B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
A
LGEMENE
Z
AKEN
EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
COMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES GÉNÉRALES
ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
VAN
DU
01-02-2000
01-02-2000
HA 50
COM 098
HA 50
COM 098
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 098
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 1 februari 2000
COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE
ZAKEN
EN
HET
OPENBAAR
AMBT
COM 098
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de stakings-
dreiging vanwege een politievakbond tijdens Euro 2000
(nr. 785)
4
sprekers : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de functionele
normen die worden gehanteerd bij de afbakening van de
politiezones
(nr. 786)
6
sprekers : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
het islam-
fundamentalisme in Limburg
(nr. 824)
7
sprekers : Bert Schoofs, Antoine Duquesne, minister
van Binnenlandse Zaken
Mondelinge
vraag
van
mevrouw
Ge´raldine
Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse Zaken over
de regularisatieprocedure (nr. 877)
8
sprekers : Ge´raldine Pelzer-Salandra, Antoine Du-
quesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de resultaten van
de regularisatieprocedure
(nr. 906)
10
sprekers : Guido Tastenhoye, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
de 'Blijde Intrede'
in Antwerpen en het ongehoord brutaal optreden van de
Antwerpse politie tegen uitingen van vrije mening
(nr. 907)
12
sprekers : Guido Tastenhoye, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
het tweede rap-
port van het Koninklijk Meteorologisch Instituut in verband
met de overstromingen van 26 en 27 december 1999
(nr. 917)
14
sprekers : Simonne Creyf, Antoine Duquesne, minis-
ter van Binnenlandse Zaken
Sommaire
Mardi 1 fe´vrier 2000
COMMISSION
DE
L'INTE
´ RIEUR, DES AFFAIRES
GE
´ NE´RALES ET DE LA FONCTION PUBLIQUE
COM 098
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre de
l'Inte´rieur sur
la menace de gre`ve d'une organisation
syndicale de police lors de l'Euro 2000
(n° 785)
4
orateurs : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne,
ministre de l'Inte´rieur
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre de
l'Inte´rieur sur
l'emploi de normes fonctionnelles lors de la
de´limitation des zones de police
(n° 786)
6
orateurs : Danie¨l Vanpoucke, Antoine Duquesne,
ministre de l'Inte´rieur
Question orale de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Inte´rieur sur
le fondamentalisme islamique dans le Lim-
bourg
(n° 824)
7
orateurs : Bert Schoofs, Antoine Duquesne, ministre
de l'Inte´rieur
Question orale de Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Inte´rieur sur
la proce´dure de re´gularisation
(n° 877)
8
orateurs :
Ge´raldine
Pelzer-Salandra,
Antoine
Duquesne, ministre de l'Inte´rieur
Question orale de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Inte´rieur sur
les re´sultats de la proce´dure de re´gularisa-
tion
(n° 906)
10
orateurs : Guido Tastenhoye, Antoine Duquesne,
ministre de l'Inte´rieur
Question orale de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Inte´rieur sur
la 'Joyeuse Entre´e' a` Anvers et l'action
brutale de la police d'Anvers contre la liberte´ d'expression
(n° 907)
12
orateurs : Guido Tastenhoye, Antoine Duquesne,
ministre de l'Inte´rieur
Question orale de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Inte´rieur sur
le deuxie`me rapport de l'Institut royal
me´te´orologique
relatif
aux
inondations
des
26
et
27 de´cembre 1999
(n° 917)
14
orateurs : Simonne Creyf, Antoine Duquesne, mini-
stre de l'Inte´rieur
HA 50
COM 098
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'INTE´RIEUR,
DES AFFAIRES GE´NE´RALES
ET DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE
ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN
EN HET OPENBAAR AMBT
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 1 FE
´ VRIER 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 1 FEBRUARI 2000
De vergadering wordt geopend om 10.18 uur door de
heer Paul Tant, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.18 heures par M. Paul Tant,
pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de
stakingsdreiging vanwege een politievakbond tij-
dens Euro 2000
(nr. 785)
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre
de l'Inte´rieur sur
la menace de gre`ve d'une organi-
sation syndicale de police lors de l'Euro 2000
(n° 785)b>
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, ik had deze vraag
eigenlijk een drietal weken geleden ingediend, maar ik
meen dat ze toch nog niet voorbijgestreefd is.
Mijnheer de minister, ik heb er reeds herhaaldelijk op
gewezen dat het uitblijven van duidelijkheid omtrent het
nieuwe statuut voor de politieambtenaar en het daarmee
gepaard gaande tijdsverlies problemen zullen scheppen.
U schrijft in uw beleidsnota dat het statuut zo snel
mogelijk moet worden uitgewerkt opdat, ik citeer,
een-
ieder de mogelijkheid heeft de impact ervan te evalueren
ten aanzien van zijn eigen situatie en met kennis van
zaken te kiezen wanneer de gei¨ntegreerde politie gei¨m-
plementeerd wordt
. De woorden zo snel mogelijk
blijken, als ik de pers mag geloven, niet al te bemoedi-
gend te klinken voor de betrokken politieambtenaren. Ik
heb dan ook bij de bespreking van uw beleidsnota inzake
het element politionele veiligheid erop gewezen dat dui-
delijkheid omtrent het toekomstige statuut niet alleen
noodzakelijk is om een ware chaos onder de politiedien-
sten te vermijden, maar eigenlijk ook broodnodig is indien
u Euro 2000 in goede banen wil leiden.
Bij de bespreking van de beleidsnota heeft u de vragen
daaromtrent afgewimpeld, maar thans blijken onze waar-
schuwingen terecht te zijn. Bij het indienen van deze
vraag vernam ik immers in de pers dat het Nationaal
Syndicaat voor Politie- en Veiligheidspersoneel - e´e´n van
de grootste politievakbonden - met een ludieke
sticker-
staking
dreigt om Euro 2000 te boycotten indien het
nieuwe statuut niet is uitgewerkt tegen juni van dit jaar.
Deze vakbond wenst actie te voeren, onder meer, omdat
de verloven worden ingetrokken voor de duur van Euro
2000 en omdat de betrokken politieambtenaren in het
ongewisse worden gelaten omtrent het toekomstige sta-
tuut. Vandaag lees ik dat nog andere vakbonden onte-
vreden zijn.
Mijnheer de minister, mijn vragen daaromtrent zijn de
volgende :
Ten eerste, hebt u gelijkaardige stakingsdreigingen of
-aankondigingen van andere politievakbonden ontvan-
gen ?
Ten tweede, neemt u deze aangekondigde actie ernstig ?
Zal u alles in het werk stellen om tegen juni van dit jaar
een nieuw statuut uit te werken ? Zo ja, wanneer zal een
en ander worden voorgelegd aan de Octopusgroep ?
Ten derde, hoe zal u de gemoederen onder het politie-
personeel bedaren indien u niet de garantie zou kunnen
geven dat het nieuwe statuut tegen juni 2000 klaar is ?
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, vous e^tes, monsieur Vanpoucke, d'une
inquie´tude re´pe´titive car vous me posez toutes les se-
maines les me^mes questions. Comme vous e^tes un
homme politique d'expe´rience, vous devez savoir que les
comportements des uns et des autres, y compris des
hommes politiques, comprennent des exercices de mus-
culation, spe´cialement lorsque l'on s'engage dans un
processus de ne´gociations. Cela ne me heurte pas; cela
fait partie des re`gles du jeu.
HA 50
COM 098
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
J'ai appris qu'une organisation syndicale avait l'intention
de faire re´aliser et distribuer un autocollant liant le
nouveau statut du service de police inte´gre´ a` l'Euro 2000.
Je n'ai toutefois pas eu vent de quelque pre´avis de gre`ve
de quelque syndicat de police que ce soit. Pour e^tre
conside´re´ comme tel, je vous rappelle qu'un pre´avis de
gre`ve doit respecter le prescrit de l'article 126 de la loi du
7 de´cembre 1998 organisant un service de police inte´gre´,
structure´ a` deux niveaux, ainsi que les dispositions de
l'arre^te´ royal du 23 de´cembre 1998 qui exe´cute cet
article.
En ce qui concerne ce que vous avez lu aujourd'hui dans
la presse au sujet de la re´action du syndicat autonome de
la police, la loi, que vous avez vote´e, indique quels sont
les interlocuteurs de l'autorite´ pendant la phase de mise
en place des services de police, e´tant entendu que, par
la suite, on utilisera la technique du comptage.
Avec l'accord du gouvernement, j'ai offert a` cette orga-
nisation de dialoguer avec moi - je l'ai d'ailleurs fait avec
tous ceux qui l'ont souhaite´ jusqu'a` pre´sent -, mais elle a
refuse´. Je n'ai pas a` m'immiscer dans la strate´gie syndi-
cale qu'elle de´veloppe.
Sur le fond de l'affaire, je vous re´pe`te que je n'ai pas
d'inquie´tude car je sais que les policiers et les gendar-
mes, ainsi que ceux qui les repre´sentent, sont tout a` fait
conscients des enjeux que reve^t cet e´ve´nement interna-
tional pour notre pays. Je suis persuade´ qu'ils auront a`
coeur d'accomplir au mieux les ta^ches qui leur seront
confie´es. Pour moi, la conscience professionnelle des
policiers et des gendarmes n'est pas une formule de
style. Je les fre´quente assez pour savoir qu'ils la place-
ront en avant.
Quant au fond de la ne´gociation, j'ai entame´ des consul-
tations de`s le mois de septembre de l'anne´e dernie`re.
Elles ont e´te´ tre`s utiles; elles m'ont permis de mieux
cerner les proble`mes difficiles qui sont lie´s, pendant la
pe´riode transitoire, a` l'insertion du personnel dans un
nouveau cadre qui le bouleverse du point de vue de la
culture, des statuts et des grades. A l'occasion de ces
discussions, un grand nombre de propositions raisonna-
bles ont e´te´ faites. Dans le courant du mois de janvier, j'ai
rencontre´ les repre´sentants des organisations syndicales
pour leur proposer une me´thode de travail.
Ils ont accepte´ celle-ci. Nous nous sommes rencontre´s
lors de deux re´unions, tenues les 21 et 31 janvier. Un
projet d'arre^te´ concernant la protection juridique a d'ores
et de´ja` e´te´ approuve´ par tous les partenaires a` la
ne´gociation. Nous avons entame´ la discussion sur le
statut syndical, qui constitue pour eux un e´le´ment majeur.
Il s'agit d'un arre^te´ qui compte pre`s d'une centaine
d'articles. Ils m'ont propose´, dans le dessein de faciliter la
discussion, d'organiser cette semaine un groupe de
travail technique, ce que j'ai accepte´ volontiers. Je de-
vrais obtenir tre`s rapidement les conclusions formule´es
par ce dernier.
Enfin, pour ce qui concerne l'ensemble de la proble´ma-
tique statutaire, il fallait inte´grer les propositions du
pre´ce´dent gouvernement - que, bien entendu, je ne
rejette pas. En effet, nous poursuivons le plan Octopus et
nous devons assurer la continuite´ dans les responsabi-
lite´s assume´es par les uns et par les autres. Toutefois, je
comple`te ce plan par un certain nombre de propositions
relatives a` l'insertion et issues des contacts que j'ai eus
avec les organisations syndicales.
Un groupe de travail va s'atteler pendant tout le mois de
fe´vrier a` de´broussailler le terrain concernant l'ensemble
de la proble´matique statutaire et il a e´te´ convenu avec les
organisations syndicales que nous devrions pouvoir, de`s
le de´but du mois de mars, commencer a` discuter de
projets de textes, avec l'objectif d'en terminer pour la fin
du mois de mai.
Partant, non seulement aucun retard n'est a` de´plorer,
mais en sus la me´thode a permis de saisir le fond des
choses. Ainsi, tout se de´roule dans un excellent climat de
coope´ration. Je dois vous dire e´galement que je souhaite
re´ellement tenir une discussion se´rieuse avec les orga-
nisations syndicales et accueillir, dans toute la mesure du
possible, les revendications raisonnables qui seront for-
mule´es. Je sais trop bien que la re´forme des polices ne
pourra re´ussir qu'a` la condition que les hommes et les
femmes de terrain nous accompagnent avec confiance
dans ce projet. Or, ceux-ci sont favorables a` la re´forme
engage´e mais ils posent un certain nombre de questions
pre´cises auxquelles il faut apporter des re´ponses rigou-
reuses.
J'espe`re, monsieur Vanpoucke, que, dans les jours, les
semaines, les mois a` venir - puisque nous sommes
convenus d'une me´thode de travail dans le cadre d'Oc-
topus -, vous apporterez pour votre part une contribution
positive a` la re´ussite de cette importante ope´ration.
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de minis-
ter, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik neem er
akte van. Ik beaam dat het welslagen van de hervormin-
gen alleen mogelijk is als de mensen op het terrein
meewerken. Ik neem er ook akte van dat de onderhan-
delingen tegen eind mei zullen zijn afgerond.
Mijnheer de minister, ik ben er ook van overtuigd dat de
mensen aan de basis beroepsernst hebben, wat u trou-
wens beaamt. Ik hoop alleen dat u het ongenoegen, via
de pers geuit, niet onderschat. Zoals u vraagt zullen wij in
het parlement proberen positief mee te werken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
6
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Danie¨l Vanpoucke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de func-
tionele normen die worden gehanteerd bij de afbake-
ning van de politiezones
(nr. 786)
Question orale de M. Danie¨l Vanpoucke au ministre
de l'Inte´rieur sur
l'emploi de normes fonctionnelles
lors de la de´limitation des zones de police
(n° 786)b>
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, ik stel deze vraag naar aanlei-
ding van een concrete ervaring die ik als burgemeester
had. Ze strekt echter verder. Zoals de wet van 7 decem-
ber 1998 voorschrijft, werd ik als burgemeester ook
uitgenodigd door de provinciegouverneur, in mijn geval
van West-Vlaanderen, om het voorstel inzake de afba-
kening van de politiezones te bekijken. Van deze gele-
genheid heb ik gebruik gemaakt om te wijzen op een
vraag waarop ik tot nog toe geen duidelijk antwoord heb
gekregen.
Ik schets hier de vraag in verband met mijn IPZ. In de
zone waarin ik burgemeester ben, hebben wij momenteel
51 politiemensen. Volgens de studie van de APSD zijn er
eigenlijk 22 te weinig om als afzonderlijke zone goed te
kunnen functioneren. De zone naast ons heeft ongeveer
dezelfde grootte en beschikt over 52 politiemensen. Zij
heeft er 16 te weinig om als afzonderlijke zone in werking
te treden. Als wij de beide zones samenvoegen zoals de
APSD voorstelt, komen wij aan 103 politiemensen. Aan-
gezien er in de ene zone 22 mensen te weinig zijn en in
de andere 16, zouden er in feite 38 mensen te weinig zijn.
Wij stellen echter tot onze verwondering vast dat de
APSD beweert dat er geen mensen te weinig zijn als de
twee zones worden samengevoegd. Meer nog, in plaats
van 103 zouden wij slechts 89 mensen nodig hebben. Ik
begrijp dat door het samenvoegen personeel kan worden
uitgespaard, maar het leek ons toch verwonderlijk dat
zo'n grote operatie mogelijk zou zijn.
Mijnheer de minister, kunt u uitleggen volgens welke
criteria, normen en berekeningswijzen de APSD de ge-
talsterkte die per politiezone nodig is berekend heeft ?
Kunt u ons deze gegevens schriftelijk overmaken ? Hoe
is het mogelijk dat het samenvoegen van twee bestaande
interpolitiezones tot e´e´n grotere tot de conclusie kan
leiden dat er veel minder personeelsleden nodig zijn in de
nieuwe zone ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
collega, het theoretisch functioneringsmodel zoals dit
werd ontwikkeld door een werkgroep binnen de APSD
heeft tot doel een
precariteitstoetsing te doen van de
voorgestelde politiezones en niet het bepalen van het
minimum aantal personeelsleden per politiezone. Artikel
38 van de wet tot organisatie van een gei¨ntegreerde
politiedienst bepaalt dat rekening wordt gehouden met de
bijzonderheden van de concrete zone.
Bij de precariteitstoetsing werd eerst het begrip
basis-
politiezorg
gedefinieerd aan de hand van 14 functiona-
liteiten. Deze functionaliteiten vloeiden voort uit de wet tot
de organisatie van een gei¨ntegreerde politiedienst en
werden vastgelegd in een werkgroep met vertegenwoor-
digers van de politiediensten in samenspraak met mijn
kabinet. Het betreft de volgende functionaliteiten : leiding
en beheer, steun, technische verkeersdienst, zonaal
onthaal, lokaal onthaal, interventie, wijkwerking, proactief
werk, lokale recherche, openbare orde, slachtoffer-
bejegening, OGP en OBP, voortgezette vorming en op-
vorderbare capaciteit.
Voor iedere functionaliteit werden de functionele onder-
grenzen vastgelegd en deze werden vervolgens vertaald
naar manuren. De verkregen resultaten werden dan
getoetst aan de tewerkgestelde personeelsleden zoals
deze gekend zijn uit de morfologische gegevens op
datum van 8 december 1998. Bij de vaststelling van een
tekort in een zone werden, al naargelang de situatie, een
of meer alternatieve voorstellen gedaan. Deze bereke-
ningen en de hierbij gehanteerde normen werden door
de gouverneurs aan de burgemeesters overhandigd tij-
dens de provinciale informatiesessies.
Schaalvergroting laat een oordeelkundige recuperatie
van capaciteit en middelen toe. Op die manier kan men
een aantal diensten centraliseren om tot een ontdubbe-
ling van de taken te komen : leiding, beheer, steun,
technische verkeersdienst, zonaal onthaal, interventie,
recherche, slachtofferbejegening, enzovoort. De functio-
neringsnormen van een samengesmolten zone zijn dus
niet gelijk aan de som van de functioneringsnormen van
de respectieve zones.
Daarenboven wil ik nogmaals benadrukken dat het doel
van deze demarche erin bestaat na te gaan of een
herindeling niet noodzakelijk is en dit aan de hand van
functionele ondergrenzen. Deze oefening heeft geens-
zins tot doel de minimale norm betreffende de perso-
neelssterkte van de nieuw voorgestelde zone te bepalen.
Pre´cise´ment, les communes qui ne seraient pas attenti-
ves a` ces exigences de fonctionnalite´ et notamment aux
e´conomies qui peuvent e^tre re´alise´es dans des ensem-
bles plus importants risqueraient demain de se voir
confronte´es a` des manques d'effectifs qui vont au-dela`
de ce que permettent les effectifs actuels. J'espe`re avoir
re´pondu a` votre question.
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, ik dank de minister voor zijn omstandig antwoord.
Alhoewel ik begrijp dat bepaalde diensten kunnen wor-
den samengevoegd om dubbel werk te voorkomen, wens
ik te beklemtonen dat in mijn concreet voorbeeld de
verschillen zeer groot zijn. Ik dring erop aan dat de
HA 50
COM 098
7
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Danie¨l Vanpoucke
burgemeesters over de gegevens van APSD zouden
kunnen beschikken zodat met kennis van zaken kan
worden geoordeeld over eventuele intensere samenwer-
king tussen grotere politiezones.
Minister Antoine Duquesne : Ik stel voor dat u met mijn
medewerkers een afspraak maakt om de cijfers te be-
spreken.
De heer Danie¨l Vanpoucke (CVP) : Ik ben bereid op uw
aanbod in te gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
het islam-
fundamentalisme in Limburg
(nr. 824)
Question orale de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Inte´rieur sur
le fondamentalisme islamique dans le
Limbourg
(n° 824)b>
De heer Bert Schoofs (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ook mijn vraag dateert al
van enkele weken geleden en kan pas vandaag worden
gesteld. Haar actualiteitswaarde blijft echter behouden
en het belang ervan lijkt mij zelfs groeiend.
Ik ben niet alleen een bezorgde inwoner van Beringen, ik
ben ook een bezorgde inwoner van Vlaanderen en een
bezorgde Europese onderdaan. Ik kom uit de gemeente
Beringen. Daar is, net als in veel andere Limburgse
gemeenten, de laatste jaren een symbiose ontstaan
tussen verschillende cultuurgemeenschappen en die is
zeer harmonieus. Ik spreek dan over Italiaanse, Griekse,
Spaanse en Poolse onderdanen die een verrijkende
invloed hebben gehad op onze gemeente, zonder dat dit
een bedreiging vormt voor onze Vlaamse en culturele
identiteit. Er zijn met die gemeenschappen slechts kleine
problemen geweest met de eerste generatie. Doordat
Beringen geen grote verstedelijking kent, kan daar wor-
den gesproken van een vrij harmonieuze samenleving
tussen de verschillende culturen, vooral omdat die men-
sen uit verschillende Europese landen zich kunnen assi-
mileren, en er toch eigen accenten kunnen behouden
blijven. Wij beleven onze Europese cultuur daar als een
kleinste gemeen veelvoud of een grootste gemene deler.
Sedert een twintigtal jaren is er toch iets loos in de
gemeente. Ik zou Hamlet kunnen citeren en zeggen :
There is something rotten in the boroughs. In Beringen
is er namelijk een sterk groeiende Turkse gemeenschap.
Die is inmiddels aangegroeid tot een aantal van 5 000 op
38 000 inwoners. Die gemeenschap varieert van vrij
gesloten tot zeer gesloten. Meer en meer ervaren wij dat
bepaalde extremistische groeperingen daar de boven-
hand krijgen. Ik noem er twee : Milli Go¨ru¨s en de Grijze
Wolven. Zij spelen duidelijk in op de macht van het getal.
Veel mensen van de tweede en derde generatie worden
door hen aangetrokken, en zelfs aangezogen, met pro-
paganda. Zij zijn gegroeid van enkele tientallen naar
enkele honderden, verneem ik uit bepaalde bronnen.
Even enige duiding. Milli Go¨ru¨s is een fundamentalisti-
sche beweging die het islamisme nastreeft of de over-
heersing van de islam van het ganse sociale, politieke en
economische leven. Het symbool van die beweging
spreekt overigens boekdelen, mijnheer de minister. Het
symbool is de Europese vlag. Men zou dat prachtig
durven noemen, maar die Europese vlag wordt wel
omsloten door een gigantische halve maan. Wij, inwo-
ners van Beringen, noemen dat al de islam-pacman,
alsof de islam Europa volgens die beweging moet op-
slokken. Die beweging zit ook achter de oprichting van de
moskee die zij de moskee van de overwinning noemen.
Zij hebben daar ook twee minaretten opgericht en dat is
niet zo maar folklore, dat heeft een duidelijke bedoeling.
Daarmee willen zij laten zien dat de islam daar heilige
grond heeft verworven, die men nooit nog zal prijsgeven.
De islamitische verantwoordelijke van Milli Go¨ru¨s heeft
zelfs in een uitzending van TV-Limburg onlangs, welis-
waar met enige reserve, verklaard dat men er op termijn
zou naar streven om een fundamentalistische islamiti-
sche partij op te richten.
De Grijze Wolven zijn van een ander kaliber, maar
daarom niet minder gevaarlijk. Ee´n van hun beruchte
leden is Ali Agca, de man die de aanslag op de paus heeft
gepleegd. Hij zou zelfs ooit in Beringen zijn geweest,
voor hij die aanslag pleegde. De Grijze Wolven sympa-
thiseren met Adolf Hitler en komen daar openlijk voor uit.
Ik spreek met klem tegen dat wij van het Vlaams Blok
daar voorstander van zouden zijn. De Grijze Wolven
doen dat om een bepaalde reden en wel omdat Hitler de
derde categorie van mensen volgens de islam zou heb-
ben bestreden, namelijk de joden. Zij delen ook de
mensen duidelijk in vier categoriee¨n in : eerst de islamie-
ten, dan de christenen, dan de joden en dan de heide-
nen. Zij komen daar zeer sterk voor uit. Nogmaals : dat is
niet zo maar folklore.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u mijn betoog niet zal
afdoen als extreem rechtse agitatie omdat ik mij geba-
seerd heb op een aantal bronnen zoals de burgemeester
van Beringen die een CVP-er is. De CVP kan niet
verdacht worden van extreem rechtse sympathiee¨n. Ik
verwijs naar een aantal uitspraken van de burgemeester
op TV-Limburg. Hij zegt, ik citeer :
Ik vrees dat tussen
Beringen en Maasmechelen een slang aan het ontstaan
is van islamfundamentalisme zoals dat in ex-Joegoslavie¨
in Bosnie¨ het geval is geweest. Tientallen jaren kan men
het deksel op de ketel houden maar op een zekere dag
ontploft het. De fundamentalisten willen zich niet integre-
8
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Bert Schoofs
ren. De Koran zal de overhand halen. Zij lachen met de
scheiding tussen Kerk en Staat. Zij lachen met de
gelijkheid tussen man en vrouw. Er zal een dag komen
- veel vlugger dan men denkt - dat Milli Go¨ru¨s met een
politieke islamitische partij voor de dag komt
.
De burgemeester krijgt steun van professor Vermeulen
die zich met klem verzet tegen positieve discriminatie
omdat dit extremistische bewegingen in de hand werkt.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van de
noodkreet van de burgemeester van Beringen die getipt
wordt door de Veiligheid van de Staat dat deze beweging
aan kracht wint ? Bent u ervan op de hoogte dat be-
paalde extremisten op langere termijn streven naar de
oprichting van een islamitische partij maar zich ondertus-
sen met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen
integreren in politieke partijen. Ik verwijs terzake naar
de SP-lijst. Bent u van plan maatregelen te nemen om de
burgemeester van Beringen te steunen in een krachtda-
dig optreden tegen deze beweging ? Zo ja, op welke
manier ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
collega's, voor de vraag omtrent de Veiligheid van de
Staat verwijs ik naar de minister van Justitie.
Wat de anti-terroristische gemengde groep betreft, be-
schikken mijn diensten niet over nauwkeurige aanwijzin-
gen inzake toenemende infiltratie van de Turkse en de
Marokkaanse gemeenschap door Milli Go¨ru¨s en de
Grijze Wolven. Er werd alleen vastgesteld dat Milli Go¨ru¨s
zijn jaarlijks congres organiseert in de omgeving van
Genk. Dit kan verklaard worden door de aanwezigheid
van de uitgebreide Turkse Gemeenschap in de provincie
Limburg.
Wij hebben onlangs een onnatuurlijke toenadering vast-
gesteld tussen de Grijze Wolven en Milli Go¨ru¨s. Deson-
danks mogen de Grijze Wolven niet als fundamentalisten
bestempeld worden. Het zijn nationalistische leken met
een zeer sterke extreem-rechtse connotatie.
Wij hebben geen enkele informatie over een eventuele
infiltratie van de politie of de politieke partijen door de
islamitische
beweging
met
het
oog
op
de
gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000.
Daar de anti-terroristische gemengde groep geen toene-
mende terroristische activiteit heeft vastgesteld vanwege
fundamentalistische en/of Turkse nationalistische bewe-
gingen in Limburg, gaan wij ervan uit dat de bewaking-
sopdrachten uitgevoerd op lokaal niveau voldoende zijn
om uitbarstingen te voorkomen.
Wat de maatregelen betreft die door de stad Beringen
eventueel genomen zullen worden, verwijs ik u eveneens
naar mijn collega, de minister van Justitie.
De heer Bert Schoofs (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, er is toch blijkbaar waakzaamheid geboden als
u zegt dat er een onnatuurlijke toenadering is tussen Milli
Go¨ru¨s en de Grijze Wolven.
De Grijze Wolven zijn inderdaad geen fundamentalisten.
Zij beroepen zich niet op de islam en steunen de uitspra-
ken van de grote Turkse leider, Ataturk.
Ik vraag u, mijnheer de minister, dat u zich niet zozeer
zou toespitsen op terroristische groeperingen. Tegenover
het gif dat Milli Go¨ru¨s op een sluipende manier in onze
samenleving wil injecteren is waakzaamheid geboden. Ik
zou zelfs aandringen om die bewegingen zelf te infiltre-
ren. Ik weet waarover ik spreek, want mijn vader spreek
perfect Turks, en hij is op de hoogte van de strategie van
voornoemde bewegingen.
Die groeperingen, mijnheer de minister, streven geen
integratie na maar een desintegratie van de samenle-
ving. Ze streven geen vreedzaam samenleven na, maar
de overheersing van een cultuur of godsdienst. Of men
nu in de multiculturele samenleving gelooft en dat ideaal
nastreeft of niet, ik denk dat op dit punt de uiterste
waakzaamheid geboden is.
Minister Antoine Duquesne : Het is de rol van Binnen-
landse Zaken om voorzichtig te zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Inte´rieur sur
la proce´dure de re´gulari-
sation
(n° 877)b>
Mondelinge vraag van mevrouw Ge´raldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse Zaken
over
de regularisatieprocedure (nr. 877)
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, j'aurais du^
vous poser cette question la semaine pre´ce´dente mais je
suis contente qu'elle ait e´te´ reporte´e parce que cela me
permet de faire une petite parenthe`se sur la proce´dure
de re´gularisation dans la premie`re phase qui vient de se
terminer. En effet, je pense que nous pouvons tous nous
re´jouir de ce que les choses se soient ge´ne´ralement bien
passe´es. Les communes ont fait preuve d'e´norme´ment
de bonne volonte´, a` part quelques endroits
noirs et les
associations e´galement. Nous pouvons tous nous en
fe´liciter.
HA 50
COM 098
9
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ge´raldine Pelzer-Salandra
La deuxie`me phase n'est pas plus facile, requerra beau-
coup de vigilance et un suivi de votre part quant aux
directives qui seront donne´es sur l'interpre´tation de cer-
tains dossiers et, je l'espe`re, de manie`re un peu moins
officielle que ce qui e´tait pre´vu. Mais vous vous e^tes de´ja`
exprime´ a` ce sujet et je vous remercie de votre ouverture
d'esprit.
Ma question concerne une re´ponse que vous avez
donne´e a` une colle`gue en se´ance ple´nie`re le 19 janvier
dernier, si je ne me trompe. Elle concernait un incident
intervenu dans la commune de Saint-Gilles et ce le
premier jour de la premie`re phase de re´gularisation. Il y a
eu une descente de police accompagne´e de fonctionnai-
res de l'office des e´trangers. Je ne reviendrai pas sur les
motifs de cette descente de police puisqu'elle serait la
conse´quence d'une demande du parquet dans le cadre
d'une enque^te. Je parlerai pluto^t des conse´quences de
cette action. En effet, une dizaine d'ordres de quitter le
territoire ont e´te´ distribue´s ce jour-la`.
Notre colle`gue s'inquie´tait a` propos de la proce´dure de
re´gularisation que ces personnes auraient pu introduire
puisqu'il s'ave´rait que certaines d'entre elles correspon-
daient au profil que nous avions de´fini. Vous lui avez
re´pondu que cela ne les empe^chait pas d'introduire une
demande de re´gularisation.
Monsieur le ministre, si je me re´fe`re a` ce qui est e´crit
dans la loi et a` ce que vous avez dit a` de nombreuses
reprises au sein de cette commission, pour qu'une de-
mande de re´gularisation aboutisse, il faudrait impe´rative-
ment ne pas avoir rec¸u d'ordre de quitter le territoire dans
les anne´es qui pre´ce`dent la demande de re´gularisation.
Je vois que vous faites un signe ne´gatif de la te^te et
j'espe`re que cela signifie que j'ai mal compris. Je sou-
haite vraiment avoir mal compris. En effet, si ces person-
nes devaient maintenant souffrir de cette ope´ration de
police qui a de´marre´ le jour ou` on suspendait les ordres
d'expulsion du territoire, ce serait assez malheureux.
Monsieur le ministre, j'aimerais que vous me disiez ce
que sont devenues ces personnes et comment va se
de´rouler leur demande de re´gularisation ?
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
je remercie Mme Pelzer de son appre´ciation globale.
Jusqu'a` pre´sent, les choses se sont bien passe´es. Nous
vivons dans un curieux pays puisqu'en quelques mois,
on est passe´ de l'annonce du chaos a` la constatation de
la re´ussite. Mais comme on n'est jamais content, on
trouve toujours une proble`me quelque part. Il y en a bien
su^r, mais les difficulte´s auxquelles vous faites allusion
n'en sont pas dans le cadre du nombre total de dossiers
qui ont e´te´ introduits. En effet, l'ope´ration a` laquelle vous
faites une nouvelle fois allusion a e´te´ mene´e par un juge
d'instruction, et non par le ministre de l'Inte´rieur ou ses
services. Or comme vous le savez, le ministre de l'Inte´-
rieur n'a rien a` dire a` un juge d'instruction, fort heureu-
sement d'ailleurs.
Si vous relisez la loi et ses travaux pre´paratoires - et je
suis su^r que vous l'avez bien comprise -, vous verrez que
le fait d'avoir rec¸u un ordre de quitter le territoire n'em-
pe^chait nullement l'inte´resse´ d'introduire une demande
de re´gularisation. Le texte pre´voit qu'une fois la demande
introduite, l'exe´cution mate´rielle de cet ordre de quitter le
territoire n'intervient pas pendant tout le temps que la
demande est examine´e. Cependant, pour e´viter que des
demandes de re´gularisation ne soient introduites a` la
seule fin de retarder l'exe´cution mate´rielle de l'ordre de
quitter le territoire, il est pre´vu que si la demande ne
re´pond manifestement pas aux conditions de la loi, le
maintien en vue de l'e´loignement pourra e^tre ordonne´.
Nous avons longuement discute´ de ce point lors du de´bat
sur cette loi au parlement. Il faut donc que, de fac¸on
manifeste, cette demande de re´gularisation ne se fonde
pas sur les crite`res pre´vus par la loi. On ne peut admettre
en effet qu'une faveur accorde´e par l'Etat soit de´tourne´e
par certains pour prolonger, sans raison, un se´jour ille´gal
dans notre pays.
J'ajoute que non seulement cette ope´ration de re´gulari-
sation repre´sente une faveur exceptionnelle, mais qu'a`
cette occasion, nous avons pris des pre´cautions dont les
Belges n'ont pas souvent e´te´ les te´moins. Des mesures
spe´ciales ont e´te´ prises : une information a e´te´ donne´e,
des brochures ont e´te´ distribue´es, les organisations ont
e´te´ mobilise´es, l'ensemble des services communaux et
de la police ont collabore´, les heures d'ouverture des
guichets ont e´te´ e´largies. Les Belges ont-ils le souvenir
que l'on a souvent ouvert les bureaux au-dela` des heures
normales, le soir et parfois me^me le week-end si cela
e´tait ne´cessaire ? Certains ont demande´ pourquoi on
n'avait pas ouvert tous les bureaux, tous les week-ends.
Mais si je prends l'exemple de ma commune, aucune
demande de re´gularisation n'a e´te´ de´pose´e pendant ces
trois semaines. Vous vous rendez compte de`s lors de
l'absurdite´ de vouloir ouvrir la maison communale dans
ces conditions.
Dans le cadre de leur autonomie, les communes ont tenu
compte des re´alite´s du terrain et elles ont re´ellement fait
le maximum. Je suis convaincu que tous les efforts ont
e´te´ faits et que toutes les conditions ont e´te´ re´unies pour
que l'ope´ration soit une re´ussite. Avant me^me que la loi
soit vote´e, j'avais donne´ instruction a` mes services de ne
pas prendre le risque de renvoyer quelqu'un qui serait
susceptible d'e^tre re´gularisable. Cela s'est effectivement
passe´ ainsi.
Et je dois vous dire que cela me re´jouit parce que cela
prouve que, dans notre pays de´mocratique, le citoyen
peut avoir confiance en l'Etat et en ce qu'il dit.
10
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Je suis d'accord avec vous, monsieur le ministre. Et je
fe´licite vivement toutes les administrations qui ont fait
preuve d'e´norme´ment de bonne volonte´ dans le cadre de
cette ope´ration. En outre, quant a` l'interpre´tation de
l'article auquel je faisais allusion, je me re´jouis de cons-
tater que vous lui confe´rez une porte´e plus large que
celle - pluto^t restrictive - que je lui avais moi-me^me
pre^te´e. Nous verrons ce qu'il en adviendra dans la
pratique et je pense que bon nombre de personnes sur le
terrain y seront e´galement attentives et feront montre de
vigilance.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de resul-
taten van de regularisatieprocedure
(nr. 906)
Question orale de M. Guido Tastenhoye au ministre
de l'Inte´rieur sur
les re´sultats de la proce´dure de
re´gularisation
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, u heeft al gedeeltelijk op
mijn vragen naar de resultaten van de regularisatie-
procedure geantwoord. Ik zou u echter willen vragen op
welke plaatsen extra middelen werden ingezet, waar er
extra personeelsleden zijn ingezet en waar er extra
openingstijden zijn. Welke appreciatie heeft u voor de rol
die de organisaties die opkomen voor de sans-papiers in
deze procedure hebben gespeeld ? Dan denk ik ook aan
de rol die het Centrum voor Gelijkheid van Kansen heeft
gespeeld.
In de pers hebben wij vernomen dat heel wat illegalen
een soort van light-aanvragen hebben ingediend. Zij
hebben dus een summiere aanvraag ingediend en zij
zullen later hun dossier vervolledigen. Is dit een proce-
dure waar u bij voorbaat rekening heeft mee gehouden ?
Vooral op het einde van de procedure zouden er veel van
deze aanvragen zijn binnengekomen.
Wat gaat er gebeuren met de illegalen die een duidelijk
onvolledig dossier hebben ingediend en die afgewezen
moeten worden ? Hebt u al maatregelen genomen opdat
uw diensten deze mensen effectief zouden uitwijzen ?
Hoeveel asielzoekers zijn er in januari 2000 binnengeko-
men ? Dit is van belang omdat u toen extra grens-
controles heeft doorgevoerd. Deze controles hadden een
opmerkelijk resultaat. In de pers vernemen wij dat er
ongeveer 1500 illegalen zijn opgepakt en het land uitge-
zet. Wat zijn de concrete resultaten van deze grens-
controles en welke appreciatie heeft u daarvan ?
Kan u deze grenscontroles in verband brengen met het
aantal asielzoekers dat in de maand januari Belgie¨ is
binnengekomen ? Ik denk dat er een grote correlatie is
tussen deze verscherpte grenscontroles en het totaal
aantal asielzoekers dat het land is binnengekomen.
In dit verband zou ik u erop willen wijzen dat mijn partij al
jaren voor verscherpte grenscontroles pleit om zo de
instroom van asielzoekers te verminderen. Op dit vlak is
nu bewezen dat grenscontroles zeer effectief kunnen
zijn. Mijnheer de minister, bent u van plan om met deze
grenscontroles door te gaan ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter, de
waarheid is de waarheid. De heer Tastenhoye had gelijk.
Het was mogelijk op beide vragen te antwoorden.
Les conclusions de l'ope´ration sont, je le re´pe`te, tre`s
positives : participation des administrations, des ONG, et
aucun incident marquant. Des re´sultats et des chiffres
plus pre´cis me parviendront demain matin mais je crois
que nous nous situerons au-dela` de 25 000 dossiers, ce
qui est conforme a` mes estimations. Vous reconnai^trez
cependant que ce n'est pas conforme a` ce que vous
aviez dit dans cette salle de commission lorsque nous
avons discute´ du projet de loi ou` vous annonciez 120 a`
130 000 demandes.
Il faut vraiment remercier et fe´liciter les communes de
l'effort exceptionnel qu'elles ont consenti, avec l'appui de
plus ou moins 40 fonctionnaires fe´de´raux. Nous avons
veille´ a` ce que ce soient des fonctionnaires re´sidant dans
les commune ou leurs environs. Le ro^le des ONG fut
d'apporter des informations et de l'aide pour comple´ter
les dossiers.
Les demandes que vous appelez
light sont re´gulie`re-
ment introduites mais doivent encore e^tre comple´te´es.
Certaines personnes n'ont pas pu comple´ter leur dossier
dans le de´lai de trois semaines mais la loi leur permet de
le faire dans le mois suivant l'introduction de leur de-
mande. Vendredi soir, nous avions de´ja` rec¸u 10 500
dossiers et si le cas se pre´sente, il n'y a pas lieu pour
autant de parler de
phe´nome`ne.
Je re´pe`te ce que j'ai dit a` Mme Pelzer-Salandra afin
qu'elle soit comple`tement rassure´e, les inte´resse´s ont un
mois pour comple´ter leur dossier et il n'y aura pas
d'e´loignement, sauf pour les candidats qui ne re´pondent
manifestement pas aux conditions de la re´gularisation.
Pour le surplus, monsieur Tastenhoye, je ne vais pas le
dire et le re´pe´ter chaque fois, le gouvernement a de´cide´
d'une politique comportant trois piliers :
1. la re´gularisation. C'est en cours, de me^me que la
re´sorption de l'arrie´re´ et nous avons mobilise´ les moyens
pour le faire;
HA 50
COM 098
11
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
2. une modification importante de la le´gislation sur l'asile
pour que les de´cisions puissent e^tre rendues rapidement.
Il ne s'agit pas de reconstituer de nouveaux contingents
de personnes qui, dans quelques anne´es, se diront dans
les conditions qui ont justifie´ les 4 ou 5 ans permettant de
re´aliser une ope´ration de re´gularisation. Ce projet, qui
n'est pas facile a` faire, sera pre^t aux environs de Pa^ques.
J'espe`re d'ailleurs que les initiatives europe´ennes se
de´velopperont. J'ai rec¸u ce matin le commissaire euro-
pe´en concerne´ qui souhaite que des directives euro-
pe´ennes soient prises dans la foule´e du sommet de
Tampere, tant il est vrai que chacun des pays, isole´ment,
n'est pas a` me^me d'affronter le proble`me dans de
bonnes conditions;
3. en ce qui concerne l'e´loignement, la de´cision du
gouvernement et non du seul ministre de l'Inte´rieur et
me^me sans qu'il soit ne´cessaire a` chaque fois de deman-
der l'accord de ce dernier, est bien de renvoyer tous ceux
qui se trouvent en situation ille´gale sur notre territoire.
Non seulement cela n'a pas cesse´ mais cela a repris
dans le courant des dernie`res semaines. On a simple-
ment fait preuve de prudence compte tenu de l'ope´ration
de re´gularisation en cours. Je pense que ces ope´rations
vont s'amplifier. Des instructions claires ont e´te´ donne´es
pour tenter de favoriser les retours volontaires, ce qui
constitue e´videmment la meilleure solution.
Pour quitter un centre ferme´ il suffit de se plier aux
de´cisions de l'autorite´ belge et accepter de repartir.
Les instructions sont claires e´galement pour les retours
sous escorte. Ces retours ont lieu tous les jours.
C'est le cas aussi lorsque le nombre de personnes se
trouvant dans la me^me situation est suffisant pour les
renvoyer collectivement par avion civil ou par avion civil
de la de´fense nationale.
A cet e´gard, je dois vous dire qu'il n'est pas toujours facile
d'obtenir les accords de re´admission des pays dont ces
gens sont originaires. Nous devons de´ployer de gros
efforts a` cette fin.
Enfin, si je n'ai pas sous la main les chiffres de´finitifs, je
les aurai demain matin, je puis d'ores et de´ja` vous dire
qu'il est incontestable que les contro^les aux frontie`res,
lie´s a` l'ope´ration de re´gularisation, ont eu un effet extra-
ordinairement dissuasif pour les filie`res et les demandes
d'asile frauduleuses.
Nous avons refoule´, alors que l'ope´ration e´tait connue
dans toute l'Europe, des centaines de clandestins qui
tentaient de franchir nos frontie`res. S'il n'y a pas de
corre´lation imme´diate entre un contro^le aux frontie`res et
les demandes d'asile - il faut savoir qu'un certain nombre
de personnes se trouvent sur notre territoire pendant un
certain temps avant d'introduire une demande d'asile -,
on constate une chute spectaculaire des demandes
d'asile dans le courant du mois de janvier. Cela signifie
- je l'ai signale´ aux autorite´s europe´ennes - que nous
sommes de bons europe´ens mais il faut que l'Europe se
dote des moyens de coope´ration pour que les politiques
qu'elle de´cide de mener tant sur le plan national que sur
le plan europe´en soient efficaces.
Pour ma part, je suis en train de de´velopper des actions
bilate´rales. J'ai de´ja` rencontre´ mon colle`gue allemand a`
Berlin. Nous signerons ensemble une premie`re conven-
tion dans le courant du mois de fe´vrier et il m'a de´ja`
propose´ d'en ne´gocier une deuxie`me sur base d'un
mode`le de convention existant de´ja` entre l'Allemagne et
la Suisse. Je dois rencontrer prochainement mon colle`-
gue franc¸ais et les autorite´s britanniques m'ont fait part
de leur souhait d'engager des discussions bilate´rales de
me^me que le pre´sident du Benelux en exercice, le
ministre luxembourgeois de la Justice.
Je crois vraiment que cette collaboration doit e^tre ren-
force´e si nous voulons lutter efficacement contre ces
filie`res. J'ajoute que l'information et donc l'observation
sont essentielles si on veut que soit applique´ notre
arsenal le´gislatif visant a` re´primer ces trafiquants d'e^tres
humains. Mais cela signifie aussi qu'au-dela` de ces
de´marches bilate´rales, une re´action au niveau europe´en
s'impose. Il ne suffit pas de pre´voir de nouvelles incrimi-
nations, il faut surtout se donner les moyens de mettre fin
aux agissements de ces filie`res.
Vous ne me ferez jamais croire que les habitants de
Kirghizie, du Kasakhstan, ou de l'Ouzbe´kistan, se sont dit
un beau jour :
Comme la Belgique est un beau pays ! et
ont de´cide´ de venir s'installer chez nous. Ils ont e´te´
manipule´s et utilise´s par des filie`res. Nous savons
d'ailleurs que certains organisent, pour lancer l'ope´ration,
des publicite´s pre´sentant notre pays comme un ve´ritable
paradis.
Eh bien je crois qu'il faut, au moment me^me ou` notre
pays vient de faire preuve de ge´ne´rosite´ avec beaucoup
de raison et de coeur, affirmer dans le me^me temps
l'autre aspect de notre politique. Ainsi le signal doit-il e^tre
clair vis-a`-vis de l'exte´rieur : la Belgique n'est pas un
pays-passoire ou` l'on pourrait s'installer en dehors de
toute condition le´gale et ou` l'on pourrait obtenir le be´ne´-
fice de l'assistance sociale ad vitam aeternam sans
courir le risque d'une mesure d'e´loignement !
Je l'ai dit de`s le de´but et je le re´pe`te : la politique que le
gouvernement me`ne en cette matie`re comporte trois
volets et ce sont ces trois volets qui seront mis en oeuvre.
De`s lors, il n'y a plus lieu d'en discuter toutes les
semaines. Il s'agit d'une de´cision qui a e´te´ adopte´e par le
gouvernement et les services sont maintenant charge´s
de l'exe´cuter.
12
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik apprecieer het dat de minister traditiege-
trouw, althans wat hem betreft, steeds uitvoerig ingaat op
vragen en interpellaties die in commissie worden gefor-
muleerd, waarvoor mijn dank.
Toch verzoek ik u ditmaal, mijnheer de minister, meer
specifiek in te gaan op de daling van het aantal asiel-
zoekers tijdens de maand januari en op het verband met
de grenscontroles. Daarnet zei u dat honderden illegalen
aan de grens werden tegengehouden en teruggestuurd,
maar kunt u ons precieze cijfers geven ?
Vervolgens, mijnheer de minister, had u het over een
spectaculaire daling van het aantal asielzoekers tijdens
de maand januari, wat volgens u enigszins in verband
staat met de grenscontroles. Kunt u ook hieromtrent iets
duidelijker zijn ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
terzake beschik ik nog niet over exacte cijfers, maar
hopelijk zal ik deze morgen wel kunnen verstrekken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de 'Blijde
Intrede' in Antwerpen en het ongehoord brutaal op-
treden van de Antwerpse politie tegen uitingen van
vrije mening
(nr. 907)
Question orale de M. Guido Tastenhoye au ministre
de l'Inte´rieur sur
la 'Joyeuse Entre´e' a` Anvers et
l'action brutale de la police d'Anvers contre la liberte´
d'expression
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik had reeds de gelegen-
heid u tijdens het vragenuurtje van de plenaire vergade-
ring van vorige donderdag, een vraag te stellen over het
optreden van de veiligheidsdiensten tijdens de 'Blijde
Intrede' in Antwerpen op 24 januari laatstleden.
U antwoordde dat er een administratief onderzoek lo-
pende is om na te gaan of er al dan niet sprake kon zijn
van machtsmisbruik en eventueel van een verkeerd
optreden door de veiligheidsdiensten.
Mijnheer de minister, gezien ik mijn politieke beschou-
wingen terzake reeds kenbaar maakte tijdens de plenaire
vergadering, zal ik mij thans beperken tot de volgende
specifieke vragen.
Wie had de leiding over de veiligheidsoperatie in Antwer-
pen ? Hoeveel politiemensen werden er ingezet en van
welke diensten waren zij afkomstig ? Welke richtlijnen
kregen deze politie- of veiligheidsagenten en van wie
gingen deze uit ? In dat verband gebruikte de heer Luc
Lamine, hoofdcommissaris van Antwerpen de - door mij
onbekende term - gecontroleerde intimidatie; wat bete-
kent dat ? Waarom werden er onschuldige burgers pre-
ventief opgepakt, zonder indicatie dat er een misdrijf zou
worden gepleegd ? Bij mijn weten mogen personen
slechts worden aangehouden indien er duidelijk een
indicatie bestaat dat een mogelijk misdrijf kan worden
gepleegd. Waarom werd gewelddadig en buiten alle
proporties opgetreden ? Waarom werden bepaalde ar-
restanten met de handen op de rug geboeid zonder dat
er een indicatie bestond dat betrokkenen zich tegen hun
aanhouding zouden verzetten ? Waarom werden som-
mige arrestanten getoond aan de pers ? Dat is volgens
mij in tegenstrijd met de richtlijnen van het Comite´ P.
Met mijn eigen ogen zag ik hoe een oude man van
76 jaar, van wie ik de identiteit ken, werd geslagen. Ik zag
eveneens hoe jonge meisjes van 16 of 17 jaar, waarvan
een paar lid van het VNJ - het Vlaams Nationaal Jeugd-
verbond - bij het haar werden gegrepen en werden
weggesleurd. Waarom gebeurde dat ? Waarom werden
mensen met het hoofd tegen de straatstenen gedrukt en
in hun maag getrapt, terwijl zij al weerloos op de grond
lagen ? Ook daarvan was ik getuige.
Waarom beging de politie zoveel blunders en wie is
ervoor verantwoordelijk ? Volgens de pers zouden vier
gehandicapten zijn opgepakt, een monteur van de VRT,
een journalist, een persfotograaf, enkele royalisten die de
Prins kwamen toejuichen en zelfs een rijkswachter in
burger.
Hoeveel personen werden uiteindelijk opgeleid ?
Tegen welke personen zou eventueel een vervolging
worden ingesteld en voor welke redenen ? Is het juist dat
tegen bepaalde personen een vervolging zou worden
ingesteld wegens majesteitsschennis of belediging van
het Hof ? Immers, bepaalde arrestanten hebben mij
verteld dat zij van de politie te horen kregen dat de reden
waarom zij werden opgepakt zou zijn belediging van het
Hof. Welnu, volgens mij werd belediging van het Hof niet
opgenomen in ons strafrecht.
Waarom werden de arrestanten tot 18 uur aangehouden,
terwijl dit volkomen zinloos was ?
U hebt gezegd dat er een administratief onderzoek
lopende is. Is dat onderzoek uitgegaan van u zelf ? Hebt
u daartoe het bevel gegeven ? Wordt dat administratief
onderzoek uitgevoerd door het Comite´ P of gaat het hier
om een intern onderzoek bij de Antwerpse politie zelf ?
Iets wat mij zeer nauw aan het hart ligt, mijnheer de
minister, aangezien ik zelf een dochtertje van zeven jaar
heb, is het feit dat daar weer eens voor de zoveelste keer
honderden
kleutertjes
met
vlaggetjes
stonden
te
zwaaien. Op 24 januari was het ijskoud en die kleutertjes
HA 50
COM 098
13
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
hebben daar urenlang in die ijzige koude klappertandend
moeten staan. Ik vind dat een beetje wansmakelijk. Als er
werkelijk geen duizenden mensen meer kunnen worden
gevonden om het prinsenpaar te komen toejuichen, is dat
zeer spijtig voor hen. Dat is gebeurd in Antwerpen maar
ook in Luik, mijnheer de minister, waar er zeer weinig volk
was. Antwerpen en Luik hebben in dit opzicht weer eens
hun reputatie alle eer aangedaan van vurige, rebelse
steden te zijn en van dus niet akkoord te gaan met
dergelijke manifestaties van het regime. Meer specifiek
wat het inzetten van kinderen betreft, zou ik u toch willen
vragen om dat achterwege te laten.
Mijnheer de minister, welke conclusies trekt u uit deze
blijde intrede in Antwerpen ? Mijn conclusie zou zijn
- maar ik wacht op uw appreciatie - na wat er in
Antwerpen is gebeurd, om er in de toekomst mee op te
houden.
Indien uit het administratief onderzoek zou blijken dat er
vanwege de veiligheidsdiensten een misplaatst optreden
is geweest, zou u dan alsnog bereid zijn om aan die
tientallen arrestanten, die onschuldig opgepakt zijn, na-
mens de regering een woordje van verontschuldiging aan
te bieden ?
Minister Antoine Duquesne : Mijnheer de voorzitter,
collega, het was die dag inderdaad zeer koud, daarvan
kan ik getuigen.
In de eerste plaats moet ik erop wijzen dat de minister
van Binnenlandse Zaken geen enkele verantwoordelijk-
heid draagt in deze aangelegenheid, die onder de be-
voegdheid van de burgemeester van Antwerpen valt. De
gemeentepolitie is hier tussenbeide gekomen. Ik heb aan
de Antwerpse politiediensten gevraagd om mij de ant-
woorden op uw vragen te geven.
De politiediensten melden mij dat de algemene leiding
van de ordedienst in handen was van dienstdoend
politiecommissaris Dyck. De heer Lamine stond als
korpschef in voor de coo¨rdinatie van de ordediensten. Vijf
commissarissen en chefs waren eveneens op het terrein
bij de respectievelijke pelotons en secties. Twee magis-
traten van het parket van Antwerpen waren eveneens
aanwezig op het terrein.
Er waren 318 geu¨niformeerden aanwezig, waarvan een
peloton in gewoon uniform op het parcours en vijf pelo-
tons in veiligheidskledij. De verkeerspolitie verzorgde de
escorte van het prinsenpaar op het Antwerpse grondge-
bied. Andere verkeersagenten stonden in voor de ver-
keersregeling. Er was ook in personeel voorzien voor het
transport van de administratief aangehoudenen. Voor
administratie en bewaking was er in totaal 69 man
personeel in burger. Bovendien was er burgerpersoneel
van de recherche als spotters en drie gespecialiseerde
arrestatieteams. Verder waren er eveneens kleine
interventiegroepen in burgerkledij. Op het parcours was
er ook nog personeel van de sectie Informatie.
Volgens de politiediensten werden verschillende vooraf-
gaandelijke vergaderingen belegd met de commissaris-
sen en officieren die de leiding van de pelotons hadden.
Gelet op aanplakkingen, bomdreigingen, graffiti, het be-
smeuren van het beeld van koning Boudewijn en
betogingsrisico tegen het koningshuis, werd beslist om
vijf pelotons in veiligheidskledij in te zetten in plaats van
het normaal voorziene uniform.
Op 21 januari om 19.30 u werd een spoedbijeenkomst
belegd. De ultieme briefing met de laatst gekende gege-
vens gebeurde 's morgens om 7 uur. Er werd opgedra-
gen om snel en krachtdadig op te treden bij verstoringen
van de openbare orde teneinde escalatie geen kans te
geven. Er werden toegang-sassen voorzien om ver-
dachte personen, die een potentieel gevaar zouden
kunnen zijn, af te tasten en ze preventief voor te leiden
indien zij in bezit waren van propagandamateriaal of
andere verdachte voorwerpen. Gezien de beschikbare
informatie, hebben de politiediensten besloten om bij de
minste blijk van ordeverstoring in te grijpen.
Wat de keuze inzake operationeel optreden betreft, is de
lokale overheid bevoegd.
Gecontroleerde intimidatie betekent dat er aan de sassen
een duidelijk preventief signaal werd gegeven aan poten-
tie¨le ordeverstoorders - het zogenaamde ontradingsef-
fect. Dit is zeker geen nultolerantie. De beslissing om
pelotons in veiligheidskledij op te stellen en in te zetten
maakt deel uit van deze ontradingspolitiek. Het politie-
optreden ten aanzien van verspreid opgestelde ordever-
stoorders is niet nieuw en werd reeds ingeoefend naar
aanleiding van andere ordehandhavingsoperaties. Het
krachtdadig optreden had tot doel potentie¨le ordever-
stoorders een signaal te geven dat eventuele ordever-
storing niet geduld zou worden.
Het gei¨soleerd en verspreid optreden van de ordever-
stoorders had tot gevolg dat de interventie-eenheden in
burger zeer kort op de bal moesten spelen en snel
moesten beslissen.
De politie van Antwerpen is niet op de hoogte van het feit
dat een 76-jarige man werd geslagen en een jong meisje
bij de haren werd weggesleurd. Het is wel correct dat een
aantal omstanders naar opgepakte personen hebben
gestampt.
Wat de aanhoudingen betreft, deelt de gemeentepolitie
mee dat voor de aanvang van de ordehandhaving een
persoon werd opgepakt die zich vreemd gedroeg. Hij
droeg een spandoek met de woorden :
Ik ben zot.
Mathilde, ik wil jou ontmoeten
. Op het spandoek stond
14
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
een telefoonnummer vermeld. De man verzette zich
hevig tegen de politieagenten die zijn spandoek afna-
men. De betrokkene werd voorgeleid en later overge-
bracht naar de psychiatrische afdeling van het AZ
Stuivenberg.
Vijf andere personen die zich vreemd gedroegen aan de
nadarafsluitingen, werden met zachte hand verwijderd.
Een therapeut van het AZ Stuivenberg heeft hen opge-
haald
in
het
politiebureau
Noordlaan.
De
VRT-
cameraman die tussenbeide was gekomen bij de arres-
tatie
van
een
betoger
werd
eveneens
naar
het
politiebureau weggevoerd. Hij was niet in het bezit van
een aan de pers uitgedeelde accreditatiekaart. Na een
paar telefoontjes werd hij opnieuw naar de Grote Markt
gebracht.
De rijkswachter in burger die op dat ogenblik geen dienst
had, bevond zich bij zijn arrestatie bij een groepje
manifestanten. Hij heeft zich niet bekend gemaakt en had
geen identificatiekaart van de rijkswacht bij zich. De
rijkswacht heeft terzake een onderzoek gestart.
In totaal werden 91 mensen opgepakt : 89 voor admini-
stratief onderzoek en 2 voor gerechtelijk onderzoek.
Twee processen-verbaal voor strafrechtelijke feiten wer-
den opgesteld. Verdere beoordeling zal door het parket
gebeuren. Processen-verbaal voor de administratieve
aanhoudingen werden opgesteld.
De opgepakte personen werden vanaf 17 uur vrijgelaten.
Volgens de politiediensten bestond immers de vrees dat
deze ordeverstoorders zich alsnog naar Lier of Herentals
zouden begeven door de verlating van het programma.
Op uw elfde vraag kan ik neen antwoorden. Gezien de
informatie in mijn bezit ben ik niet van mening het Comite´
P een onderzoek van deze zaak te moeten vragen.
Wat de aanwezigheid van kinderen op het parcours
betreft, heb ik geen commentaar te geven. Ik heb zelf
kinderen en kleinkinderen maar ik ben niet de vader van
alle kinderen in Belgie¨. Te oordelen naar hun glimlach
naar het prinselijk paar - dat hen trouwens heeft terug-
gegroet - heb ik de indruk dat ze beloond werden voor het
lange wachten.
De blijde intrede was voor duizenden bezoekers en
tienduizenden televisiekijkers een feestelijke gebeurte-
nis. Slechts een minderheid, die gekant is tegen het
vorstenhuis, heeft van deze gebeurtenis gebruik ge-
maakt om de orde te verstoren en uiting te geven aan
haar extreem gedachtegoed. Er is zeker geen sprake van
een fiasco. Men kan integendeel gewagen van een
succes en van een jubelende menigte.
Ik heb mij niet te verontschuldigen voor de tussenkom-
sten van de gemeentelijke politiediensten die - tot bewijs
van het tegendeel - wettelijk en geoorloofd zijn opgetre-
den. Die diensten vallen bovendien onder de verantwoor-
delijkheid van de burgemeester.
De voorzitter : Mijnheer de minister, bedankt voor
la
petite histoire
. U moet er nog iets aan toevoegen. Het is
algemeen bekend dat de prins en de prinses nadien een
psychiatrische instelling hebben bezocht. Was dat die-
zelfde instelling ?
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, eens te meer wil ik u
danken voor uw zeer uitgebreid antwoord. U bent gede-
tailleerd ingegaan op mijn vragen. Ik apprecieer dat ten
zeerste.
U zegt dat er 91 mensen administratief werden opgepakt,
waarvan er twee gerechtelijk vervolgd zullen worden.
Kunt u specificeren welke beschuldigingen tegen deze
twee personen door de politie werden ingeroepen ?
Tot slot zou ik een algemene bemerking willen maken die
veel mensen hebben gemaakt. Als de politie altijd zo
efficie¨nt en kordaat zou optreden tegen alle vormen van
misdaad, zoals ze in Antwerpen is opgetreden tegen
onschuldige republikeinen - die daarom geen extremis-
ten zijn -, dan zou ons land veel veiliger zijn. Dat uw
veiligheidsdiensten efficie¨nt kunnen optreden, hebt u
deze maand bewezen met de drie weken durende cam-
pagne van grenscontroles. De politiediensten kunnen
het, maar de politici moeten ze de opdracht geven. Ze
moeten hun politieke verantwoordelijkheid opnemen.
Minister Antoine Duquesne : De twee arrestanten wor-
den vervolgd voor slagen en voor drugsbezit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
het
tweede rapport van het Koninklijk Meteorologisch
Instituut in verband met de overstromingen van 26 en
27 december 1999
(nr. 917)
Question orale de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Inte´rieur sur
le deuxie`me rapport de l'Institut royal
me´te´orologique relatif aux inondations des 26 et
27 de´cembre 1999
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige vrijdag hebben wij opnieuw
via de radio vernomen dat het tweede rapport van het
KMI klaar is. Wij vernamen ook de inhoud van het
rapport. Als ik het goed begrijp, komt het op het volgende
HA 50
COM 098
15
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Simonne Creyf
neer. In de maand december was er wel een uitzonder-
lijke neerslag. Men zegt zelfs dat dit maar een keer om de
honderd jaar zou voorkomen. Het KMI zegt echter dat er
geen noodzakelijk verband is tussen de overvloedige
neerslag in december en de overstromingen van 25, 26
en 27 december. Dit verband zou niet bewezen zijn
omwille van een aantal redenen die het KMI opsomt.
Ik denk dat de bal nu in het kamp van de minister ligt,
vermits het rapport niet duidelijk en eenduidig is. Welke
conclusies zult u trekken uit dit rapport, mijnheer de
minister ? Bent u van plan om nog andere adviezen in te
winnen ? De wet schrijft voor dat u uw adviezen op
diverse manieren kunt inwinnen. Dat kan onder meer bij
de gemeenten en de provinciegouverneurs. Zal u nog
andere adviezen inwinnen ? De getroffen gezinnen blij-
ven in onzekerheid vertoeven, nu toch al 6 weken na de
feiten. Hebben zij nog iets te verwachten ?
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
che`re colle`gue, il faut en effet tout faire pour acce´le´rer les
choses. L'IRM m'a re´pe´te´ qu'il faisait preuve d'un maxi-
mum de diligence. Vous savez que le gouvernement
vient d'approuver un projet de loi qui va permettre, par le
biais de l'assurance, de couvrir les de´ga^ts re´sultant de ce
type de calamite´, l'intervention du fonds des calamite´s ne
se faisant plus qu'a` titre subsidiaire. Ce sera d'ailleurs
l'occasion de revoir son fonctionnement et son mode
d'intervention.
Dans son premier avis, l'IRM conclut que les vents et les
pre´cipitations entre le 24 et le 27 de´cembre 1999 ne
pre´sentaient aucun caracte`re exceptionnel ni aucune
intensite´ impre´visible. L'IRM a cependant fait remarquer
que le mois de de´cembre fut tre`s humide et le cabinet a
demande´ un avis comple´mentaire le 21 de´cembre. Dans
son avis comple´mentaire du 27 janvier 2000, l'IRM
observe la pe´riode du 11 au 26 de´cembre et conclut que
le caracte`re exceptionnel des pre´cipitations ne couvre
qu'une partie relativement limite´e du pays : le nord du
pays et la partie extre^me sud de la province du Hainaut.
Cette constatation s'appuie sur le crite`re d'e´valuation
d'une pe´riode de retour au moins e´gale a` 20 ans, retenu
au Conseil des ministres du 18 avril 1986.
L'IRM conclut qu'il est difficile de relier les pre´cipitations
cumule´es sur le mois entier aux inondations dans la
pe´riode de Noe¨l. Ainsi, malgre´ le fait que tout le pays ait
e´te´ concerne´ par des pre´cipitations cumule´es, plusieurs
re´gions du pays n'ont pas e´te´ touche´es par les inonda-
tions, alors qu'elles l'ont e´te´ dans le passe´, notamment
en 1993 et en 1995.
Je soumettrai donc un dossier au Conseil des ministres
avec la demande de de´cider dans quelle mesure - et je
fournirai tous les e´le´ments objectifs d'appre´ciation - les
pre´cipitations importantes entre le 11 et le 26 de´cembre
peuvent e^tre conside´re´es comme un phe´nome`ne naturel
a` caracte`re exceptionnel ou d'une intensite´ impre´visible
ayant cause´ des de´ga^ts importants tels que vise´s par la
loi du 7 juillet 1976.
L'interrogation a` ce sujet du seul IRM est conforme aux
directives contenues dans la circulaire ministe´rielle du
7 juillet 1986 relative a` l'application de la loi du 12 juillet
1976 relative a` la re´paration de certains dommages
cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s naturelles
- nouvelles normes de reconnaissance comme calamite´
naturelle. Dans cette circulaire, l'IRM est de´signe´ comme
institut disposant des moyens pour de´terminer la fre´-
quence des phe´nome`nes me´te´orologiques. Au cas ou`
l'honorable membre aurait des questions au sujet de la
me´thode scientifique applique´e par l'IRM, je la renvoie a`
mon colle`gue, le ministre de l'Economie dont rele`ve
l'IRM.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de minister,
ik dank u voor uw antwoord, alhoewel ik het jammer vind
dat u de vragen van leden van het Vlaams Blok wel in het
Nederlands beantwoordt en niet die van de andere leden.
De eerste woorden van de minister waren dat in dit
dossier men zich niet moet overhaasten. Ik denk niet dat
er op dit ogenblik van enige overhaasting sprake is. Wij
zijn zes weken later en wij staan nog nergens.
Mijnheer de minister, misschien weet u het niet maar het
dossier van de verzekeringsbemiddeling is een dossier
dat ikzelf al jaren opvolg in de commissie voor de
Economische Zaken. Ik heb er de minister van Economie
over ondervraagd. Hij heeft geantwoord dat dit wetsont-
werp ten vroegste in april in het parlement kan worden
ingediend, want het moet eerst voor advies aan de Raad
van State worden voorgelegd.
Mijnheer de minister, hoe is de stand van zaken voor dit
dossier ? Als ik u goed heb begrepen, is er nog geen
beslissing. U zegt dat de Ministerraad op basis van een
aantal gegevens zal beslissen. Welke zijn deze gege-
vens ? Wat zal u voorleggen aan de Ministerraad ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.50 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 11.50 heures.
16
HA 50
COM 098
01-02-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000