KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 1002
CRIV 50 COM 1002
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
woensdag
mercredi
26-02-2003
26-02-2003
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de verplichting van een valhelm op
een bromfiets voor de bezitters van een
hoorapparaat" (nr. A979)
1
Question de M. Peter Vanvelthoven à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le port obligatoire du casque sur
un vélomoteur pour les personnes portant un
appareil auditif" (n° A979)
1
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de herziening en actualisering van
de omzendbrief CIR/GDF-01, uitgave 03/05/1994,
betreffende de modelluchtvaartsport" (nr. B027)
2
Question de M. Ferdy Willems à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la révision et l'actualisation de la
circulaire CIR/GDF-01, publiée le 03/05/1994,
relative à l'aéromodélisme" (n° B027)
2
Sprekers: Ferdy Willems, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Ferdy Willems, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de door de NMBS veroorzaakte hinder"
(nr. B072)
5
Question de M. Josy Arens à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les nuisances provoquées par la
SNCB" (n° B072)
5
Sprekers: Josy Arens, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Josy Arens, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Jan Eeman aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de afschaffing van autotreinen en
nachttreinen vertrekkende vanuit Denderleeuw"
(nr. B073)
6
Question de M. Jan Eeman à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la suppression des auto-trains et
des trains de nuit au départ de Denderleeuw"
(n° B073)
7
Sprekers: Jan Eeman, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Jan Eeman, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de compensatie door de federale
overheid van de kortingbonnen die de NMBS zijn
klanten aanbiedt" (nr. B090)
9
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la compensation par les autorités
fédérales des bons de réduction offerts par la
SNCB à ses clients" (n° B090)
9
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het strategisch comité bij de
NMBS" (nr. B091)
10
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le comité stratégique de la
SNCB" (n° B091)
10
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het executief comité van de
ministers van Mobiliteit" (nr. B092)
12
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le comité exécutif des ministres
de la Mobilité" (n° B092)
12
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de ontslagvergoeding van de
voormalige gedelegeerd bestuurder van de
NMBS, Etienne Schouppe" (nr. B093)
13
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'indemnité de licenciement de
l'ancien administrateur délégué de la SNCB, M.
Etienne Schouppe" (n° B093)
14
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de aankoop van draagbare
computers voor de NMBS" (nr. B094)
16
Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'achat d'ordinateurs portables
pour la SNCB" (n° B094)
16
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de voorrang voor fietsers,
rolschaatsers en stepgebruikers die op het punt
staan een onbeschermde oversteekplaats over te
steken" (nr. A963)
17
Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la priorité pour les cyclistes, les
patineurs à roulettes et les utilisateurs de
trotinettes qui sont sur le point de traverser une
chaussée en empruntant un passage pour
cyclistes non protégé" (n° A963)
17
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het gebruik van 'zenon'-koplampen
door motorvoertuigen" (nr. B113)
20
Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les véhicules équipés de phares
au 'xénon'" (n° B113)
20
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Samengevoegde vragen van
21
Questions jointes de
22
- de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
betrouwbaarheid van ongevallenstatistieken"
(nr. B114)
21
- M. Jos Ansoms à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
fiabilité des statistiques relatives aux accidents"
(n° B114)
22
- de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
ongevalsstatistieken 2001" (nr. B115)
21
- M. Jos Anoms à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
statistiques relatives aux accidents pour l'année
2001" (n° B115)
22
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
WOENSDAG
26
FEBRUARI
2003
10:00 uur
______
du
MERCREDI
26
FEVRIER
2003
10:00 heures
______
La séance est ouverte à 10.12 heures par Mme Marie-Thérèse Coenen, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.12 uur door mevrouw Marie-Thérèse Coenen, voorzitter.
01 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de verplichting van een valhelm op een bromfiets voor de bezitters van een
hoorapparaat" (nr. A979)
01 Question de M. Peter Vanvelthoven à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le port obligatoire du casque sur un vélomoteur pour les personnes portant un
appareil auditif" (n° A979)
01.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, mijn vraag gaat over de nieuwe verplichting
voor bromfietsbestuurders om een valhelm te dragen. Dat is
uiteraard een goede maatregel. Het is een maatregel die gevaarlijke
situaties en ongetwijfeld ook slachtoffers kan helpen voorkomen. Ik
word echter door een aantal mensen aangesproken. Ze zitten met
een specifiek probleem naar aanleiding van die verplichting. Het gaat
namelijk over mensen die een hoorapparaat dragen.
In het specifieke geval waarover ik het heb, gaat het over iemand die
aan twee kanten een hoorapparaat moet dragen. Hij wordt nu
geconfronteerd met de verplichting om een helm te dragen en hij
vindt als gevolg daarvan toch wel moeilijkheden. Als hij immers zijn
hoorapparaat aanhoudt en de helm opzet, dan begint het
hoorapparaat onnoemelijk te fluiten. Dat is ondraaglijk voor hem. Als
hij geen helm draagt, dan is hij uiteraard in overtreding met de
nieuwe wetgeving. Men heeft ondertussen geïnformeerd of er
aangepaste helmen bestaan waarbij de oren vrij blijven. Die zouden
niet op de markt zijn. Hij zegt dat hij zonder hoorapparaat quasi niets
hoort en dat het ook een gevaarlijke situatie is om zich zonder
hoorapparaat op de weg te begeven.
Mevrouw de minister; daarom stel ik deze vraag aan u. Het gaat hier
dus niet om mensen die hun haar in de goede plooi willen houden of
om de Sikhs in Sint-Truiden die omwille van het dragen van een
tulband vrijgesteld zouden willen zijn. Het gaat hier om iemand die
omwille van medische redenen moeilijkheden ondervindt. Kan er in
deze concrete situatie mogelijkerwijze een vrijstelling tot verplichting
bekeken of onderzocht worden? Er heeft ook een vrijstelling bestaan
01.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Les personnes qui portent
un appareil auditif entendent un
sifflement assourdissant
lorsqu'elles portent le casque de
protection obligatoire. Il n'existe
pas de modèle de casque ne
couvrant pas les oreilles. Il va de
soi que s'abstenir de porter
l'appareil auditif ou le débrancher
n'est pas davantage prudent.
Ces personnes ne pourraient-elles
être dispensées du port du casque
obligatoire?
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
voor zwangere vrouwen inzake het dragen van de veiligheidsgordel.
Kan er niet in dezelfde richting gedacht worden aan een vrijstelling
voor mensen met dit specifieke probleem?
01.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega's,
wat het dragen van een hoorapparaat betreft, heb ik al op twee
andere vragen antwoord gegeven. Ik begrijp de vraag die gesteld is
in verband met dit probleem. U weet dat de rijbewijsreglementering
tot nu toe geen beperking oplegt aan de mensen met een
hoorprobleem. Gelet op bijvoorbeeld het geluidsvolume van de
bromfiets en het feit dat wanneer een helm gedragen wordt de
mogelijkheden om te horen fel worden verminderd, moet het belang
van het vermogen om te horen tijdens het gebruik van de bromfiets
niet worden overschat. Er is natuurlijk de mogelijkheid om het
hoorapparaat uit te schakelen, maar het is de persoon zelf die daarin
een evenwicht moet vinden.
In verband met deze vraag en andere vragen voor andere
categorieën van mensen ben ik bezig een inventaris te maken van
alle vragen om uitzonderingen. In het bijzonder voor het specifieke
probleem voor mensen met een hoorapparaat heb ik een vraag
gesteld aan de Hoge Raad voor de Gehandicapte Personen om een
advies te krijgen en om te kijken of er iets kan worden gedaan.
Misschien moet dat herbekeken worden maar ik hoop dat dit kan
gebeuren op basis van een advies dat in dit verband kan helpen. Ik
ben dus bezig met het maken van een inventaris, waarbij rekening
wordt gehouden met uitzonderingen voor sommige gevallen, met
inbegrip van mensen met een handicap. Op basis van een advies
van de Hoge Raad voor Gehandicapte Personen hoop ik misschien
iets te kunnen doen. Misschien is dat niet nodig. Wij zullen dat
bekijken op basis van dit advies.
01.02 Isabelle Durant, ministre:
L'importance de l'ouië dans le
cadre de l'utilisation d'un
cyclomoteur ne doit pas être
surestimée. Il est donc bel et bien
possible de débrancher l'appareil
auditif. Mes collaborateurs
répertorient actuellement les
exceptions possibles et nous
attendons également l'avis du
Conseil supérieur des personnes
handicapées. Nous pourrions
peut-être envisager d'adopter une
mesure d'exception pour les
personnes qui portent un appareil
auditif.
01.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mevrouw de minister, ik dank u
voor het antwoord. Ik begrijp dat u bezig bent met de problematiek.
Het is nuttig dat u wacht op een advies van de Hoge Raad voor
Gehandicapte Personen omdat zij de situatie uiteraard van dichtbij
volgen. Hebt u een idee tegen wanneer de inventaris klaar kan zijn
en het advies binnen kan zijn?
01.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Quand pouvons-nous
espérer cet avis?
01.04 Minister Isabelle Durant: Het advies is één of twee weken
geleden gevraagd. Ik hoop dat ze binnen een maand kunnen
antwoorden. Op die basis en samen met andere elementen die niets
te maken hebben met gehandicapte personen, bijvoorbeeld
leveranciers, hoop ik binnen enkele maanden de evaluatie te maken
wat de uitzonderingen betreft die al dan niet moeten worden
toegestaan. Ik hoop dit binnen enkele maanden te kunnen besluiten.
01.04 Isabelle Durant, ministre:
La question a été posée, il y a une
ou deux semaines. J'attends une
réponse dans le mois. Nous
voulons terminer l'évaluation de
l'inventaire des dérogations dans
quelques mois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: La question B023 de Mme Trees Pieters est reportée à une date ultérieure.
02 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de herziening en actualisering van de omzendbrief CIR/GDF-01, uitgave 03/05/1994,
betreffende de modelluchtvaartsport" (nr. B027)
02 Question de M. Ferdy Willems à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la révision et l'actualisation de la circulaire CIR/GDF-01, publiée le 03/05/1994,
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
02.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, deze vraag betreft de rondzendbrief van 3 mei 1994 die aan
herziening toe is. Dit is een zaak die al besproken is met de
Nederlandstalige en Franstalige federaties van deze sporttak. Er is
een versie uitgewerkt door het Ministerie van Verkeer en
Infrastructuur over de vliegveld- en vliegverkeersregels. De
definitieve versie had er na een jaar van besprekingen tegen
september 2002 moeten zijn. De ontwerptekst is er. De laatste versie
die mij bekend is, dateert van 25 maart 2002. Ik heb informeel
vernomen van kennissen dat dit nog altijd niet is gepubliceerd. Voor
een leek als ik is het duidelijk dat hier toch wel zeer serieuze
problemen zijn.
Een eerste probleem is de plaats om op te stijgen en te landen
parallel aan de terreinen die moeten worden overvlogen. Volgens het
Vlarem Vlaamse wetgeving - is dit hinderlijk. Hier doen zich direct
twee fundamentele problemen voor. Ten eerste, alleen de gronden
waarover wordt gevlogen, zijn hinderlijk. Dit kan niet. Ten tweede,
hier wordt met twee maten gemeten, zegt men, want diezelfde
beperkingen gelden niet voor andere sporten die van de lucht
gebruikmaken zoals zweefvliegtuigen, sportvliegtuigen, ballonnen,
parapente, enzovoort. Dit zijn allemaal dingen die ook lawaaihinder
produceren. Er moet dus een onderscheid worden gemaakt tussen de
terreinen waar men opstijgt en landt en de terreinen waar men
overvliegt.
Een tweede groot probleem rijst rond de uren van activiteit. Het
Vlarem Vlaamse wetgeving stelt dat het verboden is van 7.00 uur
's avonds tot 7.00 uur 's morgens wegens geluidshinder. Onmiddellijk
doet zich hier een zeer groot bevoegdheidsprobleem voor. Dit is een
federale materie. Wat in de lucht gebeurt, is federale bevoegdheid;
wat op de grond gebeurt en de hinder op de grond is gewestmaterie.
Ingevolge de wet van 1937 is die rondzendbrief van 1994 er
gekomen. Hier is sprake van een conflict inzake bevoegdheden, een
overschrijding van de bevoegdheden. Het Vlarem zou de Vlaamse
bevoegdheden overschrijden.
Dat werd ook bevestigd door de Raad van State in 1993 en in 1997
in een aantal vonnissen van de rechtbanken van eerste aanleg van
Antwerpen en Gent. Het is ook conform de gewone natuurwet die
zegt dat men van september tot april met de huidige VLAREM-
regeling in de duisternis kan vliegen, wat dus niet kan. Precies om
die reden handhaaft het Bestuur van de Luchtvaart in andere
sectoren de regeling van 7 tot 7. Heel deze materie is uitgebreid aan
bod gekomen in het Vlaams Parlement en men is er daar ook niet
uitgeraakt.
Een derde en laatste groot probleem doet zich voor bij de
harmonisering van de federale en de Vlaamse wetgeving. Wanneer
het gaat om kwetsbare gebieden die worden aangetast ik heb het
onder andere over de vogelhabitat , is het duidelijk dat er een
uitdovend beleid moet komen. Voor niet-kwetsbare gebieden moeten
de clubs echter aan een terrein kunnen geraken. Eenendertig van de
51 clubs hebben daarom een aanvraag bij de gemeentebesturen
gedaan, maar ze krijgen geen antwoord. Het gemeentebestuur zegt
slechts dat het niet tot haar materie of haar bevoegdheid behoort. Op
02.01 Ferdy Willems (VU&ID):
Les amateurs d'aéromodélisme
sont confrontés à certains
problèmes dans l'exercice de leur
hobby. C'est la raison pour
laquelle il a été procédé à une
révision et à une actualisation de
la circulaire CIR/GDF-01, en
collaboration avec les fédérations
néerlandophone et francophone
d'aéromodélisme, la VML et
l'AAM. La nouvelle circulaire était
attendue pour septembre 2002,
mais elle n'a toujours pas été
publiée. Le dernier projet de texte
date du 25 mars 2002.
Un premier problème concerne
l'agréation des pistes
d'atterrissage et les nuisances
provoquées au-dessus des
parcelles survolées. Selon la
norme VLAREM, l'aéromodélisme
est source de nuisances, mais pas
les autres activités aériennes. En
ce qui concerne les heures
d'activité, il y a un conflit de
compétences, comme l'a d'ailleurs
confirmé le Conseil d'Etat. En
outre, les clubs concernés se
trouvent dans une situation
d'insécurité juridique.
Cette matière a déjà été
examinée au Parlement flamand
mais là non plus, aucune solution
n'a pu être dégagée. La nouvelle
circulaire devrait permettre de
résoudre tous ces problèmes.
La concertation relative au projet
de texte du 25 mars 2002 est-elle
terminée? Quand cette circulaire
essentielle sera-t-elle publiée et
quand prendra-t-elle ses effets?
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
die manier blijft de rechtsonzekerheid bestaan.
Bovendien is de Vlaamse wetgeving strenger dan de Waalse,
waardoor Vlaamse beoefenaars van deze sport uitwijken naar
Wallonië. Dat is ook uitgebreid aan bod gekomen in het Vlaams
Parlement in februari 1999 en recent nog op 10 december 2002 toen
het handelde over lawaaihinder en sport. Minister Dua van het
Vlaams Gewest kwam daar tot zeer terechte vaststellingen. Ze stelde
dat er aan twee zijden ergernis bestond. Enerzijds zijn er de
beoefenaars van deze sport die zeggen dat ze feitelijk in de
onwettelijkheid zitten en zich dus in een heel moeilijke situatie
bevinden. Anderzijds is er de burger die geen geluidshinder in zijn
buurt wenst. Minister Dua probeert beide partijen te verzoenen door
in het vooruitzicht te stellen dat er in Vlaanderen beoordelingscriteria
en multifunctionele terreinen moeten komen.
Dat zijn allemaal maar plannen. Het zijn weliswaar goede plannen,
maar intussen staat men op het terrein nergens. Vandaar dat de
circulaire die ik heb gelezen, een oplossing kan bieden. Voor deze
sport althans biedt deze circulaire een duidelijke uitweg. Hij regelt
bijna alles: de categorieën, de aanvraagprocedure en de
exploitatievoorwaarden.
Belangrijk is ook dat de rondzendbrief uitdrukkelijk bepaalt dat de
toelating moet worden gegeven door het Bestuur van de Luchtvaart.
Verder bepaalt de rondzendbrief wat hinder is, welke terreinen
mogen gebruikt worden en legt een beperking op van zonsondergang
tot zonsopgang.
Mevrouw de minister, is deze onderhandelingsronde afgerond? Is de
rondzendbrief van maart 2002 definitief? Werd terzake nog overleg
gepleegd? Werd de Vlaamse regering bij het overleg betrokken?
Moet dat nog gebeuren? Indien de rondzendbrief definitief is, zal hij
gepubliceerd worden? Dat is immers broodnodig om de mensen op
het terrein uit de onwettelijkheid te halen. Dit kan een klein probleem
lijken. Voor deze sport is het echter een groot probleem omdat ze
zich in de totale onwettelijkheid bevindt en er niet uitraakt, zelfs niet
na raadpleging van gemeente- en provinciebesturen.
02.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, ik dank de
heer Willems voor de vraag die mijn aandacht vestigt op sommige
problemen en mij de mogelijkheid biedt een stand van zaken toe te
lichten.
Aanvankelijk was de afronding van de herziening van de bewuste
rondzendbrief gepland in het najaar 2002. Dit werk heeft vertraging
opgelopen wegens andere prioriteiten van de betrokken diensten,
onder meer wegens de internationale gevraagde en opgelegde
certificatie van de luchthavens. Het directoraat-generaal Luchtvaart
werkt aan een actualisatie van deze rondzendbrief betreffende de
modelluchtvaart en heeft de intentie de nieuwe rondzendbrief tegen 1
juli 2003 van kracht te laten worden.
Mijnheer Willems, de door u vermelde knelpunten worden allemaal
herzien. Een contactvergadering waarop de Nederlandstalige en de
Franstalige Federatie voor Modelluchtvaartsport, het Vlaams
ministerie van Sport en het federale departement van
Landsverdediging zullen worden uitgenodigd, is gepland op 25 maart
02.02 Isabelle Durant, ministre:
L'élaboration de la nouvelle
circulaire a accusé du retard en
raison d'autres priorités des
services concernés, comme la
certification internationale des
aéroports. Le directorat général de
la navigation aérienne a l'intention
de faire entrer en vigueur la
circulaire, dans laquelle tous les
problèmes sont abordés, pour
juillet 2003.
A l'issue de la réunion de contact
exploratoire avec les fédérations
néerlandophone et francophone
d'aéromodélisme, le ministère
flamand des Sports et le
département fédéral de la
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
2003 op het BLOSO.
Na deze verkennende ronde waarop vooralsnog slechts één Gewest,
waar de knelpunten zich situeren, werd uitgenodigd, moeten ook de
andere Gewesten geraadpleegd worden. Ondanks het krappe
tijdsschema hoopt het directoraat-generaal Luchtvaart de gestelde
tijdslimiet van zomer 2003 te halen. Zolang blijft de huidige
rondzendbrief van kracht.
Ik hoop en zal er druk op zetten om tegen juli 2003 te kunnen
afronden en een nieuwe omzendbrief te kunnen publiceren met
nieuwe maatregelen omtrent de verschillende elementen waarover u
uw vraag stelt.
Défense nationale, le 25 mars, les
autres Régions devront encore
être consultées.
J'espère que la nouvelle circulaire
sera prête pour la fin du mois de
juin. L'ancienne circulaire restera
en vigueur jusqu'à ce moment-là.
02.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de minister, ik ben
bijzonder tevreden met uw antwoord. U onderkent de problemen die
ik heb geschetst. U stelt dat die er inderdaad zijn. Er is inderdaad een
internationale dimensie. Er is een dimensie naar het Vlaamse
Gewest. Dat onderkent u ook. Ik verheug mij over de datum, 1 juli
2003, als u die haalt. Uw werkkracht kennende is het mogelijk dat u
die datum haalt, want het is nodig. Op dit terrein zit men in de
onwettelijkheid. Ik zou dan ook willen vragen aan de overheid dat
men, tot die circulaire is gepubliceerd, een zeker gedoogbeleid voert,
dat men niet gaat verbaliseren of vervelend gaat doen, want het zijn
niet de clubs die in de fout zijn gegaan. Zij kunnen er ook niet aan
doen dat er een heel ingewikkeld juridisch kluwen ontstaat tussen
Gewest en Gemeenschappen. Zij mogen daar het slachtoffer niet
van zijn. Als ik dat allemaal uit uw antwoord mag begrijpen, dan ben
ik zeer tevreden met uw antwoord en kijk ik met belangstelling uit
naar de oplossing van dit probleem.
02.03 Ferdy Willems (VU&ID):
Je suis très satisfait de cette
réponse. La ministre reconnaît la
problématique qui revêt, en effet,
une dimension internationale et
interrégionale et elle promet de
trouver rapidement une solution.
En attendant la nouvelle
circulaire, je plaide en faveur de la
mise en oeuvre, sur le terrain,
d'une politique de tolérance. Le
désordre juridique entre les
Communautés et les Régions
n'est pas imputable aux clubs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les nuisances provoquées par la SNCB" (n° B072)
03 Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de door de NMBS veroorzaakte hinder" (nr. B072)
03.01 Josy Arens (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, les habitants de plusieurs rues riveraines à la gare d'Arlon
subissent les importantes nuisances sonores dues à la présence
d'engins de traction diesel de la SNCB qui sont en stationnement et
en fonctionnement continu à proximité de cette gare.
Si je m'adresse à vous, c'est parce qu'au niveau de la SNCB, ces
nuisances sont minimisées, alors qu'elles sont confirmées par les
mesures effectuées par la police de l'environnement de la Région
wallonne. Le rapport technique du mesurage daté du 6 février 2003
constate un bruit continu préoccupant, en raison du niveau sonore
élevé et de la durée de ces émissions. Les riverains estiment, à juste
titre, qu'ils n'ont pas, en plein tissu urbain, à subir ces conséquences.
Il faut savoir qu'auparavant ces locomotives stationnaient à Stockem
en pleine campagne.
Madame la ministre, pourquoi ce déplacement? Que comptez-vous
faire pour supprimer ces nuisances à Arlon?
03.01 Josy Arens (cdH):
Volgens het technisch verslag van
de milieupolitie van het Waals
Gewest van 6 februari 2003
veroorzaakt de aanwezigheid van
tractievoertuigen van de NMBS
geluidshinder in de buurt van het
station van Aarlen.
Wat bent u van plan te doen om
die geluidshinder in Aarlen te
verhelpen?
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
03.02 Isabelle Durant, ministre: Madame la présidente, monsieur
Arens, je confirme vos propos. Depuis l'installation des conducteurs
diesel à Arlon, en date du 15 décembre dernier, il existe
effectivement un problème au niveau des nuisances sonores
engendrées par ce matériel diesel qui stationne actuellement à Arlon.
Il est vrai qu'en période de gel, il est techniquement indispensable de
faire tourner ces machines de minuit à quatre du matin au moins
pour qu'elles puissent démarrer le matin.
Des mesures ont été prises mais il semble qu'elles sont insuffisantes
par rapport au problème qui se pose. Dès lors, des instructions
strictes seront données aux conducteurs pour que les locomotives
diesel soient arrêtées le soir, dès que leur maintien en
fonctionnement n'est plus justifié par les basses températures, dont
la limite est fixée au-dessus de 5°C.
Si leur maintien en fonctionnement est tout à fait indispensable, des
instructions seront également données pour que, dans toute la
mesure du possible, leur stationnement à Stockem, où il est possible
de les faire tourner sans déranger le voisinage, puisse être effectué,
comme vous le suggériez d'ailleurs dans votre question.
Deux éléments pour conclure: d'abord faire procéder au transfert du
ce matériel et, ensuite, si quelques engins devaient, d'un point de
vue strictement technique, rester basés à Arlon, limiter leur
fonctionnement en fonction des températures. La première mesure
vise évidemment leur déplacement.
03.02 Minister Isabelle Durant:
Er is inderdaad geluidshinder.
Omdat het vriest moeten de
dieselmotoren van middernacht
tot 4 uur 's morgens draaien. De
treinbestuurders zullen de
opdracht krijgen de motoren 's
avonds stil te leggen, op
voorwaarde dat de
weersomstandigheden het
toelaten en dat is tot 5 °C. Als
de huidige situatie dient te worden
gehandhaafd, zal de terugkeer
naar Stockem worden overwogen.
03.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie
pour cette réponse. Je vous signale à nouveau que, jusqu'au 15
décembre, le fonctionnement de ces machines ne posait aucun
problème à partir de Stockem. Dès lors, j'espère qu'une solution sera
trouvée pour les déplacer à Stockem car, je le répète, elles sont en
plein tissu urbain, au centre de la ville d'Arlon, où elles fonctionnent
nuit et jour.
Le printemps étant proche, nous ne devrions plus connaître de
gelées trop fortes. Je compte néanmoins sur vous. Si j'ai bien
compris votre réponse, vous allez tout mettre en oeuvre pour qu'il y
ait le moins de nuisances sonores possibles dans l'immédiat et, s'il le
faut, vous prendrez les mesures nécessaires pour reconduire ces
locomotives à Stockem.
03.03 Josy Arens (cdH): Tot 15
december werden de voertuigen
in Stockem geparkeerd en ging
alles zeer goed. In Aarlen zitten
we echter midden in de stad!
03.04 Isabelle Durant, ministre: Comme vous le savez, je ne
dispose d'aucun pouvoir décisionnel en la matière, mais des
instructions seront, en tout cas, données pour que ce matériel ne soit
pas utilisé de manière injustifiée et pour qu'il soit déplacé en tout ou
en partie vers Stockem. Par ailleurs, je ne suis pas davantage
ministre de la Météo. J'espère que la température ne descendra pas
en dessous de 5° C et qu'une solution structurelle sera trouvée,
indépendamment de la question conjoncturelle de la météo.
03.04 Minister Isabelle Durant:
Er zullen richtlijnen worden
gegeven met de bedoeling een
structurele oplossing uit te werken.
03.05 Josy Arens (cdH): Jusqu'à présent, la SNCB a minimisé ces
problèmes, mais j'estime qu'ils sont réels au coeur d'Arlon. Dès lors,
comme vous êtes souvent sur la bonne voie, j'espère qu'une solution
sera rapidement trouvée.
03.05 Josy Arens (cdH): De
NMBS minimaliseert de hinder,
die nochtans een feit is. Ik hoop
dat snel een oplossing kan worden
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gevonden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van de heer Jan Eeman aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de afschaffing van autotreinen en nachttreinen vertrekkende vanuit Denderleeuw" (nr. B073)
04 Question de M. Jan Eeman à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la suppression des auto-trains et des trains de nuit au départ de Denderleeuw"
(n° B073)
04.01 Jan Eeman (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, de raad van bestuur van de NMBS besliste op 14 februari
jongstleden om vanaf 14 december 2003 geen door de NMBS
georganiseerde autotreinen en internationale nachttreinen meer aan
te bieden. Dat heeft in de eerste plaats tot gevolg dat er zich een nog
grotere wegbelasting zal voordoen en dit vooral tijdens het weekend
en de verlofperiodes. Ik denk dat dat indruist tegen alle terechte
verkeersdoeleinden. Ongeveer 80.000 reizigers zullen immers
uiteindelijk aangewezen zijn op andere verkeersmodi, met uiteraard
alle moeilijkheden van dien.
Ten tweede, de betrokken werknemers van Wagonlits het zijn er
ongeveer 180 als mijn inlichtingen juist zijn dreigen hun job te
verliezen.
Ten derde, de betrokken werknemers van de NMBS, met
uitzondering van de treinbestuurders en de treinwachters, zouden
eveneens hun werk kunnen verliezen en/of van standplaats moeten
veranderen.
Ten slotte zal uiteraard de plaatselijke horeca daaronder lijden.
Gelet op het voorgaande wil ik de volgende vragen stellen. Ten
eerste, wat is de uiteindelijke reden van stopzetting van deze
activiteit? Immers, indien u mij zoals ik vermoed zal antwoorden
dat de hoofdreden de reële verliescijfers terzake is, vernam ik graag
waarom de NMBS een viertal jaar geleden deze zogenaamde
"risicoactiviteit" op stapel zette en zelfs uitbouwde. Daar is de logica
wat mij betreft toch heel ver zoek.
Ten tweede, welke zijn de ontvangsten en uitgaven verbonden aan
deze activiteiten voor de jaren 2000, 2001 en 2002 voor
Denderleeuw en voor de andere vestigingsplaats, met name
Bressoux?
Ten derde, welke investeringswerken werden uitgevoerd in
Denderleeuw en wat is de kostprijs hiervan voor dezelfde jaren?
Ten vierde, welke zijn de eventuele gevolgen voor de
personeelsleden tewerkgesteld in de omgeving van het station
Denderleeuw?
Ten vijfde, wat gebeurt er met de in dat verband door de NMBS
aangelegde infrastructuur en meer bepaald de parkings en de
opvanglokalen?
04.01 Jan Eeman (VLD): Le
conseil d'administration de la
SNCB a décidé de supprimer, à
partir du 14 décembre 2003, les
auto-trains et les trains de nuit
internationaux. Par conséquent,
les routes seront plus encombrées
avec toutes les conséquences
déplorables qui s'ensuivent. Les
employés de Wagon-Lits risquent
de se retrouver sur le carreau. Il
est possible que les travailleurs
concernés de la SNCB subissent
des mutations ou perdent leur
emploi. Enfin, l'horeca local s'en
ressentira.
Quelle est la raison de cette
cessation d'activités? C'est la
SNCB elle-même qui a mis sur
pied cette "activité à risques" voici
environ quatre ans.
Quelles étaient les recettes et les
dépenses de cette activité, en
2000, 2001 et 2002, pour
Denderleeuw et Bressoux? Quels
travaux d'infrastructure ont été
réalisés à Denderleeuw? Quel
était le coût de ces travaux, en
2000, 2001 et 2002? Quelles sont
les conséquences de cette
situation pour le personnel de
Denderleeuw? Que devient
l'infrastructure utilisée par la
SNCB à Denderleeuw? Pourquoi
ne pas envisager de conserver
quand même les lignes rentables?
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Ten slotte, waarom wordt niet overwogen om de paar rendabele
lijnen voorlopig te behouden?
04.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega's,
met uitzondering van het grensoverschrijdend vervoer, dat ik als
dusdanig heb opgenomen in de wet, vormt het internationaal vervoer
van reizigers geen opdracht van openbare dienst. Dat is natuurlijk
een beperking wat de aandeelhouder betreft. In afwachting vindt de
NMBS dat de activiteit rendabel moet zijn. Zij slaagt er niet in deze
activiteit rendabel te maken en dit zowel om redenen die verband
houden met de concurrentie van de luchtvaart als met de
beheerskeuze.
Rekening houdend met de weinig rendabele resultaten van
Denderleeuw stel ik mij in dit opzicht bijvoorbeeld ernstige vragen
over het klantenverlies dat kon zijn veroorzaakt door bijvoorbeeld de
sluiting van de autoslaaptreinterminal van Schaarbeek die gelegen is
in de hoofdstad van Europa en zowel per auto als per trein goed
bereikbaar is.
Mijnheer Eeman, ik lees u het antwoord van de NMBS inzake haar
bevoegdheden op uw vragen voor. Ik geef een samenvatting van de
analyse van de NMBS. Sinds enkele jaren moest de NMBS steeds
meer van haar nachttreinen op eigen risico inleggen met betaling van
alle kosten tot de eindbestemming. Hiertegenover stond wel dat ook
alle inkomsten voor de NMBS bestemd zijn. De NMBS wordt hierbij
echter geconfronteerd met steeds sneller toenemende kosten voor
het rijden van haar treinen in het buitenland waardoor de verbetering
van de rentabiliteit zoals vereist voor het realiseren van de break
even van deze commerciële nachtactiviteit, onmogelijk is geworden.
Ik heb u eveneens de tabel van Denderleeuw en Bressoux van 2000-
2001-2002 gegeven.
De weerslag van de afschaffing van deze activiteiten voor het
personeel wordt op dit ogenblik geanalyseerd. Zodra de effectieve
personeelsleden van een werkzetel overtallig worden, worden de
specifieke beschikkingen van het statuut van de wegens afschaffing
van betrekking van bediende van toepassing. Dit reglement bepaalt
onder meer de manier van aanwijzing van beschikbare bedienden,
de voorwaarden voor wederaanstelling van de bedienden op een
definitieve of tijdelijke vacante post van zijn/haar graad. Ingeval
dergelijke wederaanstelling niet mogelijk is, moet een tijdelijke
"wederbenuttiging" in een vacante betrekking van een andere graad
overwogen worden. De wederaanstelling en de tijdelijke
"wederbenuttiging" zullen bij voorkeur geschieden in het district
waartoe de bediende behoort en mogen geen afwezigheid uit de
woonplaats van meer dan 12 uur voor gevolg hebben. In afwachting
van de wederopname in het functionele kader worden de beschikbare
bedienden voorlopig herbenuttigd om occasionele werken uit te
voeren. Bij zijn/haar reïntegratie in het voorvermeld kader kan de
bediende onder bepaalde voorwaarden bepaalde toelagen,
vergoedingen of compensatie in tijd bekomen. Dat is de regelgeving
die moet worden uitgevoerd in het kader van verplaatsing van
personeel.
Dit zijn de elementen van antwoord, de cijfers en bepalingen waarin
voorzien is in het kader van verplaatsing van personeel en de
analyse van de NMBS met betrekking tot haar bevoegdheden inzake
04.02 Isabelle Durant, ministre:
Les transports internationaux ne
font pas partie des missions d'une
société de transports publique. Le
développement de cette activité
constitue un choix politique propre
à la SNCB.
Cette activité a cessé d'être
rentable en raison de la
concurrence des transports
aériens. Le fait que Denderleew
n'ait plus été rentable a peut-être
un rapport avec la fermeture de la
gare de transit auto de
Schaerbeek, qui était très
fréquentée.
La SNCB m'a elle-même
communiqué qu'elle devait
affréter de plus en plus de trains
de nuit à ses propres risques et en
assumer tous les coûts jusqu'à la
destination finale. En raison de
l'augmentation des coûts pour les
trains circulant à l'étranger, ceux-
ci ne sont toutefois plus rentables
et il est devenu impossible
d'atteindre un point d'équilibre.
En ce qui concerne les recettes et
les dépenses pour Denderleeuw et
Bressoux, je transmettrai un
tableau à M. Eeman.
Les conséquences pour le
personnel sont à l'examen. Tous
les travailleurs seront traités
conformément au règlement et en
respectant le statut dans la
mesure du possible.
Les membres du personnel dont le
poste sera supprimé seront de
préférence réaffectés ou
temporairement placés en
instance de réutilisation dans le
district de leur domicile. On
tentera de veiller à ce que leur
mission ne les éloigne pas plus de
12 heures de leur foyer. Dans
l'attente d'un véritable
rengagement, il peut être
demandé au personnel d'effectuer
des missions occasionnelles.
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
commerciële activiteiten en de raming van de rentabiliteit van deze
diensten.
04.03 Jan Eeman (VLD): Mevrouw de minister, alhoewel u een
aantal gegevens hebt meegedeeld, wens ik nog een aantal
bijkomende vragen te stellen en bemerkingen te maken.
Het basisprincipe dat de Spoorwegen privé-vervoer niet als
doelstelling voor ogen moeten houden is correct. Dat was echter 4
jaar geleden niet anders. Ik begrijp de "statutaire bocht" die werd
genomen niet. Ik herhaal dat 4 jaar geleden privé-vervoer evenmin
een prioriteit van de NMBS was.
Dat is dus onbetwistbaar een reëel feit.
Ten tweede, u hebt natuurlijk terecht verwezen naar wat de NMBS u
als dusdanig doorgeeft, maar ik leid er toch uit af dat voor bepaalde
personeelsleden er zich heel wat situaties zullen voordoen die
allesbehalve comfortabel zullen zijn.
Ten derde, ik heb niets gehoord over eventueel meer rendabele
lijnen die toch nog zouden kunnen in dienst worden gehouden. Ik
weet niet wat de NMBS daarmee al dan niet nog zinnens zou zijn.
04.03 Jan Eeman (VLD): Je
comprends le principe de base de
la SNCB le transport privé n'est
pas obligatoire mais c'était tout
de même déjà le cas il y a quatre
ans. Il s'agit d'un tournant sur le
plan statutaire.
Le personnel sera quand même
confronté à un certain nombre de
situations inconfortables.
La ministre n'a pas réagi à la
proposition de ne pas fermer les
lignes rentables.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de compensatie door de federale overheid van de kortingbonnen die de NMBS zijn
klanten aanbiedt" (nr. B090)
05 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la compensation par les autorités fédérales des bons de réduction offerts par la
SNCB à ses clients" (n° B090)
05.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, eind vorig jaar heeft de regering de NMBS een
kortingsysteem opgelegd voor pendelaars met abonnementen. Er
moesten kortingbonnen worden uitgereikt. Wij hebben toen via de
pers vernomen dat de gedelegeerd bestuurder hier, weliswaar
schoorvoetend, op is ingegaan. Hij drukte de wens uit dat de regering
hier tijdens haar begrotingscontrole over zou spreken om het nieuwe
systeem, dat ongeveer 11 miljoen euro zou kosten, te compenseren.
Ik heb u de afgelopen week in de pers horen verklaren dat u blij was
dat de NMBS niet voort moest inleveren in het kader van de
begrotingscontrole. Ik heb u echter niets horen zeggen over dit
aspect, namelijk of die compensatie zou opgenomen zijn in de
begrotingscontrole. Ik heb dan ook een aantal concrete vragen aan u.
Bent u het ermee eens dat de federale Staat die kosten op zich moet
nemen zoals afgesproken? Zo ja, zal dit nog gebeuren in het kader
van de begrotingscontrole? Zo neen, waarom niet? Bent u het er in
dat geval mee eens dat de NMBS afziet van de invoering van dat
nieuwe kortingsysteem?
Hebt u er bij uw collega's op aangedrongen dat dat ook daadwerkelijk
zou gebeuren?
05.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
D'après l'administrateur délégué,
M. Karel Vinck, le pouvoir fédéral
doit trouver, lors du contrôle
budgétaire, un moyen de
compenser les coûts de
l'introduction obligatoire du
système des bons de réduction,
soit 11 millions d'euros.
La ministre accepte-t-elle cette
compensation? Est-elle inscrite
dans le cadre du contrôle
budgétaire? Quand la SNCB
disposera-t-elle de ces fonds? Si
la compensation est rejetée, la
ministre acceptera-t-elle la
suppression de ce système par la
SNCB? Combien la mise en
oeuvre du système a-t-elle déjà
coûté à la SNCB?
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Als de federale Staat die kosten op zich neemt, wanneer kan de
NMBS dan over dat geld beschikken?
Hebt u er een idee van hoeveel de NMBS op dit ogenblik reeds heeft
uitgegeven om het systeem op te starten? Ik heb begrepen dat er
vele brieven verstuurd zijn naar de pendelaars. Blijkbaar waren deze
brieven niet erg duidelijk of doorzichtig, maar dat is een ander
probleem. Er is ook geïnvesteerd op het vlak van de automatisering.
Kunt u ons daar iets meer over vertellen?
05.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega's, wij
hebben inderdaad beslist om de trouwe treinkaarthouders een
waardebon van 10% van een jaartreinkaart toe te kennen. Het doel
van deze maatregel is de duurzame mobiliteit te bevorderen. Het
kortingsysteem is sinds begin januari van toepassing. De bedoeling is
de stijging van het gebruik van de trein met 11% in de voorbije drie
jaar te verankeren en zo een bijdrage te leveren tot het woon-
werkverkeer. De tarieven zijn niet het enige maar toch een belangrijk
element van de klantenbinding.
Rekening houdend met de financiële toestand van de NMBS en met
de beslissing van de regering werd door de raad van bestuur van de
NMBS op 20 december 2002 beslist dat die maatregel alleen kan
worden toegepast als de federale staat de kosten ervan op zich
neemt en de NMBS volledig compenseert. Het is een noodzakelijke
voorwaarde om het kortingsysteem dat al sinds begin januari van
toepassing is te behouden.
De maatregel wordt gecompenseerd door een vermindering van de
dividenden die de NMBS moet betalen aan de Financière HST, zoals
voorzien in de programmawet, en de raad van bestuur van de NMBS
heeft deze formule op 7 februari aanvaard.
05.02 Isabelle Durant, ministre:
L'objectif de l'introduction du bon
de valeur de 10% est de favoriser
la mobilité durable et de renforcer
la relation avec les clients.
Le 20 décembre 2002, la SNCB a
déclaré que le pouvoir fédéral doit
assumer les coûts de cette
opération. Les dépenses liées au
système de réduction sont
compensées par une diminution
des dividendes imposées à la
SNCB pour le financement du
TGV, ce qui était d'ailleurs prévu
dans la loi-programme. Le conseil
d'administration de la SNCB a
souscrit à cette mesure le 7
février dernier.
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, u hebt
gezegd dat de compensatie gebeurt door de vermindering van de
dividenden zoals voorzien in de programmawet. U hebt mij echter
niets verteld over de wijze waarop het kostensysteem op dit ogenblik
uitgebouwd wordt. Ik weet dat de raad van bestuur nadat wij de
programmawet besproken hebben, ergens half december, op 20
december beslist heeft om die maatregel door te voeren op
voorwaarde dat ze volledig voor de kosten zou worden
gecompenseerd.
Op dat ogenblik was die regel uit de programmawet toch al bekend.
Ik heb intussen altijd begrepen dat de heer Vinck blijkbaar rekent op
een rechtstreekse compensatie van die kosten, maar ik heb daar op
dit ogenblik onvoldoende zicht op. Ik ga zeker natrekken of de heer
Vinck hiermee akkoord is gegaan, temeer daar u zegt dat de raad
van bestuur blijkbaar op 7 februari die regel heeft aanvaard. Ik zal
zeker verder natrekken of dit hiermee bedoeld werd.
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
La ministre n'a fourni aucune
information sur la façon dont le
système des frais est organisé.
Quand la SNCB a estimé, le 20
décembre, que le pouvoir fédéral
devrait prendre les coûts en
charge, le contenu de la loi-
programme qui, selon la ministre,
reprenait notamment la mesure
compensatoire, n'était-il pas déjà
connu connu?
Je croyais que M. Vinck visait
plutôt une compensation directe.
Je vais vérifier cela.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het strategisch comité bij de NMBS" (nr. B091)
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
06 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le comité stratégique de la SNCB" (n° B091)
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, in de wet op de overheidsbedrijven hebt u inderdaad
voorzien in het strategisch comité. Ik heb echter begrepen dat er hier
nog altijd problemen rijzen. Het gaat dan vooral over de
samenstelling. Is het strategisch comité zoals het voorzien is in de
gewijzigde wet op de NMBS reeds samengekomen in zijn nieuwe
samenstelling? Zo ja, hoe is het nu precies samengesteld? Graag
had ik de namen van de afgevaardigden van de verschillende
vakorganisaties gekend.
Ik heb onlangs in de pers gelezen dat het comité nog niet definitief
samengesteld zou zijn. Ik dacht dat het in een interview met de heer
Schouppe was. Ik las daar dat het zo zou zijn dat de raad van
bestuur bepaalde strategische beslissingen pas kan nemen als zij
een voorafgaand advies van het strategisch comité gekregen heeft.
U heeft dat ook in de wet voorzien. Kan u vertellen hoe vaak het
comité reeds is samengekomen en over welke dossiers het comité
zich reeds gebogen heeft?
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
A la suite de la loi sur les
entreprises publiques, la SNCB
doit créer un comité stratégique.
Quand ce comité nouvellement
constitué s'est-il réuni pour la
première fois? Le comité est-il
composé réglementairement? La
ministre peut-elle me
communiquer les noms des
délégués syndicaux? La
composition actuelle est-elle
définitive?
Le conseil d'administration peut-il
prendre des décisions
stratégiques sans l'avis du comité
stratégique? Combien de fois le
comité s'est-il réuni et quels
dossiers ont-ils été discutés?
06.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega's, het
strategisch comité werd op 20 december 2002 aangesteld,
overeenkomstig artikel 161 ter § 5 van de wet van 21 maart 1991. De
programmawet van 25 december 2002 heeft de samenstelling van dit
comité gewijzigd.
Het comité vergaderde voor het eerst in zijn nieuwe samenstelling op
17 januari 2003. Het strategisch comité is geldig samengesteld
omdat artikel 161 ter § 7 erin voorziet dat het strategisch comité om
geldig te zijn samengesteld, moet bestaan uit minstens 10 benoemde
leden. Momenteel bestaat het uit 14 leden. Deze 14 zijn 10 leden van
de raad van bestuur en 4 leden van het directiecomité. De
vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties werden nog niet
benoemd bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
De vakbondsorganisaties werden verzocht hun vertegenwoordigers
voor te stellen. Twee organisaties hebben echter niet geantwoord.
Het strategisch comité komt op geldige wijze samen en verschaft
adviezen aan de raad van bestuur over de strategische keuze die de
raad van bestuur moet maken. Het strategisch comité heeft reeds
vier keer vergaderd. Dat gebeurde op 20 december 2002, op 17
januari 2003, op 7 februari 2003 en 14 februari 2003. Het heeft de
volgende dossiers besproken: het ontwerp van huishoudelijk
reglement, de exploitatiebegroting voor 2003, het investeringsbudget
voor 2003, het dossier-ABX en het schrappen van de klassieke
nachttreinen.
06.02 Isabelle Durant, ministre:
Le comité stratégique a été
installé le 20 décembre 2002. La
loi-programme de 2002 en a
modifié la composition. Il doit
compter au moins 10 membres. A
l'heure actuelle, 14 membres font
partie de ce comité: dix membres
du conseil d'administration et
quatre du comité de direction. Les
délégués syndicaux ne sont pas
encore nommés, les deux
organisations syndicales ayant
omis de répondre à la demande
de désigner un représentant. Le
comité s'est réuni à quatre
reprises, le 17 janvier pour la
première fois dans sa nouvelle
composition. Les dossiers
suivants ont été examinés: le
règlement d'ordre intérieur, le
budget d'exploitation pour 2003, le
budget d'investissements pour
2003, ABX et la suppression des
trains de nuit classiques.
06.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, ik begrijp
dat er een probleem blijft bestaan bij de afvaardiging van de
vakbondsorganisaties. Het strategisch comité is door u opgericht
precies om de vakorganisaties uit de raad van bestuur te krijgen. Ze
zouden echter wel afgevaardigd worden in het strategisch comité en
zouden daar een belangrijke invloed hebben in verband met een
aantal toch wel heel belangrijke beleidsbeslissingen die tot de
06.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le comité stratégique a été créé
pour écarter les organisations
sociales du conseil
d'administration. Par le biais du
comité, ils devraient toutefois
continuer à exercer une influence
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
bevoegdheid van het strategisch comité behoren.
Het is nu toch wel heel merkwaardig om vast te stellen dat het in
feite alleen de leden van de raad van bestuur en de leden van het
directiecomité zijn die in de gewijzigde samenstelling bijkomend zijn
opgenomen. Ze vormen hier in feite een doublure van de raad van
bestuur. Het strategisch comité dat in feite uit de raad van bestuur
bestaat, adviseert de raad van bestuur en adviseert dus in feite
zichzelf. Ik maak mij toch zorgen over de wijze waarop de
vakorganisaties bij de toch wel heel belangrijke herstructurering van
de NMBS betrokken worden.
In de pers las ik vandaag nog dat zij absoluut niet tevreden zijn over
de wijze waarop de directie en de raad van bestuur op dit ogenblik
discussiëren over een aantal herstructureringen en afvloeiingen in
het bedrijf die hoe dan ook zullen plaatsvinden. Bij die discussies zijn
de vakorganisaties uiteindelijk niet betrokken. U geloofde toch in die
optie, in die samenstelling? Ik vraag mij af hoe u die impasse zal
kunnen doorbreken wat de samenstelling en de afvaardiging van de
twee vakorganisaties betreft.
considérable. Comme il n'y pas de
délégués syndicaux au sein du
comité, la ministre n'a pas atteint
son objectif.
A présent, le comité stratégique
fonctionne, en quelque sorte,
comme une doublure du conseil
d'administration. Ce dernier se
conseille donc lui-même. Les
organisations syndicales ne sont
pas impliquées dans les
discussions relatives à la
restructuration et aux
licenciements.
06.04 Minister Isabelle Durant: Ik wil geen confusie tussen het
strategisch comité en haar bevoegdheden, en discussie in de
paritaire commissie wat betreft specifieke
tewerkstellingsproblematiek. Die problematiek bestaat uiteraard.
Zoals in alle discussies tussen directie en vakbonden in dit geval in
het kader van het ondernemingsplan is het niet gemakkelijk en
komen er altijd wel enkele problemen voor. Toch is in overleg
voorzien, maar dat verloopt in het kader van een andere instantie
dan die van het strategisch comité. Die instantie is natuurlijk de
paritaire commissie, die blijft bestaan en verder werkt. Het gaat dus
niet om de problematiek van de herstructurering die problemen kan
geven in verband met de niet-benoeming van de
vakbondsorganisatievertegenwoordigers. Zij geven mij geen naam,
dus ik kan die benoeming niet forceren. Ze moeten mij een naam
geven om benoemd te kunnen worden. Tot nu toe denk ik dat u de
discussie in verband met het ondernemingsplan niet moet verwarren
met de afwezigheid van de vakbondsorganisatie in het kader van het
strategisch comité. Dat zijn twee verschillende zaken.
06.04 Isabelle Durant, ministre:
Une concertation est bel et bien
prévue entre les syndicats et la
direction à propos de la
problématique de l'emploi.
L'organe approprié est la
commission paritaire.
Mme Brepoels mélange deux
éléments: la problématique du
comité stratégique, d'une part, et
la discussion relative au plan
d'entreprise, d'autre part.
06.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Ik stel alleen maar vast dat die
wijziging van de wet, die u toch zeer belangrijk hebt genoemd,
uiteindelijk niet lukt. U bereikt in feite niet wat u in het Parlement aan
ons vooropgesteld hebt.
06.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
La ministre n'a pas atteint les
objectifs qu'elle avait promis au
Parlement d'atteindre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het executief comité van de ministers van Mobiliteit" (nr. B092)
07 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le comité exécutif des ministres de la Mobilité" (n° B092)
07.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, het executief comité van de ministers van Mobiliteit
kwam ook aan bod in het samenwerkingsakkoord dat tussen de
federale Staat en de Gewesten over het investeringsplan werd
07.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Dans l'accord de coopération
relatif au plan d'investissement de
la SNCB, conclu entre l'Etat
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
afgesproken. Daarover had ik ook graag wat meer informatie
gekregen, met name of het nu effectief is opgericht en hoe en
wanneer het samenkomt. Ik zou ook graag willen weten of er een
reglement van interne orde is, waardoor de gewestminister ook de
mogelijkheid heeft een initiatief te nemen om het comité samen te
roepen. Is dat al gebeurd? Zo ja, door wie? Over welke dossiers
heeft het comité tot nu toe reeds beraadslaagd? Welke projecten
hebben de gewestministers reeds ingediend in het kader van de
cofinanciering en/of de préfinanciering, zoals bepaald in het
samenwerkingsakkoord?
fédéral et les Régions, il a été
convenu de créer un Comité
exécutif des ministres de la
Mobilité. Quand ce comité a-t-il
été créé? Combien de fois s'est-il
déjà réuni et quels dossiers a-t-il
examinés? Le règlement d'ordre
intérieur autorise-t-il un ministre
régional à réunir le comité? Cela
a-t-il déjà été le cas? Quels
projets dans le cadre du
cofinancement ou du
préfinancement les ministres
régionaux ont-ils déjà déposés?
07.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega's, het
executief comité van ministers van Mobiliteit heb ik officieel
geïnstalleerd op 18 juni 2002, conform de wet. Bij die gelegenheid
heeft het comité ook zijn reglement van interne orde goedgekeurd.
Na zijn eerste vergadering van 18 juni 2002 is het comité tot nu toe
nog tweemaal samengekomen. Het reglement voorziet niet in de
mogelijkheid dat een gewestminister het comité samenroept.
Uiteraard kan een gewestminister een voorstel tot vergadering
indienen bij de voorzitter, met name de minister van Mobiliteit. Het is
echter deze laatste die dan beslist.
In het kader van het executief comité van ministers van Mobiliteit,
meer bepaald in het kader van de controle op de uitvoering van het
investeringsplan van de NMBS, is het evenwel mogelijk om specifiek
overleg te organiseren tussen de NMBS en elk Gewest. Dat specifiek
overleg vindt dan plaats in gewestelijke overlegcomités één per
Gewest waar elke investering met projectfiche enzovoort, kan
worden gevolgd. De vergaderingen van de gewestelijke
overlegcomités worden uiteraard door de gewestministers
samengeroepen.
De dossiers waarover het executief comité tot nu toe heeft
beraadslaagd, zijn: het gewestelijk expressnet in en om Brussel en
de voorwaarden voor de opvolging van het
meerjareninvesteringsplan van de NMBS.
Ik kom tot uw laatste vraag. Tot nu toe heeft alleen het Vlaams
Gewest projecten ingediend, en alleen voor cofinanciering. Het ging
in 2002 om het cofinancieren van studiekosten voor de tweede
toegang tot de haven van Antwerpen en voor de diabolo rond de
luchthaven Brussel Nationaal. Voor het jaar 2003 zijn er
besprekingen aan de gang tussen het Vlaams Gewest en de NMBS
voor het cofinancieren van de aanleg van de bocht van Leuven de
verbinding van de lijn 35 met de lijn 36 en van het goederenspoor
Lanaken-Maastricht. Over deze laatste twee is er nog geen
beslissing, er is alleen een discussie gestart.
07.02 Isabelle Durant, ministre:
Le comité exécutif de la Mobilité a
été installé le 18 juin 2002 et s'est
déjà réuni à trois reprises. A son
ordre du jour figuraient le RER et
les conditions du suivi du plan
d'investissement pluriannuel de la
SNCB.
Le règlement d'ordre intérieur
n'autorise pas un ministre régional
à réunir le comité. Ce dernier peut
cependant introduire une
proposition de réunion auprès du
président, le ministre fédéral de la
Mobilité, qui décide. Un ministre
régional peut également organiser
une concertation entre sa Région
et la SNCB au sein d'un des
comités de concertation
régionaux.
Seule la Région flamande a
déposé des projets de
cofinancement: pour 2002, il s'agit
des coûts de l'étude concernant le
deuxième accès au port d'Anvers
et du Diabolo autour de l'aéroport
de Bruxelles. Pour 2003, des
négociations sont en cours en ce
qui concerne le cofinancement de
l'aménagement de la boucle
autour de Louvain et de la ligne
de transport de marchandises
Lanaken-Maastricht.
07.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, u hebt
gezegd dat in het reglement voor interne orde niet voorzien is in de
mogelijkheid dat een gewestminister het comité samenroept. Hij kan
echter wel een voorstel tot vergadering indienen. Ik heb de indruk dat
dit tot nu toe niet gebeurd is. U hebt dat tenminste niet aangegeven.
07.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Un ministre régional a-t-il déjà
formulé une proposition de
réunion?
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
07.04 Minister Isabelle Durant: (...) tussen de ministers, ik herinner
mij geen specifieke vragen. Wij werken in consensus.
07.04 Isabelle Durant, ministre:
Je ne me souviens pas avoir reçu
de demandes spécifiques. Nous
travaillons en consensus.
07.05 Frieda Brepoels (VU&ID): U hebt dus in feite drie keer met
dat comité samengezeten. Wat betreft de initiatieven vanuit
Vlaanderen voor de cofinanciering, begrijp ik het goed dat voor 2002
de cofinanciering van de studiekosten voor die twee projecten werd
goedgekeurd, en dat er voor de twee projecten in 2003 nog een
bespreking wordt gevoerd, vooraleer men tot een beslissing
overgaat? Dat heb ik dus goed begrepen.
07.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Pour le reste, la réponse de la
ministre était claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de ontslagvergoeding van de voormalige gedelegeerd bestuurder van de NMBS,
Etienne Schouppe" (nr. B093)
08 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'indemnité de licenciement de l'ancien administrateur délégué de la SNCB, M.
Etienne Schouppe" (n° B093)
De voorzitter: Ik wijs u erop dat een gelijkaardige vraag vorige week werd gesteld door de heer Olivier
Chastel.
08.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Dat was mij volledig ontgaan.
Mevrouw de minister, zijn er nieuwe elementen? Zo niet, lees ik het
verslag wel.
08.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Y a-t-il des éléments nouveaux?
08.02 Minister Isabelle Durant: Er zijn geen nieuwe elementen. Ik
heb al geantwoord aan de heer Chastel en meteen ook op uw vraag
vandaag over de contractuele elementen. Nogmaals, er is geen
nieuws in dat verband.
08.02 Isabelle Durant, ministre:
Non.
08.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, mag ik toch
nog dit vragen? In artikel 162quater van de wet dienaangaande wordt
bepaald dat de Ministerraad de aanstelling doet van de gedelegeerd
bestuurder en uiteraard ook beslist tot het ontslag. Mijn vraag is dus
of de Ministerraad ook effectief de beslissing heeft genomen om de
heer Schouppe te ontslaan. Dat was mijn eerste vraag in feite.
Ik zou even moeten nagaan of u precies geantwoord hebt op de
vraag inzake de contractuele bepalingen van betrokkene, omdat hij
permanent het onderscheid maakt tussen het contract dat hij had als
gedelegeerd bestuurder en het contract dat hij had als personeelslid
van de NMBS in feite. Ik weet niet of u daar op heeft geantwoord.
Er is ook de evaluatie zelf. U hebt eigenlijk altijd de betrokkene
negatief geëvalueerd voor zijn aanpak in bepaalde dossiers en ik
denk in een aantal gevallen terecht. Mijn vraag is of dat ook heeft
meegespeeld bij het bepalen van het ontslagbedrag of hoe u het ook
mag noemen. De betrokkene zegt immers dat hij hard heeft
onderhandeld, omdat hij zag dat zijn opvolger een veel hogere
verloning kreeg dan hij. Hij vindt zijn onderhandeling terecht en zijn
vergoeding billijk. Misschien kunt u daar toch nog iets over vertellen,
08.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
En vertu de l'article 162quater de
la loi, le Conseil des ministres
nomme et révoque
l'administrateur délégué de la
SNCB. Le Conseil des ministres
a-t-il licencié M. Schouppe? La
ministre a-t-elle déjà fourni une
réponse précise en ce qui
concerne les dispositions
contractuelles? Il y a une
différence entre un contrat
d'administrateur délégué et un
contrat de membre du personnel
de la SNCB. L'évaluation de la
ministre a-t-elle joué un rôle dans
la fixation de l'indemnité de
licenciement? M. Schouppe
affirme avoir négocié fermement,
parce que son successeur a
obtenu des conditions plus
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
vooral ook wat dat artikel 162quater betreft.
avantageuses en matière
d'indemnités.
08.04 Minister Isabelle Durant: Mevrouw Brepoels, over de
modaliteiten bepaalt de wet van 22 maart 2002 in artikel 11 dat de
mandaten van de bestuurders dertig dagen na het van kracht worden
van deze wet van rechtswege ten einde lopen. Deze wet is in werking
getreden op 26 maart 2002. Het mandaat van gedelegeerd
bestuurder Schouppe is bijgevolg 30 dagen later geëindigd. De heer
Schouppe werd vervolgens benoemd tot gedelegeerd bestuurder van
ABX. Door een beslissing van 14 november 2002 heeft de raad van
bestuur vervolgens beslist voortijdig een einde te maken aan het
mandaat dat de heer Schouppe bekleedde als gedelegeerd
bestuurder van ABX. Op grond van deze beslissing en de beslissing
van de raad van bestuur van ABX van 6 februari 2003, werd
overgegaan tot de intrekking van de opdrachten waarmee de heer
Schouppe was belast als gedelegeerd bestuurder en voorzitter van
de raad van bestuur van ABX.
Krachtens de bepalingen van het contract, dat werd gesloten tussen
de NMBS en de heer Schouppe, werd overgegaan tot het sluiten van
een overeenkomst met de heer Schouppe. De raming van de
ontslagvergoeding van de heer Schouppe werd door een
advocatenbureau opgesteld op grond van de contractuele
bepalingen. Het bedrag werd vervolgens ter goedkeuring aan het
benoemings- en bezoldigingscomité voorgelegd. Dat comité heeft
geoordeeld dat de toegekende vergoeding voortvloeit uit de strikte
toepassing van de contractuele en wettelijke verplichtingen die
eerder door de partijen werden aangegaan. Dat is dus de strikte
uitvoering van deze contractuele bepalingen.
08.04 Isabelle Durant, ministre:
L'article 11 de la loi du 22 mars
2002 dispose que trente jours
après l'entrée en vigueur de cette
loi, les mandats d'administrateur
prennent fin de plein droit. Cette
loi est entrée en vigueur le 26
mars 2002. M. Schouppe est alors
devenu administrateur délégué
d'ABX. Le conseil d'administration
de la SNCB a prématurément mis
fin à ce mandat le 14 novembre
2002.
Sur la base du contrat liant M.
Schouppe et la SNCB, un accord
a alors été conclu. Un bureau
d'avocats a proposé un montant
pour l'indemnité de licenciement
en se fondant sur les dispositions
contractuelles. Ce montant a été
présenté au comité de nomination
et de rémunération qui s'est
prononcé sur la base du contrat.
08.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, als ik u goed
begrijp, heeft u geen evaluatie laten spelen, waarover u het nochtans
de afgelopen jaren permanent had ten aanzien van de publieke
opinie. Dat had u natuurlijk ook kunnen doen. Als ik het goed begrijp,
heeft de Ministerraad het ontslag van de gedelegeerd bestuurder van
de NMBS niet als dusdanig uitgesproken, maar is het wel het gevolg
van het ontslag dat hij in feite als bestuurder of gedelegeerd
bestuurder van ABX heeft ondergaan.
08.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
La ministre n'a donc pas demandé
que l'on procède à une évaluation,
alors qu'elle a réitéré à maintes
reprises ses critiques au cours de
ces dernières années. Aucune
décision n'a été prise par le
Conseil des ministres à la suite du
licenciement qui a eu lieu à la
SNCB. L'indemnité de
licenciement découle du
licenciement au sein d'ABX.
08.06 Minister Isabelle Durant: (...) NMBS.
08.07 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, dit is mij niet
duidelijk: u zegt dat op het ogenblik dat de nieuwe raad van bestuur
wordt benoemd de mandaten van de oude raad van bestuur 30
dagen na die beslissing vervallen. De gedelegeerd bestuurder wordt
sowieso buiten zijn mandaat als bestuurder ook nog eens door de
Ministerraad aangesteld als gedelegeerd bestuurder. Dat is vroeger
gebeurd.
08.07 Frieda Brepoels (VU&ID):
Lors de la désignation du nouveau
conseil d'administration, les
mandats des anciens
administrateurs ont bel et bien pris
fin, mais l'administrateur délégué
avait été nommé par le Conseil
des ministres. Les choses me
semblent confuses.
08.08 Minister Isabelle Durant: Mevrouw Brepoels, u weet dat ABX 08.08 Isabelle Durant, ministre:
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
een groot dochterfiliaal is van de NMBS. De raad van bestuur van de
NMBS heeft over het ontslag beslist.
ABX est une filiale de la SNCB. Il
incombait donc à celle-ci de
décider.
08.09 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, hij is dus
nooit ontslagen als gedelegeerd bestuurder van de NMBS door de
Ministerraad? Dat is mijn vraag.
08.09 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le Conseil des ministres n'a donc
jamais démis M. Schouppe de ses
fonctions d'administrateur délégué
de la SNCB?
08.10 Minister Isabelle Durant: Wel in het begin, toen wij hebben
beslist...
08.11 Frieda Brepoels (VU&ID): ...dat hij zou overgaan naar ABX?
Maar hij heeft geen ontslag gekregen als gedelegeerd bestuurder?
08.12 Minister Isabelle Durant: Neen. Hoe dan ook, de NMBS heeft
wettelijk gezien geheel correct gehandeld in het kader van de
contractuele bepalingen.
08.12 Isabelle Durant, ministre:
Il l'a été sur la base de
dispositions contractuelles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de aankoop van draagbare computers voor de NMBS" (nr. B094)
09 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'achat d'ordinateurs portables pour la SNCB" (n° B094)
09.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, ik las vorige week in de pers dat de NMBS een order van
10,4 miljoen euro geplaatst heeft voor de aankoop van 3.000
draagbare computers voor haar treinbegeleiders. Die computers
vervangen de huidige apparaten en de gsm-toestellen. Bevestigt u
dit bericht? Graag had ik geweten wanneer de draagbare apparaten
van het type Ivette, die op dit ogenblik gebruikt worden, werden
ingevoerd? Over hoeveel apparaten ging het? Hoeveel hebben ze
gekost? Over welke periode zijn ze afgeschreven? Dezelfde vragen
had ik willen stellen over de gsm-toestellen. Wat zal er met de
huidige draagbare toestellen en gsm-toestellen gebeuren na
invoering van die nieuwe computers?
09.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Nous avons appris dans la presse
que la SNCB avait commandé
3.000 ordinateurs portables, pour
un montant de 10,4 millions
d'euros, en vue de remplacer les
modules Ivette et les GSM des
accompagnateurs de train. Cette
information est-elle correcte?
Quand les modules Ivette ont-ils
été mis en service? Quel fut leur
coût? En combien de temps ont-
ils été amortis? La même question
se pose à propos des GSM.
Qu'adviendra-t-il des appareils
actuels?
09.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega's,
omdat het gaat om een kwestie die tot het beheer van de
onderneming behoort, deelt de NMBS mij het volgende mee. De
NMBS heeft inderdaad een contract voor de levering van 3.000
draagbare computers voor de treinbegeleiders. Deze toestellen zijn
bestemd om de huidige draagbare Ivette-computers te vervangen.
Hoewel dit aanvankelijk wel gebeurd is, wordt niet langer overwogen
de gsm's van de treinbegeleiders te vervangen door deze toestellen.
De huidige draagbare Ivette-computers werden in dienst genomen in
1994. Er werden 1.500 toestellen van dit type gekocht voor een
bedrag van 88.000 Belgische frank per toestel. In deze prijs is niet
09.02 Isabelle Durant, ministre:
La SNCB a conclu un contrat pour
la livraison de 3.000 ordinateurs
portables pour ses
accompagnateurs de train. Ils sont
appelés à remplacer les systèmes
Ivette; l'idée de les utiliser pour
remplacer également les GSM a
été abandonnée. En 1994, 1.500
modules Ivette ont été acquis au
prix de 88.000 francs pièce. Ce
prix ne
comprenait pas
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
alleen het toestel zelf inbegrepen maar ook de hoes en de cradle. Dit
laatste is een instrument om de draagbare computer aan te sluiten op
het netwerk voor datatransmissie. In deze prijs is niet de ontwikkeling
van de software inbegrepen, noch de apparatuur die nodig is om de
datatransmissie mogelijk te maken. Deze toestellen werden over een
periode van 5 jaar afgeschreven volgens de gebruikelijke
boekhoudkundige regels.
Van de nieuwe toestellen werd een groter aantal besteld dan van het
type Ivette want de NMBS heeft beslist ze individueel toe te kennen
aan de treinbegeleiders. Deze individualisering zal een zorgvuldiger
gebruik van de toestellen bevorderen wat een aanzienlijke besparing
op de onderhoudskosten betekent die de extra kosten van de
investering zal compenseren.
Deze toestellen zullen in vergelijking met de huidige toestellen
beschikken over bijkomende functies, onder andere de mogelijkheid
om debietkaarten te lezen, streepjescodes te lezen, via gsm
boodschappen uit te wisselen met een centraal systeem, enzovoort.
De kostprijs van 10,5 miljoen euro, zijnde 3.467 euro per toestel, dekt
niet alleen de levering van de toestellen en de accessoires ervan
maar ook de ontwikkeling van de software. De prijs van dit toestel
laat zich verklaren door de bovenvermelde bijkomende functies.
In 1999 heeft de NMBS ongeveer 1.700 niet-gepersonaliseerde
gsm's gekocht. Vanaf 2000 werden de gsm's gepersonaliseerd.
Momenteel gebruiken de treinbegeleiders 2.966 gsm's. De prijs van
een gsm bedraagt ongeveer 100 euro en wordt op 4 jaar tijd
afgeschreven. Omdat de huidige Ivette-toestellen verouderd zijn,
zullen zij door een gespecialiseerde firma tot schroot worden herleid
en in de mate van het mogelijke worden gerecycleerd.
l'élaboration du logiciel ni le
dispositif de transmission des
données. Les appareils ont été
amortis sur une période de 5 ans.
Aujourd'hui, la SNCB a acquis une
plus grande quantité d'ordinateurs
car elle a décidé de les octroyer
individuellement aux
accompagnateurs. La société
espère de la sorte promouvoir une
utilisation plus consciencieuse des
appareils. Les nouveaux
équipements présentent un certain
nombre de fonctions
supplémentaires. Le prix de 10,5
millions d'euros couvre les
appareils, les accessoires et le
développement du logiciel. En
1999, la SNCB a fait l'acquisition
de quelque 1.700 GSM non
personnalisés. Ils l'ont été à partir
de 2000. Aujourd'hui, 2.966
appareils sont en service. Ils
coûtent environ 100 euros pièce et
sont amortis en quatre ans. Les
modules Ivette sont dépassés. Ils
seront réduits à l'état de ferraille
et recyclés dans la mesure du
possible.
09.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, als ik u goed
begrepen heb, blijven de gsm's wel behouden, in tegenstelling tot wat
er in de pers is verschenen. De gsm's worden niet geïntegreerd in de
nieuwe toestellen.
09.03 Frieda Brepoels (VU&ID):
Les GSM seront donc conservés.
09.04 Minister Isabelle Durant: Dat klopt.
09.04 Isabelle Durant, ministre:
En effet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de voorrang voor fietsers, rolschaatsers en stepgebruikers die op het punt staan
een onbeschermde oversteekplaats over te steken" (nr. A963)
10 Question de M. Jos Ansoms à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la priorité pour les cyclistes, les patineurs à roulettes et les utilisateurs de
trotinettes qui sont sur le point de traverser une chaussée en empruntant un passage pour
cyclistes non protégé" (n° A963)
10.01 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik heb deze
vraag een paar weken geleden al ingediend. Wij hadden toen via de
media vernomen dat de regering het voornemen had om een nieuwe
regeling voor de fietsers uit te werken. Bij deze regeling zouden de
fietsers, die op de daartoe voorziene oversteekplaatsen aanstalten
zouden maken om over te steken, net zoals de voetgangers voorrang
10.01 Jos Ansoms (CD&V):
Nous avons appris par les médias
que le gouvernement souhaite
que les cyclistes jouissent de la
priorité sur les passages pour
cyclistes. J'estime qu'il s'agit d'une
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
krijgen.
Ik vond het een erg gevaarlijke maatregel. Daarom heb ik ook
onmiddellijk gereageerd toen ik vernam dat de regeling in een
ontwerp van koninklijk besluit was opgenomen. Ten eerste bestaan
er immers nog altijd twijfels over de maatregel ten aanzien van de
voetgangers. Is het wel een goede maatregel? Ik heb de maatregel
altijd bestreden toen ik in de vorige regering tot de meerderheid
behoorde. De toenmalige staatssecretaris Peeters nam toen de
maatregel om voetgangers die aanstalten maken om over te steken,
voorrang te verlenen. Ik heb toen gezegd en voorspeld dat het
gevolg zou zijn dat er meer ongevallen met voetgangers zouden
gebeuren. Ik vrees dat de cijfers deze stelling hebben bewezen.
Nu zou men hetzelfde gaan doen voor fietsers. Het zou de zaak nog
erger maken. Immers, een voetganger kan nog oogcontact zoeken
met een aankomende autobestuurder. Een fietser, laat staan een
bromfietser, kan dat niet. Een bromfietser moet immers ook nog een
helm dragen. Ik zie niet in hoe er dan oogcontact kan zijn.
(...): ...
mesure dangereuse. J'ai d'ailleurs
toujours des doutes au sujet de
l'opportunité d'accorder la priorité
à des piétons qui s'apprêtent à
traverser la chaussée en
empruntant un passage pour
piétons. Cette mesure génère une
augmentation du nombre
d'accidents. Pour les cyclistes, la
situation est pire, parce qu'ils ne
peuvent pas établir de contact
visuel avec l'automobiliste qui
s'approche. Le conducteur d'un
vélomoteur, qui est tenu au port
du casque, n'est pas du tout en
mesure de le faire. A l'heure
actuelle, il arrive souvent que des
cyclistes empruntent en roulant le
passage pour piétons. La nouvelle
mesure les confortera dans ce
comportement. J'estime que, eu
égard à la sécurité routière, cette
mesure ne devrait pas être prise.
10.02 Jos Ansoms (CD&V): Ik zie de kiezers van Agalev te graag
om ze te laten verongelukken.
De maatregel zou dus levensgevaarlijk zijn.
(...): Groeit er iets nieuws?
10.03 Jos Ansoms (CD&V): Bij de anderen mogen jullie al niet
meer komen. Bij de huidige partners zijn jullie niet meer welkom, als
ik het goed voorheb.
Voor fietsers en bromfietsers is oogcontact dus eigenlijk onmogelijk.
Ten tweede, een veel voorkomend fenomeen is dat fietsers nu ook
rijdend het zebrapad oversteken. In de mate dat zij al rijdend
voorrang krijgen op de oversteekplaatsen voor fietsers, zullen zij
hetzelfde gedrag nog meer als gewoon ervaren. Zij zullen dus des te
meer ook op de zebrapaden rijdend oversteken. Het mag niet, maar
het gebeurt wel veel.
Er zijn dus een hele reeks elementen. Ze zijn heel duidelijk. Volgens
mij doen ze ertoe besluiten dat het een maatregel zou zijn die men in
het kader van de verkeersveiligheid niet mag nemen. De maatregel
zou immers tot gevolg hebben dat er meer ongevallen gebeuren.
Ik had graag van mevrouw de minister enkele elementen gekregen
om het voornemen van de regering te kunnen beoordelen.
Hebt u een cijfermatige evolutie van het aantal ongevallen met
voetgangers op zebrapaden, vooral op onbeschermde
oversteekplaatsen?
Hebt u ook een cijfermatige evolutie over het aantal ongevallen met
10.03 Jos Ansoms (CD&V): La
ministre peut-elle me
communiquer l'évolution du
nombre de piétons victimes d'un
accident entraînant des
dommages corporels graves à des
passages pour piétons non
protégés? Peut-elle me
communiquer l'évolution du
nombre de cyclistes et de
conducteurs de vélomoteurs
victimes d'accidents avec lésions
corporelles? A-t-on procédé à une
évaluation des passages pour
cyclistes non protégés situés sur
des tronçons où la vitesse
autorisée est supérieure à 50
km/h? Quel avis les Régions ont-
elles rendu?
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
rijdende fietsers? Wanneer u een nieuwe maatregel neemt, moet u
hem immers kunnen onderbouwen aan de hand van statistisch
materiaal.
Is er een evaluatie gemaakt van de onbeschermde
oversteekplaatsen voor fietsers? Immers, in mijn eigen streek, alsook
in de rest van Vlaanderen wordt te pas en te onpas op de
gewestwegen een witte stippellijn geschilderd op plaatsen waar men
90 km per uur of 70 km per uur kan rijden. Op die plaatsen voorrang
toestaan, is onverantwoord. Vóór men zo een maatregel neemt, zou
er dus een evaluatie moeten worden gemaakt van de toestand van
de onbeschermde oversteekplaatsen.
Wat was het advies van de Gewesten over dat voornemen?
10.04 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega
Ansoms, in de eerste plaats herhaal ik wat ik vorige week al aan een
vorige interpellant heb geantwoord. Ik meen dat het mevrouw De
Cock was.
Ten eerste, het is een beslissingsprocedure, waarin ook een vraag
om advies aan de Gewesten is vervat. Ik heb het advies nog niet
gekregen.
Ten tweede, ik herhaal mijn standpunt over de voorrang voor fietsers
binnen de bebouwde kom. U kent dat standpunt. Het is positief
onthaald. Er is geen voorrang buiten de bebouwde kom, dus zeker
niet op wegen met een snelheidsbeperking tot 90 km per uur.
10.04 Isabelle Durant, ministre:
L'avis des Régions fait partie du
processus décisionnel. Nous ne
disposons pas encore de cet avis.
Mon point de vue au sujet des
cyclistes en agglomération est
connu. Il n'en va pas de même
pour les cyclistes en dehors de
l'agglomération..
Naast de oversteekplaatsen voor voetgangers kunnen
oversteekplaatsen voor fietsers of bromfietsers slechts veilig
functioneren op plaatsen waar de gereden snelheid maximum 50
km/uur is. In de andere gevallen moet de wegbeheerder
verkeerslichten plaatsen of snelheidremmende maatregelen nemen.
De maatregel van voorrang voor fietsers zal buiten de bebouwde
kom pas worden ingevoerd als natuurlijk de Gewesten de nodige
infrastructuur hebben aangelegd. Ik wacht met geduld het advies van
de Gewesten af. Ondertussen verheug ik mij erover dat de
voorrangsmaatregel binnen de bebouwde kom blijkbaar algemeen
wordt goedgekeurd, maar buiten de bebouwde kom zijn er ook veel
problemen. Dit kan gevaarlijker worden.
Ik geef u de cijfers van zwaargewonden en dodelijke slachtoffers
waarnaar u hebt gevraagd: in 1995 243, 1996 207, 1997 239, 1998
261, 1999 234 en in 2000 195. Dat is de evolutie in verband met
deze maatregel. Dat is een trend die in de goede richting gaat. Dit
moet een belangrijk element worden in het kader van een uitbreiding
van deze maatregel tot de fietsers, maar alleen in de niet-bebouwde
kom.
La priorité ne peut être accordée
aux piétons et aux cyclistes qu'à
condition que la vitesse soit
limitée à 50 km/h, sinon des
travaux d'infrastructure
s'imposent. Je me réjouis de
l'approbation de ma proposition
relative à la priorité en
agglomération.
Pour la période 1995-2000, le
nombre annuel de morts et de
blessés a été respectivement de
243, 207, 239,261, 234 et 195.
L'évolution est dès lors favorable.
10.05 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de minister, ik hoor het u
graag zeggen, maar het was wel een ontwerp koninklijk besluit dat in
de Ministerraad is goedgekeurd. U had eigenlijk vooraf hetgeen u nu
zegt moeten weten.
10.05 Jos Ansoms (CD&V): Je
me basais bel et bien sur le projet
adopté par le Conseil des
ministres
10.06 Minister Isabelle Durant: Mijnheer Ansoms, zoals in alle
gevallen in het kader van dergelijke koninklijke besluiten worden door
10.06 Isabelle Durant, ministre:
Comme c'est généralement le
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
de Gewesten bijna altijd veranderingen aangebracht. Dat is normaal,
vooral in dergelijke situaties. In een meerderheid van de koninklijke
besluiten werden in tweede lezing veranderingen aangebracht. Dat is
een heel goede zaak.
cas, des adaptations ont lieu à la
demande des Régions ou en
seconde lecture.
10.07 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de minister, ik moet toch niet
geloven dat u dat daar opzettelijk hebt ingezet om het er daarna te
kunnen uithalen. Zo is het toch niet? Ik wil alleen maar zeggen dat dit
een illustratie is dat men ten aanzien van het verkeersreglement en
de verkeersveiligheid veel meer met overleg en op basis van goede
analyses dergelijke maatregelen moet voorstellen.
U hebt het voorstel voorgelegd aan de regering die het heeft
goedgekeurd. Ik kan alleen maar zeggen dat de Belgische regering
niet goed bezig is omdat u eigenlijk een maatregel hebt goedgekeurd
bij Ministerraad in een ontwerp koninklijk besluit waarvan u nu zelf
achteraf zegt dat het niet goed was. Maar dat had u beter op
voorhand gedaan, dan had ik niet moeten reageren in de krant.
Ofwel hebt u het opzettelijk gedaan zodat ik zou kunnen reageren.
Dat is ook mogelijk, maar zo werkt het niet denk ik.
Het is in elk geval ook niet eenvoudig om te zeggen dat het buiten de
bebouwde kom niet kan, maar binnen de bebouwde kom wel. Ik zou
daarover ook nog nadenken, zeker doordat in hetzelfde ontwerp van
koninklijk besluit de bromfietsers gelijkgeschakeld worden met de
fietsers.
In de bebouwde kom mag 50 km per uur gereden worden, maar
wordt in ons land de facto 70, 80 of 90 km per uur gereden.
Bromfietsers mogen normaal maar 25 km per uur rijden, maar de
meesten rijden 40 tot 60 km per uur of nog harder. Denkt u dus twee
keer na vooraleer u zegt dat zulks binnen de bebouwde kom wel
moet. In datzelfde ontwerp van koninklijk besluit schakelt u de
bromfietsers namelijk gelijk met de fietsers. De auto's rijden er
harder dan 50 en de bromfietsers harder dan 25 km per uur.
Daarbovenop komt dat bromfietsers een helm dragen. Ik zie dus niet
goed in dat u de bromfietsers voorrang kunt geven wanneer zij
aanstalten maken om over te steken, ook al is het in de bebouwde
kom. Ik zou daarover zeer goed nadenken en er toch nog een paar
adviezen over inwinnen. Ik ben geen specialist in die zaken, maar ik
bekijk dat gewoon zoals ik dat op de weg zie gebeuren. Aan de
universiteiten of in het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid
moeten er toch mensen zijn die dat bestudeerd hebben. Voor de
bromfietsers zou ik toch nog eens overwegen of u dat wel zou doen,
ook binnen de bebouwde kom.
10.07 Jos Ansoms (CD&V): Ce
point n'a tout de même pas été
ajouté volontairement pour
pouvoir être supprimé par la
suite? Ceci illustre que de telles
propositions nécessitent une
concertation beaucoup plus large.
C'est une erreur d'assimiler les
cyclistes et les cyclomotoristes.
Les cyclomotoristes roulent
souvent trop vite et portent un
casque. Ils ne doivent sûrement
pas avoir la priorité s'ils
s'apprêtent à traverser. Il convient
de bien réfléchir à cette question.
10.08 Minister Isabelle Durant: Ik heb niet gezegd dat het feit of de
toepassing van die maatregel al dan niet in de bebouwde kom geldt,
de enige specifieke uitvoering is. Dat is volgens mij in ieder geval
een heel belangrijk element. Zoals voor alle koninklijk besluiten
vanaf het begin van deze legislatuur, is de eindbeslissing genomen
op basis van een advies van de Gewesten, na een eerste lezing, op
basis van sommige bijgevoegde elementen door het BIVV of andere.
Ik laat de beslissingsprocedure lopen in de volgende maanden. Wij
zullen de definitieve beslissing daarover uiteraard nemen, alle
voorwaarden voor veiligheid in acht genomen. Dat is natuurlijk de
bedoeling.
10.08 Isabelle Durant, ministre:
Tous les arrêtés royaux sont pris
après consultation des Régions,
après une première lecture, et sur
la base également d'autres avis
encore. Je laisse cette procédure
suivre son cours, avec un regard
centré sur la sécurité.
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Je tiens à apaiser vos inquiétudes. Cela dit, je ne suis pas sûre que
vous soyez vraiment inquiet.
10.09 Jos Ansoms (CD&V): Ik heb twee redenen. De eerste is de
veiligheid zelf. Ten tweede, de heer Vanoost heeft gezegd dat die
fietsers en bromfietsers allemaal kiezers voor Agalev zijn.
10.10 Minister Isabelle Durant: Over uw argument inzake veiligheid
heb ik geen twijfel, maar over de veiligheid van de paars-groene (...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het gebruik van 'zenon'-koplampen door motorvoertuigen" (nr. B113)
11 Question de M. Jos Ansoms à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les véhicules équipés de phares au 'xénon'" (n° B113)
11.01 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik weet niet of zenon-lampen een merknaam is want ik ben
technisch zeer zwak, maar zo worden die lampen genoemd. Ik zie
wel op de wegen meestal vrij dure en heel snel rijdende wagens met
die helle, blauwachtige koplampen. Deze lampen zijn schijnbaar zeer
goed voor de persoon die met zulke wagen rijdt, vermits ze de
zichtbaarheid verhogen, maar voor de tegenliggers werken die
lampen soms verblindend. Zijn deze lampen toegelaten op basis van
het technisch voertuigenreglement of op basis van een andere
reglementering? Zo ja, kunt u daarover uitleg geven want voor de
tegenliggers zijn ze verblindend. Mochten ze niet zijn toegelaten,
wordt er dan iets ondernomen om daar iets tegen te doen, om dat te
verbieden of te voorkomen dat er meer en meer auto's worden
uitgerust met dergelijke zenon-koplampen?
11.01 Jos Ansoms (CD&V): Il
est de plus en plus courant de
croiser des véhicules équipés de
phares au xénon. Ces phares, qui
projettent une lumière puissante et
bleutée, augmentent la visibilité
du conducteur mais, en même
temps, ils aveuglent les
conducteurs circulant en sens
inverse. Quelle réglementation
autorise-t-elle l'utilisation des
phares au xénon? Si leur
utilisation est interdite, quelles
mesures pourraient être prises?
Les centres de contrôle technique
vérifient-ils si les véhicules sont
équipés de ce type de phares? Le
fait de circuler avec des phares
non réglementaires peut-il faire
l'objet de poursuites?
11.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, collega, er is
natuurlijk geen verband tussen de zenon-koplampen en de snelheid
van de voertuigen die ermee zijn uitgerust. De zenon-lampen dienen
te voldoen aan de Europese richtlijn 76/661, laatst gewijzigd door
richtlijn 1999/17 betreffende koplampen van motorvoertuigen voor
grootlicht en/of dimlicht en betreffende elektrische gloeilampen voor
deze koplampen. Dat voldoet aan de richtlijnen. Deze lampen zijn
dus toegelaten wanneer de installatie voldoet aan richtlijn 76/656,
laatst gewijzigd door richtlijn 97/28 betreffende de installatie van
verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van motorvoertuigen en
aanhangwagens.
De Belgische reglementering is conform de bepalingen op Europees
vlak. Indien aan de hierboven vermelde bepalingen niet voldaan is,
zijn deze lampen uiteraard niet toegelaten en wordt dit desgevallend
vastgesteld tijdens een technische controle. Dat is de situatie.
11.02 Isabelle Durant, ministre:
Les phares au xénon ou les
sources lumineuses à décharge
doivent satisfaire à la directive
européenne 76/761/CEE, modifiée
pour la dernière fois par la
directive 1999/17/CE. Ces phares
sont autorisés si l'installation
satisfait aux dispositions de la
directive 76/756/CEE, modifiée
pour la dernière fois par la
directive 97/28/CE. Si ces
dispositions ne sont pas
respectées, ces phares sont
interdits. La conformité de
l'installation est contrôlée lors du
contrôle technique.
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
11.03 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal dadelijk de
tekst wel krijgen om de nummers te kennen van de Europese
richtlijnen want ik heb ze niet kunnen noteren. De technische controle
is natuurlijk pas na vier jaar voor nieuwe wagens. Wat is de boete die
daaraan verbonden is nu en welke hoge boete zal daar na de
verkiezingen aan verbonden worden?
11.03 Jos Ansoms (CD&V): Le
contrôle
technique ne peut
constater ces infractions que sur
des véhicules âgés de quatre ans
et plus. En théorie, une personne
peut donc circuler pendant quatre
ans au volant d'un véhicule
équipé de phares non
réglementaires. Quelle amende
est infligée en cas d'infraction à la
réglementation? Cette amende
sera-t-elle également adaptée
après les élections?
11.04 Minister Isabelle Durant: Dat staat in De Standaard vandaag.
11.04 Isabelle Durant, ministre:
En ce qui concerne votre dernière
question, je vous invite à lire le
quotidien
De Standaard
d'aujourd'hui.
11.05 Jos Ansoms (CD&V): Dan moet ik dat in De Standaard
vinden. Ik dank de minister voor haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
betrouwbaarheid van ongevallenstatistieken" (nr. B114)
- de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
ongevalsstatistieken 2001" (nr. B115)
12 Questions jointes de
- M. Jos Ansoms à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
fiabilité des statistiques relatives aux accidents" (n° B114)
- M. Jos Anoms à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
statistiques relatives aux accidents pour l'année 2001" (n° B115)
12.01 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, de betrouwbaarheid van de ongevallenstatistieken is een
oud zeer in ons land. Misschien zouden we beter spreken van de
onbetrouwbaarheid van de ongevallenstatistieken. Degenen die zich
met deze materie bezighouden, weten allemaal dat de statistieken
van het NIS op zijn zachtst uitgedrukt weinig betrouwbaar zijn. Wij
hebben in het verleden daarover al gediscussieerd en verwezen naar
een onderzoek dat in Antwerpen werd uitgevoerd door de Antwerpse
verkeerspolitie. Daar kwam men alleen al voor het grondgebied van
de agglomeratie Antwerpen aan 25% meer doden en 100% meer
zwaargewonden dan vermeld in de NIS-cijfers.
Wat echter de aanleiding van mijn vraag vormt, is het volgende.
Naar aanleiding van de publicatie van de statistieken voor 2001, heb
ik in een verklaring van het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid de volgende zin gelezen. Ik citeer deze zin omdat
ik het belangrijk vind en het mij een beetje irriteert. Dit is wat iemand
van het BIVV zei: "Voor het jaar 2000 gaan wij gewoonlijk uit van
1.470 doden. Ondertussen weten we echter dat het er 1.616 waren."
Toen ik dat las, viel ik achterover.
12.01 Jos Ansoms (CD&V):
Dans notre pays, les statistiques
en matière d'accidents de la route
sont souvent incomplètes. Si l'on
compare, pour la ville d'Anvers
par exemple, les données de la
police de la circulation pour
l'année 2000 avec les statistiques
de l'Institut national de statistique
(INS), on constate des différences
oscillant entre 25 et 174 pour cent.
Il va sans dire que des chiffres
fiables sont le meilleur point de
départ pour mener une politique
sérieuse et cohérente en matière
de sécurité routière. La presse a
récemment fait état de propos
tenus par un collaborateur de
l'Institut belge de la Sécurité
routière (IBSR). Celui-ci déclarait
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Ik wens dus over deze uitspraak wat meer duidelijkheid. We kennen
de officiële cijfers, waarmee we altijd werken om de doelstellingen ...
(...) : (...)
Ik weet het niet. Ik lees alleen maar wat de woordvoerder van het
BIVV heeft gezegd. "Ondertussen weten wij echter dat het er meer
zijn dan 1.470". Hoe is het BIVV aan dat nieuwe cijfer gekomen?
Sinds wanneer weet het BIVV dat er een nieuw cijfer is? Hoe komt
het dat er nu een nieuw cijfer is, dat niet hetzelfde is als het officiële
cijfer van het NIS? Mag ik dan bovendien, als men dat cijfer kent
voor het aantal doden, veronderstellen dat men het ook kent voor de
zwaar- en lichtgewonden? Dat zou immers een heel ander licht
werpen op de discussie over hoeveel verkeersslachtoffers er nu
eigenlijk zijn in het jaar 2000.
Mijn tweede samengevoegde vraag betreft de publicatie van de
ongevallenstatistieken 2001 die pas vorige week verscheen. Daarin
werd als positief naar voren gebracht dat er minder lichtgewonden
waren dan voordien. "Het zou een positieve trend kunnen zijn", was
de zure oprisping van een Vlaams editorialist. Hij zei dat er in 2001
nog geen enkele maatregel was getroffen, laat staan dat de boetes
waren verhoogd, en dat het aantal slachtoffers in dat jaar toch al was
gedaald. Waarom moeten nu dus nog al die boetes worden
verhoogd? Dixit de heer Van der Kelen.
en substance: pour l'année 2000,
nous nous basons habituellement
sur un chiffre de 1470 morts.
Néanmoins, nous savons entre-
temps que le nombre de victimes
était de 1616. Comment l'IBSR a-
t-il pu prendre connaissance de ce
nouveau chiffre? Est-ce la
conséquence d'une
communication tardive? Des
chiffres corrigés sont-ils
également disponibles en ce qui
concerne les blessés graves et les
blessés légers? Les données
relatives aux années antérieures à
2000 ont-elles également été
corrigées? Quelles mesures la
ministre compte-t-elle prendre
pour que nous puissions disposer
de chiffres uniformes et fiables?
J'ai également une série de
questions à propos des
statistiques en matière d'accidents
de la route pour l'année 2001. Les
chiffres récemment publiés
indiquent une tendance à la
baisse, même s'il est question
d'une légère augmentation du
nombre de morts sur les routes.
Comment explique-t-on cette
tendance à la baisse? Elle ne
découle certainement pas de la
politique de la ministre Durant: en
2000 et en 2001, aucune mesure
digne de ce nom n'a été prise.
12.02 Minister Isabelle Durant: Dat is een ander Staatsblad.
12.03 Jos Ansoms (CD&V): Voor een van de regeringspartners.
12.04 Minister Isabelle Durant: Voor de grootste Vlaamse partij.
12.05 Jos Ansoms (CD&V): Daarom gaat het mij niet. Wat mij
vooral opviel en waarbij ik even wil stilstaan, is het feit dat in
tegenstrijd tot de vorige tien jaar waar wij een systematische
verbetering zagen van de verkeersveiligheid in de bebouwde kom
het aantal slachtoffers nu opnieuw stijgt. Dat baart mij zorgen. We
zagen de voorbije tien jaar dat het aantal slachtoffers met 60 tot 70%
daalde, terwijl nu het aantal dodelijke slachtoffers binnen de
bebouwde kom, met name de voetgangers, zou zijn gestegen. Ik
denk dat het voldoende ernstig is om daarover na te denken en u de
volgende vragen te stellen.
Mevrouw de minister, kunnen de cijfers uit de krant inzake
zwaargewonde en dode voetgangers in 2001 worden uitgesplitst in
ongeval op een oversteekplaats al of niet uitgerust met een
verkeerslicht of heeft het te maken met voetgangers die de regels
12.05 Jos Ansoms (CD&V): La
forte croissance du nombre
d'accidents en agglomération, sur
les routes communales et
impliquant des piétons est
alarmante. C'est un fait nouveau
car, dans les années nonante, les
plus grands progrès en matière de
sécurité routière ont précisément
été réalisés dans les
agglomérations. Les statistiques
de 2001 relatives aux accidents
mortels ou avec blessés graves
impliquant des piétons peuvent-
elles d'ores et déjà être réparties
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
niet naleven en oversteken bij rood licht? Een analyse van deze
cijfers is, mijns inziens, de moeite waard. Ik hoop dat u deze analyse
reeds kunt meedelen om, op basis daarvan, eventueel nieuwe
maatregelen uit te werken zodat onder meer een zebrapad in de
bebouwde kom beschermd wordt. Witte strepen op een weg trekken
is niet voldoende. Uit cijfers blijkt immers dat oversteken op een
zebrapad gevaarlijker is dan doorgaans vermoed wordt. Mocht uit de
cijfers blijken dat de stijging voornamelijk terug te vinden is bij
voetgangers die op een zebrapad oversteken, zullen nog andere
maatregelen moeten genomen worden om de zebrapaden veiliger te
maken. Werd terzake reeds een analyse gemaakt?
en fonction de la configuration du
lieu : passages pour piétons avec
feux de signalisation, passages
non protégés et manoeuvres pour
traverser en dehors des passages
ad hoc? Comment la ministre
interprète-t-elle cette nouvelle
tendance négative? Ne convient-il
pas de prendre des mesures plus
strictes en ce qui concerne
l'aménagement des passages non
protégés?
12.06 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Ansoms, ik wil een aantal elementen bevestigen die u in uw inleiding
hebt aangehaald. Het is correct dat de globale trend van het aantal
verkeersongevallen in 2001 gedaald is met 3%. De cijfers van het
Nationaal Instituut voor Statistiek tonen een lichte stijging van het
aantal verkeersdoden aan.
De dalende trend is op zich bemoedigend. Een daling van 3% op 1
jaar mag ons niet doen vergeten dat er nog altijd 1.486 dodelijke
slachtoffers gevallen zijn in 2001. Dat zijn er nog steeds 1.486 te
veel. De inspanningen voor een veiliger verkeer moeten zonder
aflaten worden voortgezet.
Mijnheer Ansoms, uw vragen hebben betrekking op 2 domeinen: de
volledigheid van de cijfers en de impact van het beleid.
Wat de volledigheid van de cijfers van het NIS, van het Belgisch
Instituut voor Verkeersveiligheid en van de federale politiediensten
betreft, werd reeds meermaals in deze commissie vastgesteld dat het
moeilijk is om volledige ongevallencijfers te verkrijgen. Tijdens het
debat over de wet en mijn algemene beleidsverklaring waren we het
erover eens dat België een achterstand heeft op het vlak van
statistieken in het algemeen maar ook inzake de kwaliteit ervan. Dat
de cijfers inzake verkeersongevallen in het verleden werden
onderschat is algemeen bekend. Een van de aanbevelingen van de
staten-generaal aan minister Picqué beoogde een betere inzameling
van de statistieke gegevens.
In 2001 werden de politiezones hieromtrent in sterke mate
gesensibiliseerd. Een van de door het NIS naar voren gebrachte
punten sloeg op de sterfgevallen binnen 30 dagen. De gegevens
betreffende zwaargewonden die overlijden tijdens een overbrenging
naar het ziekenhuis of in het ziekenhuis zelf werden door de
parketten aan het NIS bezorgd. Het NIS heeft deze gegevens
vergeleken met de ongevallengegevens van de politie. Indien er niet
meteen een link tussen ongeval en overlijden werd gevonden, liet het
NIS in het verleden deze sterfgevallen buiten de statistieken. Dat is
de verklaring van het BIVV.
Voor de cijfers van 2001 leverde het NIS een bijzondere inspanning.
De aandacht is hierbij vooral gegaan naar de gemeenten waar een
abnormale daling van het aantal letselongevallen werd vastgesteld in
vergelijking met 2000. Deze gemeenten hielden dikwijls een parallel
registratiesysteem voor de verkeersongevallen bij en zagen op tegen
de administratieve werklast van de NIS-registratie.
12.06 Isabelle Durant, ministre:
Le nombre total d'accidents de la
route a diminué de trois pour cent
en 2001. Le nombre de tués
s'élevait à 1.486.
Il est exact que la qualité des
statistiques était médiocre par le
passé. Le gouvernement tente d'y
remédier et il a sensibilisé la
police. A présent, l'INS compare
systématiquement les données du
parquet sur les blessés graves qui
décèdent dans les trente jours
avec celles de la police. Ceci
n'était pas le cas auparavant.
Un système pour l'enregistrement
unique des accidents de la route a
également été mis en place.
Jusqu'à présent, certaines
communes possédaient un
système d'enregistrement propre
et, pour des raisons de gestion,
elles rechignaient à introduire
intégralement ces informations
dans le système de l'INS.
La comparaison systématique et
l'enregistrement unique ont
probablement généré des chiffres
plus complets et ont permis à
l'INS d'évaluer le nombre de
décès qui, par le passé, n'étaient
pas enregistrés. Pour 1999, leur
nombre est estimé à 65 et, pour
2000, à 146. L'IBSR a livré ces
nouveaux chiffres la semaine
passée. Je considère qu'il est plus
important de disposer de
statistiques précises que de
pouvoir m'enorgueillir de chiffres
à la baisse.
En ce qui concerne votre
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Het gaat hier vaak om gemeenten die een parallel registratiesysteem
voor verkeersongevallen bijhouden en die opzien tegen de
administratieve werklast van de NIS-registratie. Om deze
administratieve werklast zoveel mogelijk te verminderen werd begin
dit jaar bij de politiediensten het systeem voor eenmalige registratie
van verkeersongevallen in gebruik genomen. Dit systeem houdt in
dat de vaststelling van een ongeval één keer op gestandaardiseerde
wijze in een computerbestand wordt ingevoerd. Het Integrated
System for the Local Police laat toe de informatie voor het NIS-
formulier voor ongevallen met doden of gewonden op eenvoudige
wijze uit dit bestand te betrekken.
De inspanning van het NIS laat toe te veronderstellen dat deze cijfers
vollediger zijn dan die van de voorgaande jaren. Het NIS raamt het
aantal sterfgevallen dat wegens deze vertekening niet werd
geregistreerd op 65 tot het jaar 1999 en 146 voor het jaar 2000. Deze
door het NIS overhandigde informatie werd vorige week door het
BIVV aangehaald. De overeenstemmende gegevens werden
eveneens gevraagd voor het volledige decennium van de jaren '90.
Het NIS lijkt echter enige moeilijkheden te ondervinden om deze
gegevens te verzamelen. De aan het licht gebrachte vertekening
heeft uiteraard enkel betrekking op overleden personen. Een
dergelijke vertekening bestaat per definitie niet voor zwaar- en
lichtgewonden.
Ik vat de technische elementen die het verschil kunnen uitleggen
samen. Het NIS heeft met de net gepubliceerde cijfers voor het eerst
die inspanning gedaan. Men is voor het eerst actief bevestiging gaan
zoeken bij de politiediensten voor overlijdens binnen de dertig dagen.
Dit heeft als gevolg dat de cijfers voor 2001wat hoger liggen dan in
de jaren daarvoor. Dat geeft misschien wat somberder cijfers, wat
misschien minder goed is voor het imago van de regering. Ik vind het
echter belangrijker om precieze statistieken te hebben dan om
zogezegd dalende cijfers te kunnen presenteren. Ik zoek niet naar
dalende cijfers, ik zoek precieze cijfers die jaar na jaar kunnen
helpen voor de maatregelen die moeten worden genomen of
versterkt. Dat is de verbinding met de tweede vraag over de impact
van het beleid.
Het is natuurlijk juist dat een dalende trend in de ongevallen vooral
de verdienste is van de burgers zelf. Als de chauffeurs en de andere
weggebruikers voorzichtiger zijn en zich aan de snelheidslimieten en
de andere verkeersregels houden daalt het aantal ongevallen.
deuxième question sur la politique
du gouvernement, je crois que les
causes de l'évolution à la baisse
du nombre d'accidents doivent
être recherchées dans l'attitude
des automobilistes, qui conduisent
plus prudemment et respectent
davantage les règles de la
circulation.
Je ne crois d'ailleurs pas qu'une politique puisse réussir, dans
quelque domaine que ce soit - sécurité routière ou autre -, si elle ne
rencontre pas l'adhésion minimale des premiers concernés, si elle ne
répond pas à une demande ou à une sensibilisation importante de la
population.
Dit kan niet slagen zonder
instemming van de betrokkenen,
in dit geval de bevolking.
Ik zal dus zeker niet beweren dat de dalende trend in zijn totaliteit
enkel de verdienste is van de federale regering. De burgers moeten
het nog altijd waarmaken in het verkeer.
Je ne prétends pas que le mérite
en revient au gouvernement
fédéral. Il appartient au citoyen de
faire le nécessaire.
Les chiffres 2001 nous laissent à penser que les usagers de la voirie
sont demandeurs de moins d'agressivité et de moins de stress sur les
Het onderdeel "boetes" moet
kunnen worden behouden, ook al
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
routes. Il faut rester à l'écoute de cette demande. Dès lors, le volet
"amendes et autres" doit être maintenu. La pression doit rester
permanente si l'on veut garantir la tendance à la baisse, même si les
modes de calcul ont quelque peu changé.
werden de berekeningswijzen
gewijzigd.
Anderzijds is het minder duidelijk wat die mentaliteitswijziging
teweegbrengt. Mijn mening is dat het een samenspel van
verschillende factoren is. Ten eerste is er het maatschappelijke
debat. U hebt het zelf vermeld. De discussies in de regering en in het
Parlement maken daar ook deel van uit. Er zijn ook de
sensibiliseringscampagnes die ik samen met het BIVV heb opgezet.
Ook de media spelen een positieve rol in de bewustmaking. Ik denk
echter dat de federale regering toch ook een rol heeft gespeeld. Ze
heeft dat gedaan door verkeersveiligheid een belangrijke plaats te
geven in de regeringsverklaring.
Toen ik startte met de Staten-Generaal, bestond er heel wat scepsis.
Die bestond ook in de commissie. Men beweerde dat het allemaal
blabla was. Toch zijn het allemaal zaken die bijdragen tot een
dynamiek van het maatschappelijke debat. Op deze manier kan een
dalende trend veroorzaakt worden.
Mijn wet op de verkeersveiligheid werd gisteren gepubliceerd in het
Staatsblad. Ik heb het niet over de tekst van de heer Van der Kelen
in De Standaard. De bedoeling van deze wet is precies om die
verbeterde mentaliteit op een duurzame manier te verankeren. Het is
inderdaad mogelijk dat er bijvoorbeeld een verslapping van de
aandacht voor oversteekplaatsen is opgetreden. U zult zich
herinneren dat we in die wet hebben bepaald dat rijgedrag dat
anderen in gevaar brengt, een zware overtreding wordt. Dat wordt
toch een belangrijk punt van deze wet. Het gaat over voetgangers en
andere zwakke weggebruikers. Dat moet automobilisten aanzetten
tot meer voorzichtigheid tegenover fietsers en voetgangers.
Ik deel uw mening dat de achteruitgang van de verkeersveiligheid in
de bebouwde kom en op gemeentewegen alarmerend is. De cijfers
geven aan dat het aantal geregistreerde slachtoffers, doden en
zwaargewonden, onder de overstekende voetgangers toegenomen
is. Relatief gezien vallen de meeste slachtoffers buiten de
oversteekplaatsen. Ik zal u een kleine tabel geven met de cijfers voor
2000 en 2001. De stijging is ook het grootste bij deze groep. Toch
mogen we vandaag geen overhaaste conclusie trekken over de
veiligheid op de niet-geregelde oversteekplaatsen.
De registratiegraad van de ongevallen met voetgangers in 2001 is
zoals gezegd mogelijk groter dan de voorgaande jaren. Het NIS heeft
tijdens de werkvergaderingen in de loop van 2002 meegedeeld dat
verschillende steden aanzienlijk meer ongevallen aan het NIS
rapporteerden dan de voorgaande jaren. Dat is onder meer het geval
voor Gent. Aangezien de gedetailleerde cijfers van het NIS nog niet
beschikbaar zijn bij het BIVV, kunnen er nog geen detailanalyses
uitgevoerd worden op de cijfers van 2001.
De ongevalcijfers van de voetgangers zijn in elk geval van die aard
dat ik het BIVV zal vragen de nodige analyse uit te voeren. Op die
manier kunnen de oorzaken van bepaalde toenames worden
bepaald.
Les facteurs qui entraînent ce
changement de mentalités sont
moins nets. Bien entendu, il y a le
débat social, mais les campagnes
de sensibilisation, les médias et le
gouvernement fédéral y jouent
également un rôle.
L'objectif de la nouvelle loi sur la
sécurité routière, publiée hier, est
de provoquer un changement de
mentalités durable. La décision de
considérer la conduite à risque
comme une infraction grave doit
immanquablement entraîner une
prudence accrue.
Je partage les inquiétudes liées à
l'augmentation du nombre de tués
et de blessés graves en
agglomération. La plupart de ces
personnes ne sont cependant pas
renversées sur les passages
protégés, je peux d'ailleurs le
prouver à l'aide de tableaux.
N'oublions pas non plus que le
taux d'enregistrement des
accidents est bien plus élevé que
les années précédentes. L'INS ne
disposant pas encore des chiffres,
il est impossible d'effectuer une
analyse détaillée. Les chiffres se
rapportant aux piétons sont
cependant à ce point inquiétants
que je vais demander à l'IBSR de
procéder à une analyse
approfondie. Par le biais de
circulaires, nous tâchons aussi
d'inciter toutes les instances
concernées à faire le maximum
en faveur de la sécurité routière.
Les exemples cités sont détaillés
dans deux publications de l'IBSR.
J'ai également travaillé à la
sécurité sur les passages protégés
près des écoles et à
l'assouplissement des
réglementations relatives aux
plateaux et aux casse-vitesse.
Enfin, les Régions ont été saisies
d'une demande d'avis relative une
proposition concernant
CRIV 50
COM 1002
26/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
De federale overheid heeft via omzendbrieven en aanbevelingen de
wegbeheerders opgeroepen om alle nodige begeleidende
maatregelen te nemen voor de oversteekplaatsen voor voetgangers.
Ik verwijs hierbij naar de ministeriële omzendbrief van 21 maart 1996
en 7 mei 2002. Ik vestig hierin speciaal de aandacht van de
wegbeheerders op de problematiek van onbeschermde
oversteekplaatsen op wegen met tweemaal twee baanvakken.
De door u genoemde voorbeelden om oversteekplaatsen te
beschermen komen uitvoerig aan bod in twee publicaties van het
BIVV.
Ik heb tijdens deze legislatuur zelf het initiatief genomen om de
veiligheid in de schoolomgeving onder de aandacht te brengen. Ik
heb ook een soepele regeling uitgewerkt voor de instelling van zone-
30 rond de scholen.
Ik heb ook de reglementering voor verhoogde eenrichtingen,
verkeersdrempels en plateaus versoepeld, zodat deze gemakkelijker
kunnen worden gecombineerd met oversteekplaatsen.
Ten slotte, een belangrijke hervorming van de
verkeersreglementering ligt momenteel nog voor advies bij de
Gewesten. Naast een betere juridische bescherming van alle zwakke
weggebruikers wordt hierin onder andere een inhaalverbod bij de
nadering van oversteekplaatsen voorgesteld.
Wat uw suggesties betreft, die zijn zeer interessant en hebben mijn
steun. De wegbeheerders, Gewesten en gemeenten, hebben al een
inspanning geleverd met verhoogde eenrichtingen, verlichting en
verbreding van de voetpaden, maar dergelijke inspanningen voor
infrastructuur moeten zonder aflaten worden voortgezet. Als wij de
cijfers van voetgangers bekijken, moeten ze nog worden versterkt.
Daarom is in de nieuwe verkeerswet precies in het fonds voor
verkeersveiligheid voorzien. Dit omvat ook criteria voor kwetsbare
weggebruikers. Het geld van de superhoge boetes gaat dus
gedeeltelijk naar de politiezone om verdere inspanningen te doen
voor de verkeersveiligheid.
l'amélioration de la protection
juridique du piéton et à une
interdiction de dépassement à
proximité des passages protégés.
Je soutiens aussi entièrement les
suggestions de M. Ansons, par
exemple au niveau de la poursuite
de l'amélioration des
infrastructures. C'est d'ailleurs à
cet effet qu'a été créé le Fonds
pour la Sécurité routière. L'argent
provenant de l'alourdissement des
amendes pourra ainsi être investi
dans la sécurité routière.
12.07 Jos Ansoms (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
dit omstandig antwoord. Ik zou daarop uitgebreid kunnen reageren,
maar het is niet de bedoeling om hier een debat ten gronde te
voeren. Als het zo is dat nu de correcties doorgevoerd worden voor
het aantal verkeersdoden die 146 meer voor het jaar 2000 dan
moeten wij dus nu, volgens het BIVV, niet meer spreken over 1.470
doden in 2000, maar over 1.616. Wij moeten dus niet meer spreken
over 14 of 15 verkeersdoden per 100.000 inwoners, maar spijtig
genoeg moeten wij spreken over 16 verkeersdoden per 100.000
inwoners, wat de afstand ten opzichte van landen zoals Nederland,
Groot-Brittannië en Denemarken, waar men aan 6 of 7
verkeersdoden per 100.000 zit, natuurlijk nog groter maakt.
Ik zou dan toch vragen u bent voorzitter van het BIVV dat men
ook werk zou maken van een correctie bij de zwaargewonden. In
Nederland heeft men ook een mechanisme, waarbij men het aantal
zwaargewonden van de statistische gegevensbank met 1,6
vermenigvuldigt, omdat men daar aanneemt ook op basis van
onderzoek dat het aantal zwaargewonden de facto 60% meer
12.07 Jos Ansoms (CD&V):
Donc, en corrigeant les chiffres du
nombre de tués dans les
accidents de circulation, nous ne
parlons pas de 14 mais de 16 tués
par 100.000 habitants, contre 7
seulement dans certains pays
voisins.
Les chiffres des blessés graves
doivent également être adaptés.
Aux Pays-Bas, on multiplie par
1,6, parce qu'on y tient compte
des 60% de blessés graves qui
n'apparaissent pas dans les
statistiques. Si on applique ce
facteur aux données belges, la
baisse du nombre des blessés
graves est bien moins
26/02/2003
CRIV 50
COM 1002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
bedraagt dan het aantal dat officieel uit de aangifteformulieren van
de politie komt. De gegevensverzameling van zwaargewonden is
natuurlijk nog moeilijker dan voor doden. Wat is zwaargewond? In de
ene kliniek doet men dat zorgvuldig, in een andere niet, enzovoort.
Ik denk dat wij binnen het BIVV ook een dergelijk systeem moeten
uitdokteren, op basis van wetenschappelijk vooronderzoek of enkele
proeven, en dat wij dan ook een correctie moeten doorvoeren op de
zwaargewonden. Dan kunnen wij met kennis van zaken spreken en
dan weten wij hoe dramatisch de verkeersonveiligheid in ons land is.
Er wordt al vlug gezegd 14 of 15 verkeersdoden op 100.000, intussen
weten wij nu dat het er 16 zijn. Ook het aantal zwaargewonden is
eigenlijk nogal spectaculair naar beneden gegaan in 2001. Als men
daar echter een correctie zou aan toevoegen zoals in Nederland
met 60% dan geeft dit een heel ander zicht.
Ik vind dat de realiteit onder ogen moet worden gezien, op basis van
zo juist mogelijke cijfers, om dan nog meer de bevolking te kunnen
motiveren om er iets aan te doen. Dat is maar een reactie op wat u
hebt gezegd. Over de rest ga ik geen lange discussie aangaan, want
de heer Vanoost geeft mij toch altijd gelijk. De anderen zijn niet
aanwezig, die moet ik dus niet overtuigen. Ik ga het dus maar niet
doen.
spectaculaire.
Je ne souhaite pas aborder ici une
discussion de fond sur les autres
sujets dont il a été question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.51 heures.