B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
F
INANCIE
¨ N
EN DE
B
EGROTING
COMMISSION DES
F
INANCES
ET DU
B
UDGET
VAN
DU
29-02-2000
29-02-2000
HA 50
COM 133
HA 50
COM 133
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 133
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 29 februari 2000
COMMISSIE
VOOR
DE
FINANCIE
¨ N
EN
DE
BEGROTING
-
COM 133
Mondelinge vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de
minister van Financie¨n over
de verplichting facturen uit te
reiken aan particulieren in de sector van de auto-
onderdelen en de ongelijke behandeling door de admini-
stratie bij de controle van dit principe
(nr. 1152)
5
sprekers : Fientje Moerman, Didier Reynders, minis-
ter van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Financie¨n over
de niet eenvormige interpre-
tatie door de belastingdiensten van de aftrek van de
kosten woon-werkverkeer
(nr. 1160)
6
sprekers : Patrick Lansens, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Financie¨n over
het verlaagd BTW-tarief in de
sector van de prive´-woningen van 01.01 1996 tot
31.12 1997
(nr. 1198)
8
sprekers : Trees Pieters, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Maurice Dehu aan de
minister van Financie¨n over
het geleidelijk verminderen
van de bedrijfsvoorheffing op werkloosheidsuitkeringen
(nr. 1094)
9
sprekers : Maurice Dehu, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Sommaire
Mardi 29 fe´vrier 2000
COMMISSION
DES
FINANCES
ET
DU
BUDGET
COM 133
Question orale de Mme Fientje Moerman au ministre des
Finances sur
l'obligation pour le secteur des pie`ces
de´tache´es de ve´hicules automobiles de de´livrer une fac-
ture aux particuliers et l'ine´galite´ de traitement par
l'administration lors du contro^le de ce principe
(n° 1152)
5
orateurs : Fientje Moerman, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre des
Finances sur
les interpre´tations diverses donne´es par les
services du fisc en matie`re de de´duction des frais de
de´placement entre le domicile et le lieu de travail
(n° 1160)
6
orateurs : Patrick Lansens, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre des
Finances sur
le taux re´duit de TVA applique´ dans le
secteur
des
logements
prive´s
du
01.01 1996
au
31.12 1997
(n° 1198)
8
orateurs : Trees Pieters, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Maurice Dehu au ministre des
Finances sur
une re´duction progressive des retenues de
pre´compte professionnel sur les allocations de cho^mage
(n° 1094)
9
orateurs : Maurice Dehu, Didier Reynders, ministre
des Finances
HA 50
COM 133
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 133
29-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DES FINANCES
ET DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIE¨N
EN DE BEGROTING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 29 FE
´ VRIER 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 29 FEBRUARI 2000
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur door de
heer Jef Tavernier, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.10 heures par M. Jef
Tavernier, pre´sident.
Mondelinge vraag van mevrouw Fientje Moerman
aan de minister van Financie¨n over
de verplichting
facturen uit te reiken aan particulieren in de sector
van de auto-onderdelen en de ongelijke behandeling
door de administratie bij de controle van dit principe
(nr. 1152)
Question orale de Mme Fientje Moerman au ministre
des Finances sur
l'obligation pour le secteur des
pie`ces de´tache´es de ve´hicules automobiles de de´li-
vrer une facture aux particuliers et l'ine´galite´ de
traitement par l'administration lors du contro
^ le de ce
principe
Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, mijn vraag heeft betrekking op
een vrij specifiek punt maar leek mij toch de moeite
waard om te worden gesteld. Immers, de gehanteerde
praktijk komt mij voor een deel nogal nutteloos voor,
vooral nu de administratieve vereenvoudiging een van de
kernthema's van de nieuwe regering is.
Als algemeen beginsel geldt dat de belastingplichtige
geen verplichting heeft om een factuur uit te reiken als hij
goederen levert of diensten verstrekt aan natuurlijke
personen voor prive´-gebruik, dus aan particulieren.
In 1992 werd een koninklijk besluit uitgevaardigd met
betrekking tot de regeling voor de voldoening van een
belasting over de toegevoegde waarde, meer bepaald
artikel 1 § 2, 9°. Voor de levering van bepaalde auto-
onderdelen wordt van het algemene principe afgeweken.
Er moet namelijk ook een factuur aan particulieren wor-
den uitgereikt als de verkoopprijs inclusief BTW meer
dan 2 500 BEF bedraagt.
Deze bepaling zorgt blijkbaar voor een aantal praktische
problemen en voor ongelijkheid in de toepassing. Een
eerste praktisch probleem is het opstellen van een fac-
tuur telkens als men iets verkoopt van meer dan 2 500
BEF inclusief BTW. Dit brengt een aanzienlijke admini-
stratieve rompslomp met zich. Bovendien zien veel par-
ticuliere klanten niet in waarom zij naam en adres moeten
geven voor het opmaken van een factuur. Als zij dit
weigeren wordt de verkoop meteen onmogelijk.
In verkooppunten die traditioneel niet tot de sector van
auto-onderdelen behoren, maar waar ook veel van deze
producten verkocht worden, wordt de wetgeving niet
toegepast, moeten de klanten hun identiteit niet bekend-
maken en ontvangt men zoals gebruikelijk een kasticket.
Een bijkomend probleem is dat bij de controle de admi-
nistratie alleen bedrijven viseert die traditioneel auto-
onderdelen, -toebehoren en -uitrustingsstukken verko-
pen. Andere verkooppunten, zoals de hele sector van de
grootwarenhuizen, blijven buiten schot. Blijkbaar worden
er de jongste tijd zware boetes opgelegd, louter en alleen
omwille van het feit dat er geen factuur werd opgesteld bij
verkoop aan particulieren terwijl men, met het oog op de
BTW-controle, dezelfde mogelijkheid tot controle heeft
door controle van de uitgewerkte kasticketten.
Bovendien zouden de boetes bestaan uit een percen-
tage, niet van ontdoken BTW - want die is betaald maar
er werd geen factuur afgeleverd - maar van betaalde
BTW zonder dat er sprake is van fraude. Deze boete
wordt dus opgelegd omdat de administratieve verplich-
ting niet werd nageleefd.
Is deze regelgeving vandaag nog opportuun aangezien
er ook controle mogelijk is door middel van de algemeen
geldende praktijk waarbij het totale bedrag van de ver-
schillende in de loop van de dag afgeleverde kasticketten
op een globale factuur terechtkomt ? Men kan zich
bovendien afvragen waarom dit alleen in de sector van
de auto-onderdelen wordt toegepast en niet in de klein-
handel van andere consumptiegoederen.
HA 50
COM 133
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Fientje Moerman
Ik heb gepoogd de ratio legis te achterhalen. Misschien
had men vroeger schrik dat iemand in het zwart, buiten
zijn uren, auto's zou onderhouden ergens achterin zijn
tuin of garage. Om het met een decrooi¨sme te zeggen :
de auto is vandaag zo verelektroniseerd dat men daar
super gespecialiseerd diagnosemateriaal voor nodig
heeft. Dit is dus veranderd ten opzichte van twintig jaar
geleden.
Ten slotte werden die controles blijkbaar, bij wijze van
stilzwijgende tolerantie, niet meer uitgevoerd en zijn zij
pas recent hernomen.
Ik heb volgende vragen.
Ten eerste, is het nog opportuun om die regelgeving te
behouden ?
Ten tweede, men controleert blijkbaar alleen de gespe-
cialiseerde firma's in de sector, maar de sector van de
grootdistributie blijft buiten schot. Brengt dit het beginsel
van gelijke behandeling niet in het gedrang ?
Ten derde, reeds in 1984 had de administratie toegezegd
om duidelijkheid te scheppen over wat dient te worden
verstaan onder de bepaling onderdelen, toebehoren en
uitrustingsstukken. Zestien jaar later is die lijst er evenwel
nog niet. Als u ervoor opteert de regelgeving te behou-
den, op welke termijn zal deze lijst met verduidelijkingen
tot stand komen ? Kunt u uitleggen waarom bij het
ontbreken van fraude of frauduleuze intentie, als het dus
gaat om een vergeten administratieve formaliteit, de
administratie boetes oplegt in verhouding tot de betaalde
BTW ?
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Moerman, allereerst zal ik het principe toelichten. De
problematiek inzake de factureringsverplichting die wordt
opgelegd aan ondernemingen gespecialiseerd in de
kleinhandel van onderdelen, toebehoren en uitrustings-
stukken voor voertuigen is in feite verbonden aan de
verplichting opgelegd aan garagehouders en herstellers
van voertuigen om in detail te factureren en verscheidene
registers bij te houden.
Naar aanleiding hiervan heb ik onlangs de bevoegde
administratie de opdracht gegeven de onderscheiden
formaliteiten en verplichtingen die momenteel worden
opgelegd aan de sector van de garagehouders te onder-
zoeken, met het oogmerk ze te vereenvoudigen. Dit
onderzoek is omvangrijk en moeilijk uit te voeren. Zodra
het zal zijn afgerond, zal ik een beslissing nemen die van
toepassing zal zijn op het geheel van de betrokken
sectoren, met inbegrip van de kleinhandelaars. Boven-
dien, in de mate van het mogelijke behandelt de admini-
stratie alle belastingplichtigen op gelijke voet. Ik kan u nu
reeds verzekeren dat de beslissing die ik zal nemen een
gelijke behandeling zal waarborgen aan alle types van
uitbaters uit de betrokken sector, ongeacht of het gaat om
kleinhandelaars, grootwarenhuizen of garagehouders en
herstellers van wagens.
Op uw vierde vraag kan ik antwoorden dat in geval van
niet-uitreiking van een factuur, volgens artikel 70, §2, van
het BTW-wetboek een geldboete gelijk aan het dubbele
van de op de handeling verschuldigde belasting wordt
opgelegd, met een minimum van 2 000 frank, in zoverre
althans die onregelmatigheid niet als louter toevallig kan
worden beschouwd, inzonderheid op grond van het aan-
tal en het belang van de handelingen waarvoor geen
regelmatig stuk is uitgereikt, vergeleken met het aantal
en het belang van de handelingen waarvoor wel een
regelmatig stuk is uitgereikt. Als de niet-uitreiking van een
factuur slechts louter toevallig is, wordt er derhalve geen
sanctie opgelegd. De geldboete, bepaald in artikel 70, §2
van het BTW-wetboek is overeenkomstig de van kracht
zijnde wetgeving, de enige sanctie in geval van de
niet-uitreiking van een factuur. De geldboete is overigens
verschuldigd door het enkele feit van de overtreding,
zonder dat enig frauduleus opzet is vereist.
Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Mijnheer de minister,
ik dank u voor uw antwoord. U bent er dus blijkbaar mee
bezig om tot een vereenvoudiging te komen van deze
zeer ingewikkelde regelgeving. Ik dank u daarvoor.
Ik wil het toch nog even hebben over de boetes, waarbij
het niet in mijn bedoeling ligt om individuele gevallen te
behandelen. Ik heb vernomen dat, wanneer men protes-
teert tegen de opgelegde boete, die boete dan blijkbaar
wordt herberekend op een manier die niet altijd duidelijk
is. Men komt soms tot een vergelijk waarbij de boete met
x procent wordt verminderd of gehalveerd. U hebt gelijk
op het punt dat in de wettelijke bepaling niet is voorzien
dat er frauduleuze intentie of fraude moet zijn. Welk nut
heeft het echter om mensen een boete op te leggen van
60% van de betaalde BTW, louter en alleen omdat ze
geen facturen hebben uitgereikt ? Ik vraag mij daarbij af
of de administratie niet een beetje te ver gaat in de marge
van haar appreciatievrijheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens aan
de minister van Financie¨n over
de niet eenvormige
interpretatie door de belastingdiensten van de aftrek
van de kosten woon-werkverkeer
(nr. 1160)
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre des
Finances sur
les interpre´tations diverses donne´es
par les services du fisc en matie`re de de´duction des
frais de de´placement entre le domicile et le lieu de
travail
6
HA 50
COM 133
29-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Patrick Lansens (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in uw hoedanigheid van minister
van Financie¨n weet u ongetwijfeld dat voor belasting-
plichtigen een forfaitaire som van 6 frank per kilometer
werd bepaald inzake het woon-werkverkeer, bedrag dat
zij kunnen aanrekenen na voorlegging van hun werkelijke
beroepskosten.
In de praktijk blijken de belastingplichtigen op dat vlak
echter verschillend te worden behandeld, naargelang het
controlekantoor waaronder zij ressorteren. Inderdaad,
soms volstaat het een attest voor te leggen van de
werkgever, waaruit blijkt dat de werknemer wel degelijk
met de wagen naar het werk rijdt en waarop ook de
afstand tussen de woon- en de werkplaats wordt ver-
meld. In andere regio's daarentegen worden dergelijke
attesten in de controlekantoren niet aanvaard en zelfs
betwist. Ik weet wel dat in dat geval de belastingplichtige
andere
bewijsstukken
kan
voorleggen,
zoals
het
aankoopbewijs of bewijzen van onderhoud van de wa-
gen. Wat gebeurt er evenwel als de belastingplichtige zelf
instaat voor het onderhoud van zijn wagen ? Zij behoren
weliswaar tot de minderheid, maar sommige personen
die bijvoorbeeld een opleiding van mecanicien achter de
rug hebben, zijn perfect in staat zelf hun wagen te
onderhouden.
Sta mij trouwens toe, mijnheer de minister, in dat verband
de volgende concrete situatie te beschrijven bij wijze van
illustratie. Twee militairen verblijven in dezelfde kazerne
waar de faciliteit wordt geboden om zelf hun voertuig te
onderhouden. Aangezien zij echter in verschillende
regio's wonen, worden zij niet op dezelfde manier behan-
deld. Voor de ene volstaat het een attest voor te leggen
uitgaande van het ministerie van Landsverdediging, ter-
wijl eenzelfde attest niet wordt aanvaard door het
controlekantoor waaronder zijn collega ressorteert.
Mijnheer de minister, hoe moet een belastingplichtige
bewijzen dat hij met zijn wagen naar het werk rijdt ?
Waarom worden personen die normaal gelijk zijn voor de
wet, in de praktijk vaak op een verschillende manier
behandeld, naargelang hun woonplaats en naargelang
de gebruiken van het controlekantoor waaronder zij
ressorteren ?
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Lansens, de belastingplichtige die autokosten in
verband met het woon-werkverkeer als beroepskosten
aftrekt, moet enkel en alleen bewijzen dat hij zijn voertuig
voor woon-werkverkeer gebruikt en hij moet het aantal
daartoe afgelegde kilometers rechtvaardigen.
In nr. 6670 van het administratief commentaar op het
Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 - ik heb een
kopie voor u indien u dat wenst - wordt dienaangaande
verduidelijkt op welke manier het bewijs terzake kan
worden geleverd. Zoals uit het commentaar blijkt is een
attest van de werkgever een van de mogelijke stukken
die in aanmerking kunnen worden genomen voor bewijs-
voering.
Voorts vermeldt voornoemd commentaar een niet limita-
tieve lijst van andere stukken die kunnen worden voor-
gelegd.
Aangezien dit administratief commentaar ter beschikking
staat van en geldt voor alle belastingkantoren, meen ik
dat er voldoende waarborgen zijn voor een gelijke be-
handeling van de belastingplichtigen door de verschil-
lende belastingkantoren.
Dat betekent echter niet dat de belastingambtenaar elk
attest zonder meer zou moeten aanvaarden. Het komt in
de eerste plaats de lokale belastingambtenaar toe te
oordelen over de waarachtigheid van het attest. U zult
het ongetwijfeld met mij eens zijn dat wanneer redelijke
argumenten voorhanden zijn om aan de oprechtheid van
het attest te twijfelen, de belastingambtenaar aanvul-
lende en controleerbare bewijsstukken mag en zelfs
moet vragen.
Ik heb voor u een kopie van de administratieve commen-
taar, nr. 6670. Als u specifieke gevallen kent, mag u mij
daarover een brief sturen.
De heer Patrick Lansens (SP) : Mijnheer de voorzitter, ik
ben het volledig eens met de argumenten van de minis-
ter, maar in de praktijk blijkt dat bepaalde belastingplich-
tigen veel soepeler worden behandeld dan anderen.
Iedereen moet op dezelfde wijze worden behandeld. Het
is schrijnend als twee collega's verschillend worden
aangepakt : de ene moet enkel een attest voorleggen,
dat zonder meer wordt aanvaard; bij de andere wordt het
gecontesteerd. Dat kan niet.
Minister Didier Reynders : Als u mij de concrete geval-
len doorgeeft, kan ik een specifiek onderzoek instellen. Ik
moet wel enkele voorbeelden hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Aangezien de heer Ludo Van Campenhout verontschul-
digd is, wordt zijn mondelinge vraag nr. 1172 naar een
latere datum verschoven.
M. Olivier Chastel et Mme Maggy Yerna ont e´galement
demande´ d'excuser leur absence. Leurs questions orales
n
os
1159 et 1176 n'auront donc pas lieu aujourd'hui.
HA 50
COM 133
7
29-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
vous propose de faire parvenir les re´ponses e´crites aux
membres qui avaient de´pose´ des questions et qui ne
peuvent pas e^tre parmi nous aujourd'hui. Cela nous
permettra de gagner du temps lors de prochaines se´an-
ces. De plus, la question de M. Chastel a trait, semble-t-il,
a` un proble`me tre`s grave et tre`s urgent de sante´ publi-
que. Je ne souhaite donc pas que l'on perde une
semaine me^me si la question m'est adresse´e par un
membre du groupe parlementaire auquel j'appartiens.
De voorzitter : Mijnheer de minister, ik meen ook dat er
dringend moet worden opgetreden. De heer Chastel
heeft op het probleem gewezen.
M. Didier Reynders, ministre : M. Chastel connai^t peut-
e^tre e´galement un proble`me de sante´.
De voorzitter : Dat is duidelijk.
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Financie¨n over
het verlaagd BTW-tarief
in de sector van de prive´-woningen van 01.01 1996
tot 31.12 1997
(nr. 1198)
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre des
Finances sur
le taux re´duit de TVA applique´ dans le
secteur des logements prive´s du 01.01 1996 au
31.12 1997
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een paar weken geleden heb ik u
daarover reeds een vraag gesteld. Ik gaf u toen een
aantal specifieke voorbeelden. Omdat u door omstandig-
heden niet aanwezig kon zijn op de vergadering, hebt u
mij schriftelijk geantwoord.
Ik ben het in principe eens met de beslissing tot afbake-
ning van een bepaald aantal vierkante meters. Net zoals
de voorgaande sprekers wil ik echter opmerken dat de
gestrengheid van de BTW-kantoren meestal niet gelijk is.
Binnen e´e´n provincie en binnen e´e´n landsgedeelte tre-
den BTW-kantoren op verschillende wijze op, het ene al
strenger dan het andere.
In mijn vraag heb ik twee belangrijke discussiepunten
geformuleerd. Enerzijds, is er het misverstand omtrent
het bepalen van het dakkamerniveau. Vormt een
dakkamerniveau van meer of minder dan twee meter al
dan niet een bruikbaar woongedeelte ? Blijkbaar kan
volgens een aantal BTW-kantoren een bewoonbaar ge-
deelte een dakkamerniveau van minder dan twee meter
hebben en dus worden bijgeteld bij de bewoonbare
oppervlakte.
Anderzijds, werd er door het ministerieel besluit van
februari 1996 een element toegevoegd aan het vorige
ministerieel besluit : het meer leefbaar maken van de 190
m
2
en de gedeelten met een dakkamerniveau tot een
meter, te rekenen vanaf de onderkant van de draagvloer.
Dat veroorzaakt heel wat discussies met de BTW-
kantoren.
Ik weet dat het moeilijk is om afwijkingen toe te staan,
maar kunt u er toch op toezien dat de BTW-kantoren die
met het oplossen van dergelijke randgevallen te maken
hebben eenduidig zijn ? Deze eenduidigheid ontbreekt
nu bij de diverse BTW-kantoren.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Pieters, de criteria in verband met de oppervlakte-
berekening zijn opgenomen in het ministerieel besluit nr.
20 van 22 december 1995, tot vaststelling van de bijzon-
dere voorwaarden en modaliteiten voor de toepassing
van het verlaagd BTW-tarief van 12% in de sector van de
sociale prive´-woningen, zoals gewijzigd door het minis-
terieel besluit van 8 februari 1996.
Zoals reeds vaker aangestipt, zijn de toepassings-
bepalingen van het wijzigingsbesluit ruimer dan die van
het originele besluit en derhalve steeds in het voordeel
van de eventuele begunstigden.
Die bepalingen moeten worden toegepast door alle
BTW-controlekantoren bij de controle van de oppervlakte
van de woningen waarvoor een tijdelijke regeling van het
verlaagd tarief van 12% in de sector van de sociale
prive´-woningen werd toegepast.
Mevrouw Pieters, mocht u, ondanks de voor het hele
grondgebied geldende reglementering, weet hebben van
het feit dat in bepaalde dossiers van de regels zou zijn
afgeweken, zou u mij een groot plezier doen door mij met
het oog op een diepgaand onderzoek de gegevens
terzake mee te delen. U moet mij evenwel zeggen welk
BTW-controlekantoor een andere reglementering toe-
past.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
neem genoegen met uw antwoord en ik zal u de gege-
vens omtrent de concrete gevallen terzake laten gewor-
den.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Het volgende punt aan de agenda is de mondelinge
vraag nr. 1200 van de heer Jean-Pol Poncelet. Ik merk
echter dat hij niet aanwezig is.
8
HA 50
COM 133
29-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident,
cette question e´tait, semble-t-il, au de´part, une question
e´crite. Je propose donc qu'elle figure au Bulletin des
questions et re´ponses. En effet, cette question avait pour
objet de demander le nombre de de´clarations, les mon-
tants et les montants par cate´gorie de revenus.
Je demanderai au pre´sident de cette commission ainsi
qu'au pre´sident de la Chambre qu'un tri des questions en
commission soit re´alise´ et que les questions orales soient
se´pare´es des questions e´crites. Lorsqu'il s'agit de ren-
seignements statistiques, des tableaux sont mis a` dispo-
sition.
Par ailleurs, nous devons peut-e^tre nous interroger sur
l'actualite´ des questions pose´es.
Je souhaite re´pe´ter encore une fois que pour des cas
individuels, il est possible d'e´crire au ministre des Finan-
ces. Je ferai examiner ces cas par mon administration. Il
ne me parai^t pas possible, a` partir de cas individuels, de
demander une enque^te ge´ne´rale sur le comportement
d'un certain nombre de services.
J'insiste donc aupre`s des services de la Chambre pour
qu'un tri soit fait afin que nous puissions consacrer notre
temps a` de ve´ritables questions d'actualite´ ainsi qu'a` des
de´bats d'actualite´. J'en ai de´ja` annonce´ un sur la fiscalite´
en matie`re de construction. Il y en aura peut-e^tre d'autres
sur d'autres sujets.
De voorzitter : De mondelinge vragen hebben inderdaad
tot doel problemen met een actualiteitswaarde snel te
behandelen. Als ik vaststel dat de helft van de indieners
van oordeel is dat hun vraag even goed een week later
kan worden gesteld, twijfel ik aan de actualiteitswaarde
van deze vragen. Statistische gegevens kunnen, mijns
inziens, beter in een schriftelijk vraag worden gesteld.
M. Eric van Weddingen (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, sans vouloir enlever leur me´rite aux colle`gues
qui animent le de´bat, je constate e´galement qu'un certain
nombre de questions ne me´ritent pas vraiment d'e^tre
pose´es oralement. Je crois que cela de´pre´cie quelque
peu nos commissions. C'est peut-e^tre e´galement une
des causes d'une certaine de´saffection et d'un manque
de pre´sence en commission lorsque sont uniquement
annonce´es des questions, dont il faut bien reconnai^tre
que l'inte´re^t ou l'actualite´ sont parfois discutables.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik stel vast dat een aantal collega's massa's vragen
indienen maar nooit opdagen om ze effectief te stellen.
Dit punt moet, mijns inziens, op de Conferentie van
voorzitters worden aangekaart.
De voorzitter : De suggesties van de minister zijn dui-
delijk. We moeten waken over de actualiteit. Als de
indiener van de vraag niet opdaagt maar zich uitdrukke-
lijk heeft verontschuldigd en de minister zijn antwoord
schriftelijk heeft voorbereid, wordt dit document aan de
indiener gezonden. Als de indiener zich niet heeft veront-
schuldigd, vervalt de vraag. Zonder deze handelwijze zal
de lijst van uitgestelde vragen alleen maar toenemen.
Question orale de M. Maurice Dehu au ministre des
Finances sur
une re´duction progressive des rete-
nues de pre´compte professionnel sur les allocations
de cho
^ mage
Mondelinge vraag van de heer Maurice Dehu aan de
minister van Financie¨n over
het geleidelijk vermin-
deren van de bedrijfsvoorheffing op werkloosheids-
uitkeringen
(nr. 1094)
M. Maurice Dehu (PS) : Monsieur le pre´sident, monsieur
le ministre, dans le cadre d'une re´cente loi, nous avons
adopte´ le principe d'une re´duction progressive de la
contribution comple´mentaire de crise.
Dans la me^me logique, n'y aurait-il pas lieu, dans le
cadre des allocations de cho^mage, de re´duire progressi-
vement les retenues de pre´compte professionnel a` 10,3
ou 10,2 et 10,1% ?
Dans la ne´gative, quelles seraient les raisons techniques
et/ou juridiques qui empe^cheraient une telle re´duction ?
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
tiens tout d'abord a` remercier M. Dehu de s'e^tre de´place´
pour poser sa question car nous avons, en effet, pu
constater qu'un parlementaire sur deux ayant introduit
une question s'e´tait de´siste´ ce matin.
On a ge´ne´ralement l'habitude de s'en prendre aux mem-
bres pre´sents alors qu'en re´alite´, les griefs s'adressent
aux absents. Pour ma part, je pre´fe`re faire l'inverse et
remercier ceux qui sont pre´sents et qui sont intervenus.
Selon moi, il ne faut jamais re´agir qu'envers les person-
nes pre´sentes.
Monsieur Dehu, vous avez fait re´fe´rence a` la loi portant
des dispositions fiscales et diverses qui a pre´vu une
re´duction progressive du taux de la contribution comple´-
mentaire de crise pour les exercices d'imposition 2000 et
2001, et vous m'avez en fait interroge´ sur la proble´mati-
que de l'inte´gration de l'effet de cette loi aux pre´comptes
professionnels, me^me si vous n'e´voquez, dans votre
question, que le proble`me particulier des allocations de
cho^mage.
Dans la mesure ou` la re´duction concerne de´ja` les
revenus de l'anne´e 1999, il n'est e´videmment plus pos-
sible de la re´percuter dans le calcul du pre´compte
professionnel. Nous avons, il me semble, de´ja` eu l'occa-
sion d'e´voquer cette question.
HA 50
COM 133
9
29-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
Pour l'anne´e 2000, on pourrait imaginer de l'introduire
dans les prochains pre´comptes. Mais je rappelle que
cette discussion a de´ja` eu lieu a` l'occasion de l'examen,
dans cette commission, du projet de loi en question.
Nous avions reporte´ la suppression de la cotisation de
crise dans les pre´comptes au moment ou` elle serait
totalement d'application pour l'ensemble des tranches de
revenus. Le syste`me pre´voit une suppression progres-
sive en trois tranches de niveaux de revenus mais
e´galement en de´composition des 3% par anne´e.
En ce qui concerne spe´cifiquement la situation des
personnes be´ne´ficiant d'allocations de cho^mage, il faut
e´galement tenir compte du fait que - et certains parle-
mentaires de cette commission l'on suffisamment fait
remarquer - la re´percussion aux pre´comptes ne peut se
faire que tre`s difficilement, puisqu'ils font l'objet d'une
retenue mensuelle par contribuable et par revenu profes-
sionnel alors que le revenu imposable globalement,
auquel s'applique la cotisation de crise, s'appre´cie an-
nuellement dans le chef du me´nage et ne peut donc e^tre
e´tabli qu'a` l'issue de la pe´riode imposable.
On pourra peut-e^tre encore revenir, a` l'occasion de la
discussion des prochains budgets, sur la proble´matique
de la cotisation comple´mentaire de crise pour inte´grer sa
suppression progressive dans les pre´comptes profes-
sionnels, mais je crains que cela ne pourra se faire qu'au
moment ou` l'ensemble de la cotisation fera l'objet d'une
suppression dans le cadre d'un recalcul de l'ensemble
des pre´comptes professionnels. Ne´anmoins, je com-
prends que vous de´siriez voir appliquer le plus to^t
possible la suppression de la cotisation comple´mentaire
de crise dans les pre´comptes. Je re´pe`te que cela est
impossible pour 1999, cela ne´cessiterait un effet re´troac-
tif.
Pour les anne´es a` venir, il faudra attendre la suppression
comple`te de cette cotisation de crise. Par contre, je peux
vous confirmer que nous allons acce´le´rer l'inte´gration
dans les pre´comptes de la re´indexation des bare`mes
fiscaux puisque cela n'avait pas e´te´ fait comple`tement.
Sur ce plan, je le re´pe`te, nous allons acce´le´rer cette
inte´gration a` l'occasion des prochaines dispositions rela-
tives aux pre´comptes professionnels.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 10.41 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 10.41 uur.
10
HA 50
COM 133
29-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000