B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA RÉUNION PUBLIQUE DE LA
VERENIGDE COMMISSIES
VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND EN DE
L
ANDBOUW
EN VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU
EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
COMMISSIONS RÉUNIES DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES
ET DE L
'A
GRICULTURE
ET DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE L
'E
NVIRONNEMENT
ET DU
R
ENOUVEAU ET DE LA SOCIÉTÉ
VAN
DU
20-10-1999
20-10-1999
HA 50
COM 020
HA 50
COM 020
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
COM 020
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 20 oktober 1999
VERENIGDE COMMISSIES VOOR HET BEDRIJFSLE-
VEN, HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS,
DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTU-
RELE INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
EN
VOOR
DE
VOLKSGEZONDHEID,
HET
LEEFMILIEU
EN
DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
-
COM 020
Samengevoegde interpellaties van :
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Landbouw en
Middenstand over
rioolslib van slachthuizen in veevoe-
der
(nr. 51)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van Landbouw
en Middenstand over
de onwettige slibverwerking in
veevoeder bij Rendac en andere bedrijven
(nr. 55)
- de heer Hubert Brouns tot de minister van Consumenten-
zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Landbouw en Middenstand over
de verwerking van
afval van slachthuizen en slibverwerking in veevoeder
(nr. 98)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Land-
bouw en Middenstand)
5
sprekers : Koen Bultinck, Frieda Brepoels, Hubert
Brouns
, Jaak Gabriels, minister van Landbouw en
Middenstand
Moties
11
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
nieuwe
onthullingen rond een tweede besmettingsbron in de
dioxinecrisis
(nr. 202)
12
sprekers : Frieda Brepoels, Jaak Gabriels, minister
van Landbouw en Middenstand
Sommaire
Mercredi 20 octobre 1999
COMMISSIONS
RE
´ UNIES
DE
L'E
´ CONOMIE,
DE
LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE ET DE LA SANTE
´ PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU RENOUVEAU DE LA
SOCIE
´ TE´ - COM 020
Interpellations jointes de :
- M. Koen Bultinck au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
la pre´sence, dans la nourriture
pour le be´tail, de boues d'e´puration provenant d'abattoirs
(n° 51)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
l'utilisation ille´gale de boues
d'e´puration dans la fabrication d'aliments pour be´tail par
Rendac et d'autres socie´te´s
(n° 55)
- M. Hubert Brouns a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement et au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
la transformation de de´chets
d'abattoirs et de boues d'e´puration en aliments pour le
be´tail
(n° 98)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes)
5
orateurs : Koen Bultinck, Frieda Brepoels, Hubert
Brouns
, Jaak Gabriels, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes
Motions
11
Question orale de Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
de nouvelles
re´ve´lations quant a` une deuxie`me source de contamina-
tion dans la crise de la dioxine
(n° 202)
12
orateurs : Frieda Brepoels, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
HA 50
COM 020
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
COM 020
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
COMMISSIONS RE´UNIES DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE
ET DE LA SANTE´ PUBLIQUE,
DE L'ENVIRONNEMENT
ET DU RENOUVEAU DE LA SOCIE´TE´
VERENIGDE COMMISSIES VOOR
HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID,
HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW EN VOOR
DE VOLKSGEZONDHEID, HET LEEFMILIEU
EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
RE
´ UNION PUBLIQUE DU
MERCREDI 20 OCTOBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
WOENSDAG 20 OKTOBER 1999
De vergadering wordt geopend om 9.36 uur door de heer
Jos Ansoms en mevrouw Yolande Avontroodt, voorzit-
ters.
La re´union est ouverte a` 9.36 heures par M. Jos An-
soms
et Mme Yolande Avontroodt, pre´sidents.
Samengevoegde interpellaties van :
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Land-
bouw en Middenstand over
rioolslib van slachthui-
zen in veevoeder
(nr. 51)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van Land-
bouw en Middenstand over
de onwettige slib-
verwerking in veevoeder bij Rendac en andere bedrij-
ven
(nr. 55)
- de heer Hubert Brouns tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
en tot de minister van Landbouw en Middenstand
over
de verwerking van afval van slachthuizen en
slibverwerking in veevoeder
(nr. 98)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Landbouw en Middenstand)
Interpellations jointes de :
- M. Koen Bultinck au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
la pre´sence, dans la nourri-
ture pour le be´tail, de boues d'e´puration provenant
d'abattoirs
(n° 51)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur
l'utilisation ille´gale de
boues d'e´puration dans la fabrication d'aliments
pour be´tail par Rendac et d'autres socie´te´s
(n° 55)
- M. Hubert Brouns a` la ministre de la Protection de la
consommation, de la Sante´ publique et de l'Environ-
nement et au ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur
la transformation de de´chets d'abat-
toirs et de boues d'e´puration en aliments pour le
be´tail
(n° 98)
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de l'Agricul-
ture et des Classes moyennes)
De voorzitter : De heer Koen Bultinck heeft het woord.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, op 20 september - een
maand geleden - meldde de televisiezender VRT in zijn
journaal dat tot 31 mei 1999 het vernietigingsbedrijf
Rendac jaarlijks 5 000 ton rioolslib van slachthuizen
verwerkte tot veevoeder. Enige weken geleden ontstond
nog grote consternatie, toen bleek dat het rioolslib in
Frankrijk in veevoeder was terechtgekomen. Officieel
klonk het dat dit in Belgie¨ onmogelijk was omdat zulke
praktijken sedert 1987 zijn verboden. Lachwekkend
wordt het officie¨le regeringsstandpunt, toen achteraf
bleek dat het een courante praktijk betrof. Belgie¨ ont-
snapt blijkbaar geenszins aan deze praktijken.
HA 50
COM 020
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Koen Bultinck
We moeten ons de vraag durven stellen wie of wat we
nog kunnen geloven. Het Belgische beleid betreffende
landbouw en volksgezondheid tart elke verbeelding. Aan
wetten en KB's ontbreekt het niet, maar ze blijken niet
toepasbaar of worden niet nageleefd. Het probleem van
het rioolslib afkomstig van slachthuizen, werd reeds twee
jaar geleden door Rendac aan het Comite´ Dierlijk Afval
gemeld. Op die manier moet het ministerie van Land-
bouw al een tijdje op de hoogte zijn geweest van die
praktijken.
Door haar optreden maakt de overheid duidelijk dat ze op
het verbod van verwerking van het vervuilde slib in
dierenvoeding ofwel niet is ingegaan, of dit ontoepasbaar
vond.
Waarom heeft de inspectiedienst gedurende de hele tijd
deze illegale praktijken bij Rendac gedoogd ?
De externe audit op de inspectiediensten van de kwaliteit
van vleesprodukten, uitgevoerd door Price Waterhouse
Coopers die dateert van januari 1998, legt nogmaals de
Belgische pijnpunten bloot van de controle op de voed-
selketen. Naar aloude gewoonte zijn verscheidene minis-
teries en diensten hierbij betrokken : Landbouw, Volks-
gezondheid, Economische Zaken. Er wordt - eveneens
naar aloude gewoonte - niet of nauwelijks samenge-
werkt. Iedereen doet naar eigen goeddunken, soms
tegen elkaar op, zonder met elkaar rekening te houden.
Men kan in die omstandigheden moeilijk van een effi-
cie¨nte controle spreken.
De conclusie is allesbehalve fraai : de overheid weet
ternauwernood wat er op het terrein gebeurt. Als ze iets
op het spoor komt, volgt er zelfs geen sanctie. Sterker
nog : de studie was blijkbaar niet voorhanden op het
kabinet van de minister van Landbouw, noch op dat van
Volksgezondheid bij de overdracht van de kabinetten.
Het gekende scenario volgde : beide voorgangers tracht-
ten elkaar de schuld te geven.
Kloppen deze berichten ? Waren voormelde studies niet
aanwezig op uw kabinet ? Ook niet op dat van uw collega
Aelvoet op het moment van de kabinettenoverdracht ?
Rendac-directeur Van der Stappen zei dat werd gezocht,
samen met de dienst Grondstoffen van het ministerie van
Landbouw, naar alternatieven voor de verwerking van het
slibafval. Ze vonden een alternatief in april 1999 bij een
bedrijf in Duitsland en bij een bedrijf in Gent. Qua
snelheid van handelen kan dit tellen : in 1999 een
oplossing vinden voor een praktijk die sedert 1987 is
verboden.
In de pers verschenen berichten over studies die zouden
wijzen op de grote voedingswaarde van verwerkt slib van
waterzuivering, onder meer van de voedingsnijverheid.
Volgens een studie van de K.U.Leuven, zou zuiverings-
slib, na een aangepaste behandeling, rijk zijn aan protei¨-
nes en uitermate geschikt als aanvulling in de veevoe-
ding.
Kan de minister deze studies bevestigen en zeggen om
welke studies het precies gaat ?
Is er sprake van onenigheid tussen wetenschappers over
het al dan niet schadelijk zijn van het verwerkte slib dat
terug in de voedselketen terechtkomt ?
Via de pers vernamen we dat u samen met uw Vlaamse
collega van Landbouw, mevrouw Vera Dua, grijze en
overlappende zones in het landbouwbeleid wilt aanpak-
ken. Dit zou een rechtstreeks gevolg zijn van de illegale
verwerking van zuiveringsslib van slachthuizen in vee-
voeder.
Welke concrete afspraken werden met uw Vlaamse
collega gemaakt ? Wil de minister een einde maken aan
de onduidelijke bevoegdheidsverdeling die op dit ogen-
blik bestaat door eventueel een herfederalisering van
Landbouw op Belgisch niveau in overweging te nemen ?
Ook heb ik nog een bijkomende vraag. Hoe staat het met
de Europese coo¨rdinatie op dat vlak ? Het is immers
stilaan voor iedereen duidelijk dat dit ook een Europees
probleem is.
Mijnheer de minister, het zal u duidelijk zijn dat een
herfederalisering onaanvaardbaar is voor het Vlaams
Blok. Meer zelfs, de hele voedselcrisis die ons land
doormaakt is niet alleen een zaak van voedselveiligheid
en dus van volksgezondheid; het is veeleer een zaak van
politiek falen van een overheidsapparaat dat niet bij
machte is om daadwerkelijk toezicht te houden en con-
trole op het terrein uit te voeren. Het zal u ongetwijfeld
niet verwonderen uit onze mond te horen dat een snel en
efficie¨nt beleid op Belgisch niveau totaal onmogelijk is.
De feiten geven ons iedere dag wat meer gelijk.
Mijnheer de minister, tot slot heb ik nog een aantal
bijkomende vragen. Kunt u enigszins verklaren waarom
het nieuwsfeit met betrekking tot de verwerking van
zuiveringsslib van slachthuizen en veevoeder pas nu in
de openbaarheid is gekomen terwijl die praktijk reeds
twee jaar geleden door Rendac gesignaleerd werd ? Is er
hier al dan niet sprake van het doelbewust achterhouden
van informatie voor het brede publiek aangezien verge-
lijkbare praktijken in het buitenland reeds eerder aan het
licht kwamen ? Kan de minister enige verklaring geven
voor het feit dat twee jaar nodig was om te zoeken naar
een aantal alternatieven voor het verwerken van het
beruchte slib ? Welke beleidsmaatregelen hebt u reeds
genomen om te verhinderen dat - zoals u het zelf terecht
uitdrukte - dit soort vuiligheid nog langer in onze voed-
selketen terecht zou komen ? Is er dienaangaande reeds
ruim overleg geweest met het Vlaamse Gewest ? Ook
OVAM en ANIMAL waren immers op de hoogte van deze
praktijken. Kunt u mij vertellen welke plannen u hebt om
- zoals u zelf zegt - de ongezonde monopoliepositie van
6
HA 50
COM 020
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Koen Bultinck
Rendac eventueel te doorbreken ? Kunt u de berichten
over een herbesmetting van veevoeder via Rendac be-
vestigen ? Getuigt dit op zich van onaanvaardbare slor-
digheid van het bedrijf Rendac in volle dioxinecrisis ?
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, collega's, een aantal weken
geleden hebben wij een interpellatieverzoek ingediend
omdat op dat ogenblik de regering te kennen gaf dat de
dioxinecrisis als opgelost kon worden beschouwd. Toch
stelden we vast dat weer ernstige problemen opdoken in
de voedselketen, met name bij Rendac in Denderleeuw,
waar reeds meer dan tien jaar slib, onder meer afkomstig
van het slachthuis en van afvalwater van toiletten, wordt
verwerkt tot veevoeder. Nochtans is dit sinds 1987 ver-
boden, zeker wat besmet slib betreft. Het ministerie van
Landbouw zou al die tijd van deze praktijk op de hoogte
zijn geweest. Dat werd tenminste bevestigd door de heer
Baert, inspecteur-generaal van de Vlaamse milieu-
inspectie. Het was pas vorig jaar in oktober dat het
ministerie van Landbouw een brief aan Rendac schreef
met de vraag om dringend een einde te maken aan deze
praktijken. Wij zijn van mening dat, mocht de dioxine-
crisis niet zijn uitgebroken in het voorjaar, deze kwalijke
praktijken wellicht nooit - of pas veel later - aan het licht
zouden zijn gekomen, vermits de milieu-inspectie op dat
ogenblik, na verhalen over gelijkaardige praktijken in het
buitenland, de situatie in Vlaanderen ging onderzoeken
en vermits Rendac sinds 1 juni werd gevorderd door de
overheid om enkel nog karkassen te verwerken.
Rendac geeft alvast toe dat het deze overtredingen
beging omdat het geen andere uitweg zag. Mijnheer de
minister, zult u het bedrijf hiervoor een sanctie opleg-
gen ? Zo ja, dewelke ? Op het ogenblik dat u het bedrijf
om uitleg ging vragen vroeg ik mij af waarom u niet beter
aan uw diensten vroeg waarom ze dit bedrijf gedurende
die lange periode had laten betijen. Het kan toch niet dat
de inspectiediensten overtredingen oogluikend toelaten
omdat zij nog geen oplossing hebben voor het probleem.
Waar wordt sinds 1 juni jongstleden - sinds het bedrijf
uitsluitend in opdracht van de regering werkt, het rioolslib
van de slachthuizen en het eigen bedrijf - toch ongeveer
5 000 ton per jaar - verwerkt ? Er werd ook nog een
aantal andere bedrijven genoemd. Er wordt zelfs be-
weerd dat het onderzoek door de milieu-inspectie nog
niet is afgerond en er nog andere vetsmelters zijn die zich
aan deze praktijk bezondigen. Nochtans schreef u op 14
september in een brief aan de Europese Commissie dat
in Belgie¨ geen sprake was van dergelijke praktijken. Op
16 september stuurde uw Vlaamse collega, mevrouw
Dua, u een rapport van de Vlaamse milieu-inspectie door,
waarin onder meer werd gesignaleerd hoe bij Rendac en
bij andere bedrijven slib in het diermeel wordt vermengd.
Waarom hebt u op dat ogenblik uw brief van 14 septem-
ber niet herroepen en Europa correct ingelicht over de
gang van zaken in ons land ?
Op 20 september verzekerde u in
TerZake dat dit soort
vuiligheid vanaf nu niet meer in de voedselketen zou
terechtkomen. Welke maatregelen hebt u hiertoe reeds
genomen ? Welke oplossing wordt voorgesteld voor de
verwerking van het slib van de slachthuizen ? Hoe ga-
randeert u de controle op de slachthuizen en de andere
bedrijven die nu het slib van het slachtafval en de vetten
vermengen ? Rendac beweert dit probleem meer dan
twee jaar geleden te hebben aangekaart in de commissie
dierlijk afval, waarin heel wat, zowel Vlaamse als federale
diensten zetelen, echter zonder resultaat.
De heer Baert van de milieu-inspectie vreest dat, zodra
de dioxinecrisis zal zijn overgewaaid, deze illegale prak-
tijken snel weer zullen worden hervat. U weet immers dat
het niet de eerste keer is dat Rendac in opspraak komt.
In het begin van dit jaar werden duizenden, zwaar met
dioxine besmette kuikens zonder meer verwerkt tot vee-
voeder, wat weer leidde tot een herbesmetting.
Ten slotte, mijnheer de minister, bent u dezelfde mening
toegedaan als uw voorganger dat de controlediensten
hun werk onafhankelijk moeten doen zonder dat u op de
hoogte moet zijn van de controleresultaten ?
U denkt eraan initiatieven te nemen om de monopolie-
situatie van Rendac te doorbreken. Ik had graag verno-
men welke. Deze zaak dreigt ook gevolgen te hebben
voor de volksgezondheid omdat bepaalde stoffen, bij-
voorbeeld zware metalen, in het voeder zijn terechtgeko-
men, vermits zij in dat verwerkingsproces niet werden
vernietigd. Mijns inziens heeft de overheid - zowel de
federale als deels de Vlaamse - in haar controletaak
gefaald. Bijgevolg speelt men de bal van het ene niveau
door naar het andere.
Het feit dat er dringend iets moet gebeuren, blijkt over-
duidelijk uit de audit. De zaak zou in het voorontwerp
inzake het federale agentschap voor voedselveiligheid
moeten worden opgelost.
Waar blijft dat federale agentschap ? In mijn oorspronke-
lijke interpellatie vroeg ik naar het advies van de Raad
van State. Men heeft blijkbaar het uitgebreid antwoord
van de raad ontvangen. minister Aelvoet antwoordde op
9 september in de verenigde commissie dat er nog geen
advies was. Toen ik de interpellatie op 21 september
indiende, zei ze dat ze het ontwerp over enkele dagen
aan het parlement wilde voorleggen.
Kloppen de krantenberichten die beweerden dat zowel
minister Aelvoet als minister Gabriels niet in het bezit
waren van een audit waarin de inspectiediensten werden
HA 50
COM 020
7
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Frieda Brepoels
doorgelicht door Price Waterhouse Coopers en dit tot op
het ogenblik van het zogenaamde lek in Le Soir. De leden
van deze commissie beschikten reeds in het begin van
de zomer over deze informatie.
Mijnheer de voorzitter, we zijn nu een maand verder. Nog
steeds is er geen aangepast wetsontwerp inzake het
federale agentschap door de Ministerraad goedgekeurd.
We hebben intussen drie kostbare maanden verloren.
Welke problemen doen er zich voor ? Het belang van zo
een agentschap is toch overduidelijk. De regering ver-
wijst er voortdurend naar vermits men ook zegt dat de
crisiscel in het ministerie vanaf 15 november wordt
opgedoekt. De bestaande structuren blijken, na onder-
vraging in de parlementaire onderzoekscommissie van
de hoogste ambtenaren van het ministerie van Land-
bouw, onbetrouwbaar.
De dioxinewet, die eind vorige maand door de Minister-
raad werd goedgekeurd, is nog steeds niet in het parle-
ment ingediend. De premier had dit nochtans bevestigd
ter gelegenheid van de begrotingsbesprekingen. Onder-
tussen wachten honderden landbouwers en bedrijven
nog altijd op enige schadevergoeding en kunnen ze de
overbruggingskredieten niet aanvragen.
Wanneer houdt de regering zich eindelijk aan haar
belofte zodat het parlement een positieve bijdrage kan
leveren om de zaak af te wikkelen en om een invulling te
geven aan de nieuwe controleorganen ? Kunt u een
haalbare timing geven ?
De voorzitter : De heer Hubert Brouns heeft het woord.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het ministerie van Landbouw beschikt over een commis-
sie Dierlijk Afval. Deze bestaat al enkele jaren, minstens
sinds 1995. Deze commissie zou het geregeld hebben
over de verwerking van slibafval. Over de samenstelling
van de commissie vond ik slechts weinig gegevens.
Wat me verbaast, is de brief van de minister van Land-
bouw van 14 september aan de Europese Commissie.
Hij schrijft dat Belgie¨ geen afvalslib verwerkt in veevoer.
Werd de minister door de commissie gei¨nformeerd ? Zo
ja, wat hebt u met deze informatie gedaan ? Als de
verklaring in uw brief van 14 september niet klopt, hebt u
ze dan herroepen tegenover de Europese Commissie ?
Aangezien dit een Europees probleem is, wat doen
andere landen voor onze volksgezondheid ? Hoe is het in
de landen waar wij grondstoffen voor onze veevoeders
kopen, gesteld met de afvalslibverwerking ? Welke initia-
tieven neemt Europa om deze zaak aan te pakken ?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister
Jaak
Gabriels :
Mijnheer
de
voorzitter,
collega's, ik antwoord hier ook in naam van mijn collega
van Volksgezondheid, tot wie collega Brouns zijn inter-
pellatie meer specifiek had gericht. In de berichtgeving
van de VRT-nieuwsdienst in verband met de verwerking
van afval van slachthuizen
en de verwerking van slib door de firma Rendac, zijn een
aantal feiten aangehaald die op zich correct waren, maar
die handelden over feiten die zich in het verleden hebben
voorgedaan.
Er is in deze in geen geval sprake geweest van het
achterhouden van informatie. Ik wens erop te wijzen dat
op het moment dat er in het buitenland vergelijkbare
feiten werden gesignaleerd, de firma Rendac ingescha-
keld was in het verwerken van dioxineafval en dat er bij
het productieproces van veevoeders geen zuiveringsslib
meer werd verwerkt.
Wat de feiten zelf betreft, hebben de bevoegde diensten
van het ministerie van Middenstand en Landbouw, tijdens
controles uitgevoerd in het najaar van 1998, inderdaad
vastgesteld dat de wetgeving betreffende het gebruik van
stoffen bestemd voor dierlijke voeding, werd overtreden.
De firma Rendac werd er formeel van verwittigd dat
bedoelde praktijk, namelijk het gebruik van slib van
waterzuiveringsinrichtingen, onwettig was en er werd
gevraagd om daar onmiddellijk mee te stoppen.
Mijn diensten hebben op het einde van 1999 een nieuwe
controle uitgevoerd. Uit de informatie die toen werd
verstrekt bleek dat inzake het extern slib - en hiermee
wordt slib bedoeld afkomstig van derden en vooral van
slachthuizen - de firma Rendac zich vanaf 1 mei 1999
volledig in regel zou stellen.
Het is dus niet zo dat de betrokken diensten deze zaak
lieten betijen. Er zijn geen aanwijzingen dat, via deze
weg, zware metalen een weg naar onze voeding zouden
hebben gevonden, noch dat er zich voor de volksgezond-
heid problemen voordeden.
De controlediensten van het departement dienen in alle
onafhankelijkheid te kunnen werken. Het zou voor deze
diensten trouwens praktisch onmogelijk zijn, verslag uit
te brengen over alle individuele controles. Het is wel zo
dat de betrokken diensten, op basis van hun vaststellin-
gen, voorstellen kunnen doen om controles te verbeteren
of het beleid bij te sturen.
Aangezien de controles van de overheid en de vaststel-
lingen die daar gebeurd zijn, aanleiding hebben gegeven
tot de kwestieuze berichtgeving, kan niet worden be-
weerd dat die controle zou hebben gefaald.
8
HA 50
COM 020
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Slachtafval, evenals het rioolslib, zijn afvalstoffen en het
toezicht hierop behoort tot de bevoegdheid van de
Vlaamse overheid, ook wat Rendac betreft. Enkel wan-
neer de afvalstoffen omgezet zijn in veevoeders, betre-
den wij het bevoegdheidsdomein van de federale over-
heid.
Gelet op de verschillende bevoegdheidsniveaus, plegen
de controlerende diensten van het Vlaams Gewest en de
diensten van mijn departement gezamenlijk overleg. Der-
gelijke problemen werden tot nu toe in de commissie
Dierlijk afval besproken. In deze commissie zijn zowel de
federale overheid - het ministerie van Middenstand en
Landbouw en het ministerie van Volksgezondheid - en de
Vlaamse overheid - Aminal en Ovam - aanwezig.
Deze commissie zal ook in de toekomst als overlegor-
gaan blijven bestaan, maar ik wil er ook, ter attentie van
de heer Brouns, op wijzen dat deze commissie deel
uitmaakt van het bevoegdheidsdomein van de Vlaamse
overheid en niet van de federale overheid. Wij nemen er
wel in coo¨rdinerende gesprekken aan deel.
De federale overheid zal er bovendien naar streven om
met de gewestelijke overheden een protocol te sluiten,
teneinde een zo efficie¨nt mogelijke controle te waarbor-
gen. Hierdoor kunnen in de toekomst dergelijke praktij-
ken worden vermeden.
De controle zal, hoe dan ook, worden verscherpt. Som-
mige collega's hebben hier aangehaald dat er, door
bepaalde leemtes in de wetgeving, geprobeerd wordt
aan elkaar de zwarte piet door te spelen. Het is precies
daarom dat wij, in gezamenlijk overleg met de collega
van Landbouw en Leefmilieu van de Vlaamse Gemeen-
schap, stappen hebben gezet die uiteindelijk tot een
protocol moeten leiden met alle verantwoordelijke regio-
nale ministers.
Wij hebben nu vrijdag reeds een afspraak met de minis-
ters van Landbouw van de drie regio's.
Wij zullen trachten een protocol uit te werken om klaar-
heid te scheppen in de verschillende, elkaar overlap-
pende bevoegdheden en om bestaande leemtes, iets
waarnaar in dit dossier vaak verwezen werd, op te vullen
met een correcte, degelijke, efficie¨nte besluitvorming.
Wij steken dus de handen niet in de lucht, schuiven
elkaar de verantwoordelijkheden niet door, maar zoeken
gezamenlijk naar een oplossing. Dat is ook wat de burger
verwacht.
Ik voeg eraan toe dat het federale agentschap, waarover
een aantal collega's vragen hebben gesteld, hierop uiter-
aard een antwoord zal geven.
Sommigen wachten ongeduldig op dit federale agent-
schap. Ik wil er hier op wijzen dat de regering er zich toe
verbonden heeft de wet dienaangaande zo vlug mogelijk
in te dienen. Het advies van de Raad van State hield
inderdaad talrijke bezwaren in, maar zij werden opgevan-
gen, zoals dat hoort.
Het wetsontwerp inzake het federale agentschap komt
nu vrijdag op de Ministerraad, na overleg met de gewes-
ten. Onmiddellijk nadien wordt het in de Kamer inge-
diend.
Wij willen het binnen de normale parlementaire procedu-
res nog vo´o´r het einde van het jaar laten goedkeuren om,
zoals voorzien, op 1 januari operationeel te zijn.
Ik maak de heer Bultinck duidelijk dat het niet mijn
bedoeling is te
herfederaliseren. Van bij mijn aantreden
heb ik gesteld dat ik er bijvoorbeeld geen moeite mee zou
hebben mocht Landbouw naar de gewesten overgehe-
veld worden. Dit is evenwel niet aan de orde. Ik ben
minister op het federaal niveau en samen met mijn
collega's van de regio's draag ik verantwoordelijkheden.
Dit is niet met de bedoeling alles te willen her-
federaliseren, integendeel, ik zal de laatste zijn om mij te
verzetten tegen een politiek akkoord in deze materie. U
had van mij trouwens niet anders verwacht. Maar zoals
de toestand nu is, moet ik de bevoegdheid uitoefenen en
dus ook optreden.
Het is deze regering dus menens om de voedselkwaliteit
van bij de origine tot de verbruiker onder controle te
krijgen. Zoals vermeld is van bij de inschakeling van
Rendac voor de verwerking van dioxine-afval in dit bedrijf
geen veevoeder meer geproduceerd. Er kan dus geen
aanleiding zijn geweest voor herbesmetting tijdens de
dioxinecrisis.
Mijn inziens is de monopoliepositie van Rendac onge-
zond. Ik hoop dat vanuit het bedrijfsleven initiatieven
worden opgestart om dit monopolie te doorbreken, en er
worden mij kleine initiatieven gemeld. Het is geenszins
de bedoeling dit vanuit de overheid te doen, maar
gezonde concurrentie is hier zeker nuttig om beter werk
af te leveren.
Ten slotte wil ik hier ontkennen dat ik als minister van
Landbouw op 14 september een brief zou gericht hebben
aan de Commissie. Op een vraag gesteld door het
permanent comite´ veevoeding, werd door de administra-
tie een eerste antwoord geformuleerd. Tevens werden
- op mijn vraag - verduidelijkingen aan de Commissie
overgemaakt. De Europese Commissie stelde trouwens
vast dat de reglementering door de lidstaten op verschil-
lende manieren werd gei¨nterpreteerd en ze voert op dit
moment een gedetailleerder enque^te uit, waaraan de
bevoegde administratie haar medewerking verleent.
HA 50
COM 020
9
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Op enkele bijkomende vragen wil ik tijdens deze inter-
pellatie nog een antwoord geven.
Op de vragen van de heer Bultinck en van mevrouw
Brepoels kan ik antwoorden dat we allemaal weet zou-
den kunnen hebben van de audit van Price-Waterhouse,
want die is zelfs in een beknopte nota in april aan de
Ministerraad voorgelegd.
Ikzelf - ik kan niet voor mijn collega's spreken - ben dus
op de hoogte van deze audit en ik heb dat ook nooit
ontkend. Belangrijk is dat wij het federale agentschap
onder e´e´n politieke overheid, namelijk de minister van
Volksgezondheid, zo vlug mogelijk van start willen laten
gaan.
Aan mevrouw Brepoels zeg ik inderdaad dat de dioxine-
crisis op zich ten einde is. De afhandeling van dossiers
daarentegen niet en ik herhaal dat dit ook na de goed-
keuring van de dioxinewet nog niet het geval zal zijn, dit
neemde heel wat tijd in beslag.
De economische schadevergoeding vergt nog heel wat
inspanningen en zal in de komende maanden verder zijn
beslag krijgen. De voorbereidingen hiervoor zijn trou-
wens getroffen, maar slechts gisteren hebben wij de
bezwaren van de Raad van State gekregen. Wij gaan
deze zo vlug mogelijk verwerken en dan wordt de
dioxinewet in de Kamer ingediend. Ik verwacht dus
spoedig vooruitgang en we zullen - eenmaal de krijtlijnen
vastliggen - reeds denkwerk verrichten om zo snel mo-
gelijk over te gaan tot uitbetaling van de slachtoffers. De
mensen hebben hier trouwens recht op.
Ik heb inderdaad Rendac verzocht mij van de huidige
situatie op de hoogte te brengen. De afspraak gaat
weldra door. Ik heb Rendac een aantal concrete vragen
gesteld. Op dit ogenblik is Rendac nog steeds uitsluitend
bezig met de opruiming en verwerking van krengen,
dierlijk afval en stocks, die zowel in het binnen- als
buitenland worden opgekocht. Gevaar voor de hervatting
van hun activiteiten zit er zeker nu niet in. Met de controle
die voor de toekomst werd opgezet, zullen wij voorkomen
dat dit in de toekomst nog kan gebeuren.
Mijnheer Brouns, de commissie voor het dierlijk afval valt
onder de bevoegdheid van het Vlaams Gewest. Wij
participeren eraan in onderling overleg.
Op 14 september hebben wij de Europese Commissie de
stand van zaken sinds eind mei 1999 doorgegeven.
Sinds Rendac uitsluitend haar activiteiten op het verwer-
ken van dierlijk afval moest richten, was er geen sprake
meer van een mogelijke vervuiling van diervoeder met
afvalslib.
De voorzitter : De heer Koen Bultinck heeft het woord.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn concreet ant-
woord. Hij heeft getracht ons in verband met een gevoe-
lig dossier, namelijk de voedselveiligheid, gerust te stel-
len. Hij wil een ernstige controle uitvoeren op onze
voedselketen. Verder overweegt hij geenszins over te
gaan tot de herfederalisering van Landbouw. Hij wil zelfs
in overweging nemen om Landbouw integraal naar de
Gewesten over te dragen.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, op een aantal concrete vragen heeft de minister
nog niet geantwoord. Is de minister van plan het bedrijf
sancties op te leggen voor de overtredingen, gepleegd
gedurende de voorbije periode ?
Werd het rioolslib van de slachthuizen en van de eigen
bedrijven in juni dan wel verwerkt ?
Wat de andere bedrijven betreft, die in de interpellatie en
ook in de pers naar voren kwamen, namelijk Baert-
Verlee, Baveco, Cominbel en Van Pollaert, hierover zegt
hij niets. Over Rendac zegt hij dat het feiten betreft uit het
verleden. Hij zegt eveneens dat er geen probleem is op
het vlak van de volksgezondheid wat de zware metalen
betreft die in de voeding zouden zijn terechtgekomen.
Maar in het verleden gebeurde dit en dat bekommert ons.
Tenslotte betekent een nieuwe regering niet dat tussen
het verleden en nu een schot kan worden geplaatst. Het
spreidt zich uit naar het heden.
Lag de audit waarvan hij blijkbaar kennis heeft genomen
aan de basis van het voorontwerp van het federale
agentschap ? Ik heb de indruk van niet, vermits beide
ministeries en beide bevoegde ministers de audit als
dusdanig niet hebben gehanteerd. De audit verzamelde
nochtans veel bruikbaar materiaal. Graag hierop een
reactie.
De voorzitter : De heer Hubert Brouns heeft het woord.
De heer Hubert Brouns (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
wat het laatste punt betreft, stelt de minister ons wel
gerust wanneer hij zegt dat hij de audit gebruikt om het
ontwerp op het agentschap een basis te geven. Ik ben
nieuwsgierig naar de inhoud van het ontwerp. Ik heb ooit
een voorontwerp, een eerste ontwerp dat naar de Raad
van State werd verstuurd, gelezen, alsook de opmerkin-
gen. Intussen werden waarschijnlijk heel wat aanpassin-
gen aangebracht en aan de hand van de externe audit
hopelijk nog meer. Ik verwijs naar het harde werk van de
vorige legislatuur in deze commissie en meer specifiek in
de commissie Vleesfraude. De besluiten van de commis-
10
HA 50
COM 020
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hubert Brouns
sie en de externe audit zouden de basis moeten vormen
voor het agentschap. Ik kijk met verwachting uit naar het
uiteindelijke ontwerp dat de Ministerraad zal goedkeuren.
We zullen op dat moment de gelegenheid krijgen om er
verder op in te gaan.
De commissie die in 1995 is opgericht, blijft bestaan. Ze
volgt het verwerken van het dierlijk afval verder op. Was
deze commissie ook betrokken bij het opstellen van die
protocollen ? De gewesten vormen, samen met de fede-
rale ambtenaren, het platform waar alle betrokkenen bij
elkaar worden gebracht.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, ik geef
nog even antwoord op de bijkomende vragen.
Mijnheer Bultinck, u moet niet beweren dat ik heb gezegd
dat ik nu onmiddellijk de bevoegdheden van Landbouw
zal overhevelen. Ik heb gezegd dat als dit punt ter sprake
komt en er zich daarvoor een meerderheid aftekent, ik mij
daartegen niet zal verzetten. Dat is wel iets anders dan
het besluit dat u meende te mogen afleiden uit mijn
woorden.
Mevrouw Brepoels, wat de eventueel op te leggen sanc-
ties betreft moet ik u meedelen dat dit niet tot onze
bevoegdheid behoort. U weet waarschijnlijk op basis van
de stukken waarover u beschikt, meer specifiek het stuk
van de Vlaamse Gemeenschap dat het besluit van de
administrateur-generaal
inzake
Rendac
en
de
verwerkingsmogelijkheden bevat, dat volgens artikel 4
dierlijk afval en waterzuiveringsslib niet gezamenlijk mo-
gen worden verwerkt zo lang er hiervoor niet de vereiste
vergunningen en ontheffingen kunnen worden bekomen.
Dit artikel stelt OVAM en dus de Vlaamse Gemeenschap
in staat om op te treden en niemand anders : zij zijn
daarvoor bevoegd, dat is duidelijk. Met de gewesten
zullen wij wel onderzoeken hoe de reeds vermelde
combinatiemogelijkheid beter kan worden opgevolgd.
Dan is er de kwestie van de audit. Het standpunt van het
federale ministerie van Landbouw inzake het federale
agentschap voor voedselveiligheid had als vertrekpunt
de opmerkingen in de audit. Elke andere houding zou
dwaas geweest zijn. De opdracht tot deze audit werd
destijds gegeven door minister Colla in samenspraak met
het ministerie van Landbouw, zij het dat minister Colla
ook voor de financie¨le kant tekende. De bedoeling was
om te komen tot een betere samenwerking tussen Land-
bouw en Volksgezondheid, met als oogmerk een effi-
cie¨nte controle. Het zou nogal dwaas zijn daarmee geen
rekening te houden. Wij hebben ons alleszins uitdrukke-
lijk daarop gebaseerd en ons standpunt in die richting
meegedeeld. U zult merken dat dit duidelijk werd opge-
nomen in de tekst inzake het federale agentschap.
Dan is er nog de laatste vraag van de heer Brouns. In het
overleg met de gewesten zal ook deze kwestie zeker ter
sprake komen, waar het gaat over een eventuele bijstu-
ring van de commissie Dierlijk Afval. Dan gaat het ook
duidelijk over de inbreng van iedereen : het gaat immers
niet alleen om het federale niveau en Vlaanderen, maar
ook over Wallonie¨ en Brussel. Met de regio's willen wij
goede afspraken maken om een efficie¨nte controle te
kunnen verzekeren.
De voorzitter : Tot besluit van deze bespreking werden
volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, des motions ont e´te´
de´pose´es.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door
de dames Frieda Brepoels en Annemie Van de Casteele
en de heer Hubert Brouns en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellaties van de heer Koen
Bultinck, mevrouw Frieda Brepoels en de heer Hubert
Brouns
en het antwoord van de regering, vraagt de regering :
1. - op korte termijn efficie¨nte overleg- en controlestruc-
turen op te zetten tussen de federale overheid en de
gewesten;
- de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid
en de gewesten op het vlak van landbouw, volksgezond-
heid en milieu volledig uit te klaren en een voorstel tot
maximale overdracht van bevoegdheden aan de gewes-
ten te bespreken op de Costa;
2. dringend een realistische timing uit te werken voor de
invoering van het federale agentschap voor voedsel-
veiligheid.
Une premie`re motion de recommandation a e´te´ de´pose´e
par Mmes Frieda Brepoels et Annemie Van de Casteele
et M. Hubert Brouns et est libelle´e comme suit :
La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Koen Bultinck,
Mme Frieda Brepoels et M. Hubert Brouns
et la re´ponse du gouvernement, invite le gouvernement :
1. - a` cre´er au plus to^t, aux niveaux fe´de´ral et re´gional,
des structures de concertation et de contro^le efficaces;
- a` pre´ciser fondamentalement, dans le cadre de la
Confe´rence sur la re´forme de l'E
´ tat, la re´partition de
compe´tences entre les autorite´s fe´de´rales et re´gionales
et a` y examiner une proposition de transfert maximal des
compe´tences des re´gions;
2.
a`
e´laborer
sans
tarder
un
e´che´ancier
pour
l'instauration de l'Agence fe´de´rale pour la se´curite´ ali-
mentaire.
HA 50
COM 020
11
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Koen Bultinck en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellaties van de heer Koen
Bultinck, mevrouw Frieda Brepoels en de heer Hubert
Brouns
en het antwoord van de regering, vraagt de regering :
1. dringend werk te maken van een ernstige controle op
onze voedselketen;
2. snel werk te maken van de overdracht naar de
gewesten van de landbouwbevoegdheid om alzo te
komen tot homogene bevoegdheidspakketten.
Une seconde motion de recommandation a e´te´ de´pose´e
par M. Koen Bultinck et est libelle´e comme suit :
La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Koen Bultinck,
Mme Frieda Brepoels et M. Hubert Brouns
et la re´ponse du gouvernement, invite le gouvernement :
1. a` mettre en place d'urgence un contro^le effectif de la
chai^ne alimentaire;
2. a` proce´der au plus to^t au transfert aux Re´gions des
compe´tences en matie`re agricole afin de de´finir des
ensembles de compe´tence homoge`nes.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames
Miche`le Gilkinet en Leen Laenens en de heren Henk
Verlinde, Stef Goris, Robert Denis en Claude Eerdekens.
Une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mmes
Miche`le Gilkinet et Leen Laenens et MM. Henk Verlinde,
Stef Goris, Robert Denis et Claude Eerdekens.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking
is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ulte´rieurement. La
discussion est close.
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
nieuwe onthullingen rond een tweede besmettings-
bron in de dioxinecrisis
(nr. 202)
Question orale de Mme Frieda Brepoels au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur
de
nouvelles re´ve´lations quant a` une deuxie`me source
de contamination dans la crise de la dioxine
(n° 202)b>
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, collega's, een artikel in de
Nederlandse avondkrant NRC Handelsblad onder de titel
Dioxineaffaire Belgie¨ : mogelijk tweede bron besmet-
ting
zorgde niet alleen voor veel ergernis op het kabinet
van de minister van Landbouw. Als we De Morgen in dit
geval mogen geloven, bracht deze titel eerste minister
Verhofstadt zelfs tot dicht bij het kookpunt. Dat was een
hele prestatie aangezien hij zich op dat ogenblik in het
koude Finland bevond.
Ik vroeg mij af waarom er zoveel opschudding was.
Blijkbaar was een zeer vertrouwelijke nota van 17 augus-
tus van een ambtenaar van het ministerie van Landbouw
uitgelekt. Hij vreesde voor een tweede bron van dioxine-
vergiftiging naast het spoort Verkest-Fogra. Vier test-
resultaten van vetmonsters van varkens zouden wijzen
op uitzonderlijk hoge PCB-waarden, tot 14 000 nano-
gram per gram vet. Dit bedraagt 700 keer de norm. Toch
waren de dioxinemetingen eerder aan de lage kant. De
nota zegt dat de vondst als merkwaardig en verontrus-
tend beschreven wordt en dringt dan ook aan op verder
onderzoek. Ik heb begrepen dat de nota op verzoek van
de minister van Volksgezondheid op de kabinetsraad van
23 augustus besproken werd. Volgens het ministerie van
Landbouw werd alles onderzocht door het gerecht.
Mijnheer de minister, ik heb een reeks vragen voor u.
Ten eerste, welk gevolg hebt u gegeven aan de oorspron-
kelijke nota van 17 augustus ? Welke gegevens van die
nota werden voorgelegd aan het kernkabinet van 30
augustus ? Welke conclusies werden daaruit getrokken ?
Werd verder onderzoek bevolen zoals voorgesteld ?
eerste minister Verhofstadt kondigde dit alvast daags na
de vergadering van het kernkabinet aan. Wat waren de
resultaten van het onderzoek ? Wordt een tweede
besmettingsbron hierdoor bevestigd of uitgesloten ?
Ten tweede, van welk bedrijf waren de varkens afkom-
stig ? Werd het betrokken bedrijf ook geblokkeerd en/of
opgeruimd ?
Ten derde, wat werd door het gerecht onderzocht ? Wat
waren mogelijks hun bevindingen ? Wij lezen in de pers
immers dat het onderzoek door professor Buekens als
expert van het Gentse parket zou worden uitgevoerd
maar dat hij het dossier nooit heeft ontvangen. Het parket
heeft hem met andere woorden niets gevraagd. Ook
beweert e´e´n van uw kabinetsmedewerkers dat de nota
reeds voor eind augustus door deskundigen van het
departement werd besproken. De conclusie was dat er
geen elementen waren om aan te nemen dat we met een
tweede besmettingsbron te maken hadden. Na telefo-
nisch contact met het parket zou het dossier dan ook niet
verder zijn onderzocht. Dat verklaarde uw kabinets-
medewerker tenminste tegenover de pers. Gebeurde dit
in opdracht van de regering ? Merkwaardig is wel dat de
BOB, die het onderzoek op het terrein zou uitvoeren,
verklaart dat zij over dit rapport weliswaar gehoord
hebben maar dat het buiten hun gerechtelijk onderzoek
12
HA 50
COM 020
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Frieda Brepoels
valt omdat het niets met de zaak Verkest-Fogra te maken
heeft. Wel zouden zij binnenkort voor 1 000% zeker
weten of er sprake is van een tweede besmettingsbron.
Zij onderzoeken de zaak niet omdat ze met Verkest of
Fogra niets te maken heeft. Wij konden dat allen lezen in
de pers.
Mijnheer de minister, het is niet de eerste keer dat men in
de dioxinecrisis twijfelt aan het spoor Verkest. Toch
concludeert de regering telkens dat alles kan worden
teruggebracht tot het spoor Verkest. Op basis van welke
resultaten kan de regering blijven verdedigen dat er
slechts sprake is van e´e´n spoor, namelijk Verkest-Fogra.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, het ver-
heugt mij terzake uiteindelijk de exacte feiten te kunnen
weergeven, die ver verwijderd zijn van de hersenspinsels
die sommigen zich veroorloven.
Ik zal een chronologisch overzicht te geven van de
gebeurtenissen.
Mevrouw Brepoels maakt zich ten onrechte zorgen over
het feit dat het ooit mijn bedoeling was, of dat van mijn
kabinet, om bepaalde zaken in de doofpot te steken. Van
bij de aanvang van mijn optreden als minister waren
openheid - zowel ten opzichte van Belgie¨ als van Eu-
ropa - en waken over de volksgezondheid mijn voor-
naamste bekommeringen.
Nooit
gingen
wij
ervan
uit
dat
er
slechts
e´e´n
contaminatiebron was voor dioxines en pcb's. Maar in
tegenstelling tot wat door sommigen werd verkondigd,
waren wij ook nooit geobsedeerd om een tweede
contaminatiebron te vinden noch om het bestaan ervan
systematisch te negeren.
De zogezegd vertrouwelijke nota waarover recent zoveel
heisa ontstond, arriveerde eind augustus op mijn kabinet.
In de nota werd van de zaak melding gemaakt aan het
kernkabinet van 25 augustus 1999. Wat was er precies
aan de hand ? Vier varkens afkomstig uit drie geblok-
keerde bedrijven, vertoonden vrij hoge pcb-waarden zon-
der dat de dioxinewaarden boven de gevarendrempel
uitstaken. De bedrijven waaruit de betrokken varkens
afkomstig waren, werden geblokkeerd omdat zij in ver-
band
werden
gebracht
met
het
zwaar
besmette
veevoederbedrijf De Brabander. De volksgezondheid
kwam dus op geen enkel ogenblik in gevaar.
Het probleem werd wel degelijk gesignaleerd aan het
kernkabinet, wat van openheid getuigt en de volksge-
zondheid kwam op geen enkel ogenblik in gevaar vermits
de bedrijven geblokkeerd waren. Bovendien was men op
dat ogenblik al overgegaan tot het testen van alle bedrij-
ven, zowel de verdachte als de niet-verdachte.
Betreffende het wetenschappelijk probleem van hoge
pcb-waarden zonder corresponderende hoge dioxine-
waarden, kan ik het volgende meedelen. Volgens de
deskundigen van mijn kabinet en mijn administratie, hield
de bewuste nota onvoldoende aanwijzingen in om te
spreken van een tweede besmettingsbron. Voor alle
zekerheid echter - en in tegenstelling tot de bewering als
zou er geen verder onderzoek zijn verricht - werd door de
veterinaire dienst verder onderzoek verricht naar de
herkomst van de varkens op dewelke de vier afwijkende
resultaten betrekking hadden. Uit het rapport van de
veterinaire dienst van 31 augustus 1999 bleek zeer
duidelijk dat alle betrokken varkens rechtstreeks te ma-
ken hadden met zwaar besmet voeder van de firma De
Brabander uit de periode van 15 januari tot 15 februari
1999.
Dat waren de exacte feiten.
Volgens een eminent wetenschapper, professor Bernard,
kan deze wetenschappelijke curiositeit eventueel worden
verklaard door het specifieke metabolisme van varkens.
Bij kippen is er inderdaad een duidelijk verband tussen
pcb- en dioxinegehalte, maar bij varkens ontbreekt dit
verband.
In een verklaring van 16 augustus van het parket van
Gent, verklaart de procureur dat er, rekening houdend
met de tot dan toe bekende gegevens, geen aanwijzin-
gen waren in de richting van een tweede contaminatie-
bron. Om mevrouw Brepoels en anderen gerust te stellen
kan ik bevestigen dat ook deze week nog de deskundige
van het parket voornoemde stelling aanhoudt.
Ik zie een lid lachen; welnu, ik zal die verklaring voorle-
zen :
Tot op heden is er geen duidelijk bewijs voorhan-
den als zou er meer dan e´e´n ernstige bron van pcb-
verontreiniging in de veevoedersector zijn opgetreden
.
Misschien pleziert zulks sommigen niet, maar dat is de
werkelijkheid.
En als er al sprake is van een tweede contaminatiebron,
dan is dat omdat Europa uiterst strenge normen inzake
pcb oplegde. Daardoor deden zich met name in de
rundvleessector een aantal overschrijdingen van de
norm voor, die niet aan Fogra of Verkest konden worden
gelinkt.
Daardoor hebben wij, met name in de rundveesector, een
aantal overschrijdingen gehad van de norm, die niet aan
Fogra/Verkest konden worden toegeschreven, maar die
terug te brengen zijn tot achtergrondcontaminatie. Ik wijs
er met klem op dat deze dan nog altijd binnen de normen
van de Wereldgezondheidsorganisatie vielen.
Tot slot wens ik te zeggen dat ik het betreur dat sommige
mensen menen munt te moeten slaan uit deze non-event
van twee maanden geleden, terwijl op ditzelfde ogenblik
mijn mensen in alle openheid verslag uitbrengen bij het
HA 50
COM 020
13
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
permanent veterinair comite´ over de huidige stand van
zaken in verband met de dioxinecrisis. Wij hebben mo-
menteel ongeveer 20 000 export- en bedrijfscertificaten
onderzocht, veel meer dan om het even welk land in
Europa en zelfs in de hele wereld. Welnu, nog niet 1%
van deze stalen bleek positief. Amper 0,25% van de
resultaten ligt boven de norm van de Wereldgezond-
heidsorganisatie. Meer dan ooit ben ik ervan overtuigd
dat deze crisis onder controle is, maar ik zou haast gaan
denken dat sommigen in dit halfrond daar moeite mee
hebben.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, het is niet mijn bedoeling
munt te slaan uit welke verslaggeving dan ook. Ik hoor
dat de minister verheugd is te kunnen reageren op een
bericht uit de pers en mij verheugt het een antwoord van
de minister te krijgen.
In de Verenigde Commissies, waarin uzelf en mevrouw
Aelvoet aanwezig waren, hebben wij reeds gevraagd de
parlementaire commissies op permanente basis te infor-
meren over de stand van zaken van de dioxinecrisis. Het
geeft ons de mogelijkheid ons niet enkel op persartikelen
te moeten baseren, want wij beschikken over geen
andere mogelijkheid om de zaken aan te kaarten.
Alle filie`res die op dit ogenblik in dit land met de dioxine-
crisis te maken hebben, moeten worden bekendgemaakt
om op termijn zoveel mogelijk risico's weg te werken en
uit te sluiten. Ik heb er geen behoefte aan bijkomende
filie`res aan mijn fantasie te doen ontspruiten. Ik hoop
alleen dat wij op die manier aan dit verhaal een einde
kunnen maken. Ik begrijp dan ook niet waarom vanuit
regeringskringen zoveel heisa werd gemaakt over het
verschijnen van dit bericht in de pers. Heel wat zaken
zouden kunnen worden opgevangen mocht men de
openheid die men altijd predikt ook echt aan de dag
leggen in de commissies die hiervoor bevoegd zijn. Wij
hebben dit al vaak gevraagd, maar ik heb er tot nu toe
nog maar weinig over gehoord.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Brepoels zal toch moeten toegeven dat wanneer zij een
vraag stelt, ik meteen bereid ben erop in te gaan.
Mevrouw Brepoels, ik ben meteen bereid - en dat is
uiteraard zelfs mijn plicht - na uw initiatief, de commissie
toelichting te geven. Daar rijzen geen problemen. Doch,
het is ook evident dat het initiatief om de regering te
ondervragen moet uitgaan van het parlement. Als hier
een initiatief wordt genomen, gaan wij er meteen op in.
U vraagt zich af waarom er zoveel heisa om een pers-
artikel wordt gemaakt. Niet wij, maar anderen hebben er
heisa rond gemaakt. Ik weet niet of u beseft dat bepaalde
berichten economisch en financieel onvoorstelbaar veel
schade kunnen aanrichten.
Wij proberen op dit ogenblik van de Europese Gemeen-
schap financie¨le steun los te krijgen, wat een moeizame
operatie is. Door dergelijke berichten, die meermaals
door ons departement werden ontkend, wordt ons gezag
blijkbaar in vraag gesteld, maar het tegendeel bewijs ik
nu met de feiten. Zich daarna nog aan de persberichten
blijven houden, berokkent de sector en de betrokkenen
onvoorstelbaar veel schade. Daarom ontstond er terecht
enige agitatie. Vorige maand alleen al zijn 146 met de
landbouw betrokken of aanverwante bedrijven failliet
gegaan. Wij proberen op dit ogenblik van Europa steun te
bekomen. Op de laatste landbouwraad heb ik van een
aantal grote en kleinere landen directe toezegging gekre-
gen. Enige agitatie is dan wel verantwoord als men weet
wat er op het spel staat voor de betrokken sectoren en de
betrokken mensen.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, er is toch niets dat u tijdens
de maanden augustus en september heeft tegengehou-
den om de uitleg, die wij nu vragen, uit eigen beweging te
geven. U weet dat een zeer vertrouwelijke nota nooit
vertrouwelijk blijft; dat is zo in de administratie en ook in
de politiek. Als u weet dat dit een zo delicaat voer zou
kunnen zijn voor de pers of voor parlementsleden, dan
kunt u het toch voor het parlement brengen. Er zijn
zoveel commissievergaderingen geweest, die u de kans
boden om ons te zeggen wat u werd voorgelegd, welke
onderzoeken werden gedaan en welke de gevolgen
daarvan waren. Dan hadden deze verhalen nooit de pers
gehaald.
Ik vraag mij ook af, als er dan toch niets aan de hand is,
waarom de meerderheid op dit ogenblik niet wenst dat
dergelijke nota's worden besproken in de parlementaire
onderzoekscommissie.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw Brepoels, dit is toch
werkelijk de zaken op hun kop zetten. Als er vertrouwe-
lijke nota's aan de minister worden overhandigd, als ik
die onmiddellijk aan het kernkabinet en aan de Minister-
raad voorleg, als ik onmiddellijk een onderzoek vraag en
als daaruit blijkt dat er niets aan de hand is, moet ik dan
zeggen :
Ik ga die nota toch maar even verspreiden,
want er zou wel eens iets aan de hand kunnen zijn
? Als
uit mijn gegevens, die duidelijk werden bevestigd door
verschillende instanties, blijkt dat er niets aan de hand is,
is dat incident toch gesloten ? Ik hoef toch geen incident
te cree¨ren omwille van het incident ?
14
HA 50
COM 020
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Ik zeg alleen maar
dat het parlement op geen enkel ogenblik een volledig
antwoord heeft gekregen.
Minister Jaak Gabriels : U kunt mij altijd ondervragen, ik
sta altijd ter beschikking. Als u bepaalde vragen hebt, ook
los van incidenten, ben ik graag bereid u onmiddellijk te
antwoorden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
-
De
openbare
commissievergadering
wordt
om 10.36 uur gesloten.
- La se´ance publique de commission est leve´e
a` 10.36 heures.
HA 50
COM 020
15
20-10-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000