KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 1019
CRIV 50 COM 1019
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
maandag
lundi
17-03-2003
17-03-2003
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Justitie over "het centrum
Everberg" (nr. B263)
1
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de la Justice sur "le centre Everberg"
(n° B263)
1
Sprekers: Géraldine Pelzer-Salandra, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Géraldine Pelzer-Salandra, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "de houding van het
Brusselse parket in dossiers met strafrechtelijke
immuniteit" (nr.°B109)
4
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur "l'attitude du parquet de Bruxelles
dans des dossiers dans lesquels des parties
bénéficient de l'immunité pénale" (n°°B109)
4
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Justitie over "de vestiging van een nieuwe
gevangenis in de provincie Namen" (nr. B123)
7
- M. Richard Fournaux au ministre de la Justice
sur "l'installation d'une nouvelle prison en
province de Namur" (n° B123)
7
- de heer Claude Eerdekens aan de minister van
Justitie over "de vestiging van een nieuwe
gevangenis in de provincie Namen" (nr. B315)
7
- M. Claude Eerdekens au ministre de la Justice
sur "l'installation d'une nouvelle prison en
province de Namur" (n° B315)
7
Sprekers:
Richard Fournaux, Claude
Eerdekens, voorzitter van de PS-fractie,
Marc Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Richard Fournaux, Claude
Eerdekens, président du groupe PS, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Justitie over "de functie van
systeembeheerder binnen de griffies en
parketten" (nr. B270)
9
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Justice sur "la fonction de gestionnaire de
système au sein des greffes et des parquets"
(n° B270)
9
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Justitie over "het managementplan
van de FOD Justitie" (nr. B194)
10
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Justice sur "le plan de
management du SPF Justice" (n° B194)
10
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, minister van Justitie, Tony Van
Parys
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice, Tony Van
Parys
Vraag van de heer Vincent Decroly aan de
minister van Justitie over "het recht van de
partijen op een tolk tijdens hun proces" (nr. B200)
13
Question de M. Vincent Decroly au ministre de la
Justice sur "le droit des parties à un interprète
lors de leur procès" (n° B200)
13
Sprekers:
Vincent Decroly, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Vincent Decroly, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de problemen van het
personeel belast met de controle op het
elektronisch toezicht" (nr. B274)
16
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "les problèmes rencontrés par les
membres du personnel chargés du contrôle du
système de la surveillance électronique"
(n° B274)
16
Sprekers:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de
minister van Justitie over "het principe dat
kinderen van dezelfde ouders dezelfde
familienaam moeten hebben" (nr. B264)
19
Question de Mme Fientje Moerman au ministre
de la Justice sur "le principe selon lequel les
enfants des mêmes parents doivent porter le
même patronyme" (n° B264)
19
Sprekers:
Fientje Moerman, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Fientje Moerman, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de eerste spadensteek
voor het gerechtsgebouw in Gent" (nr. B278)
21
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le début des travaux de construction
du palais de Justice de Gand" (n° B278)
21
Sprekers:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Fred Erdman aan de minister
van Justitie over "de strafdossiers in verband met
zwendel in verblijfskaarten en visa" (nr. B153)
23
Question de M. Fred Erdman au ministre de la
Justice sur "les dossiers répressifs relatifs au
trafic de permis de séjour et de visas" (n° B153)
23
Sprekers: Fred Erdman, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Fred Erdman, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Luc Paque aan de minister
van Justitie over "de onmogelijkheid voor de
artsen van de Belgische strafinrichtingen om hun
taak als gezondheidswerker in de gevangenissen
en de medisch-chirurgische centra uit te voeren"
(nr. B296)
25
Question de M. Luc Paque au ministre de la
Justice sur "l'impossibilité pour les médecins des
établissements pénitentiaires belges d'assurer la
mission de santé dans les prisons et centres
médico-chirurgicaux" (n° B296)
25
Sprekers: Luc Paque, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Luc Paque, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
MAANDAG
17
MAART
2003
14:15 uur
______
du
LUNDI
17
MARS
2003
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.16 heures par M. Fred Erdman, président.
01 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au ministre de la Justice sur "le centre Everberg"
01 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra aan de minister van Justitie over "het centrum
Everberg" (nr. B263)
01.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, monsieur le ministre, ces dernières semaines, environ 30
jeunes francophones étaient hébergés dans le centre d'Everberg,
alors que l'accord de coopération prévoit l'encadrement de 24 jeunes.
Ce nombre pourrait passer à 26 dès que l'accord prévu entre la
Communauté française et la Communauté germanophone sera
signé. Cet accord prévoit la possibilité pour la Communauté
française d'utiliser les deux places de la Communauté
germanophone quand aucun jeune germanophone n'est accueilli.
Le respect de l'accord de coopération ne permet donc que
l'encadrement et le suivi éducatif de 24 jeunes par l'équipe de la
Communauté française.
Par ailleurs, les Communautés sont dans l'impossibilité juridique
d'accueillir plus de jeunes que leur capacité éducative. Je me
permets de rappeler à cet égard que les places en institutions
fermées en Communauté française auront triplé en juin 2003 par
rapport à 1999: 28 places en 1999, 74 aujourd'hui et 84 en juin
prochain. Nous savons tous que l'enfermement d'un mineur ne peut
se concevoir sans suivi éducatif. Nous savons aussi que les mesures
d'enfermement s'avèrent nécessaires face à la gravité de certains
délits et face à la personnalité de certains jeunes. Par contre,
l'enfermement utilisé abusivement, en fréquence et en durée ou à
mauvais escient nuit à la réinsertion sociale de ces jeunes et
amenuise leur responsabilisation et leur mobilisation au changement.
Or, si l'on constate que les Communautés flamande et française ont
augmenté de manière significative leur nombre de places fermées,
ainsi que les formules en milieu ouvert, en Communauté française
notamment, on constate parallèlement que les jeunes francophones
sont de plus en plus nombreux à être orientés vers les institutions
fermées dont Everberg.
Plus il y a de places créées, plus certains juges utilisent ce type de
mesure comme s'il y avait un appel d'offres. Il est assez difficile de
01.01 Géraldine Pelzer-Salandra
(ECOLO-AGALEV): De voorbije
weken verbleven ongeveer dertig
Franstalige jongeren in het
centrum van Everberg, terwijl het
samenwerkingsakkoord slechts
voorziet in de begeleiding van 24
jongeren. Ik wijs erop dat het
aantal plaatsen in gesloten
instellingen in de Franse
Gemeenschap tegen juni van dit
jaar verdrievoudigd zal zijn in
vergelijking met de toestand van
1999. Een jongere kan maar
worden opgesloten wanneer
gezorgd wordt voor de nodige
opvoedkundige begeleiding.
Wanneer jongeren te gemakkelijk,
te lang of op lichtzinnige wijze
worden opgesloten, wordt het nog
moeilijker om ze weer in de
maatschappij te integreren.
Overigens kan worden vastgesteld
dat de Franstalige jongeren meer
en meer worden doorverwezen
naar de gesloten instellingen en
onder meer naar Everberg. Hoe
meer plaatsen er zijn, hoe meer
een aantal rechters daar gebruik
van maakt, alsof het aanbod de
vraag bepaalt. Kan u zich ertoe
verbinden niet meer te zullen
toestaan dat de opvangcapaciteit
voor Franstalige jongeren in
Everberg wordt overschreden, om
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
devoir faire ce genre de constatation, pourtant, on a
malheureusement l'impression que cela correspond à une réalité.
Le ministre peut-il s'engager à ne plus autoriser le dépassement de la
capacité d'accueil des jeunes francophones à Everberg, afin d'éviter
que les jeunes soient placés, sans pouvoir bénéficier du suivi
éducatif nécessaire et obligatoire à leur égard?
Le ministre peut-il nous dire comment il compte, et s'il peut intervenir
pour que les juges de la jeunesse respectent les règles qui justifient
le recours à un placement en institution fermée, et utilisent plus et
mieux les autres modes d'action mis à la disposition des jeunes par
la Communauté française?
te vermijden dat jongeren worden
geplaatst, maar niet de
noodzakelijke opvoedkundige
begeleiding krijgen waar ze recht
op hebben? Wat zal u
ondernemen en kan u wel iets
ondernemen om ervoor te
zorgen dat de jeugdrechters de
regels in verband met een
plaatsing in een gesloten instelling
in acht nemen en vaker en op een
betere manier gebruik maken van
de andere middelen die de Franse
Gemeenschap ter beschikking van
de rechters stelt?
01.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Pelzer, en ce qui concerne votre première question, selon l'article 4
de l'accord de coopération, il peut être dérogé à la répartition des
places à la condition de ne pas dépasser la capacité maximale de 50
places pour l'accueil des jeunes au centre d'Everberg, et moyennant
l'accord de toutes les Communautés. C'est le principe général.
Pour remédier à une inflation momentanée des demandes
d'admission, laquelle ne pouvant être que le baromètre d'une
insuffisance au niveau de la capacité de prise en charge qui est de la
compétence exclusive de la Communauté française, j'ai souhaité
rester conséquent avec la raison d'être d'Everberg, à savoir éviter la
non-protection de la jeunesse qui consiste à abandonner les
délinquants à la rue.
Dès lors, j'ai accepté d'aider ma collègue, Mme la ministre de la
Communauté française, tout en la priant instamment de prendre des
mesures afin que les institutions fermées dont elle a la charge
puissent satisfaire à la demande des juges de la jeunesse.
Pendant leur prise en charge par le personnel de surveillance
fédéral, les jeunes en surnombre temporaire, s'ils ne bénéficient pas
d'une prise en charge éducative par la Communauté française, ont
néanmoins la possibilité de faire appel de manière informelle au
personnel psychosocial de celle-ci.
L'article 8 de l'accord de coopération stipule, par ailleurs, que chaque
Communauté assure l'encadrement pédagogique des jeunes qui sont
confiés au centre par le tribunal de la région linguistique
correspondante, sans référence à une stricte observance de
répartition égale des places.
Si la problématique ne parvient pas à se régler en amont par une
politique de meilleure organisation des moyens de prise en charge au
niveau de la Communauté française et prend des allures
structurelles, je ne manquerai pas, lors de l'évaluation prévue dans
l'article 33 de l'accord de coopération, d'envisager un arbitrage
conformément à l'article 34 du même accord.
Quant à votre deuxième question, en tant que ministre de la Justice,
il ne m'est pas possible, compte tenu du principe démocratique de la
séparation des pouvoirs et de la répartition des compétences visées
01.02 Minister Marc Verwilghen:
Krachtens artikel 4 van het
samenwerkingsakkoord kan
worden afgeweken van de
verdeling van de plaatsen, op
voorwaarde dat de
maximumcapaciteit van 50
plaatsen voor de opvang in het
centrum te Everberg niet wordt
overschreden en dat alle
Gemeenschappen het daarmee
eens zijn. Teneinde een tijdelijke
toevloed van opname-aanvragen
in te dammen, wilde ik
consequent de bestaansreden van
Everberg centraal stellen,
namelijk voorkomen dat jongeren
door de mazen van het net vallen.
Bijgevolg heb ik ermee ingestemd
mijn collega van de Franse
Gemeenschap te helpen en heb ik
haar tegelijk verzocht de nodige
maatregelen te treffen opdat de
gesloten instellingen waarvoor zij
bevoegd is aan de vraag van de
jeugdrechters zouden kunnen
voldoen. Tijdens hun opvang door
het federaal toezichtspersoneel
kunnen de tijdelijk overtallige
jongeren, wanneer er voor hen
geen educatieve opvang door de
Franse Gemeenschap wordt
georganiseerd, niettemin
informeel een beroep op het
psychosociaal personeel van de
Franse Gemeenschap doen.
Artikel 8 van het
samenwerkingsakkoord bepaalt
dat elke Gemeenschap instaat
voor de pedagogische begeleiding
van de jongeren die door de
rechtbank van het
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
par les lois de 1980
et 1988 de guider, voire d'influencer le pouvoir
souverain du juge qui ne peut qu'appliquer les lois et les décrets en
la matière. C'est peut-être un constat malheureux mais il constitue
une base essentielle d'un Etat de droit que je dois respecter en tant
que ministre de la Justice.
overeenkomstige taalgebied in het
centrum worden geplaatst, maar
zegt niet dat men zich strikt aan
de gelijke verdeling van de
plaatsen moet houden Als het
probleem niet door de betrokken
partijen kan worden geregeld, zal
ik niet nalaten stappen te doen
met het oog op een arbitrage
conform artikel 34 van het
samenwerkingsakkoord. Rekening
houdend met het principe van de
scheiding der machten en de
wetten van 1980 en 1988 mag
noch kan ik het soevereine gezag
van de rechter beïnvloeden, laat
staan het in een bepaalde richting
sturen. En de rechter moet de
wetgeving toepassen. Dat is een
jammerlijke vaststelling, maar het
is de fundamentele grondslag van
een rechtsstaat die ik als minister
van Justitie moet respecteren.
01.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
ministre, si j'ai bien compris, nous nous trouvons devant un problème
pratiquement insoluble. Les chiffres le prouvent, les Communautés
font déjà des efforts conséquents pour diversifier et augmenter le
nombre de places à mettre à la disposition des juges. Mais si nous ne
changeons pas la manière dont certains juges utilisent leurs
prérogatives, nous devrons faire face à une inflation par rapport au
nombre de places à ouvrir et la situation deviendra totalement
ingérable.
Je pense que la diversification des mesures prises, notamment ces
dernières années, devrait permettre aux juges de faire en sorte qu'il
ne soit pas fait directement appel à des places fermées. On constate,
notamment en Communauté française, que les places fermées sont
évidemment toutes occupées mais, dans les centres ouverts,
certains jeunes pourraient bénéficier d'un autre type de prise en
charge.
Je comprends votre réponse, vous n'avez pas à donner d'injonction
aux juges et notre loi prévoit heureusement une séparation entre le
pouvoir de la justice et celui de son ministre. Mais peut-être faudrait-
il envisager d'autres formes de conscientisation?
01.03 Géraldine Pelzer-Salandra
(ECOLO-AGALEV): Dit probleem
is nagenoeg onoplosbaar. Als wij
geen verandering brengen in de
manier waarop sommige rechters
gebruik maken van hun
prerogatieven, zal de vraag naar
plaatsen exponentieel toenemen
en wordt de situatie totaal
onhoudbaar.
Door een
diversificatie van de maatregelen
zouden de rechters ervoor moeten
kunnen zorgen dat er niet meteen
geopteerd wordt voor plaatsing in
een gesloten centrum. Sommige
jongeren zouden anderszins
opgevangen kunnen worden in
open centra. Moeten we niet eens
kijken of er op andere manieren
aan een bewustwording kan
worden gewerkt?
01.04 Marc Verwilghen, ministre: Je vous signale que des
formations sont données aux juges de la jeunesse. Ces formations
sont destinées à leur montrer dans quelle optique il faut voir les
choses. Je constate que, dans la partie nord du pays, l'on s'en tient
assez strictement aux règles, alors qu'au sud on rencontre parfois
des problèmes, ce qui nous oblige à remettre certaines choses au
point. J'ai l'impression que ce problème va probablement se
résoudre. Si ce n'est pas le cas, une concertation sera nécessaire.
01.04 Minister Marc Verwilghen:
De jeugdrechters krijgen een
opleiding om hen duidelijk te
maken vanuit welk gezichtspunt
zij een en ander dienen te
benaderen. Ik stel vast dat de
regels strikt worden nageleefd in
het noorden van het land. In het
zuiden rijzen er soms problemen,
wat ons verplicht in sommige
gevallen orde op zaken te stellen.
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Als het probleem niet wordt
opgelost, zal overleg noodzakelijk
zijn.
01.05 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-AGALEV): Je le pense
aussi, monsieur le ministre. On a constaté que quand un juge impose
aux jeunes des mesures de travail en réparation, il y a moins de
récidives que si on les avait enfermés. Personne ne peut ignorer ce
genre de constatation. Un jour ou l'autre, nous serons sans doute
amenés à aller plus loin dans la prise de conscience du phénomène.
Je vous remercie, monsieur le ministre.
01.05 Géraldine Pelzer-Salandra
(ECOLO-AGALEV): Dat is ook
mijn mening. Er werd overigens
vastgesteld dat als een rechter
jongeren werkstraffen oplegt, er
minder recidive is dan wanneer ze
worden opgesloten. We zullen
ongetwijfeld verplicht worden
verder over deze evolutie na te
denken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag B048 van mevrouw Els Haegeman wordt naar een latere datum verschoven.
02 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "de houding van het
Brusselse parket in dossiers met strafrechtelijke immuniteit" (nr.°B109)
02 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "l'attitude du parquet de Bruxelles
dans des dossiers dans lesquels des parties bénéficient de l'immunité pénale" (n°°B109)
02.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op 19 februari ondervroeg ik de minister van
Buitenlandse Zaken over een dossier inzake de aanranding van een
dame door een veertienjarige zoon van een Congolese diplomaat. Ik
had die vraag aanvankelijk aan u gesteld, maar uw diensten hebben
voorgesteld om de minister van Buitenlandse Zaken te ondervragen.
Hij heeft op heel wat vlakken de bal teruggekaatst naar u. Uit het
antwoord van de minister bleek dat hij geen enkel initiatief mag
nemen naar de ambassade in verband met een strafrechtelijk
vergrijp, zolang het parket zelf uw diensten daar niet om vraagt.
Ook voor andere aspecten van mijn vraag verwees de minister naar
zijn collega van Justitie. Ik zal die vragen even overlopen.
Klopt het dat de feiten door meer dan één persoon werden gepleegd
en dat slechts één dader strafrechtelijke onschendbaarheid genoot?
Is de identiteit van de andere daders dan niet gekend? Zo ja indien
ze wel is gekend waarom wordt het onderzoek dan afgesloten? Is
er een automatische sluiting van het strafrechtelijk dossier wanneer
er iemand bij betrokken is die diplomatieke onschendbaarheid
geniet?
Hoe komt het dat pas op 13 februari door het parket werd gevraagd
of de betrokkene inderdaad onschendbaarheid genoot? Dat is dus
heel lang na de feiten.
Hoe komt het dat het Brussels parket aan Buitenlandse Zaken niet
heeft gevraagd om de Congolese ambassade minstens formeel in
kennis te brengen van de feiten die toch wel tamelijk ernstig waren
en de betrokken diplomaat voor zijn verantwoordelijkheid te
plaatsen? Worden hierbij bepaalde criteria gevolgd met betrekking
tot de ernst van de feiten of heeft men er gewoon wegens overwerk,
overlast of gebrek aan aandacht geen werk van gemaakt? Durft men
02.01 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Le 19 février, j'avais déjà
interrogé le ministre des Affaires
étrangères sur un dossier relatif à
l'agression d'une femme par le fils
de quatorze ans d'un diplomate
congolais. Selon M. Michel, le
département des Affaires
étrangères ne peut prendre
aucune initiative à l'égard d'une
ambassade en cas de délit pénal
si le parquet n'en fait pas la
demande.
Un dossier pénal est-il
automatiquement clôturé lorsque
quelqu'un qui jouit de l'immunité
diplomatique y est impliqué?
Comment se fait-il que l'on ne se
soit renseigné que le 13 février
pour savoir si l'intéressé jouissait
effectivement de cette immunité?
Pourquoi le parquet n'a-t-il pas
demandé aux Affaires étrangères
de porter à la connaissance de
l'ambassade du Congo les faits
reprochés à l'intéressé? Se réfère-
t-on dans ce cadre à certains
critères ayant trait à la gravité des
faits? A qui doit s'adresser la
victime pour être indemnisée?
Une procédure civile peut-elle être
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
niets te ondernemen als het gaat om diplomatiek personeel?
Ten slotte, tot wie moet het slachtoffer zich in dergelijke situaties
wenden voor schadevergoeding? Kan het nog een burgerlijke
procedure instellen? Zo ja, tegen wie? Tegen de betrokken staat,
tegen de ambassade of tegen het diplomatiek personeelslid zelf?
engagée contre l'intéressé, contre
son Etat ou contre l'ambassade?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Laeremans, het vervelende aan die aangelegenheid is natuurlijk dat
het een individueel dossier is en het beantwoorden van een
parlementaire vraag mag het geheim van het onderzoek niet
schenden.
U weet dat het artikel 31 van het Verdrag van Wenen inzake
diplomatiek verkeer bepaalt dat de diplomatieke ambtenaar
immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van
de ontvangende staat, in dit geval dus in België. Artikel 37 voegt
daaraan toe dat de inwonende gezinsleden van een diplomatiek
ambtenaar dezelfde immuniteit genieten. Trouwens, een arrest van
het Hof van Cassatie van 28 maart 1990 bevestigt die immuniteit.
Op 12 februari 2002 is de persoon, over wie uw vraag handelt,
betrokken geweest bij een diefstal met geweld die 's nachts door een
bende is gepleegd. Een groep van zes tot acht jonge Afrikanen heeft
de handtas van een slachtoffer weggerukt. Het slachtoffer werd
geduwd en is op de grond gevallen. De betrokkene maakte deel uit
van die bende, maar heeft de handtas in kwestie niet weggerukt. Hij
erkent niet bij de feiten betrokken geweest te zijn.
De minderjarige is ter beschikking gesteld van het ambt van de
procureur. Op dat tijdstip heeft zich de aangelegenheid van de
diplomatieke onschendbaarheid van de betrokkene voorgedaan. Er
werd toen onverwijld contact opgenomen met de dienst Protocol van
het ministerie van Buitenlandse Zaken om het juiste statuut te
kunnen vaststellen. Die dienst Protocol heeft laten weten dat de
betrokkene de zoon is van de eerste secretaris op de ambassade van
de Democratische Republiek Congo. Bijgevolg geniet hij de
diplomatieke onschendbaarheid, inzonderheid de immuniteit ten
aanzien van de rechtsmacht in strafzaken. Ik verwijs naar de beide
artikelen waarover ik sprak in het Verdrag van Wenen van 18 april
1961 inzake diplomatiek verkeer.
Gelet op deze elementen, heeft het ambt Buitenlandse Zaken de
dienst Protocol in kennis gesteld van de feiten, gepleegd op
12 februari 2002. Het ambt heeft ook gevraagd om op de hoogte te
worden gehouden van het gevolg dat de dienst aan het dossier geeft.
Tot op heden zijn er nog geen bijkomende antwoorden ontvangen.
In elk geval heeft diplomatieke onschendbaarheid de omvang, die ik
zojuist heb toegelicht. Bovendien kunnen feiten die onder
diplomatieke onschendbaarheid vallen, weliswaar geen aanleiding
geven tot strafrechtelijke vervolging. De burgerlijke kant van de zaak
wordt echter volkomen ongemoeid gelaten. Op dat vlak kan men dus
in elk geval verdere stappen zetten.
Voor de andere mededaders, die niet over diplomatieke
onschendbaarheid beschikken, spelen de gewone regels. De zaak
blijft, wat hen betreft, aan verder onderzoek onderworpen.
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il s'agit d'un dossier individuel et
je dois veiller à ne pas violer le
secret de l'instruction. Pour ce qui
est de l'immunité diplomatique, je
renvoie au Traité de Vienne. La
Cour de cassation a d'ailleurs
confirmé, dans un arrêt du 28
mars 1990, l'immunité pénale des
membres de la famille vivant sous
le même toit qu'un agent
diplomatique.
Le 12 février 2002, la personne à
laquelle il est fait référence a été
impliquée dans un vol avec
violence commis de nuit, en
bande. Six à huit jeunes Africains
ont arraché le sac à main de la
victime qui, bousculée, est
tombée au sol. L'intéressé faisait
partie de cette bande mais n'a pas
arraché le sac à main et ne
reconnaît pas avoir été impliqué. Il
a été mis à la disposition du
procureur qui s'est informé sur-le-
champ du statut précis de
l'intéressé auprès du service du
Protocole des Affaires étrangères.
Il s'agit du fils du premier
secrétaire de l'ambassade du
Congo et il jouit dès lors de
l'immunité diplomatique. Le
service du Protocole a été informé
des faits et a été prié de tenir la
justice au courant des suites qu'il
donnerait à ce dossier. Je ne
dispose encore d'aucune donnée
à ce sujet. Il est toutefois possible
d'intenter une procédure civile à
l'encontre de l'intéressé. En ce qui
concerne les autres jeunes
impliqués, l'affaire est à l'examen.
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
02.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
heb toch een paar bedenkingen bij het antwoord. Ik denk dat de
minister door zijn diensten erg slecht werd geïnformeerd.
Mijnheer de minister, de feiten dateren helemaal niet van 12 februari
2002. De feiten dateren van 21 en 22 januari 2002, dus van lang
voordien. Ik denk zelfs van nog een dag of twee eerder. De feiten
zijn gebaseerd op krantenartikels van 21 en 22 januari 2002.
De minister van Buitenlandse Zaken heeft gezegd dat de feiten
erkend zijn. Zijn diensten hadden ze ook opgemerkt. Echter, pas op
13 februari hebben zijn diensten bericht gekregen van het parket.
Daar zit precies een van de problemen. Het parket heeft in deze
zaak vrij laattijdig geïnformeerd naar de onschendbaarheid, tenzij
natuurlijk wij over twee compleet verschillende dossiers spreken.
Zoals u zegt, gaat het in dit dossier echter over de zoon van een
personeelslid van de Congolese ambassade. Ik vermoed dus dat het
toch over een en hetzelfde dossier gaat. Men heeft u dus slecht
ingelicht. Het dossier dateert zeker niet van 12 februari 2002. Het is
veel ouder.
De minister van Buitenlandse Zaken heeft nu net aan het parket van
Brussel verweten dat het parket helemaal geen macht, middelen of
mogelijkheid gegeven heeft aan Buitenlandse Zaken om de
ambassade van Congo te contacteren. Buitenlandse Zaken kan dat
normaal gezien doen. Het departement kan de Congolese
ambassade schrijven om te zeggen dat een en ander voorgevallen is
en dat het verzocht wordt zijn personeelsleden erop te wijzen dat een
en ander niet meer kan. Buitenlandse Zaken kan echter pas initiatief
nemen wanneer het parket een initiatief neemt.
Ik blijf de mening toegedaan uw antwoord bevestigt dit in feite dat
het parket hier eigenlijk niet gedaan heeft wat het moest doen. Ik
vind dat bijzonder jammer.
De minister van Buitenlandse Zaken heeft ook gezegd dat de
immuniteit niet alleen strafrechtelijk is. Ze is ook burgerrechtelijk. U
zegt nu het tegendeel. Ik heb die vraag natuurlijk ook gesteld, omdat
die mensen niet goed weten tot wie ze zich moeten wenden.
02.03 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Le ministre est mal
informé. Les faits ne datent pas
du 12 février, mais des 20 et 21
janvier. Le ministre Michel a
déclaré que les faits avaient été
reconnus. Toutefois, le parquet ne
s'est enquis de l'immunité que le
13 février. Le ministre Michel
reproche au parquet de ne pas
avoir pris d'initiative, absence
d'initiative qui a empêché le
ministère des Affaires étrangères
d'intervenir.
02.04 Minister Marc Verwilghen: Er zijn er zes bij betrokken. Ik
moet u eerlijkheidshalve het volgende zeggen, mijnheer Laeremans.
U hebt uw informatie gehaald uit de kranten van 21 en 22 februari. U
zegt dat de feiten dateren van 12 februari. Ik kan alleen maar
gegevens krijgen van het parket. Als zij de juiste inlichtingen niet
geven, dan kan ik het ook niet.
02.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, men
heeft u zeer slecht ingelicht. Mijn oorspronkelijke vraag was aan u
gericht. Die vraag was veel ouder. Ze dateerde van 24 januari. U
heeft die vraag doorverwezen naar de commissie voor de
Buitenlandse Zaken. De feiten kunnen zich dan echter onmogelijk op
12 februari hebben voorgedaan. Men heeft u dus zeer slecht
ingelicht.
Ik ben er toch iets wijzer uit geworden. Ik heb immers begrepen dat
02.05 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Ma question initiale date,
par ailleurs, du 23 janvier et il est
donc parfaitement impossible que
les faits se soient produits le 12
février. La réponse du ministre
m'a toutefois permis d'apprendre
que le dossier n'est pas encore
clôturé et que d'autres personnes
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
het dossier niet gesloten is en dat ten minste die andere personen
nog voor vervolging in aanmerking komen. Ik hoop dat zij dan ook
veroordeeld zullen worden en dat de betrokken dame kan schadeloos
gesteld worden.
impliquées dans cette affaire
peuvent toujours faire l'objet de
poursuites.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Questions jointes de
- M. Richard Fournaux au ministre de la Justice sur "l'installation d'une nouvelle prison en
province de Namur" (n° B123)
- M. Claude Eerdekens au ministre de la Justice sur "l'installation d'une nouvelle prison en
province de Namur" (n° B315)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Richard Fournaux aan de minister van Justitie over "de vestiging van een nieuwe
gevangenis in de provincie Namen" (nr. B123)
- de heer Claude Eerdekens aan de minister van Justitie over "de vestiging van een nieuwe
gevangenis in de provincie Namen" (nr. B315)
03.01 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question sera très brève. Depuis quelque temps, on
parle de l'installation d'une prison dans la province de Namur. Je
voudrais rappeler que l'objectif de cette opération est de remplacer
les prisons pour le moins anciennes et non adaptées à ce qui est
censé être une prison, en l'occurrence les prisons de Dinant et de
Namur. Pour la première fois, deux communes de la province de
Namur se sont associées, en l'occurrence Dinant et Ciney, pour
présenter un projet commun. Nous avons présenté au
gouvernement, et en particulier à M. le ministre de la Justice mais
aussi au ministre Daems compétent pour la Régie des bâtiments, un
site qui pourrait convenir et serait même, nous semble-t-il, tout à fait
approprié à l'installation d'un tel équipement.
Ma question à M. le ministre sera donc double. Cet investissement
est-il toujours à l'ordre du jour des priorités du gouvernement en ce
qui concerne la politique pénitentiaire? Pourrait-on déjà connaître le
point de vue ou la décision de gouvernement quant au projet déposé
par les communes de Dinant et de Ciney?
03.01 Richard Fournaux (cdH):
Ter vervanging van de
gevangenissen van Dinant en
Namen heeft Dinant samen met
Ciney aan de minister van Justitie
een project voor een geschikte
vestiging van de nieuwe instelling
voorgelegd.
Hoe staat de regering tegenover
deze vervanging en het voorstel
van Dinant en Ciney?
03.02 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je pense que M. Fournaux a résumé la situation. La Régie
des bâtiments a écrit aux différentes communes de la province de
Namur pour signaler que se posait le problème du remplacement de
trois prisons vétustes: celle de Huy qui se trouve dans une autre
province, celle de Dinant et celle de Namur. Il appartient bien
entendu à la Régie des bâtiments de se prononcer, pour autant que
le département de la Justice souhaite une nouvelle prison, bien
entendu. Le tout est de savoir quelles sont les intentions du
gouvernement en la matière. Il va de soi que nous ne défendons pas
à tout prix la création de nouvelles prisons pour créer de nouvelles
places de détenus. Cependant, ce qui est en tout cas souhaitable,
c'est que les prisons vétustes, construites au 19e siècle et qui ne sont
plus en mesure de remplir leur rôle parce que les conditions de
détention y sont contraires à la dignité humaine, soient remplacées.
C'est de cela qu'il s'agit dans des prisons tout à fait inadaptées. Ainsi,
le remplacement de trois outils complètement vétustes par un nouvel
03.02 Claude Eerdekens (PS):
De Regie der Gebouwen moet
zich uitspreken over de locatie
van de inrichting die de
verouderde en mensonwaardige
gevangenissen van Namen en
Dinant moet vervangen, voor
zover uiteraard het departement
Justitie zijn voornemen bevestigt.
De gerechtelijke wereld in Namen
vreest dat de gevangenis te ver
van de stad zou worden gebouwd,
wat bovendien meer
gevangenentransporten zou
meebrengen, die een zware
belasting betekenen voor de
lokale politie. Daarom wordt dus
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
outil n'ajoute pas de places supplémentaires de détention, mais
permet de loger plus dignement les détenus. C'est un élément auquel
il faut rester sensible.
Si l'on doit effectivement remplacer ces trois prisons par une
nouvelle, tout en tenant compte des considérations émises par les
avocats et les magistrats, il serait souhaitable qu'elle se situe non
loin de Namur, où se trouve l'essentiel de la population carcérale. Le
monde judiciaire et les avocats de la place de Namur craignent d'être
astreints à de trop longs déplacements. Il faut aussi savoir qu'en
matière de transfert de détenus, lorsqu'il s'agit d'une prison qui
accueille des personnes en détention préventive, les déplacements
sont assez importants. Lorsqu'on connaît toutes les répercussions
pouvant résulter pour les polices locales des déplacements de la
prison vers le palais de justice, il est de l'intérêt du bon
fonctionnement de la justice comme du bon fonctionnement policier,
que cette prison se situe le plus près possible du palais de justice de
Namur, où se trouvent les trois-quarts des détenus concernés par les
trois prisons.
Dans cette optique, le département de la justice s'orienterait-il vers
un emplacement situé le plus près possible, c'est à-dire à une dizaine
de kilomètres, du palais de justice de Namur plutôt qu'à une plus
longue distance avec tous les inconvénients pouvant en résulter?
gepleit voor de vestiging binnen
een straal van 10 kilometer rond
het Justitiepaleis van Namen,
aangezien drie vierde van de
gevangenisbevolking zich in die
stad bevindt.
Wat is de stand van zaken?
03.03 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le projet concernant l'implantation d'une nouvelle prison
en province de Namur qui devrait remplacer celles de Namur et de
Dinant figure dans le plan pluriannuel 2004-2007 relatif aux palais de
justice et aux établissements pénitentiaires.
L'Inspection des finances accréditée auprès du service public fédéral
de justice a donné son accord pour la construction de la nouvelle
prison et l'Inspection des finances accréditée auprès de la Régie des
Bâtiments a également rendu un avis positif en la matière.
Le plan pluriannuel a été examiné en concertation avec les ministres
du cabinet restreint du 28 février. Aucun accord n'est intervenu en ce
qui concerne le plan pluriannuel. La question sera réexaminée après
que l'Inspection des finances accréditée auprès de la Régie des
bâtiments aura rendu un nouvel avis.
Le délai d'exécution suivant peut être proposé:
- étude: un an;
- procédure d'adjudication: une demi-année;
- construction: deux ans.
Le choix du terrain ne sera déterminé qu'une fois le projet approuvé
en Conseil des ministres.
Le service public fédéral justice n'a encore établi aucun contact avec
les communes qui se sont portées candidates, dans le cadre de ce
projet, parce qu'il faut suivre les étapes dans l'ordre que j'ai cité. Il
conviendra de prendre une décision en temps opportun dès que le
principe aura été tranché.
03.03 Minister Marc Verwilghen:
Het meerjarenplan 2002-2007 met
betrekking tot de justitiepaleizen
en de gevangenissen, dat een
gunstig advies kreeg van de
Inspectie van Financiën, voorziet
inderdaad in de vervanging van
de bestaande gevangenis. In het
kernkabinet van 28 februari werd
daarover echter geen akkoord
bereikt en dat punt zal opnieuw
worden bekeken wanneer de
Inspectie van Financiën bij de
Regie der Gebouwen een nieuw
advies zal hebben verstrekt.
De keuze van het terrein wordt
pas gemaakt nadat het project
door de Ministerraad is
goedgekeurd; mijn departement
heeft nog geen contact
opgenomen met de kandidaat-
gemeenten.
03.04 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le ministre, cela signifie
clairement que le prochain gouvernement aura à décider de
03.04 Richard Fournaux (cdH):
Het wordt dus de volgende
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
l'implantation en question.
regering die over de vestiging
beslist.
03.05 Marc Verwilghen, ministre: C'est bien ainsi!
03.06 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le ministre, il est positif
que le principe ait été admis, même s'il reste certaines modalités à
préciser. Il appartiendra au prochain gouvernement de faire son
choix. Je tiens à rappeler que j'apprécie beaucoup le sud de la
province qui retient toute mon estime et toute mon attention. Mais
entre 25 détenus à la prison de Dinant et près de 200 à la prison de
Namur, comprenez l'émoi du monde judiciaire namurois, qui souhaite
que la prison se trouve le plus près possible du palais de justice de
Namur.
03.06 Claude Eerdekens (PS): Ik
ben tevreden dat vaststaat dat de
gevangenis wordt vervangen. Het
zuiden van de provincie kan op al
mijn sympathie rekenen, maar u
kan zich wel voorstellen dat de
gerechtelijke wereld van Namen
op zijn kop stond: er zijn 200
gevangenen in Namen en 25 in
Dinant!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De heer Vandeurzen blijkt onder druk te staan van zeer dwingende consultaties. Er is al
een Limburger die een nieuwe opdracht heeft gekregen. Misschien zal een tweede Limburger ook andere
opdrachten krijgen.
Alle gekheid op een stokje, gaat men ermee akkoord dat de heer Vandeurzen zijn vraag nu stelt?
(Instemming)
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Justitie over "de functie van
systeembeheerder binnen de griffies en parketten" (nr. B270)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Justice sur "la fonction de gestionnaire de
système au sein des greffes et des parquets" (n° B270)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal zeer
kort zijn. Het is een vraag in verband met de verloning van de
mensen die zeer essentieel en cruciaal werk doen binnen het
Ministerie van Justitie en binnen de griffies en parketten, met name
degenen die de facto de taken uitvoeren van systeembeheerder
waardoor zij voor de informatisering een cruciale rol spelen. Blijkbaar
is er toch een probleem inzake adequate verloning. Mijn vragen zijn
zeer kort.
Er zijn een aantal mensen die deze taak waarnemen binnen de
parketten en de griffies. Gaat men die mensen daarvoor een
adequate verloning geven en een functiepremie toekennen?
Wanneer en hoe kan dat gebeuren? Overweegt de minister om die
functie te erkennen?
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Je
souhaiterais savoir quelles
initiatives le ministre envisage de
prendre en ce qui concerne la
fonction de gestionnaire de
système au sein des greffes et
des parquets. Cette fonction sera-
t-elle assortie d'une prime? En
quoi cette prime consistera-t-elle
et à partir de quand sera-t-elle
octroyée? Le grade de
gestionnaire de système sera-t-il
instauré?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Vandeurzen, de graad van systeembeheerder bestaat als zodanig
niet. Momenteel zijn er wel personeelsleden die binnen hun functie
ook een taak met betrekking tot informatica opnemen. Er is hier
echter geen sprake van een taak die een hoge technische kwalificatie
vergt. Het gaat om een ondersteunende taak of taken die inherent
zijn aan de werking van de diensten op het terrein. Er dient dus geen
specifieke graad of premie aan te worden verbonden.
Zodra het Phenix-informaticaproject overal operationeel zal zijn in de
griffies en de parketten zal al de software centraal worden gestuurd.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le grade de gestionnaire de
système n'existe pas en tant que
tel. Il s'agit uniquement d'une
tâche informatique prise en
charge par certains membres du
personnel dans le cadre de leur
fonction. Il s'agit par ailleurs
également de tâches d'appui, ne
requérant pas une qualification
technique de haut niveau, qui ne
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Gebruikers zullen een intensieve training krijgen op het applicatief
niveau en zullen bestendig een beroep kunnen doen op een centrale
helpdesk.
sont assorties d'aucun grade ni
d'aucune prime. Dès que le projet
informatique Phénix sera
opérationnel, les utilisateurs se
verront proposer une formation
intensive et pourront faire appel à
un helpdesk central.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Ik denk dat er een aantal mensen zijn die
inderdaad wachten op een adequate en specifieke verloning. Ik
begrijp uit het antwoord van de minister dat hij dat niet van plan is. Ik
zal dit uiteraard zo aan de betrokkenen overbrengen.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Je
note que le ministre n'a nullement
l'intention d'instaurer une prime
adéquate.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "het
managementplan van de FOD Justitie" (nr. B194)
05 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "le plan de management du
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de aangestelde voorzitters van de diverse
FOD's dienen binnen de wettelijke termijn hun managementplannen
in te dienen. Ik had minister Van den Bossche gevraagd hoeveel er
reeds waren ingediend en wie er al dan niet te laat was. Hij heeft
deze vraag echter wat afgewimpeld en iedere voogdijminister terzake
zijn verantwoordelijkheid toebedeeld. Vandaar mijn vraag aan u met
betrekking tot het managementplan voor Justitie door de voorzitter
van de FOD Justitie.
Kunt u mij meedelen wanneer het managementplan van de voorzitter
van de FOD Justitie werd goedgekeurd en exact hoeveel maanden
dit was na de aanstelling van de voorzitter? Was met andere
woorden de voorzitter van de FOD op tijd met het indienen van zijn
managementplan? Is dit document publiek? Zo ja, kunnen wij er dan
inzage van krijgen of kan de commissie voor de Justitie beschikken
over een kopie ervan? Kunt u misschien reeds een tipje van de sluier
oplichten met betrekking tot de essentiële bepalingen van dit
managementplan en de concrete elementen ter verbetering van de
dienstverlening aan het publiek die erin zijn opgenomen? Ik heb ook
vastgesteld dat diverse voorzitters van een FOD een beroep hebben
gedaan op externen hoewel het eigenlijk hun opdracht en taak was
om het managementplan op te stellen. Voor sommige FOD's hebben
dus eigenlijk derden het managementplan opgesteld. Is dat voor
Justitie ook het geval? Zo ja, wie heeft dan de pen vastgehouden en
wat was de kostprijs van het opmaken van dit managementplan?
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Quand le plan de
management du président du SPF
a-t-il été approuvé? Combien de
mois après la nomination du
président cette approbation a-t-
elle eu lieu? Ce document est-il
public? Le ministre pourrait-il
autoriser des tiers à le consulter?
Quelles dispositions essentielles
comporte ce plan de
management? Quels éléments
concrets visant à améliorer les
services au public contient-il? Le
président a-t-il fait appel à de
l'aide extérieure pour la confection
de ce plan? Combien a coûté
cette aide?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Verherstraeten, op de
eerste van uw drie vragen kan ik antwoorden dat de voorzitter van
het directiecomité mij zijn managementplan en operationeel plan
heeft voorgelegd op 29 november 2002. Het plan is goedgekeurd
sinds 28 februari 2003. In de regelgeving van toepassing op de
topmanagers en hun managementplan wordt niets gezegd over het
statuut van deze plannen. Uiteraard worden de essentiële gegevens
van dit plan aan de betrokken acteurs meegedeeld, te weten het
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le président du comité directeur
m'a soumis un plan de
management et un plan
opérationnel le 29 novembre
2002. Ces plans ont été
approuvés le 28 février 2003.
Dans la réglementation relative
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
personeel van de Federale Overheidsdienst, de gerechtelijke spelers,
de collaterale autoriteiten bijvoorbeeld de Hoge Raad voor de
Justitie en de vakbondsorganisaties. Een synthesedocument in
tabelvorm is voorgesteld aan de vakbondsorganisaties alsook aan
het college van de eerste voorzitters van de hoven van beroep en de
arbeidshoven. Het zal deze week aan het personeel meegedeeld
worden via Coperinfo.
Wat uw tweede vraag betreft, het managementplan voor Justitie is
opgebouwd volgens het model dat gebruikt is door de andere
voorzitters van de Federale Overheidsdiensten. Het definieert de
missie van de Federale Overheidsdienst, bepaalt de kortetermijnvisie
en legt een aantal strategische doelstellingen vast.
Wat de missie van de Federale Overheidsdienst Justitie betreft, is de
FOD Justitie eigenlijk de motor van vier bewegingen. In eerste
instantie gaat het om een optimale en begrijpelijke wetgeving en
vervolgens om een adequate ondersteuning van een toegankelijk en
efficiënt gerechtelijk apparaat. Ten derde, gaat het om een
evenwichtige uitvoering van gerechtelijke beslissingen en ten vierde,
om een integratie van supranationale dimensie voor de problematiek,
dit alles om een bijdrage te leveren aan een rechtvaardiger
samenleving.
Wat de visie van de FOD Justitie betreft, is het de ambitie om op
korte termijn een Center of Excellence te worden in de wetgevende,
gerechtelijke, uitvoerende en ondersteunende opdrachten, zowel op
nationaal als op supranationaal niveau, om een bijdrage te leveren
aan een harmonieuze relatie tussen Justitie en burger. Er zijn negen
strategische doelstellingen. De eerste vier strategische doelstellingen
kunnen worden beschouwd als de sleutelopdrachten. De vijf andere
maken deel uit van de ontwikkeling van de FOD Justitie zodat de
doelstellingen van de sleutelopdrachten gerealiseerd kunnen worden.
Elk van deze strategische doelstellingen zal worden uitgevoerd via
operationele doelstellingen en projecten, welke ook omschreven zijn
in het managementplan voor sommige van deze strategische
doelstellingen. Meer bepaald voor de doelstellingen 1, 2, 3 en 4 komt
het toe aan de nieuwe directeurs-generaal om het plan aan de
voorzitter over te zenden en het dus ook operationeel te maken. Het
managementplan van het directoraat-generaal Straffen en
maatregelen loopt ten einde en dat van de andere is in
voorbereiding.
Ten derde, het managementplan is met de hulp van een consultant
opgesteld binnen een werkgroep die samengesteld is uit ambtenaren
van de Federale Overheidsdienst Justitie. Aangezien het opstellen
van een dergelijk plan iets nieuws was binnen de publieke sector,
was het normaal dat de voorzitter een beroep deed op een
deskundige. Deze externe hulp was beperkt tot ondersteuning van
methodologische aard en net als de andere managers is de voorzitter
als verantwoordelijke voor de inhoud van zijn plan te weerhouden.
De kostprijs van deze hulp bedroeg 15.943 euro.
aux topmanagers et à leur
management, le statut de ces
plans n'est absolument pas
abordé. Il va de soi que je
communiquerai les données
essentielles de ces plans au
personnel du SPF, au monde
judiciaire, aux autorités
collatérales et aux organisations
syndicales. J'ai déjà fait parvenir
une synthèse de ces plans sous la
forme d'un tableau aux
organisations syndicales et au
collège des premiers présidents
des cours d'appel et des cours du
travail. Je l'adresserai cette
semaine au personnel via Coper-
info. Le plan de management du
SPF est élaboré selon le modèle
utilisé par les autres présidents de
SPF. Il définit la mission, la vision
à court terme et les objectifs
stratégiques. Le SPF Justice
oeuvre en faveur d'une législation
compréhensible, d'un appareil
judiciaire accesible et efficace, de
l'exécution équilibrée des
décisions judiciaires et de
l'intégration de la dimension
supranationale. Le SPFJustice a
l'ambition de devenir un centre
d'excellence qui contribue à une
relation harmonieuse entre la
Justice et le citoyen. Le service
poursuit neuf objectifs dont quatre
peuvent être considérés comme
des missions-clés et cinq comme
faisant partie du développement
du SPF nécessaire à la réalisation
des missions-clés précitées. Le
plan de management a été rédigé,
avec l'aide d'un consultant, par un
groupe de travail constitué de
fonctionnaires du SPF Justice.
L'aide externe s'est limitée à
l'appui méthodologique et c'est le
président qui, tout comme les
autres managers, assume la
responsabilité du plan quant au
fond.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord.
Mijnheer de minister, ik betreur dat heeft dan uiteraard niet alleen
05.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je regrette que le
président n'ait pas lui-même
élaboré le plan de management et
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
betrekking op de FOD waarvoor u politiek verantwoordelijk bent,
maar ook op de andere dat terwijl Copernicus inhield dat de
voorzitters managementplannen opmaken, ik meer en meer moet
vaststellen dat het uiteindelijk de consultants zijn geweest die dit
hebben gedaan. Als die managers dan toch een verdrievoudiging
van wedde hebben gekregen ten opzichte van hun voorgangers aan
het hoofd van de toenmalige ministeries, meen ik dat zij dit eigenlijk
zelf moeten kunnen doen, samen met de expertise die nu aanwezig
is op de FOD en vroeger op de ministeries. Zij moeten dat zelf
kunnen opmaken, veeleer dan zich afhankelijk te maken van dure
consultants.
Wat het overige betreft, mijnheer de minister dit is geen verwijt
stel ik uiteraard vast dat uw antwoord voornamelijk algemeenheden
inhoudt. Ik neem het u niet kwalijk dat u zich beperkt tot
algemeenheden, mijnheer de minister, maar ik vind wel dat we dan
eigenlijk iets dieper op dit management zouden moeten kunnen
ingaan. Nu het dan toch ook werd goedgekeurd binnen de
beleidsraad Justitie enkele weken terug, mijnheer de voorzitter, zou
ik suggereren dat de voorzitter van de FOD Justitie nog deze
legislatuur, dus met andere woorden nog deze maand, dit
managementplan zou komen toelichten. Zou dit mogelijk zijn? Dat is
eigenlijk ook een stukje mijn vraag aan u, mijnheer de minister. Dit
moet op een namiddag of zo toch nog te regelen zijn.
ait dû faire appel à un consultant.
Compte tenu de son traitement et
de son profil, un manager doit être
capable d'élaborer lui-même un
tel plan.
Dans sa réponse, le ministre se
borne à énoncer une série de
généralités. La commission
devrait avoir l'occasion
d'approfondir l'examen de ce plan.
Le président peut-il venir
commenter ce document en
commission encore avant la fin de
la législature?
05.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, op zich ben
ik bereid om na te gaan op welk moment wij dit zouden kunnen doen.
Wij bevinden ons momenteel in een eindrush. Een aantal zaken zijn
prioritair en die willen wij afgehandeld krijgen. Als we nadien de
mogelijkheid hebben, dan heb ik geen bezwaar om die inspanning
proberen te leveren.
05.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je ne suis en principe pas opposé
à cette idée mais je pense malgré
tout que dans le cadre du temps
qui nous reste, nous avons
d'autres priorités.
De voorzitter: Laten we zeggen dat wij zullen trachten om daarvoor
bij het opstellen van de agenda tijd te vinden. Dat zal dan eventueel
op een late namiddag moeten gebeuren.
Le président: Nous pouvons
tenter de trouver un moment dans
notre ordre du jour. Je ferai en
tout cas distribuer des copies du
plan.
05.05 Tony Van Parys (CD&V): Voorzitter, we vergaderen meer niet
dan wel de laatste weken. Wat dat betreft, is er ongetwijfeld ruimte.
05.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik breng
hier in het Parlement geregeld 4 van de 5 werkdagen door, van 's
morgens tot 's avonds.
05.07 Tony Van Parys (CD&V): Dan is het toch niet in deze
commissie, maar wellicht in de Senaat. Vorige week hebben we een
hele namiddag verloren.
De voorzitter: Dat heeft natuurlijk te maken met de wisselwerking tussen de twee kamers. De minister
kan veel plannen maken, maar zichzelf ontdubbelen, kan hij niet.
05.08 Tony Van Parys (CD&V): Het volstaat dat de voorzitter van
de FOD Justitie hier is. Dat is ruim voldoende voor ons. Wat dat
betreft, vragen wij niet de aanwezigheid van de minister van Justitie.
Wij wensen per se kennis te maken met de nieuwe voorzitter van de
FOD Justitie. We wachten nu al maanden om die man eens te horen.
05.08 Tony Van Parys (CD&V):
Cela fait longtemps déjà que nous
sommes impatients de faire la
connaissance du président du
SPF Justice. Nous souhaitons le
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Wij zouden hem liefst graag na de middag zien, mijnheer de
voorzitter.
rencontrer, de préférence après
l'heure du repas, pour que nous
puissions avoir un débat animé.
De voorzitter: Na de lunch, bedoelt u?
05.09 Tony Van Parys (CD&V): Liefst na de lunch, om een
geanimeerd debat te hebben met de voorzitter van de FOD Justitie.
De voorzitter: Het is wel vastenperiode, mijnheer Van Parys.
05.10 Tony Van Parys (CD&V): Dat geldt niet noodzakelijk voor
iedereen. Wij doen dat nu, maar niet iedereen hoeft dat te doen. De
voorzitter van de FOD Justitie kan natuurlijk scherp staan, dat is ook
mogelijk.
De voorzitter: We zullen nagaan welke mogelijkheden de agenda ons nog biedt. Indien dat de bedoeling
zou zijn, mijnheer de minister, dan is het wellicht ook de bedoeling dat plan ook mee te delen.
05.11 Minister Marc Verwilghen: Het een zal dan met het ander
gepaard gaan, veronderstel ik, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Of het een komt vóór het ander.
05.12 Minister Marc Verwilghen: Ook dat, ja.
05.13 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik zou dan willen voorstelen
dat wij misschien dit plan reeds krijgen zodat, wanneer hij komt, wij
het vooraf hebben kunnen lezen en daarover zeer concrete vragen
kunnen stellen.
De voorzitter: Als het rondgedeeld wordt, dan veronderstel ik dat een aantal leden dat toch al heeft.
05.14 Minister Marc Verwilghen: Ik vermoed het, mijnheer de
voorzitter. Ik heb degenen die het hebben ontvangen, opgesomd.
Misschien zitten er toch wel tussen die dat niet als een kloek op haar
eieren onder zich zullen houden.
De voorzitter: Men kan ook per toeval consulteren daarover. Het is dus misschien nuttig dat u mij dat
morgen bezorgt en dat ik de tekst aan de commissieleden ronddeel. Na lezing kunnen wij dan misschien
eens kijken hoe en of de voorwaarde under super secret moet worden nageleefd.
Dat past trouwens in uw streven naar transparantie, mijnheer de minister.
05.15 Minister Marc Verwilghen: Juist.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Question de M. Vincent Decroly au ministre de la Justice sur "le droit des parties à un
06 Vraag van de heer Vincent Decroly aan de minister van Justitie over "het recht van de partijen
op een tolk tijdens hun proces" (nr. B200)
06.01 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président,
monsieur le ministre, le 3 mars dernier, la chambre des mises en
accusation de Liège entamait l'examen du dossier Dutroux, Nihoul et
06.01
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Tijdens het
onderzoek van het dossier
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
consorts. A cette occasion, la chambre des mises en accusation a
d'abord estimé que la demande de publicité des débats déposée par
les parties civiles n'était pas fondée, ce qui évidemment pose
question puisque le Code prévoit que dans des cas exceptionnels, le
huis clos peut être levé. Si cette chambre des mises en accusation
n'était pas un cas exceptionnel, je ne vois pas à quel genre
d'exception le code pourrait encore se référer.
Mais ce n'est pas à ce sujet que je veux vous interroger aujourd'hui,
c'est sur le refus que la même chambre des mises en accusation a
ensuite exprimé de donner suite à la demande d'interprète formulée
par l'une des parties civiles, M. Marchal. L'un de vos porte-parole a
assez rapidement justifié cette décision, qui me paraît tout à fait
aberrante, en s'appuyant sur les textes de loi en vigueur.
Mes questions sont triples. D'abord, le principe du contradictoire et
de l'égalité des armes n'implique-t-il pas, dans le contexte d'une
législation déjà passablement déséquilibrée reconnaissons-le du
point de vue des droits de la défense des victimes, que la partie
civile puisse au moins comprendre ce qui est dit par et devant la cour
dans une langue qui n'est pas la sienne mais qui est encore, en
l'espèce, l'une de nos langues nationales? On m'a expliqué que le
huis clos connaît déjà certaines exceptions, à savoir pour les
policiers, les huissiers d'audience. Des interprètes ne peuvent-ils pas
être repris dans cette énumération? Cela ne tombe-t-il pas sous le
sens? Par ailleurs, l'article 6 de la Convention européenne pour la
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales
instaure le droit au procès équitable. Ce principe d'équité, en principe
d'application sans qu'une transcription légale soit nécessaire dans les
Etats parties à cette convention, combiné à l'existence des
exceptions que je viens de rappeler, n'impliquait-il pas que l'on ne
refuse pas à une partie civile qui le demande, à ce stade de la
procédure, un interprète? C'est la première partie de ma question.
La deuxième est évidemment immédiatement corollaire. Lors des
phases précédentes du même procès, en particulier lors de la
chambre du conseil de Neufchâteau qui avait précédé la chambre
des mises en accusation de Liège de quelques semaines, il semble
bien qu'un tel interprète avait été mis à la disposition des parties
civiles néerlandophones. Cette mesure de bon sens était-elle alors
illégale et entache-t-elle la suite de la procédure de quelque vice qu'il
faudrait purger?
La troisième et dernière partie de ma question, monsieur le ministre,
porte sur l'avenir. Qu'en sera-t-il pour la suite de la procédure, en
particulier devant les assises d'Arlon?
"Dutroux, Nihoul en consorten" op
3 maart heeft de kamer van
inbeschuldigingstelling geoordeeld
dat het verzoek van de burgerlijke
partijen om de debatten openbaar
te voeren ongegrond was.
Vervolgens heeft de kamer
geweigerd in te gaan op het
verzoek van de heer Marchal om
een tolk te bekomen. Een
woordvoerder van de minister
heeft deze absurde beslissing
verdedigd met verwijzing naar de
wetgeving.
Betekenen de beginselen van op
tegenspraak gevoerde procedure
en van de gelijkheid van middelen
niet dat de burgerlijke partij
begrijpt wat door en voor het hof
wordt gezegd? Tijdens de vorige
fasen van het proces werd een
tolk ter beschikking gesteld van de
Nederlandstalige burgerlijke
partijen. Was die door het gezond
verstand ingegeven maatregel
dan onwettig? Hoe staat het met
het vervolg van het proces?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, collègue
Decroly, je tiens d'abord formellement à m'abstenir de tout
commentaire quant à la position de la chambre des mises en
accusation de Liège concernant le droit de la partie civile à être
assisté par un interprète.
De manière générale, il peut être renvoyé en cette matière à deux
aspects légaux. Tout d'abord, l'article 148 de la Constitution prévoit
que les audiences des tribunaux sont publiques, à moins que cette
publicité soit dangereuse pour l'ordre ou les moeurs. Dans ce cas, le
tribunal le déclare par un jugement. Cet article ne s'applique
06.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik wil me niet uitspreken over de
stellingname van de kamer van
inbeschuldigingstelling over het
recht van de burgerlijke partij op
bijstand door een tolk.
De zittingen van de raadkamer en
van de kamer van
inbeschuldigingstelling zijn in
beginsel niet openbaar. Enkel de
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
cependant pas aux juridictions d'instruction, à savoir la chambre du
conseil et la chambre des mises en accusation. Les audiences de ces
instances judiciaires ne sont, en principe, pas publiques. L'article 135
du Code d'instruction criminelle dispose toutefois que la chambre des
mises en accusation entend en audience publique, si elle en décide
ainsi à la demande de l'une des parties, le procureur général, la
partie civile et l'inculpé en leurs observations. De sorte que seul
l'avocat, accompagné le cas échéant de son client, est autorisé à
suivre et à participer aux débats.
Dès lors, aucun tiers et donc aucun interprète n'est admis à ces
débats. Par conséquent, l'assistance d'un interprète est en principe
exclue, sauf dans les cas prévus par la loi en ce qui concerne
l'inculpé. A cet égard, il convient de renvoyer à la loi du 15 juin 1935,
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire dont l'article 35
prévoit que le ministère public et la partie civile utilisent la langue de
la procédure, en l'espèce le français. L'assistance d'un interprète est
prévue, mais uniquement pour l'inculpé qui ne comprend pas la
langue de la procédure et non pour une autre partie.
Pour répondre à votre deuxième question, ces dispositions n'ont
toutefois pas empêché la justice, dans le cadre d'une assistance
appropriée aux victimes et aux personnes lésées en cette affaire, de
prendre, dès l'examen devant la chambre du conseil et à nouveau
devant la chambre des mises en accusation, des mesures pour que
les parties civiles soient assistées d'un interprète lorsqu'il y a lieu,
moyennant l'accord évidemment des présidents des instances
judiciaires intervenantes respectives.
Les frais de cette assistance sont à charge de la justice.
Prévoir une telle assistance n'est en soi pas du tout illégal. Il
appartient aux instances judiciaires en charge du dossier de se
prononcer à cet égard, ce qui a été fait différemment à la chambre
du conseil et à la chambre des mises en accusation.
En ce qui concerne votre troisième question, une fois passé le cap
des juridictions d'instruction, le problème actuel ne se posera plus,
étant donné qu'en vertu de son pouvoir discrétionnaire, le président
de la Cour d'assises a la possibilité de prendre des mesures relatives
à l'assistance d'un interprète. En outre, la question du huis clos qui
est maintenant à la base de la problématique propre à l'examen
d'une affaire par les juridictions d'instruction ne se posera plus
puisque l'on traitera alors le fond de l'affaire.
advocaat, eventueel vergezeld
door zijn cliënt, mag de zittingen
bijwonen. Hieruit volgt dat geen
derde persoon, dus ook geen tolk,
toegelaten wordt, tenzij in de
gevallen bepaald door de wet voor
wat de verdachten betreft.
Nochtans zijn de maatregelen die
de raadkamer of de kamer van
inbeschuldigingstelling neemt om
de burgerlijke partij te laten
bijstaan door een tolk niet
onwettig. Vanaf de niveaus boven
het onderzoeksgerecht verdwijnt
het probleem omdat de voorzitter
van het hof van assisen voor
bijstand door een tolk kan zorgen.
En het probleem van de zitting
achter gesloten deuren doet zich
daar ook niet meer voor.
06.03 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, je
constate que si le ministre dit aujourd'hui qu'il ne fait pas de
commentaires, son porte-parole en a fait pratiquement sur-le-champ
et dans un sens qui ne m'a pas paru très judicieux.
Sur le dernier point et l'optimisme que M. Verwilghen manifeste à
propos de la situation des assises, au vu de la variation des positions
des présidents, selon que l'on s'est trouvé à Neufchâteau hier ou à
Liège il y a quelques jours, je me demande si nous devons être aussi
rassurés que le ministre veut bien l'être. En effet, pour les assises, il
n'est encore question que de faculté pour le président et non de règle
contraignante.
06.03
Vincent Decroly
(onafhankelijke): U onthoudt zich
van elke commentaar, uw
medewerker deed dat echter niet.
Wat het dossier in verband met
assisen betreft, gaat het voor de
voorzitter slechts om een
mogelijkheid, niet om een
verplichting.
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Le président: J'attire votre attention sur le fait que demain nous
débattrons d'une proposition urgente, visant à remédier aux
questions que vous soulevez. J'ai moi-même déposé des
amendements en vue de compléter cette proposition et de résoudre
la problématique. On verra si l'on peut traiter cette question en
urgence et prendre éventuellement une disposition légale urgente
afin d'éviter ces problèmes à l'avenir.
De voorzitter: Morgen bespreken
we een wetsvoorstel waarvoor de
plenaire vergadering de urgentie
heeft aangenomen en dat een
antwoord moet bieden op deze
vragen. Zelf heb ik
amendementen ingediend bij dat
voorstel.
06.04 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, il y a
certaines périodes qui sont propices aux examens en urgence.
06.04
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Dit is blijkbaar
een goede periode om spoed te
zetten achter bepaalde
besprekingen!
Le président: Indiscutablement!
06.05 Vincent Decroly (indépendant): Je trouve cela assez
intéressant!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag B262 van de heer Geert Bourgeois wordt naar een latere datum verschoven.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de problemen van het
personeel belast met de controle op het elektronisch toezicht" (nr. B274)
07 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "les problèmes rencontrés par les
membres du personnel chargés du contrôle du système de la surveillance électronique" (n° B274)
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de acties van het personeel belast met de controle op het
elektronisch toezicht waren ontnuchterend voor de inspanningen die
de Federale Overheidsdienst Justitie zich daarvoor heeft getroost.
Het elektronisch toezicht wordt klaarblijkelijk met woorden beleden.
Het werd heel dikwijls uitdrukkelijk naar voren gebracht als een
belangrijk alternatief voor de gevangenisstraf. Dat is inderdaad juist.
De woorden blijken echter niet altijd gevolgd te zijn door de daden.
Naar aanleiding van de acties van het met de begeleiding en de
controle op het elektronisch toezicht belaste personeel is immers
gebleken op welke stiefmoederlijke wijze deze materie werd
behandeld. Het bevestigt ook het gegeven dat het brandjes blussen
is wanneer we het hebben over het penitentiair beleid. In functie van
de acties en de plaats van de acties wordt er wat met personeel
geschoven om het probleem tijdelijk op te lossen. De overbevolking
van de gevangenissen op diverse plaatsen heeft dat ook
aangetoond. We hebben dat vorige week trouwens nog gehoord in
de commissie voor de Justitie waar de top van de administratie van
het penitentiair beleid te gast was.
We staan heel ver van de belofte aan het begin van de legislatuur
dat het elektronisch toezicht zou worden uitgebreid tot 1.000
gedetineerden. We zitten op 300, maar zelfs daarvoor blijkt dat het
kader niet volzet was. Het liedje wordt eentonig. We moesten dit
verhaal immers ook voor de Veiligheid van de Staat en andere
diensten aanhoren.
07.01 Tony Van Parys (CD&V):
La grève au sein du personnel
responsable de la surveillance
électronique des détenus nous
amène à dresser quelques
constats décevants. Alors que les
prisons sont surpeuplées, la
surveillance électronique est mal
organisée. Nonobstant la
promesse faite en début de
législature, 300 détenus
seulement sont actuellement sous
surveillance électronique au lieu
des 1000 annoncés et, même
pour eux, le personnel est
insuffisant. Le versement des
défraiements au personnel chargé
de contrôler les détenus a
enregistré un retard dramatique.
Entre-temps, un accord a été
conclu avec le personnel mais il
ne revoit pas à la hausse le
nombre de prisonniers entrant en
ligne de compte pour une
surveillance électronique. Le
problème des défraiements n'est
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Blijkbaar worden ook vergoedingen niet betaald. Het gaat hier heus
niet over vergoedingen voor exuberante uitgaven. Het gaat over
reële vergoedingen voor verplaatsingen die de maatschappelijke
assistenten moeten doen om de gedetineerden of de mensen onder
elektronisch toezicht te controleren of te begeleiden. In sommige
gevallen lopen de achterstallen op verplaatsingsvergoedingen op tot
180.000 Belgische frank. Dit zijn toch bijzonder hoge bedragen voor
mensen die wat het statuut betreft, ook al niet worden verwend.
Deze dienst moet het trouwens ook doen met contractueel personeel.
Het contrast met andere diensten is toch wel groot. Ik denk
bijvoorbeeld aan Everberg waar plots wel statutair personeel mogelijk
was.
Ondertussen blijkt er een akkoord met het personeel tot stand te zijn
gekomen. Het probleem blijft echter bestaan. In de afspraken werd
immers een regeling uitgewerkt waardoor hoe dan ook niet meer dan
300 mensen onder elektronisch toezicht zouden staan omwille van
het feit dat men niet over de middelen beschikt om meer mensen ter
beschikking te stellen voor begeleiding en controle. Dit is slecht
nieuws. Men had immers van de gelegenheid gebruik kunnen maken
om aan het einde van deze legislatuur de belofte om dit aantal te
verhogen tot 1.000 waar te maken.
Wat betreft de vergoeding voor het gebruik van de eigen wagen en
de verplaatsingen, blijkt in het akkoord slechts een gedeeltelijke
regeling tot stand te zijn gekomen. De voor 2001 en 2002
verschuldigde vergoedingen zo groot zijn immers de
achterstallen zullen pas vanaf 1 juli aan deze mensen kunnen
worden betaald.
Dat is nog eens een illustratie dat men te weinig middelen heeft
vrijgemaakt in de begroting. Dit heeft bijzonder nadelige gevolgen.
Voor 2003 is er klaarblijkelijk geen oplossing omdat de Inspectie van
Financiën zich verzet tegen het vergoeden van het gebruik van de
eigen wagen en de kilometervergoeding die wordt toegestaan.
Personeelsleden van de dienst elektronisch toezicht werden verplicht
voortaan geen gebruik meer te maken van de eigen wagen en
moeten zich verplaatsen met het openbaar vervoer. Op die manier
ontstaat een bijzonder probleem. De maatschappelijk assistenten, de
justitieassistenten zullen in veel mindere mate kunnen instaan voor
de begeleiding van de personen die onder elektronisch toezicht staan
en de naleving van de voorwaarden. Dat is nochtans de
basisdoelstelling van het elektronisch toezicht. Door het naleven van
de voorwaarden is niet alleen de controle gegarandeerd maar wordt
vooral de integratiedoelstelling gerealiseerd mits een intense
begeleiding. De begeleiding, het toezicht en de controle komen in het
gedrang omdat men niet langer gebruik kan en zal maken van de
eigen wagen en het bezoek alleen nog kan georganiseerd worden via
het gebruik van het openbaar vervoer dat in deze geen soepele en
efficiënte dienstverlening is ten aanzien van degene die onder
elektronisch toezicht staat.
Mijnheer de minister, hoe komt het dat de middelen niet voorhanden
zijn om een behoorlijk georganiseerd elektronisch toezicht dat
voldoet aan zijn finaliteit mogelijk te maken? Ik herhaal dat dit
klaarblijkelijk onmogelijk is, ook na het bereikte akkoord. Gevolg is
pas non plus résolu, seuls les
arriérés de 2001 et de 2002 seront
versés. Manifestement, le budget
pour 2003 ne comporte pas
suffisamment de moyens. Il
semblerait également que
l'Inspection des Finances y a fait
obstacle.
Par conséquent, les membres du
personnel ne se déplacent plus à
bord de leur propre véhicule mais
en transport en commun, ce qui
porte préjudice au contrôle des
détenus placés sous surveillance
électronique
Comment se fait-il que des
moyens insuffisants aient été
prévus pour mener une politique
efficace en matière de
surveillance électronique?
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
dat de demotivatie bij het personeel zeer groot is.
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, ik herinner u aan de periode waarin het elektronisch toezicht
bij wijze van pilootproject vrijwel op sterven na dood was en zeer
weinig gebruikt werd. Sindsdien heeft een duidelijke evolutie
plaatsgevonden, ook al is de evolutie niet verlopen zoals ik het graag
had gewild. Ik had graag gewild dat er nog veel meer gebruik zou
worden gemaakt van het elektronisch toezicht.
Op uw eerste vraag kan ik meedelen dat de achterstallen voor 1 juni
2003 zullen worden betaald. Dat is overeengekomen. Het probleem
is niet van budgettaire aard maar een procedureprobleem. Dat is de
reden waarom de administratie werkt aan een procedure om ervoor
te zorgen dat de gereden kilometers maandelijks worden ingebracht
en de uitbetaling ervan zo snel mogelijk kan geschieden. De
kilometers die in aanmerking moeten worden genomen, werden
vastgelegd bij koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende
algemene regeling inzake vervoerskosten dat van toepassing is op
het rijkspersoneel in het algemeen en mutatis mutandis ook op het
Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht. Hierover bestaat
geen onduidelijkheid.
Wat de tweede vraag betreft, kan ik meedelen dat de toegestane
kaders voor het beheer van de 300 veroordelingen bij middel van
elektronisch toezicht zijn opgevuld op 3 personeelsleden na die de
dienst recent hebben verlaten en waarvan de statutaire vervanging
op dit ogenblik wordt geregeld. Ik moet vaststellen dat de werklast
voor de personeelsleden, zelfs na de herziening van een aantal
procedures toch nog enige correctie behoeft. Om deze reden heb ik
toegestaan dat het huidige kader wordt verhoogd met 8 eenheden.
Voor de verdere uitbouw van het elektronisch toezicht werd een
dossier voor aanpassing van de personele en materiële middelen in
het kader van 600 onder elektronisch toezicht geplaatste personen
aan de Ministerraad van 27 september 2002 voor beslissing
voorgelegd. De Ministerraad heeft zijn principieel akkoord verleend
maar heeft de uitvoering ervan gekoppeld aan het vinden van de
nodige budgettaire ruimte. Aangezien het dossier niet kon worden
opgenomen in het budget 2003 komt het opnieuw aan de orde bij de
budgetopmaak voor 2004.
De bezorgdheid die bestaat inzake de veiligheid en de concrete
naleving van de sanctie is ongegrond omdat ik, voor zover uit de
monitoring, die gegarandeerd bleef, zou gebleken zijn dat de
begeleiding noodzakelijk was, ervoor zou hebben gezorgd dat deze
begeleiding verstrekt kon worden. De veiligheid en de concrete
naleving van de sanctie werden op geen enkel ogenblik
gehypothekeerd.
De personeelsleden van het Nationaal Centrum voor Elektronisch
Toezicht hebben mijn voorstel inzake bijkomend personeel op vrijdag
14 maart 2003 aanvaard en sedert zaterdag 15 maart 2003 is het
Centrum dan ook volledig opnieuw operationeel.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je souhaiterais rappeler à M. Van
Parys le temps où le système de
la surveillance électronique, en
tant que projet pilote, était à
l'agonie. Depuis lors, une
évolution évidente, bien qu'un peu
trop timide encore, a eu lieu.
Les arriérés seront payés pour le
1
er
juin 2003.
Le problème n'est pas budgétaire,
mais il concerne les procédures.
Conformément aux règles de
l'arrêté royal du 18 janvier 1965,
mon administration établit une
procédure suivant laquelle les
kilomètres peuvent être
comptabilisés mensuellement.
Le personnel qui est responsable
de la surveillance électronique est
au complet, à trois personnes
près. Les trois emplois vacants
seront pourvus le plus rapidement
possible. En outre, le cadre a
encore été élargi de huit unités.
Le dossier de l'extension du
système de la surveillance
électronique jusqu'à 600 détenus
a été approuvé et lié à la
recherche d'une marge budgétaire
lors du Conseil des ministres du
27 septembre 2002. Le dossier
sera abordé dans le cadre du
budget 2004.
Au cours de l'action du personnel,
la sécurité et le respect correct de
la sanction n'ont jamais été
menacés. Le personnel du Centre
national de surveillance
électronique (CNSE) a accepté
ma proposition relative au
personnel supplémentaire le
vendredi 14 mars 2003 et le
centre est redevenu pleinement
opérationnel depuis le samedi 15
mars 2003.
07.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is
inderdaad juist dat het elektronisch toezicht in de loop van de vorige
legislatuur werd opgestart.
07.03 Tony Van Parys (CD&V):
La surveillance électronique a en
effet démarré sous la précédente
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Mijnheer de minister, ik volg u niet wanneer u zegt dat het gaat om
een procedureprobleem. Als de achterstallen dateren van 2001 en
2002, dan had men ervoor moeten zorgen dat de vergoeding kon
worden betaald en dan moest men de procedure hebben aangepast,
zodanig dat betrokkenen die kosten niet moeten voorschieten uit
eigen zak. Een bedrag van 180.000 frank is voor niemand weinig en
zeker niet voor justitieassistenten die instaan voor de begeleiding.
Voorts ben ik het niet met u eens wanneer u zegt dat er geen
probleem is inzake de controle op de naleving van de voorwaarden
en de begeleiding, omdat deze personen thans de verplaatsingen
niet meer met hun eigen wagen kunnen doen. Dit zal minstens duren
tot 1 juli, wat betekent dat, wanneer zij zich ter plaatse wensen te
begeven bij degenen die onder elektronisch toezicht staan, zij
aangewezen zijn op het openbaar vervoer. Dat houdt in dat zij de
prestaties helemaal niet kunnen organiseren, zoals het hoort en
binnen de bestaande termijnen. Op dat vlak neemt u niet alleen
veiligheidsrisico's, maar ook risico's omtrent de basisdoelstelling van
het elektronisch toezicht, namelijk het toezicht op de
integratiebereidheid, de integratiewil en de wijze waarop deze
integratie tot stand komt. Hierdoor legt u een zware hypotheek op dit
nochtans bijzonder belangrijk instrument als alternatief voor het
gevangeniswezen. Het is des te meer een probleem, omdat alzo,
gelet op de overbevolking, dit alternatief niet behoorlijk kan worden
uitgebouwd.
législature.
Le ministre évoque un problème
de procédure, mais les arriérés
datent de 2001 et de 2002. Des
mesures adéquates auraient dû
être prises depuis longtemps déjà.
Le ministre affirme que la
vérification du respect des
conditions et l'accompagnement
ne posent aucun problème. Au
moins jusqu'au 1
er
juillet, le
personnel doit effectuer ses
déplacements en empruntant les
transports en commun et n'est pas
en mesure de remplir
intégralement ses obligations.
Cette situation engendre des
risques en matière de sécurité qui
menacent le principe alternatif de
la surveillance électronique.
07.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Van Parys, u houdt
duidelijk geen rekening met het koninklijk besluit van
18 januari 1965, waarvan in artikel 14, 1
ste
lid, duidelijk wordt bepaald
hoe de berekening gebeurt. De berekening gebeurt wel degelijk op
basis van gebruikte routes en reëel afgelegde kilometers en dat kan
in de toekomst nog steeds.
07.04 Marc Verwilghen, ministre:
M. Van Parys ne tient pas compte
de l'arrêté royal du 18 janvier
1965 qui détermine le mode de
calcul: celui-ci doit être effectué
sur la base des itinéraires et du
nombre de kilomètres, ce qui
reste parfaitement possible, dans
le futur également.
07.05 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, ik nodig u uit
u te bevragen bij het personeel van deze dienst. Zij doen
tegenwoordig de verplaatsingen niet meer met hun eigen wagen,
omdat zij de vergoeding daarvoor niet meer ontvangen. Op dat vlak
hebben zij pas een perspectief vanaf 1 juli, met alle gevolgen van
dien.
07.05 Tony Van Parys (CD&V):
Les membres du personnel ne se
déplacent plus à bord de leur
véhicule privé. Une solution ne
pourra intervenir qu'à partir du 1
er
juillet.
07.06 Minister Marc Verwilghen: Dat heeft te maken met de
verzekeringspolis.
07.06 Marc Verwilghen, ministre:
Cette situation est liée à la police
d'assurance.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik weet niet precies waaraan het ligt, maar blijkbaar bestaat het
belang van het stellen van een vraag er niet noodzakelijk in om een antwoord te krijgen, want er werd mij
daarnet bevestigd dat mevrouw Pierrette Cahay-André is weerhouden en dat de heren Hans Bonte en Luc
Goutry zich laten verontschuldigen.
Thans wacht ik nog op nieuws van de heer Luc Paque.
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
08 Vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de minister van Justitie over "het principe dat
kinderen van dezelfde ouders dezelfde familienaam moeten hebben" (nr. B264)
08 Question de Mme Fientje Moerman au ministre de la Justice sur "le principe selon lequel les
enfants des mêmes parents doivent porter le même patronyme" (n° B264)
08.01 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in de bijna voorbije legislatuur hebben wij verschillende
hoorzittingen en commissievergaderingen gewijd aan voorstellen tot
wijziging van de Belgische wetgeving inzake naamgeving. Nu, daar
is heel veel over gediscussieerd. Er zijn ook uitgebreide hoorzittingen
over georganiseerd. Waar iedereen het over eens was, voor welk
systeem men ook opteerde of men nu opteerde voor de status-quo
of voor verandering in de zin van een enkele of een dubbele naam
was dat men wilde vasthouden aan het principe dat kinderen van
eenzelfde ouderpaar dezelfde familienaam moeten dragen. Blijkbaar
kan volgens de huidige wetgeving de Belgische administratie dat
principe niet altijd toepassen, mede ingevolge van andere,
progressievere, wetgevingen in andere landen.
Ik geef als voorbeeld een reële situatie: een Belgische man en een
Chileense vrouw krijgen een kind in Chili. Het kind krijgt een dubbele
naam: de naam van de vader en de naam van de moeder. Die naam
wordt geregistreerd bij de Chileense burgerlijke stand, overgenomen
door de Belgische ambassade, en dus krijgt het kind ook in België de
nodige identiteitspapieren met die dubbele naam. Datzelfde
ouderpaar krijgt binnenkort een tweede kind. Dat kind zal in België
geboren worden. De Belgische administratie past natuurlijk de
vigerende Belgische wet toe en het kind zal alleen de naam van de
vader krijgen. Zo zal men uiteindelijk komen tot de situatie dat volle
broers of zusters met dezelfde vader en dezelfde moeder een andere
familienaam zullen dragen.
Het bovengenoemde principe van uniciteit van de familienaam bij
kinderen van eenzelfde ouderpaar wordt op die manier niet
toegepast. Ik herhaal: dat is nochtans het principe waarover iedereen
waarvoor men ook opteerde en of men voor of tegen verandering
van de bestaande situatie was het eens was. Graag had ik van u,
mijnheer de minister van Justitie, vernomen of het principe van de
uniciteit van de naam bij kinderen van eenzelfde ouderpaar niet
vereist dat ouders, in een dergelijke situatie wanneer een van hun
kinderen al een dubbele familienaam heeft, die naam ook kunnen
geven aan de volgende kinderen die zij samen nog krijgen? Zo niet,
wat is daarvoor de reden?
08.01 Fientje Moerman (VLD):
On a beaucoup débattu du
patronyme des enfants au cours
de la présente législature. Un
point en tout cas fait l'unanimité:
les enfants d'un même couple
doivent porter le
même
patronyme. Dans le cadre de la
législation existante, il n'en est
pourtant pas toujours ainsi. Un
exemple illustrera mes propos: un
enfant d'un couple belgo-chilien
né au Chili et un enfant du même
couple né en Belgique ne
porteront pas le même nom,
puisque le premier se verra
attribuer, conformément à la
législation en vigueur au Chili, le
double patronyme, alors que le
second portera, comme c'est
l'usage dans notre pays, le
patronyme unique.
Le ministre est-il d'accord pour
dire que l'unicité de l'attribution du
patronyme doit en tout état de
cause être garantie?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Moerman, het principe van
de eenheid van naam vereist zoals u terecht hebt aangestipt dat
alle kinderen van eenzelfde ouderpaar dezelfde naam dragen. Het
principe vloeit voort uit een van de belangrijkste functies van de
naam, te weten de identificerende functie. Een veelheid aan
mogelijke namen voor kinderen van dezelfde familie zou immers de
identificatie van de personen die tot de familie behoren, ten zeerste
bemoeilijken. In de hypothese van het door u aangehaalde voorbeeld
van een Belgische man en een Chileense vrouw wier eerste kind
werd geboren in Chili, waarbij de Chileense wetgeving werd
toegepast, krijgt het kind de dubbele naam, samengesteld uit de
namen van de vader en de moeder. Wanneer datzelfde ouderpaar
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'unicité de l'attribution du
patronyme constitue un principe
essentiel lié à l'identification.
L'exemple cité par Mme Moerman
est correct. Les parents peuvent
toutefois demander une
modification du patronyme de
l'enfant qui, dans de tels cas, est
quasi toujours accueillie
favorablement. Un exemple de ce
type est même cité dans la
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
evenwel een tweede kind krijgt, dat in België wordt geboren, draagt
het kind met toepassing van artikel 335, paragraaf 1 van het
Burgerlijk Wetboek enkel de naam van de vader. Krachtens het
Belgisch internationaal privaatrecht maakt de naam immers een
bestanddeel uit van de staat van de persoon waardoor de naam
wordt beheerst door het persoonlijk statuut van de betrokkene, dat in
casu afhangt van de Belgische wetgeving.
In dergelijke gevallen stelt men inderdaad vast dat twee kinderen van
hetzelfde ouderpaar in strijd met het hierboven genoemde principe
van eenheid van naam toch een verschillende naam dragen. Om
onder meer dergelijke situaties te verhelpen heeft de wetgever
voorzien in een administratieve procedure tot naamswijziging die hij
heeft omschreven in de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen
en de voornamen. Die wet bepaalt in artikel 2 dat elke persoon die
enigerlei reden heeft om van naam of van voornamen te veranderen
daartoe aan de minister van Justitie een met redenen omkleed
verzoekschrift kan richten. De wens van de ouders dat hun kinderen
allen dezelfde naam dragen, wordt trouwens geregeld ingeroepen in
de motivering bij een verzoek tot naamsverandering en wordt in bijna
alle gevallen toegestaan. Te noteren valt wel dat de wet van
15 mei 1987 enkel geldt voor Belgen, vluchtelingen en statenlozen.
In de brochure "Veranderen van naam of voornaam", uitgegeven
door de Federale Overheidsdienst Justitie, wordt dat overigens in
een van de praktijkvoorbeelden waarin om een naamsverandering
wordt verzocht, aangegeven. Het gaat om het geval waarbij het
eerste kind, door toepassing van het Spaanse recht, een dubbele
naam draagt terwijl het tweede kind volgens de Belgische wet de
naam van zijn vader krijgt. Daar heeft men de wet van 1987
toegepast om tegemoet te komen aan de wens om tegelijkertijd de
mogelijkheid te hebben om die ene en zelfde naam als
identificerende functie van de naam te kunnen behouden.
brochure relative au changement
de patronyme.
08.03 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn omstandig antwoord. Om elke twijfel uit te sluiten,
mijnheer de minister, in dergelijke gevallen moet men een gewone
procedure tot naamswijziging opstarten, maar kunnen de ouders
verzoeken dat het tweede kind dezelfde naam zal krijgen als het
eerste kind en dus een dubbele naam zal krijgen?
08.03 Fientje Moerman (VLD):
Les parents peuvent-ils demander
que le deuxième enfant reçoive le
même double nom que le
premier?
De voorzitter: Ik heb niet begrepen wie de naamsverandering moet vragen. Dat is geen grapje, maar een
doordenker.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de eerste spadensteek
voor het gerechtsgebouw in Gent" (nr. B278)
09 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "le début des travaux de
construction du palais de Justice de Gand" (n° B278)
09.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is
menselijk en begrijpelijk dat een minister aan het einde van de
legislatuur en vóór de verkiezingen hier en daar wat eerste stenen
legt, zelfs enkele eerste spadensteken doet. Wat dat betreft, weze
het de minister gegund om dat te doen. Wij hebben geen probleem
09.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le 8 avril 2003, les ministres de la
Justice et des
Télécommunications donneront le
premier coup de bêche de la
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
met het principe zelf om dat te doen aan het eind van een legislatuur
en vóór de verkiezingen. Daarvan wil ik geen punt maken.
In dit geval echter wordt er toch wel wat gelachen met de
Gentenaars, zeker met hen die op een of andere manier te maken
hebben met het gerechtsgebouw, hetzij professioneel als
medewerker, hetzij als rechtszoekende. Wij stellen aan het einde van
de legislatuur namelijk vast dat men aan Antwerpen een gebouw in
de steigers kan aanbieden, maar dat de Gentenaars het moeten
stellen met een eerste spadensteek. Nochtans gaat het om twee
dossiers die in dezelfde staat werden aangeboden uit de vorige
legislatuur en waarbij er een perfect parallellisme bestond. Die
dossiers waren klaar. Trouwens, ook in de financiering was, door het
meerjarenplan, voorzien.
Voor Gent werd in deze legislatuur vier jaar tijd verloren. Er is
gehakketak geweest met de NMBS en met de stad Gent, met als
gevolg dat men aan Gent alleen de eerste spadensteek kan
aanbieden.
Mijnheer de minister, ik moet u waarschuwen, omdat u grote risico's
loopt wanneer u op 8 april die eerste spadensteek in de grond aan
het Rabot zult doen. U zult namelijk moeten nagaan waar u die
spade voor de eerste keer steekt. U loopt grote risico's voor uw eigen
integriteit en veiligheid. Er is met name ernstig risico op
contaminatie. Toen de aannemer in het begin van dit jaar de eerste
spadensteek heeft gedaan in de grond aan het Rabot, heeft hij
moeten vaststellen dat de grond aldaar bijzonder ernstig
verontreinigd is. De werken werden onmiddellijk stilgelegd. Nu is er
klaarblijkelijk een expert aangesteld die naar de oorzaak van de
vervuiling moet peilen, omdat de aannemer geen enkele
verantwoordelijkheid wenst te nemen voor werken in een dergelijke
omgeving. Ik wil u dus behoeden vóór de start van de campagne,
zodanig dat uw gezondheid niet in het gedrang komt. Dat is uiteraard
de basisbedoeling van deze vraag, zoals u al wel zult hebben
begrepen. Ik zou niet graag hebben dat uw campagne in West-
Vlaanderen in het gedrang komt door een spadensteek in Oost-
Vlaamse grond. Ik zou het niet op mijn geweten willen hebben dat dit
gebeurt.
Terzelfder tijd wil ik toch nog eens heel duidelijk in de verf zetten dat
de Gentenaars niet gelukkig zijn met het feit dat dit allemaal pas nu
gebeurt. Zij maken zich opnieuw zorgen over een eventueel nieuw
uitstel van de realisatie van dat gerechtsgebouw.
De vragen zijn dan ook de volgende.
Welke initiatieven zullen er genomen worden om de werken herop te
starten, om effectief de eerste spadensteek te kunnen doen?
Wat is het vooruitzicht van het einde van die toch wel bijzonder
lange lijdensweg? Wanneer zullen de Gentse rechtsonderhorigen en
de medewerkers van Justitie verlost zijn van de huidige ellendige
huisvesting?
construction du nouveau palais de
justice de Gand. C'est une bonne
nouvelle, quoique le nouveau
Palais de justice d'Anvers soit
déjà en voie de construction alors
que les dossiers relatifs à ces
deux chantiers judiciaires se
trouvaient au même stade à la fin
de la législature précédente et
qu'un financement complet avait
déjà été prévu aux fins de leur
exécution. Pourquoi les choses
ont-elles traîné beaucoup plus
longtemps à Gand? Il me revient
que la SNCB et la Ville de Gand
se seraient querellées.
De plus, on s'est rendu compte en
janvier que le terrain à bâtir était
très pollué. Les travaux ont été
interrompus et un expert a été
désigné. Cela retardera-t-il encore
plus l'édification du nouveau
Palais de justice de Gand?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, ik zou liever gehad hebben dat dit dossier in dezelfde staat
was als het Antwerpse dossier. Daarover mag geen enkele twijfel
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Comme vous, j'aurais préféré que
les travaux aient progressé
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
bestaan.
Ik weet dat dit dossier u bijzonder na aan het hart ligt. Ik vind dat
daar ook reden toe is.
Voor uw eerste vraag moet ik opmerken dat de bouwwerken aan het
nieuwe gerechtsgebouw in Gent zijn gestart op 6 januari 2003. Dat
was trouwens ook zo gepland.
Dan kom ik bij uw tweede vraag. Het is juist dat er tijdens de
graafwerken vervuiling van het grondwater werd vastgesteld. Vermits
conform de milieuwetgeving wordt gewerkt, werden de werken
stilgelegd. Heden is de aard van de vervuiling gekend. De methode
om de vervuiling te verwijderen, wordt nu opgesteld. Ik moet
eerlijkheidshalve zeggen dat de methode ook niet minnetjes is. Het
betekent immers dat men tot op een diepte van acht meter onder het
wegdek moet uitgraven voor het gieten van de funderingsplaat. Dat
kan niet zonder de grondwaterstand te verlagen door het oppompen
van het grondwater. Dat zijn zaken die men niet onmiddellijk heeft
onderkend op het ogenblik dat het dossier werd opgestart. Het zijn
zaken waarmee men in de praktijk soms te kampen kan hebben. Had
men dat al dan niet moeten voorzien op het ogenblik dat men de
beslissingen heeft genomen? Ik denk dat niemand dat kon voorzien.
Was het immers mogelijk geweest om de problemen te vermijden,
dan zouden zowel u, uw voorgangers als ik ze absoluut hebben
vermeden.
Ten derde, er wordt verwacht dat het dossier voor het aanvragen van
de vergunning voor het verwijderen van de vervuiling binnen enkele
weken klaar zal zijn. Het is dan nog enkel wachten op de vergunning.
De totale uitvoeringstermijn zal worden verlengd conform de
wetgeving. Dat betekent echter dat ons dat vanaf heden brengt op
22 april 2006. Dat is nu eenmaal een vast, rekenkundig gegeven.
davantage. Mais ils ont débuté le
6 janvier 2003, exactement
comme prévu. Lors des travaux
de terrassement, il est apparu que
le terrain était pollué.
Actuellement, on met la dernière
main au procédé qui sera utilisé
pour le dépolluer. Toutefois, cette
dépollution requiert une
autorisation supplémentaire et la
demande visant à l'obtenir sera
finalisée dans quelques semaines.
Ces complications auront pour
effet d'allonger le délai
d'exécution des travaux de
construction jusqu'au 22 avril
2006.
09.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dat is slecht
nieuws.
De voorzitter: Men kan misschien een van de stukken op het dak van het gerechtsgebouw in Antwerpen
naar Gent brengen.
09.04 Tony Van Parys (CD&V): Ik weet niet welke creativiteit er
nodig zal zijn om dit dossier vooruit te helpen.
We weten nu alvast dat de eerste spadesteek zal gebeuren net vóór
de parlementsverkiezingen. De ingebruikname zal gebeuren net vóór
de gemeenteraadsverkiezingen. Het zijn klaarblijkelijk data die ...
(...)
Het is natuurlijk bijzonder slecht nieuws dat men de bewuste
vaststellingen heeft gedaan. De mededeling van de minister dat men
het terrein tot op acht meter diepte moet weggraven voor de
fundering, is natuurlijk bijzonder nadelig voor de uitvoeringstermijn.
Het is bijzonder jammer. De behoeften zijn immers erg groot.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat u ook erkent dat de behoeften
noodzakelijk zijn. Ik hoop dat men er werkelijk alles aan zal doen om
09.04 Tony Van Parys (CD&V):
C'est une mauvaise nouvelle. Il
est remarquable que le premier
coup de bêche soit donné à la
veille des élections fédérales et
que le nouveau bâtiment sera
inauguré juste avant les élections
communales. Je forme le voeu
que tout sera mis en oeuvre pour
accélérer ce projet de
construction.
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
het probleem zo snel mogelijk op te lossen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik heb nog altijd geen nieuws van de heer Paque. We keren dus terug
naar mijn vraag van vorige week.
10 Vraag van de heer Fred Erdman aan de minister van Justitie over "de strafdossiers in verband
met zwendel in verblijfskaarten en visa" (nr. B153)
10 Question de M. Fred Erdman au ministre de la Justice sur "les dossiers répressifs relatifs au
trafic de permis de séjour et de visas" (n° B153)
10.01 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de minister, ik hoop dat het
parket van Brussel nu de gelegenheid heeft gehad u een antwoord te
verstrekken en daarom stel ik mijn vraag opnieuw.
In de bijlage bij het document voor de Senaat 21018/1/2002-2003
met betrekking tot de problematiek inzake mensenhandel en
visumfraude wordt er een nota toegevoegd van het Centrum voor
Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding.In het bijzonder
gaat het over een uittreksel van zijn jaarverslag over de strijd tegen
de mensenhandel van mei 2001.
In deze tekst wordt ten eerste verwezen naar een rogatoire
commissie die het parket te Brussel in november 2000 heeft
uitgestuurd naar Sofia met betrekking tot visumzwendel. Ten tweede
wordt er verwezen naar een dossier dat geopend werd naar
aanleiding van onregelmatigheden die vastgesteld werden op de
dienst Protocol van de administratie van Buitenlandse Zaken te
Brussel. In het licht daarvan heb ik de volgende vragen.
Hoeveel dossiers werden er geopend op het parket te Brussel met
betrekking tot visumzwendel of zwendel met verblijfskaarten? Wat is
de stand van zaken van deze dossiers? Werden er reeds personen in
betichting gesteld of veroordeeld? Wat is het gevolg van het openen
van deze dossiers met betrekking tot de bedoelde visum of
verblijfskaart?
10.01 Fred Erdman (SP.A): Une
note du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme fait référence à une
commission rogatoire envoyée à
Sofia en novembre 2000 au sujet
d'un trafic de visas et à une
enquête concernant des
irrégularités au sein du service du
Protocole des Affaires étrangères.
Combien de dossiers ayant trait à
un trafic de visas ou de cartes de
séjour ont-ils été ouverts au
parquet de Bruxelles? Quel est
l'état d'avancement de ces
dossiers? Des personnes ont-elles
été inculpées ou condamnées?
Quelle est la conséquence pour
les visas ou les cartes de séjour
concernés?
10.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter,
ondertussen heeft het antwoord van de procureur-generaal te Brussel
mij bereikt. Hij verschaft enkele toelichtingen over deze materie op
basis van gegevens die hem door de procureur des Konings van
Brussel meegedeeld zijn.
In verband met de problematiek van zwendel in verblijfskaarten en
visa blijken er momenteel 56 dossiers lopende te zijn bij het parket
van Brussel. Die dossiers worden daar binnen de sectie
georganiseerde criminaliteit behandeld.
Men kan deze 56 opdelen in 12 gerechtelijke onderzoeken en 44
opsporingsonderzoeken. In het kader van een aantal van de
gerechtelijke onderzoeken gebeurden er inverdenkingstellingen van
personen. Verdere details daaromtrent werden niet verschaft in het
antwoord van de procureur-generaal. Voor een aantal van de
gerechtelijke onderzoeken is het overigens niet uitgesloten dat ze op
het vlak van openbaar ministerie zullen overgenomen worden door
10.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le procureur général de Bruxelles
me communique que 56 dossiers
relatifs à un trafic de visas et de
cartes de séjour sont actuellement
pendants au parquet de Bruxelles.
Les dossiers sont traités par la
section criminalité organisée.
Douze instructions et quarante-
quatre informations ont été
ouvertes. Les instructions ont
donné lieu à une série
d'inculpations. Ces dossiers seront
peut-être repris par le procureur
fédéral.
En 2001 et 2002, 99 jugements
ont été prononcés.
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
de federale procureur en het federaal parket.
Naast deze lopende zaken maakt de procureur voorts voor de
gerechtelijke jaren 2001 en 2002 melding van 99 reeds gevonniste
dossiers waarin dezelfde problematiek - maar dan in de brede zin
van het woord - ter sprake kwam. In de meeste dossiers omtrent
deze problematiek worden de betreffende documenten bij aantreffen
in beslag genomen. Ze worden overgelegd bij de correctionele griffie
als bewijsstuk. Indien er verdenkingen bestaan inzake valsheid, kan
er in beginsel geen gebruik meer worden gemaakt van die
documenten; er wordt in het eindvonnis ook een bestemming aan die
documenten gegeven.
Dans la plupart des dossiers, des
documents soupçonnés d'être des
faux ont été saisis. Il est par
conséquent impossible de les
utiliser encore.
10.03 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de minister, ik moet zeggen
dat het verslag van het Centrum dan eigenlijk wel achterliep op de
realiteit.
Ik denk dat het nuttig is dat we de verzekering krijgen dat het parket
van Brussel, eventueel de federale procureur, de materie van zeer
nabij volgt en daar de passende gevolgen aan geeft.
10.03 Fred Erdman (SP.A): Nous
notons que le parquet bruxellois et
le procureur général suivent cette
problématique de manière
appropriée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Question de M. Luc Paque au ministre de la Justice sur "l'impossibilité pour les médecins des
établissements pénitentiaires belges d'assurer la mission de santé dans les prisons et centres
médico-chirurgicaux" (n° B296)
11 Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van Justitie over "de onmogelijkheid voor de
artsen van de Belgische strafinrichtingen om hun taak als gezondheidswerker in de
gevangenissen en de medisch-chirurgische centra uit te voeren" (nr. B296)
11.01 Luc Paque (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre,
vous connaissez les difficultés que rencontrent pour le moment et
depuis un certain temps déjà, les médecins travaillant dans les
prisons et centres médico-chirurgicaux et cela concerne aussi toute
la problématique des missions de santé assurées au sein de ces
établissements.
Depuis de très nombreux mois, qu'il s'agisse des médecins, des
kinés, des dentistes ou des infirmiers, certains d'entre eux n'ont plus
été payés. Par ailleurs, les factures de nombreux fournisseurs, que
ce soit du matériel médical ou des médicaments, ne sont plus
honorées, à un point tel que certaines de ces entreprises refusent
actuellement de continuer à fournir l'établissement pénitentiaire.
Un autre problème se pose, à savoir le transfert des détenus vers
des consultations extérieures aux centres de détention. Ces
transferts sont rendus difficiles à cause d'un manque de personnel
pénitentiaire ou de police chargé de l'accompagnement des détenus.
De plus, nous avons tous appris, voici quelque temps, les difficultés
auxquelles doit faire face le centre médico-chirurgical de Saint-Gilles
en matière de salubrité et de normes d'hygiène.
Monsieur le ministre, comment en sommes-nous arrivés à cette
situation pour le moins inquiétante? Quelles sont les initiatives que
vous avez prises concernant ce problème? Elles pourraient être
11.01 Luc Paque (cdH): U weet
met welke moeilijkheden de
artsen en paramedici kampen, die
hun opdracht van openbare
dienstverlening moeten vervullen
in de gevangenissen en de
medisch-chirurgische centra. Die
mensen zien al maanden geen
frank meer en ook de facturen van
heel wat leveranciers van medisch
materieel en van geneesmiddelen
worden niet meer betaald, zodat
sommige bedrijven weigeren nog
aan de penitentiaire instellingen te
leveren.
Ook met het transport van de
gevangenen naar raadplegingen
buiten de gevangenis zijn er
problemen, omdat er niet
voldoende gevangenis- of
politiepersoneel is. Het medisch-
chirurgisch centrum van Sint-Gillis
werd onbewoonbaar verklaard en
voldoet niet meer aan de
elementaire vereisten inzake
17/03/2003
CRIV 50
COM 1019
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
d'ordre budgétaire puisqu'une partie importante de ces difficultés est
due à un manque de finances. Elles pourraient être d'ordre
organisationnel pour ce qui concerne l'accompagnement des
détenus. Comment pallier les difficultés rencontrées par le centre de
Saint-Gilles? Si une solution a pu être dégagée, quand les différents
intervenants dans le domaine médical pourront-ils espérer recevoir le
paiement des prestations qu'ils ont accomplies? Vous savez comme
moi que tout travail mérite salaire.
hygiëne.
Wat zijn de oorzaken van die
verontrustende toestand en welke
initiatieven heeft u genomen op
het vlak van begroting en van
organisatie om die problemen te
verhelpen?
11.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, monsieur
Paque, il est exact que les honoraires de divers intervenants
médicaux et paramédicaux, ainsi que des factures de fournisseurs
datant des derniers mois de l'année 2002, connaissent des retards de
paiement. La raison en est, d'une part, une insuffisance de moyens
pour couvrir des besoins en constante augmentation et, d'autre part,
les exigences du "principe de l'ancre", qui ralentit le rythme des
ordonnances. L'inspecteur des finances vient d'autoriser le paiement
de ces sommes à charge du budget 2003. Les choses pourront donc
aller plus vite.
Les transferts des détenus vers les consultations à l'extérieur posent
également des problèmes dus à des carences en personnel policier
et pénitentiaire pour effectuer ces missions. La surpopulation
aggrave encore cette difficulté et la directive contraignante qui règle
la question du rôle de chacun dans cette problématique est en cours
d'évaluation. L'engagement de policiers et la constitution du corps de
sécurité devraient permettre d'apporter des réponses à ces questions
et donc de rencontrer également les problèmes existant à ce sujet.
Enfin, le centre médico-chirurgical de Saint-Gilles, que vous avez
qualifié d'insalubre, n'a pas été déclaré insalubre. Il fonctionne
encore et remplit ses tâches, bien que certains travaux soient
nécessaires. Ils débuteront d'ailleurs d'ici peu de temps, de telle
façon qu'il reste dans la mesure des normes élémentaires d'hygiène.
11.02 Minister Marc Verwilghen:
Het klopt dat de betaling van de
honoraria van verscheidene
artsen en paramedici en van de
facturen van leveranciers
vertraging heeft opgelopen. Dat
heeft twee oorzaken: enerzijds zijn
er onvoldoende middelen om
tegemoet te komen aan de steeds
groeiende behoeften op dat vlak,
anderzijds moeten we het
zogenaamde ankerprincipe
naleven, waardoor de
ordonnanceringen niet meer zo
snel kunnen gebeuren. De
inspecteur van Financiën heeft
zopas de toelating gegeven om
die sommen te betalen ten laste
van de begroting 2003. Ook het
overbrengen van gevangenen
naar raadplegingen buiten de
gevangenis zorgt voor
moeilijkheden, ingevolge een
gebrek aan politie- en
gevangenispersoneel; de
overbevolking van de
gevangenissen werkt die toestand
nog in de hand. De bindende
richtlijn die de rol van eenieder in
deze aangelegenheid zal regelen,
wordt op dit ogenblik geëvalueerd.
De indienstneming van
politiepersoneel en de
samenstelling van een
veiligheidskorps zouden een
antwoord moeten bieden op die
problemen. Het medisch-
chirurgisch centrum van Sint-Gillis
werd niet onbewoonbaar
verklaard. Het functioneert nog en
vervult zijn taken. Enkele
noodzakelijke renovatiewerken
zullen binnenkort worden
uitgevoerd.
11.03 Luc Paque (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour
votre réponse. J'aurais souhaité un complément d'information par
rapport à l'accord de l'inspecteur des finances. Vous m'avez parlé de
2003, cela signifie-t-il quand même que tous les retards seront
11.03 Luc Paque (cdH): Alle
achterstallige betalingen zullen
dus binnen de kortste keren
worden betaald?
CRIV 50
COM 1019
17/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
payés? Cela remonte au mois de septembre 2002, donc ce sont des
montants très importants, étant entendu qu'entre-temps, ces
médecins ont dû aussi payer leurs différentes cotisations et charges.
Je prends acte que ces paiements seront faits très rapidement,
j'espère le plus rapidement possible. Des informations que je détiens,
il s'avère que des promesses avaient déjà été faites il y a quelques
semaines mais cela n'a toujours pas pu se concrétiser.
11.04 Marc Verwilghen, ministre: On attendait l'avis de l'inspecteur
des finances.
11.05 Luc Paque (cdH): Je suis content d'apprendre que l'inspecteur
des finances a marqué son accord et que les services feront
diligence pour payer le plus rapidement possible.
Je vous engage aussi à mettre le turbo pour que ces problèmes de
personnel en matière d'accompagnement puissent être résolus le
plus vite possible.
Quant à la problématique du centre de Saint-Gilles, je voudrais
quand même attirer votre attention sur le fait que, quelque part,
quand un médecin d'un établissement pénitentiaire envoie un détenu,
notamment dans ce centre médico-chirurgical, sa responsabilité
médicale pourrait être engagée suite à des complications qui
pourraient résulter d'un mauvais entretien ou de conditions d'hygiène
qui ne seraient pas respectées. A ce niveau, j'espère aussi que vous
pourrez mettre le turbo. Je compte sur vous.
Je sais que les médecins vous envoyé un courrier il y a quelque
temps. J'espère que vous pourrez leur confirmer cette bonne
nouvelle par écrit, outre votre réponse que je vais m'empresser de
leur communiquer, au niveau des différentes associations.
11.05 Luc Paque (cdH): Ik vraag
u met aandrang even snel te
handelen voor het centrum van
Sint-Gillis.
Ik zal tot slot uw antwoord
doorspelen aan de betrokken
geneesheren, maar ik meen dat u
hen persoonlijk hierover met een
schrijven op de hoogte zou
moeten brengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 15.40 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.40 uur.