B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
COMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
COMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES
ET DE L
'A
GRICULTURE
VAN
DU
26-10-1999
26-10-1999
HA 50
COM 029
HA 50
COM 029
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 029
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Dinsdag 26 oktober 1999
COMMISSIE
VOOR
HET
BEDRIJFSLEVEN,
HET
WETENSCHAPSBELEID,
HET
ONDERWIJS,
DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTU-
RELE INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
-
COM 029
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- mevrouw Simonne Creyf aan de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling over
de stranded
costs naar aanleiding van de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt
(nr. 225)
- de heer Daan Schalck aan de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling over
de stranded
costs
(nr. 280)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling over
de indiening van
een officieel dossier 'verloren kosten' in de elektriciteits-
sector bij de Europese Commissie
(nr. 271)
5
sprekers : Daan Schalck, Frieda Brepoels, Olivier
Deleuze
, staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, Simonne Creyf
Mondelinge vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Economie en Wetenschappelijk Onder-
zoek over
de werking van de Raad voor Mededinging
(nr. 252)
9
sprekers : Karel Van Hoorebeke, Rudy Demotte, mi-
nister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
over
de Europese chocoladerichtlijn (nr. 267)
10
sprekers : Ferdy Willems, Rudy Demotte, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
Mondelinge vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
over
de toegang tot de informatiesnelweg (nr. 269)
11
sprekers : Magda De Meyer, Rudy Demotte, minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister
van Financie¨n en tot de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over
het openbaar bod van Suez
Lyonnaise des Eaux op de resterende aandelen van de
nutsgroep Tractebel en het gevaar voor de Belgische
belangen
(nr. 107)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van
Financie¨n)
13
sprekers : Simonne Creyf, Didier Reynders, minister
van Financie¨n
Sommaire
Mardi 26 octobre 1999
COMMISSION DE L'E
´ CONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES
ET
CULTURELLES
NATIONALES,
DES
CLASSES
MOYENNES
ET
DE
L'AGRI-
CULTURE
-
COM 029
Questions orales jointes de :
- Mme Simonne Creyf au secre´taire d'Etat a` l'Energie et
au De´veloppement durable sur
les 'stranded costs' a`
propos de la libe´ralisation du marche´ de l'e´lectricite´
(n° 225)
- M. Daan Schalck au secre´taire d'Etat a` l'Energie et au
De´veloppement durable sur
les 'stranded costs' (n° 280)
- Mme Frieda Brepoels au secre´taire d'Etat a` l'Energie et
au De´veloppement durable sur
le de´po^t d'un dossier
officiel 'stranded costs' dans le secteur de l'e´lectricite´
aupre`s de la Commission europe´enne
(n° 271)
5
orateurs : Daan Schalck, Frieda Brepoels, Olivier
Deleuze
, secre´taire d'Etat a` l'Energie et au De´veloppe-
ment durable, Simonne Creyf
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique sur
le fonc-
tionnement du Conseil de la concurrence
(n° 252)
9
orateurs : Karel Van Hoorebeke, Rudy Demotte, mi-
nistre de l'Economie et de la Recherche scientifique
Question orale de M. Ferdy Willems au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique sur
la directive
europe´enne relative au chocolat
(n° 267)
10
orateurs : Ferdy Willems, Rudy Demotte, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique
Question orale de Mme Magda De Meyer au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique sur
l'acce`s
aux autoroutes de l'information
(n° 269)
11
orateurs : Magda De Meyer, Rudy Demotte, ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique
Interpellation de Mme Simonne Creyf au ministre des
Finances et au secre´taire d'Etat a` l'Energie et au De´ve-
loppement durable sur
l'offre publique de Suez Lyonnaise
des Eaux sur le reste des actions de Tractebel et le danger
que cette offre repre´sente pour les inte´re^ts belges
(n° 107)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre des Finances)
13
orateurs : Simonne Creyf, Didier Reynders, ministre
des Finances
HA 50
COM 029
3
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSION DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID,
HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MARDI 26 OCTOBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 26 OKTOBER 1999
De vergadering wordt geopend om 10.35 uur door de
heer Jos Ansoms, voorzitter.
La re´union est ouverte a` 10.35 heures par M. Jos
Ansoms
, pre´sident.
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- mevrouw Simonne Creyf aan de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over
de
stranded costs naar aanleiding van de liberalisering
van de elektriciteitsmarkt
(nr. 225)
- de heer Daan Schalck aan de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling over
de stran-
ded costs
(nr. 280)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over
de
indiening van een officieel dossier 'verloren kosten'
in de elektriciteitssector bij de Europese Commissie
(nr. 271)
Questions orales jointes de :
- Mme Simonne Creyf au secre´taire d'Etat a` l'Energie
et au De´veloppement durable sur
les 'stranded
costs' a` propos de la libe´ralisation du marche´ de
l'e´lectricite´
(n° 225)b>
- M. Daan Schalck au secre´taire d'Etat a` l'Energie et
au De´veloppement durable sur
les 'stranded costs'
(n° 280)b>
- Mme Frieda Brepoels au secre´taire d'Etat a` l'Ener-
gie et au De´veloppement durable sur
le de´po^t d'un
dossier officiel 'stranded costs' dans le secteur de
l'e´lectricite´ aupre`s de la Commission europe´enne
(n° 271)b>
De voorzitter : Aangezien mevrouw Simonne Creyf nog
niet aanwezig is geef ik eerst het woord aan de heer
Daan Schalck.
De heer Daan Schalck (SP) : Mijnheer de voorzitter, mi
jnheer de minister, wij zijn ons allen ervan bewust dat wij
langzaam evolueren naar een liberalisering van de
electriciteits- en de gasmarkt in ons land.
Een van de discussiepunten in dat verband zijn ongetwij-
feld de stranded costs, met andere woorden de kosten
die een aantal maatschappijen in het verleden gedaan
hebben, en die zij niet zouden gedaan hebben in een
geliberaliseerde markt.
In de aanvangfase zal de liberalisering voor de grote
bedrijven voordelig zijn. Los van een aantal tarief-
verlagingen die recent werden goedgekeurd, zullen de
residentie¨le verbruikers daarvan in eerste instantie maar
weinig of niet kunnen meegenieten. In welke mate echter
zullen de residentie¨le verbruikers rechtstreeks of on-
rechtstreeks hiervoor moeten opdraaien ?
Wat is de omvang van de stranded costs voor de
electriciteitssector ? Wat wordt al dan niet in aanmerking
genomen om die kosten te berekenen ?
Hoe zullen deze kosten worden opgevangen ? Recht-
streeks door de belastingbetaler of zal er een fonds
worden opgericht ?
Werden in dat verband reeds beslissingen genomen wat
betreft de gassector ? Hoeveel bedragen de stranded
costs in deze sector en wat wordt ervoor in aanmerking
genomen ? Zullen deze kosten rechtstreeks op de
belastingbetaler worden verhaald of zal hiervoor een
fonds worden opgericht ?
HA 50
COM 029
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de staatssecretaris, mijnheer de minister,
collega's, enkele weken geleden vernam ik via de pers
dat de regering nog geen dossier had ingediend bij de
Europese Commissie en dat de kans erg klein was dat de
regering een definitieve aanvraag zou indienen omdat er
blijkbaar weinig hoop is dat de Europese Commissie
zulks zou aanvaarden.
Omstreeks 15 oktober echter meldde de pers dat de
regering uiteindelijk toch een officieel dossier indiende bij
de Europese Commissie, met betrekking tot de verloren
kosten die de electriciteitssector zou hebben blootgesteld
in het perspectief van de liberalisering van de energie-
markt.
In de bespreking van de organisatie van de electriciteits-
markt die in het voorjaar plaatsvond, las ik dat de heer
Van Dienderen het wenselijk achtte dat de regering een
ernstige en onafhankelijke studie zou laten uitvoeren van
het dossier van de verloren kosten, die nadien aan het
parlement zou worden voorgelegd.
Ik heb geen kennis van een dergelijke studie, vandaar
mijn vraag, mijnheer de staatssecretaris, of die onafhan-
kelijke studie werd uitgevoerd die dan zou leiden tot uw
uiteindelijk voorstel.
Het huidige voorstel zou betrekking hebben op een
bedrag van 36 miljard frank en niet op 180 miljard frank,
het bedrag dat door de voormalige minister, de heer Di
Rupo, werd voorgesteld. Dit bedrag van 36 miljard frank
kan in drie categoriee¨n worden verdeeld. Ten eerste,
ongeveer 15 miljard frank voor de sanering van nucleaire
onderzoekssites en de verbintenissen van de electrici-
teitsproducenten voor de behandeling van radioactief
afval. Wat doet men hier met het principe
de vervuiler
betaalt
? Ten tweede, 5 miljard frank voor maatregelen
en verbintenissen ten voordele van rationeel energie-
verbruik en aanwending van hernieuwbare energiebron-
nen. Ik denk niet dat we daar problemen mee hebben.
Ten derde, 16 miljard frank voor de pensioenlasten van
oud-werknemers van Electrabel. Uit de vorige besprekin-
gen heb ik begrepen dat Electrabel een bedrijfsfout zou
gemaakt hebben door te weinig pensioenreserves aan te
leggen voor 1993. Dit gebeurde weliswaar met medewe-
ten van de overheid. Ik denk toch dat pensioenlasten het
resultaat zijn van interne bedrijfsonderhandelingen. Ver-
schillende partijen, die deel uitmaken van de huidige
regering, waren het er niet mee eens dat de pensioen-
lasten deel uitmaken van de onderhandelingen. Graag
had ik van de staatssecretaris vernomen of hij de inhoud
van dit dossier kan toelichten en of hij de genoemde
cijfers kan bevestigen en motiveren. Hoe verantwoordt hij
de verschillende kosten ? Heeft hij enig zicht op de
dossiers die door andere EU-landen werden ingediend
en wat is de omvang van deze dossiers ?
Welke kosten werden in aanmerking genomen ? Zal de
staatssecretaris gebruik maken van de mogelijkheid om
de verloren kosten te recupereren via een heffing op het
electriciteitsverbruik ? Of zal de federale overheid hierin
haar financie¨le verantwoordelijkheid opnemen ?
Le pre´sident : La parole est au secre´taire d'Etat.
M. Olivier Deleuze, secre´taire d'Etat : Monsieur le pre´-
sident, les cou^ts e´choue´s ont pour base le´gale l'article 21
de la loi sur la libe´ralisation du marche´ de l'e´lectricite´.
Celui-ci pre´cise ceci :
Bij een in Ministerraad overlegd besluit, na advies van
de commissie, kan de Koning (...) een fonds oprichten,
onder beheer van de commissie, dat : (...) in voorkomend
geval, alle of een deel van de kosten en verliezen die
electriciteitsondernemingen niet kunnen terugwinnen we-
gens de openstelling van de electriciteitsmarkt, in de
mate en voor de duur toegestaan door de Europese
Commissie.
Etant donne´ qu'au cours de la pre´ce´dente le´gislature, la
Belgique a demande´ un sursis d'un an pour la re´alisation
de la libe´ralisation du marche´ de l'e´lectricite´, cela signifie
que la date d'entre´e en vigueur de cette libe´ralisation est
fixe´e au 19 fe´vrier 2000. Or, ces cou^ts e´choue´s, le cas
e´che´ant, doivent e^tre de´pose´s a` la Commission quatre
mois avant expiration du de´lai. Ainsi, sur ma proposition,
c'est le 18 octobre que le gouvernement a de´pose´ trois
cou^ts e´choue´s aupre`s de la Commission europe´enne,
comme indique´ par Mme Brepoels.
En effet, au cours de la pre´ce´dente le´gislature, une
premie`re notification provisoire avait e´te´ faite a` la Com-
mission pour un montant de 180 milliards de francs
belges, le 19 fe´vrier 1998. La somme globale que le
gouvernement a rentre´e comme
stranded costs est
effectivement de 37 milliards de francs belges, donc bien
moindre que la pre´ce´dente, ce qui permettra une libe´ra-
lisation effective du marche´ : plus les
stranded costs
sont e´leve´s, plus les cou^ts impute´s soit au consomma-
teur d'e´lectricite´ soit au transporteur - et, in fine, au
consommateur - seront e´leve´s, ce qui nuit a` la libe´ralisa-
tion. Si on vous permet de transporter votre e´lectricite´
aux conditions d'un prix prohibitif, ipso facto, il n'y a pas
de transport d'e´lectricite´.
Quels sont les trois cou^ts rentre´s a` la Commission ?
D'abord, le passif nucle´aire.
Soyons clairs : on ne parle pas de ce qui concerne les
sept centrales nucle´aires belges; il n'est question que
des installations situe´es a` Dessel-Mol. Le passif nu-
6
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Deleuze
cle´aire et son re`glement entre les pouvoirs publics et les
producteurs prive´s sont re´gle´s par une convention de
1990. Malheureusement, celle-ci ne reste valable que
jusque fin 2000. Le pre´ce´dent gouvernement avait de´-
cide´, en Conseil des ministres du 26 janvier 1996, que
cette convention devait e^tre rene´gocie´e avec les produc-
teurs avant juin 1997, puisqu'elle n'est valable que
jusqu'a` la fin 2000. Malheureusement, aucune ne´gocia-
tion n'a eu lieu au cours de la pre´ce´dente le´gislature.
Il est clair que les pouvoirs publics ne sont pas en
situation de force, car ils sont tenus de ne´gocier en
l'espace d'un an l'e´ventuel prolongement de cette
convention, alors que le marche´ se libe´ralise de`s a`
pre´sent.
Une e´pe´e de Damocle`s pe`se donc sur le budget public
puisqu'il faut attendre les conclusions des ne´gociations
qui, a` mon sens, auraient du^ avoir lieu plus to^t pour nous
e´viter d'agir dans la pre´cipitation.
Quel passif nucle´aire avons-nous propose´ ? Il s'agit
principalement de BP2 du de´partement
Waste du
CEN/SCK, pour un montant d'environ 14 milliards. Il y a
aussi le passif nucle´aire CEN/SCK, a` savoir le de´mante`-
lement du re´acteur BR3 a` concurrence de 25%. La
convention de 1990 et la manie`re dont elle a e´te´ appli-
que´e a eu pour conse´quence que le secteur prive´ a pris
a` sa charge 100% du passif nucle´aire BP2 et 25% du
de´mante`lement de BR3. Ce dernier poste repre´sente
environ 1,6 milliard de francs belges.
Le passif nucle´aire comporte encore deux cou^ts d'impor-
tance relativement moindre :
1° le cou^t de gestion par l'ONDRAF de de´chets de petits
producteurs, pour un montant de 87 millions de francs
belges;
2° le cou^t d'une e´tude par l'ONDRAF concernant la
gestion des de´chets, pour laquelle Electrabel s'e´tait
engage´e pour 35 millions de francs belges.
Nous arrivons ainsi a` un total de 15,9 milliards de francs
belges.
Nous sommes contraints de ne´gocier un prolongement,
au-dela` de 2000, de cette convention de 1990, tout en
sachant que cette dernie`re pre´voit le cadre de ce prolon-
gement. Cependant, bien malin celui qui peut prouver
aujourd'hui que ce cadre est normatif.
Concernant ces
stranded costs nucle´aires, il est expli-
citement pre´vu dans la note technique remise a` la
Commission que le financement de ce passif sera exclu-
sivement impute´ aux kilowatts/heure consomme´s en
Belgique et d'origine nucle´aire. Ce sera donc l'e´lectricite´
nucle´aire qui paiera le passif nucle´aire.
J'en arrive aux fonds de pension. La de´cision du Conseil
des ministres porte uniquement sur les fonds de pension
du secteur
production et non sur ceux du secteur
distribution. Ils concernent les agents pensionne´s
avant 1993 et sont e´value´s a` environ 25 milliards de
francs belges.
Aanvankelijk opteerde het Controlecomite´ voor Gas en
Elektriciteit voor het afvlakken van de pensioenlasten uit
het verleden die het voorwerp uitmaakten van een
verdelingsmechanisme en niet van kapitalisatie. De doel-
stelling bestond erin bijkomende lasten te vermijden en
een belangrijke verlaging van de elektriciteitstarieven toe
te laten. Sedert vijf jaar provisioneert de elektriciteits-
sector, naast het ten laste nemen van de pensioenen,
progressief de lasten van haar actieve agenten en betaalt
in kapitaal het grootste deel van haar agenten die met
rust gaan uit. Het voortzetten van die inspanning gedu-
rende de vier komende jaren zou moeten leiden tot de
uitbetaling van het voltallige actief personeel van de
afdeling elektriciteitsproductie. Wij overwegen echter dat
alleen de pensioenen van het voor 1993 gepensioneerd
personeel het voorwerp zouden uitmaken van een over-
gangsmaatregel, een stranded cost dus. De derde stran-
ded cost die wij hebben ingediend betreft REG en
hernieuwbare
energiebronnen.
In
1995
heeft
de
elektriciteitssector zich ertoe verbonden werk te maken
van een REG-plan op basis van de eisen, bepaald in het
uitrustingsplan 1995-2005.
Bij aanbeveling van het Controlecomite´ heeft de activiteit
elektriciteitsdistributie e´e´n centiem per aan zijn clie¨nteel
geleverd kilowatt-uur gei¨nvesteerd in REG-acties die zijn
ingeschreven in een plan dat in samenwerking met de
Gewesten tot stand is gekomen. Dit vertegenwoordigt
een jaarlijkse last van ongeveer 400 miljoen frank
op Belgisch niveau, een bedrag dus van ongeveer
2,4 miljard Belgische frank tegen het jaar 2005.
De activiteit elektriciteitsproductie heeft eveneens een
REG-plan opgesteld dat door het Controlecomite´ is aan-
vaard. De productiesector heeft zich bij aanbeveling van
het comite´ ertoe verbonden in 1995 380 miljoen Bel-
gische frank te investeren en die middelen in 2005 op te
trekken tot 450 miljoen frank, hetzij eveneens een bedrag
van ongeveer 2,4 miljard frank tegen het jaar 2005.
Tot slot werd door het Controlecomite´ in 1995 ook een
aanbeveling aanvaard en in juli 1998 gewijzigd voor het
toekennen
van
een
extratarifaire
tegemoetkoming
van 1 of 2 frank voor installaties die elektriciteit produce-
ren op basis van hernieuwbare energie. Die tegemoet-
koming wordt toegekend voor een periode van tien jaar
vanaf
het
ogenblik
van
de
aanvraag.
Voor
de
elektriciteitssector vertegenwoordigt deze maatregel een
jaarlijkse kost van ongeveer 30 miljoen frank, hetzij een
bedrag in de orde van 180 miljoen frank tegen 2005.
HA 50
COM 029
7
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Deleuze
Al deze maatregelen samen moeten bijdragen tot de
noodzakelijke beperking van de uitstoot van broeikas-
gassen die vervat is in het nationaal programma ter
vermindering van de uitstoot van CO2 van 1994. De
noodzaak om hieraan te voldoen wordt vandaag nog
versterkt door de nieuwe verbintenissen die Belgie¨ is
aangegaan in het raam van de Kyoto-akkoorden en door
de richtsnoeren die bepaald zijn in de nieuwe federale
beleidsverklaring van juli 1999.
Voila` donc les trois
stranded costs rentre´s par le
gouvernement. Il s'agit bien d'une de´cision de les de´po-
ser a` la Commission europe´enne, mais il ne s'agit
explicitement pas d'une de´cision de leur prise en charge
par le gouvernement, le cas e´che´ant.
Je voudrais encore re´pondre deux choses a` M. Schalck.
Er zijn geen stranded costs wat gas betreft. Dat is niet
voorzien in de Europese richtlijn voor de liberalisering
van de gasmarkt. Voorts is er geen officie¨le beslissing
van de Commissie inzake de stranded costs die werden
ingediend door andere Europese landen. Net als u heb ik
wel gelezen dat verschillende Europese landen stranded
costs hebben ingediend en dat de Commissie een eerste
voorbeslissing heeft genomen op 7 of 8 juli. Die beslis-
sing is echter niet officieel. Ze werd niet bevestigd en ik
heb dus geen officie¨le informatie over de stranded costs
die door de andere Europese landen werden ingediend.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, het spijt me, maar ik heb het begin van het
antwoord van de staatssecretaris wegens een techni-
sche storing aan de vertaling niet kunnen volgen. Ik volg
weliswaar taalcursussen, maar deze materie is zeer
technisch en ik betreur dan ook dat ik de uitleg niet in mijn
moedertaal heb kunnen aanhoren. Ik hoop dat het Be-
knopt Verslag mij een en ander zal verduidelijken.
Ik had nog een bijvraag. De federale regering heeft in
1997 een onderzoek bevolen naar de verschillende mid-
delen die het mogelijk moeten maken dat de beschik-
baarheid van de provisies voor de ontmanteling van
kerncentrales, die de elektriciteitsproducenten sinds
1985 aanleggen, worden gegarandeerd. Is dit onderzoek
reeds bee¨indigd ? Zal het parlement hierover worden
gei¨nformeerd ? Ik denk hierbij ook aan de opdracht die
de Ministerraad aan de administratie heeft gegeven om
een studie te maken over de twee opties die mogelijk zijn
op het einde van de nucleaire brandstofcyclus, opwer-
king en directe berging. Is die studie al aan de Kamer
bezorgd ? Ik dacht dat beide studies in het voorjaar aan
bod zijn gekomen tijdens de bespreking van de organi-
satie van de elektriciteitsmarkt. Kunnen deze studies aan
het parlement worden bezorgd ?
De voorzitter : De heer Daan Schalck heeft het woord.
De heer Daan Schalck (SP) : Mijnheer de voorzitter, uit
het antwoord van de staatssecretaris onthoud ik vooral
dat de stranded costs veel beperkter zijn gebleven dan
ooit was voorzien. Bovendien is het belangrijk dat de
kosten volledig op rekening komen van de producenten
van nucleaire energie. Ik hoop dat de bijdrage per
kilowatt-uur voor iedereen gelijk zal zijn zodat zij die
reeds profiteren van lage prijzen dankzij de liberalisering
van de markt, niet minder moeten bijdragen aan het
fonds.
De voorzitter : Mevrouw Simonne Creyf heeft het woord.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het spijt me, maar het is onmogelijk om in verschillende
commissievergaderingen tegelijkertijd aanwezig te zijn.
Bovendien heb ik in een andere commissie even de
belangen van de Brusselse Vlamingen moeten verdedi-
gen.
Ik heb slechts een gedeelte van het antwoord van de
staatssecretaris kunnen aanhoren. Ik had vernomen dat
het bedrag is beperkt tot 36 of 37 miljard. Dit steekt schril
af tegen de schatting van 180 miljard, die de heer Di
Rupo tijdens de vorige regeerperiode heeft vooropge-
steld. De staatssecretaris heeft gezegd dat het feit dat de
regering stranded costs aanvaardt en aan de Europese
Commissie aangeeft, niet betekent dat de overheid de
kosten zal betalen. Wie zal ze betalen : de producenten,
diegenen die op het net komen of de gebruikers ?
De voorzitter : De staatssecretaris heeft het woord.
Staatssecretaris Olivier Deleuze : Mevrouw Brepoels,
verontschuldig mij dat ik in het begin in het Frans heb
geantwoord op deze technische vragen, zonder te weten
dat er geen vertaling was. Voor mij zijn deze vragen even
technisch en het was dus belangrijk mij niet te vergissen.
Het is mijn bedoeling aan het parlement alle informatie te
geven waar het om vraagt, voor zover ze niet strikt
vertrouwelijk is - maar dat onderscheid ken ik nog niet
altijd. (Gelach)
Mevrouw Brepoels vroeg uitleg in verband met de provi-
sies, de ontmanteling en het afval. Dat is iets heel anders
dan wat wij vandaag bespreken. De laatste studie ter-
zake werd in 1995 uitgevoerd door het Controlecomite´ en
vermits deze studies om de vijf jaar gebeuren, is de
volgende officie¨le studie in 2000 gepland. Ik ben van plan
de resultaten van de studie, die mij door het Controleco-
mite´ worden gegeven, te laten lezen door een team van
internationale wetenschapslui. De laatste officie¨le schat-
ting is in 1995 gedaan door een onafhankelijk Duits
bureau.
8
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Deleuze
De studies inzake opwerking of once-through-cycle
moesten, conform de resolutie Geysels-Morael van
1993, inderdaad al een paar maanden of jaren geleden
gedaan zijn. Volgens mijn informatie zullen deze studies
in 2000 afgewerkt zijn, maar in de regeringsverklaring is
bepaald dat de contracten die door de vorige minister,
belast met Energie, in december 1998 werden stopgezet,
niet zullen worden hernomen. Dus, een maal het laatste
ton splijtstof herwerkt, is het gedurende deze legislatuur
gedaan met het heropwerken van splijtstof. Het parle-
ment moet beslissen of het daarover nog een debat
wenst te voeren, maar wat de regering betreft, wordt met
de heropwerking van kernsplijtstof gestopt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Karel Van Hoorebeke
aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek over
de werking van de Raad voor
Mededinging
(nr. 252)
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au minis-
tre de l'Economie et de la Recherche scientifique sur
le fonctionnement du Conseil de la concurrence
(n° 252)b>
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
minister, het is me een genoegen u een vraag te mogen
stellen over een problematiek die vroeger reeds werd
besproken en die u ongetwijfeld kent. Ik hoef hier dan ook
niet lang over uit te weiden. Tijdens de vorige zittingspe-
riode werd er gei¨nterpelleerd en werden er vragen ge-
steld over de slechte werking van de Raad voor Mede-
dinging. Op een bepaald ogenblik gingen de voorzitter en
de assessoren van de raad in staking. Ze beweerden
over onvoldoende personeel en materie¨le infrastructuur
te beschikken. Uw voorganger, minister Di Rupo, heeft
deze problemen steeds met zijn breedste glimlach trach-
ten op te vangen. Niettemin weten we vandaag nog
steeds niet waar we staan.
Mijnheer de minister, de Raad voor Mededinging speelt
een niet onbelangrijke rol bij betwistingen over de aspec-
ten van economische mededinging. Deze raad moet dan
ook al onze aandacht krijgen. Zou u ons de huidige stand
van zaken willen meedelen ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Rudy Demotte : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Hoorebeke, collega's, de Raad voor Mededinging
werkt momenteel inderdaad niet goed. Er zijn verschil-
lende redenen voor de tekortkomingen in haar werking.
De wet waarin de werking van de raad grondig werd
gewijzigd, dateert slechts van 26 april 1999. De vorige
regering heeft geen akkoord bereikt over de hernieuwing
van het mandaat van de leden van de raad, niettegen-
staande hun mandaat op 27 april 1999 ten einde liep.
Om deze situatie op te lossen, heb ik een nieuwe oproep
aan alle belangstellenden laten richten om zich kandidaat
te stellen. Ik heb ervoor gezorgd dat deze oproep vol-
doende ruchtbaarheid kreeg bij de kandidaten door ze
niet alleen in het Belgisch Staatsblad te laten verschij-
nen, maar ook in gespecialiseerde juridische tijdschriften
en in de jobbijlagen van de nationale dagbladen. Sinds
eind september beschik ik over een lijst met kandidaat-
stellingen. Het is mijn bedoeling een voorstel tot beslis-
sing aan de Ministerraad voor te leggen om de installatie
van de nieuwe Raad voor Mededinging vanaf begin
november mogelijk te maken.
Bovendien zal ik zorgen voor de benoeming van nieuwe
verslaggevers. De verslaggevers vervullen immers een
belangrijke rol bij de nieuwe procedure waarin de wet van
26 april 1999 voorziet. In deze wet wordt bepaald dat de
verslaggevers moeten worden benoemd na een werving-
sexamen dat door het Vast Wervingssecretariaat wordt
georganiseerd. Ik heb nog een tweede initiatief genomen
voor het geval dit examen omwille van praktische rede-
nen niet binnen enkele maanden kan worden georgani-
seerd. Dit tweede initiatief houdt in dat ik aan de Minis-
terraad een voorontwerp van wet zal voorleggen om de
tijdelijke aanstelling van verslaggevers mogelijk te ma-
ken.
Teneinde en efficie¨nte werking van de nieuwe Raad voor
de Mededinging te waarborgen, heb ik een reeks con-
crete initiatieven genomen om de materie¨le problemen
van het verleden, zoals bijvoorbeeld de afwezigheid van
aangepaste lokalen, op te lossen. Ze hebben nu de
beschikking over nieuwe lokalen en de leden van de raad
krijgen een toereikende vergoeding. Ik hoop dan ook dat
de raad binnen een redelijke termijn volledig operationeel
zal zijn. Net zoals u vind ik dat dit zeer belangrijk is voor
onze economie.
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt duidelijk een
aanvang gemaakt om e´e´n en ander zo spoedig mogelijk
recht te trekken. Toch zal het nog enige tijd duren
vooraleer de dienst operationeel is. Het zijn uiteraard niet
enkel de rechters of de magistraten die belangrijk zijn
maar ook, zoals u terecht hebt opgemerkt, de verslagge-
vers. Zij moeten immers de onderzoeken verrichten en
het dossier aanbrengen.
HA 50
COM 029
9
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
De zaak met het Vast Wervingssecretariaat zal zeker nog
geruime tijd aanslepen. U had het ook over een vooront-
werp om tot een tijdelijke aanstelling te kunnen overgaan.
Dit alles zal dus nog enige tijd in beslag nemen zodat
men pas binnen dit en een jaar met de operationele
werking van de raad kan starten.
U moet zo spoedig mogelijk werk maken van deze zaak.
Het is goed dat u oog hebt voor de infrastructuur en de
vergoeding. In het verleden kloeg men er dikwijls over dat
magistraten en rechters dit moesten combineren met hun
andere functie en er zo niet voldoende aandacht aan
konden schenken. De zaak is belangrijk genoeg om ze
verder in deze commissie op te volgen. We rekenen er op
dat u ons verder op de hoogte houdt van de stand van
zaken.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Rudy Demotte : Men moet inderdaad een duur-
zame oplossing vinden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk Onder-
zoek over
de Europese chocoladerichtlijn (nr. 267)
Question orale de M. Ferdy Willems au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique sur
la directive europe´enne relative au chocolat
(n° 267)b>
De voorzitter : De heer Ferdy Willems heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, aangezien het om een technische
materie gaat, zal ik eerst in het kort de situatie schetsen.
De vraag is of er al dan niet vet wordt toegelaten in
cacaoboter die chocolade bevat. Dit thema kan in eerste
instantie niet zo belangrijk ogen. Alleen in Belgie¨ zijn er
echter niet minder dan 6 ministeries betrokken bij deze
materie : Volksgezondheid, Economische Zaken, Finan-
cie¨n, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ont-
wikkelingssamenwerking. Binnen Europees verband
heeft het onderwerp ook reeds tot controverses geleid.
Grosso modo laten 7 landen dit vet toe en 8 andere,
waaronder Belgie¨, niet.
Ik wijs er op dat de Belgische vertegenwoordigers in het
Europees parlement niet allemaal op dezelfde lijn zitten.
De liberale families zouden eerder opteren om het vet
wel toe te laten terwijl de anderen hiertegenover afwij-
zend zouden staan.
De hoofdreden van mijn vraag is echter het belang van
de derdewereldlanden in deze materie. We mogen niet
vergeten dat van dit probleem het lot afhangt van meer
dan 1 miljoen kleine cacaoboeren in West-Afrika. De
universiteit van Amsterdam, die daar een studie over
heeft gemaakt, heeft berekend dat, indien men vet toe-
laat, hun inkomsten zullen dalen met niet minder dan
20%. De prijs die de kleine boeren nu krijgen voor hun
cacao is nu reeds gedaald met meer dan 30%. De zaak
is voor hen dan ook van levensbelang.
De kleine tegemoetkoming dat het vet dat men zou
toelaten van tropische, zeg maar Afrikaanse oorsprong
moet zijn, doet niet veel terzake. Het helpt niet veel.
Ik zou dit thema willen aanhalen in het kader van onze
solidariteit met de derdewereldlanden, in het kader ook
van een rechtvaardige wereldhandel, waarover wij allen
terecht praten. Hier zien wij een mogelijkheid om deze
woorden ook in daden om te zetten.
Dit thema lag ook bij de vorige Belgische regering niet
ongevoelig. Reeds vroeger kwam dit thema al aan bod.
Het werd ook aangekaart in Finland. Weldra moet ook op
Europees vlak daarover een beslissing worden geno-
men. De vraag is mijns inziens dan ook terecht.
Mijnheer de minister, is er al een methode ontwikkeld om
die vetten wetenschappelijk correct te detecteren ? Zijn
er reeds maatregelen genomen in verband met etiket-
tering ? Wat zijn de verschillen tussen de nieuwe Euro-
pese voorstellen in de cacao-richtlijn met de vorige ?
Wordt er rekening gehouden met het standpunt van
Zwitserland,
weliswaar
geen
Europese-
Gemeenschapsland, maar in de chocoladesector toch
wel bijzonder belangrijk ? Werd er reeds een studie
uitgevoerd die de impact van de verschillende richtlijnen
exact bepaalt ? Is die er op Europees vlak ? Is die er op
Belgisch vlak ?
Welke houding zal de minister, zal Belgie¨ in dit dossier
aannemen ? Het thema is ontzettend belangrijk voor de
derdewereldlanden en de beslissing moet heel binnen-
kort vallen.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Rudy Demotte : Mijnheer Willems, acht lidsta-
ten hebben het voorstel over de chocoladerichtlijn door
de commissie negatief onthaald. In oktober 1997 heeft
het Europees Parlement een reeks amendementen inge-
diend.
Le nouveau projet de compromis connai^t plusieurs avan-
ce´es.
Premie`rement, l'utilisation de matie`res grasses ve´ge´tales
en remplacement du beurre de cacao est limite´e a` 5%.
10
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rudy Demotte
Deuxie`mement, la quantite´ de matie`res grasses de subs-
titution est maintenant re´duite de 20 a` 6 unite´s.
Troisie`mement, la proce´dure de re´vision de la liste des
matie`res grasses de remplacement et d'adaptation de la
directive aux progre`s techniques a e´te´ renforce´e : au lieu
d'adapter les modifications en comite´, toute modification
devra passer par le Conseil et le Parlement europe´ens.
La re´vision de la liste de matie`res grasses de remplace-
ment se fera en fonction des re´sultats de l'e´tude de la
Commission sur l'impact de la directive sur les e´cono-
mies des pays producteurs de cacao, ce qui re´pond a` la
demande de notre colle`gue Willems. Actuellement, la
plupart des pays ne seraient plus oppose´s a` cette
directive.
Dans votre deuxie`me question, vous me demandiez si
l'avis des producteurs suisses avait e´te´ pris en compte
par le Conseil. Comme dans tout dossier, les positions
des Etats en dehors de la Communaute´ europe´enne sont
des e´le´ments qui interviennent dans la re´flexion, mais
n'entrent pas formellement en ligne de compte.
Quant a` votre troisie`me question, relative a` l'impact sur
les pays producteurs de fe`ves de cacao, une e´tude
pre´liminaire de la Commission indique que cet effet
pourrait e^tre limite´. On peut cependant regretter qu'il
n'existe pas d'e´tude approfondie sur l'ensemble des
conse´quences de la directive, tant pour les pays produc-
teurs de fe`ves de cacao que pour les consommateurs.
Belgie¨ heeft zich altijd sterk gekant tegen het ontwerp
van deze richtlijn. Ons land is altijd beducht geweest voor
de impact van de richtlijn op de uitvoerende landen van
cacaobonen, en heeft zich ingezet voor de verdediging
van een kwaliteitsproduct en voor de informatieverstrek-
king van de consument.
In dit opzicht valt het te betreuren dat een tekst die tot
doel heeft een grotere Europese harmonisatie te bewerk-
stelligen, aan uitzonderingen is gewijd. Het voorstel van
richtlijn stelt inderdaad dat de chocolade die in het
Verenigd Koninkrijk en Ierland wordt geproduceerd en de
vooropgestelde criteria niet respecteert, de benaming
Family Milk Chocolate kan dragen. Bovendien kan men
betreuren dat de aanwezigheid van vervangende vetten
niet duidelijk op het etiket wordt vermeld. De vermelding
staat op de rug en niet op de voorzijde van de verpak-
king. Tenslotte is de controle op de kwaliteit en de
hoeveelheid van de vervangende vetten op dit ogenblik
niet sluitend. Bijgevolg hebben de ambtenaren van het
departement Economische Zaken zoals altijd het voor-
gestelde voorbehoud bij de richtlijn aangehouden.
De voorzitter : De heer Ferdy Willems heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
ik kan de minister verzekeren dat er nog altijd geen studie
is gemaakt. Hoe men op die manier een rechtvaardig
beleid kan voeren tegenover de producent en de consu-
ment is mij een raadsel.
Ik ben het eens met het voorbehoud dat de minister
maakt ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk en Ier-
land, evenals met zijn opmerkingen over de etikettering.
We zullen hem dus ook steunen. Nochtans is deze zaak
belangrijk. Als binnen de Europese Ministerraad eenpa-
righeid wordt bereikt, dan is het voor het Europees
Parlement een zo goed als uitgemaakte zaak. Zolang
Belgie¨ en andere landen voorbehoud blijven maken, blijft
er stof voor discussie en blijven de belangen van derde
wereld, waar het ons om te doen is, gewaarborgd.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Magda De Meyer aan
de minister van Economie en Wetenschappelijk On-
derzoek over
de toegang tot de informatiesnelweg
(nr. 269)
Question orale de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique sur
l'acce`s aux autoroutes de l'information (n° 269)b>
De voorzitter : Mevrouw Magda De Meyer heeft het
woord.
Mevrouw Magda De Meyer (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige week is in de media nogal
wat heisa ontstaan naar aanleiding van de publicatie van
een OESO-studie over de toegang tot het internet. In
deze studie werd aangetoond dat surfen op het internet
tijdens de daluren nergens duurder zou zijn dan in Belgie¨.
Deze studie weekte heel wat reacties los, natuurlijk ook
vanwege Belgacom, dat de studie voor een deel weer-
legde en stelde dat in de studie niet met alle elementen
rekening werd gehouden.
Een grotere en gemakkelijkere toegang tot het internet
zou ertoe moeten bijdragen dat de kenniskloof verkleint.
De vraag is of dit op het ogenblik het geval is. Ik meen dat
we alles in het werk moeten stellen om ervoor te zorgen
dat de nieuwe technologische toepassingen de kennis-
kloof helpen verkleinen in plaats van doen toenemen.
Volgens de jongste statistieken van het NIS beschikt e´e´n
op twintig gezinnen over een internetaansluiting, hetgeen
enorm veel is. Enorme advertenties in kranten en tijd-
schriften en agressieve reclamespotjes op radio en tele-
visie trachten de consument ervan te overtuigen om in te
gaan op het aanbod van een zogenaamd gratis interne-
taansluiting. De campagnes hebben duidelijk succes.
Volgens het weekblad Trends van 9 september kon het
bedrijf Freebel op drie weken tijd maar liefst 18 000
nieuwe abonnees strikken met een campagne voor een
gratis internetaansluiting.
HA 50
COM 029
11
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Magda De Meyer
Gratis internet betekent echter alleen gratis aansluiting
via een provider. Eenmaal de consument naar het
net is gelokt, rinkelt de kassa voor de providers. Zij
ontvangen immers interconnectievergoedingen van de
telecommunicatieoperatoren, halen winsten uit de aan-
bieding van andere betalende diensten, het gebruik van
dure hulplijnen, uit E-commerce via de website en uit de
verwerking van persoonlijke gegevens. Naar verluidt
worden voor de helpdesk buitensporige prijzen aangere-
kend. Bepaalde helpdesks vragen prijzen tot 2 700 frank
per uur zonder dat de consument hiervan op de hoogte
is. De kwaliteit die wordt aangeboden via de gratis
toegangen laat te wensen over. De verbindingen zijn
dikwijls
traag
zodat
de
telefoonkosten
voor
een
doorsneeconsument drastisch de hoogte worden inge-
jaagd.
De consument wordt niet alleen geconfronteerd met
financie¨le valstrikken. Hij wordt eveneens e´n ongevraagd
overspoeld met reclameboodschappen en e-mails op de
website van de provider waarlangs men verplicht moet
passeren. Last but not least komt de privacy van de
consument in gevaar. Persoonlijke gegevens worden
meer en meer als koopwaar behandeld.
Mijnheer de minister, worden de wet van 8 december
1992 op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
en de Europese richtlijn terzake nageleefd ? Heeft de
commissie voor de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer reeds klachten ontvangen ? Is de consument
ervan op de hoogte dat hij klacht kan indienen ? Voeren
de inspectiediensten gerichte controles uit ? Moet de
overheid geen voorlichtingscampagne op het getouw
zetten om weerwerk te bieden tegen deze al te agres-
sieve reclame ? Moet de overheid geen prijscontrole
uitvoeren op de al exuberante prijzen voor de hulplijnen ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister
Rudy
Demotte :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, de ontwikkeling van de elektronische handel en
de verglijding van internet zijn problemen die ik prioritair
wens aan te pakken.
Daarom heb ik op de Ministerraad van 1 oktober 1999
een beleidsnota inzake de elektronische handel inge-
diend. Dankzij dit initiatief kan de regering een globaal
actieplan goedkeuren. Mijn actieplan bevat drie concrete
elementen die, mijns inziens, een antwoord bieden op uw
vragen.
Vooreerst wil ik de consumenten vertrouwen inboeze-
men. Dit vertrouwen is immers de hoeksteen van de
ontwikkeling van de elektronische handel in ons land en
in de rest van Europa. De dienst economische inspectie
van mijn departement is belast met de uitwerking van een
internet-toezicht. Als alles goed gaat zal dat systeem
vanaf 2000 volledig operationeel zijn. Als men investe-
ringen in deze nieuwe technologie wenst aan te moedi-
gen, moet men over een duidelijke en voorspelbare
wetgeving terzake beschikken. De ontwikkeling van de
elektronische handel zal immers alleen bewerkstelligd
kunnen worden als de Belgische en Europese regelge-
ving terzake verenigbaar zijn met de regels die op
internationaal niveau worden toegepast.
Men dient erop toe te zien dat de reglementering die
wordt uitgevaardigd de concurrentiekracht van onze on-
dernemingen niet in het gedrang brengt en de ver-
nieuwing in die sector niet ontmoedigt. De juridische
omkadering moet dus veeleer gebaseerd zijn op alge-
mene principes dan op een massa regels die te specifiek
zijn en bovendien voortdurend moeten worden aange-
past. Uiteraard dient daarbij ook rekening te worden
gehouden met de wereldwijde dimensie van de elektro-
nische handel. De Belgische initiatieven moeten bijge-
volg passen in een internationaal kader, meer bepaald in
het kader van de beslissingen en de besprekingen bin-
nen de Europese Unie.
De tweede prioriteit is de bescherming van de prive´-
levenssfeer. Door de elektronische handel zullen op
termijn alle consumenten rechtstreeks toegang hebben
tot nagenoeg het volledige aanbod dat beschikbaar is in
de hele wereld. Dit vergroot vanzelfsprekend de interna-
tionale concurrentie. Een rechtstreeks gevolg hiervan is
dat de consument minder trouw wordt, wat de onderne-
mingen dan weer verplicht hun commercie¨le strategie bij
te sturen. Dit zou de ondernemingen in de verleiding
kunnen brengen gegevens te vergaren over hun klanten
om een veel preciezer beeld te krijgen van hun behoeften
en aldus hun aanbod te personaliseren. Deze vaststelling
maakt meteen duidelijk dat de ontwikkeling van de elek-
tronische handel een aantal delicate vragen doet rijzen,
onder andere met betrekking tot het respect voor de
persoonlijke levenssfeer van de gebruikers. De Staat
heeft een belangrijke rol te vervullen om voor eenieder
het effectief en onvoorwaardelijk recht op privacy te
garanderen.
De derde prioriteit is het vermijden van de dualiteit van de
maatschappij. Er moet op worden toegezien dat de
ontwikkeling van de informatiemaatschappij geen nieuwe
bron van sociale uitsluiting vormt. Ook al wordt de gratis
toegang tot internet stilaan een algemeen gegeven, toch
mag Man daaruit niet afleiden dat alle burgers gelijk zijn
voor deze nieuwe technologie en dat deze aanbiedingen
een de problemen van ongelijkheid oplossen.
Les proble`mes que vous soulevez m'apparaissent bien
re´els. En effet, il n'est pas exclu que ces annonces
comportent des e´le´ments de nature a` induire des
consommateurs en erreur. En conse´quence, j'ai de-
mande´ a` mon administration de l'Inspection e´conomique
de les examiner avec attention.
12
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rudy Demotte
Naast de eigenlijke gesprekskosten vormt de computer-
uitrusting die vereist is om toegang te krijgen tot internet,
een belangrijke bron van uitsluiting. Het zou ook verkeerd
zijn te beweren dat de kostprijs van de uitrusting en van
de gesprekken de enige obstakels zijn voor het gebruik
van internet. Het gebruik van internet vereist een veran-
dering van sommige gewoonten evenals enig inzicht in
een nieuwe technologie die nog lang niet binnen ieders
bereikt ligt. De ontwikkeling van internet houdt dus een
ree¨el gevaar in op sociale uitsluiting.
Om de uitsluiting van bepaalde sociale groepen te voor-
komen, moeten we ons bezinnen over de vraag of we de
verplichting niet moeten opleggen om de diensten die
belangrijk zijn voor het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld
het beheer van een bankrekening, ook op niet-
elektronische wijze te blijven aanbieden. Het gevaar voor
sociale uitsluiting is uiteraard niet beperkt tot Belgie¨. We
moeten helaas vaststellen dat de informatiemaatschappij
voor heel wat landen en volkeren een onbereikbaar
gegeven blijft. Het is de plicht van de Staat en van de
internationale organisaties om actief werk te maken van
die kwestie. Er is voor de politieke wereld een essentie¨le
rol weggelegd om de spelregels van de elektronische
handel te bepalen en om te ijveren voor de vooruitgang
van het onderwijs en voor het verdelen van de rijkdom.
Dans le cadre de la lutte contre le de´veloppement d'une
socie´te´ duale, le cou^t des te´le´communications est e´vi-
demment, comme vous le soulignez, un e´le´ment tre`s
important. Que ce soit bien clair, l'augmentation re´cem-
ment de´cide´e par Belgacom constitue a` mes yeux un
mauvais signal auquel il convient d'e^tre attentif pour
rechercher une solution alternative.
Dans la mesure ou` la suite de cette question rele`ve des
compe´tences du ministre des Communications, je me
permets de lui adresser votre question. J'ai d'ailleurs de´ja`
pris contact avec lui pour lui faire part, non seulement de
votre question, mais e´galement d'une se´rie de plaintes
qui ont e´te´ formule´es, en lui demandant d'agir en faveur
d'une baisse des tarifs sur l'acce`s a` l'internet. Vous aurez
d'ailleurs pu constater que, re´cemment dans la presse, le
ministre a pris des engagements en ce sens.
De voorzitter : Mevrouw Magda De Meyer heeft het
woord.
Mevrouw Magda De Meyer (SP) : Mijnheer de voorzitter,
het verheugt mij dat de minister onze bezorgdheid over
de intellectuele kloof in de maatschappij deelt. Er zijn op
dit ogenblik dus nog geen individuele consumenten-
klachten binnen, op geen enkel niveau, noch bij de
inspectie, noch bij de Commissie ter Bescherming van de
Persoonlijke Levenssfeer ?
Minister Rudy Demotte : Tot nu toe, nee.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De voorzitter : De heer Jaak Van den Broeck heeft het
woord.
De heer Jaak Van den Broeck (Vlaams Blok) : Mijnheer
de voorzitter, zoals tijdens de vorige commissie-
vergadering reeds duidelijk was, vond de heer Annemans
dat de eerste minister
piepke duik speelt en systema-
tisch zijn verantwoordelijkheid ontloopt door de ministers
van Begroting of Financie¨n in zijn plaats te laten antwoor-
den. De heer Annemans wil duidelijk de eerste minister
interpelleren en hij zal zijn interpellatie nr. 14 handhaven
tot de eerste minister en niemand anders antwoordt.
De voorzitter : De vorige keer had de heer Annemans
gelijk omdat de heer Daems niet de bevoegde minister is.
In artikel 90, 10 staat :
Wanneer een verzoek tot inter-
pellatie tot de eerste minister is gericht kan deze een
regeringslid dat terzake bevoegd is gelasten daarop te
antwoorden
. In deze is de minister van Financie¨n be-
voegd. Conform het Reglement zal de heer Reynders
kunnen antwoorden op deze interpellatie gericht aan de
eerste minister. De interpellatie van de heer Annemans
komt te vervallen als hij niet aanwezig is.
De heer Jaak Van den Broeck (Vlaams Blok) : Ik zal
hem dit meedelen.
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de mi-
nister van Financie¨n en tot de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling over
het open-
baar bod van Suez Lyonnaise des Eaux op de reste-
rende aandelen van de nutsgroep Tractebel en het
gevaar voor de Belgische belangen
(nr. 107)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Financie¨n)
Interpellation de Mme Simonne Creyf au ministre des
Finances et au secre´taire d'Etat a` l'Energie et au
De´veloppement durable sur
l'offre publique de Suez
Lyonnaise des Eaux sur le reste des actions de
Tractebel et le danger que cette offre repre´sente pour
les inte´re^ts belges
(La re´ponse sera donne´e par le ministre des Finan-
ces)
HA 50
COM 029
13
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De voorzitter : Mevrouw Simonne Creyf heeft het woord.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het openbaar ruilbod van
het Franse Suez Lyonnaise des Eaux op de 49% aande-
len van de groep Tractebel verloopt zacht gezegd niet
rimpelloos. Er zijn problemen en iedereen kan dat vast-
stellen. Momenteel is dit zelfs een hot issue. Het gespe-
cialiseerde advieskantoor De´minor dat de belangen van
de kleine Belgische aandeelhouders verdedigt, stelt op
basis van internationale audits vast dat het bod Tractebel
met zowat 100 miljard frank zou onderwaarderen. Vooral
de internationale tak van Tractebel, EGI - de divisie
Elektriciteit en Gas Internationaal, zou sterk onderge-
waardeerd worden. Als dit waar zou zijn, is het een zware
aantijging. Het komt neer op een oneerlijke overdracht
van 100 miljard frank Belgisch vermogen naar Frankrijk
zonder tegenprestatie.
Andere acties tegen het ruilbod van Suez Lyonnaise des
Eaux worden gevoerd voor de rechtbanken ten behoeve
van kleine Belgische aandeelhouders en kaderleden van
Tractebel. Zij contesteren de rechtmatigheid van dit bod.
Ook dit is zeer actueel. Vorige vrijdag zou de procureur
des konings, de heer Jean-Franc¸ois Godbille, de
handelsrechtbank van Brussel geadviseerd hebben om
het openbaar bod van Suez Lyonnaise des Eaux op
Tractebel op te schorten en de reeds ingezamelde aan-
delen aan de eigenaars terug te geven. Als ik mij niet
vergis zal de handelsrechtbank zich ten laatste vandaag
voor 16 uur moeten uitspreken over de rechtszaak van
16
aandeelhouders-personeelsleden
van
Tractebel.
Zij betwisten de geldigheid van de bestuursraad
die op 27 augustus het ruilbod op Tractebel goedkeurde.
De vzw APGT vertegenwoordigt de aandeelhouders-
werknemers van Tractebel. Deze vereniging adviseert
haar leden om in eerste instantie niet op het ruilbod van
Suez Lyonnaise des Eaux in te gaan omdat het bod te
laag is.
Een ander zwaar punt is dat de prospectus die het
openbaar bod vergezelt geen duidelijkheid geeft over de
plannen van Suez Lyonnaise des Eaux met de energie-
groepen Electrabel en Distrigaz. De prospectus bevat
geen klare taal over een eventuele reorganisatie van het
Belgische nutsconcern en zijn filialen Electrabel en Dis-
trigaz.
Er wordt geen optie genomen, men engageert zich tot
niets, maar ook niets is uitgesloten. Het kan dus nog alle
richtingen uit. Bovendien wacht men op de invulling van
de Belgische wet inzake de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt. Veertien dagen geleden heb ik staats-
secretaris Deleuze hierover ondervraagd. Ik ben ervan
overtuigd dat deze regering de uitvoering van de libera-
lisering van de elektriciteitswet vertraagt, want dit onder-
werp is verwezen naar een expertengroep.
Een van de punten in mijn interpellatie is de onzekerheid
inzake Electrabel en Distrigas. Wat zal met beide ven-
nootschappen gebeuren ? Deze bedrijven zijn voor ons
bijzonder belangrijk. Zij voorzien ons van energie, van
elektriciteit en gas, maar via de gemengde distributie van
energie in steden en gemeenten hebben zij ook een
belangrijke impact op onze lokale financie¨n. Precies
omwille van de strategische plaats van Electrabel en
Distrigas in de voorziening van elektriciteit en gas en
omwille van de impact op de lokale financie¨n is het
duidelijk dat de regering als betrokken partij op de eerste
rij staat in dit dossier. Mijnheer de minister, u verklaart dat
u gerustgesteld bent, omwille van de garanties voor de
toekomst van Electrabel, die volgens u
figurent dans le
prospectus.
Hoe is het mogelijk dat u zich gerustgesteld
verklaart over de inhoud van de prospectus, waarvan het
gebrek aan transparantie zo scherp aan de kaak wordt
gesteld ? Wat is er overgebleven van de Belgische
verankering van Tractebel ? Blijft de regering erbij dat ze
dit kan afdwingen ? Hoe kan men gerust zijn als men
vaststelt tot welke ondermaatse resultaten het systeem
van
corporate governance heeft geleid ? Welke garan-
ties heeft deze regering, afgezien van de beloftes in de
prospectus, waaruit geen enkel ree¨el engagement blijkt ?
Ik heb de indruk dat men zwicht voor de belangen van de
Fransen en voor Albert Fre`re. Worden hier Waalse
belangen gediend ? Worden hier Franse belangen ge-
diend ? Wij zijn op dit ogenblik bezig met het uit handen
geven van essentie¨le Belgische belangen aan de Fran-
sen, en dat voor een prijsje !
In de Financieel Economische Tijd van vandaag staat, op
de eerste pagina :
Bod op Tractebel gedreven door
Frans staatsbelang.
Dit ondersteunt volledig deze argu-
mentatie, maar vanuit een nieuwe invalshoek, die tot op
dit ogenblik onder de oppervlakte leefde. Het bod op
Tractebel zou als reden hebben dat de Franse holding
haar oog heeft laten vallen op de Belgische activa in
Kazachstan. Daarom kwam het ruilaanbod sneller dan
verwacht en daarom ook moesten de minderheids-
aandeelhouders buiten spel worden gezet, want zij kon-
den immers nog meekijken. In zekere zin was het bod
niet absoluut noodzakelijk, gezien Suez-Lyonnaise des
Eaux reeds over 51% van de aandelen van Tractebel
beschikte. Als we de Financieel Economische Tijd mogen
geloven - en in dit dossier is het altijd zeer goed gei¨nfor-
meerd - schuilen daar zelfs geheime manoeuvres en
gesprekken achter. Omdat de activiteiten van Tractebel
in Kazachstan verlieslatend zijn, is Belgie¨ kwetsbaar en
een gemakkelijke prooi voor de Fransen.
U zult wellicht argumenteren dat men bepaalde evoluties
op wereldschaal niet kan tegenhouden en dat is allicht
juist. Ons verzetten tegen internationalisering is tegen de
geest van de tijd, maar wij mogen onze belangen niet
unilateraal en zonder weerstand prijsgeven. Essentieel
14
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Simonne Creyf
zijn hier de voorwaarden onder dewelke Belgie¨ nog iets
te zeggen heeft. Wat is de strategie van deze regering en
wat zijn de voorwaarden die deze regering kan opleg-
gen ?
Er wordt voor Tractebel een ambitieus industrieel plan
aangekondigd, dat er nog niet is. Ondertussen is de
toekomst van Tractebel en Distrigas onzeker. Ik stel vast
dat de overheid een golden share houdt in Distrigas,
waarom niet in Electrabel ? Trouwens, de Franse rege-
ring zelf heeft een golden share gehouden in de groep
Elf-Aquitaine-Total-Fina, wat een totale privatisering is.
Waarom hebben wij in dergelijke belangrijke nuts-
groepen geen golden share ?
Ik wil ook nog de vraag stellen naar de waardering van de
transportnetten, die tegen hun historische waarde zijn
opgenomen. De berekeningen in dat verband verschillen,
maar de historische waarde van de transportnetten zou
ongeveer 40 miljard frank bedragen, terwijl de sector, in
de onderhandelingen met de steden en gemeenten die in
deze netten een participatie willen nemen, een gei¨n-
dexeerde waarde hanteert die de 200 miljard frank
overstijgt. Ook hier weer is de vraag : Is de waardering
van Electrabel niet eveneens een onderschatting naast
de 100 miljard frank die wij cadeau hebben gegeven aan
de Fransen ?
Ik zwijg dan nog over alle knowhow, die wij in huis
hebben, bij voorbeeld op nucleair gebied. Dat staat niet in
de boeken, maar is wel aanwezig. Opnieuw de vraag : is
dit geen onderwaardering van de belangrijke knowhow in
de sector, die nergens in het bod wordt gevaloriseerd ?
Na de afsluiting van het ruilbod verdwijnt het aandeel van
Tractebel uit de Bel-20. Het zoveelste bedrijf dat uit de
Bel-20 verdwijnt. Vandaar mijn kernvraag : Welke maat-
regelen zal de nieuwe regering treffen en welke waarbor-
gen kan ze afdwingen voor de verdediging van de
Belgische belangen in dit dossier ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, me-
vrouw Creyf, op 19 augustus 1999 hebben Suez-
Lyonnaise des Eaux en de Generale Maatschappij van
Belgie¨ samen een onvoorwaardelijk openbaar ruilbod
ingediend bij de Commissie voor het Bank- en Financie-
wezen met betrekking tot alle Tractebel-aandelen die zij
niet in hun bezit hebben. Naar aanleiding van dit bod heb
ik, als minister van Financie¨n en vertegenwoordiger van
de Belgische federale regering, op 27 augustus de heren
Mestrallet, Davignon en Hansenne ontvangen. Zij verte-
genwoordigen de twee ondernemingen die het bod heb-
ben gelanceerd in het dossier Tractebel, en Tractebel
zelf.
Aan deze bijeenkomst nam ook een vertegenwoordiger
van de eerste minister deel. Tijdens dit onderhoud heb-
ben deze vertegenwoordigers de verbintenissen toege-
licht die de groep Suez-Lyonnaise des Eaux en de
Generale Maatschappij bij de lancering van deze opera-
tie hebben aangegaan tegenover de Belgische federale
regering.
De twee groepen hebben tevens beloofd de inhoud van
deze verbintenissen duidelijk te vermelden in het pros-
pectus van het openbaar ruilbod. Dit moet zorgen voor de
nodige duidelijkheid in dit dossier, vooral ten aanzien van
de aandeelhouders van Tractebel.
Ik heb een brief geschreven aan de heer Mestrallet. Ik zal
daaruit enkele passages citeren. Aangezien het een
Franse brief is, moet ik wel overschakelen naar het
Frans.
Je vous lis la lettre que j'ai adresse´e a` M. Mestrallet; une
copie a e´te´ transmise au premier ministre, ainsi qu'a`
M. Duplat, pre´sident de la CBF :
Ces engagements
peuvent e^tre pre´sente´s comme suit :
- maintien, quel que soit le re´sultat de l'ope´ration d'offre
publique d'e´change, des dispositions des statuts de la SA
Tractebel, notamment celles relatives au mode de com-
position du conseil d'administration et du comite´ strate´-
gique de cette socie´te´;
- mise en oeuvre mutatis mutandis de l'inte´gralite´ de ces
me^mes garanties statutaires au sein de toute nouvelle
entite´ a` laquelle seraient associe´es, le cas e´che´ant, les
socie´te´s Tractebel, Electrabel et Distrigaz;
- affirmation du ro^le de Bruxelles en tant que sie`ge
ope´rationnel et strate´gique du po^le
Energie du groupe
SLDE, et cela e´galement en cas de de´veloppements
nouveaux dans ce secteur;
- confirmation, par le groupe SLDE, du ro^le central et
strate´gique, a` long terme, du po^le e´nerge´tique dans les
me´tiers de base du groupe SLDE;
- pas de demande de radiation de la cote de BXS-
Exchange du titre Tractebel, sauf bien entendu si, au
terme de l'OPE, 100% des titres ont e´te´ pre´sente´s a` la
SLDE et a` la SGB, et maintien a` cette me^me cote des
titres de toute entite´ issue de regroupements e´ventuels
de Tractebel, Electrabel et Distrigaz;
- mention dans le prospectus affe´rent a` l'OPE de l'enga-
gement de ne pas mettre en oeuvre, apre`s la clo^ture de
l'offre publique d'e´change, une proce´dure d'offre de
reprise sur les titres de Tractebel qui ne seraient pas
de´tenus par la SLDE et la SGB;
HA 50
COM 029
15
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
- compe´tences de´volues a` la direction ge´ne´rale du
groupe Tractebel ou de toute nouvelle entite´ ge´rant le
po^le
Energie du groupe SLDE en matie`re de recrute-
ment du personnel, notamment de formation universi-
taire, base´ en Belgique.
De regering heeft trouwens aangedrongen op de nood-
zakelijke aanwezigheid van de bestuurder van de Bel-
gische energiepool in de bestuursorganen van de groep
SLD. Tijdens hetzelfde gesprek heb ik tevens de strikte
naleving benadrukt van de wetten van 29 april 1999
betreffende de organisatie van de elektriciteit- en gas-
markt. Het is dan ook belangrijk dat de entiteiten waarop
de bepaling betrekking heeft, de nodige maatregelen
nemen om hun financie¨le en operationele autonomie te
behouden en om de belangen van de openbare sector en
de consument terdege te beschermen in belangrijke
sectoren als de productie, het transport en de distributie
van gas en elektriciteit.
Het
prospectus
van
het
openbaar
ruilbod
werd
op 8 oktober goedgekeurd door de commissie voor het
Bank- en Financiewezen in overeenstemming met de
wettelijke en reglementaire bepalingen. De prospectus
telt meer dan 120 pagina's. Ik benadruk dat in de
prospectus een speciale paragraaf wordt gewijd aan de
intenties die beide groepen aan de minister van Finan-
cie¨n hebben meegedeeld. Dit is een belangrijke nieuwig-
heid voor dergelijke publicaties. In het verleden hadden
beide groepen bij financie¨le mededelingen niet de ge-
woonte hun waarborg aan de Belgische federale regering
zo duidelijk in de verf te zetten. Er was toen enkel sprake
van een officieus bericht over een contact tussen de
premier en de heer Mestrallet, maar er was geen brief,
geen enkel ander document en geen beslissing van de
raad. De heer Mestrallet of de heer Davignon gaven ook
geen inlichtingen in een prospectus.
Het prospectus biedt een nieuwe oplossing voor het
ruilaanbod.
Voorts zal ik ingaan op de andere aspecten van de
interpellatie van mevrouw Creyf met betrekking tot de
juiste valorisatie van Tractebel. Een dergelijke inschatting
behoort niet tot de bevoegdheid van de minister van
Financie¨n. In de eerste plaats gaat het om een beoorde-
ling van de CBF. De prospectus was goedgekeurd na de
appreciatie van de markt. Elke aandeelhouder moet een
beslissing nemen. Het is echter een feit dat de Belgische
staat 625 aandelen bezit op een totaal van meer dan
84 miljoen aandelen uitgegeven door Tractebel. Het gaat
dus om een symbolisch aantal. De aandelen die de
Belgische staat in zijn bezit heeft, zijn het resultaat van
de verschillende opeenvolgende herstructureringen van
de groep Tractebel.
Op initiatief van de minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties zal het kernkabinet
donderdag beslissen of het met zijn aandeel al dan niet
ingaat op het openbaar ruilaanbod en zo ja, in welke
mate. Het zal misschien gaan om een deel van de
aandelen, misschien om de helft of een derde ervan.
Volgens de huidige gegevens wordt het bod afgesloten
op vrijdag 29 oktober om 16 uur. Er werd echter een kort
geding aangespannen voor de handelsrechtbank van
Brussel. Dit betekent dat deze datum nog kan vervallen.
De uitspraak in kort geding van mevrouw Spiritus-
Dassesse, de voorzitter van de rechtbank, wordt ver-
wacht voor deze namiddag of woensdagvoormiddag.
Vo´o´r de uitspraak hoef ik mijn appreciatie niet mee te
delen.
Tot slot wil ik erop wijzen dat de federale regering in
overeenstemming met het regeerakkoord reeds een
groep experts heeft aangesteld die moet helpen bij het
uitstippelen
van
een
liberaliseringsbeleid
voor
de
energiesector. Op dit ogenblik wordt de commissie voor
de regulering van gas en electriciteit trouwens gei¨nstal-
leerd. De regering moet dus nog een beslissing nemen
over het energiebeleid. Staatssecretaris Deleuze of de
eerste minister zullen u meer inlichtingen kunnen ver-
strekken na de beslissing van de regering en na het
rapport van de commissie bestaande uit vier experts van
de federale regering en drie experts van de gewesten.
De voorzitter : Mevrouw Simonne Creyf heeft het woord.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
de minister brengt geen nieuwe elementen aan. Dit
ontgoochelt mij. Hij haalt dezelfde argumenten aan als de
heer Mestrallet om het vlugge bod te verantwoorden dat
Suez Lyonnaise heeft gedaan op Tractebel.
De minister is blijkbaar wel gerust. Hij verwijst voortdu-
rend naar de garanties in het prospectus. Men garan-
deert dat de hoofdzetel van Tractebel in Brussel blijft en
dat het bedrijf zijn autonomie, zijn identiteit en zijn
statuten mag behouden. Een concreet engagement ten
aanzien van de Belgische overheid is er echter niet. Wij
blijven in het stadium van de goede intenties.
U zei dat u een brief hebt geschreven aan de heer
Mestrallet. Is er al een schriftelijke bevestiging waardoor
we kunnen zien dat er een ree¨el engagement is ten
aanzien van de Belgische autoriteiten ?
U spreekt over de waardering door de markt. Ik blijf er
echter bij dat we voor een zacht prijsje ons strategisch
nutsconcern uit handen geven. Ik blijf vragen stellen over
de fundamentele motivatie van deze houding. Ik kom dan
ook terug op de berichten die vandaag in de Financieel-
Economische Tijd zijn verschenen en waarin wordt ge-
zegd dat de Fransen de Belgische activa van Tractebel in
Kazachstan begeren en dat dit de reden is waarom de
zaak zo snel moest worden overgenomen van Tractebel.
16
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Simonne Creyf
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de fundamen-
tele motivatie en belangen niet bij ons liggen, maar wel in
Frankrijk. Ik had dan ook graag geweten wat uw houding
is over deze stelling van de FET.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, ik zal
nog enkele antwoorden geven. Ik heb een brief van de
heer Mestrallet en de heer Davignon ontvangen, geda-
teerd op 7 september.
En termes d'engagements, je peux vous indiquer simple-
ment que dans cette lettre, les intervenants, les deux
repre´sentants des groupes de´posant l'OPE, non seule-
ment actent ce que je leur ai e´crit et les engagements
que j'ai signale´s tout a` l'heure, mais me confirment que
ces prises de position seront inse´re´es dans le prospectus
et confirmeront de`s lors, de manie`re publique, les inten-
tions qui sont les no^tres et celles de la SGB. Ces prises
de position confirment autant que de besoin les engage-
ments pris pre´ce´demment concernant les dispositions
particulie`res des statuts de Tractebel.
Par ailleurs, nous avons bien compris votre pre´fe´rence
pour que les offrants affirment, dans leur prospectus, leur
intention de ne pas demander la radiation de la cote des
actions Tractebel. C'est de`s lors inclus e´galement dans le
prospectus. Les me^mes engagements sont re´pe´te´s - je
ne vous les lirai donc pas en de´tail - au cas ou` une
nouvelle structure serait mise en place, regroupant Trac-
tebel, Electrabel et/ou Distrigaz, voire un tiers.
Un premier e´le´ment que je puis vous livrer, c'est que,
lorsque la proposition est venue pendant l'e´te´, nous ne
disposions pas d'informations sur le dossier. Je com-
prends que des parlementaires s'interrogent pour savoir
quel ministre est compe´tent dans un tel dossier. Je me
suis pose´ la me^me question : je savais e^tre compe´tent au
de´partement des Finances pour le contro^le du marche´ et,
notamment, pour le suivi de la proce´dure.
Exemple : si la Commission bancaire avait refuse´ le
prospectus, il e´tait probable que les offrants seraient
venus en recours aupre`s du ministre des Finances; je
n'en doutais pas. J'ai entendu dire et j'ai lu, comme
beaucoup d'entre vous, qu'il y avait un dossier, que
certains e´changes e´taient intervenus entre le groupe
SLDE, la Socie´te´ ge´ne´rale et le gouvernement. Je peux
vous dire qu'apre`s avoir mene´ des recherches depuis
plusieurs mois, nous n'avons toujours pas de trace d'un
quelconque e´le´ment de dossier en la matie`re.
Le seul e´le´ment retrouve´ est la transmission orale par le
pre´ce´dent premier ministre a` l'actuel du fait qu'une
re´union semble avoir eu lieu entre M. Mestrallet et
M. Dehaene. De`s lors, de ce point de vue, nous he´ritons
d'un dossier dans lequel Suez est de´ja` l'actionnaire
majoritaire de Tractebel et a ne´gocie´ avec l'entreprise et
avec le gouvernement, semble-t-il, des statuts dont on
nous dit aujourd'hui qu'ils sont insuffisants. Je fais sim-
plement remarquer que ces statuts ont fait en sorte que
des administrateurs inde´pendants et un comite´ strate´gi-
que, pre´side´ par notre ancien colle`gue, M. De Keersmae-
ker, se sont prononce´s en faveur de l'ope´ration.
Je n'e´mettrai e´videmment aucune appre´ciation avant la
fin de l'ope´ration sur le caracte`re re´ellement inde´pendant
des administrateurs que l'on place dans de telles so-
cie´te´s et sur la manie`re - l'office du procureur du Roi
semble e^tre tre`s critique a` cet e´gard - dont ceux-ci se
comportent.
Je pre´sume que le choix des administrateurs inde´pen-
dants a du^ e^tre de´battu avec l'ancien premier ministre.
C'est ce que j'ai pre´sume´ au vu de ce choix. En l'espe`ce,
je constate que la plupart d'entre eux, a` commencer par
le pre´sident du comite´ strate´gique, ont emprunte´ cette
voie et se sont prononce´s en faveur de l'offre. Je prends
bonne note de ces e´le´ments.
J'ai souhaite´ que la transparence la plus comple`te pos-
sible accompagne les engagements pris sur le plan
industriel et de fonctionnement du marche´, lorsque des
intentions sont communique´es au ministre des Finances.
Aussi, je puis vous assurer qu'aucun engagement n'a e´te´
pris par les groupes, autre que ceux figurant au prospec-
tus, page 21, au point 2.3.7. Jusqu'a` pre´sent, le gouver-
nement belge n'avait jamais adopte´ une attitude deman-
dant clairement que les intentions soient pre´cise´es.
Quant a` la valorisation, il n'appartient pas au ministre des
Finances de donner une appre´ciation en la matie`re. La
Commission bancaire et financie`re s'est prononce´e sur le
prospectus. Le marche´ va e´videmment se prononcer
aussi sur la valorisation, pour autant que l'offre publique
d'e´change se poursuive. Chaque actionnaire devra de´ci-
der d'apporter ou non ses titres.
Pour ce qui concerne le dossier judiciaire en cours, je ne
me prononcerai pas sur les de´cisions qui pourraient e^tre
prises en la matie`re. Si le de´partement de la Justice
devait suspendre ou annuler une proce´dure, le gouver-
nement devrait en tenir compte dans la re´alisation de ses
choix. J'attire e´galement votre attention sur la prudence
que nous avons observe´e a` l'e´gard du marche´,
puisqu'une de´cision sur les actions de´tenues par l'Etat ne
sera prise qu'in extremis dans la proce´dure. Il ne me
parai^trait pas normal que l'Etat donne un signal lui-me^me
en prenant attitude plus to^t.
Enfin, sur la manie`re dont nous allons pre´server les
inte´re^ts de la Belgique dans ce dossier, j'ajouterai que
bien entendu, la commission d'experts charge´e de re´fle´-
chir a` la politique e´nerge´tique va nous transmettre des
recommandations. Nous verrons alors si nous devons
poursuivre notre action.
HA 50
COM 029
17
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
Vous avez parle´ de golden Shares. Les golden Shares
sont fortement critique´es a` l'e´chelon europe´en. J'ignore
si nous nous engagerons dans cette voie, mais la loi sur
l'e´lectricite´ permet d'imposer un certain nombre de me-
sures particulie`res dans les statuts des entreprises. Il est
possible que le gouvernement aille dans cette voie.
Pour ce qui concerne la position du ministre des Finan-
ces a` l'e´gard de l'offre, je dois vous avouer que je ne
comprends toujours pas tre`s bien ce que l'on pouvait en
attendre hormis ce qui figure dans le prospectus
aujourd'hui. Ainsi, je n'ai pas compe´tence pour interdire
que des offres publiques d'achat ou d'e´change intervien-
nent. C'est en bonne entente avec le pre´sident de la
Commission bancaire que j'ai tente´ de demander des
engagements qui seront repris dans un prospectus. J'ai
e´videmment compe´tence - nous allons nous y atteler -
pour modifier e´ventuellement un certain nombre de le´-
gislations, notamment celles relatives aux OPA.
A cet e´gard, j'applique une le´gislation existante. Une des
propositions e´tait d'imposer des offres dans d'autres
conditions, y compris une offre sur Electrabel. Je suis
ouvert a` un de´bat au parlement. Le premier ministre vient
d'ailleurs d'installer un groupe de travail pour pre´senter
un texte en la matie`re. Mais pour l'instant, je ne peux
appliquer que la le´gislation que m'ont laisse´e mes pre´-
de´cesseurs sur le sujet.
Je pense e^tre alle´ le plus loin possible dans cette
de´marche. Aux autres acteurs de prendre leur de´cision.
La Commission bancaire l'a fait. Le tribunal du commerce
va le faire et rendra sa de´cision aujourd'hui ou demain.
Le marche´ le fera ensuite si l'offre se poursuit. Ensuite, le
gouvernement reviendra dans le de´bat a` travers sa
politique e´nerge´tique.
De voorzitter : Mevrouw Simonne Creyf heeft het woord.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ook na het antwoord gehoord te
hebben, blijft de verwijzing altijd naar het prospectus. U
haalt er uw zekerheid uit. Ik herhaal dat niet iedereen
dezelfde zekerheid en overtuiging put uit wat men gele-
zen heeft. Dit wens ik nog even te benadrukken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- La re´union publique de commission est leve´e
a` 12.07 heures.
- De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.07 uur.
18
HA 50
COM 029
26-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000