KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 1026
CRIV 50 COM 1026
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag
mercredi
19-03-2003
19-03-2003
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 1026
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan
de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken, over "de
Belgische bijdrage aan het CBFP (Congo Basin
Forest Partnership)" (nr. B225)
1
Question de Mme Leen Laenens au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"la contribution de la Belgique au CBFP (Congo
Basin Forest Partnership)" (n° B225)
1
Sprekers: Leen Laenens, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Leen Laenens, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
CRIV 50
COM 1026
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
19
MAART
2003
10:15 uur
______
du
MERCREDI
19
MARS
2003
10:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.24 uur door de heer Dirk Van der Maelen, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.24 heures par M. Dirk Van der Maelen, président.
01 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de Belgische bijdrage aan het CBFP
(Congo Basin Forest Partnership)" (nr. B225)
01 Question de Mme Leen Laenens au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur "la contribution de la Belgique au CBFP (Congo
Basin Forest Partnership)" (n° B225)
01.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, op de wereldtop over Duurzame
Ontwikkeling te Johannesburg van september 2002 heeft België
aangekondigd dat ons land zou toetreden tot het Congo Basin Forest
Partnership (CBFP). In het Congo Basin heeft België in het verleden
heel wat expertise opgebouwd. Vanuit deze optiek kan ons land,
mijns inziens, een zinvolle bijdrage leveren.

In opvolging van de conventie Bio-diversiteit via COP-6, de zesde
opvolgingsconferentie voor de conventie Bio-diversiteit, werd een
specifiek werkprogramma uitgewerkt waarvan illegale houtkap en
duurzaam bosbeheer een integraal onderdeel vormt. Dit Parlement
heeft de resolutie 1516 goedgekeurd die de regering vraagt welke
initiatieven zij neemt in de strijd tegen de illegale houtkap. Ik heb
gelijkaardige vragen ingediend aan uw collega's Michel, Neyts en
Tavernier.

Mijnheer de staatssecretaris, wat is de concrete bijdrage van België
aan het CBFP? Is het correct dat de Wereldbank in de
Democratische Republiek Congo een bossenplan zal opstarten? Zo
ja, in welke mate is ons land daarbij betrokken? Past dit bossenplan
in het partnership? Hoe zal België in de republiek Congo specifiek
programma's ondersteunen bij de implementatie van het
goedgekeurde COP-6?
01.01 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Lors du sommet
mondial du développement
durable de septembre 2002, la
Belgique a annoncé qu'elle
adhérerait au Partenariat pour les
forêts du Bassin du Congo
(PFBC). La Belgique a déjà
développé une expérience
considérable dans le Bassin du
Congo et elle peut dès lors
apporter une contribution
précieuse aux travaux de cette
alliance. Par ailleurs, la sixième
Conférence de suivi de la
convention sur la biodiversité a
établi un plan de travail, dont
l'exploitation forestière illégale et
la gestion durable des forêts sont
partie intégrante. En quoi consiste
la contribution de la Belgique au
PFBC? La Banque mondiale
compte-t-elle lancer un plan
forestier en République
démocratique du Congo? La
Belgique est-elle impliquée dans
ce projet? Comment la Belgique
soutient-elle le Congo et d'autres
pays dans leur mise en oeuvre du
programme de la CdP-6?
19/03/2003
CRIV 50
COM 1026
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de voorzitter, collega's, bij
de vele contacten die ons land in september 2002 naar aanleiding
van de conferentie in Johannesburg heeft gehad, werd de officiële
aankondiging gedaan van het partnerschap voor het woud van het
Congo-bekken. Dit is een Amerikaans initiatief dat alle kenmerken
van een Amerikaans initiatief heeft. Dit betekent dat er veel geld
beschikbaar is ­ althans in principe - maar dat het initiatief nogal
sterk van bovenaf geleid wordt. Ons land heeft aangekondigd dat we
ons bij dit initiatief wensten aan te sluiten. Het is bekend dat België
een zekere traditie heeft van kennis en activiteit in de bosbouw en
het bosbeheer in Centraal-Afrika en zeker in de DRC.

Het is een bijzonder complexe sector. Een duurzaam bosbeheer
vereist heel wat ingrepen die verder gaan dan zuivere
bosbouwkundige aspecten. Het gaat ook over bestuur. Het is mij
opgevallen dat Congo ondanks alles nog beschikt over een behoorlijk
functionerend instituut voor natuurbeheer dat bevoegd is inzake de
bossen en waarvan ik de directrice, een bijzonder dynamische dame,
een paar keer heb ontmoet. Het is soms verbazend wat er in dat land
allemaal blijft functioneren, ook gelet op de militaire verdeling van
het "woudareaal".

Het gaat om goed bestuur, certificering, controle op reglementering,
bewustmaking bij de bevolking, landbouwontwikkeling,
armoedebestrijding. Immers in en rond die bossen wonen mensen.
Ingevolge het conflict leven er zelfs veel meer mensen dan vroeger
aangezien zij er hun toevlucht zochten.

Vandaar dat er een partnerschap nodig is met de betrokken landen,
de donorlanden, de particuliere sector, met name de
bosbouwondernemingen - de bonafide bosbouwondernemingen
zouden absoluut moeten deelnemen aan het partnerschap ­, niet-
gouvernementele organisaties en de plaatselijke bevolking.

Dat waren de belangrijkste punten die wij in het partnerschap willen
inbrengen. Het gaat om de verankering in bestaande initiatieven en
instellingen, maar niet om het creëren van een overkoepelende
instelling door de donoren. Er moet worden nagegaan welke
instellingen er reeds bestaan en hoe deze in een partnerschap
kunnen worden betrokken.

De bevordering van country ownership, dus het betrekken als actieve
partner bij de kwestie van de nationale regeringen is belangrijk,
evenals van de civiele samenleving en van de
basisgemeenschappen. De ingrepen moeten worden gebaseerd op
een analyse van het complexe verband tussen armoede en milieu en
moeten passen in een strategie van duurzame ontwikkeling en
armoedebestrijding. Men moet trachten een soort evenwicht te
vinden tussen, enerzijds, armoedebestrijding en de economische
waarde van het bos, in de eerste plaats voor de lokale bevolking, en,
anderzijds, het behoud van de ecosystemen. Dat is de definitie van
een poging tot duurzame ontwikkeling.

In de jaren negentig is onze samenwerking in verband met bosbouw
en bosbeheer in Congo een beetje verloren gegaan. U kent daarvoor
de redenen. Een heleboel andere Belgische bemoeienissen zijn
eveneens stopgezet of verwaterd. Het is belangrijk om dat weer
01.02
Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat: Le partenariat de
la Belgique a en effet été annoncé
en septembre 2002. Le PFCB est
une initiative américaine et
présente des caractéristiques
spécifiquement américaines. Des
fonds importants sont injectés
mais ils s'accompagnent d'un
pilotage très ferme imposé d'en
haut.

La Belgique dispose d'une
connaissance et d'une expérience
considérables en matière de
sylviculture et de gestion
forestière en Afrique centrale et
surtout au Congo. Malgré la
précarité du pays, le Congo
possède toujours un institut pour
la gestion naturelle qui fonctionne
correctement. Outre les
interventions purement sylvicoles,
la gestion durable des forêts
nécessite une bonne gestion, une
certification, un contrôle, une
conscientisation et une lutte
contre la pauvreté. Pour cette
raison, un partenariat est
nécessaire avec les
gouvernements des pays
concernés, les pays donateurs, les
entreprises sylvicoles, les ONG et
la population locale. L'intention est
d'ancrer le partenariat dans des
initiatives et des institutions
existantes. Nous tentons de
trouver un équilibre entre la valeur
économique du bois et le maintien
de l'écosystème.

Nous devons insuffler une vie
nouvelle à nos activités de
sylviculture et de gestion
forestière, qui ont perdu de leur
importance durant les années 90.
Ce partenariat constitue l'occasion
idéale. Dans la note stratégique
qui sera déposée au Parlement
avant la dissolution, la biodiversité
et la gestion forestière seront
inscrites parmi les priorités
majeures de notre politique
environnementale.

Au moyen de ce partenariat, nous
souhaitons réactiver notre
CRIV 50
COM 1026
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
nieuw leven in te blazen in het kader van ons nieuw partnerschap
met Congo. In het algemeen hebben wij ­ u kunt dat zien in de
strategienota die eerstdaags, nog voor de ontbinding van de
regering, in het Parlement zal worden ingediend ­ de biodiversiteit en
het bosbeheer zijn als twee prioriteiten van onze milieustrategie
ingeschreven. Een aantal initiatieven in diverse landen staan
trouwens in dat teken.

Welke initiatieven kunnen wij inbrengen in dat partnerschap? In de
eerste plaats hebben wij met WWF International een overeenkomst
gesloten en bereiden wij een belangrijk project voor ter
ondersteuning van duurzaam beheer en behoud van
bosecosystemen in de DRC. Dat moet in de tweede helft van dit jaar
ingaan. Wij hebben daarvoor een begroting van 1,75 miljoen euro
uitgetrokken voor de jaren 2003 tot 2007. Dat is ook letterlijk zo in de
begrotingswet ingeschreven. Samen met Unesco steunen wij een
aantal initiatieven die daarvan ook deel zullen uitmaken. Ik verwijs
naar L'école régionale d'aménagement et de gestion intégrée des
Forêts Tropicales ­ een instituut voor opleiding in Kinshasa ­ en
steun aan basisgemeenschappen, een programma dat we enkele
jaren geleden met Unesco zijn beginnen steunen, maar dat natuurlijk
veel heeft geleden onder de oorlogssituatie. Ik meen dat wij hierover
al eens hebben gesproken.

In het kader van de samenwerking met het Koninklijk Museum van
Tervuren steunen we ­ in het kader van een meerjarenovereenkomst
­ het Afrikaans Informatiecentrum voor Biodiversiteit, waar het echt
de bedoeling is met Afrikaanse instituten samen te werken voor het
informatiebeheer. We steunen in het kader van dat raamakkoord het
onderzoeksproject over de biologie van de Centraal-Afrikaanse
wouden en het instellen van een documentatiecentrum over
landbouw en bosbouw in het Congo-bekken.

Met de Wereldbank steunen wij inderdaad een regionaal programma
voor het beheer van milieu-informatie in Centraal-Afrika en
technische bijstand aan het bevoegde ministerie in de Democratische
Republiek Congo.

Ten slotte lopen er nog nevenactiviteiten zoals met UNEP, een
programma over controle op het illegaal stropen van olifanten en een
onderzoeksproject naar de mogelijkheden tot de commercialisering
van niet-houtproducten, woudproducten die niet uit hout bestaan ­
non timber forest products.

Op uw tweede vraag kan ik het volgende antwoorden. De
Democratische Republiek Congo heeft op 29 augustus 2002 een
nieuwe boswet uitgevaardigd, bedoeld zowel als een manier om de
economische aspecten van bosbouw te reglementeren als om de
duurzaamheid in te bouwen. Een nationaal bosbouwplan zal moeten
worden opgesteld. Dat zal gebeuren in samenwerking met de
Wereldbank. Wij hebben aan de Wereldbank toegezegd om een
expert op kosten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking ter
beschikking te stellen.

De Congolese regering heeft recentelijk ook een aantal maatregelen
genomen, onder meer een moratorium op alle toewijzingen van
bosbouwcontracten. Ik denk dat dit belangrijk is en het is ook wat in
afspraak met de internationale gemeenschap. Er komt ook een
collaboration avec le Congo en
matière de gestion forestière, qui
s'est effritée dans les années 90.
Quelles initiatives sont-elles en
chantier? Nous préparons un
projet avec le WWF pour soutenir
la gestion et la préservation
durables des écosystèmes
forestiers au Congo. 1,75 millions
d'euros ont été inscrits au budget
à cet effet pour les années 2003 à
2007. En collaboration avec
l'Unesco, nous soutenons
plusieurs initiatives qui feront
également partie de ce projet.
Dans le cadre de la collaboration
avec le Musée royal de Tervuren,
nous soutenons notamment le
centre d'information africain pour
la biodiversité. Avec la Banque
mondiale, nous appuyons un
programme régional pour la
gestion des informations relatives
à l'environnement en Afrique
centrale et l'assistance technique
au ministère compétent en
République démocratique du
Congo. Enfin, il y a également des
projets connexes comme la
commercialisation de produits
forestiers non ligneux.
La République démocratique du
Congo a adopté en août 2002 une
nouvelle loi relative aux forêts, en
vue de réglementer les aspects
économiques de la sylviculture et
d'intégrer des objectifs de
durabilité. Un plan national de
sylviculture sera élaboré en
collaboration avec la Banque
mondiale. A cet effet, la Belgique
mettra un expert à la disposition
de la RDC. Par ailleurs, le
gouvernement congolais a institué
un moratoire sur toutes les
adjudications de contrats
sylvicoles.

Dans le cadre du plan d'action de
la CdP-6, la Belgique soutient une
quinzaine de pays africains dans
la création de leur système de
mécanismes d'échange et
d'informations, en exécution de la
convention sur la biodiversité. En
2002 et en 2003, nous avons
chaque fois dégagé 328.000 euros
19/03/2003
CRIV 50
COM 1026
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
herziening van de lijst van de al geregistreerde bosbouwcontracten
en een aantal bosbouwconcessies worden ingetrokken die in woelige
omstandigheden en niet altijd even transparant waren verleend.

De Belgische bijdrage aan de uitvoering van het actieplan van COP
6 omvat alvast, ten eerste, het volgende. Samen met het Koninklijk
Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) steunen wij tot
nu toe ongeveer vijftien Afrikaanse landen met de oprichting van hun
clearing housesysteem. Dat is een uitwisselingswet in het kader van
het verdrag betreffende de Biodiversiteit. Tegenwoordig gaat dat via
het internet. Wij steunen het secretariaat van het verdrag inzake de
Biodiversiteit voor de uitvoering in de ontwikkelingslanden van hun
goedgekeurde programma. In 2002 en 2003 hebben wij daarvoor
telkens 328.000 euro uitgetrokken.

Dit kwam bovenop onze regelmatige core-bijdrage.

Sommige van die acties zijn ook coherent met het actieplan of
passen in het actieplan dat is goedgekeurd door COP 6 en dat slaat
nu eigenlijk op wat ik ging zeggen over onze jaarlijkse bijdrage aan
het Global Environmental Facility, de GEV: 10,5 miljoen euro per
jaar, recent nog aanzienlijk verhoogd. Dan is er nog onze bijdrage
aan UNEP, specifiek voor zijn wereldwijde programma over de
vervuiling van het marine milieu vanuit het land, wat ook een
verwant thema is, zeker in verband met bosbouw. Ten slotte hebben
we met een aantal Belgische universiteiten
samenwerkingsprogramma's in deze sfeer en steunen we
vanzelfsprekend met ruim 3 miljoen euro per jaar de CGIAR. Dat zijn
internationale onderzoeksprogramma's inzake landbouw, waarbij wij
vooral het aspect biodiversiteit trachten te bevorderen. Ons land is
trouwens de zetel in de KUL van de internationale referentiecollectie
inzake bananensoorten en types, met name het instituut van
professor Spellinck. Ik denk dat dit, voorzitter, de vragen
beantwoordt.
pour soutenir la mise en oeuvre
des programmes adoptés dans le
cadre de cette convention. Notre
contribution annuelle au Fonds
mondial pour la protection de
l'environnement se monte à 10,5
millions d'euros par an.
01.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, het
belangrijkste dat ik onthoud en dit in tegenstelling tot de manier
waarop Amerika tot zijn partnerships toetreedt, is dat het accent
wordt gelegd op de verankering in de instituten en vooral de correcte
wetgeving. Ik vind het ook heel positief te horen dat er een
moratorium is opgesteld, want heel de discussie van de VN-
rapporten over illegale grondstoffenroof moet je eerst beginnen met
stopzetten en te kijken hoe we dat anders kunnen aanpakken. Zeker
gezien de omstandigheden is dit een positief gegeven voor Congo.

Ten slotte had ik nog even willen verwijzen naar een schrijven dat op
12 november aan de eerste minister gericht is met kopie naar alle
betrokken ministers, van een consortium van 5 NGO's die zich
verenigd hebben in de strijd tegen illegale houtkap. Ik veronderstel
dat zij ondertussen antwoord gekregen hebben, maar anders denk ik
dat hetgeen hier gezegd is, ook een belangrijke bijdrage is vanuit
Ontwikkelingssamenwerking in dat kader. Datzelfde consortium heeft
in februari een zeer interessante studiedag georganiseerd. Een van
de dingen die daar werden voorgesteld was een memorandum van
understanding dat de Engelse ontwikkelingssamenwerking opgestart
heeft met Indonesië, precies om iedere keer als er bilateraal
programma's worden afgesproken, om een specifiek hoofdstuk te
wijden aan de manier waarop illegale houtkap kan worden
01.03 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Je me félicite de ce que
l'accent soit mis sur l'ancrage
dans les instituts et sur la
nécessité d'une législation
correcte. Je suis heureuse
d'entendre que les permis
d'exploiter font l'objet d'un
moratoire, de sorte qu'il est mis fin
au pillage des matières premières.

Cinq ONG se sont réunies en un
consortium pour lutter contre
l'abattage illégal. Elles ont
organisé une très intéressante
journée d'étude en février. Il y a
été proposé, chaque fois qu'il est
convenu de programmes
bilatéraux, de consacrer un
chapitre spécifique sur la manière
dont peut être appréhendé
l'abattage illégal. J'espère que
nous pourrons encore examiner la
CRIV 50
COM 1026
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
aangepakt. Hopelijk komen we toch nog tot de bespreking van de
strategienota leefmilieu hier in de commissie, want dan kunnen we
dat als een concreet voorbeeld inbrengen.
note stratégique Environnement
en commission et que nous
pourrons l'y approfondir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.40 heures.