KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 1025
CRIV 50 COM 1025
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
woensdag
mercredi
19-03-2003
19-03-2003
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de tijdsbeperking op het gebruik
van de Go Pass" (nr. B217)
1
Question de M. Yves Leterme à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la limitation dans le temps de
l'utilisation du Go Pass" (n° B217)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer,
Jean Depreter
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Isabelle Durant, vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports, Jean Depreter
Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de geldigheid van het rijbewijs van
het personeel van MPI's of van andere
instellingen bij het uitvoeren van
vervoersopdrachten ten voordele van het cliënteel
van deze MPI's of instellingen" (nr. B325)
3
Question de M. Yves Leterme à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la validité du permis de conduire
des membres du personnel des IMP ou d'autres
institutions lorsqu'ils sont appelés à transporter la
clientèle de ces institutions médico-
pédagogiques" (n° B325)
3
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Isabelle Durant, vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het doorknippen van de spoorlijn
tussen Adinkerke en Duinkerke" (nr. B271)
6
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le sectionnement de la ligne
ferroviaire entre Adinkerke et Dunkerque"
(n° B271)
6
Sprekers: Koen Bultinck, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Koen Bultinck, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Daan Schalck aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het vervoer van kinderen op
fietsen" (nr. B279)
7
Question de M. Daan Schalck à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le transport d'enfants à vélo"
(n° B279)
8
Sprekers: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het managementplan van de FOD
Verkeer" (nr. B283)
9
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le plan de management du SPF
Mobilité et Transport" (n° B283)
9
Sprekers: Servais Verherstraeten, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Servais Verherstraeten, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Jean Depreter aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het beheer van het Bonus Pass
systeem" (nr. B297)
11
Question de M. Jean Depreter à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la gestion du système d'épargne
'Bonus Pass'" (n° B297)
11
Sprekers: Jean Depreter, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jean Depreter, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het plan om 49 stations over heel
het land te sluiten" (nr. B330)
12
Question de M. Jean-Marc Delizée à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le projet de fermeture de 49 gares
réparties dans tout le pays" (n° B330)
12
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Jean-Marc Delizée, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Jean-Marc Delizée, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
WOENSDAG
19
MAART
2003
10:00 uur
______
du
MERCREDI
19
MARS
2003
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.12 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.12 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de tijdsbeperking op het gebruik van de Go Pass" (nr. B217)
01 Question de M. Yves Leterme à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la limitation dans le temps de l'utilisation du Go Pass" (n° B217)

De voorzitter: Mijnheer Leterme, u bent fractievoorzitter van de CD&V en nog sportief ook.
01.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op uw ironische
en humoristische opmerking bij mijn aankomst in deze commissie wil
ik zonder erover te pochen doen opmerken dat ik gewezen
drievoudig wielerkampioen ben van de politici.
De voorzitter: Mijn felicitaties hiervoor.
01.02 Yves Leterme (CD&V): Uw ironie die naar cynisme neigt...
De voorzitter: U hebt geluk gehad dat ik niet meereed.
01.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik u dan
uitdagen voor een duel? Ik geef u voldoende voorbereidingstijd.

Mijnheer de voorzitter, ik kom terzake. Mevrouw de minister van
Mobiliteit ­ what's in a name -, ik was stipt op tijd om de vraag te
stellen met betrekking tot de tijdsbeperking op het gebruik van de Go
Pass. Samen met een aantal andere collega's heb ik dit dossier
reeds aangekaart in de commissievergadering van 20 januari. In uw
antwoord hebt u toegegeven dat men zich vragen kan stellen bij het
nut van de tijdsbeperking op het gebruik van de Go Pass. U hebt
meegedeeld dat over een aantal zaken kon worden nagedacht. Wij
hebben vragen gesteld over de opportuniteit van Brussel te nemen
als ultiem referentiepunt voor de maximale afstand van 130
kilometer die terzake gehanteerd wordt. In de commissie werden een
aantal alternatieven voorgesteld. Ondertussen heeft de
tijdsbeperking opnieuw voor commotie gezorgd bij de gebruikers,
vooral bij studenten, leden van de Gezinsbond en andere
verenigingen die geconfronteerd worden met een hun inziens
01.03 Yves Leterme (CD&V): Le
20 janvier, j'ai déjà interrogé la
ministre à propos des critères qui
seront appliqués pour assouplir
l'utilisation du
Go Pass.
L'ancienne réglementation
imposait déjà des limitations
strictes dans le temps, mais les
nouvelles dispositions déçoivent
tout autant parce qu'elles excluent
l'utilisation du Go Pass pour de
nombreux jeunes de régions
périphériques. C'est
principalement la règle de la
distance de 130 kilomètres qui
suscite des questions. Des
personnes d'Ypres envisagent
d'embarquer à Poperinge pour
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
arbitraire beperking. Ik woon in Ieper. Ieper ondervindt problemen
door de tijdsbeperking bij het gebruik van de Go Pass.

De huidige situatie komt erop neer dat heel wat ontgoochelde
personen moeten overwegen om zelf of hun kinderen te laten
opstappen in een station dat wat verder ligt en buiten de 130
kilometerzone, vanuit Brussel bekeken, valt omdat het station dat het
dichtst bij hun woning ligt en waar zij logisch gezien zouden
opstappen, binnen die 130 kilometerzone ligt. Concreet, wat Ieper
betreft ­ en de heer Bultinck kent die regio ook - worden de mensen
aangezet om te rijden naar Poperinge om daar de trein te nemen of
om hun jonge, studerende kinderen de trein te laten nemen.

Maatschappelijk gezien is dat een slechte zaak aangezien hierdoor
bijkomende mobiliteit wordt gecreëerd, hetgeen extra kosten inhoudt
voor de betrokken gezinnen.

Vandaar dat ik dit dossier opnieuw voorleg in de commissie voor de
Infrastructuur. Namens alle betrokken ouders en jongeren vraag ik
aan de minister van Mobiliteit en Vervoer of er alternatieven worden
onderzocht in de richting die vorige keer aan bod kwam, zijnde het
opheffen van de beperking gebaseerd op het afstandscriterium. In
het bijzonder had ik graag vernomen of het mogelijk is een criterium
of een norm te bepalen waardoor dezelfde regeling voor de Go Pass
van toepassing wordt voor alle stations gelegen binnen een bepaalde
straal rond het station waar de regeling reeds van toepassing is.

Mevrouw de minister, hopelijk zal uw antwoord het betrokken deel
van de bevolking tot genoegen stemmen.
pouvoir bénéficier malgré tout du
Go Pass. Cette situation entraîne
une circulation automobile plus
dense et des coûts plus élevés, ce
qui ne peut certainement pas être
l'objectif poursuivi.

D'autres solutions sont-elles
examinées? Ne pourrait-on
prévoir qu'une même
réglementation de Go Pass
s'applique à toutes les gares
situées dans un rayon spécifique
autour d'une gare où elle est déjà
d'application?
01.04 Minister Isabelle Durant: Mijnheer Leterme, ik heb in een
eerdere commissievergadering de precieze bepalingen meegedeeld
voor de stations in uw streek. Wij hebben die discussie al gehad. Elk
criterium heeft natuurlijk zijn voordelen maar ook zijn nadelen. De
NMBS moest op dat moment een bepaalde grens trekken, als
compromis tussen een aantal tegenstrijdige belangen. Het station
van Ieper valt net buiten de maatregel. Dat kan misschien
beschouwd worden als een vorm van discriminatie, daarmee ben ik
het eens, maar zo beschouwd zijn er nog andere discriminaties en
misschien grotere. Ik twijfel er niet aan dat in de toekomst in de
discussie binnen de NMBS over het tariefbeleid, en tussen de NMBS
en de regering over datzelfde tariefbeleid, de bepalingen inzake de
Go-Pass geëvalueerd kunnen worden en misschien veranderd
kunnen worden. Maar de NMBS wil ook werken aan vereenvoudiging
van het tariefbeleid. Op dat vlak werden trouwens al inspanningen
geleverd. Wij kunnen blijven discussiëren over wat een objectief
criterium is, voor deze kwestie en voor andere. Ik denk bijvoorbeeld
aan de 60/40-verhouding. Wat is een objectief criterium? Men mag
niet vergeten dat de aanpassing van de Go-Pass nu al een
verbetering is van een bestaande toestand waarover was beslist door
anderen dan door mijzelf. Het Go-Pass-systeem en de beperkingen
van de Go-Pass bestonden al. Wij hebben die beperkingen
afgebouwd zodat vele Go-Pass-gebruikers de trein vroeger kunnen
nemen.

Dat is nog niet geldig voor iedereen. Ik hoop dat in de toekomst over
het hele tariefbeleid voor de jongeren ­ studenten en anderen, een
belangrijk potentieel voor de NMBS ­ kan worden gediscussieerd. Er
01.04 Isabelle Durant, ministre:
J'ai déjà communiqué à M.
Leterme les mesures qui
concernent les gares de sa région
lors d'une réunion de commission
précédente. Chaque critère
présente des avantages et des
inconvénients. La SNCB devait
trouver un compromis entre des
intérêts antinomiques. La gare
d'Ypres est effectivement exclue
du champ d'application de la
mesure mais il s'en est fallu de
peu. Cela pourrait être considéré
comme une discrimination, mais il
en existe bien d'autres. Les
restrictions imposées en ce qui
concerne le Go Pass datent, du
reste, de l'époque où M.
Schouppe était administrateur
délégué de la SNCB. Le Go Pass
pourra faire l'objet d'une
évaluation lorsque le nouveau
contrat de gestion sera examiné.
Une amélioration a déjà été
apportée à cette formule puisque
la fourchette horaire pendant
laquelle le Go Pass peut être
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
is al een verbetering, niet voor iedereen, maar de NMBS heeft voor
een criterium gekozen. Ik kan u zeggen dat ik heb gevraagd de regel
van 09.00 uur zonder bepalingen in te voeren. Mijn eerste vraag was
om geen discriminatie in te voeren in verband met afstand. Dat is de
beslissing van de NMBS. Ik denk dat het al beter is dan de vorige
beslissingen inzake beperkingen, maar het is nog niet perfect.
utilisé a été élargie.
Personnellement, je suis opposée
à toute discrimination fondée sur
les distances et je souhaite
autoriser l'utilisation du Go Pass à
partir de 9 heures, mais la SNCB
en a décidé autrement.
01.05 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik moet
natuurlijk betreuren dat er geen uitzicht op een oplossing komt voor
een maatregel die nochtans zou getuigen van gezond verstand. Ik
begrijp dat de minister zelf voorstander is, maar tot nu toe
onvoldoende gehoor vindt bij de NMBS. Laten we hopen dat in
toekomstige onderhandelingen voor toekomstige beheerscontracten
dit een van de maatregelen kan zijn. De maatschappelijke kosten
van het niet aan verlaagd tarief aanbieden van vervoer aan
studenten en jongeren ­ extra autoverkeer en dergelijke ­ zouden
wel eens groter kunnen zijn dan de inspanning die de overheid zou
moeten leveren om jongeren de trein te laten gebruiken, wat hen
trouwens kan aanzetten om dat ook op langere termijn, wanneer zij
nog volwassener zijn en desgevallend in het beroepsleven stappen,
wat vlotter te doen.

Ik kan alleen maar betreuren dat er geen stappen vooruit worden
gezet. Ik neem akte van het antwoord van de minister.
01.05 Yves Leterme (CD&V): La
ministre n'obtient donc guère de
réaction de la SNCB. Il faudra en
rediscuter dans le cadre du
nouveau contrat de gestion. Il
convient d'encourager les jeunes
à prendre le train. Je regrette
qu'aucun progrès n'ait encore été
enregistré dans ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Collega's, mevrouw Schauvliege is er nog niet. Er zijn twee vragen van de heer Van
Campenhout. Ik vrees echter dat hij op dit ogenblik andere katten te geselen heeft. Vervolgens is er een
vraag van de heer Bultinck, maar hij geeft te kennen dat de heer Leterme van hem voorrang mag krijgen.
Er is nog een vraag van de heer Schalck. Kan dat ook voor u? Dan is er een vraag van de heer
Verherstraeten, maar die is er ook niet.

Monsieur Depreter, M. Leterme devait poser sa deuxième question après la vôtre. Je vous propose de lui
permettre de la poser maintenant pour le libérer ensuite de ses obligations dans notre commission.
01.06 Jean Depreter (PS): Je marque mon accord sur votre
proposition, monsieur le président.
02 Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de geldigheid van het rijbewijs van het personeel van MPI's of van andere
instellingen bij het uitvoeren van vervoersopdrachten ten voordele van het cliënteel van deze
MPI's of instellingen" (nr. B325)
02 Question de M. Yves Leterme à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la validité du permis de conduire des membres du personnel des IMP ou d'autres
institutions lorsqu'ils sont appelés à transporter la clientèle de ces institutions médico-
pédagogiques" (n° B325)
02.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank
uitdrukkelijk de collega's Bultinck, Depreter en Schalck voor hun
vriendelijke collegialiteit.

Mevrouw de vice-eerste minister, mijn vraag betreft de geldigheid
van het rijbewijs van het personeel van MPI's of van andere
instellingen bij het uitvoeren van vervoersopdrachten ten voordele
02.01 Yves Leterme (CD&V):
L'arrêté royal du 23 mars 1998
relatif au permis de conduire
stipule, en son article 43, 6°, que
les personnes qui effectuent des
services de transport, notamment
pour les IMP, doivent satisfaire à
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
van het cliënteel van deze MPI's of instellingen. Naar aanleiding van
contacten met de sector heb ik waargenomen dat er zich toch nog
een aantal problemen voordoen, dingen die gebeuren maar die niet
meer stroken met een toepassing van de regelgeving vanuit het
gezond verstand.

Volgens artikel 43, ten zesde van het koninklijk besluit van 23 maart
1998 betreffende het rijbewijs moeten personen die vervoerdiensten
leveren, onder andere voor MPI's, voldoen aan bijzondere
voorwaarden met betrekking tot het rijbewijs. Zij moeten een
onderzoek naar de medische geschiktheid ondergaan bij een
geneesheer van een medisch centrum van de Sociaal-Medische
Rijksdienst. Deze bepaling levert problemen op bij personeelsleden
die slechts zeer occasioneel dergelijke vervoerdiensten leveren
omdat het personeelslid dat daarvoor werd aangeduid en dat voldoet
aan de voorwaarden van artikel 43, ten zesde, op een bepaald
moment toevallig niet beschikbaar is en er vaak vraag is naar
vervoer over zeer korte afstand.

Er zijn terzake al pv's opgesteld en vonnissen geveld door
politierechtbanken. Die vonnissen gaan trouwens verschillende
kanten uit. Er zijn politierechters die zonder meer veroordelen.
Andere politierechters spreken vrij op basis van het occasionele
karakter van deze vervoerdiensten, in tegenstelling tot
vervoerdiensten met een zekere regelmaat. Het is voor die tweede
richting dat ik uitdrukkelijk wil pleiten omdat deze blijk geeft van een
zekere mate van gezond verstand ten aanzien van de directies en
personeelsleden van deze welzijnsinstellingen.

Laat dit duidelijk zijn. Het is begrijpelijk dat de politiediensten en
controleurs van het Bestuur van het Vervoer bij een controlerende
taak niet altijd kunnen uitmaken of het over een regelmatige dienst
dan wel een occasionele dienst gaat.

Het moet toch mogelijk zijn dat u, als verantwoordelijk minister, voor
dergelijke problemen een oplossing van gezond verstand vindt. Op
die manier kan een hoop rechtszaken vermeden worden, die anders
gevoerd moeten worden door instellingen die het financieel zo al niet
gemakkelijk hebben en waar de centen waarover zij het beheer
voeren veel zinvoller gebruikt kunnen worden ten voordele van de
personen met een handicap, en waarbij betwistbare boetes met een
minimum van 1.000 euro en andere ellende voorkomen kunnen
worden. Vandaar dat ik dat probleem toch eens in de Kamer te berde
wil brengen.

Mevrouw de minister, met name had ik van u graag het volgende
vernomen.

Acht u het niet voldoende dat het occasionele vervoer bewezen kan
worden als het personeel dat zulke occasionele dienst levert
vanwege de instelling een document kan voorleggen waaruit blijkt
welk ander personeelslid de regelmatige vervoerdiensten doet, en
dus ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 43, 6° van het
koninklijk besluit?

Acht u het niet aangewezen om een ministerieel besluit of een
circulaire terzake uit te vaardigen?
certaines conditions. Elles doivent
subir un examen médical effectué
par un médecin de l'Etat. Cette
disposition engendre des
problèmes lorsque des membres
du personnel effectuent, à titre
occasionnel, ce type de service en
raison d'une indisponibilité
passagère de leur collègue
compétent. Des PV ont déjà été
dressés à cet égard et des
jugements contradictoires ont été
prononcés. Il doit être possible de
trouver une solution pour les
transports occasionnels afin
d'éviter une série de procès
inutiles, d'amendes discutables et
d'autres ennuis.

Ne peut-on se contenter d'un
document indiquant le nom de la
personne qui effectue
normalement le transport ­ et qui
satisfait par conséquent à toutes
les conditions de l'arrêté royal?
Peut-on publier à ce sujet un
arrêté ministériel ou une circulaire
ou la ministre envisage-t-elle
d'autres solutions?
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Of hebt u andere oplossingen voor dat probleem, waarvoor, zoals ik
al zei, het gezond verstand toch zou moeten primeren? Ik haal het
voorbeeld aan van occasioneel vervoer, vaak op zeer korte afstand
zoals bijvoorbeeld van het ene deel van een MPI naar een ander
deel dat soms maar enkele kilometers of zelfs maar enkele
honderden meters verder gelegen is. Zowel vanuit het oogpunt van
het bestuur van het vervoer als van de politiediensten moeten voor
dergelijke moeilijkheden toch oplossingen van gezond verstand
mogelijk zijn?
02.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega, deze
verplichting van artikel 43 punt 6 van het koninklijk besluit van 23
maart 1998 geldt in alle gevallen voor de bestuurder die dit soort
vervoer doet, dus ook wanneer dit slechts occasioneel het geval is.
Het koninklijk besluit maakt geen onderscheid tussen de occasionele
bestuurder en de regelmatige bestuurder. Ik denk dat een dergelijk
onderscheid er zou toe leiden dat dergelijk vervoer systematisch door
occasionele bestuurders zou worden uitgevoerd en dus kan dit
betekenen dat de uitzondering de regel wordt. Dat is ook gevaarlijk.
Bijgevolg is het niet mogelijk om door middel van een circulaire of
zelfs een ministerieel besluit richtlijnen uit te vaardigen die tegen het
koninklijk besluit van 23 maart 1998 zouden ingaan. Enkel een
wijziging van het koninklijk besluit kan voorzien in een speciale
regeling.

Ik kan daar nog aan toevoegen dat de bezitters van een rijbewijs van
categorie D, uitgereikt na 1 januari 1989, geregeld aan een medisch
onderzoek moeten worden onderworpen om een voertuig van
categorie D te mogen besturen en dat onafhankelijk van de aard van
het uitgevoerde vervoer. De conclusie is dus dat het mij niet
opportuun lijkt hierop een uitzondering te maken.
02.02 Isabelle Durant, ministre:
L'obligation inscrite dans l'arrêté
royal du 23 mars 1998 s'applique
dans tous les cas et ne fait aucune
différence entre les chauffeurs
réguliers et occasionnels. Une
différence de ce type serait
dangereuse car elle pourrait avoir
pour effet que tous les chauffeurs
deviennent "occasionnels", ce qui
amènerait à tourner l'arrêté royal.
Il n'est pas possible, au moyen
d'une circulaire ou d'un arrêté
ministériel, de promulguer des
directives qui s'opposeraient à
l'arrêté royal: seule une
modification de l'arrêté royal peut
instaurer un régime particulier. En
outre, les titulaires d'un permis de
conduire de catégorie D délivré
après le 1
er
janvier 1989 doivent
subir régulièrement un examen
médical pour pouvoir conduire un
véhicule de catégorie D,
indépendamment de la nature du
transport effectué. Il ne me
semble pas opportun en
l'occurrence de prévoir des
exceptions.
02.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik betreur dat
mevrouw de minister op een insinuerende toon uitgaat van de kwade
trouw van de sector. Zij zegt namelijk dat, eenmaal het koninklijk
besluit zou worden gewijzigd en zou voorzien in een uitzondering,
men telkens een beroep zal doen op die uitzonderingen. De sector
van de welzijnsinstellingen waarover het gaat, kan zeker niet worden
beschuldigd van kwade trouw. Zij hebben het beste voor met de
jongeren en andere mensen die hen zijn toevertrouwd. Ik betreur dat
de vice-eerste minister van deze regering met een wat insinuerende
toon het tegendeel aanvoert.

Uiteraard kan men via een circulaire of ministerieel besluit geen
koninklijk besluit wijzigen, maar u had hier kunnen zeggen dat, op
basis van de ervaringen die men ondertussen heeft met het koninklijk
besluit van 1998, vastgesteld is dat hier en daar wat aanpassingen
zouden moeten kunnen gebeuren, bijvoorbeeld door de problematiek
van het vervoer op korte afstand voor MPI's en andere
welzijnsinstellingen meer vanuit het gezond verstand te benaderen.
02.03 Yves Leterme (CD&V): Je
regrette que la ministre fasse
preuve de mauvaise foi en
affirmant que tous les machinistes
deviendront des "occasionnels".
Les personnes employées dans ce
secteur n'ont, en général, pas
tendance à profiter ou à
contourner les lois, au contraire.

Un arrêté ministériel ne peut en
effet pas annuler un arrêté royal,
mais à mon avis, il doit être
possible d'adapter l'arrêté royal à
la réalité moyennant une petite
modification, sans remettre en
cause les objectifs initiaux.
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Ik vind het wat jammer.

Ik heb vorige week het verslag aan de Koning met betrekking tot het
koninklijk besluit van 23 maart 1998 erop nagelezen. Het is mijn
overtuiging dat men het koninklijk besluit kan wijzigen om
maatregelen te nemen ten voordele van een soepelere situatie, die
niet de belangen van de vervoerden op de helling plaatst, maar die
meer rekening houdt met de realiteit van de werking van deze
welzijnsinstellingen.

In het verslag aan de Koning over het betrokken koninklijk besluit
heb ik de daarin nagestreefde doelstellingen gelezen. Ik ben er echt
van overtuigd dat een minister met een goede dosis gezond verstand
een oplossing kan vinden die zowel de doelstellingen van het
koninklijk besluit niet op de helling plaatst, als de directies en de
personeelsleden van de MPI's toelaat om op een betere manier hun
inzet en werkzaamheden te organiseren. Ik betreur dus dat de
minister doof blijft voor de vraag van welzijnsinstellingen om terzake
in een specifieke regeling te voorzien, weliswaar via de wijziging van
een koninklijk besluit.
02.04 Minister Isabelle Durant: In de geest van de
verkeersveiligheidswet waaraan uw fractie, vooral de heer Ansoms,
constructief heeft meegewerkt, moeten wij vermijden afwijkingen in
de regeling in te schrijven. Ik deel uw bezorgdheid over de concrete
situatie van de MPI's in Vlaanderen en misschien ook in Brussel of in
Wallonië. Ik insinueer echt niets, ik maak geen intentieproces, maar
ik veronderstel dat u er begrip voor kunt hebben dat wij moeten
vermijden van uitzonderingen de regel te maken. Ik wil dat duidelijk
zeggen.
02.04 Isabelle Durant, ministre: Il
faut éviter d'inscrire des
dérogations et des exceptions
dans les règlements. Je partage la
préoccupation du secteur mais
j'espère que vous comprendrez
ma crainte que l'exception ne
devienne la règle. Il n'était pas
dans mes intentions de discréditer
le secteur.
02.05 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is
gesteld op basis van een reële toestand. Ik ken MPI's, bijvoorbeeld
MPI De Lovie in Proven, dat verschillende gebouwen omvat waar die
mensen worden opgevangen. Soms is het aangewezen hen te
vervoeren van het ene gebouw naar het andere, al is het maar
enkele honderden meter over de openbare weg. Ook bij het MPI
Dominiek Savio in Gits is de toestand dezelfde. Dankzij de dynamiek
van de directie heeft men daar een brede campus waardoor ook een
openbare weg loopt. Het is toch onverantwoord, mevrouw de
minister, dat voor zo'n minibus die wegens dienstnoodwendigheden ­
omdat iemand net met vakantie is ­ niet kan bestuurd worden door
die ene persoon maar die bestuurd wordt door iemand anders die er
net zo goed mee kan rijden, na 50 of 100 meter op de openbare weg,
aan het eind van de rit 1.000 euro door de welzijnsinstelling moet
worden betaald omdat een bepaald papier niet in orde was?

Dat is niet de doelstellingen nastreven die aan de basis lagen van het
koninklijk besluit. Ik vind het jammer dat de minister van Mobiliteit
daarvoor geen begrip heeft en geen oplossingen naar voren schuift
of zelfs maar bereid is oplossingen te overwegen die getuigen van
gezond verstand en die de doelstellingen van het koninklijk besluit
zeker niet zouden ondergraven.
02.05 Yves Leterme (CD&V): Ma
question était inspirée par la
situation concrète d'un IMP réparti
sur plusieurs bâtiments reliés par
une voie publique. Cet IMP a
encouru une amende de 1000
euros parce qu'un minibus conduit
par un chauffeur occasionnel, en
l'absence du chauffeur ordinaire
malade, a parcouru une distance
de 50 ou 100 mètres sur la voie
publique. Avec un peu de bon
sens, il devrait quand même être
possible d'éviter de tels excès.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
03 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het doorknippen van de spoorlijn tussen Adinkerke en Duinkerke" (nr. B271)
03 Question de M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le sectionnement de la ligne ferroviaire entre Adinkerke et Dunkerque" (n° B271)
03.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het voorbije weekend werden op de spoorlijn
73 nogal wat werken uitgevoerd en dit zowel aan overwegen, sporen
als seininrichtingen. Bijvoorbeeld in het station van Adinkerke
dienden een aantal werken te worden uitgevoerd om langere treinen
te kunnen ontvangen in het betreffende kuststation. Een pijnlijk
neveneffect, mevrouw de minister, is dat om die werken te kunnen
uitvoeren men ervoor heeft gekozen om de verbinding tussen
Adinkerke en Duinkerke definitief door te knippen. Er is terecht vanuit
een aantal verenigingen ­ ik vermeld de Bond van Trein-, Tram- en
Busgebruikers maar ook een regionaal actiecomité "Trekhaak 73" ­
protest gerezen tegen het feit dat uitgerekend die verbinding tussen
Adinkerke en Duinkerke definitief wordt opgebroken.

Mevrouw de minister, als ik even het tweede bijvoegsel bij het
tweede beheerscontract met de NMBS ter hand neem, dan stel ik wel
degelijk vast dat artikel 30bis van het betrokken bijvoegsel zeer
uitdrukkelijk stelt: "Ten bewarende titel en tot de vervaldag van het
onderhavige beheerscontract, verbindt de NMBS zich ertoe geen
buiten dienst gestelde spoorlijnen meer op te breken, ongeacht de
reden voor buitendienststelling."

Om die reden heb ik twee concrete vragen, mevrouw de minister.
Kan u betrokken werken bevestigen waarbij de spoorlijn tussen
Adinkerke en Duinkerke definitief zou zijn doorgeknipt? Staat in uw
visie dit niet haaks op het betrokken artikel dat ik zonet citeerde uit
uw eigen beheersovereenkomst met de NMBS?
03.01 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): L'article 30bis du contrat
de gestion stipule qu'aucune ligne
ferroviaire ne peut être
démantelée après sa mise hors
service, peu importe la raison de
cette mise hors service. Or, la
ligne 73 entre Adinkerke et
Duinkerke le sera prochainement,
malgré une action de protestation.
La ministre peut-elle justifier cette
mesure?
03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega
Bultinck, de relatie De Panne-Adinkerke wordt niet doorgeknipt. Er
gebeurt enkel een lokale aanpassing van de spoorconfiguratie om
het verlengen van het perron 1 mogelijk te maken. Dankzij deze
verlenging zullen langere treinen kunnen worden ontvangen op het
gemeenschappelijk perron met de kusttram. Zoals ik reeds eerder
antwoordde op vragen van mijnheer Leterme wordt er lokaal
ongeveer 20 meter spoor uitgebroken en worden wissels vernieuwd
en verplaatst. Hierbij blijft de relatie met Frankrijk absoluut intact.
03.02 Isabelle Durant, ministre:
Cette ligne ne sera pas
définitivement démantelée. Les
voies seront démontées sur une
distance de 20 mètres pour
déplacer et adapter un certain
nombre d'aiguillages. Mais la
liaison reste intacte. Mieux
encore: elle sera améliorée.
03.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
dank u uiteraard voor uw antwoord. Het is voor een stuk
geruststellend te mogen vaststellen dat technisch de verbindingen
niet definitief worden doorgeknipt. Ik zou u toch willen attenderen op
het feit dat het een zeer belangrijke lijn zou kunnen zijn. Boven het
Antwerpse hebben we de problematiek van de IJzeren Rijn. In onze
contreien is er de problematiek van de IJzerlijn. Op die manier zou
een belangrijke verbinding kunnen ontstaan tussen Antwerpen en de
Kanaaltunnel in Calais. Dit zou een veel kortere route zijn met
mogelijkheden tot expansie in vergelijking met routes die nu worden
gebruikt via Kortrijk en Rijsel. Ik zou toch enige aandacht in de
plannen willen vragen voor een betere uitbouw van de lijn 73 en
meer specifiek voor de verdere uitbouw van die IJzerlijn.
03.03 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Cette réponse est très
rassurante. Je souhaiterais
néanmoins encore attirer votre
attention sur l'importance de cette
lign: elle relie mieux Anvers et le
terminal Transmanche que les
routes actuelles. Je préconise un
meilleur développement de cette
ligne.
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Daan Schalck aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het vervoer van kinderen op fietsen" (nr. B279)
04 Question de M. Daan Schalck à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le transport d'enfants à vélo" (n° B279)
04.01 Daan Schalck (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn vraag heeft tot doel de juiste interpretatie van dit
koninklijk besluit te kennen.

Mevrouw de minister, ik denk dat het niet in uw bedoeling ligt om
mensen te verbieden kinderen te vervoeren achteraan op een zitje.
Als men dit koninklijk besluit met slechte intenties zou lezen, zou dat
echter wel eens de conclusie kunnen zijn. Het bedoelde koninklijk
besluit vermeldt immers dat alleen in aan fietsen gekoppelde
aanhangwagens passagiers mogen worden vervoerd. Hun aantal
mag niet meer dan twee bedragen en ze moeten minder dan acht
jaar oud zijn. In dat geval moet de aanhangwagen speciaal uitgerust
zijn voor het vervoer van passagiers. Tot daar is er niets aan de
hand. Het is positief dat u tijdens deze legislatuur de afmetingen van
de fietskarren verruimd hebt. Ik meen dat het de bedoeling was om
dit te gaan regelen. Alleen bestaat er nu enige ongerustheid bij de
gebruikers van fietsen over de vraag of zij kinderen nog gewoon in
een erkend kinderzitje achteraan mogen vervoeren. De tekst spreekt
immers over het aantal zitplaatsen maar dan heel algemeen,
bijvoorbeeld in wagens. Vandaar dat ik enige duidelijkheid vraag van
u. Is dit artikel alleen van toepassing op fietskarren? Bedoelt dit
artikel alleen dat karren die getrokken worden door wagens,
bromfietsen en andere geen passagiers mogen vervoeren? Dat is
wat ik vermoed, maar wat niet voor honderd procent duidelijk is. Sluit
dit soms uit dat kinderen nog achteraan op de fiets in een erkend
kinderzitje zouden worden vervoerd?
04.01 Daan Schalck (SP.A):
L'article 7, 2°, de l'arrêté royal du
18 décembre 2002 prévoit que
l'article 44.4 du code de la route
est complété par la disposition
suivante: "Seules les remorques
attelées aux bicyclettes peuvent
transporter des passagers...".
Cette disposition donne
l'impression que les enfants ne
peuvent plus être emmenés dans
un siège situé à l'arrière du vélo.
Telle ne saurait être l'intention
poursuivie. La ministre peut-elle
fournir davantage d'explications à
cet égard?
04.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer Schalck, ik dank u voor uw
vraag omdat ze een mogelijkheid vormt om de interpretatie te
bevestigen. Het blijft uiteraard toegelaten om kinderen te vervoeren
in een kinderzitje achter op de fiets. Het woord "alleen" voert het
onderscheid in tussen fietsen en bromfietsen. Ik geef wat meer uitleg.

Het eerste lid van artikel 44, 4 handelt over zitplaatsen voor het
vervoer van personen op fietsen, bromfietsen, motorfietsen en al dan
niet gemotoriseerde drie- of vierwielers. Het vervoer van passagiers
is toegelaten voor zover er zitplaatsen zijn ingericht, bijvoorbeeld in
een kinderzitje achter op de fiets. De nieuwe toegevoegde bepaling
handelt specifiek over het vervoer van passagiers in een
aanhangwagen. Dat is alleen toegelaten in aanhangwagens voor
fietsen, met ingerichte zitplaatsen. Het woord "alleen" houdt dus een
verbod in op het vervoer van passagiers in aanhangwagens van
bromfietsen, motorfietsen en al dan niet gemotoriseerde drie- of
vierwielers. Ik kan dus bevestigen dat het tweede lid geenszins een
ontkrachting van het eerste lid is.
04.02 Isabelle Durant, ministre:
L'utilisation de sièges pour enfants
sur les bicyclettes reste
évidemment autorisée. Dans
l'article concerné, le mot "seules"
établit clairement une différence
entre les vélos, d'une part, et les
motocyclettes et autres engins
motorisés, d'autre part. Le premier
alinéa de l'article 44.4 porte sur le
transport de personnes et implique
que le transport des enfants dans
un siège pour enfant à l'arrière du
vélo est autorisé. La disposition
nouvellement ajoutée traite
spécifiquement du transport de
personnes dans une remorque,
qui est uniquement autorisé dans
des remorques pour bicyclettes.
Le deuxième alinéa n'infirme
nullement le premier.
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
04.03 Daan Schalck (SP.A): Mevrouw de minister, uw antwoord is
wat ik graag zou gehoord hebben en wat mij wel logisch lijkt. Het is
misschien wel goed dat deze interpretatie nog eens door u is
gegeven omdat men nooit weet of het door anderen niet anders
wordt gelezen. Nu is het duidelijk. Ik dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "het managementplan van de FOD Verkeer" (nr. B283)
05 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le plan de management du SPF Mobilité et Transport" (n° B283)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, sinds de FOD's zijn opgericht in het kader van
Copernicus dienen de diverse voorzitters van directiecomités een
managementplan op te stellen, ook in de FOD waarvoor u politiek
verantwoordelijk bent. Dit dient binnen een bepaalde termijn te
gebeuren.

Wij stellen toch een aantal punten vast. Ten eerste, de diverse
voorzitters van directiecomités hebben hetzij niet tijdig, hetzij nog
steeds niet hun managementplan klaar. Ten tweede, de beleidsraad
van de FOD heeft het in sommige gevallen nog niet goedgekeurd.
Ten derde, vele voorzitters hebben een beroep gedaan op externe
consultancy om die managementplannen op te stellen, hoewel de
voorzitters van de directiecomités verplicht waren om zulks te doen.
Vandaar heb ik de volgende vragen, mevrouw de minister.

Kunt u mij meedelen of het managementplan van de voorzitter FOD
Verkeer werd goedgekeurd? Hoeveel maanden na de aanstelling van
de voorzitter is dit gebeurd? Is het met andere woorden tijdig
gebeurd? Is het document publiek?

Ik kan u meedelen dat diverse ministers ­ ik stel deze vraag niet
alleen aan u, maar ook aan diverse collega's ­ reeds bevestigend
hebben geantwoord dat het document publiek is. Zij hebben het ook
ter beschikking gesteld van de commissie, zodat de commissarissen
hiervan gebruik kunnen maken en er inzage in hebben.

Wat zijn de essentiële bepalingen ervan en welke concrete
elementen ter verbetering van de dienstverlening aan het publiek zijn
erin opgenomen? Is er voor het opstellen van het managementplan
FOD Verkeer een beroep gedaan op externe hulp? Zo ja, door wie en
wat was hiervan de kostprijs?
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Depuis la création des
services publics fédéraux dans le
cadre de Copernic, les différents
présidents des comités de
direction sont tenus d'élaborer un
plan de management dans un
délai déterminé. C'est également
le cas du SPF dont la ministre
assume la responsabilité politique.
Les plans de management
arrivaient souvent trop tard et
certains ne sont même pas encore
prêts. Dans certains cas, le
conseil de direction du SPF n'a
même pas encore approuvé le
plan. De plus, bon nombre de
présidents ont fait appel à des
bureaux privés de consultance
alors qu'ils auraient dû élaborer
eux-mêmes ce plan. La ministre
peut-elle m'indiquer quand a été
approuvé le plan de management
du SPF Transports? Combien de
mois après la désignation du
président cette approbation est-
elle intervenue? Le président a-t-il
élaboré lui-même le plan?
Combien a-t-on payé pour une
aide extérieure éventuelle? Ce
document est-il public? Quelles en
sont les dispositions essentielles
et quels éléments concrets en
faveur de l'amélioration des
services au public comporte-t-il?
05.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega, het
ontwerp van managementplan en operationeel plan van de voorzitter
van de FOD Mobiliteit en Transport werd mij overgemaakt kort na
zijn aanstelling, rekening houdend met de vakantieperiode,
overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 oktober 2001,
betreffende de aanduiding en de uitoefening van de
managementfuncties in de federale overheidsdiensten. Dit koninklijk
05.02 Isabelle Durant, ministre:
J'ai reçu les projets de plan de
management et de plan
opérationnel du président du SPF
Mobilité et Transports peu après
sa désignation. L'arrêté royal du
29 septembre 2001 stipule qu'un
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
besluit bepaalt inderdaad dat de houder van de managementfunctie
een ontwerp van managementplan en operationeel plan dient te
bezorgen binnen de drie maanden na zijn aanstelling. De termijn
heeft betrekking op het ontwerp en niet op het definitief plan, vermits
het definitief plan in onderling overleg met de bevoegde minister
desgevallend dient te worden aangepast. Dit was in casu ook het
geval.

Ik heb het managementplan uiteindelijk op 5 maart 2003
goedgekeurd. Ik overhandig ter inzage een exemplaar in elke taal
aan de commissie. Het managementplan werd opgesteld rekening
houdend met het strategisch plan, dat in dit geval gelijk werd gesteld
met de algemene beleidsnota van de Federale Overheids Dienst
voor het begrotingsjaar 2003. Zoals voormeld koninklijk besluit
oplegt, is het betrokken managementplan zodanig opgesteld dat het
uitdrukkelijk de beschrijving van de algemene beheersopdrachten en
de verplichtingen van de voorzitter terzake, de strategische en
operationele doelstellingen en zijn verplichtingen terzake, alsook de
toegekende budgettaire middelen bevat.

Zoals u in het plan zult kunnen lezen, werden elk van deze
elementen in het plan uitvoerig uiteengezet. Als antwoord op uw
vraag kan ik u zeggen dat er inderdaad een aantal concrete
elementen werden opgenomen ter verbetering van de
dienstverlening aan het publiek. Zo vermeldt het plan bijvoorbeeld de
vereenvoudiging van de procedures, de kwaliteit van de
communicatie, de houding tegenover de klant en het aanwenden van
de middelen van e-government.

Ten slotte, kan ik nog zeggen dat voor het opstellen van het plan de
voorzitter inderdaad een beroep gedaan heeft op externe hulp, te
weten het consultancybureau Delta 1, dat werd aangeduid via een
overheidscontract voor een bedrag van 26.136 euro, inclusief BTW.
plan de management et un plan
opérationnel doivent être élaborés
dans les trois mois qui suivent la
désignation du président. Ce délai
porte sur le projet et non sur le
plan définitif. J'ai approuvé ce
plan de management le 5 mars
2003. Ce plan tient compte du
plan stratégique. L'arrêté royal
décrit les missions générales de
gestion et les obligations du
président, les objectifs
stratégiques et opérationnels et le
budget. Un certain nombre
d'éléments ont été intégrés au
plan pour améliorer le service au
public. Ainsi, le plan prévoit une
simplification des procédures et
une amélioration de la
communication.

Nous avons effectivement eu
recours au bureau de consultance
Delta 1 pour l'élaboration du plan.
Les honoraires du bureau se sont
élevés à 26.000 euros.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ten
eerste, ik dank de minister voor haar antwoord. Het zou mij behagen
indien een kopie van het managementplan rondgedeeld werd aan
alle leden van de commissie en eventueel een extra kopie aan mij
wordt bezorgd want ik ben geen lid van deze commissie. Ik dank de
minister daarvoor.

Ten tweede, wat de termijn betreft, vind ik het belangrijk dat het plan
er is. Wanneer u zegt dat het overeenkomt met de algemene
beleidsnota, lijkt mij het logisch. Ik denk echter niet dat het in de
geest is van de Copernicus-hervorming, waarin al voorzien is in een
stuk autonomie voor de voorzitters van de FOD's. Het is niet
noodzakelijk zo.De toekomst zal uitwijzen of u of iemand anders na
18 mei op die stoel zal zitten, maar de voorzitter van de FOD zal
blijven. Het zou kunnen dat er dan andere politieke accenten worden
gelegd - ik spreek in de voorwaardelijke wijs ­, maar die voorzitter zit
dan met dat managementplan. Een managementplan dient eigenlijk
niet om politieke beleidslijnen uit te tekenen, dacht ik, dus dat
verbaast mij wel wat. Maar goed, na lezing van het plan kan ik die
kritiek misschien beter concretiseren.

Ten derde, het beroep op externen moet ik betreuren. 26.000 euro
gemeenschapsgeld wordt weer eens weggegooid. De voorzitters van
de FOD's verdienen intussen drie keer meer dan hun voorgangers
05.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): L'essentiel est que le
plan soit prêt. Que ce plan
corresponde à la note de politique
générale semble logique, mais
n'est pas dans l'esprit du plan
Copernic qui accorde une large
autonomie au président du SPF.
D'autres accents politiques
pourraient en effet prévaloir après
les élections mais le président
reste pour sa part lié à son plan de
management. Ce plan n'a pas
pour objectif d'échafauder une
politique à mener.

Je regrette que l'on ait eu recours
à un bureau externe. Cette
somme de 26.000 euros est de
l'argent gaspillé. Le président d'un
SPF gagne trois fois plus que son
prédécesseur. Le plan Copernic
précise que le président doit
élaborer un plan, sans faire appel
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
als secretaris-generaal. Ik vermoed dat in het Copernicus-plan stond
dat zij die managementplannen moesten opstellen. Dan betreur ik
dat dit moet worden voorgeschreven door externe
consultancybureaus op de kap van de belastingbetaler. Dat is nog
maar eens het bewijs dat men voor de hele Copernicus-hervorming
te weinig een beroep doet op de expertise die hoe dan ook in de
administratie aanwezig is en dat externe consultants in onze
administratie aan het binnendringen zijn, wat ik een gevaarlijk
fenomeen vind.
pour cela à un bureau externe. Il
est clair que l'on ne se fie pas
assez à l'expertise présente au
sein même de l'administration et
que des bureaux de consultance
externes infiltrent ainsi
l'administration.
De voorzitter: Dank u, mijnheer Verherstraeten.

Mevrouw de vice-eerste minister, u hebt ons het plan doen overhandigen in het Nederlands en in het
Frans. Gaat u ermee akkoord dat wij het kopiëren en naar de leden sturen? Of moet het in het secretariaat
blijven? Het mag verspreid worden? Goed, dan doen wij het zo.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Jean Depreter à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la gestion du système d'épargne 'Bonus Pass'" (n° B297)
06 Vraag van de heer Jean Depreter aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het beheer van het Bonus Pass systeem" (nr. B297)
06.01 Jean Depreter (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, il s'agit d'une question assez "pointilliste" à propos de
laquelle je suis déjà intervenu brièvement la semaine passée et
concernant les navetteurs qui possèdent un abonnement et reçoivent
un bonus, c'est-à-dire un droit de voyager gratuitement.

Dans l'intitulé de ma question, j'avais employé les termes "ticket
plus" mais les navetteurs abonnés qui m'ont interpellé à ce sujet
parlaient de "bonus pass". Je constate aujourd'hui que, dans l'intitulé
officiel de la question, on parle de "bonus pass". En fait, c'est un
permanent syndical qui avait employé le terme "ticket plus", mais la
philosophie est exactement identique et les deux terminologies
existent sans doute.

Je le répète. Il s'agit du droit de voyager gratuitement grâce à son
abonnement. Voyager gratuitement, quand? Les jours fériés, le
samedi et le dimanche, en juillet et août.

Certains navetteurs en question - c'est par eux que j'ai été approché -
travaillent le samedi. Or, ils ne savent pas récupérer le samedi, si
éventuellement c'est prévu. En tout cas, ils n'ont pas nécessairement
envie de se mettre en route le dimanche. Ils demandent simplement
de pouvoir utiliser le bonus en question pendant leur jour de
récupération en semaine. Il s'agirait donc éventuellement d'assouplir
le système.

Je me rends compte que c'est une question fort "pointilliste" de fin de
législature et que ce n'est pas l'actionnaire qui gère ce genre de
problème. Toutefois, nous sommes très sensibles à l'aspect social
des choses. Il s'agit d'un cas particulier de personnes qui travaillent
le week-end et qui voudraient bénéficier du système en semaine.
L'actionnaire ayant un pouvoir d'incitation et de suggestion, c'est à
cet aspect des choses que je fais appel.
06.01 Jean Depreter (PS): De
pendelaars die in het bezit zijn
van een abonnement krijgen als
bonus "tickets plus" waarmee ze
op feestdagen en tijdens de
maanden juli en augustus gratis
mogen reizen. De werknemers
zouden die tickets+ ook graag op
hun vrije dagen in de week
kunnen gebruiken.
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
06.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, fin de
législature ou pas, je trouve que la demande est tout à fait légitime.
C'était d'ailleurs une des raisons pour améliorer le système, ce qui
est fait.

Depuis le début de cette année, avec l'introduction de la nouvelle
action de fidélisation des détenteurs de cartes de train, le détenteur
recevra, lors du renouvellement de sa carte de train, un bon de
valeur, une réduction de 5,8 à 10% du prix de cette carte, selon qu'il
est abonné mensuel, trimestriel ou annuel.

Le montant est calculé sur la base du prix plein. La valeur prise en
compte pour le calcul de la réduction peut donc être plus importante
que le montant effectivement payé par le détenteur. La réduction se
présente sous la forme de bons de valeur non nominatifs qui peuvent
être utilisés pour l'achat de billets pour des déplacements en service
intérieur, sans restriction d'usage dans le temps, ce qui ne pénalise
donc plus ceux qui bénéficient de jours de liberté en dehors du week-
end parce qu'ils travaillent le week-end et qu'ils n'ont pas la
possibilité ni l'envie de le récupérer, par exemple, le dimanche. Des
formules de transition sont aménagées pour que les détenteurs
actuels de "bonus pass" conservent les avantages acquis.

Je pense que le système de bonus que l'on a introduit répond au
problème de votre camarade de la rue Neuve avec lequel je souhaite
que vous puissiez garder les meilleures relations! (Sourires)
06.02 Minister Isabelle Durant:
Uw vraag is terecht en we hebben
al voor het antwoord gezorgd. Dit
jaar is een nieuwe
getrouwheidsactie ingevoerd. Bij
de vernieuwing van de treinkaart
wordt een procentuele korting
toegekend waarvan het bedrag
wordt berekend op grond van de
volle prijs. De toegekende
waardebons zijn niet op naam en
zijn onbeperkt geldig.
06.03 Jean Depreter (PS): Monsieur le président, je remercie Mme
la ministre pour sa réponse. Je pourrai donc aller me promener de
temps en temps, rue Neuve, et retrouver le navetteur qui m'avait
posé la question. Il est vrai que celui qui travaille au parlement n'a
pas beaucoup de temps pour aller se promener au centre-ville, mais
peut-être que dans quelques mois, j'aurai un peu plus de temps!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jean-Marc Delizée à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le projet de fermeture de 49 gares réparties dans tout le pays" (n° B330)
07 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het plan om 49 stations over heel het land te sluiten" (nr. B330)
07.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, quelques
contretemps mercredi dernier ne m'ont pas permis de poser cette
question au moment où j'aurais souhaité le faire. La presse a fait
état, juste avant la semaine du carnaval, de l'éventuelle fermeture
d'une cinquantaine de gares. Mercredi dernier, je n'avais pas reçu les
modifications d'horaire avec le regroupement des questions, ce qui
fait que nous avons dû courir entre la séance plénière et les
commissions. Je n'ai donc pas pu malheureusement poser ma
question. Elle a été regroupée avec une série de questions de
collègues qui portaient sur le même objet ou sur des objets beaucoup
plus larges ou relativement différents.

Madame la ministre, je sais que vous avez déjà répondu à cette
question, j'ai lu votre réponse, mais je me suis permis de la réinscrire
07.01 Jean-Marc Delizée (PS): Ik
zou graag uw standpunt kennen
over de mogelijke sluiting van de
loketten in vijftig Belgische
stations. Is dit niet strijdig met de
politieke wil van de regering om
het spoorverkeer een nieuw elan
te geven? Blijkbaar wordt er bij
die sluiting enkel uitgegaan van
het criterium van de opbrengst
van de ticketverkoop. Zou men
niet van andere criteria kunnen
uitgaan? Welke weerslag zou een
dergelijke maatregel hebben op
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
pour revenir sur le sujet, en partant de la réponse qui avait déjà été
donnée.

Vous avez confirmé, madame la ministre, qu'aucune décision
officielle n'avait été prise. La presse prétendait qu'une information
avait été diffusée à ce sujet. La question que je me posais sur le
fond, c'est de me demander si cette orientation qui pourrait être prise
par le conseil d'administration de la SNCB était compatible avec la
volonté politique que vous avez annoncée et qui est celle du
gouvernement d'augmenter de 50% en dix ans le nombre de
voyageurs de la SNCB. Cela ne va-t-il pas à contresens d'une
certaine volonté politique? En effet, il y a quelques années, on parlait
non pas de fermetures mais de réouvertures de gares ou de petites
lignes. On est ici devant une perspective tout à fait opposée à cette
voie-là.

On verra la décision qui sera prise ultérieurement mais il semble que
le critère retenu soit celui du chiffre d'affaires, de la vente de billets
et autres produits de la compagnie des chemins de fer. D'après "Le
Soir" du 28 février, la direction de la SNCB précisait qu'en cas de
réduction du réseau de vente, il serait possible d'utiliser un autre
critère que le chiffre d'affaires. Peut-on éventuellement avoir une
précision? De quel(s) critère(s) s'agirait-il?

Avez-vous connaissance, à ce stade, de l'impact d'une telle décision
sur l'emploi? Pouvez-vous donner des précisions à ce sujet? Avez-
vous une répartition pour chaque gare ou par région du pays? Une
autre question est celle de la sécurité. L'absence de présence
humaine dans certaines gares ne risque-t-elle pas de poser des
problèmes de sécurité ou, en tout cas, de créer dans le chef des
clients de la SNCB, des navetteurs, un sentiment d'insécurité? Je lis
dans votre réponse que vous opérez une distinction entre la sécurité
et la sûreté.

Je voulais également vous interroger plus spécifiquement sur la ligne
132 Charleroi­Mariembourg-Couvin. Vous savez que j'y suis attentif.
C'est une ligne pour laquelle vous avez décidé d'instaurer le concept
de qualité totale. En lisant l'article de presse et en voyant ce qui était
prévu pour Philippeville et Couvin, qui sont des petites villes mais
dont les gares sont relativement importantes, je me suis inquiété. Je
me suis dit que c'était totalement incompatible avec cette notion de
qualité totale qui induit, comme vous l'avez d'ailleurs dit
antérieurement, une notion d'accueil, de proximité, La suppression
de guichets dans ces deux gares me paraissait incompatible avec la
qualité totale, tant pour la ligne 132 que pour les autres lignes
concernées par cette notion.

Dans votre réponse, vous dites que dans les gares de type IC/IR, les
guichets ne devraient pas être fermés. Vous citez nommément
Philippeville, Mariembourg et Couvin, ce qui répond à la crainte de la
région de l'Entre-Sambre-et-Meuse. Vous dites que ces gares IC/IR
sont celles, je vous cite, "doivent correspondre au moins à la gare
principale de toutes les villes reliées au rail, ce qui est l'objectif, à
savoir d'assurer un service de proximité bien réparti sur le territoire et
une maximisation de l'utilité." C'est évidemment dans ces gares
qu'on trouve le potentiel le plus élevé de clients. De nouveau, si on
veut atteindre l'objectif du gouvernement qui est d'augmenter de
50% en dix ans, il y a là un potentiel, et ce n'est pas en fermant les
de werkgelegenheid en houdt de
sluiting geen veiligheidsrisico's in?
Wat lijn 132 betreft, is er geen
tegenspraak tussen het begrip
"integrale kwaliteitszorg" en de
sluiting van twee stations als
Philippeville en Couvin? Ook
andere stations zouden kunnen
worden behouden of gesloten!
Wordt het station van Gedinne
met sluiting bedreigd? Ik betwijfel
dat de samenwerkingsakkoorden
veel zullen opleveren. Wat is uw
mening? Welke initiatieven
werden er in overleg met de raad
van bestuur genomen?
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
guichets qu'on peut atteindre cet objectif, à mon avis.

Voilà les questions que je souhaitais vous poser, madame la
ministre.

Les gares pour lesquelles vous avez donné une réponse claire ne
doivent pas être visées par les fermetures.

Vous n'excluez donc pas des fermetures de guichets dans un certain
nombre de gares. Vous dites que d'autres gares qui ne sont pas IC/IR
pourraient être soit maintenues, soit fermées.

Je vais prendre l'exemple de Gedinne, gare relativement importante
dans le sud de l'arrondissement de Dinant. Est-elle menacée?
Tenant compte d'autres critères, peut-elle être éventuellement
maintenue?

Vous évoquez les partenariats avec les autorités locales et La Poste.
Je suis sceptique. Soit, La Poste est déjà implantée, et ce n'est en
tout cas pas en un jour que les choses peuvent évoluer vers un
regroupement de services à la clientèle, soit les communes ont
d'autres locaux plus centraux, alors que les gares se trouvent parfois
à l'extérieur. Tout cela pose des problèmes, sans parler des finances
des communes. C'est pourquoi je suis quelque peu sceptique quand
j'entends parler de partenariats. Tant mieux si cela peut se faire,
mais je m'interroge sur les résultats!

Pour les autres petites gares, je suis inquiet pour l'accueil et la
proximité. De façon générale, cela ne me semble pas aller dans le
sens d'une attractivité du rail.

Aussi, je souhaite connaître votre avis, votre philosophie en la
matière et éventuellement les initiatives que vous comptez prendre
en rapport avec le conseil d'administration sur ce dossier.
07.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,
comme vous l'avez lu dans ma réponse la semaine dernière en
commission, je confirme qu'il ne s'agit en aucune manière d'une
décision. Il s'agit d'un travail d'étude, d'évaluation interne qui avait
pour but d'orienter des travaux futurs. Il a été communiqué à la
presse mais il ne correspond à aucune décision. Cette étude ne porte
pas non plus sur la fermeture de gares; il s'agit simplement, même si
c'est important et je vais y revenir, de la présence du personnel au
guichet. Les gares continuent d'exister.

Je le dis et je le répète, la présence de personnel dans les gares est
un élément à la fois de sécurité, d'accueil et de convivialité. Les
gares vides sont moins attractives et pourraient être ressenties
comme des lieux moins sûrs par les voyageurs.

Dans la proposition de contrat de gestion que j'ai faite à la SNCB et
qui n'a rien à voir avec la publication de cet article dans la presse -,
tenant compte de la diversité des gares et même si les gares de
Philippeville, Mariembourg et Couvin ne sont pas concernées, le
travail préliminaire de la SNCB ne portant pas sur les gares IC/IR -
j'ai effectivement évoqué la question des partenariats.

Selon moi, il faut travailler au cas par cas et faire preuve de
07.02 Minister Isabelle Durant:
Er is nog niets beslist over de
sluiting van sommige stations. De
aanwezigheid van personeel dat
instaat voor het onthaal van de
reizigers draagt uiteraard bij tot de
klantvriendelijkheid en het
veiligheidsgevoel. Ik wijs er
nogmaals op dat de kwestieuze
studie niet over de sluiting van
stations gaat, maar over de
aanwezigheid van personeel aan
de loketten. De samenwerking zal
enkel geval per geval worden
bekeken. Ik verwijs u naar de tekst
van de persconferentie van het
Raadgevend comité van de
gebruikers waarin wordt
opgeroepen om naar creatieve
oplossingen te zoeken in functie
van de plaatselijke toestand.

Ik ben niet op de hoogte van
CRIV 50
COM 1025
19/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
créativité puisque la situation d'un bureau de poste peut parfois être
centrale et la gare "périphérique" par rapport au centre ou le
contraire. Cela ne concerne donc pas que La Poste mais aussi
éventuellement d'autres éléments.

En la matière, je vous renvoie à la conférence de presse du Comité
consultatif des usagers qui a été publiée dans la presse hier et ce
matin, et qui faisait des suggestions de même nature, en appelant à
la créativité pour répondre à des impératifs de sécurité, de sûreté et
d'ouverture à la clientèle pour le voyageur occasionnel, même s'il
s'agit souvent d'abonnés. En fait, il s'agit du potentiel économique
insuffisant lié à la caisse quotidienne du guichetier, de manière à
combiner des objectifs. Mais il n'y a aucune règle; c'est plutôt un
appel à la créativité en fonction des situations locales.

Enfin, en ce qui concerne la question de l'impact sur l'emploi, par
définition, puisqu'il s'agit d'un travail dont je n'ai pas eu
connaissance, qui n'a pas été soumis au comité de direction ni au
conseil d'administration, je n'ai fait aucun calcul, d'autant plus qu'il va
de soi que s'il y en avait un, il serait aussi lié à la réaffectation interne
à d'autres tâches.

Je n'ai pas fait ce calcul parce qu'il ne s'agit pas d'un texte qui a été
soumis au comité de direction ou au conseil d'administration pour
décision. Les choses en sont là et nulle part ailleurs.

Pour l'avenir, je suis attentive au volet d'accueil et de convivialité lié
à l'objectif du gouvernement de 50%. Je vous rappelle que nous en
sommes déjà à 13,2% en trois ans. Je pense donc que nous avons
réalisé notre part de l'objectif et qu'il faut surtout le poursuivre. Cet
élément est important par rapport au rôle que peut jouer une gare,
même une petite gare dans une commune ou dans une localité.

J'espère que le jour où la question sera posée en comité de direction
et au conseil d'administration, elle le sera sur la base de ma
proposition, consistant à réfléchir de façon créative pour répondre à
des impératifs gestionnaires qu'on ne peut pas considérer sans
intérêt, tout en maintenant le cap sur la qualité, l'accueil, la
convivialité et la sécurité, puisque tout cela se tient, pour renforcer
l'attractivité aux yeux d'une clientèle existante ou future. La
recherche de partenariats peut être intéressante dans l'un ou l'autre
endroit, mais certainement pas partout. Un partenariat au cas par cas
entre les autorités locales, la SNCB et par exemple d'autres
entreprises publiques qui y ont un siège, comme La Poste, peut être
utile et intéressant. J'en appelle donc à cette créativité. Ce n'est
évidemment pas une règle systématique à appliquer de façon
linéaire dans l'avenir, mais plutôt dans un souci de travail, de bon
partenariat.
gevolgen voor de
werkgelegenheid. In de toekomst
willen we ons blijven inzetten voor
het onthaal, de veiligheid en de
klantvriendelijkheid.
07.03 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je remercie
Mme le ministre pour les réponses qu'elle nous a apportées, en tout
cas pour sa confirmation du fait qu'il n'y a pas de décision à ce stade.

L'article de presse a suscité de l'inquiétude tant dans le personnel
que parmi les utilisateurs du rail. La crainte réelle portait aussi sur le
fait que la fermeture d'un guichet risquait d'être la première étape
vers la fermeture définitive d'une gare. Je partage votre avis selon
lequel des gares sans présence humaine sont moins attractives pour
07.03 Jean-Marc Delizée (PS):
Er werd ook gevreesd dat de
sluiting van het loket de aanzet is
tot de sluiting van het station. Ik
ben er fier op dat ik in de kleine
gemeente, waarvan ik afkomstig
ben, de sluiting
van een
postkantoor heb kunnen
verhinderen. Als verkozene van
19/03/2003
CRIV 50
COM 1025
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
le rail, ce qui me paraît contradictoire avec l'objectif poursuivi.

Je prends bonne note du chiffre de 13,2% d'augmentation de
voyageurs depuis 1999. C'est un élément à prendre en compte. Je
suis tout à fait favorable à la créativité. Je suis originaire d'un petit
village, d'une petite commune. J'ai pu y empêcher la fermeture d'un
bureau de poste qui est à présent installé dans des locaux
communaux mais ce n'est pas toujours simple. Je ne suis pas
persuadé qu'il y ait une symétrie entre la carte de La Poste et la carte
de la SNCB, et que ce soit très facile à régler pour des raisons de
localisation et d'infrastructure. Cela dit, je suis évidemment favorable
à l'idée de partenariats, en ce compris avec les autorités locales qui
veulent défendre le service public, y compris dans les régions
rurales.

Sur le plan de l'emploi, vous dites ne pas disposer de calculs ni
d'informations précises sur ce que serait l'économie éventuelle. Il
faut savoir si le jeu en vaut vraiment la chandelle. S'il y a des
réaffectations, il faut effectuer un calcul coût/bénéfice, en ce compris
l'aspect qualitatif du service.

Enfin, concernant les régions rurales, je suis moi-même un élu d'une
région rurale. Je vais prendre l'exemple de Gedinne. C'est une petite
commune mais qui draine toute une clientèle pour la SNCB d'une
région environnante. L'absence de personnel dans ce type de gare
serait préjudiciable. Il y en a sans doute d'autres dans le pays, je ne
fais que prendre un exemple que je connais mais je plaiderais de la
même manière pour une gare d'une région rurale flamande. Il est
important d'examiner, au cas par cas, la possibilité de maintenir ce
personnel dans un souci de proximité et d'attractivité du rail, y
compris dans les régions rurales.
een landelijk gebied, wil ik
benadrukken dat een station zoals
bijvoorbeeld Gedinne een
regionaal cliënteel bedient dat in
geen geval over het hoofd mag
worden gezien.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 11.05 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.05 uur.