B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
COMMISSION DE LA
J
USTICE
VAN
DU
02-02-2000
02-02-2000
HA 50
COM 107
HA 50
COM 107
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 2 februari 2000
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
-
COM 107
Mondelinge vraag van de heer Francis Van den Eynde
aan de minister van Justitie over
de razzia in de Gentse
Rabotwijk
(nr. 916)
3
sprekers : Francis Van den Eynde, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over
de vrijlating van een CCC-
terroriste
(nr. 956)
4
sprekers : Bart Laeremans, Marc Verwilghen, minister
van Justitie
Mondelinge vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over
de 'afdeling Oostende' van
de rechtbank van koophandel en van de arbeidsrechtbank
te Brugge
(nr. 957)
6
sprekers : Karel Van Hoorebeke, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Sommaire
Mercredi 2 fe´vrier 2000
COMMISSION DE LA JUSTICE
-
COM 107
Question orale de M. Francis Van den Eynde au ministre
de la Justice sur
la razzia dans le quartier du Rabot a`
Gand
(n° 916)
3
orateurs : Francis Van den Eynde, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur
la libe´ration d'une terroriste du CCC (n° 956)
4
orateurs : Bart Laeremans, Marc Verwilghen, ministre
de la Justice
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
la Justice sur
la 'section Ostende' du tribunal de com-
merce et du travail de Bruges
(n° 957)
6
orateurs : Karel Van Hoorebeke, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
2
HA 50
COM 107
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 2 FE
´ VRIER 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 2 FEBRUARI 2000
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de
heer Fred Erdman, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 14.17 heures par M. Fred
Erdman, pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Francis Van den
Eynde aan de minister van Justitie over
de razzia in
de Gentse Rabotwijk
(nr. 916)
Question orale de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Justice sur
la razzia dans le quartier
du Rabot a` Gand
De voorzitter : Gezien het rondschrijven van de voorzit-
ter van de Kamer en uit eerbied voor de werkzaamheden
van de Senaat, waar de minister onmiddellijk naartoe
moet, vraag ik u zich voor de vragen te beperken tot de
reglementaire tijd.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, ik zal mijn best doen om mij aan die tijd
te houden.
Mijnheer de minister, enkele dagen geleden antwoordde
u op een parlementaire vraag, die ik in de herfst van vorig
jaar stelde, met onthutsende cijfers. In uw antwoord
stond dat de rijkswacht in Gent verwachtte dat de auto-
criminaliteit met 50% zou stijgen. Bovendien weet u dat
de autocriminaliteit in Gent merkwaardig hoge scores
haalt. Men heeft er een speciale rijkswachteenheid voor
ingeschakeld, die van Drongen. De cijfers blijven echter
stijgen, welke maatregelen men ook treft.
Men weet dat bendes
jongeren als het ware gespecia-
liseerd zijn in die autokraken. Men weet ook waar zij
ongeveer kunnen worden gelokaliseerd, met name onder
meer in een wijk die men het Rabot noemt. Zij bevindt
zich rond de enig overgebleven middeleeuwse poort van
de stad, het Rabot.
Men weet dat daar heel wat autokrakers zijn en dat hun
handel daar meestal wordt gesitueerd in zogenaamde
Turkse VZW's - een van de problemen van de stad - en
in pitabars. Men weet dat, want in de nacht van 24 op 25
januari 2000 vond het parket het nodig om in die wijk een
hele politieoperatie op het getouw te zetten. Men heeft
een aantal huiszoekingen gedaan; men heeft er die nacht
als het ware een politieraid georganiseerd.
De buit was echter bijzonder klein : volgens de kranten
werd in totaal een twintigtal radio's en GSM's gerecupe-
reerd. Als men daarvoor enkele tientallen rijkswachters
heeft ingeschakeld, is dat niet om over naar huis te
schrijven.
Merkwaardig is dat, wanneer de politieoperatie van start
ging, men werd geconfronteerd met een situatie zoals
toen de Amerikaanse mariniers in Somalie¨ landden. Die
kwamen bij nacht tot de tanden gewapend in Somalie¨
aan, terwijl CNN hen op het strand opwachtte met de
nodige schijnwerpers en verlichting. De hele landingso-
peratie werd toen heel mooi gefilmd.
Alle verhoudingen in acht genomen, deed zich ongeveer
dezelfde situatie voor rond het Rabot : de rijkswacht
kwam aan en de pers stond er al. Er was trouwens ook
een camera van de locale televisie. Vandaar dat mijn
vergelijking toch een beetje hout snijdt.
Gaat het om een toevallige tip die bij de pers geraakt is
- een lek dus ? Of maakt het deel uit van een PR-operatie
van het parket ?
Denkt u niet dat, als de pers getipt wordt - hoe maakt niet
uit - men geen controle meer heeft over de discretie ? Ik
ga er niet vanuit dat elke journalist een medeplichtige van
de autokrakers is.
Als er een lek naar de pers is, kan men zich afvragen of
er ook geen lek naar het betrokken milieu is.
Mijnheer de minister, bent u niet van mening dat dit
contraproductief is voor een politie-operatie ? Als er zich
in die wijk laat op de avond een groep journalisten
verzamelt en men er met een tv-camera rondwandelt,
dan is al het aanwezige illegale materiaal heel snel
verdwenen.
HA 50
COM 107
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Van den Eynde, om u te antwoorden ben ik niet naar
Somalie¨ geweest. Ik heb de mosterd moeten halen bij het
parket van Gent. Ik heb daar een vraag gesteld en de
procureur-generaal heeft mij een afschrift laten gewor-
den van het verslag dat door de procureur des Konings
van Gent, de heer Jean Soenen, is opgesteld.
Ik zal u lezing geven van dit antwoord. Ik wil echter nog
een zaak op voorhand zeggen. Als men niets zou onder-
nemen tegen deze vorm van criminaliteit, dan zou ik het
normaal vinden om over dit punt gei¨nterpelleerd te
worden. Onderneemt men wel iets, dan begrijp ik dat er
vragen zijn bij de uitvoering in de rand van de onderne-
ming. Als we het fenomeen willen bestrijden, moeten we
het met actiemiddelen doen en niet in passiviteit.
Dit is het antwoord van de procureur des Konings :
Mijnheer de procureur-generaal, in verband met het
onderzoek gevoerd in enkele Turkse VZW's en pitabars
in de nacht van 24 op 25 januari kan ik u volgende
informatie mededelen. Deze actie kaderde in een ge-
rechtelijk strafonderzoek gevoerd onder leiding van een
onderzoeksrechter. Naar aanleiding van diefstallen uit
personenwagens, hoofdzakelijk radio's en GSM's, werd
vernomen dat de gestolen goederen onmiddellijk werden
doorverkocht aan personen die hoofdzakelijk de gevi-
seerde pitabars en VZW's aandeden.
De bedoeling was om naast de dieven ook de helers te
kunnen aanpakken. Noch de rijkswacht, noch het parket,
noch de onderzoeksrechter hebben de gewoonte om op
voorhand de pers in te lichten over een te voeren actie.
Ook in dit geval werd mij bevestigd dat de rijkswacht niet
op voorhand de pers heeft ingelicht, zodat er dienaan-
gaande geen onderzoek is ingesteld. Wel is het zo dat
dergelijke actie op voorhand wordt voorbereid. Hierbij zijn
verschillende diensten aanwezig, waaronder sociale
inspectiediensten, tolken, rijkswachters uit brigades en
politiediensten. U weet dat wij al dikwijls voor een gei¨n-
tegreerde aanpak hebben gepleit. Hier worden verschil-
lende diensten betrokken bij de voorbereiding. Dit brengt
de kans op lekken in grote mate tot stand.
Van waar de pers zijn informatie haalt blijft een raadsel.
Daarenboven is het voor wakkere burgers in de omge-
ving van politie- of rijkswachtkazernes niet moeilijk om de
pers in te lichten wanneer er een colonne voertuigen
vertrekt. De radiocommunicaties zijn cryptografisch niet
beveiligd en dit laat de pers toe om op de hoogte te zijn
van allerhande acties.
Tot zover het verslag van de
procureur des Konings van Gent, Jean Soenen.
Dit verslag roept enkele vragen op. De procureur des
Konings vermeldt dat de rijkswacht hem bevestigd heeft
dat de pers niet op voorhand werd ingelicht. Hij sugge-
reert dat rijkswachters uit de brigades, politiediensten,
sociale inspectiediensten en tolken betrokken zijn bij de
voorbereiding van een dergelijke actie. Daar zou een
mogelijk lek kunnen zitten. Ik heb daarvan, net als de
procureur des Konings, geen enkel bewijs.
De andere mogelijkheden van lekken, zoals het pro-
bleem van de radiocommunicatie die niet cryptografisch
beveiligd is, is terzake niet dienend zolang er geen
garanties zijn dat dergelijke acties op voorhand niet
gelekt worden. De korte tijd om een onderwerp via
radiocommunicatie tot stand te brengen, laat niet toe om
de actie weer te geven.
Tenslotte schrijft de procureur des Konings dat wakkere
burgers terzake een tussenkomst kunnen hebben. Ik
denk echter dat wakkere burgers eerder een hulp dan
een handicap zijn voor politionele diensten. Het is niet
uitgemaakt of zij de pers hebben ingelicht.
Dat is de reden dat ik de bevoegde procureur des
Konings om een bijkomend onderzoek heb gevraagd.
Wanneer politiediensten een actie minutieus voorberei-
den, moeten ze geconfronteerd worden met het bekend
zijn van de actie vooraleer men ter plaatse komt. Dit kan
demotiverend werken. Ik druk mij dan nog voorzichtig uit.
Er is in ieder geval een bijkomende inlichting gevraagd. Ik
zal ze u meedelen zodra ik antwoord krijg van de
procureur des Konings.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, ik zou de minister willen danken voor
zijn eerlijk antwoord.
De minister weet ongetwijfeld dat mijn vraag niet bedoeld
is om kritiek te spuien maar wel om uiting te geven aan
het feit dat ik het betreur dat de efficie¨ntie van een
dergelijke politieoperatie zwaar in het gedrang komt
wanneer er op voorhand wordt gelekt. Net zoals de
minister denk ik niet dat de wakkere burger weet naar
welke pitabar een colonne van de rijkswacht uitrukt. Er is
duidelijk een probleem. Waar dit probleem momenteel
precies is gesitueerd kan ik ook niet zeggen. Ik denk dat
u gelijk hebt, mijnheer de minister, als u verklaart dat u
een bijkomend onderzoek wenst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans aan
de minister van Justitie over
de vrijlating van een
CCC-terroriste
(nr. 956)
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre de
la Justice sur
la libe´ration d'une terroriste du CCC
4
HA 50
COM 107
02-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, wij hebben vastgesteld
dat de commissie voor de Voorwaardelijke Invrijheidstel-
ling besloten heeft een CCC-terroriste vrij te laten. De
CCC was een communistische terreurbende die in de
jaren 1984 en 1985 verantwoordelijk was voor niet min-
der dan 27 aanslagen waarbij op 1 mei 1985 zelfs een
dode is gevallen. Vier leden kregen toen levenslange
dwangarbeid. Het vrouwelijke lid zou nu voorwaardelijk in
vrijheid zijn gesteld. Ik heb ook vernomen dat het in die
periode helemaal niet duidelijk was welke rol die me-
vrouw precies heeft gespeeld.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook nogal wat vragen. Is
intussen duidelijk geworden of die mevrouw een groot
aandeel had in die terreuraanslagen ? Is het overeen-
komstig het enigszins geringe aandeel dat zij nu iets
vroeger wordt vrijgelaten ? Hoe komt het dat haar dossier
het verst gevorderd was ? Hanteert men in dergelijke
zaken andere criteria voor mannen en vrouwen ? Heeft
zij beter met het gerecht samengewerkt ? Krijgt zij be-
paalde voorwaarden opgelegd ? Heeft zij het gebruik van
geweld afgezworen ? Of was dit niet relevant bij haar
vrijlating ? Heeft zij nog steeds het vaste voornemen om
de democratie omver te werpen en dit zelfs op een
gewelddadige manier ? Zijn daarover vragen gesteld of
speelt dat niet mee bij een dergelijke voorwaardelijke
vrijlating ? Heeft zij bepaalde beloftes gedaan ? Is ook de
vrijlating van de drie andere bendeleden nakend ? Kunt u
daarover iets meer zeggen ?
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Laeremans, ik zal u voor een stuk moeten teleur-
stellen. Enige tijd geleden heeft de heer Van Parys mij
enkele vragen gesteld over de dossiers-Beyer en Bou-
houche. Dat ging ook over een voorwaardelijke invrijheid-
stelling. Ik heb toen duidelijk gesteld dat ik niet wens in te
gaan op inhoudelijke vragen met betrekking tot de indi-
viduele dossiers van de veroordeelden. Zij hebben recht
op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Ik wil
ook vermijden dat publieke besprekingen van peniten-
tiaire dossiers, lopende procedures of begeleidingen een
ernstige weerslag op het verloop zouden hebben. Der-
gelijke besprekingen zouden de gang van zaken kunnen
verstoren. Alleen wanneer een veroordeelde zich uitdruk-
kelijk tot de pers richt, wat in bepaalde gevallen gebeurt,
kan de minister van Justitie het nuttig vinden om desge-
vallend te reageren met het oog op de correcte commu-
nicatie.
Wat het dossier van de CCC-terroriste betreft, zal ik
dezelfde houding aannemen. Dit wil niet zeggen dat er
geen toezicht zal worden uitgeoefend op de voorwaarden
van de invrijheidstelling. De beslissingsbevoegdheid in-
zake de voorwaardelijke invrijheidstelling is toevertrouwd
aan een onafhankelijk rechtscollege. Ik kan daaraan
weinig veranderen. Ik heb wel vastgesteld, en dat wil ik
ook meedelen, dat mijn administratie een ongunstig
advies heeft gegeven en dat de personeelsformatie
gunstig heeft geadviseerd. Ik heb alleen een advies-
bevoegdheid en een controlebevoegdheid achteraf. Zo-
als in andere zaken zal ik van die controlebevoegdheid
gebruik maken, mocht blijken dat men zich niet aan de
voorwaarden houdt. Dit alles zal uiteraard gebeuren met
respect voor de terzake geldende wetgeving.
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, ik vind uw antwoord betreurenswaardig. U ver-
wijst naar een gelijkaardig antwoord in verband met de
zaak-Bouhouche en Beyer. Als ik het mij juist herinner,
was collega Van Parys toen ook verontwaardigd. Hij
heeft zich toen bijzonder boos gemaakt omdat hij nau-
welijks antwoord kreeg.
We vragen niet dat er bij elk dossier toelichting wordt
gegeven over voorwaarden en modaliteiten, maar dit
dossier is vrij belangrijk en heeft terecht veel publieke
aandacht gekregen. Bovendien is het dossier afgesloten.
Het gaat hier over terroristen, over mensen die tientallen
gewapende aanslagen hebben gepleegd. In dergelijke
omstandigheden is het nuttig dat de publieke opinie weet
aan welke voorwaarden de vrijlating is verbonden. Dat is
ook in het voordeel van de betrokkenen. De mensen
zouden terecht kunnen vrezen dat dergelijke personen
opnieuw aanslagen of communistische terreurdaden
gaan plegen, wanneer zij niet publiek hebben afstand
genomen van hun daden. Ze zouden zich in een of
andere commissie definitief moeten distantie¨ren en be-
loven een nieuw leven te beginnen. U geeft hen de
mogelijkheid niet om via deze weg aan de bevolking
duidelijk te maken dat ze ermee gaan stoppen.
Ik wil enkele vergelijkingen met een ander dossier ma-
ken. Nelson Mandela werd lange tijd vastgehouden om-
dat hij het geweld niet wou afzweren. Daaraan is inter-
nationaal veel ruchtbaarheid gegeven. Uiteindelijk heeft
men hem om andere redenen vrijgelaten, maar hier zou
het toch wel interessant zijn te weten wat die mensen
bezielt en of ze daadwerkelijk spijt hebben. De pers
klaagt aan dat er nooit duidelijkheid is geweest over de
rol van die vrouw in de CCC. Ik vraag u of er ondertussen
wel duidelijkheid is. Dat zijn objectieve feiten. Ook daarop
hebt u geen antwoord gegeven. Ik vind dat bijzonder
spijtig en ik hoop dat u in de toekomst uw houding in dit
soort zaken wijzigt.
De voorzitter : Collega's, ik kan alleen maar hopen dat
de collega's het Reglement stipt zouden naleven en dat
men met betrekking tot individuele dossiers geen verdere
vragen meer zal stellen. Trouwens, ik zal er de voorzitter
op attent maken, want het is hij die toelating geeft om dit
op de agenda te plaatsen.
Indien u deze morgen naar de RTBF zou hebben geluis-
terd, zou u weten dat in deze zaak al een tweede dossier
is afgehandeld.
HA 50
COM 107
5
02-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, ik wil
er
nog
aan
toevoegen
dat
men
strafuitvoerings-
rechtbanken krijgt waar de zaak ook zal worden behan-
deld, met de publieke mededeling van de motivering. Het
is nu eenmaal eigen aan ons systeem dat de toegang en
de inlichtingen die moeten worden verkregen, worden
verkregen. Als minister van Justitie in deze omstandig-
heden hierop terugkomen, is een onmogelijke zaak.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Karel Van Hoorebeke
aan de minister van Justitie over
de 'afdeling Oost-
ende' van de rechtbank van koophandel en van de
arbeidsrechtbank te Brugge
(nr. 957)
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au minis-
tre de la Justice sur
la 'section Ostende' du tribunal
de commerce et du travail de Bruges
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, via een gunstige wind
ontving ik vanuit Oostende een ontwerp van koninklijk
besluit betreffende de instelling van afdelingen in de
arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de
arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en
de politierechtbanken. Alzo luidt de officie¨le titel.
In het ontwerp van koninklijk besluit wordt de bevoegd-
heid van de afdelingen in Oostende beperkt tot de
kantons Oostende I en II, terwijl vroeger - en tot op heden
trouwens nog altijd - ook het kanton Torhout onder de
bevoegdheid van de arbeidsrechtbank en de rechtbank
van koophandel afdeling Oostende viel.
Dezelfde beperking geldt voor Brugge. Tot dusver valt het
kanton Tielt nog onder de bevoegdheid van de
arbeidsrechtbank afdeling Oostende, terwijl de afdeling
Brugge is bevoegd inzake koophandel.
Mijnheer de minister, niet alleen de advocatuur maakt
zich zorgen hieromtrent, maar bovendien lijkt het mij
aangewezen dat dergelijke rechtbanken zo dicht mogelijk
bij de burger moeten functioneren. De drempel naar de
arbeidsrechtbanken, politierechtbanken en rechtbanken
van koophandel moet immers zo laag mogelijk worden
gehouden.
Vanuit die bezorgdheid, mijnheer de minister, werd mij
een ontwerp van het desbetreffend koninklijk besluit
overhandigd, met de vraag of het wel degelijk uw bedoe-
ling is de bevoegdheid van de afdelingen in Oostende en
Brugge in de toekomst te beperken.
Mijnheer de minister, wat is het doel van voornoemd
ontwerp ? Zal het ontwerp effectief uitgroeien tot een
koninklijk besluit ? Wat is de onderliggende reden voor
de herverdeling van die bevoegdheden ?
Mijn laatste vraag betreft een aangelegenheid die enkele
weken geleden ter sprake kwam, maar die ik wens te
koppelen aan deze materie. Wordt eveneens voorzien in
afdelingen van het hof van beroep in Hasselt en in
Brugge ? Immers, zowel in Limburg als in West-
Vlaanderen is men op dat vlak vragende partij. Om alle
onduidelijkheden in dat verband weg te werken had ik
graag van u vernomen welke de precieze stand van
zaken is.
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Van Hoorebeke, het kan niet anders dan via een
noordwestenwind zijn dat dit bericht u bereikte, want dat
is de enige wind die landinwaarts waait en waardoor u
desgevallend echo's zou kunnen hebben gekregen over
een afdeling Oostende, zowel voor de rechtbank van
koophandel als voor de arbeidsrechtbank in Brugge.
Aan de procureur-generaal is een vraag om advies
voorgelegd met betrekking tot een voorontwerp van
koninklijk besluit inzake de instelling van een afdeling van
de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de
arbeidsrechtbanken, de rechtbank van koophandel en de
politierechtbanken. Nadien zal dit voorontwerp aan het
advies van de Raad van State worden onderworpen.
Wat de rechtbank van koophandel en de arbeidsrecht-
bank te Brugge betreft wordt de opsplitsing in twee
afdelingen vooropgesteld, de ene zitting houdend te
Brugge en rechtsmacht uitoefenend over het grondge-
bied van de kantons Brugge 1 tot en met 4, Tielt en
Torhout en de andere zitting houdend te Oostende en
rechtsmacht uitoefenend over het grondgebied van de
kantons Oostende 1 en 2. De opsplitsing in 2 afdelingen,
namelijk een in Brugge en een in Oostende, beantwoordt
aan de huidige toestand zoals u die wellicht ook op het
terrein kent.
Het
tweede
vermeldt
dat
de
voorzitter
van
de
arbeidsrechtbank te Brugge in een brief van 2 december
1998 aan het departement er in eerste instantie voor
opteerde om de indeling in afdelingen voor deze recht-
bank op te heffen. In tweede instantie heeft hij de indeling
volgens de vermelde aflijning met nieuwe kantongrenzen
weerhouden.
Wat de hoven van beroep van Antwerpen en Gent
betreft, zijn er in hetzelfde voorontwerp nog geen afde-
lingen gepland, maar wel voor de arbeidshoven van
Antwerpen, Gent en Luik, overeenkomstig het koninklijk
besluit van 22 juli 1970. U verwijst ook naar de afdelingen
van het hof van beroep te Gent in Brugge en van het hof
van beroep te Antwerpen in Hasselt, waarvoor er uiteen-
zettingen van uw collega's de heer Goutry en van me-
6
HA 50
COM 107
02-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Verwilghen
vrouw Brepoels waren. Ik antwoordde toen dat er tot op
heden geen beslissing in die zin is genomen. Ook voor dit
dossier van Oostende is het nog voorbarig te zeggen dat
er een definitieve beslissing is gevallen. Er is een advies
aangevraagd en het dossier zal nadien opnieuw volledig
worden bestudeerd vooraleer er een beslissing wordt
genomen. U zult ook van de stand van deze zaak op de
hoogte worden gebracht, al was het maar na het advies
van de Raad van State.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.42 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 14.42 heures.
HA 50
COM 107
7
02-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000