B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER
EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS
ET DES
E
NTREPRISES PUBLIQUES
VAN
DU
26-01-2000
26-01-2000
HA 50
COM 097
HA 50
COM 097
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 097
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 26 januari 2000
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VER-
KEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
-
COM 097
Mondelinge vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de toegankelijkheid van de post-
gebouwen voor mensen met een handicap
(nr. 750)
5
sprekers : Els Van Weert, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties
over
het nieuwe postsorteercentrum
Charleroi X
(nr. 766)
6
sprekers : Olivier Chastel, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van de heer Jean Depreter aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de toekomst van een aantal overheids-
bedrijven
(nr. 788)
8
sprekers : Jean Depreter, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de vervanging van de top van De Post
(nr. 793)
9
sprekers : Jozef Van Eetvelt, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de mededeling van de Europese
commissie (COM 539) inzake de herziening van de
ONP-richtlijnen
(nr. 838)
11
sprekers : Yves Leterme, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van de heer Jean Depreter aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de toekomst van een aantal overheids-
bedrijven
(nr. 788) (voortzetting)
13
sprekers : Rik Daems, minister van Telecommunicatie
en Overheidsbedrijven en Participaties, Jean Depreter
Sommaire
Mercredi 26 janvier 2000
COMMISSION
DE
L'INFRASTRUCTURE,
DES
COMMUNICATIONS
ET
DES
ENTREPRISES
PUBLIQUES
-
COM 097
Question orale de Mme Els Van Weert au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
l'accessibilite´ des ba^timents de La Poste
pour les personnes pourvues d'un handicap
(n° 750)
5
orateurs : Els Van Weert, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de M. Olivier Chastel au ministre
des Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
le nouveau centre de tri postal de
Charleroi X
(n° 766)
6
orateurs : Olivier Chastel, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de M. Jean Depreter au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
l'avenir d'un certain nombre d'entreprises
publiques
(n° 788)
8
orateurs : Jean Depreter, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
le remplacement de la direction de La
Poste
(n° 793)
9
orateurs : Jozef Van Eetvelt, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
la communication de la commission euro-
pe´enne (COM 539) sur la re´vision des directives 'ONP'
(n° 838)
11
orateurs : Yves Leterme, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de M. Jean Depreter au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
l'avenir d'un certain nombre d'entreprises
publiques
(n° 788) (continuation)
13
orateurs : Rik Daems, ministre des Te´le´communica-
tions et des Entreprises et Participations publiques,
Jean Depreter
HA 50
COM 097
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de weigering van De Post om een
brochure van het Nieuwpoorttheater te verspreiden
(nr. 878)
15
sprekers : Daan Schalck, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
het opnieuw openstellen voor reizigersvervoer van
een treinverbinding tussen Gent en Zelzate
(nr. 822)
17
sprekers : Daan Schalck, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle
aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de staat van het station van Silly (nr. 842)
18
sprekers : Bruno Van Grootenbrulle, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Jozef Van Eetvelt aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
het hergebruik van
lijn 52 Puurs-Dendermonde
(nr. 851)
- de heer Jan Mortelmans aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
het hergebruik van
lijn 52 Puurs-Dendermonde
(nr. 884)
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
de weekenddienst
op spoorlijn 52
(nr. 885)
19
sprekers : Jozef Van Eetvelt, Jan Mortelmans, Joos
Wauters, Isabelle Durant, vice-eerste minister en mi-
nister van Mobiliteit en Vervoer
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
de treinkaarten (nr. 880)
22
sprekers : Joos Wauters, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Mondelinge vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
de problemen op de lijn 96 Bergen-Brussel (nr. 870)
23
sprekers : Colette Burgeon, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Question orale de M. Daan Schalck au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
le refus de La Poste de distribuer une
brochure du 'Nieuwpoorttheater'
(n° 878)
15
orateurs : Daan Schalck, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de M. Daan Schalck a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
la
re´ouverture de la ligne Gand-Zelzate au transport de
voyageurs
(n° 822)
17
orateurs : Daan Schalck, Isabelle Durant, vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle a` la
vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports sur
l'e´tat de la gare de Silly (n° 842)
18
orateurs : Bruno Van Grootenbrulle, Isabelle Durant,
vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
Questions orales jointes de :
- M. Jozef Van Eetvelt a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
la re´utilisa-
tion de la ligne 52 Puurs-Termonde
(n° 851)
- M. Jan Mortelmans a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
la re´utilisation de la
ligne 52 Puurs-Termonde
(n° 884)
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
le service week-end
sur la ligne 52
(n° 885)
19
orateurs : Jozef Van Eetvelt, Jan Mortelmans, Joos
Wauters, Isabelle Durant, vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports
Question orale de M. Joos Wauters a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
les cartes de train (n° 880)
22
orateurs : Joos Wauters, Isabelle Durant, vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
Question orale de Mme Colette Burgeon a` la vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des Trans-
ports sur
les proble`mes sur la ligne 96 Mons-Bruxelles
(n° 870)
23
orateurs : Colette Burgeon, Isabelle Durant, vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
4
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE,
DES COMMUNICATIONS
ET DES ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR,
HET VERKEER
EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 26 JANVIER 2000
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 26 JANUARI 2000
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de
heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 14.15 heures par M. Francis
Van den Eynde, pre´sident.
Mondelinge vraag van mevrouw Els Van Weert aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over
de toegankelijkheid van
de postgebouwen voor mensen met een handicap
(nr. 750)
Question orale de Mme Els Van Weert au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
l'accessibilite´ des ba^timents de
La Poste pour les personnes pourvues d'un handi-
cap
Mevrouw Els Van Weert (VU&ID) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, zoals we weten is het
voor mensen met een handicap, vooral rolstoelgebrui-
kers,
niet
gemakkelijk
om
zelfstandig
te
leven.
Gehandicaptenverenigingen ijveren dan ook al vele jaren
terecht voor een betere toegankelijkheid van het open-
baar vervoer en van de openbare gebouwen voor men-
sen met een handicap.
In 1975 besliste de wetgever dat voor nieuwe openbare
gebouwen slechts een bouwvergunning kon worden af-
geleverd
indien
ze
voldeden
aan
bepaalde
toegankelijkheidsnormen, vastgelegd in een koninklijk
besluit met betrekking tot die toegankelijkheid.
Vandaag zijn het de Gewesten die hierover moeten
waken bij de toekenning van de bouwvergunning en die
ook instaan voor de controle. Naar verluidt verloopt dat
echter helemaal niet vlot en laat vooral de controle te
wensen over. Het gevolg is dat heel wat openbare
gebouwen zelfs niet aan de minimale normen voldoen.
De consumentenorganisatie Test Aankoop testte vorig
jaar in negen steden een aantal belangrijke overheids-
gebouwen, waaronder de postgebouwen.
Uit dit onderzoek blijkt dat heel wat overheidsgebouwen
niet aan de normen voldoen. Vooral de postgebouwen
komen heel slecht uit deze enque^te.
Nochtans is De Post een openbare instelling, die zelfs
extra inspanningen zou moeten doen om haar gebouwen
voor heel de bevolking, dus ook voor mensen met een
handicap, toegankelijk te maken.
In Vlaanderen worden er inspanningen geleverd. Er zijn
toegankelijkheidsbureaus die deskundig advies verlenen
om op een vlotte en betaalbare manier gebouwen toe-
gankelijk te maken voor mensen met een handicap.
Ik heb een aantal concrete vragen met betrekking tot de
specifieke situatie bij De Post. Ik deel nog even mee dat
het om de gebouwen in negen grote steden gaat. Men
heeft niet de kleine postgebouwtjes her en der onder-
zocht, maar enkel grote centra. Vijf gebouwen zijn ronduit
negatief uit het onderzoek gekomen, e´e´n gebouw werd
positief tot redelijk bevonden, twee redelijk en e´e´n zwak.
Ik moet dus beamen dat dit een slecht rapport is voor De
Post.
Heeft De Post reeds een grondig intern onderzoek inge-
steld naar de toegankelijkheid van de postgebouwen
voor mensen met een handicap ?
Is er bij De Post een beleid om mensen met een
handicap - niet alleen rolstoelgebruikers, maar ook blin-
den en doven - adequaat te helpen ?
Indien er grote problemen zijn, zou de minister dan
samen met het bestuur van De Post een plan opmaken
om de toegankelijkheid van de postgebouwen binnen
aanvaardbare termijn te verbeteren ?
HA 50
COM 097
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Els Van Weert
Overweegt u, mijnheer de minister, om in Vlaanderen
samen te werken met de Vlaamse toegankelijkheids-
bureaus om de problemen te inventariseren en efficie¨nt
op te lossen.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, collega's, er
werd geen apart onderzoek uitgevoerd inzake de toegan-
kelijkheid van de postgebouwen voor mensen met een
handicap. Sinds 1993 beschikt De Post echter over een
eigen bouwprogramma dat aandacht besteedt aan faci-
liteiten voor mensen met een handicap. Dit betekent dat
de toegankelijkheid van gebouwen die vo´o´r 1993 werden
opgetrokken, problemen kunnen opleveren.
De gebouwen die dateren van vo´o´r 1993 moeten worden
opgedeeld in gebouwen in eigendom en gehuurde ge-
bouwen. Wat de gehuurde gebouwen betreft, worden bij
een huuraanpassing aanpassingen aan de gebouwen
uitgevoerd. Wat de gebouwen in eigendom betreft, wor-
den er geen aanpassingen uitgevoerd. In de oudere
gebouwen zijn er sinds 1993 geen aanpassingswerken
uitgevoerd.
Wat de inhuring betreft, worden jaarlijks ongeveer 50
kantoren vernieuwd. Ik geef toe dat dit slechts een klein
deel van de 1400 verdeelpunten is. De investerings-
kosten voor de aanpassing van de 50 kantoren zijn
echter niet gering.
Met het eigen bouwprogramma zal De Post tussen 1993
en 2003 ongeveer honderd nieuwe gebouwen hebben
opgetrokken. Het is correct dat heel wat gebouwen van
De Post niet aangepast zijn.
Als voogdijminister zal ik deze problematiek aankaarten
bij het nieuwe management dat binnenkort de leiding van
De Post op zich neemt zodat het wordt opgenomen in het
businessplan. Ik zal deze commissie op de hoogte hou-
den van nieuwe ontwikkelingen terzake. U mag echter
niet verwachten dat De Post onmiddellijk een actieplan
met betrekking tot de problematiek zal ontwikkelen.
Mijnheer de voorzitter, collega's, een aantal gebouwen
van De Post zijn geklasseerde gebouwen die niet gemak-
kelijk aangepast kunnen worden. Men moet terzake
speciale vergunningen aanvragen. Monumentenzorg is
een gewestbevoegdheid. Het ware aangewezen dat zij
initiatieven uitwerken om geklasseerde gebouwen aan
de passen aan de noden van gehandicapten.
De Post heeft aandacht voor mensen met een handicap.
Blinden genieten onder meer van portvrijdom van zen-
dingen tot 7 kilogram. Ik zal u het lijstje met faciliteiten
bezorgen.
Mevrouw Van Weert heeft erop gewezen dat de Gewes-
ten specifieke programma's voor mensen met een han-
dicap hebben uitgewerkt. Op federaal niveau moet een
norm over heel het grondgebied worden toegepast. Dit
betekent dat ik geen toezegging kan doen om de norm
van het Vlaams Gewest toe te passen op heel het
grondgebied.
Daartoe kan ik mij vandaag niet engageren. In de context
van de aandacht binnen een businessplan voor deze
problematiek kan ik wel vragen of een globaliteit finan-
cieel niet beter haalbaar zou zijn. We spreken toch over
een groot pakket aan contactpunten. Ik wil dus onder-
zoeken of de betere norm van de regio's van toepassing
zou kunnen worden op de globaliteit van ons grondge-
bied. Dat zal dan alleen voor De Post zo zijn en niet op
alle andere gebouwen. De Post is maar een onderdeel
van alle openbare gebouwen.
Deze vraag heeft echter mijn aandacht gevestigd op een
probleem dat ik nog niet specifiek heb laten onderzoe-
ken.
De voorzitter : Mijnheer de minister, ik ben ervan over-
tuigd dat u er geen bezwaar zult tegen hebben als we de
informatie die u ons hebt bezorgd aan alle leden van de
commissie bezorgen ?
Minister Rik Daems : Ik heb daar helemaal geen be-
zwaar tegen.
Mevrouw Els Van Weert (VU&ID) : Mijnheer de voorzit-
ter, ik ben zeer blij met de reactie van de minister. Naar
aanleiding van de vernieuwing van het management
wenste ik deze vraag eens extra in de verf te zetten.
Immers, een nieuw management is immers een goede
gelegenheid om met goede voornemens van start te
gaan. Ik reken erop dat dit ook zal gebeuren.
Bij het feit van de toegankelijkheid had ik het niet
specifiek over de norm, maar wel over de expertise die
daar aanwezig is. Deze expertise geeft advies over de
aanpassing van gebouwen op de meest betaalbare en
aangewezen manier. Dat is een misverstand dat ik wil
rechtzetten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de M. Olivier Chastel au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
le nouveau centre de tri postal
de Charleroi X
Mondelinge vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over
het nieuwe postsorteer-
centrum Charleroi X
(nr. 766)
M. Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, monsieur le ministre, ma question porte effective-
ment sur le centre de tri postal de Charleroi X. Ce centre
qui a inaugure´ la nouvelle ge´ne´ration de centres de tri
industriel serait, selon certains e´chos de presse, de´ja`
confronte´ a` un proble`me de saturation. Par ailleurs, la
6
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Chastel
cohabitation sur un me^me site de plusieurs services
- direction re´gionale de Charleroi 1 distribution, service
de formation professionnelle et service social, en plus du
centre de tri proprement dit - aggraverait encore les
conditions de travail. Pour certains secteurs d'activite´,
comme la cellule Transport, ces conditions de travail
deviennent insupportables. On a e´voque´ re´cemment un
travail manuel au sein me^me des gaz d'e´chappement
des camions du de´partement. La conjonction de ces
proble`mes entrai^ne ine´vitablement une baisse de la
qualite´ des services preste´s.
Des solutions sont e´voque´es qui passeraient notamment
par de nouvelles constructions sur le site Conforama bien
connu a` Charleroi. Lors de son audition devant la com-
mission de l'Infrastructure de la Chambre en janvier
1999, l'administrateur de´le´gue´ de La Poste e´voquait un
upgrading de Charleroi X pre´vu dans le cahier des
charges de Gent X. M. Bastien pre´cisait e´galement que
sans apport exte´rieur, on ne peut aller plus loin. Depuis
le conseil des ministres du 1er avril 1999, une enveloppe
de 12 milliards est destine´e aux investissements futurs
de La Poste.
Mes questions sont les suivantes.
Quelle est la part de cette enveloppe de 12 milliards
destine´e au
upgrading de Charleroi X ?
Quels types d'investissements sont vise´s dans cette
enveloppe ?
Quel est le calendrier pre´visionnel des travaux ?
Comment explique-t-on, en termes d'investissements,
que le re´cent syste`me e´lectronique de contro^le d'acce`s
re´cemment installe´ par La Poste sur le site Conforama
n'est en rien compatible avec celui du centre de tri
industriel de Charleroi X qui est appele´ a` travailler avec
l'autre partie du site ?
M. Rik Daems, ministre : Monsieur le pre´sident, chers
colle`gues, en fait, la question de M. Chastel contient
principalement deux volets :
- premie`rement, qu'en est-il des 12 milliards d'investis-
sements qui ont e´te´ pre´vus dans une enveloppe venant
de la socie´te´ fe´de´rale de participation ?
- deuxie`mement, quelle est la situation actuelle tre`s
pre´cise de Charleroi X ?
Je re´pondrai d'abord a` la deuxie`me question.
En effet, des services partiront de Charleroi X vers le site
de Conforama. Il s'agit de Charleroi 1 et de la poste
rapide. En fait, un nouveau ba^timent sera construit afin
d'y loger ces services.
Comme vous l'avez mentionne´, il existe un proble`me
d'incompatibilite´ des syste`mes e´lectroniques de contro^le.
La Poste m'informe qu'il ne s'agit que du syste`me
d'acce`s au parking. Les ame´nagements ne´cessaires
sont actuellement apporte´s afin qu'il y ait une compatibi-
lite´ de tous les syste`mes.
Voila` pour ce qui concerne tre`s spe´cifiquement Charleroi
X.
J'en viens maintenant a` votre question portant sur les 12
milliards. Le gouvernement a effectivement pris la de´ci-
sion de principe de libe´rer 12 milliards de francs pour La
Poste. Lorsque nous avons fait la pre´sentation de ce plan
en commission, j'ai dit que ces 12 milliards e´taient pre´vus
dans un plan de ressources humaines, pluto^t que pour
des investissements. Pourquoi ? Parce qu'a` l'inte´rieur de
La Poste, il y a une certaine capacite´ d'investissements.
Dans le paquet d'investissements pre´vu au sein de La
Poste, il y a un montant de 15 milliards pour le mate´riel et
un autre montant de 10 milliards pour l'informatique.
Quant a` savoir comment cela s'organise est une autre
chose.
Est-ce que les 12 milliards qui sont re´serve´s maintenant
s'appliqueront directement a` un plan de ressources hu-
maines ou est-ce qu'une partie sera utilise´e pour des
investissements en mate´riaux et que La Poste supple´era
la diffe´rence en ressources humaines ? Il s'agit la` d'une
question technique. Le plus important, c'est que 12
milliards sont re´serve´s a` La Poste. Pour ce qui me
concerne, je sais que ces 12 milliards seront ne´cessaires
pour que La Poste puisse disposer d'un personnel per-
formant.
Il m'est toutefois impossible de vous dire quelle propor-
tion de ces 12 milliards sera attribue´e a` Charleroi X. Mais
selon toute logique, les grosses unite´s disposent d'un
plan de´taille´. Il est de`s lors clair que Charleroi X be´ne´fi-
ciera d'une partie de ce plan en termes d'investisse-
ments. De plus, je crois me rappeler que lorsque nous
avons fait un graphique de la productivite´ de tous les
centres, Charleroi X n'est pas apparu comme le meilleur.
Il est donc e´vident que des investissements devront y
e^tre faits. Il ne m'est cependant pas possible de vous
soumettre un timing et je vous prie de m'en excuser.
En effet, la nouvelle direction de La Poste se charge de
faire ce plan. Je ne suis qu'actionnaire et ne puis donc
pas me me^ler de la gestion journalie`re de cette entre-
prise. Mon ro^le est de m'inte´resser aux re´sultats. Et je
n'ai mon mot a` dire qu'en cas de besoin.
Je suppose qu'une fois que le plan sera pre^t, nous
pourrons en discuter, en respectant e´videmment la dis-
cre´tion qui s'impose, comme nous le ferons pour d'autres
entreprises d'ici quelques semaines ou quelques mois.
HA 50
COM 097
7
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
M. Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, je remercie le ministre pour sa re´ponse.
Si je puis comprendre qu'en fonction du nouveau
ma-
nagement
mis en place a` la te^te de La Poste, l'on revoie
et reconcre´tise toute une se´rie d'objectifs, je pense
pourtant avoir entendu parler, au temps de l'ancien
management, d'un calendrier des travaux pour Charle-
roi X.
Faut-il de´duire de votre re´ponse, monsieur le ministre,
que ce calendrier est abandonne´ et qu'on laisse a` la
nouvelle direction la possibilite´ de modifier ces investis-
sements ?
M. Rik Daems, ministre : De toute fac¸on, un nouveau
management a toujours le loisir de changer des plans
existants. Cela ne signifie pas pour autant que tout timing
ou tout plan existant serait aboli. Il faut permettre a` la
nouvelle direction de revoir les plans. Il faut aussi savoir
qu'une pe´riode de deux semaines de transition entre
M. Bastien et M. Rombouts a e´te´ pre´vue. Je suppose que
des pourparlers au sujet des projets et des calendriers
auront lieu durant cette pe´riode transitoire. Je ne puis
vous en dire plus pour l'instant. Je ne peux pas vous
affirmer que les plans et les timings seront modifie´s ou
resteront inchange´s. S'ils sont bons, ils seront sans
doute maintenus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de M. Jean Depreter au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
l'avenir d'un certain nombre
d'entreprises publiques
Mondelinge vraag van de heer Jean Depreter aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over
de toekomst van een
aantal overheidsbedrijven
(nr. 788)
M. Jean Depreter (PS) : Monsieur le pre´sident, monsieur
le ministre, comme nous avons de´ja` eu l'occasion d'e´vo-
quer le sort de La Poste et de Belgacom, je vais
maintenant parler de la Sabena.
Ma premie`re re´fe´rence est la note de politique ge´ne´rale
pre´voyant que SAirGroup atteindra le contro^le majoritaire
au sein de la Sabena, dans un contexte difficile e´tant
donne´ les doutes e´mis a` propos des perspectives de
be´ne´fices. Le contexte international et l'instabilite´ des
alliances sont e´galement e´voque´s, tout comme la ne´ces-
site´ d'un contro^le permanent des cou^ts et l'apparition de
pertes.
Dans cette note de politique ge´ne´rale apparai^t donc de´ja`
la ne´cessite´ d'un contro^le de gestion rapproche´, ce qui
devrait aller de pair avec le montage financier qui doit
e´voluer.
Ma deuxie`me re´fe´rence est la presse, dans laquelle ont
paru des articles sur la Sabena, fin de´cembre de´but
janvier, notamment dans
L'Echo, faisant re´fe´rence a`
d'autres articles du
Financieel Economische Tijd et du
Morgen, avec encore une fois l'e´vocation de nouveaux
montages financiers e´ventuels dans un contexte tre`s
difficile d'alliances internationales dans ce secteur, qui
sont particulie`rement instables du fait de l'infide´lite´ des
alliances, des essais de de´re´gulation, de ce
monde
sauvage
, celui de la compe´tition, d'alliances perpe´tuel-
lement changeantes avec, par exemple, pour conse´-
quences des retards comme on n'en a jamais connu
dans les transports. Me^me la Commissaire europe´enne
s'en est inquie´te´e.
La presse faisait e´galement allusion a` Christophe Miller,
le personnage qui monte et qui doit faire preuve de
diplomatie s'il veut prendre les choses en main, les
dirigeants actuels ayant jusqu'a` pre´sent fait preuve de
cette diplomatie ne´cessaire.
Il est donc question de flexibilite´, d'e´volution dans un
secteur qui bouge beaucoup.
Monsieur le ministre, ma question porte sur un e´le´ment
pre´cis.
Au de´part, on avait parle´ de Swissair ou SAirgroup.
Comme les journalistes emploient indiffe´remment l'un ou
l'autre nom, on finirait par ne plus s'y retrouver...
SAirgroup deviendrait donc majoritaire mais on va me^me
plus loin. Le sce´nario qui semble se dessiner serait le
suivant - vous me direz si c'est oui ou non la bonne
direction. Swissair serait majoritaire a` 100% de la Sa-
bena, l'Etat belge prenant une part minoritaire dans
SAirgroup et SAirgroup pouvant e^tre cote´ a` la Bourse de
Bruxelles, ce qui pourrait e^tre conside´re´ comme un signe
de confiance des Suisses envers la Sabena.
La question de fond que nous nous posons est de savoir
si oui ou non nous tenons encore a` avoir une minorite´ de
blocage. Pour moi qui ai le re´flexe du citoyen moyen, le
de´bat e´conomique porte sur le fait de savoir si nous
gardons une minorite´ de blocage dans la Sabena ou si
nous ne gardons plus rien du tout en nous contentant
d'une participation dans SAirgroup qui, force´ment, sera
relativement dilue´e. Il y a probablement un choix a` faire
entre ces deux possibilite´s.
J'estime qu'une pre´sence sur le terrain en Belgique dans
la socie´te´ d'origine est peut-e^tre plus symbolique qu'une
participation dilue´e, tout en comprenant bien votre argu-
ment selon lequel une minorite´ de blocage, cela signifie
des conflits e´ventuels, tandis qu'une participation dans la
socie´te´-me`re e´voque pluto^t l'ide´e d'un partenariat.
8
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean Depreter
Quand on se trouve directement sur le terrain, les choses
sont diffe´rentes.
Les intervenants sont nombreux : Swissair, Sabena,
l'Etat belge, la Commission europe´enne. Swissair a fait
un pre^t a` l'Etat au de´part du montage : 49%. Si ce pre^t
est converti, Swissair posse´dera plus ou moins 62%.
Comment va-t-on proce´der pour le reste, y aura-t-il audit,
expertise ? Tout cela prendrait e´videmment beaucoup
plus de temps.
Voila` le contexte dans lequel nous avons perc¸u ce
proble`me et cet e´le´ment nouveau d'une participation de
Swissair a` 100%.
M. Rik Daems, ministre : Monsieur le pre´sident, chers
colle`gues, pour expliquer une strate´gie potentielle, il est
plus facile de partir d'un dessin. Je sugge`re a` M. le
pre´sident de re´pondre apre`s une prochaine question. Le
tableau que j'attends dans quelques instants me permet-
tra de donner des e´le´ments de re´ponse au colle`gue
Depreter, concernant la Sabena, s'il est d'accord e´videm-
ment ?
M. Jean Depreter (PS) : Certainement, monsieur le
ministre. Mais qu'en est-il de la question de principe ?
M. Rik Daems, ministre : Vous allez de´couvrir la question
de principe a` partir du dessin.
M. Jean Depreter (PS) : Il n'y a pas urgence en la
matie`re, je suis donc d'accord.
M. Rik Daems, ministre : Dans deux minutes, vous aurez
votre dessin.
M. Jean Depreter (PS) : Je pensais que ce serait pour
une prochaine fois.
Le pre´sident : L'incident est suspendu jusqu'a` l'arrive´e
du document.
Het incident is geschorst.
L'incident est suspendu.
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over
de vervanging van de
top van De Post
(nr. 793)
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt au ministre
des Te´le´communications et des Entreprises et Parti-
cipations publiques sur
le remplacement de la direc-
tion de La Poste
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, ik was zo vriendelijk
een dag of tien geleden aan de minister te zeggen dat ik
een vraag wou stellen over de bewegingen aan de top in
De Post.
De minister heeft met zijn gekende sportiviteit gezegd dat
dat geen probleem was. Normaliter had mijn vraag vorige
week beantwoord moeten worden, nu is ze minder
actueel. Toch heb ik nog enkele concrete vragen.
Zoals iedereen weet is de heer Bastien vervangen door
iemand die beschikt over de nodige kwalificaties.
Wij vragen ons nu af onder welke modaliteiten de heer
Bastien is vertrokken.
Heeft hij bij zijn vertrek gezegd dat hij goed werk heeft
gedaan en heeft hij bedankt voor de jaren die hij daar
heeft mogen presteren of is hij uitgewuifd ?
Is hij dus vertrokken met een handdruk, al dan niet een
gouden of een zilveren ?
Ik denk dat het goed is in democratisch bestel - vermits er
daar cijfers genoemd worden - te weten waarover het
precies gaat, op welke wijze het is gebeurd en eventueel
welke bedragen eraan verbonden zijn.
Tegelijkertijd is ook een belangerijk deel van de raad van
bestuur vervangen. Wij vragen ons af op welke gronden
de nieuwe leden zijn aangeduid.
Worden bovendien de niet-vervangen leden van de raad
van bestuur, die ook lid zijn van het directiecomite´, in een
volgende fase wel vervangen of niet ?
Kunnen zij dan nog lid blijven van het directiecomite´ ?
Het zou goed zijn mocht terzake duidelijkheid worden
geschapen en dat wij, leden van een gei¨nteresseerde
commissie, hier iets meer zouden te weten komen in
plaats van het uit de pers te moeten vernemen.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, collega's,
het grootste gedeelte van mijn antwoord zit vervat in de
programmawet die hier werd goedgekeurd. We hebben
daar de mogelijkheid geschapen om desgevallend snel-
ler het management en de raad van bestuur te vervan-
gen.
De achterliggende reden is de opmerking die in deze
commissie en in de plenaire vergadering werd gemaakt.
Er werd immers terecht opgemerkt dat een nieuw
businessplan, dat door een nieuwe raad van bestuur
moet uitgevoerd worden, niet door de oude raad kan
worden goedgekeurd.
Dat is een terecht argument. Er zijn verschillende manie-
ren om een transitie in een bedrijf door te voeren. All at
once, is e´e´n van de mogelijkheden. Men kan ook met een
tussenperiode werken. Ik moet die theorie niet uit de
HA 50
COM 097
9
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
doeken doen. Ik heb ze in een ver verleden gedoceerd.
Hier heb ik de optie genomen om een transitie door te
voeren waarbij men de nieuwe raad van bestuur aanstelt
vo´o´r de omvorming van de NV, maar wel op een vrij ver
gevorderd punt in het maken van het businessplan, en
vo´o´r het concipie¨ren van het plan inzake het personeel.
Dat laatste is natuurlijk het meest gevoelige. Dat is de
reden van de timing.
Vandaag zijn de vorige mensen nog in functie. Op 1
februari krijgt men de nieuwe structuur. We hebben wel
een transitieperiode van 14 dagen voorzien, tijdens de-
welke de effectieve omvorming tussen de twee gedele-
geerde bestuurders en de raden van bestuur kan plaats-
vinden.
Er
is
ook
nog
een
raad
van
bestuur
samengeroepen tussen de beslissing van de verandering
bij koninklijk besluit en de effectieve inwerkingtreding.
Voor mezelf was het belangrijk dat dit op een harmo-
nieuze en professionele manier kon gebeuren. Ik denk
dat de reacties in de media aantonen dat dit het geval is
geweest. Er waren geen problemen met tegenstellingen
en grote of kleine uitspraken. Ik vond dat ook niet nodig.
Ik heb een bepaalde manier van procederen aangewend.
Men kan beter op een harmonieuze manier werken, vind
ik, en dat kan als men professioneel werkt. Dat is de weg
die hier is gevolgd.
Dit betekent heel concreet het volgende. Als men het
heeft over de vervanging van de heer Bastien en de
vraag naar de grote gouden handdruk, stel ik dat de wet
de wet is. Dat is bij mij altijd de regel. Dat betekent voor
mij dat men nooit verder kan gaan dan de alomgee¨erde
formule Claeys, als ze van toepassing zou zijn. Daar-
naast is dat niet mijn bevoegdheid, maar de bevoegdheid
van de gewone leden van de raad van bestuur, zoals in
de wet van 1991 is bepaald.
De nieuwe gedelegeerd bestuurder is zelf verantwoorde-
lijk om zijn team samen te stellen. Ik verwijs nogmaals
naar de wet die we hier hebben goedgekeurd. Daarin is
duidelijk gesteld dat de statuten kunnen afwijken van de
artikelen 19 en 20 van de wet van 1991. In die artikelen
staat uitdrukkelijk dat alles wat met het directiecomite´ te
maken heeft, kan worden gewijzigd. Het statuut dat de
raad van bestuur of de Koning, desgevallend afhankelijk
van de dynamiek die we daar gaan ontwikkelen, kan
afwijken van de artikelen 19 en 20. Dat betekent concreet
dat men, wat de directeur-bestuurders betreft, in die
tussenperiode een technisch probleem heeft. Gezien zij
een contract van directeur-bestuurder hebben, zou ik
contractbreuk hebben gepleegd indien ik hen geen be-
stuurder zou hebben laten zijn. Dit is niet nodig, aange-
zien ze de facto ontslagnemend worden vanaf de inwer-
kingtreding van de nieuwe statuten tot omvorming van de
NV, op 1 maart of iets later.
Welke zijn de criteria voor de raad van bestuur ? Waar
komt de nieuwe gedelegeerd bestuurder vandaan die
over de bekwaamheden beschikt om dit te doen ? Op
mijn vraag heeft McKinsey een selectieprocedure inge-
zet. Mijn redenering was de volgende : als McKinsey een
businessplan maakt, als McKinsey de voorbereiding van
mijn Human Resources-plan maakt, wie is er dan beter
geschikt dan McKinsey om de man te vinden die dat
moet uitvoeren ? Dat klinkt misschien vrij eenvoudig,
maar de meest eenvoudige logica is vaak ook de beste.
Vandaar dat hij uit de selectie longlist, shortlist en keuze
komt.
Wat is de logica bij de bestuurders ? Ik heb, samen met
de collega's uit de regering, gezocht naar een mix van
mensen uit de actieve managementssfeer, aangevuld
met mensen uit de academische wereld komen en twee
personen die vroeger in de raad van bestuur zaten. Zij
konden een beetje informatie geven over de gebeurte-
nissen uit het verleden.
Ik weet niet of ik de namen van de raad van bestuur heb
doorgegeven. Normaal moet dat zijn gebeurd, mijnheer
de voorzitter. U hebt dat niet ontvangen ? Dan moeten
we dat dringend rechtzetten.
Dat is dan een fout van mij, want ik informeer u altijd
gelijktijdig met de anderen. Ik verontschuldig mij daar-
voor.
Als u het academisch bekijkt, krijgt u een combinatie van
enkele vrouwelijke professoren in distributietheorie¨n -
enkele dames van ULB en KUL zijn bekwaam in
overheidsmanagement, het management van publieke
bedrijven - en daarnaast mensen zoals Stijn Bijnens, die
in het high tech e-commercegebeuren de raad van
bestuur veel visie kan bijbrengen. Dan zijn er ook nog
mensen als Jacques Forret, die een van de topmensen
uit de verzekeringswereld is en Johnny Theys, die tot
voor kort de baas van Interbrew International was.
Alles is aanwezig om met de nieuwe gedelegeerd be-
stuurder en het nieuwe directieteam - waarvan waar-
schijnlijk mensen uit het verleden deel uitmaken - een
team te maken om in de periode vo´o´r 1 januari 2003 de
zaken om te draaien.
Dit is een puur professioneel zakelijk dossier. Ik behandel
al mijn dossiers vanuit de logica van een industrieel
project. Mij interesseert niet alleen de opbrengst - hoewel
ze in het regeerakkoord voorzien is - maar ook de
economische activiteit, het industrieel project en het
concurrentievermogen van het bedrijf. Op lange termijn
geeft het industrieel project met al zijn economische spin
offs de beste maatschappelijke garantie.
Deze werkwijze is in De Post gevolgd en geeft ook het
beste resultaat. Een aantal maanden geleden zou nie-
mand mij gezegd hebben dat ik de heer Bastien zou
ontslaan. De heer Bastien heeft in De Post, los van zijn
verleden, goed werk geleverd. Dat moet u ook kunnen
respecteren.
10
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
Ik voel me zeer goed bij de ondernomen actie. Uit
zakelijke, bestuurlijke en politieke wereld heb ik alleen
gehoord dat het haalbaar en werkbaar was. Er was geen
groot hoera-geroep. Ik wil echter dat de zaken goed
professioneel geregeld zijn en dat De Post nu vooruit
kan. Ik heb er goede hoop in en geef er als aandeelhou-
der mijn volledige steun aan.
De raad van bestuur is evenwichtig naar inhoud en
capaciteit. De nieuwe baas draagt volgens mij de capa-
citeiten in zich. Hij is een manager of change die gewoon
is om in moeilijke sociale omstandigheden te werken met
een personeelsplan dat niet evident is. We weten alle-
maal dat daar enkele dingen te gebeuren staan.
Hopelijk hebben we een goede zet gedaan en kan De
Post volgende week starten met de raad van bestuur om
een aantal businessplannen definitief af te werken. Dat is
voor mij belangrijk.
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, de minister heeft een bijna perfecte toelichting gege-
ven over de modaliteiten die aan de basis hebben
gelegen van de aanstelling van de nieuwe leden van de
raad van beheer.
Ik spreek mij niet uit over de kwaliteiten van de huidige of
de vroegere bestuurders. Als men echter een overeen-
komst maakt met de heer Bastien, kan ik mij moeilijk
voorstellen dat dat dossier niet volledig werd uitgepraat.
U zegt nu dat dit een zaak voor de nieuwe raad van
bestuur is. Het is dus niet juist als men in de media
spreekt over een gouden handdruk in de vorm van vele
miljoenen Belgische frank. De juiste cijfers zullen we
alleen kunnen vernemen via het Rekenhof.
Minister Rik Daems : Ik wil deze vraag aan De Post
stellen. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de
gewone leden van de raad van bestuur. Zij moeten in
overleg met de heer Bastien beslissen of dit een publiek
gegeven kan zijn.
Ik heb mijn limieten gesteld. Ik heb geen vaste afspraak
met de heer Bastien. Het is een gewoon eervol ontslag.
Voor mij gelden de normale wettelijke regels, namelijk de
formule-Claeys. Ik hoop dat dit door de nieuwe leden van
de raad van bestuur zal toegepast worden.
Een andere regeling is hun verantwoordelijkheid. Ik zeg
dit niet om mij er vanaf te maken. Voor mij is er geen
andere afspraak, als dat er al een is. De wet, waarover ik
u heb gesproken, wordt gewoon nageleefd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over
de mededeling van de
Europese commissie (COM 539) inzake de herziening
van de ONP-richtlijnen
(nr. 838)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
la communication de la commis-
sion europe´enne (COM 539) sur la re´vision des direc-
tives 'ONP'
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag gaat over een op het
eerste gezicht wat technische materie, maar is toch zeer
belangrijk. De herziening van de open network provisi-
onrichtlijnen en wat daaruit zal voortkomen, zal namelijk
bepalend zijn voor de inhoud van de besprekingen die wij
hier in de toekomst rond de telecomsector - en dit is veel
ruimer dan enkel de toekomst van Belgacom - zullen
voeren.
De herziening van de ONP-richtlijn op Europees vlak is
volop bezig. Vorig jaar is die revisie gestart met een
mededeling van de Commissie die in november 1999 is
neergelegd. Hierin worden de belangrijkste beleidslijnen
ontwikkeld in verband met de informatiemaatschappij
voor morgen, de verdere liberalisering van de telecom-
sector, de convergentie, enzovoort.
De Europese Unie is, conform hetgeen gebruikelijk is in
dergelijke materies, begonnen met public hearings. Als ik
mij niet vergis waren er gisteren en vandaag trouwens
public hearings bezig. De regeringen en de operatoren
hebben tijd tot 15 februari, het gewone publiek trouwens
tot 1 februari, als ik me niet vergis, om schriftelijke
reacties te geven op de paper van de Commissie die nu
voorligt. Dit kan via de website van de Commissie, via
andere wegen en voor regeringen en operatoren uiter-
aard via hun eigen kanalen.
De precieze bedoeling staat nog niet helemaal vast. Dit
moet uiteraard uit de uiteindelijke richtlijn blijken. Wellicht
wil men uiteindelijk komen tot een richtlijn die een
implementatie-limietdatum oplegt van 2003.
Mijn punt is dat dit een vrij ingrijpende aanpassing ka´n
zijn van de ONP-richtlijn. Men moet natuurlijk altijd zien
waar men belandt. Vroeger ben ik, in de meerderheid,
zeer kritisch geweest ten overstaan van de toenmalige
titularis. Wij hebben in het verleden, ook vanuit de
meerderheid, frustraties gehad. Er is in dit parlement
over de ONP nauwelijks een breed maatschappelijk
debat gevoerd en evenmin over de inbreng vanuit ons
land en de houding die door dit land en door de regering
op het Europese forum werd aangenomen. Dit debat
werd niet alleen niet in het parlement gevoerd, maar ook
niet in deze samenleving, in dit land. In de voorgaande
HA 50
COM 097
11
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yves Leterme
periode was ik hierover gefrustreerd. Op dit moment blijkt
echter, met de nieuwe coalitie en met de nieuwe titularis,
dat ik opnieuw in de kou blijf staan, hoewel ik op andere
punten mijn waardering al heb uitgesproken. Ik vind het
jammer dat rond de vrij ingrijpende Europese beslissin-
gen die op ons afkomen, er niet ook maar enige vorm van
gedachtewisseling en van visiebepaling is, die toch wat
gedragen moet kunnen zijn. Die gedachtewisseling en
visiebepaling is er noch in dit huis, noch in de samenle-
ving.
Ik wil het punt graag nu aan de orde brengen, ten eerste
omwille van de public hearings die deze week plaats
vinden; ten tweede omdat het niet helemaal ondenkbeel-
dig is dat we binnen twee tot drie jaar gevat worden door
wetswijzigingen, ook op het Vlaamse vlak kan dit trou-
wens het geval zijn, vooral wat de mediasector betreft, en
dat men dan de wijzigingen zal moeten goedkeuren
omdat Europa dit oplegt, of men dit nu wil of niet. Ik stel
daar vandaag dus een kleine vraag over, eerstens om-
wille van de public hearings deze week, tweedens omdat
we dan binnen twee jaar niet meer het excuus zouden
hebben om te zeggen dat we van niets wisten, dat het
allemaal Europees geregeld is en dat we onze eigen
inbreng niet konden hebben. We kunnen onze inbreng
hebben. Mijn vraag is dus in eerste instantie : wat is de
rol, wat is de houding en wat zijn de standpunten die u,
namens de Belgische regering en namens ons land
Belgie¨, inneemt op Europees vlak in de Telecomraad ?
Ik kan mij voorstellen dat u ook dit standpunt inneemt bij
de voorbereiding van het uiteindelijke commissie-
document, het ontwerp van herziening van de richtlijn. Is
men al gestart met het formuleren, vanuit de regering,
van reacties op het document dat sedert november
officieel voorligt en waarbij de Commissie iedereen heeft
uitgenodigd om reacties te geven ? Hoever staat men
daarmee ?
Hoe ver staat men daarmee ? Is er overleg met de
actoren die in ons land actief zijn, Belgacom en de
anderen, om dat standpunt wat te stofferen ? Wordt dat
voorbereid ? Gewone burgers kunnen tegen 1 februari
hun opmerkingen aan de commissie meedelen. Ik meen
dat 15 februari de limiet is voor regeringen en operatoren.
Bent u van plan om het parlement binnen de twee of drie
weken te laten weten wat de officie¨le reactie van de
Belgische regering is op het document dat de basis moet
vormen van de herziening van de open network provi-
sion ?
Collega's, dit lijkt allemaal zeer technisch maar het
resultaat van deze herziening kan van groot belang zijn
voor bijvoorbeeld debatten over de universele dienstver-
lening, de verdere openstelling van de markt, de toe-
komst van het sociaal-abonnementstarief en de toekomst
van openbare telefooncellen. Dit lijkt wat abstract maar
het kan zeer concreet worden. De bedoeling van mijn
vraag is duidelijkheid te krijgen van de minister over wat
hij zal doen om het debat ter zake in dit huis en erbuiten
op een correcte manier te laten voeren.
Mijnheer de minister, welke standpunten hebt u bij Eu-
ropa namens ons land ingenomen ?
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Leterme, dit is een terechte vraag. Om de bal terug te
kaatsen kan ik stellen dat dit vaak niet het geval is. Mijn
eerste reactie dienaangaande heb ik in november op de
raad gegeven. U zult dat waarschijnlijk wel weten. Tij-
dens deze eerste raad die ik heb bijgewoond hebben we
ook het eerder uitzonderlijk genoegen gehad om de
felicitaties van de Europese Commissie in ontvangst te
mogen nemen omdat wij vanuit een zowat verloren
positie nu bijna aan de kop zijn gekomen inzake het
omzetten van Europese richtlijnen. Ik herhaal dat hier
graag omdat ik er fier op ben, niet alleen op mijzelf maar
ook op mijn medewerkers en het BIPT. Uiteindelijk heb-
ben zij keihard gewerkt aan dit project.
Hierdoor hebben we nu op Europees niveau ook een
stem. Dat heeft ook als resultaat gehad dat wij vandaag
een klassieke non-paper op Europees niveau hebben
gemaakt om in Lissabon en een maand later op de
Information Society ministerial Conference, die ook in
Lissabon doorgaat, een stellingname te kunnen ontwik-
kelen met enige geloofwaardigheid. Zelfs de Britten en
desgevallend andere lidstaten willen met ons praten om
een gemeenschappelijke stellingname te ontwikkelen.
Dat betekent dat wij op vrij korte termijn door het leveren
van een inspanning zaken hebben kunnen keren met
betrekking tot ons imago en onze invloed. Ik meen dat die
invloed de draagwijdte van uw vraag is.
Het is juist dat de heer Willockx bij mij is geweest en dat
hij heeft moeten vaststellen dat ik geen werk meer voor
hem heb. Ik hoop dat hij binnenkort dezelfde vaststelling
kan doen bij mijn collega's. Uiteraard is niet elk beleids-
domein van aard om de richtlijnen zo gemakkelijk te
kunnen omzetten. Bij telecommunicatie is het in feite een
beleidskeuze om de richtlijnen al dan niet om te zetten
terwijl het omzetten van richtlijnen op andere terreinen
vaak wel wat ingewikkelder is. Daar gaat het meer om
technische aspecten dan om beleidskeuzes. Ik wil hier
dus bij wijze van spreken geen waardeoordeel uitspreken
over collega's of over departementen die niet onder mijn
bevoegdheid vallen. Dat zou niet fair zijn, al was het maar
omdat ik vandaag niet over de nodige technische kennis
beschik om daarover te kunnen oordelen.
Vandaag staan wij echter vooraan en mogen wij meepra-
ten. Dat is heel belangrijk. Hierdoor zijn de Britten
gei¨nteresseerd en hebben we met de Nederlanders een
12
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
zeer goede relatie opgebouwd. Waarschijnlijk zullen we
ook met de Spanjaarden wel wat kunnen doen. We
wegen dus mee op open network provision-richtlijn die
zoals u zegt aan een herijking toe is.
Wat hebben tot nog toe gedaan ? U weet dat wij public
hearings georganiseerd hebben die lopen tot 1 februari.
Uw vraag komt op het juiste ogenblik want per brief van
3 januari heb ik de operatoren gevraagd om - zeer
formalistisch gesproken - hun uitgebreide commentaar te
geven. Op 31 januari wordt het platform van operatoren
bijeen geroepen om alle elementen samen te brengen en
daaruit desgevallend de mening van de regering te
distilleren. Persoonlijk vond ik het niet wijs om vooruit te
lopen op een stellingname voor ik informatie had ontvan-
gen van de public hearings en de operatoren, de spelers
op de markt.
Immers, op diezelfde ministerie¨le telecommunicatie-
conferentie was mijn stelling uiteindelijk dezelfde als die
van de Britten, en wel dat wij van het autoregulerende
verhaal weg moeten naar een coregulerend verhaal. Dit
is dus een verhaal met alle actoren : consument, opera-
tor en beleidsvoerder. Deze driehoek wordt uitgetekend
en pas nadien brengt men zijn mening naar voren.
Beleidsvoering betekent voor mij ook dat het parlement
daarbij wordt betrokken. Dat is duidelijk. Dat is ook mijn
stijl tot nu toe, al is dat niet altijd voor 100% mogelijk.
Neem het aanstellen van een gedelegeerd bestuurder
voor De Post. Ik kan u niet de kandidaten voorleggen en
u dan laten kiezen. Spijtig genoeg zijn er limieten, gezien
het bestaan van een uitvoerende en een wetgevende
macht. Hier gaat het echter om een potentie¨le nieuwe
richtlijn die hier nog zal worden besproken en daarom wil
ik hier informatie geven, daarna aan het parlement de
mening van de regering kenbaar maken en die dan
toetsen aan de mening van het parlement. Dat is de
logica zelf. Daaruit kan dan eventueel een gewijzigde
opstelling van de regering voortkomen, wat eerst in de
schoot van de regering moet gebeuren. Dit hoeft niet in
een sfeer van te nemen of te laten, want dat is concep-
tueel altijd verkeerd. Daarna kan dit een rol spelen bij het
tot stand komen van een nieuwe richtlijn, die dan weer
hier bepaalde wetgevende initiatieven doet ontstaan. Dat
lijkt mij de normaal te volgen werkwijze.
Mijnheer de voorzitter, ik zal u vermoedelijk over enkele
weken aanspreken om hierover minstens een gedachte-
wisseling te kunnen voeren binnen de gestelde tijdslimie-
ten. Dit lijkt mij een goede manier van werken. Met tien of
vijftien weet men nu eenmaal meer dan alleen. Ook dit is
een van mijn stelregels. Kunnen hier goede stellingna-
mes uit voortvloeien, dan zal ik niet nalaten die over te
nemen, om daar zelf en voor de regering nuttig gebruik
van te kunnen maken.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de minister, wat
dit laatste deel van het antwoord betreft, vind ik de
regering al vrij bedreven : zij heeft hierin niet veel bij te
leren.
Ik ben tevreden met het antwoord. Ten gronde heb ik niet
veel vernomen over uw houding ten opzichte van het
commissiedocument. Ik noteer wel uw toezegging om na
31 januari hier snel terug te komen. 15 februari 2000
volgt wel snel daarop, maar dit is toch maar de aanzet tot
een bredere bespreking op Europees vlak. Ik noteer uw
engagement om het definitieve standpunt van de rege-
ring dat aan Europa zal worden overgemaakt, hier ook
voorwerp van gesprek te maken. Ik herhaal dat de revisie
van de inhoud, zoals aangekondigd in het document van
de commissie, wel eens heel belangrijk zou kunnen zijn
voor ons land. Het zou wel eens kunnen dat de wettelijke
aanpassingen die wij, ingevolge de aangepaste richtlijn,
zullen moeten doorvoeren, het laatste wetgevende werk
zouden kunnen zijn dat wij in de telecomsector ooit zullen
moeten doen. De positie van ons land steekt trouwens de
ogen uit op een aantal domeinen als de universele
dienstverlening. Op dat vlak zullen wij zeer waakzaam
moeten zijn en de minister goede rugdekking moeten
geven, ook vanuit de oppositie. Dit is van cruciaal belang
om onze belangen, dus die van de burgers, goed te
kunnen verdedigen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de M. Jean Depreter au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
l'avenir d'un certain nombre
d'entreprises publiques
Mondelinge vraag van de heer Jean Depreter aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over
de toekomst van een
aantal overheidsbedrijven
(nr. 788) (voortzetting)
Le pre´sident : Nous en revenons a` l'incident suspendu.
M. Rik Daems, ministre : Monsieur le pre´sident, chers
colle`gues, il existe ge´ne´ralement une confusion au ni-
veau de la prise de participation entre SAir et Swissair.
C'est la raison pour laquelle je vous pre´sente un dessin.
Le holding SAir et l'Etat belge sont deux de´tenteurs
d'actions. Les compagnies ae´riennes sont Swissair et
Sabena. Le holding suisse posse`de plus ou moins 65%
d'actions. Quelle est la situation actuelle ? La SAir a des
actions en Swissair, je pense que c'est 100% mais il faut
que je ve´rifie. En Sabena, on parle de moins et de plus de
50% pour l'Etat belge.
HA 50
COM 097
13
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
Ce n'est pas la situation re´elle parce qu'il y a un
changement a` cause des warrants : un pre^t a e´te´ ac-
corde´ et peut se convertir en actions. Quelle est la
situation suite a` l'accord de 1995 ? Moins de 50% d'un
co^te´ va se transformer en 67.5% : 62.5 de fait et 67.5 par
contrat. Cela se transforme en 102.5%
Ce n'est pas tout. Dans l'accord de 1995, on trouve aussi
des e´le´ments sur
Air Line Management Company qui
s'appelle AMP aujourd'hui. C'est une socie´te´ qui reprend
les activite´s commerciales du groupe Swissair pour 50%
et 50% pour Sabena. Voila` la structure.
Si je raisonne plus simplement, l'influence de l'Etat belge
dans AMP se re´sume a` 32.5% de 50%. C'est la re´alite´
apre`s toute conversion et apre`s que l'Union Europe´enne
ait donne´ son accord sur le fait qu'un Etat membre ne doit
plus e^tre majoritaire pour faire respecter la le´gislation
europe´enne. C'est de la` que je pars. Quand je me
retrouve dans cette situation, comment vais-je de´fendre
les inte´re^ts dont les caracte´ristiques sont diffe´rentes ? Il y
a un inte´re^t purement financier, c'est logique, mais il y a
aussi un inte´re^t e´conomique et strate´gique. Cela m'inte´-
resse puisque cela fait partie de ma mission. Je dois faire
en sorte que mes actifs gardent leur valeur ou augmen-
tent. La valeur e´conomique m'inte´resse aussi de manie`re
globale ainsi que l'e´le´ment strate´gique au niveau de la
Sabena. Je pense a` l'image de marque de la compagnie,
etc. Des e´le´ments autres que le management doivent
e^tre pris en conside´ration.
Que vais-je faire ? En ce moment et sans pre´juger d'une
solution e´ventuelle, je veux e^tre certain que l'influence
AMP soit suffisamment forte. Certaines de´cisions e´cono-
miques ont un effet direct sur la position concurrentielle
de la compagnie ae´rienne. A la limite, je veux e^tre certain
que la Sabena rencontre des objectifs e´conomiques et
strate´giques.
Je veux e^tre su^r que la Sabena rencontre les objectifs
e´conomiques et strate´giques. Comment ? En de´tenant
des actions par-ci, par-la`.
Je ne pre´tends pas qu'il s'agit de la meilleure solution. Je
dis qu'avec un actionnariat plus important, on a plus de
pouvoir pour atteindre des objectifs e´conomiques en
termes ge´ne´raux et strate´giques. Et ces derniers, en se
combinant, garantissent notamment l'objectif financier
que je me suis fixe´.
Vous avez pose´ la question de savoir s'il e´tait ne´cessaire
d'avoir une minorite´ de blocage. Vous savez que 32,5%
divise´ par deux font 16,25%. Vous savez comme moi,
qu'il n'est pas question de minorite´ de blocage.
De plus, comme je l'ai de´ja` dit a` plusieurs reprises, il est
errone´ de penser qu'il faut raisonner en termes de
minorite´ de blocage. Pourquoi ? Parce que, dans ce cas,
on porte atteinte au de´veloppement positif d'une entre-
prise. Si on part de cette ide´e, on est perdant a` l'avance.
Pour ma part, je souhaite - et je l'ai de´montre´ lorsque l'on
a parle´ de La Poste, il y a quelques minutes - que l'on
e´tablisse, pour la Sabena, un plan industriel avec des
retombe´es, si possible, macro-e´conomiques.
J'ai profite´, monsieur le pre´sident, de l'occasion qui m'a
e´te´ donne´e, pour de´velopper la strate´gie suivie, a` l'occa-
sion de la discussion en cours, avec les colle`gues
suisses.
Nous sommes des partenaires. Les Suisses ont e´gale-
ment un objectif a` atteindre et il est tout aussi important
pour eux que la Sabena se de´veloppe correctement.
Un partenariat n'est jamais base´ sur l'ide´e d'une minorite´
de blocage ou qu'il faut se de´fendre contre x, y ou z. Bien
au contraire, il est ne´cessaire de se re´unir autour de la
table.
Il faut savoir e´galement que la situation de de´part n'e´tait
pas des plus confortables. Mais je dois vous dire que les
discussions que nous avons ensemble actuellement se
de´roulent dans un contexte tre`s positif. Je peux d'ailleurs
vous assurer que nous pouvons trouver des terrains
d'entente tant en ce qui concerne les objectifs financiers,
qu'e´conomiques ou strate´giques qui, je vous le rappelle,
sont importants pour cette compagnie ae´rienne. C'est
donc dans ce contexte que des possibilite´s de croissance
sont envisageables.
Voila` les re´ponses que je pouvais vous donner sans pour
autant pre´juger des re´sultats. Mon intention n'e´tait pas
non plus de vous faire part des solutions potentielles ou
de´finitives car elles n'ont pas encore e´te´ trouve´es. Pour
le moment, nous discutons sur la meilleure fac¸on d'agir.
L'Etat belge doit-il e^tre pre´sent ? Faut-il combiner les
deux ? Nous devons examiner cette proble´matiques et
conside´rer les effets e´ventuels.
J'espe`re que mon graphique vous aura aide´ a` mieux
comprendre la situation. On pense souvent que Swissair
et SAir, c'est la me^me chose. Or, ce n'est pas le cas. Il y
a un holding SAir et une compagnie ae´rienne Swissair. Et
c'est le holding qui a des actions dans les deux compa-
gnies. C'est pour cette raison que AMP, qui est une
socie´te´ de management des deux compagnies, a e´te´
cre´e´e.
M. Jean Depreter (PS) : Monsieur le pre´sident, je pense
que tout cela doit se passer dans une atmosphe`re de
partenariat. L'expression
minorite´ de blocage n'a pas
de sens pour les projets de cet ordre-la`. Si l'Etat belge est
d'accord de placer de l'argent, il faudra savoir si cela sera
au profit de SAir Group ou de la Sabena. Ce ne sera
e´videmment pas pour bloquer une entreprise que l'Etat
versera de l'argent, mais pour la de´velopper. Il ne faudrait
me^me plus parler de
minorite´ de blocage; il faut de´cider
a` quel niveau accorder la participation de l'Etat.
14
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
M. Rik Daems, ministre : De plus, cher colle`gue, ce n'est
me^me pas une question de verser ou non de l'argent. Le
tout est de savoir a` quel niveau notre influence pourrait
e^tre positive. Elle doit se traduire en actionnariat.
M. Jean Depreter (PS) : Si l'Etat place de l'argent, c'est
normalement dans une perspective d'efficacite´.
Si j'ai bien compris, l'AMP est donc bien une socie´te´ de
management qui de´pend directement des deux compa-
gnies d'aviation. On parle toujours de 49% et de 51%,
mais il serait plus correct de parler de 67,5% et de 32,5%.
Je ne comprends pas votre raisonnement quand vous
dites qu'il faut diviser par deux ces quelque 32%.
M. Rik Daems, ministre : L'influence d'AMP est de 50%
par Sabena. Or, nous sommes actionnaires dans Sabena
a` raison de 32,5%.
M. Jean Depreter (PS) : Et dans Swissair ?
M. Rik Daems, ministre : Ici, la Swissair n'a rien a` voir.
L'influence directe de l'Etat belge doit e^tre importante au
sein de l'AMP car c'est la` que les de´cisions sont prises.
Comme la Sabena n'est actionnaire d'AMP qu'a` raison
de 50% et que l'Etat belge dispose de 32,5% des actions
de la Sabena, le pourcentage a` conside´rer est la moitie´
de 32,5%.
M. Jean Depreter (PS) : Il me semble que vous faites un
me´lange entre deux raisonnements. Tout d'abord, il y a la
situation financie`re au de´part des deux structures de
base : SAir Group et l'Etat belge - il s'agit des 67,5% et
32,5%. Ensuite, au de´part d'une structure de manage-
ment, vous parlez de 50/50 provenant de Swissair et de
Sabena. Il s'agit donc bien de deux choses diffe´rentes.
M. Rik Daems, ministre : Non, parce que c'est ainsi que
l'on peut de´terminer l'influence en termes d'actonnariat.
D'une part, l'AMP dispose de 50% d'influence, alors que
l'on ne dispose que de 32,5% des parts de la Sabena.
M. Jean Depreter (PS) : Mais l'AMP n'est pas le grand
patron du syste`me.
M. Rik Daems, ministre : Non, mais l'AMP peut prendre
des de´cisions importantes qui affectent la Sabena et
Swissair. Je vous cite un exemple : AMP pourrait de´cider
que la Sabena volera sur telle ligne.
M. Jean Depreter (PS) : Mais AMP n'existe toujours pas.
M. Rik Daems, ministre : L'AMP a e´te´ constitue´e depuis
les accords de 1995.
M. Jean Depreter (PS) : Pourtant, la presse n'en parle
jamais.
M. Rik Daems, ministre : Je sais qu'il y a beaucoup
d'e´quivoques a` ce sujet.
M. Jean Depreter (PS) : Me^me la presse financie`re
me´lange SAir Group et Swissair. A l'heure actuelle, l'Etat
belge dispose tout de me^me toujours de 32,5% de
l'actionnariat, me^me si les warrants ont e´te´ utilise´s.
M. Rik Daems, ministre : Dans la Sabena, oui. Mais pas
dans l'entite´ AMP, qui a son importance, puisqu'elle
prend des de´cisions essentielles pour la Sabena.
M. Jean Depreter (PS) : Mais il s'agit de de´cision de
management.
M. Rik Daems, ministre : Je vais vous donner un exem-
ple.
On pourrait imaginer que demain, tous les clients qui
voyagent en classe business volent sur des appareils
Swissair et tous les clients en classe e´conomique volent
sur Sabena. Cela aurait quand me^me une influence
directe importante.
Ce n'est pas de cela qu'il s'agit. Mais c'est pour cela qu'il
faut quand me^me e^tre su^rs que nous avons une influence
sur tous les e´le´ments. C'est une discussion qui doit avoir
lieu entre partenaires.
Le pre´sident : Pouvons-nous clore l'incident ? Je vous
rappelle que les chefs de groupe insistent pour que les
temps de parole soient respecte´s.
M. Jean Depreter (PS) : Je remercie le ministre pour sa
re´ponse. J'avais pose´ cette question dans l'optique de
comprendre mieux les choses afin de les faire e´voluer
positivement, et non pour ennuyer.
M. Rik Daems, ministre : Je suis toujours pre^t a` vous
donner toute information ne´cessaire.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over
de weigering van De Post
om een brochure van het Nieuwpoorttheater te ver-
spreiden
(nr. 878)
Question orale de M. Daan Schalck au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
le refus de La Poste de distri-
buer une brochure du 'Nieuwpoorttheater'
De heer Daan Schalck (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik schets even de brede context.
Cultuur is eigenlijk altijd wat de waardemeter geweest om
HA 50
COM 097
15
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Daan Schalck
te zien in welke mate een samenleving vrij is. De laatste
tijd hebben wij gemerkt dat ook enkele politici vonden dat
zij plots met het cultuurbeleid bezig moesten zijn en
daarin vooral de moraalridder moesten spelen. Een
eerste mooi voorbeeld werd geleverd door uw Antwerpse
partijgenoot, de heer Beysen, die plots meende het
artistiek beleid van het Antwerpse Toneelhuis te moeten
bijsturen. Een tweede feit was onlangs de ingreep van de
burgemeester van Diksmuide, de heer Laridon, die vond
dat een affiche van Bouche B, de theaterproductie van
het Zuidpooltheater, helemaal niet door de beugel kon.
Hij wilde zijn vrome inwoners beschermen en die affiche
niet uithangen. In Gent kwam die theaterproductie in
februari. Op dat vlak heeft Gent een nogal rebelse traditie
en het lag dus helemaal niet in de lijn van de verwach-
tingen dat het stadsbestuur op enigerlei manier affiches
van of publiciteit voor die productie zou verbieden. Ge-
lukkig voor al wie dergelijke bandeloosheid absoluut niet
kan waarderen is er nog de Post om op tijd in te grijpen.
De brochure die door het Nieuwpoorttheater zou worden
verstuurd, alleen aan mensen die van hun activiteiten op
de hoogte willen worden gehouden, kon niet worden
bezorgd in de vorm die door de uitgever was beoogd. Dit
heeft dus niets met het straatbeeld te maken of zo. De
Post vond dat er een strook behangpapier over moest
worden gekleefd, groot genoeg om zoveel bandeloos-
heid niet in de brievenbus te laten belanden. Alle gekheid
op een stokje, maar het desbetreffende reglement schijnt
reeds tien jaar niet te worden toegepast. Ik neem aan dat
er wel andere dingen in de postzakken belanden dan die
brochure van het Nieuwpoorttheater. Tien mensen van
het theater zijn toch gedurende twee dagen bezig ge-
weest met het opkleven van het geschikte behangpapier.
De brochures kwamen daardoor iets later dan wenselijk
aan. Ik raad dus de verspreiders van de catalogus van 3
Suisses aan goed op te letten, want wat daar soms in
staat zou ook wel eens problemen kunnen opleveren.
Mijnheer de minister, welke wettelijke bepalingen zijn van
toepassing om dergelijke brochures te verbieden ? Van
welke datum zijn die, als zij er al zijn ? Is het intern
reglement van de Post iets van 1900 of van 2000 ? Ik
dring aan op het aanwenden van uw invloed bij de Post,
zodat die in de toekomst positief in het nieuws zou
kunnen komen en niet meer met dergelijke onzin.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, collega
Schalck, eerst het wettelijke aspect. Het is geen wet van
1900 of van 2000, maar van 1991. Ik zou mij dus zelfs al
politiek kunnen indekken, maar ik zal dat niet doen. Het
gaat om artikel 148sexies, paragraaf 1, punt 2 van de wet
van 21 maart 1991 op de overheidsbedrijven. Dit artikel
bepaalt dat een verbod kan worden ingesteld wanneer er
aan de buitenkant vermeldingen zijn. Het voorbeeld van
3 Suisses is dus slecht gekozen, tenzij 3 Suisses morgen
op het voorblad leuke dingen voor de mensen zou zetten,
waaraan sommigen aanstoot zouden kunnen nemen.
Wat is hier gebeurd ? De zendingen in kwestie werden bij
afgifte te Gent-X geweigerd door de verantwoordelijke ter
plaatse, omdat de afbeelding op het voorpagina voor
problemen zou kunnen zorgen. Er is een intern regle-
ment van de Post, gebaseerd op artikel 148sexies,
paragraaf 1, punt 2, op basis waarvan men overleg zou
moeten plegen of dit al dan niet door de beugel kan naar
persoonlijke appreciatie.
Ik wil nog een misverstand uit de wereld helpen, gegeven
de door de Post verstrekte informatie. Nu dek ik mij wel
in. Men meldt mij dat de Post in contact is getreden met
de uitgever met de vraag of hier geen omslag of band
rond zou kunnen, omdat het enigszins vervelend zou
kunnen zijn.
De Post heeft mij gemeld dat de uitgever zelf een
alternatief koos waarmee De Post kon instemmen, na-
melijk het gedeeltelijk bedekken van de betwiste voorpa-
gina met een zelfklevend papier. Dit neemt niet weg dat
de vraag van de Post omdat men het er een beetje
moeilijk mee had.
Uiteraard heb ik de affiche en de cover van het boekje
bekeken. Het hangt nog niet op in mijn kabinet. U weet
dat ik zelf een beetje artistiek ben aangelegd. Bovendien
ben ik een liberaal. Enige artistieke vrijheid is mij dan ook
niet vreemd. Aangezien het om een beslissing van de
Post gaat en ik niet wil de indruk wekken dat ik mijn rol
van aandeelhouder te buiten ga, zal ik geen verder
waardeoordeel vellen.
De heer Daan Schalck (SP) : Mijnheer de voorzitter, ik
zou niet wensen dat de vice-eerste minister in deze zaak
ingrijpt. Toch meen ik dat de Post een signaal moet
krijgen dat er zoiets bestaat als artistieke vrijheid. Het
bedrijf moet in de mate van het mogelijke rekening
houden met het feit dat we in een moderne maatschappij
leven. Mijn informatie over deze affaire verschilt van die
van de vice-eerste minister. Ik heb lang getwijfeld of ik
didactisch materiaal zou meebrengen. Als we als parle-
mentslid zouden worden betrapt op zedenschennis, zou-
den we onze parlementaire onschendbaarheid nog drei-
gen te verliezen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
La question orale n° 776 de M. Andre´ Fre´de´ric est
reporte´e a` une date ulte´rieure.
16
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
over
het opnieuw openstellen voor
reizigersvervoer van een treinverbinding tussen
Gent en Zelzate
(nr. 822)
Question orale de M. Daan Schalck a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
sur
la re´ouverture de la ligne Gand-Zelzate au trans-
port de voyageurs
De heer Daan Schalck (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in het regeerakkoord werd expliciet
bepaald dat, zeker wat de grote steden betreft, het
openbaar vervoer moet worden gestimuleerd en dat de
NMBS in dat verband een rol moet spelen.
Gent kwam reeds uitvoerig aan bod, maar volgens mij
bestaan ook voor de vier andere grote Belgische steden
een aantal mogelijkheden ter verbetering van het open-
baar vervoer.
Meer bepaald omtrent de situatie van Gent en van de
havenzone, wordt momenteel, in samenspraak met mi-
lieugroepen en havengebruikers en in samenwerking
met de provincie, de stad Gent en andere gemeenten,
gewerkt aan de ontwikkeling van een ROM-project. Het
gaat om het ruimtelijk ontwikkelingsmodel van de volle-
dige haven, waarbij voor het eerst wordt getracht, in
samenwerkingsverband, een evenwicht te bereiken tus-
sen economie en ecologie. Er wordt ernstig werk ge-
maakt van deze aangelegenheid en de werkzaamheden
zijn al drie jaar aan de gang.
Een element dat hieruit voortvloeide is de wenselijkheid
om een onderzoek in te stellen naar de heropening van
het station Muide, gelegen ten noorden van Gent, en van
de treinverbinding Gent-Zelzate, niet alleen omwille van
het dichtslibben van de havenwegen, maar omdat op die
manier de personen die in de havenzone werken - direct
en indirect gaat het ongeveer om 50 000 personen -
zowel het noorden als het zuiden van de haven kunnen
bereiken.
Belangrijke investeringen inzake infrastructuur zal zulks
niet met zich brengen, want de plannen om de sporen op
de linkeroever te verleggen bestaan reeds omdat er een
omlegging moet worden aangebracht voor het aanleggen
van een nieuw dok. Bovendien is op de rechteroever
eveneens een spoorlijn aanwezig. Men beschikt aldus
over voldoende mogelijkheden om het reizigersvervoer
aldaar opnieuw op gang te brengen.
Zoals u wellicht weet werd in Gent een referendum
georganiseerd omtrent het openbaar vervoer en verschil-
lende politieke partijen stelden samen het plan Horizon
2010 op, om het aandeel van het openbaar vervoer in
Gent op tien jaar te kunnen verdubbelen. De ontwikkeling
van het voorstadsnet en van de verbinding met een
aantal randgemeenten is een onderdeel hiervan.
In het tweede beheerscontract werd eigenlijk reeds voor-
zien in het uitvoeren van studies in verband met de
interstedelijke verbindingen te Gent. In 1997 adviseerde
het
comite´
van
de
gebruikers
om
het
baanvak
Wondelgem-Zelzate opnieuw te openen en in 1998 werd
dat advies herhaald en werd verzocht op middellange
termijn tot evaluatie over te gaan.
Mevrouw de minister, welke studies werden sedert 1997
in dat verband reeds uitgevoerd ? Al bent u niet verant-
woordelijk voor de bepalingen van dat beheerscontract,
toch wens ik te verwijzen naar de inhoud ervan.
Wordt in de huidige omstandigheden de heropening van
voornoemde lijnen overwogen
of wordt minstens aandacht besteed aan de mogelijkheid
om terzake een onderzoek in te stellen ?
Minister Isabelle Durant : Mijnheer de voorzitter, collega,
het artikel 19 paragraaf 2 van het beheerscontract
spreekt over de studies. De NMBS neemt deel aan
verschillende werkgroepen rond mobiliteitsplanning in de
regio Gent. Dit gebeurt onder andere in het kader van de
mobiliteitsconvenanten. De NMBS werkt ook mee aan
het masterplan ? Gent.
De NMBS meent dat het vervoer van werknemers van de
industriezones in Zelzate in de huidige omstandigheden
niet rendabel is door gebrek aan potentieel.
Ce sont des arguments qui sont avance´s par la SNCB. Je
ne sais pas s'ils sont toujours convaincants. En tous cas,
je me rends compte qu'il est extre^mement important que
des groupes re´unissant divers acteurs puissent de´mon-
trer leurs propres arguments lorsqu'il s'agit de re´ouver-
ture de lignes.
Ik stel vast dat het argument
niet rendabel door gebrek
aan potentieel
dikwijls een matematisch argument is.
Het is niet altijd het beste argument om een studie te
maken. Het is heel belangrijk dat op het terrein groepen,
burgers en verenigingen samenwerken om goede argu-
menten te bekomen.
Een bijvoegsel aan het huidige beheerscontract is in een
eerste fase een haalbaarheidsstudie van een herope-
ning. Na een evaluatie zal gekeken worden of er een
uitbreiding mogelijk is naar andere relaties. Gent-Zelzate
kan daar eventueel voor in aanmerking komen.
Er zijn zes criteria voor een heropening van een relatie,
maar hier is nog geen definitieve beslissing over.
Les crite`res touchent a` une diversite´ de cas de figure. Il
s'agit de lignes dans des situations assez diffe´rentes. Il y
a aussi la possibilite´ de mettre en service les nouveaux
autorails diesel, de manie`re a` apporter une valeur
ajoute´e aux voitures. D'autres crite`res portent sur la
nature et la qualite´ des demandes et des inte´re^ts ex-
HA 50
COM 097
17
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
prime´s - est-ce qu'il y a une demande importante et
quelle est la qualite´ de cette demande - ainsi que les
arguments avance´s. Il faut e´galement tenir compte de la
repre´sentativite´ des re´gions et des sous-re´gions dans
ces arguments.
Voila` les diffe´rents aspects aborde´s dans l'e´tude sur la
re´ouverture de six lignes dans le cadre de la ne´gociation
du contrat de gestion.
De heer Daan Schalck (SP) : Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik ben verheugd dat ook
andere argumenten voor u kunnen pleiten. Ik denk
namelijk dat we soms een beetje met
de kip of het ei
bezig zijn. Het is zo dat op de hele linkeroever van de
havenzone een volledig nieuwe zone in ontwikkeling is.
Daar zal een grote bijkomende werkgelegenheid ge-
cree¨erd worden, overigens niet alleen in de haven zelf,
maar ook in grootindustrieterreinen naast Evergem, toch
een van de grootste randgemeenten van Gent.
Als de groepen, zoals ze nu samenzitten, een beetje
eensgezind zijn zullen we ook voor een stuk de wat
kunstmatige discussie vermijden tussen De Lijn en de
NMBS. De NMBS zal inderdaad op dit ogenblik geen
rendabele lijn kunnen inleggen, omdat er ook geen
busverbinding is die de mensen verder in de havenzone
tot bij de bedrijven brengt. Sommige van die bedrijven
stellen toch 4000 tot 8000 mensen te werk. Natuurlijk, als
er geen trein stopt in de buurt van die zones, dan heeft
het voor De Lijn ook geen zin om bussen in te leggen om
de mensen fijnmaziger naar die bedrijven te brengen. Ik
denk dus dat we hier een kans hebben om een beetje op
voorhand het openbaar vervoer aan te bieden, voordat er
zich terug nieuwe zones ontwikkelen, waar men zich
helemaal gaat vastrijden. Ik denk dat uw antwoord op dat
vlak toch perspectieven opent, en ik dank u daarvoor.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle a` la
vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et
des Transports sur
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van Grooten-
brulle aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over
de staat van het station
van Silly
(nr. 842)
M. Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Monsieur le pre´si-
dent, madame la ministre, chers colle`gues, la gare de
Silly, situe´e entre Ath et Enghien, a fait l'objet a` plusieurs
reprises d'actes de vandalisme a` la fin de l'anne´e
passe´e. Le mobilier a e´te´ endommage´, les ordinateurs
servant a` la de´livrance des tickets ont e´te´ vole´s, des
vitres ont e´te´ brise´es.
Depuis lors, a` la grande consternation des centaines de
navetteurs qui prennent quotidiennement le train a` cet
endroit, la gare est ferme´e. Nous sommes au coeur de
l'hiver et la salle des pas perdus est inaccessible. Les
sanitaires sont ferme´s. Plus aucun billet, plus aucune
carte de train ne peut e^tre de´livre´e. Plus aucune infor-
mation n'est communique´e a` la cliente`le puisque plus
aucun membre du personnel de la SNCB n'y est affecte´
pour l'instant.
Le 10 janvier dernier, suite aux perturbations engendre´es
par un e´boulement a` proximite´ de la gare de Halle, une
centaine de navetteurs sont reste´s sur le quai durant une
heure et demie sans recevoir la moindre information ou le
plus petit renseignement.
Madame la ministre, ne serait-il pas opportun de prendre
des mesures afin de reme´dier a` cette situation ?
Je crois savoir que depuis la date a` laquelle ma question
a e´te´ re´dige´e, c'est-a`-dire le 18 janvier, certaines dispo-
sitions ont e´te´ prises mais j'ai conside´re´ qu'elle restait
quand me^me d'actualite´.
Mme Isabelle Durant, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, effectivement, suite a` toutes les de´gra-
dations et autres actes de malveillance qui ont e´te´
commis dans la gare de Silly, le service de gardiennage
de la SNCB a e´te´ sollicite´ pour prendre les mesures
ade´quates. Des rondes de surveillance et de pre´vention
ont e´te´ organise´es, surtout le nuit, en collaboration avec
les services locaux de police et de gendarmerie. Ces
rondes ont e´te´ assure´es pratiquement tous les jours
depuis les faits, c'est-a`-dire au de´but du mois de janvier.
Une re´union s'est tenue hier, le 25 janvier, au sie`ge de la
gendarmerie d'Enghien de manie`re a` e´valuer l'efficacite´
de ces mesures.
Depuis la mi-janvier, la salle d'attente de la gare a e´te´
rouverte au public, bien que la distribution des titres de
transports ne soit pas encore assure´e. Les travaux de
re´paration sont programme´s. Ils seront termine´s pour le
de´but du mois de mars 2000. Ils consistent en la pose de
panneaux sandwichs -ne me demandez pas ce que c'est,
mais je suppose qu'il s'agit d'un mate´riau spe´cial dans le
bas des baies vitre´es afin d'e´viter le bris des vitres -,
l'installation de grilles devant les baies vitre´es, la porte
d'entre´e et la fene^tre des guichets et enfin, l'installation
d'une porte blinde´e. De`s que les travaux seront termine´s,
les titres de transport pourront a` nouveau e^tre de´livre´s au
public. Il faut e´videmment d'abord prote´ger l'endroit qui
doit servir a` la distribution des tickets.
Donc, les choses sont en cours. En principe, pour de´but
mars 2000, la gare de Silly devrait retrouver son fonc-
tionnement normal.
18
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
J'attire votre attention sur la re´union d'e´valuation des
mesures qui s'est tenue hier a` la gendarmerie d'Enghien.
Je crois qu'il serait inte´ressant pour vous de vous infor-
mer des re´sultats de cette re´union, puisqu'elle concernait
principalement une collaboration pour la surveillance
nocturne.
M. Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Monsieur le pre´si-
dent, je remercie la ministre pour sa re´ponse. Je la
remercie e´galement, ainsi que les responsables de la
SNCB, pour l'inte´re^t qu'ils portent a` la gare de Silly et
pour les dispositions qu'ils comptent prendre a` l'avenir.
J'estime en effet que cette gare joue un ro^le important
dans la re´gion et il est indispensable que les nombreux
navetteurs qui la fre´quentent puisse e^tre accueillis dans
les meilleures conditions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Jozef Van Eetvelt aan de vice-eerste minis-
ter en minister van Mobiliteit en Vervoer over
het
hergebruik van lijn 52 Puurs-Dendermonde
(nr. 851)
- de heer Jan Mortelmans aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over
het her-
gebruik van lijn 52 Puurs-Dendermonde
(nr. 884)
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
de weekend-
dienst op spoorlijn 52
(nr. 885)
Questions orales jointes de :
- M. Jozef Van Eetvelt a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
la
re´utilisation de la ligne 52 Puurs-Termonde
- M. Jan Mortelmans a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
la
re´utilisation de la ligne 52 Puurs-Termonde
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
le
service week-end sur la ligne 52
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mevrouw de minister, in de Lloyds van enkele dagen
geleden konden wij lezen dat u de intentie had om de lijn
Libramont-Bastogne in ere te herstellen. Ik denk dat wij
dit allen toejuichen op een ogenblik waarop het openbaar
vervoer zowel in Vlaanderen, Wallonie¨ als Brussel beter
aan zijn trekken dient te komen. Bekijken wij het dossier
van naderbij, dan stellen wij vast dat er in 1993 welgeteld
235 reizigers die lijn hebben gebruikt. Natuurlijk zou het
in gebruik nemen van het openbaar vervoer per trein een
belangrijke verkorting van de reisduur kunnen beteke-
nen, maar dit zou toch een meeruitgave betekenen van
150 miljoen frank voor een enkel spoor. Indien er een
ontdubbeling zou komen met een vertakking naar een
bepaalde industriezone, zou er sprake zijn van 500
miljoen frank.
In deze commissie kwam lijn 52 al ooit ter sprake. U weet
dat eresenator De Bondt een tiental jaren geleden vele
inspanningen heeft gedaan om lijn 52 en lijn 54 in ere te
herstellen en het openbaar vervoer in die streek terug te
verbeteren. Vandaag mag worden gezegd dat daar toch
wel in belangrijke mate aan tegemoet is gekomen. Lijn 52
werd enige tijd geleden in ere hersteld in de richting van
Puurs, waar er nu een belangrijk kruispunt is met lijn 54.
In feite is lijn 52 niet helemaal zoals vroeger; toen liep zij
immers van Dendermonde naar het fameuze Zuidstation
in Antwerpen. Daar maakten heel wat reizigers gebruik
van. Toen lijn 52 werd afgeschaft, werd daar nog gebruik
van gemaakt door meer dan 800 reizigers per dag en dat
is toch niet onbelangrijk. Daarom deze vraag. In de
driehoek Antwerpen-Gent-Brussel slibt het verkeer van
maand tot maand verder toe. Is het ogenblik niet rijp om
genoemde lijn opnieuw open te stellen tot Dender-
monde ? De infrastructuur is nog in belangrijke mate
aanwezig.
Op
dit
ogenblik
wordt
de
lijn
Puurs-
Dendermonde gebruikt voor toeristische ritten, maar mits
een inspanning valt te overwegen deze lijn opnieuw open
te stellen in de richting van Dendermonde. Verder kan
dan een verbinding met Aalst tot stand worden gebracht.
Nu moeten de bewoners van Dendermonde en omgeving
via Mechelen naar Antwerpen gaan. Dat is een hele
omweg en zet aan tot autogebruik.
Als ik beide projecten vergelijk met elkaar, dus
Libramont-Bastogne met lijn 52, Antwerpen-Boom-
Puurs-Dendermonde, dan heb ik toch wel enkele vragen
daarbij.
Als de lijn Libramont-Bastogne wordt geopend, wordt die
dan onderworpen aan een externe toetsing ? Wordt de
rentabiliteit van de openstelling onderzocht in vergelijking
met de kostprijs ? Kan een minister, verantwoordelijk
voor de mobiliteit, bepaalde dossiers in de raad van
bestuur doordrukken ? Is de bevoegdheid van de minis-
ter zo belangrijk dat hij kan bepalen welke lijn open moet
worden verklaard ? Dit is een belangrijk gegeven, dat
nuttig kan zijn voor de leden van deze commissie. Wordt
op dit ogenblik overwogen lijn 52 open te stellen tot
Dendermonde ? Zijn er al onderzoeken gebeurd dien-
aangaande ? Dat is ook niet onbelangrijk. Heeft men een
idee van het kostendekkend vermogen van deze lijn ?
Hoe zit dat met het kostendekkend vermogen ten op-
zichte van de lijn Libramont-Bastogne ?
Dit zijn de verschillende vragen die wij willen stellen.
Tegelijkertijd willen wij ervoor pleiten om, als er nog geen
definitieve beslissing zou zijn genomen, in elk geval een
HA 50
COM 097
19
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jozef Van Eetvelt
zeer ernstig onderzoek uit te voeren. De gewone reiziger
die naar zijn werk gaat, hetzij naar Antwerpen, Brussel of
Gent, zou waarschijnlijk zijn auto meer thuis kunnen laten
als het openbaar vervoer meer mogelijkheden zou bie-
den.
Hier komt ook nog wat nostalgie bij te pas. Het gaat om
een lijn die vroeger bestond en de infrastructuur is nog
aanwezig. Men zou ook daarmee rekening kunnen hou-
den om te overwegen toch stappen in die richting te
zetten. Mevrouw de minister, ik meen zelfs dat ik ooit in
een geschrift gelezen heb dat die lijn u niet echt onbe-
kend is.
De heer Jan Mortelmans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik hoop dat de heer Van
Eetvelt er geen bezwaar tegen heeft dat ik mij bij zijn
vraag heb aangesloten. Reeds op 19 november vorig
jaar stelde ik een schriftelijke vraag over dit dossier. Op
17 januari, enkele dagen voor de heer Van Eetvelt zijn
verzoek om een mondelinge vraag indiende, stelde ik
hierover weer een schriftelijke vraag. Zoals ik reeds in het
verleden mocht ervaren is deze weg blijkbaar de snelste
om van de minister een antwoord te krijgen.
Naast het communautaire element is er de brief van 16
november 1999 van minister Stevaert waarin hij de
minister een aantal aanbevelingen van de Vlaamse re-
gering meegeeft inzake de beheersovereenkomst met de
NMBS. Wij waren verheugd te kunnen vaststellen dat de
Vlaamse regering daarin onder meer pleitte voor het
opnieuw in gebruik nemen van het traject Puurs-
Dendermonde van lijn 52. Als het goed is, zeggen wij dat
ook. Wij hebben trouwens van bij het begin, toen de lijn
Puurs-Antwerpen eindelijk opnieuw in gebruik werd ge-
nomen, een grotere frequentie van de verbindingen op
die lijn gevraagd, naast een weekendverbinding en een
bijkomende stopplaats in Ruisbroek.
Mevrouw de minister, in uw antwoord op mijn schriftelijke
vraag over lijn 52 zegt u dat u via de herziening van het
beheerscontract aan de NMBS een studie vraagt over de
criteria inzake de frequentie en de bedieningsperiodes
die specifiek van toepassing zijn op lijn 52. U zegt ook dat
het beleid inzake de stopplaatsen, nieuw of te herope-
nen, eveneens zal worden herzien. Mevrouw de minister,
uw antwoord overtuigt ons er niet echt van dat de wil er
is om lijn 52 uit te bouwen tot een aantrekkelijk en
evenwaardig alternatief voor de automobilist, wat mijns
inziens toch de bedoeling zou moeten zijn. Ik heb dan
ook een aantal vragen waarop ik graag een antwoord zou
krijgen.
Ten eerste, beschikt u over cijfers die wijzen op een
positieve evolutie in het treingebruik op het traject van lijn
52 en de verbinding Sint-Niklaas-Mechelen (lijn 54) ?
Ten tweede, werden er de jongste jaren specifieke acties
gevoerd om de bevolking van de regio's die worden
bediend ertoe aan te zetten om gebruik te maken van het
treinaanbod in hun streek ?
Ten derde, de hamvraag is hoe u staat tegenover het
voorstel dat Vlaams minister Stevaert in november 1999
formuleerde over het opnieuw in gebruik nemen van het
traject Puurs-Dendermonde van lijn 52.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik stap dagelijks op de
trein in het station van Puurs. In het verleden heeft
Agalev veel acties gevoerd om deze lijn opnieuw te
openen. Collega Van Dienderen vervulde hierbij een
voortrekkersrol. Na zoveel pogingen zijn we eindelijk in
ons opzet geslaagd. We zijn dan ook zeer verheugd. We
hebben er altijd in geloofd dat deze lijn succes zou
hebben, hetgeen ook is gebleken. Ook in de richting van
Antwerpen zie ik dagelijks veel personen opstappen.
Tijdens de vorige regeerperiode hebben we ook op
andere punten aangedrongen. Een eerste was een
weekendregeling. Voor ons was vooral de verbinding
naar Antwerpen als centrum op het gebied van cultuur en
ontspanning en als commercieel centrum belangrijk. Ook
het feit dat mensen in het weekend eens kunnen gebruik
maken van de trein en merken hoe makkelijk het is om
Antwerpen per trein te bereiken, was voor ons van
belang. Om die reden vraag ik de vice-eerste minister
dan ook hoe het met de weekendverbindingen is gesteld.
We hebben steeds het belang van het station van Puurs
als eindstation onderstreept omdat het een kruispunt is
met lijn 54. Er zijn dus overstapmogelijkheden met het
traject Mechelen-Sint-Niklaas. Collega Van Eetvelt heeft
er reeds op gewezen dat wij steeds hebben geijverd voor
het doortrekken van de lijn naar Dendermonde omdat dit
bijna een rechte lijn was bij de ontsluiting van de Dender-
streek naar Antwerpen. De autowegen zijn immers dicht-
geslibd en bovendien zijn het allemaal omwegen. Wij
menen dan ook dat deze lijn tot Dendermonde moet
worden doorgetrokken. Zowel de NMBS als de voorgan-
ger van de vice-eerste minister heeft ons altijd beloofd
het succes van deze lijn te evalueren. Wat mij betreft is
de situatie duidelijk. Is deze evaluatie inmiddels ge-
daan ? Wat zijn de resultaten ? Ook heb ik reeds ver-
scheidene malen aangedrongen op een stopplaats in
Ruisbroek. Ik weet dat de studie hieromtrent nog niet is
afgerond.
Minister
Isabelle
Durant :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, uit de eerste resultaten van de evaluatie van
het in hergebruik nemen van lijn 52 vanuit Puurs, die mij
door de NMBS werden bezorgd, blijkt dat het aantal
reizigers dat in Puurs opstapt, aanzienlijk is gestegen. In
oktober 1998 bedroeg het gemiddeld aantal opstappers
per werkdag 1 880, tegenover 605 in de voorgaande
20
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
jaren. De belangstelling is dus duidelijk toegenomen. Een
deel van het succes is te danken aan het feit dat reizigers
die voorheen in andere stations opstappen, nu kiezen
voor het station van Puurs. Zo werd een terugval vast-
gesteld in het aantal opstappers in Boom van 281
reizigers per dag naar 206. We moeten afwachten of
deze trend zich ook in 1999 voortzet.
De NMBS plant op dit ogenblik geen weekenddienst op
deze lijn. Ik heb gevraagd om in het kader van de
herziening van het beheerscontract een studie te maken
over de frequentie en de bedieningsperiode van de
voostadslijn 52. Dat is absoluut noodzakelijk. Tijdens de
besprekingen over datzelfde beheerscontract heb ik de
NMBS gevraagd een haalbaarheidsstudie te verrichten in
verband met het doortrekken van de lijn naar Dender-
monde en de heropeningsvoorwaarden voor de lijn Aalst-
Dendermonde-Puurs bekend te maken. Deze studie
moet de basis vormen voor een verdere doorbraak in dit
dossier.
Ces e´tudes seront re´alise´es selon une me^me me´thodo-
logie et comprendront notamment une e´valuation de la
cliente`le potentielle, un projet de service des trains, une
estimation des cou^ts d'investissement, des charges d'ex-
ploitation et des recettes.
J'ajoute qu'en ce qui concerne par exemple la comparai-
son avec l'e´tude sur la re´ouverture possible d'une ligne
Libramont-Bastogne, il n'y a en aucun cas de crite`re
communautaire dans l'e´tude d'une re´ouverture de ligne.
Je signale d'ailleurs a` M. Van Eetvelt que la re´ouverture
de la ligne Libramont-Bastogne ne figurait pas dans le
programme des Verts, mais Ecolo et Agalev ont men-
tionne´ dans leur programme le principe de re´ouverture
de lignes locales sur l'ensemble du territoire. Ces lignes
locales ont en effet souvent e´te´ victimes de fermeture ou
de non utilisation. Il n'y a donc aucune connotation
communautaire puisque nous marquons notre inte´re^t
pour une e´tude de faisabilite´ de la re´ouverture aussi bien
de la ligne Libramont-Bastogne que de la ligne Aalst-
Dendermonde-Puurs. La densite´ de population ne peut
pas e^tre le seul crite`re.
Quand il s'agit d'une e´ventuelle re´ouverture de ligne, il
est e´galement important que, sur le terrain, des groupes
avancent des arguments favorables a` cette re´ouverture.
Je re´pe`te qu'il n'y a pas deux poids deux mesures. Des
e´tudes de faisabilite´ sont sur la table pour la re´ouverture
d'autre
lignes
que
Libramont-Bastogne
ou
Aalst-
Dendermonde-Puurs et aucun crite`re communautaire
n'entre en ligne de compte.
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mevrouw de minister,
als ik het goed heb begrepen, is er opdracht gegeven om
de lijn Libramont-Bastogne te onderzoeken. U overweegt
om de NMBS eenzelfde studie-opdracht te geven voor
lijn 52 naar Dendermonde.
Mme Isabelle Durant, ministre : Six lignes sont concer-
ne´es par le projet d'avenant au contrat de gestion, pour
lequel je n'ai pas encore obtenu l'accord de la SNCB. Il
n'y a pas eu de demande formelle ou d'exigence de faire
re´aliser une e´tude sur la ligne Libramont-Bastogne. J'ai
propose´ a` la SNCB de proce´der, pour cette ligne et
d'autres, a` une e´tude de faisabilite´ concernant leur
re´ouverture.
Il est regrettable que je ne puisse pas faire plus. Mais
c'est ainsi que cela fonctionne. Je ne´gocie cela avec la
SNCB et je ne sais pas encore quelle va e^tre sa re´ponse
en ce qui concerne ces six lignes. La SNCB doit e´videm-
ment pouvoir avancer ses arguments.
Je re´ite`re mon inte´re^t pour la ligne Aalst - Dendermonde -
Puurs, autant que pour celle de Libramont - Bastogne.
Mais je n'ai aucune garantie sur la re´alisation par la
SNCB de l'e´tude de faisabilite´. Telles sont mes limites
dans ce domaine.
De heer Jan Mortelmans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, de cijfers bevestigen dat deze lijn duidelijk
succes heeft. We zullen die cijfers verder bekijken en
toetsen aan de problematiek inzake de lijn Libramont-
Bastogne.
Mevrouw de minister, uw antwoord overtuigt ons in feite
niet. U geeft hetzelfde antwoord als op mijn schriftelijke
vraag enkele maanden geleden. Ik heb de indruk dat er
op het federale niveau weinig animo is om lijn 52
optimaal uit te bouwen tot een soort voorstadslijn. U doet
een aantal beloften. U zult proberen via het beheers-
contract een en ander te verkrijgen, maar ik heb daarover
momenteel mijn twijfels. Als we echt een oplossing willen
voor het dichtslibben van de wegen, van en naar Antwer-
pen bijvoorbeeld, dan zou lijn 52 daarin een serieuze
bijdrage kunnen leveren.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mevrouw
de minister, ik denk dat het duidelijk is dat dit een
succesnummer is. De cijfers bewijzen dat, niet alleen
voor lijn 52, maar ook in combinatie met lijn 54. Het zou
goed zijn als men er de cijfers ook eens bijhaalt. Dan zou
men zien dat zowel lijn 54 als lijn 52 zijn geherwaardeerd.
Het is een cruciaal centrum. Uw intenties zijn goed, maar
ook de NMBS had zich de vorige legislatuur gee¨nga-
geerd. De minister zelf, maar ook de NMBS, had gezegd
dat men initiatieven zou nemen als die lijnen een succes
zouden blijken. De cijfers bewijzen dat. Ik vraag, me-
vrouw de minister, dat u alles hiervoor in het werk zou
stellen, dat u zou doen wat u kan. Ik weet dat u achter de
weekenddiensten en de lijndoortrekking naar Dender-
monde staat. Ik hoop dat we daarin in deze legislatuur
zullen slagen en dat het binnen de kortste keren zal
doordringen bij de NMBS-directie. Het is een ondersteu-
HA 50
COM 097
21
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
ning van de goede mobiliteit die we in onze streek op
gang hebben kunnen brengen. Vroeger werd daar altijd
de voorrang aan het wegverkeer gegeven. Dit is meer
dan een ondersteuning waard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De mondelinge vraag nr. 859 van de heer John Spinne-
wyn wordt van de mondelinge vraag nr. 880 van de heer
Joos Wauters losgekoppeld en naar een latere datum
verschoven.
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de treinkaarten (nr. 880)
Question orale de M. Joos Wauters a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
sur
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, u weet dat mijn achter-
grond altijd een zekere reflex meebrengt. Als ik adviezen
van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven lees, wil ik
ze ook vanuit het oogpunt van de mobiliteit van de
werknemers bekijken. Ik zal het in mijn vraag hebben
over een aantal belangrijke uitspraken van de CRB. De
gemiddelde tariefverhoging van de treinkaarten van
2,65% is de maximale verhoging die door het beheers-
contract is toegelaten. De Raad beweert dat geen enkel
economisch dossier aan de basis hiervan ligt. Hij stelt
bovendien vast dat de NMBS de lange afstanden bena-
deelt ten opzichte van de korte afstanden. De stijging van
de lange afstanden bedraagt 3,38%, terwijl dit voor de
korte afstanden 1,35% is. Logischerwijze zou er voor de
lange afstanden evenwel een degressiviteit moeten gel-
den, gelet op het mobiliteitsprobleem dat zich voordoet.
De NMBS verlaagt de prijs van de jaarlijkse treinkaarten.
Voor veel werknemers is het moeilijk zich een dergelijke
treinkaart aan te schaffen. Als het als een sociale maat-
regel is bedoeld zou men de kortlopende treinkaarten in
prijs moeten verlagen. Wat doen we bovendien met de
maandelijkse en driemaandelijkse kaarten ? De fiscale
behandeling van de jaarlijkse treinkaarten is daarentegen
tegengesteld aan de fiscale behandeling van de andere
treinkaarten.
Mevrouw de minister, de Raad maakt dus een hele reeks
cruciale opmerkingen. Men zegt ook dat men eigenlijk
niet met de NMBS moet discussie¨ren omdat de adviezen
die men geeft toch altijd worden genegeerd. Voor de
NMBS zijn de sociale partners nagenoeg
quantite´ ne´gli-
geable
.
Het is niet mijn bedoeling de sociale partners, en zeker
niet de patronale organisaties, naar de mond te praten.
Zij hebben hierbij immers zelf belang. Als zij de prijs van
de treinkaarten laag kunnen houden, moeten zij hun
financie¨le tegemoetkoming niet verhogen. Ik ben ook van
mening dat het patronaat inspanningen moet leveren om
het mobiliteitsprobleem op te lossen, ook ten aanzien van
het openbaar vervoer.
Mevrouw de minister, welke maatregelen overweegt u te
nemen in het overleg tussen de Raad en de NMBS ?
Welke maatregelen worden genomen om de adviezen
die de Raad voorstelt te bestuderen en mogelijk ook uit te
voeren ?
Welke maatregelen worden er genomen om de adviezen,
zoals de Raad die nu voorstelt, op zijn minst te bestude-
ren en mogelijk ook uit te voeren ?
Minister
Isabelle
Durant :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, eerst een precisering. Ik denk dat iedereen
weet dat het beheerscontract stipuleert dat de NMBS,
volgens artikel 53 en 55, het gamma, de aard en het
niveau van de prijzen op een autonome wijze bepaalt
voor het vervoer van reizigers met treinen van de gewone
dienst. Het huidige beheerscontract bepaalt verder niet
dat de NMBS deze maatregelen moet motiveren.
In verband met uw precieze vraag naar de maatregelen
van de NMBS om te overleggen met de Centrale Raad
voor het Bedrijfsleven kan ik het volgende mededelen.
Het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
wordt slechts gevraagd in geval van aanpassing van de
werkgeversbijdrage bij uitgifte van abonnementen voor
werklieden en bedienden, overeenkomstig artikel 1 van
de wet van 27 juli 1962. Verder geeft dit orgaan slechts
vrijblijvend zijn advies over de diverse aspecten van het
spoorwegbeleid, zoals dit eveneens gebeurd is voor het
advies dat op 20 december 1999 in plenaire vergadering
van de CRB werd goedgekeurd.
Welke maatregelen worden er genomen om de adviezen
van de CRB te bestuderen en eventueel uit te voeren ?
Welnu, bij het overmaken van het advies van de CRB in
verband met de werkgeversbijdrage voor de treinkaarten,
wordt eveneens kennis genomen van de andere, vrijblij-
vende opmerkingen inzake het spoorwegbeleid. Deze
informatie is, denk ik, steeds welkom. Ze kan mij even-
eens helpen bij mijn evaluatie van het spoorwegbeleid.
Er zal dan ook zoveel mogelijk rekening worden gehou-
den met deze opmerkingen. Ik denk dat het inderdaad
22
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
heel belangrijk is een goede appreciatie te hebben
omtrent de manier waarop de sociale partners de proble-
men in verband met mobiliteit inschatten. Als men een
goede
samenwerking
wenst
in
verband
met
het
mobiliteitsprobleem, en niet alleen in verband met tarie-
ven, is het belangrijk met dit advies rekening te houden,
alleszins is het belangrijk om er beter rekening mee te
houden dan vandaag het geval is.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Dank u,
mevrouw de minister. Uw antwoord
toont nogmaals aan dat u wel degelijk gevoelig bent voor
de problematiek en dat ook op basis van deze cruciale
opmerkingen van de Raad, de NMBS aangespoord zal
moeten worden tot coo¨peratie met de sociale partners.
We weten dat er wel al maatregelen zijn genomen voor
de 65-plussers en de -12-jarigen, hetgeen appreciabel is
en wat ik ook goedkeur. Omgekeerd verwacht ik ook wel
dat er iets gedaan wordt aan de tarieven voor de dage-
lijkse treingebruikers, zodanig dat nog meer werknemers
de trein gaan nemen. Om meer werknemers de trein te
laten nemen dring ik erop aan dat men de dagelijkse
treingebruikers tussen 12 en 65 jaar een stukje onder-
steuning biedt wat de tarieven betreft, hoewel ik duidelijk
wens te zeggen dat ik niet aanstuur op het nultarief.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Colette Burgeon a` la vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports sur
les proble`mes sur la ligne 96 Mons-
Bruxelles
Mondelinge vraag van mevrouw Colette Burgeon aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de problemen op de lijn 96 Bergen-
Brussel
(nr. 870)
Mme Colette Burgeon (PS) : Monsieur le pre´sident,
madame la ministre, il me revient que la ligne 96 Mons-
Soignies-Braine-le-Comte-Bruxelles
connai^t
actuelle-
ment un proble`me particulie`rement de´sagre´able.
En effet, suite a` des actes re´pe´te´s de vandalisme, les
convois voyageurs, qui comptent habituellement 11 voi-
tures aux heures d'affluence, ne sont plus constitue´s,
depuis ce lundi 17 janvier, que de 5 voitures.
Une ligne de de´doublement a certes e´te´ active´e, mais
elle ne va pas plus loin que Bruxelles-Midi.
Vous imaginez sans peine le re´sultat d'une telle action :
limitation de places, voyageurs oblige´s de faire le par-
cours dans les couloirs. Ces inconve´nients viennent
s'ajouter aux retards re´currents de la SNCB sur cette
ligne.
Je voudrais e´galement faire remarquer que cette ligne
dispose, a` mon avis, du mate´riel le moins confortable de
toutes les lignes et c'est, sans doute, la raison pour
laquelle beaucoup n'ont plus envie de l'emprunter.
Il n'est pas acceptable que les voyageurs soient
condamne´s a` subir de tels de´sagre´ments en raison des
agissements inconside´re´s d'une minorite´ de personnes.
De`s lors, pouvez-vous me faire savoir combien de temps
la SNCB entend encore imposer cette mesure aux utili-
sateurs de la ligne Mons-Bruxelles ? Ne serait-il pas, en
outre, utile de prendre toutes les mesures susceptibles
de pre´server les trains des actes de vandalisme, notam-
ment en renforc¸ant les e´quipes de surveillance sur les
lignes a` caracte`re
sensible ?
Mme Isabelle Durant, ministre : Monsieur le pre´sident,
madame Burgeon, comme vous l'avez fait remarquer, de
nombreuses voitures sont devenues indisponibles suite a`
des actes re´pe´te´s de vandalisme. La composition des
trains re´guliers Quie´vrain-Verviers a donc e´te´ re´duite et il
a e´te´ proce´de´ au de´doublement des trains de pointe avec
du mate´riel diffe´rent.
Depuis le 24 janvier, la composition normale des trains
est re´tablie. Pour ce faire, le mate´riel de re´serve a e´te´
utilise´ et le rythme des re´parations a e´te´ augmente´.
Donc, depuis deux jours la composition des trains est
normale, ce qui est quand me^me important.
Il est e´vident que quand 14 vitres d'un seul train son
brise´es, comme cela a e´te´ le cas au passage a` niveau de
Quaregnon, il doit e^tre mis hors service. Vous compren-
drez e´galement que, dans ces conditions, le mate´riel de
re´serve ne soit pas suffisant. L'importance des de´ga^ts
explique e´galement que les re´parations n'aient pu e^tre
effectue´es dans les de´lais voulus. C'est la raison pour
laquelle les voyageurs ont du^ voyager dans des condi-
tions inconfortables durant cette pe´riode.
Par ailleurs, se pose la question des actes de vandalisme
qu'il faut e´videmment tenter de pre´venir et en particulier
lorsqu'ils ont un caracte`re re´pe´titif. A ce titre, le service
interne de gardiennage, le SSIG et la police des Chemins
de fer, donc la gendarmerie, mettent tous les moyens en
oeuvre pour tenter de pre´venir des actes de cette nature
qui ont e´videmment des conse´quences sur le confort des
voyageurs et l'aspect attractif que peut avoir le train pour
ces derniers.
Mme Colette Burgeon (PS) : Monsieur le pre´sident, je
remercie la ministre pour sa re´ponse.
Je suis heureuse que le proble`me soit re´gle´ depuis le 24
janvier me^me si j'estime qu'il est important que le SSIG et
la gendarmerie puissent trouver des solutions a` cette
proble´matique. Mon expe´rience me donne a` penser qu'il
faudrait peut-e^tre adopter une attitude didactique pour
HA 50
COM 097
23
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Colette Burgeon
expliquer aux gens que lorsque l'on de´truit du mate´riel
qui appartient au public, cela a une influence sur le
portefeuille des gens. Il serait e´galement important que
les agents, qui ope`rent les contro^les dans les trains,
soient plus persuasifs. Je sais qu'ils font leur possible et
qu'il faut leur e^tre reconnaissant du travail qu'ils fournis-
sent mais peut-e^tre que s'ils e´taient plus nombreux, les
proble`mes ne se poseraient pas de la me^me fac¸on.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- La re´union publique de commission est leve´e a` 16.25
heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten om
16.25 uur.
24
HA 50
COM 097
26-01-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000