KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 1036
CRIV 50 COM 1036
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag
mercredi
26-03-2003
26-03-2003
09:30 uur
09:30 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de systematische Belgische steun
voor het vredes- en democratiseringsproces in
Centraal-Afrika" (nr. A927)
1
Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'appui systématique de la
Belgique au processus de paix et de
démocratisation en Afrique centrale" (n° A927)
1
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Louis
Michel, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het recente rapport van Amnesty
International getiteld 'Turkey: End sexual violence
against women in custody'" (nr. B187)
4
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le récent rapport d'Amnesty International intitulé
'Turquie: Halte aux violences sexuelles contre les
femmes en détention" (n° B187)
4
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het mondiaal bosbeleid" (nr. B222)
7
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la politique forestière à l'échelle mondiale"
(n° B222)
7
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de scherpe Amerikaanse reacties op
de Belgische genocidewet" (nr. B379)
11
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les réactions virulentes des Américains à la loi
belge de compétence universelle" (n° B379)
11
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de concrete omstandigheden en
gevolgen van de Belgische wapenleveringen aan
het Verenigd Koninkrijk" (nr. B381)
13
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les modalités exactes des livraisons d'armes
belges au Royaume-Uni et leurs conséquences"
(n° B381)
13
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken, Jef Valkeniers
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Jef Valkeniers
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
eerste minister en aan de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over "de
dreiging van de kandidaat EU-lidstaat Turkije om
het Koerdische deel van Noord-Irak binnen te
vallen en te bezetten" (nr. B382)
16
Question de M. Guido Tastenhoye au premier
ministre et au vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères sur "le risque d'une
invasion puis d'une occupation du Kurdistan
irakien par la Turquie, pays candidat à l'adhésion
à l'UE" (n° B382)
16
Sprekers: Guido Tastenhoye, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Bernard Baille aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het Europees handvest voor
regionale talen" (nr. B413)
18
Question de M. Bernard Baille au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la Charte européenne pour les langues
régionales" (n° B413)
18
Sprekers: Bernard Baille, Louis Michel,
Orateurs: Bernard Baille, Louis Michel,
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de illegaliteit van de oorlog tegen
Irak" (nr. B421)
19
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'illégalité de la guerre contre l'Irak" (n° B421)
19
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de aanbeveling van het College van
federale ombudsmannen betreffende een
wettelijke regeling inzake legalisatie en
vertrouwensadvocaten" (nr. B267)
23
Question de M. Olivier Chastel au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la recommandation du Collège des médiateurs
fédéraux concernant l'adoption d'une base légale
en matière de légalisation et d'avocats de
confiance" (n° B267)
23
Sprekers: Olivier Chastel, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Olivier Chastel, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de niet-correcte naleving van het
Associatieakkoord door Israël" (nr. B422)
24
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le non-respect de l'Accord d'association par
Israël" (n° B422)
24
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
26
MAART
2003
09:30 uur
______
du
MERCREDI
26
MARS
2003
09:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 09.46 uur door de heer Dirk Van der Maelen, voorzitter.
La séance est ouverte à 09.46 heures par M. Dirk Van der Maelen, président.
01 Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'appui systématique de la Belgique au processus de paix et de démocratisation
en Afrique centrale" (n° A927)
01 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de systematische Belgische steun voor het vredes- en
democratiseringsproces in Centraal-Afrika" (nr. A927)
01.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, la guerre est là, et comme toujours dans ces cas, c'est
l'Afrique que l'on ignore pendant que l'on se concentre sur la guerre.
J'ai eu l'occasion de rencontrer, il y a quelques semaines, des
membres du parlement de transition du Burundi. C'est un pays dont
on parle relativement peu. Ces parlementaires exprimaient un certain
nombre d'inquiétudes.
Même si j'emploie le conditionnel car il faut toujours être prudent en
la matière, il y a peut-être un certain nombre de questions qui se
posent, notamment sur le fait que le Burundi n'a toujours pas mis
pleinement en oeuvre les accords d'Arusha et n'a pas poursuivit la
transition démocratique.
Président: Pierre Chevalier.
Voorzitter: Pierre Chevalier.
Quatre points ont été soulevés.
Premier élément lieu, le fait que l'accord de cessez-le-feu de
décembre 2002 semble toujours menacé par certains chefs militaires
venant de l'ancien parti unique et, notamment, le fait qu'après la
signature de cet accord, l'armée n'aurait pas respecté le libre accès
aux deux centres d'approvisionnement en vivres et médicaments
destinés aux combattants de la rébellion ou de la résistance. Etant
donné que la commission conjointe de cessez-le-feu n'a pu tabler sur
un déploiement rapide d'une force africaine de paix qui pouvait
crédibiliser ces accords, la question qui se pose est de savoir si
l'unité de protection sud africaine positionnée à Bujumbura et
soutenue par la Belgique, reçoit suffisamment d'aides ou de soutiens
01.01
Jean-Jacques Viseur
(cdH): Door blokkeringen kan
Burundi de Arusha-akkoorden nog
steeds niet helemaal naleven.
Het bestandsakkoord van
december 2002 wordt blijkbaar
nog steeds door bepaalde militaire
chefs bedreigd omdat het leger
geen vrije doorgang zou hebben
verleend tot de twee
bevoorradingscentra voor
levensmiddelen en
geneesmiddelen bestemd voor de
strijders van de FDD (Forces pour
la défense de la démocratie) en
omdat de snelle ontplooiing van
een Afrikaanse vredesmacht op
zich laat wachten.
Moeten we de Zuid-Afrikaanse
beschermingseenheid, die sedert
november 2001 in Bujumbura is
gestationeerd, geen versterking
bieden?
Zouden de Europese Unie en de
donoren niet meer aandacht
moeten hebben voor het feit dat
het overgangsparlement strijdt
voor de afschaffing van de
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
internationaux.
Deuxième élément, le parlement burundais milite dans la perspective
de la pacification du pays pour la diminution des dépenses militaires
qui représenteraient 60% du budget national, alors que les bailleurs
de fonds sont essentiellement l'Union européenne. De quels moyens
de pression pouvons-nous disposer pour limiter cette part écrasante
du budget militaire dans un pays qui devrait, en outre, assurer le
retrait de ces troupes de l'extérieur?
Troisième point: la ratification de la convention sur la Cour pénale
internationale. Il est très important qu'un pays comme le Burundi
ratifie cette convention, et apparemment, le parlement de transition
souhaiterait le faire assez vite. Le gouvernement belge assure-t-il les
représentations nécessaires auprès du gouvernement burundais pour
que cette ratification intervienne dans les délais les plus brefs?
Enfin, en ce qui concerne les institutions parlementaires fragiles qui
s'y installent, la Belgique compte-t-elle favoriser une majoration de
l'aide publique au Burundi en la soumettant à un certain nombre de
conditions. Je suis très attaché notamment à ce que, parmi ces
conditions, figure la ratification de la convention de Rome sur la Cour
pénale internationale parce que, à terme, c'est notre meilleure
garantie que ne restent pas impunis, à l'avenir, d'éventuels
débordements que constituerait dans une région aussi fragile l'abus
de pouvoirs de certains.
dienstplicht en de beperking van
de militaire uitgaven (60% van de
begroting)?
Zou de Belgische regering er bij
de Burundese regering niet
moeten op aandringen dat zij het
verdrag betreffende het
Internationaal strafhof zo snel
mogelijk ratificeert?
Kan België zijn solidariteit met de
nieuwe Burundese democratische
instellingen niet versterken en een
verhoging van de overheidssteun
voor ontwikkelingshulp
aanmoedigen?
01.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la persistance des combats et les problèmes socio-
économiques du Burundi constituent, comme vous le savez, deux
problématiques qui peuvent influencer la mise en place des accords
d'Arusha.
L'accord de cessez-le-feu signé en décembre 2002 entre le
gouvernement burundais et le principal groupe armé le CNDD-FDD
de Pierre Nkurunziza est un accord évidemment crucial bien que
partiel. Cet accord complète les accords similaires signés en octobre
2002 avec le CNDD-FDD de Jean-Bosco Ndayikengurukiye et le FNL
de Alain Mugabarabona.
Aucun accord n'a pu être obtenu actuellement avec la branche FNL
de Agathon Rwasa, qui refuse toute négociation, ce qui explique la
situation particulière du cessez-le-feu burundais. Celui-ci prévoit,
d'une part, le retour de l'armée dans ses casernes et, d'autre part, le
cantonnement du FDD avec port d'armes.
Malgré l'absence du FNL Rwasa, les parties prenantes au processus
de paix constituent une masse critique suffisante pour pouvoir mettre
en place des mécanismes de cessez-le-feu et l'espoir d'atteindre la
paix réelle. Le soutien de la communauté internationale sera
déterminant et la Belgique entend poursuivre le rôle qui a été le sien
jusqu'à présent. Elle a d'ailleurs été très active afin d'encourager ce
processus.
L'approvisionnement en vivres des combattants du FDD en pré-
cantonnement a été rendu possible grâce à une intervention rapide
de l'ordre de 500.000 de la Commission européenne. Le transport a
été assuré par l'organe technique de la coopération allemande, la
01.02 Minister Louis Michel:
Ondanks het feit dat de FNL onder
leiding van Agathon Rwasa het
akkoord van december 2002 niet
hebben ondertekend, zijn de bij
het vredesproces betrokken
partijen voldoende
doorslaggevend om een staakt-
het-vuren af te dwingen. De steun
van de internationale
gemeenschap zal bepalend zijn
en België zal in die zin acties
blijven ondernemen.
De levensmiddelenbevoorrading
aan de FDD is essentieel om het
elan van deze beweging die het
akkoord van december 2002 heeft
ondertekend levendig te houden.
Dit was mogelijk dankzij een
snelle tegemoetkoming van
500.000 euro van de Europese
Commissie.
De Europese Unie plant voor de
opstelling van Afrikaanse
waarnemers een bijdrage die in de
miljoenen euro's loopt en weldra
zal zij ook hulp bieden bij de
oprichting van een Afrikaanse
vredesmacht. Zij zet zich nog
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
GTZ. Deux opérations de ravitaillement ont ainsi pu être organisées
en décembre 2002 et en janvier 2003. Cela témoigne, bien entendu,
de la volonté de l'Union européenne d'encourager la dynamique de
paix. Cet approvisionnement est crucial afin de garder les troupes du
FDD engagées dans la dynamique de l'accord de cessez-le-feu.
L'envoi d'observateurs et la mise en place de la Force africaine sont
prévus dans un avenir proche. Le premier envoi d'observateurs
comprendrait une trentaine d'Africains francophones, tandis que la
force en question devrait être composée de troupes du Mozambique,
d'Afrique du Sud et d'Ethiopie. En tenant compte du fait que les
négociations entre le CNDD-FDD et le gouvernement se poursuivent
toujours, et que la nouvelle Union africaine manque d'expérience en
la matière, le déploiement effectif n'a pas encore été effectué mais
est attendu prochainement.
Soutenue notamment par la Belgique, l'Union européenne examine
la possibilité d'appuyer les observateurs africains avec une
contribution d'un million d'euros. Elle envisage également de
contribuer à la mise en place de la Force africaine et elle poursuit
ses efforts afin que les conditions soient rapidement réunies en vue
d'une reprise de l'ensemble des opérations par les Nations unies, la
pré-condition essentielle étant un accord de cessez-le-feu global,
c'est-à-dire qui inclurait également la faction FNL de Agathon Rwasa.
Deuxième considération. La Belgique avait déjà donné, en novembre
2001, 5.000.000 pour soutenir la mise en place d'une unité sud-
africaine de protection devant permettre le retour au Burundi des
politiciens exilés, pour qu'ils puissent prendre leur place dans les
nouvelles institutions de transition. Nous avions fait cette démarche
après avoir été sollicités par le président Mandela.
La Belgique, qui finance également le programme régional de
démobilisation et de réintégration coordonné par la Banque Mondiale
pour la région des Grands Lacs à hauteur de 10 millions d'euros,
reste également disposée à soutenir les mécanismes de cessez-le-
feu, cela va de soi. Déjà fortement investie dans le processus de
paix burundais depuis ses débuts, que ce soit politiquement ou
financièrement, la Belgique poursuivra ses efforts d'appui.
Ensuite, nous sommes, comme vous le savez, un des pays les plus
engagés vis-à-vis de la Cour pénale internationale. Avec l'Union
européenne, la Belgique s'investit énormément afin d'encourager les
pays qui ne l'auraient pas encore fait à ratifier le statut de Rome. En
décembre 2002, en tant que présidence locale de l'Union
européenne, la Belgique a effectué une démarche auprès du
ministère des Affaires étrangères burundais pour les encourager à
ratifier le plus rapidement possible le Traité, qui, par ailleurs, avait
été signé en janvier 1999. Ce souhait a été réitéré lors de ma
dernière visite au Burundi en janvier 2003, au cours de laquelle il m'a
été confirmé que le projet de ratification a été introduit au parlement
de transition. La Belgique est aussi largement engagée dans le
processus de transition démocratique en cours au Burundi. Elle a
accompagné le processus d'Arusha depuis le départ et a soutenu
financièrement le comité de suivi des accords d'Arusha où elle siège
au nom de la présidence de l'Union européenne et des bailleurs de
fonds.
steeds in voor de naleving van de
voorwaarden, waaronder de
ondertekening van het
bestandsakkoord door de FNL van
Agathon Rwasa en een hervatting
van de operaties van de
Verenigde Naties.
België, dat ook voor 10 miljoen
euro het Regionaal demobilisatie-
en reïntegratieprogramma
financiert, heeft in november 2001
al 5 miljoen euro gegeven om de
opstelling van een Zuid-
Afrikaanse beschermingseenheid
te steunen. Ons land zal zijn
inspanningen om het
vredesproces te steunen,
voortzetten.
In december 2002 heeft België in
het kader van het Europees
voorzitterschap demarches
ondernomen bij de Burundese
regering opdat zij het statuut van
het Internationaal Strafhof zou
ratificeren. Ik heb die demarche
herhaald in januari 2003 en men
heeft mij toen bevestigd dat het
ratificatieontwerp bij het
overgangsparlement was
ingediend.
België heeft het Arusha-proces
van bij het begin begeleid en heeft
het Opvolgingscomité van de
akkoorden van Arusha, waar het
deel van uitmaakt, financieel
gesteund. Ons land heeft
programma's ter ondersteuning
van de juridische sector en van
verscheidene NGO's.
Bovendien verdedigt België met
de internationale financiële
gemeenschap een normalisering
van de betrekkingen met Burundi,
om te voorkomen dat de
economische problemen de
overgang naar een democratisch
regime in het gedrang zouden
brengen. In dat verband heeft ons
land ermee ingestemd de
intresten van het post-
conflictkrediet dat het IMF in 2002
aan Burundi heeft toegestaan, te
betalen en heeft het in september
2002 een buitengewone
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
De manière générale, le renforcement de l'Etat de droit figure parmi
les priorités du gouvernement belge en matière de coopération au
développement. La Belgique a ainsi un programme d'appui au
secteur juridique. De même, de manière indirecte, un soutien
financier est donné à différentes ONG actives dans ce domaine telles
qu'AWEPA, Réseau de Citoyens ou Avocats sans Frontières. Par
ailleurs, la Belgique qui assume le rôle d'avocat des pays des Grands
Lacs au sein de la communauté internationale, a défendu la
normalisation des relations du Burundi avec la communauté
financière internationale afin d'éviter que les problèmes économiques
affectant le pays n'aient des conséquences négatives sur la mise en
place de la transition démocratique et les acquis politiques d'Arusha.
La Belgique a ainsi accepté de payer les intérêts du crédit post-conflit
qui a été accordé au Burundi par le FMI en octobre 2002. Par
ailleurs, elle a octroyé en septembre 2002 une aide budgétaire
extraordinaire afin de permettre au gouvernement burundais de
payer les arriérés de salaire des enseignants et d'éviter une crise
sociale qui aurait pu mettre en danger la conclusion d'un cessez-le-
feu et la préservation des acquis de l'accord de paix d'Arusha.
begrotingshulp toegekend om de
achterstallige lonen van de
leerkrachten uit te betalen en zo
een sociale crisis te voorkomen
die de ondertekening van het
staakt-het-vuren in gevaar zou
kunnen brengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question A968 de Mme Karine Lalieux est retirée.
02 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het recente rapport van Amnesty International getiteld 'Turkey: End sexual violence
against women in custody'" (nr. B187)
02 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le récent rapport d'Amnesty International intitulé 'Turquie: Halte aux violences sexuelles contre
les femmes en détention" (n° B187)
02.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit is mijn zoveelste vraag over Turkije. Ik begin met het
goede nieuws. Turkije verbetert aanzienlijk zijn wetgeving. Het durft
de platgetreden paden rond Cyprus te verlaten. Zeer recent heeft het
veel moed getoond, omdat het ondanks de druk van veel geld, toch
zijn territorium niet laat gebruiken door de Amerikanen. Sterker nog,
onder druk van de VS, Groot-Brittannië en ook van Europa en meer
bepaald van België, blijven ze weg uit Noord-Irak. Dit is een radicale
breuk met hun vroegere politiek. De reden waarom ik daarover niet
interpelleer is omdat ik reeds vroeger interpelleerde over de druk in
Noord-Irak.
Toch blijven er ik weeg mijn woorden onthutsende rapporten over
mensenrechten. De terreur wordt op het terrein, in de politiekantoren
bij ondervragingen daadwerkelijk gebruikt. Het klassieke alibi is de
strijd tegen het terrorisme. Een ander bezwarend feit is dat het
telkens opnieuw in hoofdzaak over voorvallen tegen Koerden gaat.
Nog bezwarender is dat men nieuwe technieken gaat gebruiken,
waardoor de foltertechnieken nadien niet meer kunnen opgespoord
worden. Deze technieken richten zich ook op mannen, maar toch
bijna uitsluitend op vrouwen.
Ik geef u enkele elementen die men daarbij hanteert. De mensen
worden naakt door mannen ondervraagd. Verkrachtingen door
02.01 Ferdy Willems (VU&ID): La
Turquie rompt radicalement avec
son ancienne politique. Elle
améliore notablement sa
législation, elle quitte les sentiers
battus en ce qui concerne Chypre
et, malgré les pressions sous la
forme de promesses
d'importantes sommes d'argent,
elle ne laisse pas utiliser son
territoire par les Américains. En
outre, sous la pression des Etats-
Unis et de l'Europe, elle reste en
dehors du Nord de l'Irak.
Toutefois, elle continue à violer
les droits de l'homme de manière
effarante. Les interrogatoires par
la police, principalement de
Kurdes, vont souvent de pair avec
des techniques de torture qui ne
peuvent être décelées
ultérieurement. Les personnes
sont interrogées nues et le viol par
la police est fréquent. Souvent,
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
politiemensen blijven voorkomen. Het gebruik van fysiek geweld blijft
voorkomen. Een specifieke daad is de zogenaamde
maagdelijkheidtest waaraan men vrouwen bij herhaling onderwerpt.
Eén keer volstaat blijkbaar niet, het moet verschillende keren
gebeuren. Bezwarend is dat deze dingen gebeuren in aanwezigheid
van de eigen familie, van de kinderen, van de echtgenoot.
Een heel bijzonder aspect bij dit folteren en vernederen van vrouwen
is dat deze vrouwen hun eer verliezen. In de Turkse cultuur is de eer
van een vrouw geen zaak van haar alleen maar ook van de hele
gemeenschap. Zij verliest haar zelfrespect, zij verliest het respect
van haar familie, van haar dorp, van haar echtgenoot en van haar
kinderen. De gevolgen zijn verschrikkelijk. Deze vrouwen worden als
slachtoffer zelf gestraft. Ze moeten verhuizen. Ze worden verstoten
door hun echtgenoot. Er zijn gevallen bekend van moord en
zelfmoord. Bijkomend is nog dat men van overheidswege druk
uitoefent op de dokters om rapporten terzake niet af te leveren. Ten
slotte een bijzonder element, in Turkije dat een staat is waar het
leger een belangrijke rol speelt, pleit men de aanklagers vrij wegens
het valse argument dat de eer van de staat of de eer van het leger
aan de orde zijn.
Wat zijn onze aanbevelingen en ook deze van het rapport van
Amnesty International? Ten eerste, uiteraard veroordelen we dat.
Mijnheer de minister, nogmaals moet ik u vragen om er in Turkije de
aandacht op te vestigen dat een land dat deze praktijken toepast niet
thuishoort in de Europese Gemeenschap. Ten tweede, vraag ik dat
er onafhankelijke medische rapporten komen, dus niet opgemaakt
door dokters die onder druk staan van de Staat. Ten derde, moet
men uitdrukkelijk, zeer radicaal een einde maken aan deze
praktijken. Vrouwen worden niet ondervraagd door mannen en het
hoeft ook niet te worden gezegd dat ze ook niet naakt moeten
worden ondervraagd. De maagdelijkheidtesten zijn idioot en
verkrachtingen kunnen evident niet. Wij vragen ook een effectieve
bestraffing. Zolang degene die deze folterpraktijken uitoefent niet uit
het leger of uit de politie wordt gezet of niet zelf in de gevangenis
belandt zal dit spelletje blijven voortduren. We vragen ook dat er een
systeem komt van rehabilitatie van de getroffen vrouwen want zij zijn
als slachtoffers zelf gestraft. Dat is het toppunt.
Ten slotte vragen wij iets dat België wel kan doen in alle
internationale kaders, namelijk dat wij een opleiding verzorgen voor
de politie en het leger zodat er eindelijk komaf wordt gemaakt met
deze mensonterende praktijken.
des femmes sont soumises à
plusieurs reprises à un prétendu
test de virginité. Ces humiliations
ont lieu en présence de la famille,
de l'époux et des enfants.
Les femmes perdent ainsi leur
honneur et leur amour-propre.
Mais elles perdent également le
respect de leur famille et de la
société. Elles sont fréquemment
répudiées par leur conjoint et elles
sont contraintes de déménager. Il
n'est pas rare qu'elles soient
ensuite assassinées ou qu'elles se
suicident. Les autorités font
pression sur les médecins pour
qu'ils n'établissent pas de rapport
à ce propos. En outre, les plaintes
sont fréquemment classées sans
suite afin de ne pas porter atteinte
à l'honneur du pays ou à celui de
l'armée.
A l'instar d'Amnesty International,
nous dénonçons cette situation.
Nous insistons pour que le
ministre rappelle à la Turquie
qu'un pays où ont cours de telles
pratiques n'a pas sa place au sein
de l'Union européenne. En outre,
nous demandons que des rapports
médicaux indépendants puissent
être établis. Il faut mettre un
terme à ces tortures et à ces
humiliations. Les auteurs doivent
être renvoyés de l'armée ou du
corps de police et être
sanctionnés. Les femmes
concernées doivent également
être réhabilitées.
Nous demandons que la Belgique,
dans un contexte international,
dispense une formation à l'armée
et à la police afin qu'il soit mis un
terme à ces pratiques indignes.
02.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, in zijn vraag
vestigt de heer Willems de aandacht op het rapport van Amnesty
International van februari 2003, dat specifiek is gewijd aan seksueel
geweld tegen vrouwen in hechtenis in Turkije.
Amnesty International heeft dit rapport overgezonden aan onder
andere de Europese Commissie en de regeringen van de EU-
lidstaten met een verwijzing naar de criteria van Kopenhagen en de
invulling hiervan voor Turkije. In de loop van de komende maanden
wordt immers het accession partnership document waarin deze
criteria in detail zijn uitgewerkt, door de commissie geactualiseerd tot
een nieuwe versie. Uiteraard hebben daarin de mensenrechten en de
rechtsstaat een centrale plaats.
02.02 Louis Michel, ministre:
Dans sa question, M. Willems
attire l'attention sur le rapport
d'Amnesty International de février
2003 consacré aux violences
sexuelles que subissent les
femmes emprisonnées en
Turquie. Amnesty a notamment
transmis ce rapport à la
Commission européenne et aux
gouvernements des Etats
membres de l'UE, en attirant
l'attention sur les critères de
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Dit rapport van Amnesty maakt, naast heel wat andere documenten,
deel uit van onze documentatie betreffende de mensenrechten in
Turkije. Deze documentatie wordt ingebracht in de betreffende
Europese coördinaties en wordt op diverse niveaus met Turkije
besproken. Jaarlijkse maakt het zogenaamde progress report van de
EU-commissie een bilan van de vooruitgang van elke lidstaat met
betrekking tot de Europese criteria. Deze progress reports worden in
de Raad besproken en gelden als een van de basisstukken voor de
politieke beslissingen betreffende het Turkse EU-toetredingsdossier.
Ik aarzel nooit om de praktijken zoals beschreven in het rapport van
Amnesty International te brandmerken als totaal onaanvaardbaar.
Wij moeten de hefboom die het Turkse EU-lidmaatschap ons biedt
samen met de Turkse regering volledig benutten om op korte termijn
een einde te maken aan dergelijke toestanden, zowel in de Turkse
wetgeving als in de dagelijkse praktijk.
Ik stel vast dat de nieuwe Turkse regering haar doelstellingen
formuleert in dezelfde richting, zodat ik meen dat er een perspectief
bestaat voor een constructieve dialoog in het kader van reële
hervormingen.
Copenhague et l'interprétation qui
en est donnée par la Turquie. Le
document accession partnership,
dans lequel ces critères sont
élaborés en détail, doit être
actualisé sous peu. Les droits de
l'homme et l'Etat de droit y
occupent une place
prépondérante.
Ce rapport
d'Amnesty fait partie de la
documentation dont nous
disposons à propos du respect des
droits de l'homme en Turquie, qui
fait d'ailleurs l'objet de discussions
avec la Turquie à différents
niveaux. Chaque année, la
commission européenne dresse
un bilan des progrès réalisés par
les Etats membres en ce qui
concerne les critères européens.
Ces progress reports doivent
notamment servir de base à la
prise de décision politique quant à
l'adhésion de la Turquie à l'Union
européenne. Les pratiques
décrites dans le rapport d'Amnesty
sont inadmissibles. Nous devons
profiter du levier que représente
l'adhésion de la Turquie à l'UE
pour mettre rapidement fin à de
telles situations, tant au niveau de
la législation turque qu'au niveau
de la pratique quotidienne. Etant
donné que le nouveau
gouvernement turc a formulé des
objectifs identiques, un dialogue
constructif à propos de véritables
réformes devient possible.
02.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de minister, ik twijfel
terzake niet aan uw goede intenties. Als mannelijk feminist dacht ik
dat het nodig was dat nog eens aan de orde te brengen. Ik wil u wel
vragen dat u bij alle inspanningen die u hebt opgesomd de Vlaamse
spreuk "geen woorden maar daden" in gedachten zou houden. Het
moet eindelijk gedaan zijn. Turkije kan nog veel verklaringen
afleggen. Ik heb thuis kastenvol ik overdrijf niet verklaringen van
de Turkse regering. De Turkse ambassade stuurt ons allerlei
rapporten om te zeggen dat het allemaal beter gaat, maar de facto
blijven de dingen duren. Er moet een eind aan komen op het terrein,
niet alleen met woorden, niet alleen met brieven van ambassadeurs,
ministers, eerste ministers en wat nog allemaal. Dat moet ophouden!
Anders hoort Turkije waarvoor ik veel sympathie heb niet thuis in
Europa. Het is mensonterend.
02.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je
ne doute pas des bonnes
intentions du ministre. Je
souhaiterais cependant souligner
que le gouvernement turc a déjà
fait de nombreuses déclarations.
L'ambassade turque n'a de cesse
de répéter que la situation
s'améliore. Il est urgent qu'il soit
mis un terme à cette situation
indigne et qu'enfin, les paroles
soient suivies d'actes. Sinon, il ne
peut être question d'une adhésion
à l'UE.
02.04 Minister Louis Michel: Dat is ook mijn opinie. Wij doen dat
ook. U zegt: geen woorden maar daden. Wij kunnen enkel woorden
gebruiken. Wij kunnen enkel pleiten. Wij kunnen enkel om
02.04 Louis Michel, ministre: Je
partage votre point de vue. Nous
ne pouvons malheureusement
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
inspanningen vragen. Wij kunnen enkel aan Turkije laten weten dat
wanneer zij de mensenrechten niet naleven het voor hen zeer
moeilijk zal zijn toe te treden tot de Europese Unie. Trouwens, u weet
zeer goed dat ik al gereageerd heb op het mogelijke gevaar omdat
wij dachten dat de Turken in Koerdistan zouden binnendringen. Wij
hebben onmiddellijk gereageerd. Ik heb contact opgenomen met de
Turkse minister van Buitenlandse Zaken wat dat betreft. Iedere keer
dat ik contact heb met hem of met de Turkse diplomaten komen de
problemen die u vermeldt weer op tafel, en wel op een zeer hevige
manier.
poser aucun acte nous-mêmes.
Nous pouvons uniquement plaider
cette cause, demander que des
efforts soient consentis et signifier
clairement à la Turquie qu'il est
impossible d'envisager son
adhésion à l'UE dans ces
conditions. Dans la mesure où
nous supposions que la Turquie
allait faire une incursion au
Kurdistan, j'ai immédiatement
réagi et pris contact avec le
ministre turc des Affaires
étrangères. Chaque fois que je
m'entretiens avec des diplomates
turcs, j'évoque ce problème.
02.05 Ferdy Willems (VU&ID): Mag ik zeer kort nog iets zeggen?
De voorzitter: We gaan niet bezig blijven. Wij kunnen nog uren bezig zijn over Turkije.
02.06 Ferdy Willems (VU&ID): Zeer kort: "geen woorden maar
daden" had geen betrekking op de minister, alleen op Turkije. Wat
Noord-Irak betreft, ben ik de eerste geweest die daar maanden
geleden voor gewaarschuwd heb. Toen zei men dat het niet waar
was, nu blijkt heel duidelijk dat de dreiging wel degelijk bestond.
02.06 Ferdy Willems (VU&ID): Le
"trêve de paroles, il faut passer
aux actes" ne s'adressait pas au
ministre mais à la Turquie elle-
même. En ce qui concerne la
situation dans la partie nord de
l'Irak, j'ai d'ailleurs été le premier
a faire état de la menace qui se
vérifie aujourd'hui.
02.07 Minister Louis Michel: Excuseer, op dit ogenblik kunnen wij
wat Noord-Irak betreft Turkije eigenlijk niets verwijten. Volgens de
informatie die ik rechtstreeks van de Turkse minister van
Buitenlandse Zaken heb, zullen zij het niet doen, zullen zij hoogstens
tot 20 km van de grens gaan om hun grens te verzekeren. Dat is het
antwoord van Turkije. Tot nu toe hebben wij Turkije eigenlijk niets te
verwijten wat dat betreft.
02.07 Louis Michel, ministre:
Jusqu'à présent, nous ne pouvons
rien reprocher à la Turquie à ce
propos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het mondiaal bosbeleid" (nr. B222)
03 Question de Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la politique forestière à l'échelle mondiale" (n° B222)
03.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de Wereldbank verklaart dat haar nieuwe
beleidsplannen voor het beheer van de bossen een evenwicht
proberen te bereiken tussen armoedebestrijding en bosbescherming.
Zo beloven ze alleen nog financiële steun te verlenen aan
commerciële oogsten in gebieden waar strenge ecologische
evaluaties of gezaghebbende wetenschappelijke studies zijn
uitgevoerd. Twee jaar geleden kwam immers de eigen interne
afdeling Evaluatie van de Wereldbank tot de conclusie dat de Bank
de voorbije tien jaar met haar bosbeleid en het verbod op houtkap in
03.01 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): La Banque mondiale a
déclaré que les nouveaux projets
politiques qu'elle a développés
pour la gestion des ressources
forestières tendaient à établir un
équilibre entre la lutte contre la
pauvreté et la préservation des
forêts. La Banque s'engage à
apporter un soutien financier
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
tropische wouden, er niet in was geslaagd de ontbossing zelfs maar
te vertragen. Uit datzelfde evaluatieverslag bleek dat de
verwoestende en illegale houtkap in vele ontwikkelingslanden nog
steeds uitbreiding neemt.
Ik kan dat illustreren met een voorbeeld. De twee belangrijkste
producenten in Indonesië APP en APRIL hebben de afgelopen
tien jaar hun omzet vernegenvoudigd. Als men dat in detail zou
bekijken wat is gebeurd door FERN, een Europees consortium dat
daarover uitgebreide rapporten opmaakt zal men zien dat dit alleen
kan op een voor een groot gedeelte illegale basis.
Ook de Europese Commissie heeft initiatieven genomen om de
problematiek aan te pakken.
De Wereldbank heeft zelf strenge ecologische clausules, een
sluitende certificering, beschermde zones en armoedereductie
beloofd, maar in een recentelijk opgesteld plan zou van al die
beloftes weinig of niets overeind zijn gebleven. Het plan zou zelfs het
kapverbod in bepaalde streken opheffen.
Ik kom tot mijn vragen. Wat was de houding van de Belgische
vertegenwoordiging bij de Wereldbank in dit dossier? Ik wil daarvoor
ook verwijzen naar een resolutie die we hier een aantal maanden
geleden hebben goedgekeurd. Ik verwijs naar document 1516 dat de
regering vraagt alles wat in haar mogelijkheid ligt te doen om de
strijd tegen de illegale houtkap mee aan te gaan. Daarom is het
belangrijk te weten of onze vertegenwoordiger bij de Wereldbank bij
de discussie daarover ook heeft gepleit voor het stimuleren en
bepalen van aanvaardbare systemen van certificering. We weten dat
certificering niet dé oplossing is, maar het is een van de oplossingen
in het geheel van de problematiek van de illegale houtkap.
Daarnaast rijst ook de vraag of dit plan van de Wereldbank te rijmen
is met het implementatieplan van Johannesburg rond Rio+10. Anders
kunnen we in het kader van duurzame ontwikkeling wel veel mooie
implementatieplannen goedkeuren, maar ze moeten ook coherent
door andere instanties, zoals de Wereldbank, worden opgevolgd om
resultaat te krijgen.
Ten slotte had ik ook graag geweten of het correct is dat de
Wereldbank in DR Congo een bossenplan zou opstarten. In welke
mate is België daarbij betrokken?
Ik heb ook gelijkaardige vragen gesteld aan uw collega's Neyts,
Tavernier en Boutmans.
uniquement aux récoltes
commerciales dans le cadre
desquelles des analyses
environnementales strictes et des
études scientifiques ont été
menées. Il y a deux ans, la
section interne chargée de
l'évaluation des réalisations de la
Banque mondiale avait constaté
que l'on n'était pas parvenu à
ralentir le phénomène de la
déforestation en dépit de la
politique forestière menée et de
l'interdiction d'abattage dans les
forêts tropicales. L'abattage
dévastateur et illégal ne cesse
d'augmenter dans les pays en
développement.
En Indonésie par exemple, deux
importants producteurs, APP et
APRIL, ont multiplié par neuf leur
chiffre d'affaires. L'ONG Forests
and the European Union Resource
Network (FERN) a constaté que
ce résultat ne peut découler que
de pratiques illégales.
La Banque mondiale s'est
engagée à appliquer des clauses
économiques strictes et une
certification hermétique, à
instaurer des zones protégées et à
réduire la pauvreté mais il ne
reste plus aucune trace de ces
promesses dans les projets
développés récemment. Quelle
attitude le représentant belge a-t-il
adoptée auprès de la Banque
mondiale? Selon les dispositions
du gouvernement, il aurait dû
plaider en faveur de la
certification.
Le projet de la Banque mondiale
s'inscrit-il dans la lignée du projet
de mise en oeuvre de
Johannesburg à propos de
Rio+10? La Belgique participe-t-
elle au projet forestier de la
Banque mondiale qui sera lancé
au Congo?
Ces questions ont également été
posées à Mme Neyts, à M.
Tavernier et à M. Boutmans.
03.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
herziene strategie van de Wereldbankgroep die op 31 oktober 2002
werd goedgekeurd, heeft tot doel de bescherming van de bossen te
combineren met een duurzaam economisch en ecologisch beheer
ervan en tegelijkertijd een bijdrage te leveren tot de
03.02 Louis Michel, ministre: La
stratégie de la Banque mondiale,
fixée le 31 octobre 2002, tend à
associer la préservation des forêts
à une gestion des ressources
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
armoedebestrijding. De herziene strategie gaat ervan uit dat de
strategie van het verleden om beperkte bosgebieden te beschermen
dikwijls zonder veel betrokkenheid van de lokale bevolking heeft
gefaald en illegale boskap niet heeft kunnen voorkomen. In plaats
van een veeleer passieve aanpak die zich ertoe beperkt de
bosgebieden onder bescherming te plaatsen, wordt nu gepleit voor
een actief beheer van de bosgebieden waarbij de lokale bevolking
het voordeel heeft en de initiatieven door de lokale overheden
worden gedragen. Op deze wijze zullen de lokale overheden
eveneens meer geneigd zijn grotere bosgebieden onder bescherming
te plaatsen. De herziene strategie heeft niet alleen oog voor de 10 tot
20% beschermde bosgebieden, maar ook de bosgebieden die
erbuiten liggen en commercieel kunnen worden uitgebaat. Het is
belangrijk dat het beheer van deze gebieden op een duurzame wijze
gebeurt en de veelzijdige functievervulling van bossen onder
andere
op het gebied van biodiversiteit, waterbeheer,
erosiebestrijding en klimaat gevrijwaard blijft.
Ook dient de weerslag van andere economische activiteiten en van
beleidsbeslissingen in andere domeinen, bijvoorbeeld landbouw,
ruimtelijke ordening en landgebruikplanning op de bossen niet over
het hoofd gezien te worden. In afwachting van een internationaal
aanvaarde definitie van duurzaam bosbeheer is de Wereldbank
samen met de belangrijkste internationale
natuurbeschermingsorganisaties overeengekomen om een groter
gebruik van internationaal erkende criteria voor duurzaam bosbeheer
aan te moedigen. Deze criteria zijn onder meer deze van de
International Tropical Timber Organisation en organisaties zoals de
Forest Stewardship Council. De Wereldbank heeft samen met het
Wereldnatuurfonds en andere betrokkenen uit de bossector
samengewerkt om een reeks principes en criteria op te stellen voor
systemen die duurzaam bosbeheer moeten certificeren.
Bij zijn tussenkomst tijdens de bespreking van het ontwerp van de
herziene strategie heeft de Belgische uitvoerend directeur bij de
Wereldbank zijn bezorgdheid uitgedrukt over de risico's waaraan de
tropische bossen als belangrijkste bron van biodiversiteit blootgesteld
waren. Ook benadrukte hij het belang van een kwalitatief hoogstaand
certificeringsproces en vroeg hij meer aandacht voor het aanpakken
van het probleem van de illegale houtkap. Een groot deel van de
maatregelen die in de herziene strategie bepleit worden, zijn ook
terug te vinden in het implementatieplan aangenomen op de
wereldtop rond duurzame ontwikkeling te Johannesburg vorig jaar.
Ook de aanpak om partnerships met andere VN-instellingen zoals
het VN-forum rond bossen, de FAO met donorlanden en met NGO's
uit te bouwen om de strategie in praktijk te brengen reflecteert de
geest van Johannesburg. Eén van de partnerships rond duurzame
ontwikkeling die te Johannesburg werden voorgesteld en waaraan de
Wereldbank ook deelneemt is het Congo Basin Forest Initiative
waaraan naast landen als de VS, Frankrijk, Duitsland en Groot-
Brittannië ook de EU-NGO's zoals het Wereldnatuurfonds en de
Internationale Unie voor Natuurbescherming deelnemen. Ook België
heeft beslist zich bij dit initiatief aan te sluiten. In het kader van het
Belgian Partnership for Poverty Reduction zal België een deskundige
aangeworven door de Wereldbank financieren. Hij of zij moet de
Congolese regering ondersteunen bij het uitwerken van een
bosbeleid. België steunt ook reeds jaren het regionaal programma
voor milieu-informatie in het Congobekken.
forestières économiquement et
écologiquement durable. L'objectif
est également de lutter contre la
pauvreté. Il a été admis que
l'ancienne stratégie visant à
protéger des zones forestières
limitées a échoué. La protection
passive a été abandonnée au
profit d'une gestion active des
zones forestières dans le cadre de
laquelle la population et les
autorités locales peuvent prendre
des initiatives. La nouvelle
stratégie de la Banque mondiale
ne porte pas uniquement sur les
10 à 20% de zones déjà
protégées, mais également sur
des zones situées en dehors et qui
peuvent être exploitées à des fins
commerciales. L'objectif est de
gérer durablement ces zones et
de préserver les multiples
fonctions des forêts. Je songe, en
l'espèce, à la biodiversité, à la
gestion de l'eau, à la lutte contre
l'érosion et aux effets sur le
climat. Il faut également porter de
l'intérêt à d'autres activités
économiques et à d'autres
décisions politiques dans d'autres
domaines, comme l'agriculture et
l'aménagement du territoire. La
Banque mondiale préconise
l'application de critères reconnus
internationalement pour une
exploitation durable des forêts, en
attendant une définition qui fasse
l'objet d'un consensus
international. Ces critères ont déjà
été prônés par l'International
Tropical Timber Organisation et le
Forest Stewardship Council. Nous
avons collaboré avec le WWF et
d'autres instances intéressées en
vue de définir des critères pour
mettre en place des systèmes
permettant d'assurer une gestion
durable des forêts. Le directeur
exécutif belge à la Banque
mondiale a exprimé son
inquiétude au sujet des risques
auxquels sont exposées les forêts
tropicales. Il a souligné combien il
était important de prévoir une
procédure de certification de
haute qualité et de réprimer les
abattages illégaux d'arbres. La
nouvelle stratégie mise en oeuvre
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
implique l'application de mesures
s'inscrivant dans le prolongement
du plan de Johannesburg. Nous
conclurons aussi un partenariat
avec d'autres institutions
onusiennes telles que le forum
ONU consacré aux forêts, l'OAA
avec les pays donateurs et des
ONG. Un exemple de ces
collaborations est la Congo Basin
Forest Initiative à laquelle
participent, outre la Belgique, les
Etats-Unis, la France,
l'Allemagne, la Grande-Bretagne
et diverses ONG. Dans le cadre
du programme belge Partnership
for Poverty Reduction, nous
financerons un expert de la
Banque mondiale et le chargerons
d'aider le gouvernement congolais
à élaborer une politique forestière.
La Belgique soutient également le
programme régional d'information
environnementale dans le bassin
du Congo.
03.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, het
antwoord is er voor mij een duidelijke weergave van dat we in de
goede richting werken. Waarom? Ik hoor duidelijk dat er coherent
gewerkt wordt, dat er een samenwerking is met de grote
internationale organisaties die al jaren zoeken hoe de criteria uit te
schrijven die een duurzaam bosbeheer kunnen garanderen.
Diezelfde criteria zijn ook de criteria die we in Johannesburg mee
hebben goedgekeurd. Vooral concreet op het terrein, zoals bij het
initiatief in het Congobekken, zorgen we ervoor dat de partners ter
plaatse diezelfde criteria in de wetgeving en hun beleid kunnen
uitzetten.
Mijnheer de minister, ik had ook nog graag de aandacht gevestigd op
een consortium dat daar in België actief rond is. Zij hebben op 12
november een brief geschreven waarin ze vragen wat de opvolging
was van België in verband met resolutie 1516. Het zou goed zijn als
zij een antwoord zouden krijgen.
03.03 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): A l'évidence, vous
accomplissez un excellent travail
en menant une politique
cohérente, en étroite collaboration
avec quelques grandes
organisations internationales qui
cherchent depuis des années à
définir des critères de nature à
garantir une politique durable en
matière de forêts. Ces critères ont
été approuvés à Johannesburg et
pourront être transposés par nos
partenaires sur le terrain dans une
législation appropriée. Le 12
novembre 2002, un consortium
actif dans l'approche de cette
problématique avait demandé au
ministre où en était la Belgique
sur le plan du suivi de la
résolution 1.516. Aucune réponse
n'a encore été fournie.
03.04 Minister Louis Michel: Hebben zij geen antwoord gekregen?
Dat is onmogelijk.
03.04 Louis Michel, ministre:
C'est impossible.
03.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik heb de vraag een tijdje
geleden opgesteld. Toen was er nog geen antwoord.
03.05 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Au moment où j'ai
rédigé la question que je vous
adresse aujourd'hui, la réponse à
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
cette question-là ne nous était pas
encore parvenue.
03.06 Minister Louis Michel: Zij hebben zeker en vast een antwoord
gekregen. Ik zal dat nagaan.
03.06 Louis Michel, ministre: Je
vais vérifier si la réponse a déjà
été reçue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Het volgende punt aan de agenda is de vraag B267 van de heer Olivier Chastel. De heer
Chastel is echter niet aanwezig.
Vraag B344 van de heer Jo Vandeurzen is ingetrokken, omdat de heer Vandeurzen die vraag zal stellen in
de commissie voor de Sociale Zaken.
04 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de scherpe Amerikaanse reacties op de Belgische genocidewet" (nr. B379)
04 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les réactions virulentes des Américains à la loi belge de compétence universelle" (n° B379)
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de Belgische genocidewet is een zeer goed instrument om
de mensenrechten, althans in ons kleine land, aan te pakken. Ik ben
er ook fier op dat die wet bestaat.
Ik weet ook dat er misbruiken zijn. Recent werd bijvoorbeeld de zaak-
Bush aangekaart, maar dat is niet direct een juridisch gelukkig
initiatief, misschien zelfs contraproductief. Maar men mag het kind
niet met het badwater weggooien, zoals men ook de werkloosheid
niet mag aanvallen door het feit dat er misbruiken zijn inzake
werkloosheidsuitkering.
Concreet is het geval van de VS een ronduit overtrokken reactie. De
VS stelt dat Brussel niet langer zou kunnen fungeren als hoofdstad
van de NAVO. Ik meen te weten dat de VS slechts een van de
landen van de NAVO is.
Ik heb ook moeite met de voortdurende chantage door de VS als een
klein land als het onze niet naar de zin van de VS handelt. Ik denk
bijvoorbeeld aan de zaak-Piot, de dreiging om de Belgische
producten te boycotten en de chantage op kleinere lidstaten van de
Veiligheidsraad.
Ik stel ook vast dat de VS onlogisch blijft handelen. Zij treedt niet toe
tot het Strafhof. Zij weigert allerlei verdragen te onderschrijven
omdat zij geen inspecties wilt in haar eigen land, terwijl ze dat in Irak
wel eist. Zij verwijten ons een oud, antiek, oud-Europees gedrag,
terwijl zij zelf godsdienstoorlogen en kolonisatie uit de Europese 16
de
eeuw navolgen.
Vandaag is dat weer het geval. De VS verwijt ons de genocidewet,
terwijl zij er zelf een heeft uit 1789, the Alien Tort Claims Act, die
zelfs nog verder gaat dan onze genocidewet. Zij hebben die ook al in
toepassing gezien over de Filippijnen, Guatemala, Kroatië en
Zimbabwe. Zeer recent worden in de VS zelf dergelijke processen
gevoerd. Er zijn nauwelijks verschillen. Theoretisch is de VS-
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): La
loi de compétence universelle
constitue un excellent instrument.
Je n'ignore pas que des abus ont
été constatés. La réaction des
Etats-Unis est cependant
démesurée.
Le chantage perpétuel auquel
s'adonnent les Etats-Unis
lorsqu'un petit pays ne comble pas
ses désirs, me pose problème. En
outre, les Etats-Unis continuent
d'agir de façon illogique: ils n'ont
pas adhéré à la Cour pénale, ils
refusent de ratifier toutes sortes
de traités car ils rejettent l'idée
que des inspections soient
menées dans leur propre pays,
alors qu'ils exigent que l'Irak se
conforme à une telle obligation, ils
nous reprochent notre esprit veille
Europe, alors qu'ils se sont eux-
mêmes engagés dans des guerres
de religion et dans une opération
de colonisation.
C'est également le cas
aujourd'hui: l'Alien Tort Claims Act
américain de 1789 dépasse la
portée de notre loi de compétence
universelle. En théorie, il s'agit
d'une loi civile, mais elle peut
également avoir des implications
sur le plan pénal.
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
wetgeving een burgerlijke wetgeving, maar de facto heeft ook zij
strafrechtimplicaties.
Ik wens dan ook de volgende vragen te stellen.
Ten eerste, hoe reageert België tegenover de VS?
Ten tweede, werd de VS gewezen op het totaal gebrek aan
inconsequentie, wanneer zij ons die genocidewet aanwrijven?
Ten derde, als ik goed ingelicht ben, hebben uw diensten voorgesteld
dat België zich automatisch zou moeten ontdoen van alle zaken
zodra blijkt dat een land, waarvan de vermoedelijke dader de
nationaliteit heeft, in theorie een democratisch land is dat een billijke
oplossing waarborgt. Ik vind dat een gevaarlijke voorstelling van
zaken omdat er geen enkele waarborg is dat de zaak ook in het land
van herkomst aanhangig gemaakt wordt. Ik meen ook te weten dat
dit voorstel gisteren in de commissie voor de Justitie besproken
werd. Het werd geamendeerd door mevrouw Lalieux, gesteund door
de groenen, de socialisten en één lid van de MR, zodat die
wetgeving want daarom was het te doen nog altijd van
toepassing blijft op de zaak-Sharon. Graag luister ik naar uw
antwoord.
Quelle est la réaction de la
Belgique face aux Etats-Unis? La
Belgique a-t-elle déjà attiré
l'attention des Etats-Unis sur leur
absence de cohérence en ce qui
concerne la loi de compétence
universelle? Les services du
ministre auraient proposé
d'adapter la loi de sorte que l'on
se déchargerait du dossier si le
pays dont l'auteur présumé a la
nationalité est un pays
démocratique. J'estime qu'il s'agit
d'une proposition dangereuse car
il n'est absolument pas garanti
que le dossier sera pendant dans
le pays d'origine. Les
modifications apportées à la loi ne
remettraient cependant pas en
cause la pertinence de celle-ci
dans l'affaire Sharon.
04.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, collega's,
België heeft aan de Amerikaanse overheid meegedeeld dat onze
genocidewet uitgaat van onze bekommernis om onze verplichtingen
op internationaal vlak om te zetten in het Belgisch recht,
inzonderheid de conventies van Genève van 1949, de eraan
verbonden protocollen en de conventie betreffende de genocide van
1948.
Wij hebben tevens uitgelegd dat die wet eveneens de uiting is van
onze politieke wil om aan onze buitenlandse betrekkingen een
ethische basis te geven.
Dat gezegd zijnde, hebben wij ook laten weten dat wij de
bekommernissen van de VS begrijpen.
De regering onderzoekt momenteel amendementen op die wet met
het oog op het vermijden van abusieve klachten of klachten die
louter gemotiveerd zijn door politieke beweegredenen. U weet dat
gisteren in de commissie voor de Justitie amendementen werden
goedgekeurd daaromtrent.
Wat betreft de Alien Tort Claims Act van 1789, geef ik u gelijk
wanneer u zegt dat de Verenigde Staten in zeker opzicht moeilijke
problemen moeten oplossen in verband met hun buitenlands beleid.
Die Amerikaanse wet is gedurende ongeveer 200 jaar in onbruik
geraakt en werd enkele jaren geleden uit de vergeethoek gehaald
door drukkingsgroepen die daarvan gerechtelijk gebruikgemaakt
hebben om schadevergoeding en interesten te vorderen wegens
schending van de grondregels van het internationaal recht.
Er is een essentieel verschil met onze wet, want de Amerikaanse wet
maakt geen deel uit van het strafrecht. Die wet laat enkel toe
burgerlijke schadevergoeding te bedingen en toe te wijzen. Het
toepassingsgebied is nochtans uitgebreider dan onze wet, daar ze
04.02 Louis Michel, ministre: La
Belgique a indiqué aux autorités
américaines que la loi de
compétence universelle a
transposé en droit belge les
obligations internationales,
principalement la Convention de
Genève de 1949 et la Convention
sur le génocide de 1948, qu'elle
est tenue de respecter. Cette loi
reflète également notre volonté de
jeter des bases éthiques
conditionnant nos relations
internationales. Nous comprenons
toutefois les préoccupations des
Etats-Unis.
Le gouvernement examine
actuellement des amendements
qui devraient éviter les abus. Des
amendements ont été adoptés,
hier, en commission de la Justice.
L'Alien Tort Claims Act était tombé
dans l'oubli depuis 200 ans
environ mais, il y a quelques
années, des groupes de pression
ont rappelé son existence.
Il y a une différence essentielle
avec notre législation, car la loi
américaine ne fait pas partie du
droit pénal. Son champ
d'application est toutefois plus
étendu.
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
kan ingeroepen worden op heel verschillende vlakken zoals
bijvoorbeeld leefmilieu, maatschappelijke rechten of mensenrechten
in de brede zin van het woord.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Ik kan u volgen als u zegt dat de wet
uitgebreider is. Ingevolge het strafrecht is er een discussie onder
juristen omdat deze wet inderdaad vooral burgerlijk is, maar ook in
bestraffingen voorziet. Dus onrechtstreeks zeggen juristen mij dit. Ik
heb hier de teksten bij.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): La
loi américaine prévoit aussi une
sanction. Je maintiens que nous
ne pouvons pas abandonner la
question sans avoir la garantie
d'une procédure dans le pays
d'origine.
De voorzitter: U moet niet altijd geloven wat juristen zeggen. Ik ben er zelf een en ik heb er nogal wat in
de familie. Dus wees altijd heel voorzichtig met interpretaties die juristen geven.
04.04 Ferdy Willems (VU&ID): Dat zijn uw woorden. (...) Ik vind het
een mooie discussie, maar ik blijf bij mijn opmerking dat het weinig
zin heeft dat België zich automatisch zou ontdoen van klachten,
wanneer in het land van herkomst ook een dergelijke procedure
loopt. We hebben dan immers geen enkele waarborg dat die klacht
inderdaad behandeld wordt. Dat blijft een fundamentele opmerking.
Als we over die wet in de Kamer moeten stemmen, zal ik mij dan ook
om die reden onthouden.
04.04 Ferdy Willems (VU&ID): Si
un vote a lieu sur cette loi, je
m'abstiendrai.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de concrete omstandigheden en gevolgen van de Belgische wapenleveringen aan het
Verenigd Koninkrijk" (nr. B381)
05 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les modalités exactes des livraisons d'armes belges au Royaume-Uni et leurs conséquences"
(n° B381)
05.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb die vraag vorige donderdag ook voorgelegd aan de
premier. Zijn antwoord voldeed mij helemaal niet. Hij antwoordde dat
er altijd al vergunningen verleend werden aan NAVO-landen, waarbij
ik wel de vraag stel of dit dan ook gebeurt als die NAVO-landen,
zoals in dit geval duidelijk het geval is, een onrechtmatige oorlog
voeren? Over dit laatste is geen discussie: iedereen in dit land is die
mening toegedaan, zeker in regeringskringen. Men heeft ook gezegd
dat Engeland al wapens krijgt sinds 1990: voor 28 miljoen in 2000 en
voor 53 miljoen in 2001. Mijn vraag gaat echter over de recente
wapenleveringen aan Groot-Brittannië, dus op het moment dat dit
land dreigt in een onrechtmatige oorlog verwikkeld te geraken. De
premier heeft ook gezegd dat er een eenvoudige procedure is en dat
die nog eenvoudiger zal worden, maar ten eerste, is die procedure
nog niet van toepassing en ten tweede, opnieuw, is die eenvoudige
procedure ook van toepassing op het moment dat een onrechtmatige
oorlog wordt gevoerd? Ik geef een heel gemakkelijke vergelijking.
Wij bedreigen de Turken ermee dat ze niet in Europa worden
toegelaten indien ze een onrechtmatige oorlog zouden voeren in
Noord-Irak, maar we nemen niet dezelfde logica aan tegenover
Groot-Brittannië wanneer het een onrechtmatige oorlog voert in Irak.
Daarom wens ik u een aantal vragen te stellen, want ik heb er geen
antwoord op gekregen. De eerste zes vragen zijn louter technisch.
05.01 Ferdy Willems (VU&ID):
J'ai posé cette question, jeudi
dernier, au premier ministre. Sa
réponse, selon laquelle nous
avons toujours accordé des
licences aux pays de l'OTAN, ne
m'a pas satisfaite. Accordons-
nous donc également des licences
aux pays de l'OTAN qui mènent
une guerre illégitime?
Nous menaçons de refuser
l'adhésion de la Turquie à l'UE, si
ce pays envahit le Nord de l'Irak,
mais nous laissons faire la
Grande-Bretagne. Où est la
logique?
Je souhaiterais poser quelques
questions techniques. Combien de
fusils-mitrailleurs Minimi sont-ils
livrés? Quand avons-nous
marqué notre accord à ce propos?
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Hoeveel Minimi's werden geleverd? Wanneer werd die goedkeuring
geleverd? Ik kreeg graag de juiste datum. Welk lid of welke leden
van de regering hebben die beslissing genomen? Men heeft mij
gezegd dat u die beslissing genomen hebt. Werd die beslissing ter
kennisgeving of ter bekrachtiging er is een verschil aan de
andere leden van de regering of aan de regering zelf gegeven? Werd
bij het nemen van deze beslissing ook rekening gehouden met het
standpunt dat de Britse regering toen innam, namelijk een
oorlogsstandpunt? Werden die wapens effectief geleverd? Wanneer?
Dan kom ik bij mijn zevende vraag, die wel een politieke vraag is. Is
dit geen indirecte oorlogsdaad? Ik volg hier dezelfde logica voor de
wapentransporten, waar wij uiteraard ook tegen zijn. Het kan niet zijn
dat verplichtingen om dingen te leveren doorgaan op het moment dat
het land waaraan men levert, manifest elk internationaal recht aan
het schenden is. Wij geven geen moordwapens aan vrienden, a
fortiori niet aan vrienden. Het is in de Kamer ook door een collega
gezegd, de heer Decroly. Het gaat toch niet op dat u die wapens gaat
leveren op het moment zelf dat die oorlog daar bezig is! Dit kan niet,
dit is onlogisch tot in het kwadraat. Er zijn precedenten voor. België
heeft dezelfde houding aangenomen in 1991, toen het obussen heeft
geweigerd aan Groot-Brittannië in de eerste Golfoorlog.
Cette décision a-t-elle été
présentée pour information ou
pour ratification aux autres
membres du gouvernement ou au
gouvernement? Avons-nous, dans
le cadre de cette décision, tenu
compte de l'état de guerre de la
Grande-Bretagne? Ces armes ont-
elles effectivement été livrées et
quand l'ont-elles été?
Cette livraison ne constitue-t-elle
pas indirectement un acte de
guerre? Une obligation de livrer
des marchandises reste-t-elle
d'application si le pays
destinataire viole le droit
international? Il y existe des
précédents: la Belgique a adopté
la même attitude en 1991,
lorsqu'elle a refusé des obus à la
Grande-Bretagne au cours de la
première guerre du Golfe.
05.02 Minister Louis Michel: Die tol betalen wij nog altijd.
05.02 Louis Michel, ministre:
Nous le payons toujours cher.
05.03 Ferdy Willems (VU&ID): Ik vind dat dus niet, maar goed. Op
dit moment heeft Zweden wel de moed om die wapens te weigeren.
Ik kom bij mijn laatste vraag. Wordt het nu geen tijd om de
wapenindustrie in Vlaanderen en in Wallonië ik maak er echt geen
communautaire historie van te herdenken? Het kan niet zijn dat
ons land dat een zeer pacifistische houding aanneemt in de wereld,
een van de voornaamste wapenleveranciers blijft. Dit is een
contradictio in terminis, dit is een achillespees voor een goed beleid.
Mijnheer de minister, ik heb u van in 1999, toen nog in de oppositie,
gefeliciteerd voor allerlei dossiers. Ik heb u nog onlangs gefeliciteerd,
van man tot man, met uw houding in Irak toen u in ander verband
een zeer moedige houding aannam. In dit geval kan ik niet anders
dan zeggen dat dit totaal onlogisch is. Het totaal pacifistische land
België kan niet doorgaan met wapens te leveren aan een land dat
een internationale oorlog voert tegen alle rechten in. Het wordt dus
tijd dat men aan reconversie denkt, want net als bij de steenkool
moet men er op tijd bij zijn, anders zullen wij opnieuw een sociale
puinhoop creëren. Dit is een moreel onhoudbare situatie op termijn.
05.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je
ne partage pas ce point de vue.
Ne devons-nous pas nous
interroger sur l'industrie de
l'armement dans notre pays? il y a
une énorme contradiction dans le
fait que la Belgique adopte une
attitude pacifiste dans le monde
tout en restant un des plus grands
fournisseurs d'armes.
05.04 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, het Verenigd
Koninkrijk is tegelijkertijd lid van de Europese Unie en partner van de
NAVO. Het is niet de gewoonte om vergunningsaanvragen te
weigeren voor die landen, noch in België noch in de andere lidstaten
van deze organisaties.
Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke en regelmatige koper van
militaire uitrusting van Belgische makelij. Uit de verslagen, die ik aan
het Parlement voorleg, blijkt dat het aantal goedgekeurde
vergunningen voor het Verenigd Koninkrijk oploopt tot:
05.04 Louis Michel, ministre: Le
Royaume-Uni est à la fois
membre de l'Union européenne et
de l'OTAN. Il n'est pas conforme à
l'usage de refuser une licence à
ces pays.
Le nombre de licences
approuvées pour le Royaume-Uni,
qui a toujours constitué un
destinataire important et régulier
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
28 vergunningen in 1999 voor een bedrag van 51 miljoen euro,
28 vergunningen in 2000 voor een bedrag van 34 miljoen euro,
53 vergunningen in 2001 voor een bedrag van min of meer
74 miljoen euro. Voor 2002 kan het bedrag van de leveringen op min
of meer 30 miljoen euro worden geschat.
Het Verenigd Koninkrijk koopt sinds 1990 Minimi's van België. De
aanschaf van Minimi's door het Britse leger volgt uit een studie en
onderzoeksprogramma, uitgevoerd door het Britse leger in de jaren
'90. Het gaat hier dus om regelmatige aankopen volgens een
programma, gespreid over verscheidene jaren. De laatst toegekende
vergunning van februari 2003 dient in dit kader te worden geplaatst.
Ik kan u onmogelijk zeggen of de wapens reeds werden geleverd.
Verder beschikken wij over geen enkele aanduiding dat ze in Irak
zullen worden gebruikt. Het is namelijk zo dat de Britse strijdkrachten
ook aanwezig zijn in Sierra Leone, in Afghanistan en in de Balkan.
De beslissingen betreffende de toegekende vergunningen voor het
Verenigd Koninkrijk gebeuren in het kader van prerogatieven, die
door de wet aan de betrokken minister worden voorbehouden. Dat
weet u.
d'équipement militaire belge, a
augmenté régulièrement au cours
des dernières années.
Depuis 1990, le Royaume-Uni
achète des Minimi très
régulièrement. La dernière licence
approuvée, datant de février
2003, s'inscrit dans ce cadre.
Je ne sais si cette livraison a déjà
eu lieu. Il n'y a d'ailleurs aucune
indication que ces armes sont
utilisées en Irak: l'armée
britannique est également active
en Sierra Léone, en Afghanistan
et dans les Balkans.
Vous savez que les décisions
concernant les licences attribuées
au Royaume-Uni sont toujours
prises dans le cadre de
prérogatives qui sont réservées au
ministre compétent en vertu de la
loi.
Pour la dernière question, je ne suis absolument pas d'accord de
parler de reconversion. La reconversion économique de cette
industrie dépend d'abord de cette industrie. Ensuite, comme j'ai déjà
eu l'occasion de le dire, l'industrie de l'armement n'est pas, par
définition, immorale. Elle est nécessaire: en effet, je ne pense pas
qu'une démocratie, un État démocratique par exemple ou une armée
puisse faire sans armes. Je ne pense pas qu'on puisse imaginer la
Belgique, qui est une démocratie avancée, sans armes. On ne peut
pas imaginer une police sans armes. Il faut donc cesser de diaboliser
systématiquement l'industrie de l'armement. Il y a une industrie de
l'armement aussi bien en Flandre qu'en Wallonie. Cette industrie de
l'armement va plutôt dans le bon sens, en tout cas celle que je
connais bien et qui développe une recherche notamment au niveau
de la traçabilité. Elle est très en avance sur cette question. Je ne vois
donc pas pourquoi il faudrait fausser une industrie de pointe qui
jusqu'ici, me semble-t-il, n'a pas pratiqué de choses immorales et qui
s'en tient strictement au respect de la loi. Je ne vois pas pourquoi il
faut, par principe, considérer que cette industrie devrait disparaître
au profit d'autres.
D'abord, reconvertir une industrie comme celle de l'armement, ce
n'est pas quelque chose qu'on fait comme cela, du jour au
lendemain. Évidemment, on peut diversifier progressivement le
produit de l'entreprise en question, ce qui est fait du reste. Par
exemple, ils mettent l'accent sur les armes de chasse. Un effort est
réalisé de ce côté-là. Cependant, le marché de la diversification ne
permet pas à cette entreprise de survivre. Il ne s'agit pas ici de faire
n'importe quoi. Bien sûr, on peut différer d'opinions, je suis d'accord.
Seulement, nous sommes encore liés par une alliance avec des pays
comme la Grande-Bretagne. Jusqu'ici, tous les pays européens
respectent cette alliance et j'ai l'intention de la respecter aussi. Vous
pouvez avoir là-dessus une autre opinion que moi mais je ne suis
pas d'accord avec votre point de vue.
Wat uw laatste vraag betreft, ga ik
er niet mee akkoord om over
reconversie te spreken.
De wapenindustrie is niet per
definitie immoreel. Met moet
ophouden met haar te
demoniseren. Er is wapenindustrie
in Vlaanderen en in Wallonië; het
is een speerpuntindustrie en men
moet er niet principieel van
uitgaan dat zij moet verdwijnen.
Overigens ontplooit zij reeds
andere activiteiten, met name
door het produceren van
jachtwapens. De term reconversie
is hier dus niet op zijn plaats.
Men dient zich aan bepaalde
regels te houden. We moeten
onze alliantie met Groot-Brittannië
eerbiedigen.
Ik ben het dus daarover met u niet
eens.
05.05 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de minister, ten eerste, ik
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
heb geen antwoord gekregen op een aantal heel concrete vragen. Er
was de datum. Wanneer zijn de dingen goedgekeurd? Dat is niet
onbelangrijk in dit dossier.
(...)
Ik zal dat krijgen.
05.06 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de minister, het is uitzonderlijk
dat jullie van mening verschillen.
05.07 Minister Louis Michel: Het is de eerste keer.
05.08 Ferdy Willems (VU&ID): Neen, het gebeurt wel meer. Het is
hier echter toch wel fundamenteel. U zegt dat dit regelmatige
leveringen zijn. Dit gebeurt echter op een moment dat er heel
onregelmatige dingen gebeuren met die leveringen. U zegt dat die
wapens niet in Irak zijn. De Britse pers schrijft dat die daar wel
degelijk zijn. Ze schrijven dat ze in Koeweit zijn en dat ze op dit
moment worden gebruikt. U zegt dat het regelmatige contracten zijn
die we uitvoeren. Dit zijn regelmatige contracten in een
onregelmatige en illegale oorlog.
Ten slotte, u stelt heel uitdrukkelijk dat de productie van wapens niet
a priori immoreel is. Dat is juist. Wapenproductie wordt echter
immoreel wanneer men wetens en willens levert aan een land dat
een immorele oorlog aan het voeren is. Dit is een houding die
onmogelijk aan te houden is. We kunnen niet tegelijkertijd de
vredesapostel zijn en wapens leveren, wetende aan wie we leveren
en waarvoor ze gebruikt worden. Ze worden namelijk gebruikt voor
een illegale oorlog. Dit is en blijft mijn standpunt. Met alle respect
voor uw persoon, maar ik volg u hier absoluut niet.
05.08 Ferdy Willems (VU&ID):
Quand la décision a-t-elle été
prise? Le ministre affirme qu'il y a
des livraisons régulières et que les
armes ne se trouvent pas en Irak.
Selon la presse britannique, elles
se trouvent au Koweït et il en est
fait usage en ce moment.
La fabrication d'armes n'est, en
effet, pas a priori immorale. Elle le
devient toutefois lorsque l'on livre
en connaissance de cause des
armes à un pays qui mène une
guerre immorale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de eerste minister en aan de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over "de dreiging van de kandidaat EU-lidstaat Turkije om het
Koerdische deel van Noord-Irak binnen te vallen en te bezetten" (nr. B382)
06 Question de M. Guido Tastenhoye au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères sur "le risque d'une invasion puis d'une occupation du Kurdistan irakien
par la Turquie, pays candidat à l'adhésion à l'UE" (n° B382)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères.)
06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de Iraakse Koerdenleiders Barzani en Talabani
hebben het lot van hun volk, de Koerden die in Noord-Irak leven,
grotendeels in handen van de Amerikanen gelegd. Hun uiteindelijk
doel is een nagenoeg onafhankelijke staat in het leven te roepen
zoals die het afgelopen decennium de facto heeft gefunctioneerd in
het Noorden van Irak. Officieel stellen ze zich tevreden met een
forse autonomie binnen het kader van een vernieuwde Iraakse
eenheidsstaat.
Dat is echter zonder de Turken gerekend. Het afgelopen weekend
06.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Les dirigeants
kurdes irakiens ont placé le sort
de leur peuple entre les mains des
Américains, dans le but ultime de
créer un état kurde quasiment
indépendant. Dans l'intervalle, la
situation demeure floue en ce qui
concerne l'invasion éventuelle du
Nord de l'Irak par les Turcs. Le
premier ministre a fait savoir
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
kregen we in de media zeer tegenstrijdige berichten over het al dan
niet binnentrekken van Turkse troepen in het Noorden van Irak.
Volgens sommige bronnen waren de Turken binnengedrongen. Er
werd gewag gemaakt van 1.500 eenheden. Er zouden tanks
aanwezig zijn tot 15 kilometer op het Iraakse grondgebied. Andere
bronnen ontkenden de berichten. Het blijft onduidelijk wat er van die
mogelijke Turkse invasie in Noord-Irak aan is.
Dat heeft u en eerste minister Verhofstadt echter niet belet om het
voorbije weekend hierover reeds uitspraken te doen. De eerste
minister stelde dat, indien er sprake is van een Turkse invasie hij
zou dat laten onderzoeken de NAVO-bijstand aan Turkije moet
worden herbekeken. De NAVO-bijstand was immers defensief
bedoeld. U weet dat de NAVO Awacs-toestellen naar Turkije heeft
gestuurd en Patriot-raketten. Als ik goed ingelicht ben, worden de
Awacs-toestellen voor een deel bemand door Belgen. We zijn
betrokken. De eerste minister heeft ermee gedreigd de defensieve
maatregelen van de NAVO te zullen herbekijken. U bent nog een
beetje verdergegaan. Op de RTBF hebt u gesteld dat ook de
toetreding van Turkije tot de Europese Unie in het gedrang zou
kunnen komen, mocht Turkije Irak binnenvallen. Vandaag lees ik in
de kranten dat België, Duitsland en Nederland druk zouden hebben
uitgeoefend op de Turken om Irak niet binnen te trekken. Men weet
dat de Amerikanen eveneens grote inspanningen leveren om te
verhinderen dat de Turken tot een invasie zouden overgaan. Feit is
dat het Turkse parlement het leger groen licht heeft gegeven om,
indien het het nodig acht, desgevallend Noord-Irak binnen te vallen.
Mijnheer de minister, wat is uw perceptie van de toestand? Wat is de
houding van België? Welke drukkingsmiddelen worden momenteel
gebruikt ten opzichte van Turkije?
qu'en cas d'invasion, l'aide de
l'OTAN à la Turquie serait
reconsidérée, en ce sens qu'elle
revêt un caractère exclusivement
défensif. Le ministre des Affaires
étrangères a déclaré que
l'adhésion de la Turquie à l'UE
pourrait être remise en question.
Le Parlement turc a malgré tout
autorisé l'armée à envahir le Nord
de l'Irak.
Quelle est l'attitude du ministre
face à cette situation? Quelle est
l'attitude de la Belgique?
Comment est-il fait pression à
l'égard de la Turquie?
06.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
Turkse minister van Buitenlandse Zaken heeft het gerucht dat het
voorbije weekend circuleerde volgens hetwelke Turkse soldaten de
Turks-Irakese grens zouden overschreden hebben, officieel ontkend.
Er is vastgesteld dat er geen troepenbewegingen plaatsvonden.
Een aantal Turkse soldaten is reeds 12 jaar aan de grens met Irak
aanwezig. Deze aanwezigheid is bedoeld om de Turkse grens te
beschermen. In de gegeven omstandigheden zouden deze soldaten
ertoe gebracht kunnen worden maatregelen te nemen om een
humanitaire crisis te voorkomen of te lenigen in geval van toevloed
van vluchtelingen aan de grens.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen legitieme
maatregelen van ontplooiing van een beperkt aantal soldaten aan de
grens om veiligheidsvoorzieningen te treffen en de opvang van
vluchtelingen te verzekeren enerzijds, en een deelname aan het
conflict in Irak, anderzijds.
Turkije heeft nogmaals de verzekering gegeven dat er geen sprake
was van die laatste optie. België heeft net zoals een aantal van haar
Europese partners de aandacht van Turkije willen vestigen op de
gevolgen die sommige beslissingen zouden kunnen hebben. Het gaat
dan in het bijzonder over de overschrijding van de legitimiteit. Dat
heeft men tot nu toe vermeden. Deze gevolgen zouden slaan op de
beschermingsmaatregelen die genomen zijn voor Turkije op basis
06.02 Louis Michel, ministre: Le
ministre turc des Affaires
étrangères a démenti, la semaine
dernière, l'existence de
mouvements de troupes à la
frontière entre la Turquie et l'Irak.
Depuis 12 ans, des soldats trucs
sont stationnés aux abords de
cette frontière en vue d'assurer sa
défense. Ces soldats peuvent
aussi être éventuellement
engagés dans le cadre de l'accueil
de réfugiés.
La Turquie a une nouvelle fois
confirmé qu'elle n'avait nullement
l'intention de prendre part au
conflit irakien. Tout comme
d'autres pays européens, la
Belgique a voulu attirer l'attention
de la Turquie sur les
conséquences que certaines
décisions pourraient avoir sur le
plan des mesures de protection de
l'OTAN. Il conviendrait également
de réfléchir aux répercussions
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
van artikel 4 van het NAVO-verdrag. Er zou ook zonder twijfel
moeten worden nagedacht over de mogelijke impact van een
eventuele Turkse militaire actie op de toetreding tot de Europese
Unie.
qu'aurait une action militaire
turque sur l'éventuelle adhésion
du pays à l'Union européenne.
06.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
wij danken de regering voor het standpunt dat ze met betrekking tot
deze kwestie inneemt. Wij denken dat dit het juiste standpunt is. Wij
zullen dan ook blijven aandringen dat Turkije op alle mogelijke
wettelijke manieren verhinderd wordt om Noord-Irak binnen te
dringen.
06.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Nous nous
réjouissons de la position adoptée
par le gouvernement. Nous
continuerons à insister sur la
nécessité d'empêcher par tous les
moyens légaux la Turquie
d'envahir le Nord de l'Irak.
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, er is een verschil in interpretatie tussen uw standpunt en dat van de
eerste minister.
06.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
het is niet aan u om deze vaststelling te doen. Daarmee valt u
volledig uit uw rol.
De voorzitter: Dat doe ik dan met plezier wanneer het gaat over u en uw politieke partij, mijnheer
Tastenhoye.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de M. Bernard Baille au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la Charte européenne pour les langues régionales" (n° B413)
07 Vraag van de heer Bernard Baille aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het Europees handvest voor regionale talen" (nr. B413)
07.01 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, la Charte européenne pour les langues
régionales ou minoritaires a été ouverte à la signature, le 5
novembre 1992, et devait être ratifiée par cinq pays au moins pour
pouvoir entrer en vigueur; ce qui a été le cas le 1
er
mars 1998. A
l'heure actuelle, près de 30 pays ont signé le document et plus d'une
dizaine l'ont ratifié.
Cette charte est un document extrêmement souple qui permet à
chaque pays signataire de tenir compte des spécificités propres à
chacune des langues envisagées ainsi que de ses propres structures
institutionnelles.
Chaque Etat ayant signé la charte doit y faire figurer, en annexe, une
liste des paragraphes ou alinéas, puisés dans la charte, qu'il souhaite
pouvoir appliquer. Pour mémoire, le Conseil régional de la
Communauté française avait organisé à Namur, en mai 2000, un
colloque reprenant les différents articles et paragraphes à
déterminer. Certains documents existent, reprenant ces textes.
L'Union européenne a organisé une cérémonie de clôture de "2001,
Année européenne des Langues", afin de promouvoir la diversité
linguistique et, notamment, l'usage des langues régionales.
Dernièrement, le Courrier International a publié une liste reprenant
l'ensemble des différentes langues de la planète.
07.01 Bernard Baille (ECOLO-
AGALEV): Het Europees
Handvest voor de regionale of
minderheidstalen is thans door 30
landen ondertekend en door een
tiental andere landen
geratificeerd. Het betreft een
uiterst soepel handvest dat het
mogelijk maakt rekening te
houden met specifieke situaties.
Tevens biedt het elk ondertekend
land de mogelijkheid om de
bepalingen ervan slechts
gedeeltelijk toe te passen.
Wegens ons ingewikkeld federaal
bestel heeft België het nog niet
ondertekend. Dat handvest zou
het mogelijk te maken de actie
van degenen die de regionale
talen in Wallonië en Brussel
verdedigen en promoten te
legitimeren. Wanneer zal België
het Handvest ratificeren?
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Mais, à l'heure actuelle, la Belgique n'a toujours pas signé cette
charte en raison des difficultés engendrées par son système fédéral
particulièrement complexe, où deux Communautés ont une approche
un peu différente de leurs langues minoritaires ou régionales, la
Communauté française considérant que des parlers régionaux
comme le champenois, le francique, le lorrain, le picard et le wallon
méritent protection et promotion, ce qui n'est pas nécessairement le
cas de la Communauté flamande pour laquelle les dialectes du
néerlandais n'ont rien à voir avec une charte car ils sont liés à des
facteurs d'origine idéologique et historique mais non linguistique.
Sans confondre la "Charte" avec "la Convention-cadre pour la
protection des minorités nationales", sa signature et sa ratification
sont importantes et cela ne pourrait que légitimer davantage l'action
de ceux qui souhaitent la protection et la promotion des langues
régionales en Communauté française Wallonie-Bruxelles, tant au
plan symbolique qu'au plan concret.
Monsieur le ministre peut-il me dire quand la Belgique ratifiera cette
Charte européenne?
07.02 Louis Michel, ministre: Cette charte a fait l'objet de
discussions lors de la réunion du groupe Traité mixte, dans le cadre
du comité interministériel de la politique extérieure, la dernière en
date du 13 janvier 2003.
Je tiens à souligner que le caractère mixte vis-à-vis des
Communautés et de la Région wallonne a été arrêté mais qu'un
problème subsiste quant au caractère mixte vis-à-vis de la Région de
Bruxelles-Capitale.
Le représentant de la Région de Bruxelles-Capitale a signalé que
celle-ci ne peut pas envisager la signature de la charte, étant donné
que cela lui poserait des problèmes juridiques insurmontables. C'est
pourquoi il a été proposé d'interroger le Conseil de l'Europe sur les
possibilités d'exclure la Région de Bruxelles-Capitale du champ
d'application de la charte.
Le service Conseil de l'Europe du service public fédéral Affaires
étrangères a entrepris une telle démarche auprès du Conseil de
l'Europe. Nous attendons encore une réponse de Strasbourg. Par
ailleurs, la signature de la charte susmentionnée est considérée
comme prioritaire tant par la Communauté française que par la
Région wallonne. C'est la raison pour laquelle nous insistons pour
agir rapidement.
07.02 Minister Louis Michel: Dat
Handvest werd besproken in de
groep "gemengde verdragen" in
het kader van het Interministerieel
Comité voor het Buitenlands
Beleid. Het gemengd karakter
werd vastgesteld ten aanzien van
de Gemeenschappen en het
Waals Gewest, maar niet ten
aanzien van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. De
vertegenwoordiger van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
heeft erop gewezen dat het de
ondertekening van het handvest
niet kan overwegen wegens
onoverkomelijke juridische
redenen. Daarom werd
voorgesteld de Raad van Europa
te ondervragen over de
mogelijkheid om het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest uit het
toepassingsgebied van het
handvest te schrappen. Wij
wachten op een antwoord van
Straatsburg. De ondertekening
van dit handvest wordt trouwens
als prioritair beschouwd door de
Franse Gemeenschap en door het
Waalse Gewest. Wij dringen er
dus op aan om snel te handelen.
07.03 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Monsieur le ministre, je
vous remercie pour ce complément d'informations que je pourrai
rapporter à mes mandants.
07.03 Bernard Baille (ECOLO-
AGALEV): Ik zal uw antwoord aan
mijn opdrachtgevers overbrengen.
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag B195 van de heer Servais Verherstraeten wordt ingetrokken.
08 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de illegaliteit van de oorlog tegen Irak" (nr. B421)
08 Question de Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'illégalité de la guerre contre l'Irak" (n° B421)
08.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, niettegenstaande de wereldwijde massale
tegenstand hebben de Verenigde Staten eenzijdig beslist de oorlog te
verklaren aan Irak. Daarmee schenden ze duidelijk resolutie 1441. Zij
schrikken er niet voor terug hiervoor de term "preventieve oorlog" te
gebruiken.
Deze oorlog is illegaal, is juridisch een agressieoorlog en als zodanig
een zware schending van het VN-charter. We kunnen hier dan ook
spreken van een van de ergste inbreuken tegen het internationaal
recht. De laatste dagen wilden internationaal honderden juristen het
internationale recht meer op de voorgrond brengen, via open brieven
kenbaar maken wat deze schending betekent en vragen daartegen
op te treden. Daarnaast stellen ze onomwonden dat elke
ondersteuning aan een dergelijke oorlog in welke vorm dan ook een
schending is van het VN-principe dat landen niet toelaat geweld te
gebruiken tenzij onder bepaalde voorwaarden. Het VN-charter is
immers hetgeen alle landen bindt om wereldwijd vrede en veiligheid
te garanderen zonder gebruik van geweld. Artikel 51 van dat charter
bepaalt dat een land het recht heeft zich te verdedigen op
voorwaarde dat het wordt aangevallen. Dit artikel wordt hier duidelijk
geschonden.
Het werd al genoeg gezegd en het kan niet genoeg worden herhaald
dat er talloze andere mogelijkheden zijn of waren. Naast de VN-
inspecties kunnen we ook het middel van een internationaal tribunaal
niet veronachtzamen. Vandaag zouden de Arabische Liga, Rusland,
de ongebonden landen en een aantal Europese landen waarvan het
mij niet duidelijk is welke, het initiatief hebben genomen om bij
urgentie de Algemene Vergadering bijeen te roepen. Dit zou hopelijk
kunnen leiden tot een VN-resolutie van vrede die het optreden van
de Verenigde Staten veroordeelt en het einde van de oorlog vraagt.
Heeft België dit initiatief mee ondersteund? Werden er daarnaast
misschien door onze VN-ambassadeur andere initiatieven genomen,
al dan niet samen met Europese collega's, om de illegaliteit van de
oorlog te laten vaststellen? Indien dat niet het geval is, mogen we de
minister dan verzoeken de ambassadeur te vragen eerstdaags een
initiatief te nemen? Dit is belangrijk omdat er nood is aan een
politieke uitspraak.
Daarnaast wordt er de jongste dagen veel gediscussieerd over
internationaal recht en moeten we ook tot een juridische uitspraak
komen. Is België bereid om ook in die zaak initiatief te nemen en het
onderzoeken van de illegaliteit van de oorlog voor te leggen aan het
Internationaal Gerechtshof in Den Haag? We hebben immers het
Internationaal Gerechtshof opgericht om conflicten tussen staten te
08.01 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): La guerre menée par les
Etats-Unis contre l'Irak constitue
une agression et est dès lors
contraire à la charte de l'ONU. De
nombreux juristes internationaux
en ont souligné les conséquences.
La Ligue arabe, la Russie et
quelques autres pays auraient pris
l'initiative de demander que
l'assemblée générale de l'ONU se
réunisse d'urgence. Une résolution
condamnant
l'intervention
américaine pourrait y être adoptée
La Belgique soutient-elle cette
initiative? Notre ambassadeur
auprès de l'ONU a-t-il lui-même
entrepris certaines démarches?
Dans la négative, je demande au
ministre de l'y inviter. La Belgique
demandera-t-elle à la Cour
internationale de Justice de La
Haye de vérifier si cette guerre est
conforme au droit international?
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
regelen en als dusdanig zijn zij bevoegd daarover een oordeel te
vellen.
08.02 Minister Louis Michel: Ik dacht dat het standpunt van de
regering al bekend was, maar ik zal het nog eens herhalen.
08.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Het is mij bekend,
mijnheer de minister, maar waar het mij vooral om gaat, is of wij met
dat standpunt...
08.04 Minister Louis Michel: Wel, beste collega, de Veiligheidsraad
van de VN was en is het multilateraal diplomatiek spoor om
ontwapening en het opdoeken van de massavernietigingswapens te
bekomen en dus om deze oorlog te voorkomen. Aangezien België op
dit ogenblik geen zitting heeft in de Veiligheidsraad, kan het ook
geen rechtstreekse invloed uitoefenen op de besprekingen die er
plaatsgrijpen. Ik kan derhalve niet vragen aan mijn ambassadeur om
een initiatief te nemen in de Veiligheidsraad, maar ik heb hem wel de
instructie gegeven om het Belgische standpunt met kracht te doen
kennen en te verdedigen bij de leden van die raad. Het standpunt
van de Belgische regering ten voordele van een politieke en
diplomatieke oplossing en het oordeel dat die middelen nog niet
waren uitgeput, werden met klem verdedigd in de Europese en
Atlantische instellingen en ook in de bilaterale betrekkingen met de
Verenigde Staten.
Het gepaste forum om te handelen over de overgebleven en open
vraagstukken is en blijft de UNO-Veiligheidsraad. Indien deze
kwestie wel terecht werd aangestipt in de commissie Mensenrechten
in Genève, dan meen ik toch dat we moeten vermijden dat daardoor
een te zware schaduw wordt geworpen op de werkzaamheden van
die commissie, waarvan de taken in eerste instantie de verdediging
en de promotie van de mensenrechten blijven. Dit zeggende ben ik
gisteren in Genève een toespraak gaan houden en ik ben ingegaan
op het Iraakse conflict. Ik heb zeer duidelijk het standpunt van België
gisteren in Genève herhaald in de commissie Mensenrechten.
Wat betreft de Europese solidariteit wil ik u verzekeren dat ik ze in
alle omstandigheden zal bevorderen, zonder echter mijn
overtuigingen ten gronde op te geven. Deze Europese coördinatie
blijft aan de orde, zowel in de Ministerraad als in New York tussen de
15 delegaties. Veeleer dan een juridische discussie aan te gaan die
louter academisch dreigt te blijven en de deelnemers slechts gaat
verstrakken in hun eigen overtuiging, wens ik mij in te zetten om een
eigen en belangrijke rol terug te bezorgen aan de internationale
organisaties en in eerste instantie aan de Verenigde Naties. Hoewel
ik uw inzichten omtrent de legitimiteit van de huidige militaire
operaties in grote mate deel, ben ik overtuigd dat het aangaan van
een juridisch debat op dit ogenblik zou bijdragen tot een verdere
verzwakking van de instellingen en dat lijkt mij niet opportuun. De
UNO-Veiligheidsraad is en blijft de enige instelling die dergelijke
militaire operaties kan wettigen. De Veiligheidsraad zal naar de wens
van eenieder een belangrijke rol moeten vervullen in de heropbouw
van de Iraakse samenleving. We zullen hem de middelen moeten
verschaffen om een herhaling te vermijden van hetgeen we nu
hebben meegemaakt. Ten slotte kan ik u verzekeren dat de regering
er nauwgezet zal op toezien dat het humanitaire recht en het
08.04 Louis Michel, ministre: La
Belgique ne siège pas au Conseil
de sécurité, qui est le forum le
plus approprié pour cette
discussion, et ne peut donc y
prendre d'initiative. J'ai toutefois
demandé à notre ambassadeur de
faire connaître la position de la
Belgique et de la défendre auprès
des membres du conseil. Il s'est
conformé à ces instructions.
Cette question peut être évoquée
au sein de la commission des
droits de l'homme à Genève, mais
elle ne doit pas empiéter sur les
travaux de cette commission, à
savoir la défense et la promotion
des droits de l'homme.
Néanmoins, j'y ai tenu, hier, une
allocution au cours de laquelle j'ai
abordé le conflit irakien.
Je m'efforcerai, en toutes
circonstances, de stimuler la
solidarité européenne, sans
renoncer à ma conviction
profonde. La coordination
européenne reste à l'ordre au jour,
tant au Conseil des ministres qu'à
New York.
Je m'interroge également sur la
légitimité de cette guerre, mais je
pense qu'en cet instant, un débat
juridique ne pourrait que
cristalliser les points de vue des
différentes parties et affaiblir
davantage encore les institutions.
Le Conseil de sécurité est la seule
institution qui puisse légitimer une
intervention militaire. Il devra
également jouer un rôle de
premier plan dans la
reconstruction de l'Irak. Nous
devons fournir à cette institution
les moyens nécessaires pour
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
oorlogsrecht door de oorlogvoerende partijen worden nageleefd.
empêcher que se répète à l'avenir
la situation que nous connaissons
aujourd'hui.
Le gouvernement veillera à ce
que les parties belligérantes
respectent le droit humanitaire et
le droit de la guerre.
08.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister,
uiteraard kan niet voldoende worden herhaald dat wij altijd heel sterk
al uw diplomatieke en politieke initiatieven hebben ondersteund. Met
uw initiatieven probeerde u eerst om de oorlog te voorkomen. Nu
probeert u, naar wij hopen, om de oorlog stop te zetten.
Ik heb ook gehoord dat er binnen de commissie Mensenrechten in
Genève een groot debat werd of wordt gewijd aan de problematiek.
Ik denk dat zo een debat goed is.
Wat ik niet heb gehoord in uw antwoord, is dat België ik weet dat
België geen lid is van de Veiligheidsraad het initiatief steunt om de
Algemene Vergadering bijeen te roepen. Men wil in de Algemene
Vergadering proberen om een resolutie rond de stopzetting van de
oorlog, de zogenaamde vredesresolutie, in te dienen.
Ik wil u toch wijzen op het feit dat er al precedenten zijn. Als ik mij
niet vergis, is er tijdens de Suez-crisis een initiatief in die zin
genomen. Het initiatief heeft een einde kunnen maken aan een
eenzijdig militair optreden.
08.05 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Nous avons toujours
soutenu les initiatives
diplomatiques et politiques du
ministre.
Le ministre peut-il me dire si la
Belgique soutient l'initiative qui
vise à convoquer l'assemblée
générale? Comme à l'époque de
la crise de Suez, une initiative
peut être prise pour mettre fin à la
guerre.
08.06 Minister Louis Michel: Ik heb in New York al gepraat om ons
standpunt te verdedigen. Ik blijf het ook verdedigen. Er komt dus in
het kader van de resolutie een initiatief om ons standpunt te
verdedigen. De resolutie mag echter geen zuiver anti-Amerikaanse
resolutie zijn.
Er bestaan toch wel enige verschillen over de manier om de
problematiek aan te pakken. Ik ben het over de oorlog absoluut niet
eens met de Amerikanen. Dat betekent echter niet dat wij nu ineens
de vijanden van de Amerikanen zijn geworden. Wij moeten natuurlijk
druk uitoefenen en er alles aan doen, opdat zij hun standpunt zouden
wijzigen. Wij hebben dat trouwens tot nu toe gedaan. Wij hebben dat
ook op een harde manier gedaan. Het komt niet dikwijls voor dat een
land in de NAVO zijn vetorecht gebruikt. België heeft dat voorheen
ook nooit gedaan. Deze keer hebben wij het vetorecht wel gebruikt.
Wij zijn dus tot het uiterste geweest.
Mevrouw Laenens, wij hebben dat ook alleen gedaan. "Alleen"
betekent dat er geen enkel ander lid ons nog steunde. Dat moet u
ook weten. Ik denk dat het feit dat België zover is durven te gaan, het
mogelijk heeft gemaakt de andere landen erbij te halen. We hebben
dus wel een invloed gehad.
Ik heb u gezegd dat we een standpunt hebben. U kent ons standpunt.
Ik weiger natuurlijk niet zo een resolutie te steunen. Ik zou echter
toch graag eerst de inhoud van de resolutie willen lezen. Als ze
immers ondeftig, anti-Amerikaans klinkt, verdedig ik de resolutie niet.
Ik wil graag de meningsverschillen aan de Amerikanen laten kennen.
08.06 Louis Michel, ministre: J'ai
défendu notre point de vue à New
York et une initiative suivra. Mais
nous devons veiller à ce qu'une
résolution ne soit pas purement
anti-américaine. Je ne
soutiendrais pas une résolution
anti-américaine et incorrecte.
Ce n'est pas parce que nous ne
sommes pas d'accord avec la
manière d'agir des Américains
que nous sommes leurs ennemis.
Nous devons les amener à revoir
leur position et nous nous y
efforçons, comme le montre notre
attitude dans le cadre de l'OTAN.
Nous devons clairement faire
connaître notre point de vue aux
Américains et leur faire
comprendre que leurs motifs ne
justifient pas une guerre.
Si la teneur d'une éventuelle
résolution correspond à notre
vision, nous l'approuverons. Une
telle initiative a été évoquée à la
commission des Droits de
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Zij moeten weten dat wij het absoluut niet eens zijn met hun houding.
Zij weten dat ook heel goed. Zij moeten weten dat wij vinden dat er
geen enkel argument bestaat om oorlog in Irak te voeren. Zij moeten
weten dat de redenen die zij ter rechtvaardiging geven, niet de ware
redenen zijn. De motivering ligt elders. Niettemin moeten wij er ons
toch nog altijd van bewust zijn dat de Amerikanen nog niet onze
vijanden zijn geworden. Het zou niet kloppen. Het zou niet passend
zijn. Het strookt ook niet met mijn opinie. We moeten hen natuurlijk
laten weten dat wij het niet eens zijn. Dat doen wij ook heel openlijk
en publiek. We zullen ook nog andere acties en initiatieven nemen
om ons standpunt duidelijk te maken.
Natuurlijk zullen wij de resolutie steunen, als de inhoud met onze
opinie overeenstemt. Dan is er geen probleem. Gisteren was er
sprake van een initiatief in de commissie Mensenrechten in Genève.
In de commissie probeerde men een debat te houden puur over de
problematiek. Ik heb het initiatief gesteund.
l'homme de Genève et je l'ai
soutenue.
08.07 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, ik
sluit me bij uw standpunt aan. De beste manier om ervoor te zorgen
dat het een goede resolutie is, is er zelf actief aan mee te werken. De
wereldwijde strijd van de mensen tegen de oorlog kan best een
politieke vertaling vinden binnen de Algemene Vergadering van de
VN.
08.07 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): La meilleure façon
d'aboutir à une bonne résolution
est de collaborer à son
élaboration. Les manifestations
mondiales d'opposition à la guerre
doivent trouver un prolongement
lors de l'assemblée générale de
l'ONU.
De voorzitter: Collega's, ik heb een brief ontvangen van de Britse ambassadeur, Kevin Hewitt, die een
document heeft meegedeeld over de legal basis for the use of force. Ik zal dit document laten
verspreiden.
08.08 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, wat de
wettelijkheid betreft, is mijn standpunt duidelijk. Er zijn internationale
regels.
De voorzitter: Mijnheer de minister, dat is het punt niet. Mijn punt is dat de ambassadeur mij gevraagd
heeft te vragen of de leden dit document ontvangen hebben. De leden van deze commissie hebben recht
op dit document. Bovendien laat de ambassadeur weten bereid te zijn hierover een dialoog aan te gaan
met de leden van deze commissie. Ik zal de ontmoeting organiseren. Ik heb dit nu meegedeeld omdat
mevrouw Laenens sprak over een juridische redenering. U zult merken dat achter het Brits document ook
een juridische redenering zit.
08.09 Minister Louis Michel: Mijnheer de voorzitter, dat wil niets
zeggen. Er is een controverse over de wettelijkheid van de
Amerikaanse aanval. Ik blijf erbij dat een dergelijke aanval niet
wettelijk is. Er zijn andere standpunten. De controverse bestaat. Met
een juridisch debat zal men nooit uit de controverse geraken. Dat
verzwakt alleen onze positie.
Ik treed mevrouw Laenens bij dat we een politiek standpunt moeten
proberen in te nemen. Ik ben zeker niet tegen een resolutie in de VN.
We moeten echter de inhoud ervan kennen vooraleer een standpunt
in te nemen. Internationaal heb ik de steun om een debat te houden
over Irak. Er zal een meerderheid zijn om het debat te voeren.
Jammer genoeg zal er geen meerderheid zijn om een resolutie goed
te keuren. Dat is de stand van zaken.
08.09 Louis Michel, ministre: Un
débat juridique ne résoudra en
rien les controverses nées de
l'attaque menée en Irak.
Comme Mme Laenens l'a indiqué,
nous devons néanmoins adopter
un point de vue politique. Si le
contenu est de qualité, je ne suis
pas opposé à l'idée d'une
résolution mais, dans les faits,
elles ne sera pas adoptée par une
majorité de membres.
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Question de M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la recommandation du Collège des médiateurs fédéraux concernant l'adoption d'une base légale
en matière de légalisation et d'avocats de confiance" (n° B267)
09 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de aanbeveling van het College van federale ombudsmannen betreffende een
wettelijke regeling inzake legalisatie en vertrouwensadvocaten" (nr. B267)
09.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le dernier rapport du collège des médiateurs fédéraux,
en sa recommandation générale 2002/02, le collège aborde la
problématique de l'adoption d'une base légale en matière de
légalisation et d'avocats de confiance.
Dans un souci de sécurité juridique et de transparence, le collège des
médiateurs recommande ainsi que le concept de légalisation soit
défini dans un texte de loi. Selon le collège, il conviendrait
également de définir légalement les compétences des consuls belges
en la matière. La légalisation, qui est une vérification formelle, se
différencie fondamentalement d'une vérification matérielle portant
sur la reconnaissance d'une décision ou sur la validité d'un acte au
regard du droit applicable. Il s'imposerait dès lors, toujours selon le
collège des médiateurs, de déterminer légalement le contenu d'une
telle vérification matérielle, à laquelle il est déjà procédé dans la
pratique. Le mandat et les modalités de l'enquête menée par les
avocats de confiance dans ce cadre, dans les pays dits "à risque",
pourraient, selon le collège, être insérés dans cette loi.
Monsieur le ministre, je vous remercie de nous faire connaître votre
position sur cette recommandation.
09.01 Olivier Chastel (MR): In
zijn onlangs verschenen
jaarverslag 2002 beveelt het
College van federale
ombudsmannen met betrekking
tot de legalisatie en de
vertrouwensadvocaten aan dat het
begrip "legalisatie" en de precieze
bevoegdheden van de Belgische
consuls op dat vlak bij wet zouden
worden omschreven. Tevens zou
de in de praktijk reeds toegepaste
inhoudelijke verificatie wettelijk
moeten worden geregeld. Wat is
uw standpunt in verband met die
aanbeveling?
09.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le président, je peux vous
assurer que dans ce dossier, comme dans tant d'autres, nous tenons
compte des remarques du collège des médiateurs fédéraux.
Mon administration prépare actuellement un projet de loi dans lequel,
la problématique de la réorganisation sera traitée sous tous ces
aspects.
A cette occasion, une attention toute particulière sera portée à la
distinction entre d'une part, l'aspect formel de l'acte et d'autre part,
l'authenticité du contenu de l'acte lui-même.
C'est aussi l'intention de définir les règles concernant la manière dont
les différents contrôles doivent être exécutés.
Je souligne également, que suite aux recommandations du collège
des médiateurs fédéraux, j'ai interrogé les sections consulaires de
nos postes diplomatiques. C'est vous dire l'importance que nous
attachons à cette recommandation et notre souhait que le projet de
loi réponde à l'ensemble des besoins.
09.02 Minister Louis Michel: Mijn
administratie bereidt een
wetsontwerp voor waarin de
problematiek van de reorganisatie
wordt behandeld. Er zal
bijzondere aandacht worden
besteed aan het onderscheid
tussen het formele aspect en de
authenticiteit van de inhoud van
de akte. Uit het feit dat wij de
consulaire afdelingen hebben
geraadpleegd, mag blijken dat wij
de aanbevelingen belangrijk
achten.
09.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse.
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de niet-correcte naleving van het Associatieakkoord door Israël" (nr. B422)
10 Question de Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le non-respect de l'Accord d'association par Israël" (n° B422)
10.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in 1995 tekenden de Europese Gemeenschap
en Israël een associatieakkoord (....) vrije handel. Eén artikel daaruit
wil ik specifiek onder uw aandacht brengen. Dat is artikel 79 dat stelt
"indien een partij van mening is dat de andere partij niet voldoet aan
zijn verplichtingen volgens het akkoord, dan mag die partij de nodige
maatregelen treffen". (....) een oplossing te bieden die aanvaardbaar
is voor alle partijen. In het geval van speciale urgentie kan men dus
unilaterale maatregelen treffen. (...) niet ingaan op de redenen en de
vaststellingen die er al talloos geweest zijn om aan te halen dat men
hier kan spreken van een speciale urgentie. Waarom? Vooral omdat
er een mensenrechtenclausule is in het associatieakkoord die
duidelijk geschonden wordt en een artikel 83 dat de
oorsprongsregelclausule regelt.
Daarvan zijn ook al door gerechtsdeurwaarders vaststellingen
gedaan. In het verleden is op een vraag daaromtrent aan minister
Reynders bevestigd dat er vaststellingen zijn, dat de douane ertegen
optreedt. De situatie ter plaatse wordt met de dag schrijnender. Toch
treedt de Europese Commissie niet op. We kunnen toch stellen dat
de Europese commissie kan worden gezien als waker over het
verdrag. Ik zou het bijna een vorm van plichtverzuim durven
noemen. Ik denk dan ook dat de Europese Commissie kan worden
aangezet tot actie door haar lidstaten. Welke initiatieven heeft de
Belgische regering tot nu toe genomen, al dan niet in overleg met de
Europese collega-lidstaten om de Commissie aan te manen haar
verantwoordelijkheid te nemen en toe te zien op de correcte
toepassing van het akkoord? Ik benadruk het woord correct.
10.01 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): En 1995, l'Union
européenne et Israël ont signé un
accord d'association en matière
de libre-échange. L'article 79 de
cet accord précise que, lorsqu'une
partie estime que l'autre partie ne
satisfait pas à ses obligations, la
première partie peut prendre des
mesures unilatérales en cas
d'urgence spéciale. Israël enfreint
non seulement la clause relative
aux droits de l'homme figurant
dans l'accord d'association, mais
aussi les règles concernant la
provenance des produits
négociés.
La Commission européenne doit
veiller au respect de l'accord,
mais elle n'intervient pas. Les
Etats membres de l'UE doivent
l'inciter à agir.
Quelles initiatives le
gouvernement a-t-il déjà prises,
en concertation ou non avec les
autres Etats membres de l'UE,
pour exhorter la Commission à
veiller à l'application correcte de
l'accord?
10.02 Minister Louis Michel: (...) voorziet in procedures om
geschillen aan te pakken betreffende mensenrechten en de regels
van herkomst.
Ten eerste, is er het probleem van de regels van herkomst. Tussen
Israël en de EU bestaat inderdaad een verschil dat voortvloeit uit een
verschillende interpretatie van de associatieovereenkomst, meer
bepaald betreffende de precieze herkomst van bepaalde producten
die door Israël naar de EU worden uitgevoerd en derhalve
betreffende het regime dat op deze producten van toepassing is. De
associatieovereenkomst voorziet in een mechanisme waarbij het
land dat een product naar de EU exporteert, kan worden ondervraagd
over de authenticiteit van de oorsprongcertificaten. België paste als
eerste EU-lidstaat deze praktijk toe en werd daarin door de andere
lidstaten gevolgd. Israël heeft volgens de overeenkomst recht op tien
maanden om erop te antwoorden. Artikel 32, §6 van de
associatieovereenkomst bepaalt dat bij afwezigheid van een
antwoord binnen de vastgestelde termijn, bij onvolledigheid van het
10.02 Louis Michel, ministre:
L'accord prévoit des procédures
pour régler des litiges concernant
les droits de l'homme et les règles
relatives à l'origine.
Israël et l'Union européenne ont
une interprétation différente du
traité d'association en ce qui
concerne l'origine précise de
certains produits qu'Israël exporte
vers l'Union. L'accord prévoit un
mécanisme permettant
d'interroger le pays exportateur à
propos de l'authenticité des
certificats d'origine. La Belgique a
été le premier Etat membre à
mettre cette pratique en oeuvre,
26/03/2003
CRIV 50
COM 1036
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
antwoord of bij twijfel over het gegeven antwoord, de
douaneautoriteiten het preferentieel regime kunnen weigeren,
behalve in geval van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden.
Na drie sessies van het Israel Customs Co-operation Committee
kwam de kwestie ter sprake tijdens de tweede associatieraad in
Brussel op 20 november 2001. Na afloop van de associatieraad
publiceerde de Commissie in het officieel publicatieblad van de EG
een adviesnota een kennisgeving voor Europese importeurs
omtrent de herkomst van bepaalde Israëlische producten uit de
bezette gebieden, meldend dat zij in de toekomst retroactieve taksen
op deze producten zouden kunnen heffen. De publicatie van de
kennisgeving aan de importeurs geldt als enige en voor de gehele
EU geldende waarschuwing aan de importeurs dat zij alle nodige
voorzorgsmaatregelen moeten nemen en dat het in het vrij verkeer
brengen van die betrokken goederen tot het ontstaan van een
douaneschuld kan leiden.
Tijdens de bijeenkomst van het tweede associatiecomité in
Jeruzalem op 8 oktober 2002, voorafgaand aan de derde
associatieraad, had Israël zich bereid verklaard opnieuw technische
discussies aan te vatten om een oplossing te vinden voor het
probleem. De EU-ministers van Buitenlandse Zaken zijn
overeengekomen dat ze op de associatieraad met Israël de
Israëlische houding zouden verwelkomen, maar dat binnen een
redelijke termijn een oplossing moet worden gevonden. Zoniet zal de
EU zich verplicht zien om een harder standpunt in te nemen.
Overeenkomstig de bepalingen van de associatieovereenkomst werd
het overeengekomen standpunt dan ook weerspiegeld in de EU-
tussenkomst tijdens de bijeenkomst van de associatieraad in
Luxemburg. De Commissie heeft de positieve signalen van
Israëlische zijde verwelkomd, maar heeft tevens gewezen op de
juridische en financiële belangen van de EG, zodat in afwachting van
een concreet Israëlisch voorstel het bericht aan de invoerders van 23
november 2001 verder zal worden toegepast. Commissaris Patten
verduidelijkte dat niet opnieuw een jaar kan verloren gaan.
Ik kom tot het probleem van de mensenrechten. Binnen het kader
van de associatieovereenkomst bepaalt artikel 2 dat het respect voor
mensenrechten een essentieel onderdeel is van het akkoord. Bij de
associatieraden met Israël worden de Europese bekommernissen en
verwachtingen telkens duidelijk kenbaar gemaakt. Tijdens de laatste
associatieraad in oktober 2002 drong de EU bij Israël aan om
onmiddellijk een einde te maken aan de activiteiten die
onverenigbaar waren met het internationaal humanitair recht en de
mensenrechten, zoals de standrechterlijke executies, de collectieve
bestraffing en de afgrendeling van de Palestijnse gebieden. Ook
buiten het specifieke kader van deze associatieraden wordt geijverd
voor de bescherming van de mensenrechten. Zo heeft de EU de
afgelopen jaren talrijke verklaringen gepubliceerd die vooral het
geweld met betrekking tot het Israëlisch-Palestijns conflict tot
onderwerp hadden. De Europese en Belgische bezorgdheden
aangaande de mensenrechten werden verschillende keren ten berde
gebracht bij de Israëlische overheden.
Binnen het kader van de Verenigde Naties speelt de EU een actieve
rol in de onderhandelingen over de resoluties over de situatie in
Israël. In de commissie voor de Mensenrechten introduceerde de EU
suivie en cela par d'autres Etats
membres. Israël dispose de dix
mois pour fournir sa réponse. En
cas de réponse tardive,
incomplète ou incertaine, la
douane peut refuser d'appliquer le
traitement de faveur.
La question a été évoquée, lors du
deuxième Conseil d'association à
Bruxelles, le 20 novembre 2001.
Le 23 novembre 2001, la
Commission européenne a publié
au Journal officiel une note d'avis
à l'adresse des importateurs
européens à propos de l'origine de
certains produits israéliens des
territoires occupés.
Cette
publication est la seule
information avertissant les
importateurs que le commerce de
ces marchandises peut donner
lieu à une dette douanière.
Lors d'un troisième Conseil
d'association à Luxembourg, la
Commission a souligné les
intérêts juridiques et financiers de
l'Union européenne. Dans l'attente
d'une proposition concrète
d'Israël, l'information aux
importateurs sera maintenue. Le
commissaire Patten a toutefois
précisé qu'on ne pouvait pas
perdre un an de plus.
Lors des Conseils d'association
avec Israël et d'autres forums,
l'Europe a invariablement rappelé
ses attentes en matière de droits
de l'homme. L'Union européenne
a demandé instamment à Israël
de mettre un terme, sans délai,
aux violations du droit humanitaire
international et des droits de
l'homme tels qu'exécutions
sommaires, répression collective
et bouclage des territoires
palestiniens.
Au sein de l'ONU, l'UE joue un
rôle actif dans le cadre des
négociations relatives aux
résolutions sur Israël. En
commission des droits de l'homme
de l'ONU, l'UE a déposé une
résolution condamnant la politique
israélienne en ce qui concerne les
CRIV 50
COM 1036
26/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
zelf een resolutie waarin het Israëlische nederzettingenbeleid wordt
afgekeurd.
colonies de peuplement.
10.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Dat wil zeggen dat tot nu toe niemand van de lidstaten, noch de
Europese Commissie, zich gebaseerd heeft op een speciale urgentie.
Ik weet dat het niet evident is dat te doen, maar ik wil u erop wijzen
dat het toch, denk ik, de plicht is van de Commissie om daaraan
tegemoet te komen. De Commissie steunt het gemeenschappelijk
buitenlands beleid van de Europese Unie waarin toch met alle
middelen getracht wordt de situatie en de bezetting aan te klagen.
Het is bijgevolg belangrijk, denk ik, dat zij een consistente houding
aanneemt inzake de bewaking van de correcte toepassing van het
Associatieakkoord. Volgens mij is en blijft daar een duidelijk
probleem bestaan.
10.03 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Jusqu'à présent,
personne ne s'est fondé sur
l'urgence spéciale. La
Commission européenne doit
invoquer cette urgence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.13 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.13 heures.