KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 1023
CRIV 50 COM 1023
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
18-03-2003
18-03-2003
13:30 uur
13:30 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Yves Leterme tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "ecotaksen
en -boni" (nr. 1616)
1
Interpellation de M. Yves Leterme au ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les écotaxes
et les écobonis" (n° 1616)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Jef Tavernier, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Jef Tavernier, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de
bestrijding van de
zogenaamde 'dikkebuikenziekte' bij konijnen"
(nr. B312)
5
Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la lutte contre
l'entérocolite des lapins" (n° B312)
5
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Jef Tavernier, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Jef Tavernier, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Luc Paque aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het slachten van heel de stapel
of een deel ervan na ontdekking van een BSE-
geval" (nr. B276)
8
Question de M. Luc Paque au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'abattage
total ou partiel du bétail en cas de découverte
d'un cas d'ESB" (n° B276)
8
Sprekers: Luc Paque, Jef Tavernier, minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Luc Paque, Jef Tavernier, ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
managementplan van de FOD Volksgezondheid"
(nr. B286)
11
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé Publique et de l'Environnement sur "le
plan de management du SPF Santé publique"
(n° B286)
11
Sprekers: Servais Verherstraeten, Jef
Tavernier
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Servais Verherstraeten, Jef
Tavernier
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
verwarrende communicatie over de
gezondheidsrisico's na het ongeval met
chroomzuur langs de N16 in Bornem en Temse"
(nr. B287)
13
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
communication confuse concernant les risques
pour la santé publique occasionnés par l'accident
au cours duquel de l'acide chromique a été
répandu le long de la N16 à Bornem et à Temse"
(n° B287)
13
Sprekers: Magda De Meyer, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Magda De Meyer, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Philippe Seghin aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
bevoorrading met het Meningitec-vaccin"
(nr. B288)
15
Question de M. Philippe Seghin au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur
"l'approvisionnement en vaccin Méningitec"
(n° B288)
15
Sprekers: Philippe Seghin, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Philippe Seghin, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Philippe Seghin aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de controle
en de analyse van grondstoffen gebruikt door
officina-apothekers" (nr. B290)
17
Question de M. Philippe Seghin au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le contrôle et
l'analyse des matières premières employées par
les pharmaciens d'officine" (n° B290)
17
Sprekers: Philippe Seghin, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Philippe Seghin, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Robert Hondermarcq aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
moeilijkheden in verband met de toepassing van
de maatregelen genomen ten aanzien van de
dierenartsen" (nr. B298)
19
Question de M. Robert Hondermarcq au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les difficultés
d'application des mesures prises à l'égard des
vétérinaires" (n° B298)
19
Sprekers:
Robert Hondermarcq, Jef
Tavernier, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Robert Hondermarcq, Jef
Tavernier, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
Belgische lidmaatschap van de Internationale
Walvisvaart Commissie (IWC)" (nr. B310)
21
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'adhésion
belge à la Commission internationale de la
chasse à la baleine" (n° B310)
21
Sprekers: Luc Sevenhans, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Sevenhans, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde vragen van
22
Questions jointes de
22
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het vaccineren van duiven"
(nr. B317)
22
- Mme Yolande Avontroodt au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la vaccination
des pigeons" (n° B317)
22
- mevrouw Leen Laenens aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de problematiek van vogelpest
bij duiven" (nr. B324)
22
- Mme Leen Laenens au ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le problème de la peste
aviaire chez les pigeons" (n° B324)
23
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Leen
Laenens, Jef Tavernier, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Leen
Laenens, Jef Tavernier, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
18
MAART
2003
13:30 uur
______
du
MARDI
18
MARS
2003
13:30 heures
______

De vergadering wordt geopend om 13.44 uur door mevrouw Michèle Gilkinet, voorzitter.
La séance est ouverte à 13.44 heures par Mme Michèle Gilkinet, présidente.
01 Interpellatie van de heer Yves Leterme tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "ecotaksen en -boni" (nr. 1616)
01 Interpellation de M. Yves Leterme au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les écotaxes et les écobonis" (n° 1616)
01.01 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de saga van de ecotaksen ­ de belasting op onder meer de
meest gebruikte drankverpakkingen
­ is natuurlijk een
schoolvoorbeeld van onbehoorlijk bestuur. Wij hebben einde vorig
jaar in het laatste stadium meegemaakt hoe wij bij nacht en ontij
letterlijk gevat werden door dit wetsontwerp in de plenaire
vergadering. Dat moest erdoor. Het moest door de strot van de
kamerleden van de meerderheid worden geduwd. Dit gebeurde in
samenhang met Francorchamps en allerlei andere dossiers.

Wij hebben toen gewaarschuwd voor onbehoorlijk wetgevend werk.
U hebt vorige week op een bepaald moment op televisie gezegd dat
dit een wet is die democratisch is totstandgekomen. U zei dat deze
wet uitgevoerd zal worden. Dat is natuurlijk niet juist. Deze wet is niet
op een democratische wijze totstandgekomen. Deze wet overtreedt
immers op verschillende punten de Grondwet. Ze gaat in tegen het
advies van de Raad van State.

Daarnaast is de wet niet alleen ondemocratisch totstandgekomen, zij
staat ook haaks op een aantal internationale afspraken die genomen
zijn. Er is een ander dossier, namelijk dat van de transporten van het
Amerikaans leger door ons land. Er zal de volgende uren nog heel
vaak verwezen worden naar internationale engagementen en
afspraken. Men zal zeggen dat die heilig zijn en dergelijke. In dit
dossier is alvast gebleken dat meer bepaald met betrekking tot de
naleving van de bepalingen in het Verdrag van de Europese Unie en
afgeleide rechtsbronnen, deze regering niet geaarzeld heeft om
internationale akkoorden en afspraken gewoon naast zich neer te
leggen. Voor de meeste ministers gebeurde dat niet met hun volle
goesting, maar onder druk van de groenen. Dat gebeurde onder
01.01 Yves Leterme (CD&V): La
loi instaurant les écotaxes et les
écoboni est un échantillon de
mauvaise administration. A la fin
de l'année dernière, le
gouvernement a fait voter cette loi
à la hussarde par le Parlement,
ainsi que l'avaient exigé les
partenaires verts de la coalition
qui ont fait de ce dossier un
symbole.

La semaine dernière, le ministre
Tavernier a déclaré que la loi
votée démocratiquement serait
exécutée le plus rapidement
possible. Cette loi est loin d'être
démocratique: elle viole des
articles de la Constitution et va à
l'encontre de l'avis du Conseil
d'Etat et d'un certain nombre de
conventions internationales. Le
CD&V a multiplié les mises en
garde mais le gouvernement n'a
rien voulu entendre. Il en subit à
présent les conséquences: l'Union
européenne a de nombreuses
objections à formuler.

La semaine dernière, je me suis
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
meer onder druk van u. We hebben u daarvoor in december
gewaarschuwd in de plenaire vergadering. Men heeft ons toen
afgewimpeld en weggewimpeld zoals dat vaak gebeurt. Het was weer
dat eenheidsdenken. Dat betekent dat als wij iets zeggen, dit nooit
juist en terecht kan zijn.

Vorige week heb ik dan op een bepaald moment het initiatief
genomen om twee stukken die mij via een gunstige wind bereikt
hadden in de openbaarheid te brengen. Ik deed dat omdat ik van
oordeel was of ­ beter ­ moest vaststellen dat er minstens een aantal
voorbereidingen getroffen werden om op een oneigenlijke wijze de
gevolgen te trekken uit de Europese terechtwijzing. Deze was er ten
aanzien van het wetsontwerp en de uitvoeringsbesluiten gekomen.

De eerste reactie van uw kant op mijn standpunt dat ik via de radio,
televisie en kranten naar buiten had gebracht, was de volgende. Ik
citeer u: "Afspraken zijn afspraken, op 21 maart wordt dit
gepubliceerd, op 1 april wordt de wet van kracht. De heer Reynders
heeft blijkbaar zijn werk niet goed gedaan. De heer Reynders en de
heer Piqué moeten hun job doen. Er is een afspraak en die wet zal
dus op 21 maart op de webstek van het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd worden en 10 dagen nadien zal hij van kracht worden."

Ondertussen zijn wij een week en een dag verder en de waarheid
heeft haar rechten herwonnen. Ik zou u toch willen vragen, nadat dat
vrijdag blijkbaar niet echt kon worden besloten, wat op dit moment
het standpunt van de regering is ten aanzien van de twee uitvoerig
gemotiveerde meningen die uitgegaan zijn van de Europese
Commissie en betrekking hadden op artikel 371, paragrafen 2 en 3
en paragraaf 4 met betrekking tot enerzijds het merken van de
etiketten van verpakkingen met statiegeld om duidelijk te maken dat
het effectief om zo'n verpakkingen gaat en, anderzijds, het afdrukken
op de etiketten van verpakkingen van niet herbruikbare verpakkingen
of die al dan niet voldoen aan de recyclagecontent en al dan niet
onderhevig zijn aan de ecotaks.

Wat is het standpunt van de regering op dit moment? Ik heb de
indruk dat er een vijftal amendementen klaar zijn om te worden
ingediend bij ­ wat vroeger een zuurstofwet was en nu in deze
commissie een beetje een bloedwet is geworden ­ de voorliggende
programmawet. Op een ogenblik dat wij nog vier dagen verwijderd
zijn van de 21
ste
maart ­ de minister heeft gezegd dat er op die
datum zal worden gepubliceerd ­ en terwijl er meer dan 3.000
economische actoren en bedrijven in het ongewisse zijn met
betrekking tot het al dan niet invoeren van die belasting of heffing en
de wijze waarop die belasting zal worden ingevoerd, zou ik u willen
vragen wat op dit moment het standpunt terzake is van de regering.
servi de deux documents qui
m'étaient parvenus grâce à un
vent favorable pour démontrer
que le gouvernement se prépare
pour répondre à la critique
européenne.
La première réaction du ministre
Tavernier à cet égard a été de
considérer qu'"un accord est un
accord". Il a rappelé que la loi doit
être publiée le 21 mars et qu'elle
doit être entrer en vigueur le 1
er
avril. Huit jours plus tard, il est
évident que le ministre n'a pas
obtenu gain de cause.

Que pense le gouvernement des
deux observations de la
Commission européenne? Cinq
amendements seraient prêts pour
être ajoutés à la loi-programme.
Entre-temps, le secteur reste dans
l'incertitude concernant
l'instauration ou non de l'impôt et
la manière dont cela se fera.
01.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, ik beantwoord
natuurlijk graag de vraag over dit dossier.

Iedereen weet dat het dossier in 1993 is begonnen. Het dossier is in
de periode van 1993 tot 1999 vooral het onderwerp geweest van
vertragingen, wijzigingen en bedrog vanuit de toenmalige
meerderheidspartijen. Op de eerste plaats was de toenmalige CVP
hierbij betrokken. Ik meen dat men zich met betrekking tot de
ecotaks nooit aan zijn woord heeft gehouden.
01.02 Jef Tavernier, ministre: Ce
dossier est en chantier, depuis
1993, mais il a surtout été freiné
par le CVP. Le présent
gouvernement a abouti à un
accord clair dans ce domaine.
L'objectif des écoboni est la
promotion des emballages
réutilisables. Comme une série
d'éléments ont dû être
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Binnen deze regeerperiode was er duidelijk een afspraak om een
aangepaste ecotaksregeling tot stand te brengen. Er was echter de
budgettaire toestand. We moesten ook rekening houden met de
mogelijkheden die er waren. Er was dan ook nog de vraag vanuit de
sectoren, waar men werd geconfronteerd met vrij hoge BTW-
aanslagvoeten en accijnzen. Om die redenen zijn we naar het
systeem van ecoboni en verpakkingsheffing overgegaan. Het
uitdrukkelijke doel was om de hergebruikbare verpakking te
promoten. Er werd lang over de ecotaks gediscussieerd. Er werden
ook zaken genotificeerd aan de Europese Commissie. Als gevolg
daarvan hebben wij een aantal stand stillperiodes in acht moeten
nemen.

Wat mij betreft, is het heel duidelijk dat een wet, die door een
Parlement is goedgekeurd, op een democratische manier is
totstandgekomen. In deze commissie zomaar zeggen dat de wet
tegen de democratische spelregels in is totstandgekomen, klopt dus
niet. Zeggen dat ze ingaat tegen de internationale rechtsorde, klopt
evenmin. Het Parlement heeft de wet goedgekeurd. Het is een wet,
die betrekking heeft en invloed kan hebben op het vrije verkeer van
goederen en diensten. De wet moet worden genotificeerd aan de
Europese Commissie. Ook de uitvoeringsbesluiten moeten op de
gepaste manier worden genotificeerd. De Europese Commissie heeft
er zich in haar laatste antwoord over beklaagd dat er onvoldoende
werd geantwoord op vroegere notificaties en op een aantal
opmerkingen. In de Ministerraad is afgesproken dat minister
Reynders er werk van zal maken.

Er is dan ook onmiddellijk een antwoord naar de Commissie
vertrokken. De Commissie heeft hoofdzakelijk twee aspecten van de
regeling becommentarieerd: de verplichting om een
registratienummer aan te brengen en de verplichting om een
kenteken aan te brengen, tenminste voor die verpakkingen die
zouden worden vrijgesteld van verpakkingsheffing. Het aanbrengen
van een registratienummer op vrijgestelde verpakkingen is steeds
een zeer expliciete vraag geweest van de ministers van Financiën en
Begroting en dit om de controle, zij het niet te garanderen dan toch te
vergemakkelijken. Er is vanuit de Europese Commissie ook altijd
gesteld dat de controle ook op een andere manier kan worden
gedaan. Ik denk eerlijk gezegd dat het inderdaad gemakkelijker is
ook met een registratienummer te werken maar het is absoluut niet
noodzakelijk. Omdat om redenen van vrij verkeer van goederen de
Europese Commissie bezwaren blijft maken, heeft de regering beslist
om dit aspect te schrappen en de controle van de naleving van de
verpakkingsheffing af te stemmen op de accijnscontrole.

Ik denk daarnaast dat het aanbrengen van een kenteken op
vrijgestelde verpakking voor de consument qua zichtbaarheid en
duidelijkheid een belangrijk signaal is maar het lijkt mij niet absoluut
noodzakelijk. Om die reden hebben wij beslist om, gezien de
bezwaren en opmerkingen, die verplichting te laten vallen. De
mogelijkheid blijft bestaan maar er is geen verplichting meer. Ik denk
dat op die manier er wordt tegemoetgekomen aan de bemerkingen
van de Europese Commissie.

Wat is nu de stand van zaken? Enerzijds wil men in de commissie
voor de Financiën amendementen indienen om die twee aspecten te
regelen. Daarnaast is er ook een afspraak gemaakt in verband met
communiqués à la Commission
européenne, nous avons connu
quelques périodes creuses.
Lorsqu'une loi est adoptée par le
Parlement, elle a été élaborée
démocratiquement. En outre, la loi
n'est nullement contraire à l'ordre
juridique international. La loi ainsi
que les arrêtés
d'exécution
doivent être transmis à la
Commission. Celle-ci a objecté
que ses observations antérieures
n'avaient pas été suffisamment
prises en considération. Le
Conseil des ministres a décidé
que le ministre Reynders s'y
emploierait.

La Commission européenne a
formulé des commentaires sur
l'obligation d'apposer un numéro
d'enregistrement et un signe
distinctif, au moins pour les
emballages qui ne donneraient
pas lieu à la perception de la taxe
sur l'emballage. L'apposition d'un
numéro d'enregistrement sur les
emballages dispensés a toujours
constitué une demande très
explicite des ministres des
Finances et du Budget pour à tout
le moins faciliter le contrôle. Le
gouvernement a décidé de
supprimer cette obligation et
d'harmoniser le contrôle de son
respect avec celui des accises.
L'apposition d'un signe distinctif
sur les emballages exonérés de la
taxe était un signal clair pour le
consommateur, sans toutefois être
indispensable. Le gouvernement
renonce également à cette
obligation, mais la possibilité
continue d'exister. Des
amendements seront déposés en
commission des Finances pour
régler ces deux aspects.

Un accord est également
intervenu concernant la date
d'entrée en vigueur. Des
amendements seront insérés dans
la loi-programme et la loi entrera
en vigueur en deux phases. La loi
elle-même entrera en vigueur
début avril. La mise en oeuvre
pratique des écoboni et de la taxe
sur l'emballage débutera le 1
er
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
de inwerkingtreding. U weet dat de Europese Commissie
opmerkingen gemaakt heeft in verband met de datum van
inwerkingtreding. Eigenlijk zegt de Commissie dat het ten vroegste
20 juni moet zijn. Wat is de afspraak die werd gemaakt? In de
programmawet zullen er amendementen worden opgenomen
waardoor de wet in twee fasen in voege zal treden. Enerzijds zal de
wet op zich en bepaalde artikelen ­ ik denk aan het
controlemechanisme ­ begin april in werking treden, anderzijds zal
de praktische uitvoering van ecoboni en de verpakkingsheffing
starten bij het begin van het eerste kwartaal dat volgt op 20 juni.

Dat betekent 1 juli. Op die manier komen wij tegemoet aan de
opmerkingen van de Europese Commissie. Tezelfdertijd houden wij
rekening met een aantal vragen vanuit de sectoren. Zij zeggen dat,
alhoewel de wet werd goedgekeurd in december en zij de inhoud
ervan kennen en aanvaarden, zij ook op praktisch vlak een goede
invoering van die wet en van dat systeem wensen. Zij hebben mij
tijdens een onderhoud dat wij bijna twee weken geleden hadden,
gezegd dat zij daarvoor zes weken nodig hebben. Volgens mij komen
wij dan aan een periode van drie maanden waarin zij dat volgens mij
ongestoord en op een behoorlijke manier kunnen toepassen en
waarin zij eventueel ook informaticabestanden of bepaalde
programma's kunnen aanpassen.

Ik denk dat dit een zeer praktische oplossing is. Er is daaraan
natuurlijk één grote voorwaarde verbonden. We moeten namelijk
komen tot de publicatie van de wet. Men kan trouwens pas een wet
en een datum van inwerkingtreding wijzigen nadat die wet en de
uitvoeringsbesluiten worden gepubliceerd en nadat de begeleidende
informatiecampagne wordt opgezet. Er werden met collega Reynders
afspraken gemaakt opdat alles op een behoorlijke manier kan
gebeuren.

Dat is op dit moment de stand van zaken.
juillet. Le secteur connaît déjà le
contenu de la loi. Il disposera
donc d'un délai de trois mois pour
l'appliquer correctement.
Des accords ont finalement été
conclus avec le ministre Reynders
en ce qui concerne la publication
de la loi et les arrêtés d'exécution
ainsi que le lancement de la
campagne d'information s'y
rapportant.
01.03 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de voorzitter, het is volgens
mij belangrijk vast te stellen dat de minister bakzeil haalt op alle
vlakken en ten aanzien van alle verklaringen die hij heeft afgelegd.
01.04 Minister Jef Tavernier: Dit is een grote vooruitgang ten
aanzien van de periode met de CVP.
01.05 Yves Leterme (CD&V): Ik kom straks daartoe. Ten eerste, de
wet zal dus niet van kracht worden op 1 april. De wettelijke
bepalingen die betrekking hebben op de ecotaks zullen zelfs niet
worden gepubliceerd tegen 1 april.

Ten tweede, u zegt dat de wet zoals die in december werd
goedgekeurd, zal worden gepubliceerd, maar bepaalde deeltjes
zullen niet van kracht worden. Nu, die deeltjes omvatten de artikelen
1 tot 9, artikel 11 gedeeltelijk, en de artikelen 12 tot 34. Ik denk dat
de titel van het wetsontwerp dat vorig jaar is goedgekeurd effectief
van kracht kan worden, maar voor de rest zal die wet niet van kracht
worden.

Ik heb nog een bijkomende vraag. U zegt dat op het eind van het
eerste kwartaal volgend op de stand-still periode, dus op 20 juni, de
01.05 Yves Leterme (CD&V): Le
ministre bat en retraite sur tous les
fronts. La loi n'entrera pas en
vigueur le 1
er
avril. Les
dispositions légales relatives aux
écotaxes ne seront même pas
publiées à cette date. Le ministre
déclare qu'un amendement à la
loi-programme fixe la date
d'entrée en vigueur de certaines
dispositions au 1
er
juillet.
L'amendement fait-il explicitement
mention de cette date?
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
rest van kracht wordt. Kunt u mij bevestigen dat dit in het
amendement staat dat wordt ingediend, of volstaat het voor u die
bevoegdheid toe te bedelen aan de Koning? In dat geval zou het
natuurlijk goed zijn eerst het resultaat van de afgelopen vier jaar aan
het oordeel van de kiezer te onderwerpen en dat oordeel te bekijken
vooraleer u met zekerheid zegt dat een bepaling die nog altijd in de
programmawet moet worden geschoven, en een aantal bepalingen
van de ecotakswet, ooit van kracht zullen worden.

Ik heb een heel precieze vraag voor u. U zegt dat voor een aantal
bepalingen de inwerkingtreding wordt voorzien via een amendement
op de programmawet tegen 1 juli. Mijnheer de minister, staat dat in
het amendement waarover in de regering een akkoord bereikt is, ook
al is het misschien te laat?

Ten overvloede, mevrouw de voorzitter, ik vergeet bij de misslagen
van de minister te vermelden dat ik twee dagen heb moeten
argumenteren vooraleer het de minister en zijn omgeving duidelijk
was dat men dat soort dingen niet kan oplossen met een koninklijk
besluit maar dat daarvoor wel degelijk een wetswijziging nodig is.
01.06 Minister Jef Tavernier: De afspraak is: 1 juli. Ik ben ervan
overtuigd dat de regeringspartners inzake dit dossier niet op dezelfde
manier willen eindigen als de CVP in de vorige regeerperiode.
01.06 Jef Tavernier, ministre: Le
1
er
juillet est la date convenue. Je
suis convaincu que les partenaires
du gouvernement ne souhaitent
pas réserver à ce dossier le même
sort que celui que lui avait réservé
le CVP au cours de la précédente
législature.
01.07 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik heb de
minister een bijkomende vraag gesteld.
01.08 Minister Jef Tavernier: Ik heb geantwoord.
01.09 Yves Leterme (CD&V): Nee, u bent blijkbaar niet in staat te
antwoorden op een normale manier. Ik vraag u of, ja of neen, in het
amendement dat namens de regering zal worden ingediend, de
datum van 1 juli als datum van inwerkingtreding van de bepaling
waarnaar u verwijst, vermeld staat?
01.09 Yves Leterme (CD&V): Je
n'ai pas obtenu de réponse à ma
question. La date du 1
er
juillet
figure-t-elle dans l'amendement?
01.10 Minister Jef Tavernier: Ik heb geantwoord.
La présidente: Monsieur Leterme, le ministre vous a répondu.
L'incident est donc clos. Avec l'accord de la commission, je vous
propose de gérer mieux votre temps de parole et de poursuivre
éventuellement votre travail dans d'autres commissions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de bestrijding van de zogenaamde 'dikkebuikenziekte' bij konijnen" (nr. B312)
02 Question de M. Yves Leterme au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la lutte contre l'entérocolite des lapins" (n° B312)
02.01 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de 02.01 Yves Leterme (CD&V):
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
minister, een tijdje geleden heb ik u ondervraagd over de bestrijding
van de dikkebuikenziekte bij konijnen. De konijnenkwekerijen vormen
weliswaar een kleine sector, die echter toch zijn economisch belang
heeft. Ik vind het jammer dat de SP.A-leden beginnen te lachen. Het
is, mijns inziens, belangrijk dat de mensen weten dat de SP.A de
sector van de konijnenkwekerijen belachelijk vindt. We zullen dat
zwart op wit aan de mensen die het interesseert laten weten. De
dikkebuikenziekte is een probleem voor eenieder die zijn
broodwinning niet uit een parlementair mandaat haalt, mevrouw De
Meyer, maar uit het kweken van konijnen.

Mijnheer de minister, op mijn schriftelijke vraag van 14 januari 2003
heb ik antwoord gekregen. Ik wil echter ingaan op de actuele situatie.
In uw antwoord op mijn vraag hebt u ­ terecht ­ erop gewezen dat de
praktijk van bacitracinegebruik in de bestrijding van de
dikkebuikenziekte bij konijnen in een aantal lidstaten van de
Europese Unie en ons land verboden is overeenkomstig de Europese
regelgeving. U stelde dat dit, ik citeer: "een onaanvaardbare
discriminerende situatie is waarin onze konijnenkwekers zich
bevinden". Dit document was ondertekend door de heer Keirse.
Mijnheer de minister, ik stel vast dat we op dezelfde golflengte zitten
inzake de onaanvaardbare discriminatie waarvan onze
konijnenkwekers het slachtoffer zijn. In datzelfde antwoord verwijst u
naar een mogelijke wijziging van de verordening die van toepassing
is. U stelt, ik citeer: " In de huidige stand van zaken van het dossier is
het wenselijk om te wachten op de wijziging van de Europese
verordening, aangekondigd voor het einde van deze maand". Is dat
januari of februari? Ik vermoed dat terzake reeds meer informatie
beschikbaar is. Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken met
betrekking tot deze verordening en wat is het standpunt van de
regering ten aanzien van het probleem van deze discriminerende
situatie waarin onze kwekers zich bevinden inzake het al dan niet
mogen aanwenden van zinkbacitracine bij het bestrijden van de
dikkebuikenziekte bij konijnen?
Dès le 14 janvier 2003, j'ai posé
au ministre une question relative à
la coccidiose du lapin. La
bacitracine ne peut pas être
utilisée en Belgique, alors qu'elle
est autorisée dans les autres pays
européens. Le ministre a qualifié
cette situation d'inacceptable et
discriminatoire pour nos éleveurs,
à juste titre. A l'époque, il parlait
également de la future
modification d'un règlement
européen en la matière.

Quelle est la situation et quelle est
la position du gouvernement?
02.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, ik zal in de
eerste plaats in eigen naam antwoorden. Ik heb over dit antwoord
niet overlegd met collega's binnen de regering, laat dat duidelijk zijn.
Dat betekent echter niet dat het antwoord geen goed antwoord zou
zijn.

Uiteraard is het probleem van de dikkebuikenziekte bij konijnen mij
reeds langer bekend en ben ik erom bekommerd. Ook de
problematiek van de beschikbare geneesmiddelen is bekend.
Gisteren, 17 maart, werd tijdens de vergadering van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen met het
directoraat-generaal DG3 van de Federale Overheidsdienst en de
konijnensector door deze laatste een document voorgelegd en
toegelicht met betrekking tot de gevolgen van het verbod op de
toepassing van zinkbacytracine in konijnenvoeders. Wat ik u
vandaag zeg is gisteren ook aan hen meegedeeld.

Ik heb dit dossier vroeger reeds laten onderzoeken door mijn
diensten en ik kan u zeggen dat er duidelijk zicht is op een uitkomst
voor deze problematiek. Het is echter een wat technische materie
met betrekking tot de registratieprocedure van diergeneesmiddelen.
U weet dat er voor de gewone geneesmiddelen een
registratieprocedure is en dat is ook voor diergeneesmiddelen het
02.02 Jef Tavernier, ministre: J'ai
connaissance du problème de la
coccidiose et des médicaments
disponibles. Le 17 mars, la DG3 et
le secteur cunicole se sont réunis
à ce sujet. Le secteur concerné a
fourni des informations sur les
conséquences liées à l'interdiction
de l'utilisation de bacitracine-zinc
dans les aliments pour lapins. J'ai
demandé que ce dossier soit
examiné. Une solution est en vue.
La procédure européenne
autorisant l'enregistrement d'un
médicament à usage vétérinaire
contenant de la bacitracine est
entrée dans sa phase finale. Une
LMR serait fixée pour les lapins
par le biais d'un règlement
européen. Le règlement n°
2377/90 stipule qu'il convient de
fixer des limites maximales de
résidus de toutes les substances
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
geval. Momenteel wordt de eindfase bereikt in de Europese
procedure die de registratie van een diergeneesmiddel met als actief
bestanddeel bacytracine mogelijk maakt, dit door bij EU-verordening
voor bacytracine een MRL-waarde voor konijnen vast te leggen.
Overwegende dat er krachtens de verordening 2377/90
maximumwaarden worden vastgesteld voor die residuen voor alle
farmacologisch werkzame bestanddelen die in de Gemeenschap
worden gebruikt in aan de voedselproducerende dieren toegediende
geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en in
overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor
geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik na een schriftelijke
procedure die eindigde op 22 februari 2003 ­ dat is belangrijk ­ heeft
de Europese Commissie een verordening vastgesteld waarbij
bacytracine voor konijnen in bijlage 1 van de verordening wordt
opgenomen. Bijlage 1 is de lijst van diergeneeskundige middelen met
een goedgekeurde MRL-waarde vastgelegd per diersoort.

De administratieve afhandeling en publicatie in het publicatieblad
van de Europese Gemeenschap zullen vermoedelijk nog een maand
in beslag nemen. Op 13 maart hebben mijn diensten hierover nog
contact gehad met de Commissie. De verordening is van kracht
vanaf de zestigste dag na haar bekendmaking, dus normaal eind
juni. Volgend op de MRL-publicatie kan een farmaceutische firma
een vergunning aanvragen om bacytracine vervat in een
geneesmiddel voor konijnen in de handel te brengen overeenkomstig
de bepaling van richtlijn 2001/82 van het Europees Parlement en de
Raad. De sector werd ter kennis gebracht dat DG3 van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op
21 maart een afspraak heeft gepland met een farmaceutisch bedrijf ­
ik ga hier geen reclame maken ­ dat overweegt klinische proeven op
te starten in België met het oog op het samenstellen van een
registratiedossier voor de drinkwatertoediening bij konijnen.

Toediening via het voeder wordt niet in overweging genomen. In de
konijnensector verklaarde men zich bereid om mee te werken aan
deze geplande klinische proef. Meer details zullen bekend worden na
het vastleggen van het protocol met de firma. Gezien de sector in
België niet erg groot is zouden de proeven in een keer de volledige
sector kunnen bevatten en zal het product voor een eerstvolgende
periode voor alle bedrijven beschikbaar worden. Uiteindelijk moet
deze proef finaal resulteren in de registratie van bacitracine als
curatief geneesmiddel.

Verscheidene stappen werden dus gezet, zowel op Europees als op
Belgisch en op sectorieel niveau. Deze stappen geven uitzicht om op
korte termijn het geneesmiddel op basis van bacitracine te laten
registreren.
pharmacologiquement actives qui,
au sein de l'UE, entrent dans la
composition des médicaments
administrés aux animaux
producteurs d'aliments. Après que
le Comité permanent des
médicaments vétérinaires a rendu
son avis, la Commission
européenne a élaboré un
règlement dans le cadre duquel la
bacitracine pour lapins est inscrite
à l'annexe I du Règlement
2377/90. Cette annexe énumère
tous les médicaments vétérinaires
pour lesquels des limites
maximales de résidus sont fixées,
et ce par espèce animale. e
traitement administratif et la
publication au Journal officiel des
Communautés européennes

devraient encore prendre un mois.
Le règlement entrera en vigueur
soixante jours après la publication,
c'est-à-dire probablement fin juin.
Arès la publication des LMR, une
entreprise pharmaceutique peut,
conformément à la directive
2001/82/CEE, demander une
licence pour mettre en vente un
médicament contenant de la
bacitracine. Le 21 mars, la DG3 a
un rendez-vous avec une
entreprise qui envisage d'entamer
des examens cliniques en
Belgique en vue de constituer un
dossier d'enregistrement pour
l'administration de bacitracine par
le biais de l'eau de boisson des
lapins. Une administration par
voie alimentaire n'est pas
envisagée. Le secteur accepte de
coopérer à cette expérience
clinique. Nous disposerons de
davantage de détails à ce sujet
après la rédaction du protocole.
Etant donné que le secteur
cunicole n'est pas très important,
les tests pourraient porter
directement sur l'ensemble du
secteur et le produit pourra être
disponible pour toutes les
entreprises dans une période
ultérieure. L'objectif final de
l'expérience est l'enregistrement
de la bacitracine en tant que
médicament curatif.
02.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de minister, de vooruitgang 02.03 Yves Leterme (CD&V):
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
die terzake werd geboekt, met name de Europese verordening,
verheugt mij. Hopelijk zal de publicatie ervan niet te lang op zich
laten wachten. U verwees terecht naar de periode van zestig dagen
die moet verlopen na publicatie.

Ik heb evenwel nog een bijkomende vraag. Uiteraard moeten alle
voorzorgen inzake volksgezondheid worden genomen, ook wat de
toedieningswijze betreft, maar begrijp ik het goed dat de toediening
via veevoeder niet zal worden toegestaan?
Cette réponse me donne
satisfaction. Espérons que la
publication ne se fera pas trop
attendre. Pourquoi une
administration par la voie
alimentaire n'est-elle pas
autorisée?
02.04 Minister Jef Tavernier: Dat wordt niet overwogen. Wij moeten
ons natuurlijk baseren op de aanvraag die de firma heeft gedaan.
Blijkbaar heeft de firma alleen die aanvraag gedaan op die manier,
wellicht na overleg.
02.04 Jef Tavernier, ministre: La
demande de l'entreprise ne
concernait qu'une administration
par l'intermédiaire de l'eau.
02.05 Yves Leterme (CD&V): Dat punt zal ik nog nader bestuderen
en ik zal dienaangaande overleggen met personen uit de betrokken
sector. Wellicht hebben zij goede redenen om zo te handelen, maar
mij werd steeds gezegd dat de toediening via het veevoeder de
meest zekere wijze was. Ik ben uiteraard geen specialist terzake.

Hoe dan ook, het verheugt mij dat in dit dossier vooruitgang wordt
geboekt en dat er stappen werden gezet om, samen met de sector, te
komen tot de beste implementatie van een maatregel die, hopelijk,
zal toelaten om een einde te maken aan de oneerlijke concurrentie
en aan de discriminatie die was ontstaan ingevolge het
gedoogbeleid, onder meer in Nederland en Frankrijk, ten opzichte
van onze konijnenkwekerijen die de broodwinning zijn van een aantal
gezinnen.
02.05 Yves Leterme (CD&V):
Selon le secteur, l'administration
par voie alimentaire est pourtant
la plus efficace. Quoi qu'il en soit,
il faut rechercher la meilleure
manière de procéder possible et
mettre un terme à la concurrence
déloyale actuelle des secteurs
cunicoles néerlandais et français.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Luc Paque au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'abattage total ou partiel du bétail en cas de découverte d'un
cas d'ESB" (n° B276)
03 Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het slachten van heel de stapel of een deel ervan na ontdekking van een BSE-
geval" (nr. B276)
03.01 Luc Paque (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je vais à nouveau intervenir sur l'abattage total ou partiel
d'un cheptel en cas de découverte d'un cas d'ESB. Vous savez
comme moi que l'Union européenne n'impose ni l'un ni l'autre et a
laissé le choix de la procédure aux Etats membres.

La Belgique a adopté l'attitude maximaliste, à savoir l'abattage total
du cheptel. Je crois savoir que la France a mis fin à cette procédure
d'abattage total. Par ailleurs, de nombreux scientifiques estiment qu'il
n'est pas nécessaire de procéder à cet abattage complet pour
assurer la santé publique.

Dans le courant du mois de janvier, votre collègue, le ministre wallon
de l'Agriculture répondait à une interpellation au Parlement wallon. Je
cite les propos de M. Happart: "Pour l'heure et sur base de contacts
informels, je suis en mesure de vous informer que le ministre
Tavernier est également plutôt favorable à cette procédure
03.01 Luc Paque (cdH): De
Europese Unie legt noch de
gehele noch de gedeeltelijke
vernietiging van de veestapel op
wanneer een geval van BSE
opduikt. Ze laat de keuze aan de
lidstaten. België heeft gekozen
voor de volledige vernietiging.
Heel wat wetenschappers zijn
nochtans van oordeel dat die
maatregel niet nodig is om de
volksgezondheid te vrijwaren.
Waals landbouwminister José
Happart heeft onlangs verklaard
dat u eerder voorstander zou zijn
van een gedeeltelijke vernietiging.
Hij heeft zijn administratie
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
(l'abattage partiel) et qu'il a chargé son administration d'instruire un
dossier en ce sens. On peut espérer que cette disposition sera
proposée à partir de la fin du mois de mars".

Monsieur le ministre, confirmez-vous les propos tenus par votre
collègue wallon en charge de l'agriculture? La procédure a-t-elle été
mise en route? Y a-t-il une proposition sur la table? Si oui, quand va-
t-elle entrer en vigueur? Les choses coinceraient-elles" quelque part?
Si modification il y a, celle-ci entrera-t-elle en vigueur avant la fin de
cette législature?

Comment les discussions à ce sujet évoluent-elles au niveau
européen? Si un consensus européen devait se dessiner à court
terme sur l'abattage partiel, ne faudrait-il pas envisager de faire
coïncider l'éventuelle mesure belge avec la décision de la
Commission européenne, pour éviter tout préjudice ultérieur?
gevraagd die kwestie te
onerzoeken. Bevestigt u dat er
plannen bestaan om de procedure
in die zin te wijzigen? Zal die
wijziging nog voor het eind van de
regeerperiode worden
doorgevoerd? Hoe verlopen de
besprekingen daarover op
Europees niveau? Moet, indien
over de optie van de gedeeltelijk
vernietiging een consensus wordt
bereikt, de Belgische regelgeving
niet in overeenstemming worden
gebracht met de beslissing inzake
Europese harmonisering om te
voorkomen dat we financieel
nadeel ondervinden door in België
vroeger een beslissing te nemen?
03.02 Jef Tavernier, ministre: Monsieur Paque, vous savez que le
règlement du Conseil européen impose la destruction du troupeau
auquel appartient un bovin atteint d'ESB, de la cohorte ainsi que des
derniers descendants d'une femelle atteinte de la maladie.

L'Etat membre peut, sous certaines conditions, décider de ne pas
détruire le troupeau auquel appartient l'animal, à condition qu'on
détruise la cohorte.

Une modification de l'arrêté royal du 17 mars 1997 organisant la
surveillance épidémiologique de l'encéphalopathie spongiforme des
ruminants est en passe d'être finalisée. Etant donné que les règles
européennes sur l'ESB sont contenues dans un règlement et que des
modifications y sont régulièrement apportées, il a été décidé de faire
référence, dans certains articles de notre arrêté royal, à ce règlement
du Conseil européen.

Notre arrêté royal actuel stipule qu'en règle générale, c'est
l'ensemble du bétail qui est exterminé. Le ministre peut, pour chaque
cas, octroyer une dérogation motivée. Cela se pratique déjà dans un
certain nombre de cas bien précis, après de longues discussions.

L'été dernier, la Belgique a proposé à l'Union européenne que
l'abattage partiel soit considéré comme la règle de base et l'abattage
total comme l'exception motivée.

C'est donc l'inverse de la situation actuelle.

L'Europe ne nous a pas encore suivis dans cette voie. Pourtant,
plusieurs Etats membres nous suivent dans ce principe. Ce soutien
transparaît également dans l'évolution de la politique vers un
abattage partiel tel qu'actuellement pratiqué dans plusieurs Etats
membres.

A l'occasion des débats et au-delà de l'aspect de partialité, la
Commission réexamine la définition de cohorte.

Une concertation intense avec tous les secteurs intéressés se
poursuit en ce moment en vue d'introduire en Belgique, le principe
03.02 Minister Jef Tavernier: De
Europese regelgeving legt op dat
de kudde, de cohort en de laatste
afstammelingen van een
vrouwelijk dier met BSE worden
vernietigd.

De lidstaat kan beslissen de
veestapel niet te vernietigen. Een
wijziging van het koninklijk besluit
houdende organisatie van het
epidemiologisch toezicht op
boviene spongiforme
encefalopathie (BSE) is bijna
rond. De Europese regelgeving in
de vorm van een verordening
wordt regelmatig gewijzigd. Er
werd dan ook besloten in ons
koninklijk besluit onvoorwaardelijk
naar die Europese verordening te
verwijzen. Vorige zomer heeft
België op Europees niveau
voorgesteld in de verordening de
gedeeltelijke vernietiging als de
basisregel en de volledige
vernietiging als de uitzondering te
beschouwen. Europa is ons daar
nog niet in gevolgd, maar
verscheidene lidstaten wel. Naar
aanleiding van de debatten
onderzoekt de Commissie
opnieuw de definitie van het
woord cohort.

Het overleg met de betrokken
sectoren wordt thans voortgezet
met het oog op de invoering in
België van het principe van de
gedeeltelijke vernietiging. Ik streef
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
de l'abattage partiel prévu dans le règlement.

Néanmoins, je souhaite une politique uniforme dans ce domaine qui
soit basée sur des critères clairs. En termes de santé publique, avec
toutes les mesures qui existent, il n'y a plus de souci à se faire.

La concertation en cours devra garantir que les exploitations
individuelles soumises à un abattage partiel ne se retrouvent pas
économiquement isolées.

Les secteurs ont, à cet égard, une part de responsabilité importante à
jouer.

Il leur sera donc demandé de prendre un engagement clair.

D'un point de vue économique, si la politique s'oriente vers l'abattage
partiel, les problèmes les plus importants en matière de commerce
se situent dans le secteur laitier.

J'ai déjà chargé mes services d'entamer une concertation bilatérale
avec les pays tiers les plus importants vers lesquels nous exportons
des produits laitiers et ce, dans le but de parvenir conjointement,
d'une part, à une certification acceptable et d'autre part, à changer la
politique de manière à ce qu'elle soit acceptée et mise en oeuvre par
les secteurs.

Je pense que, sur le principe, il n'y a pas de grands problèmes ou de
grandes discussions, mais la difficulté réside dans les conséquences
économiques.

Peut-on encore normalement vendre le lait si on a opté pour un
abattage partiel? Peut-on encore vendre la viande? De plus, peut-on
encore l'exporter? A cet égard, des problèmes se posent encore. Ce
n'est pas seulement le secteur même mais ce sont aussi le secteur
laitier, le secteur de la viande, y compris les grandes surfaces, qui
doivent choisir les mêmes lignes directrices. Les pays importateurs
doivent aussi accepter le fait que ce n'est pas tout le cheptel qui est
abattu mais qu'il s'agit d'un abattage partiel. Nous devons éviter de
laisser le choix au seul agriculteur car on craint que cette situation ne
soit pas tenable et qu'il n'ait pas tous les éléments en main pour
décider en pleine connaissance de cause, car il y a non seulement
l'aspect émotionnel mais aussi l'aspect économique. On ne peut
laisser pendant des semaines les gens dans une situation
d'incertitude et de discussions.
op dit gebied naar een eenvormig
beleid. Inzake volksgezondheid
moet men zich geen zorgen
maken. Op economisch vlak doen
de problemen zich voornamelijk
voor in de melksector. Ik heb mijn
diensten de opdracht gegeven
bilateraal overleg met de derde
landen te plegen. Wat het principe
betreft is er geen probleem, maar
wat zijn de economische
gevolgen? Kan men nog verkopen
en uitvoeren wanneer tot
gedeeltelijke vernietiging is
beslist?

Wij moeten vermijden dat de
keuze wordt overgelaten aan de
veehouder, want deze is niet in
staat op zijn eentje te beslissen en
er moet
tevens rekening
gehouden worden met subjectieve
elementen, zoals de emotionele
aspecten.
03.03 Luc Paque (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour
votre réponse détaillée. Il y a un fait important à retenir, c'est l'accord
de principe du gouvernement sur l'abattage partiel. Evidemment, il
ne faut pas que ce que l'agriculteur peut gagner d'un côté, il le perde
de l'autre à cause de marchés qui fermeraient leur porte. Il faut rester
très attentif à cette situation.

La seule chose regrettable, c'est qu'on ait dû attendre si longtemps
cet accord de principe au niveau du gouvernement. On arrive en fin
de législature. J'espère que votre successeur ­ ou vous-même, qui
sait? ­, pourra continuer à défendre ce dossier qui, comme je l'ai dit,
traîne déjà depuis longtemps, et utiliser l'appui éventuel des
membres de l'Union qui, eux, ont déjà non seulement marqué un
03.03 Luc Paque (cdH): Ik ben
tevreden over het principeakkoord
van de regering over de
gedeeltelijke vernietiging. Ik
betreur echter dat het zolang heeft
geduurd. De andere leden van de
Europese Unie hebben niet alleen
een principeakkoord bereikt, maar
hebben het ook concreet
toegepast.
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
accord de principe mais sont passés à l'acte au sujet de cet abattage
partiel. Il faudra travailler ensemble à la défense de ce dossier au
niveau européen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het managementplan van de FOD Volksgezondheid"
(nr. B286)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé Publique et de l'Environnement sur "le plan de management du SPF Santé publique"
(n° B286)
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag aan u komt voor een stuk naar
aanleiding van een antwoord dat ik gekregen heb op menige
gelijkaardige vragen die ik gesteld heb aan minister Van den
Bossche. Ik verzocht hem in deze vragen om alle
managementplannen van de diverse voorzitters van de Federale
Overheidsdiensten mee te delen. Ik verzocht hem ook om mij in te
lichten over hoeveel er ingediend waren en hoeveel er op tijd waren
ingediend. Hij heeft mij gesuggereerd om dat minister per minister te
doen. Daarom stel ik mijn vraag aan u.

U weet dat de voorzitters van de Federale Overheidsdiensten in het
algemeen binnen een beperkte termijn na hun benoeming een
managementplan dienden op te stellen. Dat ging dus ook over uw
voorzitter. Mijn vraag aan u is of er een dergelijk managementplan
ingediend is door de voorzitter van de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid. Zo ja, wanneer en binnen welke termijn na zijn
aanstelling gebeurde dit? Was dit op tijd?

Minister Van den Bossche heeft mij reeds gezegd dat die
managementplannen publiek zijn. Hij heeft het zijne, dat van de FOD
P&O, reeds toegelicht. De minister van Justitie heeft gisteren op een
gelijkaardige vraag hetzelfde gedaan. Mijn vraag aan u is dus of dit
een publiek document is en of u ook bereid bent om dit in de loop
van deze week mee te delen aan de commissie. Op die manier
kunnen wij er dan nog inzage in hebben als commissie en als
Parlement, mijnheer de minister. Kan u voor het managementplan
van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid meedelen wat de
essentiële bepalingen ervan zijn? Welke concrete elementen ter
verbetering voor de dienstverlening aan het publiek zijn hierin
opgenomen?

Mijnheer de minister, ik heb vastgesteld of gehoord in de
wandelgangen dat menig managementplan niet is opgesteld door de
voorzitter van de Federale Overheidsdienst, maar door een
consultancybureau. Ik moet u zeggen dat dit een zeer is van
Copernicus. De consultants hebben ingebroken in onze administratie.
Men doet nauwelijks nog een beroep op de expertise van onze
administratie. Ik betreur dit. Ik ben er immers van overtuigd dat die
wel aanwezig is. Ik had graag ook geweten in welke mate binnen uw
departement de administratie betrokken is geweest bij de opmaak
van het managementplan. In welke mate is er een beroep gedaan op
externen? Wie waren die externen? Wat was de kostprijs hiervan?
04.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Quand le plan de
management du président du SPF
Santé publique a-t-il été
approuvé? Combien de mois
après la désignation du président?
Ce document est-il public et le
ministre est-il disposé à le
transmettre au Parlement?
Quelles en sont les dispositions
essentielles? Quelles dispositions
contient-il concrètement pour
améliorer le service au public? Le
président a-t-il élaboré le plan
personnellement ou a-t-il recouru
à une aide externe? Quel a été le
coût de cette aide externe?
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
04.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, ik ben eigenlijk zeer blij met uw vraag. Ik kan daar
ook op een zeer positieve manier op antwoorden. Ik wil er u wel op
wijzen dat er geen managementplan van de FOD Volksgezondheid
als dusdanig bestaat. Er bestaat echter wel een managementplan
van de voorzitter, van de vijf directeurs-generaal, van de vier
staffuncties en van de directeurs. Deze 17 managementplannen
vormen samen één geïntegreerd geheel voor de Federale
Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen
en Leefmilieu.

Het managementplan en operationeel plan van de voorzitter van de
FOD werden door hem opgesteld binnen de drie maanden na zijn
aanstelling op 1 juni 2002. Het werd bovendien besproken, door mij
gevalideerd en goedgekeurd. We hebben dat onder andere gedaan
op 4 september 2002. Dat was dus net na mijn aantreden. Dit plan
werd door de voorzitter van de FOD zelf opgesteld. Dat gebeurde
zonder externe hulp van consultants. Het is ook zo dat wij een
voorzitter hebben die aangetrokken is als externe. Hij had de
vaardigheden om zo'n managementplan op te stellen. Dat betekent
dus dat de kosten hiervoor nihil waren.

De verklarende nota van zijn strategische en operationele
doelstellingen is toegankelijk voor iedereen die daarvoor interesse
heeft. De missie van de FOD is de basis van zijn managementplan.
Deze missie is publiek toegankelijk op de federale portaalsite. Ze is
te vinden onder de rubriek federale en programmatorische
overheidsdienst, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu. De missie werd als volgt bepaald: "In
een goed opgeleid en gemotiveerd team bouwen en dragen we in
dialoog een transparant, dynamisch wetenschappelijk gefundeerd
beleid uit dat de kwaliteit van het leven van mens dier en plant,
voedsel en leefmilieu verzekert en verbetert nu en in de toekomst."
Ik denk dat dit als missie kan tellen. Zodra het personeelsplan
definitief is goedgekeurd, zal het volledige managementplan ook
beschikbaar zijn voor het publiek op dezelfde portaalsite.

Het is zo dat de voorzitter eerst een plan moet opstellen en dat de
directeurs-generaal een plan moeten opstellen. Ik heb vorige week,
geloof ik, de laatste aanstelling van de vijfde directeur-generaal
ondertekend. Dat betekent dat hij zijn managementplan nog altijd niet
kan hebben. Ook de staffuncties moeten nog worden ingevuld. Zij
zijn ook nog niet volledig. Men heeft dus natuurlijk nog niet alles.

Er werden 9 strategische doelstellingen geformuleerd om deze
missie te realiseren: operationalisering van de FOD-structuur, werken
aan een goed opgeleid en gemotiveerd team, opzetten, sturen en
bewaken van een dynamisch beleid bij de FOD, ontwikkelen van
beheersinstrumenten, invoeren van een kwaliteitssysteem, een
communicatiecultuur ontwikkelen, integratie van wetenschappelijke
instellingen en adviesorganen, uitbouw van internationale
samenwerking en relatie met stakeholders en burgers verbeteren.

Voor elk van de strategische doelstellingen werden operationele
actieplannen uitgewerkt. Het zijn er een tachtigtal. Prioriteiten en
risicoanalyse werden vastgelegd. Wat dienstverlening aan het
publiek betreft, is er ondertussen een cel externe communicatie
04.02 Jef Tavernier, ministre: Il
n'existe pas de plan de
management du SPF Santé
publique. Le président, les
directeurs généraux, les fonctions
dirigeantes et les directeurs
disposent chacun de leur propre
plan. Ensemble, ces 17 plans
forment un plan intégré pour le
SPF Santé publique, Sécurité de
la chaîne alimentaire et
Environnement.

Le président a élaboré son propre
plan dans les trois mois suivant sa
désignation, sans aide externe et
donc sans frais.

Une note explicative de ses
objectifs stratégiques et
opérationnels est accessible à
tous. La mission du SPF est
expliquée sur le site portail et
revient à tendre vers une
amélioration de la qualité de la vie
des hommes, des animaux et des
végétaux. Le plan de
management complet sera
disponible sur le site portail sous
peu.

Les objectifs stratégiques que doit
réaliser cette mission sont au
nombre de neuf. La structure du
SPF doit devenir opérationnelle.
L'équipe doit être formée et
motivée. La politique doit être
dynamique. Les opérations
doivent être surveillées en
permanence par le biais d'un
système de gestion. Un système
de qualité doit être instauré. Une
culture de communication interne
et externe doit être introduite. Des
instituts scientifiques et des
organes d'avis doivent être
intégrés pour soutenir la politique.
Une coopération internationale
doit être mise en place. Les
relations avec les intervenants et
les citoyens doivent être
améliorées.

Pour chacun des objectifs
stratégiques, des plans d'action
opérationnels ont été développés.
Une cellule externe de
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
opgericht. Verder is er de uitbouw van een uniek loket voor de
burger.

Ik heb al gezegd dat de directeurs-generaal op hun beurt een
managementplan moeten opstellen. Het managementplan zal
bovendien verder worden aangevuld met de resultaten van het BPR-
programma ­ business process reengineering ­ met de naam
Coperhealth, dat momenteel sedert vorige maand tot september
loopt in de FOD Volksgezondheid. Gezien het feit dat we al een
managementplan van de voorzitter hadden, hebben we ook
onmiddellijk de aanvraag gedaan voor die BPR's, zodat we eigenlijk
in de eerste groep zitten, rond een aantal domeinen waarvan we
wisten dat er nogal wat vragen rond waren. Ik heb het hier deze
morgen vermeld. Deze morgen ging het over zaken in verband met
bloed. Ook in de geneesmiddelensector zijn BPR's lopende. Om een
betere dienstverlening te kunnen leveren aan de burgers en de
klanten van de FOD, moet men zich bevragen over het huidige
functioneren. Het lopende BPR-programma is bezig met een
uitgebreide bevraging van alle belanghebbenden. Naast een
honderdtal schriftelijke bevragingen, worden ook een vijfentwintigtal
interviews afgenomen. De resultaten hiervan zullen de FOD toelaten
specifieke actieplannen en verbeteringsprojecten te ontwikkelen, die
de dienstverlening aan het publiek en de individuele klanten/burgers
zullen optimaliseren. Analyse van deze bevraging is gepland tegen 7
april, maar u zult mij daarover in de weken daarop niet kunnen
ondervragen.
communication a été créée pour
le service au public. La politique
de communication actuelle est
évaluée et optimalisée grâce à un
programme BPR (Business
Process Reengeneering
). Ce
programme, qui donnera des
résultats fin avril, est
intégralement financé par le SPF
Personnel et Organisation.
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Wat ik betreur, voorzitter.
04.04 Minister Jef Tavernier: Ik ook, uiteraard. De kostprijs van de
BPR wordt volledig door de FOD Personeel en Organisatie
gefinancierd, in het kader van Copernicus.
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik
kan de minister alleen maar danken voor zijn zeer uitgebreid
antwoord dat mij bovendien als muziek in de oren klonk. Eigenlijk is
hier een stukje aan de wettelijke verplichtingen en de wettelijke
Copernicus-bepalingen voldaan. Ik juich toe dat dit door de voorzitter
van de FOD zelf is geschreven in plaats van door externen, wat ook
in de teksten van Copernicus stond. Wij zullen in alle geval het
document op de portaalsite eens bekijken, als ik het document zou
kunnen krijgen, aangezien ik het niet heb kunnen noteren. Het ware
misschien inderdaad interessant, mevrouw de voorzitter, zonder dat
ik in de agenda van deze commissie wil inbreken, dat we de
voorzitter van de FOD Volksgezondheid in deze commissie daarover
eens een toelichting zouden horen geven.
04.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je remercie le ministre
pour sa réponse détaillée. Je me
réjouis que les obligations légales
de la réforme Copernic soient
rencontrées et que le président du
SPF n'ait pas confié son travail à
des sous-traitants externes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Yolande Avontroodt.
Présidente: Yolande Avontroodt.
05 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de verwarrende communicatie over de gezondheidsrisico's
na het ongeval met chroomzuur langs de N16 in Bornem en Temse" (nr. B287)
05 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de la Protection de la consommation, de la
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Santé publique et de l'Environnement sur "la communication confuse concernant les risques pour
la santé publique occasionnés par l'accident au cours duquel de l'acide chromique a été répandu
le long de la N16 à Bornem et à Temse" (n° B287)
05.01 Magda De Meyer (SP.A): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag handelt over het ongeval dat begin
februari heeft plaatsgevonden langs de N16 ter hoogte van Bornem
en Temse. Op woensdag 6 februari vond daar een ongeval plaats
waarbij heel wat chroomzuur op het wegdek terechtkwam.
Chroomzuur is een uiterst giftig en irriterend goedje. Heel wat van dit
materiaal kwam samen met het bluswater terecht in bermen en
beken. Op een bepaald moment werd via de nationale radio gemeld
dat de inwoners van Temse ramen en deuren moesten dichthouden,
maar niemand kon achteraf zeggen van wie dat bericht eigenlijk
kwam. De gemeente Temse vond het ook niet nodig daar verder op
in te gaan, naar eigen zeggen in overleg met dokter Beaucourt en de
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.

Ten eerste, ik zou graag enige reconstructie van de feiten krijgen.
Kan de minister verslag geven van de FOD Volksgezondheid? Is
daar inderdaad overleg geweest? Zo ja, in welke zin en op welke
manier?

Ten tweede, kwam de mededeling in verband met het sluiten van
ramen en deuren van het Antigifcentrum, of kwam het van een
andere instantie? Waarom is dat ongecoördineerd gebeurd en werd
er niet door andere instanties op ingepikt? Er was de gekke situatie
dat in Temse over de radio werd omgeroepen dat de mensen deuren
en vensters moesten sluiten, terwijl iedereen rustig op straat liep,
want die mensen horen de radio natuurlijk niet. Dat is een beetje een
bizarre situatie.

Ten derde, nu nog blijken heel wat residuen van dat goedje zich in de
beken en de bermen te bevinden vermits het samen met het
bluswater daar naartoe is gestroomd. Hoe is de toestand nu? Dringen
er zich geen bijkomende maatregelen op met betrekking tot de
volksgezondheid?
05.01 Magda De Meyer (SP.A):
De l'acide chromique s'est
répandu sur la chaussée à la suite
d'un accident qui s'est produit le
mercredi 6 février sur la N16 à
Bornem et Temse. La substance
toxique s'est retrouvée dans l'eau
des bas-côtés et dans les
ruisseaux et la radio a annoncé
qu'il fallait fermer les portes et les
fenêtres.

Le ministre peut-il apporter des
éclaircissements à ce sujet?
L'annonce faite à propos de la
fermeture des portes et fenêtres
émanait-elle du centre antipoison?
Les résidus toxiques déversés
dans les fossés et les ruisseaux
ne requièrent-ils pas des mesures
supplémentaires en matière de
santé publique?
05.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, collega De
Meyer, ik geef u graag het overzicht van het verloop en de
communicatie.

Het ging om een ongeval dat zich over twee provincies uitstrekte,
waarbij het zwaartepunt in de provincie Antwerpen was gelegen. De
eerste oproep kwam via de gemeente Bornem, die fase 2 uitriep. De
directeur Medische Hulpverlening, met name dokter Beaucourt,
kwam na de oproep ter plaatse. Daarnaast werd uiteraard de
brandweer ter plaatse gestuurd.

Uit een eerste analyse bleek het gevaar veeleer beperkt te zijn zodat
geen algemene waarschuwing noodzakelijk was. Chroomzuur is
immers vooral gevaarlijk bij inademing, doch om van poederfase
naar gas over te gaan, moet de temperatuur minimaal 20 graden
bedragen, wat in deze tijd van het jaar niet het geval is. Er was wel
een reëel probleem voor de wagens die door het product waren
gereden en waar poeder aankleefde. Voor deze mensen werd het
bericht verspreid dat contact met het poeder moest worden
vermeden en dat bij contact een douche moest worden genomen om
05.02 Jef Tavernier, ministre:
L'accident s'est étendu sur deux
provinces. Le premier appel est
venu de Bornem. La phase 2 a été
déclenchée et le docteur
Beaucourt et les pompiers se sont
rendus sur place. Le danger était
cependant limité étant donné que
l'acide chromique se présentait
sous forme de poudre. Il ne
s'agissait pas non plus du produit
pur mais d'une solution à 30%.
Les voitures qui étaient passées
sur le produit ont cependant dû
être rincées.

L'annonce concernant la
fermeture des portes et fenêtres
était une mesure locale, prise
sans concertation avec les
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
al het poeder af te spoelen. De wagens moesten worden gewassen.

Ik denk dat daarmee de situatie ter plaatse duidelijk is.
Volledigheidshalve zeg ik erbij dat het niet ging om een zuiver
product, maar om een oplossing van 30%.

Ik kom tot het tweede gedeelte van de vraag. De mededeling over
het sluiten van ramen en deuren was niet van het Antigifcentrum
afkomstig. Deze maatregel werd op lokaal vlak genomen, zonder
enig overleg met de medische diensten, noch met de brandweer. De
gemeente Temse, die via de brandweer zowel met dokter Beaucourt
als met de gezondheidsinspectie contact had, ging terecht niet in op
deze mededeling omdat er voor de bevolking van Temse geen
bedreiging was.

Ik wil enkel de verantwoordelijkheden duidelijk maken.

Ik denk dat het ongeval door de medische diensten heel goed werd
afgehandeld. Er was een goede samenwerking op het terrein. Alle
noodzakelijke maatregelen werden onmiddellijk genomen en
doorgegeven aan de verantwoordelijke instanties. De ziekenhuizen
van Bornem en Temse ontvingen vanwege het antigifcentrum een
fax, waarin werd ingegaan op de gevaren van en de behandeling bij
chroomzuurintoxicatie, voor het geval er toch iemand zou
binnenkomen met vergiftigingsverschijnselen. Deze actie werd
genomen in een zuiver preventief kader, waarbij er werd van
uitgegaan dat men beter op voorhand de informatie doorgeeft of bij
zich heeft.

Wat betreft de contaminatie van het milieu, was er bij de interventie
een probleem, met name de spreiding over een grote afstand. Het
product kon worden geneutraliseerd met strooizout. Na het reinigen
werd de weg overvloedig gespoeld. Een deel van het product kwam
in de beken naast de N16 terecht. Het product werd gedilueerd door
gedurende de volledige duur van de operatie de beek te spoelen.
Men heeft dat tot 19.00 uur gedaan. Er was geen gevaar voor het
drinkwater. De milieuambtenaar, Aquafin en de firma die het product
verdeelt, werden betrokken bij de bestrijding van het probleem.

Ik wijs ten slotte op het feit dat het ongeval aantoont dat het sturen
van berichten via nationale radio en televisie slechts nuttig is na
voorafgaand contact met de medische diensten en de brandweer op
het terrein. Men is op bepaalde plaatsen enigszins overijverig
geweest. Dat was echter louter lokaal. Anderen hebben de zaken
correct ingeschat.
services médicaux ou les
pompiers. A aucun moment, la
population de Temse n'a été
menacée.

La collaboration avec les services
médicaux a été excellente. Le
centre antipoison a même envoyé
aux hôpitaux de Bornem et de
Temse un fax préventif relatif au
traitement de l'intoxication par
l'acide chromique.

Le produit polluant a pu être
neutralisé avec du sel. Il a ensuite
été nettoyé et la chaussée a été
rincée abondamment. Durant
toute l'opération, le ruisseau a été
rincé. L'eau potable n'a pas été
polluée.

Je voudrais souligner que les
avertissements à la radio ne sont
utiles que s'il y a eu un contact
préalable avec les services
médicaux et les pompiers.
05.03 Magda De Meyer (SP.A): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.

Ik begrijp dat de minister wat betreft de huidige situatie in het milieu
bevestigt dat er op dit moment geen enkel probleem meer is.
05.03 Magda De Meyer (SP.A):
Le ministre confirme donc qu'il n'y
a pour l'heure plus aucun risque
pour la santé publique. Je voulais
en avoir la certitude.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Philippe Seghin au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'approvisionnement en vaccin Méningitec" (n° B288)
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
06 Vraag van de heer Philippe Seghin aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "de bevoorrading met het Meningitec-vaccin" (nr. B288)
06.01 Philippe Seghin (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, la Communauté française rembourse actuellement le
Méningitec, vaccin contre la méningite, et la société White a passé
un contrat avec l'Office de la Naissance et de l'Enfance afin de
permettre la délivrance du vaccin par ses centres.

Grâce à ce contrat, nous constatons que le vaccin Méningitec est
disponible en profusion dans les centres ONE, la firme respectant de
la sorte son engagement. Par contre, le vaccin Méningitec n'est plus
disponible depuis un certain temps en officine.

Pouvez-vous dire s'il est normal qu'un circuit complémentaire de
distribution soit privilégié par rapport au circuit traditionnel?

Quelles mesures compte prendre le ministre afin de remédier à cette
situation?

Dans l'attente d'un dénouement de cette situation, le pharmacien
d'officine, en accord avec le médecin et afin d'entreprendre le
traitement aussi rapidement que possible, peut-il délivrer un
médicament équivalent quant à sa composition quantitative et
qualitative en principes actifs?
06.01 Philippe Seghin (MR): De
firma Wyeth heft een
overeenkomst afgesloten met de
Office de la Naissance et de
l'Enfance om het Meningitec-
vaccin te leveren aan de ONE-
centra.

De firma leeft die overeenkomst
goed na, maar de apotheken
worden niet meer bevoorraad met
het Meningitec- vaccin.

Is het normaal dat een bepaald
distributiecircuit bevoordeeld
wordt in vergelijking met het
traditionele circuit? Welke
maatregelen zal u nemen om die
toestand te verhelpen? Tot slot,
mogen de apothekers een
geneesmiddel met dezelfde
samenstelling afleveren?
06.02 Jef Tavernier, ministre: Madame la présidente, monsieur
Seghin, en 2002, un contrat a été conclu entre la Communauté
française et la firme Wyeth pour l'achat de 200.000 doses de
Méningitec. La firme a honoré son contrat. En 2003, un nouvel appel
d'offres a permis de désigner une autre société pour livrer ce
médicament. Ces livraisons se font dans le cadre de l'article 44 de
l'arrêté royal du 6 juin 1960, relatif à la fabrication, à la distribution en
gros et à la délivrance des médicaments. Vu cet article, la délivrance
des médicaments peut se faire par d'autres personnes que les
pharmaciens d'officine, lorsque ces médicaments sont acquis par
l'Etat en vue d'une campagne de prophylaxie contre les maladies
contagieuses.

Par contre, pour ce qui est de la substitution d'une spécialité
pharmaceutique, la législation ne permet pas cette pratique,
conformément à l'article 11 de l'arrêté n° 78 du 10 novembre 1967
relatif à l'exercice des professions de soins de santé.
06.02 Minister Jef Tavernier: In
2002 heeft de Franse
Gemeenschap een contract met
de firma Wyeth gesloten. In 2003
werd een ander bedrijf
aangewezen om Meningitec te
leveren.

Artikel 44 van het koninklijk
besluit van 6 juni 1960 bepaalt dat
de overheid geneesmiddelen mag
verstrekken.

Het is echter niet toegelaten een
farmaceutische specialiteit te
substitueren.
06.03 Philippe Seghin (MR): Monsieur le ministre, votre réponse ne
me convainc pas du tout. Or, ma question était excessivement
simple. Je suis tout à fait d'accord pour que les centres ONE soient
approvisionnés, conformément à la loi que vous venez de nous
définir. Par contre, il est difficile d'accepter que les pharmaciens
d'officine, au départ les seuls habilités à distribuer ces vaccins, en
soient totalement dépourvus depuis un certain temps et ne puissent
répondre à leur patientèle.

Ma question porte sur ce point précisément. Je n'ai rien contre les
centres ONE et la distribution de ces 200.000 doses ni contre ce
nouveau contrat pour 2003. Par contre, je le répète, j'accepte
difficilement que les pharmaciens d'officine en soient dépourvus
06.03 Philippe Seghin (MR): U
antwoordt niet op mijn vraag. Die
betreft de bijzondere toestand van
de apothekers die al maanden niet
meer over Meningitec kunnen
beschikken. Bovendien hoop ik
dat u de nodige maatregelen hebt
genomen opdat de voorraad
vaccins van de centra van het
ONE in de juiste omstandigheden
wordt bewaard.
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
depuis des mois. En outre, j'ose espérer qu'à travers ces centres
ONE, la conservation de ces vaccins est optimale, que la chaîne de
froid est respectée. C'est un autre problème que je ne tiens pas à
soulever ici.

Le problème est que les pharmaciens d'officine doivent actuellement
refuser systématiquement toutes les prescriptions de Méningitec, ce
n'est pas normal!
06.04 Jef Tavernier, ministre: Je vais faire examiner la
problématique.
06.04 Minister Jef Tavernier: Ik
zal er op toezien dat de toestand
wordt gevolgd en onderzocht.
06.05 Philippe Seghin (MR): Cela fait des semaines, voire des mois
que les pharmaciens sont dans l'impossibilité de répondre à leur
clientèle!
06.05 Philippe Seghin (MR): Die
toestand sleept al maanden aan.
06.06 Jef Tavernier, ministre: Il y a une discussion en cours à ce
sujet avec les pharmaciens et les centres ONE. Un des soucis est
naturellement de ne pas casser la chaîne du froid, ce qui est
fondamental pour ces vaccins.
06.06 Minister Jef Tavernier: De
gesprekken met de apothekers en
de centra van het ONE zijn al aan
de gang. En wij zien er op toe dat
de geneesmiddelen correct
worden bewaard.
06.07 Philippe Seghin (MR): Je vous demande d'être
particulièrement attentif à cette problématique que connaissent
actuellement les pharmaciens.
06.07 Philippe Seghin (MR): Ik
hoop dat u de toestand goed in
het oog zal houden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Philippe Seghin au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le contrôle et l'analyse des matières premières employées par
les pharmaciens d'officine" (n° B290)
07 Vraag van de heer Philippe Seghin aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "de controle en de analyse van grondstoffen gebruikt door officina-apothekers"
(nr. B290)
07.01 Philippe Seghin (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, l'arrêté royal du 19 décembre 1997 relatif au contrôle et à
l'analyse des matières premières employées par les pharmaciens
d'officine est, après de nombreux délais supplémentaires,
d'application depuis peu. En vertu de l'article 3 § 2 dernier alinéa de
cet arrêté, la liste des matières premières autorisées est publiée au
Moniteur belge à intervalles réguliers.

M. le ministre peut-il nous dire combien de matières premières ont
été autorisées et si la liste de ces matières premières a été publiée?
Parmi ces matières premières autorisées, y a-t-il des huiles
essentielles ou d'autres matières premières utilisées en
aromathérapie?

Une grande partie des matières premières tombant dans le domaine
de la phytothérapie, de l'aromathérapie et de l'homéopathie n'ont pas
de numéro d'autorisation mais un certificat d'analyse et seules les
préparations magistrales, donc les préparations qui sont faites par le
pharmacien sur base de prescriptions médicales, sont autorisées.
07.01 Philippe Seghin (MR): Het
koninklijk besluit van 19 december
1997 regelt de controle op de
grondstoffen die in de apotheken
worden gebruikt. Overeenkomstig
artikel 3 moet de lijst met
toegelaten grondstoffen
regelmatig in het Belgisch
Staatsblad worden gepubliceerd.
Kan u me zeggen of die lijst
gepubliceerd werd en hoeveel
producten erin zijn opgenomen? Ik
zou graag weten of essentiële
oliën en grondstoffen gebruikt in
de aromatherapie erin voorkomen.
In tegenstelling tot grondstoffen
voor magistrale bereidingen,
beschikken heel wat grondstoffen
die gebruikt worden in de
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Les pharmaciens se voient donc dans l'incapacité de délivrer à de
nombreux patients des préparations alors que la matière première
existe et est contrôlée.

En effet, les matières premières ayant un certificat d'analyse
reprenant les résultats des contrôles d'identité et de qualité du lot,
effectués selon les méthodes répondant à l'état actuel des
connaissances scientifiques fournies par un laboratoire agréé, sont
des matières premières conformes.

Quelle justification en termes de santé publique permet d'interdire,
dans le cadre d'une préparation officinale, l'utilisation de matières
premières qui répondent totalement à la conformité? Pourquoi
peuvent-elles être délivrées uniquement si une prescription existe
alors que ces produits ne sont pas soumis à la prescription? Quels
sont les critères qui justifient une telle discrimination?

D'autre part, lorsqu'une matière première décrite dans une
pharmacopée n'est ni autorisée ni disponible ou est autorisée mais
non disponible, le pharmacien d'officine peut-il commander, dans un
laboratoire belge ou étranger, et faire réaliser en qualité de
pharmacien d'officine l'analyse de la matière première acquise par le
laboratoire agréé?

Enfin, comment peut-on savoir si un laboratoire étranger est repris
dans le réseau européen des laboratoires officiels de contrôle?

Je vous remercie, monsieur le ministre, de la réponse que vous
voudrez bien apporter à ces différentes questions.
fytotherapie, de aromatherapie en
de homeopathie niet over een
vergunningsnummer. De
apothekers kunnen dus geen
bereidingen afleveren, ook al
bestaan er gecontroleerde
grondstoffen die aan de
opgelegde voorwaarden voldoen.
Wat de bereidingen in de
apotheek betreft, hoe verklaart u
dat grondstoffen die aan de
voorwaarden voldoen niet mogen
worden gebruikt enerzijds en dat
voor die bereidingen een
voorschrift nodig is, terwijl de
componenten ervan vrij worden
afgeleverd anderzijds? Welke
criteria liggen aan de basis van
die werkwijze? Mag de apotheker
wanneer voor een grondstof geen
vergunning bestaat en ze niet
beschikbaar is een beroep doen
op een erkend laboratorium om de
bereiding aan te maken of om de
grondstof die daartoe nodig is te
analyseren? Tot slot, hoe kan men
weten of een buitenlands
laboratorium deel uitmaakt van
het Europese netwerk van officiële
controlelaboratoria?
07.02 Jef Tavernier, ministre: Madame la présidente, monsieur
Seghin, vos questions sont à la fois compliquées et très précises.
Qu'en est-il de l'état d'avancement? A la date du 17 mars 2003,
1.412 matières premières sont autorisées. La liste des matières
premières autorisées n'est pas encore publiée au Moniteur belge. Les
organisations professionnelles ont été tenues au courant, de manière
régulière, de l'avancement des autorisations par communication
d'une liste des matières premières autorisées et ce, à différentes
reprises. Certaines huiles essentielles sont autorisées. Un certain
nombre de ces matières premières sont employées en
aromathérapie.

Pour les matières premières non encore autorisées et présentes sur
le marché, accompagnées d'un certificat d'analyse émis par un
laboratoire agréé, les seules préparations qu'un pharmacien d'officine
se verrait obligé de refuser à un patient sont les préparations
officinales. La distinction entre préparation magistrale et officinale a
été voulue pour garantir la liberté thérapeutique du médecin.

Le laboratoire agréé analyse selon la monographie propre au
fournisseur et que celui-ci lui communique. Cette monographie n'a
donc pas été soumise à l'avis de la Commission belge de
pharmacopée, avis qui garantit le respect du niveau actuel des
connaissances scientifiques. Le pharmacien ne peut faire réaliser
l'analyse par un laboratoire agréé. En effet, les termes de l'arrêté du
19 décembre 1997 prévoient que les certificats d'analyse
accompagnent chaque récipient lors de son acquisition par le
07.02 Minister Jef Tavernier: Op
17 maart 2003 waren er 1412
grondstoffen toegelaten. De lijst
werd nog niet gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad, maar de
beroepsorganisaties werden op de
hoogte gehouden van de nieuwe
vergunningen. Sommige
essentiële oliën zijn toegelaten en
een aantal van die grondstoffen
wordt gebruikt in de
aromatherapie. Grondstoffen
waarvoor nog geen vergunning is
afgegeven, maar die voorradig
zijn op de markt en over een
analysecertificaat van een erkend
laboratorium beschikken, mogen
door een apotheker worden
gebruikt, maar niet voor officinale
bereidingen. Het erkend
laboratorium voert zijn analyse uit
volgens de monografie van de
leverancier. Die monografie werd
dus niet voor advies voorgelegd
aan de Belgische Commissie van
de farmacopee en dat advies
verzekert dat de actuele stand van
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
pharmacien. Comme mentionné dans la lettre rédigée en
collaboration par les organisations professionnelles et la Direction
générale de la protection de la santé publique, les pharmaciens
peuvent s'adresser à leur organisation professionnelle pour vérifier
l'appartenance d'un laboratoire au réseau européen de laboratoires
officiels de contrôle.

Pour terminer, les pharmaciens peuvent également s'adresser à la
Direction générale de la protection de la santé publique.
zaken van de wetenschappelijke
kennis wordt nageleefd. De
apotheker mag de analyse niet
laten uitvoeren door een erkend
laboratorium, aangezien het
koninklijk besluit van 19 december
1997 bepaalt dat het
analysecertificaat moet gevoegd
worden bij elk recipiënt op het
ogenblik dat de apotheker de
grondstof aankoopt. Om na te
gaan of een laboratorium deel
uitmaakt van de officiële
controlelaboratoria, kunnen de
apothekers zich wenden tot hun
beroepsvereniging. Ze kunnen
zich ook tot het Directoraat-
generaal Bescherming van de
volksgezondheid-Geneesmiddelen
wenden.
07.03 Philippe Seghin (MR): Je vous remercie, monsieur le
ministre. Vous avez été très précis pour la plupart de mes questions
mais il reste un problème qui me tracasse et qui m'inquiète toujours.
À partir du moment où une matière première n'a pas été autorisée et
donc ne se retrouve pas dans la liste publiée au Moniteur, mais que
cette matière première dispose d'un certificat de contrôle qui lui est
délivré par un laboratoire agréé et qu'elle répond à des critères de
conformité et de qualité, je ne comprends pas pourquoi cette matière
première ne peut être délivrée que sur prescription médicale et que
le pharmacien ne puisse pas confectionner des préparations
officinales avec ces matières premières, alors qu'elles n'ont pas
l'obligation d'être prescrites, qu'elles sont en délivrance libre. On
interdit donc aux pharmaciens de sortir un certain nombre de
préparations officinales ­ et Dieu sait si beaucoup de pharmaciens,
surtout dans les campagnes, ont des préparations officinales, et vous
êtes bien placé pour le savoir. Seulement, à partir du moment où ces
matières premières n'ont pas été autorisées mais ne disposent que
d'un certificat de contrôle, le pharmacien est bloqué. Si elles sont
prescrites par le médecin, le pharmacien peut alors les délivrer. Il y a
là une discrimination envers les pharmaciens et ceux-ci commencent
à en avoir assez.
07.03 Philippe Seghin (MR): Een
zaak baart me nog zorgen. Ik
begrijp niet waarom een
apotheker voor officinale
bereidingen geen grondstoffen
mag gebruiken die weliswaar niet
in het Belgisch Staatsblad werden
vermeld maar waarvoor wel een
controleattest bestaat en die aan
de criteria inzake conformiteit en
kwaliteit beantwoorden. Als een
geneesheer daarentegen die stof
voorschrijft, kan de apotheker de
bereiding wel maken. Deze
situatie zet kwaad bloed bij de
apothekers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Robert Hondermarcq au ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "les difficultés d'application des mesures prises à
l'égard des vétérinaires" (n° B298)
08 Vraag van de heer Robert Hondermarcq aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de moeilijkheden in verband met de toepassing van de
maatregelen genomen ten aanzien van de dierenartsen" (nr. B298)
08.01 Robert Hondermarcq (MR): Madame la présidente, monsieur
le ministre, les vétérinaires sont bien conscients de leurs
responsabilités vis-à-vis de la sécurité de la chaîne alimentaire et
surtout dans le domaine de la production animale. Néanmoins, suite
08.01
Robert Hondermarcq
(MR): Het besluit "register
geneesmiddel voor
diergeneeskundig gebruik" legt de
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
à la mise en application de l'arrêté "registre médicaments
vétérinaires", les vétérinaires sont bien en droit d'émettre certaines
inquiétudes sur l'organisation de leur travail. En effet, l'application de
l'arrêté royal leur impose des contraintes administratives tellement
lourdes qu'elles risquent de perturber la qualité des soins médicaux
vétérinaires.

Les vétérinaires ne contestent nullement une amélioration de la
législation en la matière mais il me revient qu'ils jugent l'arrêté royal,
en l'état, inapplicable.

Sans entrer dans des considérations techniques, car j'aurais
beaucoup de remarques à émettre pour démontrer qu'en l'état, cet
arrêté royal est difficilement applicable, le ministre ne pourrait-il pas
envisager une application progressive de cet arrêté royal en
prévoyant un phasage des différentes mesures?
dierenartsen zo'n zware
administratieve verplichtingen op
dat de kwaliteit van hun
zorgverstrekking in het gedrang
kan komen. Is het niet mogelijk
dat het besluit geleidelijk wordt
ingevoerd? De dierenartsen zijn
van oordeel dat het in zijn huidige
vorm niet uitvoerbaar is.
08.02 Jef Tavernier, ministre: Madame la présidente, monsieur
Hondermarcq, je suis conscient que l'application de cet arrêté
constitue un changement dans le quotidien des praticiens
vétérinaires. C'est pourquoi une information de la profession est
importante pour la réussite de cette entreprise. Un groupe de travail,
avec les organisations représentatives de la profession vétérinaire, a
été créé. Ce groupe de suivi, dans lequel ces organisations peuvent
proposer des modifications de la législation, a aussi été créé. De
plus, des séances d'information ont été organisées à plusieurs
reprises et dernièrement, aux mois de janvier et février de cette
année.

L'objectif principal est effectivement la traçabilité du médicament
vétérinaire dans le but de prévenir ou de sanctionner la présence de
résidus dans les denrées alimentaires mais aussi dans le but
d'assurer une pharmaco-vigilance. Ainsi, en cas de non-conformité
d'un médicament, une reprise est possible grâce à cette traçabilité.

Vous demandez si une application progressive est possible.
Reprenons, si vous le voulez bien, l'historique des documents que le
vétérinaire a le devoir de tenir.

D'abord, l'obligation de commander les médicaments par le biais d'un
bon de commande a été introduite par l'arrêté royal de 1987, il y a
donc 16 ans. Ensuite, une directive européenne de 1990 a imposé
aux Etats membres la tenue des registres d'entrée et de sortie, ainsi
que le rapport de vérification, dont la fréquence est au minimum
annuelle, à toutes les personnes habilitées à vendre au détail des
médicaments vétérinaires. Cette directive a été transposée en droit
belge en 1993, il y a donc 10 ans. Enfin, plus récemment, le
document d'administration et de fourniture et la prescription sont des
documents introduits par l'arrêté royal du 23 mai 2000, qui est entré
en vigueur le 1
er
avril 2001. Dans le cas de la prescription, ce
document existait bien sûr auparavant, mais le contenu a été adapté.

La législation actuelle a regroupé ces exigences éparpillées dans la
législation nationale dans un seul arrêté, et, au regard de l'historique
précité, il est évident que le praticien qui n'a pas suivi cette évolution
se trouve décontenancé.

Dans le souci d'une information adaptée, une circulaire sera envoyée
08.02 Minister Jef Tavernier: De
uitvoering van dit besluit zal de
dagelijkse praktijk van de
dierenartsen veranderen. Vandaar
de noodzaak van een goede
voorlichting. Er werden een
werkgroep opgericht en er werden
informatiesessies gehouden.

Dit besluit beoogt in hoofdzaak de
ontwikkeling van systemen voor
het tracering en het bewaken van
geneesmiddelen.

Wat de geleidelijke toepassing
betreft, wijs ik erop dat dit reeds
besluit bestaande elementen uit
de wetgeving bevat, zij het dat die
bepalingen her en der verspreid
staan in diverse wetteksten:
verplicht gebruik van een
bestelbon (die verplichting bestaat
al zestien jaar), een register van
inkomende en uitgaande
geneesmiddelen en een
verificatieverslag (bestaat al sinds
tien jaar), en sinds 2001 is er het
document voor de toediening en
de levering en een aangepast
voorschrift.

Deze week nog zal een circulaire
gestuurd worden aan alle
dierenartsen. Daarin wordt
voorzien in een periode met
begeleidende maatregelen, van 1
mei 2003 tot 1 januari 2004. Uit
aanbevelingen blijkt dat middels
een goede classificatie van de
documenten voor de toediening
en de levering of de bestelbonnen
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
à tous les vétérinaires cette semaine. Celle-ci prévoit une période
s'étalant du 1er mai 2003 au 1er janvier 2004, qui se veut une phase
d'accompagnement.

Des recommandations sont également formulées comme par
exemple, le fait que le classement des documents d'administration et
des fournitures peut tenir lieu de registre de sorties du dépôt ou que
le classement des bons de commandes peut, à condition de
respecter les obligations légales, tenir lieu de registre des entrées.
Ainsi, on peut limiter les obligations administratives en évitant de
recopier plusieurs fois les mêmes données.

Enfin, comme je l'ai souligné au début de ma réponse, le groupe de
suivi, comprenant les représentants de la profession, peut apporter
son expérience et une adaptation de la législation pourra être étudiée
et mise en place le cas échéant.

De plus, je suis bien conscient du fait qu'un des éléments un peu
problématiques reste que, contrairement aux pharmaciens, les
vétérinaires ne possèdent pas, pour la plupart, de logiciels ou
d'ordinateurs, comme cela est le cas de 95% des pharmaciens. Vu la
spécificité de la profession, je suppose qu'il y a une autre manière de
travailler avec les papiers et les dossiers.
vermeden kan worden dat
dezelfde gegevens verscheidene
keren moeten worden
overgeschreven, wat de
administratieve rompslomp
natuurlijk doet afnemen.

De opvolgingscommissie kan haar
ervaring inbrengen, en de tekst
kan gebeurlijk worden aangepast.
Daarnaast moet rekening
gehouden worden met het feit dat
dierenartsen niet zo goed
toegerust zijn met
computermateriaal als apothekers.
08.03 Robert Hondermarcq (MR): Madame la présidente, je
remercie M. le ministre pour sa réponse, dont une partie seulement
me satisfait, c'est celle qu'il appelle la phase d'accompagnement. Par
contre, contrairement à ce qu'il vient d'évoquer, je ne suis pas du tout
convaincu de la différence entre le pharmacien qui pratique son
métier en "petites pantoufles" et le vétérinaire qui le fait dans une
étable. Je pense que le contexte est tout différent.

Et même si le comité de suivi a été crée, vous n'avez pas encore
répondu à différentes questions très importantes. Je vous interrogerai
donc encore la semaine prochaine en vous posant des questions
beaucoup plus spécifiques et techniques.
08.03
Robert Hondermarcq
(MR): Ik ben blij met een aantal
antwoorden, maar zal niet nalaten
u opnieuw vragen te stellen over
meer specifieke aspecten van
deze problematiek.

Overigens ben ik er nog niet zo
zeker van dat u het in uw
conclusie over het verschil tussen
de apothekers en de dierenartsen
bij het rechte eind heeft!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "het Belgische lidmaatschap van de Internationale Walvisvaart Commissie
(IWC)" (nr. B310)
09 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'adhésion belge à la Commission internationale de la chasse
à la baleine" (n° B310)
09.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, het is blijkbaar een echte beestenboel in deze
commissie.

Mijnheer de minister, aan de oorsprong van deze vraag ligt uiteraard
mijn lidmaatschap van het Wereldnatuurfonds. Ik ben reeds 25 jaar
lid van die organisatie, vandaar dat u vandaag deze vraag van mij
krijgt.

Zevenentwintig jaar geleden werd het moratorium op de walvisjacht
09.01 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Il y a dix-sept ans, la
Commission Baleinière
Internationale (CBI) a instauré un
moratoire sur la capture des
baleines. Toutefois, un certain
nombre de pays persistent à
chasser ces grands cétacés en
exploitant les nombreuses failles
des règlements de la CBI. Depuis
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
ingesteld. Nog steeds blijkt dat België geen lid zou zijn van de
Internationale Walvisvaartcommissie. Het is zo dat sinds het instellen
van het moratorium er toch nog 23.000 walvisachtigen zijn
geliquideerd. Dat is toch een vrij opmerkelijk aantal. Het is dus wel
duidelijk dat er nog iets scheelt aan de werking van die commissie.
Vandaag zijn de twee belangrijkste landen die daarin
vertegenwoordigd zijn Japan en Noorwegen, twee landen die nog
steeds op walvissen jagen. We hebben vastgesteld dat meer en
meer landen opnieuw wensen over te gaan naar de walvisvangst.
Vandaar dat het een noodzaak is om meer landen te hebben die het
tegenovergestelde beogen. Ik denk dat België als zeevarende natie
daar zeker een taak en rol te vervullen heeft. Vandaar ook dat er
momenteel een petitie rondgaat om België te vragen deel te nemen
aan die commissie.

De eerstvolgende bijeenkomst van die commissie is in juni in Berlijn.
Dat is dus vrij kort dag. Ik vraag de minister of hij niet zou kunnen
overwegen om toch tot die commissie toe te treden. Indien ja, welke
stappen zou hij daarvoor kunnen ondernemen? Tot daar mijn vraag.
l'instauration du moratoire en
1986, quelque 23.000 baleines ont
été tuées par des chasseurs. Les
pays qui pratiquent le plus la
chasse à la baleine sont le Japon
et la Norvège mais d'autres pays
n'y répugnent pas. Parmi eux
figurent quelques petits Etats
insulaires des Caraïbes et de
l'océan Pacifique. L'Islande
caresserait-elle aussi des projets
visant à reprendre cette chasse
dans un avenir proche. Il faut
donc prévoir au sein de la CBI un
contrepoids à l'influence
croissante des pays qui pratiquent
la chasse à la baleine. Il est
impératif que le maximum de
pays déterminés à lutter contre
cette chasse adhèrent à la CBI
dont la prochaine assemblée se
tiendra en juin à Berlin.
Actuellement, une pétition
réclamant l'adhésion officielle de
la Belgique à la CBI circule. Le
ministre a-t-il l'intention de faire
entrer notre pays dans la CBI?
09.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, collega, het
Belgisch lidmaatschap van de Internationale Walvisvaartcommissie
is belangrijk. Het initiatief is dan ook genomen een dossier klaar te
maken voor een beslissing door het Parlement en de regering. Het
dossier voor de toetreding van België is nu volledig. Zoals bekend,
passeert een dergelijke toetreding via normale parlementaire
goedkeuring alsof het een initiële ratificatie van het verdrag zou
betreffen. Het volledig dossier is dan ook samengesteld conform de
richtlijnen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het
samengesteld dossier, inclusief advies van de Inspectie van
Financiën en van de FOD Volksgezondheid en Milieu, is naar
Buitenlandse Zaken gestuurd. Dit ministerie heeft vorige week het
advies gevraagd en ontvangen van hun Inspecteur van Financiën. Zij
leggen het dossier nu voor aan de minister van Begroting voor het
verplicht akkoord. Zo ver staan we.

Er is nog een beslissing van de Ministerraad nodig en het advies van
de Raad van State. Dat betekent dat, jammer genoeg, de
goedkeuring en dus de afronding van de ganse zaak niet meer rond
zal geraken voor het einde van deze legislatuur. Omdat wij het toch
belangrijk vinden om aanwezig te zijn op de volgende bijeenkomst
van de Internationale Walvisvaartcommissie ­ lin Londen, dacht ik,
en niet in Berlijn ­ zal Buitenlandse Zaken onderzoeken welke
precieze formaliteiten vervuld moeten worden om België toch toe te
laten om, voorlopig als observator, aan deze vergadering deel te
nemen.

Ik herhaal, het dossier is dus klaar, maar er zijn nog enkele formele
stappen te zetten. We onderzoeken of wij in juni toch als observator
kunnen aanwezig zijn.
09.02 Jef Tavernier, ministre:
L'appartenance éventuelle de la
Belgique à la CBI est
effectivement une question
importante. Le dossier de
l'adhésion de notre pays est
complet et il a été constitué
conformément aux instructions du
ministère des Affaires étrangères
actuellement en vigueur.
Quelques démarches formelles
restent à accomplir telles que faire
approuver le texte par le conseil
des ministres et prendre l'avis du
conseil d'Etat. Conséquence: il ne
nous sera pas possible d'adhérer
à la CBI avant le terme de cette
législature. Le ministère des
Affaires étrangères se penchera
sur la question de savoir quelles
formalités la Belgique doit remplir
pour pouvoir tout de même
prendre part à l'assemblée de juin
en tant qu'observateur.
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
09.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter, het
antwoord van de minister verheugt mij en ik hoop dat men inderdaad
het dossier niet laat slabakken. Ik hoop dat hij daarmee misschien
zelf nog kan voortdoen volgende keer, want ik neem aan dat dit
vooral moet gebeuren door mensen die bij de zaak betrokken zijn of
zich daarbij betrokken voelen. Het is inderdaad een dossier dat enig
sentiment oproept, vandaar dat het soms wel eens als onbelangrijk
wordt beschouwd.

Ik denk dat wij daarin als zeevarende natie een taak hebben. Ik dank
u voor uw antwoord.
09.03 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): J'espère que ce dossier
sera bouclé aussitôt que possible
car j'estime que la Belgique, qui
est une nation maritime, a un rôle
majeur à jouer dans ce domaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het vaccineren van duiven" (nr. B317)
- mevrouw Leen Laenens aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de problematiek van vogelpest bij duiven" (nr. B324)
10 Questions jointes de
- Mme Yolande Avontroodt au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique
et de l'Environnement sur "la vaccination des pigeons" (n° B317)
- Mme Leen Laenens au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le problème de la peste aviaire chez les pigeons" (n° B324)
10.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag
kan heel kort zijn. Op 19 februari heeft u geantwoord op een vraag
van collega Pieters. U lacht reeds. Uw antwoord heeft de
dierenartsen toch wel verontrust. Het ging over de vaccinatie en de
opdracht om duiven te vaccineren tegen het paramyxovirus. Dit moet
worden toegediend door de veearts. Er is een grote onduidelijkheid
gerezen na uw antwoord terzake in de commissie. Daarom denk ik
dat het beter is om die vraag opnieuw te formuleren, mijnheer de
minister. Op deze manier kan er duidelijkheid komen wat onder
toezicht staat en wat onder de dierenartsen staat.

U zegt dat er overleg geweest is met de Koninklijke Belgische
Duivenbond en met de dierenartsen en dat dit overleg geleid heeft
tot de aanpassing van het vaccinatieformulier. U hebt ook gezegd dat
dit geen nieuwe maatregel was, maar een verfijning ervan in het
voordeel van de Belgische duiven. Mijnheer de minister, daarom stel
ik u deze vraag. Ten eerste, hebt u effectief overleg gepleegd met de
Orde der Dierenartsen? Ten tweede, is het in overeenstemming met
artikel 12 van de wet op de uitoefening van de dierengeneeskunde
van 28 augustus 1991 om te stellen dat dierenartsen duiven niet
eigenhandig moeten inenten, maar dat het volstaat dat de dierenarts
een attest geeft dat de duiven ingeënt zijn?
10.01
Yolande Avontroodt
(VLD): La déclaration faite le 19
février 2003 par le ministre en
réponse à la question relative à la
vaccination des pigeons a suscité
l'inquiétude des vétérinaires. Le
ministre a déclaré que le
formulaire de vaccination avait
été adapté en concertation
notamment avec les vétérinaires.

Une concertation a-t-elle été
effectivement organisée avec
l'Ordre des médecins
vétérinaires? Les vétérinaires
doivent-ils, conformément à
l'article 12 de la loi du 29 août
1991, vacciner eux-mêmes les
pigeons ou suffit-il que le
vétérinaire atteste la vaccination?
10.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, via de actualiteit heeft men kunnen volgen dat
er nogal wat discussie is over vogelpest, pseudo-vogelpest,
duivenpluimvee en dergelijke meer. Mijn vraag gaat specifiek over
de vaccinatie van duiven tegen die pseudo-vogelpest. Met de huidige
uitbraak van vogelpest bij kippen is er extra belangstelling naar de
duiven gegaan. Er zijn hier welbepaalde maatregelen genomen. Ik
10.02 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): La vaccination actuelle
des pigeons n'aurait rien à voir
avec la peste aviaire contre
laquelle elle n'offrirait aucune
protection. Les vétérinaires
demandent à effectuer la
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
heb me laten vertellen dat de huidige duivenvaccinatie niets te
maken heeft met vogelpest en hiertegen ook niet zou beschermen.
Dat betekent dan ook logischerwijze dat duiven hiervan ook niet ziek
zouden worden.

Ik meen te begrijpen ­ en dan vooral vanuit het vaccinatieverhaal
zoals de dierenartsen het lezen of zien ­ dat de dierenartsen de
uitvoering van deze vaccinatie naar wat we de letter van de wet
zouden kunnen noemen opeisen. Daartegenover staat de
duivenliefhebber en misschien ook wel de portemonnee van de
duivenliefhebber. Sinds de jaren '90 baseert hij zich reeds op een
soort van gedoogbeleid. Dat wil zeggen dat ze zelf kunnen
vaccineren. Zij geven dat uiteraard ook weer niet graag prijs.

Alsof dat nog niet ingewikkeld genoeg is, meen ik ook te kunnen
besluiten ­ ik verwijs naar een eerdere toelichting van u ­ dat de
ziekte toch maar sporadisch zou voorkomen. Gelet op het aantal
duiventillen in België en op het belang van de duivensport, betekent
dit dat de vaccinatie hoe dan ook blijkbaar zijn vruchten heeft
afgeworpen.

Een maand geleden stelde collega Dirk Pieters u een vraag. In uw
antwoord spreekt u over strengere controles op de aflevering van de
middelen via de apotheker. Eind vorig jaar is er nochtans een besluit
verschenen dat het voorschrijven van bepaalde middelen zou
verbieden.

Mijnheer de minister, daarom stel ik u deze vraag. Kan u mij de
volgende zaken bevestigen. Ten eerste, kunnen duiven nu al dan
niet ziek worden van vogelpest? Dat is misschien toch wel een
belangrijk gegeven om te weten of de vaccinatie die vandaag
gebeurt bij de duiven tegen pseudo-vogelpest al dan niet beschermd
tegen die vogelpest.

Ten tweede, is mijn interpretatie correct dat naast de dierenartsen ­
zoals ik eerder heb vermeld ­ ook de apothekers het vaccin kunnen
verkopen aan de duivenliefhebbers? Als dat zo is, hoe zit het dan
met de verantwoordelijkheid voor deze vaccinatie? Ik dank u alvast
voor uw antwoord. Vooral voor de betrokkenen is het een belangrijk
antwoord.
vaccination, alors que les
colombophiles le font eux-même
depuis les années 90 et ne
souhaitent pas perdre le bénéfice
de cette tolérance. Dans sa
réponse à M. Pieters, le ministre a
annoncé qu'il allait renforcer les
contrôles portant sur la délivrance
des vaccins en pharmacie.
Cependant, l'année passée, un
arrêté interdisant la prescription
de certaines substances.

Les pigeons peuvent-ils être
contaminés par la peste aviaire?
La vaccination offre-t-elle une
protection contre cette maladie?
Les vétérinaires et les
pharmaciens peuvent-ils vendre le
vaccin? Dans l'affirmative,
comment la responsabilité du
vaccin est-elle dès lors réglée?
10.03 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, men heeft mij
gezegd dat ik geweldig op mijn woorden moet letten, want het gaat
hier over vogelpest, pseudo-vogelpest, vaccins, dierenartsen,
duivenliefhebbers en apothekers. Het is dus een explosieve
mengeling.

Eerst en vooral, er is internationaal discussie over de vraag of de
aviaire influenza of vogelpest al dan niet besmettelijk is voor duiven.
Het is zeker dat vogelpest bij duiven veel minder pathogeen is.
Daarover ging de discussie. Welke maatregelen heeft men in
Nederland genomen en welke maatregelen heeft men in België
genomen in verband met de vogelpest?

Het is zeker dat duiven de ziekte weldegelijk verder kunnen
verspreiden. Daarom is het tijdelijk verzamelverbod, als een van de
algemene maatregelen die werden genomen wegens de ernstige
dreiging op vogelpest, ook voor duiven gerechtvaardigd. De
10.03 Jef Tavernier, ministre: Au
niveau international, la question
de savoir si la peste aviaire est
contagieuse ou non pour les
pigeons fait toujours l'objet de
discussions. Ce qui est certain, en
revanche, c'est que les pigeons
sont susceptibles de propager la
maladie. C'est pourquoi
l'interdiction temporaire de
rassemblement est également
justifiée en ce qui concerne les
pigeons.

L'actuelle obligation de vacciner
les pigeons contre la maladie de
Newcastle n'a aucun rapport avec
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Europese Commissie raadt deze maatregelen overigens ook aan en
heeft Nederland hierop gewezen. Tot we een duidelijk overzicht
hebben van de situatie dient elk mogelijk risico op verspreiding van
de besmetting zoveel mogelijk te worden beperkt.

De bestaande verplichte vaccinatie van duiven tegen NCD of
pseudo-vogelpest heeft niets te maken met vogelpest. Het zijn twee
totaal verschillende virale ziekten. Een inenting tegen de ene ziekte
betekent niet dat het dier bestand is tegen de andere ziekte. Daar
komt het op neer.

Alle vaccins, ook deze tegen pseudo-vogelpest bij duiven, vallen
onder de voorschriftplichtige dierengeneesmiddelen. Dat wil in het
algemeen zeggen dat deze geneesmiddelen niet vrij op de markt
mogen aanwezig zijn, maar slechts na tussenkomst van een bevoegd
persoon ­ een dierenarts, voor wie daaraan zou twijfelen ­ mogen
worden toegepast. Het besluit waarnaar wordt verwezen is het
koninklijk besluit van 5 november 2002, dat bepaalt dat alle vaccins
die worden gebruikt in het kader van de gereglementeerde
dierenziekten, niet mogen worden voorgeschreven door de
dierenarts. Zonder voorschrift mag de apotheker deze vaccins
uiteraard niet afleveren. Dat wil zeggen dat zij alleen kunnen worden
verkregen door de dierenarts zelf. Ik meen dat ik in het antwoord dat
ik aan de heer Pieters heb gegeven, daarop even ben uitgegleden.

De dierenarts heeft dus de verantwoordelijkheid voor de goede
uitvoering van deze vaccinatie. Hij moet dat dan ook certificeren.
Daarvoor hebben we, in samenspraak met de Koninklijke Belgische
Duivenbond, ook een document opgemaakt. Ik herhaal wat ik al zo
dikwijls heb gezegd en geschreven als antwoord op de honderden
brieven van duivenliefhebbers. Ik heb geen enkele nieuwe beslissing
genomen, behoudens het feit dat het vaccin niet mag worden
voorgeschreven, maar door de dierenarts moet worden geleverd. Dit
is alvast niet in het nadeel van de dierenartsen. Er is dan ook geen
enkel nieuw officieel overleg geweest.

Zoals mevrouw Laenens daarnet zei dateert de bestaande situatie
reeds van 1991. Dat is het jaar waarin de wet op de uitoefening van
de dierengeneeskunde is verschenen, dat het aangehaalde artikel 12
inhoudt. Blijkbaar hebben duivenliefhebbers en dierenartsen elkaar al
heel wat jaren gevonden in de toepassing van de geest van de
bestaande regelgeving.

Wat gedurende een drietal jaar de relatie tussen dierenartsen en
duivenliefhebbers verzuurt is mij niet altijd duidelijk. Ik stel immers
vast dat op het terrein een gebrek aan afspraken en aan duidelijkheid
over de prijsbepaling een van de elementen is waardoor er soms
spanningen ontstaan. Voorts heb ik de indruk dat een aantal zeer
stringente richtlijnen en dreigingen de relatie tussen beide groepen
niet bevorderen.

Ten slotte wijs ik erop dat mijn eerste bekommernis als minister van
Volksgezondheid ook bevoegd inzake dierenwelzijn, erin bestaat
ervoor te zorgen dat de duiven wel degelijk gevaccineerd zijn. Om
dat te garanderen kondig ik aan dat binnenkort een aantal zeer
gerichte controles zullen worden uitgevoerd op het terrein, om na te
gaan of men op de plaatsen van inkorven beschikt over de nodige
documenten, zoals het attest waaruit blijkt dat de duiven zijn
la peste aviaire. Il n'y a aucun lien
entre les deux affections. Tous les
vaccins appartiennent à la
catégorie des médicaments qui ne
sont délivrés que sur ordonnance.
L'arrêté royal du 5 novembre 2002
dispose que les vaccins contre les
maladies animales réglementées
ne sont disponibles qu'auprès des
médecins vétérinaires. Je me suis
trompé sur ce point dans ma
réponse à M. Pieters. Le médecin
vétérinaire est responsable de la
bonne administration du vaccin.

Je n'ai pas pris la moindre
nouvelle décision, si ce n'est que
le vaccin ne peut plus être
prescrit, ce qui n'est en rien
défavorable aux vétérinaires. Il n'y
a donc pas eu de nouvelle
concertation officielle.

Je ne comprends pas vraiment
pourquoi, depuis trois ans, la
relation entre les
médecins
vétérinaires et les colombophiles
s'est dégradée. Ma première
préoccupation est de faire en
sorte que les pigeons soient
vaccinés. C'est pourquoi nous
pratiquerons prochainement des
contrôles ciblés des certificats de
vaccination..
18/03/2003
CRIV 50
COM 1023
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
gevaccineerd, en of de duiven op de plaatsen van lossen ook
gevaccineerd zijn. Los van alle discussies over wie wat mag, zal op
de eerste plaats worden gecontroleerd of de duiven gevaccineerd
zijn.
10.04 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, het blijft mij
nog steeds onduidelijk wie vaccineert. Laat u de duivenmelker zelf
toe om zijn duiven te vaccineren of is het de dierenarts die tot
vaccinatie moet overgaan?
10.04
Yolande Avontroodt
(VLD): Qui vaccine en définitive:
l'éleveur de pigeons ou le
vétérinaire?
10.05 Minister Jef Tavernier: Het is altijd de dierenarts die
verantwoordelijk is.
10.05 Jef Tavernier, ministre: Le
médecin vétérinaire est
responsable.
10.06 Yolande Avontroodt (VLD): Ja, maar wie vaccineert? Het
vaccineren van personen laat men toch ook niet over aan om het
even wie.
10.06
Yolande Avontroodt
(VLD): Vous annoncez des
contrôles. Le vétérinaire est
responsable...
10.07 Minister Jef Tavernier: Ik meen dat op het terrein veeartsen
en duivenmelkers daarmee kunnen omgaan op een zeer verstandige
manier.
10.08 Yolande Avontroodt (VLD): Daar twijfel ik niet aan, mijnheer
de minister.U kondigt controles aan.
10.09 Minister Jef Tavernier: Inderdaad, op het gevaccineerd zijn
van de duiven en op de formulieren.
10.09 Jef Tavernier, ministre:
...des documents qu'il a délivrés.
10.10 Yolande Avontroodt (VLD): Een ogenblikje, mijnheer de
minister, want ik wil kunnen volgen.U kondigt dus controles aan en
het is de veearts die verantwoordelijk is.
10.11 Minister Jef Tavernier: Uiteraard, zodra hij een document
heeft afgeleverd. Heeft hij geen document afgeleverd, dan is de
duivenmelker verantwoordelijk.
10.12 Yolande Avontroodt (VLD): Maar hij kan toch maar alleen
verantwoordelijk worden gesteld voor de vaccins die hij zelf toedient.
10.13 Minister Jef Tavernier: Niet meer of niet minder.
10.14 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, het is net
alsof er opzettelijk onduidelijkheid wordt gecreëerd. De relatie tussen
de veeartsen en de duivenmelkers zal niet verzuren indien
duidelijkheid bestaat omtrent deze aangelegenheid. Volgens mij is
het precies omwille van de blijvende onduidelijkheid dat er
problemen zijn.
10.14
Yolande Avontroodt
(VLD): ...pour les vaccins qu'il a
administrés personnellement. Le
manque de clarté subsiste, ce qui
suscite des tensions.
10.15 Minister Jef Tavernier: Mevrouw Avontroodt, het grote
probleem is dat een van de vorige ministers van Landbouw, met
name minister Gabriëls, op twee of drie maanden tijd een totaal
verschillend bericht de wereld instuurde.

Sindsdien is die situatie ontstaan. Ik leg de nadruk op het essentiële.
10.15 Jef Tavernier, ministre: Le
manque de clarté est apparu au
cours d'une législature
précédente. Je mets moi-même
l'accent sur l'essence même de la
chose et sur la responsabilité.
10.16 Yolande Avontroodt (VLD): En op de verantwoordelijkheid?
CRIV 50
COM 1023
18/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
10.17 Minister Jef Tavernier: Inderdaad.
10.18 Yolande Avontroodt (VLD): U kondigt controles aan en
tegelijkertijd zegt u niet wie het vaccin moet verstrekken.
10.19 Minister Jef Tavernier: Er zijn attesten. Als blijkt dat een attest
niet overeenstemt met de werkelijkheid, is degene die het attest heeft
getekend, verantwoordelijk. Zoveel is duidelijk. Als er geen attest is
en er worden toch duiven verstuurd, is de duivenmelker
verantwoordelijk.
10.19 Jef Tavernier, ministre: S'il
s'avère, lors de contrôles, que les
certificats ne correspondent pas
aux vaccinations déclarées, cela
signifie alors qu'il y a une erreur,
dont le médecin vétérinaire est
responsable.
10.20 Yolande Avontroodt (VLD): Hebt u dat besproken met de
Orde der Dierenartsen?
10.21 Minister Jef Tavernier: Wat de Orde der Dierenartsen betreft,
aan de reglementering is niets veranderd.
10.22 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, ik
heb goed begrepen dat het uiteindelijke doel is te kijken of de duiven
wel degelijk gevaccineerd zijn. Daarover zijn we het eens. Dat moet
gebeuren onder verantwoordelijkheid van de dierenartsen. Volgens
mij kan de vraag wie het beste de verantwoordelijkheid van elke
beroepsgroep kan invullen, worden beantwoord door de personen
zelf.

Ik heb in een ver verleden nog stage gelopen op een
zeugenvermeerderingsbedrijf. Ik herinner mij hoe stagiairs, onder
verantwoordelijkheid van de dierenarts, bepaalde handelingen
uitvoerden. Wanneer er dan zaken foutliepen, lag de
verantwoordelijkheid nog steeds bij degene die zijn handtekening had
gezet.

Ook hier kan het woord verantwoordelijkheid het best worden
ingevuld door de groep die hier wordt geviseerd, met name de
dierenartsen.
10.22 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): L'objectif est de
vacciner les pigeons sous la
responsabilité des vétérinaires.
Celui qui signe les attestations
porte évidemment la
responsabilité. Il va de soi que
cette responsabilité incombe aux
vétérinaires et que cette catégorie
demeure responsable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.20 heures.