B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
F
INANCIE
¨ N
EN DE
B
EGROTING
COMMISSION DES
F
INANCES
ET DU
B
UDGET
VAN
DU
30-11-1999
30-11-1999
HA 50
COM 058
HA 50
COM 058
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 058
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 30 november 1999
COMMISSIE
VOOR
DE
FINANCIE
¨ N
EN
DE
BEGROTING
-
COM 058
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financie¨n over
de wettelijke samenwoning
(nr. 467)
5
sprekers : Yves Leterme, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financie¨n over
een fiscaal geschil over
bankrekeningen
(nr. 519)
7
sprekers : Yves Leterme, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Aime´ Desimpel aan de
minister van Financie¨n over
de openingsbelasting op de
drankslijterijen
(nr. 521)
7
sprekers : Aime´ Desimpel, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Mondelinge vraag van de heer Aime´ Desimpel aan de
minister van Financie¨n over
de fiscale aftrekbaarheid van
restaurant- en receptiekosten
(nr. 522)
8
sprekers : Aime´ Desimpel, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Sommaire
Mardi 30 novembre 1999
COMMISSION
DES
FINANCES
ET
DU
BUDGET
COM 058
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
la cohabitation le´gale (n° 467)
5
orateurs : Yves Leterme, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
un litige fiscal concernant des comptes en
banque
(n° 519)
7
orateurs : Yves Leterme, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Aime´ Desimpel au ministre des
Finances sur
la taxe d'ouverture sur les de´bits de bois-
son
(n° 521)
7
orateurs : Aime´ Desimpel, Didier Reynders, ministre
des Finances
Question orale de M. Aime´ Desimpel au ministre des
Finances sur
la de´ductibilite´ fiscale de frais de restaurant
et de re´ception
(n° 522)
8
orateurs : Aime´ Desimpel, Didier Reynders, ministre
des Finances
HA 50
COM 058
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 058
30-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DES FINANCES
ET DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIE¨N
EN DE BEGROTING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 30 NOVEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 30 NOVEMBER 1999
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de
heer Olivier Maingain, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 14.18 heures par M. Olivier
Maingain
, pre´sident.
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financie¨n over
de wettelijke samen-
woning
(nr. 467)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
la cohabitation le´gale (n° 467)b>
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de wet tot invoering van
de wettelijke samenwoning van 23 november 1998 zal,
volgens een beslissing van de vorige regering - beslis-
sing die ook werd genomen door haar socialistische
ministers - per 1 januari 2000 van kracht worden. De
wijzigingen die deze wet aanbrengt in het Burgerlijk
Wetboek hebben betrekking op een aantal domeinen die
ook raken aan de fiscale wetgeving, zij het onrecht-
streeks.
Wij vinden het vandaag dan ook opportuun om een vraag
te stellen over de onrechtstreekse gevolgen van deze
wet, van kracht op 1 januari 2000, op de fiscale wetge-
ving.
Mijnheer de minister, het zal bijzonder moeilijk zijn te
verwijzen naar de nakende fiscale hervorming, want die
is volgens mij niet aangekondigd vo´o´r 1 januari 2000. Uw
antwoord zal dan ook iets concreter moeten zijn.
Krachtens de nieuwe wet genieten de wettelijke samen-
woners van een aantal beschermingsmaatregelen. De
gezinswoning, met inbegrip van de huisraad, kan niet
zonder toestemming van de andere partner worden
vervreemd, ook al is de betrokken woning, die als woon-
plaats voor de wettelijke samenwoners wordt gebruikt,
exclusief eigendom van e´e´n van beide partners die in de
wettelijke samenwoning betrokken is. Niet-buitensporige
schulden, door e´e´n van de partners in de wettelijke
samenwoning aangegaan, kunnen op beide partners
worden vervolgd.
Omdat deze wet per 1 januari 2000 van kracht wordt en
omdat deze wet gevolgen heeft op de aanslag, heffing en
invordering, kreeg ik graag een antwoord op de volgende
vragen.
Ten eerste, op welke wijze zal er bij de invordering van
belastingschulden door de belastingadministratie reke-
ning worden gehouden met de nieuwe toestand van
wettelijke samenwoning, zowel wat de uitstaande schuld
als het vermogen betreft ?
Ten tweede, kan de betrokken belastingplichtige, een
partner in een wettelijke samenwoning, bij een aanslag
mede op basis van tekenen en indicie¨n, inroepen dat de
tekenen en indicie¨n moeten worden verminderd omdat hij
wettelijk samenwoont met een partner die behoeftig is ?
Kan de behoeftigheid van een partner waarmee men
wettelijk samenwoont dus worden ingeroepen om be-
zwaar aan te tekenen tegen een heffing op basis van
tekenen en indicie¨n ?
Ten derde, verwacht u aanpassingen met het oog op de
tenlasteneming van kinderen, de graad van verwant-
schap of de begunstiging bij schuldsaldo- en levensver-
zekeringen, begunstiging die ook op fiscaal vlak belang
heeft ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Leterme, voorafgaandelijk dient te worden opge-
merkt dat de wet van 23 november 1998 - een wet van de
vorige legislatuur ingevolge een wetsvoorstel van de
heren Willems en Landuyt - tot invoering van de wette-
lijke samenwoning een beperkte draagwijdte heeft inzake
invordering.
HA 50
COM 058
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
Een
eerste
punt
betreft
de
goederen.
Vanuit
vermogensrechtelijk oogpunt bepaalt artikel 1478 nieuw,
alinea 1 en 2 uit het Burgerlijk Wetboek dat en ik citeer :
Elk van de wettelijk samenwonenden behoudt de goe-
deren waarvan hij de eigendom kan bewijzen, de inkom-
sten uit deze goederen en de opbrengsten uit arbeid; de
goederen waarvan geen van beide wettelijk samenwo-
nenden de eigendom kan bewijzen en de inkomsten
daarvan, worden geacht in onverdeeldheid te zijn
.
Deze bepaling is slechts de omzetting naar de situatie
van de wettelijk samenwonenden van de oplossing die
doorgaans aanvaard wordt in de rechtspraak inzake het
concubinaat. Dientengevolge zou de toepassing ervan in
principe geen grote problemen mogen opleveren.
U had het eveneens over de schulden. Wat de inkom-
stenbelastingen betreft, zal alleen het nieuw artikel 1477,
§ 4, van het burgerlijk wetboek een concrete toepassing
vinden. Hierin is bepaald dat, behoudens voor de schul-
den die, gelet op de bestaansmiddelen van de samen-
wonenden, buitensporig zijn, iedere schuld die door e´e´n
der wettelijk samenwonenden wordt aangegaan ten be-
hoeve van het samenleven en van de kinderen die door
hen opgevoed worden, de andere samenwonende hoof-
delijk verbindt.
Er kan inderdaad geen twijfel over bestaan dat de
onroerende voorheffing betreffende het onroerend goed
dat als woning dient voor de samenwonenden en waar-
van e´e´n van beide eigenaar is, evenals de verkeersbe-
lasting van het voertuig dat wordt gebruikt ten behoeve
van het samenleven, tot deze categorie van schulden
behoren. De ontvangers zullen bijgevolg gerechtigd zijn
de invordering te vervolgen op de goederen van elk der
wettelijk samenwonenden.
In uw tweede vraag wenst u ongetwijfeld te vernemen of
een indiciair tekort van e´e´n van de wettelijk samenwo-
nenden kan worden gerechtvaardigd door tussenkom-
sten en betalingen van de andere. Het antwoord luidt
bevestigend. Positieve en controleerbare gegevens moe-
ten evenwel worden overgelegd.
Ik kom tot uw derde vraag. Betreffende de te verwachten
aanpassingen inzake de tenlasteneming van kinderen,
de graad van verwantschap of de begunstigde bij
schuldsaldo-
en
levensverzekeringen
ingevolge
de
nieuwe bepalingen van de wet van 23 november 1998 tot
invoering van de wettelijke samenwoning, kan ik slechts
verwijzen naar het regeerakkoord. Daarin is uitdrukkelijk
bepaald dat het nieuwe belastingsysteem, dat ingevolge
de hervorming van de personenbelasting tot stand zal
komen, neutraal moet zijn ten opzichte van de gekozen
samenlevingsvorm. Bij de opstelling van de nieuwe tek-
sten zal derhalve rekening worden gehouden met de
genoemde wettelijke bepalingen.
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn concreet en duidelijk antwoord,
dat zowel voor de belastingheffer als voor de belasting-
plichtige in het kader van de wettelijke samenwoning
belangrijk is.
Mijnheer de minister, in verband met de eerste vraag
hebt u gesproken over fiscale schulden, verkeersbelas-
ting en onroerende voorheffing. Heb ik u goed begrepen
dat, a contrario, belastingschulden uit de personen-
belasting niet kunnen worden ingevorderd op het ge-
meenschappelijk vermogen ?
Ik had geprobeerd te voorkomen dat u zou verwijzen
naar de fiscale hervorming, maar daarin ben ik niet
volledig geslaagd. Terzake wens ik te doen opmerken dat
een aantal elementen, die u in verband brengt met de
fiscale hervorming van het volgende najaar, reeds in ons
wetsvoorstel zijn opgenomen. Ik vermoed dat wij het bij
de bespreking van de wetsvoorstellen aan de orde zullen
kunnen brengen.
Wat het probleem van de begunstiging bij schuldsaldo-
en levensverzekeringen betreft, wijs ik erop dat het
systeem van de wettelijke samenwoning is ingevoerd en
dat dit, onder meer op dat vlak, gevolgen heeft.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter,
collega's, de fiscale bepalingen terzake zullen worden
aangepast op het ogenblik dat de regering de fiscale
hervorming zal doorvoeren.
En ce qui concerne vos autres questions, des circulaires
seront encore adresse´es aux services, notamment pour
les autres types de revenus. J'aurais pluto^t tendance a`
suivre votre interpre´tation mais je demanderai a` l'admi-
nistration d'examiner l'ensemble de la situation. Je vous
communiquerai les indications qui seront donne´es pour
l'ensemble des revenus et pas seulement sur les e´le´-
ments que j'ai repris au de´but de mon intervention. Je
pre´cise que le texte entrera en application le 1er janvier
2000. Dans un premier temps, j'ai tente´ de re´pondre aux
e´le´ments concrets que vous aviez e´voque´s dans vos
questions.
Le pre´sident : L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Le pre´sident : La question orale n° 504 de M. Thierry
Giet est reporte´e a` une date ulte´rieure.
6
HA 50
COM 058
30-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financie¨n over
een fiscaal geschil over
bankrekeningen
(nr. 519)
Question orale de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur
un litige fiscal concernant des comp-
tes en banque
(n° 519)b>
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag handelt over de proble-
matiek van het bankgeheim en de informatie die kan
worden opgevraagd inzake bankrekeningen. Een aantal
weken geleden hebt u deze problematiek aan den lijve
ondervonden en hebt u een aantal initiatieven aangekon-
digd.
Uw voornemen een bank naar Luxemburgs recht te
dagvaarden opdat de rechter zich zou kunnen uitspreken
over de weigering van de bank u de gevraagde informatie
te verstrekken, deed bij mij een belletje rinkelen. Wat
gebeurt er als een buitenlander die niet in Belgie¨ woont
aan een Belgische bank vragen stelt over rekeningen ?
De informatie die ik terzake heb ingewonnen, leert me
dat de buitenlander het recht heeft de vraag te stellen. De
kans dat hij een antwoord zal krijgen is echter zeer
gering. Dit soort vragen komt bijvoorbeeld voor bij de
afhandeling van echtscheidingsdossiers. Zelfs als de
bank bereid zou worden gevonden uitsluitsel te geven
over het bestaan van mogelijke rekeningen, betekent dit
niet dat de betrokkene niet onrechtstreeks houder kan
zijn van een bankrekening.
Mijnheer de minister, moeten Belgische banken een
eenduidig antwoord geven aan buitenlanders die de bank
een bewijs vragen dat ze geen klant van de bank zijn ?
Kunnen Belgische banken een antwoord geven aan
buitenlanders die de vraag stellen ? Zo ja, welke waarde
hecht het departement aan het antwoord ? Deze vraag is
niet onbelangrijk voor de afhandeling van fiscale dos-
siers.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter,
collega's, de vraag van de heer Leterme heeft betrekking
op de relatie tussen de banken en hun klanten. Een
kredietinstelling naar Belgisch recht kan, mijns inziens,
een dergelijk attest afleveren, zeker als de betrokkene
geen rekening bij de bank heeft.
Met het bestaan van een fiscaal geschil beklemtoon ik
tevens dat men voor de oplossing ervan gebruik kan
maken van alle bewijsmiddelen die door het gemeen-
recht zijn toegelaten, met uitzondering van de eed.
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord waarbij ook de
omgekeerde situatie wordt beschouwd.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident,
j'ajouterai qu'e´tant charge´ de de´fendre les inte´re^ts du
Tre´sor dans des dossiers de contentieux fiscal, je suis
e´videmment tre`s mesure´ dans les termes que j'utilise. Je
laisse a` chacun le soin d'adopter l'attitude qu'il souhaite
fasse au Tre´sor mais je dois, me semble-t-il, dans ma
fonction, rester tre`s mesure´.
Le pre´sident : L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Aime´ Desimpel aan de
minister van Financie¨n over
de openingsbelasting
op de drankslijterijen
(nr. 521)
Question orale de M. Aime´ Desimpel au ministre des
Finances sur
la taxe d'ouverture sur les de´bits de
boisson
(n° 521)b>
De voorzitter : De heer Aime´ Desimpel heeft het woord.
De heer Aime´ Desimpel (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal geregeld vragen stellen in
verband met het bedrijfsleven, meer bepaald over secto-
ren die met moeilijkheden te kampen hebben, bijvoor-
beeld de horecasector.
Momenteel zijn heel wat horecazaken verlieslatend, vele
gaan failliet en menig horecabedrijf verlaat ons land,
ondanks het feit dat deze sector ongeveer 3% van het
BNP voor zijn rekening neemt en ongeveer 120 000
werknemers telt.
Net zoals in vele andere sectoren, gaat deze sector
gebukt onder zware loonlasten en specifieke fiscale
heffingen. Een daarvan is de openingsbelasting.
De openingsbelasting op de drankslijterijen is verschul-
digd door de slijter van een nieuwe slijterij van gegiste of
geestrijke dranken en moet door bepaalde categoriee¨n
van slijterijen na een periode van vijftien jaar die ingaat
op 1 januari van het jaar van de opening, om de vijf jaar
worden voldaan.
Mijnheer de minister, graag had ik van u vernomen of u
de volgende suggesties inzake aanpassing van deze
belastingen al dan niet noodzakelijk acht om de recht-
vaardigheid en de aanvaardbaarheid ervan te verho-
gen ?
HA 50
COM 058
7
30-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Aime´ Desimpel
Ten eerste, gebruik van het kadastraal inkomen van de
lokalen als basis voor de berekening van deze belasting
in plaats van de werkelijke of vermoedelijke huurwaarde
ervan. Dit zou objectiever zijn en bovendien is dit ook de
grondslag voor de berekening van het vergunningsrecht.
Ten tweede, omvorming van de verschuldigde openings-
belasting voor de eerste periode van vijftien jaar en
desgevallend voor de daaropvolgende vijfjaarlijkse perio-
den tot een jaarlijkse belasting. Op die manier wordt de
last voor de belastingbetaler gespreid in de tijd en wordt
de belasting rechtvaardiger voor slijters die kort na de
betaling ervan hun drankslijterij overlaten of sluiten.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, de
voorstellen die de heer Desimpel formuleert in zijn beide
vragen, beogen een wijziging van de heffingsgrondslag
van de openingsbelasting.
Eerst en vooral wijs ik u erop dat in toepassing van artikel
4, paragraaf 1, van de bijzondere wet van 16 januari 1989
betreffende de financiering van de gemeenschappen en
de gewesten, enkel de gewesten bevoegd zijn om de
heffingsgrondslag van deze gewestelijke belasting,
zijnde de openingsbelasting, te wijzigen. Nochtans is de
Administratie der Douane en Accijnzen die in toepassing
van artikel 5, paragraaf 3 van voornoemde wet is gelast
met de uitvoering van de dienst, zich bewust van het
verouderd karakter van de momenteel van kracht zijnde
wettelijke bepalingen.
Terzake bestaan er andere maatregelen, zoals de ver-
mindering van sociale lasten, alsook andere denkpistes
bijvoorbeeld inzake de voorbereiding van een fiscale
hervorming wat betreft personenbelasting.
Ik zal alleszins een concertatie organiseren met de
horecasector, maar wens er toch meteen aan toe te
voegen, mijnheer Desimpel, dat uw voorstellen behoren
tot de uitsluitende bevoegdheid van de gewesten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Aime´ Desimpel aan de
minister van Financie¨n over
de fiscale aftrekbaar-
heid van restaurant- en receptiekosten
(nr. 522)
Question orale de M. Aime´ Desimpel au ministre des
Finances sur
la de´ductibilite´ fiscale de frais de
restaurant et de re´ception
(n° 522)b>
De voorzitter : De heer Aime´ Desimpel heeft het woord.
De heer Aime´ Desimpel (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, naast de openingstaks voor drank-
slijterijen kent de horeca ook nog andere problemen,
onder meer in verband met de BTW en dit vooral in
vergelijking met de ons omringende landen. In ons land
bedraagt de BTW-aanslagvoet 21% terwijl die in Frank-
rijk ongeveer 7% is.
Mijn vraag handelt echter over de aftrekbaarheid van
restaurant- en receptiekosten, u welbekend. U weet dat
de horecasector een zware crisis meemaakt. Door ge-
brek aan rendabiliteit en ingevolge de hoge personeels-
kosten is de nettowinst voor de meerderheid van
restauranthouders onvoldoende of zelfs negatief. De
invoering van de beperking van de aftrekbaarheid van
restaurantkosten tot 50% betekende een zware aderla-
ting voor de sector van de beroepsrestaurateurs. Tal van
bedrijven verminderden ingevolge deze fiscale maatre-
gelen immers drastisch hun restaurantbezoek en instal-
leerden binnen het bedrijf een eigen restaurant. U weet
wellicht dat in de grensstreken alle firma's nagenoeg in
het buitenland gaan eten. In Rijsel zitten de restaurants
vol met Vlamingen en mensen uit Henegouwen. Daar
kunnen zij hun rekening volledig aftrekken. Deze regeling
steekt schril af tegen de fiscale behandeling van
restaurantkosten in buurlanden als Nederland, Frankrijk
en Luxemburg, waar deze kosten voor 100% mogen
worden afgetrokken. Bovendien kunnen buitenlandse
restaurantrekeningen in Belgie¨ voor 100% fiscaal worden
afgetrokken, wat een aanzienlijke discriminatie betekent
van de Belgische tegenover de buitenlandse restaura-
teurs. Vooral in de grensstreek laat zich dit voelen. De
horecasector had tenslotte gehoopt in aanmerking te
komen voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief
voor arbeidsintensieve diensten. De regering heeft daar
echter anders over beslist. Bent u niet de mening toege-
daan dat het de hoogste tijd is om deze sector nieuw
leven in te blazen en dat de invoering van 100% fiscale
aftrekbaarheid van de beroepsmatig gedane restaurant-
en receptiekosten de meest geschikte maatregel is in dit
verband ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Desimpel, op uw schriftelijke vraag over hetzelfde
punt heb ik u reeds een antwoord gegeven. Het principe
van de aftrekbaarheid als beroepskosten van sommige
onbetwistbare kosten zal binnenkort het voorwerp uitma-
ken van een globaal onderzoek in het licht van de
regeringsverklaring, dus van de fiscale hervorming. On-
derhandelingen hierover zullen met de horecasector wor-
den gevoerd.
Monsieur le pre´sident, comme cette question sera en-
core pose´e - et je comprends la pre´occupation d'un
certain nombre de parlementaires -, je vous propose de
8
HA 50
COM 058
30-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
revenir devant la commission au de´but de l'anne´e pro-
chaine, pour vous pre´senter les premie`res orientations
qui de´couleront de la concertation que je mets sur pied
pour l'instant avec le secteur horeca.
Je voudrais e^tre certain d'avoir bien compris, pas seule-
ment de l'intervention de M. Desimpel mais d'autres
e´galement, qu'en ce qui concerne la situation des fron-
taliers et me^me de de´penses effectue´es au-dela`, la
demande n'est pas de ramener la de´ductibilite´ a` 50%
pour tout le monde. Jusqu'a` pre´sent, j'ai rec¸u des de-
mandes d'un certain nombre de restaurateurs en vue
d'aboutir a` un syste`me non discriminatoire. Je n'y ai pas
encore donne´ suite mais, dans un premier temps, pour
e´viter toute discrimination, je pourrais e´videmment don-
ner instruction de n'accepter la de´ductibilite´ qu'a` 50%,
qu'il s'agisse d'e´tablissements installe´s en Belgique ou a`
l'e´tranger.
Le de´bat est ouvert. Je pre´fe´rerais d'abord mener la
concertation avec le secteur avant de vous proposer
diverses orientations en la matie`re. Mais je comprends
les pre´occupations de plusieurs parlementaires a` ce
sujet.
De voorzitter : De heer Aime´ Desimpel heeft het woord.
De heer Aime´ Desimpel (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, kunt u een datum geven ? Zal dat in
het begin van volgend jaar zijn, bijvoorbeeld eind fe-
bruari ?
M. Didier Reynders, ministre : J'ai lance´ l'invitation au
secteur. Celui-ci va sans doute e^tre tre`s occupe´ dans les
semaines qui viennent. Je l'espe`re pour lui. Nous revien-
drons avec une re´flexion sur l'ensemble de cette proble´-
matique dans le courant du premier trimestre de l'anne´e
prochaine.
Le pre´sident : L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.50 uur.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 14.50 heures.
HA 50
COM 058
9
30-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000