968)b>
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van Grooten-
brulle aan de minister van Landsverdediging over
de luchthaven van Chie`vres (nr. 968)
M. Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Monsieur le pre´si-
dent, monsieur le ministre, chers colle`gues, dans le
courant du mois de janvier, le pre´sident du Se´nat a e´mis
l'ide´e d'une de´centralisation de l'ae´roport de Bruxelles-
National vers le Hainaut et plus pre´cise´ment vers Chie`-
vres.
L'ide´e de l'implantation d'un champ d'aviation civil a` cet
endroit n'est pas chose nouvelle. L'an dernier, des res-
ponsables e´conomiques de la me´tropole lilloise ont e´ga-
lement envisage´ d'utiliser Chie`vres comme satellite de
l'ae´roport de Lesquin.
Or, les installations de Chie`vres servent actuellement de
base militaire utilise´e par les forces arme´es pour accom-
plir des missions de soutien aux e´tats-majors du Shape
et de l'Otan.
Monsieur le ministre, il me semble important d'e´claircir le
de´bat. Aussi, sans vouloir juger de l'opportunite´ ou non
d'implanter un ae´roport civil sur le site de Chie`vres,
pourriez-vous me communiquer quelles sont les obliga-
tions de l'Etat belge vis-a`-vis du Shape et de l'Otan en la
matie`re et me renseigner quant a` la dure´e de ces
obligations ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident,
mesdames, messieurs, l'ae´rodrome de Chie`vres a e´te´
utilise´ par la Force ae´rienne jusqu'en 1967; une grande
partie de son infrastructure a e´te´ finance´e par l'Otan.
Son utilisation pendant les heures de service a e´te´
conce´de´e au Shape le 23 juin 1967, par e´change de
lettres entre le ministre de la De´fense nationale et le
commandant en chef des Forces allie´es en Europe
(SACEUR) : il e´tait pre´vu que la base restait sous com-
mandement belge et que la Force ae´rienne assurerait le
contro^le ae´rien. La base a e´te´ de´finitivement aban-
donne´e par la Force ae´rienne en 1968. Une de´cision du
Conseil des ministres du 25 mai 1973 rend applicable a`
la base de Chie`vres l'accord du 12 mai 1967 entre la
Belgique et le Shape : l'ae´rodrome de Chie`vres constitue
donc une extension territoriale du Shape.
L'ae´rodrome est actuellement occupe´ par l'US Air Force
qui y assure l'appui en transport ae´rien de l'Otan et du
Shape.
10
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
L'accord pre´cite´ restera en vigueur tant que le Shape
restera en Belgique. Personnellement, j'ai d'ailleurs e´te´
un peu e´tonne´ par les de´clarations e´mises a` une certaine
e´poque.
M. Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Monsieur le pre´si-
dent, je remercie le ministre pour les pre´cisions qu'il m'a
apporte´es concernant les obligations de l'Etat belge au
sujet de cet ae´roport.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Jose´e Lejeune au ministre de
la De´fense sur
la communaute´ du renseignement
militaire
(n° 1136)</b>
Mondelinge vraag van mevrouw Jose´e Lejeune aan
de minister van Landsverdediging over
de militaire
inlichtingen
(nr. 1136)
Mme Jose´e Lejeune (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, le renseignement cons-
titue un e´le´ment essentiel a` la bonne pre´paration de toute
ope´ration militaire. La collecte et l'analyse de donne´es
relatives au domaine de la De´fense sont indispensables
a` une arme´e qui veut adapter de fac¸on efficace ses
re´ponses aux missions susceptibles de lui e^tre confie´es.
En Belgique, le service militaire de renseignement est
re´gi par la loi du 30 novembre 1998 qui de´finit de fac¸on
pre´cise son ro^le et ses missions. Ne´anmoins, le Service
ge´ne´ral de renseignements (SGR) n'est pas le seul
acteur de notre communaute´ militaire du renseignement.
C'est a` propos de ces autres services que nous souhai-
terions obtenir quelques e´claircissements de la part du
ministre.
Nous savons qu'il existe plusieurs unite´s charge´es de la
collecte de renseignements militaires, dont la patrouille
de reconnaissance de longue porte´e, jadis appele´e
e´quipe spe´ciale de reconnaissance.
Sans vouloir aborder des donne´es confidentielles et
classifie´es, nous de´sirerions connai^tre, dans la mesure
du possible, la re´partition des ta^ches de ces diffe´rentes
unite´s et les structures dans lesquelles elles s'inscrivent.
De plus, la presse faisant e´tat de restructurations envi-
sage´es dans ce domaine, il nous parai^t important de faire
le point a` ce sujet afin de clarifier la situation et de savoir
vers quelles e´volutions nous nous orientons dans ce
secteur peu connu mais essentiel de nos forces arme´es.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident,
mesdames, messieurs, comme le dit tre`s justement Mme
Lejeune, le renseignement est un e´le´ment important et il
prendra sans doute encore une plus grande place dans
l'e´volution future.
Quelle est la situation actuelle ?
Le de´tachement Long Range Reconnaissance Patrol, le
LRRP, tel qu'il existe actuellement, a comme mission
ge´ne´rale de se tenir pre^t en permanence a` mettre en
place, loin de leur base et en territoire e´ventuellement
hostile, par les moyens les plus divers, des petites
e´quipes d'hommes ou de femmes capables de vivre,
voire de survivre de manie`re autonome et d'exe´cuter
divers types de missions dans le cadre du recueil et de la
transmission d'informations.
Ces e´quipes peuvent e^tre engage´es dans les ope´rations
classiques, que ce soit dans un cadre national ou multi-
national, lors d'ope´rations humanitaires ainsi que dans le
cadre d'ope´rations de soutien de la paix, afin de collecter
des informations dans le cadre du cycle du renseigne-
ment.
Le de´tachement Pathfinders, quant a` lui, est compose´ de
techniciens qui, apre`s une mise en place par les moyens
les plus divers, sont charge´s de reconnai^tre et de baliser
des zones de parachutage ainsi que des zones d'atter-
rissage pour he´licopte`res, afin de pre´parer la mise en
place de de´tachements ulte´rieurs. Ces deux de´tache-
ments sont actuellement stationne´s a` Heverlee.
Une restructuration de ces moyens est actuellement
planifie´e. En effet, il est pre´vu la cre´ation d'une compa-
gnie de forces spe´ciales au sein du 3e`me re´giment de
lanciers parachutistes, le bataillon de reconnaissance de
la brigade para-commando, inte´grant les moyens ac-
tuels, a` savoir le de´tachement LRRP et le de´tachement
Pathfinders. Cette compagnie de forces spe´ciales comp-
tera, apre`s finalisation de la restructuration, onze e´quipes
de six hommes, et ses missions s'inscriront dans le
me^me cadre ge´ne´ral de recherche du renseignement, en
concordance avec la doctrine Otan en la matie`re, et aura
e´galement la capacite´ d'effectuer des missions de type
Pathfinders, allant donc dans un sens de polyvalence
des e´quipes mises en oeuvre. Les ope´rations dans
lesquelles ces forces spe´ciales sont susceptibles d'e^tre
mises en oeuvre sont semblables a` celles de´crites pre´-
ce´demment. Il s'agit en fait d'une re´organisation pour
e´viter de remplir des ta^ches identiques a` deux endroits
diffe´rents.
Cette restructuration est pre´vue au mois de juin 2000 et
sera marque´e par la relocalisation des de´tachements
LRRP et Pathfinders au sein du 3e`me Lanciers Parachu-
tistes stationne´ a` Flawinne.
HA 50
COM 142
11
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
J'ajoute que j'ai demande´ au chef d'e´tat-major de la force
terrestre de me formuler des propositions sur la formation
spe´cifique de ce nouveau de´tachement et sur les
moyens particuliers a` mettre a` leur disposition.
Je ne voudrais pas, parce que les personnes de ce
nouveau de´tachement suivent la formation de base en
me^me temps que les commandos, qu'on dise a` ces
commandos a` un moment donne´ que comme ils ont
aussi rec¸u cette formation de base, ils pourraient e^tre
affecte´s dans ce de´tachement spe´cial. Il est clair qu'a`
co^te´ de la restructuration fonctionnelle, ce de´tachement
spe´cial gardera toute sa spe´cificite´, notamment en ce qui
concerne son e´quipement et la formation particulie`re
ne´cessaire pour re´aliser ce genre de missions.
Il n'y aura donc pas d'absorption de ces deux de´tache-
ments par les para-commandos. Si nous voulons former
plus particulie`rement des para-commandos pour ce de´-
tachement, nous le ferons. C'est ce que le chef d'e´tat-
major de la force terrestre est en train d'examiner, en
me^me temps qu'une e´valuation des cou^ts pour ame´liorer
les moyens, par exemple, de communications.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Jose´e Lejeune au ministre de
la De´fense sur
le suivi de l'achat des ve´hicules de
type Pandur
Mondelinge vraag van mevrouw Jose´e Lejeune aan
de minister van Landsverdediging over
de opvol-
ging
van
de
aankoop
van
Pandur-voertuigen
(nr. 1137)
Mme Jose´e Lejeune (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, lors de la pre´ce´dente
le´gislature, un contrat entre la De´fense nationale et la
socie´te´ Steyr e´tait conclu afin d'acque´rir 54 ve´hicules
blinde´s de type Pandur.
L'acquisition de nouveau mate´riel implique bien souvent
de nombreux aspects et touche a` diffe´rents domaines. A
ce propos, il nous semble opportun de demander au
ministre de nous apporter des informations comple´men-
taires afin de nous permettre d'appre´cier avec justesse le
suivi de ce dossier.
Monsieur le ministre peut-il donc pre´ciser ou`, par qui et
comment est assure´e l'instruction des chauffeurs et du
personnel de maintenance destine´ a` servir sur le Pan-
dur ? Ou` en est la livraison des ve´hicules ? Quel est le
timing pre´vu ? Existe-t-il une premie`re e´valuation de la
qualite´ de ces ve´hicules ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, en ce qui concerne la formation des
chauffeurs et des re´parateurs, dans le cadre du contrat
initial, quelques chauffeurs et re´parateurs ont e´te´ forme´s
par la firme STEYR en 1998. Depuis lors, l'instruction des
chauffeurs et re´parateurs est dispense´e par ces militaires
belges.
L'instruction des chauffeurs est donne´e par la 210e`me
compagnie logistique para-commando, localise´e a` He-
verlee. A cet effet, la compagnie a e´te´ e´quipe´e de cinq
ve´hicules.
Pour le 1er et le 3e`me bataillon parachutistes ensemble,
75 chauffeurs sont de´ja` forme´s. Durant la pe´riode de
mars a` juin, une formation sera donne´e, chaque mois, a`
12 chauffeurs. En juin, il sera proce´de´ a` une e´valuation
afin de de´terminer les besoins restants en chauffeurs.
L'instruction de re´parateurs est donne´e par l'e´cole de
logistique a` Tournai. Les personnes be´ne´ficiant de cette
formation doivent obligatoirement obtenir le brevet de
chauffeur.
La premie`re session a lieu au courant de ce mois. Huit
personnes seront ainsi forme´es. La session suivante
sera organise´e en juin prochain, en vue de former six
re´parateurs et deux instructeurs supple´mentaires.
En ce qui concerne la livraison des diffe´rents types de
ve´hicules, voici le de´tail des mouvements inhe´rents
1) aux ve´hicules de transport de troupes :
- 41 ve´hicules achete´s;
- 39 ve´hicules soumis a` re´ception;
- 35 ve´hicules de´ja` accepte´s;
- distribution aux unite´s pre´vue a` partir de mars 2000;
2) aux ve´hicules poste de commandement :
- 5 ve´hicules achete´s;
- livraison effectue´e fin fe´vrier 2000;
3) aux ve´hicules de maintenance :
- 4 ve´hicules achete´s;
- livraison pre´vue fin mars 2000.
En ce qui concerne les ve´hicules ambulances, le contrat
est suspendu. A cet e´gard, nombreux sont ceux qui se
fe´licitent du maintien des Unimog, qui sont des outils
performants semble-t-il. Cela m'a encore e´te´ rapporte´ a`
Bourg-Le´opold il y a quelques jours. Il s'agissait d'un des
mai^tres-achats de l'arme´e au cours des anne´es pre´ce´-
dentes.
12
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Flahaut
En ce qui concerne la qualite´ du ve´hicule, chaque
ve´hicule est inspecte´ pre´alablement a` la re´ception par le
service ad hoc de la Force terrestre.
En ce qui concerne l'utilisation des ve´hicules, je re´pe`te
qu'en ce moment, c'est la 210e`me compagnie logistique
qui utilise les 5 exemplaires destine´s a` la formation.
L'analyse des appels a` la garantie de´ja` introduits montre
qu'il n'existe aucun proble`me re´el, hormis quelques
de´re`glements cause´s par un montage caduc ou par une
utilisation non adapte´e.
Se basant sur les donne´es disponibles, il peut e^tre conclu
que les ve´hicules en question sont de bonne qualite´.
Le pre´sident : Chers colle`gues, les ministres se sont
engage´s a` re´pondre rapidement aux questions e´crites.
Ce genre de question demandait un de´veloppement tel
qu'elle pouvait e´galement e^tre pose´e par e´crit, a` condi-
tion que la re´ponse soit fournie rapidement.
Mme Jose´e Lejeune (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, vous savez aussi bien que moi que dans le
cadre des questions e´crites, le de´lai est tre`s important.
Le pre´sident : Oui, mais le pre´sident de la Chambre a
adresse´ une note au gouvernement en ce sens. Pour
l'organisation des travaux, ce n'est certes pas facile.
Mais vous avez raison, cela prend du temps, parfois
me^me une le´gislature !
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Aangezien de heer Dirk Van der Maelen afwezig is,
vervalt zijn mondelinge vraag nr. 1170.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Pieter De Crem en Luc Sevenhans aan de minister
van Landsverdediging over
de Belgische deelname
aan het JSF-programma
(nrs. 1141 en 1179)
Questions orales jointes de MM. Pieter De Crem et
Luc Sevenhans au ministre de la De´fense sur
la
participation belge au programme JSF
(n
os
1141 et
1179)
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, op 22 januari bent u in de
Re´sidence Palace samengekomen om de problematiek
van de Joint Strike Fighter te bespreken.
Er is nog altijd geen consensus over het JSF-
programma. U hebt zich laten ontvallen - het was een slip
of the tongue - dat een dergelijk programma eigenlijk wel
nodig is. Ook een aantal andere mensen zoals de
stafchef van het leger heeft dat gedaan, maar gezien uw
reactie op de vorige vraag zal ik daar niet meer over
spreken. De stafchef heeft nochtans gezegd dat hij het
aangewezen vond dat de Belgische regering hierover
een beslissing zou nemen.
Na het conclaaf van 22 januari zou er een nota verschij-
nen waarin een duidelijk standpunt omtrent de JSF naar
voren zou worden gebracht. We hebben in de pers
gelezen dat volgens de heer Schreiber, directeur-
generaal van de internationale sectie van de JSF, Belgie¨
heeft beslist om niet in de eerste fase, de zogenaamde
ticketfase te zullen stappen. Hij voegt eraan toe dat het
Belgisch leger - ik citeer -
formeel en informeel onder-
handelt over de toetreding tot de tweede fase, namelijk
de ontwerp-, bouw- en ontwikkelingsfase
. Dat is de
fameuze EMD-fase die eind 2000 zal starten. De kost-
prijs wordt op minimum vijf miljard frank geschat.
Mijnheer de voorzitter, ik wil hierover enkele vragen
stellen. Ten eerste, wanneer heeft de Belgische regering
beslist om niet toe te treden tot de eerste fase van het
JSF-project ? Ten tweede, waarop heeft de regering zich
gebaseerd om die beslissing te nemen ? Ten derde, wie
heeft aan het Belgisch leger de opdracht gegeven om te
onderhandelen over de toetreding tot de tweede fase ?
Wanneer zal de regering hierover beslissen ? Wie zal de
toetreding tot die tweede fase financieren ? Welke ver-
deelsleutel wordt er gehanteerd ten opzichte van de
prive´-sector, de federale en de gewestelijke overheid ?
Welke boodschap brengt u op de vele internationale
contacten die u onderhoudt ? Ik hoor van u dat u in Cintra
bent geweest ? Ik vraag mij af welk standpunt u daar hebt
ingenomen met betrekking tot het JSF-dossier.
We moeten ook aan de Europese structuur denken. Het
is onafwendbaar dat we in die Europese structuur ook
een jachttoestel zullen inbrengen. U hebt dat zelf al
gezegd. U bent dus al betrokken bij het toekomstig
engagement, ook wat jachtvliegtuigen betreft. Houdt dat
niet in dat u de tegenstanders in de coalitie hebt ver-
schalkt ? U zegt dat we niet meedoen aan de eerste fase,
maar we stappen nu de tweede fase binnen. Hier zien we
het parool van Louis Michel tot volle ontplooiing komen.
Hij stelde dat het niet nemen van het toegangsticket niet
betekent dat we er later nooit zullen instappen. Het ene
sloot het andere niet uit. Het is nu duidelijk dat we in de
logica voor de toetreding in de ontwikkelingsfase van de
JSF zijn gestapt. In het tijdschema maart-april, dat u
beter dan wie ook kent, zal de Belgische regering en de
minister van Landsverdediging een brief ontvangen met
de vraag om te onderhandelen over deze tweede fase. Ik
vraag u heel concreet wat u gaat doen. Hebt u al een
beslissing genomen of niet ?
HA 50
COM 142
13
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, dit dossier beroert de
verschillende politieke partijen. Er worden soms uitspra-
ken gedaan die kant noch wal raken. Vandaag blijkbaar
niet want de heer De Crem kent het dossier goed.
Begin 1998 heb ik de eerste keer over dit dossier
gei¨nterpelleerd. De toenmalige minister van Defensie, de
heer Poncelet, heeft toen uitdrukkelijk geantwoord dat
indien wij zouden beslissen aan het project deel te
nemen het zeer belangrijk was dat we dat van bij de
aanvangsfase zouden doen.
We hebben de eerste fase laten voorbijgaan. Deze fase
zal wel enig belang of nut hebben gehad aangezien er
een prijskaartje van 400 miljoen Belgische frank aan
vasthing. In de wandelgangen werd blijkbaar beslist dat
wij daaraan niet zouden deelnemen. Ik neem aan dat dit
toch wel ergens een economisch gevolg zal hebben.
Als we de tweede fase zomaar kunnen instappen bete-
kent dit dat de toetreding tot de eerste fase wellicht niet
nodig was en men ons heeft willen rollen. Ofwel zullen we
door rechtstreeks in de tweede fase in te stappen een
extra kostprijs moeten betalen. Daar lees of hoor ik
echter niets van en dat is eigenaardig. Ik had toch eens
graag geweten wat het belang van de eerste fase is
geweest.
Als we de tweede fase instappen, moeten we de keuze
maken. In de eerste fase was dit niet het geval. Ik ben
ervan overtuigd dat de eerste fase een eerste stap was
waarin we ons niet engageerden.
Als er over de JSF wordt gesproken, valt het telkens op
dat het de Nederlandstalige partijen zijn die daarover
interpelleren of vragen stellen. Blijkbaar is er aan Waalse
kant geen interesse. Dit is uiteraard niet waar. Het stemt
mij wel tot nadenken. Er moet iets meer zijn. Waarom is
er een dergelijk oorverdovend stilzwijgen aan Waalse
kant ?
Ik heb gisterenavond op de Nederlandse televisie een
programma gezien dat handelde over het JSF-project. Er
werden een aantal interessante zaken vermeld. Bij elke
aankoop zijn bijvoorbeeld de economische compensaties
belangrijk. De vorige jachtvliegtuigen, de F-16, toen een
van de betere toestellen op de markt, zijn gecompen-
seerd geweest door aankopen in Wallonie¨ en niet in
Vlaanderen. Ik heb het vermoeden dat als we nu in het
JSF-project stappen, er aan Waalse kant onvoldoende
compensaties uit gepuurd kunnen worden.
Er werd gisteren uitdrukkelijk vermeld dat de toewijzing
zou gaan naar de meest concurrentie¨le bedrijven en niet
op de klassieke wijze zou gebeuren. In de nieuwe
technieken die via de JSF tot ontplooiing zullen komen,
zit heel wat Vlaamse knowhow. Blijkbaar wringt daar het
schoentje. Als we in het JSF-project zouden stappen, zou
er wel eens een belangrijke bijdrage kunnen worden
geleverd vanwege Vlaanderen.
Dat is de essentie van het probleem. Waarom wordt het
JSF-project opeens opzij geschoven en worden er allerlei
indianenverhalen rond verkocht en wil niemand zeggen
wat we ermee gaan doen ? Gaan we ons engageren in
het JSF-project of niet ? Indien wij een ernstige defensie
willen handhaven, zowel nationaal als Europees, zullen
wij niet anders kunnen dan jachtvliegtuigen aan te kopen.
De discussie gaat niet over het feit of we jachtvliegtuigen
dan wel vrachtvliegtuigen zullen aankopen. Laten we
elkaar geen Liesbeth noemen, indien wij ons in een
Europees leger engageren, zullen wij over beide type
toestellen moeten beschikken. Dan zullen wij niet alleen
een taakje hebben zoals bijvoorbeeld de medische
dienst, maar zullen wij ook aanvalstaken krijgen. Daarom
zullen wij beide types vliegtuigen moeten kopen. De
discussie omtrent het type is uiteindelijk een valse dis-
cussie. Als we op een Europese beslissing moeten
wachten, zal dat nog twintig jaar in beslag nemen. We
moeten nu de beslissing nemen en ze wordt nu zeer
actueel. Binnen enkele maanden zullen we moeten zeg-
gen of we het doen of niet.
Ik ben geen echte militair, maar we moeten in het oog
houden dat een leger noodzakelijk is. U kunt dat betreu-
ren, net zoals u een politiemacht kunt betreuren die ook
noodzakelijk is. We moeten echter realist zijn.
Ik heb er altijd voor gepleit in de eerste fase in te stappen
omdat ik dat los van de tweede fase bekeek. De eerste
fase was geen verplichting om in te stappen en was een
economisch dossier. De tweede fase is dat minder. Als
we beslissen in de tweede fase in te stappen, wordt het
een militair dossier verbonden aan een belangrijk econo-
misch dossier.
Mijnheer de minister, ik vernam graag wat wij hebben
gemist met in de tweede fase in te stappen zonder
deelname aan de eerste fase. Het kan niet dat daaraan
geen gevolg is verbonden. Dat is momenteel de belang-
rijkste vraag die ik u wens te stellen.
Op de tweede vraag, of we het gaan doen of niet, zult u
uiteraard niet kunnen antwoorden. Ik heb ondervonden
dat men de minister van Defensie daarbij onvoldoende
betrekt. De besluitvorming wordt namelijk achter de
schermen gevoerd. Hopelijk voor u bent u daarbij. De tijd
dringt nu zeer sterk.
Zoals ook de heer De Crem heeft onderstreept wachten
wij nog altijd op een nota die voortvloeit uit uw bijeen-
komst van 22 januari in een of ander paleis in Brussel
naar aanleiding van uw bijeenkomst met de verschillende
14
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Sevenhans
partijen uit de meerderheid. Het is spijtig dat we die nota
nog niet hebben want dan hadden we iets concreter
kunnen debatteren over dit geval. Nu weten we het niet
echt en wachten we af tot u iets gaat doen.
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, de vorige regering heeft op 30 maart 1999 zijn
toestemming gegeven tot de Concept Demonstration
Phase van het Joint Strike Fighter Program op voor-
waarde dat een financie¨le bijdrage werd verkregen van
de gewesten en de prive´-sector. Door deze beslissing,
ook met instemming van uw partij, mijnheer De Crem, en
die het initiatief uit handen gaf van de federale regering,
kwam het tot een patstelling gezien de standpunten die
de gewesten en industrie¨le groeperingen terzake diver-
geren.
De huidige regering heeft helemaal geen beslissing
genomen omtrent het al dan niet deelnemen aan de
eerste fase van het programma waarvoor de Verenigde
Staten oorspronkelijk een limiet hadden gesteld op 31
maart 1999.
Recent heeft de Amerikaanse ambassade mij laten we-
ten dat het JSF Program Office het niet langer opportuun
vindt voor potentie¨le internationale partners om de CDP-
fase te vervoegen wegens het vergevorderde stadium.
Bij die gelegenheid werd een formele uitnodiging aan
Belgie¨ in het vooruitzicht gesteld om deel te nemen aan
de Engineering and Manufacturing Development Phase.
Tot nu toe hebben wij deze uitnodiging echter nog niet
ontvangen.
Er zijn geen onderhandelingen aan de gang over het
toetreden tot de volgende fase van het JSF Program,
noch werd hiervoor enige opdracht gegeven.
Er zijn wel contacten geweest tussen de bevoegde
technische sectie van de Staf van de Luchtmacht en de
Amerikaanse Strijdkrachten met als doel gegevens over
het verdere verloop van het programma te verwerven.
Deze contacten verlopen analoog met de informatiever-
werving inzake andere internationale programma's.
Aangezien wij momenteel geen formele uitnodiging heb-
ben ontvangen om deel te nemen aan de volgende fase
is een beslissing terzake dan ook niet aan de orde.
Mocht Belgie¨ alsnog worden uitgenodigd om deel te
nemen dan zijn de eventuele deelname en de modalitei-
ten een regeringszaak die in het brede kader van de
investeringsproblematiek van de Krijgsmacht en de in-
dustrie¨le politiek in het algemeen moet worden geplaatst.
Wat het tweede deel van de vraag van de heer Seven-
hans betreft kan ik het volgende zeggen. Indien de
regering de beslissing zou nemen om deel te nemen aan
de tweede fase van het JSF-programma, dan zou het
gedeelte van de niet-recurrente kosten van de aankoop-
prijs van het vliegtuig kunnen worden afgetrokken. Vol-
gens de informatie waarover mijn departement beschikt,
heeft het niet deelnemen aan de eerste fase van het
JSF-programma
geen
invloed
op
de
toekomstige
aankoopprijs van het vliegtuig maar ontneemt dit de
Belgische industrie en mijn departement een waardevolle
bron van informatie aangaande toekomstige technologie.
Je voudrais dire, monsieur Sevenhans, que lors d'une
pre´ce´dente re´union de cette commission, de tre`s nom-
breux intervenants, dont MM. Van der Maelen et Van-
houtte, ont dit qu'ils n'entendaient pas tomber dans le
pie`ge facile de la communautarisation de ce dossier.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het is een quasi-schizofrene situatie. De minister vindt
dat we in het project moeten stappen, de regering is
terzake echter verdeeld. Op informele bijeenkomsten wil
zij haar bondgenoten laten geloven dat er geen proble-
men zijn en dat ons land zal deelnemen aan het project.
We have a small problem. We zitten met een klein
probleem maar hebben het goed opgelost door de pu-
blieke opinie wijs te maken dat we niet deelnemen aan de
eerste fase van het project.
Collega's van de SP en van Agalev-Ecolo, u bent met de
ogen open verschalkt !
We gaan onwillekeurig naar de aanschaf van de JSF's,
onwillekeurig omdat we onze internationale engagemen-
ten moeten nakomen. De SP begaat dezelfde fout als in
de wapencrisis van 1991. De Vlaamse socialisten zetten
eerst een stoere borst op maar moeten plooien. In een
interview in La Libre Belgique zegt de heer Van der
Maelen, ik citeer :
Le fait que la Belgique soit invite´e a` se
joindre a` la seconde phase prouve que l'on va beaucoup
jouer au poker dans ce dossier
. Op topniveau zal er
inderdaad poker worden gespeeld. De zwartepiet is
doorgeschoven naar de SP. Voor de socialisten blijft niets
anders over dan een eerbaar compromis te vinden. Het is
zonneklaar dat de regering de beslissing zal nemen in de
tweede fase van het project te stappen. Zij zal dit doen
zonder compensaties uit de brand te kunnen slepen, een
bijzonder jammere zaak en een levensgroot probleem
voor de Franstaligen. De Amerikanen zijn terzake zeer
duidelijk : partners die niet aan de eerste fase hebben
deelgenomen, moeten niet rekenen op compensaties.
Er rest ons niets anders dan in te stappen in de tweede
fase met 3 instapmogelijkheden. U mag nog zoveel
conclaven organiseren als u wilt, dit zal een investering
tussen 8 en 16 miljard frank vergen. Collega's van de SP
en Agalev-Ecolo, of u het graag hoort of niet, de JSF's
zullen worden aangeschaft. Het kon niet anders. We
moeten immers onze internationale engagementen na-
komen.
HA 50
COM 142
15
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
We zouden kunnen beslissen niet in de tweede fase te
stappen en on the shelf kopen. Dan hebben we alles
gemist en krijgt de industrie geen compensaties. Als we
niet instappen in de tweede fase stellen we ons op als
slechte leerling en deloyale bondgenoot die veel moet
betalen voor de JSF die zal worden ingezet in de nieuwe
internationale Europese defensiestructuur. On the shelf
zal het beestje tweemaal meer kosten dan als we zelf
meespelen. Dat zal te danken zijn aan de pacifistische
inslag van deze coalitie.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, ik heb duidelijk uit uw antwoord begrepen dat bij
het niet-instappen de schade, in een eerste fase, voor-
namelijk zit bij de industrie. U moet geen groot kenner
zijn van dit dossier om te weten dat de technische
knowhow in dit geval in Vlaanderen zit. Met andere
woorden, het zijn de Vlaamse bedrijven die gerold zijn
door het niet uitvoeren van de eerste fase.
Waar mikken de Walen op in dit dossier ? Dat is op het
onderhoud, net als bij de F-16. Het onderhoud zal
gebeuren in Wallonie¨; dat de Vlamingen weer eens
schade oplopen is van geen belang.
Ik vind dit nog maar eens een voorbeeld van hoe deze
regering werkt.
Ik heb alles nog eens nagelezen en geconstateerd dat
een vroegere VLD-collega - die in dit dossier hetzelfde
dacht als ik - zijn eerste buiklanding heeft mogen maken,
net zoals trouwens de volledige VLD al een buiklanding
heeft gemaakt in dit dossier.
Ik betreur het dat de Vlaamse industrie hier nog eens
wordt misbruikt en gegijzeld door een beslissing waar
men op politiek vlak niet uitgeraakt. De moed ontbreekt
hier duidelijk en er wordt geprobeerd om via allerlei
achterpoortjes een oplossing te vinden.
Dat we in ISF zullen stappen, zal wel onvermijdelijk zijn
en ik heb daar ook geen echte commentaar op. We
moeten in NAVO-verband of in Europees verband wer-
ken en we zullen tot die aanschaf moeten overgaan. Het
is nu eenmaal zo dat elke partij ermee akkoord gegaan is
om een leger bestaande uit een aantal mensen - 45 000 -
te behouden. Dit betekent dat er bepaalde consequenties
aan verbonden zijn. Wat we nu doen dat is hetzelfde als
op gemeentelijk vlak voor een korps van 50 politieagen-
ten 25 revolvers kopen. Dat gaat ook niet. Als we een
leger in stand willen houden moeten we ook zorgen dat
het rendabel is. Nu geven we 100 miljard frank uit voor
ons leger en moeten wij vaststellen dat een hoop mensen
gedemotiveerd geraken. Dan kunnen we beter een
beetje meer uitgeven en zorgen dat het leger rendabel of
toch tenminste nuttig is. Nu is het gewoon een parade-
leger aan het worden, dat nog goed is om op 21 juli eens
voorbij het koninklijk paleis te marcheren en voor de rest
kunnen we er eigenlijk niet veel meer mee aanvangen
omdat de middelen ontbreken.
Ik dat het onvermijdelijk zal zijn dat we in dat project
stappen, maar uiteindelijk hebben wij ons daarmee zelf in
de zak gezet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over
de inschake-
ling van het leger tijdens Euro 2000
(nr. 1142)
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la
De´fense sur
le concours de l'arme´e a` l'occasion de
l'Euro 2000
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, Euro 2000 komt onvermijdelijk op
ons af. We hebben gezien dat er een bijkomende taak
van het leger is, namelijk het vervoeren van VIP's, very
important persons.
Ongeacht het feit wie een very important person zou zijn,
had ik daarover een aantal vragen willen stellen. Het is
eigenlijk een directielid van Euro 2000 die de vraag heeft
gesteld of het leger hiervoor zou kunnen instaan. Ik denk
niet direct dat het een kerntaak van het Belgisch leger is
om het VIP-vervoer te organiseren. Ik meen zelfs dat
buitenlandse militaire VIP's wanneer ze op het grondge-
bied van het land zijn slechts occasioneel begeleid
worden.
Maar wat betekent nu logistieke steun voor het vervoer
van die VIP's ? Worden er auto's of bussen ter beschik-
king gesteld ? Als we mogen geloven in welke slechte
toestand het materiaal van het leger zich bevindt - sinds
vandaag mag ik tijdens deze legislatuur niet meer over
de stafchefs spreken - vraag ik me af met welk materieel
we die VIP's gaan vervoeren. Gaat het om gemotori-
seerde begeleiding ? Worden hiervoor ook vliegtuigen of
helikopters ingeschakeld ? Ik zal nu niet klein doen en
vragen over welke vliegtuigen of helikopters het zou
kunnen gaan.
De hamvraag is : is dit een kerntaak van het leger ? Deze
vraag stel ik in alle sereniteit. Kan het organiserend
comite´ van Euro 2000 dit voor dergelijke activiteiten zelf
niet organiseren en zo nodig een beroep op de prive´-
sector doen ?
Ik zie niet in welke legereenheden daarvoor bij voorrang
in aanmerking zouden komen. Op welk grondgebied
gaan zij opereren ? Wordt er ook een beroep gedaan, in
afgeleide vorm, op onze medische dienst ?
16
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
En er blijft natuurlijk het feit van de kosten van een
dergelijke operatie. Dit gebeurt natuurlijk niet gratis. Ik
wou daarover toch enige duidelijkheid.
Is er ook een grensoverschrijdend overleg met uw Ne-
derlandse collega geweest ? Zal het Nederlandse leger
ook in deze aangelegenheid worden ingeschakeld ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur le pre´sident, vous
allez e^tre e´tonne´ car pour une fois, je suis d'accord avec
M. De Crem pour dire que la ta^che principale de l'arme´e
n'est pas d'apporter son soutien a` l'Euro 2000. Pour ma
part, je pre´fe`re m'attacher a` renforcer l'aide au Samu
social de Bruxelles, par exemple, ou a` apporter de l'aide
a` des gens en difficulte´, au Mozambique ou ailleurs, ou
encore soutenir des actions d'associations ou de pou-
voirs publics communaux ou provinciaux ou` on trouve un
inte´re^t public e´vident. C'est la raison pour laquelle j'ai dit
assez clairement que si nous intervenions, ce serait
contre paiement. J'ai fait savoir qu'au regard du prix de
certains transferts de joueurs de football, je conside´rais
que des moyens pouvaient e^tre consacre´s a` la re´tribution
des services que nous apporterions.
Pour ma part, je ne suis pas un adepte des loges. Je
pre´fe`re assister aux matches de football des pre´minimes,
minimes ou cadets a` l'occasion desquels je constate un
re´el investissement personnel des enfants pluto^t que
d'assister a` des grands matches qui s'apparentent par-
fois a` un jeu de poker, jeu auquel je ne joue d'ailleurs pas.
Je tiens a` dire que c'est en homme libre et responsable
que je tiens de tels propos.
Une demande d'appui logistique a donc effectivement
e´te´ introduite par les organisateurs de l'Euro 2000 aupre`s
de l'e´tat-major ge´ne´ral, en ignorant qu'il y avait encore un
ministre de la De´fense dans ce pays.
Cette demande a e´te´ relaye´e par le ministre de l'Inte´rieur
dans un courrier qu'il m'a adresse´ le 10 fe´vrier dernier.
Je ne dispose a` l'heure actuelle d'aucune pre´cision quant
a` la porte´e exacte de cet appui logistique (nombre de
ve´hicules, type de transport, ...). Mais en tout cas, il
s'agira de ve´hicules.
A cette occasion, je peux dire que nous disposons encore
de mate´riels. Il ne faut pas faire de mise´rabilisme et je
regrette, monsieur De Crem, que vous ne participiez pas
plus assidu^ment aux journe´es des Forces arme´es. Vous
auriez ainsi l'occasion de constater que nous disposons
encore de mate´riels susceptibles d'e^tre mis a` disposition.
Je pense, par exemple, aux bus de la Force ae´rienne ou
de la Force navale qui, parce qu'ils ont peut-e^tre e´te´
moins utilise´s que les autres, sont en tre`s bon e´tat et
peuvent rivaliser avec les cars de luxe que l'on rencontre
habituellement. Cependant, je dois faire remarquer que,
contrairement aux bus de la Re´gie des ba^timents, ils ne
sont pas blinde´s. Mais dans ce cas, ce n'est pas ne´ces-
saire.
Cette demande est actuellement examine´e. Elle doit
encore e^tre chiffre´e.
Si une suite favorable devait e^tre re´serve´e a` cette
demande -mais j'ai de´ja` pu constater qu'en cas de refus,
on trouve des solutions ailleurs; c'est quand on dit oui
trop rapidement qu'on ne trouve pas de solution-, il va de
soi que l'intervention des Forces arme´es se ferait contre
remboursement. Je tiens a` dire clairement qu'il ne faudra
pas tabler sur une quelconque forme de spe´culation a` la
re´quisition. Une re´quisition en urgence serait, en effet,
malvenue. Je pre´fe`re que les choses se fassent sur des
bases tre`s claires. Ainsi, si on demande un service, on le
paie et a` l'avance.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De mondelinge vraag nr. 1149 van de heer Marcel
Hendrickx wordt verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing.
Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck aan de
minister van Landsverdediging over
een bezoek aan
de ontmantelingsinstallatie van toxische munitie in
Poelkapelle
(nr. 1213)
Question orale de M. Koen Bultinck au ministre de la
De´fense sur
la visite rendue par quelques parlemen-
taires aux installations de de´mante`lement des muni-
tions toxiques de Poelkapelle
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, op maandag 28 februari
bracht u als minister van Defensie, samen met uw
collega van Leefmilieu, een aantal West-Vlaamse parle-
mentsleden en burgemeesters een bezoek aan de
ontmantelingsinstallatie van toxische munitie in Poelka-
pelle. Dit bezoek kwam er na de commotie die in de pers
ontstond rond de falende werking van de ontmantelings-
installatie van de DOVO.
HA 50
COM 142
17
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Koen Bultinck
Uit verklaringen van generaal Van Remoortel kan ik
concluderen dat het Kabinet van Defensie de lijst met uit
te nodigen volksvertegenwoordigers opmaakte. Op deze
lijst kwam geen enkele West-Vlaamse verkozene van het
Vlaams Blok voor.
Tijdens dit bezoek wist u, mijnheer de minister, ook mee
te delen dat u als minister van Defensie bij de Koninklijke
Militaire School aangedrongen hebt op het maken van
een studie om uit te zoeken wat de mogelijke alternatie-
ven zijn voor de huidige ontmantelingsinstallatie. Die
ontmantelingsinstallatie is nog maar operationeel sinds
oktober 1999 en kost uiteindelijk meer dan 700 miljoen
frank. Vandaar dat ik u drie concrete vragen wilde stellen.
Op welke grond besliste het Kabinet van Defensie om
geen enkele Vlaams Blok-verkozene uit te nodigen voor
bovenvermeld bezoek ? Kunt u als minister nu reeds
zeggen aan welke alternatieven u eventueel denkt voor
de ontmantelingsinstallatie te Poelkapelle ? Hoe lost men
dat soort problemen met toxische munitie op in andere
landen, zoals ons buurland Frankrijk ?
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, de keuze van zowel de plaatselijke als de
nationale verkozene die uitgenodigd moeten worden
voor een bezoek aan militaire installaties wordt door
geen enkele wet of reglementering bepaald. Bijgevolg is
het dus mogelijk vrij een opportuniteitskeuze te maken.
De nationaal verkozenen die uitgenodigd werden voor
het bezoek aan Poelkapelle hebben zelf hun interesse
voor dit onderwerp kenbaar gemaakt door middel van
parlementaire vragen, ongeacht het feit of zij wel of niet
tot de parlementaire meerderheid behoren.
Ter informatie en in tegenstelling tot uw beweringen ben
ik zelf bij deze gelegenheid niet naar Poelkapelle ge-
weest. De studie over alternatieve oplossingen voor de
ontmanteling van chemische munitie die aan de Konink-
lijke Militaire School werd toevertrouwd zal over twee jaar
gespreid zijn. Het is bijgevolg slechts op het einde van
2001 dat het mogelijk zal zijn een alternatieve keuze te
maken ten opzichte van de thans in Poelkapelle ge-
bruikte technieken.
Je pre´cise e´galement que je me rendrai aux Etats-Unis
avec le ge´ne´ral de l'ITC a` la fin du mois de mai et que j'ai
demande´ un raccourcissement des de´lais parce que l'an
2001 me parai^t fort e´loigne´.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, de enige parlementaire vraag waarnaar u ver-
wijst die dienaangaande is gesteld, is die van de heer
Yves Leterme van de CVP. Dit mag u geenszins doen
besluiten dat andere parlementsleden geen interesse
voor het dossier zouden hebben.
Ik heb het lijstje kunnen inkijken van de mensen die bij
het bezoek betrokken waren. Het ging om zeer diverse
parlementaire persoonlijkheden van wie men toch kan
betwijfelen of zij allemaal zo gei¨nteresseerd waren in het
concrete dossier.
Ik kan begrijpen dat u het als PS-minister moeilijk hebt
om de democratische spelregels te respecteren, maar ik
maak er u toch op attent dat ik deel uitmaak van een partij
die in Vlaanderen de derde grootste is en dat wij uiter-
aard als Vlaams Blok-parlementslid gebruik zullen ma-
ken van ons recht om militaire installaties in het vervolg te
kunnen bezoeken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters
aan de minister van Landsverdediging over
de
gezondheidssituatie van militairen met buitenlandse
opdracht
(nr. 1203)
Question orale de M. Joos Wauters au ministre de la
De´fense sur
l'e´tat de sante´ des militaires en mission
a` l'e´tranger
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb de problematiek
inzake de gezondheidstoestand van militairen met bui-
tenlandse opdracht reeds aangekaart. U hebt geant-
woord dat er geen oorzakelijk verband kan worden
vastgesteld tussen de opdracht en de gezondheids-
situatie. Ik heb gewezen op Nederlandse rapporten ter-
zake die wel een verband leggen. Begin dit jaar werd u
opnieuw over deze problematiek ondervraagd. Een aan-
tal militairen aangesloten bij de VSOA heeft u eveneens
een reeks pertinente vragen gesteld.
Mijnheer de minister, ik heb berichten ontvangen over
gezondheidsklachten van militairen die een opdracht
hebben vervuld aan de grens tussen Oost-Slavonie¨ en
Kroatie¨. Naar verluidt zouden de gezondheidsklachten
verband houden met het gebruik van verarmd uranium.
Er bereiken me berichten dat een militair reeds zou
overleden zijn en twee anderen zeer zwaar ziek zijn.
Deze militairen hebben het leger verlaten omwille van
fysieke ongeschiktheid. Het is mijn plicht u over deze
problematiek te ondervragen. Ik vermoed dat de militai-
ren die opdrachten vervuld hebben bij hun terugkeer aan
een medisch onderzoek worden onderworpen. Wordt er
onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke risico's die deze
mensen lopen ?
Mijnheer de minister, bent u en de legertop op de hoogte
van het gebruik van verarmd uranium in de omgeving van
Darda in Oost-Slavonie¨ ? Zo ja, sinds wanneer ? Welke
zijn de gezondheidsproblemen van militairen die in deze
18
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
omgeving hun missie hebben volbracht ? Hoeveel van
deze militairen zijn nog in actieve dienst ? Hoeveel
militairen hebben het leger ondertussen verlaten ?
Waarom ? Bent u en de legertop op de hoogte van de
berichten die ik u heb meegedeeld ? Kunt u ze bevesti-
gen ? Op welke manier worden de militairen en ex-
militairen die blootgesteld werden aan hoge risico's bij
hun terugkeer gevolgd ? Hebt u of de legertop nog
klachten van de VSOA ontvangen ? Zo ja, over welke
ernstige gezondheidsbedreigingen ?
Mijnheer de minister, de pers heeft reeds over de proble-
matiek bericht. Is het niet de hoogste tijd om een syste-
matisch gezondheidsonderzoek in te voeren ? Bent u
bereid een dergelijk onderzoek te organiseren voor al de
militairen die betrokken zijn bij buitenlandse opdrach-
ten ?
Minister
Andre´
Flahaut :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, de aanwezigheid van verarmd uranium is het
gevolg van het gebruik van bepaalde munitie¨n. In de
betrokken regio van Darda in Oost-Slavonie¨, vonden
geen bombardementen plaats waarbij dergelijke munitie
werd gebruikt.
Er zijn ons dan ook geen specifieke gezondheids-
problemen bekend.
Ongeveer 5 700 militairen zijn nog in dienst. Ongeveer
130 onder hen die in de streek werden ingezet, verlieten
de voorbije drie jaar het leger. Het aantal militairen dat
eventueel wegens medische redenen vervroegd op pen-
sioen werd gesteld via de procedure van reform, is niet
beschikbaar op korte termijn. Dergelijke antwoorden ver-
gen immers een uitgebreid onderzoek van elk dossier
voor reform vanaf 1992.
De vergoedingen voor ziektes en ongevallen opgelopen
tijdens en ingevolge de dienst worden, zowel voor mili-
tairen als voor ex-militairen, toegekend door de commis-
sie voor de Vergoedingspensioenen die ressorteert on-
der de bevoegdheid van de minister van Pensioenen.
Het is ons niet bekend of de drie aangehaalde gevallen
overeenstemmen met de realiteit en het ware nuttig ons
de namen van betrokkenen te bezorgen.
Militairen die werden blootgesteld aan welbepaalde
risico's, kunnen zich onderwerpen aan een voortgezet
medisch toezicht, ook na hun ontslag. Dit geldt momen-
teel voor eventuele problemen met betrekking tot asbest
en niet-ioniserende stralen door radargolven, maar kan
worden uitgebreid tot andere factoren. Tevens wijs ik
erop dat in een medisch toezicht met betrekking tot
blootstelling aan verarmd uranium is voorzien vo´o´r en na
de opdrachten en dat dit geen bijkomende maatregelen
vereist.
Het departement van Landsverdediging kent momenteel
geen verdere klachten vanwege de VSOA Syndic.
Er werd beslist om alle militairen die werden betrokken bij
buitenlandse opdrachten systematisch te onderwerpen
aan een gezondheidsonderzoek.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is duidelijk dat
u mij oproept om de namen te geven. Tot op dit moment
heb ik dat niet gedaan, uit respect voor mijn informanten.
Ik blijf dat respect opbrengen. Ik zal mijn informanten
vragen of zij en de betrokken families bereid zijn namen
te noemen. Vermoedelijk moeten wij het gaan zoeken bij
die 130 mensen die het leger hebben verlaten. Het
verwondert mij dat men niet verder klachten heeft verza-
meld en aan u doorgespeeld. Volgens mijn informatie is
het anders verlopen.
Ik ben tevreden dat er een systematisch gezondheids-
onderzoek gaat gebeuren en ben ten zeerste benieuwd
naar de resultaten ervan. Ik zou graag hebben dat er een
halfjaarlijks rapport aan deze commissie zou worden
overhandigd waarin de resultaten van dit gezondheids-
onderzoek zouden worden opgenomen. Als u zich daar-
toe zou engageren zouden wij een stap verder zijn in het
preventief - en mogelijk curatief - optreden van de
personen die van ons een opdracht krijgen in het buiten-
land.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Je n'ai aucune objection a`
faire ce genre de rapport, une fois tous les six mois,
devant votre commission. Je de´montrerai ainsi que
contrairement a` ce qui a e´te´ affirme´ errone´ment la
semaine dernie`re, ma pre´occupation premie`re est la
sante´ et la se´curite´ des hommes, ce qui implique effec-
tivement un suivi se´rieux. Si vous voulez m'accompagner
dans ce suivi, je n'en serai que plus heureux.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De voorzitter : De mondelinge vraag nr. 1289 van de
heer Pieter De Crem wordt ingetrokken, vermits ze wordt
omgevormd tot een interpellatie.
M. Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Monsieur le pre´si-
dent, dans le cadre de la question qui a e´te´ pose´e par
notre colle`gue, M. Wauters, je crois que le ministre a
re´pondu a` ma question n° 1278 qui portait sur le suivi de
l'e´tat de sante´ des militaires qui ont servi dans le cadre
de la guerre du Golfe entre 1994 et 1996. De`s lors, je ne
souhaite pas de´velopper la question et je remercie le
ministre pour sa re´ponse.
HA 50
COM 142
19
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Le pre´sident : Je note le pragmatisme et l'intelligence
habituelle des bourgmestres qui ont en charge la gestion
de leurs villes et communes.
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over
zijn kritiek op
de programmatie van de RTBF
(nr. 1292)
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre de
la De´fense sur
ses critiques au sujet de la program-
mation de la RTBF
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb gelezen dat u
tijdens het weekend hebt verklaard dat u een brief zult
sturen aan mevrouw De Permentier, de mediaminister
van de Franse Gemeenschap. U zou uw beklag willen
doen over een aantal uitzendingen aangaande wat u
noemt
l'extre^me droite. Daarom bent u boos op de
RTBF. In het verleden heeft men daarover nog al uitzen-
dingen gebracht. Het gaat volgens mijn informatie om
informatieve uitzendingen, maar volgens u blijkbaar niet.
Het is enigszins ongebruikelijk dat u als minister van
Defensie een oordeel velt over de programmatie van een
zender. Ik kan mij niet uitspreken over de vraag of uw
opmerkingen terecht zijn want ik heb de bewuste uitzen-
ding niet gezien. Ik had graag geweten wat u gaat
ondernemen tegen de RTBF. Gaat u bepaalde maatre-
gelen nemen ? Wenst de regering bepaalde procedures
in het leven te roepen ? Wilt u dat men eerst aan u vraagt
wat men al dan niet mag uitzenden ? Ik ben benieuwd op
welke basis u uw beklag zult doen bij de RTBF.
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, dames
en heren, de vrijheid van meningsuiting is in de Grondwet
ingeschreven. Ze geeft alle burgers de mogelijkheid zich
uit te drukken. De RTBF maakt deel uit van de Belgische
audiovisuele media. Ze is om die reden een openbare
dienst en een openbare dienst moet eerst en vooral ten
dienste staan van de burgers, de natie en de democratie.
Als burger, en ook als minister, heb ik eerbied voor de
vrijheid van meningsuiting. Ik verzet mij echter en zal mij
blijven verzetten tegen alle beeldmateriaal dat als
spreekgestoelte zou dienen voor een individu die in zijn
eigen land onverkiesbaar wordt verklaard omdat hij ex-
tremistische ideee¨n heeft geuit die tegen democratie,
tolerantie en eerbied voor de ander ingaan.
Ik verwacht van de RTBF niets anders dan iets dat blijk
geeft van gezond verstand, wijsheid en eerbied rond de
meeste elementaire regels van welvoeglijkheid.
In een brief die ik naar de administrateur-generaal en
naar de minister stuurde, breng ik alleen in herinnering
wat men van elke burger in het wereldrecht mag ver-
wachten.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Ik heb begre-
pen dat u als burger hebt gereageerd en niet als minister.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Je ne vais pas distinguer
ma fonction de citoyen et de ministre. Je suis un ministre
citoyen soucieux du respect des re`gles de´mocratiques.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
eerste minister en aan de minister van Landsverde-
diging over
een VN-rapport dat zeer bezwarend is
voor de vice-eerste minister Paul Kagame van
Rwanda
(nr. 1293)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Landsverdediging)
Question orale de M. Luc Sevenhans au premier
ministre et au ministre de la De´fense sur
un rapport
de l'ONU accablant pour M. Paul Kagame, vice-
premier ministre du Rwanda
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de la De´-
fense)
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag is heel wat
belangrijker dan de vorige.
Tijdens de plenaire vergadering van 2 maart hebben ik en
enkele andere collega's de eerste minister gei¨nterpel-
leerd over zijn reis naar Rwanda. Toen is mij opgevallen
dat er de dag nadien in de pers melding werd gemaakt
van een VN-rapport dat zeer bezwarend is voor de heer
Kagame. Ik zal hierover de heer Verhofstadt ondervra-
gen, maar ik wil het er ook met u over hebben omdat u
ook aan die beruchte reis zult deelnemen.
Het blijkt hier over een vertrouwelijk VN-rapport van 1
augustus 1997 te gaan. Het rapport is wel degelijk
bekend, maar er werd niets mee gedaan. Ik vind het
ongelooflijk dat er niemand reageerde op de zware
beschuldigingen die er in worden geformuleerd. Er heer-
ste een oorverdovende stilte. Nochtans werd er hier een
zeer belangrijk feit wereldkundig gemaakt. Toch wou
niemand reageren. Gisteren kwamen er eindelijk enkele
reacties vanuit Rwanda zelf. De Rwandese informatie-
dienst zegt dat het leugens zijn. Men beweert dat het
rapport niet zou bestaan. Dat is een duidelijke uitspraak.
20
HA 50
COM 142
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Sevenhans
Ofwel bestaat het rapport, ofwel bestaat het niet. U weet
dat waarschijnlijk wel. Ik neem aan dat de militaire
inlichtingendienst onder uw bevoegdheid ressorteert en
dat zij het bestaan van het rapport onmiddellijk kan
bevestigen of ontkennen.
Hoe komt het eigenlijk dat de eigen overheid niet heeft
gereageerd ? Ik neem aan dat u ook op de hoogte was
van het bericht in de media. Het rapport plaatst de heer
Kagame in een zeer verdacht daglicht. Men suggereert
dat hij mee verantwoordelijk zou zijn voor de genocide
van 800 000 Rwandezen. Gelet op de belangrijke dele-
gatie die we naar ginder zullen sturen, lijkt het mij
essentieel dat dit eerst ernstig wordt onderzocht. Uw
departement is het best aangewezen om daarover een
onderzoek in te stellen.
Mijnheer de minister, kunt u het bestaan van het rapport
bevestigen ? Indien het bestaat, gaat u nog voor de reis
naar Rwanda stappen ondernemen ?
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Sevenhans, op 2 maart laatstleden heeft de eerste
minister uitgebreid inlichtingen verschaft over de opzet
van het geplande prive´-bezoek op 7 april in Rwanda ter
gelegenheid van de herdenkingsplechtigheden van de
zesde verjaardag van de genocide en de moorden op 13
landgenoten, waaronder 10 militairen en 3 ontwikkelings-
werkers. De regering is op de hoogte van het bestaan
van het vertrouwelijke informatierapport om indien nodig
gepast te reageren op de evolutie van de onzekere en
niet onderzochte beweringen die in dat verslag zijn
vervat.
Notre premie`re de´marche au Rwanda est de comme´mo-
rer la me´moire des dix paras et des trois coope´rants qui
sont morts dans ce pays. C'est la premie`re fois que le
gouvernement a l'occasion de le faire puisque l'an der-
nier, il n'e´tait pas encore en place. Si nous n'entrepre-
nions pas cette de´marche cette anne´e, il y aurait peu de
chances que nous le fassions les anne´es suivantes. Pour
la De´fense nationale, c'est cette de´marche de comme´-
moration qu'il faut mener le 7 avril prochain.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, het is een zeer achtbaar initiatief van de rege-
ring om de vermoorde paracommando's te herdenken.
Dit is door alle partijen bevestigd. Ik kan daarvoor alle
respect opbrengen, maar als de top van de regering
daarbij aanwezig is, kan men moeilijk van een prive´-reis
spreken. Mijn vraag ging uiteindelijk daar niet over. U
hebt in uw antwoord wel bevestigd dat het rapport
bestaat. Ik ben dan ook verheugd dat u deze kwestie
ernstig neemt en deze zal onderzoeken. Ik zal hierop te
gelegener tijd terugkomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.11 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 12.11 heures.
HA 50
COM 142
21
14-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000