B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU
EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
COMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE L
'E
NVIRONNEMENT
ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
VAN
DU
22-02-2000
22-02-2000
HA 50
COM 129
HA 50
COM 129
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 129
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 22 februari 2000
COMMISSIE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU
EN
DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
-
COM 129
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan de
minister van Landsverdediging over
de uitbreiding van de
terugbetaling voor weggevoerden en werkweigeraars
(nr. 1052)
4
sprekers : Danie¨l Vanpoucke, Andre´ Flahaut, minister
van Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over
de versoepeling van de contingentering van artsen
in Wallonie¨
(nr. 1125)
4
sprekers : Luc Goutry, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen en aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over
de behandeling van anorexia en boulimie
en de financiering van de kosten die daaraan gebonden
zijn
(nr. 984)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu)
6
sprekers : Jozef Van Eetvelt, Magda Aelvoet, minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmi-
lieu
Sommaire
Mardi 22 fe´vrier 2000
COMMISSION
DE
LA
SANTE
´
PUBLIQUE,
DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU RENOUVEAU DE LA
SOCIE
´ TE´ - COM 129
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre de la
De´fense sur
l'e´largissement des remboursements pour
les de´porte´s et les re´fractaires
(n° 1052)
4
orateurs : Danie¨l Vanpoucke, Andre´ Flahaut, ministre
de la De´fense
Question orale de M. Luc Goutry a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement sur
l'assouplissement du contingente-
ment des me´decins en Wallonie
(n° 1125)
4
orateurs : Luc Goutry, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique et
de l'Environnement
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions et a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement sur
le traitement de l'anorexie et de la
boulimie et le financement des cou^ts qui y sont lie´s
(n° 984)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par la ministre de la Protection
de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement)
6
orateurs : Jozef Van Eetvelt, Magda Aelvoet, ministre
de la Protection de la consommation, de la Sante´
publique et de l'Environnement
HA 50
COM 129
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 129
22-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE LA SANTE´ PUBLIQUE,
DE L'ENVIRONNEMENT
ET DU RENOUVEAU DE LA SOCIE´TE´
COMMISSIE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID,
HET LEEFMILIEU
EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 22 FE
´ VRIER 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 22 FEBRUARI 2000
De vergadering wordt geopend om 15.55 uur door me-
vrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 15.55 heures par Mme Yolande
Avontroodt
, pre´sidente.
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan
de minister van Landsverdediging over
de uitbrei-
ding van de terugbetaling voor weggevoerden en
werkweigeraars
(nr. 1052)
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre
de la De´fense sur
l'e´largissement des rembourse-
ments pour les de´porte´s et les re´fractaires
(n° 1052)</b>
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mevrouw de voor-
zitter, mijnheer de minister, mijn vraag is eigenlijk heel
kort. Een koninklijk besluit van 11 april 1999 voorziet in
de kosteloze geneeskundige verzorging van de oudst-
rijders en oorlogsslachtoffers die gedurende een periode
van minstens een jaar onder een van deze statuten van
nationale erkentelijkheid vallen. Voor twee categoriee¨n
stelt deze periode van e´e´n jaar problemen, namelijk voor
de weggevoerden voor verplichte arbeid enerzijds, en
voor de werkweigeraars voor verplichte arbeid, ander-
zijds.
Vandaar wil ik u het volgende vragen, mijnheer de
minister. Is het mogelijk de statuten van weggevoerden
voor verplichte arbeid, enerzijds, en werkweigeraars,
anderzijds, samen te voegen, om zo te voldoen aan de
voorwaarde van 365 dagen inzake de nationale erkente-
lijkheid ?
Minister Andre´ Flahaut : Mevrouw de voorzitter, collega
Vanpoucke, de terugbetaling van de geneeskundige ver-
zorging van oudstrijders en oorlogslachtoffers is een
beslissing die ik genomen heb toen ik minister van
Ambtenarenzaken was, belast met de oorlogsslachtof-
fers. Het koninklijk besluit dat de modaliteiten van deze
terugbetaling vaststelt, vereist inderdaad dat de betrok-
kene om er aanspraak op te kunnen maken tenminste
e´e´n jaar in een van de statuten van nationale erkentelijk-
heid bewijst.
Het voorstel om de 365 dagen samen te tellen, door de
fusie van de statuten van werkweigeraars en wegge-
voerden voor verplichte arbeid, is een ontwerp dat mij
bevalt. Ik had trouwens reeds de gelegenheid mij er
gunstig over uit te spreken. Vooraleer het aangenomen
wordt, moet een dergelijk ontwerp evenwel voorgelegd
worden aan de centrale commissie die belast is met het
onderzoek naar de concretisering van de niet voldane
eisen van de oudstrijders en oorlogsslachtoffers. Deze
commissie werd bij wet ingesteld op 20 december 1996.
Deze commissie wordt binnenkort opnieuw samenge-
steld. Daarvoor moet elke minister een vertegenwoordi-
ger aanduiden, wat op dit ogenblik nog niet door alle
betrokkenen gedaan werd. Het spreekt voor zich dat ik
de nodige maatregelen zal treffen opdat deze commissie,
zodra ze opnieuw samengesteld is, het voorstel in over-
weging zou nemen.
Ik wijs er u trouwens op dat het aannemen van deze
maatregelen, gelet op de budgettaire impact, niet alleen
van mijn goodwill zal afhangen. Ik vind het een goed
voorstel.
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Ik dank u, mijnheer
de minister, en ik hoop dat u zich mee zult inzetten voor
de realisatie ervan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over
de versoepeling van de contin-
gentering van artsen in Wallonie¨
(nr. 1125)
HA 50
COM 129
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Question orale de M. Luc Goutry a` la ministre de la
Protection de la consommation, de la Sante´ publique
et
de
l'Environnement
sur
l'assouplissement
du contingentement des me´decins en Wallonie
(n° 1125)</b>
De heer Luc Goutry (CVP) : Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, ik heb een belangrijke
politieke vraag. Ik verneem onder voorbehoud dat Fran-
stalig minister van Onderwijs Franc¸oise Dupuis een brief
geschreven zou hebben aan mevrouw de minister van
Volksgezondheid om te zeggen dat ze een probleem
heeft met de contingentering die is aangekondigd vanaf
2004. In de brief zou staan dat ze een studie heeft laten
uitvoeren door professor Delie`ge van de UCL. Uit die
studie blijkt dat men moet opletten want, indien de
contingentering zou worden ingevoerd, zouden er zelfs al
vanaf 2014 te weinig dokters zijn.
Dit deed mij de wenkbrauwen fronsen. Hoe kan dat ? We
hebben onszelf het verwijt gemaakt dat we te laat begon-
nen zijn met het invoeren van een numerus clausus, een
contingentering van het aantal artsen, omdat de druk van
de plethora leidt tot een hogere uitgave binnen de
gezondheidszorg. Het is voor mij duidelijk dat hoe meer
dokters er zijn, hoe meer zieken er zijn. Precies op dit
moment zegt professor Derck, die trouwens voorzitter is
van de planningscommissie, dat we nog vele jaren zullen
moeten wachten op het effect van een contingentering -
hij schrijft letterlijk dat een vermindering met 15% van het
aantal huisartsen pas in 2043 zal leiden tot een afbouw
van de plethora. Vandaar dat ik het ongelooflijk vind wat
minister Dupuis aan u zou vragen.
Ik zou willen weten of u kan bevestigen dat deze brief bij
u is aangekomen. Wat is precies de inhoud ervan ? Klopt
het met wat ik erover lees ? Welke cijfers zijn er bekend
over de behoefte aan artsen ? Bestaan er daarin belang-
rijke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonie¨, gezien
de studie uit Wallonie¨ komt ? Blijkbaar heeft men daar
toch een andere kijk op de zaak. Welke andere kijk ?
Welk gevolg zal de minister aan het verzoek geven ?
Wordt daarrond een procedure opgestart ? Hebt u al een
antwoord in voorbereiding ? Hoe zult u reageren op dit
verzoek ?
Minister Magda Aelvoet : Mevrouw de voorzitter, mijn-
heer Goutry, het is juist dat ik een brief heb gekregen
waarin men verwijst naar e´e´n bepaalde studie. Het gaat
over e´e´n enkele studie van e´e´n Franstalige universiteit.
Daar wil ik zeker de nadruk op leggen.
Op dit moment zijn wij van oordeel dat er bepaalde
elementen zijn die men gemakkelijk kan inschatten.
Daarvoor heb ik met de desbetreffende administratieve
diensten contact opgenomen. Er zijn ook andere elemen-
ten waarvan de evolutie en de effecten op middellange
en lange termijn helemaal niet zo gemakkelijk in te
schatten zijn. Als men een juiste inschatting moet maken
van de evolutie van het arbeidspotentieel kan men dat vrij
gemakkelijk doen. Het veronderstelt heel wat meer als
men de evolutie wil inschatten van de behoeften van de
bevolking en wat daarbij de precieze effecten zouden zijn
op de samenstelling van het medisch korps. In geen
geval is het zo dat ik op basis van deze ene studie
onmiddellijk een wijziging van het beleid zou voorstaan.
Het is integendeel de bedoeling om meer mogelijkheden
te geven aan de organisatie van de eerstelijnszorg. Als er
geen goede reglementering is, komt men hier niet aan
toe. Dit vereist ook een duidelijke verhouding tussen
specialisten en generalisten. Bovendien is het vandaag
de realiteit dat het aanbod van geneesheren in de Franse
Gemeenschap groter is dan het aanbod in de Vlaamse
Gemeenschap. Als ik de Europese cijfers bekijk, ligt
Belgie¨ in zijn geheel aan de spits van de Europese
landen wat het medisch aanbod betreft. Wij zijn dus niet
bij diegenen die een krap medisch bestand zouden
hebben.
Ik heb samen met minister Frank Vandenbroucke het
advies gevraagd van de planningscommisie voor het
medisch aanbod. Wij zijn op dit ogenblik bezig met het te
analyseren van de gegevens. Los van de vraag van
mevrouw Dupuis gaat dit niet om een herziening van de
contingentering. Om een gefundeerd antwoord te kunnen
geven aan mevrouw Dupuis heb ik aan de administratie
de opdracht gegeven om de studie grondig te analyse-
ren. Aan de hand van die elementen zal ik haar een
antwoord geven op het ogenblik dat het dossier rijp is. Ik
zal in geen geval een overhaaste reactie geven op basis
van e´e´n studie.
De heer Luc Goutry (CVP) : Mevrouw de minister, ik
begrijp ten volle uw standpunt dat het inderdaad niet
verstandig zou zijn om onmiddellijk een diepgaand ant-
woord te geven. Sta mij evenwel toe om even politiek te
reageren.
Mijn klomp brak toen ik las dat een minister, een officie¨le
vertegenwoordiger, het noodzakelijk vond om een brief te
schrijven op grond van e´e´n studie, die u terecht relati-
veert. Dit is aberrant als men weet heeft van de
rapporten-Jadot en de studie van de heer Peers die we
nog moeten bespreken. Op grond van die ene, wellicht
gewilde studie, zegt men dat men moeite zal hebben om
zich in te schrijven omdat er straks te weinig dokters
zullen zijn. Het zou gaan om een vrees aan een tekort
aan artsen in opleiding in bepaalde universitaire zieken-
huizen. Het zou je reinste onzin zijn om planningen en
behoeften aan dergelijke veronderstellingen aan te pas-
sen.
Ik volg dus zeker de teneur van uw antwoord waarin u
laat uitschijnen dat het een onterechte vraag is die verder
moet worden onderzocht. U laat ook uitschijnen dat de
6
HA 50
COM 129
22-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Luc Goutry
planningscommisie zo verstandig zal zijn om hier niet op
in te gaan. Laten wij het maar houden bij wat steeds is
gezegd, namelijk dat we over een plethora aan
kandidaat-geneesheren beschikken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen en aan
de minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over
de behandeling van ano-
rexia en boulimie en de financiering van de kosten
die daaraan gebonden zijn
(nr. 984)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leef-
milieu)
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions et a` la ministre
de la Protection de la consommation, de la Sante´
publique et de l'Environnement sur
le traitement de
l'anorexie et de la boulimie et le financement des
cou
^ ts qui y sont lie´s
(n° 984)b>
(La re´ponse sera donne´e par la ministre de la Protec-
tion de la consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement)
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mevrouw de voorzit-
ter, mevrouw de minister, collega's, zoals men weet
neemt het aantal patie¨nten dat lijdt aan magerzucht
- anorexia -, of vraatzucht - boulimie -, nog steeds toe in
ons land. Men zegt dat beide ziekten de oorzaak zouden
zijn van ongeveer 15% van de sterfgevallen bij jonge
meisjes. Ik weet niet of die cijfers juist zijn maar ze zijn in
elk geval ooit gepubliceerd. Bovendien zegt men dat de
zieken alsmaar jonger worden. Specialisten maken zich
al enige tijd zorgen over het geringe belang dat de
overheid aan dit fenomeen hecht. Op dit ogenblik zijn er
professionele opvangcentra voor anorexiapatie¨nten, drie
in Vlaanderen, twee in Wallonie¨ en een in Brussel. Deze
dagcentra kunnen eigenlijk het grote aantal meldingen
niet helemaal aan. Blijkbaar is er een gebrek aan kredie-
ten om deze centra uit te breiden of om nieuwe op te
richten. De patie¨nten komen dan ook zeer dikwijls terecht
in instellingen waar zij niet de gepaste opvang kunnen
krijgen.
Mevrouw de minister, zijn er volgens u voldoende kredie-
ten uitgetrokken in de begroting om dit fenomeen in de
toekomst beter op te vangen ? Klopt het dat dit aantal
nog stijgt en dat de enige oplossing erin bestaat de
dagcentra uit te breiden of er meer op te richten ? Wat is
de stand van zaken met betrekking tot de financiering
van de dagcentra door het RIZIV ? Als men dit probleem
onderkent, hetzij in mindere of meerdere mate, is het dan
niet noodzakelijk om specifiek actie te voeren bij de
jongeren of om die actie uit te breiden om hen beter voor
te bereiden op dit fenomeen ?
Minister Magda Aelvoet : Mevrouw de voorzitter, mijn-
heer Van Eetvelt, zoals u weet zijn er op federaal niveau
slechts drie types van psychiatrische instellingen waar-
voor ik verantwoordelijk ben. Het gaat meer bepaald om
de psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen,
de PVT's en de projecten van beschut wonen.
Ik heb bij de administratie cijfers opgevraagd over de
geregistreerde anorexia- en boulimiepatie¨nten. Uit dit
antwoord blijkt dat er op 31 december 1998 in totaal 131
anorexiapatie¨nten, 46 boulimiepatie¨nten en 90 patie¨nten
met andere voedingsstoornissen waren. Vele van deze
patie¨nten zitten evenwel in de dagopname en cijfers voor
het hele jaar tonen aan dat er in het jaar 1998 535
anorexiapatie¨nten, 242 boulimiepatie¨nten en 486 patie¨n-
ten met een niet-gespecificeerde voedingsstoornis wa-
ren. Als we de ontslagen bekijken, komen we op een
cijfer van 1 200 op een totaal van 83 000.
Het is opvallend dat de meerderheid van de opgenomen
patie¨nten ouder is dan 25 jaar. Ik was daarover ten
zeerste verbaasd want ik heb in andere hoedanigheden
ook met die problematiek te maken gehad en ik had de
indruk dat het vooral om jonge mensen ging. Uit de
registratiegegevens blijkt evenwel dat 53% van de ano-
rexiapatie¨nten, 61% van de boulimiepatie¨nten en 68%
van de patie¨nten met andere voedingsstoornissen ouder
zijn dan 25 jaar. Het gaat hier dus om problemen die zich
vooral voordoen bij de groep van 25 jaar en ouder.
Het aantal anorexiapatie¨nten is de laatste jaren lichtjes
gestegen : 102 in 1996, 120 in 1997 en 131 in 1998. Voor
de boulimiepatie¨nten is het beeld niet eenduidig terwijl
het aantal patie¨nten met andere voedingsstoornissen
ook stijgt.
Wat de financie¨le problematiek betreft, kan ik u meedelen
dat op dit ogenblik de financiering via revalidatie-
overeenkomsten zou moeten worden geregeld. Op dit
ogenblik bestaan dergelijke overeenkomsten echter niet.
In het RIZIV is de procedure voor de financiering van de
dagcentra opgestart. Er wordt daarbij gedacht aan een
formule met forfaitaire tenlasteneming per dag. Men
heeft mij verzekerd dat deze procedure binnen zeer
afzienbare tijd zal worden afgerond. Ik zal mijn kabinet de
opdracht geven dit dossier op de voet te volgen.
U hebt ook gevraagd naar een stand van zaken op het
vlak van informatie, sensibilisatie en dergelijke meer. Op
dat vlak kan ik u meedelen dat dit eigenlijk behoort tot de
bevoegdheden van de Gemeenschappen. Zoals u in de
media wellicht hebt kunnen vernemen, is dit een van de
actiepunten van mevrouw Vogels.
HA 50
COM 129
7
22-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- Voorzitter : mevrouw Miche`le Gilkinet
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mevrouw de voorzit-
ter, ik ga ervan uit dat de minister mijn verzoek zal
inwilligen en mij haar gegevens terzake zal laten bezor-
gen. Inderdaad, de cijfergegevens die zij aanhaalde
lijken mij eigenaardig en ik zou ze graag toetsen aan de
cijfers waarover ik beschik, geenszins bij wijze van
controle, maar louter en alleen om dit merkwaardig
verschil te achterhalen.
Voor het overige, mevrouw de minister, biedt uw ant-
woord in verband met het RIZIV en de mogelijke tussen-
komsten hoop op een goede oplossing. Dat de Vlaamse
regering veel belang hecht aan een voorlichtings-
campagne is eveneens positief. Hopelijk zullen al deze
voornemens concreet worden uitgevoerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.15 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 16.15 heures.
8
HA 50
COM 129
22-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000