B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER
EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS
ET DES
E
NTREPRISES PUBLIQUES
VAN
DU
24-11-1999
24-11-1999
HA 50
COM 054
HA 50
COM 054
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 054
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 24 november 1999
COMMISSIE
VOOR
DE
INFRASTRUCTUUR,
HET
VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN - COM 054
Mondelinge vraag van de heer Jos Ansoms aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
de eindejaarsalcoholcampagne in het kader van de
millenniumgekte
(nr. 449)
5
sprekers : Jos Ansoms, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Schorsing
7
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de onafhankelijke werking van de om-
budsdienst van De Post
(nr. 400)
8
sprekers : Frieda Brepoels, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Mondelinge vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
eerste minister over
de elektronische gunning van
overheidsopdrachten en de publicatie op Internet van
dergelijke opdrachten
(nr. 392)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Tele-
communicatie en Overheidsbedrijven en Participaties)
9
sprekers : Joke Schauvliege, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties
Sommaire
Mercredi 24 novembre 1999
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE, DES COMMU-
NICATIONS
ET
DES
ENTREPRISES
PUBLIQUES
COM 054
Question orale de M. Jos Ansoms a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
les campagnes anti-alcool pendant la pe´riode du Re´veil-
lon a` l'aube du nouveau mille´naire
(n° 449)
5
orateurs : Jos Ansoms, Isabelle Durant, vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
Suspension
7
Question orale de Mme Frieda Brepoels au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
l'inde´pendance de fonctionnement du ser-
vice de me´diation de La Poste
(n° 400)
8
orateurs : Frieda Brepoels, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
Question orale de Mme Joke Schauvliege au premier
ministre sur
l'attribution par voie e´lectronique des mar-
che´s publics et la publication sur Internet de l'annonce de
ces marche´s
(n° 392)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre des Te´le´commu-
nications et des Entreprises et Participations publiques)
9
orateurs : Joke Schauvliege, Rik Daems, ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques
HA 50
COM 054
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 054
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE,
DES COMMUNICATIONS
ET DES ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR,
HET VERKEER
EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 24 NOVEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1999
De vergadering wordt geopend om 11.10 uur door de
heer Jacques Chabot, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 11.10 heures par M. Jacques
Chabot, pre´sident.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Le pre´sident : Chers colle`gues, en concertation avec
Mme la ministre, nous proposons l'ordre des travaux
suivants.
De mondelinge vraag nr. 338 van de heer Dirk Pieters
wordt naar een latere datum verschoven wegens ziekte
van de indiener.
Nous commencerons par la question de M. Jos Ansoms.
Ensuite, Mme la vice-premie`re ministre pre´sentera son
budget
Transports et se´curite´ routie`re pour l'anne´e
2000.
Afin que nous puissions terminer nos travaux vers 12h30,
je vous proposerai de poser vos questions. Nous en
prendrons note et Mme la vice-premie`re ministre y re´-
pondra le mercredi 1er de´cembre apre`s-midi, avant
l'e´change de vues sur le contrat de gestion.
Il restera un dernier proble`me a` re´soudre : quand placer
les questions introduites dans les de´lais et la forme
re´glementaires.
Ceci nous permettra de commencer nos travaux avec
M. le ministre Daems a` 14 heures.
De heer Jos Ansoms heeft het woord.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter, het
is reeds 11.15 uur. Ik betreur dat vandaag alleen maar
vragen kunnen worden gesteld en dat de minister vol-
gende week zal antwoorden. Ik heb hiervoor alle begrip
indien dit over technische zaken gaat zoals cijfermate-
riaal. Het zou toch kunnen dat er enkele politieke thema's
aan bod komen. Als er tijd over is, moet het toch mogelijk
zijn dat de minister vandaag op de politieke vragen een
antwoord geeft om aldus tot een debat te komen.
Le pre´sident : La parole est a` M. Jean Depreter.
M. Jean Depreter (PS) : Monsieur le pre´sident, il y a un
vote en se´ance ple´nie`re a` 14h15. Il serait peut-e^tre
pre´fe´rable que nous reprenions nos travaux de l'apre`s-
midi a` 14h30.
De voorzitter : De heer Jozef Van Eetvelt heeft het
woord.
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, ik wijs er tevens op dat het thans 11.15 uur is. Ik meen
dat verscheidene collega's vragen zullen stellen. Dit
betekent dat de mogelijkheid bestaat dat wij ook over de
middag zullen vergaderen. Is het niet verkieslijk om
misschien volgende week voort te gaan met de vraag-
stelling. Ik veronderstel dat het moeilijk zal zijn om dit
vandaag af te werken.
Le pre´sident : Je vous propose de travailler jusqu'a`
12h30. A ce moment-la`, nous verrons ou` nous en serons
et nous prendrons une de´cision.
Mondelinge vraag van de heer Jos Ansoms aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over
de eindejaarsalcoholcampagne in het
kader van de millenniumgekte
(nr. 449)
Question orale de M. Jos Ansoms a` la vice-premie`re
ministre et ministre de la Mobilite´ et des Transports
sur
les campagnes anti-alcool pendant la pe´riode du
Re´veillon a` l'aube du nouveau mille´naire
De voorzitter : De heer Jos Ansoms heeft het woord.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik vraag mij af of de eindejaars-
alcoholcampagne wel efficie¨nt zal kunnen gebeuren en
HA 50
COM 054
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jos Ansoms
zal verlopen op dezelfde wijze als de vorige jaren. Mijn
bezorgdheid wordt ingegeven door twee factoren. Ten
eerste, wordt de millenniumbug meer en meer een
millenniumgekte. Ook heb ik de indruk dat de hulpdien-
sten steeds meer in allerlei 24-urendiensten worden
ingezet.
Ten tweede, heb ik vorige week minister Demotte een
vraag gesteld over de penibele toestand van de
ademanalysetoestellen. Ik heb van verschillende politie-
diensten gehoord dat er onvoldoende apparaten zijn om
de alcoholcontroles uit te voeren. Gisteren heb ik dit
probleem voorgelegd aan minister Duquesne. Die was in
tegenstelling tot zijn collega van Economische Zaken
eerder optimistisch en zag geen noemenswaardige pro-
blemen. Dit is eigenaardig want minister Demotte had
gezegd dat er zeer grote problemen waren, dat de
toestellen niet deugden, om de drie maanden stuk gin-
gen, opnieuw moesten worden geijkt, enzovoort. In zijn
conclusie pleitte hij voor de aankoop van nieuwe toestel-
len. De minister van Binnenlandse Zaken onderstreepte
dat er geen probleem was : er zijn voldoende toestellen.
Nu richt ik mij dus tot de minister die bevoegd is voor de
verkeersveiligheid teneinde duidelijkheid te krijgen over
de toestand van de ademanalysetoestellen. Tegelijkertijd
maak ik van de gelegenheid gebruik om het probleem
open te trekken naar een aantal andere problemen.
Aangezien het om concrete punten gaat, wens ik mijn
vragen buiten het begrotingsdebat te houden.
Ten eerste, kan de vice-eerste minister een overzicht
geven van hoe de controles sinds 1995 zijn verlopen ? Is
er een positieve trend ? Zal in 1999 eenzelfde aantal
controles worden gedaan ? Uiteraard had ik graag de
regionale verdeling van deze cijfers gekregen.
Ten tweede, hoeveel manuren zijn vastgesteld voor
alcoholcontroles op het einde van het jaar ? Wat is de
verhouding met de vorige jaren ? Heeft de vice-eerste
minister de zekerheid dat de manuren kunnen worden
gehaald ? Ik heb de indruk dat het politiepersoneel zal
worden ingezet voor andere, zogenaamd meer drin-
gende taken die verband houden met de millennium-
gekte.
Ten derde, hoe zit het nu met de inzetbaarheid van de
ademanalysetoestellen ? Heeft de minister van Econo-
mische Zaken gelijk en moeten ze zo snel mogelijk
worden vervangen ? Of heeft de minister van Binnen-
landse Zaken gelijk en zijn de toestellen functioneel en
voldoende in aantal om de controles te garanderen ?
Tenslotte heb ik nog een bijkomende vraag. Begin 1999
werd een wet goedgekeurd met betrekking tot de drug-
controles. Is al uitvoering gegeven aan deze wet ? Zullen
er ook drugcontroles worden uitgevoerd ?
Le pre´sident : On me signale qu'un vote aura lieu en
se´ance ple´nie`re a` 14.15 heures concernant une modifi-
cation d'ordre du jour. Nous devrons donc interrompre
nos travaux. Nous les reprendrons ensuite.
Mme la vice-premie`re ministre nous a remis une docu-
mentation que je tiens a` votre disposition.
De minister heeft het woord.
Minister Isabelle Durant : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Ansoms, in de eerste plaats zal ik ingaan op de
cijfers en de verschillende actoren in de eindejaars-
campagnes. Deze campagnes rond het thema alcohol in
het verkeer worden altijd preventief en repressief onder-
steund door politie en rijkswacht. De gegevens over de
campagnes vindt u in de schriftelijke bijlage. Het gaat om
minimale en globale gegevens voor het geheel van de
politiediensten. Het betreft de gemeentepolitiediensten
en de rijkswacht omdat niet alle gemeentepolitiediensten
de gevraagde informatie verstrekken.
Het opsplitsen van deze gegevens per gewest is niet
mogelijk door de wijze waarop deze gegevens worden
verzameld. Er zijn heel wat sensibiliseringsacties ge-
pland voor het volgende millennium. De eindejaars-
campagne start op 30 november en loopt tot een stuk in
de volgende eeuw, namelijk tot 15 januari 2000. Ik
overloop de belangrijkste sensibiliseringsacties.
Er zullen borden langs de wegen worden geplaatst en
44 000 affiches worden aangebracht. Daarnaast komt er
nog een extra oplage van affiches voor de provincies.
Ook zal er een TV- en radiospot worden uitgezonden. In
de grote NMBS-stations in Vlaanderen en in Brussel
komen er slogans op alle lichtkranten. Het gaat om de
campagneslogan
Het is feest als Bob rijdt. Verder is er
een grote below-the-line actie voor de horecazaken. De
Belgische cafe´s kregen opnieuw een brief met het Bob-
aanbod. De cafe´s die eraan deelnemen krijgen een gratis
Bob-pakket met gratis kleine affiches, sleutelhangers en
Bob-bierviltjes. Vorig jaar deden 11 000 cafe´s mee, dit
jaar verwachten we 13 000 cafe´s op een totaal van
23 000. De televisieprogramma's zijn
Kijk uit op de
VRT,
Weinig thuis op de VTM, Contact op de RTBF
en
c¸a roule op de RTL-TVI. De rol van de openbare
vervoermaatschappijen komt aan bod tijdens de pers-
conferentie en tijdens de televisieprogramma's. Op alle
media-evenementen van de eindejaarscampagne van
De Lijn staat bovendien het Bob-logo. Er wordt een
Bob-bus ingezet tijdens de eindejaarsperiode. Deze
omvat een simulator van het rijden onder invloed van
alcohol, een alcoholtest en videomateriaal over de pro-
blematiek. De sensibiliseringscampagne wordt opnieuw
ondersteund door een controle-actie van de politiediens-
ten. De bestuurders die worden gecontroleerd en nega-
tief blijken te zijn, worden beloond met een Bob-
sleutelhanger.
6
HA 50
COM 054
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
Dat wat de middelen betreft voor de sensibilisering.
Ik heb bij de verschillende verantwoordelijken om de
medewerking van de rijkswacht en de politie gevraagd,
maar ook van de gerechtelijke overheden. Ik ben me
bewust van het risico dat de eventuele millenniumgekte
een extra werkdruk kan veroorzaken bij de politiediens-
ten. Ik hoop dat de werkdruk niet ten koste van de
campagne tegen het rijden onder invloed zal gaan. Het is
in ieder geval onze bedoeling om de campagne met
dezelfde intensiteit als tijdens de vorige jaren te voeren.
De bestuurders van voertuigen moeten er zich van
bewust worden dat rijden en drinken maatschappelijk niet
samengaan.
Wat de vraag over ademanalysetoestellen betreft, wens
ik het geachte lid er in de eerste plaats op te wijzen dat de
procedure van de alcoholcontroles erin bestaat de bes-
tuurder eerst te onderwerpen aan de ademtest. Daarvan
zijn er ongeveer 1 820 in omloop bij de gemeentepolitie
en de rijkswacht. Aangezien er 589 gemeenten zijn, zijn
er dus gemiddeld drie testtoestellen per gemeente.
Wanneer een ademtest positief is, met andere woorden
als er meer dan 0,5 promille alcohol wordt geconstateerd,
wordt de bestuurder onderworpen aan een ademanalyse
of aan een bloedproef indien er geen ademanalysetoes-
tel beschikbaar is. Volgens de vooruitzichten zullen er dit
jaar meer ademanalysetoestellen kunnen worden ge-
bruikt dan vorig jaar.
Op mijn kabinet werd er een vergadering belegd met de
diensten van metrologie, het Belgisch Instituut voor de
verkeersveiligheid en de Algemene Politiesteundienst.
Het was de bedoeling op deze vergadering afspraken te
maken en maatregelen te treffen om zoveel mogelijk
ademanalysetoestellen beschikbaar te hebben. Er wor-
den 161 nieuwe ademanalysetoestellen in gebruik geno-
men. Terwijl er vorig jaar slechts 690 toestellen waren,
zijn er thans ongeveer 750 toestellen beschikbaar.
In de loop van de jongste maanden hebben er vergade-
ringen plaatsgevonden met het kabinet van de minister
van Justitie om op eenvormige wijze tot een praktische
uitvoering van de regelgeving inzake drugscontrole te
komen. De campagne is in de eerste plaats gericht op het
rijden
onder
invloed
van
alcohol.
De
BOB-
sensibiliseringscampagne is dus gekoppeld aan alcohol-
controles. Het rijden onder invloed van alcohol wordt niet
direct in verband gebracht met het rijden onder invloed
van drugs. Dit probleem vergt een aparte aanpak. In de
loop van het jaar 2000 zal hierop worden ingespeeld,
zodra de gerechtelijke overheden de richtlijnen hebben
uitgevaardigd, zowel intern als voor de politiediensten,
om tot een uniforme aanpak van toezicht en vervolging te
komen.
De voorzitter : De heer Jos Ansoms heeft het woord.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
stel vast dat de minister die bevoegd is voor verkeers-
veiligheid tot op heden geen zicht heeft op de inzet van
de politiediensten voor de eindejaarsalcoholcampagne.
Naar verluidt werden reeds afspraken gemaakt en zullen
de politiediensten dezelfde inspanning als de voorbije
jaren leveren. Ik stel echter vast dat u geen concrete
toezeggingen van de diensten hebt inzake de manuren.
Wat het aantal toestellen betreft, verlies ik stilaan het
noorden. Gisteren heeft de minister van Binnenlandse
Zaken geantwoord dat de rijkswacht op dit ogenblik over
329 toestellen beschikt. U zegt dat er 750 toestellen
beschikbaar zijn voor rijkswacht en politie. U verwijst
naar een vergadering met de betrokken diensten op uw
kabinet. Wanneer heeft deze plaatsgehad ? Vorige week
heeft de minister van Economische Zaken een antwoord
gegeven dat sterk verschilt van dat van de minister van
Binnenlandse Zaken en het uwe.
Men mag verwachten dat de drie ministers eenzelfde
antwoord geven, zeker als er een vergadering met de
betrokken instanties heeft plaatsgevonden.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Isabelle Durant : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Ansoms, de vergadering heeft vorige week plaats-
gevonden. De minister van Binnenlandse Zaken en ikzelf
zullen alles in het werk stellen om zoveel mogelijk
toestellen en manschappen in te zetten tijdens de einde-
jaarsperiode en zeker op 31 december.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La se´ance est suspendue.
De vergadering is geschorst.
- La se´ance est suspendue a` 11.30 heures.
- De vergadering wordt geschorst om 11.30 uur.
- La se´ance est reprise a` 14.08 heures.
- De vergadering wordt hervat om 14.08 uur.
De voorzitter : De vergadering is hervat.
La se´ance est reprise.
HA 50
COM 054
7
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over
de onafhankelijke wer-
king van de ombudsdienst van De Post
(nr. 400)
Question orale de Mme Frieda Brepoels au ministre
des Te´le´communications et des Entreprises et Parti-
cipations publiques sur
l'inde´pendance de fonction-
nement du service de me´diation de La Poste
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, collega's, ik weet dat de
minister bezorgd is over de onafhankelijke werking van
de ombudsdienst van De Post. Enkele maanden geleden
antwoordde hij mij op een schriftelijke vraag dat deze
problematiek eigenlijk geregeld is in de wet van 1991,
meer bepaald in artikel 45. In een ministerieel besluit
worden de middelen voor deze ombudsdienst geregeld.
Mijnheer de minister, de wetgever kan wel in een aantal
zaken voorzien, maar de praktijk is soms een beetje
anders. Naast het artikel 45 van de wet van 1991 is er
ook een koninklijk besluit van 9 oktober 1992, waarin is
bepaald dat, zolang de voornoemde personeelsleden ter
beschikking zijn van de dienst ombudsman, zij uitsluitend
onder het hie¨rarchisch gezag van de leden van de dienst
staan.
De teksten terzake zijn nogal duidelijk maar, zoals ik al
zei, is de praktijk niet hetzelfde als de theorie. Bovendien
meen ik te moeten vaststellen dat in de wetgeving een
aantal lacunes voorkomen.
Ten eerste, zoals voor de meeste andere ombudsdien-
sten, ook voor die van de NMBS en van Belgacom, wordt
een begroting uitgewerkt en aan de directie van De Post
overgemaakt. Op basis daarvan reserveert het over-
heidsbedrijf een budget. Ik moet vaststellen dat in dat
verband geen enkel overleg wordt gevraagd, meer zelfs,
dat De Post eenzijdig ingrijpt in de ingediende begroting
en in het uiteindelijke budget dat wordt toegekend. De
uitvoering ervan wordt bovendien aan een aantal postale
regels en maatregels onderworpen, wat in sommige
gevallen zelfs een inbreuk betekent op de autonomie van
de dienst.
Mijnheer de minister, is het niet aangewezen de begro-
ting aan het oordeel van een onafhankelijke derde te
onderwerpen, die dan ook de controle op het budget op
zich neemt ? Ik weet dat u bezig bent met een wijziging
van de wet van 1991. Volgens mij is het aangewezen
daarin te bepalen dat het overheidsbedrijf niet meer
verplicht wordt om de werkingskosten op zich te nemen
omdat de verdediging van de gebruiker, die wij toch op
het oog hebben, eigenlijk een zaak is van de gemeen-
schap. De kosten en de controle hiervan blijven dus best
niet in handen van het autonome overheidsbedrijf.
Ten tweede, bij de oprichting van de ombudsdiensten bij
die autonome overheidsbedrijven is door de wetgever
geen administratief, sociaal en geldelijk statuut vastge-
legd. De wettekst terzake is nogal vaag en uit de praktijk
blijkt dat hij ook niet toepasbaar is wegens gebrek aan
een aantal wettelijke aanknopingspunten. Het heeft bij-
voorbeeld te maken met een aantal voordelen en ver-
goedingen die aan de ombudsmannen en -vrouwen
worden toegekend. Blijkbaar zijn zij nergens administra-
tief ondergebracht. Waar wordt, bijvoorbeeld, hun admi-
nistratief dossier bijgehouden ? Hoe denkt u in een
degelijk en gewaarborgd statuut te voorzien ? Moet ook
niet een procedure worden vastgelegd die de onafhan-
kelijkheid van de ombudsdienst niet in het gedrang
brengt, maar toch de legaliteit van de uitgaven kan
garanderen ?
Ik had nog graag een derde punt aangeraakt inzake de
werkzaamheden van de ombudsdienst als onafhanke-
lijke instelling. Ik vermeld maar artikel 43 inzake de
werking van de ombudsdienst, dit om aan te tonen dat De
Post hier duidelijk de werkzaamheden van de ombuds-
dienst belemmert. Daardoor komt ook de onafhankelijk-
heid in het gedrang. Artikel 43 bepaalt bijvoorbeeld dat de
ombudsdienst in het kader van een klacht ter plaatse
inzage kan nemen van alle documenten en geschriften
en ook de leden van de raad van bestuur en de perso-
neelsleden om inlichtingen mag vragen. Uit de praktijk
blijkt echter dat De Post het de ombudsdienst behoorlijk
moeilijk maakt en zelfs ingaat tegen de wet, onder
andere in verband met dit artikel. Naast hiaten in de
wetgeving inzake de onafhankelijkheid, zijn er ook nog
elementen die ondubbelzinnig in de wet worden vermeld,
maar die niet worden nageleefd.
Mijnheer de minister, hoe waakt u over de naleving van
de wet door De Post zelf ? Moet niet strenger worden
gewaakt over de naleving van de wet en moeten hiervoor
niet de nodige maatregelen worden genomen ? Op mijn
schriftelijke vraag werd geantwoord dat de ombudsdienst
van De Post ook bevoegd is voor klachten tegen de bank
van De Post en inzake de verzekeringen van de Post. U
hebt zeker ook al de brochure van de Bank van de Post
gezien, waarin precies het omgekeerde wordt gesteld.
Eerst wordt de procedure vermeld die moet worden
gehanteerd om een klacht bij de bank van de Post in te
dienen en dan zegt men dat een particuliere clie¨nt ook
zijn klacht kan indienen bij de ombudsman van de
Belgische Vereniging van Banken. Is het niet zo, zoals
ook u stelde, dat de wetgever beslist over de bevoegd-
heden en dat dit niet de directie van de Post toekomt ?
8
HA 50
COM 054
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Le pre´sident : Je propose de suspendre la se´ance afin
de permettre a` ceux qui le de´sirent d'aller voter en
se´ance ple´nie`re.
La se´ance est suspendue.
De vergadering is geschorst.
- La se´ance est suspendue a` 14.17 heures.
- De vergadering wordt geschorst om 14.17 uur.
- Elle est reprise a` 14.26 heures.
- Ze wordt hervat om 14.26 uur.
- Voorzitter : de heer Lode Vanoost
De voorzitter : De vergadering is hervat.
La se´ance est reprise.
De minister heeft het woord.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijn antwoord is voorspelbaar. Ik ben me ervan bewust
dat de huidige regeling niet de beste is. Men kan niet
tegelijkertijd op onafhankelijke wijze de werking van een
instelling beoordelen als men zelf van die instelling
afhankelijk is. Op die manier kan men in rare situaties
belanden en een soort autoriteitsband cree¨ren zodat er
weinig overblijft van een onafhankelijk optreden. Ik
spreek me niet uit of de ombudsdienst van De Post niet
onafhankelijk werkt. Dit is, mijns inziens, niet relevant.
Men moet zoeken naar een mogelijke oplossing.
Ik heb de ombudsdienst van De Post gehoord en de
problematiek besproken. Tegen 20 december 1999 moe-
ten de betrokkenen een voorstel uitwerken. Mijn kabinet
en ikzelf zullen een initiatief nemen om de bestaande
toestand te verhelpen. Ik vermoed dat mijn initiatief zal
worden ingepast in de herziening van de wet van 1991.
Het lijkt me een conditio sine qua non dat een ombuds-
dienst zijn neutrale positie behoudt. Dit betekent dat het
betrokken personeel niet langer onder De Post ressor-
teert maar onder de regulator. Op dit ogenblik is er wel
degelijk sprake van een autoriteitsband inzake admini-
stratieve dossiers en statuut.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik geef toe dat het
probleem bestaat en engageer me om terzake een
oplossing te zoeken. De onafhankelijkheid van de om-
budsdienst moet gewaarborgd worden. Een autoriteits-
band tussen de instelling en de ombudsdienst moet
worden uitgesloten.
Wat het voorbeeld van de bank van De Post betreft, is het
correct dat de wet van 1991 een rol speelt. De Post bezit
50% van de aandelen van de bank van De Post.
Bij moeilijkheden moet de ombudsdienst van De Post
kunnen optreden. Anderzijds kan men evengoed zeggen
dat de ombudsdienst van de bancaire sector zijn rol moet
kunnen spelen. Om aan te tonen dat de bank van De
Post een echte bank is, verwijzen de informatiebrochures
naar de ombudsdienst van de bancaire sector. Dit bete-
kent niet dat men geen klacht kan indienen bij de
ombudsman van De Post. Het lijkt me logisch dat de
ombudsdienst van de bancaire sector wordt aangespro-
ken omdat op die manier de onafhankelijkheid wordt
gewaarborgd. Ik heb er geen problemen mee dat de
informatiebrochures van De Post naar de ombudsdienst
van de bancaire sector verwijzen.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik dank de minister voor zijn antwoord op mijn
vragen, die ik aanvankelijk als een interpellatieverzoek
had ingediend.
Mijnheer de minister, ik heb begrepen dat u het probleem
duidelijk onderkent en dat u er ook iets wenst aan te
doen.
In verband met mijn laatste vraag omtrent de bank van
De Post, meen ik dat u gelijk hebt wat de regeling op
termijn betreft. Ik denk dat ook de mensen van de
ombudsdienst daarmee akkoord gaan. Op dit ogenblik
vind ik het echter niet correct dat de directie van De Post
buiten de wetgever om beslist dat men zich tot de
ombudsdienst van de banksector kan wenden. Het clie¨n-
teel dat zich tot De Post richt, verkeert nog altijd in de
mening dat de bankverrichtingen en het verzekerings-
aanbod onder e´e´n dak worden beheerd door De Post.
Men had, gezien de situatie, minstens de twee mogelijk-
heden moeten aangeven. Uit deze houding blijkt dat men
niet erg is opgezet met de bemoeienissen van een
ombudsdienst. Ik kan begrijpen dat het niet altijd even
interessant is als men klachten hoort over de werking van
De Post, maar de wettelijke regeling moet toch worden
gerespecteerd.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Joke Schauvliege
aan de eerste minister over
de elektronische gun-
ning van overheidsopdrachten en de publicatie op
Internet van dergelijke opdrachten
(nr. 392)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties)
HA 50
COM 054
9
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Question orale de Mme Joke Schauvliege au premier
ministre sur
l'attribution par voie e´lectronique des
marche´s publics et la publication sur Internet de
l'annonce de ces marche´s
(La re´ponse sera donne´e par le ministre des Te´le´-
communications et des Entreprises et Participations
publiques)
De voorzitter : Mevrouw Joke Schauvliege heeft het
woord.
Mevrouw Joke Schauvliege (CVP) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, jaarlijks kennen in ons land
alle overheden samen voor 1 200 miljard frank aan
overheidsopdrachten toe. De procedure verloopt tot nu
toe nog altijd schriftelijk. De aankondiging van opdrach-
ten gebeurt in een Bulletin van Aanbestedingen. De
offertes gebeuren nog altijd onder gesloten omslag tij-
dens een formele openingszitting.
Naar aanleiding van een recente studiedag van Fabrime-
tal werd uitgerekend dat de overheid 36 miljard frank kon
besparen door alle overheidsopdrachten via het internet
te laten plaatsvinden. Deze cijfers zijn gebaseerd op het
voorbeeld van Zweden. Om de overheidsopdrachten
internet-vriendelijk te maken zijn er twee voorwaarden.
Ten eerste zouden de aankondigingen elektronisch moe-
ten gebeuren. De diensten van het Belgisch Staatsblad
moeten alle aankondigingen nu nog zelf opstellen, wat
een enorm tijdsverlies met zich brengt. Het gaat immers
om 27 000 publicaties per jaar. Een bijkomend voordeel
van het elektronisch maken van die aankondigingen is
dat ze raadpleegbaar zouden zijn op internet.
Een tweede aspect is dat de procedure zelf elektronisch
zou kunnen gebeuren. De elektronische gunning is mo-
gelijk. Tegenwoordig zijn er genoeg middelen om ervoor
te zorgen dat de offertes vertrouwelijk blijven. Ik denk
bijvoorbeeld aan de digitale handtekening.
Ik zou u twee concrete vragen willen stellen. Ten eerste,
bent u bereid om initiatieven te nemen om ervoor te
zorgen dat de belangrijke sector van de overheidsop-
drachten internet-vriendelijk wordt gemaakt ? Daaraan is
uiteraard een juridisch maar ook een technisch aspect
verbonden.
Ten tweede, zult u het nodige doen om ervoor te zorgen
dat de aankondigingen via elektronische weg bij de
diensten van het Belgisch Staatsblad zouden terechtko-
men ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Schauvliege, het onderwerp dat u aankaart heet in het
vakjargon
e-procurement. Het is een belangrijke factor
in de kostenbeheersing van bedrijven of van de overheid.
Als u mij vraagt of dit niet de aangewezen weg lijkt, is het
antwoord eenvoudig
ja. Vanuit het oogpunt van kosten-
beheersing is dat zo. U hebt een berekening aangehaald
van Fabrimetal. Die berekening is natuurlijk slechts een
vuistregel. Volgens mij zouden de cijfers veel hoger
kunnen liggen. Deze berekening is immers enkel geba-
seerd op een fysische kostenbesparing van procedurele
aard. Naar mijn aanvoelen zal op termijn de echte
besparing op het terrein van de transparantie van de
markt liggen, maar die kan men niet berekenen.
e-
procurement
is een belangrijk onderdeel van e-
commerce
, dat te maken heeft met business-to-
government
. De markttransparantie, die een enorme
efficie¨ntie en prijsdaling kan teweegbrengen voor de
prive´-markt, kan hetzelfde effect hebben voor de pu-
blieke markt. De besparingen zijn dus veel groter dan op
het eerste gezicht kan worden vermoed.
Wat belangrijk is in heel deze zaak, is dat men niet meer
te maken heeft met tussenpersonen. Als men via digitale
weg een aanbestedingsprocedure kan uitwerken, wordt
lobbyen onmogelijk.
Ik wil even dieper ingaan op de vraag die u naar voren
hebt gebracht. Afgezien van het aspect van de procedu-
rele besparing, die te maken heeft met het doeltreffender
organiseren van een gegevensstroom, zijn er andere
elementen : transparantie van de markt, tijds- en
kwaliteitseffect en bijkomende effecten zoals het uitscha-
kelen van de tussenpersoon. U weet dat de nieuwe
economie een enorme
boost krijgt. Aan de productie-
zijde krijgt men immers grotere marges.
Aan de transport- en distributiezijde komen er ook gro-
tere marges die, als men ze optelt, kleiner zijn dan de
marges die nu via de tussenpersonen worden genomen.
Dit is een enorme nieuwe economie, dit noemt men
booming business. Als men dit nu ziet in de context van
overheidsopdrachten in de brede zin van het woord, dan
gaat men van de heel eenvoudige onderhandse opdrach-
ten binnen bepaalde budgettaire enveloppen en met
rechtstreekse beslissingsbevoegdheid tot de zeer grote
en rigide toestanden van openbare aanbesteding. Daar-
bij moeten een aantal aspecten worden onderzocht. Er
zijn er van technische aard. Hoe moet dat nu verlopen ?
Er zullen echter ook aspecten zijn van procedurele aard.
Ik geef een voorbeeld. Thans verloopt een aanbesteding
via het verhaal van het brengen van een enveloppe op
een vastgesteld tijdstip. U kunt dat elektronisch vertalen,
maar mij lijkt het aangewezen om bij digitalisering ook
ineens de procedure te wijzigen. Technisch betekent dit
heel wat verandering in middelen, veiligheid en work flow.
Concreet zijn daar heel wat dingen voor nodig, zoals de
door u vermelde digitale handtekening. Bedrijven moeten
niet enkel op vertrouwensbasis kunnen handelen, maar
moeten zeker kunnen zijn dat een aanbod effectief
gestand wordt gedaan. De geldigheid van de handteke-
10
HA 50
COM 054
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
ning betekent de afdwingbaarheid van een voorstel en
dat is een van de grote elementen bij procedures van
openbare aanbesteding. U weet dat er een voorontwerp
van wet inzake digitale handtekening door de Minister-
raad werd goedgekeurd en thans bij de Raad van State
berust. Wij hopen dit zo snel mogelijk bij de Kamer te
kunnen indienen.
Een tweede fundamenteel luik heeft alles te maken met
computercriminaliteit. Men gaat hier, volgens het voor-
stel, niet op een intranet maar echt op een website. Wie
erin slaagt in te breken, kan informatie wijzigen, gege-
vens veranderen en andere voorstellen inkijken en daar-
mee moet rekening worden gehouden. Technisch gezien
moet men zich afvragen welke beveiliging moet worden
ingebouwd om vrij verspreide gegevens te beschermen.
Ook het repressieve element moet worden overdacht.
Dat is dan de computercriminaliteit. Een wetsontwerp dat
16 jaar bij de Raad van State is geweest, wordt thans
besproken. Het is niet perfect, maar zal toch een aanzet
geven tot een oplossing van dit probleem. De overheid
heeft ook een voorbeeldfunctie en ik probeer dat in de
regering waar te maken, zij het dat het hier toch om een
wat gedeelde bevoegdheid van iedereen gaat. Meer
specifiek gaat het over minister Van den Bossche en
mijzelf. Een van de dingen die wij op poten zetten, is een
samenwerkingsverband tussen overheid en prive´-sector
om de overheid te digitaliseren. Ik heb daar echter niet op
gewacht en voor de Regie der Gebouwen hiertoe reeds
een aanzet gegeven. U weet dat dit bij uitstek een
departement is dat met aanbestedingen werkt. Ik heb
gevraagd om op de website van de Regie een aantal
aanbestedingen opvraagbaar te maken. Het gaat dan
nog niet over de interactieve manier van werken met
afdwingbare afspraken naar twee kanten. U vindt dit op
de website met de naam regie.fgov.be. U kunt daar eens
een kijkje nemen. Op dit ogenblik zijn er tien tot veertien
nieuwe aanbestedingen per week wat de website betreft.
Dit aantal moet worden opgedreven en zo moet de
voorbeeldfunctie voor andere departementen tot stand
worden gebracht. Op die manier moet de transparantie
van aanbiedingen tot stand komen.
Meteen wordt de link gelegd met het Belgisch Staatsblad.
Er zijn in de regering werkgroepen actief geweest om het
Belgisch Staatsblad as such te digitaliseren. Vandaag is
dit een evidente weg.
Er moeten een aantal technische elementen worden
geregeld. Een aantal daarvan zijn van procedurele aard,
waaronder enkele wetgevende initiatieven.
De mogelijkheid van de digitale handtekening wordt
besproken en het wetsontwerp over de computercrimi-
naliteit berust op dit ogenblik bij de Raad van State.
Tenslotte wijs ik op de voorbeeldfunctie van de Regie der
Gebouwen. Tien tot 14 aanbestedingen staan op het
web. Marketing ten behoeve van collega's in andere
departementen kan nooit kwaad.
Ik hoop dat juffrouw Schauvliege hiermee voldoende
werd gei¨nformeerd.
De voorzitter : Mevrouw Joke Schauvliege heeft het
woord.
Mevrouw Joke Schauvliege (CVP) : Mijnheer de voor-
zitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Mijnheer de minister, ik kreeg echter geen antwoord op
de vraag of u in de nabije toekomst iets wilt wijzigen aan
de overheidsopdrachten. Ik relativeer uw antwoord in
verband met de computercriminaliteit in die zin dat de
Europese Commissie nu al de aankondigingen op Inter-
net publiceert. Zij maakt op dit ogenblik werk van een
elektronische gunning, de procedure verloopt namelijk
elektronisch. Het zou interessant zijn mocht Belgie¨ na-
gaan hoe de Europese Commissie in de praktijk de zaak
aanpakt. De betrokken sectoren zijn vragende partij
omdat alles op die manier transparanter wordt. De aan-
kondiging zou elektronisch moeten worden doorgestuurd
naar de Diensten van het Belgisch Staatsblad.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 14.45 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.45 uur.
HA 50
COM 054
11
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000