KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 991
CRIV 50 COM 991
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag
mardi
18-02-2003
18-02-2003
16:00 uur
16:00 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Pieter De Crem tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de door de Belgische regering aangekondigde
weigering tot deelname aan de bescherming van
Turkije in NAVO-verband en het door hem
aangekondigde veto-rechtgebruik van België in de
schoot van de NAVO" (nr. 1571)
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'annonce,
faite par le gouvernement belge, de son refus de
participer à la défense de la Turquie dans le
cadre de l'OTAN et de son intention d'utiliser le
droit de veto de la Belgique au sein de l'Alliance
atlantique" (n° 1571)
- de heer Guido Tastenhoye tot de eerste minister
over "de houding van België in de kwestie Irak"
(nr. 1572)
- M. Guido Tastenhoye au premier ministre sur
"l'attitude de la Belgique dans le cadre de la
question irakienne" (n° 1572)
- de heer Dirk Van der Maelen tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"Irak" (nr. 1575)
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur "l'Irak"
(n° 1575)
- de heer Patrick Moriau tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het binnen de NAVO door de Belgische regering
verdedigde standpunt ten aanzien van de
ontwikkeling van de Iraakse crisis" (nr. 1576)
- M. Patrick Moriau au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la position
défendue par le gouvernement belge à l'OTAN en
regard de l'évolution de la crise irakienne"
(n° 1576)
- mevrouw Josée Lejeune tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de evolutie van de situatie in Irak en het
Belgische standpunt binnen de NAVO" (nr. 1581)
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'évolution
de la situation irakienne et la position belge
formulée au sein de l'OTAN" (n° 1581)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van België inzake Irak" (nr. 1586)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'attitude de
la Belgique en ce qui concerne l'Irak" (n° 1586)
- de heer Vincent Decroly tot de eerste minister
over "de Belgische houding ten aanzien van de
voortgezette voorbereidingen voor een oorlog
tegen Irak" (nr. 1589)
- M. Vincent Decroly au premier ministre sur
"l'attitude de la Belgique face à la poursuite des
préparatifs de guerre contre l'Irak" (n° 1589)
- de heer Jean-Pol Henry tot de minister van
Landsverdediging over "de situatie in Irak en de
gevolgen daarvan binnen de NAVO" (nr. 1590)
- M. Jean-Pol Henry au ministre de la Défense
nationale sur "la situation en Irak et ses
conséquences au sein de l'OTAN" (n° 1590)
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "Irak" (nr. 1591)
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur
"l'Irak" (n° 1591)
- mevrouw Muriel Gerkens tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de Iraakse crisis" (nr. 1593)
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la crise
irakienne" (n° 1593)
- de heer Peter Vanhoutte tot de eerste minister
over "het bereikte akkoord binnen de NAVO"
(nr. 1594)
- M. Peter Vanhoutte au premier ministre sur
"l'accord intervenu au sein de l'OTAN" (n° 1594)
- de heer Stef Goris tot de eerste minister en tot
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de situatie in Irak"
(nr. 1595)
- M. Stef Goris au premier ministre et au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la situation en Irak" (n° 1595)
- de heer Jacques Lefevre tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de Iraakse situatie" (nr. 1596)
- M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la situation
irakienne" (n° 1596)
Sprekers: Guy Verhofstadt, eerste minister,
Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk
Van der Maelen, voorzitter van de SP.A-
fractie, Patrick Moriau, Josée Lejeune,
Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol
Henry, Karel Van Hoorebeke, Joos
Wauters, Muriel Gerkens, voorzitter van de
ECOLO-AGALEV-fractie, Peter Vanhoutte,
Stef Goris
Orateurs: Guy Verhofstadt, premier ministre,
Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk
Van der Maelen, président du groupe SP.A,
Patrick Moriau, Josée Lejeune, Ferdy
Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry,
Karel Van Hoorebeke, Joos Wauters,
Muriel Gerkens, présidente du groupe
ECOLO-AGALEV, Peter Vanhoutte, Stef
Goris
Moties
52
Motions
52
Sprekers:
Jacques Lefevre, Guy
Orateurs:
Jacques Lefevre, Guy
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Verhofstadt, eerste minister, Pieter De
Crem, Louis Michel, vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken, Guido
Tastenhoye, Dirk Van der Maelen, voorzitter
van de SP.A-fractie, Patrick Moriau, Ferdy
Willems, Vincent Decroly, Karel Van
Hoorebeke, Muriel Gerkens, voorzitter van
de ECOLO-AGALEV-fractie, Stef Goris
Verhofstadt, premier ministre, Pieter De
Crem, Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères, Guido
Tastenhoye, Dirk Van der Maelen, président
du groupe SP.A, Patrick Moriau, Ferdy
Willems, Vincent Decroly, Karel Van
Hoorebeke, Muriel Gerkens, présidente du
groupe ECOLO-AGALEV, Stef Goris
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
18
FEBRUARI
2003
16:00 uur
______
du
MARDI
18
FEVRIER
2003
16:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.12 uur door de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.12 heures par M. Pierre Chevalier, président.
De voorzitter: Ik verwelkom de leden van het Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. Zij zijn de
reden voor de aanwezigheid van een aantal leden van het Europees Parlement. Ik zie mevrouw Smet en
mevrouw Maes. Ik zie ook enkele senatoren, of toch minstens één, met name madame Nagy.
Je vous souhaite à tous la bienvenue. Je regrette que vous ne puissiez pas prendre la parole pendant les
interpellations, mais immédiatement après la réunion de la commission des Relations Extérieures de la
Chambre, se tiendra une réunion du Comité d'Avis pour les Affaires européennes. A cette occasion, vous
pourrez bien entendu intervenir si vous le souhaitez.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Pieter De Crem tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
door de Belgische regering aangekondigde weigering tot deelname aan de bescherming van
Turkije in NAVO-verband en het door hem aangekondigde veto-rechtgebruik van België in de
schoot van de NAVO" (nr. 1571)
- de heer Guido Tastenhoye tot de eerste minister over "de houding van België in de kwestie Irak"
(nr. 1572)
- de heer Dirk Van der Maelen tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"Irak" (nr. 1575)
- de heer Patrick Moriau tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het
binnen de NAVO door de Belgische regering verdedigde standpunt ten aanzien van de
ontwikkeling van de Iraakse crisis" (nr. 1576)
- mevrouw Josée Lejeune tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
evolutie van de situatie in Irak en het Belgische standpunt binnen de NAVO" (nr. 1581)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
houding van België inzake Irak" (nr. 1586)
- de heer Vincent Decroly tot de eerste minister over "de Belgische houding ten aanzien van de
voortgezette voorbereidingen voor een oorlog tegen Irak" (nr. 1589)
- de heer Jean-Pol Henry tot de minister van Landsverdediging over "de situatie in Irak en de
gevolgen daarvan binnen de NAVO" (nr. 1590)
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste minister over "Irak" (nr. 1591)
- mevrouw Muriel Gerkens tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Iraakse crisis" (nr. 1593)
- de heer Peter Vanhoutte tot de eerste minister over "het bereikte akkoord binnen de NAVO"
(nr. 1594)
- de heer Stef Goris tot de eerste minister en tot de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de situatie in Irak" (nr. 1595)
- de heer Jacques Lefevre tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Iraakse situatie" (nr. 1596)
01 Interpellations jointes de
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'annonce,
faite par le gouvernement belge, de son refus de participer à la défense de la Turquie dans le
cadre de l'OTAN et de son intention d'utiliser le droit de veto de la Belgique au sein de l'Alliance
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
atlantique" (n° 1571)
- M. Guido Tastenhoye au premier ministre sur "l'attitude de la Belgique dans le cadre de la
question irakienne" (n° 1572)
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'Irak"
(n° 1575)
- M. Patrick Moriau au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la position
défendue par le gouvernement belge à l'OTAN en regard de l'évolution de la crise irakienne"
(n° 1576)
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'évolution
de la situation irakienne et la position belge formulée au sein de l'OTAN" (n° 1581)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'attitude de la
Belgique en ce qui concerne l'Irak" (n° 1586)
- M. Vincent Decroly au premier ministre sur "l'attitude de la Belgique face à la poursuite des
préparatifs de guerre contre l'Irak" (n° 1589)
- M. Jean-Pol Henry au ministre de la Défense nationale sur "la situation en Irak et ses
conséquences au sein de l'OTAN" (n° 1590)
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur "l'Irak" (n° 1591)
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la crise
irakienne" (n° 1593)
- M. Peter Vanhoutte au premier ministre sur "l'accord intervenu au sein de l'OTAN" (n° 1594)
- M. Stef Goris au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
sur "la situation en Irak" (n° 1595)
- M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la situation
irakienne" (n° 1596)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de eerste minister.)
(La réponse sera fournie par le premier ministre.)
De voorzitter: In totaal werden er dus 14 interpellatieverzoeken ingediend, wat heel wat is. Daaruit blijkt
hoe belangrijk het onderwerp is. Ik denk dat de premier eerst een aantal documenten wil laten ronddelen.
01.01 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik
kan eerst en vooral de beslissing van de Defense Planning Comittee
van de NATO van afgelopen zondag ronddelen. In dat document
staan trouwens de amendementen onderlijnd die zijn aangebracht op
de beslissing van de DPC. Ten tweede, kan ik de gezamenlijke
verklaring ronddelen, die Duitsland, Frankrijk en België na afloop van
die vergadering hebben afgelegd. Ten derde, kan ik de resolutie
ronddelen die gisteren werd aangenomen door de Europese Raad in
Brussel met betrekking tot het gezamenlijke standpunt van de
Europese Unie over de Irak-crisis. Dat zijn de drie documenten die
nu ter beschikking zijn.
Ces trois documents sont à votre disposition et peuvent être
distribués. Ils vous seront sans doute utiles pendant le débat puisque
nous parlerons tout à l'heure de la résolution européenne.
01.01 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Je fais distribuer trois
documents aux membres de la
commission: la conclusion du
Conseil européen du 17 février, la
décision de dimanche du Defense
Planning Committee de l'OTAN
concernant la Turquie et la
déclaration commune faite par
l'Allemagne, la France et la
Belgique au terme de cette
réunion.
De voorzitter: Die documenten zijn nu ter beschikking gesteld?
Heeft iedereen de documenten al ontvangen?
Dan geef ik als eerste het woord aan de heer De Crem. Mijnheer De
Crem, ik neem aan dat u vanop dit spreekgestoelte zult spreken?
Le président: Je souhaiterais
vous demander à tous de
respecter les temps de parole
réglementaires.
01.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik spreek
vanwaar u wil. Ik kan ook van hieruit spreken.
Dank u, voorzitter, voor de ruimte die u biedt aan deze interpellatie.
01.02 Pieter De Crem (CD&V):
Normalement, nous aurions déjà
dû tenir ce débat jeudi, pendant
l'heure réservée aux questions.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Het is mij nogal wat met de interpellaties over Irak. De vorige
interpellaties die we terzake hadden, werden gehouden op
vrijdagavond tussen zes en zeven; een beetje tussen voorgerecht en
avondmaal.
Ik had reeds vorige week zondag bij urgentie een interpellatie
ingediend. Normaal gezien had deze interpellatie op donderdag of
vrijdag van vorige week behandeld moeten worden. De voorzitter
van de Kamer heeft mij tijdens het vragenuurtje, naar aanleiding van
een vraag die ik stelde aan minister Flahaut over het militaire aspect
van de Irak-crisis, geïnterrompeerd als een semi-deponent lid van de
regering door mee te delen dat ik een aantal vragen al niet meer
hoefde te stellen omdat er een debat zou plaatsvinden op vrijdag.
Eerst zou het debat plaatsvinden om 10 uur. Nadien werd dit 16 uur.
Nog later zou het dan maandag plaatsvinden en uiteindelijk vindt het
vandaag plaats. Tot zover de orde van zaken. Ik stel voor dat we dit
bij een volgende vergadering over de werkzaamheden eens
bespreken.
Voorzitter, mijnheer de eerste minister, heren ministers, collega's, de
crisis in de NAVO is opgelost. België stond uiteindelijk alleen in de
afwikkeling van deze crisis.
Frankrijk behoort niet tot de militaire structuur van de NAVO-
beslissingsprocedure en Duitsland had via een omweg beslist om
reeds via Nederland patriotraketten toe te sturen. We stonden er
uiteindelijk alleen voor, maar toch hebben we verkregen dat in de
beslissing van de NAVO wordt vermeld dat de bescherming van
Turkije geen voorbereiding van de oorlog tegen Irak is.
Mijnheer de voorzitter, ik herinner u eraan dat dit eigenlijk de
aanleiding was van de interpellatie. Het ging om de verklaringen die
de vice-eerste minister heeft afgelegd in een actualiteitsprogramma
op zondag op de VRT.
Uiteindelijk zijn we vandaag een week verder. Mijnheer de eerste
minister, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, mijnheer de
minister van Defensie, vandaag kunnen de door Turkije gevraagde
middelen en de daarbij betrokken voorbereidingen worden
gelanceerd. De gevraagde middelen zijn AWACS-toestellen met
een Belgische bemanning bescherming tegen chemische en
biologische wapens en ten derde, het leveren van raketafweer tegen
eventuele bedreiging van het Turkse territorium.
Wat er de laatste veertien dagen is gebeurd, is niet echt fraai. De rol
die België daarin heeft gespeeld, was op zijn zachtst gezegd niet
glashelder.
Enerzijds, stond de regering Amerikaanse troepen en
materieeltransporten naar de conflictregio toe. Daar hebben wij het
bij een vorige interpellatie al over kunnen hebben. U hebt ooit
gezegd dat het om 700 soldaten ging. Het blijkt over 15.000 soldaten
te gaan die via het Vrasenedok naar de Golf trekken. Eerst ging het
over 15 colonnes. Thans blijkt het over 90 colonnes te gaan. Eerst
ging het over een aantal routinetransporten, thans gaat het over
andere transporten.
Anderzijds, blokkeerde de regering een tijdlang een beslissing over
Mais, à ce moment-là, ma
question a été supprimée car un
débat sur l'Irak avec des
interpellations s'annonçait. Ce
débat a toutefois été reporté à
trois reprises.
Jeudi déjà, je souhaitais interroger
le gouvernement à propos de son
attitude face à la demande d'aide
formulée par les Turcs en cas
d'agression par l'Irak. La Turquie
demande l'envoi d'appareils
AWAC avec un équipage belge, la
protection contre des armes
chimiques biologiques ainsi que
des armes antimissiles. Au sein
de l'OTAN, seule la Belgique a
refusé de consentir à cette
demande: l'Allemagne avait, en
effet, déjà décidé d'envoyer des
missiles et la France n'appartient
pas à la structure militaire de
l'OTAN.
L'attitude belge n'a pas de quoi
nous rendre fiers et elle est
surtout très confuse. D'une part,
notre gouvernement autorise les
Etats-Unis à transiter par notre
territoire pour transporter 15.000
soldats vers la région du conflit
mais, d'autre part, il bloque la
décision relative à la demande
d'aide formulée par un allié de
l'OTAN. Ce refus a été applaudi,
mais d'aucuns s'opposent tout de
même encore aux transports. La
population ne sait plus à quel saint
se vouer.
La Belgique aurait dû jouer le rôle
de médiateur entre les alliés ainsi
qu'entre les Etats-Unis et l'OTAN.
Il y a des plaies qui auront du mal
à cicatriser. Nous pouvons
craindre qu'à partir de maintenant,
le processus décisionnel se fera à
deux vitesses sur le plan
international. L'attitude
intransigeante de la France au
sein du Conseil de sécurité va
peut-être même nous précipiter
vers la guerre.
Tous les moyens doivent être mis
en oeuvre pour sauvegarder la
paix. C'est pourquoi le CD&V a
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
de vraag naar de bescherming van NAVO-lid Turkije. De regering
heeft hoog spel gespeeld in de NAVO en haar houding heeft zeker
niet bijgedragen tot een toenadering tussen de verdeelde
bondgenoten, zowel binnen de NAVO als binnen de EU. Ik verzeker
u ervan dat de dubbelzinnige houding die de Belgische regering
aanneemt bij de man in de straat bijzonder dubbelzinnig overkomt.
Niet voor niets ketenen vredesactivisten zich vast aan het militair
transport. Iedereen is tegen de oorlog. De christen-democraten zijn
absoluut tegen dat gewapend conflict. De Belgische regering krijgt
wel veel lof toegezwaaid maar tegelijk ziet iedereen dagelijks op het
scherm en in de krant de militaire voorbereidingen in de haven van
Antwerpen.
België had naar ons aanvoelen een andere rol kunnen en moeten
spelen, de rol van bruggenbouwer, niet enkel binnen Europa maar
ook tussen Europa en de Verenigde Staten. België zou als
bemiddelaar op beide fronten veel krediet hebben opgebouwd.
Nu is er wellicht te veel gebeurd om de wonden op korte tijd te helen.
Welk resultaat onze rol opgeleverd zou hebben, kan ik uiteraard niet
zeggen of voorspellen. Wij kunnen echter alleen maar hopen dat de
harde houding van Frankrijk in de Veiligheidsraad niet het
ongewenste neveneffect heeft van het bespoedigen van de oorlog.
Wellicht is een internationaal besluitvormingsproces in verschillende
snelheden nu het onmiddellijke resultaat van de houding die een
aantal lidstaten hebben aangenomen.
In elk geval zijn wij ervan overtuigd dat, om de vrede te bewaren
dus niet alleen om de oorlog te voorkomen , alle mogelijke
middelen gebruikt of ingezet moeten worden. Vandaar ook onze
deelname aan de betoging van afgelopen zaterdag. Wij blijven
absoluut bezorgd over de aanhoudende dreiging van een oorlog.
De Unie heeft gisteren een eensgezind standpunt ingenomen, maar
ik moet zeggen dat de christen-democraten verbaasd zijn over de
goedgekeurde tekst. Nergens, bij een eerste, noch bij een tweede,
noch bij een derde lezing, is er sprake van een tweede VN-resolutie.
Voor ons en naar ik dacht ook voor de regering was dat "een
absoluut noodzakelijke voorwaarde voor de steun voor of de
deelname aan een militaire actie", waarmee ik u citeer, mijnheer de
eerste minister. Naar die minimale vereiste wordt zelfs niet
onrechtstreeks verwezen. U hebt verklaard dat daarover nu zelfs niet
gepraat mag worden, omdat dat zou betekenen dat de oorlog
onafwendbaar is. Het staat er niet in.
De tekst die werd goedgekeurd, moet volgens mij als muziek in de
oren klinken van degenen tegen wie u zich heeft afgezet, namelijk de
Verenigde Staten van Amerika. De schuld van de crisis wordt immers
bij Irak gelegd. Het krijgt een laatste kans zich te voegen naar
resolutie 1441 en beter mee te werken. Waar hebben we dat nog
gehoord? Als Irak niet aan zijn verplichtingen voldoet, zal het de
verantwoordelijkheid moeten dragen voor en ik lees in het
communiqué "de consequenties". Waar hebben we dat nog gehoord?
De VN-inspecties in Irak moeten beperkt zijn in de tijd. Waar hebben
we dat nog gehoord? De militaire opbouw tegen Irak wordt, naast de
eenheid en vastberadenheid van de internationale gemeenschap,
een essentiële factor genoemd om de nodige samenwerking van Irak
participé à la manifestation.
Le texte adopté par l'Union
européenne nous surprend, parce
qu'il ne fait pas mention d'une
deuxième résolution des Nations
Unies. Pour le CD&V et je
croyais que le gouvernement était
sur la même longueur d'ondes il
s'agit là d'une condition absolue à
notre participation à une action
militaire.
Ce texte plaira sans aucun doute
aux Américains car il fait peser
l'entièreté de la responsabilité de
la crise sur l'Irak. L'Irak se voit
octroyer une dernière chance de
respecter les conditions imposées
par la résolution 1441, faute de
quoi les conséquences suivront.
Les inspections doivent être
limitées dans le temps. La
pression militaire doit venir en
appui de la diplomatie et
l'utilisation de la violence est
reconnue comme option
éventuelle. Ces termes ne
résonnent-ils pas familièrement à
nos oreilles?
La nécessité d'une deuxième
résolution semble abandonnée.
Dès lors, nous estimons qu'il n'y a
pas de garanties suffisantes pour
une solution pacifique de ce
conflit.
Pour le CD&V, une seconde
résolution demeure indispensable.
L'ONU doit organiser des
inspections permanentes en Irak,
avec l'appui de casques bleus.
Les sanctions imposées à l'Irak
pourraient être levées car la
présence des casques bleus
rendrait impossible le
développement de structures
susceptibles de menacer la paix
mondiale. Je souhaiterais
connaître l'opinion du premier
ministre au sujet de cette
proposition, qui va beaucoup plus
loin que le texte européen.
Je souhaiterais encore poser deux
questions. Pourquoi cette décision
a-t-elle été reportée de huit jours?
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
af te dwingen. Waar hebben we dat nog gehoord? Het gebruik van
geweld wordt in de tekst als optie erkend. Hoe lang horen we dat al
en van wie? Het engagement wordt uitdrukkelijk bevestigd om met
alle partners en in het bijzonder met de Verenigde Staten te ijveren
voor de ontwapening van Irak. Waar hebben we dat allemaal eerder
gehoord?
In deze conclusies staat dat een militair ingrijpen in Irak aanvaard
kan worden. Er staat niet in dat het slechts aanvaard of gesteund zou
kunnen worden indien in de Veiligheidsraad een nieuwe resolutie
wordt goedgekeurd. Het verhaal van de nieuwe resolutie is definitief
opgeborgen.
De nieuwe resolutie, die het gebruik van geweld zou toelaten, wordt
dus vernietigd. Dit is voor ons absoluut noodzakelijk. Wij vinden dat
er te weinig waarborgen zijn die door de regering uit de brand zijn
gesleept binnen de Europese besluitvorming om een geweldloze
beëindiging van het conflict mogelijk te maken.
Wij houden dus met de christen-democraten vast aan ons
oorspronkelijk standpunt. Het standpunt is, ten eerste, dat er absoluut
een nieuwe resolutie moet komen. Ten tweede, een versterking en
voortzetting van de inspecties in Irak moest absoluut opgenomen zijn
in de tekst waarover de Europese regeringsleiders hebben beslist.
Het werken van deze inspecties moest gewaarborgd worden door
een permanente UNO-inspectie via UNO-blauwhelmen zodat Irak
onder voortdurend internationaal toezicht komt te staan. Dat is iets
wat u niet heeft bereikt. Tegelijkertijd wilden wij daaraan koppelen
dat de sancties tegen Irak zouden kunnen worden opgeheven omdat
de aanwezigheid van UNO-blauwhelmen op zijn beurt de uitbouw
van een nieuw wereldvredebedreigend apparaat voorgoed
onmogelijk zou maken. Dat is een concreet voorstel en ik had graag
uw mening gehoord over het voorstel dat eigenlijk veel verder gaat
dan wat in de Europese besluitvorming tot stand is gekomen. Twee
belangrijke vragen blijven over. Er zijn er vele maar twee belangrijke
blijven over.
Ten eerste, waarom werd een beslissing die reeds een week eerder
kon worden genomen uitgesteld? Professor Coolsaet van de
Universiteit Gent een onverdachte bron zegt dat de beslissing
van eergisteren reeds vorige week zondag kon worden genomen. Ik
citeer hem: "De toestand is niet veranderd. De beslissing is niet
veranderd". De regering heeft dus gedurende één week op de
hometrainer gereden. U bent er vermoeid afgestapt. U bent echter
geen meter vooruit gekomen.
Onze tweede vraag blijft meer dan ooit actueel. Welke verdere
stappen zal u binnen de UNO en de NAVO ondernemen om het
vredesengagement waarvan u getuigenis wilt afleggen enig effect te
geven? U zegt immers dat de militaire optie de allerlaatste is. Het is
niet de onze, het is de uwe. Het blijft echter een optie wanneer de
Veiligheidsraad alsnog een nieuwe resolutie, die het licht op groen
zet voor een militaire actie tegen Irak, aanneemt. Blijft u bij dit
standpunt? Wat betekent dit voor de betrokkenheid van ons land?
Deze betrokkenheid zal bij een actie tegen Irak onwillekeurig militair
en fysiek gehonoreerd moeten worden. Daarvoor heeft u zich immers
geëngageerd. Op deze vraag heeft u geen antwoord gegeven.
Nous n'avons, en effet, eu
connaissance d'aucun nouveau
développement entre-temps.
Quelles initiatives seront-elles
prises au sein de l'ONU et de
l'OTAN afin de s'assurer de
l'impact réel de l'engagement en
faveur de la paix? La Belgique
maintiendra-t-elle son point de
vue initial? Notre pays accordera-
t-il une aide militaire si cela
s'avère nécessaire?
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
01.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op 10 februari, een paar uren nadat België met
Frankrijk voor een crisis in de NAVO had gezorgd, heeft onze
voorzitter Frank Vanhecke reeds gesteld dat enkel een eensgezind
Europa een kans maakt om alsnog tot een vreedzame oplossing in
de Iraakse kwestie te komen. Hij deed dat uiteraard geheel in de
pacifistische traditie van het nooit meer oorlog uit het IJzertestament
van de frontsoldaten en dat blijft ook onze overtuiging.
Wij hebben grote reserves bij die profileringdrang van zogenaamde
vredesduif Louis Michel die er nog maar pas geleden niet voor
terugschrok om tegen de Belgische wet in en met instemming van de
groenen Waalse oorlogswapens te leveren aan Nepal, een land in
burgeroorlog, wapens waarmee nu misschien, op dit ogenblik,
mensen worden gedood. Dat België volop Frankrijk en de Franse
belangen heeft gediend, verwondert al lang niet meer sedert Louis
Michel zich manifesteert als een noeste wegbereider voor de
francofonie. De opstelling van Frankrijk was logisch. Frankrijk heeft
altijd een ambigue houding gehad tegenover de NAVO. Het land doet
traditioneel aan anti-Amerikanisme in een poging om de oude Franse
grandeur nog eens tot leven te wekken en dat straalt natuurlijk af op
Louis Michel. Lees Mia Doornaert in De Standaard van 11 februari.
Frankrijk heeft zijn speciale banden met de Arabische wereld en ook
met Irak, waar bovendien met Totalfina Elf enorme oliebelangen op
het spel staan. In dit opzicht heeft Frankrijk alle belang bij het status-
quo. Louis Michel en Guy Verhofstadt gloriëren één momentje op het
wereldtoneel, maar België loopt grote schade op en Vlaanderen, dat
voor meer dan 75% van de Belgische export tekent, betaalt het
gelag. Fundamenteel voor ons, Vlaams-nationalisten, is het
achternalopen van Frankrijk allerminst in het belang van een naar
zelfstandigheid strevend Vlaanderen. Dat zou toch ook de N-VA
moeten weten, die vorige week bij monde van Geert Bourgeois nog
achter Louis Michel ging staan.
Of hoe naïef men wel kan zijn.
De kwestie Irak, de vraag van oorlog en vrede, is voor ons in
essentie geen economisch dossier, geen platte geldkwestie laat dit
duidelijk zijn maar het dwaas en contraproductief profileren van
België zonder de vrede een stap dichterbij te brengen. Ze zorgt wel
voor enorme economische schade. Die schade is al concreet
voelbaar in de cruciale Antwerpse diamantsector. Amerika is met
35% onze beste klant voor de afname van geslepen diamant, goed
voor 2,8 miljard dollar of 25% van onze totale uitvoer naar de
Verenigde Staten.
De high profilebenadering van België heeft reeds tot gevolg dat de
Amerikaanse bestellingen worden uitgesteld of afgezegd. "Keep your
diamonds or sell them to Irak" is een voorbeeld van het soort e-mails
dat thans binnenloopt bij de Hoge Raad voor Diamant in Antwerpen.
Getuige hiervan is Joris Steverlinck, woordvoerder van de Hoge
Raad voor Diamant.
"Ook de belangen van de Antwerpse haven, de motor van de
Vlaamse economie, zijn bedreigd", stelt de liberale havenschepen,
Leo Baron Delwaide. Als Antwerpen het statuut van meest
bevoorrechte haven voor de Verenigde Staten zou verliezen en die
vrees bestaat is de economische ramp voor Vlaanderen niet te
01.03 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le Vlaams Blok
s'inscrit dans une longue tradition
de pacifisme. Cela dit, nous
formulons de sérieuses réserves à
propos des ardeurs de Louis
Michel, cette prétendue colombe
de la paix, à se distinguer par ses
prises de position. D'abord il
n'hésite pas à livrer des armes
wallonnes au Népal, et voilà qu'il
emboîte le pas aux Français.
C'est que le pacifisme français est
loin d'être désintéressé. L'attitude
de la France envers l'OTAN a
toujours été ambiguë, et les
Français ne cachent pas leur
antiaméricanisme. De plus, la
France a des intérêts pétroliers
dans le Golfe.
Le premier ministre et son vice-
premier ministre auront eu leur
instant de gloire, et ce sont la
Belgique et la Flandre qui payent
les pots cassés. Loin de nous
l'intention de réduire la question
irakienne à un simple dossier
économique, mais le
comportement de la Belgique
dans cette affaire aura
indéniablement de lourdes
conséquences économiques. Le
secteur diamantaire anversois
s'en ressent déjà.
L'attitude du gouvernement belge,
qui tient la dragée haute aux
Etats-Unis dans le dossier irakien,
provoquera une baisse des
commandes américaines de
diamants anversois. L'échevin
libéral d'Anvers qui a les affaires
portuaires dans ses attributions,
Leo Delwaide, redoute qu'une
menace pèse sur le port qui jouit
aujourd'hui encore des faveurs
des Américains. Chez nous, les
entreprises U.S. emploient
directement 142.000 personnes.
Le premier ministre a vraiment
mal choisi son moment pour se
rendre à New York afin de
promouvoir l'image de la Belgique
si bien que ce voyage aura des
effets contraires à ceux qu'il
espérait. Si une rencontre a été
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
overzien.
Amerikaanse bedrijven stellen in België rechtstreeks 142.000
mensen tewerk en zorgen voor 12% van de lonen en wedden in de
privésector. Amerikaanse investeringen in België, hoofdzakelijk in
Vlaanderen, waren de voorbije jaren al sterk teruggelopen ten
voordele van Nederland. Net wanneer er op CNN publiciteitsspotjes
lopen om België als investeringsland te promoten, gevolgd door
nieuwsflashes die België zwaar in the picture plaatsen als een
ondankbaar en onbetrouwbaar land, reisde premier Verhofstadt
vorige week, midden in de NAVO-crisis, naar New York om België te
promoten.
Dit bezoek werkte uiteraard contraproductief. Een afspraak met
journalisten werd geboycot door een bomalarm. Een gepland bezoek
aan de beursvloer ging zelfs niet door. Opnieuw had de Pinocchio
van de Belgische politiek er iets op gevonden. Hij pronkte met een
eerste trofee, een investering van multinational Cargill in Mechelen,
goed voor 100 werkplaatsen. Helaas voor Verhofstadt brachten De
Standaard en Gazet van Antwerpen 's anderendaags al uit dat het
om een oud contract gaat dat vorig jaar reeds werd getekend.
Bovendien gaat het niet volledig om nieuwe werkplaatsen maar om
overplaatsingen. De Vlaams Blokcampagne "Verhofstadt liegt" kreeg
hiermee haar zoveelste illustratie.
Collega's, het is meer dan genoeg geweest! We herinneren ons nog
levendig de kwestie Oostenrijk waar we van Louis Michel niet meer
mochten gaan skiën. Wie moest de rekening betalen? Juist,
Vlaanderen. Het werd zo gortig dat zelfs Vlaamse minister-president
Dewael Michel liet weten dat het welletjes was geweest. Op dit
ogenblik horen we Dewael niet! Hij is wellicht te druk bezig met de
voorbereiding van zijn kiescampagne voor de Kamer. Nochtans
dreigt de schade voor Vlaanderen nog veel groter te worden. Er
wordt gespeeld met de boterham van de Vlaamse man en vrouw. Dat
neemt het Vlaams Blok niet. Als de liberalen de Vlaamse
bedrijfswereld niet meer verdedigen zal het Vlaams Blok hun plaats
innemen.
Collega's, premier Verhofstadt stelt de zaken totaal verkeerd voor.
Tijdens het voorbije weekeinde probeerde België krampachtig uit het
zelf door Louis Michel en Guy Verhofstadt gecreëerde moeras te
raken. Uiteindelijk heeft Michel om zijn gezicht te redden zondag aan
de NAVO een compromis moeten voorstellen en heeft België toch
moeten instemmen met hulpverlening aan Turkije. "De Belgische
regering heeft goedgekeurd wat ze eerder met zoveel ophef
blokkeerde", schrijft Paul De Bruyn vandaag in een uitstekende
analyse in Gazet van Antwerpen.
Er is daarbij geen sprake van een directe koppeling tussen wat de
NAVO doet en wat de Veiligheidsraad beslist, zoals België eiste.
Paradoxaal genoeg dit is echt essentieel, collega's zijn door de
Frans-Belgische provocaties de standpunten van de haviken in het
Witte Huis enkel maar verhard en is een oorlog juist dichterbij
gekomen.
Intussen was er door het zinloos gijzelen van de NAVO gedurende
zeven dagen wel onnoemelijk veel schade aangericht aan het
Belgische imago, wat ons nog lange tijd zeer zuur zal opbreken. In de
annulée à deux reprises, ce n'est
pas sans raison. Dans les
quotidiens De Standaard et Gazet
van Antwerpen, on a pu lire que
l'investissement de Cargill, brandi
comme un trophée par M.
Verhofstadt, n'était qu'un colis
déjà ancien présenté dans un
nouvel emballage.
La coupe est pleine. M. Michel
nous avait interdit d'aller skier en
Autriche. Qui a payé les pots
cassés? La Flandre. A l'époque, le
ministre-président Dewael avait
protesté. Aujourd'hui, il se tait. La
politique du gouvernement belge
met en péril le gagne-pain des
Flamands. Si les libéraux ne
défendent plus les Flamands, le
Vlaams Blok, lui, s'en chargera.
La semaine dernière, MM.
Verhofstadt et Michel ont
vainement tenté de se tirer du
pétrin dans lequel ils s'étaient mis
eux-mêmes. Dans le compromis
qui a suivi dimanche, ils ont
approuvé ce qu'ils avaient
initialement bloqué. Il n'est
nullement question d'établir un
lien avec le Conseil de sécurité de
l'ONU et l'OTAN. Un seul résultat
a été obtenu: à la suite de la crise,
les faucons ont encore gagné en
détermination. L'image de la
Belgique s'est encore détériorée.
Et les libéraux se souviennent-ils
leurs protestations farouches
lorsque le gouvernement belge
sans libéraux avait refusé de
livrer des obus aux Britanniques
lors de la première guerre du
Golfe?
Notre motion incite le
gouvernement à réparer les
dégâts et à se tenir coi, afin de
contribuer à une résolution
pacifique du conflit.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
voorbije dagen rakelden de Britse kranten nog eens op dat België
tijdens de Golfoorlog in 1991 weigerde munitie te leveren aan de
Britten. Verhofstadt en Michel toen in de oppositie schreeuwden
daarover terecht moord en brand. Men vergeet dit alles niet zo snel.
België moet voor zoveel dwaasheid, egotripperij en deloyauteit zijn
excuses aanbieden aan de NAVO en dringend proberen de scherven
met Amerika te lijmen. Dat is ook de krachtlijn van een motie die wij
indienen. België heeft er als klein land nu alle belang bij om zich
voortaan gedeisd te houden en om via stille diplomatie elk initiatief te
steunen dat daadwerkelijk kan bijdragen tot een vreedzame
oplossing voor de kwestie Irak.
De voorzitter: Mag ik vragen dat de volgende sprekers zich wat beter aan de toegestane spreektijd
zouden houden, zodat iedereen binnen de normen kan antwoorden of tussenkomen.
01.04 Dirk Van der Maelen (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de eerste minister, mijnheer de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken, mijnheer de minister van Landsverdediging, de
voorbije dagen zijn er in de Irak-kwestie een aantal beslissingen
gevallen. De inzet die achter die beslissingen schuilging, was zeer
groot en veel ruimer dan Irak zelf. Ikzelf denk dat de inzet samen te
vatten is in vier vragen.
Ten eerste, nemen wij zonder slag en stoot het Amerikaanse model
van wereldorde na 11 september over?
Ten tweede, aanvaarden wij de nieuwe VS-doctrine inzake veiligheid
in de wereld, de pre-emptive strike? Irak was een poging tot eerste
concrete toepassing van die doctrine.
Ten derde, de vraag die achter elke beslissing met betrekking tot Irak
schuilging, was: welk soort transatlantische relatie willen wij na 11
september? Aanvaarden wij een relatie waarbij het de Verenigde
Staten en zij alleen zijn die bepalen wat er in de NAVO gebeurt? Of
willen wij iets anders?
Ten vierde, zijn wij al dan niet bij machte om tot een gezamenlijk
Europees standpunt te komen in die zo cruciale zaak?
In mijn fractie hebben wij ons beraden over deze cruciale periode.
Wij menen dat er met betrekking tot de rol en de plaats van de VN
en met betrekking tot de NAVO een aantal principes zijn waaraan we
ons moeten houden. Wat de VN betreft, meent de SP.A-fractie dat
de VN en alleen de VN beslist inzake kwesties van vrede en
veiligheid. De VN en alleen de VN evalueert de inspecties. De VN en
alleen de VN geeft eventueel groen licht voor het gebruik van
geweld. Wij menen dat wij eind vorige week bijlange na nog niet
aanbeland waren in een fase waarbij moet worden gedacht aan een
oorlog. Wij menen dat via de VN-inspecties de ervaringen tussen
'91 en '98 hebben dat geleerd kon worden overgegaan tot de
ontwapening van Irak en de vernietiging van de eventueel aanwezig
zijnde massavernietigingswapens.
Wat de NAVO betreft, vond onze fractie eind vorige week dat de
NAVO hiërarchisch ondergeschikt is aan de VN wat betreft
opdrachten die niet behoren tot het domein van de collectieve
defensie. Wij meenden bovendien dat een NAVO-optreden buiten
01.04 Dirk Van der Maelen
(SP.A): Les décisions prises ces
derniers jours revêtent une
dimension qui dépasse la question
irakienne. Le SP.A se pose quatre
questions importantes.
Souhaitons-nous copier
aveuglément le modèle américain
d'un nouvel ordre mondial inspiré
par les événements du 11
septembre? Acceptons-nous la
doctrine américaine d'un
"preemptive strike"? Quels
rapports transatlantiques
envisageons-nous? Sommes-nous
capables de parler d'une seule
voix au niveau européen?
A la fin de la semaine dernière,
les socialistes avaient adopté le
point de vue que seule l'ONU a le
droit de décider des questions
concernant la sécurité mondiale,
d'évaluer les inspections des
armements et, le cas échéant, de
donner le feu vert au recours à la
violence. L'OTAN est
subordonnée à l'ONU pour ce qui
est de la défense collective.
De nombreux événements se sont
produits ces derniers jours: un
nouveau rapport de M. Blix, des
manifestations, la décision du
Defence Planning Committee de
l'OTAN et la décision du Conseil
européen. On a certainement fait
des pas dans la bonne direction.
Nous estimons que notre
gouvernement s'est très bien
comporté au cours des derniers
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
het kader van een door de VN gelegitimeerde actie totaal uit den
boze was.
Collega's, dat waren de krijtlijnen die onze fractie eind vorige week
heeft getrokken. Vandaag bevinden we ons na vier cruciale dagen in
een nieuwe situatie. Wij hebben vrijdag de voorstelling van het
rapport van de inspecteurs gekregen. Zaterdag vonden massale
betogingen plaats in heel de wereld. Zondag volgde een beslissing
van de NAVO, het Defence Planning Committee. Gisteren was er
een beslissing van de Raad van de Europese Unie.
Niets is op het ogenblik definitief verworven in deze kwestie.
Daarvan zijn we ons ten zeerste bewust. Voor ons is het evenwel
duidelijk dat we dit weekend een aantal heel belangrijke stappen in
de goede richting hebben gezet. In tegenstelling tot wat collega De
Crem daarnet zei, vinden wij dat onze regering in de persoon van
de eerste minister, van de minister van Buitenlandse Zaken en van
de minister van Defensie zich in de voorbije dagen erg goed heeft
gedragen. Wij vinden ook dat zij een aantal zaken uit de brand heeft
gesleept, waarover ik vorige vrijdag ongerust was of wij ze ooit
zouden kunnen binnenhalen.
Collega's, wat hebben we bereikt? De militaire optie is nu geen
oplossing voor het probleem rond Irak. Dit principe is aanvaard door
een meerderheid van de leden in de Veiligheidsraad van de
Verenigde Naties. Collega De Crem, dit principe is gisteren ook
aanvaard door de Raad. Immers, ik dacht dat u wel zou hebben
begrepen dat het feit dat men niet spreekt over een tweede resolutie,
te maken heeft met het feit dat het Bush en Blair zijn die daar al
dagen op aandringen. Zij zijn "des va-t-en-guerre". Het feit dat dit niet
in de beslissing van de Raad staat, betekent dat op dit punt Groot-
Brittannië aan het kortste eind heeft getrokken.
Ik herhaal nog eens: niets is definitief verworven. Het feit dat we dit
nu kunnen zeggen, is al een hele prestatie. Het is duidelijk dat
iedereen van oordeel is dat het probleem door de Veiligheidsraad
moet worden geregeld. Zowel in de Veiligheidsraad als in de
Europese Raad is een overgrote meerderheid van de landen van
oordeel dat het probleem moet worden opgelost via de inspecteurs.
Zij moeten meer tijd krijgen om hun werk te doen.
Wat betreft de NAVO en de transatlantische samenwerking in dit
kader, denk ik dat men nu zelfs in Washington heeft begrepen dat
voor Europa transatlantische samenwerking geen
eenrichtingsverkeer is. Ik vraag u om even niet alleen naar de tekst
te kijken. Ga ook iets verder terug. Oorspronkelijk was er een vraag
van de Verenigde Staten, die in zeven punten was opgesplitst. Er
waren een aantal erg gevoelige punten bij. Zo was er onder meer het
punt van de "peace-keeping" achteraf in Irak. Die vraag is nu
teruggebracht tot drie punten. Dankzij het optreden van onze
regering is nu duidelijk gesteld dat het optreden defensief is. Er is nu
duidelijk gesteld dat het geen opstap is naar NAVO-betrokkenheid.
Voor de eerste keer wordt nu in de teksten ook duidelijk de link
gelegd tussen het NAVO-optreden en de Verenigde Naties. Het is
niet toevallig dat u gisteren op televisie een pissige VS-ambassadeur
hebt gezien.
Onze fractie vindt, collega's, dat we hier op een van de cruciale
jours et a engrangé quelques
succès difficiles. En ce moment,
comme notre pays, le Conseil de
sécurité des Nations Unies et le
Conseil européen repoussent
l'option militaire. On ne parle pas
d'une nouvelle résolution de
l'ONU. J'aurais espéré que M. De
Crem comprenne que ce sont les
faucons qui réclament une
nouvelle résolution. La Grande-
Bretagne s'est inclinée, chacun
estime que c'est le Conseil de
sécurité des Nations Unies qui
doit régler le problème, avec l'aide
des inspecteurs en armement,
Washington a enfin compris
qu'une circulation à sens unique
était exclue.
Les sept conditions américaines
ont été ramenées à trois, l'OTAN
n'est pas impliquée et il y a un lien
explicite avec l'ONU. C'est une
donnée capitale pour la réponse à
nos questions. Dans le cadre de la
question iraquienne, on vient
d'affirmer clairement que l'OTAN
ne constitue pas un instrument
dont les Etats-Unis peuvent
disposer à leur gré pour leur
déploiement de forces mondial.
Une limite importante a été
tracée.
En ce qui concerne l'attitude
commune européenne également,
le texte du Conseil européen nous
donne satisfaction. La Grande-
Bretagne revoit sa position. Le
premier ministre britannique ne
recherche plus de deuxième
résolution des Nations Unies. Je
voudrais y voir l'amorce d'un
revirement dans la politique
unilatérale britannique.
Je ne partage nullement le point
de vue de M. De Crem lorsqu'il
fait référence au rôle de médiation
traditionnel de la Belgique. Par le
passé, ce rôle a trop fréquemment
pris la forme d'une attitude
attentiste sans que la Belgique
ose donner son avis. Les choses
ont heureusement complètement
changé : le premier ministre et le
ministre Michel ont, sans l'ombre
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
punten zitten, zowel met betrekking tot de nieuwe wereldorde, de
toepassing van de nieuwe doctrine als de Atlantische relaties. Het is
duidelijk. De Verenigde Staten heeft als optie om van de NAVO en
de NATO-respons force in de eerste plaats een instrument te maken
waarmee ze Europa en de Europese landen willen betrekken in hun
mondiale machtsontplooiing. Door dit probleem naar aanleiding van
de kwestie Irak aan te kaarten, hebben we een aantal duidelijke
krijtlijnen getrokken.
Ik kom tot een laatste punt, mijnheer de voorzitter, want ik zie dat u
naar mij begint te kijken. (...) Ik weet dat u mij met uw lichaamstaal
duidelijk maakt dat ik moet afronden. Ik zal dat doen, mijnheer de
voorzitter.
Wat de eenheid in de Europese Unie betreft, verheug ik mij ten
zeerste over de tekst die gisteren is goedgekeurd. Ik weet niet of dit
het begin inluidt van een gewijzigde houding van Groot-Brittannië.
Sinds 9 september had ik het stellige gevoel dat Groot-Brittannië met
zijn rug naar het continent stond en alleen keek naar de overkant van
de oceaan. Het feit dat Blair heeft opgegeven te streven naar een
tweede resolutie en dat hij zich mee heeft ingeschreven in een
gemeenschappelijke Europese benadering is, zo hoop ik, het begin
van een ommekeer. Ik denk dat de massale betoging in Groot-
Brittannië bij Labour en bij Blair een aantal ogen heeft geopend.
Ik ben het helemaal niet eens met wat door collega De Crem is
gezegd. Hij heeft het mooi omschreven: de rol van België als
bruggenbouwer. Het spijt mij, maar ik ken dat soort rol. België heeft
gezegd wat het moest zeggen en er soms ook naar gehandeld in
haar buitenlands beleid, vaak stilletjes en beschaamd, maar af en toe
hebben wij iets van ons laten horen. In de voorbije weken heeft deze
regering, bij monde van de eerste minister, de minister van
Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, luidop de mening
van de Belgen gezegd. Ik denk dat wij vandaag kunnen zeggen dat
die houding resultaat heeft afgeworpen. Ik wil de regeringsleden
uitnodigen door te gaan op die weg. Niets is immers zo sterk als een
land dat overtuigd is van zijn mening.
d'une hésitation, exprimé l'opinion
de la grande majorité des Belges
et cette attitude a porté ses fruits.
Je demande au gouvernement de
poursuivre sur la même voie. En
effet, rien n'est plus fort qu'un
pays convaincu d'avoir raison qui
défend son point de vue.
01.05 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, monsieur le
ministre de la Défense, il est vrai que ces réunions sont toujours très
intéressantes parce que l'on apprend beaucoup de choses et c'est
ainsi que je viens d'apprendre que, puisque c'était l'axe francophone
qui avait imposé ses vues au sein de l'OTAN, l'Allemagne devait être
désormais considérée comme appartenant à la francophonie.
Tout en évitant le manichéisme ambiant qui voudrait exacerber un
"antagonisme entre les 'va-t-en-guerre' arrogants et les pacifistes
bêlants", pour reprendre les termes de certains éditoriaux, il faut
constater qu'à l'échelle internationale, une certaine fracture quant au
positionnement de chacun sur le dossier irakien est apparue au sein
des institutions internationales, tant à l'OTAN qu'à l'ONU. Par la
présente intervention, je tiens néanmoins à réitérer mon soutien ainsi
que celui de mon groupe politique, à la politique menée dans ce
dossier par le gouvernement, et plus particulièrement, aux positions
claires et légitimes qui ont été défendues par le ministre des Affaires
étrangères et par le ministre de la Défense, qui ont amené ces
derniers jours des avancées plus que significatives dans la voie
01.05 Patrick Moriau (PS): Ik
herhaal nogmaals mijn steun aan
het beleid van de Belgische
regering in de kwestie Irak en in
het bijzonder aan de
ondubbelzinnige en gewettigde
standpunten die de ministers van
Buitenlandse Zaken en
Landsverdediging hebben
ingenomen. Ze hebben een
belangrijke vooruitgang mogelijk
gemaakt, wat niet kan gezegd
worden van de voorstellen van de
haviken in Washington.
De crisis in de NAVO is te wijten
aan de Verenigde Staten die van
de NAVO een instrument voor hun
politiek willen maken en niet aan
de drie leden die van hun
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
d'une autre résolution de la crise irakienne que celle voulue par les
faucons de Washington. En effet, la crise qu'a traversée ces
dernières semaines l'OTAN, résulte peut-être plus de la volonté
d'instrumentalisation de cette institution par les Etats-Unis que par
l'usage d'un droit de veto exercé par trois de ses membres. Il
convient certainement de rappeler à nos amis américains que
l'OTAN, tout comme l'ONU, sert souvent leurs intérêts et qu'en
conséquence, ces derniers auraient beaucoup à perdre à saper le
rôle de cette organisation.
Il en va de même pour les Nations Unies. Je l'ai souvent dit, la
crédibilité de ces dernières, au travers de cette crise, ne serait-elle
pas menacée si elles ne devenaient qu'une simple chambre
d'enregistrement, légitimant la politique américaine. Les Etats-Unis
doivent cesser de prendre uniquement en compte leurs seules et
propres échéances. L'usage du veto au sein de l'OTAN ne doit
certainement pas être perçu comme l'expression d'un anti-
américanisme primaire puisque le mot est à la mode mais plutôt
comme un affrontement de deux visions du monde. D'un côté, celle
d'une surpuissance obsédée depuis le 11 septembre 2001 par la
volonté d'assurer sa sécurité, de l'autre une lecture des menaces qui
pèsent sur l'ordre mondial, à savoir l'humiliation supplémentaire que
représenterait une attaque contre l'Irak pour des peuples qui
accumulent frustrations et sentiment d'injustice.
Un recours à la force illégitime n'engrangerait qu'une aggravation de
la fracture existant déjà entre l'Orient et l'Occident. Un tel recours
serait également un adjuvant aux entreprises terroristes transformant
progressivement la crise actuelle en un enjeu civilisationnel dont la
première victime sera à coup sûr une population déjà bien éprouvée
par un embargo scandaleux depuis plus de dix ans.
De toute évidence, une implication, même à l'échelle réduite, dans la
préparation de la guerre conduirait l'Alliance à préjuger de la décision
finale du Conseil de Sécurité. Le débat en cours sur la crise irakienne
doit se poursuivre dans un esprit d'amitié, de respect, qui a toujours
caractérisé les relations transatlantiques. Toute autre démarche ne
peut que renforcer l'idée d'une guerre injuste aux relents pétroliers.
Ne pas répondre favorablement aux demandes d'application de
l'article 4 de Charte de l'Alliance Atlantique ne signifiait d'ailleurs pas
pour autant une quelconque remise en question de cette solidarité
transatlantique. Activer immédiatement cet article aurait eu pour
conséquence notre enrôlement dans une quelconque logique de
guerre, or il m'importe de croire encore à une solution diplomatique à
la crise irakienne et la question centrale de la problématique
actuellement posée demeure la recherche du meilleur moyen pour la
destruction d'armes non conformes aux résolutions de l'ONU qui
seraient en possession du régime irakien.
Seule la mission Blix est à même de démontrer l'existence
éventuelle d'un tel arsenal car les prétendues preuves distillées par
des sociétés de communications aux médias, notamment par John
Rendon, qui a déjà officié dans quelques points chauds de la planète,
semaine après semaine, sont loin de convaincre. Le triple refus
notifié au sein de l'OTAN quant à l'idée d'utiliser les moyens de
l'organisation militaire atlantique pour protéger la Turquie, au cas où
le conflit avec l'Irak dégénérerait article 4 de la Charte de l'Alliance
n'aurait rien empêché.
vetorecht gebruik hebben
gemaakt. De Verenigde Staten
zouden er nochtans moeten mee
ophouden zich enkel te
bekommeren om hun eigen
belangen en de geloofwaardigheid
van de NAVO en de UNO in
gevaar te brengen.
Het veto dat in de NAVO werd
uitgesproken moet niet gezien
worden als een uiting van primaire
anti-Amerikaanse gevoelens,
maar als een botsing tussen twee
wereldvisies met aan de ene kant
een supermacht die bezeten is
door haar veiligheidsbelangen en
aan de andere kant degenen die
in hun interpretatie rekening
houden met de bedreiging van de
wereldorde. Het gebruik van
ongeoorloofd geweld zou de kloof
tussen Oost en West nog
verdiepen, terroristische
activiteiten stimuleren en het
Irakese volk nog meer doen lijden.
Het veto betekent niet dat de
transatlantische solidariteit ter
discussie wordt gesteld. Maar de
activering van artikel 4 van het
Handvest van de alliantie zou de
oorlogslogica op gang brengen en
betekenen dat men vooruitloopt
op de eindbeslissing van de
Veiligheidsraad. De essentie blijft
echter de ontwapening van het
regime in Bagdad die volgens de
laatste resolutie alleen door de
inspecteurs kan worden
uitgevoerd.
Alle Amerikaanse verzoeken aan
de NAVO in verband met Turkije
kunnen langs bilaterale weg
worden ingewilligd. Ik herinner u
er ook aan dat Irak, en niet
Turkije, geconfronteerd wordt met
een dreigende schending van zijn
grondgebied. De toepassing van
artikel 4 is dan ook zeer
onrechtvaardig.
En hoe zou de NAVO reageren
als Turkije morgen het noorden
van Irak zou aanvallen? Dreigt
een versnippering van het Irakese
grondgebied niet de lont in het
kruitvat te werpen en de hele
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Il appert que toutes les demandes américaines pouvaient d'ailleurs
être satisfaites bilatéralement, comme en témoignent les préparatifs
d'installation de missiles Patriot sur le sol turc par les Pays-Bas ou
sur le territoire israélien par l'Allemagne. En outre, je souhaiterais
également rappeler comme le signale le professeur M. Eric David de
l'ULB, que seul l'Irak est actuellement sujet à une menace de
violation de son territoire et non la Turquie, ce qui rend inique
l'application de l'article 4 de la Charte.
Par ailleurs, messieurs les ministres, certaines informations font état
de négociations entre la Turquie et les Etats-Unis pour que ces
derniers permettent à l'armée turque d'agir comme appui à une
éventuelle opération armée alliée, laissant donc à cette dernière une
réelle autonomie d'action pour annexer le nord de l'Irak, notamment
les champs pétrolifères et le Kurdistan, toujours vindicatif quant à
son indépendance. S'il advenait, selon ces éléments, que la Turquie
attaque l'Irak, quelle serait la réaction de l'Alliance atlantique? La
parcellisation du territoire irakien ne risquerait-elle pas d'entraîner un
embrasement général de la région?
La légitimité de quelque action ou politique internationale passe par
les Nations Unies. Dans le cas présent, il importe de se soumettre
aux résultats du rapport des inspecteurs de l'ONU de ce vendredi 14
février 2003. Actuellement, il est impensable que nous puissions
légitimer le passage de la résolution 1441 au Conseil des
Nations Unies, soit le désarmement pacifique de l'Irak, à une action
militaire généralisée, supposant l'invasion par une coalition
internationale du territoire irakien. Ce point de vue est largement
partagé au sein des opinions publiques internationales, on l'a vu ce
dernier week-end, et des gouvernements de la planète.
Dans la recherche d'une alternative à la guerre, nous avons le devoir
de soutenir toutes les initiatives diplomatiques qui vont en ce sens.
Ainsi, ce soutien à la proposition franco-allemande et à la déclaration
commune qui lie la France, l'Allemagne, la Russie est encore
souhaitable. En effet, je reste convaincu que prolonger la mission
des inspecteurs de l'ONU en Irak, tout comme le renforcement
substantiel de leurs capacités humaines et techniques, garantirait
une certaine sécurité puisque serait ainsi empêché le développement
de programmes d'armement illicite par le régime de Saddam
Hussein.
J'ose espérer que seul le durcissement des pressions de la
Communauté internationale au travers des Nations Unies peut
imposer aux dirigeants irakiens la suppression des armes de
destruction massive, mais aussi et surtout une transition vers la
démocratie, même s'il faut reconnaître que la résolution 1441 ne
parle de cet aspect des choses dans aucun de ses articles.
Tel est d'ailleurs l'esprit de l'accord du sommet extraordinaire de
Bruxelles de ce lundi 17 février qui continue à privilégier la solution
diplomatique et qui prévoit le prolongement de la mission des
inspecteurs, en plaçant la résolution de la crise irakienne sous l'égide
des seules Nations Unies. Je m'en réjouis.
Cependant, si la dérive économico-militaire prend le pas, les États-
Unis gagneront cette guerre qu'ils ont décidée. Ils entraîneront des
regio in vuur en vlam te zetten?
Men moet de resultaten van het
rapport van de VN-
wapeninspecteurs aanvaarden, en
de overstap van de vreedzame
bewoordingen van resolutie 1441
naar een algemeen militair
ingrijpen kan en mag in geen
geval gewettigd worden.
Wij hebben het recht alle
diplomatieke initiatieven met het
oog op een alternatief voor de
oorlog te steunen. Een verlenging
en uitbreiding van de opdracht
van de VN-wapeninspecteurs kan
een zekere mate van veiligheid
waarborgen, doordat de
ontwikkeling van illegale
wapenprogramma's erdoor belet
wordt.
Het verdwijnen van
massavernietigingswapens in Irak
zou ook in de hand gewerkt
moeten worden door een
democratisering van het land. VN-
resolutie 1441 maakt geen gewag
van dat aspect van het probleem.
In het akkoord dat op 17 februari
op de buitengewone top in Brussel
werd bereikt, wordt de hoop nog
steeds in de eerste plaats gesteld
in een diplomatieke oplossing. Het
akkoord voorziet in een verlenging
van de opdracht van de
wapeninspecteurs, en stelt dat de
Irakese crisis enkel onder
bescherming van de Verenigde
Naties kan worden opgelost. Daar
ben ik blij om.
Als de economische en militaire
belangen echter de overhand
krijgen, zullen de VS die oorlog
winnen. Ze zullen echter niemand
ervan overtuigd hebben dat Irak
een bedreiging vormde die een
oorlog rechtvaardigde, noch dat
ze bijgedragen hebben tot vrede
in het Midden-Oosten en in de
wereld. De miljoenen mensen die
het afgelopen weekend
gemanifesteerd hebben, hebben
dat alvast al begrepen.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
pays qui sont leurs obligés ou estiment dans leur intérêt de s'aligner
sur l'hyper-puissance, mais ils n'auront pas convaincu que l'Irak
constitue une menace pressante justifiant la guerre ni qu'ils ont un
scénario clair pour le jour après la prise de Bagdad ni que ce conflit
peut contribuer à la paix du Proche-Orient et dans le monde. Tout
cela, les millions de personnes, et bien d'autres avec elles, qui ont
manifesté ce week-end dernier l'ont déjà compris.
01.06 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, monsieur le
ministre de la Défense, lors du débat que nous avons eu à la
Chambre au mois de janvier dernier, notre groupe politique avait
insisté sur trois éléments fondamentaux: l'importance de parvenir au
désarmement de l'Irak un désarmement effectif et vérifiable -,
l'importance de conserver l'unité de la communauté internationale
autour de la question irakienne et, finalement, l'importance de
parvenir à une expression commune de l'Union européenne qui
rappelle l'impératif de respecter les normes de droit international. Les
événements de ces quatre derniers jours nous ont confortés dans
notre opinion. Pouvez-vous, monsieur le ministre, nous apporter
quelques précisions sur différents points?
Ce 14 février, Hans Blix et Mohammed El Baradei ont présenté un
nouveau rapport d'évaluation sur les résultats des contrôles menés
par les inspecteurs. Si la coopération et la transparence des autorités
irakiennes se sont accrues, lors de la dernière semaine; et si les
moyens techniques et humains des inspecteurs vont se renforcer, le
désarmement effectif de l'Irak ne peut être garanti que par une
décision politique des autorités irakiennes, sur le modèle de la
décision sud-africaine de démanteler son complexe nucléaire
militaire et ses armes nucléaires. Le rapport de ce 14 février souligne
des violations d'engagements en matière de missiles ou de
destruction unilatérale de produits biologiques ou chimiques. Or, la
communauté internationale a une obligation de résultat: celle de
désarmer l'Irak et de surveiller la pérennité de ce désarmement.
Quel est le degré de vos exigences par rapport au contenu du
prochain rapport mensuel fixé au 14 mars? Quelle devrait être à vos
yeux l'attitude des autorités irakiennes? Sur quels points spécifiques
les inspecteurs devraient-ils concentrer leurs recherches dans les
quatre semaines qui viennent? Dans ce cadre, comment intégrer la
levée de l'embargo, allégé depuis l'année passée, dans un règlement
global de ce dossier irakien? Quand faut-il introduire ce moyen de
pression et que demander en échange?
L'Union européenne a débouché hier sur une position commune,
position présentée aujourd'hui par la présidence grecque aux futurs
pays membres. Une première position commune avait été présentée
le 27 janvier, à la suite du conseil des Affaires générales. Monsieur le
premier ministre, comment évaluez-vous les conséquences des
dissensions diplomatiques de ces deux dernières semaines et la
solidité de l'unité retrouvée entre les Quinze? Quelles seront les
initiatives pour promouvoir cette position européenne? Comment
préciser, comment quantifier les délais et les moyens
complémentaires qui pourraient être accordés aux inspecteurs?
Comment assurer, au moins sur le dossier irakien, que les dix futurs
membres adoptent et défendent des positions communes à l'Union
01.06 Josée Lejeune (MR): Voor
onze fractie zijn er drie wezenlijke
gegevens: het is cruciaal dat Irak
tot ontwapening overgaat, dat in
deze zaak de eenheid van de
internationale gemeenschap
gevrijwaard blijft en dat de
Europese Unie een eensgezind
standpunt inneemt.
De feitelijke ontwapening van Irak
kan enkel worden gewaarborgd
door een politieke beslissing van
de Iraakse overheid naar het
voorbeeld van de door Zuid-Afrika
genomen beslissing om zijn
militair kerncomplex en zijn
atoomwapens te ontmantelen.
Welke eisen stelt u op het stuk
van de inhoud van het volgend
verslag van de VN-inspecteurs dat
tegen 14 maart moet worden
ingediend? Welke houding moet
de Iraakse overheid volgens u
aannemen? Op welke specifieke
punten moeten de inspecteurs
zich nu concentreren? Hoe en
wanneer dient de opheffing van
het embargo dat sedert vorig jaar
minder streng is, in een
allesomvattende oplossing van
deze problematiek te worden
geïntegreerd?
Wat Europa betreft, hoe evalueert
u de gevolgen van de
diplomatieke tegenstellingen van
de voorbije twee weken en de
duurzaamheid van de herstelde
eenheid van de Vijftien? Welke
initiatieven zullen worden
genomen om die Europese
houding te promoten? Hoe
kunnen de bijkomende termijnen
en middelen die de inspecteurs
zouden kunnen worden verleend,
worden gepreciseerd?
Hadden we, in het licht van de
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
comme les règles du traité de l'Union européenne l'imposent
lorsqu'ils seront membres? Devant les difficultés de coordonner
vingt-cinq diplomaties, ne faut-il pas adopter des mesures plus
audacieuses au sein de la Convention pour parvenir à intégrer
davantage les positions des pays membres? Au-delà de cette
première échéance, la Belgique ne devrait-elle pas promouvoir une
réflexion approfondie des Européens sur l'avenir global de la région
pour que, le moment venu, nous puissions défendre une position
propre qui pourrait être complémentaire de la position américaine?
Ne faut-il pas craindre que la diplomatie américaine établisse un
monopole diplomatique à la suite d'un monopole militaire sur la
région, alors que nous, Européens, avons également des intérêts
primordiaux dans cette région?
Enfin, monsieur le premier ministre, la relation transatlantique
traverse une période d'incompréhension digne de la crise des
euromissiles ou de la situation en Bosnie au début de la présidence
Clinton. Un accord a finalement pu être trouvé au sein de l'alliance
afin de marquer sa solidarité avec un allié tout en n'anticipant pas sur
le contenu d'une nouvelle résolution du Conseil de Sécurité.
Cependant, nous savons que les relations entre l'Europe et les Etats-
Unis, au-delà du volet commercial, sont fondamentales sur les plans
stratégique et politique pour la sécurité des Européens et pour
l'équilibre mondial. Pouvez-vous nous décrire, monsieur le premier
ministre, les grands principes qui seront à la base de cette relation
transatlantique renouvelée que vous appelez de vos voeux?
Comment garantir des mécanismes de coopération et de discussion
avec une administration américaine qui, face à la moindre
contradiction ou contrainte, se dit prête à sortir des cadres
multilatéraux afin d'agir de façon unilatérale? Quels sont les moyens
à disposition des Américains pour gagner en crédibilité et en lisibilité
vis-à-vis de l'administration américaine? Avons-nous la capacité de
persuasion pour réintroduire le dossier israélo-palestinien lorsque le
gouvernement israélien sera formé?
Avant de terminer, je voudrais rappeler que notre groupe soutient la
politique menée par le gouvernement et particulièrement par le
ministre des Affaires Etrangères
moeizame coördinatie van de
Europese standpunten, geen
gedurfder maatregelen kunnen
nemen om die uiteenlopende
visies op elkaar af te stemmen?
Zou België niet het voortouw
kunnen nemen van een
diepgaande reflectie over de
toekomst van het gebied om aldus
tot een standpunt te komen naast
dat van de Verenigde Staten?
De transatlantische betrekkingen
worden op dit ogenblik
gekenmerkt door onbegrip, te
vergelijken met de toestand
tijdens de rakettencrisis of in de
periode van Bosnië. De
transatlantische betrekkingen zijn
echter van het hoogste strategisch
belang en essentieel voor het
mondiaal evenwicht. Welke
principes zullen aan de basis
liggen van die vernieuwde
transatlantische betrekkingen?
Hoe kunnen de samenwerkings-
en overlegmechanismen met de
Amerikaanse overheid worden
gewaarborgd? Welke middelen
worden ter beschikking van de
Amerikanen gesteld om hun
geloofwaardigheid op te krikken?
Zullen we in de mogelijkheid zijn
het Israëlisch-Palestijns dossier
weer ter tafel te leggen eens er
een nieuwe Israëlische regering
is? Ik herinner eraan dat onze
fractie het beleid van de regering
en van de eerste minister steunt.
De voorzitter: De interpellatie 1584 van mevrouw Leen Laenens wordt ingetrokken.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, in het kader
van "nooit meer oorlog" durf ik de regering vandaag ronduit
gelukwensen. Deden wij dat vroeger niet ik herinner u aan Nepal ,
vandaag kunnen wij zeggen dat er in de hemel meer vreugde is om
één zondaar die zich bekeert dan om honderd rechtvaardigen. Toen
ik als eerste op 17 januari de bemerking maakte dat België het
vetorecht heeft, kon ik mij niet voorstellen dat u dat nog zou
toepassen ook. Mijn gelukwensen.
Ik heb meer moeite met de houding van de partij CD&V. In het
Europees Parlement stemden de CD&V-leden namelijk tegen een
Europese resolutie, totaal in tegenspraak met wat zij hier doen. Dat is
goedkoop oppositiewerk.
Ten gronde wil ik het volgende zeggen. De druk op Irak moet
opgevoerd worden. De afschrikking moet gehandhaafd blijven, want
01.07 Ferdy Willems (VU&ID):
Je tiens tout d'abord à féliciter le
gouvernement pour la fermeté
dont il a fait preuve au cours de
ces jours houleux. Il y a un peu
plus d'un mois, je n'aurais jamais
cru que la Belgique userait
effectivement de son droit de
veto.
Il est clair que la pression exercée
sur l'Irak doit être renforcée. L'Irak
reste après tout un Etat voyou.
Toutefois, il est clair aussi que les
inspections sont le seul moyen de
pression acceptable. Une seconde
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
het blijft een schurkenstaat. De inspecties moeten voortgezet
worden. Dat alles is veel efficiënter, veel menselijker en ook veel
goedkoper aan centen en aan mensenlevens dan een oorlog. Wij
vragen ons dan ook af of de regering ons kan zeggen welke criteria
zij zal hanteren bij de beoordeling van de nieuwe inspecties.
Inzake de vraag van de tweede VN-resolutie blijven wij uitdrukkelijk
stellen dat zo'n tweede VN-resolutie een noodzakelijke maar
onvoldoende voorwaarde is voor een oorlog. Wij hebben dat vroeger
nog gesteld en staan met die mening niet alleen. Niet minder dan
twintig christelijke organisaties hebben dat onderschreven.
Wij blijven ook de mening toegedaan dat er een groot verschil
bestaat tussen de aanpak van de Verenigde Staten en die van
Europa. Op 17 januari heb ik al beklemtoond dat Amerika zich in een
kruistochtrol gevestigd ziet. Vandaag werd het boek bekendgemaakt
van Paul De Bruyn, "God, haat en geweren", waarin dat nog eens
wordt beklemtoond. Een aantal Amerikanen, onder andere de
president en zijn medewerkers, lopen met het idee rond dat zij op
kruistocht moeten gaan, dat zij de wereld moeten bekeren, dat zij het
uitverkoren volk zijn. Dat is misschien ooit onze geschiedenis
geweest, maar het mag niet onze toekomst zijn. Die gedachtegang
en oorlogslogica willen wij absoluut niet.
Ik wil er ook aan herinneren dat het voor ons een olieconflict blijft.
Niemand minder dan Dick Cheney heeft dat in zijn rapport van 17
mei nog maar eens beklemtoond. Voor ons is Irak momenteel een
schaduw van wat het tien jaar geleden was. Er gaat geen echte
oorlogsdreiging meer van uit. Dat is een rationeel element.
De recente gebeurtenissen op Europees vlak, zoals anderen al
hebben gezegd, zijn voor ons een belangrijke stap in de goede
richting waarin Europa eindelijk zichzelf durft te zijn en zijn relatie tot
de VS inderdaad in vraag durft te stellen. Het is een positieve
bevraging, maar toch met een zekere afstandelijkheid. Dat zal nodig
zijn. Dat is bijvoorbeeld nodig als wij zien welke druk de VS reeds in
1991 dat heb ik ook al eens uitdrukkelijk vermeld heeft
uitgeoefend op de andere landen. Ook vandaag blijft de VS de
permanente en niet-permanente leden van de Veiligheidsraad onder
druk zetten. Ook België heeft dat ondervonden. Ik verwijs naar de
zaak-Piot, de reactie van de Belgische zakenwereld en de reactie
van de Belgische diamantairs. Aan die druk van het grote Amerika
durft het kleine België te weerstaan. Ik ben daar trots op.
Ik wil nogmaals uitdrukkelijk stellen dat een rapport van de VN dat
is toch niet niks stelt dat een nieuwe oorlog, met wiens goedkeuring
dan ook, een humanitaire catastrofe wordt, met miljoenen doden,
gewonden, vluchtelingen, hongerlijdenden en zieken, waarvoor geen
hulp mogelijk zal zijn en waarbij er onschuldige slachtoffers zullen
vallen. Kinderen hebben in de betoging van afgelopen zondag
uitdrukkelijk gezegd dat Irak geen nucleaire wapens heeft, maar de
VS wel. Toppunt: de VS dreigt er bovendien mee die te zullen
gebruiken. Ik vrees voor een scenario van de tactiek van de
verschroeide aarde: miljoenen doden in Bagdad en straatgevechten.
Ik vrees ook voor een kettingreactie en een zeer dure oorlog. Men
weet hoe een oorlog begint, maar men weet niet hoe hij eindigt. Een
oorlog ziet er trouwens altijd anders uit dan een vorige oorlog.
Vandaag nog heeft de Arabische wereld uitdrukkelijk gesteld, onder
résolution des Nations Unies ne
suffit pas pour déclencher une
guerre. Les Etats-Unis prétendent
mener une croisade contre le Mal,
mais ce sont les intérêts pétroliers
qui constituent le véritable enjeu
de ce conflit et l'Irak, cet ennemi
déclaré, ne constitue pas
véritablement une menace pour la
paix mondiale. Il convient, dès
lors de se poser de sérieuses
questions sur les relations entre
l'Europe et les Etats-Unis et de ne
pas céder à la pression
américaine.
Selon un rapport récent des
Nations Unies, une nouvelle
guerre aurait des conséquences
catastrophiques sur le plan
humanitaire et pourrait déclencher
une réaction en chaîne dans
différents domaines, depuis des
attaques terroristes dans les
grandes métropoles jusqu'à
l'escalade nucléaire.
En Turquie, les Kurdes seront
sans nul doute les premières
victimes d'une guerre en Irak.
Différents signaux indiquent que
les Turcs s'attaqueront aux
Kurdes en cas d'instabilité dans la
région. La Belgique abordera-t-
elle la question de la menace
intérieure turque auprès des
instances concernées?
Comment la Belgique veillera-t-
elle à ce que l'aide défensive
accordée à la Turquie ne puisse
déboucher sur des préparatifs de
guerre? La Belgique insistera-t-
elle auprès de la Turquie afin que
celle-ci n'autorise pas les troupes
américaines à pénétrer sur son
territoire, même en échange de
fonds supplémentaires?
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
andere Saudi-Arabië, toch een VS-bondgenoot, dat een unilaterale
aanval ronduit een agressie is tegen de hele islam.
Ook dat blijft de Arabische wereld zeggen. Ik wil dit nog eens
beklemtonen. Dit is fundamenteel. Als er een aanval komt, krijgen we
hier, in Parijs, Londen, Amsterdam en Brussel te maken met
terrorisme. Ik verwijs naar de oproep van Bin Laden. Daarmee
moeten wij absoluut rekening houden.
Ik kom tot Turkije. Ik vrees dat de Koerden, waarvoor ik altijd al ben
opgekomen, het eerste slachtoffer zullen zijn van een nieuw conflict.
Mijnheer de vice-eerste minister, ik heb u op 3 februari nog
ondervraagd over de intenties van Turkije tegen Irak. Turkije dreigt
met tienduizenden soldaten en tanks Noord-Irak, het Koerdisch Irak
en de oliegebieden Kirkoek en Mosoel te bezetten. Ik wijs op de
plannen van de Turkse regering om de Verdragen van Lausanne in
vraag te stellen. Ik wijs op de gesprekken die er zijn geweest tussen
Belgische en Amerikaanse officieren om nu reeds strategische
posities te bepalen. Ik heb die zones zelf gezien. U hebt toen wij die
vragen stelden ontwijkend geantwoord. U hebt daarover ook
ontwijkend geantwoord op de televisie. Ik kan u verzekeren dat men
in Noord-Irak vreest voor een Turkse aanval. De KADEK, de
opvolger van de PKK, heeft een paar dagen geleden nog
gemobiliseerd. Hij heeft zijn guerrillastrijders die hij ontwapend had,
terug opgeroepen omdat wordt gevreesd voor agressie, niet van Irak
op Turkije, maar precies het omgekeerde. Ik sluit mij aan bij wat de
heer Moriau daarover heeft gezegd. Hij heeft dezelfde vrees geuit.
We uiten die al weken en maanden.
Ik kom tot mijn uitdrukkelijke vragen over de situatie met betrekking
tot Turkije. Ten eerste, gaat België dit thema, de dreiging van Turkije
ten opzichte van Irak, aankaarten en daar waar het hoort aan de orde
stellen? Ten tweede, enkel defensieve hulp kan aan Turkije worden
geboden en niet in de logica van een voorbereiding tot oorlog. Ten
derde, beschikt België over de mogelijkheid om Turkije te vragen
geen VS-troepen toe te laten op haar grondgebied? Ik wil eraan
herinneren dat de Turken zeggen dat die troepen mogen komen. Zij
spelen het echter zeer handig en vragen daarvoor veel geld. Ik vraag
dat de Belgische regering er bij Turkije op aandringt dat er geen
Amerikaanse soldaten op Turks grondgebied komen. Ook dat is
immers een regelrechte agressieve daad. Wij vragen dat Turkije op
deze vraag van België een uitdrukkelijk antwoord zou geven. Dit is
immers een uitdrukkelijke oorlogsdreiging, dit past niet bij de
resolutie die wij in december hebben goedgekeurd en dit past zeker
niet voor Turkije dat zich aandient als kandidaat voor een Europese
eenmaking.
Op deze laatste vragen met betrekking tot Turkije had ik heel graag
een uitdrukkelijk antwoord gekregen. Dat is immers essentieel voor
ons voor het beoordelen van dit probleem.
01.08 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président,
monsieur le premier ministre, messieurs les ministres, une fois n'est
pas coutume, je voudrais commencer par vous dire, en toute bonne
foi et sur la base du programme sur lequel j'ai été élu, combien
j'apprécie l'action que vous avez menée ces derniers jours. C'est une
action qui va dans le bon sens, même si elle est un peu tardive au vu
de l'écoulement du compte à rebours. Tardive, pourquoi? Parce que
01.08 Vincent Decroly
(onafhankelijke): Ik waardeer wat
u de afgelopen dagen gedaan
heeft, mijnheer de minister, ook al
deed u dat dan rijkelijk laat.
Ik breng u mijn interpellatie op 12
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
le 18 septembre dernier, j'ai été le premier à demander à vous
interpeller ici même sur les préparatifs qui devenaient de plus en plus
manifestes et incontestables d'opérations unilatérales des Etats-Unis
d'Amérique contre l'Irak.
Il se fait que cette interpellation a été portée à l'ordre du jour de notre
commission, le 12 novembre 2002. Et qu'avez-vous répondu, à ce
moment-là, monsieur Michel? Je cite en substance votre réponse
aux interpellations de ce jour-là: "Je partage vos appréhensions
quant aux perspectives d'attaque de l'Irak par les Etats-Unis. J'ai fait
de nombreuses tentatives de médiations ces derniers mois pour
éloigner ce risque. Elles se sont soldées par un échec, y compris au
sein de l'Union européenne. La carte des zones de tension et de
conflit actuelles sur notre planète est effectivement assez
superposable à celle des zones d'approvisionnement énergétique des
pays occidentaux. Je ne suis pas loin de penser, comme vous, que la
politique irakienne des Etats-Unis se détermine en fonction d'un
agenda caché, mais si l'administration américaine devait déclencher
la guerre contre l'Irak, je ne peux affirmer, comme vous me le
demandez, que notre pays refuserait d'y être associé directement ou
indirectement, politiquement ou opérationnellement". Monsieur le
ministre des Affaires étrangères, vous vous souvenez certainement
de cette réponse.
Dans le petit débriefing que j'adressais, dans les jours suivants, à
tous ceux que cela intéresse par la voie d'internet, j'écrivais: "Tout se
passe donc comme si la majorité dite 'arc-en-ciel' s'apprêtait à
renouveler, en grinchant un peu, son soutien au passage à l'acte des
Etats-Unis. Sous prétexte de convaincre les Irakiens que la
collaboration avec les inspections onusiennes est leur dernière
chance, le gouvernement belge refuse d'avertir, au moment
approprié, les Etats-Unis que leur guerre ne sera pas la nôtre".
En conclusion de cette interpellation, j'avais d'ailleurs introduit une
motion de recommandation qui a été soumise au vote de la Chambre
et qui priait le gouvernement de s'abstenir de tout signal politique,
mais aussi de toute mesure de soutien logistique ou opérationnel,
direct ou indirect, à l'égard des préparatifs en cours. C'est une
recommandation qui, le 21 novembre 2002, a malheureusement été
rejetée par les socialistes, les verts et les libéraux de notre
assemblée. De même, le 23 janvier 2003, à l'issue d'une nouvelle
interpellation sur la question du support apporté par la Belgique aux
préparatifs en cours, via les autorisations de transit par le port
d'Anvers, une même motion de recommandation a, à nouveau, été
repoussée par la majorité. Le premier ministre persistait en effet à
prétendre que l'intervention redoutée n'avait pas encore commencé;
comme si les préparatifs étaient de pure routine et comme si
n'existait pas la poursuite acharnée des bombardements sur
certaines zones du territoire irakien. Le premier ministre avait aussi
indiqué que seules des mesures de "prudent defense planning"
étaient envisagées et que la Belgique s'y ralliait et qu'enfin, la
contribution belge aux préparatifs de guerre via les autorisations de
transit accordées, à Anvers notamment, à l'armée des Etats-Unis, ne
relevait que d'accords OTAN ou d'accords bilatéraux, au contenu à
mon avis aussi opaque que discutable. Il s'agissait toujours, selon ce
qu'on en savait à l'époque, de demandes de M. Bush et non pas de
demandes formulées par M. Annan.
november jongstleden in
herinnering, waarop u antwoordde
dat uw bemiddelingspogingen in
dit conflict op niets uitgelopen
waren, en dat de Amerikanen er in
de Irakese kwestie een verborgen
agenda op na houden. U kon toen
niet bevestigen dat ons land zou
weigeren deel te nemen aan een
Amerikaanse operatie. De
Belgische regering wilde de
Verenigde Staten op dat moment
niet de wacht aanzeggen met de
waarschuwing dat die oorlog niet
de onze zou zijn. Als besluit zal ik
een motie van aanbeveling
indienen.
Mijn motie van aanbeveling werd
op 21 november verworpen door
de socialisten, de groenen en de
liberalen, evenals mijn motie van
3 januari betreffende de
machtiging tot doorvoer.
Ik betreur dus de tijdsorde. Ik wijs
u erop dat een situatie waarin elk
land zelf de risico's voor zijn
veiligheid kan beoordelen en zelf
kan bepalen welke middelen het
best kan inzetten om de potentiële
dreiging af te wenden, ons vijftig
jaar terug in de tijd katapulteert.
België heeft er dan ook goed aan
gedaan in de NAVO gebruik te
maken van zijn vetorecht.
Moeten we niet eens nadenken
over de toekomst van het NAVO-
bondgenootschap?
De NAVO geeft de voorkeur aan
de nucleaire logica in haar meest
gevaarlijke vorm. Dat
bondgenootschap lijkt wel een
instrument in handen van de
Verenigde Staten, die het
bespelen om de operaties waartoe
zij hebben beslist uit te voeren en
om daarbij onze logistieke steun
te krijgen.
In het Parlement en binnen de
meerderheid zou moeten worden
nagedacht over de wijze waarop
de rol van dat bondgenootschap
wordt opgevat.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
J'émets donc un regret sur le calendrier et cet échéancier quelque
peu décalé au vu de signaux d'alerte et d'interpellations qui vous ont
été adressées ici même.
Je n'irai pas jusqu'à reprocher à un gouvernement au sein duquel j'ai
souvent critiqué l'hégémonie libérale, d'avoir fait cause commune
avec le pôle de gauche allemand, et même d'avoir tenu plus
longtemps que le gouvernement rouge-vert d'outre-Rhin.
Je voudrais terminer cette interpellation en attirant votre attention sur
trois points particuliers, messieurs les ministres.
Premièrement, ce qui est en jeu et cela n'a pas dû vous échapper
au cours des dernières semaines notamment au sein de l'OTAN ,
c'est un retour de près de 50 ans en arrière à une situation où il
redeviendrait possible pour chaque pays du monde d'évaluer, en son
âme et conscience et par-devers lui, la qualité et l'importance des
menaces éventuelles qui pèsent sur sa sécurité et d'utiliser de façon
tout à fait unilatérale les moyens qu'il juge adéquats pour répondre à
ces menaces potentielles. C'est extrêmement grave. Aussi, dans
cette perspective-là et dans le contexte actuel, je pense que vous
avez agi de façon positive en opposant notre veto à l'OTAN.
Deuxième remarque, n'y a-t-il pas lieu, dès aujourd'hui, de se poser
la question de l'avenir de cette alliance de l'OTAN? J'ai été élu sur un
programme qui critiquait, de façon extrêmement virulente, l'OTAN
dans la mesure où notamment, en dépit de la chute du mur de Berlin
il y a un certain temps, elle continue à privilégier dans ses doctrines
des logiques nucléaires, y compris dans leurs aspects les plus
dangereux je veux parler ici du "first use" et du "first strike".
Cette alliance s'avère aussi, de plus en plus, non pas une alliance à
parts égales entre les Etats-Unis et différents partenaires européens
dans une logique de liens transatlantiques mais un instrument des
Etats-Unis pour obtenir simplement, en termes de bonnes relations
publiques et de soutien diplomatique et politique, les conditions de la
réalisation des opérations qu'ils ont décidées et éventuellement
l'appui logistique ou opérationnel sans lequel ces opérations ne
pourraient pas se dérouler, étant donné la grande distance qui sépare
souvent leur territoire des endroits où ils souhaitent intervenir.
Selon moi, ce type de remise en cause du rôle de l'alliance et peut-
être même de son utilité aujourd'hui, en tout cas si elle évolue de
cette façon-ci, devrait faire l'objet d'une réflexion au sein de notre
parlement et de votre majorité, réflexion qui devrait avoir lieu avant
qu'une série d'autres problèmes ne se posent.
Par ailleurs et c'est ma dernière remarque, messieurs les ministres
n'y a-t-il pas lieu de réfléchir à une sortie au moins de l'alliance
militaire de l'OTAN dans le contexte que je viens de décrire? N'y a-t-
il pas lieu, en tout cas dans l'immédiat, de suspendre enfin ces
autorisations de transit et ces opérations de soutien logistique qui
utilisent notamment le port d'Anvers comme noeud de passage
crucial pour la réussite des opérations que les Etats-Unis planifient
depuis plusieurs mois de façon avérée? Les autorités militaires
américaines elles-mêmes déclarent que, sans ce type de soutien
logistique de certains ports européens parmi lesquels le port d'Anvers
semble être le port privilégié, leurs opérations seraient au moins
Moeten we niet overwegen uit dat
militaire bondgenootschap te
stappen en onze logistieke steun
op te schorten? De Amerikaanse
overheid zegt zelf dat haar
operaties zonder die steun
vertraging zouden oplopen en
zelfs onmogelijk zouden zijn.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
retardées, voire clairement empêchées.
Après votre ultime tentative des derniers jours, je pense que vous
devriez enfin tirer les conséquences de cette réalité pour suspendre
les autorisations de transit et d'utilisation par l'armée américaine,
sans mandat onusien, du territoire de notre pays pour continuer,
coûte que coûte, les préparatifs enclenchés depuis plusieurs mois.
01.09 Jean-Pol Henry (PS): Monsieur le ministre des Affaires
étrangères, qu'appelle-t-on la solidarité défensive? Dans ce cadre,
quels sont les moyens que l'Alliance est prête à mettre à la
disposition de la Turquie? Dans quel objectif? Quelle pourrait être la
participation de la Belgique dans les efforts de défense proposés à la
Turquie par l'OTAN?
Par ailleurs, au sommet de Prague, il a été rappelé les décisions qui
se prennent initialement à l'ONU avant d'être éventuellement
délibérées au sein de l'OTAN. Il est fondamental, à notre sens, que le
respect des séquences prévues par le droit international soit garanti.
A cet égard, avez-vous, monsieur le premier ministre, des
assurances quant au respect de ce scénario et la Belgique s'engage-
t-elle à défendre continuellement cette position?
Concernant ce dernier point, le texte final adopté par l'Union
européenne insiste sur la primauté du Conseil de sécurité des
Nations Unies, lequel endosse donc la responsabilité première en
matière de désarmement total de l'Irak. Le rôle de l'ONU représente
le gage de sécurité indispensable et nécessaire quant à l'épuisement
de toutes les ressources de la diplomatie, avant d'envisager une
épreuve de force en ultime recours.
Monsieur le premier ministre, pourriez-vous me faire part du
sentiment du gouvernement à propos de la proposition française
actuellement présentée à l'ONU? Me serait-il possible d'obtenir de
plus amples précisions quant à la manière dont la Belgique pourrait
s'inscrire dans cette résolution, proposant notamment un rôle accru
des inspecteurs des Nations Unies en Irak? Des moyens
supplémentaires sont-ils envisageables en cette matière?
Enfin, la presse étrangère a mis parfois en doute l'esprit de
coopération et de solidarité de la Belgique aux niveaux multilatéral et
international. Cet esprit de solidarité aurait-il été mis en question par
nos partenaires? En tout cas, ne serait-il pas opportun de rappeler
tous les efforts consentis notamment par le département de la
Défense nationale en ce qui concerne notre participation sur le
théâtre d'autres opérations?
En conclusion, monsieur le premier ministre, voudriez-vous me
préciser les différentes étapes selon les orientations qui vont se
succéder, à la suite de la présentation du rapport de M. Blix aux
Nations Unies?
Si je renouvelle le soutien de mon groupe à l'action
gouvernementale, on peut constater que si le camp de la paix a
marqué des points, c'est parce qu'il a bénéficié de l'appui massif de
la population dans de nombreux pays. Il est plutôt rassurant de
constater que le poids moral d'une décision lourde de conséquences
supplante les intérêts et les considérations militaires et économiques.
01.09 Jean-Pol Henry (PS):
Vooreerst sta ik erop ons
vertrouwen in de regering te
bevestigen, wier logische en
kordate houding we in de verf
willen zetten. Dankzij de houding
van België konden de
internationale instellingen hun rol
spelen, met een centrale rol voor
de UNO en met respect van de
NAVO voor die rol. De solidariteit
met Turkije kwam overigens niet
in het gedrang. Het was essentieel
het begrip defensieve solidariteit
te benadrukken en het toe te
passen ten voordele van onze
Turkse partner. Welke middelen is
het bondgenootschap bereid ter
beschikking te stellen van Turkije
en met welk doel? Op welke
manier kan België deel hebben
aan de defensie-inspanningen die
de NAVO voorstelt aan Turkije?
Op de Top van Praag werd in
herinnering gebracht dat de
beslissingen in aanvang binnen de
UNO worden genomen, vooraleer
er desgevallend binnen de NAVO
over wordt beraadslaagd. Zijn we
er zeker van dat dat scenario ook
zal worden gevolgd? Verbindt
België zich ertoe dit standpunt te
blijven verdedigen? Wat denkt de
regering van het Franse voorstel
dat momenteel aan de VN wordt
voorgesteld? Hoe kan België zich
vinden in een dergelijk voorstel?
De buitenlandse pers heeft de
Belgische solidariteit op bilateraal
en internationaal vlak in twijfel
getrokken. In dit verband volstaat
het te herinneren aan de
deelname van onze Defensie aan
bepaalde operaties. Welke
stappen zullen achtereenvolgens
worden gezet na de voorstelling
van het rapport Blix? De
vredesstrategie heeft het hier
gehaald dankzij de massale steun
van de bevolking. Het is
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Finalement, peu importe la taille d'un pays et son poids politique, ce
qui compte et je m'en réjouis -, c'est sa grandeur morale!
geruststellend vast te stellen dat
het morele gewicht van een
beslissing met ernstige gevolgen
primeert op de militaire en
economische belangen en
overwegingen die ze inhoudt. De
omvang van een land en het
politieke gewicht dat het in de
schaal werpt zijn van geen
belang, het enige wat telt is zijn
moreel aanzien.
01.10 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, heren ministers, wanneer ik tot op heden
de uiteenzettingen van de verschillende meerderheidspartijen heb
gehoord, dan is het vandaag opnieuw de hoogmis der hypocrisie.
Vandaag is men om ter meest pacifist terwijl men een maand
geleden, wanneer we interpelleerden omtrent het standpunt van de
regering op een ogenblik dat dit nog niet zo duidelijk was, nog geen
pacifistisch discours hield zoals dat vandaag het geval is. Wellicht
heeft de heer Van der Maelen de betogingen van zaterdag nodig
gehad om meer pacifist te worden dan hij een maand geleden was.
Collega's, ik zou dus willen vragen om de betogen naar aanleiding
van de interpellaties van 17 januari laatstleden te lezen om te zien
welke bochten de meerderheidspartijen vandaag hebben genomen.
Ik wil toch even onderstrepen dat ons standpunt, ook begin januari,
altijd zeer duidelijk is geweest. We waren op dat ogenblik de enigen
die dat standpunt hebben ingenomen. Ik wil het vandaag nog even
herhalen opdat, mijnheer de eerste minister en mijnheer de minister
van Buitenlandse Zaken, de kritiek die wij zullen leveren op uw
regeringsbeleid geloofwaardiger zal overkomen.
Ons standpunt is tweeërlei. Ten eerste, is er vandaag geen enkele
reden aanwezig om een preventieve oorlogsactie tegen Irak te
ondernemen. Saddam Hoessein zal daarmee misschien wel kunnen
worden uitgeschakeld maar het zullen vooral onschuldigen zijn, die
zullen worden getroffen, met name de burgerbevolking die thans
reeds zwaar te lijden heeft onder de boycot van Irak en dit onder de
vlag en de goedkeuring van de Verenigde Naties. Ik wil dit nogmaals
onderstrepen voor degenen, mijnheer Willems, die aandringen op
een tweede VN-resolutie om de legitimering van de oorlogsactie
tegen Irak te verkrijgen. Dat wat onder de vlag van de Verenigde
Naties gebeurt, is ook niet altijd het goede of het legitieme.
Ten tweede, vanuit onze pacifistische ingesteldheid die niet nieuw is
en teruggaat op de Vlaamse beweging, op datgene wat in het
IJzerbedevaarttestament gesteld werd en op de gedachte van het
nooit-meer-oorlogprincipe, gaan wij zelfs een stap verder dan al deze
pacifisten vandaag, zoals de heer Van der Maelen, die aandringen op
een tweede VN-resolutie. Wij zeggen dat zelfs indien er een tweede
VN-resolutie komt, dit geen legitimiteit geeft om een preventieve
oorlogsactie tegen Irak te ondernemen. Mijnheer Willems, u zegt dat
misschien wel maar u doet niet altijd wat u zegt.
Wij hadden op 17 januari een motie ingediend, mijnheer de eerste
minister, waarin wij enerzijds vroegen dat u als regering ervoor zou
zorgen dat België onder geen enkel beding en op geen enkele wijze
01.10 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): L'hypocrisie triomphe!
La majorité est soudain devenue
pacifiste, elle qui, il y a un mois,
rejetait notre motion qui
demandait que la Belgique ne
fournisse aucun appui aux
préparatifs de guerre et mette en
oeuvre tous les moyens
diplomatiques pour convaincre les
partenaires européens. Fallait-il
des manifestations pour amener
la majorité à de meilleurs
sentiments? Quoi qu'il en soit,
nous réprouvons l'ambiguïté dont
font preuve les verts.
La N-VA a toujours adopté la
même ligne de conduite, la N-VA
est claire: rien ne justifie en ce
moment une guerre préventive
qui frapperait des milliers de
citoyens irakiens innocents. Cette
population civile a déjà trop
souffert de l'embargo, également
couvert par les Nations Unies. En
vrais pacifistes, nous allons
encore plus loin: même une
deuxième résolution des Nations
Unies ne légitimerait pas une
action militaire préventive.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
logistieke steun zou verlenen aan de oorlogshandelingen tegen Irak
en in de regio daar en anderzijds dat u als regering al uw politieke en
diplomatieke macht zou aanwenden om de andere Europese
partners te overtuigen om verdere oorlogvoering te verhinderen en
niet deel te nemen aan een militaire invasie. Welnu, beste collega's
van de meerderheid en van andere partijen, u hebt deze motie op 23
januari weggestemd om hier nu vandaag het pacifistisch discours te
gaan verkondigen. De pacifistische trommel wordt geroffeld, vooral
door Agalev, Ecolo en SP.A, terwijl door deze partijen op 23 januari
een motie die in de richting ging van datgene waarvoor vandaag
gepleit wordt, werd weggestemd zoals dit ook het geval was met de
motie van de heer Decroly.
Ik zal dus blijven herhalen, collega's van Agalev en Ecolo, dat u in dit
dossier van in den beginne een dubbelzinnige houding hebt
aangenomen en dat vandaag ook die dubbelzinnige houding nog
steeds aanwezig is.
01.11 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Wij niet.
01.12 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer Wauters, u spreekt
niet namens uw fractie, dat weet ik van u.
Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, ik wil mij nu tot u
richten, omdat ik niet degene ben die vandaag zal zeggen: "Merci,
Louis, voor de rol die u tot op heden in dit dossier hebt gespeeld en
waarbij u vandaag als de grote vredesactivist wordt opgevoerd." Ik
zeg u, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken: ik vertrouw u
niet. Ik vertrouw u niet in de buitenlandse politiek die u voert, omdat
het palmares dat u terzake tot op heden kunt voorleggen, zich hiertoe
zeker niet leent. Ik wil u toch nog even herinneren aan de uitspraken
die u heeft gedaan over Oostenrijk en andere, mijnheer de minister.
Inderdaad, ze zullen u blijven achtervolgen, omdat het niet de
uitspraken waren van een wijs man en van een minister van
Buitenlandse Zaken die onze buitenlandse politiek in de wereld moet
gaan verdedigen. Ik zal u ermee blijven achtervolgen, mijnheer de
minister. Wanneer u die uitspraak hebt gedaan, hebt u van in den
beginne elke geloofwaardigheid van uw buitenlandse politiek
ondermijnd.
Ik zal u twee redenen geven, mijnheer de minister van Buitenlandse
Zaken, waarom ik vandaag uw politiek en uzelf niet vertrouw. Ten
eerste, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, u hebt zich al
te gemakkelijk in het Franse discours laten inschakelen. U hebt zich
al te gemakkelijk op de lijn van president Chirac laten zetten. Maak
mij vandaag niet wijs, mijnheer de eerste minister en mijnheer de
minister van Buitenlandse Zaken, dat Chirac nu de grote pacifist is,
mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, waar u zich om
pacifistische redenen zou kunnen achter scharen. Het is hier reeds
gezegd: Chirac handelt enkel vanuit zijn grote Franse grandeur waar
u zich als Franstalige gemakkelijk laat bij aansluiten en waar u
vandaag tot op heden geen afstand van kunt nemen. Dat is de eerste
reden, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, waarom ik u
wantrouw en u niet volg in uw politiek.
De tweede, niet onbelangrijke reden, mijnheer de minister van
Buitenlandse Zaken, is ook dat u door uw houding en handelwijze
ik denk dat dit ook eens mag onderstreept worden zich al te
01.12 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Si vous attendez de moi
que je proclame comme les autres
"Merci Louis", vous pouvez
toujours attendre. Je ne fais
absolument pas confiance à notre
ministre des Affaires étrangères
qui a perdu à mes yeux toute
crédibilité en faisant des
déclarations tonitruantes sur
l'Autriche, notamment. Je ne lui
fais pas confiance parce qu'il
s'aligne trop inconsidérément sur
la position adoptée par le
président Chirac. Celui-ci serait-il
devenu soudain un grand
pacifiste? Ou défend-il plutôt, et
plus prosaïquement, le prestige de
la France?
Je ne fais pas confiance au
ministre Louis Michel parce qu'il
surfe trop volontiers sur la vague
anti-américaniste qui déferle
actuellement sur le Vieux
Continent, adoptant ainsi une
position simpliste qui ne
contribuera certainement pas à la
stabilité du monde. D'ailleurs, le
premier ministre se sent-il à l'aise
dans ce climat anti-américain? La
N-VA ne prend pas fait et cause
pour George W. Bush et son
entourage, qui sont belliqueux,
mais elle estime que la Belgique a
commis une erreur historique en
ne tendant pas la main aux
pacifistes américains car il en
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
gemakkelijk hebt laten inschakelen in het anti-Amerikanisme dat
vandaag opnieuw opduikt in het oude Europa, zoals dit terecht wordt
genoemd. Want, mijnheer de eerste minister en mijnheer de minister
van Buitenlandse Zaken, met een simplistisch anti-Amerikanisme
gaan we de stabiliteit in deze wereld, mijnheer de minister van
Buitenlandse Zaken, niet garanderen, waar u zo graag een grote rol
in zou spelen. Ik zou u willen vragen, mijnheer de eerste minister
dit is een rechtstreeks aan u gerichte vraag of u in die sfeer van
anti-Amerikanisme zoals die vandaag is opgedoken, zich daar wel
als regeringsleider comfortabel in voelt. Ik zou wat dat betreft
vandaag hieromtrent een duidelijk antwoord willen kennen.
Dit wil niet zeggen, collega's en voorzitter ik rond stilaan af dat ik
zeker ook niet sta achter de houding en handelwijze van president
Bush en zijn omgeving. Dat blijkt uit de duidelijke standpunten van
de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Genoemde houding is niet het standpunt
van alle Amerikanen. Hier, mijnheer de minister van Buitenlandse
Zaken, hebt u een prachtige kans gemist om aan al die pacifisten die
ook aanwezig zijn in Amerika, en om al diegenen in Amerika die ook
tegen de handelwijze van president Bush zijn, de hand te reiken en
samen met hen te zoeken naar een oplossing die zou ingaan tegen
de onaanvaardbare handelwijze en oorlogszucht van president Bush.
Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, de geschiedenis zal
uitmaken of u een groot staatsman en minister van Buitenlandse
Zaken zult geweest zijn en of de rol die u de laatste dagen en weken
hebt gespeeld in NAVO-verband, een versterking van de NAVO zal
betekenen of een verzwakking. Dit zal uw verantwoordelijkheid zijn.
Vandaag kunnen we dit nog moeilijk beoordelen, maar de
geschiedenis zal uitwijzen welke uw precieze verantwoordelijkheid is.
Het is duidelijk, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, dat uw
houding, al dan niet gedekt door de eerste minister, ingegeven is
door een loutere profileringdrang in het vooruitzicht van de
verkiezingen. Dat is zeker niet de beste norm om aan buitenlandse
politiek te doen. Daarom ook, mijnheer de eerste minister, richt ik mij
tot u als regeringsleider.
Daarom, mijnheer de eerste minister en ik richt mij ook tot u in uw
hoedanigheid van regeringsleider en mijnheer de minister van
Buitenlandse Zaken, zal de NV-A vandaag het grootste voorbehoud
moeten formuleren omtrent de terzake gevoerde buitenlandse politie.
In de loop van de evolutie van deze aangelegenheid zullen wij zien
hoe uw handelwijze en uw optreden verder moeten worden
geëvalueerd.
Ik hoop, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, dat het niet
alleen de profileringdrang is die van bij de aanvang van uw
deelname aan de regering zeer sterk aanwezig was en die u thans
leidt in uw opstelling. Dit zou een zeer grote verantwoordelijkheid
zijn, zowel ten opzichte van het land als van de wereldgemeenschap.
existe pour rechercher avec eux
des solutions au conflit actuel.
L'histoire nous dira si M. Michel
aura été un grand homme d'Etat
et si l'OTAN sera sortie renforcée
de ce conflit. Mais il est clair, dès
à présent, que notre ministre a
adopté cette attitude pour se
démarquer en vue des élections.
Ce n'est pas une bonne façon de
faire de la politique étrangère. Le
ministre est-il bien conscient de la
responsabilité qu'il porte?
Compte tenu des circonstances, la
N-VA émet les plus vives réserves
et continuera d'évaluer la situation
de façon vigilante et permanente.
01.13 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le premier ministre, messieurs les ministres, chers
collègues, notre histoire nous montre depuis déjà bien longtemps
qu'il est bien plus difficile de se battre pour préserver la paix que
pour faire la guerre, lorsque nous voulons défendre des intérêts qu'ils
soient économiques ou d'extension de pouvoir. Bien sûr, chacun
d'entre nous pourrait relever les interventions premières que nous
01.13 Muriel Gerkens (ECOLO-
AGALEV): In het proces dat op
gang werd gebracht, heeft België
een onwrikbaar en consequent
standpunt ingenomen om de
internationale organen ertoe aan
te zetten stelling te nemen tegen
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
avons eues concernant la nécessité d'éviter la guerre ou de
préserver la paix. Je pourrais aussi vous dire que notre programme
prône la prévention des conflits, les attitudes pacifistes et la remise
en cause de l'OTAN. Mais ce qui est important maintenant et qui doit
nous réunir aujourd'hui, c'est le fait d'avoir entamé un processus et
que la Belgique ait tenu une position ferme et cohérente permettant
d'amener l'ensemble des structures, des niveaux de compétence en
droit international, à se profiler dans une démarche d'évitement de la
guerre.
C'est donc sur ces points que j'ai envie d'insister aujourd'hui. Je
considère en effet que nous avons écarté une crise majeure au sein
de l'OTAN et que la Belgique, via son gouvernement, a eu une
position courageuse et réaliste dans cette institution. De la même
manière, la capacité et le courage de dire non à l'ONU, à l'OTAN, à
une deuxième résolution, à des deadlines concernant des attaques
guerrières, à la guerre préventive, tout cela mérite effectivement que
je félicite le gouvernement et que je lui exprime notre soutien au nom
des partis Ecolo et Agalev.
En ce qui concerne les événements au sein de l'Union européenne,
certains ont regretté que les pays candidats se soient exprimés et
aient cosigné cette fameuse lettre demandant qu'une intervention
militaire ait lieu. Il est vrai que je partage ce regret. D'un autre côté,
je pense que ce serait l'occasion pour nous, et peut-être pour la
Belgique plus spécifiquement, de s'interroger sur les raisons qui ont
poussé ces pays à ne pas partager le sentiment d'appartenance
nécessaire à cette future Union européenne, dont ils seront bientôt
membres, au profit d'une allégeance à la position des Etats-Unis.
J'estime que ce travail doit être effectué à notre niveau avant de les
stigmatiser.
Certains, ici, disent que le gouvernement belge dessert la Nation
belge par ses actions. Je ne partage pas cet avis car notre action
s'inscrit dans le respect du droit international et dans le respect des
hiérarchies et des séquences de ce droit international, c'est-à-dire
comme d'autres l'ont déjà dit ONU, OTAN et les Etats. Sans être
complaisant, notre gouvernement et l'immense majorité de la
population belge souhaitent épuiser tous les moyens pacifiques avant
d'en venir à la force. Accepter la doctrine de l'attaque préventive
pour l'Irak serait ouvrir un dangereux précédent. Il faudrait peut-être
que l'on se rappelle la sagesse de l'administration Kennedy qui
refusa une attaque préventive contre Cuba lors de la crise des
missiles.
Notre gouvernement doit maintenant s'attacher à convaincre M. Blair
ou ceux qui auraient encore l'intention de faire marche arrière dans
cette voie belliciste sur laquelle ils s'étaient engagés. Je pense qu'il
va falloir également que nous travaillions avec nos alliés pour faire
prendre conscience à ceux qui sont tentés par l'aventure militaire des
risques de déstabilisation planant sur toute cette région. Nul ne peut
dire aujourd'hui quelles seront les conséquences d'une attaque contre
l'Irak. De même mais cela est rappelé dans les conclusions du
Conseil de l'Union européenne , le conflit israélo-palestinien doit
évidemment rester une priorité diplomatique dans ce contexte-ci.
Je voudrais profiter de ce que j'aie la parole pour faire une allusion à
la mission des 31 députés européens qui sont allés en Irak
een oorlog. Ons land heeft de
moed opgebracht om een tweede
resolutie te verwerpen en een
preventieve oorlog af te wijzen.
Daarvoor feliciteer ik de regering;
zij mag zich verzekerd weten van
de steun van de Ecolo-Agalev-
fractie.
Ik betreur dat kandidaat-EU-
lidstaten de brief waarin gepleit
wordt voor een militaire
interventie, medeondertekend
hebben, maar alvorens ze te
schandmerken moeten we ons
afvragen waarom ze zich
kennelijk niet zo verbonden
voelen met de Unie, en misschien
ook de hand in eigen boezem
steken.
De regering bewijst België geen
slechte dienst, want haar optreden
situeert zich in het kader van het
internationaal recht en respecteert
de internationaalrechtelijke
hiërarchie, en ze stelt dat geweld
maar als laatste redmiddel mag
worden gebruikt, als alle
vreedzame oplossingen gefaald
hebben. Een preventieve oorlog
zou een gevaarlijk precedent zijn.
We moeten onze bondgenoten
bewust maken van het risico op
een destabilisering van de regio in
geval van een aanval tegen Irak.
Het conflict tussen Israël en de
Palestijnen moet voor ons een
prioriteit blijven.
De zending van 31 Europese
parlementsleden in Irak heeft
aangetoond dat de bevolking, na
twee oorlogen en een embargo,
op de knieën zit en dat een
nieuwe oorlog rampzalige
gevolgen zou hebben. Kunnen nu
al geen maatregelen worden
genomen om het mandaat
"voedsel voor aardolie" te
herzien?
Heeft de regering de zekerheid
dat de vertegenwoordigers van de
Europese Unie bij de UNO op hun
standpunt zullen blijven of moet
nog een zekere druk worden
uitgeoefend?
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
dernièrement et qui ont mis en évidence le sort des populations
irakiennes. Les contacts qu'ils ont eus sur place tant avec les
autorités des agences de l'ONU, qu'avec des responsables d'ONG
amènent à constater qu'après deux guerres et avec l'embargo actuel,
la population irakienne est à genoux et qu'une nouvelle guerre aurait
des conséquences humanitaires catastrophiques. Tous les acteurs de
l'ONU rencontrés à Bagdad ont confirmé cette évidence. Je pense
donc que c'est une raison supplémentaire pour éviter d'entrer dans
un mécanisme de guerre vis-à-vis de l'Irak.
D'un autre côté, j'aimerais savoir si des réflexions et des mesures
peuvent se prendre déjà maintenant ou assez rapidement concernant
la révision du contrat "nourriture contre pétrole" qui permettrait, si
elle avait lieu, de desserrer l'étau dans lequel la population est
maintenue et permettrait peut-être d'envoyer un signal positif vis-à-
vis de l'ensemble des populations de la région.
Pour conclure, je voudrais vous poser quelques questions. Au-delà
des conclusions officielles des différentes instances, et notamment
au sein de l'Union européenne, êtes-vous assurés par les
représentants de l'Union européenne au sein du Conseil de l'ONU sur
le maintien des positions? Ou tout ceci va-t-il nécessiter de maintenir
une pression suffisante et un développement d'arguments
convaincants? La Belgique va-t-elle proposer ses services pour
renforcer les missions d'inspection et de désarmement par voie
pacifique en Irak? La Belgique compte-t-elle participer à cet effort?
Concernant les pays voisins de l'Irak, les conclusions font
effectivement allusion à la nécessité d'être attentif et de soutenir les
démarches de ces pays voisins. J'aurais aimé avoir des informations
supplémentaires sur ce qui se fait, ce qui pourrait se faire et ce en
quoi la Belgique pourrait avoir des interventions et des positions
intéressantes.
Zal België zijn diensten aanbieden
in het kader van de inspectie in
Irak?
Wat kan er gedaan worden ten
aanzien van de buurlanden van
Irak?
01.14 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
leden van de regering, collega's, wij en ook ikzelf zijn toch wel
onder de indruk geraakt van de wijze waarop deze regering zich blijft
inzetten om een diplomatieke oplossing rond Irak af te dwingen en de
stroming daarrond te versterken. Ik ben zelf een geroutineerd
vredesactivist uit de jaren '80. We konden onder de regeringen die
wij toen hadden er alleen maar van dromen dat zoiets ooit zou
gebeuren. Nu onze generatie mee de lakens uitdeelt, stellen wij
vandaag vast dat het ook effectief gebeurt. Ik ben daar fier op. Dat
mag ook wel eens gezegd worden.
Het verzet van ons land, samen met Duitsland en Frankrijk, tegen
mogelijke NAVO-steun aan Turkije resulteerde in de eerste plaats in
de broodnodige tijdwinst. Hierdoor worden verdere onderhandelingen
mogelijk. Dat verzet is een keerpunt. Het is dat ook en vooral in de
ogen van de publieke opinie. Ze hadden zich eigenlijk al neergelegd
bij het feit dat het toch om zeep was en dat het wel weer een oorlog
zou worden. Wij stellen vast dat vandaag de dag bij de mensen ook
de overtuiging leeft dat een oorlog tegen Irak niet langer
onvermijdelijk is. We hebben daarin een belangrijke rol gespeeld.
Het standpunt van de Europese Unie onderstreept opnieuw de wil om
tot en onderhandelde oplossing te komen en om een oorlog te
vermijden.
01.14 Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Nous
sommes impressionnés par la
manière dont la Belgique continue
à oeuvrer en faveur d'une solution
diplomatique. Je suis fier que
notre participation à ce
gouvernement ait permis de
réaliser ce qui était encore
impensable au cours des
législatures précédentes.
L'opposition de l'Allemagne, de la
France et de la Belgique a permis
de gagner du temps, ce qui a
ouvert la voie à de nouvelles
négociations. Elle a également
marqué un revirement de l'opinion
publique, qui semblait considérer
jusqu'alors que la guerre était
inévitable.
Mais la menace subsiste car,
malgré le compromis conclu au
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Ik zal ook wat kritische kanttekeningen maken. Boven de
diplomatieke euforie die in sommige kringen lijkt te leven, hangt toch
wel een donkere schaduw. Wanneer we verder kijken dan het
compromis dat in de NAVO bereikt is en dan de EU-verklaring van
gisteren, dan ontdekken we toch een stukje de brute oorlogslogica.
Dat maakt mij een beetje ongerust. Deze lijkt een eigen leven te
leiden en gaat bijzonder hardnekkig door met de opbouw en de
voorbereiding van een nieuwe oorlog. We zijn er jammer genoeg nog
niet in geslaagd om deze logica die blijkbaar parallel loopt aan alle
diplomatieke initiatieven definitief te stuiten.
Wij stellen zelfs het omgekeerde vast. In plaats van af een toe eens
een transport door ons land te zenden, hebben de Amerikanen drie
communicatielijnen geopend die op dit ogenblik non-stop via
Bremen, Rotterdam en Antwerpen het front zij het het toekomstig
front bevoorraden. Dit is toch wel een verontrustende zaak. Het
NAVO-compromis van zondagnacht is uiteraard een belangrijk
diplomatiek succes. Er zal echter nog meer moeten gebeuren.
Vandaag is die oorlogslogica immers nog niet voorgoed van de
agenda afgevoerd. Ik ben mij bewust dat het niet België zal zijn dat
daar de toon zet. Het zal vooral de Veiligheidsraad zijn die daartoe
de ultieme sleutels in handen heeft.
Laten we wel wezen, Turkije met het op één na grootste leger binnen
de NAVO zou plots niet meer in staat zijn om zichzelf te verdedigen
tegen een militair toch wel fel verzwakt Irak. Wie zal erop toezien dat
onze hulp inderdaad alleen maar defensief is, dat de AWACS-
toestellen straks niet tersluiks gebruikt worden om de gevechtssteun
bij een nieuwe oorlog te coördineren? Anders dan Koeweit is Turkije
geen land dat onder de voet wordt gelopen of dreigt te worden
gelopen. Het bereidt zich samen met de Amerikanen ik denk dat dit
jammer genoeg de realiteit is voor op een eventuele inval in Irak.
De Verenigde Staten zien in Turkije uiteraard de geschikte
uitvalsbasis voor hun eventuele oorlog.
Mijnheer de eerste minister, zijn er garanties bedongen dat Turkije in
ruil voor deze defensieve steun zich neutraler zal opstellen dan dit tot
op heden het geval was of we hadden mogen verwachten? Zijn er
garanties gevraagd dat Turkije de komende maanden niet zal
proberen Noord-Irak onder de voet te lopen? Zijn er garanties
gevraagd dat Turkije de komende maanden niet zal proberen beslag
te leggen op een deel van de olievoorraden in het noorden van Irak?
Het is, ons inziens, hoog tijd om bijkomende signalen te geven, in de
eerste plaats inzake de Amerikaanse militaire transporten door ons
land. Ik heb deze morgen de minister van Landsverdediging hierover
ondervraagd. We zijn het erover eens dat dit een moeilijke discussie
is. Wij vragen de regering deze gang van zaken door een
onafhankelijk team van juridische experts te laten toetsen aan het
internationaal recht en het Parlement onverwijld inzage te geven van
alle verdragen dat is ons grondwettelijk recht die de vrije
doortocht van militair materieel regelen. We dringen er eveneens op
aan dat de regering en de Europese Unie er bij de Verenigde Staten
eensgezind blijven op aandringen om zich terughoudender op te
stellen inzake gebruik van geweld tegen Irak, om geen oorlog te
beginnen en om de regels van het internationaal recht te
respecteren. U hebt dit de afgelopen week met succes bedongen.
We moeten op deze lijn verdergaan.
sein de l'Union européenne et de
l'OTAN, la logique de guerre
brutale demeure. Les Etats-Unis
continuent d'approvisionner le
front de la future zone de conflit.
La clé du problème est entre les
mains du Conseil de sécurité de
l'ONU.
La question de savoir qui vérifiera
que l'aide octroyée à la Turquie
servira uniquement à des fins
défensives reste posée. Existe-t-il
des garanties que la Turquie
adoptera une position plus neutre
en échange de ce soutien, qu'elle
n'envahira pas le nord de l'Irak et
qu'elle ne s'emparera pas des
réserves de pétrole situées dans
cette région?
Nous demandons également
qu'une équipe indépendante
s'assure que les transports
militaires américains dans notre
pays sont conformes au droit
international et que le Parlement
puisse consulter toutes les
conventions relatives à cette
matière. Nous insistons aussi pour
que les Etats-Unis adoptent une
attitude plus modérée en ce qui
concerne une éventuelle
intervention militaire.
En tout état de cause, les Verts
resteront toujours opposés à la
guerre, qu'elle résulte d'une
décision unilatérale des Etats-Unis
ou d'une seconde résolution de
l'ONU.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Mijnheer de eerste minister, collega's, de groene partij is niet
vervelend om vervelend te doen. Wij zijn en blijven jammer dat de
heer Van Hoorebeke eventjes op het appel ontbreekt zoals de
andere leden van deze meerderheid consequent tegen oorlog. Noch
een eenzijdige beslissing, noch een eenzijdige beslissing van de
Verenigde Staten daarin desnoods gesteund door een deel van de
NAVO en Groot-Brittannië, noch een tweede resolutie van de
Veiligheidsraad zal ons van standpunt kunnen doen veranderen.
01.15 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste
minister, mijnheer de vice-eerste minister, mijnheer de minister van
Landsverdediging, collega's, in dit debat wil de VLD uitdrukkelijk
steun betuigen aan onze vrienden uit de Verenigde Staten van
Amerika. Als partij die de burgerdemocratie hoog in haar vaandel
draagt, steunt de VLD de visie van 60% van de Amerikanen die
voorstander zijn van een verlenging van de opdrachten van de
wapeninspecteurs. (Hoongelach)
Ik herhaal dat 60% van de Amerikanen de verlenging van de
opdracht van de wapeninspecteurs steunt en is tegen een snelle
interventie van de Amerikanen in Irak. Dit valt af te leiden uit een
peiling die The New York Times vorige vrijdag publiceerde. Het is
deze meerderheid van Amerikanen die de VLD duidelijk wilt steunen.
Na de betogingen van het afgelopen weekend ligt dit percentage in
de VS wellicht nog hoger. Het verheugt ons bijzonder dat de
Amerikaanse publieke opinie althans een grote meerderheid
ervan de mening van de Belgische regering en van onze eigen
Belgische en Europese publieke opinie deelt.
Tweede en heel belangrijk punt: de VLD is ervan overtuigd dat de
houding van onze regering geen schade toebrengt aan onze relaties
met Amerika. Het Belgische standpunt is gericht tegen oorlog, niet
tegen de Verenigde Staten.
Heel wat Amerikaanse bedrijfsleiders gaven trouwens reeds te
kennen dat een strikt politiek conflict binnen de NAVO hun
bedrijfsstrategie niet beïnvloedt. Zij hebben dat ook getuigd in
verschillende Vlaamse kranten. Voor hen zijn van wezenlijk belang
dat lijkt mij logisch: de belastingen voor bedrijven, zoals de
vennootschapsbelasting die recent aanzienlijk werd verlaagd en de
verlaging van de loonkosten van het personeel, hetgeen meebracht
dat Amerikaanse investeringen in ons land de voorbije maanden
procentueel een uitzonderlijke toename kenden. Dat is wat
bedrijfsleiders interesseert en daaraan heeft deze regering de
voorbije maanden en jaren met succes wat gedaan.
Ten derde, wat is de NAVO, collega's? Is het een middel of is het
een doel? Is het een doel op zich, in de zin dat consensus altijd en tot
elke prijs moet bestaan, dit wil zeggen dat de kleine landen
noodgedwongen de grote broer moeten volgen, of is het een middel
om collectief-militair na overleg ik benadruk na overleg onze
veiligheid te waarborgen en vrede te garanderen?
Tijdens de koude oorlog was de NAVO een bondgenootschap dat
zich strikt bezighield met de collectieve beveiliging van de Westerse
wereld tegen een inval van het Warschaupact. Dat was een strikt
defensieve ingesteldheid. Niemand zou toen ooit hebben gedacht
01.15 Stef Goris (VLD): Dans ce
débat, le VLD souhaite apporter
son soutien aux 60 pour cent
d'Américains qui sont partisans
d'une prolongation de la mission
des inspecteurs en armement.
Depuis les manifestations du
week-end dernier, ce pourcentage
est probablement encore plus
élevé. L'opinion publique
américaine correspond en grande
partie à l'opinion publique
européenne.
L'attitude de notre gouvernement
ne porte nullement atteinte aux
relations économiques avec les
Etats-Unis. Il est clair que la
Belgique s'oppose à la guerre et
non aux Etats-Unis. Ces derniers
jours, des entrepreneurs ont laissé
entendre dans la presse qu'ils
craignaient un recul des
investissements américains. Ils
soulignent, en revanche, les effets
positifs de la réduction de l'impôt
des sociétés et d'autres
réalisations de ce gouvernement.
Le VLD se demande si l'OTAN, en
tant qu'institution, doit être un but
ou un moyen. Est-ce une
organisation appelée à exister
jusqu'à la fin des temps et au sein
de laquelle les petits pays doivent
suivre docilement le grand frère
ou s'agit-il d'un organe qui
s'efforce de garantir la sécurité
par le biais de la concertation?
Depuis les attaques du 11
septembre, la vision américaine
est indissociable des notions
"d'attaque préventive", de
"missions hors frontières" ou de
"première utilisation d'armes
nucléaires". Pour le VLD, cette
attitude ne peut être celle de
l'Europe. Espérons que les
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
aan preventieve oorlogsvoering buiten het gebied van de NAVO, met
nucleaire wapens, enzovoort.
Vandaag collega Van der Maelen haalde het al aan zijn pre-
emptive strikes of preventieve oorlogsvoering, out of area of buiten
het gebied en the first use of nuclear weapons in de Amerikaanse
visie niet meer weg te denken. Is dit ook de Europese visie? Indien
het oude Europa met deze visie niet akkoord gaat, dan behoort de
VLD graag tot het oude Europa. Indien het nieuwe Europa op korte
termijn, uit economische overwegingen en als eerste reflex na
decennialange Sovjetoverheersing, blindelings de dollars en het
veiligheidsgevoel van de Amerikaanse adelaar volgt, dan kan men
daarvoor enig begrip opbrengen. Hopelijk zullen in de nieuwe landen
de inzichten rijpen en zullen zij ook hopelijk zo vlug mogelijk het
Europese licht zien.
Collega's, herinner u dat wij enkele weken voor 11 september 2001
hier in deze commissie voor de Buitenlandse Zaken van de Kamer
het debat voerden over de opheffing van het embargo tegen Irak.
Irak was toen reeds 11 jaar deskundig geïsoleerd. Westerse
vliegtuigen controleerden en controleren het luchtruim. Wij waren
toen oprecht bekommerd om de situatie vandaag nog altijd van
het Iraakse volk. Dan kwam de vermaledijde datum van 11
september, de gastvrijheid die door de Taliban in Afghanistan werd
verleend aan Osama Bin Laden, de succesvolle Blitzkrieg tegen dat
regime en daarna de zoektocht naar een nieuwe vijand. Elf
september zal en moet worden gewroken. Toen kwam natuurlijk Irak
in beeld.
Collega's, laat mij duidelijk zijn. Irak wordt inderdaad bestuurd door
een dictator die er niet voor terugdeinst zijn eigen bevolking uit te
moorden en die manifest misdaden beging tegen de menselijkheid.
De wereld zou beter af zijn zonder Saddam en zonder nogal wat
andere staatshoofden die zijn verwerpelijke principes en technieken
hanteren. Moeten wij echter daarom, collega's, als redelijk denkende
Europeanen, meestappen in een emotionele oorlogslogica? Het
betreft een oorlogslogica die ik haal enkele dingen aan tracht
banden te bewijzen tussen Al Qaeda en het regime van Saddam,
maar die er enkel in slaagt circumstantial evidence aan te brengen,
ook in het Angelsaksisch rechtssysteem onvoldoende. Een Brits
rapport wordt door Colin Powel in de hemel geprezen, maar blijkt
daags nadien afkomstig te zijn van een twintigjarige student die dit
reeds een tiental jaren geleden schreef. Who is fooling who? Indien
morgen het team van wapeninspecteur Blix echter op een verborgen
voorraad zenuwgas stuit, dan moet er niet meer worden getwijfeld.
Dan heeft Saddam gelogen en moet de Veiligheidsraad zijn
verantwoordelijkheid nemen.
Tot slot, collega's, kom ik tot de verbinnenlandsing van de
buitenlandpolitiek. Dat is de voorbije dagen een paar keer gevallen.
Het is duidelijk dat onze regering van in den beginne steeds coherent
heeft gepleit voor de uitputting van alle vredesinitiatieven en voor
een vreedzame oplossing om te vermijden dat een kwart miljoen
onschuldigen bij een conflict het leven zouden laten. Onze regering
heeft deze lijn doorgetrokken tot en met haar veto in de NAVO-raad.
De VLD wenst haar daarvoor te feliciteren.
Andere partijen in dit land waren radicaal tegen deze houding en
nouveaux pays de l'Union, qui
sont à présent aveuglés par les
dollars, le concevront également.
Le 11 septembre devait être
vengé et le serait. L'Irak est, en
effet, dirigé par un homme
dangereux et condamnable.
Toutefois, en tant qu'Européens
rationnels, nous ne pouvons nous
laisser entraîner dans une logique
de guerre émotionnelle. Les
preuves de l'existence d'armes de
destruction massive sont
insuffisantes. Si M. Hans Blix
fournit effectivement une preuve
tangible demain, les
conséquences sont suffisamment
claires.
Notre gouvernement a tout mis en
oeuvre en faveur de la paix,
attitude qui s'est traduite par un
veto au Conseil de l'OTAN. Le
VLD souhaite le féliciter à cet
égard. D'autres ont, il est vrai,
manifesté, mais ils ont également
adhéré à la logique de guerre. Le
citoyen comprendra qui a agi avec
sincérité.
J'ai appris de mes contacts au
Conseil européen que les pays
voisins félicitent la Belgique pour
sa bravoure et sa constance. Voilà
en quoi un petit pays peut être
grand.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
verkozen in de oorlogslogica van de Bush-administratie te stappen.
Tegelijk zien wij ze wel mee betogen voor vrede vorige zaterdag in
de straten van Brussel. Hopelijk, collega's, heeft de burger begrepen
wie hier een coherente en consistente houding heeft en wie de
politieke moed had om voor een vreedzame oplossing tot het uiterste
te gaan. Dit uiterste, collega De Crem, was met CD&V in de regering
nooit haalbaar geweest.
De voorbije dagen had ik nogal wat contacten met mijn collega's uit
de Raad van Europa en de West-Europese Unie. Die hadden
allemaal dezelfde teneur. Zowel Duitsers, Fransen alsook Britten,
zeiden mij: proficiat aan jullie Belgen voor de moed die jullie hadden
en hebben; wij hebben het niet gedurfd, maar jullie hebben een
nieuw tijdperk ingeluid, een tijdperk waarbij de Europese
cartesiaanse redelijkheid afstand durft te nemen van de
Angelsaksische emoties. Hoe een klein land groot kan zijn, collega's.
01.16 Jacques Lefevre (cdH): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, monsieur le
ministre de la Défense, chers collègues, en se montrant solidaire de
la France et de l'Allemagne dans le conflit irakien, la Belgique a
montré qu'elle privilégie la logique de la paix tant que la preuve n'a
pas été faite par les inspecteurs de l'ONU que l'Irak ne respecte pas
la résolution 1441.
Le gouvernement irakien doit évidemment coopérer activement par
tous les moyens avec les inspecteurs qui doivent pouvoir disposer de
toutes les facilités et informations nécessaires à l'accomplissement
de leur mandat.
La position de la Belgique a aussi clairement montré qu'elle refusait
des liens de subordination avec ceux qui croient avoir comme
vocation d'être non seulement les gendarmes du monde, mais aussi
des grands prêtres exorciseurs. Notre priorité doit donc être le
respect du droit international par tout le monde.
Au nom du cdH, je me réjouis donc de votre position en faveur de la
diplomatie plutôt que de la violence, du respect de la résolution 1441
plutôt que de la loi du plus fort. Les rapports de MM. Blix et El
Baradei ont été, sont et seront évidemment fondamentaux pour la
suite des événements.
Ce samedi, les citoyens ont clairement démontré dans la rue qu'ils
ne voulaient pas la guerre. Au même moment, 21 agences
humanitaires et une trentaine d'Etats se réunissaient à Genève pour
exprimer leurs craintes qu'une guerre en Irak n'entraîne une crise
humanitaire sans précédent. Un représentant suisse y a dit que la
vulnérabilité de la population civile irakienne est plus élevée qu'en
1991, pendant la guerre du Golfe. 60 % des Irakiens seraient coupés
de leurs lignes d'approvisionnement si le programme "pétrole contre
nourriture" était interrompu. Ce seraient surtout les femmes, les
enfants et les personnes âgées qui en seraient les premières
victimes, après un embargo de plus de 11 ans qui a déjà fait des
centaines de milliers de victimes, dont plus de 500.000 enfants.
Lorsque j'ai pu me rendre à Bagdad, nous avons rencontré M. van
Sponeck qui était le délégué de M. Kofi Annan à Bagdad et il a lui-
même parlé d'un génocide en Irak.
01.16 Jacques Lefevre (cdH):
België heeft zich solidair getoond
met Frankrijk en Duitsland en
aldus duidelijk gemaakt dat ze de
vredeslogica alle kansen geeft.
Door het standpunt dat België
heeft ingenomen maakt het ook
duidelijk dat het niet wil buigen
voor hen die zich niet alleen de
politieagenten maar ook de
duivelbezweerders van de wereld
achten. Het naleven van het
internationaal recht door eenieder
is in onze ogen een prioriteit. De
inspectieverslagen zullen,
uiteraard, doorslaggevend zijn.
Vorige zaterdag hebben de
burgers op straat duidelijk
gemaakt dat zij geen oorlog
willen. Tegelijkertijd gaan er
waarschuwende stemmen op voor
een humanitaire crisis zonder
voorgaande in Irak.
Het akkoord dat zondag in de
NAVO werd afgesloten is een
eerbaar compromis, zowel voor
het "oude Europa", als voor de
Verenigde Staten.
De verklaring van de Europese
Raad van maandag bevat
weliswaar een aantal essentiële
punten, maar vertoont een zeker
gebrek aan samenhang.
Ziehier mijn vragen. Waarom
zwijgen de Verenigde Staten over
de massale bewapeningsplannen
van Iran, en meer bepaald de
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Jeudi dernier, le coordinateur de l'aide d'urgence de l'ONU réclamait
83 millions de dollars supplémentaires pour gérer la crise
humanitaire en Irak. L'ONU estime que deux millions de personnes
pourraient être déplacées à l'intérieur même du pays et que entre
600.000 et 1.450.000 personnes pourraient être réfugiées dans les
pays voisins.
L'accord intervenu ce dimanche à l'OTAN est un compromis
honorable: on répond à la demande de la Turquie par des mesures
purement défensives et on lie le soutien de l'OTAN à un règlement
de la crise irakienne dans le cadre de l'ONU, ce qui était surtout une
demande européenne, je parle évidemment de la "vieille Europe".
D'un autre côté, l'ambassadeur des Etats-Unis à l'OTAN dit: "les
Etats-Unis se réjouissent que les 18 pays alliés aient accepté
d'apporter un soutien militaire à la Turquie."
La déclaration du Conseil européen de ce lundi 17 février comporte à
mon sens des éléments essentiels, et permettez-moi d'en citer deux:
"nous tenons à ce que les Nations Unies demeurent au centre de
l'ordre international" excellent! , ou encore "l'objectif de l'Union en
ce qui concerne l'Irak demeure le désarmement total et effectif de ce
pays, conformément aux résolutions, etc. (...) nous souhaitons
atteindre cet objectif de manière pacifique."
Cette déclaration n'est cependant pas sans certaines incohérences et
je cite un exemple. On dit à la fois qu'il faut donner du temps aux
inspecteurs de Nations Unies et on ajoute que les inspections ne
pourront pas se poursuivre indéfiniment.
Je souhaiterais poser cinq questions très brièvement.
Le gouvernement iranien profite de la crise dans la région pour
mettre en oeuvre des projets d'armes de destruction massive,
notamment des missiles Shahat-4 d'une portée de 1500 kilomètres.
On est loin des 150 à 180 kilomètres de portée des missiles irakiens.
Pourquoi, à votre avis, les Etats-Unis se taisent-ils sur cet armement
massif du régime des mollahs?
On exige à juste titre que les Irakiens respectent les résolutions de
l'ONU. Pourquoi ne pas avoir les mêmes exigences à l'égard
d'Israël? Je pense aux résolutions 194 qui datent de 1948, 242, 338,
465 et 1322 qui condamnent les actes de violence quotidiens contre
les Palestiniens. À quand un nouvel accord d'Oslo? Faut-il
nécessairement passer par une nouvelle guerre en Irak?
Ne faudrait-il pas, comme le réclame le gouvernement français,
accroître le nombre des inspecteurs en Irak et leur adjoindre des
observateurs civils et politiques, pour vérifier au plus vite les
allégations américaines sur l'Irak?
Pourriez-vous nous confirmer qu'en aucun cas la Belgique n'enverra
de troupes en Irak? Plus fondamentalement et dans une logique de
paix, quelles initiatives pourrions-nous prendre pour démocratiser le
système politique irakien et le rendre plus respectueux des droits de
l'homme? Ce n'est évidemment pas en bombardant depuis plusieurs
années ce pays qu'on va le démocratiser.
Chahad 4 - raketten met een
draagwijdte van 1500 km?
Waarom wordt niet geëist dat
Israël de resoluties van UNO
naleeft, zoals Irak? Wanneer komt
er een nieuw akkoord van Oslo?
Moet het aantal inspecteurs in Irak
niet worden verhoogd en moeten
hun geen waarnemers worden
toegewezen?
Kan u bevestigen dat België geen
troepen zal zenden naar Irak?
Welke initiatieven kunnen er
worden genomen om het politiek
stelsel in Irak te democratiseren
en te bewerken dat de
mensenrechten beter worden
gerespecteerd?
Is België bereid bij te dragen tot
een Europese defensie?
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
Enfin, je termine sur cette question. Cette crise montre que nous
avons plus que jamais besoin d'une défense européenne. La
solidarité atlantique demande que l'on puisse parler d'égal à égal.
Parler d'égal à égal, ce n'est pas faire de l'anti-américanisme. Notre
indépendance à nous Européens et notre sécurité ont un prix.
Sommes-nous prêts à contribuer à cette défense européenne, nous
les Belges qui sommes les plus mauvais élèves de la classe OTAN,
surtout quand on regarde les dépenses d'investissement en matière
de défense?
01.17 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik
zou eerst en vooral willen zeggen dat ik het spijtig vind en het
enigszins betreur dat wij vandaag in deze commissie niet in staat zijn
geweest om de klassieke tegenstellingen die er bestaan in een
Parlement te overbruggen. Het is normaal dat er in een
parlementaire democratie tegenstellingen bestaan. Ik betreur het
echter dat wij ook vandaag, over zo een gewichtig onderwerp als
oorlog en vrede, niet in staat zijn geweest om op dit cruciale moment
de klassieke tegenstellingen tussen de partijen in het Parlement te
overbruggen. Ik vind dat een Parlement en een democratie zeker
een Westerse democratie als de onze op een bepaald ogenblik
eensgezind moet zijn. Dat is zo wanneer het om fundamentele zaken
gaat waarover wij in wezen niet met elkaar verschillen zoals
oorlog en vrede. Ik zou willen zeggen dat we volgens mij in die
gevallen altijd moeten trachten om eensgezindheid te betrachten. Ik
vind het spijtig dat we die eensgezindheid vandaag in dit Parlement
op dit cruciale ogenblik niet hebben gehoord.
Ik begrijp wel dat men de houding van de regering niet apprecieert. Ik
kan ook wel begrijpen dat men de houding van de regering niet
aanvaardt. Het gaat om de houding die wij de voorbije weken hebben
aangenomen. De oppositie heeft echter daarnet in alle toonaarden
gezegd dat ze die houding niet aanvaardt.
Collega's, ik vind dat men in dat geval wel ernstige argumenten moet
gebruiken. Men moet ons hier niet verwijten dat we in dit dossier een
dubbelzinnige houding aannemen. De oppositie heeft daarentegen
de voorbije week zelf een dubbelzinnige houding aangenomen. De
oppositie moet ook geen argumenten aanhalen die intellectueel
oneerlijk zijn. Zo was er het hier aangehaalde argument dat de eis
voor een tweede resolutie een schande is. Die eis zou immers niet in
de tekst van de Europese Unie staan. De eis voor een tweede
resolutie is echter juist de thesis van de hard-liners. Er bestaat een
hemelsbreed verschil tussen te zeggen dat er nu een tweede
resolutie moet komen zoals de hard-liners zeggen of de stelling
dat er nooit een operatie mag komen zonder een tweede resolutie.
Dat laatste heb ik hier al herhaalde malen gezegd.
Men verwart al die argumenten met elkaar. Men brengt hier in een
soort valse retoriek naar voor alsof "nu een tweede resolutie"
hetzelfde is als "nooit een operatie zonder een mandaat van de
Verenigde Naties". Ik denk dat men het debat in dat geval niet op
een ernstig niveau voert.
Ik richt mij tot de heer Van Hoorebeke voor nog een ander voorbeeld.
Hij verweet de regering en de heer Michel dat ze Frankrijk achterna
zouden lopen. Welk argument is dat eigenlijk? Het lijkt alsof men via
01.17 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Je déplore qu'au cours
de ce débat, il n'ait pas été
possible de dépasser les clivages
politiques traditionnels entre
majorité et opposition. On aurait
pu espérer davantage d'unanimité
dans le cadre d'un débat aussi
fondamental où il est question de
guerre et de paix. Si d'aucuns ont
parfaitement le droit de ne pas
partager le point de vue du
gouvernement, cela ne les
autorise pas à avancer des
arguments erronés ou
intellectuellement malhonnêtes.
Car il est pour le moins
inconcevable qu'un des orateurs
nous ait reproché d'être ambigus
alors que son propre parti souffle
depuis des semaines le chaud et
le froid dans ce dossier. Certains
orateurs font un amalgame des
faits ou se fondent sur une
rhétorique erronée. M. Van
Hoorebeke s'est une nouvelle fois
senti obligé de jouer les agitateurs
communautaires en reprochant au
gouvernement de courir ventre à
terre derrière la France. Quelle
valeur cet argument revêt-il
encore lorsque l'on constate que,
ce week-end, des millions de gens
ont manifesté dans le monde pour
s'opposer à la logique guerrière?
M. Lefevre est le seul membre de
l'opposition à être parvenu à
dépasser le traditionnel clivage
politique entre majorité et
opposition.
L'attitude du gouvernement belge
dans le dossier irakien est tout à
fait cohérente et elle l'est depuis
le mois d'octobre 2002. Dans la
déclaration de politique générale,
j'avais déjà souligné que notre
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
die opvatting meent nog eens een communautair stokebrandje te
kunnen organiseren rond dit dossier. Welke hoogte neemt zo een
argument? Men weet toch dat het hier niet alleen om België en
Frankrijk gaat? Ook Duitsland, Oostenrijk, Finland, Ierland, Zweden
hebben die positie ingenomen. Het gaat dus met andere woorden om
meer dan tien miljoen mensen. Niet alleen in Europa maar ook in
Australië, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, heeft men
dit standpunt ingenomen. Welk argument is het dan te zeggen dat de
Belgische regering de Franse president achternaloopt? Het gaat hier
immers om een gemeenschappelijk gevoel. Dit gevoel wordt door
zovele volkeren op wereldschaal gedeeld.
Mijnheer de voorzitter, ik heb mij in dit dossier samen met de
ministers van Landsverdediging en van Buitenlandse Zaken
ingegraven. We hebben hard gewerkt om het onderste uit de kan
proberen te halen. We hebben getracht ons volledig te geven. Ik
betreur dus deze gang van zaken. Ik had een ander debat verwacht.
Ik had deze namiddag een debat verwacht, waarbij men over deze
problematiek van oorlog en vrede in eensgezindheid de klassieke
tegenstellingen kon overstijgen. Die eensgezindheid heerst ook bij de
publieke opinie in deze aangelegenheid. Ik betreur dus nogmaals dat
ik die eensgezindheid niet in het minst heb gehoord tijdens de
verschillende interpellaties van de oppositie. Ik heb enkel bij de heer
Lefevre eensgezindheid gehoord.
Wat zijn de belangrijkste punten die hier desalniettemin naar voren
zijn gebracht in het debat? Ik wil op elk van die punten ingaan. Ten
eerste, de houding van de Belgische regering is consequent sinds
oktober vorig jaar. Herinner u wat ik gezegd heb in de federale
beleidsverklaring. Toen reeds was er sprake van een crisisdossier
inzake Irak. Toen reeds heb ik gezegd dat wij er alles aan zouden
doen om oorlog te vermijden, om conflicten te vermijden, dat wij er
alles aan moesten doen om een vredevolle oplossing een kans te
geven, en dat dit moest gebeuren binnen het kader van de Verenigde
Naties.
Waar gaat het over? Het gaat niet over het Iraakse regime, wat wij
daar ook van mogen denken. Het gaat hier, voor ons en voor het
debat in de VN, over de wapeninspecties en de aanwezigheid, of de
vermoedelijke aanwezigheid van een aantal
massavernietigingswapens, dit in strijd met een aantal VN-resoluties
die in het verleden werden goedgekeurd. Het standpunt van de
Belgische regering is dat wij die kwestie moeten trachten op te lossen
met vredevolle middelen en dat het ook mogelijk moet zijn ze met
vredevolle middelen op te lossen, te weten met wapeninspecties. Ik
blijf geloven, na alle gesprekken die ik heb gehad met Kofi Annan en
vooral ook met Hans Blix zelf met wie ik een uur gesproken heb
vorige week donderdag in de gebouwen van de Verenigde Naties in
New York dat dit mogelijk is wanneer men tenminste vertrouwen
schenkt aan de wapeninspecteurs en niet een andere agenda heeft,
waarbij het erom gaat een oorlog te ontketenen en niet om het
ontwapenen van Irak. Ik geloof in die mogelijkheid. Niet dat men
binnen een week of een maand, of twee maanden, Irak volledig zal
hebben ontwapend. Dat is niet mogelijk. De heer Blix heeft mij
gezegd dat met volledige medewerking van het Iraakse regime het
nog maanden, een jaar, tot zelfs anderhalf jaar zal duren eer zij hun
werk volledig kunnen afmaken en de volledige ontwapening van Irak
tot stand zullen kunnen brengen.
pays ferait tout pour éviter la
guerre dans le cadre des Nations
Unies.
Dans ce débat, il ne s'agit pas tant
de savoir qui est au pouvoir en
Irak que de s'assurer de la
parfaite collaboration de ce pays
avec les inspecteurs qui,
conformément à la résolution de
l'ONU, sont chargés de vérifier
quelles armes nucléaires l'Irak a
en sa possession. Après mes
récents entretiens avec MM. Hans
Blix et Kofi Annan, je reste
convaincu que la guerre avec
l'Irak peut encore être évitée. Il
est à présent crucial que les
inspections puissent avoir lieu
dans les meilleures conditions
possibles. Le désarmement de
l'Irak sera naturellement une
mission de longue haleine,
susceptible de durer de douze à
dix-huit mois, mais certains ne
veulent pas attendre aussi
longtemps. Ils estiment que les
inspecteurs doivent en effet se
rendre sur place, mais que des
frappes devront, quoi qu'il en soit,
être effectuées au bout de
quelques jours.
Nous sommes confrontés à un
paradoxe: il est absolument
nécessaire de procéder au
déploiement des troupes et de
formuler des menaces militaires
pour éviter une guerre. Le
déploiement militaire doit
convaincre le régime irakien que
la communauté internationale ne
plaisante pas et qu'il lui faut
collaborer aussi rapidement et
aussi pleinement que possible
avec les inspecteurs.
Il faudra maintenant attendre le 28
février : si M. Hans Blix juge que
les inspections ont permis
d'enregistrer des progrès
suffisants, il faudra accorder plus
de temps à son équipe. Voilà
pourquoi il n'y a pas lieu de
rédiger une seconde résolution
maintenant, car cela contredirait
totalement le contenu et la logique
de la résolution 1441.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
Maar sommigen willen zolang niet wachten. Sommigen volgen met
andere woorden een andere logica, wellicht een oorlogslogica. Zij
zeggen: die wapeninspecteurs mogen hun werk nog doen maar het
mag maar enkele dagen meer duren, of maar enkele weken meer
duren, en dan slaan wij toe, want die wapeninspecties worden niet
ernstig genomen. Zij zijn inderdaad ook lange tijd niet ernstig
genomen. Dat is trouwens de paradox, collega's, van de situatie
vandaag inzake het probleem rond Irak. Hans Blix heeft gezegd dat
het in feite goed is dat er een militaire opbouw is rond Irak, niet om er
oorlog mee te voeren maar om Saddam te dwingen te doen wat hij
moet doen. Het is pas onder druk van een militaire dreiging dat wij
effectief zien dat Saddam stappen begint te doen. Dat proces mag
niet worden afgebouwd. Maar het mag niet leiden tot een oorlog. Het
moet leiden tot een betere medewerking, een volledige medewerking
van Irak in de komende weken en maanden.
Dat is een beetje het paradoxale van de situatie die wij vandaag
meemaken in dat dossier, dat internationaal zwaar beladen dossier.
Wij willen aan de ene kant oorlog vermijden maar aan de andere
kant hebben wij meer druk op Saddam nodig om de VN-resoluties
effectief te kunnen uitvoeren. Hans Blix gelooft daarin. Ik heb een
uur met hem gepraat. Mijn gevoel toen ik buitenkwam het was de
dag voor de bekendmaking van zijn rapport was dat indien wij een
internationale unanimiteit rond dat dossier kunnen handhaven, de
druk op Saddam hoog genoeg kan zijn opdat hij in de komende
weken en maanden duidelijke bewijzen zou leveren van
medewerking aan de ontwapening. Ik zeg het nogmaals: die
ontwapening zal dan nog een tijd duren. De afweging die wij binnen
de Verenigde Naties moeten maken of beter die vooral de
Veiligheidsraad moet maken, niet wij, al horen wij ook bij de
internationale gemeenschap, al zetelen wij niet in de Veiligheidsraad
is of Hans Blix vindt dat hij voldoende vooruitgang boekt. Als hij op
28 februari zijn rapport brengt en als daar instaat dat hij voldoende
vooruitgang boekt, moeten wij hem opnieuw meer tijd geven.
Dat staat in de resolutie van de Europese Unie. Daarom staat er niets
in over een tweede VN-resolutie. Als wij nu al zouden spreken over
een tweede VN-resolutie, stappen we uit de logica van resolutie
1441. Dan zouden we het als het ware als evident beschouwen dat er
een militaire operatie zal zijn. Mocht er ooit een militaire operatie
komen, dan moet ze natuurlijk steunen op een tweede VN-resolutie
en op een mandaat van de Verenigde Naties.
Dat is mijn eerste punt. Ik denk dat we oorlog kunnen vermijden. Er
is nog een kleine kans om het te doen. Het ligt voornamelijk in
handen van Irak. Laten we dat ook duidelijk onderstrepen. Het gaat
om de mate waarin zij op korte termijn medewerking verlenen aan de
enorme taak die Hans Blix zich heeft gesteld, namelijk het in kaart
brengen van mogelijke wapens, het ontdekken van die wapendepots
en het ontwapenen daarvan. Dat is een eerste punt. Ik meen dat wij
tijdens het hele parcours consequent zijn gebleven aan deze
houding, sinds de federale beleidsverklaring. Wat ik hier nu zeg,
hebben wij op 17 januari met elkaar besproken. Het feit dat wij
moeilijk hebben gedaan ons veto hebben gebruikt in de NAVO is
ook conform onze houding van 17 januari. Op vragen van de heer
Van der Maelen en andere collega's heb ik toen gezegd dat het te
vroeg was om een aantal maatregelen te nemen zoals die toen
Il est évident que ces événements
laissent un goût amer à tout le
monde. Lors du sommet européen
d'hier, le chancelier allemand a
notamment souligné une
incohérence dans la stratégie
américaine: que la Corée du Nord
détienne des armes nucléaires est
chose certaine et ce pays refuse
de permettre à des inspecteurs du
désarmement de l'ONU d'accéder
à son territoire. Mais, paradoxe
des paradoxes, les Etats-Unis lui
permettent de dialoguer et de
négocier avec eux. En revanche,
il est quasi certain que l'Irak ne
possède pas d'armes nucléaires et
ce pays risque de faire l'objet
d'une attaque menée par une
coalition dirigée par les Etats-Unis
alors qu'il permet aux inspecteurs
onusiens de contrôler ses
infrastructures. N'est-il pas
légitime de parler en l'espèce de
politique des deux poids, deux
mesures de la part de
Washington? Ce qui est une
raison de plus pour laisser
davantage de temps aux
inspecteurs des Nations Unies.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
veel uitgebreider dan alleen de beschermingsmaatregelen voor
Turkije werden gevraagd.
Ten tweede, wij zitten allemaal een beetje met een wrang gevoel in
dit dossier. Dat is de houding van ons allemaal. Dat moet u
toegeven. Ik zit in elk geval met zo'n gevoel. Ik gebruik nu een beeld
dat gisteren werd gebruikt door Gerhard Schröder tijdens het gesprek
van de Europese Raad. Gesprekken over zulke zaken zijn echt
geladen en intens, ook al blijkt dat minder achteraf op
persconferenties. Er is een beeld waarmee Schröder zat, waarmee ik
ook zit en waarmee, volgens mij, de hele publieke opinie en u ook
worstelt.
Aan de ene kant is er Noord-Korea. Daar is het evident dat er
nucleaire wapens zijn. Noord-Korea geeft wapeninspectieteams geen
toegang tot het grondgebied. Het weigert dat, maar we prefereren
daar de dialoog om het probleem op te lossen.
Aan de andere kant is er Irak. Daar staat het vast. Het verslag van El
Baradei is vrij klaar en duidelijk. Irak heeft geen nucleaire wapens,
het geeft wel toegang aan de wapeninspectieteams, maar toch willen
sommigen daar onmiddellijk de oorlogslogica gebruiken. Dat geeft
een wrang gevoel. Ik heb een wrang gevoel en u hebt een wrang
gevoel. Dat hoop ik toch. Is dat niet met twee maten meten, mijnheer
de voorzitter? Dat betekent dus niet dat ik nu onderuit wil in de actie
tegenover Irak. Ik zeg wel dat dit een reden is om wapeninspecties
ook meer tijd te geven. Anders krijgt men geen rechtvaardiging voor
het geval dat Saddam Hoessein uiteindelijk toch weigert mee te
werken en een militair ingrijpen noodzakelijk wordt. Als we deze
inconsequenties niet kunnen oplossen door meer tijd te geven aan de
wapeninspecties alleen door meer tijd te geven aan de
wapeninspecties kunnen we deze inconsequenties oplossen dan
zouden we tot een confrontatie kunnen komen tussen wat de mensen
voelen en datgene wat op het terrein effectief gebeurt.
Le deuxième point que je souhaite aborder avec vous, c'est la
problématique relative à la plus grande unanimité qui règne au sein
de l'OTAN, de l'Union européenne et même, dans une certaine
mesure, au sein du Conseil de sécurité de l'ONU après le dépôt du
deuxième rapport de Hans Blix.
La question de savoir ce qui a changé a été posée à plusieurs
reprises aujourd'hui. Je vois trois raisons à ce changement.
Tout d'abord, il y a le deuxième rapport de M. Blix. Contrairement à
ce que tout le monde pensait et aux conclusions du premier rapport,
le deuxième rapport n'a pas été négatif car il a surtout indiqué des
évolutions positives. Ensuite, les manifestations ont frappé tous les
leaders politiques au niveau mondial. Le fait que des millions de
personnes aient protesté spontanément, sans aucun préparatif, a été
relevé lors des discussions hier. Enfin, il y a aussi l'évolution
intervenue au sein de l'OTAN. En effet, la décision que nous avons
prise ce dimanche diffère totalement de la proposition initiale qui
prévoyait plus que des mesures de protection pour la Turquie et que
j'avais présentée et explicitée au parlement le 17 janvier dernier.
En résumé, la plus grande unanimité régnant aujourd'hui tant au sein
de l'Union européenne qu'au sein de l'OTAN et du Conseil de
We kunnen ons afvragen waarom
er binnen de Europese en
internationale instellingen een
grotere eensgezindheid heerste
na het tweede rapport van de
inspecteurs. Een eerste verklaring
vinden we in het rapport van de
inspecteurs zelf, dat gunstige
ontwikkelingen onder de aandacht
bracht. Vervolgens hebben de
betogingen de politieke leiders
van de hele wereld getroffen. Tot
slot heeft ook de NAVO zelf een
belangrijke evolutie doorgemaakt
sinds het oorspronkelijke voorstel
van de Amerikanen, dat veel
verder ging dan de loutere
bescherming van Turkije,
waarover zondag werd
beraadslaagd.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
sécurité des Nations Unies résulte de trois éléments: le deuxième
rapport Blix, les manifestations et un meilleur traitement du dossier
dans les enceintes de l'OTAN.
J'en viens à la troisième remarque qui a été faite cet après-midi en
ce qui concerne l'OTAN, l'évolution du dossier et l'attitude de la
Belgique.
Ik denk, collega's, dat wij samen met Frankrijk en Duitsland de juiste
houding hebben aangenomen. Frankrijk was er op het einde niet
meer bij door een of andere politieke handigheid van de NAVO-
instanties. Men heeft alles toevertrouwd aan het Defense Planning
Committee en niet langer aan de NAVO-raad. Wat is er veranderd?
Het is een feit dat meer dan een week geleden, toen wij begonnen
discussiëren over deze teksten, de NAVO en de secretaris-generaal
de goedkeuring van die tekst in een silent procedure hadden
geplaatst. Dit wil zeggen dat er niets meer kon worden gewijzigd aan
de tekst, dat er geen garanties of waarborgen konden worden
verkregen. Indien er geen veto werd uitgesproken door Frankrijk,
België en Duitsland, of door een van deze drie landen, zou de
operatie van beschermende maatregelen goedgekeurd zijn zonder
enige waarborg. Deze waarborgen hebben we nu wel kunnen
verkregen. Dat is de reden waarom wij niet alleen hebben moeten
handelen. Wij hebben de hulp gekregen van Duitsland. Wij hebben
de amendementen effectief ingediend waarin drie waarborgen
werden gevraagd. Wij werden daarin gesteund door Duitsland en
buiten de DPC, de Defense Planning Committee, door Frankrijk. Dit
was inderdaad een hard gevecht maar terecht. Kijk eens even naar
de oorspronkelijke beslissing die men onder de stilteprocedure wou
goedkeuren. Daar stonden gewoon een aantal maatregelen in voor
Turkije. Men had een aantal punten eruit gelicht. Er stond nergens in
dat het ging om defense missions, defense operations. Wij hebben
dit nu overal in deze beslissing laten opnemen. Wij hebben laten
inschrijven dat dit een puur defensieve operatie is die geen aanzet is
without prejudice voor een andere, bredere militaire operatie in,
rond, tegen of binnen Irak.
Ten derde, men zegt dat alles nogal vaag is uitgedrukt. Als u wilt
weten wat ik samen met de ministers van Buitenlandse Betrekkingen
en Landsverdediging oorspronkelijk heb voorgesteld, dan kan ik u dat
wel meegeven want dat was veel duidelijker. Dit was trouwens
goedgekeurd door de regering want we hebben daarover
beraadslaagd. Ik heb het over die band met de VN. Die band staat er
nu in, in die mate dat er wordt gezegd dat er een vredevolle
oplossing moet worden gezocht door de verschillende inspanningen
in de VN te steunen. Had het van mij afgehangen dan had ik die
band met de VN nog veel duidelijker ingeschreven.
Wat belangrijk is, is dat voor het eerst sinds vele jaren een NAVO-
beslissing werd geplaatst in het kader van de letter en de geest van
artikel 1 van het verdrag van de NAVO. Artikel 1 van het verdrag van
de NAVO dat dateert van 1949 zei dat we met vredevolle middelen
moesten trachten oplossingen te geven aan internationale conflicten
om het charter van de Verenigde Naties te doen naleven. Dat staat in
artikel 1 van het verdrag van de NAVO. Het is niet de bedoeling aan
andere zaken te doen zoals hier deze namiddag werd gezegd. Neen,
het is de bedoeling de politiek van de VN te doen naleven. Dat staat
in artikel 1 van het verdrag. Als we iets hebben bijgebracht aan wat
La référence au Defence Planning
Committee était en effet une
astuce pour faire approuver des
mesures concernant la Turquie,
sans les garanties que nous
souhaitions obtenir. Mais nous
avons déposé des amendements
en la matière et nous les avons
également imposés, en
concertation avec la France et
l'Allemagne. A présent, le texte
précise explicitement qu'il s'agit
uniquement de mesures
défensives et que ces mesures ne
constituent pas un pas sur la voie
d'une opération militaire de plus
grande envergure. Le lien avec
les discussions au sein de l'ONU
est également mentionné
explicitement dans le texte. Ce
point est particulièrement
important, parce que, pour la
première fois depuis des dizaines
d'années, une décision de l'OTAN
s'inscrit explicitement dans le
cadre de l'article 1 du Traité de
l'OTAN, qui dispose que l'OTAN
doit mettre en oeuvre la charte de
l'ONU par des moyens pacifiques.
Notre position vis-à-vis de la
Turquie en tant qu'allié a toujours
été parfaitement claire. La
décision prise au sein de l'OTAN
et la solidarité avec la Turquie
concernaient deux matières
différentes. Lors du long entretien
que nous avons eu avec le
premier ministre turc, M. Gül, il
est d'ailleurs apparu que la
Turquie est tout à fait
compréhensive à l'égard de notre
point de vue dans ce conflit.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
er de voorbije dagen is gebeurd, is het feit dat er nu waarborgen zijn
voor het feit dat het wel degelijk gaat om defensieve maatregelen.
Het is geen opstap naar een bredere militaire operatie. Wij hebben
herinnerd aan het feit dat de NAVO wel degelijk een aantal
ideologische, doctrinaire maar humane doelstellingen heeft in zijn
verdrag. Het leek mij goed deze letterlijk te herhalen in de beslissing
die werd genomen.
Men vraagt zich dan af of het wel allemaal nodig was om dit zo te
doen en de solidariteit met Turkije op de proef te stellen. Ik heb van
in het begin uiting gegeven aan de solidariteit met Turkije. Vorige
week maandag heb ik gezegd dat ons veto met betrekking tot deze
beslissing niet betekent dat we niet solidair zijn met Turkije. Dit
betekent niet dat als Turkije wordt aangevallen wij niet als eerste,
samen met de andere bondgenoten, zouden tussenkomen.
Deze beslissing nemen en solidariteit met Turkije waren voor mij en
voor de regering twee gescheiden onderwerpen. Wij willen solidariteit
met Turkije, maar dan mits het inschrijven van een aantal
waarborgen en garanties. Ik heb lang gesproken met de eerste
minister, de heer Gül. Ik heb een bilateraal bezoek gebracht en we
hebben een lang gesprek gevoerd. Hij kon volledig begrip opbrengen
voor het standpunt dat wij de voorbije week hebben ingenomen.
Cela me donne la possibilité, monsieur Moriau, de répondre aux
remarques que vous avez soulevées, ainsi qu'à celles de M.
Willems. Quelle est la position de la Turquie dans ce dossier?
Personnellement, je ne partage pas votre analyse de la situation en
ce qui concerne certaines visions du gouvernement turc dans ce
dossier. Au contraire, j'ai rencontré mon homologue qui, en tout cas,
veut éviter la guerre dans la région, de même qu'un partage du
territoire irakien en cas de conflit.
C'est l'actuel gouvernement turc j'insiste qui a pris l'initiative d'une
réunion régionale des pays limitrophes y incluant aussi l'Egypte qui a
produit la déclaration d'Istanbul du 23 janvier. Sur notre proposition,
l'Union européenne, hier, a demandé à la Turquie de poursuivre ses
efforts et d'appuyer cette initiative, étant donné qu'il s'agit d'un
accord entre pays limitrophes qui entourent l'Irak, pour sauvegarder
l'intégrité du territoire irakien. C'est la meilleure réponse que le
gouvernement turc puisse fournir à des analyses qui sont parfois
émises quant au comportement de la Turquie dans la crise actuelle.
Wat is het standpunt van Turkije?
Mijnheer Moriau, ik ben het niet
eens met uw analyse. Ik heb de
eerste minister, de heer Gül,
ontmoet. Hij wil oorlog voorkomen
en voor hem is er geen sprake
van een verdeling van het Irakees
grondgebied. De Turkse regering
heeft in de verklaring van Istanbul
het initiatief genomen voor een
overeenkomst tussen alle
buurlanden waarbij de integriteit
van het Irakees grondgebied
wordt gevrijwaard.
Mijnheer Willems, ik weet niet of ik in het Nederlands moet herhalen
wat ik net zei. Dat is echter mijn mening, mijn overtuiging nadat ik de
heer Gül daarover heb ondervraagd en daarover met hem heb
gediscussieerd. Dat is de reden waarom wij in de conclusies van de
Raad specifiek hebben gevraagd het gegeven van steun aan het
regionaal initiatief van de buurlanden en van Egypte op te nemen.
Ik kom tot een aantal andere specifieke punten. Men heeft mij
gevraagd of de AWAC's uitvliegen. Dat wordt mogelijk door de
beslissing die werd genomen in de NATO. Er kan en zal dan
inderdaad ook Belgisch personeel zijn bij de bemanning.
La question posée, me semble-t-il, par M. Henry et relative à la
présence éventuelle de personnel belge parmi l'équipage des
AWAC's, me permettra de conclure sur les relations entre l'Europe et
C'est en tout cas mon opinion
après la discussion avec le
Premier ministre turc, M. Gül.
Nous appuyons donc aussi
l'initiative régionale des pays
voisins.
On a également posé la question
de savoir si l'on utiliserait des
avions AWAC et si des militaires
belges feraient partie de
l'équipage de ces avions.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
les Etats-Unis.
Ik moet u onmiddellijk zeggen dat ik denk dat wat wij de voorbije
weken hebben meegemaakt inderdaad een aantal politieke gevolgen
zal hebben in de toekomst. Dit is niet neutraal wat er gebeurd is. Wat
er gebeurd is, is niet zomaar uit te wissen. Dit is volgens mij het
begin van een tijdperk waarin er zal gedebatteerd worden, openlijk,
over de relatie Amerika-Europa, maar niet in de zin van anti-
Amerikanisme zoals sommigen hier hebben gesuggereerd, absoluut
niet. Ik ben twee dagen in New York geweest. Men heeft dat
bekritiseerd en gezegd dat dit een slecht moment was om naar New
York te gaan. Ik heb met al die investeerders gepraat. Met de
investeerders werd er zelfs nooit gepraat over Irak. Er werd maar
gepraat over Irak wanneer het journalisten waren die ik tegenkwam,
onder meer van "The Wall Street Journal". Als u de strekking kent
van "The Wall Street Journal" kunt u zich wel indenken dat daar
natuurlijk over werd gepraat. Met andere woorden, ik ben veel
mensen tegengekomen, Amerikanen die ons gewoon steunen. Wij
krijgen trouwens ook veel aanmoediging op onze ambassade. Die
mensen zeggen dat we gelijk hebben, dat we moeten voortdoen, dat
het de juiste houding en de juiste mening is. Op de receptie die was
georganiseerd door de consul in New York waar honderden
Amerikanen en Belgen waren, meestal gemengde koppels, allemaal
genodigden. Kwade geesten zullen zeggen dat het waarschijnlijk
kiescampagne was maar daar heeft het helemaal niets mee te
maken. Het had wel te maken met Irak. Tijdens die receptie, gans die
receptie door, zijn die mensen, de ene na de andere, die daar in New
York leven bij ons geweest om te zeggen dat zij het eens zijn met het
oude Europa. Het oude Europa, dat in feite het nieuwe Europa is, het
Europa van de toekomst. Weet u wat het oude Europa was? Het
oude Europa was het nationalisme, het kolonialisme. Het oude
Europa dat was twee oorlogen, drie oorlogen want die van de
negentiende eeuw zijn we al lang vergeten. Het oude Europa was
Napoleon, Hitler en Stalin. Dat was het oude Europa. Het nieuwe
Europa heeft als het ware geen grootmachten. Spaak zij al dat er zijn
die weten dat ze klein zijn en dat er andere zijn die nog altijd niet
beseffen dat ze klein zijn. Het nieuwe Europa wil al deze krachten
binnen Europa doen samenwerken, ook in het belang van België. We
hebben daar best belang bij want als de grootmachten in Europa niet
samenwerken gebruiken ze meestal België als slachtveld om hun
verschillen van mening uit te vechten. Dat hebben we in het verleden
voldoende meegemaakt om daar niet aan te worden herinnerd. Het
gaat hem dus niet over anti-Amerikanisme. Neen, ik ben een
overtuigd atlantist, ik ben een overtuigd aanhanger van de NATO. Ik
ben wel een aanhanger van de NATO op basis van een
herdefiniëring van dat atlantisme want dat is niet meer op dezelfde
manier te definiëren als in 1949. Ik ga daar niet veel meer over
zeggen want het is eigenlijk de inhoud van een lezing die ik morgen
voor de "Haagse Courant" geef in Den Haag in Nederland. Ik nodig u
uit om mee te gaan, mijnheer De Crem. Het is een beetje raar dat ik
daar als Verhofstadt een Hofstadtlezing moet gaan houden voor de
"Haagse Courant". Dat is wel het thema.
De situatie in 1949 was een situatie waarin Europa wederopgebouwd
moest worden, waarbij Amerika een enorme militaire macht had en
de Europese landen een vespreide slagorde kenden. Voor mij is de
toekomst van het atlantisme en van mijn Atlantische overtuiging er
één van Atlantisch te denken, voelen en handelen maar op basis van
Ces événements entraîneront en
toute hypothèse des
conséquences politiques. Ils
permettront une franche
discussion sur les relations entre
les Etats-Unis et l'Europe.
D'ailleurs, lors de la visite que j'ai
effectuée récemment à New York,
j'ai pu constater que de très
nombreux Américains
acquiesçaient à la position
adoptée par "la vieille Europe", ou
disons plutôt la nouvelle Europe,
caractérisée par la collaboration
entre les Etats qui la composent.
Personnellement, je ne suis pas
suspect d'anti-américanisme et on
ne peut honnêtement me faire ce
reproche. Je suis viscéralement
favorable à l'Alliance atlantique
mais, pour que cette alliance
fonctionne, il faut deux piliers: les
Etats-Unis et une Europe unifiée.
Au cours de ces dernières
semaines, ce n'est pas à une crise
de l'OTAN, du Conseil de sécurité
ou de l'Union européenne que
nous avons assisté. Nous avons
été en réalité aux prises avec
l'absence d'une Europe unifiée
dans le domaine de la défense et
de la politique étrangère. Ce
problème devra être au centre des
discussions que nous mènerons
dans un avenir proche et ce n'est
certainement pas le fait du hasard
si notre pays joue dans ce cadre
un rôle de précurseur, avec
l'Allemagne et la France. Nous
oeuvrerons ensemble en faveur
d'une nouvelle OTAN fondée sur
un pilier américain et un pilier
européen.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
twee benen, een Noord-Amerikaans been en als ander been het
eengemaakt Europees beleid.
Dat ontberen wij tegenwoordig. Als er één crisis is aangetoond in de
voorbije weken, dan is het niet de crisis van de NATO, niet de crisis
van de Veiligheidsraad, noch die van de Europese Unie, maar wel
het ontbreken van een Europees defensiebeleid, veiligheidsbeleid en
buitenlands beleid. Dat is wel aangetoond.
Ik denk dus dat in de komende dagen en weken, ook in de
intergouvernementele conferentie die georganiseerd zal worden na
de Conventie, één van die punten centraal moet staan, boven alle
institutionele discussies waarmee wij de voorbije weken bezig waren.
Met name moet het gaan om het toelaten van versterkte
samenwerking op het vlak van het buitenlands beleid en het
defensiebeleid in Europa. Dat is onze wens. Het was ook de inhoud
van mijn brief van vorig jaar. De Duitsers en de Fransen hebben
daarop bovendien positief ingespeeld. Niet toevallig waren het
Frankrijk, Duitsland en België die de voorbije weken samen
optrokken. Wij hebben samen opgetrokken omdat wij denken dat
Europa in de toekomst een rol te spelen heeft op het vlak van het
buitenlands beleid en de defensie. Daarvoor hebben wij een
versterkte samenwerking nodig. Die standpunten zullen wij in de
komende maanden hard verdedigen. Op die manier zullen wij een
NATO creëren die er anders zal uitzien dan in het verleden. Het moet
namelijk niet meer Amerika zijn met een zootje ongeregeld erbij
verontschuldig mij dat woordgebruik , zoals sommige Amerikanen
waarschijnlijk denken. Het moet wel gaan om een NATO die op twee
stevige benen staat, twee stevige pijlers: een Amerikaanse en een
Europese pijler.
De voorzitter: Bedankt, mijnheer de eerste minister.
Heren ministers Michel en Flahaut, ik neem aan dat u momenteel niet wilt interveniëren.
Willen er collega's repliceren in de hun toegestane tijd? Ik zal de volgorde van de interpellanten
aanhouden.
01.18 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik deel
uw gevoel of uw gemoedstoestand van spijt niet volledig. Ik denk dat
het Parlement wel in staat is om die discussie te voeren, niet het
minst omdat er een grote eensgezindheid is. De meeste
interpellanten hebben beklemtoond dat alle middelen ingezet moeten
worden om de vrede te bewaren. Uw gevoel van spijt is misschien
uw deel, maar niet het deel van de volksvertegenwoordigers.
Ten tweede, u spreekt over de dubbelzinnige houding die sommigen
zouden aannemen. Ik weet niet of dat voor mijn fractie bedoeld was.
Ik wil toch nogmaals herhalen dat de houding van de heren Van
Rompuy, Eyskens, Leterme en van mijzelf altijd dezelfde houding is
geweest. Wij zijn tegen een oorlog en tegen een gewapend optreden.
Wij moeten alle middelen...
(...)
Mijnheer de voorzitter, ik zou graag mijn zin uitspreken.
01.18 Pieter De Crem (CD&V):
Je ne partage pas l'opinion du
premier ministre lorsqu'il déplore
l'absence d'unanimité au sein du
Parlement. Chacun est convaincu
que la paix doit être préservée par
tous les moyens possibles. Le
premier ministre fait également
référence à l'attitude ambiguë de
certains groupes. Or, tous les
membres de notre groupe sont
opposés à la guerre et à tout
conflit armé.
De voorzitter: De eerste minister mag altijd het woord voeren.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
01.19 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik wil
maar één zaak zeggen. Wij moeten het debat ernstig voeren. In de
plenaire vergadering heb ik met jullie een debat gevoerd op 17
januari 2003. Toen hebben leden van uw fractie, de heer Eyskens in
het bijzonder, mij gezegd dat wij zelfs geen tweede resolutie moesten
afwachten en dat de verklaring van de secretaris-generaal al
voldoende was. (Applaus)
01.19 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Lors du débat organisé
en séance plénière le 17 janvier,
votre coreligionnaire, M. Eyskens,
a déclaré qu'une deuxième
résolution n'était pas nécessaire et
qu'une déclaration du secrétaire
général suffisait.
01.20 Pieter De Crem (CD&V): Neen, neen. Mijnheer de voorzitter,
ik kan op dit moment het verslag van de plenaire vergadering laten
opvragen. Collega Eyskens, die hier nu niet meer aanwezig is, heeft
toen gezegd dat het niet uitgesloten zou zijn dat er een door de
Verenigde Naties gesteunde operatie kwam die niet voortvloeide uit
een tweede resolutie, maar wel uit een verklaring van de
Veiligheidsraad.
Dat heeft collega Eyskens gezegd.
01.20 Pieter De Crem (CD&V):
Vous tronquez le débat. M.
Eyskens a mis en garde contre un
scénario dans le cadre duquel il
serait décidé d'entamer un conflit
armé sans les deux résolutions.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, ik was op dat debat aanwezig. Ik had toen het geluk de vergadering niet
te moeten voorzitten. Ik heb deelgenomen aan dat debat. Ik herinner het mij zeer goed.
01.21 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de
lezing van het verslag.
De voorzitter: Dat mag. De heer Van Hoorebeke heeft het bij. Hij kan het voorlezen als hij wil. De heer
Willems heeft het ook bij. De collega's komen gewapend naar deze commissie. De heer Eyskens heeft
letterlijk gezegd dat er geen tweede resolutie nodig was om de oorlog te beginnen.
01.22 Pieter De Crem (CD&V): Neen, dat is niet waar.
De voorzitter: We gaan er hier niet over discussiëren.
01.23 Pieter De Crem (CD&V): Ik ga dat wel doen, u niet.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, we zullen het voorlezen. We zijn geen schriftgeleerden onder elkaar in
deze commissie. Het kan voorgelezen worden.
01.24 Pieter De Crem (CD&V): U valt uit uw rol van neutrale
voorzitter.
De voorzitter: Neen, dat is iets te gemakkelijk, mijnheer De Crem.
01.25 Pieter De Crem (CD&V): Voor u is het heel gemakkelijk.
De voorzitter: Ik ben als voorzitter de behoeder van de werkzaamheden van deze commissie. Het is
normaal dat ik als interpellant in het debat waarnaar de premier verwijst, verwijs naar de uiteenzetting van
de heer Eyskens. U hebt dit in een televisiedebat trouwens niet kunnen weerleggen. De heer Van
Hoorebeke is mijn getuige. Laat ons niet afdwalen. Laat ons bij de repliek blijven. Anders collega's wensen
ook nog het woord te voeren.
01.26 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u valt uit uw
rol. Dit is absoluut politieke en platte recuperatie van deze discussie
door de VLD. Ik wil u het volgende zeggen. Collega Eyskens heeft
gewaarschuwd ...
01.26 Pieter De Crem (CD&V):
Vous sortez de votre rôle de
président et vous vous livrez à de
la récupération politique de bas
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
étage.
De voorzitter: Dat is nog geen reden om mensen te betichten van recuperatie.
01.27 Pieter De Crem (CD&V): Hij heeft gewaarschuwd voor een
handelwijze die vanuit de Verenigde Naties zou kunnen komen. Hij
zei dat het niet ondenkbaar was dat er op basis van een verklaring
van de Veiligheidsraad, niet van een tweede resolutie, zou kunnen
overgegaan worden tot een gewapend optreden. Mijnheer de
voorzitter, ik roep u tot getuige om te bewijzen dat wat ik zeg niet
waar.
01.27 Pieter De Crem (CD&V):
M. Eyskens a averti qu'une simple
déclaration du président du
Conseil de sécurité pourrait suffire
pour lancer une opération
militaire, donc sans résolution.
De voorzitter: Mijnheer Van Hoorebeke zal straks in zijn repliek misschien hierop ingaan.
01.28 Pieter De Crem (CD&V): Ik kom tot de tweede resolutie. Het
is zeer eigenaardig dat zij die nu de woorden of de piste van de
tweede VN-resolutie aanhalen plots hardliners worden. Het is zo dat
collega Goris en collega Van der Maelen, VLD-voorzitter De Gucht
en SP.A-voorzitter Patrick Janssens nu eigenlijk beschouwd worden
als hardliners in deze discussie. Zij hebben immers altijd gezegd dat
er onmogelijk opgetreden kan worden zonder een tweede resolutie.
Mijnheer Van de Maelen, ik neem ook u en uw uiteenzettingen
daarvoor tot getuigenis. Mijnheer Van der Maelen, ik heb u heel goed
begrepen. Lees het maar voor. Geen historische kritiek voorlezen.
01.29 Eerste minister Guy Verhofstadt: Hij zegt: "Op basis van
artikel 42 en 43 van het kansrecht moet men sowieso als er een
operatie zou zijn meehelpen. Daarvoor weet u dat er geen tweede
resolutie zal gemaakt worden, maar dat ze nu al bezig zijn ..."
01.30 Pieter De Crem (CD&V): Dat is een waarschuwing. Dat is
toch geen standpunt van de fractie geweest.
01.31 Eerste minister Guy Verhofstadt: ...en meedoen aan een
operatie." Dat zegt hij. Dat staat er. Lees het maar.
01.32 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik weet
dat u soms eens recupereert. Dit is echter echt platvloers. Dit is
platte politiek. Het verslag wordt ...
De voorzitter: Mijnheer De Crem, het is spijtig dat de heer Eyskens hier niet is.
01.33 Pieter De Crem (CD&V): Het verslag speelt in zijn voordeel.
De voorzitter: Hij heeft gezegd tegen de premier dat deze aandringt op een tweede resolutie. Dat heeft hij
gezegd. Hij zei: "Dat is zelfs niet nodig. Met een gewone verklaring van de voorzitter van de
Veiligheidsraad kunnen wij en kunnen de Amerikanen de oorlog beginnen." Dat heeft hij letterlijk gezegd.
01.34 Pieter De Crem (CD&V): Dat is niet waar. U verlaagt dit debat
tot toogpraat in één of ander blauw huisje. Wij hebben dat nooit
gezegd.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, laat ons het debat houden bij de essentie van de Belgische houding en
of deze de juiste is of niet. Beëindig nu alstublieft uw repliek hierover.
01.35 Pieter De Crem (CD&V): Ik tel uw onderbreking en mijn tijd
samen.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
De voorzitter: Zelfs afgezien daarvan, mijnheer De Crem.
01.36 Pieter De Crem (CD&V): De eerste minister zegt dat het
ontketenen van een nieuwe oorlog niet het doel is van het standpunt
van de regering en van de internationale gemeenschap. Het is
natuurlijk evenmin ons doel. Dit is een reflexmatige reactie van de
regeringsmeerderheid tegen zij die zouden zeggen dat de houding
die de regering heeft aangenomen op zijn minst dubbelzinnig is. Ik
verwijs zijdelings naar de activiteiten in Antwerpen en het
Vrasenedok. Ik verwijs zijdelings naar een aantal andere zaken.
Mijnheer Goris, de eerste minister zegt dat er lange controles zouden
moeten kunnen gebeuren van bijvoorbeeld 1 jaar of 1,5 jaar. Ik heb
het genoteerd.
01.36 Pieter De Crem (CD&V):
Ce compte rendu est à l'avantage
de M. Eyskens: il voulait
simplement lancer une mise en
garde. Personne ne veut
déclencher une guerre et
certainement pas le CD&V.
Cependant, nous tenons à
dénoncer l'attitude ambiguë du
gouvernement. D'une part, il
laisse les Américains utiliser le
port d'Anvers, d'autre part, les
contrôles peuvent se poursuivre
tranquillement pendant un an ou
plus.
01.37 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik zeg alleen het volgende.
Ik zeg dat de heer Blix mij gezegd heeft dat als men de controles
doet en deze goed worden uitgevoerd het dan waarschijnlijk
maanden, één jaar tot 1,5 jaar zou duren om de ontwapening tot een
goed einde te brengen, niet de controles, maar de ontwapening.
Mijnheer De Crem, u moet goed luisteren.
01.37 Guy Verhofstadt, premier
ministre: J'ai dit que M. Blix
m'avait confié qu'après des
contrôles approfondis, il faudrait
des mois, voire un an et demi
pour mener à bien le
désarmement.
01.38 Pieter De Crem (CD&V): De ontwapening, heel goed. De VN-
inspecties moeten in elk geval volgens het standpunt van de
Europese Unie beperkt zijn in tijd. Er is hier een tekst van de
Europese Unie. Het verslag van de Kamer klopt al niet en het
communiqué van de Europese Raad ook niet. Dat is toch wel heel
eigenaardig.
01.39 Minister Louis Michel: "Dat moet bepaald worden door de
Veiligheidsraad." Dat staat er in de tekst.
01.39 Louis Michel, ministre: Il
appartiendra au Conseil de
sécurité de se prononcer à ce
sujet.
01.40 Pieter De Crem (CD&V): Dat moet bepaald worden door de
Veiligheidsraad, goed, maar ze moeten beperkt zijn in de tijd en
blijkbaar niet volgens de interpretatie die u daaraan geeft. Het staat
wel in de tekst; blijkbaar is dat een bijzonder groot probleem.
De houding die wij hebben aangenomen in de NAVO, was dat de
juiste houding? U gaat ervan uit dat het de juiste houding was. Het
was een houding, maar het was een houding van: wij zijn de goeden
en de anderen zijn de slechten. Ik kan mij moeilijk inbeelden dat de
Nederlanders, dat de Denen, dat de Noren als kleine lidstaten...(...)
Ik spreek over kleine lidstaten; u bent altijd de behoeder van het
belang van de kleine lidstaten in Europa, tenzij de Fransen ons
eventjes de les gaan spellen en op het moment dat er moet beslist
worden, er niet zijn. U heeft dus een onderscheid gemaakt tussen
lidstaten van de NAVO die goeden en die slechten waren. Dat vinden
wij een bijzonder slechte positionering, omdat u er zou kunnen van
uitgaan dat als dusdanig die Europese defensiegemeenschap alleen
door ons zou kunnen tot stand komen. Ik denk dat na de houding die
01.40 Pieter De Crem (CD&V):
En adoptant cette attitude, nous
avons donné l'impression que
l'OTAN était divisée en bons et en
mauvais partenaires, ce qui n'est
pas de nature à renforcer
l'Alliance. Le premier ministre fait
allusion à l'article 1
er
de la Charte
de l'OTAN de 1949. Pourquoi fait-
il l'impasse sur l'article 4 qui traite
de la solidarité ou sur l'article 5
qui concerne la menace?
Nous sommes un petit partenaire
et nous devons faire tout ce qui
est en notre pouvoir pour garantir
la paix. Dans ce contexte, que
pense le premier ministre de la
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
wij aangenomen hebben, dit wel zal gebeuren, maar dat wij er geen
eersterangsrol in zullen spelen. U heeft een parafrasering van het
artikel 1 van het Verdrag van Brussel gegeven, het verdrag van 1949
tot oprichting van de NAVO. (...) Het Verdrag van Brussel, collega
Goris, de oprichting van de NAVO. In 1999 was het Verdrag van
Washington.
Het is bijzonder interessant om uw parafrasering en uw historische
duiding van het artikel 1 te horen, maar er zijn ondertussen andere
artikels die in werking zijn getreden. Ik herinner nogmaals aan artikel
5, de oproep tot solidariteit die onmiddellijk na 11 september is
ingeroepen en waar hier zedig wordt over gezwegen. Ook is er artikel
4, waarover Turkije een aantal zaken naar voren heeft gebracht, met
andere woorden, de bedreiging. Dat heeft u gevraagd. Wat is onze
rol? Dat was uw eindvraag. Ik denk dat we als kleine, maar loyale
NAVO-partner en kleine, maar loyale Uniepartner alles moeten doen
om de vrede te bewaren, om de oorlog te voorkomen. Ik zou graag
weten wat u van ons voorstel vindt om de VN-inspecties op
permanente basis in Irak doorgang te laten vinden en dat te laten
controleren door de UNO-veiligheidstroepen. Dat is een voorstel dat
gedaan is vorige week, onder andere door Frankrijk en door
Duitsland. Wij vonden het een goed voorstel, dus het is ook onze
vraag hoe het komt dat u daar niet bij bent gebleven.
Mijnheer de eerste minister, nog even het volgende, omdat de
waarheid haar rechten heeft, ook in deze vergadering. We hebben
dat meegemaakt, voorzitter, ten tijde van de Nepal-crisis. Ik zou, zo
het de voorzitter behaagt, na zijn overvloedige repliek,
rechtstreeks...
proposition d'effectuer des
inspections permanentes en Irak,
sous la protection de troupes de
sécurité des Nations Unies?
De voorzitter: Mag ik u vragen uw repliek, die normaal drie minuten mag duren, te willen beëindigen.
01.41 Pieter De Crem (CD&V): ... rechtstreeks uit de vertekening
die de eerste minister en u zelf hebben gegeven van de verklaring
van collega Eyskens, ze volledig, maar dan ook volledig willen
parafraseren: "Maar, mijnheer de eerste minister, u bent even goed
ingelicht als ik. U weet dat de diplomaten van de Veiligheidsraad
momenteel werken, de Duitsers met de Fransen, de Britten, de
Amerikanen, de Russen en de Chinezen, aan een oplossing die geen
tweede resolutie vereist, maar die gebruikmaakt van het procédé dat
reeds is gebruikt in het verleden, namelijk van een verklaring van de
voorzitter van de Veiligheidsraad". En dan komt de vraag van
Eyskens.
Dan volgt de vraag van Eyskens wat u in dat geval zult doen.
Eyskens heeft nooit gezegd het is een magistrale vertekening van
zijn woorden dat hij heeft geopteerd voor een gewapend optreden
zonder een resolutie.
01.41 Pieter De Crem (CD&V):
Pour conclure, je voudrais lire le
compte rendu du débat en séance
plénière du 17 janvier. Il y
apparaît clairement que M.
Eyskens n'opte pas pour une
intervention armée sans résolution
des Nations Unies, mais qu'il
lance précisément un
avertissement contre un tel
scénario. La vérité ne peut souffrir
d'être ainsi dénaturée.
01.42 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
vermits de spreektijd beperkt is, zal ik mijn repliek beperken tot 2
bemerkingen.
Ten eerste, een cruciale vraag die we ons moeten stellen, mijnheer
de eerste minister, is of de soloslim van België om samen met
Frankrijk de NAVO in een crisis te storten deze provocatie zou ik
zeggen de vrede dichterbij heeft gebracht. De regering antwoordt
01.42 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): L'attitude
téméraire de la Belgique a-t-il été
bénéfique pour la paix? Mia
Doornaert affirme dans
De
Standaard que c'est loin d'être le
cas. Elle indique, à juste titre, que
la démarche de la France et de la
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
positief op de vraag. Ik heb daar mijn twijfels over. Mia Doornaert
een onverdachte bron- gaf hierop een mogelijk antwoord gisteren in
De Standaard onder de titel "Frankrijk versnelt mogelijk Irak-oorlog".
Ik citeer uit dit artikel alleen de twee eerste zinnen: "Jacques Chirac
is niet uit op een nieuwe resolutie van de Veiligheidsraad over Irak
maar op het isolement van George W. Bush. Daardoor heeft hij het
begin van een oorlog in Irak mogelijk versneld omdat Bush de indruk
kan hebben dat verder praten in de Verenigde Naties zinloos is". Als
dit inderdaad de uitwerking is van de demarches van Frankrijk en
België heeft dit een oorlog alleen dichterbij gebracht. Dit is een
belangrijke overweging.
Mijn tweede bemerking is een vraag aan de regering, ook aan
minister Michel. De premier heeft gezegd dat de militaire opbouw in
de Golf moet voortduren maar niet mag leiden tot een oorlog. Hij
voegde eraan toe dat de heer Blix gezegd heeft dat de ontwapening
nog zeer lang kan duren. Ik zou graag een antwoord krijgen op de
volgende vraag. Hoelang kan men aan de Amerikanen vragen hun
troepen voor onbepaalde tijd in de Golf te houden? Dat is materieel
en financieel ondoenbaar. Op het ogenblik dat Amerika zijn greep
lost, herbeginnen de spelletjes van Saddam Hoessein. Op dat
ogenblik zal hij zijn kat-en-muisspelletje herbeginnen, gooit hij de
inspecteurs opnieuw het land uit. De Amerikanen zullen een nieuwe
mobilisatie moeten uitvoeren om opnieuw een troepenmacht te
kunnen stationeren en op die manier opnieuw inspecties afdwingen.
Dit is het dilemma waarvoor we staan en waarop ik geen antwoord
heb. Ik zou hierop graag een antwoord krijgen.
Belgique isole le président Bush,
ce qui ne fait qu'accélérer
l'éventualité d'une guerre.
Le premier ministre déclare qu'il
faut poursuivre la mise en place
d'une force militaire dans le Golfe
mais qu'elle ne doit pas
déboucher sur une guerre.
Combien de temps pouvons-nous
demander encore aux Américains
de laisser leurs troupes sur place?
Ils ne peuvent quitter les lieux
sous peine de voir Saddam
Hussein recommencer son
manège.
01.43 Dirk Van der Maelen (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik wil
aanpikken bij de oproep van de eerste minister tot Europese eenheid,
het samen leggen van gewichten en gewichtjes van de verschillende
Europese landen om te wegen op de toekomstige ontwikkelingen in
dit dossier.
Tijdens de ontwikkeling van het debat heb ik de conclusies van de
Europese Raad van gisteren aandachtig bekeken. Hoe meer ik de
conclusies lees, des te meer ik overtuigd ben dat deze tekst de
leidraad moet zijn voor ons verder handelen in de komende dagen
en weken.
Het lijkt mij goed drie elementen uit die tekst te lichten. Ik citeer: "Wij
erkennen dat de verantwoordelijkheid voor de aanpak van de
ontwapening door Irak in de eerste plaats bij de Veiligheidsraad ligt.
Wij zeggen onze volledige steun toe aan de Raad bij het uitvoeren
van zijn taken". Dat moet een eerste belangrijke krachtlijn zijn voor
ons verder optreden in dit dossier.
Wat betreft het tweede element zal ik niet meer citeren, maar
samenvatten. Ontwapening op vreedzame wijze. Nu citeer ik wel:
"Dit is duidelijk wat de volkeren van Europa wensen". Dit moet de
tweede krachtlijn zijn in het optreden van onze regering en op dat
vlak zal zij de volle steun krijgen van onze fractie.
Het derde element uit de conclusies, dat ik wil beklemtonen is de
passage waar het volgende wordt gesteld:"De VN-inspecteurs
moeten de tijd en de middelen krijgen die de VN-Veiligheidsraad
nodig acht".
01.43 Dirk Van der Maelen
(SP.A): Le texte du compromis de
l'Union européenne doit être le fil
conducteur de l'attitude future de
ce gouvernement.
Les lignes de force principales
sont au nombre de trois: la
responsabilité du désarmement
repose sur le Conseil de sécurité
de l'ONU, les populations
européennes souhaitent une
solution pacifique et les
inspecteurs en désarmement
doivent disposer du temps et des
moyens nécessaires. Ce dernier
point constitue une défaite pour la
Grande-Bretagne. Il faut réitérer
cette exigence chaque fois qu'un
Etat membre fait mine de suivre
la logique de guerre des Etats-
Unis.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
Collega's, ik weet niet of u gisterenavond keek naar de uitzendingen
van de Britse televisie, maar daarop werd het duidelijk dat Groot-
Brittannië een nederlaag heeft geleden op dit punt. De Britten wilden
in de tekst de passage "time is running out" opnemen, maar die is er
uit. De tekst van de conclusies waar de 15, Groot-Brittannië en
anderen die snel ten oorlog wilden trekken inbegrepen, zich
achterschaarden, luidt thans: zij moeten de tijd en de middelen
krijgen die de VN-Veiligheidsraad nodig acht. Onze fractie rekent op
de regering om dit zinnetje te herhalen en te blijven herhalen, telkens
wanneer Europese lidstaten zich zouden willen aansluiten bij de
Amerikaanse visie om zo snel mogelijk ten oorlog te trekken. De
Europese lidstaten die dit volgen verbreken de Europese eenheid; zij
nemen, als zij dit doen, een zware verantwoordelijkheid op zich.
01.44 Patrick Moriau (PS): Monsieur le premier ministre, je pense
quand même connaître un peu ce dossier car contrairement à
certains, je ne m'y intéresse pas depuis quelques jours ou en fonction
de prochaines élections. Comme vous le savez, je suis un militant
anti-embargo de la première heure. Aujourd'hui, j'ai quand même
entendu beaucoup de contre-vérités, notamment sur la seconde
résolution, à propos de laquelle je partage totalement votre analyse,
monsieur le premier ministre. Je considère d'ailleurs que ce que vous
avez obtenu est une victoire.
Ensuite, sur la Turquie, je ne fais pas mienne l'analyse dont j'ai parlé.
Cependant, vous n'ignorez pas que c'était un des scénarios de Bush
dont on parlait il y a quelques semaines, qui a peut-être d'ailleurs
donné la déclaration d'Istanbul, qu'il y a aujourd'hui un nouveau
gouvernement et qu'aujourd'hui, le débat au parlement turc sur la
question a été reporté. Donc, je me méfie quelque peu.
Enfin, nous sommes dans une situation évolutive. On entend parler
de ce dossier comme si, chaque fois, les choses étaient arrêtées,
que ce soit l'action de M. Flahaut à Prague ou dans les réunions de
l'OTAN. Je me souviens encore du moment où M. Michel nous a
rapporté qu'il avait essayé, au sommet européen sous la présidence
espagnole, qu'on aborde la crise irakienne. Et aujourd'hui, nous
avons une position européenne. Il ne faut certainement pas céder à
l'euphorie mais quand on voit l'évolution de ce dossier en quelques
mois et l'action que nous avons menée... C'est vrai que je déplore un
peu moi aussi le climat de politique politicienne qu'on constate
aujourd'hui. La stratégie adoptée par les membres du gouvernement
est restée cohérente. Je tiens à les féliciter. De plus, on devrait être
fier car seules la France, l'Allemagne et la Belgique sont restées
dans les règles de droit international. C'est aussi important de le
rappeler et on en a bien besoin aujourd'hui.
À titre personnel et au nom de mon groupe, je suis non seulement
convaincu que nous avons donné une chance à la paix ce qui ne
veut pas dire qu'il y aura la paix. Nous avons respecté le droit
international et nous avons apporté une pierre quant à la viabilité des
institutions, en particulier des Nations Unies et de l'Europe.
Je signale au passage que le hasard dont vous parliez tout à l'heure
concernant l'axe franco-belgo-allemand, ce n'est pas un hasard non
plus face à ce que j'ai appelé, au sein de cette commission, à
maintes reprises et sur d'autres sujets notamment sur l'immigration
l'axe A-B-B, Aznar-Berlusconi-Blair. Là aussi, je comprends que ce
01.44 Patrick Moriau (PS): Ik
ben sinds jaar en dag een
tegenstander van het embargo en
ik heb hier een aantal zaken
gehoord die niet met de waarheid
stroken, vooral wat de tweede
resolutie betreft.
We mogen niet euforisch worden
over de door de regering behaalde
resultaten maar ik betreur het laag
bij de grondse politiek klimaat
waarvan ik vandaag getuige was.
Wij hebben de vrede een kans
gegeven, wij hebben het
internationaal recht gerespecteerd
en wij hebben de UNO en de
Europese Unie versterkt. Dat is
een overwinning van de Europese
historische as op de as Aznar-
Blair-Berlusconi die zich destijds
ook over immigratie heeft
uitgelaten.
Al de rest getuigt van een
onvoldoende kennis van het
dossier of spruit voort uit laag bij
de grondse politieke en electorale
bedoelingen. Het gaat hier om
miljoenen mensen.
De toestand blijft evolueren, maar
wij hebben resultaten behaald en
ik feliciteer de regering dan ook.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
soit une victoire de ce que j'appelle l'axe historique qui a créé
l'Europe. Cela aussi, c'est important et il faut savoir le dire.
Si la semaine dernière, on m'avait présenté des résultats comme
ceux obtenus ces derniers jours, tant à l'OTAN qu'au sommet
européen, j'aurais applaudi non seulement des deux mains mais
même des deux pieds! Tout le reste me paraît relever de la
méconnaissance ou d'une volonté politicienne et médiocre car, je le
rappelle encore une fois et c'est ce qui m'intéresse très fort, ce dont
nous parlons concerne des centaines de milliers de vies humaines,
nous ne devons pas l'oublier. Aujourd'hui, nous avons de bons
résultats; il est important de le dire mais il ne faut pas céder à
l'euphorie. Comme je l'ai déjà dit, nous sommes dans une situation
évolutive. Il y aura bien entendu d'autres débats sur une question
aussi importante pour l'avenir, non seulement celui de l'Irak et de
toute la région mais aussi celui de la planète.
01.45 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de minister, ik pleit
nogmaals zeer sterk pacifistisch. Nooit meer oorlog is ook mijn
uitgangspunt. Dat is het altijd geweest en zal het ook altijd blijven.
Het is inderdaad zo dat een oorlog onder welke omstandigheden dan
ook tweede resolutie, derde resolutie, Amerika alleen of wat dan
ook altijd miljoenen doden zal eisen, miljoen slachtoffers zal maken
onder de gewone, kleine mensen. Ik volhard in mijn felicitaties aan
de regering. Ten tijde van Nepal hadden wij die niet, nu wel. Men
zegt hier dat de regering plooit voor de publieke opinie en onder druk
van de betogingen. Wat kan er nu democratischer zijn dan gehoor te
geven aan de publieke opinie? Ik spreek namens de Agalev-fractie
als ik zeg dat wij ten gronde uitdrukkelijk bij onze stelling blijven dat
Irak een schurk, een dictator is waarop de druk moet worden
opgevoerd. Hij zal niet plooien voor mooie woorden of voor onze
mooie ogen mochten we die al hebben. Hij zal enkel plooien voor
afschrikking, voor militaire druk en voor resultaten van inspecties.
Dat is veel efficiënter, menselijker en zal vooral minder
mensenlevens en centen kosten dan een oorlog.
Ik weet niet of er een eventuele volgende resolutie komt of niet. Ik
blijf echter in elk geval stellen en we zijn daarin niet alleen dat
een eventuele volgende resolutie voor ons een noodzakelijke
voorwaarde is, maar geen voldoende voorwaarde om tot een oorlog
over te gaan. Ik heb dat al voldoende beklemtoond.
Het moet mij van het hart dat de inconsequentie van sommigen in,
bijvoorbeeld, de CD&V mij begint te ergeren. Ik heb hier de resolutie
van 30 januari van het Europees Parlement bij. Ik wil daarin lezen
wie voor en tegen heeft gestemd. Wat staat erin? Het eerste punt is
de gehechtheid aan vrede en democratie, enzovoort. Het tweede
punt betreft de steun aan Blix. Het derde punt zegt dat inspecteurs
moeten kunnen doorgaan, maar dat de resultaten niet noodzakelijk
een rechtvaardiging zijn voor een militair optreden. De Iraakse
overheid moet alles doen om resolutie 1441 te laten toepassen. Dat
is de algemene zin van de resolutie. Tweehonderd vijfentachtig
mensen hebben voor gestemd, 209 tegen. Bij die 209 tegenstemmen
zijn aan Vlaamse kant de heer Dillen, mevrouw Smet en mevrouw
Thyssen. Kan het duidelijker?
Het volgende betreft de amendementen in het Europees Parlement.
01.45 Ferdy Willems (VU&ID):
Ma devise est et restera toujours
"plus jamais la guerre". Je réitère
mes félicitations à l'adresse du
gouvernement. On ne peut lui
reprocher d'avoir cédé à l'opinion
publique. Quelle attitude pourrait-
elle être plus démocratique?
Saddam est un dictateur et il faut
intensifier la pression sur sa
personne. Je maintiens qu'une
deuxième résolution est
nécessaire, même si pour ma part
elle ne suffirait pas à justifier un
recours à la guerre.
L'inconséquence de nombreux
membres du CD&V est agaçante,
surtout lorsque l'on considère leur
vote du 30 janvier 2002 au
Parlement européen. À l'époque,
Mmes Smet et Thyssen avaient
voté contre une résolution qui
rejetait toute intervention
unilatérale contre l'Irak.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
(...): (...)
01.46 Ferdy Willems (VU&ID): Als u ons destijds de grond wilde
inboren met cynisme en met vuiligheid, moet u nu consequent zijn
met uzelf. Die resolutie zegt: tegen elke unilaterale militaire actie.
Stemden tegen: mevrouw Smet en mevrouw Thyssen. De resolutie
vraagt na te gaan wat het embargo betekent voor het leven van
kinderen en van onschuldige mensen. Wie stemde tegen? Mevrouw
Smet en mevrouw Thyssen. We hadden een amendement dat een
einde wilde maken aan de oorlog in het Midden-Oosten. Wie stemde
tegen? Mevrouw Smet en mevrouw Thyssen. De liberalen hebben
een amendement overgenomen dat ik hier ook heb verdedigd. Ze
wilden dat oorlogsmisdaden van welke kant ook aan het
Internationaal Strafgerechtshof van de Verenigde Naties worden
voorgelegd. Wie stemde tegen? Mevrouw Smet en mevrouw
Thyssen, samen met de heer Dillen. Kan het nog duidelijker?
Ik kom tot wat de eerste minister heeft gezegd.
(...): (...)
01.47 Ferdy Willems (VU&ID): Zo hebben uw mensen gestemd in
het Europees Parlement. Dat is oorlogslogica.
01.48 Pieter De Crem (CD&V): Ik stel vast dat de heer Willems als
historicus enorm goed is in het uitleggen van stemgedragingen in
andere parlementen, maar dat hij op het moment van de
wapenleveringen aan Nepal een totaal ander discours heeft
gehouden.
01.49 Ferdy Willems (VU&ID): Ik heb geen ander discours
gehouden.
Ik kom nu tot een aantal opmerkingen van de eerste minister. U zegt
inderdaad dat de toekomst in handen is van Irak. Ik wil toch
beklemtonen dat de toekomst ook in handen is van wat de Verenigde
Staten zullen doen. De VS blijft inderdaad spelen met de gedachte
van een unilaterale aanval. Ik herhaal mijn vraag aan de eerste
minister en hoop dat u daarop volmondig zal antwoorden. Ik wil
graag horen dat een unilaterale actie van de VS uiteraard onder geen
enkele omstandigheid kan met Belgische hulp, rechtstreeks noch
onrechtstreeks.
U klaagt terecht de inconsequenties aan. U zegt terecht dat ook Iran,
Irak, Indië en Pakistan nucleaire wapens hebben. Hetzelfde geldt
voor de inconsequenties inzake de UNO-resoluties. U moet de
Koerden, de Tibetanen, de Tsjetsjenen, de Palestijnen en de
indianen eens vragen wat resoluties waard zijn. Wat gaan we
daartegen doen?
Ik ben geen goedkoop anti-Amerikanist, dat verwijt is aan mij niet
besteed. De grootste inconsequentie is echter de VS zelf.
De VS weigert een aantal internationale verdragen te ondertekenen.
Waarom weigeren ze dat? Omdat ze op Amerikaans grondgebied
geen inspecties willen. Dat is hun motivatie om niet toe te treden tot,
bijvoorbeeld, het Internationaal Strafhof. Wie kan het nog hypocrieter
01.49 Ferdy Willems (VU&ID):
Le premier ministre affirme que
l'Irak est maître de son avenir,
mais la position des Etats-Unis est
également importante. Il
condamne les inconséquences de
la politique mondiale. D'autres
pays possèdent, en effet,
également des armes nucléaires.
J'ajouterai que ce sont les Etats-
Unis eux-mêmes qui commettent
la plus grande inconséquence. Le
pays refuse de ratifier un certain
nombre de traités et d'adhérer à la
Cour pénale internationale. Ils
sont les seuls qui, en ce moment,
menacent d'utiliser des armes
nucléaires.
Je continue de craindre que la
Turquie projette une invasion de
l'Irak.Les Etats-Unis veulent
dominer le monde de deux
manières. L'une est d'ordre
religieux: ils veulent convertir le
monde en faisant des autres des
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
spelen? Men laat zelf niet toe in de VS wat men aan Irak vraagt. De
enige die op dit ogenblik dreigt nucleaire wapens te gebruiken, is de
VS. I'm very sorry. Rumsfeld en het oppercommando van het
Amerikaanse leger hebben ermee gedreigd. Ik wil u de teksten uit de
Amerikaanse pers geven.
Ten derde, wat de Turkse hulp betreft, zit ik nog altijd met mijn vrees.
Ik ken de Turkse geschiedenis een beetje en het ligt niet in de
historische lijn van de Turken om de vrede te preken. Ik blijf met de
vrees die ook de heer Moriau heeft uitgesproken en ik hoop dat het
niet waar is dat de staf van het Turkse leger in de commissie voor
de Buitenlandse Zaken in het Turkse Parlement met plannen is
gekomen om met 20.000 soldaten, tanks en vliegtuigen Noord-Irak te
bezetten. Die plannen zijn daar voorgelegd. Ik blijf met het idee zitten
dat de Turkse minister van Buitenlandse Zaken de verdragen van
Lausanne laat onderzoeken waarin Noord-Irak bij Irak is gevoegd. Ik
heb persoonlijk contact met Talabani en Barzani, die mij uitdrukkelijk
hebben verteld dat zij zeer veel schrik hebben. Heeft men het plan
op 23 januari verlaten? Ik hoop het, maar ik blijf met die vrees zitten.
Ten slotte kom ik bij de VS. Ik wil nog eens beklemtonen dat de VS
in dubbel opzicht zwaar in de fout gaat en eigenlijk zeer sterk gelijkt
op het oude Europa. Ik kom eerst op het religieuze aspect. Zij gaan
uit van een soort wereldmissionarissendom, waarmee zij de anderen
tot hun newborn evangelics willen bekeren. Dit zijn onze
godsdienstoorlogen. Dat is het oude Europa. Zij willen de wereld ook
economisch koloniseren en de olievelden in handen hebben. Ze
zeggen het zelf in het rapport van Rumsfeld. Op dit ogenblik komt
52% van hun olie uit het buitenland en in 2020 zullen ze 66% uit het
buitenland nodig hebben. Zij willen dus hun eigen olievoorraden
beschermen, ze vrezen dat Saudi-Arabië hun zal ontglippen en
daarom willen ze de Iraakse olievelden hebben. Religieus gaat het
om het oude Europa met godsdienstoorlogen en economisch gaat
het om het kolonialisme van het oude Europa. Dat is geen goedkoop
anti-Amerikanisme. Dat zijn feiten.
newborn evangelics. L'autre est
d'ordre économique: le rapport du
secrétaire d'Etat américain à la
Défense stipule explicitement que
les champs pétrolifères irakiens
doivent garantir
l'approvisionnement des Etats-
Unis et ce, certainement à un
moment où les liens avec l'Arabie
Saoudite s'affaiblissent.
01.50 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le premier ministre,
messieurs les ministres, il est certain qu'une fois de plus, nous
divergeons sur bon nombre d'éléments d'analyse ou des enjeux qui
se présentent à moyen ou à long terme, par exemple sur le résidu de
"foi atlantique" que j'ai deviné dans vos propos, sur la construction
d'une défense européenne dans laquelle je vois autant de dangers
que d'atouts, voire plus de danger que d'intérêt. On n'a pas la même
vision. De même, monsieur Michel, vous avez voulu et cela a été
réaffirmé aujourd'hui maintenir la pression sur l'Irak par des
signaux auxquels vous avez souscrit jusqu'il y a peu. Mais ce que je
craignais depuis le mois de septembre est en train de se concrétiser:
peut-être que la pression sur l'Irak et les signaux qui lui ont été
adressés ont porté et vont continuer à porter, mais indéniablement, il
semble que du côté de Washington, on ait interprété les mêmes
signaux comme autant de feux verts aux préparatifs lancés depuis
longtemps maintenant.
Je crois qu'un débat comme celui-ci, à un moment comme celui-ci,
commande sûrement qu'on transcende des impressions globales ou
des analyses à moyen ou à long termes de ce genre, notamment au
vu de la position que votre gouvernement a adoptée la semaine
dernière puisque par votre veto, vous avez joint l'acte à la parole, ce
01.50 Vincent Decroly
(onafhankelijke): Onze
standpunten zijn niet te rijmen: uw
restant Atlantisch geloof en uw
overtuiging dat het nodig is een
Europese defensie op te bouwen,
wat ik gevaarlijk vind.
De druk die de heer Michel op Irak
wou blijven uitoefenen werd door
Washington als groen licht
geïnterpreteerd.
Door uw veto hebt u de daad bij
het woord gevoegd. Toch kan ik
de regering niet feliciteren
vanwege de discrepantie tussen
het standpunt dat zij inneemt op
internationaal vlak en het feit dat
zij alle vergunningen voor de
doorvoer van Amerikaanse
soldaten en militair materieel over
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
qui est quand même important et qu'il faut reconnaître à sa juste
valeur.
Je déposerais volontiers, messieurs les ministres, une motion de
félicitation, toute ponctuelle mais sincère, à votre gouvernement. Ce
ne serait pas une motion de confiance inconditionnelle, mais une
motion de soutien ponctuel. Je le ferais volontiers si vous nous aviez
apporté ou si vous nous apportiez dans les minutes qui viennent un
éclaircissement sur un point important. Ce point me paraît plus
immédiat et j'aimerais que vous vous prononciez à ce sujet car ce ne
sont pas des analyses idéologico-historico-géopolitiques, il concerne
des événements qui se passent ici et maintenant. Vous nous dites
qu'à l'OTAN vous avez obtenu des garanties pour que les mesures
soient planifiées dans un cadre strictement défensif. C'est bien. Vous
précisez même, monsieur Verhofstadt, que vous n'avez pas toujours
obtenu que vos amendements plus nets soient intégrés comme tels.
Vous êtes arrivé à ce que les formulations aillent dans ce sens. C'est
toujours bien, au sein d'une institution internationale. Mais, en
Belgique, ici et maintenant, vous êtes quand même, jusqu'à nouvel
ordre, le seul maître à bord, en principe. Vous avez donc toute
latitude pour vous distancier de certains préparatifs qui
n'apparaissent pas du tout, eux, comme défensifs, mais qui
s'inscrivent dans une logique offensive de longue date. Je veux
parler de tout ce travail d'accumulation et d'apport de matériel et de
troupes dans les régions proches de l'Irak à partir, notamment, de
transit par notre territoire et le port d'Anvers en particulier.
Ce sont des questions que je pose depuis plusieurs mois, qui ont trait
à des décisions que vous pouvez prendre souverainement, qui ne
sont pas à négocier au plan de l'Union européenne, de l'OTAN, voire
de l'ONU. Ces décisions souveraines consistent à octroyer et à
délivrer des autorisations de passage ou d'utilisation de notre
territoire, et en particulier du port d'Anvers, pour le transit de milliers
de tonnes de matériel militaire et le transport de nombreux militaires
de l'armée des Etats-Unis. Cela, c'est M. Bush qui vous le demande,
ce n'est pas M. Annan ni M. Robertson.
ons grondgebied verleent.
01.51 Guy Verhofstadt, premier ministre: A cette question, je fais la
même réponse que celle que j'ai donnée le 17 janvier dernier. Il y a
des accords au niveau international, des accords bilatéraux et nous
respectons ces accords. Notre pays respecte ses accords. Je ne
veux pas entrer dans le jeu que vous suggérez, qui est de ne pas
respecter la parole donnée dans le passé dans le cadre des différents
accords qui ont été conclus par les gouvernements précédents.
01.51 Eerste minister Guy
Verhofstadt: Wij leven de
internationale en bilaterale
akkoorden na.
01.52 Vincent Decroly (indépendant): Vous ne me convainquez
pas à ce sujet. Et qui va m'empêcher de déposer cette motion de
pure félicitation ou une motion plus balancée? En effet, si accord il y
a eu, il y a aussi vous le savez bien, tout comme M. Michel une
hiérarchie des normes en droit international public, comme en droit
interne. Laisser passer et laisser faire, par des autorisations de transit
de ce type-là, des accumulations de matériel militaire de plus en plus
orientées vers la préparation d'une offensive planifiée de longue
date, ne peut pas, dans cette hiérarchie des normes, se trouver au-
dessus de la Charte des Nations Unies, et ce quels que soient les
accords, les conventions ou les traités signés. Ladite Charte interdit
non seulement le recours à la force en dehors du cadre onusien ou
en dehors de la légitime défense au sens strict, mais elle condamne
01.52 Vincent Decroly
(onafhankelijke): Er is een
normenhiërarchie: die akkoorden
kunnen niet verder reiken dan het
handvest van de Verenigde Naties
dat zelfs het dreigen met geweld
zonder dat de UNO een beslissing
heeft genomen veroordeelt.
Precies omwille
van deze
ongerijmdheid tussen de
standpunten die de regering
extern en intern inneemt zal ik
een motie van aanbeveling
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
en outre la simple menace du recours à la force. Je pense qu'en
bonne logique et en bonne hiérarchie des normes, ce type de norme
là doit primer sur n'importe quel accord bilatéral ou de l'OTAN.
De ce point de vue, je pense qu'il reste quand même un grand point
d'incohérence dans le positionnement général de votre
gouvernement. Autant, sur le plan international, j'appuie ce qui s'est
fait ces dernières semaines même si je puis en regretter le
caractère tardif , que sur le plan intérieur, je ne vous comprends
pas. Vous vous distanciez nettement dans des enceintes
internationales des préparatifs en cours, mais pour ce qui concerne
le passage et l'utilisation pour ces préparatifs de notre propre
territoire sur lequel nous avons toute souveraineté, vous continuez à
accepter de délivrer des autorisations. Cela reste incompréhensible à
mes yeux.
Je vais donc déposer une motion de recommandation qui résume
tout cela, en vous félicitant pour le veto, mais en gardant une nette
réserve sur ces autorisations et le fait qu'elles restent en vigueur,
même après le week-end dernier.
indienen.
01.53 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de eerste minister,
ik wil op drie punten repliceren. U maakt hier gebruik van de
beproefde methode die u aanwendt wanneer u in belangrijke
debatten moet antwoorden. U hebt dat gedaan in de Sabena-
commissie en u doet het vandaag opnieuw. U zegt dat u betreurt dat
er geen eensgezindheid is, met de bedoeling op die manier de
oppositie in de hoek te drummen en belachelijk te maken.
Wat mijn interventie betreft, is die eensgezindheid van de oppositie
er wel. U streeft naar het vermijden van een oorlog in Irak. Wij doen
hetzelfde. U hebt het eerste deel van mijn betoog toch wel goed
beluisterd? De enige nuance is dat u zegt: wij gaan geen oorlog
starten zonder een VN-resolutie. Wij zeggen: zelfs met een VN-
resolutie willen wij geen oorlog. Ik denk dus, mijnheer de eerste
minister, dat er toch een zekere eensgezindheid is, hoewel er een
zekere nuancering is.
Wat u vandaag betreurt, is eigenlijk dat u de loftrompet niet ook van
de oppositie hoort in verband met uw regeringsbeleid. Voor zover ik
weet zult u in de tijd toen u in de oppositie zat ook niet de loftrompet
gestoken hebben, vooral omdat het precies de taak van de oppositie
is, niettegenstaande dat wij hetzelfde doel nastreven, te kijken of de
middelen...
01.53 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Le premier ministre
applique sa tactique favorite et
déplore qu'il n'y ait pas unanimité.
Soyons clairs! Il y a unanimité : le
gouvernement, tout comme
l'opposition, recherche une
solution pacifique. Mais le
gouvernement rejette toute idée
de guerre sans deuxième
résolution. Or, nous sommes du
même avis.
Le premier ministre ne veut même
pas entendre les louanges de
l'opposition, qui a pourtant pour
mission essentielle de mettre en
relief les différences.
01.54 Eerste minister Guy Verhofstadt: Dat was een idiotie van de
heer Eyskens. Daar moet men toch geen steun aan geven.
Ik herinner mij goed dat er in de voorgaande legislatuur vrij grote
unanimiteit was over alle grote dossiers, ook ten aanzien van mijn
voorganger.
01.54 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Nous ne pouvons tout de
même pas accepter les idioties de
M. Eyskens! En 12 ans, M. Van
Hoorebeke aura certainement
appris comment l'opposition
fonctionne.
01.55 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Waar hebt u dan uw slechte
naam vandaan, mijnheer Verhofstadt?
01.56 Eerste minister Guy Verhofstadt: Om dat te leren moet u
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
zeker twaalf jaar in de oppositie zitten.
01.57 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Duurt dat zo lang?
01.58 Eerste minister Guy Verhofstadt: Bij mij heeft dat zo lang
geduurd.
01.59 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Dan zijn we er bijna.
01.60 Eerste minister Guy Verhofstadt: Bij mij begon het te beteren
in de loop van het 12
de
jaar.
01.61 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, het is
de gewoonte van de heer De Crem om mij te onderbreken en dat
vind ik storend. Dat heb ik hem trouwens al gezegd.
Mijnheer de eerste minister, wat volgt is niet tot u gericht, maar tot de
meerderheidspartijen hier aanwezig die op 23 januari een motie die
ik had ingediend en die vandaag bijna unaniem zou worden
goedgekeurd, verwierpen. Die hypocrisie wou ik aanhalen, mijnheer
Van Der Maelen, toen u zei, samen met mevrouw Drion en ik heb
de teksten bij dat u de eenvoudige motie zou goedkeuren. Dat is
wat de heer Moriau daarnet noemde "la politique politicienne".
Daaraan doet u voortdurend mee. En dan zegt de eerste minister dat
wij niet eensgezind zijn en dat wij intellectueel oneerlijk zijn omdat wij
bepaalde vragen durven stellen.
Mijnheer de eerste minister, ik kom tot mijn tweede vraag. U verweet
ons intellectueel oneerlijk te zijn en u richtte zich tot mij toen u zei
dat u zich zou aansluiten bij het discours van de heer Chirac, in
Parijs. Waar is de tijd dat Tony Blair uw goede vriend was? Ik
herinnering mij nog de stadswandeling in Gent, toen wij samen het
protocol ondertekenden? Waarom volgt u thans de lijn van Chirac?
Wat is uw motivatie?
01.61 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Le rejet de ma motion le
23 janvier était intellectuellement
malhonnête. J'ai voulu mettre en
exergue cette hypocrisie, cette
politique politicienne de M. Van
der Maelen et de Mme Drion.
Le premier ministre fait lui-même
preuve de malhonnêteté
intellectuelle. Où est passé le
temps où il s'entendait à merveille
avec Tony Blair?
01.62 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer Van Hoorebeke,
het is niet omdat men met iemand van mening verschilt over een
bepaald onderdeel van het beleid dat men met die persoon geen
goede relatie kan onderhouden. Ik meen dat wij thans overigens een
betere relatie hebben met Groot-Brittannië dan dat zulks het geval
was in de loop van de voorbije twintig jaar. Dat betekent echter niet
dat wij dezelfde mening delen.
01.62 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Cela n'a pas changé !
Nos avis divergent uniquement
sur ce point.
01.63 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de eerste minister,
wat vindt u zo aantrekkelijk aan de houding van de heer Chirac? Hij
stuurde toch een vliegdekschip uit?
01.63 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mais pourquoi le premier
ministre suit-il à présent
subitement la ligne de M. Chirac?
01.64 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer Van Hoorebeke, ik
wil op een lijn zitten met de houding die in Brussel wordt
aangenomen.
01.64 Guy Verhofstadt premier
ministre: Parce que Bruxelles et
Paris se trouvent sur la même
longueur d'ondes.
01.65 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): U heeft geen enkel argument
om uit te leggen waarom u kiest voor de koers die in Parijs wordt
gevolgd. Inmiddels gaf men in Parijs wel de opdracht om een
vliegdekschip uit te zenden; langs een achterpoortje.
01.65 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mais Paris à tout de
même envoyé en catimini un
porte-avions dans la région.
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
Mijnheer de eerste minister, u beschikt over twee onderzeeërs,
waarvan er slechts een vaart en die gaat u ook uitzenden; dat is ook
juist.
Ik kom thans tot het punt met betrekking tot het anti-Amerikanisme.
Mijnheer Willems verwoordt het anti-Amerikanisme perfect. Mijnheer
de eerste minister, ik geloof heel goed dat u een atlantist bent en dat
u een andere samenwerking voorstaat. Dat is tot op heden echter te
weinig naar buiten gekomen. U hebt het vandaag pas voor de eerste
maal gezegd. U hebt ondertussen de weg voorbereid voor het anti-
Amerikanisme, dat vandaag inderdaad is opgedoken.
(...)
Mijnheer De Crem, hou op met mij te onderbreken.
Mijnheer de eerste minister, door die weg voor te bereiden, hebt u
het debat dat wij moeten voeren over de nieuwe samenwerking
tussen Amerika en het nieuwe Europa waarin ik mij perfect herken
verziekt. Het debat is verziekt door de ongenuanceerde werkwijze,
waarmee men zich opstelt tegenover de houding van Amerika. Het is
aangehaald door minister Michel: 60% van de Amerikanen zijn tegen
de handelwijze van Bush. Zoveel pacifisten zijn in Amerika
werkzaam. Zij worden geboycot in de informatieverspreiding.
Waarom kunnen we ook dat eens niet in de verf zetten? Zo zullen we
niet meewerken aan de diabolisering van Amerika, zoals de heer
Michel destijds heeft gedaan met Oostenrijk en de Vlamingen. Dat
zou de houding zijn van een groot staatsman.
Le premier ministre a montré
aujourd'hui pour la première fois
qu'il a également le réflexe
atlantique. Le débat à propos
d'une nouvelle collaboration entre
l'UE et les Etats-Unis s'en trouve
cependant mis à mal. Pourtant,
60% de la population européenne
partagent le point de vue
européen. Diaboliser les Etats-
Unis n'est pas la solution. Songez
à l'exemple de l'Autriche.
01.66 Minister Louis Michel: Ik heb nooit aan diabolisering gedaan.
Ik ben ook een atlantist. Iedereen weet dat. Ik zou zelfs durven
zeggen dat ik pro-Amerikaans ben. Ik ben echter pro-Amerikaans
met dezelfde beperkingen als deze die door de eerste minister
werden geuit. Ik volg Amerika niet blindelings.
01.66 Louis Michel, ministre:
Jamais je n'ai diabolisé l'Autriche.
En outre, je suis également
partisan de l'Alliance et pro-
américain, sans toutefois l'être
aveuglément.
01.67 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik ga akkoord. Zeg dat dan
echter ook eens zoals u dat nu hebt gedaan. U hebt het nog niet zo
vaak gezegd.
01.67 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mais dites-le donc
ouvertement!
01.68 Eerste minister Guy Verhofstadt: Neem mij niet kwalijk, in elk
debat heb ik al gezegd dat onze houding en onze dankbaarheid ten
opzichte van Amerika niet betekent dat wij daarom geen eigen
mening kunnen hebben. Het betekent niet dat wij voor die mening
niet kunnen uitkomen. Dat is het enige wat wij doen. Wij komen uit
voor onze overtuiging en voor onze mening. Dat is de enige,
menselijke waardigheid die bestaat in een vrije wereld. Dat staat
trouwens ook ingeschreven in de Amerikaanse Grondwet.
01.68 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Dans chaque débat, je
manifeste explicitement le respect
et la considération de notre pays
pour les Etats-Unis. Les
Américains doivent toutefois se
rendre compte que le respect et
l'amitié ne signifient pas que l'on
ne puisse exprimer son propre
point de vue. La liberté
d'expression se trouve d'ailleurs
dans la Constitution américaine.
01.69 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de eerste minister,
ik treed dit standpunt bij.
01.69 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je suis d'accord avec
vous sur ce point.
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
De voorzitter: Mijnheer Van Hoorebeke, bent u klaar?
01.70 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik ben
klaar. Ik dank u voor de lankmoedigheid, die u betoonde door mij
zoveel tijd te geven.
De voorzitter: Ik laat u graag uw gang eens gaan. Ik zal geen andere woorden gebruiken.
01.71 Pieter De Crem (CD&V): (...).
De voorzitter: Mijnheer De Crem, de heer Van Hoorebeke en ik kennen elkaar al lang.
01.72 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
mon intervention sera très brève. Avant le week-end, j'avais trois
objectifs. D'abord, rappeler la primauté du droit international. L'ONU
est en charge de la sécurité internationale et non l'OTAN, cet objectif
est atteint dans le positionnement et dans l'évolution des choses pour
l'instant. Ensuite, pas de guerre préventive et une opposition à toute
initiative unilatérale des gouvernements américain et anglais. Cet
objectif est également atteint dans la bonne direction. Enfin, donner
davantage de moyens et de temps aux inspections de l'ONU qui
peuvent aboutir au désarmement de l'Irak. Ce dernier objectif a été
atteint dans les directions prises.
Je ne peux évidemment que continuer à soutenir la manière dont
notre gouvernement se positionne et s'autorise à jouer un rôle actif
dans l'ensemble des enceintes où nous sommes représentés ou qui
nous représentent, même si, comme chacun ici, je ne suis pas
euphorique car je sais que l'avenir reste peuplé de nombreux points
d'interrogation.
Je suis convaincue que nous devons aussi profiter des derniers
événements pour nous concentrer sur l'élaboration d'une politique
européenne de sécurité et de défense. Je suis également convaincue
que ce n'est pas parce que ce sera une politique européenne qu'elle
sera bonne. Pour qu'elle le soit, il faudra que l'on intègre dans la
manière de travailler la prévention de conflits plutôt que la réaction à
des situations catastrophiques. Il est vrai qu'il faudra aussi que l'on
amplifie l'aide au développement de régimes démocratiques et le
respect des droits de l'homme dans les différents Etats.
Je soutiens l'action actuelle de ce gouvernement.
01.72 Muriel Gerkens (ECOLO-
AGALEV): Verscheidene van de
doelstellingen waarover ik het in
het verleden had, werden bereikt.
Ik sta achter de wijze waarop de
regering in internationale kringen
een actieve rol heeft gespeeld.
Wij moeten de voorbije
gebeurtenissen aangrijpen om een
Europees veiligheids- en
defensiebeleid uit te werken. Om
tot een goed beleid te komen,
moet er aandacht zijn voor
conflictpreventie en moet er
ontwikkelingshulp gaan naar de
landen die inspanningen doen ten
gunste van de democratie en de
mensenrechten.
01.73 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil enkel de
premier danken voor zijn volledig en consistent antwoord, zeker over
het luik atlantisme, dat ik volledig deel en dat mij ook als lid van de
Raad van Europa en van de West-Europese Unie nieuwe zuurstof
geeft om nog harder te werken aan dat Europees gemeenschappelijk
veiligheids- en defensiebeleid, niet naast de NAVO, maar binnen en
samen met de NAVO. Ik denk dan ook dat hetgeen de voorbije
dagen is gebeurd geen afremming is geweest van dat proces. Het zal
integendeel dit proces versnellen ten voordele van Europa en het
bondgenootschap.
01.73 Stef Goris (VLD): Je suis
particulièrement satisfait de cette
réponse circonstanciée. Je puis
surtout me retrouver dans le
passage sur le rôle de notre pays
au sein de l'Alliance atlantique. Je
suis d'ailleurs persuadé que les
récents événements ne mettent
nullement un frein au
développement de l'Europe et de
l'OTAN, tant s'en faut!
01.74 Jacques Lefevre (cdH): Monsieur le ministre, je voudrais 01.74 Jacques Lefevre (cdH):
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
poser une petite question. Je confirme que nous soutenons ce
gouvernement dans la recherche de la paix. Pourquoi les conclusions
du Conseil européen ne font-elles pas référence au renforcement de
l'équipe des inspecteurs? Cela a-t-il fait l'objet d'un débat? Les
Anglais s'y sont-ils opposés? Cela faisait partie du plan franco-
allemand.
Waarom wordt er in de conclusies
van de Europese Raad niet gerept
over een versterking van het team
van wapeninspecteurs?
01.75 Guy Verhofstadt, premier ministre: J'en ai parlé avec M. Blix.
Il ne demande pas de renforcement pour l'instant. Il souhaite plus de
temps ainsi qu'une coopération beaucoup plus active de l'Irak. A
cette condition, il pense pouvoir remplir sa mission.
01.75 Eerste minister Guy
Verhofstadt: Omdat de heer Blix
daar niet om gevraagd heeft. De
heer Blix wil meer tijd, en hij wil
dat Irak veel actiever meewerkt.
De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, ik zou één bedenking willen maken, namelijk dat het toch wel
een merkwaardige vaststelling is dat het dezelfde landen zijn die nu een stoot hebben willen geven aan de
Europese eenwording die ook wat betreft dit dossier in de Europese Conventie ik heb het zelf
meegemaakt in de werkgroep Defensie van de Conventie, het Frans-Duits papier samen met de Belgen
grote stappen vooruit maken. Ik denk dat dit belangrijk is. Ik vind eigenlijk dat als ik nu de tekst lees van
de Europese Raad en men kijkt naar de resultaten van de werkgroep Buitenlands Beleid van de Conventie
wij een beetje weinig stoutmoedig zijn geweest. We moeten ervoor zorgen dat we binnen het kader van de
Conventie nog een aantal stappen voorwaarts zetten. Ik denk dat dit nog niet voldoende tot uiting komt, dit
in tegenstelling tot de werkgroep
Ce groupe de travail était présidé par M. Dehaene.
Mijnheer de eerste minister, ik weet niet of u nog wenst te repliceren of tussen te komen?
01.76 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik denk dat ik dat al
voldoende gedaan heb, twee of drie keer. Ik was niet van plan om
nog het woord te voeren maar hebt u zelf het gevoel niet dat als wij
er nu eens de kleine kantjes af laten en niet altijd denken dat het om
die en die reden gebeurt, als we de ideologische en doctrinaire
tegenstellingen zouden kunnen overbruggen, dan had er hier op
iemand na een grote eensgezindheid kunnen ontstaan. Ik betreur dat
een beetje. Een zaak als deze is geen gewoon internationaal dossier.
Het is een kwestie van leven en dood. Ik zeg nogmaals dat dit ook de
reden voor mijn tussenkomst is geweest die helemaal niet polemisch
bedoeld was. Ik hoop ook niet dat ze zo overgekomen is.
01.76 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Non. Pour conclure, je
regrette une fois encore que nous
n'ayons pas réussi à nous
entendre. Je ne doute pas que
chacun s'accorde à propos des
grands principes de guerre et de
paix. Malheureusement,
aujourd'hui, tout le monde n'a pas
donné cette impression. Je
souligne que mon intention n'a
jamais été de lancer une
polémique.
01.77 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik wil inpikken op wat de heer Van der Maelen hier aangehaald heeft.
De VN-inspecteurs moeten de tijd en de middelen krijgen die de VN-
Veiligheidsraad nodig acht. Maar dan sluit ik bij mijn vorige vraag
aan. Wie gaat dit afdwingen op het terrein? Hoe moeten de
Amerikanen zo'n enorme troepenmacht gedurende maanden of
misschien zelfs jaren op de been houden? Het is maar door de
aanwezigheid van die troepenmacht dat Saddam op dit ogenblik
toegevingen begint te doen. Hoe lang kan Amerika de druk op de
ketel houden? Is Europa bereid, is België bereid om mee te betalen
aan de Amerikanen om daar in de Golf die troepenmacht op de been
te houden voor langere tijd? Dat is een cruciale vraag waarop ik geen
antwoord heb gekregen.
01.77 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): M. Van der
Maelen, entre autres, a plaidé
pour un prolongement du mandat
des inspecteurs en désarmement.
Nul n'ignore que la présence
massive des Américains dans la
région constitue le meilleur moyen
de pression pour contraindre l'Irak
à autoriser les inspections. Le
maintien d'un tel déploiement de
forces coûte évidemment
énormément d'argent. La Belgique
est-elle disposée à apporter une
contribution financière?
CRIV 50
COM 991
18/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
De voorzitter: Waarvan akte.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Pieter De Crem en Yves Leterme en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk Van der Maelen, Patrick
Moriau, mevrouw Josée Lejeune, de heren Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry, Karel Van
Hoorebeke, mevrouw Muriel Gerkens, de heren Peter Vanhoutte, Stef Goris en Jacques Lefevre
en het antwoord van de eerste minister,
beveelt de regering aan
het voorstel te formuleren
- om de wapeninspecties in Irak een permanent karakter te geven;
- deze te laten verlopen onder toezicht van een UNO-troepenmacht;
- aldus de mogelijkheid te creëren de sancties tegen Irak op te heffen."
Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Pieter De Crem et Yves Leterme et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk Van der Maelen,
Patrick Moriau, Mme Josée Lejeune, MM. Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry, Karel Van
Hoorebeke, Mme Muriel Gerkens, MM. Peter Vanhoutte, Stef Goris et Jacques Lefevre
et la réponse du premier ministre,
recommande au gouvernement
de formuler la proposition
- de conférer un caractère permanent aux inspections des armements en Irak;
- de placer ces inspections sous le contrôle de forces armées des Nations Unies;
- de créer ainsi la possibilité de lever les sanctions à l'encontre de l'Irak."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk Van der Maelen, Patrick
Moriau, mevrouw Josée Lejeune, de heren Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry, Karel Van
Hoorebeke, mevrouw Muriel Gerkens, de heren Peter Vanhoutte, Stef Goris en Jacques Lefevre
en het antwoord van de eerste minister,
1) vraagt aan de regering dat België in de kwestie Irak voortaan een "low profile" zou aannemen, en om
via stille diplomatie elk initiatief te steunen dat daadwerkelijk kan bijdragen tot een vreedzame oplossing;
2) vraagt aan de regering om zo goed mogelijk het fel beschadigde imago van België te herstellen, in een
poging om de schadelijke gevolgen voor onze hoofdzakelijk Vlaamse economie en export te beperken,
wat onder meer inhoudt dat België voor zoveel dwaasheid, egotripperij en deloyauteit openlijk zijn excuses
moet aanbieden aan de NAVO, en ook dringend de gemaakte scherven met Amerika moet lijmen."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Guido Tastenhoye et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk Van der Maelen,
Patrick Moriau, Mme Josée Lejeune, MM. Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry, Karel Van
Hoorebeke, Mme Muriel Gerkens, MM. Peter Vanhoutte, Stef Goris et Jacques Lefevre
et la réponse du premier ministre,
1) demande au gouvernement d'adopter dorénavant à propos de la question irakienne une attitude «low
profile» et, par le biais de la diplomatie tranquille, de soutenir toute initiative pouvant réellement contribuer
à résoudre pacifiquement cette question;
2) demande au gouvernement de restaurer au mieux l'image ternie de la Belgique, afin de limiter les
18/02/2003
CRIV 50
COM 991
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
conséquences dommageables essentiellement pour l'économie et les exportations flamandes de
l'attitude de la Belgique, ce qui suppose que notre pays présente ouvertement ses excuses à l'OTAN pour
son comportement stupide, égotiste et déloyal et rétablisse d'urgence les liens brisés avec les Etats-Unis."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Vincent Decroly en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk Van der Maelen, Patrick
Moriau, mevrouw Josée Lejeune, de heren Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry, Karel Van
Hoorebeke, mevrouw Muriel Gerkens, de heren Peter Vanhoutte, Stef Goris en Jacques Lefevre
en het antwoord van de eerste minister,
- wenst de regering geluk omdat zij in de NATO haar veto heeft gesteld tegen de aanval die de Verenigde
Staten tegen Irak plannen;
- betreurt dat dit standpunt te laat werd ingenomen zodat de oorlogsvoorbereidselen niet konden worden
afgeremd;
- vraagt de regering de machtigingen verleend aan het Amerikaans leger op het gebied van logistieke
steun en, meer bepaald, de doorvoer via de haven van Antwerpen, op te schorten."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Vincent Decroly et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De Crem, Guido Tastenhoye, Dirk Van der Maelen,
Patrick Moriau, Mme Josée Lejeune, MM. Ferdy Willems, Vincent Decroly, Jean-Pol Henry, Karel Van
Hoorebeke, Mme Muriel Gerkens, MM. Peter Vanhoutte, Stef Goris et Jacques Lefevre
et la réponse du premier ministre,
- félicite le gouvernement d'avoir opposé son veto, au sein de l'OTAN, à des mesures planifiées dans le
cadre de l'attaque programmée par les Etats-Unis contre l'Irak;
- regrette que le caractère tardif de cette prise de position l'ait finalement rendue inefficace pour bloquer
les préparatifs guerriers en cours;
- demande au gouvernement de suspendre les autorisations accordées à l'armée des Etats-Unis en
matière d'appui logistique et, notamment, de transit par le port d'Anvers."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Stef Goris, Patrick Moriau en Dirk Van der Maelen
en de dames Muriel Gerkens en Josée Lejeune.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Stef Goris, Patrick Moriau et Dirk Van der Maelen et
Mmes Muriel Gerkens et Josée Lejeune.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
La réunion publique de commission est levée à 19.23 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 19.23 uur.