KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 970
CRIV 50 COM 970
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
04-02-2003
04-02-2003
09:30 uur
09:30 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het couperen van staarten bij
sommige schapenrassen" (nr. A837)
1
Question de M. Ferdy Willems au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
caudectomie chez certaines races de moutons"
(n° A837)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Ferdy Willems, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "wilde dieren
in het circus" (nr. A867)
6
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les animaux
sauvages dans les cirques" (n° A867)
6
Sprekers:
Ludwig Vandenhove, Jef
Tavernier, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Ludwig Vandenhove, Jef
Tavernier, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de uitstoot door
verbrandingsmotoren" (nr. A847)
8
Question de M. Hubert Brouns au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les émissions
des moteurs à combustion" (n° A847)
8
Sprekers: Hubert Brouns, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voorstel van de Vlaamse
regering om rioolslib te storten op
landbouwgrond" (nr. A884)
10
Question de M. Hubert Brouns au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la proposition
du gouvernement flamand de déverser des boues
d'épuration sur des terres arables" (n° A884)
10
Sprekers: Hubert Brouns, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de berging van de Tricolor"
(nr. A892)
13
Question de M. Luc Goutry au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le renflouage
du Tricolor" (n° A892)
13
Sprekers: Luc Goutry, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
4
FEBRUARI
2003
09:30 uur
______
du
MARDI
4
FEVRIER
2003
09:30 heures
______

La séance est ouverte à 09.38 heures par Mme Colette Burgeon, présidente.
De vergadering wordt geopend om 09.38 uur door mevrouw Colette Burgeon, voorzitter.
01 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het couperen van staarten bij sommige schapenrassen" (nr. A837)
01 Question de M. Ferdy Willems au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la caudectomie chez certaines races de moutons" (n° A837)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, deze kwestie is belangrijk voor wie ze aanbelangt. Voor
anderen, zoals ikzelf, is het een zeer technische zaak. Daarom heb ik
mijn vragen vrij uitgebreid gemaakt. Op die manier kan ik ook een
korte discussie krijgen en een duidelijk antwoord.

Mijn vraag gaat terug op een aantal brieven van de Vereniging voor
Kwekers van Vleesschapen, op een aantal ontmoetingen die zij
gehad heeft met uw administratie en met u en op een brief waarin u
de vereniging geantwoord hebt. De vereniging vraagt een afwijking
van het reglement dat amputatie verbiedt, voor een vijftal
schapenrassen naar analogie van de varkenshouders. De vijf rassen
zijn Ile-de-France, Bleu du Maine, Rouge de l'Ouest, Suffolk Down
en Hampshire Down. Ze zegt dat de doelstellingen zelf zeer goed
zijn.

Daarom stel ik mijn vragen. Ten eerste, is dit voor deze specifieke
dieren in het belang van het dierenwelzijn? De fokkers geven toe dat
de ingrepen in integriteit gebeuren. Het houdt een verminking in. Ze
zeggen echter ook dat de bevuilde staart verzorging moeilijk maakt,
dat die niet esthetisch is en het dier onnodig leed bezorgt. Is in dit
geval het dierenwelzijn er dus mee gediend? Dat is mijn eerste
vraag.

Ten tweede, ze zeggen dat het couperen van staarten bij deze
rassen een gevaar is voor het welzijn van de dieren. Men noemt dan
de bekende ziekte myasis of huidmadenziekte. Dit is een
longaandoening. In het antwoord dat u gegeven hebt, zegt u dat dat
volgens de administratie niet juist is. Ik heb hier de studie van het
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): A
l'instar de l'initiative prise à l'égard
des éleveurs de porcs,
l'association nationale des
éleveurs de moutons à viande
demande qu'il puisse être dérogé
à l'arrêté relatif aux mutilations du
17 mai 2001 pour cinq races de
moutons. En outre, l'association
insiste pour que davantage
d'études et d'expériences soient
menées. De nombreux arguments
en faveur de la caudectomie chez
certaines races de moutons
étayent sa demande.
Les dérogations à l'interdiction
d'amputation visent-elles le bien-
être des animaux? La
caudectomie est-elle de nature à
menacer la santé des animaux ou
du consommateur? Quelle est la
valeur des arguments avancés par
les éleveurs qui se fondent sur
des études scientifiques et des
expériences pratiques? Le
ministre a-t-il demandé l'avis
d'experts, de groupements
d'intérêts ou d'organes
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
ministerie voor Landbouw waaruit u geciteerd hebt, bij me. Op
bladzijde 43 gaat het over hoe men myasis kan voorkomen. Er wordt
hierover niets verteld. Ik moet u wel volledigheidshalve vermelden
dat op bladzijde 44 staat dat couperen wordt genoemd als een
belangrijke preventieve maatregel. Dat is op de volgende bladzijde.
Men heeft die misschien niet gelezen.

Dat antwoord is niet volledig.

Ten derde, hoe worden de ingeroepen argumenten geëvalueerd die
werden ontleend aan wetenschappelijke studies? De brieven noemen
er een paar: Sheep Droaf, Van Hauw en Leeuwarden. Die zeggen dat
het niet-couperen van staarten een slechte zaak is. Zij verwijzen ook
naar het uit de handel nemen van het geneesmiddel Nyocitol dat
daartoe normaal voorhanden is.

Ik verontschuldig mij voor het technisch karakter van mijn vragen,
maar ik kan niet anders.

Ten vierde, werd of wordt bij deskundigen, belangengroepen of
adviesorganen hierover reeds informatie ingewonnen? Ik denk hierbij
concreet aan de Raad voor Dierenwelzijn die terzake vrij vlug moet
kunnen beslissen. Dat zijn allemaal deskundigen die deze technische
materie moeten uitvlooien en zien wat hieraan kan worden gedaan.

Mijn vijfde vraag is volgens mij een heel belangrijke vraag vanuit
deze invalshoek. Kan de overheid steun verlenen ­ hetzij materieel
of financieel zoals in Engeland gebeurt waar de regering onderzoek
steunt, hetzij via het aannemen van een voldoende lange
overgangsmaatregel ­ aan initiatieven om te komen tot een
doelgerichte selectie om het gestelde doel te bereiken? In een, studie
Veterinary Medical ­ ik heb de daarover handelende bladzijden bij ­
, wordt uitdrukkelijk gesteld dat dat niet eenvoudig is, dat het een
zaak wordt van heel lange termijn. Dit vraagt veel tijd, maar het
onderzoek moet uitwijzen of deze vraag gerechtvaardigd is of niet.
De kweek aanpassen is immers een zaak van heel lange termijn. De
mensen vragen om de benodigde tijd. Zij stellen zelfs voor het
onderzoek te laten uitvoeren in Gent waar men over de nodige staf,
de nodige infrastructuur en de nodige dieren beschikt. Zij stellen ook
dat de diensten van het ministerie daarbij moeten worden betrokken.

Ten zesde, wordt de suggestie overwogen om bij het couperen
minimaal vier staartwervels te behouden? Dit gebeurt nu reeds bij
ooien. De dieren zouden dan minimaal lijden en alle speerfuncties
blijven in stand. Het pro weegt hier op tegen het contra.

Ten zevende, houdt men rekening met de op komst zijnde Europese
regelgeving inzake voedselveiligheid en vrije competitie?

Ten achtste, kan de uitwerking, naar buitenlands voorbeeld, van een
"code van een schapenhouder" hierbij een oplossing brengen?

Ten negende, werden de bezwaren vanuit de islam ondervangen?
Men zegt dat de islam een niet-verminkt dier vraagt. Het antwoord
dat men daarop geeft is dat er geen probleem is, vermits er
daarbuiten nog voldoende schapen aanwezig zijn om die dieren niet
te gebruiken voor islamieten.
consultatifs? Les pouvoirs publics
sont-ils prêts à soutenir
financièrement ou par des
mesures de transition des
initiatives visant à sélectionner
des races laineuses et sans
longue queue? Que pense le
ministre de la suggestion de
conserver au minimum quatre
vertèbres caudales lors de
l'amputation de la queue? La
législation belge a-t-elle été
évaluée en fonction de la
réglementation européenne? Que
pense le ministre de la rédaction
éventuelle d'un code pour les
éleveurs de moutons, tel qu'il
existe dans d'autres pays?

Les objections à l'encontre de la
mutilation d'animaux émanant de
la population islamique ont-elles
été suffisamment prises en
compte?

Le ministre envisage-t-il à court
terme d'assortir l'interdiction
d'amputation de dérogations
inspirées par le souci du bien-être
des animaux?
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ten slotte, overweegt de minister op korte termijn aanvullende
maatregelen? Hierbij heb ik een aanvulling. Ik heb stukken bij van de
Nederlandse Tweede Kamer der Staten-Generaal. Ik lees daaruit
voor: "Constaterend dat ingevolge het Ingrepenbesluit van 1996 per
1 september 2001 een coupeerverbod voor schapen geldt; van
mening dat dit in principe een goed besluit is; constaterend dat voor
de rassen Suffolk en Hampshire Down in verband met gezondheids-
en welzijnsoverwegingen inmiddels ontheffing is verleend." In
Nederland heeft men dus die goede maatregel genomen, maar heeft
men tegelijkertijd de uitzonderingen vanuit dierenwelzijn in
overweging genomen.

Ik excuseer mij voor deze zeer technische uitleg, maar ik denk dat dit
voor een kleine groep mensen belangrijke zaken zijn.
01.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, collega
Willems, ook ik heb een paar maanden geleden ontdekt dat dit een
zeer belangrijk deel was van mijn bevoegdheid. Ik heb me op het
terrein begeven om een zicht te krijgen op de problematiek.

Waar komt het op neer? U hebt een technische uitleg gegeven over
de soorten schapen. Het komt erop neer dat de schapen zo sterk
geëvolueerd zijn en gefokt worden met het oog op een bepaald
schoonheidsideaal met dikke staarten. Gevolg is dat de staarten de
kracht van de spieren overstijgen, zodat de schapen er niet langer in
slagen hun staart te gepasten tijde op te heffen. Dat heeft een aantal
nadelige gevolgen.

De wetgeving inzake het verbod van amputeren en verminkingen
aanbrengen aan dieren bevat een aantal uitzonderingen met
betrekking tot de amputatie. Men heeft dat toegestaan bij de ooien,
de vrouwelijke schapen, omdat anders hun voortplanting in het
gedrang zou komen. Men heeft dat niet toegestaan voor de
mannelijke schapen. Daar zit het probleem. Omdat ze hun staart niet
meer kunnen opheffen, hoopt op een bepaald moment het vuil zich
op aan de staart. Bepaalde vliegensoorten kunnen zich daar
nestelen; er kunnen wormen binnendringen met myasis tot gevolg.
Om de myasis tegen te gaan stelt men dat amputatie van de
schapenstaart de oplossing is.

De vraag is of men de myasis ­ wormen die binnendringen en het
vlees aantasten ­ tegenhoudt door het amputeren van de staart van
schapen. Uit studies blijkt dat dit eventueel wel een element is van
het probleem, maar zeker niet de oplossing, omdat myasis zich ook
op andere plaatsen van het lichaam voordoet. De oplossing is een
hygiënischer onderhoud van de schapen enzovoort. Natuurlijk is er
wel een concentratie aan de staart.

Zijn er wetenschappelijke studies die dat bevestigen? Er zijn
wetenschappelijke studies die zeggen dat er eigenlijk weinig verschil
is in het voorkomen van myasis bij schapen wiens staart is
geamputeerd en schapen bij wie de staart niet is geamputeerd.
Bovendien kan het een oplossing zijn de staarten meer te reinigen of
te scheren, zodat het vuil er niet in blijft kleven en de staart minder
dik wordt. Natuurlijk vraagt dat veel werk, dat weten degenen die het
al ooit gedaan of geprobeerd hebben. Schapen scheren kan, maar
men moet dan ook nog tussentijds de staart scheren. Dat is
precisiewerk. Men kan de staart verwonden, enzovoort. Een andere
01.02 Jef Tavernier, ministre: La
réponse que je suis en mesure de
fournir à M. Willems se fonde
notamment sur l'expérience dont
je dispose à la suite de différentes
visites rendues "sur le terrain". Le
noeud du problème est le suivant:
pour des raisons purement
esthétiques, on privilégie
actuellement, pour certaines
races, des moutons dont
l'appendice caudal est épais et
laineux. Le problème est que cet
appendice devient trop lourd pour
les muscles qui le soutiennent de
sorte que le mouton peut à peine
le remuer. L'accumulation
d'excréments sous la queue et à
proximité de la queue provoque la
myiase ovine. La mouche y pond
ses oeufs et les larves pénètrent à
travers la peau dans le mouton.
La question qui se pose est de
savoir si la caudectomie constitue
une méthode efficace pour lutter
contre la myase. Des études
montrent que si la caudectomie
réduit les risques, elle n'apporte
pas de solution définitive au
problème. La myiase atteint
également les moutons ayant subi
une caudectomie mais elle
s'attaque alors à d'autres parties
du corps. La myiase peut être
combattue de différentes façons,
notamment en nettoyant
systématiquement l'animal aux
endroits vulnérables ou en rasant
régulièrement la queue. La
caudectomie peut nuire
gravement à la santé de l'animal.
Chaque année, plusieurs agneaux
meurent à la suite de cette
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
oplossing zou natuurlijk het kweken van smallere, lichtere, kortere
staarten kunnen inhouden, maar dat vraagt een fokprogramma op
langere termijn.

De wet op het verbieden van amputatie is lange tijd ­ men zegt mij
gedurende meer dan negen jaar ­ besproken.

Landbouworganisaties, universiteiten, de Orde der Dierenartsen, alle
werden zij geconsulteerd. Wat stellen wij nu vast? Wat is de
oplossing voor het probleem? Ik denk dat er een oplossing mogelijk
is op korte termijn en een op lange termijn.

Op korte termijn zou men binnen de bestaande wetgeving kunnen
streven naar een grotere hygiëne voor de schapen: bijvoorbeeld
vaker scheren of vaker de staart uitwassen. Dat is een oplossing op
korte termijn. Op lange termijn kan men fokprogramma's starten om
schapen te fokken met kortere en smallere staarten. Men zegt mij dat
dat laatste moeilijk is, omdat men op dit moment aan het fokken is
om scrapieresistente rassen te krijgen. Men zegt mij: wanneer men
die twee doelstellingen in de fokprogramma's gaat mengen, maakt
men het zeer moeilijk.

Daarnaast zou het programma moeten gekoppeld worden aan wat ik
de esthetische eisen bij wedstrijden zal noemen. U weet dat men
voor verschillende diersoorten geregeld wedstrijden organiseert
waarbij men bepaalde kenmerken kwalitatief of als esthetisch
belangrijk beschouwt. Bij de schapen ging het bijvoorbeeld om een
goede dikke staart. Nu zou dat een smalle korte staart moeten
worden. Het ene moet gekoppeld zijn aan het andere. Anders weet
de kweker niet wat hij moet doen: moet hij ter bestrijding van myase
smalle staarten kweken of moet hij met het oog op de wedstrijden
schapen met dikke staarten fokken? Die doelstellingen moeten dus
op dezelfde lijn gebracht worden.

Misschien vindt men dat dit alles niet voldoende is en dat dit niet
kan. Daarom heb ik aan de organisaties een oproep gedaan. Ik heb
hun gevraagd een dossier in te dienen bij de Raad voor
Dierenwelzijn. De Raad voor Dierenwelzijn wordt deze week
samengesteld. Die Raad vormt het overlegplatform. Ik heb mij dus
op geen enkele manier verbonden om dat besluit te wijzigen. Ik heb
gezegd dat eerst de Raad eventueel zijn goedkeuring over het
dossier moet geven. De Raad moet het in elk geval bespreken en mij
een advies geven. Op dat moment kan het besluit eventueel worden
aangepast.

Wat betreft de zogenaamde code of good practice, daarover heeft
men mij gesproken. In Engeland is die code blijkbaar van kracht.
Men heeft mij echter tot op heden nog geen voorstel gedaan. Dat zou
immers één element kunnen zijn in de globale oplossing.

Ten slotte, er zijn bezwaren uit islamitische hoek. De islamieten
kunnen schapen krijgen die niet geamputeerd zijn. Natuurlijk, als een
islamiet dan zijn schaap op een bepaald moment wil verkopen, heeft
hij er voordeel bij dat het schaap niet geamputeerd is. Het gaat hem
echter over bepaalde rassen.

Dat is het antwoord dat ik kan geven. Ik ben mij bewust van de
problematiek. Ik stel wel vragen bij wat ik bijna de
intervention qui se déroule
fréquemment dans de piètres
conditions d'hygiène. Certaines
études scientifiques défendent
l'amputation tandis que selon
d'autres études, l'amputation n'a
aucun effet positif pour la santé de
l'animal. La caudectomie n'est pas
interdite pour tous les moutons:
une dérogation a été accordée
pour les brebis en raison des
problèmes reproductifs qui se
posent chez les animaux dont
l'appendice caudal est fort
développé. La caudectomie est
uniquement interdite pour les
béliers. L'arrêté relatif aux
mutilations a été élaboré avec
beaucoup de soin. Pendant des
années, des experts ainsi que des
organisations agricoles, des
associations d'éleveurs et des
vétérinaires ont été consultés. Il
convient de se demander si une
dérogation supplémentaire à cet
arrêté doit être accordée pour
régler un problème saisonnier et
régional qui ne touche qu'un
nombre limité d'animaux et pour
lequel il existe d'autres solutions.
Nous nous sommes renseignés
auprès des pays voisins qui
connaissent une législation
comparable. Nous avons
demandé aux éleveurs de
moutons de nous transmettre un
"code of good practice". A ce jour,
celui-ci ne nous a pas encore été
communiqué. L'association
nationale n'a pas réagi aux
objections formulées par les
milieux islamistes. Si les éleveurs
ne peuvent plus vendre aux
musulmans des béliers à la queue
coupée, cela pose bien
évidemment un problème
commercial pour le secteur. J'ai
proposé au secteur de constituer
lui-même un dossier contenant les
objections, les problèmes et les
solutions proposées et de le
soumettre au Conseil pour le bien-
être des animaux. Ce Conseil
constitue la plate-forme de
concertation. Je ne me suis donc
en aucune manière engagée à
modifier cet arrêté. J'ai dit que le
Conseil devait d'abord
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
gemakkelijkheidoplossing zou noemen. Ik denk dat de oplossing die
men onmiddellijk voorstelt het probleem ten gronde niet echt oplost.
Er zal op lange termijn moeten worden gewerkt. Ik ben echter bereid
om het globale dossier te bekijken na het advies van de Raad voor
Dierenwelzijn. Men moet wel eerst bij die Raad een dossier indienen.
éventuellement marquer son
accord sur ce dossier. Le Conseil
doit en tout état de cause
l'examiner. S'il devait apparaître
en fin de compte qu'un problème
fondamental se pose
effectivement et qu'il ne peut être
réglé que par le biais d'une
modification de la réglementation,
je serai alors disposé à examiner
les propositions du Conseil pour le
bien-être des animaux et à
prendre les mesures qui
s'imposent.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik stel vast dat u net als ik dit probleem bestudeerd
hebt.
01.04 Minister Jef Tavernier: Ik ben op het terrein geweest.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Ja, maar ik ook. Ik heb intussen ook
inspanningen gedaan om dit te verstaan.

U hebt het probleem ten gronde aangekaart. Het gaat inderdaad om
een historisch probleem. Vroeger kweekte men die dieren zodanig
dat die staarten geen probleem waren. Met de moderne,
hedendaagse voedingsmethoden heeft men problemen gecreëerd.

U heeft het over studies. Ik kan toch moeilijk aanvaarden dat u
adviseert om ... U verwijst naar een studie "Hoe myasis
voorkomen?". Op bladzijde 44 staat letterlijk, ik citeer: "ook (...)
wordt vaak genoemd als belangrijke preventieve maatregel." Ik zou
willen vragen om dit eens na te kijken.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID):
Je constate que le ministre a
également étudié ce problème.
Autrefois, la queue ne posait pas
de problèmes en ce qui concerne
l'élevage de ces animaux. Dans le
cadre de l'élevage industriel, il en
va tout autrement. Les études
sont contradictoires.
01.06 Minister Jef Tavernier: Dit gaat uit van het Vlaamse Gewest.
De coördinatie tussen de diensten is niet altijd perfect maar zij
verbetert.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Dan ben ik samen met u vragende
partij voor verder onderzoek. U verwijst zeer terecht naar de Raad
voor Dierenwelzijn die moet trancheren in een zaak die al jaren
aansleept. Ik zou toch willen vragen dat u voor een zeer beperkte
groep schapen en voor een voldoende lange tijd overweegt om naar
Nederlands en Engels voorbeeld dit op zijn minst te onderzoeken.

Ik ben het eens met de (...) verzorging. U heeft ook gelijk inzake de
fokprogramma's. In Engeland bestaat dit ook. In Gent hebben wij op
dit vlak de mogelijkheden. Vandaar mijn aanbeveling om dit
probleem te blijven onderzoeken zodat op een relatief korte termijn
tot een oplossing kan worden gekomen.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID):
Je suis, dès lors, demandeur
d'une étude plus approfondie sur
un nombre réduit de moutons,
comme aux Pays-Bas et en
Grande-Bretagne. Le dernier mot
doit en tout état de cause revenir
au Conseil pour le bien-être des
animaux.
01.08 Minister Jef Tavernier: Ik hoop dat men zo vlug mogelijk een
dossier indient waarin men de verschillende elementen van oplossing
op korte en lange termijn voorstelt. We kunnen dit enkel oplossen in
een globaal kader.
01.08 Jef Tavernier, ministre:
J'espère qu'un dossier sera
introduit dans les meilleurs délais,
ce qui nous permettra d'évaluer
toutes les solutions possibles, à
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
court et à long terme. Le problème
ne peut être résolu que dans un
cadre global.
01.09 Ferdy Willems (VU&ID): Wij hebben voldoende vertrouwen in
de Raad voor Dierenwelzijn omdat die zowel het economische aspect
als het aspect van dierenwelzijn in aanmerking zal nemen om een
juiste keuze te maken.
01.09 Ferdy Willems (VU&ID):
Nous sommes convaincus que le
Conseil pour le bien-être des
animaux prendra en considération
tant l'aspect économique que le
bien-être des animaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "wilde dieren in het circus" (nr. A867)
02 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "les animaux sauvages dans les cirques" (n° A867)
02.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb een korte vraag over het eventueel
verbod van wilde dieren in circussen omdat de berichtgeving
daarover niet erg duidelijk is. Ik wil daar graag enige verduidelijking
over krijgen. Mijnheer de minister, ik heb begrepen dat u na het zien
van de beelden van Gaia aangekondigd hebt dat u een soort
vergunningenstelsel zou invoeren. U zou werken met een
vergunningenstelsel waaraan men zou moeten voldoen om al dan
niet nog wilde dieren te kunnen houden. Dat zou zowel om de aard
van de wilde dieren gaan als om de activiteiten die al dan niet nog
kunnen.

Ik heb een dubbele vraag. Ten eerste, blijft u bij dat standpunt? Zo
ja, wat is dan de termijn waarbinnen die vergunningen uitgevaardigd
worden, los van het feit dat dit niet evident of simpel is? Ik heb
intussen ook begrepen dat u de opdracht gegeven hebt om dat
wetenschappelijk te laten onderzoeken. Men zegt mij dat dit geen
eenvoudige materie is om in vergunningen te gieten. Vooral de
controle zou niet evident of eenvoudig zijn. Regels opleggen is
natuurlijk goed maar men moet ze ook kunnen controleren, anders
heeft het geen zin. Als u bij die stelling blijft, zou ik u willen vragen
wat uw timing terzake is.

Ten tweede, is er overleg geweest met de Gemeenschappen of de
Gewesten, in ons geval uiteraard de Vlaamse Gemeenschap die
sedert enkele jaren ook bepaalde criteria oplegt waaraan circussen
moeten voldoen willen zij subsidies krijgen? Over de wilde dieren
stond daar niet uitdrukkelijk iets in. Ik meen dat er ondertussen wel
een motie is goedgekeurd in het Vlaams Parlement om er
gaandeweg werk van te maken. Met andere woorden, als u bij het
systeem van die vergunningen blijft, dan zou het natuurlijk best zijn
dat u via het overlegcomité contact neemt met de Gewesten en de
Gemeenschappen want het zou goed zijn als dit op elkaar wordt
afgesteld. Eén van de voorwaarden voor de erkenning en
betoelaging van circussen zou kunnen zijn dat ook rekening wordt
gehouden met die vergunningen.
02.01 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Il semblerait que le
ministre envisage d'introduire un
régime d'autorisation pour les
animaux sauvages dans les
cirques. Est-ce exact? A-t-il fait
étudier scientifiquement la
nécessité d'une réglementation
plus sévère? Quel contrôle sera-t-
il effectué? Quel sera l'échéancier
pour la promulgation de l'arrêté
royal relatif aux autorisations? Y
a-t-il eu une concertation avec les
Communautés, notamment à
propos des conditions de
reconnaissance des cirques en
vue de l'obtention de
subventions?
02.02 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Vandenhove, er moet een 02.02 Jef Tavernier, ministre: Il
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
onderscheid worden gemaakt tussen wat de overheid verbiedt en wat
ze ondersteunt. Wanneer u het hebt over de Vlaamse
Gemeenschap, dan gaat het in de eerste plaats over de eventuele
subsidiëring voor een beleid dat zij de circussen wenst te zien
voeren. Dat is iets anders dan wat men verbiedt.

Wat het verbod betreft van bepaalde activiteiten of diersoorten in
circussen, is mijn benadering de volgende. In de eerste plaats denk
ik dat we een heel duidelijk onderscheid moeten maken tussen
dieren die geboren zijn in gevangenschap, en dieren die in het wild
zijn gevangen. Ik denk dat we het niet over die tweede categorie
hebben. Andere wetgeving verbiedt trouwens het vangen van
bepaalde, wat wij dan de wilde dieren noemen, met het oog op het
inzetten ervan in circussen. Wij hebben het dus enkel over dieren die
in gevangenschap zijn geboren. Op dat moment stel ik mij op mijn
bevoegdheid van minister van Dierenwelzijn. Met andere woorden:
het regelgevend kader staat ten dienste van het dierenwelzijn.
Daarbij moet worden gekeken welke bepalingen, gekoppeld aan
welke diersoorten, men oplegt voor het houden van dieren, gaande
van katten en honden tot de meest exotische soorten die men zich
kan inbeelden. Dat is eigenlijk de basis. Laat het duidelijk zijn: ik zal
als minister nooit het ene of het andere dier verbieden. Zo'n houding
van bovenuit als minister vind ik nogal betuttelend. Wel wil ik kijken
naar het dierenwelzijn.

Wat zijn de normen? Ik kan mij best voorstellen dat men op basis
van de normen die voor een bepaalde diersoort worden opgelegd, in
de feiten naar een verbod gaat. Als voorbeeld neem ik ijsberen. Ik
kan mij best voorstellen dat men in een circus nooit ijsberen een
normaal leven kan geven; dat kan hoogstens in een zoo. Er is
daarvoor immers een bepaalde accommodatie nodig die men in een
rondtrekkend circus niet kan aanbieden. Het is onze bedoeling
bepaalde normen uit te vaardigen, zowel voor het zomerverblijf ­
wanneer het circus rondtrekt -, als voor het winterverblijf. Dat daaruit
bepaalde feitelijke verboden zullen volgen, zal ook wel logisch zijn.
Dat is de manier waarop men volgens mij die zaak moet benaderen.

Het voorontwerp is klaar. Het werd al een tijdje voorbereid, omdat wij
wisten dat het een discussiepunt was. Men kent ook de resolutie van
het Vlaams Parlement. De eerste aandacht gaat ook naar de dieren
die daarin geviseerd worden. De bedoeling is nu het voorontontwerp
aan de Raad voor Dierenwelzijn en ook aan de Dierentuincommissie
ter bespreking voor te leggen. Op basis van dat advies willen we dan
komen tot een koninklijk besluit, om dan te zien wat de gevolgen zijn.

Ik denk dat controle niet zo moeilijk zal zijn, om de heel eenvoudige
reden dat het niet gaat om grote aantallen. Men heeft nu eenmaal
niet zoveel circussen. Er worden vandaag ­ vorig jaar trouwens ook
al ­ al heel wat controles uitgevoerd, maar dan wel op basis van de
bestaande wetgeving.

Officiële controleurs kunnen alleen maar zeggen dat er iets niet in
orde is in het kader van de bestaande wetgeving. Er zijn dus weinig
overtredingen vastgesteld.

Een ander element is het gebruik van bepaalde hulpmiddelen. Ook
dat zou in het koninklijk besluit geregeld worden.
convient d'établir une distinction
entre ce que les pouvoirs publics
interdisent et ce qu'ils appuient.
Lorsque vous parlez de la
Communauté flamande, il s'agit
avant tout de l'octroi de
subventions en faveur d'une
politique qu'ils souhaitent voir
mener par les cirques.

Nous établissons une distinction
entre les animaux sauvages nés
en captivité et les animaux
capturés dans leur milieu naturel.
En l'occurrence, il ne s'agit,
évidemment, que de la première
catégorie. Les animaux capturés à
l'état sauvage n'ont évidemment
pas leur place dans un cirque et
l'arrêté royal instaurera
immédiatement une interdiction
en ce sens. En ma qualité de
ministre chargé du bien-être des
animaux, j'édicte des régles
relatives à la possession de tous
les animaux. A cet égard, il
convient d'examiner quelles
dispositions, applicables à quels
animaux, sont instaurées en ce
qui concerne la possession
d'animaux, allant des chats et des
chiens aux espèces les plus
exotiques que l'on puisse
imaginer, dans les conditions les
plus différentes. Voilà la base de
notre politique.

Je ne souhaite pas interdire la
possession de certains animaux,
mais définir des normes par
espèce. Il se peut que cette
mesure évolue ensuite vers une
interdiction de facto. Par exemple,
un cirque ambulant ne peut
posséder d'ours polaires car il ne
sera pas en mesure de leur offrir
des conditions de vie appropriées;
il convient, en outre, de distinguer
les installations dont ces animaux
ont besoin en été et en hiver.

Après la résolution du Parlement
flamand, nous avons préparé un
projet de texte, qui sera coulé en
arrêté royal après avis du Conseil
du bien-être des animaux. Le
contrôle ne sera pas trop difficile,
étant donné le nombre réduit de
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Ik geloof dat die piste vrij duidelijk is. Ik wil niet van bovenaf regels
opleggen of bepaalde diersoorten verbieden. Ik ga via een andere
weg. Als men daarnaast echter, vanuit de maatschappij of vanuit het
Parlement, om andere redenen dan dierenwelzijn, bijvoorbeeld om
bepaalde ethische benaderingen, vindt dat bepaalde zaken verboden
moeten worden, dan sta ik voor die discussie open. Dat is echter een
discussie die we in het Parlement moeten voeren. Dat kan niet
worden opgelegd door één minister die regelgevend of betuttelend
optreedt. Ik sta dus open voor de discussie en de beslissing van het
Parlement.
cirques. Je ne souhaite donc pas
interdire à priori la possession de
certaines espèces animales par
les cirques. Si certaines
interdictions devaient s'imposer
pour des raisons éthiques, donc
pour des raisons autres que le
bien-être des animaux, il
appartiendra au Parlement d'en
débattre et de prendre une
décision.
02.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de minister, bedankt
voor uw antwoord. Zoals u zegt, zal dat, vermits de vraag specifiek
gericht was naar de circussen en afhankelijk van de aard van de
dieren en wat ermee gebeurt, waarschijnlijk in de meeste gevallen de
facto neerkomen op een verbod, neem ik aan.
02.03 Ludwig Vandenhove
(SP.A): Cela revient en fait à une
interdiction.
02.04 Minister Jef Tavernier: Ja, maar ik denk dat het toch
belangrijk is dat u ziet vanuit welke invalshoek we vertrekken. Ik
denk dat dat een gezonde manier van redeneren is. Zoniet zitten wij
in een discussie van voor of tegen op basis van soms
gevoelsargumenten, soms beelden, of een bepaalde benadering.
02.04 Jef Tavernier, ministre:
Cela dépend de la façon dont
vous envisagez les choses.
02.05 Ludwig Vandenhove (SP.A): Akkoord. Ik deel uw mening dat
wij dat vanuit een brede invalshoek moeten bekijken. Maar ik denk
dat u het met mij eens bent dat het de facto zal leiden tot een
verbod.
02.06 Minister Jef Tavernier: Natuurlijk. (...)
02.07 Ludwig Vandenhove (SP.A): Dank u wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De vergadering wordt geschorst om 10.05 uur.
La séance est suspendue à 10.05 heures.

De vergadering wordt hervat om 10.15 uur.
La séance est reprise à 10.15 heures.
03 Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de uitstoot door verbrandingsmotoren" (nr. A847)
03 Question de M. Hubert Brouns au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les émissions des moteurs à combustion" (n° A847)
03.01 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag handelt over de uitstoot door
verbrandingsmotoren die gemonteerd worden in niet voor de weg
bestemde mobiele machines, niet over verbrandingsmotoren van
mobiele machines.

De Europese Commissie heeft een inbreukprocedure ingeleid tegen
alle Europese lidstaten die de wetten en richtlijnen inzake emissies in
de lucht niet correct hebben toegepast. België krijgt met redenen
omklede adviezen omdat wij blijkbaar geen volledige
03.01 Hubert Brouns (CD&V):
La Commission européenne a
engagé une procédure d'infraction
à l'encontre des Etats membres
qui n'appliquent pas correctement
les directives européennes sur les
émissions des moteurs à
combustion mobiles non destinés
à la route. La Belgique s'est vu
adresser des avis motivés parce
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
omzettingsmaatregelen hebben meegedeeld voor de wijzigingen in
de richtlijn betreffende de verbrandingsmotoren. Het gaat hier om de
richtlijn 2001/63 EG inzake de aanpassing van een andere richtlijn.
Deze moest voor juni 2002 ten uitvoer worden gebracht.

Deze adviezen zijn reeds de tweede stap in de procedure van de
Europese Commissie. Indien België binnen de twee maanden geen
aanvaardbaar antwoord voorlegt, dan zal deze zaak aanhangig
worden gemaakt voor het Hof van Justitie.

Mijnheer de minister, welke omzettingsmaatregelen heeft België
reeds uitgevoerd en waarom werd de Europese Commissie hiervan
nog niet in kennis gesteld? In ontkennend geval, wanneer zal dat dan
wel gebeuren?
qu'elle n'a pas communiqué de
mesures de transposition
complète pour la modification de
la directive 2001/63/CE. Si la
Belgique ne présente pas une
réponse dans les deux mois, la
Cour de Justice pourra être saisie
de cette affaire. Quelles mesures
de transposition la Belgique a-t-
elle déjà mises en oeuvre et
quand la Commission européenne
en sera-t-elle informée?
03.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Brouns, week na week volgt de Ministerraad de omzetting van de
Europese richtlijnen waaraan wij moeten voldoen. Minister Neyts
confronteert ons elke week met een lijst van wat er moet gebeuren.
Er is een actieprogramma aan gekoppeld en het is de bedoeling in de
loop van de maand maart, wanneer de Europese Raad zal overgaan
tot een round-up van wie wat heeft omgezet, wij de vooropgestelde
doelstellingen zullen bereiken.

Wat betreft de specifieke richtlijn 2001/63 EG kan ik zeggen dat het
voorontwerp van koninklijk besluit binnenkort ter ondertekening aan
het Staatshoofd zal worden voorgelegd. Dit voorontwerp, dat wordt
genomen op basis van artikel 5 van de wet op de productnormen van
21 december 1998, werd reeds in november aan de adviesraden
voorgelegd voor dringend advies. Begin van dit jaar werd een
spoedadvies gevraagd aan de Raad van State en op 23 januari
ontvingen wij dat advies. De Raad van State oordeelde dat dit
voorontwerp, overeenkomstig een bepaling van artikel 5, ter
goedkeuring moest worden voorgelegd aan de Ministerraad.

Alle opmerkingen konden snel worden beantwoord en er werden
beperkte wijzigingen aangebracht.

Vervolgens werd het ontwerp op de agenda van de Ministerraad van
7 februari 2003 geplaatst, alwaar het werd goedgekeurd. Dat
betekent dat het nu kan worden ondertekend door minister Durant en
door mijzelf, waarna het aan de Koning zal worden voorgelegd.

Uiteraard zullen wij ervoor zorgen, in het kader van de opvolging van
de omzetting van de Europese richtlijn, dat het snel wordt
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Ter kennisgeving aan de commissie nog dit: op 7 november van
vorig jaar richtte ik een schrijven, door mij ondertekend, aan de
Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie, met als
bijlage het voorontwerp en de verdere stappen voor de finale
omzetting van de richtlijn. Wij deelden dus wel degelijk een stand
van zaken mede in verband met deze omzetting. Binnenkort zal de
commissie in kennis worden gesteld van het omzettingsbesluit. Dat
zal op tijd gebeuren, met andere woorden voor de vooropgestelde
uiterste datum van 16 maart 2003.

Ik meen dat wij ons best hebben gedaan om de achterstand in te
03.02 Jef Tavernier, ministre: La
Belgique atteindra les objectifs
fixés à la fin du mois de mars. Un
avant-projet d'arrêté royal sur la
base de la loi sur les normes de
production de 1998 a été soumis
aux conseils consultatifs en
novembre 2002. Le 23 janvier
2003, nous avons également reçu
l'avis du Conseil d'Etat. L'avant-
projet sera soumis
pour
approbation au Conseil des
ministres du 7 février. Après
signature par la ministre Durant et
moi-même, il pourra être soumis à
la sanction royale, après quoi il
paraîtra aussi rapidement que
possible au Moniteur.

Dès le 7 novembre, un courrier
signé de ma main, accompagné
de l'avant-projet et des étapes
ultérieures pour la transposition de
la directive, a été transmis à notre
représentant auprès de l'Union
européenne. La Commission sera
informée sous peu ­ donc
largement avant la date-butoir du
16 mars ­ de l'arrêté de
transposition.
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
halen. Het ging uiteraard niet alleen om het feit dat een richtlijn
moest worden omgezet, maar ook over de grond van de zaak, met
name dat die motoren moeten worden gereglementeerd. De nodige
stappen werden hoe dan ook ondernomen.
03.03 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor het omstandige antwoord. Het verheugt mij dat hij dit
schetst in het geheel van de strategie die wordt gevolgd om binnen
de gestelde termijnen te voldoen aan de omzettingsprocedures. De
minister vermeldt de datum van 7 februari. Is dat niet voorbarig?
03.03 Hubert Brouns (CD&V):
La date du 7 février n'est-elle pas
quelque peu prématurée?
03.04 Minister Jef Tavernier: Het moet nog aan de goedkeuring van
de Ministerraad worden onderworpen. Uw vraag en mijn antwoord
zijn geschreven vóór 7 februari. Vanmorgen heb ik niet de tijd gehad
om de lijst te overlopen. 7 februari is inderdaad voorbarig. Het wordt
eerstdaags aan de Ministerraad voorgelegd zodat we het halen.
03.04 Jef Tavernier, ministre: En
effet. Ma réponse a été rédigée il
y a quelque temps déjà. En tout
état de cause, le projet sera
présenté incessamment au
Conseil des ministres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voorstel van de Vlaamse regering om rioolslib te storten op landbouwgrond"
(nr. A884)
04 Question de M. Hubert Brouns au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la proposition du gouvernement flamand de déverser des
boues d'épuration sur des terres arables" (n° A884)
04.01 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, wij snijden nu misschien een nog veel belangrijker probleem
aan. Het gaat over een voorstel, dat althans circuleert binnen de
Vlaamse regering, om het rioolslib dan toch te mogen storten op
landbouwgrond. Ik weet niet of u daarvan op de hoogte bent, maar
eind vorig jaar heeft de Vlaamse regering een herziening van de
Vlaamse wetgeving over afvalstoffen in principe goedgekeurd. Als
wij nagaan wat dit tot gevolg kan hebben, dan moeten wij daarover
zeer waakzaam zijn en moeten wij ons er goed van bewust zijn dat
dit een aantal directe gevolgen zou kunnen hebben voor de
voedselveiligheid. De Vlaamse regering zou immers opnieuw willen
toelaten dat rioolwaterzuiveringsslib gestort wordt op cultuurgrond.
Het storten van slib op landbouwgrond is momenteel verboden, de
wet van 1999 laat dit niet toe.

Hoewel die beslissing mooi wordt verpakt met een verwijzing naar
milieuprincipes, weet iedereen dat er een heel ander probleem aan
de orde is. De echte reden voor de bocht die men heeft gemaakt, is
de dure factuur die het verwerken van rioolslib met zich meebrengt.
Doordat wij ook meer en meer zuiveringsinstallaties plaatsen, is die
hoeveelheid slib aan het toenemen. In dat slib zijn uiteraard wel
stoffen aanwezig die nuttig kunnen zijn, maar u weet dat er ook heel
wat ongewenste stoffen in dat slib aanwezig zijn. Ook die
ongewenste stoffen kunnen dus op die landbouwgrond terechtkomen.

Er zitten zware metalen en allerlei toxische stoffen in dat slib. Het is
dus niet verwonderlijk dat dit zuiveringsslib, dat eigenlijk een
concentratie van alle mogelijke verontreinigen met zich meebrengt,
niet door het zuiveringsproces wordt afgebroken. Dat is nu juist de
04.01 Hubert Brouns (CD&V): A
la suite d'une révision de la
législation flamande relative aux
déchets qui est intervenue à la fin
de l'année passée, l'épandage de
boues d'épuration des eaux
d'égout sur des cultures est à
nouveau autorisé. Cette pratique
était interdite depuis 1999. Ce
revirement est naturellement du
au coût de traitement de ces
boues.

Outre des substances utiles, ces
boues renferment des métaux
lourds et diverses substances
toxiques. Il n'est guère aisé de
contrôler tout ce qui est déversé
dans les égouts. On ne peut
exclure des accidents ou des abus
et des analyses régulières ne
suffisent pas. La contamination
des sols influe directement sur les
récoltes, ce qui peut également
provoquer une contamination de
la viande et des produits laitiers.

Le ministre a-t-il été consulté à
propos de la modification de la
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
hele problematiek. Als de aanwezige bacteriën dat slib verder
zouden kunnen afbreken, dan zou men kunnen zeggen dat alleen de
nuttige stoffen op de cultuurgrond komen, en dat men zich daarover
voor de rest geen zorgen hoeft te maken.

De beslissing van de Vlaamse regering mag op zijn minst
verbazingwekkend worden genoemd. Blijkbaar heeft zij niets geleerd
uit de voedselcrisissen van de voorbije jaren. Ik ga u natuurlijk niet
weer het hele verhaal vertellen van wat wij hebben vastgesteld hoe
uiteindelijk de dioxinecrisis totstandgekomen is, maar dat ging
eigenlijk over afval dat niet of niet voldoende was gecontroleerd. Ik
denk dat wij met deze beslissing ­ indien zij wordt uitgevoerd ­ in
dezelfde situatie kunnen terechtkomen. Wie garandeert dat die
toxische stoffen en zware metalen, die via cultuurgrond worden
verwerkt in veevoeder, geen gevaar creëren voor onze
voedselveiligheid? Het ligt voor de hand dat die
bodemverontreiniging een directe, negatieve invloed heeft op de
veiligheid van het plantaardig voedsel en uiteindelijk op de veiligheid
van vlees- en zuivelproducten.

Ik heb twee heel concrete vragen aan de minister. Ten eerste, is de
minister voorafgaandelijk geconsulteerd over de beleidswijziging van
de Vlaamse regering? Ten tweede, welke initiatieven neemt de
minister ­ indien de Vlaamse regering dit voornemen aanhoudt ­ om
zich hiertegen te verzetten, met het oog op de beveiliging van ons
voedsel?
politique du gouvernement
flamand? Quelles initiatives a-t-il
prises pour s'opposer à cette
mesure?
04.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Brouns, u verwijst naar artikel 4, 2, 1, 2 van VLAREA dat de
mogelijkheden of de eisen bepaalt om slib van openbare
afvalwaterzuiveringsinstallaties te valoriseren op landbouwgronden.

Dit artikel bepaalt dat het verbod om dat slib te gebruiken niet van
toepassing is wanneer het slib een behandeling heeft ondergaan die
leidt tot een reductie van 80% van de oplosbare stikstof en fosfor.
Deze bepaling geeft duidelijk aan dat het gaat om een maatregel van
het Vlaamse Gewest in het kader van de problematiek van stikstof en
fosfor en niet met betrekking tot het probleem van contaminatie van
openbaar afvalwaterzuiveringsslib.

In de loop van vorig jaar werden de diensten van het ex-ministerie
van Landbouw, DG4 Kwaliteit van de Grondstoffen, door OVAM
geïnformeerd dat sommige van deze slibs van de RWZI, de
waterzuiveringstations, behandeld door de firma DEC uit Zwijndrecht
aan deze eisen beantwoordden en dat OVAM daarvoor een
gebruikscertificaat afleverde.

Overeenkomstig de bepalingen van bijlage I, hoofdstuk VIII van het
koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in
meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten
hebben mijn diensten, de FOD Volksgezondheid, toelatingen
afgeleverd aan de zuiveringsstations die beantwoorden aan de
vereiste criteria voor de valorisatie in de landbouw. Deze situatie is
dus helemaal niet het gevolg van een wijziging van de Vlaamse
wetgeving, maar volgt uit de toepassing van een bepaling die reeds
van bij het begin was voorzien. Er is bijgevolg geen reden voor het
Vlaams Gewest om mij daarover voorafgaandelijk te consulteren.
04.02 Jef Tavernier, ministre:
L'article 4,2,1,2 du VLAREA
interdit la valorisation de boues
provenant de stations publiques
d'épuration des eaux usées, à
moins que l'azote et le phosphore
solubles soient réduits de 80 pour
cent. En 2002, l'OVAM a informé
l'Agriculture que certaines boues
du RWZI répondent à ce critère.

Conformément à l'arrêté royal de
1998, mes services ont délivré
des autorisations aux stations
dépuration des eaux usées qui
répondent aux critères requis pour
la valorisation dans l'agriculture.

La Région flamande n'était pas
tenue de me consulter puisqu'il
s'agit non pas d'une modification
mais d'une application d'une
disposition existante.

Toutes les boues valorisées sont
accompagnées d'un certificat
délivré par l'OVAM et d'une
autorisation du SPF. Les critères
de l'OVAM figurent dans le
VLAREA. Ils concernent aussi
bien les métaux lourds que les
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Ik wens te verduidelijken dat alle dossiers voor de valorisatie van
zuiveringsslib in de landbouw worden behandeld door de FOD, in
overeenstemming met de bevoegde regionale diensten. Voor het
Vlaams Gewest is dat OVAM. Het Gewest evalueert de criteria in
verband met milieu en federaal worden de landbouwkundige
aspecten, inzonderheid met betrekking tot de veiligheid van de
voedselketen, onderzocht. Alle gevaloriseerde slib moet gedekt zijn
door een gebruikscertificaat afgeleverd door het Gewest en door een
federale toelating. Men heeft dus een dubbele controle, weliswaar op
verschillende aspecten. Het Gewest analyseert inzake stikstof en
fosfor; wij analyseren en bekijken de elementen die te maken hebben
met andere stoffen wat betreft veiligheid van de voedselketen.

De door OVAM in rekening gebrachte criteria zijn in detail
opgenomen in VLAREA. Ze slaan zowel op zware metalen als op
organische micropolluenten. Naast het pH en het gehalte aan
organische stof, houdt de federale overheid ook rekening met de
aan- of afwezigheid van pcb's, dioxines en pathogene stoffen. Ik
wens te benadrukken dat de vastgestelde grenswaarde voor deze
verschillende criteria strenger zijn dan deze vastgelegd op Europees
niveau. Zij houden ook rekening met de afwezigheid van risico's voor
de gezondheid van mens, dier en plant en het voorkomen van
accumulatie van deze elementen in de bodem.

Zowel het gebruikscertificaat afgeleverd door OVAM als de toelating
afgeleverd door de FOD voorzien bovendien in een
gebruiksvoorwaarde van het slib ­ welke dosis, tijdstip van
toepassing, beperking voor bepaalde teelten ­ zodat het risico van
accidentele contaminatie van gronden tijdens het uitspreiden op die
manier wordt gereduceerd.

Tot slot wens ik daaraan toe te voegen dat de problematiek van de
verwijdering en de valorisatie van het zuiveringslib in zijn geheel
moet worden bekeken en dat, indien er geen milieurisico of sanitair
risico is, de valorisatie in de landbouw de bevoorrechte oplossing zou
moeten zijn op Europees vlak.

U ziet het: uw ongerustheid is terecht, uw vraag is zeker terecht,
maar volgens mij bevat de procedure een dubbele controle op de
verschillende elementen. In bepaalde gevallen kan het slib inderdaad
gebruikt worden, maar niet alle slib kan automatisch gebruikt worden.
Het is niet omdat men een attest van het Vlaamse Gewest gekregen
heeft, dat het slib in orde is voor verspreiding op landbouwgrond.
Trouwens, landbouwers zijn soms vragende partij, maar dan op
voorwaarde dat het slib van goede kwaliteit is.
micropolluants. La teneur en
acide, la quantité de matières
organiques et la présence de
PCB, de dioxines et de
substances pathogènes sont
également examinées. Les
valeurs appliquées sont plus
sévères que celles de l'Europe.

Par ailleurs, les certificats
précisent des modalités
d'utilisation, afin de réduire les
risques de contamination
accidentelle.
Si tout risque pour
l'environnement est exclu, la
valorisation de ces boues dans
l'agriculture devrait constituer la
solution privilégiée au niveau
européen.
04.03 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik kende het al gedeeltelijk. De
combinatie tussen de twee was echter mij niet heel duidelijk. Het was
mij niet duidelijk dat men op Vlaams niveau bij wijze van spreken
alleen fosfor en stikstof en dergelijke detecteerde.

Mijnheer de minister, ik hoef u niet te vertellen dat dat op zichzelf
een heel slecht beeld creëert, ook vaak door onwetendheid. Ik hoor
meer en meer protest van landbouwers wanneer gemeentebesturen
het slib dat uit grachten komt zoals dat van oudsher de gewoonte is,
ook op de weilanden uitspreiden. Dat is natuurlijk een heel andere
problematiek, want dat slib is niet onderzocht. Het komt niet van
04.03 Hubert Brouns (CD&V):
Je connaissais déjà en partie la
réponse du ministre. C'est en soi
une image très négative qui est
créée, essentiellement par
ignorance. La grogne qu'inspirent
aux agriculteurs les pratiques des
communes qui extraient les boues
des fossés et des canaux pour les
déverser de façon incontrôlée sur
les champs attenants va croissant.
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
waterzuiveringstations. Men verschuilt zich echter ­ uiteraard ten
onrechte ­ achter het feit dat de Vlaamse overheid dat zou toelaten
en daarbij verwijst men naar die regeling, die men niet ten gronde
kent en waar men twijfels bij heeft. Men twijfelt niet aan de metingen
van fosfaten en van stikstof, maar wel aan de metingen van toxische
stoffen. Exploitanten van zuiveringstations geven ook toe dat het
zeer moeilijk is om te garanderen dat zij die toxische stoffen goed
gemeten hebben.

Het beeld dat zo gecreëerd wordt, is dat slib ­ met soms heel
gevaarlijke samenstellingen ­ zomaar wordt uitgespreid op
plantaardig voedsel. Want uiteindelijk komt het daarop neer: of wij
die stoffen nu rechtstreeks opnemen of via dieren, het gaat om
plantaardig voedsel. Al lijkt het theoretisch een sluitend systeem, ik
wil er hard voor pleiten dat wij zowel op gewestelijk niveau zorgen
voor de controle van stikstof en fosfaten, als op het federale niveau
voor controle via het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen. Ik wil minstens theoretische garanties dat er toch geen
toxische stoffen of zware metalen meer aanwezig zijn in het slib. Ik
vind het alvast een verkeerd signaal dat men het slib opnieuw in het
circuit brengt op die manier, wetend dat eventuele toxische stoffen
zo vlug via de planten worden opgenomen in het vet van dieren, in
de melk van koeien enzovoort. De landbouwers zijn daarover zeer
ongerust. Zij zijn dus geen vragende partij meer, zoals dat voorheen
wel eens gebeurde, voor de verspreiding van slib op hun weilanden
of hun akkers voor de nuttige stoffen die er nog zouden inzitten.
Les exploitants des stations
d'épuration admettent qu'il est
extrêmement difficile de mesurer
les teneurs en substances
toxiques. Les boues sont pourtant
déversées sur des végétaux
destinés à l'alimentation. Des
contrôles fiables des taux d'azote
et de phosphates s'imposent, tant
au niveau fédéral qu'au niveau
des Régions. Les agriculteurs
s'inquiètent. Ils ne sont
certainement pas demandeurs du
déversement de boues d'épuration
sur leurs terres.
04.04 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Brouns, uw vraag is natuurlijk
belangrijk, al was het maar om duidelijkheid te creëren. Ook uw
bijkomende vraag is belangrijk. Ik denk dat wij heel duidelijk moeten
zeggen dat er een onderscheid is tussen enerzijds, het slib van
baggerwerken of dat men ophaalt uit een beek en zomaar uitspreidt,
zonder enige controle, zonder enige zuivering, en het zuiveringslib
van een afvalwaterzuiveringstation.

Het is heel duidelijk dat wij niet de situatie van enkele jaren geleden
mogen krijgen, waarbij dit slib van een afvalwaterzuiveringstation
zomaar automatisch wordt gestort. Enerzijds, zijn de
zuiveringsmethodes verbeterd. Anderzijds, moeten we ervoor zorgen
dat de controlemethodes en de controles op zich beter en talrijker
worden. De landbouwer was vroeger vragende partij, nu is hij dat
misschien een beetje minder. Als hij echter dat slib krijgt
aangeboden, heeft hij op die manier de garantie dat hij dat slib mag
uitspreiden en gebruiken. We passen de twee methodes toe via
afvalwaterzuiveringstations. Zo is het probleem controleerbaar. Of
men gemakkelijk de normen haalt, is weer een andere zaak. Het is
echter controleerbaar. Zo zijn er garanties. Ik zeg niet dat het
absolute garanties zijn, die zijn er nooit. Men heeft echter wel
voldoende garanties om de methode te kunnen aanwenden en een
deel van de problematiek van het slib op te lossen.
04.04 Jef Tavernier, ministre: Il
y a une nette distinction à faire
entre les boues extraites par
dragage d'un ruisseau et ensuite
épandues un peu au hasard, et les
boues des stations d'épuration des
eaux usées. Les méthodes
d'épuration ont été perfectionnées.
Il faudra encore améliorer et
multiplier les contrôles et les
méthodes de contrôle, afin
d'obtenir des garanties.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de berging van de Tricolor" (nr. A892)
05 Question de M. Luc Goutry au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
publique et de l'Environnement sur "le renflouage du Tricolor" (n° A892)
05.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de berging van de gezonken tanker Tricolor zou volgens de
bergingsfirma's in april van start kunnen gaan. De informatie terzake
is zeer diffuus en zeer verwarrend en daarom deze reeks vragen.

Het wordt hoog tijd, want het wrak kan op die manier tegen de
zomervakantie opgeruimd zijn. Anderzijds lees ik berichten waarin
sprake is van september vooraleer het wrak kan worden opgeruimd.
Er bestaat terzake dus grote verwarring.

Voorzitter: Yolande Avontroodt.
05.01 Luc Goutry (CD&V): Le
renflouage du Tricolor, le pétrolier
qui a sombré, pourrait débuter en
avril et l'opération pourrait ainsi
être terminée avant la saison
estivale. Septembre est toutefois
avancé comme une date plus
réaliste pour la fin des travaux.
Présidente: Yolande Avontroodt.

Uw collega, mevrouw Dua, heeft 60.000 euro uitgetrokken voor de
opvang van de aangespoelde en met olie besmeurde vogels. U bent
trouwens op bezoek geweest om de werkzaamheden ter plaatse te
gaan bekijken. Ik heb gelezen dat u de kosten van de mislukte
opruimacties op zee zou vergoeden. Deze kosten worden geraamd
op zo'n 160.000 euro.

Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de minister. Klopt het dat de
federale regering de kosten van dat transport zal betalen? Klopt het
dat daar bovenop de federale en de Vlaamse overheid de kosten
voor een eventuele schoonmaakoperatie van de stranden zouden
voorschieten? De eigenaar van de Tricolor zal dit waarschijnlijk
moeten betalen, maar de vraag is hoe ondertussen de
prefinanciering moet gebeuren zodat de gemeenten met geen te
grote kosten worden opgezadeld. Zijn er op dit moment experts
aangesteld? Op foto's in de krant hebben we mensen aan het werk
gezien. Wat onderzoeken zij precies? Onderzoeken zij de impact van
de olie op het leefmilieu? - Er zijn ook experts van de eigenaar van
de tanker aan het werk. Op de duur weet niemand meer wie daar
rondloopt en met wel mandaat. - Zo ja, hoe luiden de voorlopige
resultaten van het onderzoek? Bent u ingelicht over de nefaste
gevolgen voor het leefmilieu indien het wrak niet tijdig kan worden
geborgen? Heeft u al instructies gegeven aan uw kabinet om in de
nodige maatregelen te voorzien indien de berging pas in september
zal zijn voltooid zodat de volksgezondheid van bewoners en toeristen
niet in het gevaar wordt gebracht? Reeds 10 jaar vraagt men een
professioneel vogelopvangcentrum. Minister Dua trekt daarvoor
125.000 euro uit. Is daarvoor van uw kant iets voorzien? Hebt u
daarvoor middelen vrijgemaakt? Inmiddels blijkt dat een hoop vogels
besmeurd zijn met olie die niet afkomstig is van de gezonken tanker
maar van andere schepen die van de gelegenheid gebruik maken om
hun boeltje te ruimen. Is dit een kwakkel? Kan u die berichten
bevestigen? Zo ja, is dit natuurlijk bijzonder ernstig. Ik zou u dan ook
willen vragen of u overleg hebt gepleegd met uw collega's die
terzake bevoegd zijn voor onder andere het zeevaartverkeer of de
bestraffing van dergelijk zware misdrijven.


La ministre flamande, Mme Dua,
a dégagé 60.000 euros pour les
soins aux oiseaux mazoutés. Le
ministre Tavernier indemniserait
le transport des oiseaux et les
actions de nettoyage en mer qui
ont échoué, pour un total estimé à
160.000 euros. Cette information
est-elle exacte?

Les autorités fédérale et flamande
avanceront-elles les sommes
nécessaires à une éventuelle
opération de nettoyage des
plages? En définitive, c'est
évidemment le propriétaire du
Tricolor qui devra payer. A-t-on
désigné des experts pour analyser
l'incidence de la marée noire sur
l'environnement? Des résultats
provisoires sont-ils déjà connus?
Quelles seraient les
conséquences de l'impossibilité de
renflouer l'épave? Si le renflouage
devait n'être
terminé qu'en
septembre, comment la santé des
habitants et des touristes sera-t-
elle garantie? La ministre Dua
dégagera 125.000 euros pour un
centre professionnel d'accueil
pour les oiseaux. Le ministre
libérera-t-il également des fonds à
cet effet? Le ministre peut-il
confirmer que des oiseaux sont
mazoutés par du pétrole qui ne
provient pas du Tricolor? Dans
l'affirmative, des mesures seront-
elles prises?
05.02 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Goutry, ik denk dat het voor
een goed begrip van de situatie belangrijk is nog even te herhalen
dat de Tricolor zich in Franse wateren bevindt. Dit betekent dat onze
bevoegdheid hoe dan ook beperkt is. Het schip ligt natuurlijk zeer
05.02 Jef Tavernier, ministre: Le
Tricolor a coulé dans les eaux
françaises, ce qui limite fortement
notre compétence. En ce qui
CRIV 50
COM 970
04/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
dicht bij de Belgische wateren, maar het ligt in de Franse wateren.
Wij kunnen voor een aantal zaken, onder andere voor de berging of
het gebruik van zeevaartroutes, enkel druk uitoefenen op de Franse
autoriteiten. Hetzelfde geldt voor de beveiliging, de aanduiding van
het wrak, enzovoort. Dit is toch heel duidelijk. Wij zijn dan ook
afhankelijk van anderen.

De eigenaar van de Tricolor neemt wel gedeeltelijk zijn
verantwoordelijkheid op, maar er moet bijvoorbeeld een
bergingsfirma worden aangesteld. Dat loopt allemaal niet zo vlot.
Bovendien kan dat maar gebeuren op het moment dat ook de
weersomstandigheden het toelaten.

Wat heeft men nu gedaan? Men heeft in eerste instantie geprobeerd
de brandstoftanks leeg te maken. Het is juist daar dat het probleem
van de olievervuiling is ontstaan omdat er blijkbaar nog een botsing
is gebeurd waardoor brandstof is vrijgekomen. Daar het gaat om
afzonderlijke tanks van 200 ton, is de vrijgekomen hoeveelheid
brandstof gelukkig beperkt gebleven tot 200 ton. Men is die nu
systematisch aan het leegpompen.

We stellen inderdaad vast dat andere schepen misbruik maken van
de situatie. Het is een gekend fenomeen dat bij stevig weer ­ stevige
wind en stevige zee ­ sommige schepen hun afval overboord lozen
bij het kuisen van hun tanks. Om daar tegenin te gaan doen wij
regelmatig controlevluchten. BMM maakt daarvoor gebruik van
vliegtuigen van het Lichte Vliegwezen van de Landmacht. Zij voeren
controleopdrachten uit. Het element van occasionele vervuiling is
daardoor gedaald, maar nu en dan gebeurt het toch nog eens. Om
dat te controleren, neemt BMM ook op geregelde tijdstippen stalen
van de aangespoelde olie zodat kan worden nagegaan of de olie
afkomstig is van de Tricolor of van elders. We kennen het probleem,
we doen er ook iets aan, maar het blijft een probleem. Er zijn
incidenten.

Hoe staat het met de kosten en de betaling van de kosten? Het
transport van de vogels werd uitgevoerd door de Civiele
Bescherming. De federale overheid heeft dat dus op zich genomen.
Het Vlaams Gewest heeft het reinigen en onderhouden van de
vogels op zich genomen. Wij hebben geen discussie willen voeren
om te weten of het nu federale of Vlaamse vogels waren. U lacht,
maar een mens staat soms versteld over de discussies die er worden
gevoerd. Het Vlaams Gewest wil dat op zich nemen. Dat zij het maar
doen. Wij zullen dat ondersteunen. Wij vervoeren de vogels en zij
reinigen ze.

Er zijn natuurlijk kosten. Op dit moment worden de grootste kosten
gedragen door de federale overheid en de gewestelijke overheid via
onder andere de Civiele Bescherming en organisaties ter
bescherming van de kust. Uiteraard kunnen er ook voor de
gemeenten kosten zijn, maar op dit moment zijn dat er nog niet
overdreven veel. De afspraak daarover is dat de gemeenten hun
kosten ­ zoals zij vroeger al hebben gedaan ­ centraliseren bij de
provinciegouverneur.

De federale overheid neemt hoofdzakelijk twee taken op zich.
Enerzijds willen wij de juridische procedure ­ om de kosten te
verhalen op de verzekeraar of de eigenaar van de Tricolor ­
concerne le renflouage ou les
voies maritimes, par exemple,
nous ne pouvons qu'exercer une
pression sur les autorités
françaises.

Nous devons d'abord chercher
une entreprise de renflouage et,
de plus, celui-ci ne pourra être mis
en oeuvre que si les conditions
météorologiques le permettent. A
l'heure actuelle, il est procédé au
pompage des cuves de carburant,
opération qui est à l'origine de la
fuite de 200 tonnes de fioul.
D'autres navires abusant, en effet,
de la situation, l'UGMM procède à
des vols de contrôle réguliers
avec des avions de la force
terrestre. La pollution
occasionnelle a diminué depuis
lors, sans toutefois disparaître
complètement. En outre, l'UGMM
prélève régulièrement des
échantillons du fioul arrivé sur les
plages.

Le transport des oiseaux a été
assuré par la Protection civile et
les frais en incombent dès lors
aux autorités fédérales. La Région
flamande prend en charge le
nettoyage des oiseaux. Les frais
éventuels à charge des
communes sont centralisés au
niveau du gouverneur de
province. Les autorités fédérales
organiseront et coordonneront la
procédure juridique et mettront en
place un mécanisme d'avances.

La création d'un refuge permanent
pour oiseaux ressortit plutôt à la
Région flamande.
L'impact sur l'environnement est
actuellement examiné. Les
responsables du renflouage
doivent tenir compte de la
cargaison de l'épave. En effet, les
automobiles contiennent encore
notamment des batteries,
contenant elles-mêmes du plomb
et des acides, un liquide antigel et
de l'huile de graissage.
04/02/2003
CRIV 50
COM 970
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
uitklaren, organiseren en coördineren. Anderzijds wordt er ook
gewerkt aan een financierings- of voorschottenmechanisme zodat
men, op het moment dat er serieuze kosten zouden zijn en in
afwachting van het aanspreken van de verzekeraar, de kosten
voorgeschoten kan krijgen. Dat mechanisme moet nog in gang
worden gezet, maar het is duidelijk de intentie om dat te doen.

Vlaanderen trekt zijn plan. Ik denk dat de vogelopvang en het
permanent vogelasiel veeleer een Vlaamse bevoegdheid is,
waarmee ik mij op dit moment niet zal bemoeien. Ik wil niet in een
bevoegdheidsconflict terechtkomen.

Wat de impact op het leefmilieu betreft, is het zo dat wij die
elementen nu bekijken.

Dat wordt onderzocht. Wij hebben de opdracht gegeven om zo'n
rapport op te stellen. De diensten zijn op dit moment uiteraard
hoofdzakelijk bezig met de actie op het terrein. Ze proberen natuurlijk
de milieuschade zoveel mogelijk te beperken.

Wij zijn ons zeer duidelijk bewust van de aanwezigheid van de auto's
die zich in de laadruimte van het schip bevinden. Ik denk
bijvoorbeeld specifiek aan de batterijen, want deze bevatten immers
lood en zuren. Er is ook antivriesvloeistof en smeerolie. De bergers
moeten daar in de eerste plaats rekening mee houden. Wij proberen
dat proces natuurlijk wat te sturen via de Franse overheid.
05.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, ik onthoud dat de
gemeenten in elk geval geen kosten zullen aangerekend worden.
05.03 Luc Goutry (CD&V): Les
communes ne devront donc pas
prendre en charge les coûts
supplémentaires.
05.04 Minister Jef Tavernier: Elke gemeente heeft natuurlijk ook zijn
eigen opdracht. Het geldt voor de extra werkingsmiddelen.
05.05 Luc Goutry (CD&V): Er zou bovendien gezocht worden naar
een mechanisme van voorschotten voor de prefinanciering. Dat kan
voor een aantal gemeenten die ernstig getroffen worden inderdaad
toch wel een serieuze verstoring geven in hun budget.

Wij volgen de zaak uiteraard op de voet en indien er nog
complicaties bijkomen, zullen wij u daarover ondervragen.
05.05 Luc Goutry (CD&V): Par
ailleurs, elles pourront compter sur
des avances. Nous continuerons à
suivre ce dossier de très près.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.45 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.45 heures.