B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER
EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS
ET DES
E
NTREPRISES PUBLIQUES
VAN
DU
01-12-1999
01-12-1999
HA 50
COM 061
HA 50
COM 061
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 1 december 1999
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VER-
KEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
-
COM 061
Mondelinge vraag van de heer Jan Peeters aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
de aansluiting van de IJzeren Rijn op de tweede
spoortoegang voor de Antwerpse haven via een nieuw te
bouwen trace´ Ranst-Grobbendonk langs de snelweg
E313
(nr. 466)
5
sprekers : Jan Peeters, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Mondelinge vraag van de heer Bart Somers aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
de controle op de aanwending van overheidsmid-
delen door de NMBS
(nr. 470)
6
sprekers : Bart Somers, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Mondelinge vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer over
de uitspraken van de afgevaardigde bestuurder
van de NMBS
(nr. 471)
10
Sommaire
Mercredi 1 de´cembre 1999
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE, DES COMMU-
NICATIONS
ET
DES
ENTREPRISES
PUBLIQUES
COM 061
Question orale de M. Jan Peeters a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
le raccordement du Rhin de fer au deuxie`me acce`s au
port d'Anvers par le biais d'un nouveau tronc¸on Ranst-
Grobbendonk le long de la E313
(n° 466)
5
orateurs : Jan Peeters, Isabelle Durant, vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
Question orale de M. Bart Somers a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
le
contro^le de l'utilisation des deniers publics par la SNCB
(n° 470)
6
orateurs : Bart Somers, Isabelle Durant, vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke a` la vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des Trans-
ports sur
les de´clarations de l'administrateur ge´ne´ral de
la SNCB
(n° 471)
10
2
HA 50
COM 061
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
sprekers : Karel Van Hoorebeke, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
de op te lossen
problemen bij de spoorlijn 54 Sint-Niklaas-Leuven
(nr. 474)
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
een mogelijke
spooraansluiting van een bedrijf op spoorlijn 54 Sint-
Niklaas-Leuven
(nr. 475)
12
sprekers : Joos Wauters, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
problemen in het
station Mechelen
(nr. 476)
- de heer Bart Somers aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
het gebrek aan
zitplaatsen op de treinen vanuit Mechelen
(nr. 524)
- de heer Jan Mortelmans aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
het gebrek aan
zitplaatsen op de treinen vanuit de Kempen
(nr. 526)
14
sprekers : Joos Wauters, Bart Somers, Jan Mortel-
mans
, Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister
van Mobiliteit en Vervoer
Mondelinge vraag van de heer Andre´ Fre´de´ric aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
de verplichting om een helm te dragen (nr. 509)
17
sprekers : Andre´ Fre´de´ric, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
orateurs : Karel Van Hoorebeke, Isabelle Durant,
vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
Questions orales jointes de :
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
les proble`mes a`
re´soudre sur la ligne 54 Saint-Nicolas-Louvain
(n° 474)
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
le raccordement
ferroviaire e´ventuel d'une entreprise a` la ligne 54 Saint-
Nicolas-Louvain
(n° 4
12
orateurs : Joos Wauters, Isabelle Durant, vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
Questions orales jointes de :
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
les proble`mes a` la
gare de Malines
(n° 476)
- M. Bart Somers a` la vice-premie`re ministre et ministre de
la Mobilite´ et des Transports sur
le manque de places
assises sur les trains au de´part de Malines
(n° 524)
- M. Jan Mortelmans a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
le manque de places
assises sur les trains au de´part de la Campine
(n° 526)
14
orateurs : Joos Wauters, Bart Somers, Jan Mortel-
mans
, Isabelle Durant, vice-premie`re ministre et mini-
stre de la Mobilite´ et des Transports
Question orale de M. Andre´ Fre´de´ric a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
l'obligation de porter un casque de protection (n° 509)
17
orateurs : Andre´ Fre´de´ric, Isabelle Durant, vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports
HA 50
COM 061
3
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE,
DES COMMUNICATIONS
ET DES ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR,
HET VERKEER
EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 1 DE
´ CEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 1 DECEMBER 1999
De vergadering wordt geopend om 16.20 uur door de
heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 16.20 heures par M. Francis
Van den Eynde
, pre´sident.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De voorzitter : De mondelinge vraag nr. 338 van de heer
Dirk Pieters vervalt wegens afwezigheid van de indiener.
Mondelinge vraag van de heer Jan Peeters aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de aansluiting van de IJzeren Rijn op
de tweede spoortoegang voor de Antwerpse haven
via een nieuw te bouwen trace´ Ranst-Grobbendonk
langs de snelweg E313
(nr. 466)
Question orale de M. Jan Peeters a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
sur
le raccordement du Rhin de fer au deuxie`me
acce`s au port d'Anvers par le biais d'un nouveau
tronc¸on Ranst-Grobbendonk le long de la E313
(n° 466)b>
De voorzitter : De heer Jan Peeters heeft het woord.
De heer Jan Peeters (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, er is in deze commissie
al herhaaldelijk gesproken over zowel de IJzeren Rijn als
de tweede spoortoegang tot de Antwerpse haven. Er is
echter nog relatief weinig duidelijkheid over de verbinding
tussen enerzijds, de IJzeren Rijn - wellicht via de lijn
Lier-Herentals-Neerpelt - en anderzijds, de nieuw te
bouwen tweede spoortoegang.
Daarover circuleren verscheidene plannen en sugges-
ties, onder andere het bouwen van een nieuwe spoorlijn
die de tweede Antwerpse spoortoegang zal verlaten in
Ranst en zo oostwaarts via de E313 zou lopen via Viersel
en Grobbendonk. Daar zou de lijn aansluiten op de
bestaande lijn Lier-Herentals-Neerpelt.
In de provincie Antwerpen woedt momenteel een discus-
sie over het ontwerp ruimtelijk structuurplan voor deze
provincie. Tot verbazing van nogal wat mensen voorziet
het provinciebestuur dat nieuw te bouwen trace´ reeds op
het structuurplan. Bestendig afgevaardigde Helsen heeft
in de media zelfs reizigersvervoer op deze nieuwe lijn in
het vooruitzicht gesteld.
De nieuwe spoorlijn Ranst-Grobbendonk zal leiden tot
grondinname en onteigeningen in de gemeenten Ranst,
Viersel en Grobbendonk, wat tot verzet heeft geleid van
buurtbewoners en lokale bestuurders. Dit uitte zich
vooral in de gemeente Grobbendonk, waar de nieuwe lijn
een aantal woonstraten bedreigt met onteigeningen als
gevolg.
Mevrouw de minister, vandaar dat ik u een aantal con-
crete vragen wens te stellen.
Is de NMBS vragende partij voor deze nieuwe spoorlijn ?
Ik weet dat de provincie de lijn in haar plan heeft
opgenomen, maar is het de NMBS die heeft aangedron-
gen bij de provinciale overheid om in haar ontwerp
structuurplan dit trace´ op te nemen ?
Ik stel de vraag omdat men in het verleden, ook schrif-
telijk, steeds heeft onderstreept aan dit trace´ geen be-
hoefte te hebben, mede omdat het oostelijk verkeer uit de
haven van Antwerpen op de bestaande lijn Berchem-Lier
zou kunnen blijven rijden. Eenmaal de tweede haven-
ontsluiting er is, kan men splitsen.
Dan krijgt men een ontdubbeling in de zin dat de zuid-
waartse trafiek vanuit Lier naar het zuiden kan gaan,
terwijl de oostwaartse trafiek gebruik kan blijven maken
HA 50
COM 061
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jan Peeters
van de bestaande lijn Lier-Berchem en de bestaande
toegang naar de haven van Antwerpen zonder dat een
nieuw trace´ nodig is. Dat was het standpunt van de
NMBS vroeger. Is haar houding nu gewijzigd ?
Wat is de kostprijs van deze nieuwe ontsluiting ? Werd
reeds een kosten-batenanalyse gemaakt ? Wat is daar-
van het resultaat ? Kan dat geld niet beter worden
besteed aan de verbetering van de bestaande spoorweg-
overgangen op de lijn Lier-Herentals-Neerpelt, die bij een
eventuele reorganisatie van de IJzeren Rijn, zwaarder
zullen worden belast en meer overlast teweegbrengen.
Werden voor aanpassingen aan de bestaande spoor-
weg, bijvoorbeeld in Kessel, Olen, Geel, Nijlen, Herentals
en Mol, reeds financie¨le reserveringen gedaan door de
NMBS en werden er reeds plannen uitgewerkt ?
Werd voor het eventuele trace´ Ranst-Grobbendonk de
ecologische impact gee¨valueerd ? Heeft men ook een
studie gemaakt van de nodige onteigeningen en grondin-
names en wat is het resultaat van deze studie ?
Bestaan er intenties om op de lijn Ranst-Grobbendonk in
reizigerstreinen te voorzien of nieuwe reizigerstreinen te
ontwikkelen ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Isabelle Durant : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Peeters, ik ben ervan overtuigd dat niemand de
noodzaak van een tweede toegang tot de haven-
installaties van Antwerpen in vraag stelt. Twee weken
geleden heb ik reeds de stand van zaken uitgelegd in de
Senaat, op vraag van senator Johan Malcorps. Ik wens
twee krachtlijnen te beklemtonen : ten eerste, de belang-
rijke financie¨le weerslag van dit noodzakelijke project en
ten tweede, de noodzaak om langs het volledige trace´ de
best mogelijke maatregelen te nemen teneinde de hinder
van de werken en de toekomstige spooruitbating te
verzachten.
Ik onderstreep hierbij dat dit dossier tot op vandaag
tussen het Vlaams Gewest en de NMBS werd uitgewerkt.
Het werd mij nog niet voorgelegd. De financiering van het
dossier werd nog niet geregeld, omdat deze investering
moet worden opgenomen in het tienjarenplan inzake
investeringen dat loopt van 2001 tot 2010. Het dossier
werd nog niet besproken door de raad van bestuur van
de NMBS. Het zal me pas in het eerste semester van
volgend jaar worden voorgelegd. Dit is het antwoord dat
ik aan senator Malcorps heb gegeven.
Ik stel voor het dossier binnen enkele maanden opnieuw
onder handen te nemen. Op dat ogenblik zal ik over meer
informatie beschikken.
Ten slotte, het dossier betreffende de lijn Lier-Herentals-
Neerpelt en het dat over de tweede toegang zijn voor mij
twee verschillende onderwerpen. Het lijkt me niet oppor-
tuun te opteren voor krediettransfers. Ik geef u afspraak
binnen enkele maanden om een stand van zaken op te
maken, met name zodra het dossier op mijn tafel ligt en
niet enkel op de tafel van het Vlaamse Gewest.
De voorzitter : De heer Jan Peeters heeft het woord.
De heer Jan Peeters (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het spijt me maar ik denk dat u zich
van dossier vergist. Ik praat niet over de tweede spoor-
toegang tot de haven van Antwerpen. Ik weet dat u met
dit dossier bezig bent, net als het Vlaamse Gewest. Ik
praat evenmin over de IJzeren Rijn. Ik bedoel de verbin-
ding tussen beide. De IJzeren Rijn gaat van Oost naar
West en omgekeerd. De tweede spoortoegang tot de
haven van Antwerpen gaat van het noorden naar het
zuiden. Er moet een verbinding tussen beide tot stand
worden gebracht. Sommigen stellen reeds voor een
verbinding tot stand te brengen in de buurt van Lier. Er
bestaan verschillende voorstellen. Een ervan is de be-
ruchte bocht van Kloosterheide in Lier, waarover reeds
veel werd over gesproken. Een alternatief is een nieuwe
spoorlijn Ranst-Grobbendonk. Dat is het onderwerp van
mijn vraag.
Als u nu op mijn vraag niet kunt antwoorden, begrijp ik
dat uw medewerkers u de verkeerde informatie hebben
gegeven, maar dan zal ik genoodzaakt zijn om deze
vraag volgende week opnieuw te stellen.
Minister Isabelle Durant : Mijnheer Peeters, ik kan u het
precieze antwoord op zeer korte termijn schriftelijk ge-
ven, tenzij u verkiest dit dossier over enkele maanden in
zijn geheel te bespreken.
De heer Jan Peeters (SP) : Mevrouw de minister, ik zal
volgende week opnieuw een mondelinge vraag stellen en
ondertussen hebt u de gelegenheid om een precies
antwoord voor te bereiden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Bart Somers aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de controle op de aanwending van
overheidsmiddelen door de NMBS
(nr. 470)
Question orale de M. Bart Somers a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
sur
le contro^le de l'utilisation des deniers publics
par la SNCB
(n° 470)b>
De voorzitter : De heer Bart Somers heeft het woord.
6
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, mijn vraag handelt over een niet
onbelangrijke zaak, zeker wanneer wij de financie¨le
omvang ervan bekijken. Ze betreft de wijze waarop de
overheidsmiddelen, die wij ter beschikking stellen van de
NMBS, worden aangewend en inzonderheid de controle
die wordt uitgeoefend om na te gaan of men dat al of niet
in het juiste kader doet.
Ik tracht het probleem wat eenvoudig, maar daarom ook
meer begrijpelijk, voor te stellen. Wij geven als overheid
en als belastingbetaler jaarlijks om en bij de 80 miljard
frank aan de NMBS. Dat geld dient om de burgers van dit
land een spoorwegverkeer en een service aan te bieden
om ze in staat te stellen zich op een comfortabele wijze
naar de gewenste bestemming te brengen. De NMBS
slaagt niet in dit opzet, ondanks die enorme som geld.
Iedereen is het erover eens dat de dienstverlening van de
NMBS ondermaats is, een modelstaat niet waardig.
Wij stellen vast dat, waar die 80 miljard frank langs de
voordeur de NMBS wordt binnengebracht, langs de
achterdeur in twee jaar tijd ongeveer 30 miljard wordt
weggedragen voor acquisities van buitenlandse onder-
nemingen die niets met de kerntaken van de NMBS te
maken hebben.
Het merkwaardige van deze zaak is dat de wet op de
overheidsbedrijven van 31 maart 1991 zeer duidelijk
bepaalt dat het overheidsgeld, dat ter beschikking wordt
gesteld van de NMBS, uitsluitend mag worden gebruikt
voor de publieke dienst. Er is ook een Europese regel-
geving die concurrentievervalsing verbiedt. Dit betekent
dat geld, dat door de overheid ter beschikking van de
NMBS wordt gesteld, niet mag worden gebruikt om
allerlei ABX'en in het buitenland op te kopen.
De grote vraag is waar die 30 miljard frank vandaan
komt. Er zijn twee manieren om dat te bewijzen - want de
NMBS schermt altijd met de marktgeheimen en de
marktpositie van de NMBS. Er is een positieve manier,
die ook in de nota van de Ministerraad werd voorgesteld,
namelijk een meer transparante en gescheiden boekhou-
ding, zodat men uit de boekhouding zeer duidelijk kan
afleiden wat er met de overheidsmiddelen gebeurt. Er is
ook een negatieve manier. Men kan eenvoudig zeggen
waar die 30 miljard frank vandaan komt en op die manier
bewijzen dat het geen overheidsgeld is.
Om het probleem in al zijn scherpte te stellen - wij
spreken hier toch over 30 miljard frank belastinggeld, dat
is 15 keer meer dan het bedrag waarvan sprake in het
dossier waarover u vannacht urenlang hebt vergaderd -
wijs ik erop dat er geen enkele andere voordeur is
waarlangs een dusdanige som geld binnenkomt. Als wij
de heer Germeaux mogen geloven, die terzake onlangs
verklaringen heeft afgelegd in de Financieel Economi-
sche Tijd, is de winst van de binnenlandse ABX niet
groter dan 50 tot 100 miljoen frank per jaar. Met een
dergelijke winst geraakt men onmogelijk aan 30 miljard
frank.
De NMBS-boekhouding is een dusdanige doolhof, dat wij
er helemaal geen duidelijke kijk op hebben. Gelukkig
hebben wij een regeringscommissaris bij de NMBS, die
in opdracht van de regering twee taken heeft, namelijk
toezien op, ten eerste, de wettelijkheid van alle bestuurs-
daden die daar worden gesteld en, ten tweede, het
naleven van het beheerscontract.
Die man heeft de taak ons duidelijk te maken dat de wet
wordt gerespecteerd. Er is een zeer sterk vermoeden dat
die 30 miljard frank van geen enkele andere bron afkom-
stig kan zijn dan van overheidsmiddelen. Er is dus een
zeer sterk vermoeden dat de wet flagrant wordt overtre-
den en de raad van bestuur en het directiecomite´ mani-
fest onwettige bestuursdaden stellen. We zitten hier bijna
in de strafrechtelijke sfeer.
Mevrouw de minister, u bent er mee verantwoordelijk
voor dat de regeringscommissaris zijn werk naar behoren
doet. Mijn vragen zijn dus zeer concreet. Ten eerste,
heeft de regeringscommissaris onderzocht of laten on-
derzoeken of de NMBS geen staatssubsidies of opbreng-
sten ervan aanwendt voor andere doeleinden dan voor
de openbare dienst ? Zo niet, waarom ? Ten tweede,
heeft de regeringscommissaris in zijn wettelijk voorge-
schreven verslag aan de minister melding gemaakt van
het IC/IR-plan van 1998 en van de aankoop van de
Duitse firma THL voor een bedrag van meer dan 7 miljard
frank ? Zo ja, welke uitleg geeft hij daarbij ? Zo niet, hebt
u dat verslag aanvaard ? Ten derde, hebt u aan de
regeringscommissaris gevraagd om de beslissing van de
raad van bestuur van de NMBS tot aankoop van de
Italiaanse firma Saima Vanbero voor een bedrag van
meer dan 7 miljard frank onder deze regering te vernie-
tigen ? Zo neen, waarom ? Ten slotte, welke opdracht
hebt u aan de regeringscommissaris gegeven opdat
vanaf nu de wet strikt zou worden nageleefd en het
overheidsgeld dat de Staat ter beschikking van de NMBS
stelt, integraal zou worden aangewend voor de bevorde-
ring van het binnenlands vervoer per trein ?
De regeringscommissaris is iemand die op elk moment
kan worden verwijderd door de regering indien hij zijn job
niet goed doet. Uit de informatie waarover ik beschik - en
die u hopelijk zult kunnen weerleggen - weet ik dat het
jaarverslag zeer summier was. Van deze belangrijke
acquisities - een veelvoud van degene waarover u
gisterennacht urenlang hebt vergaderd - wordt geen
melding gemaakt.
Ik heb een laatste bedenking. Er is een college van
commissarissen - 4 revisoren - waarvan we allen weten
hoe het wordt benoemd. Het bestaat uit twee mensen
HA 50
COM 061
7
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Bart Somers
van het Rekenhof, waarvan we de objectiviteit niet dur-
ven betwisten, en twee anderen die, in de sfeer van de
NMBS, partijpolitiek werden benoemd. Op een van de
laatste raden van bestuur van de NMBS hebben zij hun
wenkbrauwen gefronst. Zij aarzelen om de rekeningen
nog langer goed te keuren. Indien die mensen - wiens
naam ik hier niet wil vermelden - hun wenkbrauwen al
fronsen, is er een immens probleem bij de NMBS.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Isabelle Durant : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Somers, het probleem waarover u spreekt is ernstig.
Ik zal u precieze antwoorden geven. Aangezien uw
eerste en uw vierde vraag bij elkaar aansluiten - de
eerste gaat over het verleden en de vierde over de
toekomst - zal ik ze samen beantwoorden. Nadien komen
uw tweede en uw derde vraag ter sprake.
De regeringscommissaris heeft de aanwending van het
overheidsgeld onderzocht. Hij heeft ons in zijn nota van
22 november 1999 verzekerd dat, ik citeer :
alle finan-
cie¨le bijdragen gestort door de Staat en ingeschreven in
de begroting van het ministerie van Verkeer en Infrastruc-
tuur, volledig en integraal worden besteed aan de op-
drachten van openbare dienst waarvoor ze voorzien
zijn.
Ik wil opmerken dat ik mijn antwoord wil reserveren
tot de situatie is opgehelderd. Wij zien immers ook dat op
het ene moment wordt gezegd dat er geen probleem is
en op een ander moment dat er niet genoeg instrumen-
ten voorhanden zijn om een duidelijk zicht te hebben op
de rekeningen.
Wij werken dus al een tijdje aan een methode die ons een
duidelijker zicht op de rekeningen moet geven. Mijn
uitgangspunt was de vaststelling in het proces-verbaal
van de vergadering van de raad van bestuur van 24
september 1999 dat de boekhouding niet duidelijk is. In
dit proces-verbaal legt het college van commissarissen
uit dat uit de resultatenrekening niet kan worden afgeleid
of de overheidssteun voor opdrachten van openbare
dienstverlening effectief ook voor deze taken wordt ge-
bruikt. Om dit transparantieprobleem op te lossen, heb ik
gee¨ist dat de bijlagen 5 en 9 worden vernieuwd, herzien
en opgenomen in het bijvoegsel van het beheerscontract.
Bovendien heb ik gevraagd dat er een financieringstabel
zou worden aan toegevoegd. Deze bijlagen 5 en 9 zijn de
afzonderlijke resultatenrekeningen voor de eerste twee
opdrachten van openbare dienstverlening. De raad van
bestuur heeft op 26 november het principieel akkoord
gegeven voor de voorgestelde vorm van deze bijlagen.
Ik zal binnenkort onderzoeken of de vernieuwde bijlagen
5 en 9 met de bijgevoegde financieringstabellen vol-
doende sterke instrumenten zijn om de besteding van het
overheidsgeld te controleren. De goedkeuring van het
gebruik van de bijlagen 5 en 9 in een vernieuwde vorm en
het bijvoegen van de financieringstabellen zijn voor het
college van commissarissen en mijzelf twee strikte voor-
waarden voor de goedkeuring van de rekeningen van het
jaar 1999. Het college van commissarissen zal dus voor
het eerst in de geschiedenis van de NMBS de rekeningen
kunnen beoordelen op basis van een transparante boek-
houding. Ik kan dus pas een afdoend antwoord geven als
de situatie duidelijker is. Er wordt echter intens gewerkt
aan de instrumenten die een klare kijk moeten geven op
het gebruik van het overheidsgeld. Dat werk zal ook de
basis zijn voor ons verder vertrouwen in de regerings-
commissarissen.
Op de tweede en de derde vraag kan ik antwoorden dat
de regeringscommissaris geregeld verslag heeft uitge-
bracht over het verloop van de uitvoering van het IC-IR-
plan 1998. Daarin meldde hij ook de evolutie in de
regelmaat van de treinen. De verklaringen voor de pro-
blemen zijn uitvoerig en gevarieerd. Het personeelste-
kort, dat de NMBS momenteel probeert te verhelpen, is
waarschijnlijk een van de belangrijkste oorzaken van de
moeilijkheden.
De
aanwervings-
en
opleidings-
procedures werden versneld, maar de resultaten daar-
van zijn niet onmiddellijk merkbaar. Ik wil nogmaals
herhalen dat de oorsprong van deze problemen in het
verleden moet worden gezocht, lang voor het aantreden
van deze regering. Bij mijn aantreden kon ik niets anders
doen dan de reorganisatie te stimuleren en te volgen.
In juni 1998 werd beslist over de aankoop van de groep
THL, een jaar vo´o´r mijn mandaat. Ik heb geen verslag
van de regeringscommissaris uit deze periode moeten
goed- of afkeuren.
Met betrekking tot de firma CEMA-AVANDERO heb ik de
regeringscommissaris niet gevraagd de beslissing van
de raad van bestuur over de aankoop op te schorten. In
zijn verslag van 19 juli 1999 van de raad van bestuur van
16 juli 1999 verzekerde de regeringscommissaris immers
dat er geen enkele reden tot verzet was.
Ik was bovendien niet van oordeel dat deze aankoop de
goede uitvoering van de opdrachten van openbare dienst
negatief zou bei¨nvloeden. In dit opzicht is het belangrijk
te herinneren aan de wet van 21 maart 1991 op de
autonome overheidsbedrijven, die de NMBS toelaat aan-
delen te verwerven in bedrijven waarvan het doel vere-
nigbaar is met haar maatschappelijk doel. Tot daar
enkele toelichtingen bij uw serieuze vragen.
De voorzitter : De heer Bart Somers heeft het woord.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik ben enigszins verbijsterd door de
elementen van antwoord die u mij geeft. Het is evident
dat deze problemen tot stand kwamen lang voor deze
regering het roer overnam. Het is evident dat er schan-
delijke zaken zijn gebeurd, ik heb daar geen andere
woorden voor.
8
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Bart Somers
Ik hoor hier nu dat de regeringscommissaris op
22 november 1999 in een verslag aan u kan verzekeren
dat alle middelen, afkomstig van de Staat, uitsluitend zijn
gebruikt voor het uitoefenen van de openbare dienst,
terwijl de revisoren die de boekhouding moeten contro-
leren in alle eerlijkheid, ondanks hun partijpolitieke bin-
ding, ondanks de nauwe banden met de rest van de raad
van bestuur, zich verplicht voelen te zeggen dat het hen
onmogelijk is juist dat bewijs te leveren. Ik heb dan heel
veel vragen bij de positie van de regeringscommissaris.
Ik begrijp niet hoe enerzijds iemand kan zeggen dat hij
kan garanderen dat alle middelen die de Staat de NMBS
ter beschikking stelt, uitsluitend worden gebruikt voor het
verzekeren van de openbare dienst, terwijl anderzijds de
revisoren of het college van commissarissen uitdrukkelijk
beweert dat zij daartoe niet in staat zijn. Zie voor dit
laatste het verslag van de raad van bestuur van
23 september 1999. Ik heb daar vragen bij.
Mevrouw de minister, bevraagt u de regeringscommissa-
ris wel voldoende ? Een verklaring op zich is een zaak,
maar men moet die ook kunnen onderbouwen. Als men
spreekt over miljarden voor aankopen, dan lijkt er mij
geen enkele andere rationele verklaring mogelijk dan dat
dit met belastinggeld gebeurt. Er is geen enkele andere
grote bron van inkomsten dan de subsidies die de Staat
de NMBS ter beschikking stelt. Ik blijf dus in de kou staan
en blijf verbijsterd over de situatie bij de NMBS.
Een tweede punt. Zie hoe de NMBS vandaag functio-
neert. Als u geen verzet aantekent tegen een beslissing
van de raad van bestuur die u door de regeringscommis-
saris blijkbaar correct werd overgemaakt, zal de NMBS
voor 7 miljard frank een Italiaans wegtransportbedrijf
verwerven. Dit betreft een sector die in heel Europa te
koop staat. Ik wil niet dieper ingaan op de rationaliteit
daarvan of de economische juistheid, want daarvoor ben
ik niet bevoegd. Ik stel wel vast dat opnieuw 7 miljard
frank
worden
gei¨nvesteerd
in
een
buitenlands
wegtransportbedrijf, dit terwijl de NMBS blijkbaar niet in
staat is of niet over de middelen beschikt om de burgers
in dit land een degelijk transport per trein te verzekeren.
Ik begrijp niet dat men dergelijke beslissing kan steunen.
Wel verheugt het mij dat u aandringt op grotere transpa-
rantie in de boekhouding. Zo lang die er niet is, kan ik niet
begrijpen dat men betwijfelbare miljardeninvesteringen
laat doorgaan op een ogenblik dat de NMBS in een
duidelijke malaise zit.
Ik blijf dus onvoldaan aangaande het financie¨le beleid
van de NMBS. Er is toch ook Europese regelgeving, er is
toch ook een Belgisch wetgevend kader ! Ik blijf bij mijn
overtuiging dat de NMBS manifest onwettige daden stelt
door miljarden aan belastinggelden over te hevelen naar
buitenlandse aankopen via ABX. Dit is een onaanvaard-
bare toestand en ik hoop dat u op korte termijn klaarheid
en duidelijkheid kunt brengen, anders zitten wij in een
onhoudbare situatie.
Le pre´sident : La parole a` la ministre.
Mme Isabelle Durant, ministre : Monsieur le pre´sident,
monsieur Somers, vous vous posez des questions mais
sachez que je m'en pose e´galement. Faire la clarte´ sur
l'ensemble des dossiers passe´s et pre´sents, sur le type
de relation que je dois tester avec le commissaire du
gouvernement ne´cessite un peu de temps. Je ne compte
pas en abuser. L'occasion de l'avenant du contrat de
gestion est une des manie`res d'obtenir de la transpa-
rence avant de commencer la discussion ou la ne´gocia-
tion elle-me^me. Je suis certaine que vous m'interrogerez
a` nouveau dans de brefs de´lais et vous aurez raison, afin
d'obtenir des re´ponses plus pre´cises sur la transparence
des comptes. C'est, pour moi, un objectif fondamental
parce que c'est de celui-la` que de´pendra la possibilite´
d'investir dans l'ame´lioration du service public au profit
de tous les usagers. L'ensemble des questions que l'on
me pose de´montre combien l'offre de service aux usa-
gers, a` certains moments, a` certains endroits et sur le
plan de la ponctualite´ pose e´norme´ment de proble`mes.
Persoonlijk feit
Fait personnel
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik vraag het woord voor een persoonlijk feit.
De voorzitter : U hebt het woord, mevrouw Brepoels.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, veertien dagen geleden heb ik hier een identieke
vraag gesteld. De minister heeft mij toen geantwoord dat
er geen problemen waren met de boekhouding van de
NMBS en dat daar ook geen twijfels over bestonden.
Vorige week werd mijn motie van aanbeveling, waarin ik
voorstelde de regeringscommissaris die opdracht te ge-
ven, in de plenaire vergadering verworpen. Het is een
heel rare zaak dat ik als lid van de oppositie een ander
antwoord krijg dan iemand van de meerderheid.
De voorzitter : Mevrouw Brepoels, ik begrijp uw erger-
nis, maar dit is geen persoonlijk feit. Ik had u het woord
niet mogen geven.
Als u echter meent dat hier anders wordt geantwoord op
vragen van de meerderheid dan op die van de oppositie,
dan staat het u vanzelfsprekend vrij de regering of de
minister hierover te interpelleren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
HA 50
COM 061
9
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Karel Van Hoorebeke
aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over
de uitspraken van de afgevaardigde
bestuurder van de NMBS
(nr. 471)
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke a` la
vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et
des Transports sur
les de´clarations de l'administra-
teur ge´ne´ral de la SNCB
(n° 471)b>
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, het zal niet de
laatste keer zijn dat wij vragen stellen over de NMBS of
hierover interpelleren. De vorige vraagsteller had het
over de malaise binnen de NMBS. De problematiek die
veertien dagen geleden door mevrouw Brepoels werd
aangebracht en die vandaag opnieuw ter sprake kwam,
wijst op heel wat onduidelijkheden en zelfs op malversa-
ties binnen de NMBS.
Aan het hoofd van de NMBS staat nu eenmaal een man
die wat dat betreft niet onbesproken is, namelijk de heer
Schouppe. Hij geeft nooit antwoord op exacte vragen
over het beheer en de boekhouding. Het was voor mij
dan ook een grote verrassing toen ik hem op een bepaald
ogenblik, naar ik meen in de week van 22 november, op
de televisie, zeer ontspannen gefilmd in zijn tuin, grote
verklaringen hoorde afleggen. Hij had vernomen dat er
rond de periode van 4 december een staking zou kunnen
komen van de onafhankelijke vakbond OVS. Die staking
zou eventueel de hoogdag waarop heel Belgie¨ blijkbaar
zit te wachten, het prinselijk huwelijk, in het gedrang
kunnen brengen. Hij onderstreepte dat dit onaanvaard-
baar was en dat het openbaar vervoer op die dag zijn
maatschappelijke opdracht moet kunnen vervullen. Vol-
gens hem moeten de treinbestuurders op die dag worden
opgevorderd.
Mevrouw de minister, ik heb de heer Schouppe nog
vrijwel nooit horen spreken over de maatschappelijke
opdracht van het openbaar vervoer als er tijdens de week
stakingen zijn en de gewone pendelaar, die elke dag naar
zijn werk moet en 's avonds terug naar huis, er last van
heeft. Ook deze morgen waren er weer grote vertragin-
gen en kwamen heel wat pendelaars te laat op hun werk.
De heer Schouppe, die blijkbaar kickt op het huwelijk van
Filip en Mathilde, vindt het echter wel nodig om op 4
december de treinbestuurders op te vorderen. Mevrouw
de minister, hij heeft de vraag officieel tot u gericht. Het
verheugt mij dat u daarop zeer kordaat hebt gereageerd
door te zeggen dat er geen sprake kan zijn van opvor-
dering. Een artikel dat op 27 november in De Standaard
verscheen, had zelfs als titel
Durant geschokt door
Schouppe
. Ik treed uw standpunt volkomen bij.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is, mijns
inziens, onaanvaardbaar dat de heer Schouppe het
stakingsrecht dat in dit land nog steeds een heilig recht
is, gewoon wegwuift. Ik voeg er onmiddellijk aan toe dat
het eveneens onaanvaardbaar is dat bepaalde stakingen
grote groepen gijzelen. Het stakingsrecht blijft echter een
principe waaraan niet mag getornd worden.
Mevrouw de minister, de heer Schouppe heeft de rege-
ring verweten dat zij haar verantwoordelijkheid niet op-
neemt. Hij verwijt u dat u geen opvorderingen wenst te
doen zodat duizenden treinreizigers het huwelijksfeest
dreigen te missen. Waar moeit de heer Schouppe zich
mee ! Hij kan zich beter toeleggen op een transparante
boekhouding en een efficie¨nte werking van het openbaar
treinvervoer.
Mevrouw de minister, hebt u definitief geweigerd trein-
personeel op te vorderen, zelfs als er op 3 december
wordt gestaakt ?
Wat vindt u van de uitspraken van de heer Schouppe ?
Kan de heer Schouppe na zijn uitlatingen nog langer aan
het hoofd van de NMBS blijven ?
In een lezersbrief schrijft de heer Blanpain, hoogleraar
arbeidsrecht, dat men beter de oorzaak van de onvrede
en de stakingen kan zoeken en eraan remedie¨ren dan
personeel op te vorderen. Ik citeer :
Liever dan de
machinisten op te eisen is het beter stakingen bij de
NMBS te voorkomen. Daartoe dienen er gezonde ver-
houdingen tussen directie en personeel te bestaan. Deze
zijn er niet bij de NMBS. De vertegenwoordigers van de
werknemers worden er niet verkozen. Men is er bang
voor democratische verkiezingen. Nochtans kan daar
alleen uit blijken wie representatief is
.
Mevrouw de minister, de liberale en de onafhankelijke
vakbond zijn niet erkend. Dat is de kern van de proble-
matiek. De heer Schouppe zou beter werk maken van
deze pijnpunten in plaats van dwaze verklaringen af te
leggen. Ik dring aan op een concreet antwoord op mijn
drie vragen.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister
Isabelle
Durant :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, ik ga akkoord met de teneur van uw betoog.
Ik wens te beklemtonen dat iedereen zich bewust moet
zijn van de enorme verantwoordelijkheid ten opzichte van
de NMBS-gebruikers die van de spoorwegmaatschappij
verwachten dat zij zaterdag haar uiterste best doet om de
duizenden reizigers naar Brussel te laten sporen.
Het enorme succes van de NMBS-aanbieding toont eens
te meer aan dat de interesse van de bevolking voor het
openbaar vervoer zeer groot is, zeker als dit aanbod
gepaard gaat met verminderde prijzen.
10
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
De interesse voor het openbaar vervoer zal moeten
leiden tot bijkomende investeringen in het spoor. Boven-
dien moet de NMBS een inspanning leveren om de
kwaliteit van het reizigersvervoer te verbeteren.
De toenemende interesse voor het spoor vergroot boven-
dien de verantwoordelijkheid van de mensen die net die
dag kunnen aantonen dat de NMBS een belangrijke rol
kan spelen niet alleen zaterdag maar ook in de toekomst.
Ik herinner u eraan dat de NMBS een autonoom over-
heidsbedrijf is.
Het beheersen van en de verantwoordelijkheid inzake
sociale conflicten ligt uitsluitend bij de directie van de
NMBS. Indien er op deze voor het land bijzondere dag
problemen zouden ontstaan, ligt de verantwoordelijkheid
hiervoor bij de afgevaardigd-bestuurder van het auto-
nome overheidsbedrijf, met name de heer Schouppe. Dit
gezegd zijnde, blijft het zo dat de maatschappelijke
opdracht van de NMBS zowel geldt voor verplaatsingen
tijdens de week als voor verplaatsingen tijdens bijzon-
dere gelegenheden.
Ik wens nu in te gaan op de problemen van de opvorde-
ring. Als minister kan ik wettelijk geen spoorwegperso-
neel opvorderen. Zelfs indien ik het wettelijk zou mogen,
dan nog zou ik niemand opvorderen, uit eerbied voor het
stakingsrecht.
Ook nu er twee stakingsdagen boven ons hoofd hangen,
terwijl er reeds twee stakingsdagen achter ons liggen,
blijf ik het stakingsrecht belangrijk vinden, hoewel ik
besef dat vele reizigers het hiermee moeilijk hebben.
Het gebruik van het stakingsrecht moet echter verant-
woord zijn en niet tegen de belangen van de werknemers
ingaan. Zoals u terecht zei, moet er binnen de NMBS een
goede sociale dialoog in stand worden gehouden. Dit is
op dit ogenblik absoluut niet het geval. De regels van het
sociale overleg worden met voeten getreden.
Deze regels zijn gekend, net zoals het probleem van de
twee vakbonden die wel geaggregeerd, maar niet erkend
zijn, zodat zij niet aan de gesprekken kunnen deelnemen.
Ik volg de ontwikkeling van de onderhandelingen over de
stakingen op 3 en 4 december op de voet. Op dit ogenblik
voert het directiecomite´ van de NMBS onderhandelingen
met de erkende vakbonden.
U hebt via de pers de resultaten vernomen. Ik mag niet in
naam van het personeel spreken, maar ik beoordeel
deze resultaten positief, niet alleen voor de trein-
bestuurders, maar voor alle werknemers binnnen de
NMBS.
Rest nog het probleem met het SIC-OVS. Wanneer zij
een afspraak met de heer Schouppe bekomen, zijn zij
bereid hun stakingsaanzegging in te trekken. Ik heb de
heer Schouppe erop gewezen dat hij zijn verantwoorde-
lijkheid nu moet opnemen en contact moet opnemen met
het SIC-OVS. Regels zijn regels, maar zij kunnen in de
toekomst worden gewijzigd. De regels in verband met het
syndicale statuut zijn gekend, maar de heer Schouppe
kan en mag zijn verantwoordelijkheid niet in de handen
van de minister of de regering leggen. Ik keur deze wijze
van handelen af, zeker nu hij een oproep tot opvordering
heeft gedaan, terwijl op hetzelfde ogenblik gesprekken
worden gevoerd tussen de sociale partners.
Lancer un appel a` la re´quisition le jour me^me ou` l'on est
en train de discuter en concertation sociale, je conside`re
cela comme une provocation. C'est d'ailleurs ce que j'ai
de´clare´ dans la presse.
Niet alleen voor 4 december, de dag van het huwelijk,
maar ook voor het imago van de NMBS volg ik de
ontwikkeling van de onderhandelingen en ik zal de heer
Schouppe opdragen een signaal te geven aan het per-
soneel. De onderhandelingen zijn afgelopen en de vak-
bonden moeten de resultaten aan de basis voorleggen.
De heer Schouppe moet evenwel weten dat hij verant-
woordelijk is als zich op 3 of 4 november problemen
voordoen.
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik apprecieer uw duide-
lijk antwoord ten zeerste. U legt terecht de verantwoor-
delijkheid bij de heer Schouppe, die als afgevaardigde
bestuurder 500 000 frank netto per maand verdient en
zijn werk dus naar behoren mag uitvoeren.
Hij verdient inderdaad 12 miljoen per jaar, omgerekend
500 000 frank netto per maand. De man is echter totaal
onbekwaam. Volgens de man in de straat en op het
perron is Schouppe niet meer aanvaardbaar. Hij heeft
geen gezag meer.
Mevrouw de minister, uw voorganger heeft ter gelegen-
heid van de verlenging van zijn mandaat op een interpel-
latie van mij geantwoord dat hij de heer Schouppe zou
evalueren om na te gaan of hij nog voldoet aan de
verwachtingen die eigen zijn aan een dergelijke functie.
Welnu, ik vind het hoog tijd dat in dit parlement wordt
gediscussieerd
over
de
manier
waarop
de
heer
Schouppe vandaag dit mandaat vervult. Het gaat ten-
slotte om een zeer belangrijke overheidsdienst.
Als wij concluderen dat hij niet meer voldoet, moet hij
opstappen.
U hebt terecht gewezen op de maatschappelijke op-
dracht van het openbaar vervoer. Wij staan daar allemaal
achter en in dat verband is ook 4 december belangrijk.
HA 50
COM 061
11
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
De heer Schouppe moet zijn werk doen. Tot dusver heeft
hij dit niet gedaan. Bovendien was het laf van hem de
verantwoordelijkheid naar u toe te schuiven en
aan u de opvordering te vragen. Ik apprecieer dat u
hierop niet bent ingegaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
de op te
lossen problemen bij de spoorlijn 54 Sint-Niklaas-
Leuven
(nr. 474)
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
een moge-
lijke spooraansluiting van een bedrijf op spoorlijn
54 Sint-Niklaas-Leuven
(nr. 475)
Questions orales jointes de :
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
les
proble`mes a` re´soudre sur la ligne 54 Saint-Nicolas-
Louvain
(n° 474)b>
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
le
raccordement ferroviaire e´ventuel d'une entreprise a`
la ligne 54 Saint-Nicolas-Louvain
(n° 475
De voorzitter : De heer Joos Wauters heeft het woord.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, als trein-
gebruiker - dat is mijn eerste vraag - sluit ik mij aan bij de
opmerkingen van collega Van Hoorebeke. Als men op het
perron onder de mensen staat, verneemt men inderdaad
veel en maakt men ook veel mee.
De Agalev-leden die dagelijks de trein nemen, zijn dus
goed op de hoogte van wat bij de reizigers leeft.
Dienaangaande verwijs ik onder meer naar de proble-
men die zich voordoen op de lijn Sint-Niklaas-Leuven. Ik
ben een gebruiker van die lijn en stap op een tussensta-
tion op. De voorbije maand heb ik moeten ondervinden
dat de treinstellen veel te kort waren, zodat wij als
haringen opeengepakt zaten, ook in eerste klasse. In die
omstandigheden heeft elke treinreiziger immers het recht
om onbetaald in eerste klasse plaats te nemen. Normaal
had men over het dubbele aantal treinstellen moeten
beschikken. Het zijn schrijnende toestanden. De mensen
sakkeren, worden boos, zijn kwaad op de kaartjesknip-
pers. Ik neem deze laatsten steeds in bescherming.
Ik ga met de reizigers de discussie aan. Ik zeg hen ook
dat het niet hun verantwoordelijkheid is, maar dat de
problemen te wijten zijn aan de organisatie van de
NMBS. Dit zijn dus mijn ervaringen op de lijn van
Sint-Niklaas naar Leuven.
In de omgekeerde richting is er de vrijdagavond een
massale uittocht van studenten. Wij weten dat. Trou-
wens, het kan perfect worden gemeten. Op de lijn 54, van
Leuven naar Sint-Niklaas is er vanaf 16.00 uur, wanneer
de studenten massaal naar huis komen, geen proberen
aan om zich er nog tussen te wringen. Die trein stopt in
Mechelen, waar ik overstap. Er is gewoon geen plaats
meer. De studenten worden als haringen in een doos
ingeblikt. Het is niet echt fatsoenlijk.
Mevrouw de minister, in verband met deze problematiek
wens ik u enkele vragen te stellen. Hoeveel vertragingen
waren er in de maanden oktober en november 1999 op
de lijn 54 ? Op welke data en uren waren die vertragin-
gen te noteren ? Op welke momenten was er op de
spitsuren een tekort aan treinstellen ? Wat was de oor-
zaak ervan ? Welke maatregelen zult u nemen om het
structureel tekort van treinstellen op vrijdagavond vanaf
16.00 uur vanuit Leuven te verhelpen ?
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, thans ga ik
over tot mijn tweede vraag. Over lijn 54 heb ik uw
voorganger reeds ondervraagd. Ik heb samen met de
buurtbewoners vastgesteld dat ter plaatse metingen wer-
den uitgevoerd. Wij hebben tevens gemerkt dat in een
natuurgebied een bedrijf werd gevestigd, dat aan
containeroverslag doet. Het bedrijf is aan de Wille-
broekse Vaart gelegen, het zeevaartkanaal. Waarvoor
dienen deze metingen ? Uw voorganger heeft, zoals hij
dat zo goed kon, van kromme haas gebaard. Hij wist niet
of er metingen aan de gang waren en als er metingen
aan de gang zouden zijn, zou het volgens hem mogelijk
kunnen zijn rond de spoorwegbrug die daar over het
kanaal loopt. Nu blijkt dat vanuit dat bedrijf een talud is
aangelegd naar de spoorlijn 54. Dat bedrijf heeft een
inhuldiging gevierd. Het bedrijf vermeldt in een publicatie-
folder als troef de aansluiting op de spoorlijn 54, die gaat
tot het centrum te Muizen, een toch niet onbelangrijk
centrum omdat het een verbinding kan leggen met het
Europese hinterland.
Ik kreeg in het verleden geen antwoorden op mijn vragen.
Ik stel ook vast dat bedrijven blijkbaar op eigen houtje
bepaalde zaken uitvoeren.
Mevrouw de minister, bent u als minister op de hoogte
van deze aansluiting ? Zij vermelden in hun folder dat er
een aansluiting is. Is die aansluiting gerealiseerd ? Is er
een overeenkomst tussen dat bewuste bedrijf en de
NMBS ? Wat is de inhoud van deze overeenkomst ? Van
welke datum dateert deze overeenkomst ? Op welke
momenten mag het bedrijf gebruik maken van deze
12
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
spoorlijn ? Zijn er beperkingen opgelegd ? Zijn er mo-
menten dat men van de spoorlijn vrij gebruik kan ma-
ken ? Wie heeft de kosten gedragen voor dat project ?
Wie draagt de kosten voor het gebruik van deze spoor-
lijn ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Mevrouw Isabelle Durant : Mijnheer de voorzitter, da-
mes en heren, over de oorzaken van de problemen op lijn
54 kan ik het volgende zeggen.
Een eerste punt betreft de vertragingen. In oktober 1999
had 96% van de treinen ten hoogste 5 minuten vertraging
bij aankomst te Sint-Truiden en 95% had een vertraging
opgelopen bij aankomst te Mechelen. Hierbij werden de
vertragingen
ingevolge
overmacht
of
belangrijke
investeringswerken niet geneutraliseerd. Volgens de cij-
fers van de NMBS loopt slechts 5% van de treinen een
vertraging op van meer dan 5 minuten. Volgens de
NMBS verliep deze verbinding tijdens de maand oktober
dus vlot.
Mijnheer Wauters, als reiziger houdt u er blijkbaar een
andere mening op na en het lijkt mij aangewezen beide
versies te vergelijken.
In oktober werden geen belangrijke vertragingen geno-
teerd, tenzij op 30 oktober, toen een sein werd voorbij-
gereden in Mechelen.
De kleine vertragingen ontstonden vooral omwille van het
feit dat in Sint-Niklaas, Puurs en Mechelen aansluitingen
moesten worden verzekerd. Deze kleine vertragingen
kunnen immers een invloed hebben op het treinverkeer
in de andere richting, omwille van de kruisingen op de lijn
54 die slechts e´e´n spoor telt.
Voor november zijn er nog geen cijfers ter beschikking,
maar globaal gezien zou de regelmaat van het verkeer
wat zijn afgenomen, omwille van een storing te Wille-
broek op 4 november en door werken voor de aanleg van
een spooraansluiting te Willebroek, tijdens het weekend
van 6 en 7 november. Voorts veroorzaakten de stakings-
acties van 9 en 15 november eveneens vertragingen.
Om de regelmaat van het treinverkeer op peil te houden
of te verbeteren, stelde de NMBS een uitgebreid actie-
programma op, bestaande uit maatregelen om de trein-
dienst bij te sturen en om het treinverkeer strikt op te
volgen, alsook uit investeringen om de betrouwbaarheid
van de infrastructuur en het materiaal te verbeteren.
Sommige van deze maatregelen werpen onmiddellijk
vruchten af, terwijl andere op termijn hun gunstige in-
vloed zullen laten gelden. In dat verband heeft het gebrek
aan motorstellen, dus gemotoriseerde wagons, een in-
vloed op het piekuur, vooral op de treinen die uit veel
delen zijn samengesteld. Het is minder nadelig voor de
reizigers een stuk weg te nemen van een trein met vier
motorstellen dan van een trein met twee motorstellen,
aangezien het verlies van beschikbare plaatsen over de
hele trein in het eerste geval 25% bedraagt en in het
tweede geval 50%.
De treinen die de lijn 54 bedienen zijn uitgerust met
motorstellen van het type Sprinter. Van 17 tot 25 novem-
ber stonden meer dan gewoonlijk treinen in de werk-
plaats voor de reparatie van wielen die uitgleden omwille
van slechte wegvastheid en daardoor beschadiging op-
liepen. Inmiddels is de toestand opnieuw normaal.
Uiteraard zal ons moeten worden gewaarborgd dat de
verbeteringen voldoende zijn om de vrijdagavonddienst
te verzekeren. Wij zullen deze zaak opvolgen.
De vrijdagavonddienst in Leuven is zeer druk door de
duizenden studenten die huiswaarts keren.
Ondanks de inzet van al het beschikbaar materieel is op
een aantal treinen vertrekkend vanuit Leuven het aantal
beschikbare zitplaatsen helaas niet steeds toereikend.
Op korte termijn zal de NMBS de nieuwe tunnel onder de
sporen aan de kant van Brussel vervroegd openstellen
om de reizigers beter te spreiden over de perrons. Nu zijn
er immers nog vaak zitplaatsen beschikbaar in het uit-
einde van de trein terwijl het merendeel van de reizigers
instapt aan het andere uiteinde, aan de trappen bij zijde
10. Op langere termijn zullen onder meer de bestelde
M6-dubbeldekrijtuigen en het gewestelijk expressnet bij-
komende capaciteit bieden. Dat is natuurlijk voor verder
in de toekomst.
De voorzitter : De heer Joos Wauters heeft het woord.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, eigenlijk heb ik altijd
geluk als ik de trein neem. Elke dag als ik in Mechelen
aankom is er vertraging. Ik heb echter geluk omdat de
treinen die van daar naar Brussel rijden ook vertraging
hebben. In die zin kan ik opstappen op een trein met tien
minuten vertraging omdat die toch nog perfect aansluit
op de trein waarop ik moet overstappen. Het is ingenieus
van de NMBS om dat op die manier te organiseren. De
treinreizigers zijn daar echter niet bij gebaat.
Mevrouw de minister, ik blijf erop aandringen dat er
ruimere wagons zouden worden ingezet. Ook in Leuven
is dat dringend noodzakelijk. De studenten zijn immers
de mensen van de toekomst. Als men hen een goede
service biedt, kunnen zij daar op een fatsoenlijke manier
gebruik van maken en zullen zij er misschien voor
gewonnen zijn om het openbaar vervoer ook in de
toekomst te blijven gebruiken.
HA 50
COM 061
13
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
Mevrouw de minister, ik hoop dat de projecten die op
stapel staan zo snel mogelijk gerealiseerd zullen worden.
In afwachting daarvan vraag ik toch een oplossing, zeker
voor Leuven maar ook voor de hele lijn. Ik hoop dat u een
sprint zult inzetten om dat te realiseren.
Minister Isabelle Durant : Mijnheer Wauters, de tweede
vraag hield verband met een bedrijf aan spoorlijn 54. Ik
kan u meedelen dat die aansluiting onlangs effectief werd
gerealiseerd. Er is een overeenkomst tussen TCT Bel-
gium en de NMBS waarvan de details vertrouwelijk zijn.
Er werden geen specifieke beperkingen opgelegd voor
het gebruik van deze spooraansluiting. De kosten voor
de infrastructuur op de terminal, materiaal en onderhoud,
werden volledig door de klant betaald. Het materiaal voor
de aansluiting op het NMBS-net, een wissel en 18 meter
spoor, werd door de NMBS geleverd. De kosten werden
op fifty-fifty basis gedragen door de NMBS en IFB. Dit zijn
de inlichtingen die ik nu heb ontvangen. Het zou interes-
sant zijn om meer informatie te krijgen.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mevrouw
de minister, het is goed dat u zegt dat u meer informatie
zult verzamelen. Ik vertrouw er dan ook op dat u mij die
informatie binnen afzienbare tijd zult bezorgen. Het ver-
wondert mij echter wel dat overeenkomsten tussen een
bedrijf en de NMBS vertrouwelijk zijn. Ik vind dat dit
openbaar moet worden gemaakt.
Kunt u hiervoor zorgen en mij alle gegevens terzake
mededelen ?
De voorzitter : De heer Bart Somers heeft het woord.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter, is
het mogelijk het bijkomende antwoord van mevrouw de
minister via u ook aan de andere leden van de commissie
mede te delen ?
De voorzitter : Ik denk dat dat geen probleem zal zijn.
Minister Isabelle Durant : Als dit vertrouwelijk is, wens ik
te weten waarom, wat, wanneer, enzovoort.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Natuurlijk,
dat is ook de kern van mijn vraag.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De voorzitter : De mondelinge vraag nr. 493 van de heer
Jozef Van Eetvelt wordt ingetrokken.
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Joos Wauters aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
problemen in
het station Mechelen
(nr. 476)
- de heer Bart Somers aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
het gebrek
aan zitplaatsen op de treinen vanuit Mechelen
(nr. 524)
- de heer Jan Mortelmans aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over
het ge-
brek aan zitplaatsen op de treinen vanuit de Kempen
(nr. 526)
Questions orales jointes de :
- M. Joos Wauters a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
les
proble`mes a` la gare de Malines
- M. Bart Somers a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
le
manque de places assises sur les trains au de´part de
Malines
- M. Jan Mortelmans a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
le
manque de places assises sur les trains au de´part de
la Campine
De voorzitter : De heer Joos Wauters heeft het woord.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, zoals u weet is het
station van Mechelen in de geschiedenis van onze
spoorwegen een belangrijk gegeven. Het traject Brussel-
Mechelen was immers de eerste afstand die door onze
spoorwegen werd afgelegd.
Mechelen is een knooppunt waar vele lijnen naartoe
leiden en van waaruit ook vele lijnen naar het hele land
vertrekken. Het is een belangrijk transitstation waar
nochtans, naar mijn ervaring, veel zaken mislopen en
waar zich veel vertragingen voordoen. Gelukkig zijn er
nog voldoende verbindingen naar Brussel en Antwerpen,
zodat de treinreizigers eventueel een andere trein kun-
nen nemen, maar het gebeurt dagelijks dat mensen
moeten rechtstaan omdat er onvoldoende zitplaatsen
zijn. Dat heeft niet te maken met de opstapplaats die men
kiest vanop het perron, want het hele perron is e´e´n
langgerekte rij van wachtenden.
Mevrouw de minister, wat gaat u doen om het aantal
zitplaatsen te verhogen en de vertragingen te beperken ?
Mechelen is, zoals gezegd, een belangrijk station. Wij
stellen vast dat het sanitair er op zondag niet toegankelijk
is, hoewel ook op die dag een druk verkeer van mensen
wordt genoteerd. Dat is niet klantvriendelijk. Ik nodig u uit
om ter plaatse een kijkje te gaan nemen. Men kan op
zondag naar het buffet, noch naar het toilet gaan. Dat is
14
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joos Wauters
voor een station van die omvang ontoelaatbaar. Over
smaak valt niet te redetwisten en de inrichting van de
stations beantwoordt niet aan ieders voorkeur, maar het
buffet van Mechelen heeft helemaal geen stijl.
Mevrouw de minister, welke maatregelen zult u nemen
om het stationsbuffet en de toiletten in Mechelen toegan-
kelijk te maken ?
De voorzitter : De heer Bart Somers heeft het woord.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik sluit me aan bij de vragen van de
heer Wauters.
Mechelen was het eerste station op het vasteland. Als
Mechelaar zijn we daar fier op.
De voorzitter : Mijnheer Somers, de eerste trein die in
Mechelen aankwam, vertrok uit Brussel.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter, ik
stel vast dat het chauvinisme de geschiedenis hertekent.
Mevrouw de minister, collega's, Mechelen is niet alleen
een belangrijk station maar ook een belangrijke overstap-
plaats. Veel pendelaars, ook niet-Mechelaars nemen er
de trein.
De voorbije weken en maanden hebben spoorgebruikers
de problematiek van overvolle treinen aangekaart. Trei-
nen vanuit Antwerpen zitten meestal al overvol als ze in
het station van Mechelen stoppen. In het verleden wer-
den een aantal maatregelen genomen om deze situatie
te verhelpen. Er werden dubbeldektreinen ingezet op de
piekuren. Daarmee is echter niet alle leed opgelost.
Mevrouw de minister, beschikt u over exacte cijfers van
het aantal pendelaars die dagelijks in Mechelen de trein
richting Brussel nemen ? Hoe groot is de totale capaciteit
van de treinstellen ? Wat is volgens de NMBS de oorzaak
van de overbezetting ? Welke maatregelen zullen wor-
den genomen om dit te verhelpen ? Wanneer ? Mijn
laatste vraag over de toestand van het station sluit aan bij
die van de heer Wauters.
De voorzitter : De heer Jan Mortelmans heeft het woord.
De heer Jan Mortelmans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik heb me aangesloten
bij de twee vorige sprekers niet alleen om het belang van
het dossier te beklemtonen maar eveneens om aan te
tonen dat deze problematiek niet tot Mechelen beperkt
blijft. Heel wat andere Vlaamse stations hebben af te
rekenen met overbezette treinen. Veel treinreizigers is
een positief punt op voorwaarde dat er geen problemen
zijn. Als we er willen voor zorgen dat de nieuwe reizigers
niet afhaken, zullen we dringend maatregelen moeten
nemen.
Mijn ervaring leert me dat het aantal treinreizigers toe-
neemt. Dat is een gunstige evolutie voor het openbaar
vervoer. Op de piekuren staan de reizigers op de lijn
vanuit de Kempen richting Mechelen-Brussel echter
reeds vanaf Lier recht. De NMBS speelt onvoldoende in
op de noden van de treinreizigers. Ik vermoed dat het
technisch perfect mogelijk is een aantal treinstellen toe te
voegen. De perrons zijn echter niet lang genoeg. Boven-
dien rijdt op deze lijn heel wat verouderd materieel.
De reizigers hebben de indruk dat de dubbeldekrijtuigen
worden ingezet op minder drukke lijnen. Als we de
nieuwe treinreizigers blijvend voor het spoor willen win-
nen, moet de NMBS inspanningen doen en de evolutie
van het treingebruik op de voet volgen.
Een tweede punt is het probleem van de NMBS-parkings
en de parkings in de buurt van de stations. Als we
wensen dat nieuwe reizigers worden aangetrokken, dan
moet ook op dat vlak een coherent beleid worden ge-
voerd. Naar aanleiding van het opmaken van een BPA
voor de stationsbuurt te Lier pleit ik voor een dergelijk
parkeerbeleid.
Mevrouw de minister, wordt er op dit vlak voldoende
overleg gepleegd met de steden en de gemeenten ? Is
men zich ervan bewust dat ook op dat vlak sprake is van
een
verzadiging
zodat
een
gebrek
aan
parkeer-
mogelijkheden een rem vormt op het aantrekken van
nieuwe reizigers ? Ik voeg deze vragen aan het debat toe
omdat ik meen dat de NMBS hieraan te weinig aandacht
besteedt ? De vragen van mijn collega's zal ik niet
herhalen omdat ik meen dat de vice-eerste minister erop
zal antwoorden.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister
Isabelle
Durant :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, het station van Mechelen kan blijkbaar op veel
interesse rekenen. Ik zal de drie leden dan ook een
omstandig antwoord geven op hun vragen over de hui-
dige situatie.
Het station van Mechelen is inderdaad een belangrijk
verkeersknooppunt. Veel treinen en pendelaars komen
er samen om verder naar Brussel te reizen. In 1998
stapten in Mechelen per werkdag gemiddeld 18 500
reizigers op de trein. Daarvan gaan er op het spitsuur
ongeveer 7 000 naar Brussel. Hierin zijn de reizigers die
in Mechelen overstappen inbegrepen. Om aan de be-
hoeften te voldoen rijden tussen 6.00 uur en 9.00 uur
zestien snelle IC-IR-verbindingen van Mechelen naar
Brussel. Daarnaast rijden er nog acht L- en P-treinen. De
meeste IC-IR-treinen rijden met een maximale samen-
stelling; de totale capaciteit van de IC-IR-treinen tussen
6.00 uur en 9.00 uur bedraagt ongeveer 14 000 zitplaat-
sen. De meeste treinen die in Mechelen aankomen,
hebben reeds reizigers uit Antwerpen aan boord.
HA 50
COM 061
15
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
Ik beschik over te veel cijfergegevens in verband met de
stiptheid van de treinen om nu allemaal op te sommen.
Volgens de NMBS was het regelmatigheidspercentage
van de lijnen 25 en 27 bij aankomst in Brussel in oktober
94%. Bij de berekening van dit percentage werden de
vertragingen door investeringswerken of overmacht niet
geneutraliseerd. Ik zal de cijfers over de vertragingen van
elke lijn aan de leden overhandigen.
Sinds eind september is de capaciteit op de lijn
Mechelen-Brussel verhoogd dankzij de ontdubbeling van
de ICB Amsterdam-Brussel, die Antwerpen-Centraal niet
langer aandoet, door de ICN Antwerpen-Centraal-
Mechelen-Brussel.
Die trein pendelt de hele dag tussen beide steden met
zeven dubbeldekrijtuigen met een capaciteit van meer
dan 1 000 plaatsen. Dit betekent per dag een capaciteit
van bijna 30 000 plaatsen in beide richtingen.
De eerste levering van nieuwe M6-dubbeldekrijtuigen is
gepland voor midden 2001. Het eerste stel zal bestaan
uit e´e´n rijtuig van eerste klasse, vier rijtuigen van tweede
klasse en e´e´n multifunctioneel rijtuig. Om de drie weken
zal een nieuw stel worden geleverd. Dit is dus een relatief
korte termijn. De nieuwe dubbeldekrijtuigen bestaan uit
zes rijtuigen en zullen 758 plaatsen tellen, een verhoging
van de capaciteit met bijna 40% tegenover de huidige
capaciteit van ongeveer 544 plaatsen. De situatie zal dus
verbeteren.
In
principe
zullen
de
nieuwe
M6-
dubbeldekrijtuigen kunnen worden ingezet op druk-
bezette P-treinen voor een langere afstand en op de
drukst bezette IC-treinen tijdens de spitsuren. Momenteel
wordt nog bestudeerd welke treinen hiervoor het best in
aanmerking komen.
Dan kom ik tot de vragen over het station van Mechelen.
Ik heb veel kritiek gehoord en ik begrijp dat de situatie
niet gunstig is voor het comfort van de reizigers. Het is
dan ook een van mijn prioriteiten. Het is duidelijk dat het
station van Mechelen grondig moet worden hervormd.
De NMBS is een studie gestart met betrekking tot een
herschikking van de lokalen. Het is de bedoeling om de
lokettenzaal dichter bij de onderdoorgang te plaatsen.
Ook zal de infrastructuur voor de reizigers worden gemo-
derniseerd. De loketten en andere voorzieningen voor de
reizigers veranderen van loketten en ook het buffet en de
handelszaken zullen ergens anders worden geplaatst.
Het aantal reizigers op zondag volstaat momenteel niet
voor een rendabele uitbating van het buffet en de toilet-
concessie. De toiletten zijn wel toegankelijk op eenvou-
dige vraag aan het stationspersoneel. Het onthaal van de
NMBS-klanten is een van mijn prioriteiten. In het bijvoeg-
sel aan het beheerscontract van de NMBS zal veel
aandacht worden besteed aan het onthaal, de inrichting
en de informatie in de stations.
Ook de bezettingscijfers van de lijn Turnhout-Brussel
worden nauwkeurig bijgehouden. Deze treinen zijn inder-
daad altijd druk bezet, maar ze zijn niet zwaar overbezet.
Niettemin overweegt de NMBS om de samenstelling van
bepaalde treinen waar nodig uit te breiden. Wat de
NMBS-parkings en de parkings in de buurt van de
stations betreft, moet rekening worden gehouden met het
feit dat de parkings eigendom kunnen zijn van de NMBS,
de gemeenten of de gewesten. Elke situatie moet dus
apart worden bekeken. Natuurlijk ben ik het ermee eens
dat de aanwezigheid van parkings in de buurt van
stations zeer belangrijk is om het treingebruik te optima-
liseren.
De voorzitter : De heer Joos Wauters heeft het woord.
De heer Joos Wauters (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik ben het ermee eens
dat er een beperking is in de aankomst in Brussel omdat
men een hoge snelheid kan halen tussen Mechelen en
Brussel. Het gaat echter vaak ook over de frustratie van
reizigers die bij het overstappen moeten wachten. Er
bestaan daarover statistieken, maar ik wil daarover geen
discussie voeren. Men heeft echter het gevoel dat de
situatie in november minder goed was dan in oktober.
De minister belooft dat er op termijn inspanningen zullen
worden gedaan om het vervoer per spoor aantrekkelijker
te maken, om meer capaciteit te krijgen, om modernere
voertuigen in te zetten. Dat is een goede zaak, alleen
moet er eens worden onderzocht of een en ander niet
vlugger kan gebeuren.
Het verheugt mij te horen dat er in het station van
Mechelen een herschikking van de loketten komt als-
mede een totaal andere inplanting. Alleen heeft de mi-
nister hiervoor geen datum naar voren geschoven. Zij
zegt wel dat dit bovenaan staat op het lijstje van haar
prioriteiten, maar toch had ik graag een concrete datum
gehoord. Ik pleit ook voor een tussentijdse oplossing. Ik
weet wel dat er drankautomaten zijn. Misschien kunnen
de toiletten op zondag open blijven zodat de reizigers er
vrij gebruik kunnen van maken, zonder dat ze er moeten
voor betalen. Dat is een kleine service die men kan
verlenen.
De voorzitter : De heer Bart Somers heeft het woord.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik ben het eens met de opmerking
van de heer Wauters over het gebruik van de toiletten.
Ik dank de minister voor haar uitvoerig antwoord. Uit de
cijfers die zij ons meedeelt, blijkt dat er wel degelijk
inspanningen worden geleverd. Sinds einde september
16
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Bart Somers
is er al heel wat gedaan. Zij belooft dat de inspanningen
in 2001 nog zullen worden opgedreven. Dat is belangrijk
want uit het fileprobleem tussen Mechelen en Brussel
kan worden afgeleid dat er voor die verbinding heel wat
potentie¨le treinreizigers zijn.
Indien men de 30 miljard die nu naar de overname van
wegtransportbedrijven zijn gegaan, had aangewend voor
investeringen, waren die dubbeldekkers er nu al in Me-
chelen.
De voorzitter : De heer Jan Mortelmans heeft het woord.
De heer Jan Mortelmans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, wij zullen het parkeer-
beleid, het tweede aspect van mijn vraag, op de voet
volgen.
Ik verneem van de minister dat er een aanpassing zou
komen wat de verlenging van de treinen op de lijnen
vanuit de Kempen betreft. Ik verneem dat de dubbel-
treinen momenteel alleen op de lijn Antwerpen-Brussel
worden ingezet. De minister zegt dat die voertuigen op
langere lijnen moeten worden ingezet. In dat geval
moeten wij in andere termen gaan denken dan bij het
huidige cascadesysteem waar eerst de hoofdassen wor-
den bediend en pas daarna de bijpassen.
Zodoende denk ik dat het moet mogelijk zijn dat wij in de
nabije toekomst ook vanuit de Kempen met dubbel-
rijtuigen moeten kunnen rijden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De voorzitter : De mondelinge vraag nr. 507 van de heer
Hubert Brouns wordt naar een latere datum verschoven.
Question orale de M. Andre´ Fre´de´ric a` la vice-
premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports sur
l'obligation de porter un casque de
protection
Mondelinge vraag van de heer Andre´ Fre´de´ric aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de verplichting om een helm te dragen
(nr. 509)
Le pre´sident : La parole est a` M. Andre´ Fre´de´ric.
M. Andre´ Fre´de´ric (PS) : Monsieur le pre´sident, ma-
dame la ministre, ma question porte sur un proble`me qui
se pose dans plusieurs re´gions et qui a trait a` la
re´glementation concernant le port du casque pour les
conducteurs de cyclomoteurs.
Cette matie`re est re´gle´e par l'arre^te´ royal du 1er de´cem-
bre 1975.
La re´glementation fait la distinction entre deux classes de
cyclomoteurs :
1° les cyclomoteurs de classe A dont la cylindre´e n'ex-
ce`de pas 50 cm3 et qui ne de´passent pas la vitesse
maximale de 25 km/heure;
2° les cyclomoteurs de classe B dont la cylindre´e n'ex-
ce`de pas 50 cm3 et qui ne de´passent pas la vitesse
maximale de 40 km/heure.
J'ai souvent constate´ que les jeunes conside`rent qu'a`
partir du moment ou` ils posse`dent un cyclomoteur de
25 cm3, ils ne doivent pas porter de casque, partant du
principe que le port du casque n'est obligatoire que
lorsque leur ve´hicule a` une cylindre´e de 50 cm3.
Or, si je me re´fe`re a` la re´glementation, il suffit que le
ve´hicule de´passe la vitesse de 25 km/heure pour que le
port du casque soit obligatoire. Telle en est, en tout cas,
mon interpre´tation.
Pourquoi me suis-je inte´resse´ a` ce proble`me ? Parce que
j'ai constate´ que les jeunes interpre´taient mal la re´gle-
mentation. De plus, si on se re´fe`re aux chiffres fournis
pas l'Institut belge de la se´curite´ routie`re, on constate
que pour 1998, 51 personnes ont trouve´ la mort et 762
ont e´te´ gravement blesse´es lors d'accidents ou` se trou-
vaient implique´s ce type de cyclomoteurs.
Je voudrais donc vous demander s'il ne serait pas
opportun d'organiser une campagne d'information a` ce
sujet aupre`s des jeunes, tout en leur rappelant l'inte´re^t,
pour leur se´curite´, du port d'un casque de protection.
Cette campagne d'information pourrait e´galement s'ac-
compagner d'actions de la police sur le terrain.
Serait-il possible, madame la ministre, d'envisager des
initiatives en la matie`re afin de prote´ger les jeunes qui
connaissent apparemment mal la re´glementation et qui
prennent quotidiennement des risques sur nos routes ?
Ce genre de mesures pourrait e´galement rassurer bon
nombre de parents qui sont souvent de´munis face aux
arguments de leurs enfants a` ce sujet.
Le pre´sident : La parole est a` la ministre.
HA 50
COM 061
17
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mme Isabelle Durant, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, les conducteurs d'un cyclomoteur de
classe
A,
dont
la
vitesse
maximale
est
limite´e
a` 25km/heure, ne sont effectivement pas tenus de porter
un casque.
Pour informer et sensibiliser les jeunes et leurs parents,
l'Institut belge pour la se´curite´ routie`re dispose d'un kit
e´ducatif destine´ a` l'enseignement, intitule´
Sans heurt a`
cyclomoteur
et comportant une vide´o, une brochure et
tout un mate´riel me´diatique d'information.
Ce kit est a` la disposition de toutes les e´coles du
secondaire et est re´gulie`rement propose´ aux e´coles par
le biais de mailings et d'un catalogue.
L'IBSR propose e´galement a` toutes les e´coles un projet
e´ducatif en collaboration avec l'organisation
Les Clefs
pour la Jeunesse
, comportant e´galement un module sur
les cyclomoteurs pour les 15-18 ans.
Enfin, toujours dans le me^me souci d'information, l'IBSR
lancera, l'anne´e prochaine, en collaboration avec les
assistants de pre´vention et de se´curite´ du ministe`re de
l'Inte´rieur, un projet pilote visant a` sensibiliser une e´cole
technique au port du casque, a` la lutte contre le gonflage
des cyclomoteurs et a` la conduite pre´ventive, et ce, via
des aspects techniques puisque c'est une e´cole techni-
que qui est concerne´e. Cette expe´rience pourrait donc en
amener d'autres de manie`re a` sensibiliser les cate´gories
de personnes les plus concerne´es par les risques que
repre´sente la conduite d'un cyclomoteur, a` l'inte´re^t du
port du casque et a` l'entretien de leur ve´hicule.
Telles sont les mesures prises en matie`re d'utilisation
ide´ale et optimale d'un cyclomoteur par le jeune.
Le pre´sident : La parole est a` M. Andre´ Fre´de´ric.
M. Andre´ Fre´de´ric (PS) : Monsieur le pre´sident, je
remercie la ministre pour sa re´ponse.
Je vais donc m'adresser a` l'IBSR pour qu'il me commu-
nique la liste des outils pe´dagogiques. Je n'en avais
jamais entendu parler auparavant. Il serait ne´cessaire
que le public ait connaissance de leur existence.
Pourriez-vous, madame la ministre, me faire part des
e´valuations qui seront faites en ce qui concerne le projet
pilote propose´ aux e´coles techniques ? Cela nous per-
mettra de de´terminer si ce genre d'expe´rience doit e^tre
renouvele´ a` un niveau plus ge´ne´ral.
Le pre´sident : L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 18.10 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.10 uur.
18
HA 50
COM 061
01-12-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000