B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
COMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES
ET DE L
'A
GRICULTURE
VAN
DU
22-12-1999
22-12-1999
HA 50
COM 080
HA 50
COM 080
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 080
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 22 december 1999
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN, HET WE-
TENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIO-
NALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE IN-
STELLINGEN,
DE
MIDDENSTAND
EN
DE
LANDBOUW
-
COM 080
Mondelinge vraag van de heer Jaak Van den Broeck aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
het
geknoei met het gewicht van slachtkarkassen
(nr. 603)
5
sprekers : Jaak Van den Broeck, Jaak Gabriels, mi-
nister van Landbouw en Middenstand
Mondelinge vraag van de heer Dirk Pieters aan de minis-
ter van Landbouw en Middenstand over
de verlenging
van het stelsel van vervroegde uittreding in de landbouw
(nr. 693)
7
sprekers : Dirk Pieters, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de uitvoe-
ring van de dioxinewet
(nr. 699)
8
sprekers : Trees Pieters, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de vergoe-
dingen voor melk
(nr. 710)
10
sprekers : Trees Pieters, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Sommaire
Mercredi 22 de´cembre 1999
COMMISSION DE L'E
´ CONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES
MOYENNES
ET
DE
L'AGRICULTURE
COM 080
Question orale de M. Jaak Van den Broeck au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les fraudes
concernant le poids des carcasses d'animaux abattus
(n° 603)
5
orateurs : Jaak Van den Broeck, Jaak Gabriels, mini-
stre de l'Agriculture et des Classes moyennes
Question orale de M. Dirk Pieters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la prolongation
du re´gime de pre´retraite en agriculture
(n° 693)
7
orateurs : Dirk Pieters, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la mise en
oeuvre de la 'dioxine'
(n° 699)
8
orateurs : Trees Pieters, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les indemni-
sations pour le lait
(n° 710)
10
orateurs : Trees Pieters, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
HA 50
COM 080
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 080
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID,
HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 22 DE
´ CEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 22 DECEMBER 1999
De vergadering wordt geopend om 15.31 uur door de
heer Jos Ansoms, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 15.31 heures par M. Jos
Ansoms, pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Jaak Van den Broeck
aan de minister van Landbouw en Middenstand over
het geknoei met het gewicht van slachtkarkassen
(nr. 603)
Question orale de M. Jaak Van den Broeck au minis-
tre de l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les
fraudes concernant le poids des carcasses d'ani-
maux abattus
De heer Jaak Van den Broeck (Vlaams Blok) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vooraf wens
ik te zeggen dat ik aanvankelijk een interpellatieverzoek
over dit ontwerp had ingediend, maar dat ik dit verzoek
moest omzetten in een mondelinge vraag.
Toch ben ik van oordeel, mijnheer de voorzitter, dat het
probleem voldoende belangrijk en ernstig is om erover te
interpelleren. Parafraserend zou ik willen zeggen dat het
kamerlid wikt, maar de Conferentie beschikt. Zo werkt het
systeem eenmaal.
Mijnheer de minister, hoewel uw departement bij deze
misschien iets minder betrokken is dan het departement
Volksgezondheid, wil ik u het probleem toch voorleggen.
Als gevolg van de tijdsbeperking eigen aan een monde-
linge vraag, ben ik genoodzaakt in mijn uiteenzetting een
paar gedachtesprongen te maken.
Sedert het begin van de jaren negentig werden er
Europese richtlijnen en verordeningen van kracht om-
trent het slachten. Voordien bestonden er in dat verband
weliswaar EG-verordeningen. Opmerkelijk is echter dat
sedert 1992 het ABS en voornamelijk het ABS-Waasland
- u weet waarover het gaat, mijnheer de minister, vermits
u via uw kabinet de desbetreffende brieven liet opvra-
gen - zijn ongenoegen kenbaar maakt over bepaalde
misbruiken. Naar aanleiding van de dioxinecrisis werden
voornoemde misbruiken nogmaals aangekaart, in eerste
instantie in een brief van 26 september 1999 aan rege-
ringscommissaris Willockx, betreffende de fiscale fraude
in en rond de vetsmelterijen en nadien in een faxbericht
van 8 oktober 1999, eveneens aan de heer Willockx,
aangaande de moeilijkheden van de betrokken sector bij
het bekomen van dioxineleningen. Of het ABS inmiddels
reeds een antwoord ontving van de regeringscommissa-
ris is mij niet bekend.
Terecht neemt het ABS het niet om met de vinger te
worden gewezen als zijnde een fraudeur, terwijl het de
misbruiken in de slachthuizen al jaren aanklaagt. Elk jaar
opnieuw werden de klachten herhaald en werd herinnerd
aan het feit dat Belgie¨ de Europese verordeningen ter-
zake nog steeds niet wil toepassen, met benadeling of
diefstal ten aanzien van de producent tot gevolg. De
boodschapper, met name het ABS, wordt hiervoor door
de echte fraudeurs en met behulp van het IVK scheef
bekeken en met een kluitje in het riet gestuurd.
Mijnheer de minister, een terechte vraag, die zowel
binnen als buiten de landbouwsector rijst is hoe Verkest
aan een - tot nu toe gekend - bedrag van 600 miljoen
frank zwart geld komt ? Iedereen kan zich opwerken,
zelfs een beenhouwersknecht - waarom niet ? - maar
toch.
HA 50
COM 080
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Van den Broeck
De Europese verordeningen van 1990 die in de loop der
jaren enkele keren werden verfijnd, verbieden de ontvet-
ting van slachtkarkassen vo´o´r weging in het slachthuis.
De stukken die aanwezig moeten blijven in het slacht-
karkas zijn nauwkeurig omschreven en het IVK moet
daarop nauwlettend toezien, althans in theorie.
Volgens het ABS bewijst de realiteit het tegendeel, want
- en zij beweren in dat verband over voldoende bewijs-
materiaal te beschikken - 90% van alle slachtkarkassen
zou eerst worden ontvet en pas daarna worden gewo-
gen. Het gaat in hoofdzaak over rundslachtingen, maar
ook bij varkensslachtingen zou dit gebeuren. Zij stellen
dat bij sommige dieren het uitgepelde gewicht aan vet
oploopt tot ongeveer 40 kg. Welnu, bij mijn volgende
berekening volg ik de realistische benadering dat er
slechts 20 kg vet per rund wordt uitgepeld. Voorts baseer
ik mij op het verslag van het IVK waaruit blijkt dat in 1997
ongeveer 750 000 runderen werden geslacht. Mijn bere-
kening is de volgende : 750 000 stuks a rato van 90% =
675 000 stuks X 20 kg = 13,5 miljoen kg vet. En hier
spreek ik alleen over runderen, u kunt zich aldus voor-
stellen dat het gaat over heel wat miljoenen zwart geld.
Dat vet wordt immers dagelijks doorverkocht aan vet-
smelterijen. Men kan uiteraard niets officieel verkopen
dat niet officieel is ingekocht. Dat gebeurt met medewe-
ten en goedkeuring van het IVK, dat op die wijze de
fraude eigenlijk legaliseert.
Volgens het ABS worden bij de belangrijkste handels-
partners de Europese spelregels wel gerespecteerd. Het
meent dat een dergelijke werkwijze oorzaak is van het
feit dat steeds meer boeren hun dieren laten slachten in
het buitenland, voornamelijk in Nederland en in Frankrijk.
Dat heeft niets te maken met de hormonenkwestie.
Mijnheer de minister, door de geschiedenis heen is er
slechts e´e´n sector geweest die heeft bewezen de natie in
stand te kunnen houden en dat is de landbouw, en niet de
handel of de industrie die zo vaak het vet van de soep
hebben gehaald om nadien te verdwijnen en een berg
vuil achter te laten.
Mijnheer de minister, nog geen veertien dagen geleden
meldde men in het radionieuws dat 1/5 van onze land-
bouwers een jaarinkomen heeft dat beneden de 400 000
frank per jaar ligt. Dat is ongeveer 33 000 frank per
maand. Ik denk dat de grens van de bestaans-
onzekerheid, de armoedegrens, niet veraf is voor een
aantal jonge landbouwers. Ik heb bijgevolg een aantal
concrete vragen.
Ten eerste, zijn deze misbruiken u bekend ? Zo ja, wat
denkt u te doen om ze ten aanzien van de producent te
voorkomen ?
Ten tweede, zal ons land, dat vaak pretendeert tot de
beste leerlingen van Europa te behoren, eindelijk de
richtlijnen en verordeningen terzake correct toepassen ?
Ten derde, voorziet u in sancties voor IVK-keurders die
de verordeningen niet correct toepassen ? De verleiding
is immers groot, aangezien deze praktijken kunnen re-
sulteren in lucratieve extraatjes. Bent u, net als zovelen
- waaronder ikzelf - van oordeel dat het vermogen van
fraudeurs dient te worden geconfisqueerd om eventueel
gedupeerden in deze zaak te vergoeden ?
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, uiteraard is het niet te wijten aan de minister
dat dit geen interpellatie is maar een mondelinge vraag.
Het is wellicht daardoor dat bepaalde onderdelen van de
vraag niet zo duidelijk zijn. Toch zal ik trachten zo goed
mogelijk te antwoorden.
Mijnheer Van den Broeck, ik neem aan dat u deze
problematiek liever wat grondiger had ontwikkeld in een
interpellatie. In de eerste plaats wil ik u ook een vraag
stellen : bedoelt u het geknoei met het gewicht van de
varkenskarkassen of van het rundvee ?
De heer Jaak Van den Broeck (Vlaams Blok) : Voorna-
melijk de karkassen van het rundvee.
Minister Jaak Gabriels : Waarschijnlijk hebt u problemen
met de presentatie van de geslachte runderen voor de
weging in het slachthuis. Ik zal dienaangaande trachten
een antwoord te geven.
Ten eerste, geldt de regel dat het vaststellen van het
gewicht van de karkassen behoort tot de bevoegdheden
van de minister van Financie¨n. Het is immers de BTW-
wetgeving, met name inzake het vlees van slachtdieren,
die de voorwaarden voor weging alsmede de controle
hierop regelt. Zowel de uitbater van het slachthuis als de
eigenaar van het dier dat wordt geslacht, zijn voor de
weging ervan verantwoordelijk. De BTW-regeling schrijft
voor dat de weging plaatsvindt voor de keuring door het
IVK - dat is tot nader order een bevoegdheid van de
minister van Volksgezondheid - na verwijdering van het
slachtafval.
Ten tweede, naast de minister van Financie¨n heeft ook
de minister van Economische Zaken terzake een be-
voegdheid. Hij is bevoegd voor de controle van de
gewichten, de slachtlijsten en de facturen en al hetgeen
daarmee samenhangt.
Op de derde plaats, zij het niet in volgorde van belang-
rijkheid, komt de minister van Volksgezondheid. De defi-
nitie van het karkas wordt geregeld door de Europese
richtlijn
64/433EG
betreffende
de
gezondheids-
voorschriften voor de productie en het in de handel
brengen van vers vlees.
6
HA 50
COM 080
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Op de vierde plaats komt dan de minister van Landbouw.
Inderdaad zijn in het kader van de Europese markt-
ordening van bepaalde vleessectoren indelingsschema's
voor geslachte dieren vastgesteld. In de veronderstelling
dat u inlichtingen wenst over vooral de karkassen van
runderen, kan ik meedelen dat deze classificatie sedert 1
januari 1992 verplicht is. Eerstdaags zal ik een wijziging
van dit ministerieel besluit in het Staatsblad laten publi-
ceren, dat het de aanbiedingsvorm van het karkas spe-
cificeert en standaardiseert, aangepast aan de courante
handelspraktijken. Ik hoop dat dit een antwoord op uw
vraag is geweest.
De heer Jaak Van den Broeck (Vlaams Blok) : Mijnheer
de minister, ik hoor nu dat ook Financie¨n en Economi-
sche Zaken hierbij betrokken zijn. Dit is Belgisch. Een
versnippering van de bevoegdheden is ook hier weer
troef. Het ABS klaagt aan dat de producent van de dieren
niet meer aanwezig mag zijn in de slachthuizen, iets wat
vroeger blijkbaar wel mogelijk was. Daardoor is er ook
een probleem met het toezicht op het verwijderen van
bepaalde delen door het IVK, wat dan ook weer invloed
heeft op het netto-gewicht. Daar loopt dus wat fout.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer Van den Broeck, ik stel
voor dat u zich voor dit punt tot minister Aelvoet richt. Ik
zou mijn bevoegdheid te buiten gaan moest ik u een
antwoord geven. Ik herhaal dat ik wel een ministerieel
besluit laat publiceren dat de manier waarop een karkas
wordt aangeboden, specificeert.
De heer Jaak Van den Broeck (Vlaams Blok) : Ik dank u
voor dit antwoord.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Dirk Pieters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de
verlenging van het stelsel van vervroegde uittreding
in de landbouw
(nr. 693)
Question orale de M. Dirk Pieters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la pro-
longation du re´gime de pre´retraite en agriculture
De heer Dirk Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de VUT-regeling die op
het einde van jaar afloopt, is gebaseerd op een verorde-
ning van 30 juni 1992 van de Europese Raad. Het gaat
om een communautaire steunregeling voor vervroegde
uittreding in de landbouwsector met als doel oudere
agrarische bedrijfshoofden die besluiten de landbouw-
activiteiten te bee¨indigen een inkomen te geven, het
vervangen van deze oudere bedrijfshoofden door land-
bouwers die in staat zijn de economische levensvatbaar-
heid van de resterende bedrijven te verbeteren en het
gebruik van landbouwgronden voor niet-agrarische doel-
einden te bevorderen wanneer ze toch niet in een
levensvatbaar verband kunnen worden gebruikt voor de
landbouw. Na de oorspronkelijke invoering van de VUT-
regeling in Belgie¨ in 1994 werd ze in 1997 aanzienlijk
versoepeld. Het oorspronkelijke voorstel was een een-
voudige regeling die echter door de Europese Gemeen-
schap zeer complex werd gemaakt. In oktober 1999 werd
een grondige evaluatie van de maatregel door het Cen-
trum voor Landbouweconomie uitgevoerd. Dit centrum
kwam tot de conclusie dat eigenlijk toegegeven moet
worden dat de regeling in het bestaande systeem niet
echt effectief kan worden genoemd. Een verlenging van
de maatregel zou echter een beter effect kunnen hebben
als dit op de intensieve veehouderij wordt gericht. De
verordening 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999
inzake steun voor plattelandsontwikkeling voorziet in de
artikelen 10 tot 12 het voortzetten van de VUT-regeling in
de periode 2000-2006.
Mijnheer de minister, als ik het goed heb begrepen, dient
u voor het einde van het jaar terzake een definitieve
beslissing te nemen. Met betrekking tot het al dan niet
behouden van de VUT-regeling is uw standpunt tot op
heden nog niet officieel bekend. Naar aanleiding van
deze vraag wil ik dan ook graag uw standpunt terzake
horen. Ik herhaal dat de VUT-regeling volgens het Cen-
trum voor Landbouweconomie mits herorie¨ntatie wel
degelijk zou kunnen bijdragen tot de milieukundige en
sanitaire doelstellingen. Overigens is het ook belangrijk
te weten dat het hele agrofront zich achter het voorstel
heeft geschaard.
Mijnheer de minister, in deze context had ik graag
vernomen of u toch niet bereid bent om de VUT-regeling
te verlengen, weliswaar mits herorie¨ntatie.
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, in het kader van de verordening 1257/1999 van
de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelands-
ontwikkeling
dienen
plannen
voor
plattelands-
ontwikkeling opgesteld te worden. Uitvoeringsbepalingen
voor voormelde verordening zijn vervat in de commissie-
verordening 1750/1999 van 23 juli 1999. Mijn administra-
tie heeft mij een ontwerp van federaal plan voor
plattelandsontwikkeling voorgelegd. Na diverse vergade-
ringen met het agrofront hebben wij dit aangepast om
rekening te houden met de bepalingen van voormelde
commissieverordening,
de
uitgevoerde
ex
ante-
evaluaties, het gepleegde overleg en de budgettaire
mogelijkheden. De federale overheid heeft momenteel
de optie genomen om geen verlenging van de VUT-
regeling voor te stellen. Deze optie is in de eerste plaats
gebaseerd op de evaluatie ex ante waarin werd aange-
toond dat de aflopende regeling niet effectief of efficie¨nt is
geweest.
HA 50
COM 080
7
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Daarenboven betreft het een zeer dure regeling. Binnen
het gegeven budget werd de keuze gemaakt om prioriteit
te verlenen aan bestaande bedrijven. Alle sociaal-
economische partners pleiten voor het verlengen van
deze regeling, dit echter met zeer grote meningsverschil-
len wat de modaliteiten betreft. Sommigen waren voor-
stander van een versoepeling van de bestaande regeling
met het oog op een betere structuur van de overblijvende
bedrijven teneinde hun leefbaarheid te verbeteren.
Anderen waren voorstander van een regeling comple-
mentair aan de herstructurering van de varkenssector of
pleitten voor een regeling die uitsluitend gericht is op de
grondoverdracht naar de opvolgers maar met behoud
van het aantal bedrijven. Weer anderen waren voorstan-
der van een globale aanpak binnen het sociaal statuut
van de zelfstandige.
De verlenging van de wet wordt niet opgenomen in het
ontwerp
van
het
federaal
plan
voor
plattelands-
ontwikkeling. We houden wel de mogelijkheid open om
hierop in de loop van 2000 terug te komen. In april 2000
zullen de resultaten van de evaluatie van de steun-
regeling inzake biologische landbouw bekend zijn. Men
zal een beslissing moeten nemen over de verlenging van
de regeling na 2001. Intussen zullen de verschillende
opties voor de eventuele verlenging van de VUT-regeling
verder worden bestudeerd.
De heer Dirk Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
stel vast dat de minister geen verlenging voorstelt. Hij
baseert zich op de studie die bewijst dat de resultaten
ondermaats zijn.
Mijnheer de minister, u gaat voorbij aan de conclusies
van het tweede deel. De studie vermeldt dat een VUT-
regeling wel effectief kan zijn. Paragraaf 2,4° over de
synthese en bedenkingen inzake de voortzetting van de
maatregel bepaalt dat als de VUT verlengd wordt men
verscheidene mogelijkheden moet toelaten. Ik stel vast
dat u zich baseert op de negatieve evaluatie uit het
verleden om de verlenging niet door te voeren. De tekst
houdt wel een pleidooi voor verlenging van de maatregel.
De VUT-regeling kan bijdragen tot extensiveren. U houdt
geen rekening met deze aanbeveling.
Het agrofront zal ontgoocheld zijn. U zegt dat het front
verschillende doelstellingen heeft. Het is correct dat deze
problematiek in Vlaanderen anders wordt ingeschat dan
in Wallonie¨. Het zou spijtig zijn dat men te weinig
rekening houdt met de specifieke problemen van de
Vlaamse landbouw.
Positief is dat u de deur op een kier laat en dat de
verlenging van de maatregel volgend jaar bij evaluatie
verder kan worden onderzocht. Ik roep u op de evaluatie
ernstig te doen en een document terzake op te stellen
zodat we de evaluatie grondig kunnen bestuderen.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, de VUT-regeling in het landbouwbeleid is een
zeer kostelijke aangelegenheid. Als men een dergelijke
maatregel in het landbouwbeleid toepast, zal dit een flink
deel van de kredieten opslorpen. Vraag is of dit niet beter
via andere wegen moet gebeuren.
De federale middelen voor plattelandsontwikkeling zijn
beperkt, ongeveer 400 miljoen per jaar. Men kan geen
regeling uitwerken als men niet zeker is iedereen te
kunnen uitbetalen.
Als het overgrote deel wordt vastgelegd overeenkomstig
VUT-regelingen, dan is het budget voor biologische en
milieulandbouw opgebruikt. Die zijn er dan niet meer in
aanwezig. Wij moeten van die realiteit uitgaan, willen wij
deze discussie in de toekomst ordentelijk kunnen voeren.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de
uitvoering van de dioxinewet
(nr. 699)
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
la mise
en oeuvre de la 'dioxine'
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, meer dan zes maanden
na het uitbreken van de dioxinecrisis is de dioxinewet
uiteindelijk in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De
dioxinewet is een kaderwet. Er zijn uitvoeringsbesluiten
nodig ter concretisering. De urgente behandeling werd
gevraagd, maar tot op heden is er nog geen enkel
uitvoeringsbesluit gepubliceerd in het Belgisch Staats-
blad.
Financie¨le steunregeling voor bedrijven die getroffen zijn
door de dioxinecrisis is dringend nodig. Uit getuigenissen
daaromtrent onder ede afgelegd in de dioxinecommissie
blijkt dat de crisis nog helemaal niet voorbij is. In Brussel
is die opgelost, zo denkt men, maar te velde is ze nog
helemaal niet opgelost. Heel wat exportslachthuizen wer-
ken nog steeds aan nog maar 40% van hun normale
activiteit. Ook in andere marktsegmenten komt de activi-
teit niet op gang.
Claims van buitenlandse bedrijven verhinderen dat nor-
male handelsrelaties tussen buitenlandse klanten en
onze exporteurs zich herstellen.
8
HA 50
COM 080
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Trees Pieters
Ter uitvoering van de dioxinewet is er in de Ministerraad
al e´e´n uitvoeringsbesluit goedgekeurd, dat van de for-
faitaire vergoedingen. Het Fonds voor schadeloosstelling
van landbouwbedrijven getroffen door de dioxinecrisis,
zou gestijfd worden door verplichte of vrijwillige bijdra-
gen.
Voor de vrijwillige bijdragen waren de volgende bedragen
in het vooruitzicht gesteld : 200 miljoen te dragen door de
landbouwbedrijven, 400 miljoen door de veevoeder-
bedrijven en 400 miljoen door niet-landbouwbedrijven,
waarbij onder meer Sidmar werd genoemd.
Mijnheer de minister, ten eerste, hoeveel is er ondertus-
sen door de verschillende sectoren al toegezegd en/of
betaald ?
Ten tweede, graag vernam ik of de regering beslist heeft
tot een gedeeltelijke dan wel een volledige schadeloos-
stelling over te gaan. Vandaag lezen wij in de krant in het
artikel met de titel
Willockx snoert bedrijven de mond
dat regeringscommissaris Willockx toegeeft dat de volle-
digheid niet helemaal volledig is. Als dit bericht positief is,
hoe komt het dan dat slechts steun wordt verleend
wanneer de schade meer is dan 20 000 frank en de
schade aanleiding moet geven tot een uitbetaling van
meer dan 10 000 frank ? Het onderscheid tussen deze
bedragen suggereert in ieder geval dat niet alles wordt
gecompenseerd.
De terugvorderbare voorschotten worden omgezet in
vergoedingen. Het persbericht van de regering vermeldt
dat daardoor bedrijven die zijn opgeruimd volledig wor-
den vergoed. De terugvorderbare voorschotten waren
steeds beperkt tot 80% van de kostprijs van de dieren,
met als maximum de marktprijs. Kan de minister dit
toelichten ?
Ten derde, is het in de Ministerraad goedgekeurd konink-
lijk besluit tot uitbetaling van de landbouwers van een
forfaitaire vergoeding al goedgekeurd door de Europese
Commissie ?
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, ik praat even niet als minister van Landbouw
maar als historicus. Een crisis met deze omvang is nog
nooit snel onder controle gekomen. Het klopt niet dat we
op een onderdeel of op het geheel getalmd hebben. De
toekomst zal het bewijzen.
Mevrouw Pieters, in uw beschouwingen over de dioxine-
wet laat u uitschijnen dat de wet uiteindelijk na zes
maanden verschenen is in het Staatsblad. Ik ben het niet
met u eens dat de regering niet snel heeft gehandeld en
niet zo snel als mogelijk het kader heeft gecree¨erd om
schadevergoeding aan landbouwbedrijven te kunnen uit-
keren. Europa heeft pas eind augustus toestemming
gegeven voor die economische schadevergoeding. De
regering kon dan pas aan de dioxinewet beginnen. Op
drie december, na amper drie maanden, geen zes zoals
u beweert, werd de wet in plenaire vergadering goedge-
keurd. U weet maar al te goed dat de uitvoerings-
besluiten niet alleen in de Ministerraad moeten worden
goedgekeurd, wat al voor een groot deel is gebeurd,
maar dat ze ook voor advies naar de Raad van State
moeten en dat ze moeten worden genotificeerd aan de
Europese Commissie.
Sedert dinsdag weten we dat de Raad van State enkele
kleinere tekstuele bezwaren heeft. Ambtenaren van mijn
departement overleggen continu met de Europese Com-
missie. Als we de juiste procedure niet zouden volgen,
zou u de eerste zijn om ons dat te verwijten.
Ik heb nooit beweerd dat problemen zoals die in de
exportslachthuizen achter de rug zijn. Wel heb ik gezegd,
dat het probleem van de dioxinecontaminatie wat betreft
de landbouwbedrijven zo goed als volledig is opgelost.
Het feit dat Europa geen enkel speciaal dioxinecertificaat
meer vraagt voor de export van levende dieren of voor
producten afkomstig van dieren geslacht na 20 septem-
ber is daarvan het beste bewijs. Er zijn inderdaad nog
een aantal marktsegmenten waarin de export moeizaam
herleeft. Daaraan wordt door minister Aelvoet en rege-
ringscommissaris Willockx hard gewerkt.
De regering heeft het algemeen principe goedgekeurd
om 90% van de economische schadevergoeding te be-
talen met overheidskredieten. De overige 10% moet
worden betaald met vrijwillige of verplichte bijdragen uit
de sector. Voor het eerste gedeelte werd 5 miljard frank
uitgetrokken in de begroting 1999. De totale schade
wordt door mijn administratie geschat op 5,3 miljard
frank, plus 100 miljoen frank extra voor vergoeding van
de opgeruimde zeugen. Dit betekent dat 540 miljoen
frank moet worden bijeengebracht door de rechtstreeks
en onrechtstreeks betrokken sectoren. Zoals u weet,
betalen de rundvee-, varkens- en pluimveehouders jaar-
lijks bedragen aan het sanitaire fonds. Uit dit fonds zullen
we 200 miljoen frank putten. Dit gebeurt met het akkoord
van de belangrijkste landbouworganisaties. De produ-
centen van braadkippenvoer hebben vrijwillig 120 miljoen
frank toegezegd. De overige veevoederproducenten
moeten zich engageren voor 130 miljoen frank. Aan de
vetsmelters zal worden gevraagd om vrijwillig of verplicht
50 miljoen frank bij te dragen. De som klopt niet helemaal
maar we komen dicht in de buurt van het geraamde
bedrag, wat ons toelaat de andere 10% ook op te
vangen. Waarom betaalt de overheid geen schadever-
goeding aan landbouwers die minder dan 20 000 frank
schade hebben ? Het antwoord heb ik vroeger al gege-
ven : de regering wil alleen professionele landbouwers
vergoeden.
Het antwoord heb ik u eigenlijk al vroeger gegeven in de
commissie, toen we de dioxinewet hebben besproken.
De regering wil inderdaad enkel de professionele land-
HA 50
COM 080
9
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Trees Pieters
bouwers vergoeden, en niet de hobbyisten die enkele
kippen, varkens of runderen hebben. Het voortbestaan
van iemand die voor minder dan 20 000 frank schade
heeft opgelopen, is op geen enkele manier in gevaar. De
regering kiest er bewust voor geen geschenkjes uit te
delen. Dat is meer dan begrijpelijk. De totale door de
federale overheid uit te keren vergoeding bedraagt meer
dan 25 miljard frank.
U had ook een vraag of de regering al dan niet voor 100%
uitbetaalt. U weet goed dat de varkenshouderij al van
voor het uitbreken van de dioxinecrisis zeer grote proble-
men had. Tijdens de vergaderingen van de Europese
Raad van landbouwministers heb ik ervaren dat dit niet
alleen in Belgie¨ maar in heel Europa het geval is. Het
merendeel van de varkensbedrijven werkte toen al met
verlies. Dat heeft men ons althans voorgehouden. Eu-
ropa wil nu onder geen beding het van de dioxinecrisis
losstaande verlies laten vergoeden. Daarom heeft de
regering besloten de recupereerbare voorschotten van
80% om te zetten in vergoedingen. De bedragen worden
echter niet opgetrokken tot 100% omdat dit een overcom-
pensatie zou kunnen betekenen.
Bij de berekening van de economische schade moest
men inderdaad rekening houden met de marktprijs, die
lager was dan de kostprijs op het ogenblik van de
vernietiging. We hebben ons in die Europese context
ingeschreven en gedaan wat we aan de sector hebben
beloofd.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord. Ik heb duidelijk
onderstreept dat de crisis zes maanden geleden is
uitgebroken.
Mijnheer de minister, ik beweer niet dat u gedurende die
hele tijd bezig bent de crisis op te lossen. U bent
inderdaad zes maanden aan het bewind. Ik begrijp
volledig dat wanneer u of de Ministerraad een beslissing
neemt, u die moet voorleggen aan de Raad van State. Ik
vraag me echter af of het in de Ministerraad goedge-
keurde koninklijk besluit ook is aanvaard door de Euro-
pese Commissie. U hebt daarop geen duidelijk antwoord
gegeven. Het is niet omdat er geen attesten meer worden
gevraagd door Europa dat de commissie akkoord gaat
met de vergoedingen zoals ze werden bepaald in de
Ministerraad.
We weten allemaal dat hobbykwekers met een paar
kippen en schapen niet moeten worden vergoed. In dit
geval gaat het echter om een verschil tussen 10 000 en
20 000 frank. Betekent dit dat slechts de helft zal worden
uitbetaald ?
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw Pieters, we kunnen
blijven discussie¨ren over de semantische inhoud. Ik heb
daarstraks uitdrukkelijk gezegd dat we pas na drie maan-
den met de zaak mochten starten. Toen is men er ook
mee begonnen. De koninklijke besluiten kunnen pas
worden opgemaakt na goedkeuring van het ontwerp van
wet. We zijn daarmee meteen begonnen. Men heeft
permanent overleg gepleegd met de Europese instan-
ties. We hebben van de Raad van State de opmerkingen
over onder meer de procedures en de uitbetaling ontvan-
gen. De nodige aanpassingen werden doorgevoerd. Mor-
gen worden in de Ministerraad de definitieve ministerie¨le
of koninklijke besluiten besproken.
Door regeringscommissaris Willockx wordt permanent
overleg gepleegd met de Europese instanties. De wet-
teksten en de koninklijke besluiten werden meteen door-
gestuurd. Onder meer de regeling inzake de varkenshou-
derij is bepaald door hetgeen Europa ons vraagt,
namelijk het vermijden van concurrentievervalsing. Dit
betekent dat we geen uitbetaling mogen doen die hoger
ligt dan de feitelijk geleden schade. Dat is het standpunt
dat vanaf het begin door Europa werd vooropgesteld.
Ik stel me ernstige vragen indien we mensen die minder
dan 20 000 frank schade kunnen aangeven, vergoeden.
De overheid trekt meer dan 210 miljoen frank uit voor
personeel en de aanschaf van informaticamateriaal en dit
enkel om de ingediende dossiers te beheren en zo de
dossiers snel af te handelen. Men kan zich dan ook
afvragen of we ons met dat soort dossiers moeten
bezighouden.
Ik denk dat de algemene tendens in de sector precies is
dat men ons dan zou verwijten dat we ons niet met het
essentie¨le van de zaak bezighouden. Ik wens daarvoor
niet verantwoordelijk te zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Zo is de discussie altijd
beperkt.
De voorzitter : Collega's, ik vestig er de aandacht op dat
de spreektijd beperkt is tot vijf minuten per vraag. Deze
tijdslimiet is reeds ruim overschreden. Wij hebben slechts
drie vragen behandeld en wij zijn al veertig minuten
bezig. We gaan thans over tot de laatste vraag die aan de
agenda staat.
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
de
vergoedingen voor melk
(nr. 710)
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
les in-
demnisations pour le lait
10
HA 50
COM 080
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik had hierover graag een
interpellatie gehouden omdat ik deze materie zeer be-
langrijk vind. Dit was echter niet mogelijk omdat men voor
een interpellatie meer tijd nodig heeft om ze te agende-
ren. De minister was met vakantie en wij aan de voora-
vond van het kerstreces. Aldus zou mijn interpellatie pas
in januari aan de agenda kunnen worden geplaatst.
Hoewel dit een schoolvoorbeeld is voor een interpellatie,
is het een mondelinge vraag geworden.
Dioxinevergoedingen voor melk zijn gebaseerd op factu-
ren van de maanden juni, juli en augustus 1999 die
overeenstemmen met de maanden mei, juni en juli 1998.
De schatting van het geleden verlies inzake melk is
gebaseerd op effectief betaalde prijzen. Het is geen puur
forfaitair systeem zoals dit van toepassing was bij de
runderen, het gevogelte en de varkens. De schadever-
goedingen voor melk zouden rekening houden met ver-
schillen in afhoudingen tussen de melkerijen. De prijzen
op deze facturen kwamen tot stand na een kleinere of
grotere afhouding door de melkerij of met melding van
een terugvorderbaar voorschot. De berekening van de
schadevergoeding verwijst bijgevolg naar twee onbeken-
den : de normale marktprijs in de gegeven periode en de
prijspolitiek die door de verschillende melkerijen werd
gevoerd. Wat voor de verschillende perioden de normale
marktprijs zou zijn geweest zonder dioxinecrisis staat
nog niet vast. Dit moet nog officieel worden meegedeeld.
De bedoeling is dat de melkboer de verschillende afhou-
dingen samentelt en dat bedrag als vertrekbasis neemt
voor de berekening van zijn vergoeding. Het terugvorder-
bare betalingsvoorschot, een systeem dat door sommige
melkerijen werd toegepast, zou mee in rekening worden
gebracht als afhouding.
Deze methodiek heeft twee belangrijke gevolgen. Ten
eerste, de vaststelling van de normale marktprijs, die
nodig is om de afhoudingen vast te stellen, zal bepalen of
de vergoeding al dan niet volledig is. Ten tweede, het
door de minister uitgewerkte vergoedingssysteem is he-
lemaal niet neutraal ten aanzien van de door de melkerij
toegepaste prijspolitiek in de betrokken maanden.
Wanneer de melkerij solidair was met de melkvee-
houders en deze een hoog bedrag per liter uitbetaalde,
bijvoorbeeld 8 frank in de plaats van de normale markt-
prijs, met name 10 frank, zal de door de overheid
betaalde vergoeding aan de melkboer klein zijn, namelijk
2 frank per liter. Wanneer de melkerij niet solidair was
met de melkveehouder en deze een lager bedrag per liter
uitbetaalde, bijvoorbeeld 6 frank in de plaats van de
normale marktprijs - dus 10 frank - zal de vergoeding
voor die melkboer groter zijn, namelijk 4 frank per liter.
Het gevolg van deze berekeningswijze is dat de solidaire
melkerijen het kind van de rekening zijn. Hun goodwill ten
aanzien van de leveranciers tijdens de crisis blijkt nu
zowel onnodig omdat de boeren door de overheid wor-
den vergoed, als nai¨ef omdat zij gedeeltelijk de rol van de
overheid overnemen. Het in rekening brengen van de
terugvorderbare voorschotten als afhouding kan tot nog
een ander neveneffect leiden. Wat moet men bijvoor-
beeld doen indien de terugvorderbaarheid slechts voor-
waardelijk is ? Nu blijkt dat vooral Waalse melkerijen lage
prijzen hebben uitbetaald. De Vlaamse melkerijen heb-
ben hogere prijzen uitbetaald. Het zouden ook vooral
Waalse melkerijen zijn die met terugvorderbare voor-
schotten hebben gewerkt. De melkregeling lijkt dan ook
zeer sterk op een gecommunautariseerde regeling ten
voordele van de Waalse melkerijen. Men spreekt hier
over transfers naar Wallonie¨ van meer dan 100 miljoen.
Hoe verantwoordt u de keuze voor deze semi-forfaitaire
regeling in de melksector ? Waarom hebt u niet voor een
volledige forfaitaire regeling gekozen ? Hoe verantwoordt
u de beperking van de periode tot leveringen in de
maanden mei, juni en juli ? Hoe zal de normale marktprijs
als referentieprijs worden bepaald ? Tenslotte, is deze
bevoordeling van Wallonie¨ toevallig of opzettelijk ?
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, het laatste van mijn zorgen was toch wel van
deze crisis een communautaire kwestie te maken. Trou-
wens, mevrouw Pieters, als men later de optelsom zal
maken, zal men misschien tot andere verhoudingen
komen. De vergoedingen te bepalen in verhouding tot de
geleden schade was onze enige zorg en plicht. Dat was
het uitgangspunt. Elke andere vorm die men er achter
zoekt is werkelijk totaal misplaatst en ik zal dat dadelijk
bewijzen.
Het is trouwens duidelijk dat wij enkel de boeren kunnen
vergoeden, niet de melkerijen. Ik heb, samen met u, uren
en dagen in dit parlement doorgebracht om te beslissen
dat we de onafhankelijke boeren zullen vergoeden en
niet degenen die in een of andere trust-structuur zijn
opgenomen. Dat kunnen wij niet. Melkerijen, die even-
tueel schade hebben geleden, kunnen naar de gewest-
regeringen stappen. Daar hebben wij rechtstreeks niets
over te zeggen. Wij kunnen dus enkel boeren en geen
melkerijen vergoeden. Dat is het uitgangspunt geweest.
Ik voeg er trouwens aan toe dat dit het enige is dat
Europa aanvaardt. Hadden we een andere weg gevolgd,
dan zouden we over zes maanden nog niet aan het
uitbetalen zijn. Dat is de realiteit. Europa aanvaardt
alleen deze regeling.
Ik zal nu heel concreet uw andere vragen beantwoorden,
maar ik wou dit toch heel even duidelijk stellen.
Ten eerste vraagt u hoe de minister de keuze verant-
woordt voor een semi-forfaitaire regeling in de melk-
sector en waarom de minister niet voor een volledige
forfaitaire regeling heeft gekozen. Teneinde de melkvee-
houders te vergoeden wil ik u duidelijk maken dat, in het
HA 50
COM 080
11
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
kader van de wet van 3 december 1999 betreffende de
steunmaatregelen ten gunste van de landbouwbedrijven
getroffen door de dioxinecrisis, bewust werd gekozen om
geen forfaitaire schadevergoeding per liter melk voor te
stellen omdat de afhouding per liter melk voor de ver-
schillende zuivelfabrieken zeer uiteenlopend was, van 0
frank tot 4,5 frank per liter geleverde melk voor de
periode van mei tot juli 1999.
Besprekingen hierover met de diensten van de Europese
Commissie begin deze week, hebben duidelijk gemaakt
dat ons voorstel het enige correcte was, mits de vergoe-
ding wordt berekend op de werkelijk geleverde liters
tijdens de hogervermelde periode. Alle andere benade-
ringen werden door de Europese instanties niet aan-
vaardbaar geacht, omdat er dan in een ruim aantal
gevallen sprake van overcompensatie zou zijn.
Aangezien de Belgische Confederatie van de Zuivelin-
dustrie naar aanleiding van de dioxinecrisis een ruim
schadedossier heeft ingediend, lijkt het mij logisch dat
hierin rekening werd gehouden met de reeds verhaalde
schade via de landbouwers per zuivelfabriek. Men kan de
schade slechts eenmaal vergoeden. Afhankelijk van het
gevolgde beleid per zuivelfabriek werd de schade in
mindere of meerdere mate afgewimpeld op de landbou-
wers. Via de dioxinewet is het voor ons slechts mogelijk
om individuele landbouwers te vergoeden volgens hun
individuele, vrij goed te berekenen schade.
Ten tweede vraagt u hoe de minister de beperking van de
periode tot leveringen van de maanden mei, juni en juli
verantwoordt ? De vergoedingen worden berekend aan
de hand van de facturen die betrekking hebben op
leveringen in de maanden mei, juni en juli omdat enkel
gedurende deze maanden lagere prijzen werden uitbe-
taald. Die werkwijze werd door de hele sector unaniem
aanvaard. Zonder rekening te houden met de melk-
leveringen
aan
de
zuivelfabrieken
die
met
een
recupereerbaar voorschot van 4,5 frank per liter hebben
gewerkt voor de leveringen in juni, kan ik u meedelen dat
de andere zuivelfabrieken gemiddeld respectievelijk
1,02 frank, 0,47 frank en 0,06 frank per liter melk hebben
ingehouden voor de maanden mei, juni en juli. Vanaf
augustus werd er door elke zuivelfabriek een normale
prijs uitbetaald.
Het is niet aan ons om te oordelen welke politiek of
tactiek de melk- en zuivelfabrieken hebben gevolgd. De
enige mogelijkheid die wij hebben is de boeren te ver-
goeden voor de geleden schade. Dat wordt zo uitdruk-
kelijk voorzien.
Ten derde, hoe zal de normale marktprijs, de zoge-
naamde referentieprijs, worden bepaald ? Om de econo-
mische schade correct te kunnen berekenen, werd door
het Centrum voor Landbouweconomie vastgesteld dat
het verschil in basisprijs van de melk, gedurende de
eerste vier maanden van 1999, gemiddeld 0,45 frank per
liter lager lag dan in dezelfde periode van 1998. Om de
theoretische basisprijs te berekenen voor de maanden
mei tot en met juli 1999 werd dus de prijs van de
overeenstemmende periode van 1998 genomen, vermin-
derd met 0,45 frank per liter daar de afhoudingen niet
afzonderlijk op de afrekeningen worden vermeld. Deze
berekeningswijze zou door de Europese Commissie, na
goedkeuring van het besluit, officieel worden aanvaard.
Dat zal ons dan ook in staat stellen tot uitbetaling over te
gaan.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de minister, het
is mij er zeker ook niet om te doen om van deze
dioxinezaak een communautaire kwestie te maken. Maar
we worden wel geconfronteerd met een pervers effect
vanuit de niet-solidaire melkerijen die zich voornamelijk
in Wallonie¨ situeren. Zij hebben aan hun melkboeren een
lagere prijs verrekend dan deze in Vlaanderen, waardoor
er transfers ontstaan. Als u nu beweert dat u alleen die
landbouwers uitbetaald die schade geleden hebben, dan
kunt u toch niet anders dan te gaan kijken waar de
perverse effecten ressorteren. Als u zulk een feit consta-
teert, dan moet u kijken waar de fouten gebeuren. Ik heb
ze u hier heel duidelijk proberen uit te leggen. U zegt dat
u alleen de landbouwers vergoed, maar u weigert te
kijken naar het perverse effect dat ontstaan is bij een
aantal melkerijen die zich voornamelijk situeren in Wal-
lonie¨.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw, uw inspiratiebronnen
of uw muzen - ik ken ze - hebben gisteren tegenover
onze diensten verzekerd dat zij heel tevreden zijn met de
huidige regeling.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijn muzen, bronnen,
liggen in mijn regio en die hebben mij gei¨nspireerd. Ik kan
u dit heel oprecht bevestigen.
Minister Jaak Gabriels : Ik kan u met naam en toenaam
de muzen opgeven die u hebben gei¨nspireerd. Ze waren
op dat ogenblik misschien niet altijd goed gei¨nspireerd. Ik
zeg u echter in alle duidelijkheid dat we gisteren, over de
globale regeling, felicitaties van de betrokkenen hebben
ontvangen. Ik zou dus heel voorzichtig zijn met het
verspreiden van bepaalde berichten die niets met de
zaak te maken hebben. Als wij hier, op basis van een
getroffen sector ook nog eens opnieuw een com-
munautair twistpunt cree¨ren, dan wens ik u daar heel
veel succes mee.
Trouwens, Europa heeft hier totaal geen boodschap aan.
Wij moeten de schade vergoeden al naargelang ze
geleden is. Als u morgen zult berekenen wat in de
varkenssector aan schade wordt uitbetaald, dan zult u
zelf wel goed weten waar het verschilt ligt.
12
HA 50
COM 080
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de minister, u
steekt zich veel te makkelijk weg achter Europa om zulke
problemen op te lossen.
Minister Jaak Gabriels : Europa is midden onder ons.
Dat hebt u in het verleden misschien ooit vergeten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.22 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 16.22 heures.
HA 50
COM 080
13
22-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000